“Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren!”
Door:
Vanessa Ceulemans Manuella S’Jegers Greet Weyns Vanessa Maes
Agenda: Projectweek: “Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren!”
UUR 1
2 3 4
Maandag Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet Introductie van het project
Dinsdag Breek de stilte
Bekende Blinden
De Werking van het Oor Communicatie: Gebarentaal
Omgaan met men-taal gehadicapten + snoezelruimte
Gebarentaal: Opdracht
Dagboek + bespreking
Blinde Geleidehonden Braille
5
Film: „At first sight‟
6 7
Bespreking van de film Dagboek van de blinde van de dag Door Vanessa C.
Inleiding: Breek de stilte (Stef Bos)
Film: „Children of a lesser God‟ Bespreking van de film Dagboek van de gehoorgestoorde Door Vanessa C.
Woensdag Leven in een „andere‟ wereld
Donderdag Alles op „wieltjes‟
Inleiding van de dag: - Gedicht - Bespreking gedicht
Spreker: Hachiko + demonstratie met hond + vragen door lln
Vrijdag Paralympics Gedichten
Geschiedenis Internetopdracht + werkblaadje Rolstoelrace in turnzaal: rond matten; tussen banken …. Stellingenspel
Gezelschapsspel voor brussen (broers of zussen van personen met een handicap)
Team-Spirit
Spel met gebreken
Door Manuella
Dagboek + bespreking Door Manuella
Reflectie van de volledige week Door Vanessa M en Greet
Inleiding Deze groep studenten lerarenopleiding van de Hogeschool Antwerpen wil met een projectweek de leerlingen van de eerste en tweede graad secundair onderwijs bewust maken van diversiteit in de samenleving. Kernwoorden in onze projectweek zijn: ervaring en aanvaarding. Elke dag komt er een andere ‘handicap’ aan bod. Uiteraard kunnen niet alle geestelijke of lichamelijke beperkingen aan bod komen, dus er werd gekozen voor de meest zichtbare en gemakkelijkst na te bootsen handicaps. De leerlingen worden opgedeeld in groepen ban vier personen. Bij voorkeur mogen ze de groepssamenstelling zelf kiezen zodat ze in een hecht team kunnen functioneren. Na introductie van het onderwerp, krijgt elk lid van een groep een kaartje met zijn of haar persoonlijke opdracht van de dag. Eén lid zal heel de dag ‘actief’ ervaren hoe het is om met een bepaalde beperking te leven. Deze leerling moet op het einde van de dag zijn of haar ervaringen nauwkeurig kunnen vertellen. Een tweede leerling van de groep is verslaggever. Hij of zij is minder actief bezig met de begeleiding van de persoon met de handicap. Deze leerling moet zo gedetailleerd mogelijk het verloop van de dag schetsen. Welke hindernissen moest de persoon met een handicap overwinnen? Heeft de persoon met een handicap ergens „vals‟ gespeeld en zijn handicap „even opzij gezet‟? Zo ja, wanneer? De doelstelling achter deze taak is ook om voor de school te achterhalen wat de specifieke “pijnpunten” voor deze school zijn.: welke aanpassingen moet de school doorvoeren om iemand met deze handicap op te nemen? Deze persoon kan eventueel ook meehelpen om een motorisch persoon met een handicap bijvoorbeeld de trap op te dragen. De twee anderen van de groep fungeren als begeleiders. Zij zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor de veiligheid van het groepslid dat „gehandicapt‟ is. Zij mogen echter niet onmiddellijk helpen waar nodig. Het eerste lid van de groep zal ook moeten „leren‟ om hulp te vragen bij de activiteiten. Het programma loopt gewoon verder en de leerling moet de „geziene leerstof‟ ook kunnen opnemen, weliswaar op een aangepaste manier. Na het uitdelen van de kaartjes worden ook de diverse hulpmiddelen uitgedeeld: blindenstok, blinddoek, rolstoel, enz. Hierna worden de lessen activiteitenprogramma.
gewoon
vervolgd
volgens
een
aangepast
Elke dag wordt het laatste lesuur voorbehouden als evaluatiemoment. De ervaringen worden uitvoerig besproken en genoteerd in het dagboek. Op het einde van deze projectweek hebben de leerlingen een globaal beeld van wat inclusie in het traditionele onderwijs betekent. Zij hebben zelf ervaren hoe zij actief kunnen meewerken om een persoon met een handicap op te nemen in hun klas. De directie van de school heeft een eerste verslag om na te gaan welke aanpassingen er zeker moeten gebeuren wanneer een leerling met een bepaalde handicap wenst toegelaten te worden. Aan de hand van dit verslag kan de directie op een constructieve manier een evaluatie maken de infrastructuur van de school en hoe deze kan bijdragen tot het aanbieden van gelijke rechten en kansen voor een persoon met een handicap binnen hun schoolomgeving. We hopen dat dit lesmateriaal kan bijdragen om leerlingen én schooldirecties te motiveren om personen met een handicap toe te laten tot het traditioneel onderwijs.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
3
Wij –als toekomstige leerkrachten- zullen alvast onze uiterste best doen om ons steentje bij te dragen! Vanessa Ceulemans Manuela S‟Jegers Vanessa Maes Greet Weyns
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
4
Maandag: Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet…
Benodigdheden: Blinddoeken of donkere sjaals, lasbril (donkere bril gebruikt door lassers en metaalbewerkers)
Blindenstok, wandelstok of paraplu Film; „At first sight”
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
5
Opdrachtenkaartjes voor de leerlingen:
Vandaag ben je voor één dag “blind”. De lessen en activiteiten gaan gewoon door – ook tijdens de pauzes-. Je zal de wereld op een heel andere manier beleven. Probeer dit ook heel intens te doen. Op het einde van de dag zal je gevraagd worden uitvoerig je ervaringen van de dag te beschrijven.
Jij bent de verslaggever vandaag. Heel zorgvuldig maak je nota‟s over de beperkingen die de blinde van jouw groep beleeft. Noteer het ook wanneer deze “vals speelt” (blinddoek afzet en toch „ziet‟) of wanneer één van de begeleiders hulp biedt en hoe ze dit aanpakken.
Jij bent vandaag één van de twee begeleiders van een blinde. Jouw belangrijkste taak is mee instaan voor de veiligheid van deze persoon! Toch is het niet de bedoeling dat je deze persoon onmiddellijk helpt bij de activiteiten. Laat hem of haar eerst om “hulp vragen” maar zorg ten allen tijde voor de veiligheid!
Jij bent vandaag één van de twee begeleiders van een blinde. Jouw belangrijkste taak is mee instaan voor de veiligheid van deze persoon! Toch is het niet de bedoeling dat je deze persoon onmiddellijk helpt bij de activiteiten. Laat hem of haar eerst om “hulp vragen” maar zorg ten allen tijde voor de veiligheid.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
6
Opdracht: Mensen met een visuele handicap Welke beperkingen hebben mensen met een visuele handicap? ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... Ken je “bekende blinden?” uit eigen land? ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... Kijk ook eens op: http://users.skynet.be/fa009235/zangtalent/zangers/zanger283.htm Is deze persoon “in het donker” blijven zitten? ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... Ken je “bekende blinden” in het buitenland? ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... Welke sporten zouden mensen met een visuele handicap toch kunnen uitvoeren? ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... Kijk ook eens op volgende website: http://www.kimbols.be/hulp/sportinfo.php Kan je je eigen lijst aanvullen? ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... Welke “uitvindingen” ken je om het leven van mensen met een visuele handicap te verbeteren? ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... Kijk ook eens op de volgende website: http://www.brailleliga.be/ Aan welke voorwaarden moet de persoon met een visuele handicap voldoen om deze hukmiddelen te gebruiken? ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... Bezoek volgende site: http://www.braillekrant.be/index.html Hoe is dit initiatief tot stand gekomen? ..................................................................................................................... .....................................................................................................................
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
7
De weg naar Gaston Mijn Blindengeleidehond Bron: http://www.uniqorn.demon.nl/
Gaston is mijn lieve blindengeleidehond. Twee-en-half jaar heb ik op de wachtlijst gestaan voor een hond van het KNGF. Sinds vrijdag 28 september 2001 ben ik de gelukkige "eigenaar" van Gaston.
