Menslievende zorg door helpende zorg- en welzijnswerkers. Masterthesis in het kader van de opleiding Zorg, Ethiek en Beleid
Tavie H.M. Alferink ANR 768085 Thesisbegeleider: prof. dr. F.J.H. Vosman Tweede lezer: prof. dr. A.J. Baart
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Samenvatting Zorgverleners worden dagelijks geconfronteerd met de vraag hoe zij zo goed mogelijk de zorg kunnen verlenen. Het waarborgen van de kwaliteit van het beroep, is voor lager opgeleide zorgprofessionals veelal vastgelegd in protocollen en regels. Van Heijst is echter van mening dat goede zorg niet per definitie te beschrijven is in protocollen en regels. Professionaliteit in de zorg heeft namelijk ook een morele drijfveer en grondslag: menslievendheid. Van Heijst vindt dat, om menslievende zorg te kunnen waarborgen, „zorg‟ opnieuw op de ethische grondslag moet worden geplaatst. De vraag is of de Helpende Zorg en Welzijnswerker in staat is om de morele basis van het werk tot uiting te brengen.
Deze thesis is relevant in dit verband omdat voor zover bij mij bekend, nog niet eerder onderzocht is in hoeverre de beginnend beroepsbeoefenaar HZW in de morele basis van het werk wordt ondersteund (zowel in het werk als door de opleiding). Deze thesis vergelijkt op conceptueel vlak „menslievende zorg‟ volgens Van Heijst, met de ethische aspecten van de kwalificatie-eisen die aan examens van de opleiding HZW worden gesteld. Door ook de ervaring (van de ethische aspecten van het werk) van HZW‟ers te onderzoeken, wordt een eventuele discrepantie nog verder inzichtelijk gemaakt. Vervolgens zal deze thesis, indien discrepanties worden gevonden, zoeken naar een manier om deze te overbruggen. De onderzoekvraag luidt: welke overbrugging, tussen de visie op menslievende zorg van Van Heijst en de landelijke kwalificatie-eisen van Calibris, is nodig om de beginnend beroepsbeoefenaar (niveau 2 Helpende Zorg en Welzijn) in staat te stellen om menslievende zorg te verlenen? Deze vraag is opgesplitst in de vier deelvragen die ieder in een hoofdstuk aan bod komen, de laatste deelvraag betreft een klein kwalitatief empirisch onderzoek.
Het uiteindelijke antwoord op de onderzoekvraag luidt: de overbrugging (tussen de landelijke kwalificatie-eisen van Calibris en de visie op menslievende zorg van Van Heijst) die nodig is om de beginnend beroepsbeoefenaar HZW in staat te stellen om menslievende zorg te verlenen bestaat uit begeleiding van deze werkers in: -
Kritische reflectie (op eigen ontwikkeling en organisatie- en teamcultuur, op het eigen handelen en op omgaan met problemen, dilemma‟s of kansen);
-
Feedback geven en ontvangen;
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
2 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
-
De onderwerpen: respectvolle bejegening, vraaggericht werken, conceptueel denken en menslievende rapportages.
De begeleider van de beginnend beroepsbeoefenaar moet in ieder geval: aansluiten bij de oorspronkelijke motivatie van de HZW‟ers; bewust zijn van voorbeeldrol, eigen menslievende houding en gericht op praktijk; en aansluiten bij individuele leervoorkeuren en verschillende denkgewoonten.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
3 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Inhoud Samenvatting .............................................................................................................................. 2 Inhoud......................................................................................................................................... 4 Woord vooraf ............................................................................................................................. 6 1 Inleiding .................................................................................................................................. 7 2 Probleemstelling ...................................................................................................................... 8 Vraagstelling .......................................................................................................................... 9 3 Opzet van het empirisch onderzoek ...................................................................................... 10 Werkwijze ............................................................................................................................ 10 Sensitizing concepts ......................................................................................................... 11 Betrouwbaarheid .............................................................................................................. 11 Validiteit ........................................................................................................................... 12 4 Menslievende zorg, de visie van Van Heijst ......................................................................... 13 4.1 Zorgethiek volgens Van Heijst ....................................................................................... 13 4.1.1 De zorgfabriek ......................................................................................................... 14 4.1.2 De ethische grondslag ............................................................................................. 14 4.2 De presentie-benadering ................................................................................................. 15 4.3 Menslievende zorg ......................................................................................................... 17 4.3.1 De zorgbetrekking ................................................................................................... 18 4.3.2 De zorgverhouding .................................................................................................. 19 4.3.3 De zorgverhouding en zorgbetrekking .................................................................... 20 Conclusie
Menslievende zorg .......................................................................................... 21
De Helpende Zorg en Welzijnswerker ............................................................................. 21 Kritische kanttekeningen ...................................................................................................... 23 5 Landelijke kwalificatie-eisen ................................................................................................ 24 Samenhang van de verschillende documenten ................................................................. 24 5.1 Het kwalificatiedossier ................................................................................................... 25 Competenties in het kwalificatiedossier ........................................................................... 25 5.2 Het beroepscompetentieprofiel (BCP) ........................................................................... 27 5.2.1 Kerntaken en kernopgaven ...................................................................................... 27 5.3 De beroepscode .............................................................................................................. 28 5.3.1 De beroepshouding .................................................................................................. 29 Conclusie
Landelijke kwalificatie-eisen .......................................................................... 30
Een kritische kanttekening ................................................................................................... 31 6 Leren omgaan met ethische aspecten .................................................................................... 32 6.1 Language of learning ...................................................................................................... 32 6.1.1 Leervoorkeuren en denkgewoonten ........................................................................ 33
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
4 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
6.2 Menslievende professionalisering van toekomstig beroepskrachten ............................. 34 6.2.1 Deelonderzoek 1: het aanleren van een menslievende houding. ............................. 35 6.2.2 Deelonderzoek 2: vormgeving van menslievende professionalisering van toekomstig beroepskrachten. ............................................................................................ 36 Conclusie
Leren omgaan met ethische aspecten ............................................................. 37
7 Conclusie theoretische verkenningen .................................................................................... 38 8 Empirisch onderzoek, het verslag ......................................................................................... 40 8.1 De interviews .................................................................................................................. 40 8.2 De respondenten ............................................................................................................. 41 8.3 Analyse van de antwoorden ........................................................................................... 41 Conclusie Empirisch onderzoek ........................................................................................... 50 9 Beantwoording van de onderzoekvraag ................................................................................ 51 Aanbevelingen ...................................................................................................................... 53 De begeleiding van beginnend beroepsbeoefenaars HZW .............................................. 53 Aan het kenniscentrum Calibris ....................................................................................... 54 10 Kritische reflectie op de thesis ............................................................................................ 55 Bronvermelding ........................................................................................................................ 56 Literatuur .............................................................................................................................. 56 Rapport ................................................................................................................................. 57 Folders .................................................................................................................................. 57 Internet ................................................................................................................................. 57 Downloads ........................................................................................................................ 57 Bijlagen .................................................................................................................................... 58 Bijlage 1 Competenties in het BCP .................................................................................. 59 Bijlage 2 Kwalificatiedossier HZW, kerntaken, werkprocessen en competenties .......... 60 Bijlage 3 Kwalificatiedossier HZW, vakkennis en vaardigheden bij de werkprocessen . 61 Bijlage 4 Tekst voor in de mailnieuwsbrief CNV Publieke Zaak .................................... 62 Bijlage 5 Interviewvragen ................................................................................................ 63 Bijlage 6 Memo‟s ............................................................................................................. 65 Bijlage 7 Gecodeerde antwoorden ................................................................................... 72 Bijlage 8 Code-uitleg en clustering .................................................................................. 82 Bijlage 9 Volledige interviews ......................................................................................... 89
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
5 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Woord vooraf Tilburg, oktober 2011
Het onderwerp van deze thesis is mede tot stand gekomen door gesprekken met Irma Janssen, voorzitter
commissie
ethiek
CNV
Publieke
Zaak,
Daniëlle
van
der
Eerden,
beleidsmedewerker beroepsinhoud CNV Publieke Zaak en prof. dr. Andries Baart, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. Daniëlle van der Eerden heeft gedurende het ontstaan van deze thesis meegedacht en feedback gegeven. Andries Baart was begeleidend docent vanuit de universiteit, voornamelijk in de fase van het onderzoekontwerp en bij het ontwikkelen van de interviewvragenlijst. Wegens omstandigheden is de begeleiding vanuit de universiteit later overgenomen door prof.dr. Frans Vosman, tevens hoogleraar aan de Tilburg University. Allen ben ik zeer dankbaar voor de niet-aflatende bereidheid om mee te denken. In het bijzonder Frans Vosman, die de begeleiding heeft opgepakt toen ik dat nodig had en zelfs in zijn vakantie voor mij klaar stond. Behalve mijn begeleiders wil ik ook mijn familie en in het bijzonder mijn vriend bedanken voor alle motiverende woorden waarmee ik ben ondersteund. Het proces van afstuderen begon ik met veel goede moed. Helaas viel het zoeken en vinden van respondenten voor het praktijkonderzoek erg tegen. Uiteindelijk is dit toch gelukt, mede dankzij behulpzame mensen uit het werkveld. Toen ik met de dataverwerking begonnen was, kwam de begeleiding vanuit de universiteit weer op gang en kreeg ik feedback op het theoretische gedeelte. Het was een uitdaging om gemotiveerd aan de slag te blijven, omdat alles weer op „losse schroeven‟ leek te gaan staan toen het einde net in zicht leek te komen. In augustus begon ik aan een nieuwe baan in het onderwijs, waardoor ik minder tijd had om aan de thesis te werken. Toch kijk ik met voldoening terug op het leer- en werkproces wat ik heb doorlopen gedurende het afstuderen. Eigenlijk geldt dat voor de duur van de hele master (en pre-master) Zorg Ethiek en Beleid. Door de thesis in het bijzonder, heb ik kennis en inzicht opgedaan over onder andere „menslievende zorg‟ en „presentie‟ in de zorgethiek. Nu ik de opleiding heb afgerond, kan ik mijn volledige aandacht richten om deze kennis en inzichten over te brengen aan mijn studenten.
Tavie
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
6 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
1 Inleiding Ethiek gaat over de vraag naar 'het goede'. Ethiek in de zorg zoekt een antwoord op de vraag wat goede zorg is. Dit is dan ook een belangrijk onderwerp in de masteropleiding Zorg, Ethiek en Beleid, in het kader waarvan deze thesis is geschreven. Gedurende deze studie heb ik een aantal colleges gevolgd van prof. dr. Annelies van Heijst. Haar boek Menslievende zorg. Een ethische kijk op professionaliteit in het bijzonder, heeft mij enthousiast gemaakt over de zorgethiek. Tijdens deze studie ben ik ook als docent werkzaam geweest bij een middelbare beroepsopleiding, waar studenten worden opgeleid binnen het welzijnswerk. Het verbaasde mij hoe weinig expliciete aandacht er was voor ethische en morele vorming in de opleidingen en voor de eisen waar de examens van deze beroepsopleidingen wat betreft (beroeps)ethiek aan moeten voldoen. Hieruit ontstond mijn interesse voor het onderwerp van deze thesis. Naar mijn weten is er nog niet eerder onderzoek gedaan naar in hoeverre de beginnend beroepsbeoefenaar HZW in de morele basis van het werk is ondersteund. De cultuurkritische visie van Van Heijst op goede zorg betreft, zoals de ondertitel van Menslievende zorg aangeeft, een ethische kijk op professionaliteit. Van Heijst veronderstelt dat een goede zorgverlener1 de zorgontvanger als persoon erkent en zich niet louter laat leiden door plicht en afstandelijke professionaliteit. Van Heijst gaat in tegen de heersende visie dat zorgen niets meer zou zijn dan marktgericht werken. „Want zorgen is wezenlijk: interactie tussen mensen die allen uniek zijn’, aldus Van Heijst (2005, p. 26). Van Heijst vindt dat zorgverleners moeten kunnen omgaan met ongelijke behoeften en gelijke waardigheid van zichzelf en zorgontvangers. Mensen zijn namelijk wel evenwaardig, maar in een zorgsituatie bestaat een verschil in behoeften. De zorgbehoeftige is afhankelijk van (de zorg van) anderen. “De dubbelstructuur van behoeftigheid. [...] er is een dringende nood en die roept een zorgzame respons op. Daaronder ligt een overeenkomstige behoeftigheid, want die is er bij zowel degene die zorg geeft als die zorg ontvangt. [...] over en weer behoeven de gever en ontvanger elkaar, om een echt menselijk leven te kunnen leiden.” Van Heijst, 2005, p. 40.
1
De begrippen zorgverlener, zorgprofessional en zorgverlenende professional worden in deze thesis door elkaar gebruikt.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
7 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Volgens Van Heijst ligt de nadruk in de Nederlandse gezondheidszorg op techniek en efficiëntie, waardoor „de persoon‟ die een zorgvraag heeft vaak te weinig aandacht krijgt. Van Heijst beschrijft hoe professionals in de (gezondheids)zorg op een „menslievende‟ manier zorg kunnen verlenen. Daarmee worden zowel de samenhang van „ongelijke behoeften en evenwaardigheid‟, alsook de „personen‟ in een zorgsituatie erkend. De Helpende Zorg en Welzijnswerker (HZW‟er) ondersteunt zorgbehoeftigen in instellingen en in de thuiszorg bij de persoonlijke basiszorg. Ook deze werkzaamheden, net als andere zorgverlenende handelingen, vinden plaats op de subtiele grens tussen hulp moeten bieden omdat de ander het alleen niet redt, en het risico van té bepalend worden, aldus Van Heijst (2005, p. 235). Om menslievende zorg te kunnen waarborgen moet „zorg‟ vanuit de ethische grondslag worden verleend, de vraag is of de Helpende Zorg en Welzijnswerker daartoe in staat is.
2 Probleemstelling Zorgverleners worden in hun werk geconfronteerd met morele afwegingen en ethische dilemma‟s over hoe zij de zorg zo goed mogelijk kunnen verlenen. Ook de HZW‟er wordt regelmatig geconfronteerd met morele afwegingen en ethische dilemma‟s over wat „goede zorg‟ is. Zij2 werkt vaak in de thuiszorg of instellingen, waarbij de werkzaamheden grotendeels nauwkeurig zijn beschreven. Daarmee wordt de ruimte om eigen (morele) afwegingen te maken ernstig beperkt. De vraag is echter of protocollen en regels voldoende houvast bieden voor de HZW‟er om met ethische aspecten in het werk om te kunnen gaan. Van Heijst is van mening dat goede zorg niet per definitie te beschrijven is in protocollen en regels. Professionaliteit in de zorg heeft namelijk ook een ethische betekenis: menslievendheid. Om menslievende zorg te kunnen waarborgen vindt Van Heijst dat „zorg‟ opnieuw op de ethische grondslag moet worden geplaatst. Ethiek moet weer zichtbaar en vanzelfsprekend worden in de zorg (Van Heijst, 2005, p. 9-13). Daarom moeten professionals in de zorg zelf kunnen omgaan met de ethische en morele aspecten van het werk, aldus Van Heijst. De vraag is of (beginnend) beroepsbeoefenaars3 HZW (niveau 2) hiertoe in staat gesteld worden door de opleiding. Om dit te onderzoeken worden de ethische aspecten van de exameneisen aan de opleiding Helpende Zorg en Welzijn onderzocht. Kenniscentrum Calibris
2 3
Waar „zij‟ staat wordt ook „hij‟ bedoeld. Deze thesis richt zich op gediplomeerden van de voltijdopleiding HZW (gemiddeld jonger dan de deeltijd).
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
8 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
beschrijft de landelijke kwalificatie-eisen waar examens van deze beroepsopleiding aan moeten voldoen.
Vraagstelling Deze thesis vergelijkt het concept „menslievende zorg‟ van Van Heijst, met de ethische aspecten in de kwalificatie-eisen van de examens van de opleiding Helpende Zorg en Welzijn. Door ook praktijkervaringen van beginnend beroepsbeoefenaars HZW te onderzoeken betreffende de ethische aspecten van het werk, wordt een eventuele discrepantie tussen beide verder inzichtelijk gemaakt. Vervolgens zal deze thesis, indien er zoals we vermoeden discrepanties worden gevonden, onderzoeken hoe deze overbrugd kunnen worden. De onderzoekvraag luidt: welke overbrugging, tussen de visie op menslievende zorg van Van Heijst en de landelijke kwalificatie-eisen van Calibris, is nodig om de beginnend beroepsbeoefenaar (niveau 2 Helpende Zorg en Welzijn) in staat te stellen om menslievende zorg te verlenen? De vier onderstaande deelvragen structureren tevens opbouw van de thesis. Alle worden in gescheiden hoofdstukken behandeld en aan het eind daarvan beantwoord. De derde deelvaag is in deze thesis betrokken om het leren omgaan met ethische dilemma‟s en morele afwegingen (en de ondersteuning daarvan) te onderbouwen. Na de eerste drie hoofdstukken die de theoretische verkenning vormen is er een hoofdstuk gewijd aan de conclusie over de verhouding tussen „menslievende zorg‟ en de ethische aspecten van de kwalificatie-eisen. Daarna volgt een hoofdstuk betreffende het empirisch onderzoek. De thesis sluit af met de beantwoording van de onderzoekvraag en aanbevelingen.
Theoretische verkenningen 1. Hoe kan een beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn op een menslievende manier zorg verlenen volgens de visie van Van Heijst? 2. Waar moet een beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn aan voldoen, wat betreft ethische en morele competenties volgens de landelijke kwalificatie-eisen opgesteld door Calibris? 3. Op welke manier kan de beginnend beroepsbeoefenaar leren omgaan met de ethische aspecten van het werk volgens Ruijters en Embregts & Hermsen? Empirisch onderzoek 4. Wat kenmerkt de ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn betreffende de ethische aspecten van het werk?
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
9 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
3 Opzet van het empirisch onderzoek Hier volgt een beschrijving van de inrichting en uitvoering van het empirisch onderzoek, omdat deze een geheel andere werkwijze betreft dan de theoretische verkenning. Deze onderzoekt de vierde deelvraag: wat kenmerkt de ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaar betreffende de ethische aspecten van het werk? Het onderzoekverslag en de analyse van de verzamelde data, zijn in hoofdstuk acht beschreven.
Werkwijze In eerste instantie is het empirisch onderzoek gebaseerd op de methode voor fenomenologisch onderzoek (Patton, 2002, p. 104). Dit type onderzoek is gericht op een vraag over de oorsprong: wat is de betekenis, structuur en essentie van de ervaring van een bepaald fenomeen voor deze groep mensen? Uitgangspunt is dat er een gedeelde kern is in de ervaring van een bepaald verschijnsel, waarmee wordt getracht de aard van deze alledaagse, geleefde ervaringen beter te begrijpen. Fenomenologisch onderzoek focust op: hoe mensen een ervaren fenomeen plaatsen om de wereld te begrijpen en een wereldbeeld te ontwikkelen. In het praktijkonderzoek van deze thesis wordt de ervaring van HZW‟ers wat betreft de ethische aspecten in hun werk (het fenomeen) onderzocht. Hierbij houdt de overeenkomst met fenomenologisch onderzoek op, omdat niet verder wordt ingegaan op hoe de respondenten deze ervaring gebruiken om een wereldbeeld te vormen. Er wordt slechts onderzocht wat ervaring van de respondenten kenmerkt wat betreft de ethische aspecten in hun werk. In de interviews is doorgevraagd op de ervaring van deze aspecten, hoe zij hiermee omgaan en wat ze goed kunnen of waar ze moeite mee hebben. Dit onderzoek is bedoeld om door middel van interviews meer inzicht te geven in de ervaring van de ethische aspecten van het werk van de respondenten. Een casus is één interview met één respondent. De respondenten zijn benaderd door een tekst in de mailnieuwsbrief van CNV Publieke Zaak4 en door contact op te nemen met verschillende organisaties en mensen in de zorg (zie bijlage 6 Memo‟s). Uiteindelijk zijn zes respondenten geïnterviewd die werkzaam zijn in de zorg en maximaal vier jaar geleden het diploma aan de voltijdopleiding HZW hebben behaald. De interviews hebben het karakter van een gefocust
4
Vakbond voor werknemers in de publieke sector.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
10 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
interview, ze betreffen een specifiek onderwerp: „de ervaring van de ethische aspecten van het werk‟. Sensitizing concepts Bij de interviews naar de ervaring van respondenten betreffende ethische aspecten van het beroep, zijn onderstaande sensitizing concepts (gevoeligmakende begrippen) toegepast. Deze geven richting aan de interviews, doordat het de interviewer helpt om open te staan. Hierdoor is de interviewer zich bewust van het eigen denkkader en probeert deze zo gevoelig mogelijk te zijn ook (juist) voor nieuwe inzichten. De sensitizing concepts verschaffen de interviewer verschillende kijkramen, waardoor deze niet enkel en alleen vanuit het eigen referentiekader de respons van de HZW‟ers ontvangt. -
Spanning tussen subjectieve en (schijnbaar) objectieve uitingen en beschrijvingen van de respondenten over het werk, collega‟s, cliënten, andere betrokkenen en/of organisaties/ structuren;
-
Uiting van waardering (of juist niet), waaronder normatieve opvattingen, vooronderstellingen, vooroordelen, etc.;
-
Ervaring van contrast tussen verschillende aspecten van het werk, zoals rollen, personen, verantwoordelijkheden, verwachtingen enzovoort.
Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid betreft onder andere de mate van begripstabiliteit van de onderzoeker: de transparantie in het gebruik van begrippen en de continuïteit daarvan in verschillende onderdelen van het onderzoek. Als de onderzoeksmethode betrouwbaar is, wordt dat duidelijk in het gebruik van de begrippen, in de structuur van het onderzoek en in de openheid wat betreft keuzes die gemaakt zijn. Betrouwbaarheid is de mate waarin de onderzoekresultaten onafhankelijk zijn van toevallige omstandigheden van het onderzoek (Patton, 2002, p. 945). Alle stappen in dit onderzoek zijn beschreven en de onderzoeker heeft het eigen werk herhaaldelijk kritisch bestudeerd. De interviews zijn opgenomen en (daags na het interview) verbatim uitgetypt.
5
Patton baseert zich hier op Kirk & Miller.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
11 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Validiteit Validiteit betreft de geldigheid van een onderzoek: wordt het doel bereikt, wordt er gemeten wat men wil weten (Patton, 2002, p. 14)? De deelvraag van het empirisch gedeelte van dit onderzoek luidt: wat kenmerkt de ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaar HZW betreffende de ethische aspecten van het werk? Meer inzicht dan wat de theoretische verkenning oplevert is wat werd beoogd met de interviews. Om toe te lichten hoe het doel van dit empirisch onderzoek is nagestreefd, worden hierna de mate van interne en externe validiteit verder toegelicht. Interne validiteit betreft de correctheid van de interpretatie van de verzamelde data (Patton, 2002, p. 94)6. De interne validiteit is inzichtelijk gemaakt en vergroot, doordat de interviewvragen voorafgaand aan de interviews zijn voorgelegd aan zowel de begeleider van de universiteit alsook aan de contactpersoon bij CNV Publieke Zaak. Naar aanleiding van de feedback zijn de interviewvragen enigszins aangepast. Doordat er memo‟s zijn gemaakt van de indrukken en beleving van de onderzoeker bij de interviews en dit document toegevoegd is als bijlage, wordt het inzicht in de interne validiteit verder vergroot. Zowel de werkwijze als de gedachtegang van de onderzoeker zijn nauwkeurig beschreven. De externe validiteit, ofwel generaliseerbaarheid, is vanwege het beperkte aantal interviews van dit empirisch onderzoek niet groot. De interviews geven echter wel een eerste inzicht in de ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaars HZW wat betreft de ethische aspecten van hun werk. Voor mogelijk vervolg onderzoek is dit inzicht waardevol, bijvoorbeeld voor een onderzoek betreffende de behoefte aan aandacht voor ethische aspecten (van opleidingen) in de zorg.
6
Patton baseert zich hier op Kirk & Miller.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
12 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
4 Menslievende zorg, de visie van Van Heijst In dit deel van de thesis is aandacht besteed aan de eerste deelvraag: hoe kan een beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn op een menslievende manier zorg verlenen volgens de visie van Van Heijst? Eerst is ter inleiding „de zorgethiek‟ volgens Van Heijst kort gekenmerkt, waarna een nadere toelichting volgt over het ontstaan en de ethische grondslag van de visie van Van Heijst. Dan wordt aandacht besteed aan de presentie-theorie van Baart (waar de visie van Van Heijst deels op gebaseerd is). Vervolgens komt in paragraaf 1.4 „Menslievende zorg‟ aan bod. De conclusie vormt het antwoord op de deelvraag, waarna het hoofdstuk afsluit met een kritische beschouwing.
4.1 Zorgethiek volgens Van Heijst De zorgethiek is een politiek ethische stroming, erop gericht om „zorg‟ te begrijpen. Het gaat over het alledaagse zorgen, over de verhoudingen tussen mensen in private en professionele zorgpraktijken. Het ethisch denken over zorg betreft onderliggende concepten en theoretische tradities, aldus Van Heijst in Filosofie & Praktijk (2008b, p. 12, 17). Ze plaatst de zorg in een cultureel en sociaal kader, en onderscheidt daarin de volgende vier kernbegrippen:
-
Het specifieke: erkenning van het unieke van de situatie en van de betrokkenen.
-
Dubbele afhankelijkheid: de zorgontvanger is afhankelijk van de zorgverlener, die ook weer afhankelijk is van verschillende factoren (zoals medici en apparatuur).
-
Ongelijke kwetsbaarheid: ongelijke machtsverhoudingen en verantwoordelijkheden.
-
Relationaliteit: enkel door in relatie te staan is het „goed‟ van een ander te onderzoeken.
Van Heijst, 2008a, p. 135-148. Van Heijst is in de (gezondheids-) zorg bekend vanwege haar visie op „menslievende zorg‟. Dit concept is voor een belangrijk deel gebaseerd op praktijkervaringen van zorgontvangers en zorgverleners. Het doel van zorgverlening is volgens Van Heijst (2005, p. 14): de waardigheid van iemand behoeden en overbrengen dat die ertoe doet en beminnenswaard is.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
13 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
4.1.1 De zorgfabriek Zorg is volgens Van Heijst (2005, p. 9-10) een morele onderneming, onder andere omdat het vanuit winst- en verlies- denken onrendabel is. Er is een kloof ontstaan tussen de ethische grondslag en het economische productie- denken in de zorg, deze laatste heeft de overhand gekregen met als gevolg: de zorgfabriek. Hierdoor lijken zorgontvangers tot objecten van zorg gemaakt te worden en zorgverleners tot productiemedewerkers. De zorgsector is een enorm complexe onderneming en daarom moet er systematisch en planmatig worden gewerkt. Daarbij heerst er in onze huidige maatschappij een algemene zucht naar beheersing, die voortkomt uit het onvermogen om met verschillen tussen mensen (onvoorspelbaarheid) om te gaan. Het economisch marktsysteem is gericht op datgene waarin mensen op elkaar lijken, om zo het onvoorspelbare (neven)effect in bedwang te houden (Van Heijst, 107-109, 115-119). De dominantie van strategisch doel-middeloptreden hoort echter niet thuis in de zorgsector. Het gaat in de zorg niet om productie of consumptie, maar om zieke en afhankelijke mensen (Van Heijst, 2005, p. 107). Door de marktwerking in de zorg wordt uitgegaan van een gelijke positie van mensen in economische betrekkingen. Hierdoor zijn afhankelijkheid en evenwaardigheid elkaar gaan uitsluiten. Dit is in strijd met de visie van Van Heijst op goede zorg: het bevorderen van de waardigheid van mensen die door hun lichamelijke en of geestelijke toestand afhankelijk zijn van anderen.
4.1.2 De ethische grondslag Zorg maakt deel uit van het dagelijks leven en kan een manier zijn voor mensen om een deel van hun leven en van zichzelf te delen. Zorgprofessionals dragen met hun werkzaamheden de ethische boodschap uit, dat zorg moet bijdragen aan het goed van alle mensen in hun gemeenschappelijkheid en dat iedere onvervangbaar mens daarin telt (Van Heijst, 2005, p. 8184, 350-354). De zorgvisie van Van Heijst is gebaseerd op medemenselijkheid en menswaardigheid. Deze twee waarden moeten in de zorg weer zichtbaar worden om goede zorg te kunnen realiseren (Van Heijst, 2005, p. 14, 63). Ze stelt vast dat er veranderingen nodig zijn in de professionele zorgverlening. Menselijke uniekheid en het relationele moet meer centraal staan. Om zorgen humaan te houden moeten zorgbetrekkingen meer aandacht krijgen (Van Heijst, 2005, p. 209)7. 7
Van Heijst baseert zich hier op de verbinding tussen Arendt (handelingstheorie) en Baart (presentie-theorie).
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
14 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Van Heijst pleit voor een omslag van strategisch middel-doeldenken naar waardedenken. Het is belangrijk dat professionals in de zorg de juiste handelingen verrichten en deze ook goed doen, maar dit moet voortkomen uit bewogen ondersteuning van mensen die lijden en behoeftig zijn (ongeacht vooruitzichten op herstel). En niet slechts gericht op een dominant verbeterdoel, zoals in „de zorgfabriek‟ (Van Heijst, 2005, p. 30-31, 117). Om de zorg weer menselijk te maken, moet er volgens Van Heijst ruimte zijn voor professionals en zorgontvangers om te verschijnen als uniek mens. Een efficiënte en professionele organisatie maakt zorgen mogelijk en verhoogt de kwaliteit, maar om „goed‟ te zorgen is soms meer, of iets anders nodig dan het volgen van regels en voorschriften (Van Nistelrooy, 2008, p. 28). Ethiek moet weer zichtbaar en vanzelfsprekend worden in de zorg. Om dit te bereiken moet het zorgsysteem (met handelingsmodel), de zorgtaal en de zorgvisie worden hervormd (Van Heijst, 2005, p. 9-13). In de volgende paragraaf is in een beknopte uitleg getracht de kern van de presentietheorie inzichtelijk te maken, omdat Menslievende zorg voor een belangrijk deel op deze theorie gebaseerd is.
4.2 De presentie-benadering In Theorie van de presentie onderzoekt Baart de behoefte van hulpbehoevende mensen. Uit zijn onderzoek blijkt dat zij in de eerste plaats behoefte hebben aan een zorgzame betrekking. De presentie-benadering tracht hier een scherp beeld van te geven, erop gericht om degene die lijdt bij te staan en aan te sluiten bij diens leefwereld zodat diens „eigen goed‟ gediend wordt (Van Heijst, 2008b, p. 14). Op basis van langdurig onderzoek beschrijft Baart een benadering waarmee hulpverleners zich op een professionele manier kunnen verhouden tot medemensen die in de knel zitten. Uitvoerig onderzoek naar deze benadering leidt tot de „presentie-theorie‟. Hulpbehoevende en hulpverlener zijn daarin gelijkwaardige gevende en ontvangende partijen en er is ruimte voor erkenning van verschil in behoeftigheid (Van Heijst, 2005, p. 241-244). Baart deed onderzoek naar nabijheid en afstemming in de hulpverlening. Hij ontdekte dat de hulpbehoevende mensen uit zijn onderzoek (gekenmerkt door sociale overbodigheid) meestal niet een vraag om ingrijpen stelden, waar veel hulpverleners en instanties wel vanuit gaan (zoals bij de interventiebenadering en „de zorgfabriek‟). Maar dat deze mensen de volgende vraag stelden (zie volgende pagina) (Baart, 2001, p. 650-655):
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
15 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
„Telt het voor jou dat dit hier bij/aan mij almaar weer zo gaat, pijn doet en stoppen moet?‟ Baart, 2001, p. 651
Deze vraag, bestaande uit negen elementen (onderstreept), drukt vooral de behoefte uit aan een zorgzame betrekking. Hulpbehoevenden ervaren dus vooral de behoefte aan iemand die het zich aantrekt hoe het met hen gaat, meer dan wat deze persoon voor hen concreet kan betekenen. Dit is kenmerkend voor de presentie-benadering: vanuit het „er-zijn-met‟ komt het „er-zijn-voor een ander‟ tot stand, zonder dat er aan veel probleemoplossing wordt gedaan (Baart, 2001, p. 732-733). Om er niet alleen „met‟, maar er juist ook „voor‟ een ander te zijn, moet een betrekking in de zorgverlening worden afgestemd op de persoon van de zorgontvanger en op de betekenis die hij/ zij toekent aan de zorgverlening. Pas dan kan de professional in de zorg echt aandacht geven, aldus Van Nistelrooy in het Basisboek zorgethiek (2008, 71-75). Baart en Grypdonck beschrijven in Verpleegkunde en presentie (2008, p.122): een bewegende en procesmatige afstemming op de beleving van de zorgontvanger. De zorgverlener is daarbij voorzichtig, aftastend en laat het handelen sturen door de interpretatie van de reactie van de zorgontvanger. Baart heeft „presentie‟ samengevat door middel van vijf methodische kenmerken, zie Tabel 1: 1
Zichzelf aan de beweging, tijd en plaats blootstellen;
2
Ruimte en begrenzing van hulpvragen, grote eenheden;
3
Aansluiting bij de leefwereld en de levensloop van de betrokkenen;
4
Afstemming en openheid in doelen, niet invullen wel een doelrichting;
5
Iemands teloorgegane betekenis, individueel en sociaal, herstellen/ opbouwen.
Van Heijst, 2008a, p. 160 (gebaseerd op een samenvatting in een artikel van Baart). Tabel 1. Vijf methodische kenmerken van presentie.
Baart onderzocht de praktijk van pastoraal werkers (d.w.z. geen medische, verpleegkundige of verzorgingspraktijk). Hierdoor is het niet mogelijk om zijn onderzoek (naar sociaal uitgestoten mensen, die voor anderen er amper toe doen en weinig personen in hun omgeving hebben) zomaar op andere contexten over te zetten. Echter voor chronisch zieken of mensen
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
16 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
met een meervoudige problematiek, is dat voor een deel wel mogelijk. Ook voor deze mensen is continuïteit namelijk belangrijk: zorgverleners die hen en hun situatie kennen en die zij vertrouwen (Van Heijst, 2008a, p. 158-160, 163-164). De methodische kenmerken van presentie, zoals in Theorie van de Presentie beschreven, zijn dus niet zonder meer over te zetten naar de zorgpraktijk (later onderzoek van Baart vult dit wel verder aan). Kenmerken vier en vijf (zie Tabel 1) kunnen echter wel aandacht krijgen binnen zorginstellingen waar mensen chronisch zorgbehoeftig zijn. Dan wordt procesmatig afgestemd op de zorgontvanger als persoon en diens beleving. Van Heijst (2005, p. 246) noemt de presentie-beoefening een vermenselijking van professionaliteit en humanisering van de samenleving. Dit verwerkt zij in haar visie op „menslievende zorg‟, waarmee zij de ethische grondslag en het waardedenken terug brengt.
4.3 Menslievende zorg Volgens Van Heijst ( 2005, p. 122, 160) heeft zorg altijd het doel om iemand die in nood of ellende verkeert bij te staan; het is een bekommernis om heel de mens. Van Heijst vertrekt vanuit deze gedachte bij haar beschrijving van menslievende zorg. De eerder genoemde inzichten uit de presentie-benadering neemt zij daarin mee. Volgens Van Heijst ervaren zorgontvangers zorg als goed, indien ze het gevoel hebben dat men hen ziet staan. Het doel van zorg is dus niet alleen „beter maken‟, maar juist ook het behoeden van de waardigheid van mensen. Een morele uitdaging hierbij is het combineren van ongelijkheid en evenwaardigheid. De zorgprofessional kan dit mogelijk maken door ruimte te maken voor uniekheid, de ander mee sturing te laten geven en zorgzaamheid te bieden (Van Heijst, 2005, p. 14, 177, 230).8 Dit kan tot uiting komen in de betrekking waarbinnen de zorg wordt verleend (zie 4.3.1 De zorgbetrekking) en in de manier waarop een zorgprofessional zich verhoudt tot de zorg en de zorgontvanger(s) (zie 4.3.2 De zorgverhouding).
8
Van Heijst, gebaseerd op Arendt en Baart.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
17 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
4.3.1 De zorgbetrekking Door nabijheid en (lichamelijk) contact ontstaan in de zorg intermenselijke betrekkingen. Mensen verschijnen hierin aan elkaar als een „wie‟, omdat zorgen interactie tussen unieke mensen betreft (Van Heijst, 2005, p. 26, 113). Erkenning voor de persoon van zowel de zorgverlener als de zorgontvanger is een voorwaarde om echt met iemand een relatie aan te gaan waarbinnen zorg tot stand kan komen (Van Nistelrooy, 2008). Van Heijst zegt over de zorgbetrekking: de zorgverlener en zorgontvanger zijn beiden unieke personen en kunnen meedenken over hoe de zorg moet worden vormgegeven. De zorgprofessional kan voorwaarden scheppen zodat dit mogelijk is en stelt zich op als gelijkwaardig (Van Heijst, 2005, p. 112-113). Een zorgbetrekking is dus nooit neutraal, maar juist altijd afhankelijk van de afstemming op „wie‟ de ander is. Dit ontstaat en ontwikkelt zich in de loop van de tijd en door continuïteit. Om zorgzaamheid te ervaren, moet er sprake zijn van een bekommernis om heel de mens, dus ook wat de zorg(behoefte) voor deze persoon betekent. De zorgverlener ontvangt op haar beurt dankbaarheid en ziet dat haar zorg mensen goed doet (Van Heijst, 2005, p. 100, 122-123, 353). Om menslievende zorg te verlenen, is het dus nodig dat betrokkenen als persoon erkend worden, zodat een adequate zorgbetrekking tot stand kan komen. De zorgbetrekking moet niet een middel zijn om een doel te bereiken zodat de persoon met de zorgvraag zich gehoord en gezien voelt, maar moet bestaan uit oprechtheid, authenticiteit en beleefdheid (Van Heijst 2005, p. 189). De zorgbetrekking is heel wezenlijk en bepalend voor het ervaren van de zorg, zowel voor de zorgontvanger als voor de zorgverlenende professional. Door de zorg constant af te stemmen op de mensen die erin betrokken zijn, geeft de zorgprofessional ruimte voor de zorgontvanger om als persoon mee sturing te geven9. Als het niet mogelijk is om de nood van de zorgontvanger te verlichten, kan de zorgbetrekking nog steeds de waarden ´verbondenheid‟ (medemenselijkheid) en ´de ander als kostbaar mens´ (menswaardigheid) uitdragen. Het bijstaan van zorgbehoeftigen vanuit en binnen de betrekking is belangrijk voor het ervaren van de zorg en kan dus niet overgedragen worden (Van Heijst, 2005, p. 53, 109-112) 10.
9
Van Heijst baseert zich hier op Arendt. Van Heijst baseert zich hier op Van der Berg.
10
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
18 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
4.3.2 De zorgverhouding Mensen zijn gelijk, zowel qua overeenkomstigheid als door het feit dat zij allemaal uniek zijn. Deze uniekheid komt tot uiting (in de zorg) door de manier waarop mensen behoeftig zijn en waar zij behoefte aan hebben (Van Heijst, 2005, p. 98-100). Zorgontvangers zijn afhankelijk van zorgverleners, waardoor macht een rol kan spelen. Belangrijk is dat de ongelijke behoefte niet gaat leiden tot ongelijke waardigheid: “ongelijke behoeftigheid mag bestaan, zonder dat dit automatisch leidt tot verlies van evenwaardigheid” (Van Heijst, 2005, p. 236). De menswaardigheid van mensen die zelf niet in staat zijn om in de zorgverhouding actief te verschijnen als uniek persoon, moet worden beschermd (Van Heijst, 2005, p. 126-127). Erkenning voor het feit dat de zorgverhouding asymmetrisch blijft is hierbij belangrijk, zodat ook ongelijke behoeftigheid kan blijven bestaan (Van Heijst, 2005, p. 123). Door de ander te erkennen als uniek mens en mee sturing te geven, kan de waarde „menswaardigheid‟ in de zorg gedragen worden. De zorgprofessional heeft gekozen om zich beschikbaar te stellen voor willekeurig wie zorg nodig heeft. Zorgontvangers hebben echter niet gekozen, zij zullen het met de zorg van de aanwezige zorgverleners moeten doen (Van Nistelrooy, 2008, p. 27). De zorgverhouding moet uitdrukken dat de zorgontvanger en zorgverlener beide waardevolle en eerbiedwaardige mensen zijn (Van Heijst, 2005, p. 354). Op deze manier kunnen zorgprofessionals zich op een goede manier verhouden tot de zorg, de zorgontvanger en diens ervaring van de zorg. Van Heijst (2005, p. 316, 349) benoemt dat zorgprofessionals steeds met meerdere zorgvragers en eventuele tekorten aan mogelijkheden, middelen en geld te maken krijgen. Hierdoor komen zij voor keuzes te staan die morele cognities, intuïties en emoties met zich meebrengen (Van Heijst, 2005, p. 310). Professionals moeten leren omgaan met deze morele overwegingen van zichzelf en van zorgontvangers. Ze moeten zich weten te verhouden tot situaties waar ze geen invloed op hebben en tot onoplosbaar lijden. Dat betekent: geen afstand nemen of mee lijden, maar wel dichtbij blijven waardoor je geraakt kunt worden11 (Van Heijst, 2005, p. 202). Professionals moeten deze gevoelens kunnen opmerken, daarop reflecteren en ermee omgaan. Ze moeten zich kunnen verhouden tot iets wat niet te verhelpen is en weten hoe ze in die situatie iets voor een ander kunnen betekenen (Van Heijst, 2005, p. 180-181, 310). Het is dus belangrijk dat (beginnende) zorgverleners (HZW) in staat zijn om met de ethische en morele aspecten van het werk om te gaan.
