BOEK 2011/3 MEI/JUNI
MEI/JUNI 2011 Nummer 3 Jaargang 8 €6,95
Voor wie van lezen houdt!
Mensje van Keulen
‘Niets is zo heerlijk als wanneer een verhaal rondkomt’
INTERVIEWS MET
LUCETTE TER BORG MARCEL MÖRING JORIS VAN CASTEREN
TWEEGESPREK
VOORPUBLICATIE
EN VERDER
Lieneke Dijkzeul Inger Frimansson
JIJ Joanna Briscoe
De economie van het lezen BOEKenstad Utrecht
BP
REISREPORTAGE
After Eight koffiehuis: ontmoetingsplek van bohémiens en schrijvers.
40
mei/juni 2011 BOEK
Tekst Arita Baaijens
Het literaire leven in Egypte
ARITA BAAIJENS
Literatuur en schrijvers speelden een belangrijke rol in de Egyptische fluwelen revolutie. In Nederland is de hedendaagse Egyptische literatuur relatief onbekend. Schrijfster, journalist en fotograaf Arita Baaijens komt al meer dan twintig jaar in Egypte en is naar eigen zeggen verliefd op Cairo. Voor BOEK schreef ze een introductie op de Egyptische literatuur van dit moment.
BOEK mei/juni 2011
ALAA AL-ASWANI De schrijvende tandarts Alaa Al-Aswani (1957) zette de Egyptische literatuur internationaal op de kaart met Het Yacoubian, een sprankelende roman over bewoners van een oud appartementsgebouw in hartje Cairo. Een vrome portierszoon, een nietsontziende zakenman, armoedzaaiers die op het dak wonen en een homoseksuele intellectueel – de personages lijken karikaturen, maar zijn gemodelleerd naar de werkelijkheid. In de roman vieren corruptie, zedeloosheid en religieuze hypocrisie hoogtij. Ook in het latere Chicago en de novelle Eigen Vuur schetst de schrijver levens die worden getekend door een verziekte maatschappij. Zware kost denk je als lezer, maar niet bij Al-Aswani, die zijn scherpe pen doopt in humor en mededogen. Activisme en literatuur houdt de
auteur graag gescheiden. Zo schrijft hij als activist maatschappijkritische artikelen, als deeltijdtandarts voedt hij zich met verhalen van zijn patiënten. En als schrijver verleidt hij lezers met personages van vlees en bloed, omdat ‘goede literatuur betere mensen van ons maakt’. BIJTENDE COMMENTAREN Het is half februari. In Cairo perst een kettingrokende Al-Aswani zijn omvangrijke, in maatpak en kraakwit overhemd gestoken lichaam achter een spreektafeltje tijdens de presentatie van On the State of Egypt, a novelist’s provocative reflections. Het non-fictieboek bevat bijtende commentaren op de Egyptische politiek. ‘Dit is een groots moment in de geschiedenis,’ richt de schrijver zich tot een samengepakt gehoor van journalisten en fans. De opmer41
REISREPORTAGE
Alaa Al-Aswani
king refereert aan de succesvolle revolutie die nog maar tien dagen tevoren leidde tot het aftreden van president Hosni Mubarak. De schrijver biecht op dat de revolutie hem compleet verraste, hoewel hij in het zojuist gepubliceerde boek voorspelde dat de volksopstand eraan zat te komen. ‘Op de ochtend van de revolutie werkte ik aan een manuscript toen ik hoorde dat er een wonder was gebeurd.’ De daaropvolgende dagen bracht Al-Aswani door op het Tahrirplein, waar hij demonstranten regelmatig toesprak. ‘Er zijn zoveel verhalen te vertellen,’ reageert hij opgetogen op de vraag of de revolutie een rol zal spelen in zijn literaire werk. GEWONE MENSEN Na de presentatie strijkt een ontspannen ogende Al-Aswani neer op een terras. De beroemde schrijver mengt zich graag onder de mensen en is makkelijk benaderbaar. ‘Schrijvers horen niet in ivoren torens,’ zegt hij gemoedelijk. Het contact met jonge schrijvers en gewone mensen voedt zijn schrijverschap. ‘De karakters uit mijn boeken zijn uit het leven gegrepen,’ zegt Al-Aswani, die benadrukt dat hij zijn romanpersonages koestert. Of ze nu crimineel zijn, apathisch of sulletjes, hun daden veroordeelt hij niet. ‘Het gaat mij er juist om dat er begrip ontstaat.’ De 42
kritiek dat zijn romans niet vernieuwend zijn en op soaps lijken, legt hij geprikkeld naast zich neer. Een experimenteel boek is wat hem betreft een dood boek. ‘Een goede roman is zoals het leven,’ klinkt het vurig. Een schrijver die eenzaam op een zolderkamer experimenteert met teksten heeft het niet begrepen. Met gewone mensen blijven omgaan én talent, dat zijn volgens Al-Aswani de ingrediënten voor goede romans. Er was een tijd dat de schrijvende tandarts ’s nachts door de stad zwierf om inspiratie op te doen en overdag, alcoholdampen uitwasemend, in een ziekenhuis werkte. Uitgaan doet hij tegenwoordig alleen nog op donderdagen vrijdagavond; afspraken voor interviews maakt hij bij voorkeur tegen middernacht. Slaapt hij nooit? Glimlachend verklapt hij het geheim van zijn productieve leven. Van 6 tot 10 uur in de ochtend schrijft hij ‘puur voor zijn plezier’. Enkele dagdelen per week behandelt hij patiënten en onder het boren van gaatjes rijpt als vanzelf een roman. Op donderdagavond begeleidt hij jonge schrijvers en heft daarna hij tot vier uur ’s nachts het glas met vrienden en bewonderaars. De rest van de tijd gaat op aan verplichtingen die horen bij succesvol schrijverschap en aan politiek activisme. ‘We hebben gewonnen, maar de strijd is niet gestreden,’ zegt hij bij het afscheid. Misschien zo slecht nog niet. Eerder had Al-Aswani gezegd dat alleen beroerde soci-
