Menukaart o verzicht van het hulpverleningsaanbod van Fier Fryslân - 2010
Waarom deze Menukaart? Kinderen, jongeren en volwassenen die te maken hebben (gehad) met (de gevolgen van) geweld in de privésfeer kampen vaak met complexe problematiek. De hulp bestaat vaak uit meerdere componenten. Om inzicht te geven in ons aanbod, hebben we deze ‘menukaart’ ontwikkeld. Samen met onze cliënten en/of verwijzers willen we een evenwichtig en uitgebalanceerd menu samenstellen. Soms biedt Fier Fryslân het hele menu met voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht. Soms ‘bestelt’ een hulpverleningsorganisatie voor (één van) haar gasten alleen een bijgerecht of nagerecht. Samengevat: we bieden zorg op maat waarbij we onze ingrediënten aan laten sluiten bij de vraag van de client. In deze menukaart kunt u zien wat u bij ons kunt ‘bestellen’. Vanuit de zorg op maat gedachte zijn onze ‘chef koks’ altijd bereid om buiten de kaart om gerechten samen te stellen waarbij zij rekening houden met uw wensen. Zij staan er ook voor open om in een ‘kooklab’ samen met ‘chef koks’ van andere instellingen een mooi nieuw arrangement te ontwikkelen voor individuele gasten of groepen. Voor vragen kunt altijd contact met ons opnemen. Fier Fryslân 058-2157084 www.fierfryslan.nl
Leeuwarden, januari 2010
-1-
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 5
Fier Fryslân in het kort
08
De toegang, 24 uur per dag bereikbaar 1. Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG)
08
2. Advies- en Meldpunt Loverboyproblematiek en Jeugdprostitutie
10
3. Coördinatie en casemanagement Wet Tijdelijk Huisverbod
10
Ambulante hulpverlening: aanbod in begeleiding en behandeling
11
Algemene informatie
11
Ambulante Begeleiding
12
1.
12
Kindspoor
Algemeen
12
a.
12
2.
Psycho-educatiegroepen
b. Kindbemiddeling, waaronder Oudermediation
13
c.
14
Informatie- en themagroepen voor ouders
d. Weerbaarheidtraining voor jeugdigen
15
Jongerenspoor
15
Algemeen
15
a.
16
Intensieve individuele begeleiding
b. Intensieve ambulante systeem- of gezinsbegeleiding
17
c.
18
Intensieve zelfstandigheidstraining
d. (risico)meidengroep
19
e.
20
Ouderbijeenkomsten/ groepen voor ouders van jongeren met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag
3.
Volwassenspoor a.
21
Zorgtoeleiding en outreaching, Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ), Er-op-af-benadering
21
b.
1e
22
c.
Individuele- en systeembegeleiding/-therapie
Hulp Light
23
d. Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding
26
e.
Nazorg aan vrouwen, kinderen en jongeren van de opvangvoorzieningen
27
f.
Begeleide terugkeer
28
g. Aware
29
4.
Spoor Coördinatie en Casemanagement Wet Tijdelijk Huisverbod
29
5.
Prostitutiespoor
31
a.
31
Advies- en Meldpunt Loverboyproblematiek en Jeugdprostitutie
b. Prostitutie Maatschappelijk Werk
32
c.
32
Netwerk mensenhandel Friesland
d. Hulpverlening en nazorg aan vrouwen met een B9 status
34
Inhoudsopgave -2-
6.
Spoor Voorlichting en Deskundigheidsbevordering Deskundigheidsbevordering
34
a.
34
Eenmalige voorlichting aan jongeren van 12 – 23 jaar
b. Serie voorlichtingen/themabijeenkomsten voor jongeren van 12 – 23 jaar rondom c.
een thema
35
Train de Trainerprogramma
35
d. Serie Train de Trainerprogramma’s
36
e.
Serie intervisiebijeenkomsten
36
f.
Interactieve voorlichting, debatten en informatie over verschillende vormen van
37
geweld in afhankelijkheidsrelaties en de gevolgen daarvan
Ambulante Behandeling
38
Algemene informatie
38
Mogelijkheden in diagnostiek en behandeling 1. Trauma(gerelateerde) diagnostiek en behandeling van jeugdigen
39 39
2. Pretherapie voor kinderen en jongeren
39
3. Kindergroep Kijk Wat Ik Kan (Kwik)
40
4. Therapiegroep Geweld in het gezin
41
5. Therapiegroep Seksueel Misbruik
41
6. Individuele (trauma)behandeling
42
7. Interapy behandeling seksueel misbruik bij jongeren
43
8. Groep ouders/(jong-)volwassenen “It’s all in the family”
43
9. Vaktherapieën (Psycho Motorische Therapie, Dramatherapie, Creatieve Therapie)
44
10. EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing)
45
11. Agressie Regulatie Training
46
12. Systeemtherapie
47 49
Projecten Algemene informatie
49
1. Project online hulpverlening
49
2. Project bijzondere Vriendschappen / Big Sisters
51 53
Residentieel aanbod voor jongeren en volwassenen Residentieel aanbod voor jongeren Residentieel aanbod voor volwassenen
Residentieel aanbod voor jongeren: Opvangvoorzieningen Jeugd: Asja I en II,
53
Zahir, Metta I en II Algemene informatie Asja I en II Zahir Metta I en II Psychosociale begeleiding Opvangvoorzieningen Jeugd 1. Individuele systeemgerichte begeleiding 2. Woon- en leefklimaat 3. Dagbesteding: e-learning, therapeutische leergroepen 4. Intensieve zelfstandigheidstraining, het Leerhuis
53 53 54 54 55 55 56 57 58
Inhoudsopgave -3-
Residentieel aanbod voor volwassenen: opvangvoorziening Blijf van m’n Lijf
60
Algemene informatie
60
Psychosociale begeleiding Opvangvoorziening Blijf van m’n Lijf
61
1. Individuele systeemgerichte begeleiding a. 2.
Programma Hulp aan Moeder en Kind
Systeembegeleiding
61 62 63
3. Woon- en leefklimaat
63
4. Dagbesteding: leergroepen
64
5. Begeleid Wonen
65
6. Nazorg, begeleide terugkeer en bemiddeling
66
7. Specifiek diagnostisch onderzoek, ook voor kinderen
66
8. Individuele (trauma)behandeling, ook voor kinderen (infant psychiatry)
66
Inhoudsopgave -4-
Fier Fier Fryslân in ’t kort Fier Fryslân is een expertise en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Wij bieden hulp bij het voorkomen van geweld, het stoppen van geweld en bij de gevolgen van geweld. Fier Fryslân streeft er naar dat iedereen die te maken heeft met geweld in afhankelijkheidsrelaties direct hulp kan krijgen: plegers, slachtoffers en getuigen van het geweld (meestal kinderen). Omdat kinderen en jongeren vaak niet de hulp krijgen die noodzakelijk is, zijn zij speerpunt. Van alle cliënten die Fier Fryslân opvangt en begeleidt, is driekwart 23 jaar of jonger en de helft minderjarig. De ervaring leert dat begeleiding en behandeling bij geweld in afhankelijkheidsrelaties - variërend van huiselijk en eergerelateerd geweld tot aan grensoverschrijdend gedrag en gedwongen prostitutie - specifieke vaardigheden en deskundigheid vragen. Dit geldt zowel voor ambulante als voor residentiële hulpverlening. De keuze om te specialiseren brengt met zich mee dat we voor de opdracht staan gespecialiseerde en onderscheidende zorg te bieden, vaak samen met of als aanvulling op de hulp die andere organisaties bieden. Hulp bij geweld vraagt om samenwerking. Daarom realiseren we waar mogelijk – samen met andere partijen – intersectorale zorgprogramma’s, netwerken en ketens. De keuze om een maatschappelijk vraagstuk als uitgangspunt te nemen en de keuze voor specialisatie brengt met zich mee dat Fier Fryslân zich niet beperkt tot één sector. Fier Fryslân is erkend als zorgaanbieder voor AWBZ-zorg, geestelijke gezondheidszorg, Jeugd-GGZ en jeugdzorg. We zijn HKZ-gecertificeerd en toegelaten als Top Referent Trauma Centrum (TRTC) bij het Landelijk Centrum Vroegkinderlijke Traumatisering (LCVT). Daarnaast heeft Fier Fryslân een groot aantal activiteiten die gefinancierd worden vanuit de WMO en zich onder meer richten op preventie en voorlichting, training en deskundigheidsbevordering, het melden van geweld, weerbaarheid en participatie en (crisis)opvang. Veiligheid en bescherming Fier Fryslân heeft veiligheid hoog in het vaandel; een universele waarde die voor iedere cliënt echter een eigen betekenis heeft. In de zorg op maat visie bieden we daarom algemene kaders van veiligheid maar kijken we tevens met iedere cliënt op welke manier hij/zij veiligheid in zijn/haar eigen situatie vorm kan geven. We vinden veiligheid van grote waarde omdat mensen zich pas kunnen ontwikkelen wanneer ze zich veilig voelen. We hebben daarom structurele kaders.
24 uurs bereikbaarheid: 0900 5675678 Fier Fryslân is laagdrempelig toegankelijk voor (direct) betrokken en professionals.
Opvang Veiligheid ontstaat ten eerste door het bieden van een veilige en anonieme opvang voor jeugdigen en volwassene vrouwen (met hun kinderen) die daadwerkelijk gevaar lopen. Daarin werken we vanzelfsprekend samen met de politie. Die samenwerking krijgt op verschillende manieren vorm, zoals: •
een gestructureerd contact met Politie Fryslân door alle onderdelen van Fier Fryslân;
•
het nemen van veiligheidsmaatregelen wanneer dat voor de opvang/cliënten nodig is;
•
de risicotaxaties die in samenwerking met de politie plaatsvinden, zeker wanneer er sprake is van (vermoeden van) eergerelateerd geweld;
•
de samenwerking met het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld (LEC EGG);
Fier Fryslân in ’t kort -5-
•
de bemiddelingskwaliteiten en –mogelijkheden van de politie bij (dreigend) eergerelateerd geweld;
•
de inzet van wijkagenten bij de terugkeer van een cliënt naar huis;
•
de samenwerking bij AWAREsystemen;
Binnen de opvang worden in het kader van veiligheid afspraken met elke cliënt gemaakt. Deze hebben te maken met het garanderen van de anonimiteit, maar ook met het zorg dragen voor eigen veiligheid en die van anderen. Elke cliënt maakt, samen met de mentor, een veiligheidsplan gebaseerd op de eigen situatie. Dit plan wordt indien nodig steeds bijgesteld.
Ambulante hulpverlening Wanneer cliënten geen gebruik (meer) hoeven te maken van de veilige en anonieme opvang is veiligheid eveneens een belangrijk aandachtspunt in alle vormen van hulpverlening. Wanneer cliënten de veilige en anonieme opvang verlaten, biedt Fier Fryslân hen bijvoorbeeld de mogelijkheden van het Leerhuis/Begeleid Wonen waarin zij onder begeleiding leren hun eigen veiligheid (en eventueel die van hun kinderen) te hanteren. Nazorg, Begeleide Terugkeer en Bemiddeling zijn eveneens mogelijkheden voor cliënten om bij hun veiligheid stil te staan en er verantwoordelijkheid voor te leren nemen. Het starten van een eigen leven dan wel terugkeer naar huis zijn immers risicomomenten; de Nazorg, Begeleide Terugkeer en Bemiddeling bieden mogelijkheden om die risicomomenten goed te kunnen hanteren. In alle vormen van de ambulante hulpverlening wordt bovendien met elke cliënt een veiligheidsplan gemaakt voor het geval veiligheid in het geding komt. Voor cliënten die daadwerkelijk te maken hebben met dreigend geweld is er de mogelijkheid van een AWARE systeem waarbij de politie middels een alarmsysteem direct optreedt.
Kinderen en veiligheid In Blijf van m’n Lijf waken moeders over de veiligheid van de kinderen die bij hen zijn; wanneer het nodig is, bijvoorbeeld bij terugkeer naar huis en veiligheid is niet gegarandeerd, wordt er tevens een zorgmelding bij Bureau Jeugdzorg/Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) gedaan. De kinderen van de ambulante cliënten zijn eveneens in beeld; de ambulante professionals werken systeemgericht en hebben daardoor vanzelfsprekend oor en oog voor het hele systeem. Wanneer er zorgen over de kinderen zijn, wordt er, in contact met de ouders, een zorgmelding gedaan. Dat geldt eveneens voor de kinderen die deelnemen aan de programma’s van het Kind- en Jongerenspoor. Wanneer geweld in een relatie net heeft plaatsgevonden en de partners nemen deel aan het meersporentraject 1e Hulp bij Huiselijk Geweld (zie pagina 8), dan wordt er automatisch een zorgmelding gedaan wanneer er kinderen in het gezin zijn. Vanuit het spoor Coördinatie en Casemanagement Wet Tijdelijk Huisverbod wordt systeemgericht met alle gezinsleden gewerkt en zijn kinderen in het gezin automatisch in beeld en worden hun wensen en behoeften meegenomen in het plan van aanpak. Veiligheid is bovendien een onderwerp dat met kinderen op hun eigen niveau besproken wordt; in behandelingen en in begeleiding, in de opvang en in de ambulante mogelijkheden, in leergroepen, in spel en in gesprek.
Systeemgericht Tenslotte, maar van groot belang om te melden: Fier Fryslân werkt systeemgericht. Ook in het kader van veiligheid is dat een groot goed. Immers, wanneer het maar enigszins kan, wordt (eventueel in samenwerking met politie, Bureau Jeugdzorg/AMK) contact gelegd met de mishandelende partner/ouder. Deze wordt uitgenodigd en betrokken in het proces van hulpverlening. Hierdoor is er professionele en gerichte aandacht voor deze partner/ouder en voor de dynamiek van de relatie Fier Fryslân in ’t kort -6-
en kan er gemotiveerd gewerkt worden aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor veiligheid, in elk geval voor die van kinderen. Het moge duidelijk zijn dat we, ook in het kader van veiligheid, de samenwerking met de diverse organisaties opzoeken én belangrijk vinden.
Fier Fryslân in ’t kort -7-
De Toegang, Toegang, 24 uur per dag bereikbaar het 0900 nummer van het ASHG het nummer is voor alle cliëntcontacten: de voordeur voor Fier en voor verwijzers (m.u.v. het Behandelcentrum/KJTC F). AdviesAdvies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) 09000900-5675678 Het Advies- en Steunpunt is de voordeur van Fier Fryslân, voor cliënten en verwijzers. Met uitzondering van vragen met betrekking tot het KJTC / Behandelcentrum (zie pag.38) is het Advies- en Steunpunt de plek waar cliënten en betrokkenen binnen kunnen komen en waar professionals en verwijzers informatie krijgen, ook wat betreft plaatsing in de Opvang- en Ambulante voorzieningen. AdviesAdvies- en Meldpunt Loverboyproblematiek en Jeugdprostitutie Coördinatie en casemanagement Wet Tijdelijk Huisverbod
1. AdviesAdvies- en Steunpunt Huiselijk Huiselijk geweld 09000900-5675678 Contactpersoon Jacobien Lugtenborg coördinator ASHG
[email protected] 058-2157084 Geen indicatie vereist Wat? Vanuit de visie dat hoe eerder ingegrepen kan worden hoe beter, neemt het ASHG als frontoffice een centrale plaats in het voorkomen en stoppen van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Als frontoffice is zij dé toegangspoort tot de backoffice. De positie van frontoffice is een zeer belangrijk onderdeel van het ASHG en zij richt zich daarin op mensen die daadwerkelijk te maken hebben met een vorm van geweld in een relatie, maar ook op mensen die daar op enigerlei wijze bij betrokken zijn. Vanuit haar visie wil zij laagdrempelig toegankelijk zijn en zij realiseert dat in haar voorwaarden door 24 uur per dag telefonisch bereikbaar te zijn en in haar inhoud door het bieden van gesprek, consultatie, adequate doorverwijzing en voorlichting. Indien gewenst/noodzakelijk biedt het ASHG als frontoffice kortdurende face-to-face gesprekken gericht op het verder exploreren van de situatie en inventariseren van mogelijkheden om de destructieve situatie te doorbreken. Het ASHG richt zich in haar positie eveneens op professionals, zoals advisering bij casuïstiek, het maken van een gezamenlijk plan van aanpak, het geven van informatie. Als frontoffice bekleedt zij bovendien een belangrijke functie in het signaleren van ontwikkelingen op het gebied van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Vanuit deze functie biedt zij als samenwerkingspartner voorlichtingsmogelijkheden en ondersteuning bij visie- en beleidsontwikkeling. Naast de frontoffice vervult het ASHG de coördinatie, coaching en regie van het hulpaanbod ‘1e hulp bij Huiselijk geweld’. Dit is een samenwerkingsverband tussen diverse instellingen waardoor slachtoffer, pleger en kinderen in een gezin binnen een meersporenaanpak worden begeleid. Het ASHG neemt hierin tevens de loketfunctie van de politie over en is daarmee van het begin tot het eind regisseur van de hulpverleningsketen en verbindt deze aan de justitiële keten
De toegang, 24 uur per dag bereikbaar -8-
die gecoördineerd wordt vanuit het veiligheidshuis Fryslân. Het ASHG heeft daartoe voor één dag in de week een fysieke werkplek in het veiligheidshuis. Door deze loketfunctie, coördinatie en regie kan het ASHG efficiënt signaleren, registreren en komen tot reële dossiervorming op grond waarvan weer aanbevelingen kunnen worden gedaan richting visieontwikkeling, samenwerking, protocollering, beleidsafspraken en planning in het kader van 1e hulp bij Huiselijk Geweld. Vanuit haar positie is het ASHG actief in het ontwikkelen van folder- en publiciteitsmateriaal. Zij is tevens actief in het bieden van voorlichting en daarmee een onderdeel van Voorlichting en Training. Doel ASHG •
Bieden van een laagdrempelige toegang die 24 uur per dag bereikbaar is voor alle particuliere en professionele betrokkenen bij geweld in afhankelijkheidsrelaties. Doorbreken van de spiraal van geweld en het voorkomen en stoppen van geweld in een afhankelijkheidsrelatie door de signalerende, voorlichtende en aanjagende functie.
•
Het creëren van een maatschappelijke beweging waardoor geweld in afhankelijkheidsrelaties bespreekbaar wordt.
•
Signaleren van vraag en behoefte naar hulpverlening en deskundigheidsbevordering.
•
Geven van aanzetten om deskundigheidsbevordering daadwerkelijk te organiseren.
•
Agendasetting.
•
Samenwerkingsverbanden creëren en/of aangaan om diverse mogelijkheden aan elkaar te koppelen
Doel 1e hulp bij huiselijk geweld •
Binnen 1e hulp bij Huiselijk Geweld wordt efficiënt en doelgericht samengewerkt door de ketenpartners en samenwerkingspartners.
•
In de regionale werkgroepen en in overige contacten tussen keten- en samenwerkingspartners ontstaat een dynamisch proces van ontwikkeling, samenwerking, informatie- en kennisoverdracht; leidend tot adequate hulp en afspraken.
•
Het ASHG signaleert welke vragen er leven; welke ontwikkelingen binnen 1e hulp bij Huiselijk Geweld relevant zijn.
•
Het ASHG voert een duidelijke regie en coördinatie en is daarom in staat tot juiste signalering, registratie en dossiervorming.
•
Het ASHG kan door haar positie ingrijpen waar nodig om het hulpaanbod efficiënt te laten verlopen en waardoor er geen mensen buiten de boot vallen.
Inhoud •
Contact en advies middels telefonische gespreksvoering/kortdurende ondersteuning. Vanuit de visie dat crisisinterventie motiverend is in het doorbreken van patronen van geweld ontwikkeld het ASHG, in overleg met de ketenpartners, mogelijkheden om daar waar nodig die crisisinterventie te bieden door telefonisch en/of direct face to face contact met de direct betrokkenen.
•
Indiceren van het juiste hulpaanbod in de backoffice: ambulante en residentiële mogelijkheden van Fier Fryslân, sociale teams, reguliere hulpverlening en ketenpartners.
•
Coördinatie en regie voor alle 1e Hulp bij Huiselijk geweld zaken.
•
Ontwikkelen van trajectmogelijkheden op het gebied van hulpverlening, zoals een snel hulpaanbod wanneer de dader uit huis wordt geplaatst.
•
Signalering van ontwikkelingen, trends en hulpvragen.
De toegang, 24 uur per dag bereikbaar -9-
•
Door evaluatie, onderzoek en visiebijeenkomsten met ketenpartners komen tot vernieuwing en differentiatie van het aanbod 1ste hulp bij huiselijk geweld, uitgaande van de vraag van de cliënt.
•
Aanbevelingen bieden op het gebied van visie- en beleidsontwikkelingen t.a.v. ontwikkelingen en hulpvragen.
•
Deelname aan tal van netwerken, zowel in de private als publieke sector.
Werkwijze Divers, afhankelijk van de inhoud. Binnen tal van samenwerkingsverbanden.