11
Van Heijst baseert zich hier op de presentie-theorie.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
19 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
4.3.3 De zorgverhouding en zorgbetrekking De zorgbetrekking betreft de verbinding die tussen mensen ontstaat wanneer zij door zorghandelingen met elkaar in contact komen. Hierbinnen krijgt het zorg verlenen of zorg ontvangen betekenis, wat belangrijk is voor het ervaren van de zorg. Dit is dus niet zonder meer overdraagbaar (naar andere zorgverleners in de volgende dienst of van een andere organisatie). De zorgverhouding laat zien hoe mensen zich in de zorg tot elkaar en de te leveren of ontvangen zorg verhouden. De hiervoor beschreven aandacht voor de zorgverhouding en -betrekking is alleen mogelijk als de zorg niet opgevuld is met regels en protocollen. Van Heijst noemt dit de enige manier om zorgen humaan te houden, al kan het ook improductief zijn. Het vertrouwen moet worden teruggelegd bij de kundigheid die professionals (samen) in de praktijk hebben opgebouwd en bij hun (nog veel beter te ontwikkelen) reflexieve vermogens (Van Heijst, 2005, p. 116- 118) 12. Gelukkig is er een ontwikkeling zichtbaar in de zorg: het zwaartepunt komt steeds meer bij de zorgontvangers te liggen (waar het eerder ging om de verantwoording van professionals van hun productieve arbeidstijd) (Van Heijst, 2005, p. 52-53, 61). Zorgontvangers ervaren goede zorg, als zij het gevoel hebben dat ze ertoe doen en gezien worden als evenwaardig en uniek persoon. De zorgprofessional kan in de eigen verhouding tot de zorg en door de input in de zorgbetrekking hier mogelijkheidsvoorwaarden voor scheppen.
12
Van Heijst gebaseerd op Swierstra en Tonkens.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
20 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Conclusie
Menslievende zorg
Het antwoord op de eerste deelvraag; „Hoe kan een beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn op een menslievende manier zorg verlenen? begint met een opmerking. Volgens Van Heijst zou de ethische grondslag in de gehele zorg herkenbaar zou moeten om menslievende zorg structureel te waarborgen: het vertrouwen moet worden teruggelegd bij de kundigheid van professionals en hun reflexieve vermogens. Deze thesis beperkt zich echter tot de beginnende Helpende Zorg en Welzijnswerker. Daarom wordt specifiek voor deze HZW‟ers beschreven hoe zij op een menslievende manier zorg kunnen verlenen volgens de visie van Van Heijst.
De Helpende Zorg en Welzijnswerker Het werk van de beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn betreft veelal het ondersteunen of overnemen van de zorg bij niet-toereikende zelfredzaamheid op lichamelijk en huishoudelijk terrein. Dit werk vindt plaats op de subtiele grens tussen hulp moeten bieden omdat de ander het alleen niet redt, en het risico van té bepalend worden, aldus Van Heijst (2005, p. 235). Deze zorgverleners zijn veelal aan het „werk‟ in een heel persoonlijk gebied van de zorgontvanger (die niet heeft gekozen voor deze afhankelijke positie). De zorg kan in het diepste privédomein van het leven doordringen. Daarom is het vooral voor (beginnend) beroepsbeoefenaars in de zorg belangrijk om op een goede manier zorg te verlenen. Door een menslievende manier van zorgen, kan de HZW‟er uitdrukken dat zowel de zorgontvanger als zijzelf een waardevol en eerbiedwaardig mens is (doel van de zorg). De HZW‟er gaat een zorgzame betrekking aan met iedere zorgontvanger waarmee zij werkt, deze betrekking is van groot belang voor het ervaren van de zorg. Door elke keer opnieuw de zorg af te stemmen op de persoon (vanuit bewogen ondersteuning voor mensen die lijden en behoeftig zijn) wordt de waardigheid van zorgontvangers behoed. De HZW‟er kan dit bevorderen door ruimte te maken voor uniekheid, de zorgontvanger mee sturing te laten geven en zorgzaamheid te bieden. Van belang hierbij is dat zij zich opstelt als gelijkwaardig, maar ook het verschil in behoeftigheid erkent.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
21 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Uit de beschrijving van de visie van Van Heijst zijn de kenmerken herhaald waarmee (beginnend) beroepsbeoefenaars HZW op een adequate manier kunnen omgaan met de ethische en morele aspecten van hun werk. Om op een menslievende zorg te verlenen, moet de beginnend beroepsbeoefenaar HZW:
-
zorgen vanuit bewogen ondersteuning van mensen die behoeftig zijn, om de waardigheid van mensen te behoeden.
-
voorwaarden scheppen voor een zorgzame betrekking, door: o af te stemmen op de persoon van de zorgvrager en niet alleen op de zorgvraag; o af te stemmen op de persoon van de zorgverlener; o gelijkwaardigheid en ongelijke behoeftigheid te erkennen.
-
en daarbij: o ruimte maken voor uniekheid; o de ander mee sturing geven; o zorgzaamheid bieden.
-
morele gevoelens van zichzelf en van zorgontvangers: o opmerken, daarop reflecteren en er mee omgaan.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
22 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Kritische kanttekeningen Van Heijst wil met haar visie op „menslievende zorg‟ werkers in de zorg ondersteunen. Zij noemt verschillende voorwaarden waaraan een professional moet voldoen om menslievende zorg te verlenen (zie voorgaande conclusie). Dit is echter een behoorlijke opgave voor de beginnend beroepsbeoefenaar HZW, vooral vanwege het hoge abstractieniveau wat er van hen wordt gevraagd. Deze zorgverleners zijn vaak tussen de 17 en 21 jaar oud en hebben nog weinig (levens)ervaring (in de zorg) opgedaan. Een kritische vraag is dan ook of deze zorgprofessionals wel in staat zijn om op deze manier met hun werk bezig te zijn.
Er wordt van de menslievende zorgprofessional ook verwacht dat zij kritisch is en eventuele onrechtmatigheden niet uit de weg gaat. Maar in het huidige klimaat van instellingen en organisaties in de zorg kenmerkt „goede zorg‟ zich vooralsnog door het „slechts‟ opvolgen van regels en protocollen (zeker op het uitvoerende niveau waarop de HZW‟er werkzaam is). De steeds mondigere zorgontvangers en hun naasten en de hiërarchische indeling van beroepen in de zorg, kunnen het voor de beginnend beroepsbeoefenaar HZW behoorlijk lastig maken om bijvoorbeeld „de zorgontvanger mee sturing te laten geven‟, of „de zorgzame betrekking af te stemmen op zowel de persoon van de zorgontvanger als die van de zorgverlener‟. Ook hier komt de vraag dus naar boven of deze (beginnende) zorgprofessionals hiertoe in staat zijn.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
23 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
5 Landelijke kwalificatie-eisen In dit gedeelte van de thesis wordt een antwoord gezocht op de deelvraag: waar moet een beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn, volgens de landelijke kwalificatieeisen opgesteld door Calibris, aan voldoen wat betreft ethische en morele competenties? Dit hoofdstuk geeft een toelichting op het kwalificatiedossier Helpende Zorg en Welzijn 2011-2012, hier moeten examens van de beroepsopleiding HZW aan voldoen. Daarna volgt een beschrijving van het beroepscompetentieprofiel (BCP) en de beroepscode, dit zijn de documenten waar het kwalificatiedossier op is gebaseerd. De ethische en morele elementen die in deze documenten voorkomen worden eruit worden gelicht en met elkaar vergeleken om de deelvraag te beantwoorden.
Samenhang van de verschillende documenten Om onduidelijkheden met betrekking tot de samenhang van de verschillende documenten te voorkomen, volgt nu eerst een toelichting daarop.
In het landelijke kwalificatiedossier staan de eisen waar examens van beroepsopleidingen aan moeten voldoen. Het kwalificatiedossier Helpende Zorg en Welzijn 2011-2012 van kenniscentrum Calibris, is gebaseerd op het beroepscompetentieprofiel Helpende 2007 (deze laatste is weer deels gebaseerd op de beroepscode Verpleging en Verzorging van ABVAKABO FNV en CNV Publieke Zaak). In het BCP wordt het beroep van de Helpende omschreven in kerntaken en kernopgaven, bestaande uit (combinaties van) verschillende competenties. Het BCP Helpende betreft de beroepsactiviteiten en problemen, dilemma‟s en kansen die de HZW‟er tegen kan komen. Het beschrijft ook de gewenste beroepshouding; deze is gebaseerd op de beroepscode. De beroepscode beschrijft een professionele en gewenste houding van de zorgverlener, om de kwaliteit in de zorg te waarborgen. Dit betreft voornamelijk de ethische en praktische normen en waarden van het beroep. De competenties in het kwalificatiedossier zijn anders dan de competenties in het BCP, omdat er gebruik is gemaakt van een ander format. De competenties in het kwalificatiedossier vallen onder werkprocessen, die weer zijn ondergebracht bij kerntaken (ook volgens een ander format dan de kerntaken in het BCP).
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
24 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
5.1 Het kwalificatiedossier Het kwalificatiedossier is ontwikkeld door Calibris, in overleg met de klankbordgroep, bestaande uit: Helpende Zorg en Welzijn en Zorghulp, het platform V&V en het platform SAW (van allen zowel onderwijs als werkveld) en de paritaire commissie en het bestuur (van onderwijs, werkgevers- en werknemersorganisaties). Het (beroeps)onderwijs en bedrijfsleven hebben besloten dat (de uitwerking van deel C van) het kwalificatiedossier een goede basis is om een beroepsopleiding op te bouwen (Calibris, p. 27, 56-57).
Competenties in het kwalificatiedossier In het kwalificatiedossier zijn de competenties van het Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven van SHL13, gebruikt. De (combinaties van) competenties zijn bij werkprocessen geplaatst, die weer in drie kerntaken zijn ondergebracht (zie bijlage 2). Ook worden vereiste „vakkennis en vaardigheden‟ behorende bij de werkprocessen beschreven, zie bijlage 3. Hier komen geen geëxpliciteerde ethische en morele aspecten van het werk in voor, wel „feedbackvaardigheden‟, „reflectievaardigheden‟ en „kennis van rechten en plichten als werknemer (arbeidsvoorwaarden/CAO; rechtspositie; beroepscode)‟. Deze raken nog het meest aan de ethische en morele aspecten van het werk. In Tabel 2 is dikgedrukt welke competenties voorkomen (en hoe vaak) in het kwalificatiedossier HZW. De onderstreepte competenties hebben mijns inziens te maken hebben met de ethische en morele aspecten van het werk. De grijze competenties komen niet in het kwalificatiedossier voor.
A. Beslissen en activiteiten initiëren B. Aansturen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen (3) E. Samenwerken en overleggen (1) F. Ethisch en integer handelen G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden I. Presenteren J. Formuleren en rapporteren (4) K. Vakdeskundigheid toepassen (3) L. Materialen en middelen inzetten (2) M. Analyseren
N. Onderzoeken O. Creëren en innoveren P. Leren Q. Plannen en organiseren (1) R. Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten (6) S. Kwaliteit leveren T. Instructies en procedures opvolgen (5) U. Omgaan met verandering en aanpassen V. Met druk en tegenslag omgaan W. Gedrevenheid en ambitie tonen X. Ondernemend en commercieel handelen Y. Bedrijfsmatig handelen
Calibris, p.24-26 en SHL, eigen inbreng van accenten. Tabel 2. Competenties Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 13
Standaard competentieset die wordt gebruikt bij het ontwikkelen van kwalificatiedossiers (Calibris).
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
25 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
De onderstreepte, grijze competenties zouden volgens mij wel in het kwalificatiedossier moeten voorkomen. Hier volgt de toelichting van de onderstreepte competenties, hieruit blijkt duidelijk dat deze competenties de ethische en morele aspecten van het werk betreffen.
D. Aandacht en begrip tonen Toont belangstelling en begrip; kan zich inleven; luistert goed en laat verdraagzaamheid en welwillendheid zien; toont bezorgdheid en steunt anderen; laat zien ook zichzelf goed te kennen. F. Ethisch en integer handelen Toont zich integer en handelt consequent in lijn met de binnen de organisatie, (beroeps)groep en/of maatschappij geldende normen en waarden; houdt rekening met de omgeving en respecteert verschillen tussen mensen. P. Leren Zorgt er zelf actief voor de eigen vakkennis en –vaardigheden goed bij te houden en onderneemt indien nodig stappen om deze verder te ontwikkelen; leert van fouten en feedback; werkt actief en systematisch aan de eigen ontwikkeling en ontplooiing. R. op de behoefte en verwachtingen van de “klant” richten Achterhaalt actief de behoeften en verwachtingen van klanten; Probeert hier bij aan te sluiten; Stelt zich klantgericht op; Houdt „klant‟tevredenheid goed in de gaten en onderneemt zonodig actie. S. Kwaliteit leveren Formuleert duidelijke kwaliteits- en productiviteitsnormen waaraan het (eigen) werk moet voldoen; is er sterk op gericht de afgesproken kwaliteit en productiviteit te halen; voert hiervoor de taken consistent en systematisch uit; houdt nauwkeurig in de gaten of de afgesproken kwaliteits- en productiviteitsniveaus gerealiseerd worden. U. Omgaan met verandering en aanpassen Past het eigen gedrag snel en op positieve wijze aan veranderende omstandigheden aan; staat welwillend ten opzicht van nieuwe ideeën en plannen; accepteert het dat zaken met een zeker regelmaat veranderen; kan onzekere en onduidelijke situaties goed aan; kan goed omgaan met diversiteit (tussen mensen). Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven SHL.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
26 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
5.2 Het beroepscompetentieprofiel (BCP) Het BCP Helpende is opgesteld in opdracht van sociale partners van de bestuurscommissie Verpleging en Verzorging van Calibris. Het is tot stand gekomen op basis van literatuurstudie, documentenanalyse en toetsingsrondes met belanghebbenden, begeleid door een stuurgroep (bestaande uit vertegenwoordigers van onder andere Actiz, de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, GGZ Nederland, CNV Publieke Zaak en ABVAKABO FNV) (Movisie, p. 2, 7). Het BCP heeft als doel om opleidingen in staat te stellen om goed aan te sluiten bij de praktijk.
5.2.1 Kerntaken en kernopgaven Het centrale thema binnen het werk van een helpende, is het ondersteunen van de zorgvrager of het overnemen van diens zorg bij niet-toereikende zelfredzaamheid op lichamelijk en huishoudelijk terrein. Het doel hiervan om een optimaal basisniveau van functioneren en een optimale leefomgeving te realiseren en om bij te dragen aan de kwaliteit van leven en ervaren of gewenste functionele autonomie van de zorgvrager (Movisie, p. 1-8). In het BCP geven de kerntaken aan wat de inhoudelijke samenhangende beroepsactiviteiten zijn. De kernopgaven zijn de problemen, dilemma‟s of kansen waarmee de helpende regelmatig in aanraking komt. Binnen de gezondheidszorg werkt de helpende op drie taakgebieden (zorgverlening, organisatie en beroep). Tabel 3 op de volgende pagina geeft een overzicht van de kerntaken, kernopgaven en de nummers van bijbehorende competenties (Movisie, p. 7-13). In de tabel wordt duidelijk dat voornamelijk de kernopgaven (omgaan met problemen, dilemma‟s of kansen) in het BCP de ethische en morele aspecten van het werk betreffen. In verhouding met de kerntaken, worden echter aan de kernopgaven weinig competenties toegekend. Deze aspecten van het werk zijn dus minder vastgelegd in competenties dan de andere werkzaamheden en taken. Dit is in lijn met de visie van Van Heijst dat, om te kunnen omgaan met ethische en morele aspecten van het werk, het niet opgevuld moet zijn met protocollen en regels.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
27 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Binnen de zorgverlening: Kerntaken Ondersteunen bij; - algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL)14 (1, 2, 3, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13,16); - wonen en huishouden voeren (1, 2, 5, 7, 9, 10, 11, 14 en 16); - eenvoudige praktische en emotionele problemen (1, 2, 4, 6, 7, 9, 10, 11, 14). Kernopgaven Balanceren tussen; - functionele afstand en betrokkenheid (9, 13); - belang individuele zorgvrager versus belang van een woon- of leefgroep (1, 13); - belang van zorgvrager en mantelzorg versus beleid en mogelijkheden van organisatie (1, 10, 13, 16) - tijd nemen voor de zorgvrager en uitvoeren van andere activiteiten (1, 10 13); - begeleiden versus overnemen van taken en verantwoordelijkheden (7); - veranderingen bij zorgvrager meteen melden, of eerst aanzien (2). Binnen de organisatie (A) en het beroep (B): Kerntaken A: samenwerken binnen een team en organisatie (10, 14); Kerntaken B: deskundigheid bevorderen binnen het beroep van helpende (13, 15); Kernopgaven: omgaan met normen en waarden van de zorgvrager (zelfmanagement) en/ of de mantelzorg, versus de eigen, beroepsmatige zienswijze, normen en waarden (1, 10, 13, 16). Movisie (p. 14-23), eigen inbreng van accenten. Tabel 3. Kerntaken, kernopgaven en de bijbehorende competenties.
5.3 De beroepscode De beroepscode Verpleging en Verzorging is door ABVAKABO FNV en CNV Publieke Zaak ontwikkeld. Het betreft de ethische en praktische normen en waarden van het beroep en is preventief bedoeld om de kwaliteit in de zorg te waarborgen: „voor alle verpleegkundigen en verzorgenden, helpenden en zorghulpen om ongewenst gedrag, dat het aanzien van het beroep kan schaden, te voorkomen‟. Opvallend is dat in de beroepscode staat: „door de code is het mogelijk om beslissingen te nemen die goed aansluiten op de eigen morele overtuiging van de beroepsbeoefenaar‟. Gevolgd door: „zodra zij beslissingen neemt die afwijken van de in de code genoemde normen, dan kunnen haar collega‟s haar hierop aanspreken‟. Deze 14
Wassen, aan- en uitkleden en uiterlijke verzorging; ondersteuning bij eten en drinken; bij de uitscheiding; houding, beweging, kleding en temperatuur aanpassen met het oog op de ademhaling en temperatuurregulatie en het slaapcomfort; zorg dragen voor de mobiliteitsproblemen (Movisie).
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
28 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
beschrijving in de beroepscode kan problemen vormen, bijvoorbeeld indien de eigen morele overtuiging afwijkt van de normen in de code. Men kan zich afvragen wat de professional in dit geval moet doen. Een aantal voorbeelden van normen in de beroepscode: 1.3 „Zij begrijpt zonder woorden wanneer iets vertrouwelijk is‟; 2.3 „Ze gaat geen intieme of persoonlijke relatie met de zorgvrager aan‟; 2.4 „Ze neemt geen persoonlijke giften en of geschenken aan‟. ABVAKABO FNC en CNV Publieke Zaak, p. 5-6.
5.3.1 De beroepshouding De beroepshouding is gebaseerd op de beroepscode en staat beschreven in het BCP. Het betreft een samenstelling van visie op mens en maatschappij, houding, gedrag en methodische principes. Belangrijk hierbij is dat de helpende het eigen handelen in de beroepsuitoefening kritisch kan toetsen en indien nodig kan aanpassen (Movisie, p. 10, 42).
De beroepshouding van de helpende kenmerkt zich door een inlevende, open, consciëntieuze, geduldige, motiverende, professionele, leergierige, integere, sociale en communicatieve houding. Ze staat stevig in haar schoenen en beschikt over doorzettingsvermogen, improvisatievermogen en relativeringsvermogen. Ze gaat zorgvuldig met zorgvragers om, ook in hectische situaties. Ze gaat correct om met privacygevoelige informatie. Zij toont respect voor de zorgvrager, ongeacht zijn sociale of economische status, levensbeschouwing, politieke overtuiging, opleiding, ras, geaardheid, sekse of leeftijd. Andersom bewaakt ze dat ze met respect wordt behandeld door de zorgvrager. Ze houdt rekening met de normen & waarden, wensen, gewoonten en gevoelens van de zorgvrager. Ze realiseert zich dat de relatie met de zorgvrager niet altijd gelijkwaardig is, doordat de zorgvrager afhankelijk is van zorg en dienstverlening. Zij is zich bewust van haar machtspositie en kan deze hanteren. Ze kan omgaan met ethische dilemma’s en hanteert hierbij de visie en regels van de organisatie en relevante wetgeving. Ze zet zich in om zich blijvend te ontwikkelen en kan omgaan met feedback, waardering en kritiek. Movisie, eigen inbreng van accenten. Tabel 4. Beroepshouding Helpende De beroepshouding in Tabel 4 bevat duidelijk ethische en morele aspecten van het werk. De vraag die hierbij gesteld kan worden is, of de lat voor de (beginnend) beroepsbeoefenaar HZW niet te hoog wordt gelegd wat betreft de veronderstelde en geëiste reflexiviteit. De
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
29 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
opmerking dat het vooral belangrijk is dat zij het eigen handelen kritisch kan toetsen en indien nodig kan aanpassen, is in ieder geval een stuk minder eisend dan de omschrijving van de beroepshouding. Daardoor is het meer realistisch om van de beginnend HZW‟er te verwachten.
Conclusie
Landelijke kwalificatie-eisen
Waar moet een beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn, volgens de landelijke kwalificatie-eisen van Calibris, aan voldoen wat betreft ethische en morele competenties?
Volgens de landelijke kwalificatie-eisen van Calibris moet de beginnend beroepsbeoefenaar HZW wat betreft ethische en morele competenties, kennis en vaardigheden hebben ontwikkeld in: Feedback; Reflectie, en; Rechten en plichten als werknemer; Aandacht en begrip tonen, en; Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
30 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Een kritische kanttekening Het
kwalificatiedossier
HZW
is
gebaseerd
op
het
BCP
Helpende.
Door
het
(beroeps)onderwijs en bedrijfsleven is vastgesteld dat het kwalificatiedossier een goede basis biedt om een beroepsopleiding op te baseren. Maar in het proces van het vertalen, beschrijven en (her)structureren van het beroepsprofiel en de beroepscode naar het kwalificatiedossier, lijken er belangrijke gegevens verloren gegaan. Zo komen bijvoorbeeld de competenties „Ethisch en integer handelen‟; „Leren‟; „Kwaliteit leveren‟ en „Omgaan met verandering en aanpassen‟, komen niet in het kwalificatiedossier voor. Terwijl deze wel degelijk (belangrijke ethische en morele) aspecten van het beroep betreffen. Volgens het BCP moet de beginnend beroepsbeoefenaar HZW namelijk kunnen omgaan met problemen, dilemma‟s of kansen waarmee zij regelmatig in aanraking komt. En volgens de beroepshouding (gebaseerd op de beroepscode) is het vooral belangrijk dat de beroepsbeoefenaar het eigen handelen in de beroepsuitoefening kritisch kan toetsen en indien nodig aanpassen. Deze onderwerpen komen echter niet voor in het kwalificatiedossier HZW. De eisen over ontwikkelde kennis en vaardigheden die wel gesteld worden, dekken niet betekenisinhoud van bovenstaande onderstreepte zinsdelen.
Op grond hiervan kan worden gezegd dat er een discrepantie bestaat tussen enerzijds wat het BCP en de beroepscode van een medewerker HZW verwachten en anderzijds wat er in het kwalificatiedossier HZW genoemd wordt (waar de examens van de beroepsopleiding HZW aan moeten voldoen).
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
31 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
6 Leren omgaan met ethische aspecten In dit hoofdstuk staat de deelvraag centraal: Wat kan structurele ondersteuning bieden aan de beginnend beroepsbeoefenaar in het leren omgaan met de ethische aspecten van het werk op een menslievende manier? Door te putten uit het gedachtegoed „language of learning‟, ontwikkeld door Ruijters15 en het rapport „Je hebt ’t of je hebt ’t niet?’
16
van Hermsen &
Embregts, wordt deze deelvraag beantwoord.
6.1 Language of learning Ruijters (2006) ontwikkelde een taal voor leren, met als doel het leerproces te optimaliseren, voor individuele- en organisatieontwikkeling. Deze kan het leren van de bekwaamheid in het omgaan met ethische en morele aspecten optimaliseren. De „language of learning‟ houdt rekening met en draagt bij aan het welzijn van medewerkers. Ruijters (2006, p. 39, 93, 113) gaat er vanuit dat mensen van nature de behoefte hebben om zich te ontwikkelen. Zij hanteert de volgende definitie van leren (Ruijters, 2006, p. 48) 17: Leren komt vanuit de „zone van het niet-weten/ het onbekende‟ en poogt via allerlei fysieke en mentale activiteiten, begrip en bekwaamheid te ontdekken.
De „language of learning‟ bestaat uit drie thema‟s: leerlandschap, leervoorkeuren en denkgewoonten. Deze betreffen zowel het leren van individuen als het leren van organisaties. Bij het leren van het individu horen de leervoorkeuren en denkgewoonten, bij leren van organisaties speelt het leerlandschap een grotere rol. Dit laatste kan gebruikt worden als hulpmiddel om de leervraag van een organisatie te verhelderen. Omdat de beginnend beroepsbeoefenaars HZW als groep wellicht wel leervragen hebben, maar geen organisatie vormen, is in deze thesis alleen aandacht voor de leervoorkeuren en denkgewoonten.
15
In samenwerking met Robert-Jan Simons, collega‟s van Twynstra Gudde en de Universiteit van Utrecht en andere collega‟s en klanten. 16 Brengt verslag uit van het project „Menslievende professionalisering van beroepskrachten vanuit het Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. 17 Ruijters vertaalt hier de definitie van Claxton e.a.: „By definition, learning starts in the zone of the unknown, and attempts, via a whole variety of activities, mental and physical, to discover comprehension and expertise.’ Ruijters vertaalt met „leidt[...] tot het ontdekken van’. Hier wordt (op advies van dr. Leget) een meer passende vertaling gebruikt: „poogt [...] te ontdekken’.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
32 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
6.1.1 Leervoorkeuren en denkgewoonten Leervoorkeuren gaan over de context waarin iemand graag leert en kunnen gebruikt worden om te weten te komen hoe iemand het beste leert. Dat is bruikbaar voor het vormgeven van begeleiding bij het leren, Ruijters (2006, p. 207-214) noemt er vijf: Leervoorkeur
Voorbeelden
Kunst afkijken
Rolmodellen, in het echte leven, druk, complex, imiteren en observeren.
Participeren
Dialoog, samen(werken) met anderen, vertrouwen.
Kennis verwerven
Objectieve kennis, overdracht, feiten, kennis, experts, theorie.
Oefenen
Veilige omgeving, herhaling, vaardigheden, houding, uitproberen.
Ontdekken
Betekenis geven, zelf reguleren, kenniscreatie, produceren.
Tabel 5. Leervoorkeuren Denkgewoonten hebben te maken met de binnenwereld van een individu, het denken is verbonden met handelen en gevoel. Denkgewoonten kunnen verschillen per situatie waarin een individu zich bevindt. Ze komen niet strikt gescheiden, maar juist in samenspel met elkaar voor, Ruijters (2006, p. 309-315) onderscheidt er drie: Denkgewoonten
Voorbeelden
Constructie
Bruikbare informatie; analyseren, associëren, integreren.
Interactie
Input anderen; gericht vragen, vergelijken, kern eruit halen.
Reflectie
Kijken; structureren, vergelijken en synthetiseren.
Tabel 6. Denkgewoonten Volgens Ruijters moet voor een optimale ontwikkeling (in de bekwaamheid van het omgaan met ethische aspecten), bij het leren dus rekening worden gehouden met zowel individuele leervoorkeuren als de (combinatie van) verschillende denkgewoonten. Als iemand het liefst ontdekkend leert, moet dit op een andere manier begeleid worden (bijvoorbeeld nadruk op reflectie) dan wanneer iemand graag de kunst afkijkt (bijvoorbeeld nadruk op observeren). De denkgewoonten constructie, interactie en reflectie komen in samenspel met elkaar voor. Voor een optimale ontwikkeling van het leren (in de bekwaamheid van het omgaan met ethische aspecten) moet de leerbegeleiding aansluiten bij alle drie.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
33 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
6.2 Menslievende professionalisering van toekomstig beroepskrachten Het rapport van het project „Menslievende professionalisering van beroepskrachten‟ van Hermsen & Embregts (2011) probeert een antwoord te vinden op de vraag hoe nader invulling te geven aan de gewenste kwaliteit van „menslievendheid‟ met het oog op het opleiden van toekomstige beroepskrachten voor de zorg. Dit is van belang voor deze thesis omdat het rapport op basis van onderzoek, een invulling geeft aan het ondersteunen en opleiden van toekomstige beroepskrachten in de zorg. En het doel daarvan is om de kwaliteit van „menslievendheid‟ te vergroten (letterlijk: om de „gewenste‟ kwaliteit te bereiken). Een menslievende houding wordt volgens Hermsen & Embregts (2011, p. 11-12) gekenmerkt door „vakkundigheid die opgenomen is in een ethisch geladen kader van medemenselijke betrokkenheid‟. Menslievende ontwikkeling heeft volgens hen dan ook geen eindterm (Hermsen en Embregts, 2011, p. 48). De ondersteuning van de ontwikkeling van beroepsbeoefenaars op dit gebied kan dus oneindig zijn. Hermsen & Embregts gaan uit van een grote invloed op de kwaliteit van de geboden zorg door de „bekwaamheid tot het opbouwen van relaties‟ en de „attitude en persoonlijkheid‟ van de begeleiders18. Deze beknopte omschrijving van de „menslievende houding‟ volgens Hermsen en Embregts komt niet helemaal overeen met de eerdere beschrijving van menslievende zorg volgens Van Heijst in paragraaf 4.3 van deze thesis. De beschrijving van Van Heijst legt de nadruk op medemenselijkheid én menswaardigheid, als mogelijkheidsvoorwaarde voor vakkundigheid. Hermsen en Embregts zien de medemenselijke betrokkenheid als kader waarbinnen vakkundigheid een plaats krijgt. Menslievende zorg is mijns inziens echter niet „slechts‟ een kader waarbinnen het vak van de zorg uitgeoefend wordt, maar het hele zorgproces moet medemenselijkheid en menswaardigheid uitstralen om echt van menslievende zorg te kunnen spreken. Zoals eerder is opgemerkt, moet het voor de (beginnend) beroepsbeoefenaar HZW een behoorlijke opgave zijn om werkelijk menslievende zorg te verlenen (binnen het huidige klimaat in de zorg). In deze thesis beperk ik mij tot menslievende zorg, zoals die in deze situatie door HZW‟ers gestalte kan krijgen. Daarom is het onderzoek van Hermsen en Embregts toch van toegevoegde waarde, omdat zij beschrijven hoe de ontwikkeling van een (onderliggende) menslievende houding van professionals in de zorg ondersteund kan worden.
18
De begeleider van de student.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
34 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Het rapport van Hermsen en Embregts bestaat uit twee deelonderzoeken: 1) De (on)mogelijkheid van het aanleren van een menslievende houding; 2) De vormgeving van menslievende professionalisering van toekomstig beroepskrachten in vier beroepsopleidingen (Maatschappelijke Zorg, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Pedagogiek) 19. Voor deelonderzoek één werden tien opleidingsadviseurs, coördinatoren praktijkopleiding, docenten en managers van vijf zorginstellingen geïnterviewd. De tweede deelstudie maakte gebruik van een focusgroep met deskundigen op het gebied van ethiek en menslievende zorg (Hermsen & Embregts, 2011, p. 13). Volgens de respondenten in het onderzoek van Hermsen en Embregts kunnen beginnend beroepsbeoefenaars niet (voldoende) „menslievend handelen‟. Door deze bevinding en de eerdere conclusie over de exameneisen aan HZW-opleidingen, kan een bevestiging van de probleemstelling van deze masterthesis worden afgeleid (zijn beginnend beroepsbeoefenaars HZW, niveau twee, in staat om te werken volgens de visie van Van Heijst op goede zorg?). Nu volgt een beknopte beschrijving van de conclusies van de twee deelonderzoeken.
6.2.1 Deelonderzoek 1: het aanleren van een menslievende houding. Volgens de respondenten kunnen beginnend beroepsbeoefenaars niet (voldoende) „menslievend handelen‟, maar kan dit wel in de opleidingen gestimuleerd en ontwikkeld worden. Er zijn twaalf aspecten van belang bij het ontwikkelen en stimuleren van een menslievende houding en het opbouwen van relaties vanuit aandachtigheid en medemenselijke betrokkenheid:
1. Aansluiten bij oorspronkelijke motivatie; 2. Reflecteren op de eigen ontwikkeling; 3. Leren van „respectvolle bejegening‟; 4. Leren „vraaggericht werken‟; 5. Aandacht voor „ervaringsgericht leren‟; 6. Leren „conceptueel denken‟; Hermsen & Embregts, 2011, p. 17-18, 25-26
19
7. Geven en ontvangen van feedback; 8. Meten en beoordelen van ontwikkeling; 9. Samenwerken opleiding en praktijk; 10. Rol van praktijkbegeleiders; 11. Voorbereiden op de praktijk; 12. Schrijven „menslievende rapportages‟.
De eerst genoemde opleiding is een MBO niveau 4 opleiding, de andere drie zijn HBO-opleidingen (niveau 5).
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
35 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
6.2.2 Deelonderzoek 2: vormgeving van menslievende professionalisering van toekomstig beroepskrachten. Er worden uiteindelijk zeven aanbevelingen gedaan aan ROC en HBO opleidingen. In onderstaand overzicht zijn deze kort genoemd (zie volgende pagina), ook is steeds aangegeven met welk aspect uit deelonderzoek één de aanbeveling correspondeert:
-
Supervisie verbinden aan kwaliteitszorg en ethiek (1); Training menslievende professionalisering voor docenten en praktijkbegeleiders (2, 3, 4, 9 en10); - Betrekken van cliënten, experiential learning (5 en 7); - Denkers en doeners hoe je van doeners denkers maakt (6); - Selectie en intakegesprekken (8); - Meten van menslievendheid? menslievende ontwikkeling kent geen eindterm (8); - Voorbereiding op de praktijk organisatie- en teamcultuur (11 en 12). Hermsen & Embregts, 2011, p. 79-83
De conclusies van de deelonderzoeken om de (oneindige) menslievende ontwikkeling te bevorderen, kunnen gebruikt worden als uitgangspunt voor het ondersteunen van beginnend beroepsbeoefenaars HZW (niveau 2) in het leren omgaan met ethische en morele aspecten van het werk.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
36 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Conclusie
Leren omgaan met ethische aspecten
Hier volgt het antwoord op de derde deelvraag: Wat kan structurele ondersteuning bieden aan de beginnend beroepsbeoefenaar in het leren omgaan met de ethische aspecten van het werk op een menslievende manier?
Voor een optimale ontwikkeling van het individu moet het leren begeleid worden door aan te sluiten bij individuele leervoorkeuren (kunst afkijken; participeren; kennis verwerven; oefenen of ontdekken) en bij verschillende denkgewoonten (constructie, interactie, reflectie). Een menslievende manier van werken kan volgens Hermsen & Embregts gestimuleerd worden door aandacht te besteden aan20: -
de oorspronkelijke motivatie van de beroepsbeoefenaar;
-
reflectie op eigen ontwikkeling en organisatie- en teamcultuur;
-
feedback geven en ontvangen (evt. bewoners of cliënten hier een rol in geven).
-
verschillende onderwerpen: o respectvolle bejegening; o vraaggericht werken; o conceptueel denken; o menslievende rapportages.
Daarbij moet de begeleider van de (beginnend) beroepsbeoefenaars zich bewust zijn van de eigen voorbeeldrol, de eigen menslievende houding en zich richten op de praktijk.
20
De conclusie van Hermen & Embregts richt zich tot de opleidingen, hier is genoemd wat voor (beginnend) beroepsbeoefenaars in de praktijk van toepassing is.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
37 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
7 Conclusie theoretische verkenningen Naar aanleiding van de theoretische verkenningen in hoofdstukken vier, vijf en zes volgt hier een conclusie over de verhouding tussen menslievende zorg van Van Heijst en de kwalificatie-eisen van Calibris.
De kenmerken die een Helpende Zorg en Welzijnswerker moet bezitten om op een menslievende manier zorg te verlenen, worden niet geheel gewaarborgd door de kwalificatieeisen die door Calibris gesteld worden aan de examens van de opleiding (zie Tabel 7). De eisen die wel belangrijke mogelijkheidsvoorwaarden scheppen voor menslievende zorg, zijn niet voldoende om alle kenmerken (vooral A, D, E en F) van menslievende zorg te ondersteunen. De kwalificatie-eisen „feedback‟ en „reflectie‟ komen niet de tabel voor, omdat deze gelden voor alle kenmerken (A tot F) als manier om menslievende zorgverlening te bevorderen. Menslievende zorg
Landelijke kwalificatie-eisen Calibris
Van Heijst A)
Ruimte maken voor uniekheid
Aandacht en begrip tonen; Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten.
B)
De ander mee sturing laten geven
Rechten en plichten als werknemer; Aandacht en begrip tonen; Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten.
C)
Zorgzaamheid bieden
Aandacht en begrip tonen; Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten.
D)
Morele gevoelens van zichzelf en
Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten.
van zorgontvangers opmerken E)
Reflecteren op morele gevoelens
F)
Omgaan met morele gevoelens
Rechten en plichten als werknemer; Aandacht en begrip tonen.
Tabel 7. Menslievende zorg en corresponderende kwalificatie-eisen.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
38 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Vanuit het BCP en de beroepscode worden „omgaan met problemen, dilemma‟s of kansen‟ en „het eigen handelen kritisch toetsen en indien nodig aanpassen‟, niet opgenomen in de kwalificatie-eisen. Deze zouden een belangrijke toevoeging kunnen zijn in het kwalificatiedossier, om de ontwikkeling op het gebied van respectievelijk de kenmerken (B,) D, E en F en de kenmerken A, (B,) C en F verder te ondersteunen. Uit onderzoek blijkt dat de ontwikkeling van een menslievende houding kan worden gestimuleerd door middel van bepaalde begeleiding waar ook feedback en reflectie toe behoren (zie conclusie hoofdstuk zes). De begeleiding moet aansluiten bij de leervoorkeuren van het individu en de verschillende denkgewoonten. De inhoudelijke aandachtspunten van deze begeleiding zijn; -
Reflectie op eigen ontwikkeling en organisatie- en teamcultuur21 en eigen handelen kritisch toetsen en indien nodig aanpassen22;
-
Feedback geven en ontvangen;
-
Aansluiten bij oorspronkelijke motivatie van de beroepsbeoefenaar;
-
Belangrijke onderwerpen zijn: „respectvolle bejegening‟, „vraaggericht werken‟, „conceptueel denken‟ en „menslievende rapportages‟ en „omgaan met problemen, dilemma‟s of kansen‟;
-
De begeleider moet bewust zijn van voorbeeldrol, eigen menslievende houding en zich richten op de praktijk.
21
De cursieve toevoeging aan de competenties uit het kwalificatiedossier (reflectie en feedback) komt uit hoofdstuk zes van deze thesis. 22 Deze toevoeging komt uit het BCP en komt niet voor in het kwalificatiedossier.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
39 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
8 Empirisch onderzoek, het verslag Doel van het empirisch onderzoek is om de kern van de ervaring van beginnend beroepsbeoefenaars HZW, betreffende de ethische aspecten van het werk, in beeld te krijgen. Eerst komt de werkwijze van de interviews aan bod, waarna de respondenten in kaart worden gebracht. Dan volgt de analyse van de antwoorden, die leidt tot beantwoording van de deelvraag: Wat kenmerkt de ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaar betreffende de ethische aspecten van het werk?
8.1 De interviews Door middel van vragenlijsten zijn zes respondenten geïnterviewd die werkzaam zijn in de zorg en maximaal vier jaar geleden het diploma HZW hebben behaald. De respondenten zijn onder andere benaderd via CNV Publieke Zaak door een tekst in de nieuwsbrief(mail) en door contact op te nemen met verschillende organisaties en mensen in de zorg. Voor een zo groot mogelijke betrouwbaarheid, zijn de interviews uitgetypt en toegevoegd als bijlage van dit onderzoek (zie bijlage 9 Volledige interviews). Ook zijn in de memo‟s (zie bijlage 6 Memo‟s) de ervaringen en indrukken opgenomen van de interviewer (dezelfde persoon als de onderzoeker). De denkwijze en keuzes die gemaakt zijn, zijn mede hierdoor inzichtelijk. Voorafgaand aan ieder interview, is aan de respondent uitgelegd dat de interviews geheel anoniem worden verwerkt. Slechts enkele demografische gegevens zijn gevraagd om de onderzoeksgroep in beeld te brengen. Met behulp van een voicerecorder zijn de interviews opgenomen en steeds binnen 2 dagen uitgetypt, waarna ze ter controle naar de respondenten zijn opgestuurd. Geen van hen had op- of aanmerkingen over de inhoud van de interviews. Voor aanvang van een interview is het onderzoek niet nader uitgelegd. De respondenten wisten alleen dat het onderzoek gaat over wat HZW‟ers meemaken in hun werk. Hier is voor gekozen om de respondenten zo weinig mogelijk te beïnvloeden en de kans op (sociaal) wenselijke antwoorden te verkleinen. Nadat alle vragen zijn gesteld, is er een korte uitleg gegeven over het onderzoek (zie bijlage 5 Interviewvragen). De respondenten hebben daarna de kans gekregen om naar aanleiding van deze nieuwe informatie te reageren.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
40 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
8.2 De respondenten De respondenten zijn allemaal vrouwelijke gediplomeerde HZW‟ers, in de leeftijd 17 tot en met 23 jaar, werkzaam in de zorg. De functiebenaming is verschillend bij de instellingen waar zij werken: „woonondersteunend‟ of „helpende (zorg)‟. Twee van hen zijn in dezelfde maand waarin zij zijn gediplomeerd, ook geïnterviewd. Twee anderen zijn in het voorgaande kalenderjaar afgestudeerd en de andere twee respondenten hebben drie en vier jaar geleden hun diploma „Helpende‟ gehaald.