Gaston en Marloes
Marloes is geboren op 16 november 1976. Ze heeft na het atheneum een jaar HBO journalistiek gestudeerd en ruim drie jaar HBO diermanagement op het Van Hall instituut in Leeuwarden. Diermanagement vond ze een erg leuke studie. vooral gedragsleer (ethologie) was erg interessant. Ook heeft ze nog een tijdlang gewerkt, maar door haar ziekte moest ze studie en werk opgeven. Ze zit nu in de Wajong, Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten. Marloes is getrouwd met Alexander en bij hen woont naast Gaston ook Klaartje, de poes. Marloes houdt van schrijven. Voor meer verhaaltjes kun je naar haar andere website: TussenpoZen. Ze heeft vaak haar kleine Pocket PC bij zich om haar gedachtes op te
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
8
schrijven. Een heel belangrijk ding in Marloes haar leven is Zen. Ze krijgt les in (za)zen van haar Zenleraar op het Zentrum. Ook is zij vrijwilliger bij de Vrouwenbibliotheek. Verdere hobbies van Marloes zijn lezen, koken en natuurlijk computeren. Je kunt Marloes uiteraard mailen (nospam weghalen uit het emailadres). Marloes heeft het Syndroom van Usher. Dit is een erfelijke ziekte. Het houdt een zware slechthorendheid in, gepaard gaande met een verkleinend gezichtsveld. De oogziekte heet ook wel Retinitis Pigmentosa, en is te vergelijken met een kokervisus. Marloes heeft nog zo'n 4% aan gezichtsveld over. Gaston is een labrador-retrieverkruising reu en is geboren op 23 november 1999. Hij is "brindle", dat wil zeggen zwart met bruine aftekeningen op de kop en poten. Een hele bijzondere hond! Gaston heeft na zijn geboorte een jaar bij een puppypleeggezin gezeten. Daar heeft hij lekker pup mogen zijn en ondertussen kunnen wennen aan allerlei dagelijkse dingen. Na het puppypleeggezin is Gaston naar de kennels van het KNGF in Amstelveen gegaan. Daar heeft hij na een korte basistraining een intensieve training gehad tot blindengeleidehond.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
9
Opdracht: Blindengeleidehonden
Bron: http://www.geleidehond.be/ Belgisch Centrum voor Geleidehonden vzw Maastrichtersteenweg 64 3700 Tongeren Tel: 012/23 43 19 Fax: 012/39 41 24 E-mail:
[email protected] Wat doet deze organisatie? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Hoe kan een blindengeleidehond het leven van een persoon met een visuele handicap verbeteren? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Hoeveel denk je dat de kostprijs is voor een blindengeleidehond? We spreken over de totale kostprijs: dit omvat o.a. het kweken/aankopen, opvoeden en professioneel opleiden van geleidehonden, het materiaal, de voeding, de medische verzorging, de opleiding met de persoon met een visuele handicap, de verlening van blijvende nazorg enz. ............................................................................................................................ Bron: http://www.kimbols.be/geleidehond/geld.php Welke beperkingen blijf je als persoon met een visuele handicap hebben ondanks een blindengeleidehond? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Braille
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
10
Gedicht: Braille Twee vingers voelen Schuiven over het papier Een diepe zucht Een blik van ongeloof Zonder herkenning Schaduwen Op en neer Een bladzij vol Punten en verder niets In vormeloze rijen Zonder regelmaat Zijn dit letters Moet ik dit lezen Op en neer Je verzet je Je wilt niet Maar je moet Rusteloze vingers Waarom doe ik dit Voor het ongekende geluk Je wilt lezen Lezen met je vingers Het geluk delen Met hen die zien Op en neer Wim Noordhoek
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
11
BRAILLE Het brailleschrift is een voelbaar schrift. Elk brailleteken is opgebouwd uit zes puntjes in de volgorde: 1
4
2
5
3
6
Is puntje 1 voelbaar, dan is dat de letter a. Zijn de puntjes 1 en 2 voelbaar, dan is dat de letter b. En zo ontstaat het gehele alfabet. a
b
c
k
l
m
u
v
x
d
e
f
g
h
n
o
p
q
r
y
z
i
j
s
t
w
Er zit een systeem in, er komt telkens een puntje bij op de volgende rij. De k heeft een puntje meer dan de a en de u weer een puntje meer dan de k. Alleen de letter w is een uitzondering. De witte cirkeltjes in de tekeningen zijn op papier uiteraard niet aanwezig en niet voelbaar. Opdracht: Tracht je voornaam in brailleschrift weer te geven.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
12
BrailleNote BT De Braillenote is een prachtig apparaat met een ingebouwde modem. Met het emailprogramma kunnen e-mails worden verzonden en ontvangen. De input gaat door middel van het brailletoetsenbord en de output wordt verzorgd door een brailleleesregel en een spraaksynthesizer.
Het bevat tevens Word, een agenda, een kalender, een adressenbestand en een calculator. Alles is volledig uitwisselbaar met een gewone computer. Een prachtig product voor blinde mensen, vooral als zij ook nog eens slechthorend zijn en alles liever per e-mail doen dan per telefoon. Bron: http://www.uniqorn.demon.nl/index.htm
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
13
Opdracht: Braille In België is er een Brailleliga. Wat doet deze organisatie voor mensen met een visuele handicap? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Wie was de uitvinder van het brailleschrift? ............................................................................................................................ Werd deze persoon blind geboren of verloor hij zijn zicht op latere leeftijd? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Beschrijf kort de voorlopers van het brailleschrift. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Welke concurrentie kreeg het brailleschrift? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ In welk jaar werd het brailleschrift wereldwijd officieel erkend? ............................................................................................................................ Welke organisatie was mee verantwoordelijk voor de standaardisatie van het brailleschrift? ............................................................................................................................ In welk jaar gebeurde dit? ............................................................................................................................ Bron: http://www.liguebraille.be/nl/default.asp
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
14
Film: At first sight
Only Love Can Bring You To Your Senses.
Virgil Adamson (VAL KILMER) verloor ais kind het gezichtsvermogen. De blinde jongeman leidt evenwel een bescheiden maar gelukkig bestaan. Hij werkt ais masseur in een rustig plaatsje in de staat New York. Hij kent iedereen en iedereen kent hem. Op een dag ontmoet hij Amy Benic (MIRA SORVINO), een overspannen architect uit Manhattan. Virgil wordt verliefd op haar en besluit een operatie te ondergaan in de hoop opnieuw te kunnen zien. De ingreep is een succes en Virgil ontdekt een voor hem volkomen onbekende wereld van kleuren en bewegende schimmen, die voor hem, bij gebrek aan enig visueel referentiekader echter zonder betekenis blijven. Virgil moet het blind-zijn verleren en zijn ogen leren gebruiken..
RegieIrwin Winkler Jaar 1999 Land Amerika GenreDrama Cast Val Kilmer, Lee Rosen, Raisa Ivanic, Mira Sorvino, Kelly McGillis, Daniel Franco, Steven Weber, Bruce Davison e.a. Duur 128 minuten
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
15
Bespreking film: At first sight Hoe ging de hoofdpersoon met zijn handicap om in het begin van de film? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Door welke gebeurtenis krijgt hij een ander „zicht‟ op het leven? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Hoe ervaart hij hierna de wereld? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Hoe eindigt de film? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Denk je dat het een verschil uitmaakt tussen blind geboren worden of blind worden ten gevolge van een ongeval? Waarom wel? Waarom niet? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Zou je de beslissing begrijpen van iemand met een visuele handicap om een operatie (met risico‟s) niet te laten uitvoeren? Waarom wel? Waarom niet? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ Denk je dat een relatie tussen een visueel-gehandicapte en iemand zonder handicap minder slaagkansen heeft? Waarom wel? Waarom niet? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
Departement: Bedrijfskunde, Lerarenopleiding & Sociaal werk Campus ‘tZuid Verschansingstraat 29 2000 Antwerpen Tel. 03 242 01 60/61 Fax 03 242 01 62
Campus Lier Berlaarsestraat 31 Tel. 03 480 01 04
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
2500 Lier
16
LESVOORBEREIDING Naam: Vanessa Ceulemans Studiejaar en opleiding:3AV Nederlands–Engels–Burotica-PAV School: Datum:
Mentor: Uur:
Lesnummer:
Klas:
Leer-of ontwikkelingsgebied: Projectweek: Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren! Onderwerp: Personen met een visuele handicap: Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet. Beginsituatie: De leerlingen weten wat personen met een visuele handicap zijn. Zij kunnen voorbeelden geven van „bekende blinden‟ in binnen – en buitenland. De leerlingen kunnen het Internet gebruiken om informatie op te zoeken. Doelstellingen: Een algemene aanvaarding van personen met een visuele handicap binnen de klasomgeving. O1
De LLN kunnen zich inleven in de belevingswereld van een persoon met een visuele handicap. O2 De LLN kunnen de namen opsommen van „bekende blinden‟ uit binnen- en buitenland. O3 De LLN kunnen verschillende hulmiddelen voor mensen met een visuele handicap opsommen. O4 De LLN kunnen enkele beperkingen opnoemen van een blinde met en zonder blindengeleidehond. O5 De LLN kunnen informatie over blindengeleidehonden opzoeken op het Internet. O6 De LLN kunnen een gedicht lezen over braille en dit in groep bespreken. O7 De LLN kunnen in eigen woorden de evolutie van brailleschrift beschrijven. O8 De LLN kunnen kritisch een film bekijken over een persoon met een visuele handicap. O9 De LLN kunnen hun eigen mening verwoorden betreffende de problematiek van de persoon met een visuele handicap uit de film. O10 De LLN kunnen een verslag maken aan de hand van persoonlijke ervaringen als persoon met een visuele handicap betreffende de infrastructuur van de school/ Lesstructuur van de dag: L1 Introductie van het project L2 Bekende blinden L3 Blinde Geleidehonden L4 Braille L5 Film: At first sight L6 Bespreking van de film L7 Evaluatie: Dagboek
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
17
Nr Doel
Leerinhoud
Onderwijsleeractiviteit
Organisatie / Media
Introductie van het project O1
Tijd 50‟
LK leidt het project in. LK laat de klas groepen vormen van 4 personen. LK deelt de opdrachtenkaartjes uit.