2. AdviesAdvies- en Meldpunt Loverboyproblematiek en jeugdprostitutie 0900 -5675678 Dit Advies- en Meldpunt is 24 uur per dag bereikbaar. Door haar inhoud valt zij in de structuur onder de Ambulante begeleiding / spoor Prostitutie. Zie voor de beschrijving daarom pag. 31 31
3. Coördinatie en Casemanagement Wet tijdelijk Huisverbod 0900 – 5675678 Dit onderdeel is 24 per dag bereikbaar. Door haar inhoud valt zij in de structuur onder de Ambulante begeleiding / spoor coördinatie en casemanagement Wet Tijdelijk Huisverbod. Zie voor de beschrijving daarom pag. 29
De toegang, 24 uur per dag bereikbaar -10-
Ambulante Ambulante hulpverlening: aanbod aanbod in begeleiding en behandeling Algemene Algemene informatie Vanuit de Toegang stromen cliënten waar gewenst en nodig door naar de Ambulante hulpverlening. Het Ambulante aanbod in hulpverlening bij geweld in afhankelijkheidsrelaties bestaat uit een diversiteit aan begeleiding- en behandelingsmogelijkheden. De begeleiding/ behandeling wordt waar nodig en gewenst integraal aangeboden; er wordt daarom ook gewerkt met integrale begeleiding- / behandelplannen. Ten behoeve van de inhoud van de begeleiding/ behandeling en de indicatiestelling (AWBZ, DBC) is diagnostiek een voorwaarde voor 2de lijns hulpverlening. Fier Fryslân biedt ook niet geïndiceerde hulpverlening bij geweld in afhankelijkheidsrelaties. Daar waar beargumenteerd (eerst) een ander hulptraject nodig is wordt diagnostiek niet of in een later stadium van de hulpverlening aangeboden. Het betreft hier de noodzaak van het inzetten van laagdrempelige vormen van hulpverlening. Dit kan nodig zijn om cliënten, waar zorg om is, eerst toe te leiden naar zorg of omdat er sprake is van zorgwekkend zorgmijdend gedrag. Ook kan een crisis de aanleiding zijn voor het direct gaan starten van 1ste lijns hulpverlening (bv 1ste hulp light/ casemanagement Wet Tijdelijk Huisverbod) of kan de noodzaak van anonimiteit maken dat er geen gebruik kan worden gemaakt van geïndiceerde hulpverlening (eergerelateerd geweld is soms een contra-indicatie voor standaard reguliere hulp). Aanmeldingen via 09000900-5675678 Na de acceptatie van de aanmelding vindt er en screening plaats waarna de aanmelding wordt neergelegd bij het juiste ‘spoor’ binnen het Ambulante aanbod. Er vindt dan terugkoppeling plaats aan de verwijzer en met de cliënt wordt een kennismakinggesprek gepland waarin de mogelijke route van hulpverlening wordt uitgelegd en informatie wordt verstrekt over Fier Fryslân. Waar 2de lijns hulpverlening geëigend is volgen er daarna gesprekken ten behoeve van de diagnostische intake. De diagnostische intake wordt besproken in het Multi Disciplinair Overleg (MDO) waarna de classificatie op de DSM IV en een begeleidings/ behandeladvies wordt vastgesteld. De uitkomst van het MDO wordt met de cliënt bespoken in een adviesgesprek waar de cliënt de mogelijkheid heeft om op de uitkomst te reageren. Daarna wordt de begeleiding- en behandeldoelen geconcretiseerd in een begeleiding- / behandelplan. Dit plan is de rode draad voor de verdere hulpverlening en behandeling en zal tussentijds en aan het einde van het traject worden geëvalueerd. Samengevat biedt de ambulante hulpverlening outreaching en laagdrempelige vormen van (online) begeleiding, diverse vormen van (online) psychosociale begeleiding en diverse vormen van (online) behandeling. We beschrijven achtereenvolgens de verschillende sporen van ambulante begeleiding en vervolgens de ambulante behandeling.
Ambulante hulpverlening: aanbod in begeleiding en behandeling - 11 -
Ambulante Begeleiding Contactpersoon Loet Schoonhoven Interim Manager Ambulant
[email protected] De Ambulante begeleiding is gestructureerd naar verschillende sporen: 1.
Kindspoor
2.
Jongerenspoor
3.
Volwassenspoor
4.
Spoor Coördinatie en Casemanagement Wet Tijdelijk Huisverbod
5.
Prostitutiespoor
6.
Spoor voorlichting en deskundigheidsbevordering
1. Kindspoor Aanmelding via 09000900-5675678 Contactpersoon Reino Meinema Inhoudelijk coördinator Kindspoor
[email protected] 058-2157084 Algemeen Het kindspoor is een verzamelnaam voor een laagdrempelig ambulant hulpverleningsaanbod waarin de behoefte van kinderen die blootgesteld zijn aan (huiselijk) geweld of een zogenaamde (v)echtscheiding centraal staat. Het aanbod richt zich met name op kinderen tot en met 16 jaar. Er is geen indicatie of verwijsbrief vereist. Deelname is voor de cliënten gratis. Tot het aanbod van kindspoor behoren de volgende programma's: •
Psycho educatiegroepen voor kinderen;
•
Kindbemiddeling waaronder Oudermediation;
•
Informatie en themagroepen voor ouders;
•
Weerbaarheidtraining.
Wanneer gesignaleerd wordt dat het kind en/of ouders meer nodig hebben aan hulpverlening dan worden samen met hen de verdere mogelijkheden van ambulante begeleiding en behandeling besproken.
a. PsychoPsycho-educatiegroepen Aanmelding Aanmeldingen voor het groepsaanbod vinden plaats door contact op te nemen met Fier Fryslân. Er volg een kennismakingsgesprek met ouders of verzorgenden, samen met het kind. Gezamenlijk wordt bekeken of hij/zij baat heeft bij deelname aan de groep.
Ambulante begeleiding - 12 -
Wat? In groepsverband wordt spelenderwijs gewerkt aan de verwerking van wat jeugdigen in hun in hun thuissituatie hebben meegemaakt en beleefd. Jaarlijks zijn honderdduizenden jeugdigen getuige van de mishandeling van één van hun ouders door een andere (stief)ouder. Deze jeugdigen leven soms jarenlang in een zeer bedreigde situatie. Hulp voor hen is hard nodig. Doel en inhoud In de psycho-educatiegroepen worden kinderen op een speelse manier, passend bij hun leeftijd, (opnieuw) in contact gebracht met de basis emoties verdriet, boosheid, blijheid en angst. Als kinderen getuige of direct slachtoffer zijn geweest van geweld of klem zitten in een zogenaamde vechtscheiding dan worden eigen emoties vaak aan de kant gezet. Door dit overlevingsmechanisme komen deze kinderen vaak verder van hun eigen gevoelens af te staan waardoor (geweld)ervaringen moeilijk verwerkt kunnen worden. Hierdoor maken de kinderen een grotere kans om later zelf gewelddadig gedrag te vertonen of slachtoffer van geweld te worden. In de groepsbijeenkomsten leren kinderen gevoelens te herkennen en te hanteren. Een ander belangrijk thema is dat de kinderen in de groepsbijeenkomsten ontschuldigd worden. Kinderen voelen zich namelijk heel vaak verantwoordelijk voor het geweld en de ruzies thuis. Ook ervaren zij dat zij niet de enigen zijn die deze ervaringen hebben opgedaan. Kinderen zijn hierdoor vaak opgelucht en voelen zich hierdoor minder verantwoordelijk en alleen in de problematiek staan. Werkwijze Ouders en kind worden in principe gezamenlijk uitgenodigd voor een intake gesprek tenzij dit als onveilig wordt ervaren. Na het intakegesprek kan het kind deelnemen aan de psychoeducatiegroep. Het groepsaanbod bestaat uit 8 bijeenkomsten van 1,5 uur. Voor de kleintjes is er samen met de hoofdverzorger/ouders de groep “Let op de kleintjes”. Deze groep is er voor kinderen in de leeftijd van 1,5 tot 7 jaar. De hoofdverzorger /ouders zijn elke bijeenkomst aanwezig en doen mee aan het programma. Voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar is er “Vingers in je oren” en voor kinderen van 12 tot en met 16 jaar is er de groep “Herrie in huis”. De bijeenkomsten zijn wekelijks behalve in schoolvakanties. Er nemen maximaal 8 kinderen aan deel. De groepsbijeenkomsten vinden nu plaats in Leeuwarden, Heerenveen en Drachten. Het streven is echter om de groepsbijeenkomsten zoveel mogelijk in de eigen regio te laten plaatsvinden. Dit is afhankelijk van het aantal aanmeldingen vanuit de betreffende regio. Alle groepen worden afgesloten met een advies aan de ouders zowel schriftelijk als ook in een persoonlijk gesprek.
b. Kindbemiddeling, waaronder Oudermediation Wat? Kindbemiddeling kan worden ingezet als een kind zich klem voelt zitten in een (geweld)conflict met of tussen ouders. Deelname is niet leeftijdgebonden. De kindbemiddelaar heeft persoonlijk contact met het kind en brengt de positie en belangen van het kind naar voren in contact met de ouders. De kindbemiddelaar helpt het kind om weer zichtbaar te worden voor de ouders en de verbinding tussen ouder en kind te herstellen.
Ambulante begeleiding - 13 -
Doel Aandacht geven aan en het versterken van de positie van het kind binnen ernstige conflictsituaties met of tussen ouders. Het verbeteren van de communicatie tussen ouders en/of ouders en kind. Inhoud De conflicten kunnen divers van karakter zijn. Als een kind bijvoorbeeld al langer geen contact met een of beide ouders heeft maar wel graag een boodschap wil afgeven kunnen wij helpen een brug te slaan. Dit kan door middel van een gesprek maar ook bijvoorbeeld door het maken van een dvd waarop het kind een en ander aan de ouder(s) kenbaar maakt. Een ander middel is de inzet van Oudermediation. In deze bijzondere vorm van mediation zal de kindbemiddelaar de belangen van het kind voortdurend tot rode draad in de gesprekken met ouders maken. Als ouders een ernstig (geweld)conflict met elkaar hebben is het lastig om de belangen van kinderen voor ogen te houden. Ouders willen het vaak wel maar de ervaren krenking door de andere ouder overheerst en de kinderen worden vaak deelgenoot of tot partij gemaakt in het conflict. Dit is zeer schadelijk voor kinderen en een vorm van kindermishandeling. Door middel van kindbemiddeling en Oudermediation kan dit patroon worden doorbroken. Werkwijze Ouders kunnen hun communicatie en omgang met elkaar verbeteren door maximaal 8 tot 10 gesprekken aan te gaan onder leiding van een mediator/kindbemiddelaar. Het uitgangspunt in deze gesprekken is het maken van “ schoon schip” en het (weer opnieuw) verbinden met elkaar als ouders met als doel het zien van de behoeften, positie en belangen van hun kinderen. De afspraken worden bij aanvang vastgelegd in een startovereenkomst en bij afloop in een vaststellingsovereenkomst. De gesprekken zijn vertrouwelijk en de inhoud mag niet gebruikt worden in bijvoorbeeld rechtbankprocedures.
c. InformatieInformatie- en themagroepen voor ouders Wat? Dit betreft ouderbijeenkomsten waarin enerzijds voorlichting aan ouders gegeven wordt over het hulpverlenings aanbod van Fier Fryslân en in het bijzonder het aanbod van Kindspoor. Anderzijds krijgen ouders bijvoorbeeld informatie over de zogenaamde geweldsspiraal en de impact van geweld op kinderen. Dit aanbod geldt in ieder geval voor de ouders van de kinderen die deelnemen aan de psycho-educatiegroepen. Ouders die daaraan behoefte hebben kunnen met elkaar in gesprek gaan aan de hand van thema's zoals ouders en (v)echtscheiding, hoe herstel je, je ouderrol na huiselijk geweld, in conflict met je kind. De thema's wisselen afhankelijk van de wens en behoefte van ouders. De bijeenkomsten vinden tweewekelijks plaats bij Fier Fryslân in Leeuwarden. Doel Informatieverstrekking aan ouders over de geweldsspiraal en relevante thema’s en de impact hiervan op kinderen om nieuwe escalaties te voorkomen en kinderen goed te kunnen begeleiden bij de verwerking van geweld. Uitwisseling van ervaringen met andere ouders ter ondersteuning van elkaar. Werkwijze Ouders van de kinderen die deelnemen aan de psycho-educatiegroepen komen in aanmerking voor deelname aan de informatie en themagroepen voor ouders. Dit wordt hen aangeboden in het intakegesprek.
Ambulante begeleiding - 14 -
d. Weerbaarheidtraining voor jeugdigen Wat? Als kinderen en jongeren na het volgen van bijvoorbeeld de psycho-educatiegroep meer ondersteuning nodig hebben omdat zij zich (na het geweld) kwetsbaar en onzeker voelen, dan biedt de weerbaarheidtraining mogelijk uitkomst. De training richt zich op kinderen van 6 tot en met 16, verdeeld in de verschillende leeftijdscategorieën. De training biedt handvatten aan kinderen om zich weerbaar te maken binnen hun gezinssituatie , bij vrienden en/of op school. Doel Centraal staat het opsporen van angst en onzekerheid, dit herkennen en er mee om leren gaan. Het leren opkomen voor jezelf zowel fysiek als geestelijk en emotioneel is de rode draad van de training. Inhoud De training bestaat uit 6 tot 8 bijeenkomsten. De bijeenkomsten duren 1,5 uur en worden wekelijks gegeven. Werkwijze Werkwijze Divers, zoals spel, drama, ontspanning.
2. Jongerenspoor Aanmelding via 09000900-5675678 Contactpersoon Jolanda Ingeneeger Inhoudelijk coördinator Jongerenspoor
[email protected] Algemeen 70% van de cliënten van Fier Fryslân bestaat uit jongeren. Het Ambulante Jongerenspoor biedt hen verschillende programma’s en modules die – afhankelijk van de behoefte aan zorg – ingezet kunnen worden. Het betreft een integraal en specifiek aanbod voor jeugdigen van 12 tot en met 23 jaar. Veel van hen hebben een achtergrond van misbruik, mishandeling, zijn getuigen geweest van geweld thuis en/of zijn verwaarloosd in de periode voor en tijdens de basisschoolperiode. Vaak zijn het jongeren die (seksueel) grensoverschrijdend gedrag vertonen of hier in hun contacten (ernstig) risico in lopen. Het gaat bijvoorbeeld om meiden die gevlucht zijn voor hun loverboy/ pooier, om meiden met een sterke emotionele afhankelijkheid van vaak oudere ‘vriendjes’ in combinatie met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Het gaat om jongeren die zich vaak bevinden in delinquente vriendengroepen. Het gaat om jongeren waarvan de omgeving (ouders) aangeeft dat ze probleemgedrag vertonen waar zij zich geen raad meer mee weten. Het gaat ook om jongeren die gepest worden, zich terugtrekken, depressief zijn en op zoek zijn naar ‘verkeerde’ aandacht. Het aanbod van het Jongerenspoor geldt niet alleen voor meisjes maar ook voor jongens die pleger en/of slachtoffer zijn van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en veelal dezelfde achtergrond hebben als de meiden. Vanuit het Jongerenspoor is aandacht voor sekse- en cultuurspecifieke achtergronden en verklaringen.
Ambulante begeleiding - 15 -
Voor het aanbod van het Jongerenspoor is een indicatie nodig . Als jongeren wel in aanmerking komen voor het Jongerenspoor maar (nog) niet gemotiveerd zijn, kan in overleg met Fier Fryslân afspraken worden gemaakt over een zorgtoeleidingstraject. Het algemene doel van het Jongerenspoor is het doorbreken van (de cyclus van/ terugval in) (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en/of aangaan van misbruikrelaties; toe-eigenen van constructief en weerbaar gedrag; voorkomen van plaatsing in een JJI of besloten/ gesloten gespecialiseerde jeugdzorginstelling of het bieden van een aansluitend gevolg op deze plaatsing; het bereiken van de zogenaamde ‘zorgwekkende zorgmijders’ binnen de doelgroep. Het Jongerenspoor bestaat uit: •
Zorgprogramma jongeren met grensoverschrijdend (seksueel) gedrag, en
•
Begeleiding bij tienerzwangerschappen en aan jonge ouders (er is één opvangplek aanwezig voor een tienermoeder)
•
Nazorg aan meiden uit opvangvoorzieningen jeugd (Asja, Metta, Zahir)
•
Nazorg voor meiden die uit een besloten of gesloten setting zelfstandig gaan wonen of terugkeren naar huis
Afhankelijk van de problematiek wordt er per jongere gekeken welke hulp er nodig is. De volgende mogelijkheden en combinaties zijn daartoe (integraal) beschikbaar.
Psychosociale begeleiding jongerenspoor Indicatie minderjarigen •
Verwijzing voor tweedelijns diagnostiek via Bureau Jeugdzorg (Jeugd-GGZ) of via de (huis)arts.
•
Met behulp van de uitkomsten van de intake en diagnostiek wordt een AWBZ-indicatie aangevraagd.
•
Wanneer behandeling vanuit het KJTC-F geïndiceerd is wordt dit gefinancierd via de Zorgverzekeringswet (DBC systematiek).
•
Als jongeren wel in aanmerking komen voor het Jongerenspoor maar (nog) niet gemotiveerd zijn, kunnen er in overleg met Fier Fryslân afspraken worden gemaakt over een zorgtoeleidingstraject.
Indicatie meerderjarigen (18 t/m 23 jaar) jaar) •
Verwijzing voor tweedelijns diagnostiek via de (huis)arts (GGZ).
•
Met behulp van de uitkomsten van de intake en diagnostiek wordt een AWBZ-indicatie
•
Wanneer behandeling vanuit het KJTC-F geïndiceerd is wordt dit gefinancierd via de
•
Als jongeren wel in aanmerking komen voor het Jongerenspoor maar (nog) niet gemotiveerd
aangevraagd. Zorgverzekeringswet (DBC systematiek). zijn, kunnen er in overleg met Fier Fryslân afspraken worden gemaakt over een zorgtoeleidingstraject.
a. Intensieve Individuele begeleiding begeleiding Indicatie Zie Indicatie minderjarigen en indicatie meerderjarigen onder het kopje psychosociale begeleiding jongerenspoor op blz. blz. 16
Ambulante begeleiding - 16 -
Wat ? Er is vaak sprake van meervoudige problematiek op verschillende levensterreinen, waardoor de hulpverlening aan de jongeren multimodaal en multidisciplinair is binnen een laagdrempelige, motiverende psychosociale begeleiding, gericht op ontwikkelingsmogelijkheden en het verstreken van competenties, weerbaarheid en constructief gedrag. Sommige jongeren hebben de ervaring dat volwassenen/ hulpverleners niet altijd betrouwbaar zijn. Dit verschilt per fase van de hulpverlening. Er wordt geïnvesteerd in het individuele contact en in de motivatie om vertrouwen op te bouwen, veiligheid te creëren en het hulpaanbod toegankelijk te maken. Jongeren binnen het Jongerenspoor hebben niet altijd een duidelijke hulpvraag; veel eerder is er sprake van een hulpbehoefte. Het hulpverleningscontact maakt het mogelijk vanuit de hulpbehoefte de hulpvragen te kristalliseren. Doel •
Persoonlijk welzijn.
•
Kunnen omgaan met de risico’s op grensoverschrijdend (seksueel) gedrag.
•
Creëren van een zinvol netwerk en kunnen onderhouden van constructieve (familie)contacten.
•
Maatschappelijke participatie.
•
In staat zijn tot het organiseren en onderhouden van een zinvolle dagstructuur.
•
Kunnen omgaan met praktische zaken zoals financiën en huisvesting.
Inhoud •
De begeleiding richt zich binnen de verschillende leefgebieden op persoonlijke, sociale en praktische en materiële aspecten.
•
De begeleiding richt zich op het hier en nu en op het gevolg geven aan eigen identiteit.
•
De begeleiding is toekomstgericht en richt zich op de toekomstige woon- en leefsituatie van de jeugdige.
•
De begeleiding sluit aan bij competenties en is gericht op het versterken van de vaardigheden en mogelijkheden door het creëren van succeservaringen.
•
De begeleiding is systeemgericht; er is aandacht voor de relatie van de jeugdige met ouders, familie, vrienden en vriendinnen.
•
De begeleiding is gericht op maatschappelijke participatie.
Werkwijze Er wordt gewerkt met een begeleidingsplan. Interventies zijn gericht op: •
Het verkrijgen van perspectief.
•
Cognitieverandering.
•
Emotionele ontwikkeling;
•
Sociale en netwerkontwikkeling.
•
Competentieontwikkeling en –versterking.
•
Gedragsverandering.
•
Zelfcontrole.
b. Intensieve ambulante systeemsysteem- of gezinsbegeleiding Indicatie Zie Indicatie minderjarigen en indicatie meerderjarigen onder het kopje psychosociale begeleiding jongerenspoor op blz. blz. 16
Ambulante begeleiding - 17 -
Wat? Deze vorm van hulpverlening is een intensieve vorm van systeembegeleiding die zich richt op de volle breedte van de problematiek, daarin overzicht maakt en concrete en laagdrempelige hulp thuis biedt. De opvoeding en de ontwikkeling van de betreffende jeugdige en de andere kinderen in het gezin staan centraal. Daarbij wordt een appèl gedaan op en gebruik gemaakt van de mogelijkheden en draagkracht van het gezin. Zie ook pagina 26 bij Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding. Doel •
Het versterken van de draagkracht in het gezin en de kwaliteiten en competenties van de gezinsleden.
•
Opname in een JJI dan wel uithuisplaatsing voorkomen en de situatie zodanig constructief te beïnvloeden dat de kinderen in het gezin zich weer kunnen ontwikkelen.
•
Het sociale netwerk, steunstructuur, versterken en verstevigen.