1
Respondent
2
3
4
5
6
Leeftijd
18
17
20
21
23
19
Geslacht
V
V
V
V
V
V
Diploma
juni „11
juni „11
juni „08
oktober
2007
juni „10
december 2007
juli „10
„10
sinds Werkzaam
juni „11
juli „11
juli „08
„10
sinds functie
Woon-
Helpende Helpende Helpende
ondersteunend zorg
Helpende
Woonondersteunend
8.3 Analyse van de antwoorden Bij het proces waarin de conclusies worden getrokken uit de resultaten moet rekening worden gehouden met het feit dat respondenten zichzelf hebben aangemeld, of in ieder geval open stonden voor deelname aan het interview (self-selection bias). Dit kan betekenen dat een bepaalde (karakter)eigenschap hen hiertoe heeft bewogen en ook invloed kan hebben op de antwoorden. Het is niet bekend waarom andere beginnend beroepsbeoefenaars HZW geen reactie hebben gegeven op de oproep, dus kunnen hier geen conclusies aan worden verbonden. Tijdens het verwerken van de interviews werd duidelijk dat de onderzoeker soms suggestieve of „radende‟ vragen heeft gesteld (bijvoorbeeld om de respondent meer op het gemak te stellen zodat deze zich uitgenodigd voelde om vrij te antwoorden). Daardoor zijn delen van de interviews minder geschikt voor de analyse en om die reden niet betrokken. Ook
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
41 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
bleek dat de interviewer de vragen, doordat ze zo natuurlijk mogelijk in het verloop van het gesprek werden gesteld, soms anders heeft geformuleerd dan zoals vooraf opgesteld. Hierdoor was het analyseren soms lastig, omdat de antwoorden dan minder goed met elkaar te vergelijken zijn. Ook bleek achteraf bezien een aantal vragen/ onderwerpen niet relevant voor het onderzoek te zijn, deze zijn daarom verder niet betrokken. Eerst zijn de interviews herhaaldelijk bestudeerd, waarna de interviewpassages met betrekking tot hetzelfde thema onder elkaar zijn geplaatst (zie bijlage 7 Gecodeerde antwoorden). Ter illustratie: Welke dingen in het werk wat je hier doet, vind je minder belangrijk of niet belangrijk? Waaraan vind je dat je minder of geen aandacht/ tijd zou moeten besteden? 1: Ik weet het niet, het is allemaal wel belangrijk [...]vloeren dweilen of prullenbakken legen 2: Opruimen[...] meer tijd hebben voor de cliënten zelf. [...] huishoudelijk werk. 3: eigenlijk niks. 4: die hele kleine dingetjes[...] belangrijkers voor in de plaats doen. [...] afwassen 5: Als de familie iets over hun eigen vertellen [...] Dat weet ik niet. 6: schoonmaak ofzo[...] dat is wel belangrijk, maar dat komt niet zo heel nauw. [...] als de rest maar klaar is. En de leefomgeving er een beetje netjes uitziet [...] gewoon iedereen gegeten en medicijnen hebben gehad.
Op basis van thematische herhaling, overeenkomst en opvallende antwoorden in deze passages, zijn zinnen en/of zinsdelen uit de interviews gecodeerd (zie bijlage 7 Gecodeerde antwoorden en bijlage 8 Code-uitleg en clustering). Ter illustratie: Waarom heb jij gekozen voor de opleiding HZW? 1: Ik wilde wel iets voor mensen betekenen. [...] kinderen, gehandicapten of ouderen.
M1
2: Ik wil sowieso met mensen gaan werken[...]toen wist ik gelijk van dit wil ik doen.
M2
3: Ik vind het leuk om met oudere mensen om te gaan
M2
4: raadden ze mij de zorg aan na een test, zo’n beroepstest.
M3
5: En toen hebben ze daar mij geadviseerd van doe de opleiding zorghulp en dat heb ik toen gedaan een jaar en toen ben ik daarna helpende gaan doen.
M3
6: Ik wou toch iets in de zorg[...]dat leek me wel leuk. [...] met oudere mensen [...] daar had ik altijd wel wat mee.
Tavie Alferink
M2
Menslievende zorg door HZW‟ers
42 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
De codes zijn verder ingedeeld in clusters, ook weer op basis van thematische overeenkomstigheden, herhaling en opvallendheden. Deze clusters zijn gemaakt vanuit een koppeling met de onderwerpen uit de voorgaande hoofdstukken van de theoretische verkenningen (hoofdstuk 4 Menslievende zorg volgens Van Heijst, 5 Landelijke kwalificatieeisen en 6 Leren omgaan met ethische aspecten). Ter illustratie: Motivatie Opleiding MO 1. Iets voor mensen betekenen 1x 2. Met mensen werken, oudere mensen 3x 3. Anders geadviseerd 1x, beroepstest Onderstreept 4x Van Heijst: Zorg vanuit bewogen ondersteuning van mensen die lijden en behoeftig zijn. Zorgen is interactie tussen unieke mensen. Baart: Dat vanuit „er-zijn-met‟ het „er-zijn-voor een ander‟ tot stand komt. Kwalificatiedossier: Competentie R. Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten.
Wat in bijlage 8 Code-uitleg en clustering lichter is gemaakt, komt in verhouding minder vaak voor of heeft nauwelijks raakvlak met het onderwerp van dit onderzoek. Dat is dan ook verder niet meer betrokken in het onderzoek. Hierbij is er wel gelet op de mogelijkheid dat antwoorden die eerder niet betrokken werden in het onderzoek, wellicht een heel verassende en nieuwe kijk zou kunnen geven op de onderzoekresultaten. Soms geldt de keuze om iets niet te betrekken voor een hele vraag en alle antwooden van (één) respondent(en). Ter illustratie: Mening Opleiding MeOp 1. Negatief over organisatie lesuitval 1x, duidelijkheid 1x, zelfstandigheid 1x 2. Positief over inhoud lessen 4x 3. Inhoud moeilijk 2x 4. Gemist inhoud 1x, docent 1x 5. Niks gemist 3x Cursief: Negatieve uitingen over de opleiding HZW. Onderstreept: Positieve uitingen over de opleiding HZW.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
43 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Vanuit de clusters die gemaakt zijn (onderstreept, dikgedrukt of cursief in bijlage 8 Codeuitleg en clustering), zijn vijf thema‟s benoemd waaronder de clusters geplaatst kunnen worden:
1. Motivatie (In bijlage 8 Motivatie Opleiding, Motivatie Werk, Leuk aan het Werk, Effect van Leuk aan het Werk.)
2. Belangrijk aan het werk (In bijlage 8 Belangrijk aan het Werk.) Minder belangrijk aan het werk (In bijlage 8 Minder Belangrijk Werk.)
3. Moeilijke dingen van het werk (In bijlage 8 Moeilijk aan het Werk, Twijfels.) Omgaan met moeilijke dingen van het werk (In bijlage 8 Omgaan met Moeilijk aan het Werk, Hulp bij moeilijk dingen, Omgaan met Twijfels, Bevestiging Goed gedaan.)
4. Leervoorkeuren (In bijlage 8 LeerVoorkeur, Manier van Leren.)
5. Aanvulling na informatie over het onderzoek (In bijlage 8 Aanvulling na Informatie; Relatie met zorgontvangers.)
Vanaf de volgende pagina worden deze onderwerpen toegelicht. In het er op volgende van de thesis zijn deze vijf onderwerpen en er zijn per onderwerp eerste vergelijkingen gemaakt met de conclusie uit de theoretische verkenningen.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
44 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
1 Motivatie Ik wilde wel voor mensen iets betekenen (I23). Dankbaar werk vind ik (II). Een voldoening als die mensen gewoon vrolijk zijn en dat ze hulp krijgen van een ander, die het ook zelf graag wil geven (III). Dat je mensen gewoon blij hebt gemaakt met iets (V).
Respondenten noemden als motivatie om te kiezen voor de opleiding (en later voor dit beroep) en wat zij leuk vinden aan hun werk: -
met (oudere) mensen werken, een band opbouwen/ aandacht geven;
-
het is dankbaar werk, complimenten;
-
mensen helpen, de zorg.
De respondenten geven aan hierdoor een positief gevoel en zin/ plezier in het werk te hebben. Dit is ook herkenbaar in de visie van Van Heijst, Baart en in beschrijving van de beroepshouding en de competenties uit het kwalificatiedossier HZW: Van Heijst:
Uit bewogen ondersteuning van mensen die lijden en behoeftig zijn. Ontvangt dankbaarheid en ziet dat de zorg mensen goed doet.
Baart:
Het „er-zijn-voor een ander‟.
Ber.houding:
Ze houdt rekening met de normen & waarden, wensen, gewoonten en gevoelens van de zorgvrager.
Kwal.dossier:
Competentie D. Aandacht en begrip tonen en competentie R. Op de behoeften en verwachtingen van de „klant‟ richten.
23
Het cijfer correspondeert met het interview waar betreffende uitspraak in voorkomt.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
45 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
2 Belangrijk aan het werk Dat de mensen er echt verzorgd uitzien (I). Bij de bewoner gaan zitten en gewoon een praatje maken (II). Respect voor de mensen. Activiteiten (IV). Dat je er echt voor gaat zitten (V). Dat je echt patiëntgebonden zorg verricht [...] dat ze de zorg die ze nodig hebben, dat ze dat ook krijgen (VI).
Wat de respondenten noemden over wat zij belangrijk vinden en het meest aandacht en tijd aan zouden willen besteden zijn: -
de verzorging;
-
activiteiten, tijd en aandacht voor de bewoner;
In deze antwoorden zijn de visie van Van Heijst, Baart en beschrijvingen uit het beroepscompetentieprofiel, de beroepshouding en het kwalificatiedossier terug te zien: Van Heijst:
Uit bewogen ondersteuning van mensen die lijden en behoeftig zijn.
Baart:
Voorop staat het aangaan van een zorgzame betrekking.
BCP:
Binnen de zorgverlening, kerntaak 1: Ondersteunen bij ADL.
Ber.houding:
Ze houdt rekening met de normen & waarden, wensen, gewoonten en gevoelens van de zorgvrager.
Kwal.dossier:
Competentie D Aandacht en begrip tonen en competentie R Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten.
Minder belangrijk aan het werk Vloeren dweilen of prullenbakken legen (I). Eigenlijk niks (III). Schoonmaak ofzo (VI).
De respondenten gaven in de interviews aan dat zij de vraag over wat er minder belangrijk is aan hun werk, een moeilijke vraag vinden. Uiteindelijk noemden vier van hen: -
schoonmaakwerkzaamheden/ huishouden.
Hierin is te herkennen uit het beroepscompetentieprofiel: BCP:
Binnen de zorgverlening, kernopgaven, balanceren tussen: Tijd nemen voor de zorgvrager en uitvoeren van andere activiteiten.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
46 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
3 Moeilijke dingen van het werk Om te zeggen wat ik er van vind (I). Als er een zorgvrager overlijdt (II). Dat ik de zorg niet af kan maken omdat ik helpende ben [...] planning van het personeel (IV). Dat collega’s dingen verkeerd doen (V). Als het heel druk is en heel de dag loop je te rennen en te vliegen (VI). Wat de respondenten moeilijk vinden aan hun werk, betreft een ervaring die meer uiteenloopt dan de hiervoor behandelde onderwerpen. Een aantal noemde een organisatorisch kenmerk van de zorg: -
planning van de werkdagen.
Hiermee bedoelden zij de wisselende tijden/ dagen/ diensten in het rooster, die niet altijd goed aansluiten op het voorgaande of volgende rooster, waardoor het aantal werkdagen niet altijd evenredig verspreid is. Verder werd op de vraag over wat zij moeilijk vinden of wel eens tegenaan lopen vaker dan één keer geantwoord: -
eigen emoties/ gevoelens;
-
werkdruk;
-
zorg niet kunnen afmaken.
Herkenbaar hierin zijn kenmerken van de visie van Van Heijst, zaken uit het beroepscompetentieprofiel, de beroepshouding en het kwalificatiedossier: Van Heijst:
Morele gevoelens van zichzelf merken, op reflecteren en mee omgaan.
BCP:
Binnen de zorgverlening, kernopgaven, balanceren tussen: functionele afstand en betrokkenheid.
Ber.houding:
Kenmerkt zich door een geduldige, professionele en communicatieve houding.
Staat
stevig
in
haar
schoenen
en
beschikt
over
relativeringsvermogen. Kwal.dossier:
Vakkennis en vaardigheden: Kennis van rechten en plichten als werknemer. Reflectievaardigheden.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
47 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Omgaan met moeilijke dingen van het werk Dan evalueer ik even met een collega van wat er is gebeurd (II). Met mijn teamleidster (III). Dan ga ik het even vragen [...] aan de bewoner of aan de collega (IV). Dan hoor je niks [...] of ze geven juist een compliment (V). Ik doe er niet zo gauw wat aan eigenlijk. Ik vind dat weer, ik durf er niet zo gauw wat van te zeggen (VI).
Over hoe zij omgaan met moeilijke situaties in het werk, was meer overeenstemming in de ervaring van de respondenten. Het meest werden genoemd: -
bespreken met een collega;
-
bespreken met de leidinggevende.
Hierin is de visie van Van Heijst en zijn beschrijvingen uit het beroepscompetentieprofiel, de beroepshouding en het kwalificatiedossier herkenbaar: Van Heijst:
Morele gevoelens van zichzelf merken, reflecteren en mee omgaan.
BCP:
Binnen de organisatie, kerntaak 1: Samenwerken binnen een team.
Ber.houding:
Kenmerkt zich door een open, professionele, leergierige, sociale en communicatieve houding. Ze kan omgaan met feedback, waardering en kritiek.
Kwal.dossier:
Vakkennis
en
vaardigheden:
Feedbackvaardigheden
en
reflectievaardigheden.
Op de vraag hoe de respondenten weten of ze iets goed hebben gedaan in het werk, werd respectievelijk vijf en vier keer geantwoord: -
doordat bewoners tevreden zijn/ complimenten;
-
doordat collega‟s tevreden zijn/ complimenten of in evaluatie.
In deze antwoorden zijn weer de visie van Van Heijst en beschrijvingen uit de beroepshouding en het kwalificatiedossier terug te vinden: Van Heijst:
Ontvangt dankbaarheid en ziet dat de zorg mensen goed doet.
Ber.houding:
Zet zich in om blijvend te ontwikkelen en kan omgaan met feedback, waardering en kritiek.
Kwal.dossier:
Competentie R. Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
48 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
4 Leervoorkeuren Meedoen en zelf ontdekken (IV). Alles in de praktijk (V). Eerst dingen horen en dan daarna gelijk uitvoeren [...] afkijken bij collega’s (VI). Dit onderwerp is later toegevoegd aan de interviewvragen, waardoor deze vragen alleen bij de laatste drie interviews zijn gesteld. Opvallend is dat deze drie respondenten wel een redelijk overeenkomstige ervaring hiermee hadden, zij leren het liefst door: -
in de praktijk, uitleg en zelf doen;
-
meedoen, afkijken.
Dit is herkenbaar in de theorie van Ruijters: Language of learning:
Leervoorkeuren: Kunst afkijken, participeren en oefenen.
5 Aanvulling na informatie over het onderzoek Meteen de liefde voor mensen [...]ik ben wel anders bij de ene bewoner dan bij de andere (I). Soms wel met een bewoner zitten praten en dan over vroeger enzo (III). Het klopt wel heel erg [...] net zo als met die liefde enzo met die relatie met de bewoners (IV). In wat de respondenten na uitleg over de doelstelling van het onderzoek vertelden, bestonden de volgende herhalingen en overeenkomsten: -
liefde voor mensen;
-
relatie door dingen/ activiteiten doen en gesprekken over zichzelf en de bewoner.
Hierin zijn de visie van Van Heijst en Baart te herkennen, evenals de volgende beschrijvingen uit de beroepshouding en het kwalificatiedossier: Van Heijst:
Bewogen ondersteuning van mensen die lijden en behoeftig zijn. Zorgen is interactie tussen unieke mensen.
Baart:
Dat vanuit „er-zijn-met‟ het „er-zijn-voor een ander‟ tot stand komt.
Ber.houding:
Kenmerkt zich door een inlevende, open, geduldige, integere, sociale en communicatieve houding. Ze gaat zorgvuldig met zorgvragers om en toont respect voor de zorgvrager.
Kwal.dossier:
Competentie D. Aandacht en begrip tonen en R. Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
49 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Conclusie Empirisch onderzoek Hier volgt de beantwoording van de vierde deelvraag: Wat kenmerkt de ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaar HZW betreffende de ethische aspecten van het werk?
De ervaring van beginnend beroepsbeoefenaars HZW wordt gekenmerkt door hun bewogen ondersteuning van mensen die dat nodig hebben. Ze willen aandacht en begrip tonen, zich op de behoefte en verwachtingen van de bewoners richten en rekening houden met de normen & waarden, wensen, gewoonten en gevoelens van de zorgvrager. De beginnend beroepsbeoefenaars HZW vinden het dankbaar werk. De respondenten houden zich bezig met (reflectie op) de eigen morele gevoelens en gaan daarmee om. Zij ervaren dat ze balanceren tussen afstand en betrokkenheid en het verdelen van tijd tussen zorgvragers en andere werkzaamheden. De HZW‟er gaat om met feedback, waardering en kritiek van bewoners, collega‟s en leidinggevenden. De houding in het werk is voornamelijk open, professioneel, sociaal, geduldig en communicatief.
Deze beschrijving kan niet worden overgenomen als typering voor de ervaring van alle beginnend beroepsbeoefenaars HZW. De bereidheid van de respondenten om deel te nemen aan de interviews, is mogelijk afhankelijk van factoren die ook invloed kunnen hebben op de gegeven antwoorden.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
50 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
9 Beantwoording van de onderzoekvraag Door de eerdere conclusie uit hoofdstuk zeven wat betreft de theoretische verkenning te vergelijken met de conclusie van het empirisch onderzoek, zal hierna de onderzoekvraag beantwoord worden.
Deze thesis verschilt van ander onderzoek omtrent de onderwerpen menslievende zorg, kwalificatie-eisen (van de opleiding HZW) en ervaringen van beginnend beroepsbeoefenaars (HZW) doordat het deze concepten en de praktijk met elkaar in verband brengt. Dit heeft geleid tot nieuw inzicht in de gewenste ondersteuning voor de ontwikkeling van een (meer) menslievende manier van zorgverlenen door Helpende Zorg en Welzijnswerkers.
De conclusie van de theoretische verkenningen in hoofdstuk zeven, liet zien dat (beginnend) beroepsbeoefenaars HZW niet vanzelfsprekend iets kunnen met het inzicht van Van Heijst t.a.v. menslievende zorg. Een aantal kwalificatie-eisen van de opleiding HZW betreffen wel belangrijke vaardigheden om een menslievende manier van zorgverlening te bevorderen: feedback; reflectie; aandacht en begrip tonen, en; op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten. In de antwoorden van de respondenten zijn deze beschrijvingen te herkennen. De conclusie van hoofdstuk zeven liet ook zien dat het kwalificatiedossier alleen de beginnend beroepsbeoefenaars HZW niet voldoende in staat stelt om op een menslievende manier zorg te verlenen. Dit betreft dan voornamelijk de aspecten: ruimte maken voor uniekheid; morele gevoelens van zichzelf en van zorgontvangers opmerken; reflecteren op morele gevoelens; en omgaan met morele gevoelens. Deze (vooral de laatste drie) worden echter wel herkend in de interviews met beginnend beroepsbeoefenaars als het gaat over „moeilijke dingen in het werk‟. Enkele beschrijvingen uit het BCP (kernopgaven: „omgaan met problemen, dilemma‟s of kansen‟ en uit de beroepshouding: „het eigen handelen kritisch toetsen en indien nodig aanpassen‟) kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het kwalificatiedossier, om de menslievende ontwikkeling te ondersteunen wat betreft bovenstaande cursief gedrukte aspecten. Hoofdstuk zeven concludeert verder dat ondersteuning van het leren omgaan met ethische aspecten van het werk kan worden vormgegeven door middel van begeleiding. Uit de empirische gegevens blijkt dat de respondenten zich bij moeilijkheden wenden tot collega‟s en leidinggevenden, logisch gevolg is dat de begeleiding bij voorkeur door hen moet worden ingevuld.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
51 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
De overbrugging (tussen de landelijke kwalificatie-eisen van Calibris en de visie op menslievende zorg van Van Heijst) die nodig is om de beginnend beroepsbeoefenaar HZW in staat te stellen om menslievende zorg te verlenen moet bestaan uit begeleiding in: -
het kritisch reflecteren; o op eigen ontwikkeling en organisatie- en teamcultuur o op het eigen handelen o op omgaan met problemen, dilemma‟s of kansen
-
feedback geven en ontvangen;
-
onderwerpen als: respectvolle bejegening, vraaggericht werken, conceptueel denken en menslievende rapportages.
De begeleider moet ook aan een aantal voorwaarden voldoen: -
aansluiten bij de oorspronkelijke motivatie van de HZW‟ers;
-
bewust zijn van voorbeeldrol, eigen menslievende houding en gericht op praktijk.
-
aansluiten bij individuele leervoorkeuren en verschillende denkgewoonten.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
52 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Aanbevelingen Voorgaande conclusie op de onderzoekvraag, leidt tot de volgende aanbevelingen. De begeleiding van beginnend beroepsbeoefenaars HZW De beginnend beroepsbeoefenaar HZW kan door middel van begeleiding in staat worden gesteld om de menslievende zorgverlening (verder) te ontwikkelen. Voor een volledig overzicht waar deze begeleiding aan moet voldoen, wordt verwezen naar de beantwoording van de onderzoekvraag. Bij voorkeur wordt deze begeleiding vormgegeven door collega‟s of leidinggevende van de beginnend beroepsbeoefenaar HZW. De begeleider moet zelf ook aan een aantal eisen voldoen, weer wordt verwezen naar de beantwoording van de onderzoekvraag.
Een menslievende ontwikkeling kent geen eindterm, daarom blijft begeleiding belangrijk (om op een menslievende manier met ethische en morele aspecten van het werk om te kunnen gaan). Ook voor beroepsbeoefenaars die al lang(er) in de zorg werken. In een uitgave van CNV Publieke Zaak over ethische dilemma‟s in het werk, Gedreven leiding geven, blijkt steeds weer hoe supervisie en intervisie voor alle medewerkers in de zorg van belang zijn om goed om te gaan met ethische aspecten in de zorg. Dit boekje en andere uitgaven (van CNV Publieke Zaak) over dit onderwerp, kunnen het belang van het opzetten van een dergelijke vorm van ondersteuning nog eens benadrukken. Supervisie en intervisie zijn mogelijke opties om de begeleiding van beginnend beroepsbeoefenaars HZW vorm te geven. Echter is dit niet de enige manier, gewoon (groeps)gesprekken met de begeleider kunnen de professionals in staat stellen om onder andere (beter) te reflecteren en verschillende onderwerpen bewust onder de aandacht te brengen.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
53 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Aan het kenniscentrum Calibris De middelbare beroepsopleidingen HZW moeten zorgen dat de examens aan de kwalificatieeisen van Calibris voldoen. Deze aanbevelingen zijn aan laatst genoemde gericht, zodat alle hierop gebaseerde opleidingen er baat bij hebben. Een Helpende Zorg en Welzijnswerker moet in staat zijn om aan te sluiten bij wat (de ontwikkeling in) de (gezondheids)zorg van haar verwacht. Op het gebied van de ethische en morele aspecten, geeft het BCP passende beschrijvingen in de vorm van de kerntaken en kernopgaven en de beroepshouding (gebaseerd op de beroepscode). Helaas worden niet al deze onderdelen terug gezien in het kwalificatiedossier. De HZW‟er zal beter in staat zijn om aan te sluiten bij de huidige ontwikkelingen in het werk, zoals de visie van Van Heijst op menslievende zorg beschrijft, indien er in het kwalificatiedossier de volgende beschrijvingen uit het BCP worden opgenomen: -
Van de „kernopgaven (omgaan met problemen, dilemma‟s of kansen) binnen de zorgverlening‟: Balanceren tussen
-
o
tijd nemen voor de zorgvrager en uitvoeren van andere activiteiten;
o
functionele afstand en betrokkenheid.
Het eigen handelen kritisch toetsen en indien nodig aanpassen (beroepshouding);
Deze kunnen verwerkt worden in de vorm van één of meerdere competenties, bijvoorbeeld F. Ethisch en integer handelen; P. Leren; S. Kwaliteit leveren en/ of U. Omgaan met veranderingen en aanpassen. Verder kan het bevorderen en ondersteunen van een menslievende manier van zorgverlenen, het best vorm gegeven worden door middel van begeleiding. Dit is van grote invloed op de kwaliteit van zorgverlening door beginnend beroepsbeoefenaars. De begeleiding moet voldoen aan verschillende voorwaarden, zoals te lezen in het antwoord op de onderzoekvraag (p. 49).
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
54 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
10 Kritische reflectie op de thesis
Deze masterthesis betreft een onderzoek naar de zorgethische visie van Van Heijst in de zorgsector en wat dit inzicht voor een beginnend beroepsbeoefenaar HZW betekent. De theoretische verkenningen zijn daardoor alleen geldig binnen de huidige maatschappelijke situatie en in deze tijd en betreffende de opleidingseisen zoals die nu voorgeschreven zijn door het kenniscentrum Calibris.
De interviews die afgenomen zijn, hadden mogelijk meer (bruikbare) informatie kunnen opleveren indien de interviewer meer bekwaam zou zijn geweest in het afnemen van interviews. Toch is de onderzoeker er in geslaagd om in de verschillende interviews een gedeelde kern in de ervaring van de respondenten te ontdekken.
Voor een vervolgonderzoek zou het zeer interessant zijn, om inzicht te geven in de begeleiding die beginnend beroepsbeoefenaars feitelijk krijgen en of deze groep inderdaad beter in staat is om op een menslievende manier zorg te verlenen indien de begeleiding (meer) overeenkomt met de conclusie van deze thesis. Het onderzoek van Hermsen & Embregts, omvatte een groter onderzoek met meerdere betrokkenen dan dit onderzoek en werd gedaan in opdracht van een hogeschool. Als die aanbevelingen (deels) worden doorgevoerd zou het zeer interessant zijn om de conclusie van een eventuele effectmeting te vergelijken met de conclusie van dit onderzoek.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
55 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Bronvermelding Literatuur Baarda D. B., Goede M. P. M. de, 2006. Methoden en technieken. Groningen: WoltersNoordhoff.
Baarda, D. B., Goede, M. P. M. de en Teunissen, J. 2005. Basisboek kwalitatief onderzoek. Groningen: Stenfert Kroese.
Baart, A. 2001. Een theorie van de presentie. Den Haag: Uitgeverij LEMMA BV.
Baart, A. & Grypdonck, M. 2008. Verpleegkunde en presentie. Een zoektocht in dialoog naar de betekenis van presentie voor verpleegkundige zorg. Den Haag: Uitgeverij LEMMA.
Bloemhoff, A. 2009. Gedreven leidinggeven. Leidinggevenden in de zorg over ethische dilemma’s in hun werk. Amsterdam: Communicatie Company.
Gastmans, C. & Vanlaere, L. 2005. Cirkels van zorg. Ethisch omgaan met ouderen, Leuven: Davidsfonds Leuven / Uitgeverij Ten Have. Heijst, A. van, 2005. Menslievende zorg. Een ethische kijk op professionaliteit. Kampen: Uitgeverij Klement.
Heijst, A. Van, 2008a. Iemand zien staan. Zorgethiek over erkenning. Kampen: Uitgeverij Klement.
Heijst, A. van, 2008b. Zorgethiek, een theoretisch overzicht. Filosofie & Praktijk, jaargang 29 ( N. 1), p. 7-18.
Nistelrooy, I. van, 2008. Basisboek zorgethiek. Over menslievende zorg, moreel beraad en de motivatie van verpleegkundigen. Heeswijk: Uitgeverij Abdij van Berne.
Ruijters, M. 2006. Liefde voor leren. Over diversiteit van leren en ontwikkelen in en van organisaties. Deventer: Kluwer.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
56 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Rapport Hermsen, M. & Embregts, P., 2001. Je hebt ’t of je hebt ’t niet? Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
Folders SHL. Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven.
Internet www.calibris.nl www.cnvpubliekezaak.nl www.cmf-nederland.nl www.liefziekenhuis.nl www.mijnvakbond.nl www.zorgethiek.nl www.zorgethiek.nu Downloads Calibris: Landelijke Kwalificaties MBO Helpende Zorg & Welzijn (cohort 2011-2012) Movisie: Beroepscompetentieprofiel Helpende (2007) CNV Publieke Zaak: Beroepscode
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
57 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Bijlagen 1
Competenties in het BCP
2
Kwalificatiedossier HZW, kerntaken, werkprocessen en competenties
3
Kwalificatiedossier HZW, vakkennis en vaardigheden bij de werkprocessen
4
Tekst voor in de mailnieuwsbrief CNV Publieke Zaak
5
Interviewvragen
6
Memo’s
7
Gecodeerde antwoorden
8
Code-uitleg en clustering
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
58 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Bijlage 1 Competenties in het BCP Hier zijn de competenties weergegeven en is steeds het aantal genoemd van hoe vaak de competentie in het BCP voorkomt. Vraaggericht werken, totaal 11x 1 Werkt vraaggericht 7x; 2 Signaleert veranderingen in de situatie van de zorgvrager en mantelzorger 4x; Verzorgen en ondersteunen, totaal 9x 3 Ondersteunt bij ADL 1x; 4 Ondersteunt bij eenvoudige problemen 1x; 5 Ondersteunt bij wonen en een huishouden voeren 1x; 6 Ondersteunt bij recreatieve en dagelijkse activiteiten 1x; 7 Activeert tot het zelfstandig uitvoeren van handelingen 4x; 8 Geeft de zorgvrager tips en adviezen over ADL en huishouden 1x; Communicatie, totaal 4x 9 Bouwt een relatie op met de zorgvrager en mantelzorg (4x); Systematisch en resultaatgericht werken, totaal 11x 10Werkt systematisch en resultaatgericht 7x; 11 Werkt vakbekwaam 3x; 12 Handelt op adequate wijze bij onvoorziene situaties en calamiteiten 1x; Omgaan met grenzen, totaal 7x 13Bewaakt grenzen en gaat beheerst om met spanningen 7x; Professioneel werken, totaal 8x 14 Werkt samen 3x; 15 Blijft leren 1x; 16 Werkt op adequate wijze in de thuissituatie 4x. Movisie Tabel 2. Competenties uit het BeroepsCompetentieProfiel
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
59 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Bijlage 2 Kwalificatiedossier HZW, kerntaken, werkprocessen en competenties Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning
Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan
1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke verzorging/ ADL
1.4 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren
1.5 Handelt in onvoorziene situaties
2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren
3 Uitvoeren van organisatieen professiegebonden taken
J Q R T L R T D K R L R T J K T
2.1 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager op emotioneel gebied 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid
D
3.1 Werkt aan eigen deskundigheidsbevordering en professionalisering 3.2 Stemt de werkzaamheden af
K
3.3 Evalueert de werkzaamheden
Tavie Alferink
Competenties
Menslievende zorg door HZW‟ers
D R
E J T J R
60 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Bijlage 3 Kwalificatiedossier HZW, vakkennis en vaardigheden bij de werkprocessen Werkproces
Vakkennis en vaardigheden
1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning 1.2 Ondersteunt bij - Kennis van relevante doelgroepen huishouden en de woon- of - Kennis van protocollen m.b.t.: hygiëne, veiligheid, ARBO, milieu, verblijfsomgeving of kwaliteitszorg, ergonomisch en kostenbewust werken opvangsituatie - Kennis van wet- en regelgeving - Kennis van voeding en levensmiddelenbeheer 1.3 Ondersteunt bij - Kennis van het werkveld persoonlijke verzorging/ - Kennis van relevante materialen en hulpmiddelen ADL - Kennis van wet- en regelgeving - Kennis van gerontologie, geriatrie, fysiologie en pathologie - Rekenen - meten en meetkunde 1.4 Ondersteunt bij (sociale) - Kennis van relevante materialen en hulpmiddelen activiteiten en recreëren - Kennis van protocollen m.b.t.: hygiëne, veiligheid, ARBO, milieu, kwaliteitszorg, ergonomisch en kostenbewust werken 1.5 Handelt in onvoorziene situaties
- Kennis van gesprekstechnieken - Kennis van EHBO - Conflicthantering en omgaan met agressie 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren 2.1 Ondersteunt een cliënt/ - Kennis van gesprekstechnieken zorgvrager op emotioneel - Sociale vaardigheden gebied - Gespreksvaardigheden 2.2 Ondersteunt een cliënt/ - Kennis van relevante doelgroepen zorgvrager bij de - Sociale vaardigheden zelfredzaamheid 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 3.1 Werkt aan eigen - Feedbackvaardigheden deskundigheidsbevordering - Kennis van het werkveld en professionalisering - Reflectievaardigheden - Nederlands - leesvaardigheid - Kennis van rechten en plichten als werknemer (arbeidsvoorwaarden/CAO; rechtspositie; beroepscode) 3.2 Stemt de - Vergadervaardigheden werkzaamheden af - Sociale vaardigheden - Nederlands – mondelinge taalvaardigheid 3.3 Evalueert de - Evaluatievaardigheden werkzaamheden - Feedbackvaardigheden - Reflectievaardigheden - Gespreksvaardigheden
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
61 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Bijlage 4 Tekst voor in de mailnieuwsbrief CNV Publieke Zaak
Heb jij vorig jaar jouw diploma Helpende Zorg en Welzijn (BOL niveau 2) gehaald en werk je nu in de zorg? Dan zoek ik jou! Ik ben Tavie Alferink, student Zorg, Ethiek en Beleid. Ik doe op dit moment onderzoek naar wat mensen zoals jij meemaken in hun werk: Wat is de ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn in de zorg? Ik wil graag eens langskomen om daar met jou over te praten. Als je dat goed vindt, stuur me dan een mailtje. Alvast hartelijk bedankt!
Tavie Alferink
[email protected]
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
62 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Bijlage 5 Interviewvragen Demografische gegevens - Leeftijd:
- Geslacht: M / V
- Diploma HZW sinds:
- Werkzaam als:
- Werkzaam sinds:
Vragen 1. Waarom ben je de opleiding HZW gaan doen? Is dit veranderd tijdens je opleiding? En tijdens je werk? 2. Wat vond je van de opleiding? 3. Heb je iets gemist? Wat, waarom? Vind je dat de opleiding op school paste bij het werk? Waarom? En de stage= 4. Welke dingen in je werk vind je belangrijk? Waaraan vind je dat je het meest aandacht zou moeten besteden? 5. Welke dingen in je werk vind je minder of niet belangrijk? Waaraan vind je dat je minder of geen aandacht zou moeten besteden? 6. Wat vind je leuk aan jouw werk? Wanneer ga je met een prettig gevoel naar huis na het werk? Wat geeft jou een positief gevoel? Blij, trots, goed, vrolijk, tevreden, gelukkig 7. Wat doet dat met je? 8. Wat vind je moeilijk aan jouw werk? Waar loop je tegenaan? Wanneer ga je met een onprettig gevoel naar huis na je werk? Wat geeft jou een negatief gevoel? Boos, verdrietig, vervelend, schaamte 9. Wat doet dat met je? 10. Hoe pak je dat aan? Wat doe je dan? Of Hoe los je dat op? 11. Wie of wat kan je daarbij helpen? Wie of wat heb je dan nodig? Of Wat mis je? Waar kan je terecht? 12. Is dit in de opleiding ook behandeld/ besproken? Wat miste je? Wat was goed? 13. Hoe weet je of je iets goed hebt gedaan? Ik heb het goed gedaan, als...of Ik ben er goed mee omgegaan, als... 14. Wanneer twijfel je eraan of je iets goed hebt gedaan? Waarom? 15. Hoe ga je hiermee om? Wie of wat kan je daarbij helpen? De volgende twee vragen zijn pas na de eerste drie interviews toegevoegd. 16. Hoe leer jij het liefst? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
63 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
17. Als je mag kiezen uit: Afkijken bij collega‟s, Meedoen, Kennis leren, Oefenen, Zelf ontdekken. Hoe gaat dat in je werk?
Uitleg onderzoekdoel. Uitleg vertellen en laten zien. 18. Wat zou je nog willen vertellen/ toevoegen aan dit gesprek? Doorvragen: Wat moet ik me daarbij voorstellen? Kun je een voorbeeld noemen? Hoe voelt dat? Wat denk je dan?
Inzicht in verhouding en samenhang tussen:
1) Opleiding HZW; 2) Menslievende zorg; 3) Ervaring beginnend beroepsbeoefenaars.