ale omstandigheden goede literatuur kunnen voortbrengen. AHMED ALAIDI ‘De woede van Abbaas is niets vergeleken met de boosheid die ik vanbinnen voel,’ vertelde de jonge Egyptische schrijver Ahmed Alaidi (1974) toen ik hem ruim voor de revolutie sprak in het rommelige kantoor van de anarchistische uitgeverij Dar Merit. Abbaas is het hoofdpersonage in het cultboek Ik ben Abbaas el Abd, dat bij verschijning insloeg als een bom. De hallucinerende, boze en provocerende man is zonder roze pillen net zo bang en behept met fobieën als de gemiddelde Egyptenaar. Maar na het slikken van een handjevol pillen transformeert de angsthaas tot een durfal die Abbaas heet, manisch actief is en ongekend ruwe taal uitslaat. Op een wilde tocht door volksbuurten masturbeert Abbaas, versiert vrouwen en levert ongezouten commentaar op politici en verstarde landgenoten, volgens hem zielige figuren die teren op de roem van farao’s. Het minimalistisch geschreven boek vol kreten en oneliners is een ‘decaf’-versie van het grovere en meer vileine manuscript dat de schrijver expres van de harde schijf van zijn computer wiste om zichzelf te dwingen opnieuw te beginnen. Het boek heeft een ongelofelijk tempo, er gebeurt van alles tegelijk en daarmee lijkt het volgens Alaidi op het leven van Egyptische jonge-
Mahfouz: nestor van de Egyptische literatuur In 1988 ontving de Egyptische schrijver Naguib Mahfouz de Nobelprijs voor de literatuur. Zes jaar later overleefde de laureaat ternauwernood een moordaanslag, gepleegd omdat hij de islam zou hebben beledigd in zijn roman Kinderen van de steeg (1959). Onbedoeld bewees de aanslag dat de roman in Egypte volwassen was geworden. Vanaf de jaren vijftig in de vorige eeuw nam verhalende literatuur in Egypte een enorme vlucht. Vandaag de dag overspoelt een niet te stuiten stroom boeken en korte verhalen de lezersmarkt. Het literaire leven in Cairo is al net zo rijk en gevarieerd als de literatuur. Aankomende en gevestigde schrijvers, charlatans en bohémiens, ze ontmoeten elkaar tot ver in de nacht in koffiehuizen, restaurants, salons, clubs of literaire cafés in downtown Cairo. Het literaire leven, inclusief belangrijke boekwinkels, uitgeverijen en krantenredacties, speelt zich af op een cultureel eilandje rond het Talaat Harbplein en het Tahrirplein, waar de revolutie begon. Schrijven moet bij het krieken van de dag gebeuren, voor de gewone werkdag begint. Want Egypte mag dan een land van schrijvers zijn, royalties betalen uitgevers niet. mei/juni 2011 BOEK
Ahmed Alaidi
In het Nederlands verkrijgbaar
Het Yacoubian (268 p.) Alaa Al-Aswani Mouria, €12,50 Ik ben Abbaas el Abd (128 p.) Ahmed Alaidi De Geus, €10,Over Egypte (256 p.) Alaa Al-Aswani De Geus €18,90 Verschijnt in juni Eigen vuur (224 p.) Alaa Al-Aswani De Geus €18,90 Verschijnt in augustus
ARITA BAAIJENS
ren in Cairo, voor wie multitasken normaal is. De cynische Abbaas zou model staan voor de Egyptische generatie nix: autistisch en seksueel gefrustreerd. Alaidi is inmiddels verhuisd van Egypte naar Qatar en laat weten aan een nieuw boek te werken. Een boek waarin hij de
lezer actief bij literatuur wil betrekken met als doel de grens tussen fantasie en werkelijkheid te laten vervagen. Daarmee had Alaidi al geëxperimenteerd in Ik ben Abbaas el Abd, waarin hij zijn echte telefoonnummer achterliet op muren van fictieve toiletten. Vrouwen belden, maar ook boze mannen en maffe types, zegt de schrijver. Het contact met de lezer beviel en wordt voortgezet in een volgend boek waarin Alaidi een fictieve revolutie wil ontketenen. Dertig jaar opgepotte woede over noodtoestand, wanbeleid, falend onderwijs en stijgende prijzen in Egypte zou leiden tot chaos en revolutie. Jammer alleen dat fictie werkelijkheid is geworden nog voor het boek is voltooid. Kan de schrijver weer helemaal opnieuw beginnen.
Het Talaat Harbplein, het hart van het literaire leven in Cairo.
BOEK mei/juni 2011
43