Inhoud Stoppen en voorkomen van geweld, ontwikkeling en versterking van de competenties en mogelijkheden van de gezinsleden, het vergroten van de opvoedingsvaardigheden van de ouders, herstel van gezag van ouders, het creëren van een situatie waarin de jeugdigen zich veilig kunnen ontwikkelen, het verbeteren van de communicatie tussen alle gezinsleden, netwerkontwikkeling. Werkwijze Er wordt gewerkt met begeleidingsplannen.
c. Intensieve zelfstandigheidtraining Indicatie Zie Indicatie minderjarigen en indicatie meerderjarigen onder het kopje psychosociale begeleiding jongerenspoor op blz. blz. 16 Wat? Sommige jongeren die na een periode van ambulante begeleiding en/of behandeling van FierFryslân (of opname elders) zelfstandig willen gaan wonen, hebben nog een intensieve en specifieke vorm van begeleiding nodig, gericht op het voorkomen van misbruikrelaties en (risico) op grensoverschrijdingen, het voorkomen/stoppen van contacten in verkeerde (criminele) netwerken. Dat geldt ook voor jongeren die niet meer thuis kunnen wonen, geen 24uursopname nodig hebben maar ook (nog) niet zelfstandig kunnen wonen. De periode van intensieve zelfstandigheidtraining wordt vervolgd met een periode van nazorg wanneer de jongere zelfstandig woont. Voor de beschrijving van de Nazorg verwijzen we naar pagina 28 28 Doel •
Het geleidelijk groeien naar een zelfstandig en zelfverantwoordelijk leven op alle
•
Grip krijgen op eigen leefsituatie, waaronder omgaan met (prostitutie)verleden en de
•
Constructief kunnen omgaan met relaties en seksualiteit.
leefterreinen en vorm kunnen geven aan eigen toekomstperspectief. effecten daarvan op het huidige leven en (welzijn). •
Houding en vaardigheden aanleren om geheimhouding en isolement te doorbreken, leren om hulp te vragen, leren om verantwoordelijkheid nemen voor eigen veiligheid en die van medebewoners en het huis.
Ambulante begeleiding - 18 -
•
Het herstellen of opbouwen van een veilig en betrokken (nieuw) sociaal netwerk.
•
Leren om verantwoord om te gaan met vrijheden, risico’s en risicogedrag. Dit met name op het gebied van relaties, loverboys/lovergirls, seksualiteit.
•
Het bevorderen van de sociale en economische (re)ïntegratie in de woonomgeving en samenleving door scholing of werk.
•
Kunnen omgaan met middelen als alcohol en drugs, geld.
•
Het kennen en gebruiken van de mogelijkheden om hulp of ondersteuning te vinden bij instanties en voorzieningen.
Inhoud Zelfstandigheidbegeleiding en –training en Nazorg richten zich op de begeleiding in persoonlijke doelen m.b.v. individuele en groepsbegeleiding. Indien zinvol kan er gebruik gemaakt worden van de behandelingsmogelijkheden van het KJTC-F. Werkwijze Er wordt gewerkt met integrale begeleiding-/behandelplannen.
d. (risico) Meidengroepen Geen indicatie vereist Wat? •
Zeer laagdrempelige groepsbijeenkomsten voor meiden van 12 tot 23 jaar die (door hun gedrag) risico lopen in hun contacten. Zij gaan relaties en contacten aan waarin grensoverschrijdend (seksueel) gedrag plaatsvindt, en/of waarin zij het gevaar lopen in de prostitutie te belanden.
•
(H)erkenning staat voorop, bewustwording van eigen wensen en grenzen is steeds aan de orde en de dagelijkse situatie van de meiden bepalen de inhoud van de thema’s die aan de orde komen.
•
De oorzaken voor de kwetsbaarheid van deze meiden is divers; zij hebben veelal een achtergrond in een problematische en/of onveilige gezinssituatie maar ook meiden die deelnemen aan het speciaal onderwijs, uit streng traditionele gezinnen en uit eerculturen afkomstig zijn, zijn kwetsbaar voor ongezonde relaties en lopen risico in deze contacten op grensoverschrijdend (seksueel)gedrag. Kenmerkend voor hen is dat zij moeite hebben met het maken van eigen keuzes/stellen van eigen grenzen en zich in hun zelfwaardering afhankelijk opstellen van anderen.
•
Deze meiden hebben meer dan gemiddeld indringende ervaringen opgedaan (zoals seksueel geweld, kindermishandeling, getuige van geweld tussen hun ouders, pesten) waardoor ze allerlei stressklachten hebben. Door destructieve ervaringen hebben ze vaak geen of een verstoord contact met hun lijf en emoties. Sterke prikkels zijn nodig om weer te kunnen voelen. Dit verklaart ook de hang naar spanning en sensatie, waardoor ze vaak weer in risicovolle situaties belanden.
•
De groepen worden ingedeeld op leeftijd (12 t/m 16 jaar, 17 t/m 23 jaar) en zijn open voor nieuwe deelneemsters. De groepen worden begeleid door een professional.
•
Er zijn gemiddeld 10 bijeenkomsten.
Ambulante begeleiding - 19 -
Doel •
Bewustwording van gedrag en het toenemen van zelfvertrouwen; bewustwording van waarden, normen en keuzemogelijkheden; toenemen van constructief gedrag; versterken/uitbreiden van het netwerk.
Inhoud Thema’s die aan de orde kunnen komen: vriendschap, relaties en verkering, rolpatronen, seksualiteit en anticonceptie/SOA, grenzen en grensoverschrijdingen/geweld, overlevingsmechanismen, zelfvertrouwen en zelfbeeld, binnenkant en buitenkant, familie en netwerk, toekomst. Werkwijze Aansluitend bij de meiden, interactief en divers.
e. Ouderbijeenkomsten/groepen Ouderbijeenkomsten/groepen voor ouders ouders van jongeren met (seksueel)grens (seksueel)grensgrensoverschrijdend gedrag Geen indicatie indicatie vereist Wat? Er zijn verschillende mogelijkheden: begeleide lotgenotengroepen of themabijeenkomsten. Lotgenotencontact vindt plaats in een gestructureerde groep die in een bepaalde periode steeds bijeen komt. De groep bepaalt met elkaar onder begeleiding van een professional de thema’s waar over gesproken wordt. Themabijeenkomsten zijn vooral informatie/psycho-educatiegericht. Wanneer er behoefte is aan meer, dan worden vervolgbijeenkomsten georganiseerd. Doel •
Informatie en psycho-educatie over de achtergronden van de inhoud van het thema.
•
Uitwisseling met andere ouders over beleving en betekenis.
•
Bezinning op de verantwoordelijkheid en positie van ouder(s).
•
Bieden van praktische handvatten (bijvoorbeeld in communicatie, gedrag, achtergrondinformatie) om om te leren gaan met het thema waardoor ouders er in het dagelijks leven beter dan voorheen mee om kunnen gaan. Ouders worden indien gewenst doorverwezen.
Inhoud Thema’s die aan de orde kunnen komen: loverboys, prostitutie, ouderschap en gezag, waarden en normen, jongeren en jongerencultuur, geweld in afhankelijkheidsrelaties, relatieverslaving, middelengebruik, seksualiteit, hulpverlening en begeleiding, aangifte, juridische interventies, praktische zaken. Werkwijze Interactief, divers, soms met gastsprekers. Diagnostiek en behandeling Voor mogelijkheden in diagnostiek en behandeling van jongeren uit het jongerenspoor verwijzen we naar de informatie in het hoofdstuk Ambulante Behandeling.
Ambulante begeleiding - 20 -
3. Volwassenspoor Aanmelding via 09000900-5675678 Contactpersoon Anske Meijer Inhoudelijk coördinator Volwassenspoor
[email protected] Voor volwassenen biedt de Ambulante hulpverlening verschillende mogelijkheden in begeleiding en behandeling.
a. Zorgtoeleiding Zorgtoeleiding en outreaching, Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ), ErEr-opop-af benadering Wat? De OGGZ heeft betrekking op het actief zoeken van contact met de zogenaamde zorgwekkende zorgmijders; zowel jongeren als volwassenen. De ‘traditionele’ OGGZ-doelgroep zijn mensen die geen problemen zien maar ze, in de ogen van anderen, wel veroorzaken en zich in een problematische situatie bevinden. Deze doelgroep heeft vaak problemen op meerdere gebieden maar maakt (vrijwel) geen gebruik van de mogelijkheden die de hulpverlening biedt. Zij zien het probleem niet altijd maar lopen wel risico op geweld in relaties of op grensoverschrijdingen of hebben hier al mee te maken. De ervaring leert echter dat deze doelgroep vaak wel een impliciete hulpvraag heeft maar om allerlei redenen geen hulp willen van officiële instanties. Soms zijn jongeren of volwassenen afgehaakt door eerdere ervaringen met hulpverlening of zijn ze bang dat bemoeienis van de hulpverlening hen van de wal in de sloot helpt. Bijvoorbeeld ouders die wel hulp willen maar bang zijn dat hulpverleners hun kinderen uit huis zullen plaatsen. Daarnaast kan het gaan om kinderen en jongeren die bijvoorbeeld een aanranding of (groeps)verkrachting hebben meegemaakt maar hier met niemand over kunnen of durven praten. Bij hulpverleners is vaak sprake van handelingsverlegenheid: zij hebben moeite om het contact te maken1. Daarnaast zijn er vaak belemmeringen die voortkomen uit de inrichting en de financiering van de zorg. Vaak moet er eerst een indicatie zijn om zorg te kunnen bieden of moet een cliënt op kantoor komen voor de gesprekken en is er geen ruimte om naar de cliënt te gaan. De OGGZ sluit aan bij jongeren en volwassenen die in essentie wel hulp willen maar die – om wat voor reden dan ook – geen hulp durven of willen vragen. De OGGZ-medewerker maakt contact, motiveert en stimuleert door het bieden van vertrouwen, nabijheid en (ook praktische) ondersteuning. Meestal gaat hij of zij naar jongeren of ouders toe: bijvoorbeeld naar school, bij jongeren thuis of ergens in de stad. Deze er-op-af benadering is gericht op zorgtoeleiding. Specifiek voor jongeren die te maken hebben (gehad) met grensoverschrijdend gedrag, die (onbewust) signalen geven dat het niet goed met hen gaat en die ambivalent staan ten opzichte van hulpverlening, biedt de OGGZ mogelijkheden hen toe te leiden naar een vorm van gepaste hulpverlening die binnen het Zorgprogramma plaatsvindt. De OGGZ activiteiten starten vaak op verzoek van (keten)partners zoals het AMK, het onderwijs, politie, Algemeen Maatschappelijk Werk.
1
Dogan, G.A. van en L. Terpstra (2005): Wie zijn er moeilijk bereikbaar?
Amsterdam, SWP.
Ambulante begeleiding - 21 -
Doel algemeen •
Het voorkomen van woninguitzetting of gedwongen woningverkoop, het tegengaan van huurderving.
•
Het voorkomen van escaleren van problemen.
•
Het motiveren van de jongere/volwassene voor hulpverlening.
•
Het realiseren van een passende aanpak, bijvoorbeeld de mogelijkheden van het Jongerenspoor.
Doel specifiek •
De jongere/volwassene wordt gehoord en gezien.
•
De jongere/volwassene raakt vertrouwt met de hulpverlening en accepteert begeleiding.
•
De communicatie tussen de jeugdige/volwassene en hulp- en dienstverlenende instanties wordt op gang brengen en/of in stand gehouden.
Inhoud Outreachend, zeer laagdrempelig contact waarin vertrouwen wordt opgebouwd en van daar uit gemotiveerd wordt tot passende hulpverlening, zoals die er zijn in de verschillende Ambulante sporen. Aansluiten bij de hier en nu situatie. Indien mogelijk/noodzakelijk overleg met ouders en/of instanties die al eerder betrokken zijn (geweest). Werkwijze Divers en outreachend, aansluitend bij de jongere/volwassene.
b. 1ste Hulp Light Indicatie •
Verwijzing voor tweedelijns diagnostiek via de (huis)arts (GGZ).
•
Met behulp van de uitkomsten van de intake en diagnostiek wordt een AWBZ-indicatie aangevraagd.
•
Wanneer behandeling vanuit het Behandelcentrum Fier Fryslân geïndiceerd is wordt dit gefinancierd via de Zorgverzekeringswet (DBC systematiek).
•
Als cliënten wel in aanmerking komen voor het Volwassenspoor maar (nog) niet gemotiveerd zijn, kunnen er in overleg met Fier Fryslân afspraken worden gemaakt over een zorgtoeleidingstraject.
•
Daar waar actueel geweld speelt wordt direct hulp geboden. Indicatiestelling volgt wanneer nodig daarna.
Wat? Een specifieke vorm van systeembegeleiding betreft de methodiek 1e Hulp Light. Om te voorkomen dat geweld escaleert is het van belang dat er zo vroeg mogelijk wordt ingegrepen. 1e Hulp Light is specifiek bedoeld voor partners die beide gemotiveerd zijn om het geweld dat in hun relatie dreigt/ontstond te voorkomen en/of te stoppen. Doel De belangrijkste doelstelling is stoppen van incidenteel geweld en voorkomen van structureel geweld door een ambulant hulpaanbod in de vorm van korte, snelle interventies vanuit een systeemgerichte benadering.
Ambulante begeleiding - 22 -
Inhoud Deel 1: stoppen van geweld •
Actuele situatiebespreking, contractbespreking, Time-out.
•
Mogelijkheden tot het doorbreken van een ontstaan isolement, afspraken voor de volgende sessie.
Deel 2: de spiraal van geweld •
Actuele situatiebespreking, bewustwording en inzicht in de spiraal van geweld, bewustwording van het effect van huiselijk geweld op kinderen.
•
Bespreken van mogelijkheden voor kinderen om hun ervaringen te verwerken, afspraken voor de volgende sessie.
Deel 3: het hier en nu •
Actuele situatiebespreking, uitwerking van actuele vraagstukken en gebeurtenissen aan de hand van communicatiepatronen, zinvolle wijze van uiten van boosheid en frustratie, mogelijkheden voor kinderen om hun ervaringen te verwerken.
•
Evaluatie en afspraken voor follow-up en eventuele ‘terugvalpreventie’.
Werkwijze Er wordt op contractbasis gewerkt. Er zijn 5-8 systeemgesprekken. Het Algemeen Maatschappelijk voert deze begeleiding ook uit.
c. Individuele en systeembegeleiding Indicatie • •
Verwijzing voor tweedelijns diagnostiek via de (huis)arts (GGZ). Met behulp van de uitkomsten van de intake en diagnostiek wordt een AWBZ-indicatie aangevraagd.
•
Wanneer behandeling vanuit het Behandelcentrum Fier Fryslân geïndiceerd is wordt dit gefinancierd via de Zorgverzekeringswet (DBC systematiek).
•
Als cliënten wel in aanmerking komen voor het Volwassenspoor maar (nog) niet gemotiveerd zijn, kunnen er in overleg met Fier Fryslân afspraken worden gemaakt over een zorgtoeleidingstraject.
Indicatie minderjarigen •
bij (vermoeden van) psychiatrische problematiek tweedelijns indicatie via Bureau Jeugdzorg of verwijzing voor tweedelijns diagnostiek en behandeling (Jeugd-GGZ) via (huis)arts
•
bij psychosociale problematiek tweedelijns indicatie via Bureau Jeugdzorg
Indicatie 18 t/m 23 jaar •
bij (vermoeden van) psychiatrische problematiek verwijzing voor tweedelijns diagnostiek en behandeling via (huis)arts (GGZ)
•
bij psychosociale problematiek: aanmelden bij Fier Fryslân.
Individueel Wat? Karakteristiek aan de individuele begeleiding is dat er geïntegreerde hulp wordt geboden met aandacht voor zowel persoonlijke en sociale aspecten als voor praktische en materiële aspecten. Daarbij wordt rekening gehouden met de psychiatrische problematiek die cliënten mogelijk hebben ontwikkeld. In de individuele begeleiding worden wensen, doelen en grenzen duidelijk; deze worden
Ambulante begeleiding - 23 -
vervolgens (onder begeleiding) uitgewerkt in het dagelijks leven en systeem van de cliënt, en in de diverse onderdelen en activiteiten van de begeleiding/behandeling. Activiteiten en interventies daarbinnen versterken elkaar. Er wordt in het individuele contact structureel gewerkt aan het verduidelijken van specifieke hulpvragen vanuit de ervaringen van de cliënt, aan de betekenisgeving van die ervaringen, aan wensen en grenzen en aan de wijze waarop die wensen en grenzen vorm kunnen krijgen. De individuele begeleiding is gericht op het creëren van succeservaringen door het formuleren van bereikbare doelen zodat de cliënt gemotiveerd is en blijft om eigen wensen en grenzen vorm te geven. Daarnaast is er is expliciet aandacht voor het motiveren van de cliënt om daarbij hulp te vragen en het gehele systeem te betrekken bij deze hulpvraag. Psycho-educatie, voorlichting en informatie zijn hierin van belang. Doel •
Persoonlijk welzijn, balans.
•
Bewustzijn en/of inzicht in patronen van geweld en dynamiek van relaties.
•
Een constructief netwerk kunnen opbouwen.
•
Om kunnen gaan met praktische en materiële vraagstukken.
•
Opbouwen/verstevigen van dagstructuur en maatschappelijke participatie.
Inhoud •
De begeleiding is gericht op het vormgeven van eigen identiteit.
•
De hier-en-nu situatie vormt het uitgangspunt voor de begeleiding.
•
De begeleiding is toekomstgericht en richt zich op alle leefgebieden en op de (toekomstige) woon- en leefsituatie van de cliënt.
•
De begeleiding sluit aan bij competenties en is gericht op het versterken van de vaardigheden en mogelijkheden.
•
De begeleiding is systeemgericht; er is aandacht voor de relaties van de cliënt en netwerk.
•
De werkrelatie is van wezenlijk belang; de individuele begeleiding is sterk contactgericht om vanuit het contact hulpvragen te verduidelijken.
•
De begeleiding is gericht op maatschappelijke participatie.
•
Gegevens uit diagnose, eventuele behandeling en begeleiding bekrachtigen elkaar.
Werkwijze •
Er wordt gewerkt met een integrale begeleiding-/behandelplannen.
•
Er word toekomstgericht, systeemgericht, dialooggestuurd, competentiegericht en activerend gewerkt.
•
Individuele gesprekken.
Systeem Wat? In alle segmenten van Fier Fryslân is het uitgangspunt dat er systeemgericht gewerkt wordt vanuit de visie dat wanneer het systeem betrokken wordt bij het veranderingsproces van de cliënt dit de kwaliteit van de hulpverlening verhoogt. Wanneer het echter niet mogelijk is om daadwerkelijk met het systeem te werken wordt er door de professional wel systeemgericht gekeken en gedacht.
Ambulante begeleiding - 24 -
Doel •
Bewustwording van/inzicht in het systeem en patronenherstel/verbeteren van relaties.
•
Versterken van de draagkracht van de cliënt.
•
Versterken van de steunstructuren.
•
Vergroten en versterken van de weerbaarheid/assertiviteit.
•
Bevorderen van de sociale re-integratie in de woonomgeving en de samenleving.
•
Vergroten van de sociale vaardigheden/competenties.
•
Versterken van de communicatieve vaardigheden.
•
Verdieping, verbreding en ondersteuning van het begeleidings- en behandelplan.
•
Bewustwording van/inzicht in het systeem en patronenherstel/verbeteren van relaties.
•
Versterken van de draagkracht van de cliënt.
•
Versterken van de steunstructuren.
•
Vergroten en versterken van de weerbaarheid/assertiviteit.
•
Bevorderen van de sociale re-integratie in de woonomgeving en de samenleving.
•
Vergroten van de sociale vaardigheden/competenties.
•
Versterken van de communicatieve vaardigheden.
•
Verdieping, verbreding en ondersteuning van het begeleidings- en behandelplan.
Inhoud Veranderingen bewerkstelligen bij en met de individuele cliënt is zeker zinvol, echte veranderingen beginnen altijd bij je zelf. Echter, wanneer er alleen met de individuele cliënt gewerkt wordt, blijft de informatie eenzijdig. Binnen het systeem zijn door overdrachten, verwachtingen, (ideaal)beelden in de geschiedenis van ieder lid van het systeem patronen ontstaan die (mee) hebben geleid tot de situatie van huiselijk geweld/grensoverschrijdingen. Juist omdat de problematiek en vraagstelling van de cliënten vaak verband houden met het systeem waaraan zij verbonden zijn/waren, is het van groot belang het systeem te betrekken in het proces van de cliënt. Dit om de vragen van de cliënt in een breed kader te kunnen plaatsen; om zicht te krijgen op zowel de constructieve als destructieve patronen binnen het systeem en de effecten daarvan; om versterkende energie in te zetten en beperkende energie te verminderen; én om uiteindelijk verandering zo breed en zo diep mogelijk te kunnen laten plaatsvinden. Werkwijze Alle professionals van Ambulant werken systeemgericht. In de ambulante begeleiding betekent dat, dat het systeem daar waar mogelijk betrokken wordt bij de begeleiding aan de cliënt en dat er waar zinvol met (delen van) het systeem gewerkt wordt. Deze systeemgerichte begeleiding richt zich voornamelijk op het hier en nu en binnen de kaders van de begeleiding / behandeling. Wanneer systeemtherapie zinvol / nodig is komt systeemtherapie bij het Behandelcentrum aan de orde wanneer cliënten zelf of met behulp van de mentor/begeleider gemotiveerd zijn om vanuit (dagelijkse) ervaringen te willen kijken naar patronen en verleden, en ook hun systeem daarin willen betrekken. De onderliggende patronen, van waaruit (seksuele) grensoverschrijdingen/geweld in relaties vaak ontstond, worden in deze systeemtherapie uitgewerkt.
Ambulante begeleiding - 25 -
d. Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding Indicatie •
Verwijzing voor tweedelijns diagnostiek via de (huis)arts (GGZ).
•
Met behulp van de uitkomsten van de intake en diagnostiek wordt een AWBZ-indicatie aangevraagd.
•
Wanneer behandeling vanuit het Behandelcentrum Fier Fryslân geïndiceerd is wordt dit gefinancierd via de Zorgverzekeringswet (DBC systematiek).
•
Als cliënten wel in aanmerking komen voor het Volwassenspoor maar (nog) niet gemotiveerd zijn, kunnen er in overleg met Fier Fryslân afspraken worden gemaakt over een zorgtoeleidingstraject.