Opdrachtenkaartjes: „blinde van de dag‟ 2 begeleiders verslaggever
LK deelt de attributen uit. LK wijst de LLN vooral op veiligheid en verduidelijk de doelstellingen van het project. Werkblad: Mensen met een visuele handicap O2 Stevie Wonder, Ray Charles, Severine Doré O3 Blindenstok (wit en geel) Blindengeleidehond Braille …
50‟ Bekende blinden LK deelt de werkbladen uit. Indien mogelijk begeven de LLN zich naar het computerlokaal om het nodige opzoekingwerk te verrichten.
Werkblad Pc
Werkblad Pc
O4 Tekst: De weg naar Gaston Werkblad: blindengeleidehonden O5 Zich buitenshuis begeven Honden niet toegelaten …
50‟
Blinde Geleidehonden LK deelt de werkbladen uit. Indien mogelijk begeven de LLN zich naar het computerlokaal om het nodige opzoekingwerk te verrichten.
O6
50‟ Gedicht: Braille Wat vond je van dit gedicht? Geeft het goed de gevoelswereld van een
Braille LK leest het gedicht voor. Klasgesprek
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
Gedicht
18
Nr Doel
Leerinhoud
Onderwijsleeractiviteit
Organisatie / Media
Tijd
persoon met een visuele handicap weer? O7 Opdracht: Braille
LK deelt de tekst rond brailleschrift en de BrailleNote BT uit. LLn vullen in groep het opdrachtn blad in. Klassikale verbetering en bespreking.
Samenvatting film: At first sight Werkblad: bespreking film
Film: At first sight De LLN bekijken de film.
O8
Tekst Werkblad
Video
O9
130‟ 20‟
Werkblad Bespreking van de film De LLN bespreken in groep de inhoud van de film.
O10
20‟ Evaluatie: Dagboek Klasgesprek: de LLN vertellen over hun ervaringen van deze eerste dag.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
19
Klasschikking: De klas blijft in de oorspronkelijke opstelling staan. Het is belangrijk dat de lln. die „gehandicapt‟ worden, in een zo natuurlijk mogelijke omgeving functioneren. Indien de klaasschikking toch aangepast wordt, moet dit verantwoord worden in het dagboek. Media: Video Pc met internetaansluiting Teksten en werkbladen Bronnen: http://users.skynet.be/fa009235/zangtalent/zangers/zanger283.htm http://www.kimbols.be/hulp/sportinfo.php http://www.brailleliga.be/ http://www.braillekrant.be/index.html http://www.uniqorn.demon.nl/ http://www.geleidehond.be/ http://www.kimbols.be/geleidehond/geld.php http://www.liguebraille.be/nl/default.asp Bijlage(n): Opdrachtenkaartjes voor de leerlingen Werkblad: Mensen met een visuele handicap Tekst: De weg naar Gaston Werkblad: blindengeleidehonden Gedicht: Braille Tekst brailleschrift + brailleNote BT Opdracht: Braille Samenvatting film: At first sight Werkblad: bespreking film
Bordschema Reflectie (door de student in te vullen) Welke aspecten van deze les/activiteit verliepen zoals jij het wenste?
Welke aspecten van deze les/activiteit verliepen niet zoals jij het wenste?
Indien je deze les/activiteit opnieuw zou geven, wat zou je dan anders doen?
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
20
Dinsdag: Breek de stilte
Benodigdheden: Hoofdtelefoons of oordopjes
Song: „Breek de stilte‟ van Stef Bos Film: „Children of a Lesser god‟
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
21
Opdrachtenkaartjes voor de leerlingen:
Vandaag ben je voor één dag “doof”. De lessen en activiteiten gaan gewoon door – ook tijdens de pauzes-. Je zal de wereld op een heel andere manier beleven. Probeer dit ook heel intens te doen. Op het einde van de dag zal je gevraagd worden uitvoerig je ervaringen van de dag te beschrijven.
Jij bent de verslaggever vandaag. Heel zorgvuldig maak je nota‟s over de beperkingen die de gehoorgestoorde van jouw groep beleeft. Noteer het ook wanneer deze “vals speelt” (koptelefoon afzet en toch „hoort‟) of wanneer één van de begeleiders hulp biedt en hoe ze dit aanpakken.
Jij bent vandaag één van de twee begeleiders van een gehoorgestoorde. Jouw belangrijkste taak is mee instaan voor de veiligheid van deze persoon! Toch is het niet de bedoeling dat je deze persoon onmiddellijk helpt bij de activiteiten. Laat hem of haar eerst om “hulp vragen”.
Jij bent vandaag één van de twee begeleiders van een gehoorgestoorde. Jouw belangrijkste taak is mee instaan voor de veiligheid van deze persoon! Toch is het niet de bedoeling dat je deze persoon onmiddellijk helpt bij de activiteiten. Laat hem of haar eerst om “hulp vragen”.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
22
Breek de stilte Breek de stilte Hij is een kind als vele kinderen, hij is niet meer en ook niet minder, maar als je praat dan zegt hij bijna nooit iets terug. Hij kan de hele dag verdwijnen, in een wereld vol geheimen. Hij is rusteloos en altijd op de vlucht. Hij leeft alleen maar in gedachten en hij lijkt op iets te wachten, maar de trein waarop hij wacht komt nooit voorbij. Er bestaan geen medicijnen die de stilte doen verdwijnen en er zijn nog zoveel kinderen zoals hij. Breek de stilte, breek de stilte. Sloop die muren om ze heen, woord voor woord en steen voor steen. Als we ze volgen in hun dromen om te ontdekken waar ze wonen, misschien vinden we de weg dan naar hun hart. Als we proberen mee te reizen en ze de weg naar buiten wijzen, misschien vinden ze dan de woorden op een dag. Breek de stilte, breek de stilte. Sloop die muren om ze heen, woord voor woord en steen voor steen. Ze zijn in oorlog met de wereld, ze bouwen muren om zich heen. Oh, maar laat niet los, geef niet op, laat ze nooit alleen. Breek de stilte, breek de stilte. Sloop die muren om ze heen, woord voor woord en steen voor steen. Breek de stilte. Breek de stilte. © Stef Bos - 1992
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
23
De opbouw en werking van ons oor Ons gehoororgaan kunnen we ruwweg indelen in twee delen: een geleidingsdeel en een perceptief deel (waarneming). In het perceptieve deel wordt de mechanische energie van geluid omgezet in elektrochemisch signaal dat via de gehoorzenuw naar de hersenschors wordt geleid. In de hersenen speelt het proces van perceptie plaats: hier worden we ons bewust van de aanwezigheid van geluid en vindt de uiteindelijke waarneming ervan plaats. In onderstaande figuur is te zien dat de geleiding van het geluid in het uitwendige oor en het middenoor plaatsvindt en de perceptieve functie van het oor zich in het binnenoor afspeelt.
Geluid dat een golfverschijnsel is, zorgt ervoor dat het trommelvlies begint te bewegen (oscilleren). Door de beweging van het trommelvlies, worden de beentjes in het middenoor (hamer, aambeeld en stijgbeugel ) op hun beurt in beweging gebracht. De stijgbeugel brengt deze trilling over op het slakkenhuis. In het slakkenhuis wordt een vloeistof in trilling gebracht en doorgegeven aan hele fijne haarcellen. Doordat deze haarcellen in gaan bewegen ontstaat er een spanningsverschil wat er toe leidt, dat de zenuw gaat vuren en de gehoorzenuw dit signaal naar de hersenen doorgeeft. Het uitwendige oor De oorschelp en de gehoorgang behoren op hun beurt weer tot het uitwendige oor. De oorschelp bestaat uit kraakbeen bedekt met een laagje huid. Doordat onze oorschelpen niet beweegbaar zijn, spelen ze slechts een zeer kleine rol bij het richtinghoren. Het buitenste deel van de gehoorgang bestaat uit kraakbeen, terwijl het binnenste deel van de gehoorgang bestaat uit hard bot. Beiden zijn bekleed met huid. De gehoorgang is zo'n 2,5 cm lang en heeft een S-vorm en loopt iets omhoog. In het buitenste gedeelte van de gehoorgang bevinden zich haartjes. Hier bevinden zich ook een aantal kliertjes die oorsmeer (cerumen) afscheiden. Het middenoor Aan het einde van de gehoorgang bevindt zich het trommelvlies waarmee het middenoor begint. Aan het trommelvlies zit de steel van de hamer (malleus) vast, die op zijn beurt weer aan het aambeeld (incus) en de stijgbeugel (stapes) vast zit. Deze drie worden ook wel de gehoorbeentjes genoemd. Deze beentjes zijn scharnierend aan elkaar verbonden en zorgen ervoor dat geluidstrillingen die op het trommelvlies terecht komen naar het binnenoor worden getransporteerd. De stijgbeugel zit op zijn beurt weer vast aan het ovale venster: de voordeur van het
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
24
binnenoor.