Met dit onderzoek probeer ik erachter te komen of deze drie verschillende dingen bij elkaar horen. En hoe dat eruit ziet. 1) De eisen die de opleidingen HZW aan het eind van de opleiding aan de student stellen wat moeten de studenten kunnen om het diploma te halen; 2) Menslievende zorg dat mensen in de zorg goed werken, met liefde voor mensen, dat ze aandacht hebben voor de relatie met de bewoner; Het gaat er in de zorg om dat je mensen die iets niet (meer) kunnen, wilt helpen. De persoon is afhankelijk van jou, jij kunt helpen met wat ze zelf niet (meer) kunnen. Jij bent jezelf en iedere bewoner is zichzelf. Je bent dus hetzelfde ‘waard’, allebei mensen. Tussen jou en de bewoner ontstaat er een ‘relatie’. Goede zorg is als daar aandacht aan besteed wordt. 3) De ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaars.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
64 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Bijlage 6 Memo’s Tijdens het bestuderen van de literatuur heb ik steeds in gedachten gehouden wat er al dan niet relevante informatie is voor deze thesis. Daarbij heb ik keuzes gemaakt om enkele dingen wel en veel dingen niet te gebruiken in de thesis. Natuurlijk omvatten zowel de theorie van Van Heijst als die van Ruijters veel meer dan wat ik ervan heb laten zien. De oproep is in de (mail)nieuwsbrief CNV Verzorging en Verpleging mei 2011 opgenomen en vandaag verzonden. 31-5-2011 Daniëlle van der Eerden heeft de oproep uitgezet onder de kaderleden. Daar zitten een aantal leidinggevenden bij, maar bijv. ook docenten die contact hebben met net gediplomeerde helpenden. 6-6-2011 Eén reactie is binnen van een afstuderende (BOL)leerling HZW. Zij behaald aan het einde van deze maand haar diploma en is sinds deze maand vaste medewerker bij een verpleeghuis. We hebben via de mail en later telefonisch contact gehad om een afspraak te maken voor het interview (25-6-2011). Daniëlle van der Eerden heeft de mail nog eens uitgezet onder een groep kaderleden. 10-6-2011 Via telefonisch contact heeft Daniëlle van der Eerden wat contactgegevens van enkele kaderleden gegeven. Ik hoop door een persoonlijkere benadering via (email/ telefoon) meer respondenten te vinden. 17-6-2011 Ik heb e-mails gestuurd met de vraag naar respondenten aan één docent ROC Midden Nederland en 4 werkbegeleiders uit het werkveld. 20-6-2011 Ik heb de coördinator begeleiding van de opleiding HZW van ROC Tilburg gemaild. Zij stuurt mijn vraag door naar de docenten met de klassen die deze maand diplomeren. 21-6-2011 Ik heb mijn mentorklas bij ROC Tilburg Kinderopvang (versnelde opleidingen i.v.m. vooropleiding HZW) gevraagd of zij oud-klasgenoten van HZW, kennen die momenteel werkzaam zijn in de zorg. Ik heb hen een mail gestuurd met de vraag om de oproep door te sturen. 22-6-2011 Organisatie op het gebied van ouderenzorg in Tilburg (De Wever) gebeld. Opleidingsadviseur gaat afdelingshoofden mijn oproep doormailen. Servicecentrum (Het Laar) gebeld, naam gekregen, vandaag niet aanwezig. (Actief Zorg) gebeld, naam gekregen, in gesprek. Zorgcentrum (WZSW, de Heikant), gebeld, geen niveau 2.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
65 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Professionele interculturele zorginstelling (Kayra) die ook als intermediair ondersteuning en begeleiding biedt op het gebied van Persoonsgebonden Budget en Zorg in Natura gebeld, telefoonnummer gekregen van 1 medewerker HZW, maar deze heeft BBL gedaan. Zorg en dienstverlening op het gebied van verblijf, dagbesteding en ambulante zorg en dienstverlening (Gemini) gebeld, geen niveau 2. ROC Eindhoven gemaild via de site. Koning Willem I College in Den Bosch gebeld, naam gekregen, opleidingscoach. Mail gestuurd. ROC Roosendaal Kellebeek College gebeld, naam gekregen, mail gestuurd. ROC Breda Vitalis College gebeld, naam gekregen, gemaild ze sturen het door. 23-6-2011 Contact gelegd met een kennis in de zorg. Zij gaat mijn vraag voorleggen aan collega‟s, omdat er op haar afdeling geen niveau2 medewerkers zijn. 24-6-2011
Interview I Ik kreeg vooraf aan het interview al een positieve indruk van de respondent. Ze heeft erg enthousiast en hartelijk gereageerd op mijn mails, via de telefoon kregen we elkaar niet te pakken (vrolijke voicemail-boodschap), maar uiteindelijk mocht ik tijdens haar werk langskomen op deze zaterdagmiddag in de bosrijke omgeving van Bosch en Duin. Bij binnenkomst, jonge zelfverzekerde meid die me in de woonkamer bij de bewoners koffie inschonk. Ze zei dat we ergens anders zouden gaan zitten omdat het anders wel onrustig zou kunnen zijn voor de bewoners. Dus liepen we door de gang van het verpleeghuis en konden we terecht in een soort vergadering/ personeelskamer. De respondent gaf mij een open, vertrouwde (niet gespannen) indruk. Een lieve meid, verbaal sterk. Ze nam de tijd om na te denken over de antwoorden en was erg betrokken in het gesprek. Bijvoorbeeld tijdens mijn uitleg meeknikken en ja-zeggen. Ze onderbrak mij niet, maar was ook niet afwachtend in het reageren. We werden tijdens het interview 1 keer „gestoord‟, door een collega die een map kwam pakken. Dit was niet erg, omdat ik twee vragen aan het benoemen was die eigenlijk al aan bod waren gekomen. Ik vond het interview zelf goed gaan, er heerste een goede „gesprekssfeer‟ en de respondent gaf mij de indruk dat ze echt haar best deed om zo goed/ eerlijk mogelijk te antwoorden. De respondent gaf meerdere keren zich prettig te voelen op haar werk, door haar uitspraken en haar ontspannen manier van doen (op de afdeling). Tijdens het interview noemde de respondent dat ze hiervoor „administratie‟ heeft gedaan, ik dacht aan een andere opleiding. Later bedacht ik dat ze waarschijnlijk doelde op het vmbo, Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
66 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
daar heb ik haar nog over gemaild, geen antwoord 05-07 nogmaals gemaild met deze vraag, ze bedoelde het VMBO. Bij het volgende interview; alert zijn op zaken die ik interpreteer, doorvragen/ controleren of ik het goed heb begrepen. 25-6-2011
Interview I uitgetypt. Servicecentrum (Het Laar) gebeld, iemand van personeelszaken een mail gestuurd. Thuiszorgorganisatie (Actief Zorg) gebeld, naam gekregen, morgen bellen. Thuiszorgorganisatie (Thebe) gebeld, afdeling communicatie en perspectief mail gestuurd. Serviceflat (Duynsberg) gebeld, geen woonondersteunende diensten. Verpleeghuis Eindhoven (Vitalis) gebeld, opleidingscoördinator gaat mijn oproep voorleggen aan collega‟s. Zorgorganisatie Helmond (Savant) gebeld, nummer achtergelaten. Ze gaan rondvragen. Locaties De Wever gebeld: De Bijsterstede, naam gekregen, nu niet aanwezig. De Hazelaar, te laat gebeld. De andere locaties ook beter morgen bellen. 27-6-2011 Thuiszorgorganisatie (Actief Zorg), personen nu niet bereikbaar, mail gestuurd. Locaties De Wever gebeld: De Bijsterstede, wel niveau 2, maar al lang hun diploma. De Hazelaar, opleidingsadviseur gaat binnen de hele organisatie De Wever opzoek naar Helpenden. Einde van de week bellen over resultaat. Zorgorganisatie (Vivent) gebeld. P&O gesproken, zou mij terug bellen, niet gedaan. 28-6-2011 Mail ontvangen van Actief zorg: geen medewerkers in dienst die de afgelopen 5 jaar een voltijd opleiding hebben gevolgd. Ze hebben een eigen opleidingsacademie in deeltijd. Mail terug van Vitalis: Verzoek doorgestuurd naar collega's in de stichting. Niemand kent een jonge BOL zorg welzijn afgestudeerde helpende die in dienst is. Via sociale media als Hyves en Facebook ben ik opzoek gegaan naar mensen die hebben aangegeven dat zij deze opleiding hebben gevolgd. Deze mensen heb ik een bericht gestuurd. Vandaag heb ik van 2 mensen al een reactie gekregen dat ik wel wat vragen mocht stellen. Ik heb een mail ontvangen van een werkzame Helpende in Eindhoven, net afgestudeerd maar nu werkzaam. Teruggemaild om een afspraak te maken. 29-06-2011 Komende week heb ik mijn laatste werkzaamheden en afscheid van mijn huidige werk. Tot nu toe heb ik daar de laatste weken veel nagekeken, overleg met en overdracht met collega‟s gehad. Vanaf volgende week heb ik alle tijd om te richten op de thesis. Mogelijke respondent nogmaals gemaild (heeft sinds 24-6 niet meer gereageerd). 3 medewerkers van ROC Tilburg een mail gestuurd (tip van collega‟s), één stuurde direct terug dat hij voor me gaat rondvragen.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
67 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Twee namen en telefoonnummers gekregen van collega‟s van de kennis in de zorg. Ik mag met hen contact opnemen voor een interview! Interview II Via de mail heb ik met deze respondent contact gehad, zij heeft gereageerd op mij oproep die zij via haar werk heeft gezien. In het mailcontact viel me op dat dit meisje, met bijzondere voor- en achternaam, heel correct, volledig en netjes communiceerde. Dit had ik niet verwacht, in mijn werk met MBO niveau3 studenten kom ik zelden meiden tegen die zo keurig via de mail communiceren. Toen ik aankwam op de locatie, ik moest even zoeken op het grote „zorgterrrein‟ in Eindhoven, maar op de grote verdieping, met verschillende aan elkaar verbonden afdelingen, leidde een verpleegkundige mij naar de respondent. Een lang, slank meisje, helemaal in het wit (met groene opdruk) gekleed en met een witte hoofddoek. Ze vroeg netjes of ik iets wilde drinken en liep mij vooruit naar de gespreksruimte. De respondent heeft een vriendelijk gezicht en verzorgd uiterlijk, spreekt redelijk Nederlands met een buitenlands accent (Zuidwest Azië?). Ze komt zelfverzekerd en zelfstandig over in haar manier van praten (woordkeuze en lichaamshouding). Doordat deze respondent een hoger abstractieniveau heeft in haar spreken, is het moeilijker voor mij om haar antwoorden terug te brengen naar concrete uitleg en de koppeling naar de praktijk te maken. Ik merk dat ik zelf geneigd ben om met haar mee te praten. Ik vermoed, en spreek dat ook uit na afloop van het interview, dat deze respondent een erg goede student is. Zij vertelde dat ze ook van plan is om door te studeren, niveau 3 verpleegkundige. Mijn indruk van haar is dat zij een goed niveau3 student zou zijn en wellicht zelfs niveau 4 aan kan. Dit heeft mogelijk mijn manier van interviewen beïnvloed. 04-07-2011 Interview II uitgetypt. Opvallend: de respondent gebruikt soms uitdrukkingen waarvan ik vermoed dat zij die heeft opgepikt in haar omgeving, voorbeeld: „bezuinigingen hè‟. Dit kan betekenen dat de eerdere indruk die zij heeft gemaakt, (deels) verklaard kan worden doordat zij (onbewust) gedrag en spreekwijze van anderen observeert en kopieert. Toen de respondent vertelde over dat er wel eens bewoners overleden en dat het moeilijk is om dan gewoon door te werken, voelde ik met haar mee. Dit heeft mogelijk invloed gehad op mijn manier van interviewen. Afspraken gemaakt voor komende week met de twee respondenten via de kennis in de zorg. 2 personen via Hyves opnieuw een mail gestuurd (reageerden niet meer sinds 30-6 en daarvoor steeds heel snel). Tip van een collega; Thebe bellen. Daar zouden twee oud-studenten helpende werken. Ik heb gebeld. Ze zijn slecht bereikbaar, i.v.m. werk in de wijk, maar een medewerkster heeft een briefje voor één van de twee oud-studenten geschreven (de andere had ik geen naam van) en dat achtergelaten met mijn telefoonnummer en verzoek om terug te bellen. 05-07-2011
Werken aan samenvoegen verschillende hoofdstukken en kritisch bekijken van de vragenlijst na III interviews en de herhaling van de theorie en deelvragen. Ik heb vragen over leervoorkeuren toegevoegd voor de komende interviews. Volckaert, De Doelen gebeld, afdelingshoofd. Morgen aanwezig. Dongepark, geen helpende.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
68 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Elisabeth Ziekenhuis gebeld met personeelsbeheer, geen afdelingen waar met helpenden wordt gewerkt. Alleen voedingsassistenten en die hebben een andere opleiding gedaan. Tweesteden Ziekenhuis, gastteam medewerkers zijn ondersteunende diensten op de verpleegafdelingen. Alleen uit BBL- opleiding op maat medewerkers. Vitazorg, morgen stagecoördinator bellen. Kloosterverzorgingshuis Minderbroeders-Kapucijnen, geen niveau 2, wel 1 en 3. Volckaert Oosterhout, woensdag locatie Binnenhofje bellen. 11-07-2011 Vitazorg stagecoördinator niet bereikbaar i.v.m. overleg, mail gestuurd. Volckaert afdelingshoofd gebeld, nu wel 2 of 3 van de doelgroep, maar i.v.m. vakantie en ziekte moeilijk bereikbaar. Mail gestuurd met mijn oproep, deze zal zij bij hen onder de aandacht brengen. Werken aan samenvoegen thesis en bekijken data van eerste drie interviews. 12-07-2011 Werken aan eerste opzet conclusie onderzoekvraag. Volckaert gebeld, geen niveau 2 op deze afdeling. Coördinator opleiding gebeld, belt mij terug. Stichting St. Anna Klooster, Eindhoven gebeld, nu geen helpenden in dienst, wel gegevens andere locaties: Logeerhuis Invia 040-2945486, gebeld, p&o, afdeling Riki Rutter teamhoofd V&V (thuiszorg) op vakantie, a.s. maandag bellen. Thuiszorg, manager thuiszorg coördinator scholing en opleiding Margot Daniels, 25 juli weer terug van vakantie;
[email protected] Stichting De Donk zorgcentrum voor ouderen, 0652609772 diensttelefoon helpende. Ik mag vanmiddag meteen langskomen voor het interview! Interview IV Ik heb deze afspraak via de telefoon en sms gemaakt, het is bij de respondent thuis. Ze doet enigszins vragend/ verbaasd de deur open als ik aanbel. Ze was de afspraak vergeten, maar gelukkig kan het wel doorgaan. Ze verontschuldigd zich meerdere malen voor dat ze zich niet netjes heeft opgemaakt en aangekleed, omdat ze aan het poetsen was en de afspraak was vergeten. Ik benadruk dat het voor mij geen probleem is, en dat ik blij ben dat het toch gewoon door kan gaan. Nadat ze koffie heeft gehaald voor ons begint het gesprek, op de bank. De televisie staat aan, zonder geluid. De respondent is een rustige jonge vrouw met een frisse uitstraling, kort blond haar. Ze heeft een tatoeage op haar pols. Het huis is netjes en leeg omdat de meubels voor een deel buiten staan (poetsen). Er wordt gerookt in de woonkamer en de kleine hond is tijdens het gesprek bezig om zijn speeltje onder de koffietafel in heel veel kleine stukjes te bijten. Na afloop van het interview geeft de respondent aan dat ze het spannend vond, vooral met de memorecorder erbij. Interview V Ik heb vandaag telefonisch deze afspraak gemaakt, de respondent is erg open en enthousiast en geeft aanwijzingen hoe ik het beste kan rijden. Ze zal ook nog haar vriendin vragen of die ook een interview wil doen. De respondent heeft kort haar en een sterke bril. Ze komt me ophalen bij de receptie, ze is net klaar met werken en heeft haar witte uniform nog aan. Een zelfverzekerde uitstraling en houding dat ze op haar gemak is. We kunnen in een soort koffiekamer gaan zitten aan dezelfde welkomsthal.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
69 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
De respondent spreekt met een sterk Brabants accent, ik kom zelf ook uit Brabant dus dit heeft geen negatieve gevolgen voor onze communicatie. Ik ga er zelf ook meer met een accent door praten. Dit doe ik deels onbewust en deels ook om de respondent tegemoet te komen in een open communicatie. 13-07-2011 Tussen 5 en 11 juli zijn de memo‟s die ik heb gemaakt verdwenen. Ik kan ze nog proberen op te zoeken op de computer op de universiteit. Voor nu maak ik nieuwe aantekeningen van het 3e interview. Interview III 08-07-2011 Een klein, zelfverzekerd en rustig uitziend meisje komt mij ophalen bij de receptie. We lopen naar haar afdeling waar ze koffie haalt in de huiskamer, daarna gaan we samen zitten in de serre van de afdeling. Daar zitten ook een bewoonster en haar bezoek, maar wij kunnen rustig aan een andere tafel gaan zitten. We worden tijdens het interview één keer gestoord door een familielid die de code van de deur wil weten en één keer door een bewoonster die met haar rolstoel voor zich uit duwend, tegen de tafel botst. Ook zijn er medewerkers die een keer langslopen om naar buiten te gaan. De respondent spreekt met een sterk Brabants accent, ik kom zelf ook uit Brabant dus dit heeft geen negatieve gevolgen voor onze communicatie. Ik ga er zelf ook meer met een accent door praten. Dit doe ik deels onbewust en deels ook om de respondent tegemoet te komen in een open communicatie. Interview IV uitgetypt, Opvallend: Ook deze respondent spreekt met een sterk Brabants accent, Ook nu ga ik er zelf meer met een accent door praten, weer deels onbewust en deels om de respondent tegemoet te komen in een open communicatie. Tijdens de eerste vragen wilde ik terug komen op iets wat de respondent had gezegd (het trok mij) en ik kon er niet opkomen. Toen heb ik het ingevuld met „het ligt mij wel‟, die woorden heb ik dus eigenlijk in haar mond gelegd. Ze zei daarover: „Ja, zoiets ja. Het is, ja, het ligt mij wel ja.‟ Deze uitspraak zal ik dus niet meenemen in de analyse. In het gesprek heb ik mij een keer, door verbazing, erg laten meegaan in de emotie van de respondent: Toen ze vertelde over de grote bos rozen op tafel, die ze heeft gekregen van een bewoner omdat ze met hem ging fietsen in haar vrije tijd. Interview V uitgetypt, Opvallend: In het gesprek blijkt dat ze mijn vragen niet altijd direct interpreteert zoals ik ze bedoeld heb. Voorbeeld; Zijn er ook dingen in de opleiding die je hebt gemist? Nee, ik ben alle dagen netjes naar school geweest, ik heb alles netjes gemaakt. Dus wat dat betreft... De respondent vertelt dat ze op een praktijkschool heeft gezeten en vanuit groepshulp is doorgestudeerd naar helpende, maar dat dit nu wel even hoog genoeg is. Dat past wel bij de indruk die ze in het gesprek op mij maakt. 13-07-2011 Interview VI Ik had met de respondent afgesproken dat ze mij zou ophalen bij de receptie van het verzorgingshuis. Ze had zich via de mail zelf opgegeven voor het interview, later bleek dat haar leidinggevende haar op de oproep had geattendeerd.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
70 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
De respondent komt verlegen en onzeker over, ze liep eerst naar de balie waar ze een postvakje doorzocht, waarna ze schuin voor mij langs liep en zonder oogcontact te maken vroeg of ik Tavie was. Door haar bijna schuchtere houding, voelde ik mij meteen erg geroepen om haar gerust te stellen en haar meer te laten ontspannen. De respondent liep meteen de hal in, ik vroeg of we ergens konden zitten en ze keek de dichtstbijzijnde gesprekskamer in, die was leeg. Daar konden we het interview ongestoord laten verlopen. Zij liep meteen naar een stoel aan de (computer)tafel, waar de computer niet naar gericht was. Dit kan erop wijzen dat zij gevoelsmatig zelf in de „bezoekersstoel‟ ging zitten en daarmee haar ervaring van onze verhouding uitdrukt. Tijdens het gesprek sprak de respondent erg zacht, hield regelmatig haar hand voor haar mond, raakte haar lippen aan met haar vingers en kwam ze gespannen en onzeker over. Door mijn stemgebruik, lichaamshouding, en door aandachtig te luisteren, probeerde ik de spanning bij haar te verminderen. Ik denk dat ik daar zeker deels in geslaagd ben, maar ze bleef dezelfde onzekerheid uitstralen in zowel haar verbale als non-verbale communicatie. 21-07-2011
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
71 of 132
Bijlage 7 Gecodeerde antwoorden Interview I, R1 Interview II, R2 Interview III, R3 Interview IV, R4 Interview V, R5 Interview VI, R6
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Vraag en antwoorden
Codering Waarom heb jij gekozen voor de opleiding HZW?
R1 Ik wilde wel iets voor mensen betekenen. [...] kinderen, gehandicapten of ouderen. R2 Ik dacht ik wil sowieso met mensen gaan werken[...]toen wist ik gelijk van dit wil ik doen. R3 Ik vind het leuk om met oudere mensen om te gaan R4 raadden ze mij de zorg aan na een test, zo‟n beroepstest. R5 En toen hebben ze daar mij geadviseerd van doe de opleiding zorghulp en dat heb ik toen gedaan een jaar en toen
M1 M2 M2 M3 M3
ben ik daarna helpende gaan doen. R6 Ik wou toch iets in de zorg[...]dat leek me wel leuk. [...] met oudere mensen [...] daar had ik altijd wel wat mee.
M2
Waarom ben je dit werk gaan doen? R1 ik vind het gewoon heel leuk R2 ik vond het heel fijn om met oudere mensen te werken. [...] vind ik wel interessant. [...] contact met de mensen. [...] Dankbaar werk vind ik. [...] Ik denk ook dat het ligt aan het team waarin je werkt. Als je leuke collega‟s hebt, [...] dan heb je het meer naar je zin en dan kan je wat meer jezelf zijn op het werk. R3 ligt mij gewoon heel goed. [...] met een lach naar je werk gaan [...] Het is gewoon echt leuk [...] bedanken je ook altijd die vinden het echt heel fijn. R4 ik vond het leuk, het trok mij [...] het leuk om met mensen te werken[...] ik iets voor mensen kan betekenen, nou dan doe ik dat graag.[...] krijg je heel veel voor terug ook.
MoW1
R5 dat bevalt me gewoon goed.[...]en ja je bent gewoon lekker met de mensen bezig [...]Ik vind het gewoon dankbaar werk, dat iemand dan zegt van „oh, dankjewel zuster‟[...] mensen een keer lekker verwennen ofzo. R6 ik had het hier wel naar mijn zin [...] niet zo veel zin om naar school te gaan[...] voor BBL, was ik toen niet aangenomen[...] Ze hadden mij geadviseerd om eerst te gaan werken.
MoW3 en MoW4
Wat is er nou zo leuk aan jouw werk? Wanneer ga je met een prettig gevoel naar huis na het werk? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
73 of 132
MoW2 enMoW3
MoW1 en MoW3 MoW1 en MoW4 en MoW3
MoW5
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Wat zijn dingen in jouw werk, die je een goed gevoel geven? R1 Ja de mensen, [...] naar hun verhalen te luisteren is altijd wel leuk. Collega‟s zijn gewoon leuk hier.[...] Als ik zeker weet dat alles af is en dat alles goed is overgedragen [...] collega‟s het tegen mij zeggen van je hebt goed je werk gedaan[...] de humor van de bewoners. [...] dan helpen ze even mee. R2 mensen kan helpen [...] zoeken naar een manier hoe je ze kan helpen.[...] interessant, [...] ook proberen en dan als het me lukt… [...] … gewoon helemaal leuk. [...] de zorgvrager hebt geholpen met iets, [...] Dat ze of „dankjewel‟ zeggen, of „oh dat vind ik echt lief van je‟, [...] dat ze echt heel blij zijn en dankbaar [...] zo‟n speciaal gevoel R3 Ik vind het gewoon een voldoening als die mensen gewoon vrolijk zijn en dat ze hulp krijgen van een ander, die het ook zelf graag wil geven. [...] mensen ook gewoon stralen als ze helemaal netjes zijn aangekleed [...] gewoon de voldoening dat de mensen weer een leuke dag hebben gehad, gewoon geholpen zijn waar ze mee geholpen moeten worden. [...] De meeste mensen bedanken altijd wel, die zijn altijd vrolijk R4 Omgaan met de mensen, de bewoners, de aandacht geven, [...] zorg zelf, het ADL [...]een stukje iemand helpen [...] Als alles helemaal klaar is, als ik alles goed achter heb gelaten. [...] Als ik iemand geholpen heb, [...] Als ik helemaal met een bewoner klaar ben, alles heb opgelost, dan is het goed. R5 Dankbaar. [...] dat ze gewoon zeggen van; „fijn dat je er weer bent‟, en... [...] ook bepaalde bewoners die weten ook dingen van mij zeg [...] Dat vind ik ook leuk als mensen daarnaar vragen[...] dat het gewoon rustig is. En dat iedereen tevreden is[...] dat ik gewoon alles voor mijn gevoel gedaan heb, en doorgegeven heb[...] dat je mensen gewoon blij hebt gemaakt met iets. [...] Dan denk ik ook wel „daar heb ik mooi aandacht aan besteed aan die bewoner‟. R6 de mensen kennen jou en jij kent hun weer en, ja toch een beetje een band met ze opbouwen enzo. [...] Dat je toch, ja voor hun de dingen kunt doen wat ze zelf niet meer kunnen. [...] als het gewoon op die dag gewoon goed verlopen is. [...] je hebt wel eens gewoon echt een lekker dagje, niet te druk en iedereen heeft wat hij moest hebben, ook dat je tijd voor de mensen hebt gehad. [...] dat er ook mensen heel dankbaar zijn. [...]van; oh wat fijn dat je me helpt en dat ze heel dankbaar zijn voor het werk wat je doet.
LW1 en LW2 en LW3 en LW5 LW4 en LW5
LW5 en LW4
LW1 en LW4 en LW3
LW5 en LW3 en LW4
LW1 en LW4 en LW3 en LW5
En wat doet dat dan met je, dat je zo‟n fijn gevoel krijgt op je werk? ELW1
R1 Het geeft me een positief gevoel. R2 dat zorgt ervoor dat ik[...] zin heb in het werk R3 Dan voel ik me eigen gewoon fijn[...]„wat ben ik toch eigenlijk goed bezig
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
ELW2 ELW1
74 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
R4 Ik vind het leuk, ik ga met plezier naar mijn werk R5 Dan zit je zelf lekker in je vel, dan ga je gewoon met plezier naar je werk R6 ja van dat je het ook wel goed doet,[...] als je nooit een complimentje of iets krijgt, [...]dan ga je aan je eigen twijfelen.
ELW2 ELW2 ELW3
Welke dingen in je werk vind je belangrijk? Waaraan vind je dat je het meest aandacht/ tijd zou moeten besteden? R1 Dat de mensen er echt verzorgd uitzien [...] goed gezorgd wordt voor die mensen. [...] En de activiteiten voor die mensen [...] de mensen zelf, aan hun uiterlijk. [...] goed aangekleed [...] eigenlijk wel prettig bij zitten. R2 de mensen meer tijd geven[...] een praatje [...] gewoon iemand uit laten praten. [...] dat je gewoon luistert [...] bij de bewoner gaan zitten en gewoon een praatje gaan maken [...] organiseren [...] duidelijke regels R3 Met de mensen goed omgaan, [...] uiterlijke verzorging[...] netjes tegen praten, als ze iets vragen ook antwoord op geven [...] spelletjes doen R4 respect voor de mensen [...] Netjes alles afmaken hoe jij ook behandeld zou willen worden[...] Activiteiten [...] dat ze lekker weg kunnen R5 Dat je goed naar de mensen luistert. [...] de tijd voor neemt dat je er echt gewoon voor gaat zitten. [...] De verzorging. [...] Dat mensen er goed uitzien R6 Dat je echt patiëntgebonden zorg verricht. Dat je echt voor de mensen er bent.[...] Dat de zorg die ze nodig hebben dat ze dat ook krijgen. Maar niet alleen de zorg, maar dat je eigenlijk ook als het nodig is er voor ze bent en een luisterend oor en een praatje maken. [...] ik denk toch een soort aandacht. [...] iets leuk met bewoners doen.
BW1 en BW2 BW3 en BW4 BW5 en BW1 en BW2 BW5 en BW2 BW3 en BW1 BW3 en BW1 en BW2
Welke dingen in het werk wat je hier doet, vind je minder belangrijk of niet belangrijk? Waaraan vind je dat je minder of geen aandacht/ tijd zou moeten besteden?
R1 Ik weet het eigenlijk niet, het is allemaal wel belangrijk [...] vloeren dweilen of prullenbakken legen R2 Opruimen[...] meer tijd hebben voor de cliënten zelf. [...] huishoudelijk werk. R3 eigenlijk niks. R4 die hele kleine dingetjes[...] belangrijkers voor in de plaats doen. [...] afwassen
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
75 of 132
MBW1 MBW1 MBW2 MBW3 en MBW1
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
R5 Als de familie iets over hun eigen vertellen [...] Dat weet ik niet. R6 schoonmaak ofzo[...] dat is wel belangrijk, maar dat komt niet zo heel nauw. [...] als de rest maar klaar is. En de leefomgeving er een beetje netjes uitziet [...] gewoon iedereen gegeten en medicijnen hebben gehad.
MBW3 MBW1
Zijn er ook dingen die je moeilijk vindt aan jouw werk? Waar loop je tegenaan? Wanneer ga je met een onprettig gevoel naar huis na je werk? Wat zijn dingen in jouw werk, die je geen goed gevoel geven? R1 een paar bewoners best wel onrustig. [...] moeilijk om ze allebei te bedaren. [...] Dat vond ik best wel sneu, [...] dat is best wel veel vind ik zelf.[...] om te zeggen wat ik ervan vind,[...] Dan voel ik me gelijk zo‟n zeurpiet ofzo. [...] Als de bewoners echt zoveel van je vragen [....] Terwijl ze het gewoon zelf kunnen. R2 Dat er zoveel druk is op een afdeling. [...] als er een zorgvrager overlijdt. [...] dan vind ik dat wel eens heel moeilijk, om gewoon gelijk door te gaan met een andere zorgvrager verzorgen. R3 soms conflicten met families, [...] en je moet daar de familie op aanspreken dan kunnen ze soms bot reageren. [...] Geplande uren. [...] zonder er naar om te kijken.[...] En dat kunnen ze dan niet veranderen. R4 dat ik de zorg niet af kan maken omdat ik helpende ben, dat vind ik moeilijk. [...] planning van het personeel. [...] sommige collega‟s die doen wat meer als andere collega‟s. [...] dat een bewoner een keer erg boos op mij is geworden omdat ik iets was vergeten. R5 Ik vind het altijd moeilijk als een bewoner jou iets vertelt en ze zeggen tegen jou; „dat moet je tegen niemand zeggen‟. [...] en als ik het te moeilijk vind, dan ga ik toch naar de leidinggevende [...] dat collega‟s dingen verkeerd doen [...] Als je zelf heel veel kritiek krijgt R6 sommige mensen bij ons zitten met gedrag en dan kunnen ze eigenlijk best wel, [...] een beetje onredelijk doen enzo. [...] van; je doet het niet goed, en je helpt me niet fijn en dit, als ze dat heel vaak zeggen dan vind je dat niet leuk. [...] wel eens als ze dingen niet goed naar je overdragen. [...] als ze iets vergeten te zeggen. Het kan soms een heel kleinigheid zijn, maar daardoor vergeet jij bijvoorbeeld iets bij een bewoner. [...] als het heel druk is, en heel de dag loop je te rennen en te vliegen, [...] dan ga je niet echt zo fijn naar huis vind ik, dan is het nog wel heel druk in je hoofd. [...] je hebt ook niet altijd tijd voor de pauze [...] sommige dingen mag je niet en dat is soms wel lastig. [...] ik bedoel dan voel ik mezelf best verantwoordelijk voor en dan...
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
76 of 132
MW1 en MW2 en MW3 en MW6 MW3 en MW2 MW6 en MW4 MW5 en MW4 en MW6 en MW1 Alle drie MW6
MW1 en MW6 en MW3 en MW5
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Hoe ga je daarmee om als je zoiets tegenkomt? Wat doe je dan? Hoe los je dat op? [...] Wat doet dat met je?
R1 Meestal ga ik dan gewoon naar een collega. Dan heb ik het er met haar over, wat zij er nou van vind en dat geeft wel opluchting. R2 sowieso praat je wel met je collega‟s erover [...] Je moet er een beetje tussenin staan[...] gewoon rustig blijven. [...]dat je dan ook prioriteiten moet stellen [...] [...] Maar als je dan thuiskomt, dat het dan allemaal terug komt. [...] Lichamelijk, ik heb wel eens rugpijn. [...] dan, komt dat gewoon ja een beetje terug. Van ja het is wel jammer dat die zorgvrager er niet meer is. [...]een negatief gevoel R3 Praten met collega‟s. [...] waar ik dan die dag mee werk en met mijn teamleidster. [...] meestal wordt er echt iets aan gedaan. R4 Ik vind het jammer, omdat ik er zelf niks aan kan doen. Dat vind ik het ergste. R5 leidinggevende of collega[...] daar probeer ik over te praten[...] je zit er gewoon een paar dagen mee en dan op een gegeven moment [...] dan denk je daarop terug, en denk je och het is weer goed‟. [...] daar leer je van. [...] dan baal je beetje.
OMW1
R6 probeer je dat te voorkomen denk ik. [...] dan heb ik altijd een beetje chagrijnig, dat vind ik altijd erg vervelend, [...] dan denk ik van als ik het geweten had dan waren de dingen weer anders gegaan. [...] meestal heb je het er eigenlijk niet over. [...] Soms probeer ik het wel te zeggen, van „he joh‟... [...] als het maar een heel klein iets is,[...] dan denk ik jammer dan hoor, want ik bedoel zelf vergeet ik ook wel eens een keer wat. Ik bedoel als het echt iets belangrijks is, met als medicijnen vind ik het wel wat anders. [...] ik doe er niet zo gauw wat aan eigenlijk. Ik vind dat weer, ik durf er niet zo gauw wat van te zeggen. [...] gewoon een collega die een beetje, [...] tegen iemand praat je makkelijker dan tegen de ander. [...] als er bij haar dan wat gebeurd is, [...] Soms zeg ik wel eens hoe zal ik dat dan zeggen[...] of ik doe dat dan aan onze teamleidster. Van ja, hoe zat het toen. En dan zegt ze van „nou doe het gewoon zo en dan is het klaar‟.
OMW6 en OMW5 en
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
77 of 132
OMW1 en OMW3 en OMW4
OMW1 en OMW2 OMW5 OMW2 en OMW1 en OMW4 en OMW6 en OMW5
OMW7 en OMW2
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Wie of wat kan jou helpen bij moeilijke dingen in je werk? Wie of wat heb je dan nodig? Waar kan je terecht? Wat mis je? R1 (heeft eerder leidinggevende genoemd) daar kun je echt goed mee praten. Die is rustig. [...] mijn vriendin, die werkt hier ook. R2 collega‟s. Dat je erover gaat praten.[...] dat ik daar wel rekening mee houdt. [...] dat je dat alleen met je collega‟s kan oplossen. [...] in de teambespreking [...] met je teamhoofd in gesprek gaan als je het ergens niet mee eens bent R3 Mijn collega‟s en teamleidster. [...] kan ik altijd bij iemand terecht. R4 Zeggen[...] Tegen onze teamleider. [...] helpende plus[...] opleiding doen[...] met collega‟s. En mijn beste vriendin werkt ook daar R5 Alleen leidinggevende. [...] die begeleidt me daarin R6 Teamleider[...] de collega‟s[...] het beste denk ik toch wel bij de persoon zelf.
H1 en H2 H2 en H1 H2 en H1 H1 en H2 H1 H1 en H2
Wanneer twijfel je of je iets goed hebt gedaan? Waarom twijfel je dan? R1 Dan twijfel ik soms wel of dat wel de goede is. R2 Als je doorzichtig feedback krijgt. [...] Dus als de feedback onduidelijk is? Ja. R3 Als ik denk van is het nou wel goed, of is het nou niet goed. R4 Ik moet wel altijd zekerheid hebben en dan is het goed. [...] ik net niet aflezen van heb ik het wel goed gedaan of niet. Normaal merk je het, maar... R5 als ik twijfel dan vraag ik er juist naar. [...] als ik twijfel van; hoe zit dat nou [...] Dus als je iets niet weet? Ja. [...] je denkt van; mag ik dat of mag ik dat niet. [...] hoe kan ik dat aanpakken. R6 vaak als sommige bewoners [...] als ze zeggen van; ja je kunt het niet, je doet het niet goed. Dan begin ik altijd heel erg twijfelen[...] collega‟s of zo dan zeggen ze van; ja je moet het niet altijd bij je eigen zoeken, maar eigenlijk gewoon denken van; ik heb eigenlijk gedaan wat ik moest doen en meer kun je dan eigenlijk ook niet.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
78 of 132
T1 T2 T2 T3 T4
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
En hoe ga je hiermee om? Wie of wat kan je daarbij helpen? R1 Dan ga ik gewoon naar mijn collega, dan vraag ik het. [...] in z‟n map, kijken [...] zeg ik het tegen de avonddienst R2 Dan probeer ik wel toch zelf [...] als ik dan klaar ben, dan evalueer ik even met een collega van wat er is gebeurd. [...] ik vraag sowieso bijna elke dag om feedback. R3 dat jij een collega gaat vragen R4 dan ga ik het even vragen. [...] Aan de bewoner, of aan de collega kan ook als die zo doet. R5 Collega‟s, collega‟s en ook leidinggevende. R6 soms dan bespreek ik het wel, bijvoorbeeld in het begin ook dan zei ik van dit en dat is er gebeurd [...] ik denk toch wel bespreken, of erover hebben van ik, ik loop er tegenaan, ik vind dat lastig. [...] ik ga meestal wel gauw naar de teamleider, dat is meestal wel iemand waar je naartoe gaat.
OT1 en OT3 en OT4 OT5 en OT1 OT1 OT en OT6 OT1 en OT2 OT2
Wanneer weet je of je iets goed hebt gedaan? Ik heb het goed gedaan, als...Ik ben er goed mee omgegaan, als... R1 Als bewoners tevreden zijn en collega‟s. [...] als je op tijd hulp hebt gevraagd. R2 Dat krijg je te horen van je collega‟s[...] Dat je complimenten krijgt [...] je kan allemaal van elkaar leren. R3 Aan een collega vragen of dat ik het goed heb gedaan. [...] als je iets niet goed doet[...] dan zijn ze meestal onrustiger. Als je het goed doet, dan zie je meteen een lach op het gezicht van de bewoners. R4 Dat vertelt de bewoner wel, [...] Bedankjes en schouderklopjes, of positieve dingen die ze over jou zeggen ook als je er niet bent. Ook tegen andere collega‟s. [...] van de collega´s ook wel hoor, die doen dat ook. R5 Dan hoor je niks. [...] Of ze geven juist een compliment. Meeste bewoners, collega‟s niet. Ja als je net werkt, dan wel... [...] Als het niet goed is, dan hoor ik het. R6 door het gewoon te vragen van „bent u tevreden‟, [...] zelf denk je wel eens „zou het goed zijn‟, en dan vraag je het. [...] eerst deden we wel eens een keer evalueren met collega‟s van hoe vond je het vandaag gaan. [...] eerder deden we het wel eens met stagiaires, [...] misschien wel weer als ze komen. [...] Ik heb het goed gedaan, als...De cliënt tevreden is?
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
79 of 132
BG1 en BG2 en BG4 BG2 BG3 en BG1 BG1 en BG2 BG1 BG3 en BG2 en BG1
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Hoe leer jij het liefst? R4 In de praktijk. [...] Een of twee keer uitleggen hoe het werkt en dan moet ik het toch eigenlijk wel zelf kunnen. [...] even voordoen uitleggen R5 Alles in de praktijk. R6 eerst dingen horen en dan daarna gelijk uitvoeren Welke manier van leren past het beste bij jou? Je kunt kiezen uit: afkijken bij collega‟s; meedoen; kennis leren; oefenen; zelf ontdekken.
LV1
R4 Meedoen en zelf ontdekken. R5 Meedoen[...] ja afkijken bij collega‟s doe ik dan ook. R6 Afkijken bij collega‟s. [...] dat je eerst ziet hoe hun het doen en dan daarna dan moet je het zelf doen.
ML1 en ML2
LV1 LV1
ML1 en ML3 ML3
Uitleg onderzoek
Zijn er nou nog dingen die wij nog niet hebben besproken, of die jij nog wilt aanvullen van wat wij hebben besproken, nu je dit weet? R1 meteen de liefde voor die mensen. [...] ik ben wel anders bij de ene bewoner dan bij een andere. [...] Door met ze te kletsen, verhalen vertellen. Wat ik die dag heb gedaan als ik een dagje vrij was, dan zeg ik tegen die bewoner wat ik allemaal heb gedaan. En of ze het nog naar hun zin hebben daar, in het verpleeghuis hier. Over de families, over vroeger praat ik wel eens met ze. [...] Ik kijk wel eens foto‟s met hen. [...] ga ik wel eens sjoelen met ze. Dat vinden ze erg leuk. [...] ga ik wel eens met haar mee naar buiten. R2 de manier hoe je met een zorgvrager omgaat [...] goede manier weet hoe je een zorgvrager moet benaderen, dat je dat dan ook deelt met je collega‟s. [...] Dat je dan ook veel minder werkdruk hebt. [...] dat het iets lichter is voor jezelf ook. Maar ook voor die persoon is het dan prettiger. [...] jou een heel ander gevoel geven als stagiaire of dat je de, ja de, alle stomme klusjes mag doen en alle vuile klusjes. [...] Dus de stages en het team zijn heel belangrijk voor je beeld van het werk.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
80 of 132
AIR1 en AIR2 en AIR3 en AIR4
AIR5
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja. R3 je hebt mensen, die zeg maar bewoners niet in hun eigen waarde laten en dat vind ik wel echt heel erg. [...] ga je ook soms wel met een bewoner zitten praten en dan over vroeger enzo[...] doen wat zij willen, niet altijd van; niet dat je als een hond zeg maar wordt behandeld dat niet, dan moet je wel de mensen erop wijzen. [...] zeg maar gewoon net als make-up, sommige mensen hebben altijd make-up op gehad en dat zie je ook op foto‟s [...] Vind ik niet dat ze er netjes uitzien, want zo zien ze er anders ook niet uit. R4 Het klopt wel heel erg [...] net als zo met die liefde enzo met die relatie met de bewoners [...] Ja. Dat is toch wel eigenlijk de bedoeling van heel de zorg.[...] het worden toch een soort vrienden eigenlijk. [...] Voor de bewoners klaar staan als ze je nodig hebben[...] Meestal kan ik ze aan het gedrag kun je het zien, of aan het humeur. [...] jij vertelt iets over jezelf en hun vertellen ook een stukje terug. [...] Dat geeft hun ook een fijner gevoel zeggen ze altijd. R5 dat heb ik eigenlijk al zo ver gezegd. R6 met de een heb je dat meer dan de ander [...] de ene bewoner is gewoon heel makkelijk, en die is altijd zo tevreden en dan ga je dan zelf gauw naar iemand. Ja, iemand die zelf ook wat stugger en niet zo gauw tevreden, daar heb je minder gauw een band mee denk ik. Ja dat gaat soms vanzelf. [...] dat vind ik gewoon gezellig even. Ja ik weet niet, met anderen doe je dat soms niet zo gauw ofzo, ja. Daar moet je wel op letten vind ik, dat je dat niet te veel laat merken.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
81 of 132
AIR1 en AIR3 en AIR4
AIR1 en AIR3
AIR2
Bijlage 8 Code-uitleg en clustering
Motivatie Opleiding MO 1. Iets voor mensen betekenen 1x 2. Met mensen werken, oudere mensen 3x 3. Anders geadviseerd 1x, beroepstest Onderstreept 4x Van Heijst: Zorg vanuit bewogen ondersteuning van mensen die lijden en behoeftig zijn. Zorgen is interactie tussen unieke mensen. Baart: Dat vanuit „er-zijn-met‟ het „er-zijn-voor een ander‟ tot stand komt. Kwalificatiedossier: Competentie R. Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten. Mening Opleiding MeOp 1. Negatief over organisatie lesuitval 1x, duidelijkheid 1x, zelfstandigheid 1x 2. Positief over inhoud lessen 4x 3. Inhoud moeilijk 2x 4. Gemist inhoud 1x, docent 1x 5. Niks gemist 3x Onderstreept: Positieve uitingen over de opleiding HZW. Cursief: Negatieve uitingen over de opleiding HZW. Mening Stage MeSt 1. Positief 3x 2. Verschil stage en werk 2x
Motivatie Werk MoW 1. Gewoon leuk 3x 2. Met oudere mensen werken 1x 3. Dankbaar werk 4x 4. Iets betekenen voor ander 1x, iemand verwennen 1x 5. Geadviseerd 1x Onderstreept 4x Van Heijst: Zorg vanuit bewogen ondersteuning van mensen die lijden en behoeftig zijn. Zorgen is interactie tussen unieke mensen. Cursief 6x Van Heijst: De professional ontvangt dankbaarheid en ziet dat de zorg mensen goed doet. Baart: Dat vanuit „er-zijn-met‟ het „er-zijn-voor een ander‟ tot stand komt.