Wat? Binnen de Intensieve Ambulante gezinsbegeleiding wordt gekeken naar de verhouding tussen draaglast en draagkracht op individueel, gezins- en hulpverleningsysteemniveau. De gezinsbegeleider heeft gesprekken met het gehele gezinssysteem en eventueel leden van het netwerk. De professional (ver)wijst indien mogelijk en van toepassing op de mogelijkheden van andere vormen van hulp zoals, videohome training, Eigen Kracht Conferentie of Families First. Bij (angst voor) escalatie schakelt de gezinsbegeleider het AMK en/of de politie in. De gezinsbegeleider onderhoudt contact met andere hulpverleners van het gezin voor afstemming en evaluatie Doel •
Het voorkomen en stoppen van geweld.
•
Het vergroten van de competenties van de gezinsleden.
•
Het vergroten van de opvoedingsvaardigheden van de ouders.
•
Herstel van gezag van ouders.
•
Het voorkomen van uithuisplaatsing van de kinderen.
•
Het creëren van een situatie waarin de jeugdigen zich veilig kunnen ontwikkelen.
•
Het verbeteren van de communicatie tussen alle gezinsleden.
•
Het versterken van de steunstructuren.
•
Het verkleinen van de draaglast en vergroten van de draagkracht van de gezinsleden en dus het gezin als geheel.
•
Eventueel doorverwijzen naar andere adequate hulp intern en/of extern.
Inhoud Intensieve begeleiding in het creëren van een veilig en constructief thuis voor alle gezinsleden; gericht op het herstel van de gezinsstructuur. Begeleiding en ondersteuning in opvoeding van kinderen. Werkwijze Er wordt gewerkt met een integrale begeleiding-/behandelplannen. De professional heeft gesprekken met ieder gezinslid, met het systeem en eventueel met het netwerk. Er wordt outreachend, toekomstgericht, dialooggestuurd en activerend gewerkt. Uitgangspunt bij de begeleiding is steeds dat cliënten zoveel mogelijk zelf gaan oppakken of nagaan aan wie zij ondersteuning kunnen vragen in hun sociale netwerk of bij instellingen voor hulp en dienstverlening. Er wordt vanzelfsprekend samengewerkt met overige professionals die bij de cliënt/het gezin betrokken zijn. Indien nodig verwijst de nazorgprofessional naar gespecialiseerde hulpverlening of doet een her-indicatie voor intensievere hulp.
Ambulante begeleiding - 26 -
e. Nazorg aan vrouwen, kinderen en jongeren jongeren van de opvangvoorzieningen Indicatie •
Verwijzing voor tweedelijns diagnostiek via de (huis)arts (GGZ).
•
Met behulp van de uitkomsten van de intake en diagnostiek wordt een AWBZ-indicatie aangevraagd.
•
Wanneer behandeling vanuit het KJTC-F en/of Behandelcentrum Fier Fryslân geïndiceerd is wordt dit gefinancierd via de Zorgverzekeringswet (DBC systematiek).
Wat? Nazorg wordt geboden aan volwassenen en jongeren die vanuit de opnamevoorzieningen en het Leerhuis (weer) zelfstandig gaan wonen. Het gaat om cliënten die te maken hebben gehad met bedreiging en geweld in afhankelijkheidsrelaties (relationeel en eergerelateerd geweld en (gedwongen) prostitutie, dan wel met risicovolle contacten. De ervaring leert dat de stap naar een eigen woning vaak moeilijk is. Cliënten kunnen daarom gebruik maken van nazorg. De nazorgprofessional biedt cliënten niet alleen een steuntje in de rug, maar geeft ook aandacht aan persoonlijke, sociale en materiële en praktische zaken. Het begeleidingsplan dient als uitgangspunt voor de begeleiding en geïntegreerde hulp. Het hulpverleningsproces is er op gericht om samen met de cliënt helder en haalbare doelen (succeservaringen!) te stellen en daarop resultaten te bereiken in het opbouwen van een nieuw bestaan dan wel bij terugkeer naar huis/de partner. Doel •
De cliënt kan eigen veiligheid bewaken.
•
De cliënt is in staat zelfstandig of met behulp van anderen het in gang gezette proces van herstel en verwerking door te zetten.
•
De cliënt heeft inzicht in de factoren die een evenwichtige woon-, leef- en werksituatie versterken dan wel onder druk zetten en kan daarop eigen interventies plegen dan wel weet waar hij/zij terecht kan.
•
De cliënt is in staat om zelfstandig of met behulp van anderen het sociale netwerk op te bouwen, te onderhouden, te herstellen of uit te breiden en/of weet waar hij/zij terecht kan wanneer zich in de contacten met het netwerk problemen opdoen.
•
De cliënt heeft een heldere dagstructuur en participeert in de samenleving.
•
De cliënt is in staat constructief om te gaan met praktische en materiële vraagstukken.
Inhoud De nazorg kan bestaan uit individuele en/of systeembegeleiding, psychosociale en praktische en materiële begeleiding, en groepen. Werkwijze Er wordt outreachend, toekomstgericht, systeemgericht, dialooggestuurd en activerend gewerkt. Uitgangspunt bij de nazorgbegeleiding is steeds dat cliënten zoveel mogelijk zelf gaan oppakken of nagaan aan wie zij ondersteuning kunnen vragen in hun sociale netwerk of bij instellingen voor hulp en dienstverlening. Er wordt vanzelfsprekend samengewerkt met overige professionals die bij de cliënt/het gezin betrokken zijn; er is eveneens sprake van integrale begeleiding-/behandelplannen . Indien nodig verwijst de nazorgprofessional naar gespecialiseerde hulpverlening/behandeling of doet een her-indicatie voor intensievere hulp.
Ambulante begeleiding - 27 -
f.
Begeleide Terugkeer
Indicatie •
Verwijzing voor tweedelijns diagnostiek via de (huis)arts (GGZ).
•
Met behulp van de uitkomsten van de intake en diagnostiek wordt een AWBZ-indicatie aangevraagd.
•
Wanneer behandeling vanuit het Behandelcentrum Fier Fryslân geïndiceerd is wordt dit gefinancierd via de Zorgverzekeringswet (DBC systematiek).
Wat? De methodiek Begeleide Terugkeer en Bemiddeling zijn specifieke vormen van nazorg. Hierin wordt kortdurende hulpverlening geboden aan volwassen en jeugdige cliënten die, na verblijf in een opnamevoorziening, terug (willen) gaan naar hun partner of familie. Daarnaast is het programma ook bedoeld voor partners/families/gezinnen die de relatie niet willen verbreken, maar wel gemotiveerd zijn het geweld te laten stoppen. In eerculturen kan gebruik gemaakt worden van vormen van bemiddeling waarbij personen die binnen de cultuur c.q. voor de familie gezag of status hebben, worden gevraagd een bemiddelende rol op zich te nemen. Doel •
Ondersteunen van slachtoffers van huiselijk geweld die de relatie met de partner willen herstellen c.q. voortzetten.
•
Bewustwording en inzicht in de dynamiek van de relatie waardoor eigen verantwoordelijk kan worden opgenomen voor het omzetten van destructief in constructief gedrag.
•
In een kortdurend en systeemgericht traject wordt gewerkt aan het stoppen van geweld en voorkomen van herhaling.
Inhoud Eerst wordt ondersteuning geboden aan de cliënt en de partner door middel van een individueel gesprek. Als beide partners gemotiveerd zijn om hulp te accepteren en bereid zijn tot verandering, vinden gesprekken met beide partners plaats. Het stoppen van het geweld en bewustwording van alternatieve manieren om conflicten op te lossen staan hierbij centraal. Ook kinderen, familieleden of anderen in de directe omgeving van beide partners kunnen bij de hulpverlening betrokken worden. Aan het eind van het hulpverleningstraject wordt gekeken welke ondersteuning nog gewenst is en wordt eventueel doorverwezen naar vervolghulpverlening. Binnen eerculturen wordt doorgaans gebruik gemaakt van een bemiddelaar. De methodiek ligt hierbij niet vast. De aanpak is mede afhankelijk van de problematiek, de wensen van de cliënt, haar familie en de bemiddelaar. Inhoudelijk ligt de nadruk op de zelfredzaamheid en het versterken van de weerbaarheid van cliënten: competentiegericht, doelgericht en toekomstgericht. Werkwijze De aanpak is outreachend, preventief en systeemgericht (de hulp richt zich op beide partners/de familie/het gezin en waar nodig ook de kinderen).
Ambulante begeleiding - 28 -
g. Aware Risicoscreening vereist; in overleg met politie Wat? Een mobiel alarmsysteem voor ernstig bedreigde cliënten; met één druk op de knop wordt een beveiligingsbedrijf ingeschakeld en stuurt de politie per direct bemensing. Aware is een mogelijkheid voor cliënten die bij Ambulant individueel worden begeleid. Er zijn voor de cliënt kosten verbonden aan het AWARE systeem Diagnostiek en behandeling Voor mogelijkheden in diagnostiek en behandeling van volwassenen uit het Volwassenspoor verwijzen we naar de informatie in het hoofdstuk Ambulante Behandeling
4. Spoor Coördinatie en Casemanagement Wet Tijdelijk Huisverbod aanmeldingen via 09000900-5675678 Contactpersoon Mariet Smid Inhoudelijk coördinator uitvoering Wet Tijdelijk huisverbod
[email protected] 058-2157084 Indicatie volwassenen •
Bij (dreigend) huiselijk geweld waarbij op grond van een risicotaxatie door de Hulpofficier van Justitie wordt ingeschat dat escalatie alleen voorkomen wordt door een tijdelijk huisverbod.
•
Bij kindermishandeling waarbij op grond van een risicotaxatie door de Hulpofficier van Justitie wordt ingeschat dat escalatie alleen voorkomen wordt door een tijdelijk huisverbod.
Wat? Om huiselijk geweld te stoppen zijn interventies van buitenaf noodzakelijk. De wet tijdelijk huisverbod is per 1 januari 2009 ingevoerd in Nederland. Het opleggen van een tijdelijk huisverbod vindt zijn legitimatie in de universele waarde dat thuis veiligheid moet betekenen. De wet houdt in dat het mogelijk is om via het bestuursrecht een (potentiële) pleger van huiselijk geweld gedurende 10 dagen de toegang tot zijn/haar woning te ontzeggen. De burgemeester is degene die een tijdelijk huisverbod oplegt, maar kan dit al dan niet gedeeltelijk mandateren aan de hulpofficier van justitie. Een huisverbod kan worden verlengd tot maximaal vier weken. Met het tijdelijk huisverbod worden gedurende 10 dagen rust en veiligheid gecreëerd, waarin ieder lid van het gezin, en de (hulp) vraagstukken van het gezin de aandacht kunnen krijgen die ze verdienen. Belangrijkste doel is echter, naast het bieden van systeemgerichte hulpverlening aan thuisblijver(s) en uithuisgeplaatste, het per direct stoppen van geweld. Doel •
Stoppen van geweld door interventies van buitenaf.
•
Direct, outreachend handelen in de crisis naar alle betrokkenen, de uitgeplaatste, de thuisblijver en eventuele kinderen.
•
Een periode creëren waarin maatregelen genomen kunnen worden om de dreiging van
Ambulante begeleiding - 29 -
huiselijk geweld weg te doen nemen. •
Normstellend handelen.
•
Ruimte creëren voor intensieve begeleiding die zich richt op bewustwording van oorzaken
•
Het waarborgen van de veiligheid van personen met wie de persoon een huishouden deelt.
•
Aandacht voor de vraagstukken van het gezin.
•
Verantwoording nemen voor ouderschap, voor zichzelf, eigen aandeel, destructief gedrag
en destructieve patronen en op motivatie tot verdere begeleiding.
ombuigen naar constructief gedrag, aanspreken op vermogen en kracht. •
Na 10 dagen ligt er een plan van aanpak voor verdere hulpverlening.
•
Dag 8 wordt de gemeente geadviseerd omtrent verlenging huisverbod.
Inhoud en werkwijze •
Mogelijkheden voor 24 uur/dag bereikbaarheid voor de Hulpofficieren van justitie die een huisverbod hebben opgelegd. Het ASHG schakelt een casemanager van Fier Fryslân in om in direct contact te treden met alle betrokkenen.
•
Casemanagers hebben bij toerbeurt piketdienst; zijn dan gedurende 7 dagen, 24 uur bereikbaar voor nieuwe huisverboden.
•
Hulpverlening start binnen 24 uur wanneer er een huisverbod is uitgereikt. Casemanagers voeren vanaf dag 1 alle verkennende gesprekken middels een vastgestelde methodiek met alle leden van het gezin/systeem. De casemanager is gedurende 10 dagen 24 uur per dag bereikbaar voor het gezin.
•
Er is een coördinator huisverbod aangesteld bij Fier die de regietaak heeft en aanspreekpunt is bij het zo snel mogelijk opstarten van de hulpverlening door een casemanager wanneer er een huisverbod is uitgereikt. Casemanagement wordt uitgevoerd door Fier Fryslân.
•
Casemanagers leggen zo spoedig mogelijk contact met de hulpverlening/ gemeente/politie/justitie en zetten het hulpverleningstraject in gang, indien gewenst/noodzakelijk samen met bestaande netwerken.
•
Alle ketenpartners zijn in principe binnen 24 uur na het opleggen van het huisverbod beschikbaar voor overleg, informatie en afstemming.
•
Er is een convenant waarbinnen samenwerkingsafspraken en informatie uitwisseling zijn geregeld.
•
Binnen de 10 dagen draagt de casemanager zorg voor een plan aanpak gericht op alle leden
•
Centraal staat de veiligheid van het systeem, en in het plan van aanpak het stoppen en
van het systeem in samenwerking met de betrokkenen en de hulpverlening. voorkomen van geweld. •
Er wordt competentie- en doelgericht gewerkt binnen het vermogen van de individuele leden van het systeem en het systeem op zich (i.o.).
•
Er wordt ruimte gegeven aan loyaliteit en er is respect voor diversiteit. Het leren omgaan met verschillen en het vergroten van tolerantie naar elkaar is essentieel.
•
De casemanager adviseert de gemeente met betrekking tot het wel of niet verlengen van het huisverbod.
•
Casemanagers dragen na 10 dagen het gezin over aan betrokken instanties of bestaande netwerken. Bij verlenging huisverbod is de bereikbaarheid naar behoefte en inschatting van de casemanager.
•
De casemanager bewaakt nog gedurende 6 maanden of het geweld gestopt is en of hulpverlening op gang is gekomen conform hulpverleningsplan.
Ambulante begeleiding - 30 -
Huisvesting ten behoeve van iemand met een huisverbod Uithuisgeplaatsten worden geactiveerd om zelf een tijdelijke woonplek te vinden. Meestal gebeurt dit in het eigen netwerk. Lukt dit niet dan heeft Fier Fryslân de beschikking over 2 1persoons woningen waar uithuisgeplaatsten ten tijde van het huisverbod kunnen wonen onder verantwoordelijkheid van de casemanager
5. Prostitutiespoor Aanmeldingen via 09000900-5675678 Contactpersoon Ineke van Buren Inhoudelijk coördinator prostitutiespoor
[email protected] 058-2157084
a. AdviesAdvies- en Meldpunt Loverboyproblematiek en Jeugdprostitutie 09000900-5675678 Wat? •
Voor iedereen die (vermoedens van) loverboyproblematiek en/of jeugdprostitutie wil melden, hier advies in wil en/of behoefte heeft aan het in gang zetten van een hulpverleningstraject.
•
Samenwerking met Politie Fryslan en verschillende hulp- en welzijnsorganisaties.
•
Er is o.a. een casuïstiekgroep loverboyproblematiek.
Doel •
Er is een specifieke laagdrempelige plek waar mensen hun zorgen kwijt kunnen, advies kunnen krijgen en melding kunnen doen.
•
Er wordt sneller gemeld dan voorheen.
•
De aard en omvang van de problematiek in de provincie Friesland zijn in kaart brengen.
•
Ontwikkelingen, trends en hulpvragen worden gesignaleerd.
•
Hulpverlening komt sneller dan voorheen op gang.
•
Er wordt constructief samengewerkt door de betrokken organisaties in gezamenlijke plannen van aanpak.
Inhoud •
Contact en advies middels telefonische gespreksvoering/kortdurende ondersteuning.
•
Indien nodig indiceren van het juiste hulpaanbod en coördinatie van acties ten behoeve van het organiseren van een passend hulpaanbod.
•
De aard en omvang van de problematiek in de provincie Friesland in kaart brengen.
•
Signalering van ontwikkelingen, trends en hulpvragen.
Werkwijze Divers, afhankelijk van de inhoud. Binnen tal van samenwerkingsverbanden. .
Ambulante begeleiding - 31 -
b. Prostitutie Maatschappelijk Werk Geen indicatie vereist. Wanneer behandeling nodig is dan is wel een verwijzing van een huisarts nodig. Wat? Het Prostitutie Maatschappelijk Werk (PMW) van Fier Fryslân is er voor prostituees die werken in Friesland. Zij kunnen voor al hun vragen bij de PMW-er terecht. Het PMW is er voor iedereen die in de prostitutie is, er zijn geen contra-indicaties. Er is nauwe samenwerking met de GGD Friesland. Doel •
Lacunes in de hulpverlening aantonen en hierop beleid en samenwerking ontwikkelen.
•
Bestrijden van excessen in de prostitutie.
•
Ondersteuning van (ex-)prostitué(e)s.
•
Prostituees krijgen psycho-educatie en voorlichting over voor hen relevante thema’s.
•
De drempel naar de spreekkamer wordt verlaagd waardoor prostituees gemakkelijker met hun vragen komen.
Inhoud •
Psychosociale hulp.
•
Praktische hulp.
•
Informatie en advies bij wet- en regelgevingzaken.
•
Behandeling.
•
Aandachtspunten in de begeleiding: toekomstperspectief, zelfbeeld, relaties, weerbaarheid, gezondheid, mensenhandel, jeugdprostitutie, jongensprostitutie, huisvesting, werk/dagbesteding, schulden, verblijfstatus, uitkering, rechtshulp.
Werkwijze •
Wekelijks is er een inloopspreekuur. In het GGD-pand op de Weaze 42 in Leeuwarden is dan een PMW-er aanwezig die laagdrempelig contact biedt.
•
De PMW-er kan cliënten begeleiden bij bezoeken aan andere organisaties en instellingen.
•
Psycho-educatie.
•
Signaleren en doorverwijzen.
c. Netwerk Mensenhandel Friesland Friesland Geen indicatie vereist Wat? •
Specifiek zorg voor slachtoffers van mensenhandel. Deze zorg is nodig en wordt geboden voor en tijdens het strafproces.
Doel
• •
Er wordt een samenhangend hulpaanbod voor de cliënt gerealiseerd. Uitzetten van lijnen binnen het netwerk zodat hulpverlening en begeleiding wordt gestroomlijnd.
•
De hulpverlening en begeleiding van de cliënt wordt afgestemd binnen het netwerk.
•
Beleidsontwikkeling.
Ambulante begeleiding - 32 -
Inhoud Het uitzetten van de lijnen in de drie trajecten Middels de Checklist Coördinatie Slachtoffers Mensenhandel Friesland zet de coördinator samen met de organisaties de lijnen uit van wie waarvoor verantwoordelijk is in de drie trajecten: •
Opvang- en praktisch hulptraject;
•
Verblijfsrechtelijk traject;
•
Strafrechtelijk traject.
Afstemming op de drie trajecten De coördinator zorgt er voor dat de begeleiding van de verschillende instanties en organisaties binnen de drie trajecten goed op elkaar is afgestemd. Voortgangsbewaking De coördinator bewaakt de voortgang van de trajecten en de termijnen van (juridische) procedures die samenhangen met de verblijfsstatus van slachtoffers mensenhandel. Periodiek overleg De coördinator heeft periodiek overleg met cliënt en de betrokkenen professionals hoe de voortgang op de drie trajecten verloopt en of ze nog aansluiten bij de situatie en de wens van het slachtoffer. Interveniëren waar nodig De coördinator kan taken van de hulpverlening overnemen. In eerste instantie zal altijd met de hulpverlener gezocht worden naar mogelijkheden dat deze het samen met de cliënt zelf op lost. Advies en ondersteuning bieden De coördinator kan hulpverleners ondersteunen of adviseren die met vragen zitten over hoe ze de hulp aan slachtoffers mensenhandel moeten invullen en kan – als dit nodig is - daarnaast ook de link zijn tussen verschillende betrokken instanties en organisaties. Check m.b.t. adequaatheid van begeleiding De coördinator houdt in de gaten of de zorg/begeleiding die de verschillende netwerkpartners bieden, adequaat is en binnen de (beleids)kaders van het netwerk valt en bespreekt dit zo nodig in de stuurgroep. Signaleren en initiëren nieuw beleid De coördinator signaleert witte vlekken maar ook (maatschappelijke) ontwikkelingen en rapporteert hierover aan de stuurgroep. Linking pin De coördinator vormt de linking pin tussen de stuurgroep en de werkgroep van het netwerk. Coördinatie: •
Monitoring slachtoffers mensenhandel.
•
Doorontwikkeling van afstemming en samenwerking met de netwerkpartners.
•
Signaleren van knelpunten en deze bespreekbaar maken.
•
Zoeken van nieuwe netwerkpartners.
•
Actueel houden van kennisniveau en informeren netwerkpartners op het gebied van mensenhandel.
Ambulante begeleiding - 33 -
Beleidsontwikkeling. Werkwijze Divers, zie de inhoud. Deelname aan netwerken binnen de provincie en Comensha.
d. Hulpverlening en nazorg aan vrouwen met een B9 status Deze hulpverlening valt binnen de beschrijving van het netwerk mensenhandel Friesland en richt zich op het creëren van een aansluitend hulpaanbod. Binnen het hulptraject zijn enkele specifieke mogelijkheden voor deze doelgroep: •
Sociale Vaardigheidstraining;
•
Lotgenotengroepen;
•
Maatjescontacten: maatjesproject BLinN, in samenwerking met Humanitas.