De holte waarin de gehoorbeentjes liggen wordt ook wel de trommelholte genoemd en is met lucht gevuld. Deze holte staat door middel van de buis van Eustachius in verbinding met de buitenlucht. Het middenoor, waarin de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel zich bevinden, moet er nu voor zorgen dat dit geluid zonder al te veel verlies van energie omgezet wordt in een trilling van de vloeistof in het slakkenhuis (de cochlea). Een probleem daarbij is dat het binnengekomen geluid over moet gaan van lucht naar een vloeistof. Boven een vloeistof treedt een grote mate van reflectie op, waardoor energie verloren gaat. Om dit probleem nu zo goed mogelijk het hoofd te bieden is het middenoor als volgt opgebouwd: - de oppervlakte van de voetplaat van de stijgbeugel is vele malen kleiner dan het trommelvlies. Hierdoor wordt de druk op de vloeistof in het binnenoor 30 maal zo groot als de geluidsdruk op het trommelvlies. - er treed een versterkende werking op door de hefboomfunctie van de gehoorbeentjes. De beweging bij het ovale venster is weliswaar kleiner, maar de uitgeoefende kracht is groter. Het binnenoor Het binnenoor is een zeer complex werkend geheel, waar nog steeds onderzoek naar wordt gedaan om de precieze werking te begrijpen. Het binnenoor is een met vloeistof gevulde ruimte gelegen in het rotsbeen. Het binnenoor bestaat anatomisch gezien uit drie onderdelen: het vestibulum, de halfcirkerlvormige kanalen en de cochlea ook wel het slakkenhuis genoemd. In het ovale venster, een van twee openingen van het vestibulum, valt de voetplaat van de stijgbeugel. De tweede opening is het ronde venster. De half-cirkerlvormige kanalen vormen samen met twee holtes in het vestibulum het evenwichtsorgaan. De half-cirkerlvormige kanalen zijn in staat draaiingen van het lichaam te registreren. De twee holtes, de sacculus en de utriculus zijn voorzien van een klein orgaantje. Deze orgaantjes verzorgen gezamenlijk de waarneming van versnellingen. De cochlea (het slakkenhuis) is het orgaan dat verantwoordelijk is voor de geluidswaarneming. Wanneer geluid de vloeistof van het slakkenhuis bereikt, treed daar vervolgens een trillingsgolf op. De benige wand van het slakkenhuis is echter niet flexibel en de vloeistof die zich erin bevindt is niet samen te persen. Een drukgolf die via de
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
25
stijgbeugel het ovale venster naar binnen duwt, zorgt ervoor dat het ronde venster naar buiten wordt gedrukt. Door de drukgolf wordt het basilair membraan dat zich in het slakkenhuis bevindt in trilling gebracht. Hierdoor komen de hele fijne haarcellen in beweging. Door deze beweging ontstaat een elektrische potentiaal die vervolgens doorgegeven wordt via de gehoorzenuw aan de hersenen. Wat is geluid? Geluid zijn trillingen in de lucht die door gezonde oren zijn waar te nemen. Wanneer een voorwerp geluid produceert worden de luchtdeeltjes in de omgeving samengeperst, waardoor de luchtdruk ter plaatse toeneemt. De samengeperste luchtdeeltjes botsen met omliggende deeltjes in de lucht en geven hun energie zo door. Functies van geluid: Geluid heeft in ons dagelijks leven verschillende functies. Deze verschillende functies worden besproken. De functies zijn niet uitputtend en overlappen elkaar deels. De indeling is bedoeld om inzicht te geven wat geluid in ons leven betekent. Aan de hand van dit inzicht kan een voorstelling worden gemaakt over wat het betekent om een niet goed functionerend gehoor te hebben. Geluid als activator en stressor Geluid kan zowel positieve invloed als negatieve invloed hebben op ons functioneren. Doordat wij prikkels uit onze omgeving ontvangen stijgt ons activatieniveau (fysiologische arousal). In een ruimte waar we verstoken blijven van externe stimuli zoals geluid, luchtstroming, voldoende licht, geuren of wisselingen daarvan, kunnen we ons duf gaan voelen. Op zo‟n moment worden we te weinig geprikkeld en is ons activatieniveau laag. Dit kan op zijn beurt weer invloed hebben op ons prestatieniveau en kan dit negatief beïnvloeden. De snellere vermoeidheid van slechthorenden komt naast andere factoren ook hieruit voort. Geluid kan ons ook gaan irriteren en als storend ervaren worden. Geluid gaat dan als stressor optreden. Geluid als bron van contact We horen de hele dag en nacht, of we nu willen of niet. Alleen met gehoorbeschermers kunnen we ons ten dele onttrekken aan de geluidswereld om ons heen.
Door onze zintuigen beseffen we dat er om ons heen een wereld bestaat. Met ons gehoor hebben we een permanente verbinding met deze wereld. Een verbinding die ons soms vreselijk hindert en soms uitermate pleziert. Ook al hinderen geluiden ons regelmatig toch zullen we ons zeer vreemd voelen wanneer deze geluiden niet meer aanwezig zijn.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
26
Wanneer we ons bijvoorbeeld in een zogenaamde echovrije of stille kamer bevinden bekruipt ons vaak een onaangenaam gevoel: het gevoel het contact met de buitenwereld verloren te hebben. Geluid als waarschuwing en alarmering Geluid zorgt dat we ons verbonden voelen met de wereld om ons heen, deze verbondenheid kan ook negatieve effecten met zich mee kan brengen doordat geluid ook als stressor kan fungeren. Naast de zojuist genoemde „verbindingsfunctie‟ waarschuwings- en alarmeringsfunctie. Geluid als structuurgever
heeft
geluid
ook
een
Geluiden geven ook structuur aan de ruimte om ons heen, doordat we in staat zijn zowel de afstand tot als de richting van waaruit geluiden komen, kunnen bepalen. Geluid als bron van genot Sommige geluiden kunnen bij langdurig aanhouden als stressor optreden, we kunnen van geluiden schrikken of er ons ongemakkelijk bij gaan voelen, maar geluiden kunnen ook zeer ontspannend zijn.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
27
Decibel De verhouding tussen de geluidsintensiteit die net waargenomen kan worden en die als pijnlijk hard wordt ervaren, is 1.000.000.000.000 (1012) Een voor de praktijk vrij lastig hanteerbare schaal. Hierom is de (deci) Bel als eenheid ingevoerd. De Bel- schaal is een logaritmische schaal, waarmee de hoorspan van een goed werkend oor wordt verdeeld in 12 stappen. Als grondgetal voor het logaritme is het getal 10 genomen. Wanneer het geluidsniveau met 1 Bel verhoogt wordt, betekent dat de intensiteit 10 maal zo groot is gemaakt. Het menselijk oor is echter in staat veel kleinere verschillen waar te nemen (tussen de 0.2 en 0.3 Bel). Daarom is de decibel ingevoerd. Met de decibel wordt de schaal verdeeld in 120 stappen. In onderstaande figuur zijn geluidsniveaus van een aantal dagelijkse geluiden weergegeven.
Het hoortoestel Een hoortoestel (ook wel gehoorapparaat genoemd) maakt geluiden voor de slechthorenden uit de omgeving weer hoorbaar. Het apparaat doet dit door middel van versterking. In veruit de meeste gevallen wordt een hoortoestel primair gebruikt om er beter mee te kunnen verstaan. Er zijn verschillende soorten hoortoestellen. Werking hoortoestel Een hoortoestel bestaat globaal genomen uit: een microfoon, die het geluid opvangt; een speciale chip die het geluid bewerkt zodat het gehoorverlies optimaal gecompenseerd wordt; een versterker, die zorgt dat geluiden en spraak hoorbaar worden; een telefoontje dat het geluid afgeeft.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
28
COMMUNICATIE VAN GEHOORGESTOORDEN Definitie Gebarentaal (Uit: "De grammaticale aspecten van de Vlaams-Belgische Gebarentaal" van Myriam Vermeerbergen) Het antwoord op de vraag "Wat is gebarentaal?" is eigenlijk eenvoudig: een gebarentaal is een taal. Maar de vraag "Wat is een taal?" is niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Er bestaan heel wat verschillende definities voor "taal"; Een taal is natuurlijk ontstaan, menselijke communicatiemiddel waarmee je kan communiceren over alles wat je denkt, ziet, voelt, droomt.
Een taal bestaat uit bouwstenen. Die bouwstenen worden volgens bepaalde regels samengevoegd tot grotere gehelen. Elke taal heeft eigen bouwstenen en regels.