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Leuk aan het Werk LW 1. Bewoners, band opbouwen/ aandacht geven 3x 2. De collega´s 1x 3. Alles af en overgedragen 4x 4. Mensen helpen, de zorg 5x 5. Dankbaarheid, complimenten 5x Onderstreept 8x Van Heijst: Zorg vanuit bewogen ondersteuning van mensen die lijden en behoeftig zijn. De zorgverhouding drukt uit dat beide waardevolle en eerbiedwaardige mensen zijn. Baart: Vanuit „er-zijn-met‟ komt „er-zijn-voor een ander‟ tot stand, voorop staat het aangaan van een zorgzame betrekking. Beroepshouding: Ze houdt rekening met de normen & waarden, wensen, gewoonten en gevoelens van de zorgvrager. Kwalificatiedossier: Competentie D. Aandacht en begrip tonen en R. Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten. Cursief 5x Van Heijst: De professional ontvangt dankbaarheid en ziet dat de zorg mensen goed doet. Effect van Leuk aan het Werk 1. Positief gevoel 2x 2. Zin /plezier in het werk 3x 3. Bevestiging 1x
ELW
Cursief 5x Van Heijst: De professional ontvangt dankbaarheid en ziet dat de zorg mensen goed doet. Belangrijk aan het Werk BW 1. Verzorging 4x 2. Activiteiten 4x 3. Tijd en aandacht voor de bewoner 3x 4. Organisatie van het werk 1x 5. Beleefdheid, respect 2x Onderstreept 9x Van Heijst: Zorg vanuit bewogen ondersteuning van mensen die lijden en behoeftig zijn. De zorgverhouding drukt uit dat beide waardevolle en eerbiedwaardige mensen zijn. Baart: Vanuit „er-zijn-met‟ komt „er-zijn-voor een ander‟ tot stand, voorop staat het aangaan van een zorgzame betrekking. Beroepshouding: Zij toont respect voor de zorgvrager. Ze houdt rekening met de normen & waarden, wensen, gewoonten en gevoelens van de zorgvrager. Kwalificatiedossier: Competentie D Aandacht en begrip tonen en R Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten. Cursief 1x BCP: Binnen de zorgverlening, kerntaak 1: Ondersteunen bij ADL.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
83 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Minder Belangrijk Werk MBW 1. Schoonmaakwerkzaamheden, opruimen 4x 2. Niets 1x 3. Hele kleine dingetjes 1x, verhalen familie 1x Onderstreept 4x BCP: Binnen de zorgverlening, kernopgaven, balanceren tussen: Tijd nemen voor de zorgvrager en uitvoeren van andere activiteiten.
Moeilijk aan het Werk MW 1. Bepaald gedrag of emoties van bewoners 3x 2. Eigen emotie/ gevoelens 2x 3. Werkdruk 3x 4. Planning werkdagen 2x 5. Zorg niet kunnen afmaken 2x 6. Anders conflicten familie1x, collega‟s elkaar niet helpen 1x, beroepsgeheim 1x, fouten van collega‟s 1x, veel kritiek krijgen1x, iets vergeten in overdracht 1x, eigen problemen bespreken 1x Dikgedrukt 4x Van Heijst: Morele gevoelens van zorgontvangers opmerken, daarop reflecteren en ermee omgaan. Beroepshouding: Houdt rekening met de normen & waarden en gevoelens van de zorgvrager. Kwalificatiedossier: Competentie D Aandacht en begrip tonen. Onderstreept 8x BCP: Binnen de organisatie, kerntaak 1: Samenwerken binnen een team en organisatie. Beroepshouding: Kenmerkt zich door een geduldige, professionele en communicatieve houding. Kwalificatiedossier: Vakkennis en vaardigheden: Kennis van rechten en plichten als werknemer. Cursief 7x Van Heijst: Morele gevoelens van zichzelf opmerken, daarop reflecteren en ermee omgaan. BCP: Binnen de zorgverlening, kernopgaven, balanceren tussen: functionele afstand en betrokkenheid. Beroepshouding: Staat stevig in haar schoenen en beschikt over relativeringsvermogen. Bewaakt dat ze met respect wordt behandeld door de zorgvrager en kan omgaan met feedback en kritiek. Kwalificatiedossier: Vakkennis en vaardigheden: Feedbackvaardigheden en reflectievaardigheden.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
84 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Omgaan met MW OMW 1. Bespreken met een collega 4x 2. Bespreken met leidinggevende 3x 3. Balans afstand en nabijheid 1x 4. Buiten het werk aan denken/ mee bezig zijn 2x 5. Negatieve emotie/ gedachte 3x 6. Voortaan voorkomen/ van leren 2x 7. Niks doen 1x Dikgedrukt 3x BCP: Binnen de zorgverlening, kernopgaven, balanceren tussen: functionele afstand en betrokkenheid. Onderstreept 9x BCP: Binnen de organisatie, kerntaak 1: Samenwerken binnen een team en organisatie. Beroepshouding: Kenmerkt zich door een open, professionele, leergierige, sociale en communicatieve houding. Ze kan omgaan met feedback, waardering en kritiek. Kwalificatiedossier: Vakkennis en vaardigheden: Feedbackvaardigheden en reflectievaardigheden. Cursief 3x Van Heijst: Morele gevoelens van zichzelf opmerken, daarop reflecteren en ermee omgaan. OMW in de opleiding? OMWO 1. Omgaan met agressie 1x 2. Thema overlijden 1x 3. Bijles drama 1x 4. Bespreekbaar maken 1x 5. Gemist: als je ergens mee zit 1x 6. Gemist: werkdruk 1x 7. Gemist: omgaan met families bij incident 1x
Hulp bij moeilijke dingen H 1. Met leidinggevende bespreken 6x 2. Met collega‟s bespreken 5x Onderstreept 11x BCP: Binnen de organisatie, kerntaak 1: Samenwerken binnen een team en organisatie. Beroepshouding: Kenmerkt zich door een open, professionele, leergierige, sociale en communicatieve houding. Ze kan omgaan met feedback, waardering en kritiek. Kwalificatiedossier: Vakkennis en vaardigheden: Feedbackvaardigheden en reflectievaardigheden.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
85 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Twijfels T 1. Over materiaal 1x 2. Onduidelijke feedback/ signalen 2x 3. Over regels 1x 4. Negatieve feedback van bewoners 1x Onderstreept 2x Beroepshouding: Kenmerkt zich door een open, professionele, leergierige en integere houding. Ze gaat om met ethische dilemma‟s en hanteert de visie en regels van de organisatie en relevante wetgeving. Cursief 3x Van Heijst: Morele gevoelens van zichzelf opmerken, daarop reflecteren en ermee omgaan. Beroepshouding: Staat stevig in haar schoenen en beschikt over relativeringsvermogen. Kan omgaan met feedback, waardering en kritiek. Kwalificatiedossier: Vakkennis en vaardigheden: Feedbackvaardigheden en reflectievaardigheden.
Omgaan met Twijfels OT 1. Vragen aan collega‟s 5x 2. Vragen/ bespreken leidinggevende 2x 3. Opzoeken 1x 4. Doorgeven 1x 5. Zelf proberen 1x 6. Vragen aan bewoner 1x Dikgedrukt 1x BCP: Binnen de organisatie, kerntaak 1: Samenwerken binnen een team en organisatie. Beroepshouding: Kenmerkt zich door een open, professionele, integere en communicatieve houding. Onderstreept 8x BCP: Binnen de organisatie, kerntaak 1: Samenwerken binnen een team en organisatie. Beroepshouding: Kenmerkt zich door een open, professionele, leergierige, sociale en communicatieve houding. Ze kan omgaan met feedback, waardering en kritiek. Kwalificatiedossier: Vakkennis en vaardigheden: Feedbackvaardigheden en reflectievaardigheden. Cursief 2x Beroepshouding: Kenmerkt zich door een professionele en leergierige houding. Language of learning: Leervoorkeur: Oefenen.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
86 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Bevestiging Goed gedaan BG 1. Door bewoners, tevreden/complimenten 5x 2. Door collega’s, tevreden/ complimenten/ evalueren 4x 3. Vragen aan bewoners/ collega‟s 2x 4. Op tijd hulp gevraagd 1x Onderstreept 2x BCP: Binnen de organisatie, kerntaak 1: Samenwerken binnen een team en organisatie. Beroepshouding: Kenmerkt zich door een open, professionele, leergierige, sociale en communicatieve houding. Ze kan omgaan met feedback, waardering en kritiek. Kwalificatiedossier: Vakkennis en vaardigheden: Feedbackvaardigheden en reflectievaardigheden. Cursief 9x Van Heijst: De professional ontvangt dankbaarheid en ziet dat de zorg mensen goed doet. Beroepshouding: Zet zich in om blijvend te ontwikkelen en kan omgaan met feedback, waardering en kritiek. Kwalificatiedossier: Competentie R. Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten.
LeerVoorkeur LV 1. Praktijk, uitleggen en zelf doen 3x Onderstreept 3x Language of learning: Leervoorkeuren: Participeren, oefenen en ontdekken. Manier van Leren ML 1. Meedoen 2x 2. Zelf ontdekken 1x 3. Afkijken bij collega‟s (en daarna zelf doen) 2x Onderstreept 4x Language of learning: Leervoorkeuren: Kunst afkijken, participeren en oefenen. Cursief 1x Language of learning: Leervoorkeuren: Oefenen en ontdekken.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
87 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Aanvulling na Informatie AI Relatie met zorgontvangers AIR 1. Liefde voor mensen 3x 2. Verschil eigen persoon bij bewoners 2x 3. Relatie door kletsen over bewoner en zorgverlener 3x 4. Relatie door dingen/ activiteiten doen met bewoners 2x 5. Welbevinden bewoners en jijzelf/ collega‟s 1x Dikgedrukt 1x Van Heijst: De zorgverhouding moet uitdrukken dat beide waardevolle en eerbiedwaardige mensen zijn. Kwalificatiedossier: Binnen de organisatie en het beroep, kernopgaven: Omgaan met normen en waarden van de zorgvrager, versus de eigen, beroepsmatige zienswijze, normen en waarden. Onderstreept 8x Van Heijst: Bewogen ondersteuning van mensen die lijden en behoeftig zijn. Zorgen is interactie tussen unieke mensen Baart: Dat vanuit „er-zijn-met‟ het „er-zijn-voor een ander‟ tot stand komt. BCP: Binnen de zorgverlening, kernopgaven: Balanceren tussen; Functionele afstand en betrokkenheid; Tijd nemen voor de zorgvrager en uitvoeren van andere activiteiten Beroepshouding: Kenmerkt zich door een inlevende, open, geduldige, integere, sociale en communicatieve houding. Ze gaat zorgvuldig met zorgvragers om, ook in hectische situaties en toont respect voor de zorgvrager. Kwalificatiedossier: Competentie D. Aandacht en begrip tonen en R. Op de behoefte en verwachtingen van de „klant‟ richten. Cursief 2x Van Heijst: Dat ongelijke behoefte niet gaat leiden tot ongelijke waardigheid. BCP: Binnen de zorgverlening, kernopgaven: Balanceren tussen; Functionele afstand en betrokkenheid. Beroepshouding: Zij is zich bewust van haar machtspositie en kan deze hanteren.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
88 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Bijlage 9 Volledige interviews Interview I Demografische gegevens - Leeftijd: 18 - Geslacht: V - Diploma HZW sinds: 23-06-2011 - Werkzaam als: woonondersteunend - Werkzaam sinds: 01-01-2011 (stage) en 01-06-2011 (vast) Dan ga ik eerst een paar vragen stellen over de opleiding die jij hebt gevolgd en daarna gaan we over naar het werk hier. Waarom heb jij gekozen voor de opleiding HZW? Ik wilde wel iets voor mensen betekenen. Ik wist nog niet wat, kinderen, gehandicapten of ouderen. Daarvoor heb ik administratie gedaan, maar dat vond ik niet leuk. Dus toen dacht ik nou dan ga ik HZW, dat is ruim voor mij dan kan ik kijken wat ik leuk vind. Voor de doelgroepen, wat je net zei… Ja, voor mensen zeg maar, gehandicapten, ouderen of kinderen. Mijn volgende vraag is; is dit veranderd tijdens je opleiding, waarom je ermee bezig bent gebleven? Niet alleen waarom je begon met de opleiding, maar ook waarom je bent doorgegaan. In het begin wilde ik heel graag met kinderen. Dus toen ging ik stagelopen bij kinderen, maar dat vond ik niet zo. Elke dag een beetje hetzelfde. Dus toen dacht ik dan ga ik bij oudere en toen ben ik in een verzorgingstehuis geweest. Daar hadden alle mensen een kamer voor zichzelf, dat vond ik een beetje, iedereen was zo op zichzelf. Je hebt niet echt gezelligheid met die mensen. En toen dacht ik dan ga ik bij een verpleeghuis, kijken hoe het daar is. En hier zijn de mensen, hebben ze een eigen huiskamer, zitten gezellig bij elkaar dus toen eh... En nog steeds is voor jou de drijfveer dat je voor mensen iets kunt betekenen… Ja ja. En dat ze hier in groepsverband leven, heb je gemerkt is ook heel prettig voor jou. Ja. De opleiding die jij hebt gedaan, als je daar in het algemeen iets over mag zeggen, wat vond je daarvan? Leerzaam, vooral de stages. Ok, leerzaam en vooral de stages… Theorie vond ik soms, wel een beetje slordig. Je kwam dan aan en dan zeiden ze van; ‘ja die leraar is er niet, dus je moet even twee uur wachten’. Dan moest je twee uur in de aula wachten en dan kon je daarna weer verder. Heb je iets gemist in de lessen die je wel hebt gekregen? Heb je het gevoel dat je iets hebt gemist? Nou ja, ik deed hiervoor administratie dus toen ik op die school kwam wist ik niks van de zorg. En toen had ik best wel wat gemist, dus toen moest ik wel eh… Jij bent wel vooraan begonnen in de opleiding, of ben je ingestroomd? Vooraan. Nou, dan heb jij die opleiding gevolgd, twee jaar duurt het. Heb je, als je kijkt je hebt ene gedeelte opleiding op school en een gedeelte stages. Vind je dat de opleiding op school paste bij het werk? Ja, dat vond ik wel. Je leerde de mensen wassen op school en dat gebeurd hier ook natuurlijk. Wassen bijvoorbeeld. Ok. Je hebt verschillende stages gelopen, vind je dat de stage goed aansluit bij het werk wat je kunt doen met dit diploma? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
89 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja, het laatste jaar had je nog tien weken school en de rest was stage. In die tien weken mocht je kiezen tussen de zorg of de welzijn. En dat vond ik wel heel goed, want in het eerste jaar had je ook stage of je bij de welzijn of bij de zorg wilde. En dan kon je kijken wat je leuk vond en dan laatste jaar was meer de zorg of de welzijn. Ik wou eerst voor de welzijn, kinderen was welzijn. Toen ben ik naar de zorg gegaan, dus ik heb er echt wel wat eh… Ok, dus je vond het fijn dat er onderscheid werd gemaakt tussen de stages? Ja. Dan gaan we over naar het onderdeeltje van het werk dat je nu aan het doen bent, als professional. Waarom ben je dit werk gaan doen? Je had je diploma gehaald en toen ben je dit werk blijven doen… Ja ik vind het gewoon heel leuk, ik ga elke dag met plezier naar mijn werk dus. Je hebt er plezier in, ok. En welke dingen in je werk vind je belangrijk? Dat de mensen er echt verzorgd uitzien en dat er goed gezorgd wordt voor die mensen. Verzorgd uitzien, en dat ze goed worden verzorgd. En de activiteiten voor die mensen vind ik ook belangrijk, dat ze dingen kunnen doen. Waaraan vind je dat je in het werk, het meest aandacht zou moeten besteden? Dus als jij mag bepalen, ik moet tien uur werken vandaag, waaraan zou je dan het meeste aandacht willen besteden? Aan de mensen zelf, aan hun uiterlijk. Ok de mensen, en wat bedoel je precies met uiterlijk? Want je zegt aan het uiterlijk van de mensen wil je het meeste aandacht besteden. Wat zou je dan bijvoorbeeld gaan doen? Dat de mensen gewoon goed aangekleed, dat ze er eigenlijk wel prettig bij zitten. Ok, dus de lichamelijke verzorging bedoel jij dan. Ja. Welke dingen in het werk wat je hier doet, vind je minder belangrijk of niet belangrijk? Uhm, even nadenken hoor. Ik weet het eigenlijk niet, het is allemaal wel belangrijk wat ik hier doe. Ok, en als je nou kijkt naar weer een hele werkdag dat jij hier bent, dan zijn er dus dingen waar jij heel graag veel aandacht aan besteed, omdat je zegt dat is belangrijk. Zijn er ook dingen die je moet doen in je werk, die je eigenlijk minder belangrijk vind? Ja als het echt druk is dan doe ik bijvoorbeeld geen vloeren dweilen of prullenbakken legen. Dan zeg ik van de avonddienst mag dat doen. Minder huishouding zeg maar? Ja. Ok, dank je wel. Dan gaan we weer naar een nieuw onderwerp: Leuk aan jouw werk. Wat is er zo leuk aan jouw werk? Want jij zei net al; „ik ga met een goed gevoel, ik heb echt plezier in mijn werk‟. Maar waarom is dat? Ja de mensen, de verhalen, om naar hun verhalen te luisteren is altijd wel leuk. Collega’s zijn gewoon leuk hier. Ok, ik heb nog een paar vragen die daar een beetje op lijken. Om jou ook te helpen van wat bedoelt ze nou eigenlijk. Bijvoorbeeld; wanneer ga je met een prettig gevoel naar huis na je werk? Als ik zeker weet dat alles af is en dat alles goed is overgedragen aan de avonddienst. Ok, alles af en overgedragen. En wat geeft jou een positief gevoel? Dus dat je blij of trots bent, tevreden, gelukkig? Als collega’s het tegen mij zeggen van je hebt goed je werk gedaan, dan… Ok, dus complimenten van collega‟s? Dankjewel, zijn er nog andere dingetjes die je zou willen toevoegen aan wat we nu hebben besproken? Wat er zo leuk is aan je werk? (…) Misschien niet hoor, dat kan. Ja, ehm, de humor van de bewoners. Humor van de bewoners, ja en je zei net ook al; de verhalen die zij vertellen. Ja ook sommige bewoners zijn zelfstandig, en als je dan dingen moet doen dan zeg je van ‘oh help je even mee?’ en dan helpen ze even mee.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
90 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Samen dingen doen dus. En als je thuis komt en vertelt hoe je werk was, wat er leuk aan was, dan zou je dit soort dingen noemen? Ja. En wat doet dat met je, deze leuke dingen? Ja wat doet het met me? Het geeft me een positief gevoel. Het geeft je een goed gevoel. Ja. Ok, prima, dankjewel. En nou gaan we naar de moeilijkere dingen in je werk. Want we hebben het nu eerst gehad over de leuke dingen, de goede, waar jij blij mee bent in je werk. En wat vind je moeilijk aan jouw werk? Rond vier uur worden er een paar bewoners best wel onrustig. En als het er nou eentje is dan ga ik even met ze praten, maar dan begint de ander ook. Dan vind ik het moeilijk om ze allebei te bedaren. Ok, om ze te bedaren en waarom vind je dat moeilijk? Ja in het begin vond ik dat moeilijk, maar nu ken ik de bewoners. Maar net zoals gisteren stond ik op een andere afdeling, daar sta ik normaal nooit. Toen waren er ook een paar bewoners best wel onrustig, maar ik ken ze gewoon nauwelijks. Dus dan weet ik gewoon niet, dan probeer ik afleiding te vinden en als dat niet helpt dan zet ik ze gewoon een poosje op de gang omdat ze misschien onrustig worden door de andere bewoners. Want wat betekent het als ze onrustig zijn? Nou die meneer die wou heel graag gewoon naar huis zei hij, hij moest de koeien nog melken. En dan gaat hij gewoon weer helemaal weer terug in de vroegere tijd zeg maar. En die onrust betekent dus dat hij op dit moment niet begrijpt dat dingen niet kunnen… Dat hij hier woont, dat snapt hij ook niet. Dan zegt hij dat het niet waar is en dat ik lieg. En wat doet dat met die meneer? Dan wordt hij heel verdrietig. Toen ben ik naar een collega gelopen, want hij begon elke keer over die koeien die nog gemolken moesten worden. Die zei, nou dan moet je zeggen dat de neef dat al heeft gedaan. En toen werd hij rustiger, maar hij snapte nog niet zo veel. Hij stond daar ook bij de deur te bonken van ‘ik wil naar huis’. Dat vond ik best wel sneu, dan troost ik hem ook. Dan zeg ik; ‘u kunt niet meer voor uzelf zorgen, daarom bent u hier’. Je zegt van ik vind het moeilijk als ik niet goed weet wat ik moet doen, want die meneer wordt dan verdrietig. Dus verdriet, bedaren en troosten, dat zijn moeilijke dingen in jouw werk? Ja, gisteren wel omdat ik die man niet goed kende. Maar als je wel weet hoe je ermee om moet gaan… Ja, dan zou ik er niet zoveel moeite mee hebben. Ok dank je wel. En zijn er dingen waar je wel eens tegenaan loopt hier in je werk? Ja soms dan sta je ’s middags na het eten, sta je alleen op de afdeling en dat is best wel veel vind ik zelf. Dan moet je mensen naar het toilet brengen, mensen op bed, alles schoon krijgen. Dus dan heb jij veel taken, in je eentje. Gebeurt het wel eens dat je met een onprettig gevoel naar huis gaat na je werk? Nee dat niet eigenlijk. Dus als je dan zo‟n moment hebt gehad dat je alleen veel dingen moest doen… Ja soms dan vind ik het wel moeilijk om hulp… Ja om te zeggen wat ik ervan vind, om naar de teamleidster toe te gaan en te zeggen van ‘ik vind dat ik teveel doe’. Dan voel ik me gelijk zo’n zeurpiet ofzo. Ja, gebeurt dat vaak? Nee de laatste tijd niet meer, want nu vraag ik wel veel hulp. Wat kan jou in jouw werk wel eens een gevoel geven van boosheid of verdriet, of schaamte? Negatieve gevoelens zeg maar. Als de bewoners echt zoveel van je vragen en dat ze nog best wel zelfstandig zijn, dan zeggen ze ‘doe dit eens voor me, of doe dat eens voor me’. Terwijl ze het gewoon zelf kunnen. Dan zeg ik wel eens van ‘probeer het zelf maar’, zeg ik dan. Dat vind ik niet zo leuk van ze. En andere situaties in jouw werk, niet per se dat een bewoner iets van je vraagt om iets te doen. Maar andere momenten in je werk? Nee, verder niet.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
91 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ok. Nou we hebben het net erover gehad als je niet zo goed weet hoe je iemand kunt troosten, of rustig kunt krijgen. Of als bewoners teveel van je vragen, of als jij het heel druk hebt. Een beetje die moeilijkere dingen in je werk, wat doet dat met je als je zoiets hebt meegemaakt? Meestal ga ik dan gewoon naar een collega. Dan heb ik het er met haar over, wat zij er nou van vind en dat geeft wel opluchting. Op dat moment? Ja. Nou mijn volgende vraag zou zijn; hoe pak je dat aan en hoe los je dat dan op? Maar ik begrijp dus dat jij je wendt tot collega‟s en dan ga je bespreken van „nou ik loop hier tegenaan‟… -collega komt binnen om een map te pakkenEn mijn volgende vraag zou zijn wie of wat kan je daarbij helpen? En jij hebt net ook even je leidinggevende genoemd. Ja, daar kun je echt goed mee praten. Die is rustig. Is die ook goed bereikbaar? Die loopt hier rond, of hoe moet ik dat zien? Ja die werkt hier gewoon, ook in de zorg. En ik heb haar mobiele nummer dus… Werk je wel eens samen met haar? Ja die werkt ook op deze afdeling, dus eh… Ok dankjewel. Dan sla ik even de bladzijde om en dan zul je zien dat het niet meer zo heel veel is. Al die moeilijke vragen. Nee ik zie het. Nou ik heb staan; wie of wat heb je nodig? Wat mis je? Waar kan je terecht? Eigenlijk heb je daar al antwoord op gegeven, wil je daar nog iets aan toevoegen? Ja mijn vriendin, die werkt hier ook. We wonen samen in de zusterflat hier, dan zitten we ook wel eens bij elkaar. Dan kan ik het ook wel met mijn vriendin erover hebben. En zij werkt op een andere groep, of op dezelfde groep? Ja andere groep. Nou deze dingen die we hebben genoemd, ik noem ze nog even een keertje. Onrustige bewoners die je niet goed gerust kunt stellen, of als je het druk hebt in je eentje, of als bewoners veel van je vragen, zijn dat dingen die ook in de opleiding aan bod zijn gekomen? Ja wel agressief, maar dan hoe je daarmee om moet gaan. Rustig blijven enzo. Ok, agressie wel. Dat zou dan kunnen horen bij die onrustige bewoners? Ja vind ik wel, dan moet je nog wel rustig blijven als ze zo onrustig zijn. En je hebt ook al dus gezegd bijvoorbeeld dat je het wel eens heel druk hebt in je eentje, daar is in de opleiding ook of geen aandacht voor geweest? Niet zo veel vind ik. Niet zo veel, ok. En vind je dat ok, of zou je zeggen daar moet wel eigenlijk iets mee gebeuren? Nou eigenlijk meer met stages. Je had ook altijd een praktijkbegeleidster en die kon je altijd wel bellen als er iets was. Dat vond ik wel goed. Maar in de theorie hadden ze wel iets meer, wat moet je doen bijvoorbeeld als je ergens mee zit. Ook dus stage wel, daar had je wel die begeleiding daarin. School niet zo, dan had je bijvoorbeeld les willen krijgen over; wat moet je doen als je ergens mee zit? Ja. Ok dankjewel, dan gaan we naar het laatste onderwerp. Dan moet je dus even weer dat leuke en moeilijke even weer loslaten. Hoe weet je of je iets goed hebt gedaan? Als bewoners tevreden zijn en collega’s. Ok, tevreden bewoners en collega‟s. Dan heb jij je werk goed uitgevoerd. En stel nou dat je iets bent tegen gekomen in je werk waarvan je dacht „hoe moet ik dit oplossen, hoe moet ik hiermee omgaan‟ en je hebt dat op een bepaalde manier dan gedaan daarna en dan kun je zeggen: Ik ben er goed mee omgegaan, als... …als je op tijd hulp hebt gevraagd. Ok, wil je dat uitleggen? Nou in het begin toen wilde ik altijd alles zelf doen eerst. Ook al lukte het me niet zo. En toen pas vroeg ik hulp dus dat was eigenlijk te laat. Als leerdoel had ik meer hulp vragen. Dus je weet nu; „als ik ergens tegenaan loop, moet ik in de gaten houden dat ik op tijd hulp vraag‟. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
92 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja. En dan heb je het goed opgelost bedoel je. Ja. Wanneer twijfel je wel eens of je iets goed hebt gedaan? … Je zei net ik bespreek wel eens met collega‟s of met een vriendin over je werk. Is het dan wel eens dat je bespreekt van ik heb het zus of zo gedaan, maar ik weet het eigenlijk niet. Komt dat wel eens voor? Ja, maar ik weet even niet meer welke dingen dat zijn. Ja bijvoorbeeld de inco-broekjes. Dan twijfel ik soms wel of dat wel de goede is, of die voor ‘s nachts of overdag aan moet. Dan heb je de paarse of de blauwe, dan heb je de blauwe bijvoorbeeld overdag aan gehad en dan twijfel ik moet ik die paarse nou aan doen of die blauwe nou overdag. Dan ga ik gewoon naar mijn collega, dan vraag ik het. Dus dat zijn dingen als je twijfelt wat je moet doen, dan ga je het vragen aan een collega. En achteraf, als je een dingetje in je eentje moet oplossen en je twijfelt? Dan kijk ik in z’n map, kijken of het daar in staat. En als je het dan niet goed hebt gedaan? Dan zeg ik het tegen de avonddienst bijvoorbeeld. Ok, dus wanneer twijfel je wel eens of je het goed hebt gedaan; kennis over materiaal of een bewoner. Bijvoorbeeld van de inco-broekjes, dat je iets niet zeker weet of van een bewoner dat je iets niet zeker weet. En dan; hoe ga je hiermee om? Doorgeven aan collega‟s, klopt dat? Ja. Zijn er nog dingen of mensen die jou daarmee kunnen helpen als je ergens over hebt getwijfeld? Nee… Ok, dan laten we het even hierbij. Dan ga ik jou even kort uitleggen waar mijn onderzoek over gaat. Dat heb ik natuurlijk expres niet van tevoren gezegd. Dan stel ik jou daarna de vraag of je nog iets wilt toevoegen, omdat jij dan beter kunt begrijpen waar ik het over heb. Uitleg onderzoekdoel. Uitleg vertellen en laten zien. Slotvraag: Zou je nog iets willen toevoegen aan alles wat je aan mij hebt verteld? Ja ik wist natuurlijk helemaal niks van de zorg. En toen ik daar bij een verzorgingtehuis kwam, toen had ik meteen de liefde voor die mensen. Dan gebeurde gewoon gelijk. En dat had je meer met oudere mensen dan met kinderen? Ja. En zou je nog iets kunnen vertellen over; jij bent jezelf als persoon en neemt dus dingen mee naar je werk die bij jou horen. En iedere bewoner is een eigen persoon en die moet je dus op een bepaalde manier behandelen, maar tussen jou en een bewoner ontstaat een relatie, als je die wat beter kent en zij kennen jou ook een beetje. Kun je daar wat over zeggen? Nou ik ben wel anders bij de ene bewoner dan bij een andere. De ene bewoner is heel onzeker enzo, dan praat ik rustiger en dan ben ik wat liever tegen die bewoner zeg maar. Of een bewoner die bijvoorbeeld wat pittiger is zeg maar, daar doe ik ook wat pittiger tegen, dan ben ik meer duidelijker. Dus je hebt een verschil in de benadering? Ja. En merk jij ook dat er een band ontstaat tussen jou en bewoners? Ja, dat heb ik met elke bewoner wel. En is dat andersom ook denk je? Ja, maar de volgende dag dan weten ze niet zo heel goed meer wie je bent. Maar ze zeggen wel van , als ik zeg ‘weet je nog wie ik ben?’. Ja je hebt wel een vertrouwd gezicht zeggen ze dan. Dus het gezicht herkennen ze wel. Wat kun jij zeggen over de relatie die je hebt met iedere bewoner? Hoe besteed jij daar aandacht aan bijvoorbeeld?
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
93 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Door met ze te kletsen, verhalen vertellen. Wat ik die dag heb gedaan als ik een dagje vrij was, dan zeg ik tegen die bewoner wat ik allemaal heb gedaan. En of ze het nog naar hun zin hebben daar, in het verpleeghuis hier. Over de families, over vroeger praat ik wel eens met ze. Over hún geschiedenis? Ja. Ik kijk wel eens foto’s met hen. Als ik echt tijd heb, ga ik wel eens sjoelen met ze. Dat vinden ze erg leuk. Eén mevrouw die rookt, dus daar ga ik wel eens met haar mee naar buiten. Ok. Ik denk dat wij een heel mooi gesprek hebben gehad. Over al deze onderwerpen. Ik heb over jouw opleiding ben ik een aantal dingen te weten gekomen hoe jij die hebt ervaren, over jouw werk ook. Mochten er nog dingen te binnen schieten waarvan je denkt dat is nog wel interessant voor Tavie… Ja nu moest ik alles plotseling zeggen natuurlijk. Misschien heb ik wel wat dingen… Ja je mag mij altijd mailen daarover.
