Mensenrechten in tijden van crisis Advocaat Ivo Flachet PROGRESS Lawyers Network, België www.progresslaw.net Wij zijn hier samen in het kader van de 60 ste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Waar staan we nu 60 jaar na de afkondiging ervan ? 1. De realiteit van enkele belangrijke mensenrechten 60 jaar na de afkondiging van de Universele Verklaring a). Het recht op leven Er sterven in de wereld dagelijks ongeveer 100.000 mensen aan gemakkelijk geneesbare ziektes of aan honger. Op vraag van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO) berekende een groep onderzoekers dat elk jaar 10,6 miljoen kinderen onder de vijf jaar sterven aan eenvoudig geneesbare ziektes zoals luchtwegen infecties en diarree. Dat aantal komt overeen met het aantal kinderen onder de vijf jaar die leven in Frankrijk, Duitsland, Griekenland en Italië. Die ziektes zijn nochtans gemakkelijk te voorkomen en te genezen. Minstens 6 miljoen kinderen per jaar sterven dus een absoluut absurde dood. De onderzoekers stellen dat 2/3 van deze kinderen gered zouden kunnen worden door middel van eenvoudige maatregelen. Artikel 3 van de Universele Verklaring stelt : “Elk individu heeft het recht op het leven, de vrijheid en de veiligheid van zijn persoon”. Het lijkt de evidentie zelf. Maar de realiteit blijft wat betreft de feitelijke realisatie van dit mensenrecht de meest schrijnende schending van de mensenrechten op onze aardbol. b). Gelijkheid Artikel 7 van de Universele Verklaring stelt : “Allen zijn gelijk voor de wet en hebben zonder onderscheid aanspraak op gelijke bescherming door de wet. Allen hebben aanspraak op gelijke bescherming tegen iedere achterstelling in strijd met deze Verklaring en tegen iedere ophitsing tot een dergelijke achterstelling”. In 1997 verdiende de rijkste twintig procent van de wereldbevolking 74 keer zoveel als de 20 procent armsten van de wereldbevolking. En deze coëfficiënt stijgt elk jaar. In 1990 was de verhouding nog 60 keer en in 1930 30 keer zoveel. De kloof tussen rijk en arm stijgt elk jaar zowel in de derdewereldlanden, als in de industrielanden. Ook tussen de derde en de geïndustrialiseerde wereld neemt de kloof toe. De 500 rijkste personen op onze aardbol bezitten samen een groter inkomen dan de 416 miljoen armste inwoners van de planeet.
1
De levensverwachting ligt in Sierra Leone op 34 jaar. In Japan is dat 82 jaar. In Sierra Leone sterven bijna 1/3 van de kinderen voor ze de leeftijd van 5 jaar bereikt hebben (316 op 1000). De onevenwichten van vandaag zijn moreel onaanvaardbaar en politiek onhoudbaar. c). Het recht op maatschappelijke zekerheid Artikel 22 van de Universele Verklaring stelt : “Eén ieder heeft als lid van de gemeenschap recht op maatschappelijke zekerheid en heeft er aanspraak op, dat door middel van nationale inspanning en internationale samenwerking, en overeenkomstig de organisatie en de hulpbronnen van de betreffende Staat, de economische, sociale en culturele rechten, die onmisbaar zijn voor zijn waardigheid en voor de vrije ontplooiing van zijn persoonlijkheid, verwezenlijkt worden”. Het behoeft niet veel uitleg om te begrijpen dat deze mensenrechten verre van verwezenlijkt zijn op dit moment in de wereld waarin we leven. Welke maatschappelijke zekerheid heeft de Afrikaanse boer, de Indische textielarbeider of de dakloze in Amerika ? Voor de overgrote meerderheid van de wereldbevolking zijn die mensenrechten met moeite een mooie droom. 2. Waar liggen de prioriteiten in het huidige economische systeem om aan deze catastrofale situatie te verhelpen ? De volgende cijfers spreken voor zich. Jaarlijks bedrag dat nodig is voor : Uitroeiing honger 5 miljard $ Onderwijs voor iedereen 6 miljard $ Drinkbaar water voor iedereen 9 miljard $ Gezonde bevallingen voor alle vrouwen 12 miljard $ Basisgezondheidszorg en voeding voor iedereen 13 miljard $ Uitroeiing van de ergste armoede 40 miljard $ Jaarlijkse uitgaven voor : Feestjes en vermaak voor managers in Japan 35 miljard $ Alcoholische dranken in Europa 105 miljard $ Drugs 400 miljard $ Bewapening 780 miljard $ Reclame en marketing 1000 miljard $ Dagelijkse speculatie op deviezen 1500 miljard $
2