Voor mogelijkheden in diagnostiek en behandeling aan jongeren en volwassenen van het Prostitutiespoor verwijzen we naar de informatie in het hoofdstuk Ambulante Behandeling. Diagnostiek en behandeling Voor mogelijkheden in diagnostiek en behandeling van cliënten uit het Prostitutiespoor verwijzen we naar de informatie in het hoofdstuk Ambulante Behandeling.
6. Spoor Voorlichting en Deskundigheidsbevordering Contactpersoon Karina Hellinga Inhoudelijk coördinator Voorlichting en deskundigheidsbevordering
[email protected]
a. Eenmalige voorlichting aan jongeren jongeren van 12 t/m 23 jaar In Friesland gratis, daarbuiten op tarief in overleg. overleg Wat? •
Eenmalige algemene voorlichting.
•
Eenmalige voorlichting rond een specifiek thema.
•
Eenmalige specifieke voorlichting n.a.v. een incident.
•
Naar vraag en op maat gemaakt.
Doel Bewustwording van eigen wensen en grenzen; (h)erkenning, start weerbaarheid door het bieden van handvatten in de manier waarop eigen wensen en grenzen kenbaar gemaakt kunnen worden. Inhoud Van herkenbare dagelijkse situaties naar vormen van grensoverschrijdend gedrag zoals (cyber)pesten, verbaal geweld, grensoverschrijdingen via internet, verkeringsgeweld, kindermishandeling, huiselijk geweld, loverboyproblematiek, eergerelateerd geweld; wensen, grenzen en weerbaarheid.
Ambulante begeleiding - 34 -
Werkwijze Interactief, divers. Er kan gebruik gemaakt worden van de OGGZ mogelijkheden wanneer blijkt dat een jeugdige eigenlijk hulp nodig heeft.
b. Serie voorlichtingen/themabijeenkomsten voor jongeren jongeren van 12 – 23 jaar rondom een thema. Op tarief, in overleg Wat? Een serie voorlichtingen/themabijeenkomsten vindt bijvoorbeeld plaats na een incident en/of wanneer professionals constateren dat grensoverschrijdend gedrag extra aandacht verdient in een groep. Naar vraag en op maat gemaakt. Doel Bewustwording en erkenning van grensoverschrijdend (seksueel) gedrag; jeugdigen worden eveneens weerbaarder en vaardiger dan voorheen in het voorkomen en stoppen van grensoverschrijdend (seksueel) gedrag. Inhoud •
Thema’s kunnen breed en diep worden uitgewerkt; er wordt gebruik gemaakt van het
•
Na elke bijeenkomst worden opdrachten voor de komende periode meegegeven waardoor de
•
Oefening in weerbaarheid zodat geboden handvatten eigen worden gemaakt.
groepsproces waarin (h)erkenning en elkaar aanspreken van waarde zijn. dagelijkse praktijk bewust wordt ingezet als leerplek.
Werkwijze Interactief, divers. Ook hier kan gebruik gemaakt worden van de OGGZ mogelijkheden wanneer blijkt dat een jeugdige eigenlijk hulp nodig heeft.
c. Train de trainerprogramma Op tarief, in overleg
Wat? Wat? •
Eenmalig algemene train de trainer programma.
•
Eenmalig train de trainer programma rond een specifiek thema.
•
Eenmalig specifiek train de trainer programma n.a.v. een incident.
•
Een train de trainer programma kan, los van een voorlichting, geboden worden aan een specifieke doelgroep.
•
Een train de trainer programma is een logisch voor-/vervolgtraject gekoppeld aan een voorlichting/serie voorlichtingen vanuit de visie dat een voorlichting gedragen dient te worden door professionals die bij jeugdigen betrokken zijn.
•
Naar vraag en op maat gemaakt.
Doel Professionals zijn beter dan voorheen in staat om te gaan met grensoverschrijdend gedrag/trauma onder jeugdigen, dit in het kader van preventie en het voorkomen en stoppen van geweld. Mogelijkheden van (keten)samenwerking worden uitgewerkt.
Ambulante begeleiding - 35 -
Inhoud Achtergrondinformatie en kennis m.b.t. achtergronden, oorzaken en gevolgen van grensoverschrijdend gedrag/trauma/PTSS onder jeugdigen: •
Waarden- en normenklimaat.
•
Pedagogisch basisklimaat.
•
Bewustwording van eigen, professionele en organisatie (on)mogelijkheden.
•
Signaleren en bespreekbaar maken.
•
Interventiemogelijkheden.
•
Samenwerking.
Werkwijze Interactief, divers.
d. Serie train de trainerprogramma’s Op tarief, in overleg Doel Professioneel, in (keten)samenwerking kunnen handelen in het streven naar voorkomen en stoppen van grensoverschrijdend gedrag. Inhoud •
Vormen van grensoverschrijdend gedrag en professioneel handelen kunnen breed en diep worden uitgewerkt; er wordt gebruik gemaakt van het groepsproces waarin (h)erkenning en elkaar aanspreken van waarde zijn.
•
Eenduidigheid en stappen in het creëren van een helder en duidelijk waarden- en normenklimaat/ pedagogisch basisklimaat binnen de instelling.
•
Na elke bijeenkomst worden opdrachten voor de komende periode meegegeven waardoor de dagelijkse praktijk bewust wordt ingezet als kans om in de dagelijks praktijk professioneel om te gaan met grensoverschrijdend gedrag: eigen professionele (on)mogelijkheden, kansen en belemmeringen in een team, signaleren en bespreekbaar maken, samenwerken.
•
Praktijksituaties worden als casuïstiek gebruikt zodat concreet en resultaatgericht gewerkt wordt aan het voorkomen en stoppen van grensoverschrijdend gedrag.
•
Naar vraag op maat gemaakt.
Werkwijze Interactief, divers.
e. Serie intervisiebijeenkomsten Op tarief, in overleg Doel Ontwikkelen van houding en deskundigheid in het voorkomen en stoppen van grensoverschrijdend gedrag, binnen een team eenduidig en constructief de voorwaarden kunnen creëren/verstevigen om die houding en deskundigheid adequaat in te zetten. Inhoud •
Het voorkomen en stoppen van grensoverschrijdend gedrag doet een beroep op eigen en professionele waarden en normen, en op het op het creëren van voorwaarden zoals een
Ambulante begeleiding - 36 -
passende professionele houding, het bieden van een (pedagogisch) basisklimaat (veiligheid en structuur), toegankelijke en directieve communicatie, (team, keten)samenwerking. •
Teambegeleiding op bovenstaande.
•
De programma’s worden naar vraag op maat gemaakt.
•
Intervisie vindt plaats binnen de kaders van de opdrachtgevende organisatie.
Werkwijze Interactief, divers
f. Interactieve voorlichting, debatten en informatie over verschillende verschillende vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties en de gevolgen daarvan Doel Het maatschappelijk debat aan gaan en agendasetting met betrekking tot thema’s rondom geweld in afhankelijkheidsrelaties. Inhoud Op grond van actualiteit. Voor iedereen: professionals en niet-professionals, autochtonen en allochtonen, vrouwen en mannen, volwassenen en jongeren. Programma’s worden naar vraag op maat gemaakt. Werkwijze Interactief, divers
Ambulante begeleiding - 37 -
Ambulante Behandeling KinderKinder- en Jeugdtraumacentrum Friesland (KJTC(KJTC-F)2 voor jeugdigen t/m 23 jaar Behandelcentrum voor volwassen cliënten cliënten van Fier Fryslâ Fryslân Contactpersoon Charlotte van der Wall Manager KJTC-F/hoofd behandeling KJTC-F
[email protected] 058-2849399 Algemene informatie Het KJTC-F richt zich in haar werkzaamheden zowel op jongeren die extern worden verwezen als op jongeren die al client zijn bij Fier Fryslân zoals de kinderen en de jongeren in de opvangvoorzieningen en de jongeren die een programma volgen binnen een Ambulant begeleidingsspoor. Voor volwassen cliënten van Fier Fryslân die ambulant begeleiding krijgen of in een opvangvoorziening van Fier Fryslân verblijven, dient het Behandelcentrum Fier Fryslân. Behandeling van jeugdigen – kinderen tot 12 jaar en jongeren van 12 tot en met 23 jaar – vindt bij voorkeur plaats in groepen. In een groep ervaren zij herkenning; het feit dat ze niet de enigen zijn, lucht bovendien enorm op. Is groepstherapie (nog) niet mogelijk dan vindt prétherapie of individuele therapie plaats. In alle therapievormen staan de ervaringen en gevoelens van jeugdigen centraal, wordt open over de geheimen gesproken – ouders geven hun kind daar toestemming voor – en worden zij ‘ontschuldigd’. Naast deze therapiemogelijkheden biedt het KJTC-F begeleiding aan ouders om als opvoeder hun kind te ondersteunen; ouders kunnen eveneens begeleid worden in het omgaan met hun eigen ervaringen en emoties. Parallel aan de therapiegroepen voor kinderen lopen bovendien groepen voor de niet mishandelende of niet misbruikende ouder. Daarnaast biedt het KJTC-F systeemtherapie gericht op de gezinsproblematiek. Fier Fryslân is een erkend zorgaanbieder voor Jeugd-GGZ. Voor de diagnostiek en behandeling van het KJTC-F is een verwijzing van een (huis)arts nodig of een indicatie van Bureau Jeugdzorg; de kosten van diagnostiek en behandeling worden vergoed door de zorgverzekeraar. Diagnostiek en behandeling vinden plaats bij het KJTC-F. Daarnaast kunnen er afspraken worden gemaakt voor outreachende diagnostiek en behandeling op locatie, bijvoorbeeld op school of in een jeugdzorgvoorziening; juist om jongeren te bereiken op de plaatsen waar ze zich bevinden.
2
Het KJTC-F is sinds juni 2009 een Top Referent Trauma Centrum (TRTC) en daardoor deel van het Landelijk
Centrum voor Vroegkinderlijke chronische Traumatisering (LCVT)
Ambulante behandeling - 38 -
Mogelijkheden in diagnostiek en behandeling 1.Trauma(gerelateerde) diagnostiek en behandeling van jeugdigen Indicatie minderjarigen •
tweedelijns indicatie Jeugd-GGZ (psychiatrie) via Bureau Jeugdzorg of verwijzing via de (huis)arts
Indicatie 18 t/m 23 jaar •
verwijzing voor tweedelijns diagnostiek en behandeling (GGZ) via (huis)arts
Wat? Fier Fryslân is erkend aanbieder van geestelijke gezondheidszorg en Jeugd-GGZ in het kader van de Zorgverzekeringswet. Getuige of slachtoffer zijn van herhaald geweld in afhankelijkheidsrelaties leidt vaak tot chronische of posttraumatische stressklachten of een PTSS. Soms zijn deze klachten duidelijk aanwezig, maar het kan ook dat een kind of jongere ze wegstopt en niet laat zien. Bovendien worden klachten die samenhangen met een trauma niet altijd in verband gebracht met het trauma maar aangemerkt als ADHD of als een opstandig oppositionele gedragsstoornis. Jeugdigen die (vermoedelijk) slachtoffer zijn van misbruik en mishandeling of getuige zijn geweest van geweld kunnen worden aangemeld voor traumagerelateerde diagnostiek. Doel Het stellen van een diagnose en een behandelindicatie. Inhoud Diagnostische interviews; Psychodiagnostisch testonderzoek.
2. Prétherapie voor jeugdigen Indicatie minderjarigen •
tweedelijns indicatie Jeugd-GGZ (psychiatrie) via Bureau Jeugdzorg of verwijzing via de (huis)arts
Indicatie 18 t/m 23 jaar •
verwijzing voor tweedelijns diagnostiek en behandeling (GGZ) via (huis)arts
Wat? Een individuele therapie ter voorbereiding op de groepstherapie. Doel Het versterken van de jeugdige door een positief zelfbeeld te ontwikkelen/bekrachtigen waardoor het kind/de jongere deel kan nemen aan de groepstherapie. Inhoud In een toegankelijk individueel contact wordt gewerkt aan de opbouw van vertrouwen en daardoor aan de ontwikkeling van een positief zelfbeeld. Werkwijze Divers, aansluitend bij het kind, de jongere.
Ambulante behandeling - 39 -
3. Kindergroep Kijk wat ik kan (Kwik) Indicatie minderjarigen 4 t/m 12 jaar Tweedelijns indicatie jeugd GGZ (psychiatrie) via Bureau Jeugdzorg of verwijzing via de (huis)arts Wat? De Kwik-groep is een groepsbehandeling voor kwetsbare kinderen tussen de 4 en 12 jaar. De kwetsbaarheid kan voortkomen uit: •
Traumatische ervaringen ;
•
Ruzies thuis;
•
Gepest worden;
•
Ouders in scheiding;
•
Psychiatrische problematiek ;
•
LVG (IQ min 70).
De Kwik-groep is bij uitstek geschikt voor kinderen die mogelijk al therapie gehad hebben, maar nog wat extra aandacht nodig hebben. Ook is de groep geschikt voor kinderen die zich in situaties bevinden waardoor zij (nog) niet in aanmerking komen voor een therapie die gericht is op verwerking(Horizon groep), maar waarbij extra zorg wel geïndiceerd lijkt. Doel Doel •
Vergroten van het vertrouwen in jezelf en anderen;
•
Leren omgaan met emoties en gevoelens;
•
Verbeteren van het contact tussen kind en ouders/opvoeders;
•
Vergroten van creatieve vaardigheden;
•
Vergroten van sociale vaardigheden (leren samenwerken, leren begrenzen en begrensd worden);
•
Vergroten van motorische vaardigheden.
Inhoud In de Kwik-groep leren kinderen door middel van verschillende spelvormen vaardigheden op het gebied van samenwerken, zelfvertrouwen, vertrouwen in anderen en creativiteit. Hierbij wordt de Kwik-groep gezien als een zeer laagdrempelige vorm van hulpverlening, waarin competitie geen enkele rol speelt. Dit maakt dat geen enkel kind wordt uitgesloten. Op deze manier worden optimale ontwikkelingskansen gecreëerd op cognitief, motorisch, emotioneel en sociaal vlak. Een extra element in de Kwik-groep zijn de zogenaamde “toonmomenten”. Het oefenen van de vaardigheden krijgt meer betekenis als ze aan groepsgenoten, ouders of andere belangstellenden getoond kunnen worden. De Kwik-groep is een open groep, dit betekent dat je altijd in en uit kunt stromen. Werkwijze In het Kwik programma wordt gebruik gemaakt van verschillende interventies, zoals bewegingsgerichte activiteiten (sport-spel, circus) en creatieve activiteiten (toneel, schilderen). Aan het eind van de bijeenkomst is er ruimte voor ouders en/of belangstellenden om samen met de kinderen iets te gaan doen of om hetgeen er geoefend of gemaakt is te bekijken.
Ambulante behandeling - 40 -
4. Therapiegroep Geweld in het gezin Indicatie minderjarigen tweedelijns indicatie Jeugd-GGZ (psychiatrie) via Bureau Jeugdzorg of verwijzing via de (huis)arts Wat? Dit is een ‘Traumafocused therapy’ voor jeugdigen van 4 – 16 jaar die te maken hebben gehad met geweld in het gezin en die op grond van traumagerelateerde diagnostiek in aanmerking komen voor deze groepstherapie. Kinderen en jongeren hebben problemen en klachten op grond van ervaren trauma en posttraumatische stressklachten. De leeftijdsgroepen zijn: 4-7 jaar, 8-11 jaar, 12-16 jaar. Hieraan gekoppeld is een parallelgroep voor de niet mishandelende ouder; waar mogelijk en gewenst is er ook contact met de mishandelende ouder. Een groep bestaat uit 6-8 kinderen en kent 15 wekelijkse bijeenkomsten van 1,5 uur. Het zijn gestructureerde gesloten groepen met vaste therapeuten. Er wordt rekening gehouden met schooltijden. Doel Verwerken van trauma/PTSS waardoor klachten en gedragsproblemen, voortkomend uit het opgedane trauma, verdwijnen; egoversterking. Inhoud De groepsbijeenkomsten zijn themagericht. Thema’s die aan de orde komen zijn: gevoelens zoals boosheid, ruzies thuis, geheimen, veiligheid, nachtmerries, sterke kinderen, sterke moeders en sterke vaders. Werkwijze Er wordt gewerkt met de Horizonmethode, waarin o.a. gebruik gemaakt wordt van cognitieve gedragstherapeutische principes en non-verbale lichaamsgerichte methoden zoals Psycho Motorische Therapie, Drama Therapie en Creatieve Therapie. De jeugdige krijgt zo de gelegenheid zichzelf op meerdere manieren te uiten en wordt op diverse manieren benaderd. Trauma ‘zet zich vast in je lijf’ daarom wordt er veel gewerkt met beweging
5. Therapiegroep Seksueel Misbruik Indicatie minderjarigen tweedelijns indicatie Jeugd-GGZ (psychiatrie) via Bureau Jeugdzorg of verwijzing via de (huis)arts Wat? Dit is een ‘Abuse focused therapy’ voor jeugdigen van 4 – 16 jaar die seksueel misbruikt zijn en op grond van traumagerelateerde diagnostiek in aanmerking komen voor deze groepstherapie. Ze hebben problemen en klachten op grond van ervaren trauma en posttraumatische stressklachten. De leeftijdsgroepen zijn 4-7 jaar, 8-11 jaar, 12-16 jaar. Hieraan gekoppeld is een parallelgroep voor de niet misbruikende ouder; waar mogelijk en gewenst is er ook contact met de misbruikende ouder. Een groep bestaat uit 6-8 kinderen en kent 15 wekelijkse bijeenkomsten van 1,5 uur. Het zijn gestructureerde gesloten groepen met vaste therapeuten. Er wordt rekening gehouden met schooltijden.
Ambulante behandeling - 41 -
Doel Verwerken van trauma/PTSS waardoor klachten en gedragsproblemen, voortkomend uit het opgedane trauma, verdwijnen; egoversterking. Inhoud De inhoud is vergelijkbaar met de Therapiegroep Geweld in het gezin, zij het dat de focus in deze therapiegroep gericht is op het misbruik. Werkwijze De werkwijze is vergelijkbaar met de Therapiegroep Geweld in het gezin, zij het dat de focus in deze therapiegroep gericht is op het misbruik
6. Individuele (trauma)behandeling Indicatie minderjarigen tweedelijns indicatie Jeugd-GGZ (psychiatrie) via Bureau Jeugdzorg of verwijzing via de (huis)arts Indicatie 18 t/m 23 jaar verwijzing voor tweedelijns diagnostiek en behandeling (GGZ) via (huis)arts Wat? Behandeling van traumagerelateerde problematiek (op basis van de diagnostiek). Jongeren vanaf 16 jaar willen vaak geen groepsbehandeling meer; individuele behandeling is voor hen een alternatief. Doel Verwerken van trauma/PTSS waardoor klachten, gedragsproblemen voortkomend uit het opgedane trauma, verdwijnen; egoversterking. Inhoud Individuele (trauma)behandeling voor jeugdigen die niet in staat zijn tot of niet in aanmerking komen voor deelname aan groepsbehandelingen of als prétherapie niet genoeg te bieden heeft. In deze gevallen wordt er een individueel behandeltraject met het kind/de jongere ingezet door een GZ-psycholoog of psychotherapeut. Werkwijze Er wordt gewerkt met behandelplannen. Er kan gebruik gemaakt worden van: •
Gesprekstherapeutische interventies
•
Speltherapeutische elementen uit de methode Beeldcommunicatie
•
Creatieve elementen
•
Gedragstherapeutische technieken als de 5G’s, systematische desensitisatie, modeling, shaping en ‘in vivo training’
•
Cognitieve gedragstherapie
•
Elementen uit de sensomotorische training
•
Dramatherapie, zie ook punt 6
•
Psycho Motorische Therapie (PMT), zie ook punt 9. 9 Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR), zie ook punt 10. 10.
•
Schematherapie: therapeutische benadering waarin elementen uit cognitieve, gedragstherapeutische en psychodynamische modellen, hechtings- en Gestaltmodellen met elkaar worden gecombineerd met als doel oude disfunctionele schema’s bij patiënten te
Ambulante behandeling - 42 -
onderkennen en te doorbreken. Schematherapie wordt ook aan groepen aangeboden.
7. Interapy behandeling seksueel trauma bij jongeren Indicatie minderjarigen •
Tweedelijns indicatie Jeugd-GGZ (psychiatrie) via Bureau Jeugdzorg of verwijzing via de (huis) arts
Indicatie Indicatie 18 t/m 23 jaar •
Verwijzing voor tweedelijns diagnostiek en behandeling (GGZ) via huisarts
Wat? Deze behandeling komt voort uit een samenwerking tussen Fier Fryslân en Interapy. De behandeling is speciaal toegespitst op jongeren tussen de 14 en 25 jaar die slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld (zoals verkrachting of aanranding) of seksuele intimidatie (bijvoorbeeld via internet). Door schuld- en schaamtegevoelens durven jongeren vaak nauwelijks te praten over wat hen is overkomen. De laagdrempeligheid van Interapy is in dat opzicht een uitkomst. In deze behandeling leren jongeren nare seksuele ervaringen te verwerken en wordt specifiek aandacht besteed aan intimiteit, relaties en seksualiteit. Doel Verwerking van het trauma/PTSS waardoor klachten voortkomend uit het trauma verdwijnen. Inhoud Dit is een geprotocolleerde cognitief gedragstherapeutische behandeling die speciaal is afgestemd op de doelgroep. Er wordt gebruik gemaakt van exposure oefeningen en herstructurering door middel van het schrijven van brieven. Ook wordt er aandacht besteed aan lichaamsbeleving. Een uitgebreide online informatiebank met psycho-educatief materiaal en praktische tips over bijvoorbeeld seksualiteit is tevens beschikbaar voor de cliënt. Werkwijze In een gemiddelde behandelperiode van 12 weken heeft de jongere ongeveer 2 keer per week online schriftelijk contact met een psycholoog via een beveiligde internetsite. De psycholoog geeft de jongere schrijfopdrachten. Deze opdrachten worden vervolgens online ‘besproken’. De psycholoog steunt de jongere en geeft aanwijzingen en adviezen door middel van schriftelijke berichten. Door middel van vragenlijsten in te vullen door de jongere worden de klachten en behandelresultaten nauwgezet gevolgd.