Interview II Demografische gegevens - Leeftijd: Ik ben nu nog 17, augustus word ik 18 - Geslacht: V - Diploma HZW sinds: Ik ben nu al klaar met school, 6 juli is de diploma-uitreiking - Werkzaam als: helpende zorg - Werkzaam sinds: sinds 2 juli vast
Vragen: Ik ga eerst een paar vragen stellen over de opleiding: Waarom ben je de opleiding HZW gaan doen? Ik was best wel jong op de middelbare school en je moet dan een keuze maken van wat wil je gaan doen, welke richting. En ik dacht ik wil sowieso met mensen gaan werken, dus toen dacht ik dan kies ik voor helpende zorg. Ik wist nog niet precies wat de opleiding inhield, maar ik dacht ik zal het even gewoon proberen. En het beviel me goed, dus… Ja, en dat is eigenlijk mijn volgende vraag, is jouw reden om te beginnen aan de opleiding veranderd tijdens je opleiding? Nou, vorig jaar toen ik de eerste stage had, toen had ik zoiets van ‘nou, ik weet niet of ik dit wil’. Toen had ik een ander soort stage als deze stage. Toen ben ik hier gekomen in dit verpleeghuis en toen wist ik gelijk van dit wil ik doen, dus. En wat was het verschil tussen die twee? Van vorig jaar was een kleinschalige woning met zelfstandige ouderen, dat was meer activiteiten doen enzo. En hier is het ook meer verzorging en kan je veel meer zien en leren. En wat voor dingen kan je meer zien en leren denk je? Hier zelf de persoonlijke verzorging. Je ziet ook, want ik wil zelf ook doorstuderen, en dan zie je ook verpleegtechnische handelingen en dan denk ik van ‘ja dat wil ik ook en hoe zit dit in elkaar’. Je hebt ook verschillende mensen, mensen die je op andere manieren moet benaderen, verschillend gedrag enzo. Dus dat vond ik wel interessant. Ja, want op de vorige woning waren de mensen meer zelfstandig, waardoor jij meer activiteiten aan het doen was met ze. En op deze woning heb je ook meer zorgvraag? Ja, vorig jaar was ook meer huishoudelijk. Ok en nu doe je meer persoonlijke verzorging? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
94 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja. Ok, duidelijk, zeg heel in het globaal, de opleiding, wat vond je daarvan? Qua stage of qua school? Mag je allebei apart zeggen. Ok, voor school vond ik het een beetje rommelig. Omdat, ja de communicatie ook tussen school en stage vond ik nooit, ja niet echt altijd goed. Ja stage, ik vond dat je hier heel goed wordt begeleid enzo. Je krijgt vaak gesprekken met je begeleiders van hoe vind je het. En je maakt ook verslagen van je bevindingen per dag. En was dat op je vorige stage ook zo? Ja dat was ook zo, je moest dan ook elke werkdag dan een stukje schrijven en dan vraag je feedback aan je collega’s. Dus dat vond ik wel fijn aan de opleiding. En jij zei net het contact tussen school en stage was een beetje rommelig, he...? Ja, qua, bijvoorbeeld de opdrachten die je dan met je begeleiders moet gaan doen of beroepsprestaties. Maar dan wisten zij er helemaal niks van hoe je zo’n opdracht moet aanpakken, of observeren. Op de stage? Ja, vorig jaar. Nou dat heeft natuurlijk te maken met de koppeling tussen school en stage. Maar je hebt ook dingen alleen op school gehad, wat vond je daarvan? Op zich vond ik het op school wel heel duidelijk qua lessen. Je krijgt ook gewoon, als je begeleiding nodig hebt, dan krijg je die gewoon. Op zich heb ik dat niet echt veel, ik ben veel zelfstandiger dan op school, dus ik heb daar niet echt veel om gevraagd begeleiding. Maar je ziet wel anderen in de klas die daar heel veel behoefte aan hebben en die krijgen dat ook. Is er iets wat je hebt gemist op de opleiding, HZW? Gemist… Ik denk een beetje uitbreiding qua ziektebeelden...En, ja… Die informatie? Ja, dat je dan beter weet hoe je met mensen om moet gaan op het werk. Met de doelgroep bedoel jij? Ja. Vind je dat de opleiding op school past bij het werk wat je nu doet? Helpende zorg, ja het is eigenlijk helpende zorg én welzijn. Maar ik ben begonnen in 2009 dus dat welzijn heb ik niet meegekregen. Ik heb alleen zorg meegekregen. Dus op zich vind ik het goed op elkaar aanpassen. Dus misschien nog wel wat jij net al zei, zou er meer informatie gegeven mogen worden over ziektebeelden. Ja. Ok, zijn er nog andere dingen waarvan je denkt dat zou nog wel meer aandacht mogen krijgen? Ik denk meer structuur op school, zeg maar qua roosters is het altijd rommelig van ‘die leraar is er niet, oh dan doen we dit wel’ en, ja het is een beetje, ik vond het best wel rommelig. De organisatie? Ja. Dan krijg je drie loopbaans (begeleiders?) per jaar. Dan heb je net een band met jouw loopbaan en dan krijg je weer een andere. Dat is niet zo fijn. Oh ja, nee, ok, de opleiding op school. En de opleiding van de stages die je liep. Hoe vind je dat de stages horen of aansluiten bij het werk wat je nu doet? Ja, allebei gaat het om de zorg. Je krijgt veel persoonlijk verzorging mee. Ik denk dat dat, ja. Met helpende is het belangrijk dat je de basiszorg leert en ik vind dat je dat hier op, in een verpleeghuis vooral, dat je dat heel veel meekrijgt. Ok, dus jij zegt van; de stages die ik heb gelopen hebben mij goed voorbereid op het werk wat ik nu doe. Ja, zeker.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
95 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Dan gaan we naar een ander stukje, want ik heb nou een aantal dingen gevraagd over jouw opleiding, he? Ik ga nu een aantal vragen stellen over het werk, wat jij hier doet. Waarom ben jij dit werk gaan doen? Jij wist van; ik ga afstuderen, en toen? Ja, ik vond het heel fijn om met oudere mensen te werken. Ook vooral dementerenden, dat vind ik wel interessant. Hoe je dingen aanpakt, hoe je die mensen zo ver krijgt om de dingen te doen die je wilt dat ze gaan doen. Mensen stimuleren enzo, motiveren om zelfstandig gewoon hun eigen dingen te gaan doen, ook al zijn ze dementerend. Dat vind ik wel interessant. Ja… contact met de mensen. Dus dingen die jij in jouw stage hebt ervaren zijn eigenlijk de reden geworden waarom je dit wilt doen? Ja. Dankbaar werk vind ik. Ok, nou je werkt natuurlijk maar heel kort en mijn volgende vraag zou zijn: Is het al veranderd tijdens je werk, waarom je ermee begon en waarom je het wilt blijven doen? Nou, nee het is niet veranderd. Ja, ik werk nou eigenlijk precies twee dagen, dit is mijn tweede echte werkdag. Maar op zich, ja, ik ben hier al vanaf september… En in het begin was het wel van oooh, weet je, je ziet ja. Je ziet die mensen in de huiskamer en dan is het even schrikken want je hebt een andere stage gehad. En ja, dan ga je wennen en dan denk je van ‘dit is misschien wel wat ik wil’ en dan ga je verder stage lopen en dan denk je van; ‘ja, het ligt mij wel’. Ok, en als je nou moet zeggen; waardoor komt het dat het jou wel ligt? Wat zijn de dingetjes waarvan jij denkt „ja‟? Ja, zoals ik eerder zei; dat contact met de mensen vind ik wel gewoon fijn. Ik denk ook dat het ligt aan het team waarin je werkt. Als je leuke collega’s hebt, een collegiale team, dan is het wel, ja… En is dat hier zo? Ja, dat vind ik wel. Ja, dan heb je het meer naar je zin en dan kan je wat meer jezelf zijn op het werk. Ok, daar kom ik straks misschien nog even op terug. Ja. Welke dingen in je werk vind je belangrijk? Ik vind dat je… als team bedoel je, of? Ja nou, stel jij mag helemaal zelf bepalen waar jij vandaag jouw tijd aan gaat besteden in je werk. Wat zou jij dan kiezen om te doen? Uhm, ja wat zou ik dan doen? Dan zou ik sowieso de mensen meer tijd geven. Ja, en hoe bedoel je dat? Hoe ziet dat eruit als jij iemand meer tijd geeft? Ja, het hoeft niet altijd met een activiteit. Ik denk vooral met dementerenden is een praatje al genoeg. Of iemand is, ja gewoon iemand uit laten praten. Ja, dat je gewoon luistert naar een cliënt. Ik denk dat heel belangrijk is, ook bij dementerenden. Ok, dus je zou in ieder geval meer tijd nemen om bij die mensen te gaan zitten en een praatje met ze te maken. Ja, want dat heb je niet altijd. Het is heel moeilijk om, je zit… Het is altijd meestal heel druk en dan moet je altijd ervoor zorgen, bijvoorbeeld bij een late dienst, dat iedereen aan het eten is. Maar tegelijkertijd wil je ook bij de bewoner gaan zitten en gewoon een praatje gaan maken en dat is moeilijk om te combineren. Ok. Zijn er nog meer dingen waarvan je zegt; daar zou ik ook veel tijd aan willen besteden, als ik zelf mocht kiezen. Ja, aan organiseren he hier. Ja? Bijvoorbeeld? Ja, gewoon duidelijke regels, soms heb je wel eens miscommunicatie enzo en dat vind ik… Ja, dan loop je daar wel tegenaan en ook ja… Dus als jij zou mogen kiezen wat je mocht doen op een dienst, dan zou je tijd investeren in organiseren zodat je minder miscommunicatie hebt. Begrijp ik het goed? Ja. Zijn er ook dingen die jij moet doen, in je werk, die jij niet zo belangrijk vind? Dus als je zou mogen kiezen tijdens een dienst, dat je die misschien niet zou doen. Ja, opruimen. Ok. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
96 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ik vind als je een, ja, een schoonmaakdienst regelt. Dat wij dan meer tijd hebben voor de cliënten zelf. Want ik vind dat onze tijd daar best wel veel naartoe gaat. De was invullen en opruimen, kamers ehm, ja bedden verschonen. Dat neemt heel veel tijd mee, terwijl je die tijd kan gebruiken om met de cliënten te gaan zitten en ja… Dus, is dat huishoudelijk werk, of…? Tja, ja huishoudelijk werk. Meer het, het is niet echt dat we de hele afdeling dweilen, want daar hebben we wel een schoonmaker voor, maar bijvoorbeeld na de zorg worden alle bedden verschoond en dan ga je de was opruimen en tussendoor moet je de was en inco bijvullen. Ja, ik vind ja… Daar zou jij ruimte zien, om tijd te gebruiken voor de bewoners? Voor de bewoners ja. Duidelijk, zijn er nog meer dingen die jij in je werk tegenkomt waar je minder tijd aan zou willen besteden? Ja, hier als je in de zorg staat, dan doe je niet veel activiteiten. Maar, als je bijvoorbeeld in een kleinschalige woning zit dan ben je wel… Maar daar kies je natuurlijk zelf voor om daar te werken. Ok. Ik kan nu niet echt iets opnoemen waarvan ik denk van… Nee, het hoeft ook niet hoor, maar ik dacht ik stel nog een keer de vraag, want je hebt nu één ding genoemd en misschien bedenk je nog iets erbij. Nou, mocht er nog iets te binnen schieten, dan zeg het maar hoor. Ja. Nou, het volgende stukje. Wat vind je leuk aan jouw werk? En eigenlijk heb je daar net al een aantal keer iets over gezegd, he? Ik heb daarbij al geschreven „contact met de mensen‟ en „leuke collega‟s‟, want doordat je leuke collega‟s hebt kun je lekker jezelf zijn in een team… Ja. Zijn er nog dingen die je daaraan toe wilt voegen? Wat maakt jouw werk leuk? Dat je mensen kan helpen en vooral als je mensen ziet dus ja, dat er iets dwars zit, ja hoe noem je dat? Ja, je hebt heel veel mensen die dan zeggen van; ‘waar is mijn vrouw of waar is mijn man’ en op een gegeven moment ja dan denk je van; dan wil je ze wel helpen, maar dan weet je niet, ja… Dan ga je zoeken naar een manier hoe je ze kan helpen. En dat vind ik echt interessant, dat vind ik echt leuk aan het werk. Dat je ja, want soms zie je wel eens dat een collega een agressieve bewoonster bijvoorbeeld naar de kapper probeert te brengen. En die wil dan niet en die slaat en die gaat weg. Dan vind ik het interessant, dan kom ik er achteraan, en dan ga ik het ook proberen en dan als het me lukt… Dan vind ik dat gewoon helemaal, ja… gewoon helemaal leuk. Ok, want als het je lukt, wat gebeurt er dan? Wat lukt je dan? Die bewoner over te halen om toch naar de kapper te gaan. Ok, en als je die hebt overgehaald, wat is er dan veranderd bij de bewoner? Dat die toch mee is ingestemd, om naar de kapper te gaan. Dan wel op een andere manier. Ik denk dat dat ook heel veel scheelt met, ehm… Ja meestal agressieve bewoners hoe je met ze omgaat, hoe je ze benadert. Ok dus als jij jouw benadering ervoor zorgt dat iemand zich niet meer verzet? Ja, of minder verzet. Of minder, ja. Benadering naar de bewoner. Als je dan iets voor elkaar krijgt, wat je net al zei, dat ze gaan doen wat jij van ze wilt en dat soort dingen. Ja Ok, en wanneer krijg jij nou echt een positief gevoel in je werk? Dat je bijvoorbeeld heel blij bent, of trots, of vrolijk? Als je zeg maar, als je bijvoorbeeld de zorgvrager hebt geholpen met iets, kan zorg zijn maar kan ook iets anders zijn. Dat ze of ‘dankjewel’ zeggen, of ‘oh dat vind ik echt lief van je’, maar ook sommigen die dat niet kunnen aangeven met praten, maar wel qua gezichtsuitdrukking. Dan zie je van dat ze echt heel blij zijn en dankbaar dat je dat hebt gedaan. Dat geeft we zo’n speciaal gevoel vind ik.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
97 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Oh, heel mooi omschreven hoor. Dankbaarheid van de bewoners he? Ja, ok, nou eigenlijk is de volgende ook dezelfde vraag, want soms stel ik vragen een beetje hetzelfde op een andere manier, zodat je somsAnders naar een… -toch ineens „oh nou weet ik weer iets‟, ja. En je zei net een speciaal gevoel he? Wat doet dat met je? Zo‟n speciaal gevoel in je werk. Ja, dat zorgt ervoor dat ik gewoon, echt gewoon, ja zin heb in het werk. We weten allemaal wel dat de zorg niet echt heel goed betaald, maar ik vind dat dat het wel, compenseert. Ok, dus dat is de zingeving die jij vind in je werk. Ja. Ok, heel mooi, ja. Nou dan gaan we een andere kant van het beroep even kort bespreken. Namelijk niet wat er allemaal zo geweldig en leuk aan is, maar wat er ook wel eens moeilijk is aan jouw werk. Zou jij dat zo kunnen noemen, wat vind je moeilijk aan jouw werk? Ehm, ja dat er zoveel druk is op een afdeling. Dat je bijvoorbeeld soms, dat je zes zorgvragers verzorgd en die best wel zwaar zijn. En ja dan moet je wel, want er zijn geen andere collega’s he, ja bezuinigingen he. Dus dat vind ik, dat vind ik toch wel iets van, ja… Werkdruk. Precies. Ok. Waar loop je wel eens tegenaan in je werk? Als er gewoon, ja als er anders wordt... Bijvoorbeeld stel, vooral als je stagiaire bent, dan ga je, loop je in het begin mee met een collega en die legt je zo op zo’n manier uit. En dan werk je de volgende dag met een andere collega en die zegt; ‘nee, dat mag je niet zo doen, dat moet je zo doen’. En dan ja… Dan moet je steeds eigenlijk je werk aanpassen aan met wie je werkt. Terwijl je eigenlijk je eigen manier erin moet vinden. Ja, en nou ben jij aan het einde van je stage zeg maar he, die heb je gehaald. En heb je nou dat je daar nog steeds tegenaan loopt wel eens? Nee, ik heb gewoon mijn eigen manier van werken gevonden. Natuurlijk moet het wel binnen de regels, maar ik werk ja, gewoon op mijn eigen manier. Je hebt je eigen weg erin gevonden? Ja. Ok. En dat collega‟s verschillend werken kom je niet meer zo tegen. Nee. Zijn er andere dingen waar je wel eens tegenaan loopt in je werk? Ja, als er een zorgvrager overlijdt. Dat vind ik, dan vind ik dat wel eens heel moeilijk, om gewoon gelijk door te gaan met een andere zorgvrager verzorgen. Als dat gewoon, stel dat je om negen uur een zorgvrager verzorgd en je krijgt te horen van die mevrouw is overleden en dat je dan gewoon toch nog door moet gaan met de andere zorgvrager. Dat vind ik soms heel moeilijk. Ja, wat dat gebeurt wel eens? Ja. Vooral op deze afdeling, gaat het soms wel heel hard. Ok. Ligt dat aan deze afdeling, wat voor zorgvrager er hier komt? Ja, hier heb je best wel zware zorgvragers en soms dan is het heel rustig. En soms is het dat, dat het echt één voor één… Dan gaan ze… Ja, en dan is het best wel moeilijk moet ik zeggen. Ja. En wat vind je dan daar moeilijk aan, dat je gewoon ook weer door moet werken? Ja, want je hebt toch ook wel een band met zo’n zorgvrager en ja. Dan toch, die zorgvrager moet… Dat je dan toch gewoon door moet gaan. Want wat zou je dan graag willen? Nee, dat is niet echt iets van willen. Ik denk, ja kijk sowieso praat je wel met je collega’s erover en dat helpt ook. Maar, ik denk zoiets, je moet er tussenin staan snap je. Je moet niet, je moet niet denken van; ‘ja, het boeit me helemaal niet, weet je die is overleden ok’. Maar je moet er ook niet te veel aan hechten. Je moet er een beetje tussenin staan, dus. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
98 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja, jullie verzorgen hier mensen aan het einde van hun leven… Ja. Ja, en is er iets of iemand wat jou zou kunnen helpen bij zo‟n moment hier? Ja, dat is ook, collega’s. Dat je erover gaat praten. Vind ik wel. En doen jullie dat een beetje tussen het werk door, of is daar echt een moment voor? Ik denk gewoon tussen het werk door ofzo, als je pauze hebt ofzo. Dan komt dat wel naar voren, van ja... Ok, ik ben een beetje door gaan vragen, want ik wilde vragen van „hoe pak je het aan‟, als zoiets gebeurd. Bijvoorbeeld met het overlijden en wat doe je dan, hoe los je dat op. Nou, met collega‟s bespreken he, zeg jij? Ja. Dat helpt, zijn er nog meer dingen die je zou kunnen doen? Ja, ten minste dat doe ik wel. Als er een nieuwe opname is, dan ben ik wel met zo’n gevoel van, weet je, die zorgvrager kan ook zo weer overleden zijn. Dus dat ik daar wel rekening mee houdt. Dus niet… Ja, het blijft wel natuurlijk erg, maar je beseft wel van… Ja, dat helpt jou ook, die instelling… Ja, instelling van dat die bewoners zo kunnen overlijden. En, is hier in jouw opleiding ook aandacht voor geweest, dat je dit tegenkomt? Ja, op school hebben we, is er een speciaal, zeg maar thema geweest van overlijden. En toen zijn we ook in een kring allemaal gaan zitten, in de klas. Toen heeft iedereen zijn verhaal ook mogen doen. Over stage-ervaringen? Ja, van hoe ga je ermee om. En dan kreeg je ook tips van de docent. Ja. Ok, dus dan is er wel aandacht voor geweest. Ja, dat vind ik wel. Nou, jij hebt daarnet nog iets anders genoemd, weer even een ander onderwerp. Bijvoorbeeld werkdruk, dat je wel eens het gevoel hebt dat je heel hard moet werken en daar loop je wel eens tegenaan. Hoe ga je daarmee om? Ja gewoon, ik, het is niet zo van als er heel veel druk is dat je dan helemaal in paniek gaat raken ofzo. Ik denk dat je daar ook niks mee bereikt. Ik ga dan gewoon, gewoon rustig blijven. Ik denk dat je dan ook prioriteiten moet stellen, van wat doe ik eerst en wat doe je daarna. Wat kan wachten, wat… Ja, en hoe pak je dat dan aan? Ga je dan, dat bedenk je zelf? Ja, dat bedenk ik zelf en, als je met andere collega’s bent, doe je dat natuurlijk samen. Je werkt ook alleen. Ja, ja meestal ben je toch wel met een andere collega. Meestal met z’n tweeën. Ja, ’s morgens niet, ‘s morgens ben je sowieso met z’n drieën, minimaal. Maar in de avonden ben je wel, ja dit is zeg maar een afdeling, dan sta je met z’n drieën op een afdeling van twee huiskamers. Maar dat zijn dus twee verschillende units, dus… Dus dan verdeel je het? Ja, maar je bent nooit alleen, helemaal alleen, dat niet. Ok, zijn er mensen of dingen die jou kunnen helpen hierbij, als je het zo druk hebt? Nee, ik denk dat je dat alleen maar met je collega’s, dat je dat alleen met je collega’s kan oplossen. Maar omdat er, als er weinig personeel werkt dan kan je er eigenlijk niks aan doen zelf, als helpende. En kun je bijvoorbeeld wel naar iemand toe gaan als je daar nou heel vaak tegenaan loopt? Ja, je kan dat ook gewoon in de teambespreking doen. Er is ook een vragenrondje van zijn er mededelingen of vragen en dan kan je dat gewoon zeggen. En je kan altijd met je teamhoofd in gesprek gaan als je het ergens niet mee eens bent, of met… Ja je begint altijd laag, eerst met het teamhoofd en dan hoger naar de floormanager, zo ga je… Dus dat zou kunnen als je daar behoefte aan hebt, dan kun je dat doen. Ja. En is ook hier aandacht voor geweest in jouw opleiding? Dat je dit tegen kunt komen in je werk, drukte. Ja, dat kom je hier ook wel tegen ja. En is er in je opleidingTavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
99 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Oh de opleiding, ja sorry! Dat geeft niet. Nee op de opleiding heb ik dat niet meegekregen. Vooral als je stagiaire bent, dan ben je boventallig dus dan... Ja, het is wel voor hun makkelijker, maar het is niet zo dat je, ja je bent boventallig dus ze mogen je niet in de bezetting zetten. Dus dan heb je die werkdruk nog niet zo ervaren in de stages? Nee. En op school, net zoals je net zei een thema „overlijden‟, bijvoorbeeld. Is er ook een thema geweest over werkdruk, of over hoe je om kunt gaan… Nee, heb ik niet zo meegekregen in de opleiding. Ok, prima. Nou je hebt het over twee dingen eigenlijk nu gehad over waar je tegenaan loopt in je werk. Het ene was dus drukte, he, hoge werkdruk, en het andere bijvoorbeeld als een zorgvrager overlijd. Wat doen deze dingen met je? Twee heel verschillende dingen, maar wat doet het met je? Ja, ik denk op het werk zelf niet heel veel. Maar als je dan thuiskomt, dat het dan allemaal terug komt. Van, ook lichamelijk soms. En heb je het nou over allebei die dingen? Nee, ik heb het nou over… Ja, trouwens, dat het allemaal thuis komt, terugkomt, heb ik over allebei die dingen. Maar qua, ja… Lichamelijk? Lichamelijk is het van werkdrukte dan. Dan ben je echt moe? Ja, dan voel je dat ook. Dus als je thuiskomt dan voel je dat? Ja. En wat voel je dan? Lichamelijk, ik heb wel eens rugpijn. Dan denk ik van ja, dan weet ik van; dan heb ik te hard gewerkt. En qua overlijden, ja dan, komt dat gewoon ja een beetje terug. Van ja het is wel jammer dat die zorgvrager er niet meer is. Dat je daar over nadenkt? Ja. En dat je daar een misschien verdrietig gevoel bij hebt? Nou, dat gaat weer een beetje… Ja, ik zeg het ook met iets „mag ik het zo zeggen‟? Je mag het wel zo zeggen, maar … Het is in ieder geval een negatief gevoel? Ja, een negatief gevoel ja. Het is niet dat ik dan ga huilen ofzo. Maar… Ja, dus je denkt erover na en het kan je een beetje een negatief gevoel geven? Ja. Ok. Nou, zoals je ziet zijn het niet meer zo heel veel vragen. Het is weer een nieuw onderwerp. En ik wil vragen; Hoe weet jij nou of je iets goed hebt aangepakt? Want jij zei bijvoorbeeld bij werkdruk, dan is het zo dat ik soms prioriteiten moet stellen, en je komt misschien andere dingen tegen in je werk waar je wel eens over twijfelt, of waarvan je denkt; „ja doe maar zo?‟ Wanneer weet je achteraf „ik heb het goed gedaan‟? Dat krijg je te horen van je collega’s, vind ik wel fijn. Dat je complimenten krijgt van ‘nou, dat heb je goed aangepakt’. En ja, het is hier ook heel belangrijk, ook al ben je stagiaire of ben je verpleegkundige, je kan allemaal van elkaar leren. Zo zeggen ze het ook. Dus dat vind ik wel fijn. En voel je dat ook in het team? Ja, je wordt erg betrokken met heel veel dingen. Ok. Maar je moet natuurlijk zelf ook meewerken. Het is niet zo dat je zelf alleen maar heel de dag gaat zitten en kijken, dan kan je niet verwachten dat ze jou ook dat gevoel geven van je hoort er ook bij. Je moet zelf ook ervoor knokken. Ja, het komt van twee kanten bedoel je? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
100 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja. Ja, ok. Misschien kun je even een voorbeeld in gedachten nemen dat je een keer twijfelde over iets, dat je niet zo goed wist of je het nou goed had aangepakt en dat je toen die beslissing zelf hebt gemaakt, dat je nog niet op dat moment even snel kon overleggen met een collega… Even denken hoor, meestal ben je toch wel met een collega. Vooral als stagiaire dan, ben je meestal wel met een collega ja. Zijn er dingen dat, waarvan je zou kunnen zeggen achteraf; ik heb, ik ben er goed mee omgegaan, omdat... Ja, omdat de zorgvrager, omdat ik toch de zorgvrager zo ver heb gekregen dat het wel gelukt is. Maar even kijken hoor van wat je eerst zei… Het is wel eens bijvoorbeeld, stel je brengt een zorgvrager naar bed toe en hij is erg agressief. En je probeert actie te nemen, maar je bent alleen, je kan niet snel even een collega gaan roepen. Dan probeer ik wel toch zelf die zorgvrager bijvoorbeeld op zijn eigen kamer te houden, want die willen wel eens weglopen of… ja dan bijvoorbeeld, dan doe ik de deur op slot en ja als ik dan klaar ben, dan evalueer ik even met een collega van wat er is gebeurd. Maar, als stagiaire sta je niet zo vaak helemaal alleen. En jij zegt van; en dan, de feedback van collega‟s vertelt mij vaak of ik het goed heb gedaan? Ja. Ok, dus als je het dan moeilijk hebt gevonden, dan ga je met iemand in gesprek daarover en dan hoor je het op die manier. Ja, ik vraag sowieso bijna elke dag om feedback. Of het nou mondeling is of schriftelijk, dat vind ik toch wel fijn. Dan weet je waar je aan toe bent. Wat je kan leren, en wat je nog, ja en wat je al hebt geleerd. Ja, ok, wanneer twijfel je soms of je iets goed hebt gedaan? Als je doorzichtig feedback krijgt. Doorzichtige feedback. Ja vind ik wel. Als ik dus van, stel je zegt van; hoe vond je dat ik het heb gedaan?’ en dat een collega zegt van ‘ja jawel, dat was wel goed’. Dan denk ik van was het nou wel goed, of niet? Kan het niet wat uitgebreider? Dat je dan niet, ja, dat ze dan niet… Dus als de feedback onduidelijk is? Ja. Dan denk jij van; hmm, heb ik het wel goed gedaan? Ja, vooral als je het in een schrift terug leest, dan denk je van, en je weet niet hoe de bedoeling zeg maar overkwam. Of ook, en als ik mondeling feedback vraag, dan kan je op elkaar reageren en dan weet je ook hoe de… Ja. En heb je ook uit jezelf wel eens dat je twijfelt of je iets goed hebt gedaan? Ja, natuurlijk. Als je, soms denk je van; ja, heb ik het wel goed aangepakt? Maar daarom vind ik het ook fijn, vooral als stagiaire, dat je heel vaak bij collega’s terecht kan komen om, ja, uit te leggen van wat er is gebeurd. En dat zorgt er wel voor dat je dan geen twijfels meer hebt, want anders blijf je daar, ja… Over nadenken? Ja, precies. Ja, mijn volgende vraag zou zijn; hoe ga je hiermee om? Wie kan je daarbij helpen? Of wat kan je daarbij helpen? Eigenlijk heb jij het antwoord hierop al gegeven. Namelijk door bespreken met collega‟s of door feedback te vragen, helpt het mij als ik ergens over twijfel, om daar duidelijkheid over te krijgen. Ja, precies. Ok, ik ga jou nu even kort vertellen waar mijn onderzoek precies over gaat, want dat heb ik nog niet gedaan. En dat heb ik expres gedaan, zodat jij ook gewoon helemaal uit jezelf de antwoorden hebt gegeven. En daarna ga ik jou één vraag nog stellen en die is; of jij nog iets extra wilt vertellen dan wat jij allemaal al hebt verteld. Als je dan, omdat je dan wel weet wat het voor mij het precies is. Uitleg onderzoekdoel. Uitleg vertellen en laten zien. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
101 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Slotvraag: Is er nog iets waarvan jij denkt; „dat zou ik nog willen zeggen‟, nu je dit weet? Over dit onderwerp. Ja, zoals ik daarstraks al zei, dat ik ook, ja de manier hoe je met een zorgvrager omgaat is toch wel… Waar mensen zich heel veel in vergissen vind ik, is; sommigen denken van dat je gewoon met elke manier een zorgvrager zou kunnen helpen. En als dat dan niet lukt, dan is het alsof ze ja… Alsof ze de zorgvrager ofzo, ja hoe noem je dat, de schuld geven ofzo, ik weet niet hoe ik het echt precies moet uitleggen. Maar ik denk dat als je, ja, goede manier weet hoe je een zorgvrager moet benaderen, dat je dat dan ook deelt met je collega’s. Dus dat zij dat ook dus zeg maar kunnen uitvoeren in de praktijk. Dat je dan ook veel minder werkdruk hebt. Ok. En wat is zo‟n goede manier? Wanneer is het een goede manier? Ja, als je goede resultaten hebt. En wat is een goed resultaat dan? Ja, dat is een beetje moeilijk, omdat je hebt verschillende situaties. Ja, als je, stel een zorgvrager die is heel erg zwaar op bed en je hebt een manier gevonden van dat het iets lichter is. Dat je dat dan deelt met je collega’s en als dat dan lukt, ja dan heb je toch wel ervoor gezorgd dat ja, dat het iets lichter is voor jezelf ook. Maar ook voor die persoon is het dan prettiger. Ja, dus prettiger voor de bewoner, dat is een goed resultaat, he? Ja. Maar jij noemt daarbij ook; als het prettiger werkt voor jou… Ja, voor al jouw collega’s. Prettiger verzorgende. En wat ik jammer vind aan de opleiding, is als je ergens in een instelling komt die, die jou als stagiaires eigenlijk… Ja dan, die jou een heel ander gevoel geven als stagiaire of dat je de, ja de, alle stomme klusjes mag doen en alle vuile klusjes. Dat je dan denkt van dit wil ik helemaal niet en dan krijg je een ander beeld van de zorg. En vandaar dat, meestal als een klas begint van de opleiding, dan is het bijvoorbeeld een stuk of 25 en eindigt die met zes. Zo weinig? Ja, zo komt dat echt voor. Dus, die gaan allemaal ja, die stoppen van de opleiding, omdat ze gewoon een heel ander beeld krijgen door de stage zelf. En dat vind ik wel jammer, en daarom ben ik ook blij dat ik door ben gegaan vorig jaar. Want als ik, zo hiervoor, vorig jaar had ik ook dat ik wou stoppen, maar ik denk ik ga gewoon kijken wat volgend jaar, wat ze volgend jaar voor mij heeft en dat is toch bevallen, dus. Dat vind ik... Je bent bij dat je dit ook hebt gezien? Ja, zeker. Dus de stages en het team zijn heel belangrijk voor je beeld van het werk. Ja. Ok. Nou, ik denk dat wij alles wel hebben besproken. Als er nog dingen zijn waarvan jij denkt; oh ja dat wil ik ook nog wel vertellen… Dan mail ik jou wel. Prima.
Interview III Demografische gegevens - Leeftijd: 20 - Geslacht: V - Diploma HZW sinds: juni 2008 Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
102 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
- Werkzaam als: helpende - Werkzaam sinds: hier op de locatie sinds september, hiervoor ook bij zelfde organisatie. Daar ben ik meteen na mijn opleiding begonnen in 2008. Vragen: Ik wil eerst wat vragen stellen over jouw opleiding, die jij hebt gedaan. En daarna wil ik wat vragen stellen over jouw werk hier. Goed? Dat is goed. Waarom ben je begonnen met de opleiding helpende? Ik vind het leuk om met oudere mensen om te gaan en ik wou ook kijken van hoe het was in de zorg. En ik wist niet echt waar ik aan moest beginnen, wat ik... Ik wist eigenlijk helemaal niet wat ik wou gaan doen en toen heb ik voor de zorg gekozen. Ok, omdat je het in ieder geval leuk vond met oudere mensen? Ja. Ok, nou toen ben je begonnen met de opleiding en toen tijdens je opleiding, is dit toen veranderd? Nee, dat is niet veranderd. Het werd alleen maar beter zeg maar, ik had er meer zin in om met ouderen te werken. Ok, dat is wel een goede keuze geweest dan. Ja. En wat vond je van de opleiding? Het was ja, best wel moeilijk voor degene die van vmbo-basis zeg maar afkomen, was het best wel moeilijk. Kwam jij van basis? Ja. Dus moeilijk vanuit basis, vmbo? Ja. En wat vond je dan moeilijk? Echt de theorie was echt moeilijk hoor. Want ja, dan heb je allemaal verschillende vakken net als ADL en in-ter-actie in de beroeps-situatie en dat was best wel moeilijk. Klinkt al als moeilijke woorden... Ja. Dus dan was het eigenlijk de theorie over de zorg, zeg ik dat goed? Ja,ja. Ok, dus dat was wel moeilijk de theorie. En de opleiding bestond uit meer dan alleen vakken natuurlijk, want je hebt ook stage gelopen he? En wat vond je daarvan? Dat vond ik echt leuk, was echt leuk en heel leerzaam ook. Ok, dus op school was het vooral moeilijk en de stages maakten het heel leuk en daar leerde je ook veel van? Ja. Heb je op school ook veel geleerd? Ja, ja je moest wel veel zelfstandig doen. Veel zelf opzoeken op internet en je kreeg dan een uurtje les en dan moest je naderhand zelf je dingen doen. Zelf aan de slag? Ja. Ok, en als je nou even denkt aan de opleiding, een gedeelte was school en een gedeelte was stage. Zijn er dan dingen, nu werk jij, zijn er dan dingen die je hebt gemist in de opleiding? Nee, eigenlijk niet. Ok, vind jij dat de opleiding op school, dus vooral de theorie en de vakken enzo, past bij het werk wat je nu doet? Ja. Waarom vind je dat? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
103 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja, je krijgt veel uitleg van hoe je met de mensen om moet gaan. De interactie zeg maar. Hoe je je moet uiten tegen bewoners, wat de basiszorg is. Dat heb je eigenlijk alleen als helpende nodig, de basiszorg, want je hoeft geen medicijnen of wondzorg ofzo te doen. Ok, dus je vind dat de theorie op school goed past bij het werk wat je nu doet. Ja. En de stages die jij hebt gelopen, passen die ook goed bij het werk wat je nu doet? Ja, heel goed. En waarom vind je dat? Omdat je toch meer leert, ik was dan helpende, maar ik leerde ook zeg maar dingen wat verzorgende IG-ers deden, dat is weer een niveau hoger. Dat ik dat alvast meekreeg van hoe dat in z’n werk ging. Dus dat vond ik wel fijn. Ok, ja, dus je leert daar heel veel zeg jij, en eigenlijk nog meer dan alleen voor jouw beroep? Ja. En was dat bij, want je hebt twee stages gelopen, was dat bij allebei zo? Nee, bij de eerste niet. Ok, want wat is het verschil? Ik stond op de, mijn tweede stageplek was de leerafdeling, en dat is echt dan moeten de leerlingen de afdeling runnen. Dus dan leer je veel meer. Ok, en op die eerste stage? Ja, dat was, een beetje meekijken. En dat was het. En lag dat aan de plek, of aan dat dat pas je eerste jaar stage was? Ik denk dat het eerstejaars stage was, dat het daaraan lag. Dat je daarom ook veel huishoudelijk werk doet enzo. Ok, ze dachten dat is pas een eerstejaars, die doet huishoudelijk werk. Hmhm. Ok, en die leerafdeling is dus binnen de organisatie waar je nu werkt? Ja. Dat is duidelijk. Nou, toen had jij die opleiding af, en toen dacht je, ik ga dit werk doen. Ja. Waarom dacht je dat? Die oudere mensen ligt mij gewoon heel goed. En hoe voel je dat dan, dat dat jouw goed ligt? Gewoon met een lach naar je werk gaan. Niet dat als je ’s morgens je bed uit komt van ‘ik moet weer gaan werken’ weet je wel. Het is gewoon echt leuk, je ziet gewoon ook dat de mensen altijd, ja heel, die bedanken je ook altijd die vinden het echt heel fijn. Ok, dus je gaat met een lach naar je werk. En jij werkt nu een jaar of drie, is dat ook veranderd tijdens je werk? Nee, ik vind het nog steeds hartstikke leuk. Duidelijk. En jouw werk bestaat natuurlijk uit verschillende dingen, en wat is er nou van jouw werk wat je heel belangrijk vindt? Met de mensen goed omgaan, niet voor de gek houden. De uiterlijke verzorging, dat ze er altijd netjes uitzien. Ja, dat was het eigenlijk. Ok, en wat bedoel jij met „met die mensen goed omgaan‟? Want wat is dan goed? Gewoon altijd netjes tegen praten, als ze iets vragen ook antwoord op geven en niet als je er geen zin in hebt gewoon doorlopen zeg maar. Want je hebt er soms lastige bewoners bij en ja dan moet je niet zeg maar weglopen van ‘ja, ik heb er geen zin in’. Gewoon antwoord op geven, dat is het beste. Dus dat zijn dingen die jij belangrijk vindt in jouw werk. En als je nou mocht kiezen, ik ga vandaag werken, en je mag helemaal zelf bepalen wat je gaat doen. Waar zou jij dan het meest aandacht aan besteden? Met de mensen spelletjes doen, want dat wordt bijna niet gedaan. En waarom wordt dat bijna niet gedaan?
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
104 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja, tekort aan activiteitenbegeleiding denk ik en te druk. Dat er te veel mensen, bewoners zeg maar zijn, voor één activiteitenbegeleider. Dus die moet dan te veel in de gaten houden. Dat is dan op PG, op somatiek is dat misschien anders. Maar op PG moet je echt veel op die mensen letten. Dus jij zou graag wat meer tijd besteden aan activiteiten met die mensen? Ja. Ok. En zijn er ook dingen in jouw werk die je niet zo belangrijk vindt? Of minder belangrijk? Nee helemaal niet. Dus als jij een dienst zou mogen invullen zelf, wat zou je dan misschien niet doen wat je anders wel moet doen? Ja eigenlijk niks. Ja, eigenlijk gewoon alles gewoon wat ik anders ook doe. Ok, zijn er dingen in het werk, wat je moet doen als helpende, waarvan je vindt „nou, daar zou ik wel wat minder aandacht zou mogen besteden? Of aan kunnen besteden? Nee, eigenlijk helemaal niet. Ok, kun jij zo kort eens een paar dingen opnoemen die je allemaal doet in je werk? Ja ’s morgens dan begin je met de ochtendzorg. Dat is dan mensen wassen, aankleden, uiterlijke verzorging. Dan breng ik ze naar de huiskamer en bied ze wat drinken aan, kopje thee of kopje koffie en een sneetje peperkoek. Want om negen uur komt de gastvrouw, en die doet dan mooi de tafels dekken en dan heeft er iemand die in de zorg werkt ook huiskamerdienst. En die moet daar dan mee in de huiskamer gaan staan om de mensen mee te helpen met brood smeren enzo. Dus dat is dan gezamenlijk ontbijt? Gezamenlijk ontbijt ja. En dan naderhand heb je toilet rondes, mensen die naar het toilet moeten die doe je dan helpen. Meeste af?, opruimen, bedden opmaken enzo. En dan heb je zelf pauze. En dan na de pauze, dan ga je de mensen weer, het middageten, het warm eten hebben wij ’s middags. En dan na het warm eten worden de mensen op bed gelegd die willen rusten, en je maakt dan de huiskamer rustig, je doet een lampje uit zeg maar, dat ze kunnen gaan rusten. En dan vanaf half drie krijgen ze een kopje koffie en dan een filmpje zetten we meestal op, of muziekje. En dat is eigenlijk de dag. Ok, want jouw dienst is niet later dan de middag? We hebben ochtenddienst van zeven tot half vier, en een avonddienst van half twee tot tien. En de avonddienst... En ‘s avonds is eigenlijk bijna hetzelfde, ja het spreekt eigenlijk voor zich. Dan is het weer avondeten klaarmaken, de mensen eten geven, en dan naderhand ga je zelf weer eten en dan is het tijd om een aantal mensen naar bed toe te brengen. En meestal dan ’s avonds is er ook een gastvrouw en die doen dan meestal spelletjes dan wel met de bewoners. Ok, en een stuk van jouw beroep, zeg jij, dat zorgt ervoor dat jij met een lach op je gezicht naar je werk gaat. Wat is er nou zo leuk aan jouw werk? Ik vind het gewoon een voldoening als die mensen gewoon vrolijk zijn en dat ze hulp krijgen van een ander, die het ook zelf graag wil geven. Je ziet de mensen ook gewoon stralen als ze helemaal netjes zijn aangekleed enzo. Ok, en wanneer ga je nou naar huis van je werk en dat je helemaal een fijn gevoel hebt? Iedere dag. Iedere dag? Ja. En wat is er dan dat jouw zo‟n fijn gevoel geeft? Gewoon de voldoening dat de mensen weer een leuke dag hebben gehad, weer ja, gewoon geholpen zijn waar ze mee geholpen moeten worden. En hoe weet je dat of mensen... De meeste mensen bedanken altijd wel, die zijn altijd vrolijk zeg maar. Ok, bedanken en vrolijk. En dat geeft jou een tevreden en fijn gevoel? Ja. En wat doet dat dan met je, dat je zo‟n fijn gevoel krijgt op je werk? Dan voel ik me eigen gewoon fijn, dan denk ik van; ‘wat ben ik toch eigenlijk goed bezig zo’. Ok, fijn, goed bezig. Dus het geeft je een goed gevoel over jezelf? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
105 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja. Ok. Zijn er ook dingen die je moeilijk vindt aan jouw werk? Ja, je hebt soms conflicten met families, dat komt ook voor. Dat is moeilijk? Ja, soms wel. Op sommige, ja sommige tijden is dat wel moeilijk. Als er iets aan de hand is ofzo en je moet daar de familie op aanspreken dan kunnen ze soms bot reageren. Ok, en bedoel je dan tijden als in; een periode van een bewoner, of in tijden per dag? Ja, periode van een bewoner. Ok, dus als er iets aan de hand is met iemand en je moet dat bespreken, met de familie, dat kan wel eens lastig zijn. Ja. Ok, en waar loop je dan tegenaan? Dat ik de familie erop moet wijzen van wat er aan de hand is en als ze het niet snappen ofzo, dat je het dan duidelijker moet uitleggen en dat ze het dan gewoon zeg maar niet willen snappen ook. Ok, de communicatie? Ja. En zijn er andere dingen in jouw werk, niet per se he moeilijke dingen met familie, maar ook gewoon andere dingen die jij doet in jouw werk of die je tegenkomt in jouw werk, waar je wel eens tegenaan loopt? Nou, eigenlijk niet. Nee? Nee. En heb je weleens gehad dat je met een niet zo prettig gevoel naar huis bent gegaan? Nee, eigenlijk niet. Nee? Nee. Ok, en heb je wel een tijdens je werk een negatief gevoel gehad? En dan noem ik er even een paar op, he, want dat kan heel verschillend zijn natuurlijk. Het kan zijn dat je boos bent geweest ergens om, of dat je verdrietig bent geweest ergens om, of dat je iets vervelend vond of dat je je ergens voor schaamde... Nee, wel ooit iets met een thuissituatie dat je je dan op je werk niet prettig voelt maar dat heeft niet zeg maar met werk te maken. Ik probeer me dan eigenlijk daar een beetje vanaf te zetten zeg maar wat thuis gebeurt. En dat ik dan vrolijker ben op de afdeling, maar dat kan niet altijd. Ok, dus je hebt het eerder dat je dingen van thuis wel eens meeneemt naar je werk? Ja, maar niet van mijn werk mee naar huis nemen, dat doe ik eigenlijk helemaal niet. Ok, en zijn er dingen in je werk, dat kan van alles zijn, dat kan zijn gewoon in je dienst, maar het kan ook zijn in de organisatie en het kan ook zijn met collega‟s en het kan zijn met families wat jij zei, die jou wel eens een niet zo goed gevoel geven? Geplande uren. Vertel, je lacht erbij... Ja, dat ze soms gewoon zeven dagen achter elkaar plannen zeg maar, zonder er naar om te kijken. Dus dan eind juni plannen ze jou zeg maar vier dagen in, en dan beginnen ze met het rooster van juli en dan zijn ze vergeten naar juni te kijken en dan plannen ze begin juli zeg maar weer gewoon vijf dagen ofzo in en dan werk je in een keer negen dagen. Zo... En dat kunnen ze dan niet veranderen. Dan moet je die daar maar gewoon werken. En dan heb je daarna misschien wel lang weekend, maar... Nou, misschien twee dagen vrij. Dus ja... Dat is niet fijn. Nee. Ok, hé en dingetjes die dus wat moeilijker zijn he, net als zo de planning van de organisatie of conflicten met families, hoe ga je daarmee om als je zoiets tegenkomt? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
106 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Praten met collega’s. Ok. Met welke collega‟s? Gewoon waar ik dan die dag mee werk en met mijn teamleidster. En teamleidster ok, en kan het dan opgelost worden? Ja, meestal wel, meestal wordt er echt iets aan gedaan. Ok, en heb je het nou over de uren of de families? De families, de uren daar kunnen ze bijna niks aan doen. Ok. Als dat gepland is, dan is dat gepland. Misschien kan ik met een collega ruilen ofzo, als die dan net een dag vrij is, dat ik een dag er tussendoor vrij kan hebben, dat kan wel eens gebeuren. En moet je dat dan zelf regelen? Ja. Ok. He, en met die families, dan zeg jij van; „dan kan het wel opgelost worden‟, en hoe gebeurd dat dan? Dan gaat mijn teamleidster of een collega met die familie praten over het conflict, of wat er die dag is gebeurd. Ja ok, dus als jij zelf ergens mee zit, dan ga jij praten met je collega‟s of teamleider en die kunnen dan met jou mee, dat gaan oplossen met de familie? Ja. En, trek jij jezelf er dan uit terug? Of ga je dan nog steeds mee? Dan ga ik nog steeds mee. Ok, dat is duidelijk. Nou dus ik wilde eigenlijk nog vragen wie of wat kan jou helpen bij moeilijke dingen in je werk, of wat heb je dan nodig... Mijn collega’s en teamleidster. Ok, ja, zijn er ook dingen die je mist hier in de organisatie? Wat je... Ja, meer activiteiten... Of gewoon voor mezelf? Ja, ehm, ja want meer activiteiten is voor de bewoners, he? En voor jezelf? Ja, eigenlijk niks, we hebben hier zoveel. En wat heb je hier allemaal? Een restaurant, rokershok, je hebt hier van alles. Ok, dus het is hier gewoon het complete pakket? Ja. En ook, voor dingen in je werk waar je tegenaan zou kunnen lopen? Dan kan ik altijd bij iemand terecht. Ok, ok. En als je nou even denkt aan de opleiding die jij hebt gedaan he, zijn er dan dingen die jij hebt gemist in je opleiding? Nee. Nee? Zijn de dingetjes waar je hier wel eens tegenaan loopt, net als uren, of contact met de familie, is daar aandacht voor geweest in de opleiding? Dat je dat tegen zou kunnen komen? Nee, dat niet. Geen aandacht voor geweest. En vind je dat vervelend? -iemand vraagt aan haar de code van de deurJa, ehm op school, ja daar hadden ze wel meer aan kunnen doen dan. Wat had je dan bijvoorbeeld... Ja, gewoon van hoe je moet omgaan met de familie, als er iets gebeurt. Omgaan met de familie. Ja. Ok. Nou, zoals je ziet, zijn het nog maar een paar vraagjes. En dit gaat erover als je nou aan het werk bent geweest, en je kunt wel eens dan hebben dat je denkt; „heb ik dat wel goed gedaan?‟. Wanneer weet je of je iets goed hebt gedaan? Aan een collega vragen of dat ik het goed heb gedaan. Ok, en zijn er nog meer manieren waarvan je kunt zeggen; „ik weet zeker dat ik het goed heb gedaan, als...‟ Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
107 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
... Als mijn collega het zegt? Ja, ja, ik ben er nooit helemaal zeker van als ik het aan een collega vraag, dan... Als hun het ook zeker weten dan zeggen ze het wel, maar als zij het ook niet zeker weten dan bellen ze een co-dienst, die hebben we hier in huis. Dat is van een andere afdeling dan? Nee, dat is gewoon één co-dienst, die is dan zeg maar de hoofdverpleegkundige van die dag. Want komt er een sterfgeval of iets, of iemand wordt ziek, of die valt, dan moet diegene altijd daar naartoe kunnen gaan. Ja, dus die kun je dan altijd vragen. Ok, en kun je het ook aan de bewoners merken? Of je iets goed hebt gedaan? Ja, als je iets niet goed doet, zeg maar niet wat op hun manier moet gebeuren dan zijn ze meestal onrustiger. Als je het goed doet, dan zie je meteen een lach op het gezicht van de bewoners. Lach, of geen onrust, ok. En wat zijn momenten dat jij een collega gaat vragen of je het goed hebt gedaan? Als ik begin te twijfelen. En wanneer merk je dat je gaat twijfelen‟? Als ik denk van is het nou wel goed, of is het nou niet goed. En kun je een voorbeeld geven van wanneer dat wel eens zou kunnen zijn? Met een katheterzak ofzo, als de kleur niet helemaal 100 procent is, dan ga ik wel navragen van; ‘klopt dit wel?’. Ok, bedoel je dan de kleur van de zak, of van de urine? Van de urine, maar de zak kleurt meestal mee, daarom. Ok, dus als jij iets bijzonders meemaakt, dan ga je het even checken. Ja. Mag ik het zo zeggen? Ja. Iets wat je niet meteen herkent. Ja, klopt. En hoe ga je hiermee om? Dan ga jij het vragen aan een collega. Ja. Ok. Uitleg onderzoekdoel. Uitleg vertellen en laten zien. Slotvraag: Zijn er nou nog dingen die wij nog niet hebben besproken, of die jij nog wilt aanvullen van wat wij hebben besproken, nu je dit weet? Ja, ik vind de zorg ja, je hebt mensen, collega’s zeg maar. Ik wil niet zeggen dat het mijn collega’s zijn, maar je hebt mensen.... Ja, jij hebt meer gezien dan deze afdeling he? Ja, je hebt mensen, die zeg maar bewoners niet in hun eigen waarde laten en dat vind ik wel echt heel erg. Ok... Ja, meestal ga je ook soms wel met een bewoner zitten praten en dan over vroeger enzo, en dan zie je echt van dat ze dan weer helemaal vrolijk worden als ze daarover terug denken, over vroeger. Ja, sommige mensen ook weer niet, want die hebben ook, ja ergere dingen meegemaakt, maar daar kan je dan over praten. Dat is voor jou een manier om een bewoner in zijn waarde te laten? Ja, en doen wat zij willen, niet altijd van; niet dat je als een hond zeg maar wordt behandeld dat niet, dan moet je wel de mensen erop wijzen. Maar als ze graag een make-upje op willen, als ze het altijd hebben gehad, dan doe je dat dan ook gewoon. En dat wordt door heel veel mensen niet gedaan, zie ik. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
108 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ok, dus jij zegt van; „ik wil zo veel mogelijk doen wat die mensen willen, zo lang zij mij ook gewoon netjes behandelen en niet als een hond of bediendeachtig‟. Dus jij zegt van; „dat zorgt ervoor dat die bewoners in hun waarde gelaten worden‟. En je ziet gebeuren in de zorg, dat dat niet overal is. Hmhm. Want, kun je een voorbeeld geven van wat die mensen dan niet doen? Als mensen altijd, zeg maar gewoon net als make-up, sommige mensen hebben altijd make-up op gehad en dat zie je ook op foto’s die meestal op de kamer hangen. Daar kijk ik altijd naar terug hoe ze er toen uitzagen. Veel mensen die maken diegene dan niet op, die doen ze aankleden en wassen en dat was het, een keer door die haren kammen en dan... Vind ik niet dat ze er netjes uitzien, want zo zien ze er anders ook niet uit. Dus jij richt je echt op de persoon en dan probeer je zo veel mogelijk, zolang het voor jou ook ok is, op aan te sluiten? Ja. Ok, zou je nog iets anders willen toevoegen? Nee, dat was het wel. Dankjewel.