3. Heeft de afkondiging van de Universele Verklaring dan geen enkele zin gehad ? a). Mensenrechten misbruikt Wat te denken van het mensenrechten discours in deze context ? Zestig jaar na de afkondiging ervan is er nog steeds een schril contrast tussen de prachtige intenties opgenomen in de tekst en de barre realiteit van armoede en ongelijkheid. Ze worden daarom in de progressieve beweging nogal argwanend bekeken. De voorbeelden van presidenten die in naam van de vrede ten oorlog trokken zijn legio. Hoe dikwijls werd de verdediging van de mensenrechten niet gebruikt als rechtvaardiging van een massale schending van de mensenrechten. Denk maar aan het embargo en de oorlogen tegen Irak. Ex V.S. President Carter stelde in december 1978 naar aanleiding van de 30ste verjaardag van de Universele Verklaring het volgende : “De mensenrechten zijn de ziel zelf van onze buitenlandse politiek. Ik benadruk dat, want de mensenrechten zijn de ziel van het bestaan van onze natie zelf”. b). Waarom is de Universele Verklaring dan toch van uitzonderlijk belang ? Het interessante aan de rechten die opgenomen werden in de Universele Verklaring is dat het basisrechten zijn die op alle mensen gelijk van toepassing zijn. Het gaat in feite om basiswaarden waar de volkeren van de wereld zich kunnen rond verenigen. Het opstellen van de mensenrechten was een belangrijke stap vooruit in de evolutie van de maatschappij. In de preambule van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens lezen we het volgende : “Overwegende dat de erkenning van de inherente waardigheid en de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap de grondslag is voor de vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld”. De mensenrechten geven dus aan waar iedereen zonder onderscheid recht op heeft. Het is een mooi streefdoel. Daarin ligt het interessante. In het gevecht voor dit streefdoel wordt het duidelijk dat het huidige maatschappelijke systeem, geteisterd door de humanitaire, financiële en economische crisis, een hinderpaal vormt voor de verwezenlijking ervan voor iedereen.
4).Naar de volledige en ondeelbare realisatie van individuele, collectieve en volkerenrechten Koen De Feyter definieert de ondeelbaarheid van mensenrechten als volgt : “Zoals eerder vermeld, werd het algemene uitgangspunt van de universaliteit van mensenrechten door de Wereldconferentie mensenrechten in Wenen bevestigd. Die universaliteit bestaat echter enkel in zoverre mensenrechten als ondeelbaar worden opgevat. Ondeelbaarheid verwijst in de eerst plaats naar het gelijke belang van burger en politieke rechten, economische,
3
sociale en culturele rechten. Donoren die zich op de universaliteit van mensenrechten wensen te beroepen om het koppelen van ontwikkelingssamenwerking aan mensenrechten te rechtvaardigen, dienen er dus zorg voor te dragen dat ze aan beide categorieën van mensenrechten een gelijk belang hechten”. Op 14 december 1981 werd de volgende resolutie aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. “Déclaration du droit à l’éducation, au travail, à l’aide sanitaire, à une alimentation adéquate et au développement économique comme partie intégrante des droits de l’Homme”. Alle staten van de V.N. (135) stemden voor deze resolutie. Enkel de V.S. stemden tegen. Artikel 1 van de V.N.-Verklaring over het Recht op Ontwikkeling stelt het volgende : “Het recht op ontwikkeling is een onvervreemdbaar mensenrecht, uit hoofde waarvan elk menselijk wezen en alle volkeren genieten van economische, sociale, culturele en politieke ontwikkeling, waarin alle mensenrechten en fundamentele vrijheden geheel verwezenlijkt kunnen worden".(A.V. Resolutie 41/128 - 4 december 1986). De grote en meest bekende mensenrechtenorganisaties focussen vooral op de eerste generatie mensenrechten. Het gaat dan over de vrijheid van meningsuiting, de organisatievrijheid, godsdienstvrijheid, het verbod van marteling ... enz. Het zwaartepunt ligt in de meeste “mission statements” bij de burgerrechten en politieke rechten. De sociale en economische rechten zijn echter voor tientallen miljoenen mensen, verwikkeld in de dagelijkse strijd tot overleven, minstens van even groot belang. Toch krijgen de sociale en economische rechten dikwijls veel minder aandacht. De oorzaak daarvan is natuurlijk te zoeken in het feit dat onder de huidige economische verhoudingen de volledige realisatie van de mensenrechten onmogelijk is. Het derde essentiële luik van de ondeelbare mensenrechten waar bijna niet over gesproken wordt, zijn de volkerenrechten, met name het grondrecht op onafhankelijkheid en soevereiniteit van de landen en volkeren. Deze rechten mogen niet los gezien worden van de individuele burgerlijke en politieke rechten omdat men moeilijk kan spreken van politieke en burgerlijke vrijheid in een land dat gebukt gaat onder koloniale of neo koloniale uitbuiting. Het is bijvoorbeeld op basis van het loskoppelen van deze grondrechten dat sommigen er in slagen om Israël een democratie te noemen. In de klassieke visie over mensenrechten worden de 3 soorten rechten (individuele, collectieve en volkeren rechten) los van elkaar gezien. De ondeelbaarheid van de mensenrechten duidt er juist op dat het éné recht niet kan los gezien worden van het andere. De sociaal economische rechten moeten even veel aandacht krijgen als de politieke rechten. En het recht op soevereiniteit en onafhankelijkheid moet opnieuw geherwaardeerd worden als de noodzakelijke voorwaarde om de mensenrechten te kunnen realiseren.
