Mensen met psychische problemen in mediation Relevantie: waarom zouden we er aandacht aan besteden? Wat voor psychische problemen? Effecten op het beloop van de mediation Psychopathologie en conflictgedrag De houding van de mediator
Relevantie Psychische problemen komen veel voor: Eén op de vier Nederlanders maakt in zijn/haar leven een depressie door Van 3-5% van de Nederlanders kan gezegd worden dat ze een persoonlijkheidsstoornis hebben Ca. 40% van het arbeidsverzuim heeft psychische problemen als oorzaak (nr. 1 overspannenheid/burn-out) 40-45% van de huisartsconsulten heeft als aanleiding psychische problemen, die klachten met zich meebrengen (nr. 1 stemmingsstoornissen) Psychische problemen worden significant ondergediagnosticeerd
Relevantie Mensen met psychische problemen zijn oververtegenwoordigd
in conflicten Missen vaak de copingskills (sociaal, intrapsychisch) om conflicten op te lossen Met andere woorden: Ze komen er sneller en vaker in terecht en komen er moeilijker uit
Wat voor psychische problemen? 1) Psychische problemen van voorbijgaande aard bestonden reeds voor het conflict/zijn mede oorzaak van het conflict Zijn een gevolg/worden opgeroepen door het conflict Voorbeelden: de meeste depressies en angststoornissen, verslaving, uitputtingssyndromen
Wat voor psychische problemen? 2) Psychische problemen van structurele aard Aangeboren Voorbeelden: ADHD, Autistiform Spectrum Stoornissen Vroege ontwikkeling en stabiele kenmerken Voorbeelden: persoonlijkheidsstoornissen NB: bij de overgrote meerderheid van psychische problemen spelen aanleg/kwetsbaarheid en levenservaringen beiden een rol in het ontstaan en in stand houden/terugkeren van klachten/problemen.
Wat voor psychische problemen? 1) Psychische problemen waarvoor mensen hulp zoeken, omdat ze lijden aan de kenmerken, klachten Ego-syntoon 2) Psychische problemen waarvoor mensen geen hulp zoeken, omdat ze er niet aan lijden, of hun klachten aan anderen oorzaken toeschrijven Ego-dystoon
Effecten op het beloop van mediation Effecten zijn divers: De aard van het psychische probleem om speciale consideratie Het psychische probleem staat centraal, is oorzaak van het conflict Het psychische probleem is een bemoeilijkende factor door de conflictbeleving en het conflictgedrag van één van de partners (of beiden)
Effecten op het beloop van mediation Als een psychisch probleem is onderkend/gediagnosticeerd en behandeling plaatsvindt: Wordt vaak bij aanvang van de mediation gemeld Staat niet ter discussie, is geen conflictstof Inschatting van cliënten en mediator over de bemiddelbaarheid Aanvullende afspraken Belangrijkste overwegingen: Maken de klachten het onmogelijk om volwaardig aan de mediation deel te nemen? Is er genoeg begrip en consideratie bij de conflictpartner om een mediation mogelijk te maken?
Effecten op het beloop van mediation Als het probleem door één van beiden gesignaleerd wordt, maar niet gediagnosticeerd is en niet erkend door de ander: Wordt vaak bij aanvang van de mediation gemeld Is onderdeel van het conflict, kan voortdurend terugkeren Staat commitment op mediation in de weg Belangrijkste overwegingen: Naar welk conflictgedrag verwijst het “labelen”? Is het diskwalificerend bedoeld?
Psychopathologie en conflictgedrag Uitgangspunten bij mediation: Het extreme/dysfunctionele gedrag van mensen in conflicten is sterk situationeel bepaald Het wordt in de beleving van de één opgeroepen door het gedrag en houding van de ander Het is niet kenmerken voor ieder van de conflictpartners, is gericht op en beperkt zich tot de conflictpartners Het conflictgedrag wordt wederzijds uitgelokt en in stand gehouden en kan herkent worden als een terugkerend patroon Interventies van de mediator zijn er op gericht deze destructieve patronen te doorbreken Van conflict naar belangendtegenstelling en van strijd naar overleg Kortom: het afwijkende, extreme, dysfunctionele gedrag is functioneel en kenmerkend voor het conflict en niet kenmerkend voor de persoon Het is veranderbaar
Psychopathologie en conflictgedrag Het is niet de bedoeling om de mediator een crash course te geven in psychopathologie Wel is het mogelijk om enkele vuistregels te geven in die situaties waar een vermoeden ontstaat over mogelijke pathologie bij conflictpartners Nogmaals: Verreweg het meeste afwijkende of destructieve gedrag van conflictpartners is niet toe te schrijven aan psychopathologie
Psychopathologie en conflictgedrag Wanneer ontstaat er een vermoeden van aanwezige psychopathologie? Vuistregels: Het dysfunctionele, problematische gedrag kan niet worden begrepen uit de interactie van de conflictpartners. Het gedrag kan niet worden begrepen uit de historie van hun conflict/relatie Het gedrag toont zich als terugkerend patroon 1X = een incident 2X = opvallend 3X = een patroon
Het gedrag reageert niet op een verandering/toeneiging/erkenning bij de
ander Het gedrag reageert niet op erkenning of andere interventies van de mediator Het gedrag richt zich ook op/tegen de mediator
De houding van de mediator Als een vermoeden gerechtvaardigd lijkt: Bespreek het met iemand die er meer verstand van heeft Hanteer het vermoeden niet als diagnose, maar als een werkhypothese d.w.z. als er inderdaad sprake zou zijn van een bepaald type psychopathologie, dan kan ik met andere ogen kijken naar het conflictgedrag en mijn houding/interventies daarop aanpassen Ben je bewust van de uitwerking, die het (vaak onsympathieke) conflictgedrag op jou zelf heeft (allergie, rode knop, etc) Baseer je houding op de “koan”: hoe aai je een valse hond? Hou de conflictpartner in de gaten: Wat is het effect van het pathologische conflictgedrag op de ander? Hoe reageert deze op mijn gewijzigde houding?