Wanneer je in deze definitie het woord "taal" vervangt door het woord "gebarentaal" krijg je het antwoord op de vraag "Wat is een gebarentaal?". Gebarentalen zijn dus talen, net zoals gesproken talen als het Frans, het Engels, het Nederlands, het Japans, ... . Maar gebarentalen zien er wel anders uit, ze hebben een andere verschijningsvorm. Bij gesproken talen gebruik je je gehoor om de taal waar te nemen. Bij gebarentalen gebruik je je ogen om te "horen" en je handen en je lichaam om te "spreken". Gebarentalen zijn gestueel-visuele talen. Gesproken talen noemen we oraal-auditief. Uitgaande van de definitie hierboven, kan van gebarentalen worden gezegd: dat ze geschikt zijn om te communiceren over alles wat je maar wil; dat ze op een natuurlijke wijze zijn ontstaan; dat ze bestaan uit eigen bouwstenen; dat er regels zijn die aangeven hoe de bouwstenen moeten worden samengesteld om te komen tot grotere gehelen te komen. Misverstanden omtrent gebarentaal Gebarentaal werd uitgevonden. Niet waar. Waar mensen samen zijn, ontstaat er communicatie. Mensen die niet horen kunnen niet communiceren met de gesproken taal. daardoor werd er een andere communicatie middel gezocht. Hierdoor kwam er geleidelijk aan een ander taal in ontwikkeling: gebarentaal. Gebarentaal is hetzelfde als gesproken taal. Niet waar. Gebarentaal is een zelfstandige taal met een eigen grammatica. Nederlands met gebaren is een gesproken taal met ondersteuning van gebaren. Nederlands met gebaren is GEEN gebarentaal, wel een gebarensysteem.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
29
Gebarentaal heeft geen grammatica. Fout, Gebarentaal is opgebouwd uit de bouwstenen die nodig zijn voor het vormen van een taal. Gebarentaal is dus een levendige zelfstandige taal met een eigen grammatica. Met Gebarentaal, kun je niet over alles praten. Niet waar. Met Gebarentaal kun je over alles praten wat je wilt! Het kan wel zijn dat er voor bepaalde woorden uit bijvoorbeeld scheikunde of taalkunde nog geen gebaar bestaat. Meestal lost men dat op door vingerspelling. Als het woord meer en meer gebruikt wordt, zal er wel een gebaar uit groeien. Gebarentaal bestaat niet in geschreven vorm. Niet waar. Er bestaat een geschreven vorm van Gebarentaal. Het bestaat wel niet uit letters en cijfers. Voorbeelden van Signwriting kunt u vinden op www.signwriting.org. Gebarentaal is een taal van de doven. Niet waar. Mensen die Gebarentaal gebruiken noemt men Gebarentaalgebruikers. Deze groep bestaat uit gehoorgestoorden en horenden. De Dovengemeenschap is wel de grootste groep die Gebarentaal gebruikt. Gebaren in de wereld De meeste mensen denken dat er over de hele wereld maar één Gebarentaal bestaat. Er zijn echter evenveel of meer Gebarentalen als er gesproken talen zijn. Gebarentalen zijn immers niet gemaakt, ze zijn gegroeid uit de menselijke contacten. Het zijn niet alleen doven die gebarentalen gebruiken, Indianen in Amerika gebruiken ook gebaren, de Aboriginals in Australië, .... Heel wat doven zeggen dat ze toch gemakkelijk communiceren met buitenlanders die gebaren gebruiken.Het gaat hier dan wel om alledaagse gesprekken. De gebaren die men dan gebruikt zijn dan immers algemeen. Bijvoorbeeld als je over ´fietsen´ wilt gebaren. Dan nemen je handen de vorm van de pedalen en doe je de ronddraaiende beweging na. De meeste buitenlanders herkennen daarin de trappers van een fiets wel en weten dus zo waarover je het hebt. Diepere gesprekken zijn al wat moeilijker. Dichterbij huis heb je ook nog varianten. Men noemt ze ´streekgebaren´ of ´regionale varianten´. Het is te vergelijken met dialecten van de gesproken taal. Bij de jong volwassen en volwassen Doven zijn die dialecten echter niet meer zo zuiver. Doordat de Doven steeds meer en meer in contact komen met Doven uit een andere streek beginnen de varianten in elkaar te vloeien. Daardoor is er een natuurlijke proces aan de gang die men ´spontane standaardisering´ noemt.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
30
Gebarentaal leren Nog een misverstand dat uit de wereld geholpen moet worden is dat men denkt dat Gebarentaal een taal van de doven is. Iedereen die Gebarentaal gebruikt noemt men Gebarentaalgebruikers. Die omvat een grote groep dat grotendeels bestaat uit doven en slechthorenden. Een ander deel bestaat uit kinderen met gehoorgestoorde ouders. Horenden die de Gebarentaal onder de knie hebben en het gebruiken behoren ook tot de groep. Gebarentaal leren is even moeilijk of gemakkelijk als een andere taal leren. In verschillende Vlaamse steden en gemeenten worden er vrije gebarencursussen georganiseerd door Fevlado in samenwerking met Cultuur Voor Doven. Voor meer informatie en inschrijvingen: Federatie van Vlaamse doven en slechthorenden vzw Coupure rechts 314 9000 Gent Tel.: 09/224 46 76 Fax-minitel: 09/329 07 47 Email:
[email protected] Gebaren schrijven Tot nog toe bestaat in Vlaanderen geen uniform systeem voor het neerschrijven van gebaren. Maar het is wel in ontwikkeling. Gewoonlijk wordt dit gedaan door middel van „glossen‟: het beschrijven van een gebaar met een Nederlands woord dat de betekenis van het gebaar het meest benadert. Ondanks het feit dat gebarentalen traditioneel geen eigen schriftelijke vorm hebben, werden reeds verschillende pogingen ondernomen om schrijfsystemen te onwikkelen. Eén daarvan is SignWritingÒ , een zeer visueel notatiesysteem dat ontwikkeld werd in Amerika, maar voor alle gebarentalen gebruikt kan worden. Het bestaat uit een zeer uitgebreide en gedetailleerde set van symbolen die àlle delen van een gebaar kunnen weergeven: handvorm, handoriëntatie, beweging, gezichtsuitdrukking, positie van hoofd en schouders, plaats ten opzichte van de rest van het lichaam, snelheid waarmee een gebaar wordt uitgevoerd, het al dan niet gelijktijdige bewegen van de handen, enz. SignWritingÒ bevat ook symbolen voor de leestekens en houdt rekening met de grammatica van de gebarentaal. SignWritingÒ wordt reeds toegepast voor het onderzoek naar de regionale variatie in de Vlaams-Belgische Gebarentaal (uitgevoerd door Kristof De Weerdt en Eline Vanhecke) en het zal ook gebruikt worden in het regionale gebarenwoordenboek (op CD-Rom). Naast de gebruikswaarde van SignWritingÒ voor taalkundig onderzoek naar de VlaamsBelgische gebarentaal, biedt het schrijfsysteem ook nog andere voordelen. SignWritingÒ geeft Doven de kans om te lezen en schrijven in de eigen taal: de Vlaams-Belgische Gebarentaal. Door middel van SignWritingÒ is het immers mogelijk om boeken, kranten, tijdschriften, woordenboeken, enz. in gebarentaal te maken. Uiteraard kan het ook gebruikt worden om gebaren en de grammatica van gebarentaal aan te leren. Voor meer informatie over SignWriting kan je een bezoekje brengen aan de SignWritingwebsite: www.signwriting.org of kan je contact opnemen met Eline Vanhecke (
[email protected]) en Kristof De Weerdt (
[email protected])
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
31
Bron: Dovennieuws, maandblad van Fevlado (Federatie van Vlaamse Doven) Telecommunicatie Telefoon Sommige gehoorgestoorden kunnen telefoneren. De ene kan alleen maar met bekende stemmen, zoals van moeder of vader, communiceren, de andere heeft geen enkel probleem om te bellen. Personen die wat moeite hebben om te bellen, gebruiken vaak een hulpmiddel zoals een spoel die je op de hoorn van de telefoon plaatst. Met de T-STAND van de hoorapparaat kan men dan zonder achtergrondlawaai de stem aan de telefoon horen. Sommige toestellen zijn speciaal ontwikkeld voor gehoorgestoorden. Men kan dan je hoorapparaat gewoon op T-stand zetten. De volume kan harder gezet worden dan bij een gewoon telefoontoestel. Fax Bijna alle gehoorgestoorden hebben een fax in huis. Meer en meer diensten en bedrijven hebben een fax. Zo zijn ze ook bereikbaar voor de gehoorgestoorden. Een fax is zeer geschikt om informatie door te sturen of op te vragen en te ontvangen. Voor een dialoog is de fax minder geschikt, het is nogal omslachtig om via een fax een ´gesprek´ te voeren. GSM Mobiele telefoontoestellen zijn tegenwoordig ook meer en meer in de dovenwereld te vinden. Met een gsm kunnen ze sms-berichtjes naar elkaar sturen. De toestellen zijn meestal wel