8. Groep ouders/(jongouders/(jong-)volwassenen )volwassenen “It’s all in the family” Indicatie •
Ouders en jongvolwassenen vanaf 20 jaar die bij het KJTC-F dan wel Behandelcentrum zijn aangemeld
•
Verwijzing door tweedelijns diagnostiek en behandeling (GGZ) via (huis)arts
Wat? Deze groep is opgezet om ouders en jong volwassenen een prebehandeling aan te bieden, of omdat ze zelf zijn aangemeld of omdat één of meerdere kind(eren) zijn aangemeld voor traumabehandeling. Tijdens de bijeenkomsten worden duidelijke behandeldoelen vastgesteld.
Ambulante behandeling - 43 -
Doel Zicht krijgen op intergenerationele patronen, en het bespreekbaar maken van thema’s zoals loslaten en losmaken. Inhoud Mensen blijven onbewust doorgaan met wat hen geleerd is, patronen worden van generatie op generatie doorgegeven en verergeren in sommige gevallen binnen drie generaties. Het doorgeven van legaten en die boodschap onderkennen geeft ruimte om de geschiedenis zich minder te laten herhalen! Deze groep kan een bijdrage leveren aan hier meer inzicht in krijgen, door middel van de bijdrage van medegroepsleden en door de begeleiding van contextuele therapeuten. Mensen leren van en aan elkaar en van de deskundigen hun eigen patronen binnen hun ( familie) verbanden beter herkennen en leren op die wijze gerichter vragen te stellen naar een eventuele vervolgbehandeling. Immers ouders geven aan hun kinderen weer dat door wat zij ook mee gekregen hebben, en daarin ligt het gevaar van doorgeven van minder gunstige boodschappen, die door de generaties heen de situatie alleen maar doen verergeren. De eigen ervaring in de groep en de wijze waarop men zich positioneert en opstelt in de groep geeft inzicht in de posities die men elders inneemt. ( gezin van herkomst, werk, sociale leven in de ruimte zin van het woord) Tegelijkertijd levert het inzicht, een contextuele bijdrage aan de individuele diagnostiek. Werkwijze Er wordt gebruik gemaakt van biografisch materiaal, waarbij vooral de legaten onder de aandacht wordt gebracht. Binnen de groep wordt gebruik gemaakt van de onderlinge herkenning van positionering binnen de groep, en met dat inzicht wordt informatie verkregen over individuele positionering in andere ( familie) verbanden (bijvoorbeeld gezin, werk, clubverbanden). Inzet van groepsprocessen en lotgenotencontacten.
9. Vaktherapieën (Psycho Motorische Therapie, Dramatherapie, Dramatherapie, Creatieve Therapie) Indicatie minderjarigen •
tweedelijns indicatie Jeugd-GGZ (psychiatrie) via Bureau Jeugdzorg of verwijzing via de (huis)arts
Indicatie 18 t/m 23 jaar •
verwijzing voor tweedelijns diagnostiek en behandeling (GGZ) via (huis)arts
Wat? Wat? Psycho Motorische Therapie (PMT), Dramatherapie en Creatieve Therapie zijn ervaringsgerichte vormen van therapie, bij het KJTC-F specifiek voor jeugdigen met ervaring met seksueel misbruik, mishandeling, grensoverschrijdend (seksueel) gedrag, gedwongen prostitutie, eergerelateerd en relationeel geweld. Om te overleven is onbewust het contact met het lichaam verbroken. Traumatische ervaringen hebben echter ook hun weerslag in het lichaam waardoor lichamelijke spanningen en blokkades optreden die terug te zien zijn in gedrag. De kracht van PMT schuilt vooral in de mogelijkheid om problemen in een situatie te beleven en ter plekke te zoeken naar manieren om hier anders (constructief) mee om te gaan. Binnen de PMT werkt de therapeut op transparante wijze samen met de jeugdige aan diens eigen doelen. Voor veel jeugdigen is het moeilijk om woorden te geven aan traumatische gebeurtenissen en hun beleving daarvan. Dramatherapie en Creatieve Therapie biedt hen de mogelijkheid om zich op non-verbale manieren te uiten. Vaktherapieën worden zowel in groepen als individueel aangeboden.
Ambulante behandeling - 44 -
Doel •
Bewustwording van lichaamsbeleving en signalen.
•
Herkenning van klachten en problemen, er mee om leren gaan of ze te verminderen/op te heffen.
•
Bewustwording van grensoverschrijdingen/trauma/PTSS en de betekenis en gevolgen daarvan, traumaverwerking, cognitieverandering, destructief gedrag omzetten in constructief gedrag, agressieregulatie en, spanningsreductie; psycho-educatie.
•
Ontwikkelen en versterken van balans en constructief gedrag.
•
Bewustwording van eigen vermogens en ontdekken van kwaliteiten.
•
Uiting van emoties en verwerken van ervaringen door het gebruik van non-verbale werkvormen.
•
Emotie/agressieregulatie en zelfcontrole.
Inhoud •
Enkele voorbeelden: traumaverwerking, ontwikkeling/versterking assertiviteit, agressieregulatie, lichaamsbewustwording, spanningsreductie, omgaan met problemen die zich voordoen in het systeem.
•
Daarbij wordt naar vraag en op maat gebruik gemaakt van de verbale en non-verbale mogelijkheden die de jeugdige tot zijn/haar beschikking heeft en leert hij/zij die mogelijkheden uit te breiden en te verdiepen.
•
Psycho-educatie.
Werkwijze •
Het lichaamswerk in de PMT richt zich op lichaamsbeleving (signalen, gevoelens, ademhaling, spanning/ontspanning) en op (bewegings)opdrachten en oefeningen waardoor gedragspatronen zichtbaar en voelbaar worden.
•
De PMT is tevens gericht op verwerking en gedragsverandering doordat gevoelens en lichamelijke signalen serieus genomen worden.
•
De dramatherapie werkt met rollenspel, poppenspel, theater, improvisatiespel, psychodrama.
•
De creatieve therapie maakt gebruik van muziek, en beeldende middelen, zoals teken- en schildertechnieken, houtbewerking en werken met stof, klei, steen en metaal.
10. EMDR (Eye Movement Desensitization Desensitization and Reprocessing) Indicatie minderjarigen •
tweedelijns indicatie Jeugd-GGZ (psychiatrie) via Bureau Jeugdzorg of verwijzing via de (huis)arts Indicatie 18 t/m 23 jaar
•
verwijzing voor tweedelijns diagnostiek en behandeling (GGz) via (huis)arts
Wat? Kortdurende therapievorm gericht op het verwerken van herinneringen aan traumatische gebeurtenissen door het gebruik maken van specifieke oogbeweging. Doel Traumaverwerking.
Ambulante behandeling - 45 -
Inhoud Oproepen van de traumatische herinnering in combinatie met een afleidende stimulus. Werkwijze De aangeboden sets oogbewegingen of geluiden bewerkstelligen een versnelde informatieverwerking waardoor de traumatische herinnering haar kracht en emotionele lading verliest. Met EMDR verminderen/verdwijnen klachten van PTSS
11. Agressie Regulatie Training Indicatie minderjarigen •
tweedelijns indicatie Jeugd-GGZ (psychiatrie) via Bureau Jeugdzorg of verwijzing via de (huis)arts
Indicatie 18 t/m 23 jaar •
verwijzing voor tweedelijns diagnostiek en behandeling (GGZ) via (huis)arts
Wat? In een training Agressie Regulatie wordt er getracht op verschillende gebieden de jeugdigen handvatten mee te geven om met hun agressie en energie om te gaan met als doel interne rust te behouden. Zij leren frustraties kwijt te raken, doordat ze signalen uit hun lichaam die aangeven dat ze geïrriteerd raken eerder herkennen, doordat ze op tijd hun grenzen gaan aangeven en doordat ze grenzen van anderen leren herkennen. Doel Agressieregulatie: de jeugdige heeft controle over de eigen agressiehuishouding door de opgedane inzichten, vaardigheden en kennis. Inhoud De training is sterk fysiek van inhoud en gericht op het geven van inzicht, het aanleren van vaardigheden en het opdoen van kennis. Het is een training die zich baseert op ervarend leren. Dit betekent dat jeugdigen eerst strategieën aangereikt krijgen om met hun gevoelens van agressie om te gaan, waarna zij deze tijdens de training kunnen gaan toepassen. Een aantal van de oefeningen zijn erop gericht dat de frustratie wat toeneemt, zodat vanuit die ervaring kan worden geoefend. Werkwijze •
Het eerste deel van de training is gericht op het leren kennen van de krachten in jezelf. Daarna gaat het over het herkennen van de krachten die spelen tussen jezelf en de ander.
•
Er wordt gewerkt in kleine groepen, van ongeveer drie of vier cliënten.
•
Er worden in de training allerhande oefeningen gedaan en er worden gesprekken gevoerd. Er worden regelmatig opdrachten meegegeven.
De module wordt aangeboden door middel van een training van 6 of meer bijeenkomsten, afhankelijk van de wensen van de jeugdigen en begeleiding (residentieel of ambulant).
Ambulante behandeling - 46 -
12. Systeemtherapie Indicatie minderjarigen •
tweedelijns indicatie Jeugd-GGZ (psychiatrie) via Bureau Jeugdzorg of verwijzing via de (huis)arts
Indicatie 18 t/m 23 jaar •
verwijzing voor tweedelijns diagnostiek en behandeling (GGZ) via (huis)arts
Wat? Het gezinssysteem neemt een belangrijke plek in voor de opgroeiende jeugdige. Soms wordt deze ernstig bedreigd in zijn ontwikkeling en is er sprake van complexe gezinsproblematiek zoals bijvoorbeeld ernstig verstoorde relaties, opvoedingsproblemen, relatieproblemen, seksueel misbruik en geweld. Professionele hulp van buitenaf is dan wenselijk en veelal noodzakelijk. Systeemtherapie omvat diverse doelstellingen gericht op het oplossen van de vraagstukken en/of er mee om te gaan door vanuit een breder perspectief te kijken, alles in zijn context te plaatsen en het systeem constructief in beweging te zetten. Gezien de problematiek ligt er bij systeemtherapie een sterk accent op de (beleving van) veiligheid binnen het systeem. De systeemtherapeut bekijkt daartoe de problematiek rond een jeugdige niet enkel vanuit het individuele perspectief, maar ook in relatie tot de omgeving, thuis, school en werk. Wanneer je een jeugdige in zijn sociale context bekijkt, krijg je meer en beter zicht op wat er aan de hand is, hoe en wanneer problemen zijn ontstaan, welke factoren bijdragen tot de instandhouding van de problemen en welke factoren de problematiek lijken te verergeren. Systeemtherapie kan onderdeel uitmaken van de behandeling en parallel lopen aan andere behandelvormen. Het hele gezin, of een deel van het gezin, kan betrokken worden bij de therapie, afhankelijk van de aard van de problemen en de fase van de behandeling. Doel •
Bewustwording van (oorzaken van) trauma, de gevolgen en effecten voor het (gezins)functioneren.
•
Het systeem biedt een veilig, stabiel en affectief opvoedingsklimaat.
•
Het systeem kan (opnieuw) een adequate aanpak en haalbare opvoedingsvaardigheden bieden aan de jeugdige. Ouders zijn in staat gezamenlijk hun ouderpositie (opnieuw) in te nemen en er is sprake van natuurlijke gezagsverhoudingen binnen het (sub)systeem.
•
De ernstig verstoorde relaties binnen het systeem zijn hersteld en/of het systeem kan er mee omgaan. De interactiepatronen zijn doorbroken. Het systeem toont psychische weerbaarheid, oplossingsvermogen en onderhandelingsvaardigheden en kan omgaan met conflicten.
•
Het systeem is in staat de hulpbronnen vanuit de omgeving te benutten en te onderhouden, zodat naar behoefte een basis gevormd wordt voor een (ver)groot steunstructuur/netwerk.
•
Het systeem toont zich actief betrokken bij aanvang en voor de duur van ambulante en residentiële behandeling ten behoeve van de jeugdige.
Inhoud Gezinsdiagnostiek en opstellen plan van aanpak: in kaart brengen van de veiligheidssituatie en van beschermende en stressfactoren in het gezin en de daaruit voortkomende hulpvragen en – behoeften; gezinstherapie. Werkwijze Divers, interventies worden gekozen o.g.v. de hulpvraag en professionele visie op de gezinssituatie.
Ambulante behandeling - 47 -
Dit betekent eveneens dat er soms met het hele gezin gewerkt wordt, soms alleen met de partners, soms alleen met de kinderen.
Ambulante behandeling - 48 -
Projecten Algemene informatie In het kader van innovatie en vraaggericht werken start Fier Fryslân regelmatig (kortdurende) projecten op die op een later tijdstip geïmplementeerd worden in het bestaande aanbod. Deze kortdurende projecten worden hier vanwege hun korte status als project niet benoemd; Fier Fryslân geeft altijd bekendheid aan deze projecten in de media en via haar website www.fierfryslan.nl Voor informatie over huidige kortdurende projecten kunt u eveneens contact opnemen via 058 - 2157084 In dit hoofdstuk staan we stil bij enkele langerdurende projecten; deze hebben in elk geval een jaar de projectstatus. Een langer durend project is bijvoorbeeld het project online hulpverlening dat in het organogram valt onder het jongerenspoor maar na verloop van tijd een eigen spoor zal zijn binnen de Ambulante hulpverlening. Het project Bijzondere vriendschappen / Big Sisters/Brothers heeft een geheel eigen plaats binnen Fier Fryslân en verbinding met diverse bedrijfsonderdelen. 1. Project Online hulpverlenen: www.chatmetfier.nl , www.fieronlinehulp.nl Contactpersonen Annemarie van Rijn, projectleider ICT
[email protected] Gerda de Groot, projectleider Methodiekontwikkeling
[email protected] Indicatie minderjarigen •
Voor psychosociale begeleiding wordt een AWBZ-indicatie aangevraagd.
•
Wanneer online behandeling vanuit het KJTC-F geïndiceerd is wordt dit gefinancierd via de Zorgverzekeringswet (DBC systematiek).
Indicatie meerderjarigen (18 t/m 23 jaar) •
Voor psychosociale begeleiding wordt een AWBZ-indicatie aangevraagd.
•
Wanneer behandeling vanuit het KJTC-F geïndiceerd is wordt dit gefinancierd via de Zorgverzekeringswet (DBC systematiek).
Wat? Fier Fryslân wil zorg op maat bieden. Het overgrote deel van de cliënten die contact zoekt met Fier Fryslân is jong; jongeren die in hun relaties, familie en/of contacten te maken hebben(gehad) met een vorm van geweld. De vraagstukken die deze jongeren in hun contacten tegenkomen zijn daarom erg belangrijk in het creëren van een aansluiten hulpaanbod; zodanig dat jongeren zich uitgenodigd voelen en op eigen wijze contact kunnen zoeken en vinden bij Fier Fryslân. Het internet is een vast onderdeel van de samenleving geworden, zowel wat betreft ontmoeting als communicatie. Voor de meeste jongeren is internet een belangrijk deel van hun dagelijks leven; hét medium waar zij elkaar ontmoeten en informatie zoeken. Internet is laagdrempelig, vrijwel alle jongeren maken er gebruik van, en biedt hierdoor alle mogelijkheid om op eigen wijze en op eigen moment contact te maken en grenzen te verkennen. Gezien de impact en mogelijkheden van het internet wil Fier Fryslân er structureel zichtbaar,
Projecten - 49 -
vindbaar en vooral toegankelijk en laagdrempelig bereikbaar zijn om binnen de leefwereld van jongeren mogelijkheden te bieden met betrekking tot hun vraagstukken. Online hulpverlening is daarmee een zinvolle aanvulling op het bestaande hulpverleningsaanbod van Fier Fryslân en creëert hierdoor, en door de diversiteit in inhoud en werkwijze, een nieuwe zorglijn in psychosociale hulpverlening en (trauma)behandeling. Daartoe ontwikkelt zij een website die jongeren aanspreekt en uitnodigt door laagdrempelig en contactgericht mogelijkheden te bieden tot gesprek en hulp en die tevens de brug slaat naar face-to-face hulpverlening: een portal waarin interactief van alles mogelijk is aan laagdrempelig contacten en informatie en waar jongeren die daar behoefte aan hebben uitgenodigd worden om verder te praten met een professional en/of lotgenoten. De website biedt daartoe alle mogelijkheid door online hulpvariaties, forums, weblogs. Daarnaast biedt de website de contacten en de links op weg naar face to face contact. Doel •
De drempel om hulp te vragen wordt verlaagd/ belemmeringen die jongeren ervaren om hulp te vragen worden verkleind doordat zij (in eerste instantie) niet naar een officiële instelling hoeven en gebruik kunnen maken van eigen communicatiemiddelen;
•
De bereikbaarheid van de hulpverlening wordt verhoogd; dit geldt met name voor jongeren uit eerculturen waarvan de meeste daadwerkelijk toegang hebben tot het internet;
•
Jongeren kunnen gebruik maken van een integraal aanbod van (hulp)mogelijkheden wanneer zij te maken hebben (gehad) met geweld thuis of in hun relatie, grensoverschrijdend (seksueel) gedrag en/of (dreigend) eergerelateerd geweld. Het aanbod zal bestaan uit mogelijkheden in psycho-educatie, lotgenotencontact, psychosociale hulpverlening en de eerste mogelijkheden in behandeling, dit eventueel in combinatie met, of toeleidend naar, face-to-face begeleiding of -behandeling;
•
De hulp is snel toepasbaar en daardoor en door de inhoud effectief in het streven geweld in afhankelijkheidsrelaties te stoppen en/of te voorkomen;
•
Het voorkomen van ernstige –fysieke, psychische en sociale- problemen bij de doelgroep;
•
De psychische gezondheid en het welbevinden van jongeren wordt door dit aanbod vergroot;
•
Hierdoor ontstaat preventie van verhoogde zorgconsumptie (op latere leeftijd).
Inhoud •
Email contact (asynchroon contact);
•
Chatcontact (synchroon contact), gericht op het bieden van bewustwording, ondersteuning en informatie;
•
Eénmalig chatcontact;
•
Een reeks van chatcontact •
gericht op het bieden van psychosociale hulp;
•
gericht op toeleiding naar reguliere psychosociale hulp;
•
gericht op toeleiding naar behandeling;
•
Combinatie chat en face-to-face hulp;
•
Zelfhulpprogramma’s; in ontwikkeling op grond van de vragen die binnenkomen;
•
Lotgenotencontacten / chatforum (in ontwikkeling). Uit ervaring van Fier Fryslân blijkt dat deze lotgenotencontacten een constructieve werking hebben wanneer het gaat over grensoverschrijdingen. Jongeren spreken elkaar aan en accepteren van elkaar meer dan van volwassenen.
•
Behandelprogramma’s in samenwerking met interapy.nl;
•
Ook hierin kunnen combinaties voorkomen van email, chat en face-to-facecontacten;
•
Nazorgprogramma’s.
Projecten - 50 -
Werkwijze Online en divers, mogelijk in combinatie met face-to-face contacten. Voor de online psychosociale hulpverlening is een methodische handleiding ontwikkeld die in 2010 wordt doorontwikkeld op grond van de opgedane ervaringen. Online hulpverlenen wordt geïmplementeerd binnen de Ambulante Begeleiding en de Ambulante behandeling.
2. Project Project Bijzondere Vriendschappen/Big Sisters Geen indicatie vereist Contactpersoon Gretha Keegstra Projectleider
[email protected] Wat? De meiden in de anonieme opvangvoorzieningen Asja I, Zahir en Metta I en II hebben vaak net als iedereen behoefte aan contact met leeftijdsgenoten, geborgenheid, een gezin, familie; een huiselijke sfeer. Maar hoe ontmoet je iemand als je op een geheim adres verblijft en niemand kent? Bovendien hebben veel meiden niet de mogelijkheid gehad om echte vrienden te leren kennen of herkennen; dit terwijl vriendschappen nodig zijn om weer wat vertrouwen in de wereld te krijgen en die wereld te verkennen. De meiden kunnen via het project een bijzondere vriendschap aangaan met een bijzondere vriendin en of big sister. Doel en inhoud Een bijzondere vriendin is een vrijwilliger tussen de 18 en 30 jaar oud, die met één van de meiden wekelijks een leuke activiteit onderneemt: shoppen, kletsen, bioscoop bezoek, etc. Sommige meiden hebben nooit een gelijkwaardig contact gehad met leeftijdsgenoten. Via een bijzondere vriendin kan zij dan kennis maken met bijvoorbeeld de omgangsvormen met leeftijdsgenoten. Een big sister is een vrijwilliger vanaf 30 jaar oud die zich wekelijks ontfermt over één van de meiden en haar een thuisgevoel geeft dat op verschillende manieren kan worden ingevuld: een kopje thee drinken, een dagje uit, een weekend bij het gezin, de stad in, etc. De big sister laat één van de meiden deelnemen aan haar gezinsleven, zodat zij ook de andere leden binnen het gezin kan leren kennen, waardoor haar sociale netwerk wordt uitgebreid en zij een soort van tweede familie leert kennen. Via deze familie kan zij bijvoorbeeld kennis maken met de omgangsvormen die gelden binnen dit gezin of deze familie. Het hebben en het kunnen opbouwen van een gezond sociaal netwerk is van cruciaal belang. Zonder een gezond sociaal netwerk bestaat er namelijk een kans dat de meiden terugvallen in hun onveilige netwerk. Met alle gevolgen van dien en één van de redenen waarom dit project in september 2008 is opgestart. Een andere reden is dat de meiden via dit project tevens kunnen werken aan hun competenties, vaardigheden en deel kunnen nemen aan het gewone dagelijkse leven zodat zij hun eigen problematiek even kunnen vergeten. De vrijwilligers zijn geen hulpverleners! Het ‘er zijn’, zijn’ het kunnen opbouwen van een vertrouwensrelatie waarin wederzijds respect centraal staat is het allerbelangrijkste, waardoor de meiden weer (meer) vertrouwen krijgen in zichzelf en in andere mensen. Mensen die voor de meiden nieuwe wegen openen en hun leven mooier kleuren.