Interview IV Demografische gegevens - Leeftijd: 21, pas geworden. - Geslacht: V - Diploma HZW sinds: oktober 2010 - Werkzaam als: helpende - Werkzaam sinds: 6 december 2010
Vragen: En dan heb ik om te beginnen met de vragen, een aantal vragen over jouw opleiding Helpende die jij hebt gedaan. Waarom ben je daaraan begonnen? Ja, ik was gestopt met een andere school. En toen raadden ze mij de zorg aan na een test, zo’n beroepstest. Ja, en daar kwam de zorg uit? Daar kwam de zorg uit. Dus toen dacht je van... Ja, dan ga ik dat maar doen. Ok, en heel globaal, de opleiding helpende, wat vond je van daarvan? Ja, BOL vond ik niet fijn. Vertel. Het is heel veel theorie en daar houd ik niet van. Je had het liever BBL gedaan. Ja, liever BBL. Maar je hebt het in BOL gedaan. Ja, helaas wel. En behalve dan dat de manier van opleiden niet zo goed bij jou, of niet zo fijn voor jou was. Wat vond je van de inhoud van de opleiding? Die was makkelijk, goed te doen. En wel, ja leuke dingen, toch wel. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
109 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Makkelijk, leuk, en kun je zo iets noemen wat je zo makkelijk en leuk vond? Ja, de ADL, met mensen omgaan enzo. Dat was echt het leukste. Ja, want ADL is een vak he? Ja ook, ja. Wat bedoel je met ook? We hebben ook praktijk-ADL gehad. Dat is ook leuk, dan leer je echt wat je in het echt moet gaan doen. Ja, en wat vond jij dan moeilijk aan de BOL-variant? Hele dagen naar school. Ok, dus meer dat stukje. Niet zozeer wat je moest doen op school... Nee nee nee, dat niet. Theorie was gewoon echt saai, voor mij dan he. En waarom vond je het saai denk je? Ja, het is heel de dag in de klas zitten. Ik ben meer van het doen, dus. Ok, ja, prima. He en nou die opleiding, heb je daar ook iets aan gemist? Nee, nee. Ok. Vind je dat de opleiding, want het bestaat eigenlijk uit twee delen he zo‟n opleiding: Een stukje op school en een stukje stage, en vind je dat school van de opleiding, dat dat past bij het werk wat je nu doet? Ja, dat wel, het sluit op elkaar aan. Ok, en waarom vind je dat? Ja, het is eigenlijk, het komt eigenlijk overeen met wat je op school doet doe je ook daar, op stages, dus... Dus dezelfde onderwerpen komen dan aan bod? Ja. Ok, he en de stages die jij hebt gelopen, passen die bij het werk wat je daarna bent gaan doen? Nu het werk, ja dat is heel anders. En waarom is dat anders? Ik denk dat het aan de instelling ligt, maar... Net als regeltjes en wat ik wel en niet mag. Dat is hier veel anders als op mijn stage. Ok, en wat is het verschil tussen jouw stage en jouw werk? Wat voor organisaties waren dat bijvoorbeeld? Ja, bij ** moest je een heel uniform aan en ja de pauzes en de regels van, hoe heet dat, BPV maken enzo dat is allemaal heel anders. Dat is daar heel streng en hier is het echt heel soepel, je mag ook onder begeleiding medicijnen doen. Terwijl ik dat helemaal niet mag, maar dat willen ze mij alvast leren voor mijn vervolgopleiding enzo. Ok, want jij wilt nog een vervolgopleiding gaat doen? Ja, verzorgende IG. IG, ja. En hopelijk dan verpleegkundige. Ja, daarna weer. Ja. Ben je nu ook al in opleiding? Nee nog niet. Ok. He, en het grote verschil zeg jij op de stage waar je liep, waar je was, was het heel streng en waar je nu werkt is het heel soepel. Ja, ook voor de stagiaires zie ik dat. Ik ben dan geen stagiaire meer maar... Ok ja. En de stage qua wat je leerde in je stage, past dat bij het werk wat je nu doet? Ja, dat is op de andere stage toch wel beter geworden. Bij **, daar is echt een leerafdeling. Ok, dus op de leerafdeling heb jij veel geleerd? Het meeste ja. Ja, en nu in jouw werk hoef jij dat niet allemaal te gebruiken. Nee, nee lange niet. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
110 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ok, nou dat is duidelijk voor mij. He, nou je hebt die opleiding gedaan en toen op een gegeven moment had je hem af, in oktober vorig jaar. Waarom heb je toen gekozen om dit werk te gaan doen? Ja, ik vond het leuk, het trok mij en ik kan goed... En ik vind het leuk om met mensen te werken, niet alleen. Want daar... Samen te werken bedoel je? Ja, niet dat ik zelf iets moet doen, dat vind ik niet... Je werkt echt in een team en dat vind ik leuk. Ja, want jij zegt met mensen te werken he, en nou is natuurlijk je team bestaat uit mensen, maar ook je doelgroep bestaat uit mensen. Ja, ja dat vind ik gewoon. Ja, je bent nooit alleen, je hebt altijd mensen om je heen. Of het nou de bewoners zijn of het team, je bent nooit alleen, dat vind ik wel fijn. Ok, nou je zei „ik vind het leuk‟, en hoe noemde je het nou net... „Het ligt jou wel‟, zei je dat? Ja, zoiets ja. Het is, ja, het ligt mij wel ja. En waarom vind je dat? Ja, omdat ik graag mensen om mij heen heb en als ik iets voor mensen kan betekenen, nou dan doe ik dat graag. Dan, krijg je heel veel voor terug ook. Wat krijg je terug? Nou gisteren een bos rozen (wijst ernaar, flinke bos rozen op tafel). Haha. Echt? Oh wat leuk, mooi! Ja, van een bewoner. Maar gewoon heel dankbaar zijn ze. Ja. Waarom kreeg je rozen? Ja, ik was ermee gaan fietsen, met een duo-fiets. Dat vond hij, hij had de dag van z’n leven, dus... Zo! Hij komt nooit buiten, dus heb ik hem meegenomen. En dat is dan leuk om zo’n mens iets te geven, wat... In mijn vrije tijd en dan ehm... Nou leuk. He, mijn volgende vraag over je werk is: Welke dingen in je werk vind je belangrijk? Ja, de, het respect voor de mensen vind ik heel, dat vind ik het belangrijkste. En waaruit blijkt dat, respect? Ja, je kunt ook net als bij de zorg, van snel snel niemand ziet het en het is klaar. Maar dat, dat doen er heel veel, maar dat vind ik niet respectvol. En wat vind jij wel respectvol? Netjes alles afmaken hoe jij ook behandeld zou willen worden. Zo denk ik altijd. Ja, ok dankjewel. He stel dat jij nou helemaal zelf mocht bepalen, je gaat vandaag werken en jij mag helemaal zelf bepalen wat je gaat doen in je dienst. Waar zou jij nou het meest aandacht en tijd aan besteden? Activiteiten. Activiteiten. Ja. Ok. Nog meer dingen? Ja, ik zou puur echt alleen activiteiten organiseren, dat ze lekker weg kunnen ofzo. Een keer uit huis. En waarom? Omdat die mensen eigenlijk bijna nooit buiten komen, of de familie komt niet ofzo. Dan gun ik ze wel een dagje weg. Ok, omdat ze niet meer buiten komen. Ja. Bijna nooit nee. En welke dingen in jouw werk wat jij moet doen in je diensten vind niet zo belangrijk of minder belangrijk? Pfoeh, dat is een moeilijke. Ja, ja net als nagelslakken ofzo, die hele klein dingetjes. Dat kan wel wachten. Ok, en waarom vind je dat? Ja, daar kun je iets anders, belangrijkers voor in de plaats doen. Zoals een keer naar de kapper gaan extra of extra krulspelden inzetten, dat is toch weer net meer... Ok. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
111 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Vind ik. En wat is er anders aan om iemands haar, he krulspelden in te zetten, dan iemands nagels te lakken? Ja, die oudere mensen zijn heel erg op de haren. Die, als dat niet goed zit, dan voelen ze hun eigen meestal wat minder goed, bij mij in ieder geval. Dus ja dan, dan maar de haren in plaats van de nagels. Ok, dus dan kies je ervoor, wat je minder belangrijk vindt zijn de dingen die de mensen ook minder belangrijk vinden. Zeg ik dat goed? Ja, ja, precies goed. He, en stel dat jij dus nou weer, zeg ik weer je mag een hele dienst zelf invullen en je kijkt naar wat je normaal altijd doet tijdens je dienst. Wat zijn dan dingen die je minder of geen aandacht of tijd zou willen geven? Pfoeh.. Dingen die je normaal wel doet. Eh, ja afwassen. Ok en waarom zou je dat niet of minder willen doen? Ja, omdat wij daar ook mensen voor hebben. Dus dan kunnen wij het overslaan. Dat is iets wat je niet per se zou... Nee, dat hoeven wij niet per se... Ja, we doen het wel, wat dan hebben hun minder werk, maar... Ok en behalve voor de collega‟s voor wie jij het doet, zou jij het om een andere reden niet doen? Nee. Ok. Nou, wat vind je leuk aan jouw werk? Omgaan met de mensen, de bewoners, de aandacht geven, Bewoners aandacht geven. Ja, die ze verdienen. Zijn er nog meer dingen die je kunt noemen, die je leuk vindt aan je werk? De zorg zelf, het ADL enzo, dat vind ik heel... Wat is daar leuk aan? Ja, het is toch een stukje iemand helpen weer. Wat iemand anders niet meer kan, dat... Wat mensen zelf niet kunnen... Ja, dat neem ik over zeg maar. Ze daarbij helpen, ja ok. En wanneer kom jij thuis en dat je je helemaal fijn voelt na je werk? Als alles helemaal klaar is, als ik alles goed achter heb gelaten. Ok, alles klaar en goed achtergelaten. Ja. En, wat zijn dat dan voor dingen, dat fijn thuis komt van je werk en zegt „Nou goed gevoel, want... Als ik iemand geholpen heb, met een huisarts bellen, of met de familie gepraat of iets leuks heb gedaan ofzo, dat is... Als ik helemaal met een bewoner klaar ben, alles heb opgelost, dan is het goed. Ok, prima. En die leuke dingen allemaal in jouw werk, wat doet dat met je? Ik vind het leuk, ik ga met plezier naar mijn werk. Gelukkig. Ja, inderdaad. Wat doet dat met je, je hebt erdoor plezier door in je werk. Ja. Ok. Nou, maar het zijn natuurlijk niet altijd alleen maar leuke dingen denk ik. Zijn er ook dingen moeilijk aan jouw werk? Ja, dat ik de zorg niet af kan maken omdat ik helpende ben, dat vind ik moeilijk. Ok, en waarom is dat? Ja, ik mag dan officieel geen medicijnen doen en net als MDO’s enzo al die dingen, dat kan ik allemaal niet doen. Wat is MDO? Een gesprek met familie en bewoners, over de woonsituatie enzo. Ok, dus je kunt niet de hele zorg bieden? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
112 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
In principe vind ik van niet. Dat mag niet. Nee, en dat vind ik wel... Dat vind je moeilijk? Ja, dat vind ik ook jammer. Jammer, ok. En zijn er dingen in het werk wat jij wel doet, he gewoon jouw hele baan, waar je wel eens tegenaan loopt? De planning van het personeel. Ja? Die is soms niet, ja maar we hebben sinds kort een nieuwe teamleider. En dat is, ja de planning dat vind ik nog steeds in de zorg, en dat is overal, dat is... Ze kunnen beter moet ik zeggen. Ok, en waarom is dat dan? Wat is er niet goed? De ene week, dan ben je zes dagen vrij en dan moet je er ineen keer tien achter elkaar. Dan denk ik van ‘doe er dan een paar van die tien in die zeg dagen’. Ja. Dan komt het overeen, dan is... En dat blijft wel heel erg vind ik. Ok, en je had het net even over een nieuwe teamleider he? Ja. Maakt die de planning? Ja ook ja, nu wel. Onze oude is met zwangerschapsverlof, dus... Ook dus deze, kan het anders gaan doen misschien. Ja, dat doet ze best wel anders ja. Ok en jij hebt er moeite mee dat het wel eens heel ongelijk gepland is? Ja, dat is echt, niet fijn. En zijn er andere dingen in je werk, tijdens je dienst bijvoorbeeld of met collega‟s waar je wel eens tegenaan loopt? Nee, eigenlijk, ja sommige collega’s die doen wat meer als andere collega’s. Ok. Die gaan bijvoorbeeld andere collega’s helpen mij en elkaar, en anderen gaan alleen zitten en wachten tot we het volgende klusje hebben. Ok. Dus die doen niet extra mee, zoals afwassen bijvoorbeeld. Ja, dus er is een verschil, in hoe collega‟s met elkaar samenwerken. Ja. Ok, he en heb je wel eens dat je met een onprettig gevoel naar huis gaat na je werk? Heb ik nog niet gehad. Ok. Bij dit werk nog niet. Of dat je een niet zo fijn gevoel hebt tijdens het werk even? Ook nog niet. En bij je vorige, ja dat was stage dan. Ja, dat was stage. Heb je daar wel eens iets meegemaakt wat niet fijn was? Ja, dat een bewoner een keer erg boos op mij is geworden omdat ik iets was vergeten. Dat was wel, dat was een lesje, dat ik nooit meer iets moet vergeten. Ok, dat was niet fijn? Nee, dat was niet fijn nee. Ok. He en zijn er dingen in jouw werk, organisatie bijvoorbeeld planning, maar ook tijdens je dienst met bewoners of collega‟s, die jou niet zo‟n goed gevoel geven? Nee, daar heb ik ook geen last van. Nee, Ok. Ik zit even te denken, maar... Nou mocht er nog iets te binnen schieten, dan zeg het maar. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
113 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Nou dus je hebt eigenlijk twee dingen genoemd nu waar je wel eens moeite mee hebt, en eentje is die planning en het andere is dat je de zorg niet helemaal af kunt maken. En wat doet dat met je, die twee dingen? Ik vind het jammer, omdat ik er zelf niks aan kan doen. Dat vind ik het ergste. Ja, en heb je het nu over allebei die dingen? Ja, allebei. De opleiding, ja de nieuwe zijn net gestart, dus daar kan ik niet meer aan beginnen, helaas. Ja, en een nieuwe teamleider gaan zoeken dat schiet niet zo op... Nee, nee. Daar kan ik zelf ook niks aan doen. Ja, want zoiets overkomt je dan he, dat je ergens tegenaan loopt van „oh dit mag ik „ niet doen‟. Of „he ik sta vervelend ingeroosterd‟. Ja. En, wat doe je dan? Soms zeg ik er wat van, want als het echt te gek wordt, dan... Of ik ga ruilen. Ok en dan heb je het over de planning denk ik he? Ja, over de planning ja. Dus hoe pak je het aan? Zeggen, en tegen wie zeg je het dan? Tegen onze teamleider. Ja... En als die er niks aan doet, dan ga ik ruilen. Of zelf ruilen... Ja. Ok, en dat andere he. Dat je het jammer vind dat je de zorg bij een bewoner niet helemaal kunt afronden, of afmaken. Hoe pak je dat aan? Ik heb nou gevraagd voor helpende plus, dan mag ik in ieder geval al medicijnen doen, dus dan ben ik al weer langer. En ik ga de opleiding doen, maar ja dan moet ik nog even op wachten. Ja, dus het is meer lange termijn iets, je kunt er niet iets tijdens je dienst aan doen? Nee, nog niet. Ok, nou ik heb net al gevraagd „hoe pak je het aan‟. En jij zei bijvoorbeeld over het plannen dan ga ik naar mijn teamleider. Zijn er nog andere dingen of mensen die jou zouden kunnen helpen, behalve je teamleider of een opleiding volgen? Ja, de baas boven mijn teamleider. Maar, daar stap ik eigenlijk bijna nooit naartoe. Ok, dus je zou een stapje hoger kunnen gaan. Zou wel kunnen ja. Maar dat doe jij niet zo snel, Nee. Of niet... Nee, eigenlijk niet. En wat zou je, of wie zou jou nog meer kunnen... Ja, verder weet ik eigenlijk niemand. Ok, heb je het er wel eens over met iemand anders? Ja, met collega’s. En mijn beste vriendin werkt ook daar, daar ben ik via daar gekomen. Ja, ok. Daar hebben we het thuis dan wel eens over enzo, dan... Ok, collega‟s en vrienden. Want dat is dus een verschil he, of je op je werk bent of thuis. Ook ja, ja Want je bespreekt het ook op je werk met je collega‟s? Ook wel ja. Die zitten er zelf ook mee. Ok, ja, ok. He en nou er zijn dus twee dingen waar we het over hebben gehad; planning en dat je niet alles mag. Is daar in de opleiding helpende ook aandacht voor geweest? Nee. Nee ze wilden toen wel helpende plus gaan doen, net als met die, dat ik niks mag eigenlijk, of dat ik niks af kan maken. Ja. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
114 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Maar dat is niet doorgegaan, dat kostte te veel geld ofzo zeiden ze toen. Bij **? Nee bij **. Oh ** was dat, sorry. Dus daar, dus ze hebben niet die plus.. vakken gegeven? Nee, dat is medicijnen alleen. En hebben ze aandacht gehad dat je, hebben ze er aandacht voor gehad dat je tijdens je werk planningproblemen tegen kunt komen? Nee, nee. De school ging echt puur om de zorg zelf. Ok. Nou dankjewel. Hoe weet je of je iets goed hebt gedaan? Dat vertelt de bewoner wel, heel duidelijk. Dat vertelt de bewoner. Ja, die zijn daar wel heel duidelijk in. En kun je een voorbeeld geven hoe dat eruit ziet? Als ze het er niet mee eens zijn dan drukken ze op de bel en dan kun je weer net zo vlug terug komen en dan kun je het opnieuw doen. Dus... Ok. En is er nog een andere manier, waardoor jij weet dat je het goed hebt gedaan? Bedankjes en schouderklopjes, of positieve dingen die ze over jou zeggen ook als je er niet bent. Ook tegen andere collega’s. Allemaal van de bewoners? En van de collega´s ook wel hoor, die doen dat ook. Ok, dus je hoort het van de bewoners en van collega‟s? Ook ja. Ok. Nou ik wilde eigenlijk zeggen; „ik heb het goed gedaan, als... of „ik ben er goed mee omgegaan, als...‟ Tja... Ok, als je het hoort van een bewoner of collega. Ja zoiets, maar ja. Ok, je hebt er geen andere dingetjes aan toe te voegen? Nee eigenlijk niet. Ok, he en twijfel je wel eens of je iets goed hebt gedaan? Ja, maar dan vraag ik altijd of ik het wel goed heb gedaan. Ik moet wel altijd zekerheid hebben en dan is het goed. Wanneer twijfel je wel eens? Nou als een bewoner bijvoorbeeld een beetje een humeurtje heeft die dag, dan kan ik net niet aflezen van heb ik het wel goed gedaan of niet. Normaal merk je het, maar... Dus als een bewoner gedrag vertoont waardoor jij niet zeker weet of jij het goed hebt gedaan, dan twijfel jij? Ja, want ik ken ze nou onderhand wel, dus dan, meestal weet ik het wel. Ja. Of het goed was of niet? Ja. Ok, dus als je iets niet herkent van gedrag, dan ga je het even checken? Ja, dan ga ik het even vragen. En aan wie ga je het vragen? Aan de bewoner, of aan de collega kan ook als die zo doet. Als die bewoner zo doet? Als die bewoner zo doet, of als mijn collega zo veranderd is. Ok, duidelijk. He, en dan wou ik vragen ´hoe ga jij hiermee om, als je ergens aan twijfelt?´. En dan zeg jij ´nou dan ga ik het vragen aan die persoon´. Ja. Zijn er nog dingen of mensen die jou daarbij kunnen helpen? Ja, de collega’s, of mijn teamleider of de hogere bazen, of gewoon, vrienden die tips kunnen geven ofzo. Ja, eigenlijk iedereen kan wel helpen als je ergens mee zit. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
115 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja, ok, ja. En over leren, want je hebt natuurlijk... Oh de hond zit hier even iets heel kapot te maken... Ja, z’n speeltje. Ok, nou jij hebt natuurlijk de opleiding gedaan en je zei al van „ik had op de BOL-variant soms moeite met hele dagen naar school gaan‟. Nou jij hebt natuurlijk op je stage ook heel veel geleerd, en nu werk je op een nieuwe plek, daar heb je ook veel geleerd. Ook ja. Hoe leer jij het liefst? In de praktijk. En hoe ziet dat eruit in de praktijk? Dat ze jou neerzetten, en dan? Een of twee keer uitleggen hoe het werk en dan moet ik het toch eigenlijk wel zelf kunnen. En wil je dat ze het dan alleen uitleggen? Ja, even voordoen uitleggen hoe het reilt en zeilt zeg maar en dan moet ik het toch echt zelf kunnen. En wil je het zelf leren, of al kunnen? Nee wel eerst leren een tijdje en dan feedback vragen of ik het goed doe en zodra het goed is moet ik het ook zo blijven doen. Ok, he nou zijn er verschillende manieren van leren he. En nou ga ik er een paar noemen en dan wil ik aan jou vragen, welke het beste bij jou past. Eentje is: Afkijken bij collega‟s, eentje is: Meedoen, eentje is: Kennis leren, eentje is: Oefenen, en eentje is: Zelf ontdekken. Nou, het zijn er eigenlijk twee. Ok en welke denk je? Meedoen en zelf ontdekken, die... Meedoen en zelf ontdekken. Ja. Want, zelf ontdekken is dus het stukje dat jij het zelf wilt gaan doen? Ja, dat is ook leuk, zelf ontdekken. Ja, ja. Kijken of je al weet hoe het werkt. Ja, maar je zegt van „ik wil dan liefst ook wel voordat ik het zelf ga doen het een keer gezien hebben‟. En met meedoen? Ja, meedoen als een collega iets gaat doen wat ik nog nooit heb gezien, dan wil ik wel graag meedoen, dan leer ik toch weer iets. Ja, ja, he en het stukje afkijken bij collega‟s? Ja, ja ik vind ieder heeft zijn eigen werkwijze, dus ik vind hoe meer je bij iemand afkijkt zeg maar, hoe meer je zijn werkwijze gaat doen. Ok. Dus, dat vind ik... Ja, je hebt toch je eigen werkwijze, iedereen doet het op zijn eigen manier. Ok, dus je wilt meedoen en zelf ontdekken en dan op die manier, je eigen manier... Ja. Uitleg onderzoekdoel. Uitleg vertellen en laten zien. Slotvraag: Zou jij nog iets willen vertellen wat aansluit bij alles wat je al hebt verteld? Het klopt wel heel erg met wat zij, net als zo met die liefde enzo met die relatie met de bewoners dat vond ik wel heel... Ja. Dat is toch wel eigenlijk de bedoeling van heel de zorg. Ok, dus voor jou is de liefde voor mensen... Ja, dat vind ik het belangrijkste van, ja van alles eigenlijk. En aandacht voor de relatie zei je... Ja, het worden toch een soort vrienden eigenlijk. Ok, ja. Dat zijn wel de belangrijkste dingen in de zorg? Ja, vind ik wel. En hoe ziet dat eruit in jouw werk, liefde voor mensen? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
116 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Voor de klaar staan als ze je nodig hebben, ja dat is eigenlijk een van de punten die net... Dat is, gaat over de ADL, of als ze iets kwijt willen, of... En hoe zorg jij ervoor dat je klaarstaat? Meestal kan ik ze aan het gedrag kun je het zien, of aan het humeur. Of ze bellen, of ze willen er echt over praten. Dus jij bent alert op signalen van de bewoner voor als er iets is. Of ze belt of je kijkt naar het gedrag... Ja, ook het humeur daar is het heel erg aan te merken bij onze mensen dan. Ok, duidelijk. He en hoe heb jij aandacht voor de relatie? Want het zijn dus twee dingen he, liefde voor mensen en aandacht voor de relatie. Ja ook, bijvoorbeeld als je een uurtje over hebt of twee uurtjes, gewoon iets met die bewoner daar gaan kletsen dat is al genoeg voor zo’n, zulke mensen. Dan bouw je toch een soort relatie op, je, jij vertelt iets over jezelf en hun vertellen ook een stukje terug. Twee kanten op. Ja. Dat geeft hun ook een fijner gevoel zeggen ze altijd. Als wij ook iets vertellen. Ok, nou helemaal duidelijk. Is er nog iets wat je wilt toevoegen? Ik zou het zo even niet weten. Het was echt heel duidelijk. Nou, vond ik ook. Dankjewel.
Interview V Demografische gegevens - Leeftijd: 23 - Geslacht: V - Diploma HZW sinds: 2007 - Werkzaam als: helpende - Werkzaam sinds: december 2010, tijdens mijn opleiding werkte ik in het weekend al als helpende in een verzorginghuis en daarna ook, daarna heb ik als helpende in het ziekenhuis gewerkt, een half jaar. Dat was niet zo goed bevallen en daarna ben ik hier terecht gekomen. Vragen: Nou, eerst over de opleiding Waarom ben je de opleiding helpende gaan doen? Omdat ik, ik heb hiervoor heb ik op een praktijkschool gezeten. En toen mochten we kiezen waar we stage gingen lopen en toen heb ik eerst in een winkel stage gelopen, en toen ben ik erachter gekomen dat winkel helemaal niks voor mij was. En toen ben ik daarna in een verzorgingshuis als huishoudelijke hulp gaan werken. En toen hebben ze daar mij geadviseerd van doe de opleiding zorghulp en dat heb ik toen gedaan een jaar en toen ben ik daarna helpende gaan doen. Ok, dus je bent zorghulp, ben je doorgestroomd naar de niveau2 opleiding helpende. Ja. Ok, want je had al gemerkt dat dat voor jou wel... Ja, ja ik ben gewoon graag onder de mensen en ja dat is met helpende. Of met zorghulp ook maar, ja zorghulp ja dat houdt gewoon in ja gewoon alleen maar poetsen. Zeg maar en ja, ik wil wel iets meer. Jij wilde wel met de mensen werken? Ja, en ze hadden mij toen ook als zorghulp, hadden zijn mij toen ook geadviseerd van dat ik toch gewoon door moest leren. Ja, ok. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
117 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Dus ik ben eigenlijk ook gewoon iedere keer, op advies van de stageplaats ben ik ook gewoon doorgegaan. Ja, ja. En toen ik dan de opleiding helpende gedaan toen hadden ze op stage gezegd en op school van stop er maar even mee en ga eerst een paar jaar werken. En kijk dan eventueel verder. Ok. Maar ja op het moment, het bevalt me heel goed om als helpende te gaan werken. Ja, ja, ok. Dus dat ben ik gewoon nog steeds aan het doen. Ja, ok. He, de opleiding Helpende, wat vond je daarvan? Af en toe was het best wel pittig. Want dat laatste jaar, kreeg je, moest je niks als presentaties maken en heel veel samenwerken. En dat, ja, ooit is dat leuk, maar ja op een gegeven moment is dat ook niet altijd leuk. Want ja je werkt en ik heb ook een klasgenoot gehad en die zat bij mij in het groepje en ja. Die maakte dan alles voor haar eigen voor ons groepje en dan uiteindelijk, ja dan waren we al klaar zonder dat wij het gevoel hadden ‘nou, we hebben ook iets gedaan’. Dus dat vond ik wel iets minder die presentaties, maar op zich vond ik het ja, best leuk. De opleiding was best leuk, maar soms ook wel pittig zei je net. En wat vond je moeilijk? Ja, de theorie gedeelte, ja ik ben niet zo goed in moeilijke woorden zeg maar. En ja, dat komt vaak voor en daar moet ik dan een aantekening van maken en dan op zich dan ging het wel weer, als ik dan mijn eigen woorden weer uit kon leggen wat het eigenlijk precies was. Ja, ok. Zijn er ook dingen in de opleiding die je hebt gemist? Nee, ik ben alle dagen netjes naar school geweest, ik heb alles netjes gemaakt. Dus wat dat betreft. Ok, ja. Nou en dan heb jij echt de hele opleiding dus gevolgd, he. Nou dat is heel goed, en zijn er ook dingen waarvan je zegt „nou, daar hebben ze geen aandacht aan besteed, maar dat had wel gemogen‟. Nee, maar ik vond wel dat ze aandacht aan besteden aan dingen die wij helemaal niet mochten en dat vond ik wel, ja. Het heeft wel een voordeel van als je van helpende doorgaat naar verzorgende, is dat wel een voordeel dat je dat hebt geleerd, maar ik vond het wel jammer. Dat vond ik dan moeilijk, want op een gegeven moment dan mocht je gaan werken en dan dacht je; ‘oh, dat mag ik ook’. Want dat heb ik geleerd in mijn opleiding en dan blijkt dat dat helemaal niet mag. Dus er zit een verschil in, je hebt eigenlijk te veel geleerd in de opleiding... Ja, ja nou op het moment dan weet ik dat allemaal niet meer, want ja nou zit ik daar niet meer in. Maar... Ja. Maar kijk en dan gaat het meer over, net als over tensie meten enzo allemaal. Dat mochten wij toen op school, dat hebben wij toen allemaal geleerd. Maar ja dat is makkelijk als jij dadelijk doorging naar niveau 3 dan was dat fijn als je dat al wist. Maar ja als je wist dat je niet doorging, ja dan had je zoiets van ‘dan moet dat weer allemaal in mijn hoofd gaan stampen’... En hoe noemde jij dat nou? Tensie meten. Oh, ik weet niet wat dat is. Dat is bloed, bloeddruk. Ok. Ja. Nou in de opleiding op school, of ja de opleiding in het algemeen bestaat natuurlijk eigenlijk uit twee delen he. Bijvoorbeeld alles op school en alles op de stage. En vond, vind je dat de opleiding van alles wat je op school kreeg, past bij het werk wat je ermee kan doen? Ja, dat vond ik wel. Ok, soms zelfs iets teveel zei je net. Ja, dat klopt. Maar je hebt in ieder geval wel alles gehad wat je ook in je werk doet? Ja. Ok, duidelijk. En vind je ook dat de stage die je tijdens de opleiding hebt gedaan, past bij het werk wat je nu doet? Ja. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
118 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ok. En waarom past dat goed erbij? Ja, dat was gewoon ook allebei bij verzorgingshuizen en dat was ook wat ik wilde. Dus het was gewoon precies het werk. Ja Mocht je ook alles doen, wat bij het beroep hoort? Ja, ik heb alle opdrachten ook op mijn stageadres kunnen aftekenen, behalve dan met kinderen. Maar ja, dat is logisch. Ja, ok. He, nou, je hebt de opleiding gedaan en toen bleef je dit werk doen. Ja. Waarom? Ja, dat bevalt me gewoon goed. Ik vind gewoon, het is dankbaar werk, en ja je bent gewoon lekker met de mensen bezig en ja je treft het ooit minder leuke dingen, maar ja dat is overal. Ja, dus het is dankbaar werk... Ik vind het gewoon dankbaar werk, dat iemand dan zegt van ‘oh, dankjewel zuster’, en ja. Dat vind ik gewoon het mooiste ervan. En ook mensen een keer lekker verwennen ofzo, ja. Ok, duidelijk. He, en welke dingen van jouw werk, want je doet natuurlijk veel verschillende dingen, maar welke dingen daarvan vind jij belangrijk? Dat je goed naar de mensen luistert. Als de mensen jou iets willen vertellen, dat je dan echt gewoon de tijd voor neemt dat je er echt gewoon voor gaat zitten. Ja, dat vind ik wel een van de belangrijkste dingen. Ook al ben je, sta eigenlijk je op het punt om, dat het gewoon niet, dat het gewoon eigenlijk niet uitkomt, maak ik daar toch tijd voor. Ok. Want je hebt er mensen, ja die vertellen iets heel emotioneels, ja dan kun je slecht zeggen van; ‘sorry, ik moet gaan, want ik moet naar de volgende’. Ja, je probeert het wel een beetje van, ja gaat er natuurlijk niet uitgebreid voor zitten en denken van ‘nou, ik ga hier eens even uitgebreid een half uur voor zitten’, dat ook niet. Maar, je gaat ook niet bij de deur staan en dan luisteren wat de persoon zegt, dat ook niet. Je hebt er wel even aandacht voor? Ja. Ok. Stel dat jij nou vanmiddag moet werken en je mag helemaal zelf je dienst invullen. Welke dingen zou jij dan het meeste aandacht of tijd geven? De verzorging. De verzorging. Dat mensen er goed uitzien, dat vind ik, ja dat vind ik belangrijk. Ja. Zijn er verder nog meer dingen die je wilt toevoegen, wat je, waar je het meeste tijd en aandacht aan wilt besteden? Ja, als mensen iets kwijt willen. Dat je er dan ook... maar ja dat is al bekend. Ja, he en welke dingen in jouw werk die ook gewoon bij jouw dienst erbij horen, vind jij minder of niet belangrijk? Dat is moeilijk. Ja, ja als de familie iets over hun eigen vertellen dan denk ik van; ‘ja, daar ben ik niet voor’. Je luistert er ook wel naar... Ok, verhalen van familie... Maar dat ligt eraan waar die verhalen dan weer over gaan, als het dan over hun eigen gaat, ‘van ik heb dit meegemaakt, of ik heb dat’, dan ja... Tuurlijk die mensen willen ook hun verhaal kwijt, maar ja het is niet zo van dat ik zeg van... Dat hoort niet bij jouw beroep. Nee. En als je nou, net als wat ik daarnet zei, dat je zelf een dienst mag invullen. Wat is er dan in jouw werk waar je minder of geen aandacht en tijd aan zou willen besteden. Dat weet ik niet. Van wat er hoort bij een dienst he, wat jij allemaal moet doen, wat zou jij dan minder tijd geven dan wat je nu doet? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
119 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
... Of misschien helemaal niet doen? ... Ja... Of misschien is er niks? Nee, niet dat ik het zo weet. Ok, prima. Als er nog iets te binnen schiet, dan kun je het altijd nog zeggen he. Maar het kan ook zo zijn, dat het niet zo is. Is goed ja. Wat vind je leuk aan jouw werk? Dankbaar. Ok. Ja het is gewoon dankbaar ja. En dan, dan bedoel je van de bewoners he? Ja, dat ze gewoon zeggen van; ‘fijn dat je er weer bent’, en... Ja, en ook leuk aan je werk, dat ook bepaalde bewoners die weten ook dingen van mij zeg maar he. Van, hoe dat ik woon en ja, vriendjes enzo allemaal. Dat vind ik ook leuk als mensen daarnaar vragen, dat vind ik ook wel mooi. Ze hoeven het van mij niet allemaal te onthouden, maar dat vind ik wel leuk als mensen daar nog op terugkomen. Ja, persoonlijk contact schrijf ik op. Ja, je vertelt natuurlijk ook niet alles. Maar ja, bepaalde dingen net als dat je een vriendje hebt en dat je... Ja, zoiets dat vertel je wel en dat je broertjes en zusjes hebt, ja zoiets dat vertel je wel. En waar je woont en, dan vragen ze ooit ‘hoe is het in **’, want ja daar woon ik dan. Ja, dat is ook mooi als mensen daar een keer naar vragen. Ja, dan krijg je ook... Twee kanten op he? Ja. He, en wanneer ga je nou naar huis na je werk en dat een heel prettig gevoel hebt? Dat het rustig op de afdeling, dat het gewoon rustig, dat het geen hectiek in huis is, dat het gewoon rustig is. En dat iedereen tevreden is. Vind ik. Ok, dan ga je met een goed gevoel naar huis? Ja, en dat ik gewoon alles voor mijn gevoel gedaan heb, en doorgegeven heb, dan ga ik met een goed gevoel naar huis. Wat zijn dingen in jouw werk, waarvan als je thuiskomt, je zegt van; „dat was nou leuk, dat gaf mij nou een goed gevoel‟? Ja, dat je mensen gewoon blij hebt gemaakt met iets. Waar de mensen bijvoorbeeld erom vragen van ‘goh, doe dat even’, en je denkt van ‘nou, heb ik er tijd voor’, en je doet het. Dan denk ik ook wel ‘daar heb ik mooi aandacht aan besteed aan die bewoner’. Ok, dus als je iemand blij hebt gemaakt? Ja. He, en wat doet dat met je, al die leuke dingen in jouw werk? Ja, dan zit je zelf lekker in je vel, dan ga je gewoon met plezier naar je werk. En je gaat met plezier naar huis. Ok, klinkt goed. Ja. Al is dat niet altijd, maar ja... Daar heb ik ook een paar vragen over, die komen nu: Wat vind je moeilijk aan jouw werk? Ik vind het altijd moeilijk als een bewoner jou iets vertelt en ze zeggen tegen jou; ‘dat moet je tegen niemand zeggen’. En dan, ligt er ook aan met wat het is en als ik het te moeilijk vind, dan ga ik toch naar de leidinggevende en dan zeg ik ‘zus en zo is het geval’. Ja, dus soms dan heb je wel moeite ermee dat je in vertrouwen wordt genomen. Ja, maar dat ligt ook aan de situatie en het verhaal. Al maak ik dat niet eigenlijk zo heel vaak mee, maar als ik het meemaak dan ga ik meestal naar de leidinggevende. Ja, want dat was ook nog een vraag; hoe pak je dat aan? Leidinggevende zeg jij. Ja, leidinggevende of collega.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
120 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ok. He, en zijn er nog andere dingen in je werk, tijdens een dienst, of in de organisatie, of collega‟s, allerlei verschillende dingen kunnen dat zijn, die... Waar je weleens tegenaan loopt? Ja, dat collega’s dingen verkeerd doen en dat ik denk van; dat staat er toch duidelijk opgeschreven, zeg maar. Ok, fouten van collega‟s... Ja. En dan kunnen ze er ook niks aan doen, maar ja... En wat doe je dan, als je dat meemaakt? Dan meld ik dat aan de collega. Aan die collega? Ja. Ok. Aanspreken he, of melden. En zijn er nog meer dingen, die je wel eens een onprettig gevoel kunnen geven in je werk? Als je zelf heel veel kritiek krijgt, dat ook. Dat is ook niet fijn? Maar, ja ze zeggen ook van kritiek moet je leren, maar als je het ooit de hele dag door krijgt dan denk ik ook van ok... En wat doe je als je veel kritiek krijgt? Dat het echt niet leuk is? Ja, daar probeer ik over te praten, Ok. Met wie? Met diegene of een andere collega. Want met diegene bedoel je dan bewoners, of leidinggevende of hoe moet ik dat zien? Diegene waarvan wie ik de kritiek heb gekregen. Ja, en dat kunnen zijn? Kan bewoners zijn, kan ook personeel zijn, kan leidinggevende, kan eigenlijk van alles, ja. Ok, dus je gaat eerst met die persoon erover praten en mogelijk ook met collega‟s? Ja. Ok. Nou we hebben het nu gehad over dingen die jou in vertrouwen worden verteld, of fouten van collega‟s, of dat jij kritiek krijgt he. Dat zijn dingen waar je wel eens tegenaan loopt. Wat doet dat met je? Die kritiek? Ja, al die drie dingen, kan ook verschillend effect hebben natuurlijk. Maar dat je je niet zo fijn voelt in je werk. Ja, je zit er gewoon een paar dagen mee en dan op een gegeven moment denk je: ‘ach, is nou wel weer goed. Dan verlang je weer naar een goede werkdag en dan denk je daarop terug, en denk je och het is weer goed’. Ok, dus je zit er even mee, maar dat gaat weer voorbij? Ja. En dan heb je het over die kritiek denk ik he? Ja. En fouten van collega‟s, wat doet dat met je? Ja, daar leer je van. Daar leer jij van? Oh een fout van de collega’s? Ja, dat de collega een fout had gemaakt, wat jij zei net. Nou daar probeer ik ook over te praten met die collega en dan kom je wel op een oplossing uit. En wat doet dat met je, als je dat meemaakt, dan een collega fouten heeft gemaakt? Ja, dan baal je beetje. Ligt ook aan wat het is, maar... Ok. En als een bewoner jou in vertrouwen iets heeft vertelt, waar jij mee zit, wat doet dat met je? Ene kant wel goed, want ja die bewoner brengt jou toch in, heeft jou toch in vertrouwen. Maar als het iets ergs, is waarvan ik denk; ja, daar zit ik dadelijk mee, dan ga ik wel naar de leidinggevende. Dat is dan toch daar even vertel van ‘zus en zo is het geval’. Ok. Dus als je er zelf mee komt te zitten, dan ga je er iets mee doen? Ja. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
121 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Nou ik heb ook al gevraagd: Hoe pak je dat aan? En jij hebt dat al gezegd; „dan praat ik erover met verschillende mensen‟. Zijn er nog dingen of personen die jou kunnen helpen in zulke situaties? Alleen leidinggevende. Ok, waarom alleen leidinggevende? Ja die, die begeleidt me daarin van hoe dat je, hoe dat ik dat aan moet pakken. Ja, en bedoel jij het nou over die verschillende dingen? Ja. Dus die begeleidt jou er in hoe je met allerlei dingen om moet gaan? Ja, zoiets, ja. Ok, en is er ook nog iets wat je mist, waar je terecht kunt? Nee. Ok. Op het moment niet, nee. Nee, is prima. We hebben nou drie dingen genoemd en mijn volgende vraag is; of er ook aandacht voor geweest is in de opleiding, voor deze dingen? Bijvoorbeeld als een bewoner jou iets vertelt in vertrouwen. Ja, ik heb bijles gehad van drama daarin. Voor mijn zelfvertrouwen, daar aan te werken zeg maar. Ok. En wat vond je daarvan, van die aandacht voor dit soort onderwerpen? Ja, dat vond ik wel fijn, op zich. Want je, ja je wordt gewoon al geaccepteerd van wat je hebt en waar je mee zit. Ok, want kun je iets meer over vertellen van hoe dat bij jou is gegaan, dat leerproces? Ja, je hebt bijvoorbeeld bepaalde, dat je bijvoorbeeld als je kritiek krijg, hoe ga je daarmee om? En dan zeggen hun van nou op die manier zou kun je dat kunnen zeggen, op zo’n manier. En dan oefen je dat met elkaar, want ik zat met een paar mensen meer, die hadden gewoon een beetje hetzelfde probleem als ik. Dan gingen we gewoon op elkaar oefenen. Ja, dus je zegt van het stukje fouten van collega‟s of van kritiek naar jezelf toe, dus, feedback geven en krijgen, dat heb je geoefend? Ja. Ok, heel duidelijk. En heb je ook op school aandacht gehad aan het stukje dat als een bewoner jou in vertrouwen neemt en hoe je daarmee om moet gaan? Ja, ook. En heb je daar een les over gehad, of... Nou, ik had gewoon een extra uur drama kreeg ik, maar dat had ik maar 1 jaar, dat wel. Want ja, je blijft op een gegeven moment toch hoe dat je bent, moet ik zeggen. Maar het helpt wel, want ze geven jou toch gewoon advies erin. Ok, dat hoorde daar ook bij, dat feedback enzo geven. Ja. Ok, nou dat is duidelijk hoor. Hoe weet jij in je werk, of je iets goed hebt gedaan? Dan hoor je niks. Als je niks hoort is het goed? Ja, dat zeggen ze altijd. En zijn er nog meer manieren waarop jij weet dat je iets goed hebt gedaan? Of ze geven juist een compliment. Meeste bewoners, collega’s niet. Ja, als je net werkt, dan wel... Maar, ja of bewoners die zeggen het van; ‘je hebt het goed gedaan vandaag’ ofzo ja. Ok en collega‟s alleen in het begin... Ja. Ok, en je leidinggevende? Dat ook. Als het niet goed is, dan hoor ik het. Ok, weer van als het goed is, dan hoor ik niks? Ja. Kijk ik heb nog maar een paar vragen hoor. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
122 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja, maakt niet uit. Kun jij deze zin voor mij afmaken: Ik ben er goed mee omgegaan, als... Ik ben er goed mee omgegaan als... Over die kritiek ofzo? Ja, over van alles mag dat zijn. Het kan wel eens zo zijn dat je achteraf denk; „ik heb dat goed gedaan, omdat... Ja, dan praat ik over de opleiding dat ik gewoon goed heb gedaan dat ik gewoon weet wat ik wilde. Ten minste ik heb helemaal geen spijt wat ik eigenlijk allemaal gedaan heb tot nu toe. Ok, en als... De opleiding en het werken en... Kijk want net als nou, nou heb ik ook een keer het ziekenhuis meegemaakt, nou weet ik hoe dat is. Ik ben er ook achter dat dat gewoon niks voor mij is zeg maar. En in jouw werk, bijvoorbeeld in je diensten en met collega‟s. Kun je dan ook zeggen; „Ik heb het goed gedaan als ik er geen spijt van heb‟? Want dat zei je net he? Ja. Geldt dat voor je werk ook? Ja, je hebt natuurlijk altijd wel ooit spijt van dingen, dat je denkt van; ‘Oh waarom heb ik dat toch zo gedaan, ik had het ook anders kunnen doen’. Ja, dat heb je altijd wel. Maar in je werk, ja daar kan ik zo op het moment even geen antwoord op geven. Dat geeft niet hoor. Twijfel je wel eens of je iets goed hebt gedaan? Ja. En als ik twijfel dan vraag ik er juist naar. Ok, dan vraag je het? Ten minste dan, ja. Ok, maar, wanneer twijfel je nou? Nou bijvoorbeeld als, ik mag dan ook medicijnen uitdelen, bijvoorbeeld als ik twijfel van; hoe zit dat nou met die medicijnen. En dan vraag ik aan een collega, dan vraag ik het liefst aan een verzorgende van; hoe moet dat nou? Dus als je iets niet weet? Ja. En zijn er nog meer momenten dat je wel eens denkt van;‟dit weet ik niet zeker‟. Als een bewoner iets vraagt en je denkt van; mag ik dat of mag ik dat niet. Ok, dus als je iets niet weet, over materiaal hadden we het dan net he, maar ook over... Ja, ook over bewoners, dat je denkt, als je die dan niet zo goed kent en dan een keer ok, moet ik dat doen, of moet ik dat niet doen. Want ja bewoners die bijvoorbeeld net komen wonen, die verlangen van alles naar je. Info van bewoners... Want ze moeten ook gewoon mensen ook stimuleren. Dus dat is wel eens moeilijk, dat je denkt van; hoe kan ik dat aanpakken. En dan probeer ik meestal te stimuleren en dan lukt dat meestal wel. Maar als ik echt gewoon twijfel, dat ik de bewoner echt gewoon niet ken, en die collega heeft de intake met die bewoner gedaan. Dan durf ik die collega gerust nog even te bellen, van... Ja, wat mag ik verwachten en informatie over de bewoner? Ja. Ok, en zijn er nog personen of mensen die jou daarbij kunnen helpen als je twijfelt? Collega’s, collega’s en ook leidinggevende. Ok, prima. Nou gaat het even een stukje over leren. Want jij hebt natuurlijk niet alleen in je opleiding geleerd. Ook in de opleiding, maar ook in je werk. Hoe leer jij het liefst? Hoe leer ik het liefst? Alles in de praktijk. Praktijk. Zo leer ik het liefste. Nou en dan zijn er verschillende manieren waarop je in de praktijk kunt leren, he. Ik heb er hier een paar opgeschreven. Je kunt „afkijken bij collega‟s‟, maar je kunt ook „meedoen‟, deze slaan we over „kennis leren‟ want dat is natuurlijk niet zo in de praktijk, maar „oefenen‟ is in de praktijk en „zelf ontdekken‟ is ook praktijk. En welke van deze vier zijn het, past nou het beste bij jou? Afkijken, meedoen, oefenen of zelf ontdekken. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
123 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ik denk meedoen. Meedoen, waarom? Afkijken bij collega’s, dan sta je zeg maar te kijken en ik ben zo’n mens die doet graag mee moet ik zeggen. Vandaar het meedoen, dat ik gewoon meekijk en mee doe zeg maar. Dat je het samen aanpakt? Ja. Ok, en wat is voor jou oefenen dan? Ja, gewoon een paar keer proberen en kijken hoe het gaat. Ok, dus dat is een andere manier he? Ja. En jij zegt ik doe liever samen met degene van wie ik het leer... Ja, dan doe ik het ook zelf, maar dan doe ik ook, ja afkijken bij collega’s doe ik dan ook. En zelf ontdekken, dat is dus dat je zelf... Dat komt niet heel vaak voor want als ik onzeker daarin ben, dan bel ik een collega op. Want ja het kan ook gevolgen hebben als je zelf ontdekt, dan kan het ook gevolgen hebben. Nou dat is zeker, dat is zeker. Uitleg onderzoekdoel. Uitleg vertellen en laten zien. Slotvraag: Zijn er nog dingen, nu je dit weet, die jij nog wilt vertellen? Ik zou niet weten wat. Nou je hebt ook al een heleboel dingen verteld ook, die hierin terug zijn gekomen ook. Ja, tenzij jij nog vragen hebt, dat je zegt van; nou ik wil wel nog iets weten. Ja, mijn vraag is, als je nu dit weet... Ja. Wat ik net heb gezegd, over die theorie bijvoorbeeld, of er nog dingen zijn die jij niet aan mij hebt verteld die wel belangrijk zijn voor jou in je werk, of waar je tegenaan loopt. Nee, want ja, dat heb ik eigenlijk al zo ver gezegd. Ja, dat denk ik ook. Mochten er nou nog dingen zijn waarvan je denkt, dat schiet me nou te binnen, dan kun je altijd mij een bericht sturen.