voorzien van een trillertje of een visuele waarschuwingsignaal dat hen vertelt dat er een berichtje binnengekomen is. De meeste hebben een gewone gsm, sommige hebben een gsm die kan faxen. Dat laatste is wel in de minderheid vanwege de hoge aankoopprijs. Nu zijn er ook telefoontjes te vinden die speciaal ontworpen zijn om gemakkelijk te kunnen sms-en. Minitel Doordat niet alle gehoorgestoorden kunnen telefoneren, werd er een andere telecommunicatiemiddel gezocht. Deze telecommunicatiemiddel kreeg in Vlaanderen de naam "MINITEL" (naar de merknaam van de meest gebruikte type teksttelefoon in Vlaanderen). De minitel bestaat uit een beeldscherm met een toetsenbord. Men communiceert dus met elkaar via geschreven berichten. Men schrijft dus heen en weer. Er zijn echter nadelen aan verbonden aan deze toestellen. De telefoonrekening kan hoog oplopen omdat schrijven nu eenmaal langer duurt dan praten. Een nader nadeel is dat sommige verschillende merken teksttelefoons niet compatibel zijn met elkaar. Hierdoor kan het gebeuren dat ze elkaar niet kunnen bereiken. Het is dus bijna onmogelijk om naar het buitenland te bellen met een minitel omdat elk land zijn eigen systeem heeft. Ook met een gewone telefoon kan niet naar een minitel gebeld worden. Maar daarvoor is er een oplossing. Sinds kort bestaat "TELETOLK" (zie meer onderaan). Teletolk is, zoals het woord zelf zegt, een telefonische tolk tussen een horend persoon met een gewoon telefoontoestel en een gehoorgestoorde met een teksttelefoon. Een teksttelefoon is niet echt goedkoop en iemand die weinig met een gehoorgestoorde communiceert via telefoon zal van de aankoop afzien. Er is echter een goedkoper
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
32
alternatief, dat nog ingeburgerd moet geraken: DEAFTEL. Er zijn al een groot aantal diensten bereikbaar met de Deaftel. De Post bijvoorbeeld is bereikbaar per Deaftel. In het buitenland staat men verder met de telecommunicatie voor gehoorgestoorden. In een aantal landen zijn er ook openbaren teksttelefoons te vinden in luchthavens, treinstations, ... . Deaf Tel Er bestaat een software: "Deaf Tel". Een revolutie in communicatie voor doven en slechthorenden. Deze software, die in Vlaanderen werd ontwikkeld, is overigens helemaal niet duur (nog geen 1000 frank). Deaf Tel is de eerste communicatieapparatuur die werkelijk de volledige integratie van doven en slechthorenden bevordert in een maatschappij waarin de "communicatiesnelweg" steeds groter en almaar sneller wordt. Er waren inderdaad al communicatiesystemen voor slechthorenden, maar die waren niet compatibel, duur, niet-interactief, snel verouderd en meestal te gebruiken tussen mensen met een gehoorhandicap en enkele familieleden. Universeel Het nieuwe systeem is als het ware universeel, eenvoudig te installeren op gelijk welk computer en werkt zowel via analoge als digitale(ISDN) telefoonlijnen. Alles is dus met alles te verbinden, alles is met alles compatibel. Minister van Telecommunicatie wil trouwens de digitale lijnen voor slechthorenden goedkoper en dus aantrekkelijker maken en hij pleit ervoor dat zoveel mogelijk overheidsdiensten het Deaf-Tel systeem invoeren. Het systeem is eigenlijk heel eenvoudig. Om te beginnen is de bel van het telefoontoestel vervangen door een draagbaar toestelletje dat zowel rood flikkerlicht als een " vibracall" of triltoestelletje bevat. Op het beeldscherm verschijnen dan 2 horizontale balken. Het gesprek verloopt via computerklavier. Alles wat de opbeller intikt verschijnt ogenblikkelijk op één van de balken, wat de andere anwtoordt verschijnt dan op de tweede balk. Een groot voordeel is dat het systeem interactief is zodat men het gesprek op gelijk welk moment kan onderbreken om tussenbeide te komen of opmerkingen te maken. Net zoals tijdens een gewoon telefoongesprek onder horenden. Alleen moet men luisteren met de ogen. Teletolk Dankzij Teletolk kunnen doven nu via de teksttelefoon ( Alto of Minitel) met horenden communiciteren. Horenden kunnen nu via de gewone telefoon met doven en slechthorenden communiciteren. Op het nummer 078/15 78 78 kunnen de gebruikers Teletolk opbellen en hun bericht mondeling of via scherm en klavier doorgeven aan een operator van de Vlaamse infolijn. Die stelt zich in verbinding met de ontvanger en leest het bericht voor of stuurt het door naar het scherm van de ontvanger. Teletolk werkt via speciale toestellen, nl. Altotoestellen.(Teksttelefoon). De Tele Tolkdienst is, behalve tijdens het weekend en op feestdagen, altijd telefonisch bereikbaar van 9.00 tot 19.00 op nummer 078/15.78.78.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
33
Bronnen:"Thuishoren in een wereld van gebaren" van Van Herreweghe Mieke en Vermeerbergen Myriam. Dovengemeenschap: Onderwijs In Vlaanderen zijn er maar 7 zeven "dovenscholen" waardoor de meeste leerlingen van ver komen. De scholen verschillen onderling ook wel eens van aanpak. Daardoor sturen de ouders hun kinderen al eens een school verder. De meeste scholen hebben een vorm van internaat. De school is eigenlijk meer dan een plaats dan waar ze worden onderwezen. Het onderwijsinstelling is meestal een groter geheel van dienstverleningscentrum, je vindt er namelijk vele begeleiders, audiologen, logopedisten, opvoeders, ... . De studiemogelijkheden voor dove en slechthorende kinderen in buitengewoon onderwijs is echter beperkt. Daardoor volgen er heel wat dove en vooral slechthorende kinderen les in het gewoon onderwijs. De kinderen kunnen wel worden begeleid door GON., het geïntegreerd onderwijs. De GON.-begeleider kan een leerkracht of een logopedist zijn die op de eerste plaats de leerling helpt, maar ook informatie verstrekt aan de leerkrachten en de medeleerlingen in het gewoon onderwijs. De GON.-begeleiders zijn meestal verbonden aan een dovenschool en geven hulp aan de leerling in de school waar het les volgt. Maar ouders die erom vragen kunnen ook thuisbegeleiding krijgen. Het volgen van gewoon onderwijs is voor een gehoorgestoorde echter niet gemakkelijk. De lessen worden namelijk gegeven in een tal die niet optimaal toegankelijk zijn voor gehoorgestoorden. De GON- begeleiders nemen de leerstoffen die de leerling niet zo goed begrijpt nog eens extra door, maar op een paar uur tijd per week kan men niet alles verwerken. De kinderen moeten thuis dan soms ook harder werken dan de gewone medeleerlingen waardoor er soms te weinig tijd overblijft om aan sociale contacten te doen. Ook hebben sommige dove of slechthorende leerlingen soms moeite om contact te maken met hun horende medeleerlingen. Daardoor voelen sommige GON.-kinderen zich wat eenzaam. Niet alle kinderen kunnen in het gewoon onderwijs terecht. Om toegelaten te worden dienen de gewone en de buitengewone scholen samen erover eens zijn dat het kind in de staat is de lessen te volgen en dat daarbij begeleiding nodig is. Enkel kinderen die relatief vlot kunnen spreken worden toegelaten, kinderen die niet voldoende functioneren in de gesproken taal komen niet in aanmerking. Ook al zijn die kinderen intelligent genoeg. Een andere oplossing zou zijn dat die kinderen gebruik konden maken van tolken, maar helaas zijn de middelen nog te beperkt. Momenteel zijn er onderhandelingen bezig om meer tolken te kunnen krijgen die dan door de overheid betaald worden. Maar er bestaat nog geen wettelijke kader voor. Opdracht: Gehoorgestoorden 1. Schrijf in een groep een welkomsttekst voor een gehoorgestoorde die bij jullie in de klas zou komen. Welke vragen zou je hem of haar willen stellen? .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... ..........................................................................................................................
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
34
.......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... .......................................................................................................................... Nu ga je deze tekst „vertalen‟ in gebarentaal. Gebruik hiervoor het Woordenboek van de Vlaamse Gebarentaal http://gebaren.ugent.be/ Klik op woordenlijst om je te helpen. In bijlage vind je ook een Vlaams gebarentaal handalfabet. Veel succes!