Projecten - 51 -
Voor welke periode de bijzondere vriendschap zal bestaan, is van te voren niets te zeggen. Sommige meiden zijn er maar kort terwijl andere meiden voor een langere periode door Fier Fryslân worden begeleid. Maar tussen beide ontstaat er zeker een bijzondere band in een voor de meiden bijzondere periode. Bijzondere Vriendschappen/Big Sisters is tot stand gekomen door een samenwerking van Fier Fryslân met The Body Shop.
Projecten - 52 -
Residentieel aanbod voor jongeren en volwassenen Residentieel aanbod voor jongeren: Opvangvoorzieningen Jeugd: Asja I en II, Zahir, Metta I en II Contactpersoon Amanda de Wind, manager Opvangvoorzieningen Jeugd
[email protected] 058-2157084 Algemene informatie Asja I en II en Zahir zijn (crisis)opvangvoorzieningen voor jongeren in de leeftijd van 14/15 tot en met 23 jaar die ernstig worden bedreigd en bescherming nodig hebben tegen deze bedreiging. Metta I en II zijn gespecialiseerde opvangvoorzieningen voor meiden met gedragsproblematiek, die ernstig zijn getraumatiseerd en een gestructureerde vorm van opvang, begeleiding en behandeling nodig hebben. Om de veiligheid van de meiden te waarborgen zijn het anonieme voorzieningen. Dit betekent dat jongeren die hier worden opgevangen geen bezoek kunnen ontvangen in de opvang en het adres van de voorzieningen geheim moeten houden. In de veilige en anonieme opvangvoorzieningen voor jeugdigen is een pedagogisch klimaat daarom van groot belang. Het pedagogisch basisklimaat betekent een nabije opvoedende professionele houding van alle professionals die zich met de meiden bezig houden en tevens een duidelijk waarden- en normenklimaat waarin de meiden zich kunnen ontwikkelen. Voor Asja I en II en Zahir is geen indicatie nodig; voor Metta I en II is een verwijzing van een (huis)arts, een medisch specialist of Bureau Jeugdzorg nodig. Naast (crisis)opvang – bed, bad, brood en basisbegeleiding – wordt er tweedelijnszorg geboden in de jongerenvoorzieningen van Fier. Hiervoor is een indicatie nodig. Deze indicatie wordt – in overleg - of door Fier Fryslân geregeld of door de verwijzer. De opvangvoorzieningen bieden 24-uursbegeleiding. Begeleiding en behandeling worden op elkaar afgestemd. In principe zijn er geen contra-indicaties tenzij er sprake is van werkelijk onhanteerbare psychiatrische problematiek (het zijn open voorzieningen), en dermate verstandelijke beperkingen waardoor de meiden door de programma’s niet tot hun recht zouden komen. In het kader van zorg op maat zijn de opvangvoorzieningen gespecificeerd naar doelgroep:
Asja I en II Asja I bevindt zich in het Noorden van het land, Asja II is gesitueerd in het Oosten van het land. Het zijn kleinschalige (crisis)opvang- en behandelvoorzieningen: •
Voor meiden van 15 t/m 23 jaar die aan mensenhandelaar/pooier/loverboy willen ontsnappen.
•
Voor risicomeiden van 15 t/m 23 jaar die dreigen slachtoffer te worden van een mensenhandelaar/pooier/loverboy.
Residentieel aanbod voor jongeren - 53 -
Plaatsen: 8 plaatsen Verblijfsduur: gemiddeld 6 tot 9 maanden (met verlenging indien nodig) Indicatie: waar mogelijk worden 24-uurs indicaties aangevraagd voor tweedelijns zorg (begeleiding en/ of behandeling)
Zahir Zahir is een kleinschalige (crisis)opvang- en behandelvoorziening voor meiden van 14 t/m 23 jaar die: •
uit een eercultuur komen;
•
op de vlucht zijn voor geweld en bedreiging door hun eigen familie en/of de familie van hun vriend(in);
•
een veilige opvang en hulpverlening nodig hebben.
Er is een nauwe samenwerking met politie en Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd geweld (LEC) in het kader van veiligheid. Ouders worden op de hoogte gesteld van het verblijf van hun dochter in de veilige opvang; wanneer het mogelijk is wordt er, in samenwerking met de politie, actief ingezet op bemiddeling. Plaatsen: 8 plaatsen Verblijfsduur: gemiddeld 6 tot 9 maanden (met verlenging indien nodig) Indicatie: voor het verblijf is geen indicatie nodig; zo nodig regelt Zahir indicaties voor tweedelijns zorg (behandeling en of begeleiding)
Metta I en II Metta I en II zijn kleinschalige (crisis)opvang- en therapeutische behandelvoorzieningen (intramurale GGZ) voor meiden van 15 t/m 23 jaar die: •
te maken hebben met problemen, klachten en stoornissen in het psychiatrisch spectrum, veelal is er sprake van co-morbiditeit (dubbele diagnose);
•
meer nodig hebben dan (crisis)opvang of een orthopedagogische leefgroep;
•
die bescherming en toezicht nodig hebben.
De meiden zijn getraumatiseerd als gevolg van: •
herhaaldelijke emotionele, lichamelijke en/of seksuele mishandeling in de kindertijd;
•
emotionele verwaarlozing in de kindertijd;
•
vaak gevolgd door verdere traumatisering in de pubertijd en de adolescentie door bijvoorbeeld aanranding, verkrachting, gedwongen prostitutie en mishandeling in relaties.
De manifeste problematiek van de doelgroep uit zich in: •
gezag- en gedragsproblematiek;
•
grensoverschrijdend (seksueel) gedrag, risicovol seksueel gedrag, hyperseksueel gedrag;
•
aan Borderline Persoonlijkheids Stoornis (BPS) gerelateerde gedragskenmerken, kenmerken
•
eergerelateerd geweld en/of dreiging van eerwraak, gedwongen prostitutie en
van antisociaal gedrag of juist afhankelijk gedrag; loverboyproblematiek, etc.
Residentieel aanbod voor jongeren - 54 -
Plaatsen: 8 plaatsen Verblijfsduur: maximaal 1 jaar (met verlenging indien nodig) Indicatie: er is een tweedelijns indicatie nodig voor intramurale GGZ (verblijf en behandeling): minderjarigen: indicatie van Bureau Jeugdzorg of verwijzing huisarts; 18 jaar en ouder: verwijzing huisarts Voor meer informatie verwijzen we naar de verwijskaarten, te vinden op de website: www.fierfryslan.nl
Psychosociale begeleiding opvangvoorzieningen Jeugd Algemeen Algemeen Het aanbod aan de meiden wordt hieronder algemeen beschreven; binnen de drie opvangvoorzieningen wordt dit algemene aanbod gespecificeerd naar doelgroep. Bovendien wordt vanuit de zorg op maat visie met elk meisje een specifiek plan gemaakt. 1. Individuele Individuele / systeemgerichte begeleiding Wat? Er is vaak sprake van meervoudige problematiek op verschillende levensterreinen, waardoor de begeleiding aan de meiden multimodaal en multidisciplinair is. De psychosociale begeleiding richt zich op ontwikkelingsmogelijkheden en het versterken van competenties en constructief gedrag. Elk meisje heeft een mentor met wie zij structureel gesprekken voert. De mentor bewaakt de continuïteit in de begeleiding en is aanwezig bij bespreking van het meisje in het Multi Disciplinair Overleg. De mentor is tevens de aanspreekpersoon voor ouders/systeem en voor andere professionals. Binnen de opvangvoorzieningen wordt systeemgericht gewerkt. Systeemgericht werken heeft o.a. de visie dat binnen het (gezins)systeem door overdrachten, verwachtingen, (ideaal)beelden in de geschiedenis van ieder lid van het systeem specifieke patronen ontstaan die mogelijk (mee) hebben geleid tot de situatie waarin het meisje zich bevindt. De systeemgerichte benadering zet de vragen/behoeften van het meisje daarom in een breed kader; juist omdat de problematiek en vraagstelling van deze meiden vaak verband houden met het systeem en de (collectieve) waarden en normen waaraan zij verbonden waren. Het brede kader dient dan om zicht te krijgen op zowel de constructieve als destructieve patronen binnen de omgeving waar het meisje vandaan komt en de effecten daarvan; om versterkende energie in te zetten en beperkende energie te verminderen; om ouders hun verantwoordelijkheid als ouders weer te kunnen laten nemen én om uiteindelijk verandering zo breed en zo diep mogelijk te kunnen laten plaatsvinden. Daarbij is er net zoveel oog voor het feit dat het ook kan zijn dat de problemen van het meisje juist kunnen leiden tot problemen in een gezin. Ook dan is een systeemgerichte benadering van belang om balans in het gezin te bewerkstelligen. Doel •
Persoonlijk welzijn.
•
Kunnen omgaan met de risico’s op grensoverschrijdend (seksueel) gedrag in contacten.
•
Creëren van een zinvol netwerk en kunnen onderhouden van constructieve (familie)contacten.
Residentieel aanbod voor jongeren - 55 -
Inhoud •
De begeleiding richt zich binnen de verschillende leefgebieden op persoonlijke, sociale en praktische aspecten.
•
De begeleiding richt zich op het hier en nu en op het gevolg geven aan eigen identiteit.
•
De begeleiding is toekomstgericht en richt zich op het vinden van perspectief.
•
De begeleiding sluit aan bij competenties en is gericht op het versterken van de vaardigheden en mogelijkheden door het creëren van succeservaringen.
•
De begeleiding is systeemgericht; er is structurele aandacht voor de relatie van het meisje met ouders, familie, vrienden en vriendinnen; waar mogelijk worden systeemgesprekken/bemiddeling veroorzaakt.
•
De begeleiding is ook gericht op praktische en materiële vaardigheden.
Werkwijze Er wordt gewerkt met integrale begeleiding -/ behandelplannen. Interventies zijn gericht op: •
Het verkrijgen van perspectief.
•
Cognitieverandering.
•
Emotionele ontwikkeling.
•
Sociale en netwerkontwikkeling.
•
Competentieontwikkeling en –versterking.
•
Gedragsverandering.
Zelfcontrole.
2. WoonWoon- en leefklimaat Wat? Het woon- en leefklimaat is v an groot belang in de gehele begeleiding en behandeling. In het woon- en leefklimaat kan een meisje wat ze in de individuele begeleiding, dagbesteding en behandeling leert en opdoet in de praktijk brengen. Het woon- en leefklimaat biedt de veiligheid waarin geoefend kan worden met nieuw en constructief gedrag. Het biedt tevens de plek waar ze samen met lotgenoten haar ervaringen kan uitwisselen en herkenning en erkenning vindt. En het is natuurlijk ook de plek voor ontspanning en rust. Het woon- en leefklimaat is bovendien de plek waar de professionals structureel aanwezig zijn. Zij bieden betrokkenheid, empathie, warmte, acceptatie, aanmoediging en respect maar ook structuur, duidelijkheid en appèl op verantwoordelijkheid waardoor zij interventies naar de meiden kunnen plegen die zinvol zijn in begeleiding en behandeling. Dit pedagogische klimaat is erg belangrijk omdat het gaat om een groep zeer kwetsbare meiden. Bij veel van hen is sprake van een problematische ontwikkeling. Ze missen vaak de inzichten en persoonlijke en sociale vaardigheden die bij hun leeftijd horen. Zij hebben daarom een continue begeleiding nodig waarin ze (h)erkennen welke vraagstukken ze wezenlijk hebben. Met het oog op bescherming, veiligheid en toezicht is het belangrijk dat er 24 uur per dag begeleiding is. Het is essentieel dat er met een meisje gesproken wordt als ze bijvoorbeeld uitgaat en dat er (toe)zicht is op hoe laat de meiden ’s avonds thuiskomen, hoe ze thuiskomen en of ze ’s nachts slapen. Maar ook is het belangrijk dat er duidelijkheid is over gezonde voeding, hygiëne, dag/nachtritme, verantwoordelijkheid in huishoudelijke taken, etc. Aansturing en consequentie zijn daarom belangrijke professionele uitgangspunten in de opnamevoorzieningen.
Residentieel aanbod voor jongeren - 56 -
Het pedagogische klimaat biedt de professionele en ouderlijke zorg die de meiden nodig hebben, waardoor hen duidelijk wordt waarom iets wel of niet kan en mag en waarin ze leren hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Structureel in de begeleiding behoort het betrekken van de ouders/voogd en het sociale netwerk, zodat wanneer het enigszins mogelijk is ouders zelf weer de opvoedingsondersteuning bieden die nodig is. Doel Het woon- en leefklimaat is deel van begeleiding en behandeling en is een plek om te ontwikkelen en te ontspannen. Inhoud •
Het woon- en leefklimaat biedt kansen en mogelijkheden voor een meisje om zich te ontwikkelen en eigen keuzes te maken.
•
Alle meiden gebruiken het woon- en leefklimaat om constructief gedrag te ontwikkelen en te oefenen.
•
Het woon- en leefklimaat biedt de professional de hele dag door interventiemogelijkheden om een meisje te begeleiden naar constructief gedrag.
•
Het woon- en leefklimaat is vanzelfsprekend onderdeel in het gehele begeleidingsplan en kent vaste en gestructureerde groepsbijeenkomsten.
•
Het woon- en leefklimaat biedt het pedagogische klimaat waarin sprake is van passende opvoeding en ondersteuning.
Werkwijze •
Professionele interventies in het woon- en leefklimaat, gericht op het doorbreken van destructieve (overleving)patronen en het creëren van constructief gedrag.
•
Meiden worden mee verantwoordelijk gemaakt voor het benutten van het woon- en leefklimaat.
•
Bieden van een pedagogische context: Veiligheid en rust, ruimte en structuur, afspraken en regels.
Mogelijkheden voor ontspanning en ontwikkeling.
3. Dagbesteding: ee-learning, therapeutische leergroepen Wat? Een gestructureerd programma, zowel naar inhoud als naar tijd, biedt mogelijkheden voor meiden om succeservaringen op te doen, om destructief gedrag te leren omzetten in constructief gedrag, om zich te ontwikkelen. De dagprogramma’s richten zich daarom op het brede perspectief van ontwikkeling van een meisje. De meiden volgen in elk geval vier ochtend en vier middagen in de week een gestructureerd programma. Doel Mogelijkheden voor groei op alle ontwikkelingsgebieden; dagstructurering. Inhoud E-learning (leren op afstand): •
Het onderwijs binnen Fier Fryslân is erkend door en wordt bekostigd door het ministerie van OCW.
•
In samenwerking met het Hoenderloocollege volgen de meiden vier ochtenden per week onderwijs via internet. Via e-mail en webcam hebben de meiden contact met een docent
Residentieel aanbod voor jongeren - 57 -
van het Hoenderloocollege. Ze kunnen met hem spreken over de inhoud van hun werk, mailen hun huiswerk en krijgen het, voorzien van commentaar, weer terug. •
In de computerruimte van Fier Fryslân is tevens een hulpverlener aanwezig die de meiden ondersteunt in zowel de inhoud van hun schoolwerk als in het leren leren.
•
Er is sprake van individuele trajecten omdat opleiding, niveau en leeftijd van de meiden verschillen.
•
De meiden lopen zodoende geen achterstand op en kunnen, wanneer ze weer naar huis gaan/elders gaan wonen, hun opleiding zo weer vervolgen.
Dagprogramma door middel van therapeutische Leergroepen: •
In de therapeutische leergroepen worden thema’s behandeld. Deze thema’s krijgen vorm in modules die ieder weer uit een aantal bijeenkomsten bestaan.
•
Voorbeelden van deze leergroepen: veiligheid, vriendschap en relatie, seksualiteit, grensoverschrijdingen, loverboys, grip op je dip, omgaan met je angst, jij en de groep, ouders, prostitutie, sociale vaardigheden, agressieregulatie, zelfbescherming.
•
In de keuze van de therapeutische leergroep en de inhoud daarvan wordt aangesloten bij de vraagstukken van de meiden. Een team kijkt steeds naar de relevantie voor de doelgroep en op welke wijze het programma de doelgroep aanspreekt en kansen biedt: zorg op maat.
•
De ervaringen die meiden in de therapeutische leergroepen opdoen krijgen hun uitwerking weer in het woon- en leefklimaat en in de therapiegroepen; ze staan nooit op zichzelf.
Werkwijze E-learning: samenwerking Fier Fryslan en Hoenderloocollege; pedagogische en leerprincipes. Dagprogramma therapeutische Leergroepen: er wordt gebruik gemaakt van de volgende interventies: •
Psycho-educatie.
•
Cognitieve gedragsinterventies.
•
Emotiegerichte interventies.
•
Non-verbale, lichaamsgerichte interventies.
•
Ontspanning en sociale activering.
Praktische vaardigheden.
4. Intensieve Intensieve zelfstandigheidstraining, het Leerhuis Indicatie minderjarigen Wanneer opname in de opvangvoorziening niet meer nodig is maar er nog wel begeleiding nodig is in het zelfstandig verantwoordelijk kunnen zijn voor leven, wonen en werken. Wat? Sommige jeugdigen die na een periode van begeleiding en behandeling in Asja I,II, Zahir, Metta I,II zelfstandig willen gaan wonen, hebben nog een intensieve en specifieke vorm van begeleiding nodig, gericht op het voorkomen van misbruikrelaties en (risico) op grensoverschrijdingen, het voorkomen/stoppen van contacten in verkeerde (criminele) netwerken. Dat geldt ook voor jeugdigen die niet meer thuis kunnen wonen, geen 24uursopname nodig hebben maar ook (nog) niet zelfstandig kunnen wonen. De periode van intensieve zelfstandigheidtraining wordt vervolgd met een periode van nazorg wanneer de jeugdige zelfstandig woont. Na het Leerhuis is er nog een periode van nazorg mogelijk; voor de beschrijving van die Nazorg verwijzen we naar pagina 27 27
Residentieel aanbod voor jongeren - 58 -
Doel •
Het geleidelijk groeien naar een zelfstandig en zelfverantwoordelijk leven op alle leefterreinen en vorm kunnen geven aan eigen toekomstperspectief.
•
Grip krijgen op eigen leefsituatie, waaronder omgaan met (prostitutie)verleden en de
•
Constructief kunnen omgaan met relaties en seksualiteit.
•
Houding en vaardigheden aanleren om geheimhouding en isolement te doorbreken, leren
effecten daarvan op het huidige leven en (welzijn).
om hulp te vragen, leren om verantwoordelijkheid nemen voor eigen veiligheid en die van medebewoners en het huis. •
Het herstellen of opbouwen van een veilig en betrokken (nieuw) sociaal netwerk.
•
Leren om verantwoord om te gaan met vrijheden, risico’s en risicogedrag. Dit met name op het gebied van relaties, loverboys/lovergirls, seksualiteit.
•
Het bevorderen van de sociale en economische (re)ïntegratie in de woonomgeving en samenleving door scholing of werk.
•
Kunnen omgaan met middelen als alcohol en drugs, geld.
•
Het kennen en gebruiken van de mogelijkheden om hulp of ondersteuning te vinden bij instanties en voorzieningen.
Inhoud Zelfstandigheidbegeleiding en –training richten zich op de begeleiding in persoonlijke doelen m.b.v. individuele en groepsbegeleiding. Indien zinvol kan er gebruik gemaakt worden van de behandelingsmogelijkheden van het KJTC-F Werkwijze Er wordt gewerkt met integrale begeleiding-/behandelplannen. Diagnostiek en behandeling Voor mogelijkheden in diagnostiek en behandeling voor jongeren in de opvangvoorzieningen verwijzen we naar het hoofdstuk Ambulante Behandeling. Binnen het MDO wordt op grond van diagnosestelling besproken waarom welke behandeling voor een meisje (en eventueel haar omgeving) van belang is.