Interview VI Demografische gegevens - Leeftijd: 19 - Geslacht: V - Diploma HZW sinds: 28 juni 2010 - Werkzaam als: woonondersteunend - Werkzaam sinds: 1 juli 2011
Vragen: Nou ik heb eerst een paar vragen over de opleiding die je hebt gedaan en daarna over het werk. Waarom heb je de opleiding HZW gedaan?
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
124 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja, ja ik wou toch iets in de zorg. Maar ik kon niet gelijk niveau 3 gaan doen, dus toen heb ik dat gedaan eigenlijk. Ja en, meer zorgopleiding zeg maar. Je wou gewoon in de zorg? Ja, dat leek me wel leuk. Dat leek je wel leuk... Ja, ik vond altijd eerder ook wel met oudere mensen ofzo, ik weet niet, daar had ik altijd wel wat mee ofzo. Ja, ok. En nou, toen ging je die opleiding doen en wat vond je van de opleiding? Ja, ik vond het gewoon eigenlijk vond ik het wel interessant enzo, maar eigenlijk dat je te weinig leerde op school eigenlijk. Of we kregen echt te weinig les, dat vond ik gewoon best wel jammer. En verder deed ik gewoon thuis best wel veel. Maar wel gewoon interessant de lessen, waar je echt wel wat aan had vond ik. Ok dus je zei, je zegt van; „ik vond de opleiding heel interessant, als we les kregen. Maar eigenlijk vond ik het te weinig les‟? Ja, of te weinig, maar vaak, veel te. Ik vond het eigenlijk te veel zelfstandig want ja dan werd er gewoon te weinig gedaan. En dan had je zelfstandige uren en dan deed je eigenlijk niet veel, want ik deed dan thuis vaak voorwerken want ik vond het eigenlijk niet een heel moeilijke opleiding. Ok, dus je vond het ook nog niet zo heel moeilijk. Nee. Nou mijn volgende vraag is: Heb je ook iets gemist in de opleiding? Ja, het is al een poosje geleden... Van wat je nog weet. Ja... Ja, dat je wel vind ik, het is ook wel weer goed zelfstandig les, maar iets meer met een leerkracht in de les vind ik. Want dan heb je toch meer, dan wordt er meer uitleg gegeven. Zelfstandig moet je het maar doen en als je iets dan niet snapt, vind ik dan wel weer... Bij wie moet je dan terecht? Dus je had eigenlijk, je hebt een beetje begeleiding van de docenten gemist? Ja, nou niet heel veel maar soms wel eens. Dat je denkt van ja... Ok. Nou dan heb ik twee vragen die daar een beetje op lijken. Want jouw opleiding bestaat natuurlijk uit, he die opleiding bestaat natuurlijk uit twee dingen; namelijk een stukje op school en een stukje stage. En vind jij dat wat je op school deed, dat dat past bij het werk wat je nu doet? Ja, vond ik wel. Gewoon wat je op school leert kon je in de praktijk toepassen vind ik. Ok. Ok, prima. En de stage die je liep tijdens de opleiding, vind je dat die past bij het werk wat je nu doet? Ja die ene stage wel, die andere niet zo. Dat waren, ja in het begin moest je met kinderen, toen ben ik op een basisschool geweest, omdat het verder niet zo kon. En ja, daar heb je verder niet zo heel veel aan vind ik. Maar toen heb ik ook hier stage gelopen en daar heb je echt wel wat aan vind ik. Ok, dus jouw eerste stage niet zo en de tweede stage wel. Ik vond het wel leuk, daar niet van, maar... Met de kinderen? Ja. , maar ja. Ik bedoel qua opleiding, je kunt verder niet echt veel met kinderen worden, dus ja. Nee, nee want dat is dan eigenlijk meer... SPW denk ik ofzo. Ja, en dat was meer in de richting welzijn ofzo een beetje, en jij wou zorg. Ja, maar hier heb je zeg maar in het tweede jaar, ja begin tweede jaar, moest je uitstroom welzijn of zorg kiezen. En... Ok, en toen koos je zorg? Ja. Nou, toen heb jij jouw diploma gehaald en toen heb je ervoor gekozen om hier te blijven werken. Waarom? Ja, ja ik had het hier wel naar mijn zin en ja, ja ik dacht, ik had ook wel gevoelsmatig, ja ik had ergens anders dan gesolliciteerd en ik dacht ja, dan moet ik daar weer opnieuw wennen enzo. Dan kan ik beter eerst hier blijven.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
125 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja, en dat jij ergens anders hebt gesolliciteerd, betekent in ieder geval wel dat jij met dit diploma wilde gaan werken? Ja, ik had eigenlijk niet zo veel zin om naar school te gaan, ik had ook wel, ja hier voor BBL, was ik toen niet aangenomen, dus ik dacht nou. Ze hadden mij geadviseerd om eerst te gaan werken. Ok. Ze zeiden dat kun je beter eerst even doen. Ok, dus je bent op advies van andere mensen, ben je gewoon eerst maar... Ja, ik vond het zelf ook wel lekker. Ok nou en je moet natuurlijk heel veel verschillende dingen doen in je werk he? Welke dingen van jouw werk vind je belangrijk? Ja, dat je echt, ja hoe noem je dat? Dat je echt patiëntgebonden zorg verricht. Dat je echt voor de mensen er bent. Ja soms te weinig tijd... Ok, en heel even weer, wat jij zegt, „patiëntgebonden zorg, dat je er echt voor de mensen bent‟. Kun je een beetje uitleggen wat je daarmee bedoelt? Ja, hoe zeg je dat. Dat de zorg die ze nodig hebben dat ze dat ook krijgen. Maar niet alleen de zorg, maar dat je eigenlijk ook als het nodig is er voor ze bent en een luisterend oor en een praatje maken. Ja want, „er voor ze zijn‟, daar bedoel jij dus mee; een luisterend oor en een praatje maken? Ja, vind ik wel. Op z’n tijd, ik bedoel als je dat nooit doet met ze, dan merk je dat wel hoor vind ik. Ok en waar merkt je dat aan? Ja, ik weet niet. Als jij het heel druk hebt en het is even gauw in bed en doei, dan blijven ze juist bellen sommigen. Ja zo, omdat ze veel bellen krijgen ze toch aandacht, want jij komt toch weer binnen om die bel uit te doen. En even vragen wat er is, dus. En waarom bellen ze dan steeds denk je? Ja, soms is er ook echt wat, ja ik denk toch een soort aandacht. Soms is dat echt zo heb ik het idee. Ok, dus jij zegt van; nou wat ik dus belangrijk vind in mijn werk is dat ik dus tijdens mijn werk al aandacht besteed echt aan de mensen? Ja, als er ergens gelegenheid voor is, probeer ik dat toch wel. Ok. Nou en stel dat jij nou morgen weer mag gaan werken en jij mag helemaal zelf bepalen wat jij allemaal gaat doen in je dienst. Ik bedoel natuurlijk wel gewoon het werk wat jij normaal doet zeg maar he, maar wat, welk onderdeel van jouw werk zou jij nou het allermeest aandacht aan besteden of tijd? Ja, ja dat is best wel lastig vind ik. Je moet ja, je zou zeggen iets leuk met bewoners doen, vind ik, maar je hebt daar gewoon geen tijd voor. Ik deed dat wel eens een keer, even wandelen ofzo. Maar ja... Ok. Dus als je het wel helemaal zelf mocht bepalen, dan zou je... Ja, als je echt zegt van nou, we hebben vandaag de tijd ook en je houdt wat vrij. Dan zou ik zeggen nou ik ga met die even lopen ofzo. Maar je hebt er gewoon weinig tijd voor. Ok, nou daar komen we straks nog even op terug, op dat „weinig tijd‟. Welke dingen in jouw werk, wat jij doet tijdens een dienst, vind jij minder belangrijk, of niet zo belangrijk? Ja, ja schoonmaak ofzo. Ik vind ja dat is wel belangrijk, maar dat komt niet zo heel nauw. Ok. Waarom? Ja, ik vind, ik bedoel, als jij heel de dag al druk bent. Ik bedoel, dan denk ik van, ja dat komt wel, dat is jammer dan, als de rest maar klaar is. En de leefomgeving er een beetje netjes uitziet enzo. Ja, want wat bedoel je met „als de rest maar klaar is‟? Ja, de bewoners, en ja, gewoon iedereen gegeten en medicijnen hebben gehad. Ok, dus dan komen de schoonmaakwerkzaamheden een beetje op de laatste plaats? Vind ik wel ja. Ok en als jij nou weer morgen helemaal zelf jouw dienst mag invullen. En he, je kijkt naar wat je normaal altijd zou moeten doen, wat vind je dan waar je geen of minder tijd of aandacht aan zou willen besteden? Ja, ik denk net een beetje wat ik zei. Een beetje, gewoon ja. De extra dingetjes denk ik gewoon, dat niet zo. Extra dingetjes, zoals? Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
126 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja, schoonmaak enzo zulke dingetjes. En ja ik bedoel als je denkt vandaag weer, het is nu zo’n rustige dag. Dan zou ik dat er wel bij doen, maar meestal eerst gewoon de andere dingen en dan is er tijd over, dan bespreek je dat weer. Van kunnen we dat nog doen. Ja, ok. Prima. Nou en wat is er, wat vind je leuk aan jouw werk? Ja, ja toch wel, ik vind dat ik wel veel met de mensen ben en ja dat is wel... Je bent heel de dag toch wel met dezelfde mensen. Je hebt toch wel op een gegeven moment, je kent elkaar en... Wat vind je daarvan? Ja, dat vind ik ook wel heel leuk. Ik bedoel ik, het is somatiek, dus je kent de mensen kennen jou en jij kent hun weer en, ja toch een beetje een band met ze opbouwen enzo. Ja, ok, dus wat jij leuk vind aan je werk, dan noem je de mensen en de band die je met ze opbouwt? Ja. En dat je zorg kunt verlenen? Ja, dat je toch nog vind ik, iets voor ze kunt doen. Ik bedoel, zij kunnen zelf niet veel meer, sommigen bijna niks. Dat je toch, ja voor hun de dingen kunt doen wat ze zelf niet meer kunnen. Ja, dat is het mooie aan jouw werk? Ja, dat vind ik op zich wel. Dat je toch iemand kan helpen. Ok, prima. Nou, en wanneer ga je nou naar huis na je werk, dat je denkt; oh, helemaal een goed gevoel? Ja, ja als het gewoon op die dag gewoon goed verlopen is. En als je denkt van nou, je hebt wel eens gewoon echt een lekker dagje, niet te druk en iedereen heeft wat hij moest hebben, ook dat je tijd voor de mensen hebt gehad. En dat je denkt van ‘nou, dat was echt wel fijn en ja even met die gekletst en met die. Dan heb ik zoiets van; ‘oh dat is wel lekker vandaag geweest’. Ok, ok, en wat zijn dingen nou dingetjes tijdens jouw dienst, die jou een goed gevoel geven? Ja, ik zou niet zoveel weten... Heb je wel eens tijdens je werk, dat je denkt; „ho, fijn‟. Ja, dat er, dat er ook mensen heel dankbaar zijn. Ja, ik weet niet van; oh wat fijn dat je me helpt en dat ze heel dankbaar zijn voor het werk wat je doet. Dat vind ik dan toch wel heel fijn, dat doet je wel weer goed vind ik. Ik bedoel dat je sommige mensen alsmaar lopen te mopperen en als je er zulke mensen tussen hebt zitten, heb je weer zin om weer verder te gaan. Ja, dus het is fijn als je dan bij iemand hebt geholpen, die daar ook dankbaar voor is. Ja, en die je echt waardeert van... En als ik een keer geen tijd heb, dat ze ook wachten en dat ze ja... Dat je, gewoon, ja iedereen, het is ook nodig dat ze gewoon wachten op jou en dat jij een keer. Het is ook niet zo dat je even wacht, gewoon ja, tijd voor elkaar maken vind ik. Ok, ja, ok. En nou, dus zo, dan heb je gewoon helemaal een prettig gevoel daarvan he, zei je. En, wat doet dat met je, dat je zo‟n fijn gevoel krijgt op je werk? Ja, dat je denkt. Ja, toch wel goed, ja van dat je het ook wel goed doet, ja. Dan krijg je het gevoel dat je het goed doet? Ja, als je blijk van waardering, als je nooit een complimentje of iets krijgt, dan denk je ook van zou ik, dan ga je aan je eigen twijfelen. Ok, ok. Nou, en wat vind je moeilijk aan jouw werk? Ja, ja sommige mensen bij ons zitten met gedrag en dan kunnen ze eigenlijk best wel, of heel boos worden, of heel boos niet, maar gewoon ja, een beetje onredelijk doen enzo. En dan vind ik het soms best wel, dan denk ik van, dan doe je zo je best en dan krijg je geeneens een blijk van waardering ofzo. Ok, dus dat is wel eens moeilijk? Ja vind, ik wel. Als je gewoon iemand, bijvoorbeeld dezelfde iemand help je drie dagen achter elkaar en het is elke keer van... Ja bijvoorbeeld nooit van dankjewel ofzo. En ja, dat vind ik dan... Of het is van; je doet het niet goed, en je helpt me niet fijn en dit, als ze dat heel vaak zeggen dan vind je dat niet leuk. Dan... Nee, dat is niet leuk. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
127 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Waarvoor doe je het dan eigenlijk nog? Denk ik dan. Ok, en zijn er ook dingen in jouw werk hier, waar je wel eens tegenaan loopt? Tja... Ik zou niet echt iets weten. Nee? Ja, je hebt wel eens dingen natuurlijk, maar. Kun je zo iets noemen, dat je wel eens dacht van „nou dat, hm, daar loop ik echt tegenaan‟. Ja, ja wel eens als ze dingen niet goed naar je overdragen. En dan later zegt een bewoner, nou ja van dit en dat, ik bedoel, ja dan weet jij het niet. En dan loop jij er tegenaan van, ja dat iets niet goed ging ofzo, omdat ze het niet overgedragen hebben. Ja, dus je loopt er wel eens tegenaan dat de overdracht niet zo goed is gedaan. Ja, als ze iets vergeten te zeggen. Het kan soms een heel kleinigheid zijn, maar daardoor vergeet jij bijvoorbeeld iets bij een bewoner. Het hoeft soms niet eens iets heel belangrijks te zijn, maar toch. Het kan wel vervelend zijn. Ja, zoals een bewoner had een verkeerde, ja hij had gewoon een andere inco, daar kon niet zo veel in zeg maar. En dat hadden ze niet doorgegeven aan mij, dus ‘s avonds was hij gewoon, ja wel een beetje nat al. Dus toen zei hij van ‘hebben ze dat niet doorgegeven’? Ik zei: ‘nee, ik wist het niet’. Ik bedoel, ja als je dat weet, dan kun je zeggen van ja... Dan was het niet gebeurd. Nee, misschien niet nee. Ok, en is het wel eens dat je met een onprettig gevoel naar huis na je werk? Dat je niet zo;‟n fijn gevoel had? Ja, soms wel vind ik, als het heel druk is, en heel de dag loop je te rennen en te vliegen, en dat je denkt, dan ben je het helemaal zat ook, maar dat de mensen dan bijvoorbeeld ja, dat heb je anders ook wel, maar soms ook een beetje onrustig zijn, dan heb je niet echt een prettig gevoel vind ik. Dat komt vooral omdat je heel druk bent geweest, dan ga je niet echt zo fijn naar huis vind ik, dan is het nog wel heel druk in je hoofd. Dan ben je nog druk in je hoofd? Ja, soms wel, of druk, maar dan ben je er nog een beetje mee bezig. En dan, als je thuis bent gaat het best, maar... Ja, maar dan, als je naar huis gaat dan... Nee, dat vind ik niet echt, want je bent de hele tijd zo druk. Dus ik bedoel je hebt ook niet altijd tijd voor de pauze en weet ik het wat. Ja, ik bedoel, je hoeft ook niet zo veel te zitten, maar gewoon even. Ik bedoel als je maar tien minuten zit, dan vind ik, dan heb je even weer dat het gaat en... Dus jij zegt van, dan blijft die drukte in mijn hoofd zitten als ik naar huis ga? Ja, nou druk, ja, even. Even, ja, en zijn er ook dingen tijdens jouw dienst, die jou wel eens geen goed gevoel geven? ... Die je een onprettig gevoel geven in je dienst? Ja, ik weet niet hoe bedoel je? Nou, zijn er dingen in jouw beroep, wat jij doet, wat ja, niet zo fijn is? Ja, soms, sommige dingen mag je niet en dat is soms wel lastig. Of bedoel je dat niet? Ja, dat kan hoor. Dat jij dat, dan denkt van „oh‟. Ja dat, of ja, dat is soms wel lastig. En wat voor dingen bedoel je dan? Nou, ja, wat mag ik niet? Een wond mag ik niet, ja wij hebben er maar eentje met een wond, maar die gaat bijna weg, maar ik bedoel. Ik stond van de week, zondag ook, ben ik dagverantwoordelijk zeg maar, met een vakantiekracht, en dan vind ik dat zelf heel vervelend van sommige dingen mag ik niet. En dan moet ik dat regelen en dan zou er iemand anders komen en dan kwam die dus weer, kwam uiteindelijk niet, ik bedoel dan voel ik mezelf best verantwoordelijk voor en dan... Dan ben jij dagverantwoordelijk en dan mag je iets niet? Ja, ja op de groep ja. Ja,ja, ja nou dat, ik begrijp wat je bedoelt.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
128 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Nou en we hebben nou een paar dingetjes genoemd he, die niet zo heel, die wel eens minder fijn zijn, bijvoorbeeld de overdracht gaat wel eens verkeerd, of als je dus net als zondag iets niet mag, of als het heel druk is geweest. Dat zijn dingetjes die niet zo fijn zijn wel eens aan je werk. Wat doet dat met je? Tja... Ja, probeer je dat te voorkomen denk ik. Ja, ja, ja ik weet niet hoor. Ok dus je zegt van; het doet met mij dat ik het probeer te voorkomen? Ja, ik vind gewoon. Of ik bedoel als je dan moet werken, vind ik het gewoon zelf, ja dan heb ik altijd een beetje chagrijnig, dat vind ik altijd erg vervelend, dan loop je ergens tegenaan en dan denk ik van; als je het geweten had, had je het niet, ja had het niet zo hoeven te zijn, als ze het even doorgegeven hadden... Het frustreert je een beetje? Ja, soms wel, soms kleine dingen, dan denk ik van als ik het geweten had dan waren de dingen weer anders gegaan. Ok en stel dat je nou die dingetjes tegenkomt he, of over die overdracht bijvoorbeeld wat jij zegt. Of dat je dan dagverantwoordelijke bent, en dan komt er iemand niet die wel zou komen om jou te helpen met iets wat jij niet mag. Hoe pak je dat dan aan? Hoe ga je daarmee om? Nou ik had eerst gewoon even gewacht, toen duurde het een, nou iets later, drie kwartier. Toen had ik gewoon even gebeld, toen uiteindelijk toen is het gewoon wel weer goed gekomen. Toen later had ik die vrouw weer gebeld, toen kwam ze gewoon weer medicijnen enzo doen. Ja, dus dan los je het gewoon op. Ja, toen kwam ze langs om even te overleggen en toen heb ik het even overlegd, en toen... En net als zoiets als toen jij iets niet wist van in de overdracht, hoe ga je daarmee om? Ja, meestal heb je het er eigenlijk niet over. Maar als je het even zegt dat is eigenlijk wel... Soms probeer ik het wel te zeggen, van ‘he joh’... Ja, want het frustreert je wel een beetje die dingetjes, en je probeert het dus de ene keer op te lossen, als dat kan, door iemand gewoon te herinneren van „he, we hadden die afspraak‟... Ja, soms denk ik, het ligt er ook gewoon aan wat het is denk ik, als het maar een heel klein iets is, dan denk ik ja, dan denk ik jammer dan hoor, want ik bedoel zelf vergeet ik ook wel eens een keer wat. Ik bedoel als het echt iets belangrijks is, met als medicijnen vind ik het wel wat anders. Maar ik bedoel met zoiets denk ik van mwah, niet heel ernstig ofzo. Ja, en als je het bijvoorbeeld wel, als je vindt dat je er wel iets aan moet doen? Ja, ik doe er niet zo gauw wat aan eigenlijk. Ik vind dat weer, ik durf er niet zo gauw wat van te zeggen. Ok, ja, prima, dus je probeert het te bespreken, als het een beetje kan. Ja, dat ligt eraan. Ok, en wie of wat kan je daarbij helpen bij dit soort dingen? Ja, ik denk gewoon een collega die een beetje, ja... Dat je het toch wel tegen haar probeert te zeggen, eerst tegen zo iemand, en anders dat je dan, ja. En wat voor collega bedoel je dan? Ja, bijvoorbeeld dat je denkt, nou tegen haar kan iemand, tegen iemand praat je makkelijker dan tegen de ander. Bijvoorbeeld als je iets hebt, dan ga je het eerst bij haar proberen, later bij iemand anders. Ja, de collega met wie jij wat makkelijker contact hebt? Ja, ik bedoel, als er bij haar dan wat gebeurd is, als het niet bij haar gebeurd is dan ga je niet... Soms zeg ik wel eens hoe zal ik dat dan zeggen, ja en dan. Oh, ja, dus dan, bedoel je dat je het aan een collega vraagt? Ja, of ik doe dat dan aan onze teamleidster. Van ja, hoe zat het toen. En dan zegt ze van ‘nou, doe het gewoon zo en dan is het klaar’. Ja, de teamleider. Ok. Nou, ik wilde ook vragen: Wie of wat heb je dan nodig? En waar kan je terecht? Hoe bedoel je? Ja, als je dus tegen dingen aanloopt. Dan heb je eigenlijk al gezegd; de collega‟s en de teamleider. Ja, het beste denk ik toch wel bij de persoon zelf. Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
129 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ja, en is er ook iets of iemand die je mist hierin? Nou, niet echt. Ik weet niet. Niet echt, ok. Nou en deze dingetjes waar je in je werk wel eens tegenaan loopt, is daar in jouw opleiding ook aandacht voor geweest? Ja, wel gewoon algemeen, als je ergens tegenaan loopt dat je toch wel, dat het belangrijk is dat je het bespreekbaar maakt anders blijft iedereen er tegenaan lopen bij wijze van. Ok. Dus wel in het algemeen. Maar bijvoorbeeld, jij hebt ook, je noemde dat je het heel druk kunt hebben tijdens je werk. Heb je daar ook aandacht voor gehad, in de opleiding? Nou niet echt volgens mij, niet extra aandacht ofzo. Er komt gewoon weinig personeel soms ja, daar kun je niet echt wat aan doen. Nee, maar ja, het is nog steeds wel frustrerend voor jou. Ja, tja frustrerend, maar ik bedoel, ja ik moet zeggen je hebt soms, bijvoorbeeld ja, nou ik bedoel bij mezelf als er iets tussen komt dat het dan heel druk is. Dat het uit de hand loopt en dan ja... als je dan met z’n tweeën bent, dan kun je het even afwisselen ofzo. Oh, ja. Maar dat kan niet altijd als er iets tussenkomt? Nee, dan niet, maar ja... Ik bedoel, je leert het ook wel, hoe langer je het werk doet hoe makkelijker het gaat vind ik. Ja, hoe weet jij nou in je werk, of je iets goed hebt gedaan? Ja, door het gewoon te vragen van ‘bent u tevreden’, ja of... Hoe je het zelf, zelf denk je wel eens ‘zou het goed zijn’, en dan vraag je het. Aan de bewoner? Ja, dat wel. Of aan, ja nu doen we dat niet zo vaak, eerst deden we wel eens een keer evalueren met collega’s van hoe vond je het vandaag gaan. En nu, bedoel jij dan deze maand, of? Nee, ja deze tijd, eerder deden we het wel eens met stagiaires, weet je wel, in die tijd, met elkaar, misschien wel weer als ze komen. Oh dus al, toen jij stagiaire was. Ja, ook, maar ook toen er bij ons stagiaires waren zeg maar. Toen jij al werkte? Ja. Ok, dus als er stagiaires zijn, dan wordt er geëvalueerd? Ja, af en toe. Dan... Ok, kijk ik heb hier nog een paar vragen en dit ga ik straks aan jou vertellen. En dat was het. Kun jij deze zin voor mij afmaken: Ik heb het goed gedaan, als... De cliënt tevreden is? Ok, ik ben er goed mee omgegaan, als... ... Of niet. ... Nou, geeft niet hoor, want het is allemaal een beetje hetzelfde he? Ja. Wanneer twijfel je wel eens of je iets goed hebt gedaan? Ja, ja vaak als sommige bewoners zeg maar, wel eens zeggen van, als ze zeggen van; ja, je kunt het niet, je doet het niet goed. Dan begin ik altijd heel erg twijfelen, van ja doe ik het dan echt niet goed, van ja, hoe zit dat. Maar dan zeggen ze ook, je moet niet aan je eigen twijfelen. Soms denk ik van ik heb gedaan wat ik heb gedaan, meer kun je niet eigenlijk dan. Ja, maar je twijfelde aan jezelf als een bewoner ontevreden is? Ja, vaak wel van; ik lig niet goed, of ik zit niet goed. Ok, en dan zeg jij, dan zeggen andere mensen je moet niet aan jezelf twijfelen. En wie bedoel je daarmee dan? Ja, collega’s of zo dan zeggen ze van; ja, je moet het niet altijd bij je eigen zoeken, maar eigenlijk gewoon denken van; ik heb eigenlijk gedaan wat ik moest doen en meer kun je dan eigenlijk ook niet.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
130 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
Ok, en je twijfelt als een bewoner ontevreden is, omdat je een beetje onzeker daarvan wordt, wat jij zegt? Ja. En hoe ga je daarmee om? Tja... Hoe weten, hoe komen jouw collega‟s er achter dat jij dit hebt meegemaakt? Ja, daar komen ze niet echt achter denk ik. Maar ze zeggen wel tegen jou... Ja, als ze, ik bedoel als we samen iemand helpen, dan zien ze dat wel, dan zeggen ze van dat moet je niet bij je neerleggen. Of soms dan, soms dan bespreek ik het wel, bijvoorbeeld in het begin ook dan zei ik van dit en dat is er gebeurd en dan zeggen ze van; ja, je moet niet bij je eigen, je moet gewoon, ja. Het ligt er ook aan... Ok, nou en in het begin bespreek jij het nog eens zeg je he? Ja, met zoiets zeg maar, maar ja gewoon, sommige bewoners moet je gewoon kennen en dan andere dingen gaan dan vanzelf. En dan doe je het automatische eigenlijk niet meer bij je eigen neerleggen. Ja, ok. En zijn er nog dingen of mensen die jou zouden kunnen helpen bij twijfels in je werk? Ja, ik denk toch wel bespreken, of erover hebben van ik, ik loop er tegenaan, ik vind dat lastig. En ja... En met wie wil je het daar over hebben dan? Ja, collega’s. Collega‟s? Ja, ik weet niet. Ja, of de bewoner zelf, of je leidinggevende? Ja, ik ga meestal wel gauw naar de teamleider, dat is meestal wel iemand waar je naartoe gaat. Verder... Ok, ga je dan eerst naar je teamleider dan naar je collega‟s? Ja, eerder wel. Ok, dat kan, prima. Dan moet ik dat even andersom neerzetten, want ik had eerst de collega‟s opgeschreven, maar het is voor jou meer dan je teamleider? Ja, ja ik heb verder niks met ze hoor, of niks bijzonders tegen ze. Maar ik, ja ik weet niet, dat heb ik gewoon gauw. Ok, nou dan heb ik nog twee vragen over „leren‟, want jij hebt natuurlijk in de opleiding veel geleerd, maar tijdens je werk hier leer je natuurlijk ook dingen. Ja. Hoe leer jij het liefst? Ja, eerst dingen horen en dan daarna gelijk uitvoeren zeg maar. Horen, dan zelf uitvoeren? Ja. Ok, nou en dan heb ik vijf soorten van leren, en dan zou ik willen vragen wat jij vindt, welke het beste bij jou past. Eentje is: Afkijken bij collega‟s. Eentje is: Meedoen. Eentje is: Kennis leren. Eentje is: Oefenen en eentje is: Zelf ontdekken. Ik denk de eerste. Afkijken bij collega‟s. Ja, dat je eerst ziet hoe hun het doen en dan daarna dan moet je het zelf doen. Ok, en dan wilde ik vragen, hoe gaat dat dan in je werk? Maar dat zeg je eigenlijk al... Ja eerst dan, vooral de eerste keer. En daarna, als je iets nieuw, iets nieuws hebt ik het werk, of iets nieuw en dan ga je, dan doe je het samen van nou, je moet het zus en zo doen en dan, bijvoorbeeld een paar keer. En dan vraag je wat is het handigst en dan daarna is het de bedoeling dat je het zelf doet. Ok, ok. Uitleg onderzoekdoel. Uitleg vertellen en laten zien. Slotvraag: Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
131 of 132
Zorg, Ethiek en Beleid Masterthesis
En dan is dus eigenlijk wil ik graag weten, of jij over die menslievende zorg, of over jouw opleiding, nog iets meer wil zeggen, dan wat jij tot nu toe allemaal al hebt verteld aan mij? Nou, niet echt. Toevallig heb jij helemaal aan het begin van dit interview al iets gezegd over; de relatie met een bewoner, dat je daar dan contact mee hebt. Is er nog iets waarvan jij kunt zeggen, hoe jij aandacht besteed aan die relatie? Tja, ja hoe bedoel je, aandacht? Nou een relatie bestaat niet zomaar he, want je kunt gewoon iemand... Ja, met de een heb je dat meer dan de ander ja. Ja, en wat is het verschil tussen de een en de ander dan? Ja, ik weet niet. Het komt denk ik. Ja, het komt, ja de ene bewoner is gewoon heel makkelijk, en die is altijd zo tevreden en dan ga je dan zelf gauw naar iemand. Ja, iemand die zelf ook wat stugger en niet zo gauw tevreden, daar heb je minder gauw een band mee denk ik. Ja, dat gaat soms vanzelf. Ok, dus als het voor jou ook prettiger is bij een bewoner... Ja, dan heb je ook meer van, of diegene zegt van ‘ah joh, kom even zitten’ bij wijze van, dan doe je het gauw, dan kom je zelf later ook weer een keer, ja ik weet niet, het ontstaat soms vanzelf ja. Ja, dus de relatie met een bewoner ontstaat voor jou in ieder geval, is heel afhankelijk van hoe de bewoner doet? Ja, ook wel vind ik. Ja je, ja natuurlijk je bouwt met iedereen wel een beetje een band op vind ik, maar toch met de een is het iets anders dan met de ander. Ja. Ok, en kun jij ook een verschil bij jezelf merken, hoe je aandacht besteed aan bewoners? Aan de relatie? Ja, ik zelf, daar moet je wel op letten. Ook bij een vrouw, als ik even niks te doen heb, dan ga ik even zitten, dat vind ik gewoon gezellig even. Ja, ik weet niet, met anderen doe je dat soms niet zo gauw ofzo, ja. Daar moet je wel op letten vind ik, dat je dat niet te veel laat merken. Ja, je hebt zelf af en toe voorkeur voor... Ja, ik bedoel, ja, ik probeer dat niet zo. Ik doe het af en toe meer. Ok, dankjewel.
Tavie Alferink
Menslievende zorg door HZW‟ers
132 of 132