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
35
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
36
Children of a Lesser god Genre:
Drama
Jaar van uitgave:
1986
Regisseur:
Randa Haines
Uitgever:
Paramount Home Entertainment
Speelduur:
114 minuten
Leeftijd:
Alle leeftijden
Acteurs:
Piper Laurie Willliam Hurt Marlee Matlin Philips Bosco
Inhoud film: James Leeds (William Hurt) komt werken op een doveninstituut. Hij heeft heel wat verschillende banen gehad en heeft ook les gegeven op de beste dovenscholen van Amerika. Op het instituut leert hij dove kinderen liplezen en praten. In het begin wordt hij met argusogen ontvangen door de leerlingen en leraren vanwege de controversiële manier van lesgeven. Maar door zijn innemend karakter weet hij iedereen voor zich te winnen, iedereen behalve Sarah (Marlee Matlin). Sarah is een dove vrouw die ook werkt op het instituut. Ooit was ze één van de beste leerlinge van het instituut maar is nooit verder gekomen dan schoonmaakster. James raakt vanaf het begin dat hij haar ziet onder de ban van deze schone vrouw met haar opvliegend karakter. James komt erachter dat Sarah niet praat en ook geen lip kan lezen. Ervan overtuigd dat het in haar beste belang is dat zij dit leert, neemt hij zich voor om Sarah het praten bij te brengen. Maar Sarah is geen poesje om met blote handen beet te pakken en duwt James weer even hard van zich af. In een poging om toenadering te vinden tot Sarah komt James erachter dat hij meer begin toe voelen voor Sarah en langzaam maar zeker weet hij ook de genegenheid van Sarah voor zich te winnen en de twee krijgen een relatie. Maar Sarah blijft weigeren om te praten of leren liplezen, James vraagt Sarah wat de reden hiervan is maar komt er niet achter. Hij neemt contact op met haar moeder met wie Sarah al een paar jaar geen contact meer heeft en hij komt erachter dat ze vroeger enorm geplaagd is door de vrienden van haar zus. Die namen haar wel mee uit omdat het een knappe meid was, maar ze knapte af wanneer ze haar hoorde praten. Wanneer Sarah hoort wat James gedaan heeft wordt ze woedend en het hoge woord komt eruit: Het enige waar ze goed voor was was voor de seks, de jongens namen haar alleen maar mee om seks mee te hebben en voor de rest lieten ze haar links liggen. Maar dit gegeven staat de relatie tussen James en Sarah niet in de weg en beiden gaan samen wonen. Maar beiden leven ze in hun eigen wereld; James in de wereld vol geluid en muziek en Sarah in een stille wereld, in zichzelf gekeerd. Maar de woede die ze jaren lang heeft opgebouwd verdwijnt niet zomaar, en die woede zorgt ervoor dat ze een wig drijft in hun relatie en Sarah pakt haar koffers en verdwijnt naar haar moeder, een verslagen James achterlatend. Maar die laat het er niet bij zitten. LOVE HAS A LANGUAGE OF IT'S OWN.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
37
Soms zijn er van die pakkende titels die weten te ontroeren, een titel waarvan je al weet dat het gaat om een klasse-titel. Dit is er een "Children Of A Lesser god", een bijna poëtische titel is de lading dekt. De film gaat namelijk over Children Of A Lesser god, namelijk dove kinderen en de problemen waar ze tegenaan lopen. Tenminste, dat is een van de rode draden die door deze film loopt. Want tijdens de film verandert het onderwerp namelijk. Gaat het in het begin van de film nog over de adapteerproblemen tussen de dove leerlingen en hun leraar James, langzaam verandert de rode draad in de richting van de relatie(problemen) tussen Sarah en James. Want problemen komen dove mensen zeker tegen, helemaal als ze van geboorte af doof zijn en dus nooit hebben leren praten. Hierdoor raken ze geïsoleerd van de wereld en de mensen zien ze vaak als een soort freak of als iemand die geestelijk gehandicapt is. Er zijn dan ook heel weinig films gemaakt over dove mensen vooral omdat dit heel moeilijk te verwerken is in een film aangezien maar weinig mensen gebarentaal onder de knie hebben. Dat probleem is in deze film goed en simpel opgelost omdat de meeste interactie tussen doven en James zich afspeelt en James spreek alles uit wat hij in gebarentaal zegt of andere tegen hem zeggen. Ik heb trouwens diepe bewondering voor William Hurt die voor deze film gebarentaal heeft moeten leren, dat lijkt mij niet echt makkelijk, tevens lijkt deze film bijna een grote monoloog van Hurt want de andere hoofdrolspeler, Marlee Matlin zegt in deze film slechts 2 zinnen. Matlin is trouwens de grote ontdekking van deze film en kreeg dan ook terecht een Oscar voor haar rol. De actrice kwam uit het niets en ontving met deze eerste rol meteen een Oscar. Het is dubbel knap als je weet dat Matlin in het echte leven ook doof is door een ziekte die ze op de leeftijd van 18 maanden kreeg. De film is trouwens gebaseerd op het toneelstuk van Mark Medoff en regisseur Randa Haines weet hier een pracht van een speelfilm van te maken die weet te boeien en te ontroeren, mede door het geweldige spel van alle spelers. Dit is echt een aanrader, hoewel dit niet echt een doorsnee dramafilm is, maar meer een film over dove mensen, hun gevoelens, relatie tot horenden. Een film die niet opgeklopt wordt of het thema uitmelkt en misbruikt, maar gewoon een kleine film maar emotioneel geladen film over de Children Of A Lesser god.
„Children of a Lesser god‟, waarbij „god‟ bewust zonder hoofdletter is‟, is gebaseerd op het uiterst succesvolle gelijknamige Broadway toneelstuk. De film is in de jaren ‟80 met overweldigende enthousiaste kritieken ontvangen en kreeg in 1987 zelfs vier Oscar nominaties. Hoofdrolspeelster Marlee Matlin kreeg voor haar rol van Sarah de Oscar voor beste actrice uitgereikt. De doofheid van Matlin is niet gespeeld, de actrice is al sinds de leeftijd van 18 maanden doof. Matlin speelde ook in het Broadway toneelstuk de hoofdrol en debuteerde met deze rol op het witte doek. De film, maar ook het toneelstuk maakt handig gebruikt gemaakt van een trucje om de horende mens te laten begrijpen wat er gebeurd. De horende partij vertelt namelijk hardop wat beide partijen elkaar via gebarentaal vertellen. Trouwens, de gehele cast van de film bestaat uit dove en horende mensen. De rol van dove mensen in de film,
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
38
wordt ook echt door dove acteurs gespeeld.
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
39
Departement: Bedrijfskunde, Lerarenopleiding & Sociaal werk Campus ‘tZuid Verschansingstraat 29 2000 Antwerpen Tel. 03 242 01 60/61 Fax 03 242 01 62
Campus Lier Berlaarsestraat 31 Tel. 03 480 01 04
2500 Lier
LESVOORBEREIDING Naam: Vanessa Ceulemans Studiejaar en opleiding:3AV Nederlands–Engels–Burotica-PAV School: Datum:
Mentor: Uur:
Lesnummer:
Klas:
Leer-of ontwikkelingsgebied: Projectweek: Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren! Onderwerp: Auditief gehandicapten: Breek de stilte Beginsituatie: De leerlingen hebben al één projectdag gehad rond mensen met een visuele handicap. Zij kennen de algemene werkwijze tijdens de projectweek. De leerlingen weten wat auditief gehandicapten zijn. De leerlingen kunnen het Internet gebruiken om informatie op te zoeken. Doelstellingen: Een algemene aanvaarding van auditiefl gehandicapten binnen de klasomgeving.
O11 De LLN kunnen zich inleven in de belevingswereld van auditief gehandicapten. O12 De LLN kunnen een eigen mening geven over een bekend lied over mensen met een handicap. O13 De LLN kunnen in eigen woorden de werking van het oor uitleggen. O14 De LLN kunnen de verschillende functies van geluid opsommen. O15 De LLN kunnen een aantal moderne communicatiemiddelen opnoemen die gebruikt worden door auditief gehandicapten. O16 De LLN kunnen verklaren wat gebarentaal is. O17 De LLN kunnen in eigen woorden enkele misverstanden rond gebarentaal ontkrachten. O18 De LLN kunnen een zelf geschreven tekst omzetten in gebarentaal. O19 De LLN kunnen kritisch een film bekijken over auditief gehandicapten. O20 De LLN kunnen hun eigen mening verwoorden betreffende de problematiek van de persoon met een visuele handicap uit de film. O21 De LLN kunnen een verslag maken aan de hand van persoonlijke ervaringen als persoon met een visuele handicap betreffende de infrastructuur van de school/ Lesstructuur van de dag: L8 Introductie: Breek de stilte L9 De werking van het oor + functies van geluid L10 Communicatie: gebarentaal L11 Praktische oefening: gebarentaal L12 Film: Children of a Lesser god L13 Bespreking van de film L14 Evaluatie: Dagboek
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
40
Nr Doel O1 O2
Leerinhoud
Onderwijsleeractiviteit
Breek de stilte – Stef Bos Opmerking: Hoewel dit lied geschreven werd voor kinderen met autisme, leent het zich ook ter introductie van het thema. Het lied: „The sound of silence‟ van simon and Garfunkel kan eventueel ook gebruikt worden.
Introductie: Breek de stilte Cd-speler LK introduceert het nieuwe onderwerp. LLN luisteren naar een lied over mensen met en handicap.
LK deelt de opdrachtenkaartjes en attributen uit. O3
O4
De opbouw en werking van ons oor: Het uitwendig oor Het middenoor Het binnenoor
Organisatie / Media
Tijd 50‟
Theorie
50‟
Theorie
20‟
Doceren + Onderwijsgesprek LK legt de opbouw en werking van het oor en de functies van geluid uit aan de LLN.
Wat is geluid? Functies van geluid: Activator Stressor Bron van contact Waarschuwing en alarmering Structuurgever Bron van genot Decibels
O5 O6
Hoortoestellen Gebarentalen zijn dus talen, net zoals gesproken talen als het Frans, het Engels, het Nederlands, het Japans, ... . Maar gebarentalen zien er wel anders uit, ze
Doceren Communicatie: gebarentaal LK legt uit wat gebarentaal is en laat eventueel
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
41
Nr Doel
Leerinhoud
Onderwijsleeractiviteit
hebben een andere verschijningsvorm. Bij gesproken talen gebruik je je gehoor om de taal waar te nemen. Bij gebarentalen gebruik je je ogen om te "horen" en je handen en je lichaam om te "spreken". Gebarentalen zijn gestueel-visuele talen. Gesproken talen noemen we oraal-auditief. O7
O8 O9
Gebarentaal werd uitgevonden Gebarentaal is hetzelfde als gesproken taal. Gebarentaal heeft geen grammatica. Met gebarentaal kun je niet over alles praten. Gebarentaal bestaat niet in geschreven vorm. Gebarentaal is een taal van de doven.
Organisatie / Media
Tijd
voorbeelden ervan op het Internet zien.
Theorie
30‟
Onderwijsgesprek: Misverstanden rond gebarentaal 50‟ Werkblad Praktische oefening: gebarentaal
Video
115‟
O10
Film: Children of a Lesser god
35‟
O11
Bespreking van de film
20‟
Evaluatie: Dagboek
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
42
Klasschikking: De klas blijft in de oorspronkelijke opstelling staan. Het is belangrijk dat de lln. die „gehandicapt‟ worden, in een zo natuurlijk mogelijke omgeving functioneren. Indien de klaasschikking toch aangepast wordt, moet dit verantwoord worden in het dagboek.