Residentieel aanbod voor jongeren - 59 -
Residentieel aanbod voor volwassenen: Opvangvoorziening Blijf van m’n Lijf Contactpersoon Bonnie van der Veen Manager Blijf van m’n Lijf
[email protected] 058-2157084 Algemene informatie: een veilig onderkomen Blijf van m’n Lijf is een veilig onderkomen voor vrouwen en hun kinderen die op de vlucht zijn voor bedreiging en geweld. Het Blijf van m’n Lijfhuis van Fier Fryslân is een bijzonder Blijf van m’n Lijfhuis: Blijf-plus. Dit betekent dat de vrouwen en kinderen die in het Blijf van m’n Lijfhuis verblijven ( vanwege huiselijk geweld, eergerelateerd geweld, mensenhandel, bedreiging uit criminele circuits) specifieke en geïntegreerde begeleiding en behandeling ontvangen en dat er waar mogelijk en vanaf het begin van opname ingezet wordt op systeembegeleiding/- behandeling. Veiligheid wordt geboden door een anoniem adres, het in kaart brengen van veiligheidsrisico’s d.m.v. een risicoscreening waardoor passende veiligheidsmaatregelen kunnen worden genomen. Daarbij wordt intensief samengewerkt met de politie ( waaronder het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd geweld van de politie bij (dreigend) eergerelateerd geweld. Vrouwen zijn zelf actief in het maken van veiligheidsplannen voor zichzelf en voor hun kinderen. De vrouwen die in het Blijf van m’n Lijfhuis komen hebben zelf behoefte aan begeleiding en behandeling, maar hun kinderen hebben dat ook. Kinderen zijn daarom net als hun moeder, cliënt. Het creëren van een veilig woon-, leef-, begeleiding/behandel- en leerklimaat staat hierdoor net als in de opvangvoorzieningen Jeugd, ook in Blijf van m’n Lijf centraal. Voor de kinderen zijn er speciale programma’s en een toegeruste crèche. Vrouwen richten zich, met behulp van begeleiding en behandeling, op hun eigen verwerking en toekomstperspectief, daarbinnen op hun rol als moeder en ouder. Kinderen kunnen behoefte hebben aan contact met hun vader; vaders willen vaak ook vader zijn. Een systeemgerichte benadering is daarom in Blijf van m’n Lijf vanzelfsprekend en eveneens vanuit oogpunt van veiligheid zinvol; immers iemand stelt zich in het algemeen coöperatief op wanneer hij/zij zich serieus genomen voelt in het eigen perspectief. Voor Blijf van m’n Lijf is geen indicatie nodig. Naast (crisis)opvang – bed, bad, brood en basisbegeleiding – wordt er tweedelijnszorg geboden aan de volwassenen en kinderen (Blijf plus). Hiervoor is wel een indicatie nodig. Deze indicatie wordt – in overleg - of door Fier Fryslân geregeld of door de verwijzer. De opnamevoorziening biedt 24-uursbegeleiding. Begeleiding en behandeling worden op elkaar afgestemd. In principe zijn er geen contra-indicaties tenzij er sprake is van werkelijk onhanteerbare psychiatrische of verslavingsproblematiek en dermate verstandelijke beperkingen waardoor de cliënten in de programma’s niet tot hun recht zouden komen. Vrouwen kunnen zichzelf aanmelden, verwijzingen lopen ook via professionals en instanties. Blijf van m’n Lijf heeft naast reguliere plaatsen 2 noodplaatsen. Deze zijn beschikbaar voor acute crisis, voor een vrouw die een time-out nodig heeft en/of voor een vrouw die slachtoffer is van mensenhandel. De plaats geldt voor maximaal 3 nachten; doorstroming naar een reguliere plaats is mogelijk indien deze beschikbaar is.
Residentieel aanbod voor volwassenen - 60 -
Plaatsen: 30 reguliere plaatsen voor vrouwen en hun eventuele kinderen waaronder 3 plaatsen voor slachtoffers van mensenhandel 2 crisisplaatsen 2 begeleid woonhuizen met in totaal 3 plaatsen 1 ‘opklapbed’ voor een tienermoeder: Hulpverlening à la carte (ambulante en outreachende hulp met de mogelijkheid van tijdelijke opname) Verblijfsduur: maximaal ½ jaar (met verlenging indien nodig). De eerste twee weken zijn crisisopvang en in deze periode wordt gekeken of dit de goede plek is. Aansluitend op de vraag van de cliënt zijn er mogelijkheden voor begeleid wonen en nazorg. Wanneer vrouwen teruggaan naar huis zijn er mogelijkheden voor Begeleide Terugkeer. Indicatie: voor het verblijf is geen indicatie nodig; zonodig regelt Blijf van m’n lijf indicaties voor tweedelijns zorg (behandeling en/of begeleiding)
Psychosociale begeleiding opvangvoorziening Blijf Blijf van m’ m’n Lijf 1. Individuele systeemgerichte begeleiding Wat? Er is vaak sprake van meervoudige problematiek op verschillende levensterreinen, waardoor de begeleiding aan de vrouwen en hun kinderen multimodaal en multidisciplinair is. Elke vrouw heeft, samen met haar kinderen, een mentor met wie zij structureel gesprekken voert. De mentor bewaakt de continuïteit in de begeleiding en is aanwezig bij bespreking van de cliënt (vrouw en/of kinderen) in het Multi Disciplinair Overleg. De mentor is tevens de aanspreekpersoon voor (ex)partner en voor andere professionals. De individuele begeleiding aan vrouwen is systeemgericht, d.w.z. •
Er is structurele aandacht voor het systeem waaruit zij komt;
•
Er wordt met het systeem in Blijf gewerkt (moeder-kind);
•
Waar mogelijk is contact met (ex)partner/vader om patronen van geweld te doorbreken,
constructief ouderschap te ontwikkelen en waar mogelijk kinderen contact met hun vader te laten hebben. Karakteristiek aan de begeleiding is dat er geïntegreerde hulp wordt geboden met aandacht voor zowel persoonlijke en sociale aspecten als voor praktische en materiële aspecten. Daarbij wordt rekening gehouden met de psychiatrische problematiek die cliënten mogelijk hebben ontwikkeld. Dit geldt zowel voor de vrouw als voor de kinderen. In de individuele/systeemgerichte begeleiding, maar ook in de leergroepen in het kader van het dagprogramma en binnen het woon- en leefklimaat worden kansen benut om wensen en doelen te verwezenlijken. Activiteiten en interventies daarbinnen versterken elkaar; het geheel in afstemming met de behandeling. Er is, voor wat het welzijn en de veiligheid van kinderen betreft, nauwe samenwerking met diverse organisaties zoals Bureau Jeugdzorg, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, onderwijsinstellingen. Doel •
Stoppen van geweld.
•
Persoonlijke ontwikkeling/persoonlijk welzijn en een goede moeder-kindrelatie.
•
Veiligheid voor de kinderen.
Residentieel aanbod voor volwassenen - 61 -
•
Kunnen omgaan met risicovolle situaties in het belang van veiligheid.
•
Eventueel zinvolle begeleide terugkeer en/of bemiddeling.
•
Creëren van een zinvol netwerk en kunnen onderhouden van constructieve (familie)contacten.
•
In staat zijn eigen praktische en materiële zaken te regelen.
a. Programma Hulp aan moeder en kind Binnen Blijf van m’n Lijf zijn diverse begeleiding- en behandelingsmogelijkheden gericht op het opbouwen, versterken dan wel bekrachtigen van de relatie tussen moeder en kind. Behandeling is bij Blijf van m’n Lijf veelal ter plekke geïntegreerd binnen de begeleiding. Zo is er bijvoorbeeld sprake van een structurele aanwezigheid en/of consultatiemogelijkheid van kinderbehandelaars, zoals een orthopedagoog. Dit betekent dat de mentoren de vragen en problemen die zich in het dagelijks leven bij de kinderen dan wel in de relatie moeder/vader/ouders –kind voordoen, direct kunnen voorleggen aan de orthopedagoog. Deze geeft advies of doet eigen interventies in de situatie. Begeleiding en behandeling versterken elkaar in deze multidisciplinaire benadering. De relatie moeder- kind is een belangrijk onderdeel binnen alle vormen van begeleiding en behandeling en voortdurend punt van aandacht in het woon- en leefklimaat. Het pedagogisch basisklimaat biedt immers voortdurend mogelijkheden om interacties tussen moeder en kind te bekrachtigen/bij te sturen. Zie voor bijzonderheden de volgende paragrafen. Inhoud algemeen •
De hier-en-nu situatie vormt het uitgangspunt voor de hulpverlening.
•
De begeleiding is systeemgericht.
•
Voor kinderen is het mogelijk dat zij (telefonisch) contact hebben met hun vader; de mentor begeleidt dit geheel.
•
De begeleiding is gericht op bewustwording, mogelijk inzicht, en een mogelijke mate van autonomie voor de vrouwen.
•
De vrouwen worden gezien als zelf verantwoordelijk voor de keuzes die ze maken.
De
vrouwen worden begeleid in en aangesproken op constructief ouder- en moederschap. •
De begeleiding is gericht op het stoppen van het geweld, het creëren van veiligheid voor de
•
Het gedrag van een vrouw word geplaatst in de context van geschiedenis en
kinderen en op ontwikkelingsmogelijkheden van vrouwen en (hun) kinderen. toekomstwensen en in de context van de psycho-sociale en psychiatrische problematiek waar zij mee kampt. •
De begeleiding is toekomstgericht en richt zich op de toekomstige woon- en leefsituatie van de cliënt/het gezin.
•
De begeleiding is dialooggestuurd en gericht op empowerment van de vrouwen én hun kinderen.
•
De begeleiding sluit aan bij competenties en beperkingen en is gericht op het versterken van de draagkracht (er wordt gewerkt met het balansmodel).
•
De begeleiding richt zich op verschillende levens- en ontwikkelingsgebieden
•
De begeleiding is gericht op maatschappelijke participatie en sociale activering (opleiding, werk/UWV).
•
Gegevens uit diagnosestelling worden in overleg meegenomen in de begeleiding.
Residentieel aanbod voor volwassenen - 62 -
Werkwijze Er wordt gewerkt met integrale begeleiding-/behandelingsplannen. Interventies zijn gericht op: •
Het verkrijgen van perspectief.
•
Cognitieverandering.
•
Emotionele ontwikkeling.
•
Sociale en netwerkontwikkeling.
•
Competentieontwikkeling en –versterking.
•
Gedragsverandering.
•
Zelfcontrole. Interventies voor kinderen zijn gericht op veiligheid en ontwikkelingsmogelijkheden.
2. Systeembegeleiding Wat? Indien veiligheid dit toelaat wordt er altijd contact gelegd met de partner van de vrouw cq. de vader van de kinderen. Dit betekent onder andere dat de partner/vader van het gezin al op de eerste dag dat de vrouw/moeder in het Blijf van m’n Lijf huis verblijven geïnformeerd wordt over het feit dat zijn vrouw/kinderen op een veilige plek verblijven. Dit contact wordt gelegd door cliënte zelf, mentor of systeemwerker. Tijdens dat contact wordt ook nagegaan of hij hulp nodig heeft en of contact met kinderen gewenst is. Zo gewenst en zo nodig wordt behandeling aangeboden bij Fier Fryslân (mits veiligheid gegarandeerd is). Deze systeemgerichte benadering komt voort uit de visie dat geweld veelal plaatsvindt in de interactie tussen partners en dat er meestal geen sprake is van een statisch slachtoffer-pleger perspectief. Vanuit deze visie vinden er vanuit Blijf van m’n Lijf (systeem)gesprekken plaats met partners/ vaders/gezin maar ook met familieleden en/of belangrijke anderen. Wanneer mogelijk vinden er systeemgesprekken plaats of gesprekken in het kader van Begeleide Terugkeer. Omdat er kinderen betrokken zijn, kan eveneens gebruik gemaakt worden van de kindbemiddeling, zie pagina 13
3. WoonWoon- en leefklimaat Wat? In het Blijf van mij Lijf huis zijn kamers voor crisisopvang en kleine appartementen voor vrouwen (en hun kinderen) die langer gebruik maken van de mogelijkheden van Blijf van m’n Lijf. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor begeleid wonen. Er is tevens een crèche waar de kinderen worden begeleid wanneer hun moeders het dagprogramma volgen; voor tieners is er een tienerkamer. Blijf van m’n Lijf beschikt bovendien over een ruime speelplaats voor de kinderen. Het woon- en leefklimaat is de plek waar de professionals structureel aanwezig zijn. Zij bieden betrokkenheid, empathie, warmte, acceptatie, aanmoediging en respect maar ook structuur, duidelijkheid en appèl op verantwoordelijkheid waardoor zij interventies naar de vrouwen kunnen plegen die gelden voor hen als individu en als moeder. Ook naar de kinderen worden interventies gepleegd in het kader van het bieden van een veilig waarden- en normenklimaat dat gericht is op ontwikkelingsmogelijkheden. Professionals stellen de kaders en motiveren de moeders om het klimaat voor hun kinderen vorm te geven. Bij voorkeur zijn het de moeders die hun kinderen motiveren, uitdagen tot constructief gedrag, begrenzen en structureren. Dit pedagogische klimaat is erg belangrijk omdat het gaat om een groep kwetsbare vrouwen en zeer kwetsbare kinderen. Bij veel van de kinderen is sprake van een problematische
Residentieel aanbod voor volwassenen - 63 -
ontwikkeling. Zij hebben daarom continue zorg en aandacht van hun moeder nodig die op haar beurt begeleid wordt in haar eigen ontwikkeling en in haar moederschap. Het pedagogische klimaat biedt de kaders van veiligheid, ontwikkeling en structuur, zowel voor de vrouwen als voor de kinderen. Doel Het woon- en leefklimaat is deel van begeleiding en behandeling en is een plek om te ontwikkelen en te ontspannen. Inhoud •
Het woon- en leefklimaat biedt kansen en mogelijkheden voor een vrouw om zich te ontwikkelen en eigen keuzes te maken; daarnaast biedt het haar de kans een veilige omgeving voor haar kinderen te creëren.
•
Het woon- en leefklimaat daagt uit om constructief gedrag te ontwikkelen en te oefenen.
•
Het woon- en leefklimaat biedt de professional interventiemogelijkheden om een vrouw te
•
Het woon- en leefklimaat is vanzelfsprekend onderdeel in het gehele begeleidingsplan en
begeleiden naar constructief gedrag en moederschap. kent vaste en gestructureerde groepsbijeenkomsten. •
Het woon- en leefklimaat biedt het pedagogische klimaat waarin sprake is van passende opvoeding en ondersteuning.
Werkwijze •
Professionele interventies in het woon- en leefklimaat, gericht op het doorbreken van destructieve (overlevings)patronen en het creëren van constructief gedrag.
•
Vrouwen worden mee verantwoordelijk gemaakt voor het benutten van het woon- en leefklimaat;
•
Bieden van een pedagogische context: Veiligheid en rust, ruimte en structuur, afspraken en regels.
Mogelijkheden voor ontspanning en ontwikkeling.
4. Dagbesteding: leergroepen Wat? Een gestructureerd programma, zowel naar inhoud als naar tijd, biedt mogelijkheden voor vrouwen om succeservaringen op te doen, om destructief gedrag te leren omzetten in constructief gedrag, om zichzelf en hun moederschap te ontwikkelen. Jonge kinderen verblijven tijdens het dagprogramma van hun moeder in de crèche waar zij begeleid worden. Oudere kinderen gaan naar school; tieners kunnen eventueel gebruik maken van de e-learning bij de Opnamevoorzieningen Jeugd. Doel •
Vrouwen ontwikkelen zich op meerdere levensgebieden en werken zo aan autonomie, weerbaarheid, empowerment.
•
Kinderen ontwikkelen zich op verschillende ontwikkelingsgebieden.
•
Dagstructurering.
Inhoud leergroepen •
In leergroepen worden thema’s behandeld. Deze thema’s krijgen vorm in modules die ieder weer uit een aantal bijeenkomsten bestaan.
Residentieel aanbod voor volwassenen - 64 -
•
Voorbeelden van leergroepen: zingeving, leven na geweld, omgaan met je angst, grip op je dip, netwerkversterking, praktische vaardigheden, gezondheidscursus, multicultigroep, creatieve groep, zelfbescherming voor vrouwen, agressie en stressregulatie, ontspanningscursus, opvoedingsondersteuning.
•
In de keuze van de leergroep en de inhoud daarvan wordt aangesloten bij de vraagstukken van de vrouwen. Het team kijkt steeds naar de relevantie voor de doelgroep en op welke wijze het programma de doelgroep aanspreekt en kansen biedt: zorg op maat.
•
De ervaringen die vrouwen in de leergroepen opdoen krijgen hun uitwerking weer in het woon- en leefklimaat en in de therapiegroepen; ze staan nooit op zichzelf.
•
Voor kinderen zijn er specifieke groepen zoals: o
sociale vaardigheden- en weerbaarheidtraining;
o
groepen waarin het geweld dat de kinderen hebben meegemaakt centraal staat (‘Let op de kleintjes’, ‘Vingers in je oren’, Herrie in huis’); zie ook pagina pagina 12 12
o
praatgroep voor oudere kinderen (kletspraat);
o
sport- en spelgroep voor moeders en kinderen.
Werkwijze leergroepen Er wordt gebruik gemaakt van de volgende interventies: •
Psycho-educatie.
•
Cognitieve gedragsinterventies.
•
Emotiegerichte interventies.
•
Non-verbale, lichaamsgerichte interventies.
•
Ontspanning en sociale activering.
•
Praktische vaardigheden.
Video Interactie Begeleiding.
5. Begeleid Wonen Wat? Twee anonieme appartementen buiten Blijf van m’n Lijf. De mentor van Blijf van m’n Lijf blijft begeleiden. Vooral geschikt voor vrouwen (en hun kinderen): •
Waarvan tijdens de crisisopvang of de vervolgopvang blijkt dat de opvang in het opvanghuis gezien hun problematiek niet geschikt is.
•
Waarvoor de stap naar zelfstandig wonen nog te groot is na hun verblijf in de opvang. Wanneer een vrouw hier verblijft, blijft zij deelnemen aan de leergroepen en of behandeling in Blijf en/of op het hoofdkantoor.
Inhoud De aandachtspunten van individuele en systeemgerichte begeleiding zoals beschreven op pagina 61 blijven van kracht. De focus ligt bovendien op: •
Geleidelijk groeien naar een zelfstandig en zelfverantwoordelijk leven.
•
Wanneer er kinderen zijn hen een omgeving kunnen bieden waarin ze zich kunnen ontwikkelen.
•
Leren om verantwoordelijkheid te nemen voor eigen veiligheid en die van de kinderen.
•
Het herstellen of opbouwen van een veilig en betrokken (nieuw) sociaal netwerk en/of het in tact houden van basale relaties.
•
Vaardigheden aanleren om geheimhouding en isolement te doorbreken.
•
Hulp kunnen vragen wanneer dat nodig is in het bij netwerk en bij relevante professionals/organisaties.
Residentieel aanbod voor volwassenen - 65 -
Werkwijze Er wordt gewerkt met integrale begeleiding-/behandelingsplannen. Een combinatie van begeleiding, leergroepen en behandeling.
6. Nazorg, begeleide terugkeer en bemiddeling Wat? Na afloop van de periode in Blijf van m’n Lijf krijgen vrouwen die in de regio blijven structureel Nazorg aangeboden door de Ambulante begeleiding, zie hiervoor pagina 27. Wanneer zij naar een andere regio vertrekken vindt er een zogenaamde ‘warme overdracht’ plaats: de mentor en de vrouw bespreken de nodige nazorg, de mentor neemt actief contact op met de betreffende organisatie in de regio en regelt de nazorg. Wanneer de vrouw terugkeert naar haar partner kunnen zij samen gebruik maken van de mogelijkheden van Begeleide Terugkeer en Bemiddeling van Fier Fryslân dan wel in de regio; natuurlijk kan eveneens gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden in systeem- en gezinsbegeleiding van Fier Fryslân of er vindt ook hierin een warme overdacht plaats. Voor cliënten uit eerculturen wordt tevens gebruik gemaakt van bemiddeling waarbij personen die binnen de cultuur c.q. voor de familie gezag of status hebben, worden gevraagd een bemiddelende rol op zich te nemen. De methodiek ligt hierbij niet vast. De aanpak is mede afhankelijk van de problematiek, de wensen van de cliënt, haar familie en de bemiddelaar.
Diagnostiek en behandeling opvangvoorziening Blijf van m’n Lijf Algemeen In het algemeen verwijzen we voor mogelijkheden van diagnostiek en behandeling naar de informatie in het hoofdstuk Ambulante Behandeling. Voor Blijf van m’n Lijf gelden daarnaast echter enkele specifieke behandelingen van het KJTC-F /Behandelcentrum, geïntegreerd binnen de begeleiding. Zo zijn er een kinder- en jeugdpsychiater, een algemeen psychiater en een orthopedagoog/GZ-psycholoog aanwezig. We benoemen de specifieke mogelijkheden:
7. Diagnostisch onderzoek, ook voor de kinderen Wat? De kinderen worden gediagnosticeerd vanuit de visie dat gedragsstoornissen traumagerelateerd kunnen zijn, vanuit de visie dat ervaring met (getuige zijn van) geweld in de thuissituatie indringende gevolgen voor kinderen kan hebben zoals hechtingsproblematiek.
8. Individuele (trauma)behandeling, ook voor kinderen (infant psychiatry) Wat? Intensieve (trauma)behandeling in verband met (het ontstaan van) posttraumatische stress klachten. Bijzonder is dat er ook behandelingsmogelijkheden voor de kinderen zijn (o.a. traumabehandeling en speltherapie) en zelfs voor de hele jonge kinderen, infant psychiatry. Infant psychiatry (voor kinderen van 0-3 jaar) gaat uit van de visie dat de invloed van heel vroege ervaringen op de ontwikkeling van kinderen erg groot is. In de infant psychiatry wordt grote nadruk gelegd op de interactionele aspecten van de ontwikkeling, de vele dimensies van
Residentieel aanbod voor volwassenen - 66 -
de onverbrekelijke band tussen de baby en zijn ouders en de hechte relaties die de baby al vroeg kan opbouwen met verschillende belangrijke anderen. Doel •
Verwerken van grensoverschrijdende ervaringen/trauma/PTSS waardoor klachten, gedragsproblemen voortkomend uit die ervaringen, verdwijnen.
•
Egoversterking.
•
Creëren van ontwikkelingsmogelijkheden.
Inhoud •
Bewustwording van grensoverschrijdingen/trauma/PTSS en de betekenis en gevolgen daarvan, traumaverwerking, cognitieverandering, destructief gedrag omzetten in constructief gedrag, agressieregulatie en spanningsreductie.
•
Psycho-educatie.
Bij de behandeling van de kinderen wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het KJTC-F; dat geldt eveneens voor de werkwijze.
Residentieel aanbod voor volwassenen - 67 -
Fier Fryslân Postbus 1087 8900 CB Leeuwarden 058 - 215 70 84
[email protected] www.fierfryslan.nl