4
5. De ondeelbaarheid brengt ons naar maatschappelijke invraagstelling De meeste mensenrechtenorganisaties zien hun inzet voor de mensenrechten los van enige fundamentele maatschappijvisie. Maar is het realistisch te verdedigen dat de volledige realisatie van de mensenrechten mogelijk is binnen het ontwikkelingskader van de kapitalistische wereld ? Of moet er een ander ontwikkelingsmodel gevonden worden? Op wereldvlak wordt een bepaalde economische visie in de praktijk gezet door de grote mogendheden met de hoger uiteen gezette resultaten tot gevolg. Deze visie kan samen gevat worde als volgt : -
Liberalisering van invoer en uitvoer los van de economische realiteit van de derde wereld landen komt vooral de grote multinationale bedrijven ten goede, ten koste van de interne nationale productie. Hierdoor neemt de import toe en gaan vele kleine bedrijfjes in de armere landen failliet. De bevoorrading van de binnenlandse markt van ontwikkelingslanden wordt verwaarloosd ten voordelen van de afstemming op de buitenlandse markt.
-
De liberalisering in de landbouwsector heeft de afbouw van lokale landbouw en dus voedseltekort tot gevolg.
-
Privatiseren van publieke sectoren (openbaar vervoer, gezondheidszorg, onderwijs, ...). Dit heeft vooral een afbouw van de diensten en meestal een verhoging van de prijzen voor de verbruikers tot gevolg waardoor de bevolking essentiële goederen zoals water en elektriciteit moet ontberen.
-
Het dereguleren van de arbeidsmarkt heeft extreem lage lonen, de afbouw van sociale rechten en kinderarbeid tot gevolg. In El Salvador leidde dit ertoe dat 2/3de van de beroepsbevolking minder dan het minimumloon verdiende.
-
De staatsstructuren worden afgebouwd met een verslechtering van de sociale dienstverlening tot gevolg. Zo sloot de Indonesische regering 250.000 gezondheidscentra waardoor de kindersterfte steeg met 30 % en zes miljoen kinderen niet langer naar school gingen.
Dit economisch beleid is elke dag verantwoordelijk voor een massale schending van de mensenrechten. Het voorbeeld van het recht op leven is cruciaal omdat het aantoont dat je voor het verwezenlijken van dat mensenrecht niet rond de maatschappijvraag heen kan. In landen waar meer dan de helft van de bevolking extreem arm is, kun je armoede niet bestrijden zonder ontwikkeling. En die landen kunnen maar ontwikkelen als de het systeem structureel verandert. Mensenrechtenwerk zonder de fundamentele sociaal-economische vraag te stellen is strooien met druppels op een hete plaat. Die druppels zijn steeds welkom voor concrete slachtoffers. Maar voor een volledige verwezenlijking van de mensenrechten zullen wij het moeten aandurven de maatschappij fundamenteel in vraag te stellen. Sociale en economische rechten (van de tweede en derde generatie) zijn
5
even belangrijk als politieke en burgerlijke rechten (van de eerste generatie). Ook het recht van de volkeren op een van het Westen onafhankelijke ontwikkeling verdient meer aandacht. Het volkerenrecht is onlosmakelijk verbonden met de andere generaties mensenrechten. De mensenrechten zijn een positief concept op voorwaarde dat we over de volledige realisatie ervan durven doordenken. De volledige realisatie van de individuele, collectieve en volkeren rechten is niet mogelijk binnen het huidige maatschappelijke systeem. Ons mensenrechtenwerk moet naast concrete hulp voor de mensen, bijdragen tot dit bewustzijn. Ivo Flachet
[email protected]
6