Voorbeeld 1: Syndroom van Asperger Een autistiforme stoornis met als voornaamste kenmerken: Beperking/afwijking in het contactgedrag (oogcontact, lichaamshouding, gezichtsexpressie, gebaren) Beperkte betekenisvolle relaties met leeftijdsgenoten Weinig spontaniteit of initiatief/inverstering in het opzoeken en delen van plezierig, bezigheden of prestaties Moeite met het herkennen van emoties bij anderen, of daar adequaat op reageren Sterke pre-occupatie met details Sterke hang naar het instellen en handhaven van routines (werkwijzen, structuur, dag/weekindeling, etc.) Moeite met verandering, onvoorspelbaarheid, onzekerheid Gemiddelde of bovengemiddelde intellectuele begaafdheid Goed ontwikkeld normbesef, dat in de praktijk rigide wordt toegepast
Voorbeeld 1: Asperger Recente onderzoeken tonen aan dat Asperger significant meer voorkomt bij mensen die later in hun leven kiezen voor een beroep, waarin systeemdenken, logisch redeneren en analyseren, systematisch werken en aandacht voor detail als kwaliteiten worden gezien. Vaak succesvol in deze beroepen (Baron-Cohen) Prevalentie van autistiforme stoornissen (per 10.000) Regio Basis onderwijs Middelbaar onderwijs Haarlem 79 98 Utrecht 45 111 Eindhoven 176 343
Voorbeeld 1: Asperger Kenmerkend conflictgedrag: Weinig empathie naar de conflictpartner Moeite met het herkennen van en ingaan op emoties van de ander Rigiditeit in opvattingen: zwart-wit denken, gebrek aan nuancering/relativering Aan te spreken op de eigen normen (fatsoen, rechtvaardigheid, ect.) Woede/stress wanneer die normen door de ander worden geschonden Weinig “show of emoties”, behalve stress symptonen Moeite met symbolisch of ambigue woordgebruik Houding van de mediator Het bieden en aanhouden van een duidelijke structuur Het over en weer toetsen en verduidelijken van emoties en beleving Het signaleren van stress en uiputting Gebruik maken van sterke kanten, ontzien van beperkingen Het managen van de conflictpartner
Voorbeeld 2: Narcistische persoonlijkheidsstoornis Voornaamste kenmerken: Opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid (overdrijft eigen prestaties en verwacht daarvoor erkenning) Gepreoccupeerd met fantasieën over macht, succes, genialiteit, schoonheid, liefde Gelooft dat hij/zij speciaal of uniek is, en alleen begrepen kan worden/om kan gaan met andere bijzondere of speciale mensen Verlangt buitensporige bewondering Meent speciale rechten te hebben, verwacht een uitzonderlijk welwillende of meegaande houding van anderen Gebrek aan empatie: geen bereidheid zich in de ander te verplaatsen Exploiteert anderen of maakt misbruik van hen Vaak afgunstig of meent dat anderen afgunstig zijn Arrogant of hooghartig in houding en gedrag Meest opvallend conflictgedrag: Zichzelf verheffen (hero-martyr) Anderen denigreren Regie/controle nemen Vleiend, innemend gedrag, afgewisseld met denigrerend gedrag naar de mediator Denigregend naar de conflictpartner Blijvende rancune over vermeende “vernedering”
Voorbeeld 2: Narcistische persoonlijkheidsstoornis Houding van de mediator: Geen strijd aangaan met denigrerend gedrag (onbewogen houding) Begrip voor “overdreven” emoties Met respectvolle , ferme houding in het hier-en-nu houden Telkens weer commitment vragen op de regels van mediation en de rol van de mediator Kwetsend gedrag naar de partner onderbreken door het verleggen van de aandacht Na de beginfase van de mediaton geen speciale ruimte of consideratie bieden voor het spuien van emoties “reality testing”op verwachtingen, wet- en regel