Media: CD-speler Video Pc met internetaansluiting Teksten en werkbladen Bronnen: http://gebaren.ugent.be/ http://www.fevlado.be http://www.donboscohoboken.be/leerlingenzone-4.html http://www.gehoor.be http://www.signwriting.org/ Bijlage(n): Opdrachtenkaartjes voor de leerlingen Tekst: Breek de stilte – Stef Bos Theorie: De werking van het oor + functies van geluid Communicatie: gebarentaal Praktische oefening: gebarentaal Film: Children of a Lesser god Bespreking van de film Evaluatie: Dagboek Bordschema Reflectie (door de student in te vullen) Welke aspecten van deze les/activiteit verliepen zoals jij het wenste?
Welke aspecten van deze les/activiteit verliepen niet zoals jij het wenste?
Indien je deze les/activiteit opnieuw zou geven, wat zou je dan anders doen?
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
43
Lessenpakket: Projectweek: “Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren!”
Lesvoorbereidingen: dag 3 “Mentaal gehandicapt”
GRIP: Projectweek: Mensen met een handicap, kan je nog iets van leren!
44
Departement Lerarenopleiding en Culturele Agogiek Campus „t Zuid Campus Lier Verschansingstraat 29 2000 Antwerpen Berlaarsestraat 31 2500 Lier tel. 03/242 01 50 tel. 03/480 01 04 fax 03/242 01 54 fax 03/488 36 07 LESVOORBEREIDING
Naam : Manuella S‟Jegers
Studiejaar en opleiding :
School :
Mentor :
Datum :
Uur :
Lesnummer :
Klas:
Leer - of ontwikkelingsgebied: Projectweek: Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren!
Onderwerp: Mensen met een mentaal handicap
Beginsituatie: De leerlingen hebben reeds twee dagen van het project volbracht. De leerlingen hebben de volgende twee thema‟s al besproken; „visueel handicap‟ en „auditief handicap‟.
Doelstellingen: de leerlingen kunnen: D1: een gedicht inhoudelijk bespreken. D2: het „anders – zijn‟ van een persoon met een verstandelijke handicap omschrijven. D3: vormen van mentale handicap opsommen. D4: een vers over „gehandicapt zijn‟ opstellen.
Lesstructuur: 1. Uitdelen van de bundeltjes 2. Onderwijsgesprek: gedicht: Een wereld zo mooi… 3. Individueel werk: schrijven van een gedicht
45
Nr. Doe l
Leerinhoud
Leven in een andere wereld:
D1 D2 D3 D4
Een wereld zo mooi … Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? Is die zoveel anders als de mijne ? Zie jij het gras ook zo groen ? Fluiten de vogeltjes ook zo fijn ? Of zingen ze voor jou een heel ander refrein ? Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? We lopen, zingen, praten en spelen Iets waarin jij het geluk niet in mee kan delen. Doet het je erg veel pijn omdat wij toch iets anders dan jou zijn ? Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? Soms ben je boos, soms ben je blij. Soms gaan er dingen je zomaar voorbij. Toch blijf je lachen en ben je blij. De kracht die jij bezit is sterker dan die van mij. Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? Het is toch moeilijk om gehandicapt te zijn ? Soms is het moeilijk ook voor mij.
Onderwijsleeractiviteit
Organisatie/Media
Tijd
De leerkracht deelt de bundeltjes van de Bundel: leven in een andere wereld projectweek uit aan de leerlingen. De leerkracht laat de leerlingen het deeltje „leven in een andere wereld‟ nemen. Bundel: leven in een andere Onderwijsgesprek: wereld: De leerkracht laat een leerling het gedicht „Een Gedicht: een wereld zo mooi… wereld zo mooi ..‟ luidop lezen. Als de leerling klaar Bespreking gedicht is met het lezen van het gedacht bespreekt de leerkracht samen met de leerlingen het gedicht. De leerkracht overloopt volgende vragen:
met
de
leerlingen
Over welke handicap gaat het gedicht?
Wat wordt er bedoeld met „jouw wereld‟?
Denk je dat een jongere met een
de
verstandelijke handicap beseft dat hij „anders‟ is dan leeftijdsgenoten?
Welke vormen van een geestelijke handicap bestaan er?
De leerlingen maken bij elke vraag telkens een
46
Maar dan kijk je naar mij. En lach je met je liefste lach.
neerslag.
Bundel: leven in een andere wereld:
Individueel werk:
Bespreking gedicht Ja, elke wereld is mooi, Als de leerkracht samen met de leerlingen de zolang je hem op je eigen manier beleven voorgaande vragen heeft besproken, schrijven de mag !!! leerlingen zelf een gedicht in verband met „gehandicapt zijn‟. Als de leerlingen klaar zijn met het gedicht, lezen een aantal leerlingen hun gedicht voor voor de klas.
47
BIJLAGE: Gedicht: Een wereld zo mooi …
Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? Is die zoveel anders als de mijne ? Zie jij het gras ook zo groen ? Fluiten de vogeltjes ook zo fijn ? Of zingen ze voor jou een heel ander refrein ? Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? We lopen, zingen, praten en spelen Iets waarin jij het geluk niet in mee kan delen. Doet het je erg veel pijn omdat wij toch iets anders dan jou zijn ? Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? Soms ben je boos, soms ben je blij. Soms gaan er dingen je zomaar voorbij. Toch blijf je lachen en ben je blij. De kracht die jij bezit is sterker dan die van mij. Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? Het is toch moeilijk om gehandicapt te zijn ? Soms is het moeilijk ook voor mij. Maar dan kijk je naar mij. En lach je met je liefste lach. Ja, elke wereld is mooi, zolang je hem op je eigen manier beleven mag !!! (Van Loo Anja)
Bespreking:
Over welke handicap gaat het gedicht? Mensen met een verstandelijke handicap.
48
Wat wordt er bedoeld met „jouw wereld‟? Mensen met een verstandelijke handicap nemen de wereld rondom hen anders waar, dan een persoon zonder handicap. Zij ervaring de dingen anders, hun zintuigen worden anders geprikkeld. Toch zijn het ook mensen net zoals jij en ik en moeten ze gerespecteerd en in hun waardigheid worden gelaten.
Denk je dat een jongere met een verstandelijke handicap beseft dat hij „anders‟ is dan leeftijdsgenoten? Of ze echt zich realiseren dat ze ‘anders’ zijn dan leeftijdsgenoten blijft de vraag. Maar de overtuiging is er wel dat ze zich zeker anders gaan voelen door de manier dat iedereen met hen omgaat.
Welke vormen van een geestelijke handicap bestaan er?
licht mentale achterstand
lichte mentale handicap
matige mentale handicap
zware/diepe mentale handicap
syndroom van Down
autisme
…
49
Departement Lerarenopleiding en Culturele Agogiek Campus „t Zuid Campus Lier Verschansingstraat 29 2000 Antwerpen Berlaarsestraat 31 2500 Lier tel. 03/242 01 50 tel. 03/480 01 04 fax 03/242 01 54 fax 03/488 36 07 LESVOORBEREIDING
Naam : Manuella S‟Jegers
Studiejaar en opleiding :
School :
Mentor :
Datum :
Uur :
Lesnummer :
Klas:
Leer - of ontwikkelingsgebied: Projectweek: Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren!
Onderwerp: Mensen met een mentaal handicap
Beginsituatie: De leerlingen hebben reeds twee dagen van het project volbracht. De leerlingen hebben de volgende twee thema‟s al besproken; „visueel handicap‟ en „auditief handicap‟. De leerlingen hebben de inleiding van de dag achter de rug.
Doelstellingen: de leerlingen kunnen D1: hun persoonlijke mening uiten over een stelling. D2: het begrip „snoezelen‟ omschrijven. D3: de kenmerken geven van een snoezelruimte. D4: individueel een snoezelruimte ontwerpen.
Lesstructuur: F1: Kringgesprek: stellingenspel F2: Onderwijsgesprek: hoe omgaan met mentaal gehandicapten? F3: Individueel werk: snoezelkamer F4: Individueel werk: dagboek (+ bespreking)
50
Nr. Doe l D1
Leerinhoud
Hoe gaan we om met zwaar mentaal gehandicapten ? Stellingenspel: -
-
-
-
-
Wim zal als mentaal zwakkere te veel aandacht krijgen in vergelijking met de andere lln in de klas. An is mentaal gehandicapt. Zij wil graag leidster worden in de jeugdbeweging. Hoe pakken we dat aan? In deze wereld met zulke medische vooruitgang zouden er eigenlijk geen mensen met een handicap meer mogen bestaan. Een mentaal gehandicapt kind = zorgenkind. Enkel de ouders van mentaal gehandicapten moeten een cursus volgen over „ouder zijn‟ Mentaal gehandicapten hebben geen recht op kinderen.
Onderwijsleeractiviteit
Organisatie/Media
Tijd
Kringgesprek: Bundel: leven in een andere De leerkracht legt aan de leerlingen van de klas wereld: enkele stellingen voor in verband met mentaal gehandicapten. De bedoeling van het stellingenspel Bespreking: stellingen is dat de leerlingen hun mening uiten over een aantal onderwerpen. Dit zal onwaarschijnlijk leiden tot uiteenlopende visies, waarmee men dan verder kan werken om een discussie op gang te brengen die door de leerkracht wordt geleid.
51
D2 D3
Contact met mentaal gehandicapten: Snoezelen heeft te maken met ervaring, met sfeer, met voelen, horen en zien. Snoezelen geeft rust en brengt de wereld op hun niveau : geen drukke spelletjes, geen overrompeling, maar op een eenvoudige manier tasten, luisteren en bewegen. Vb. luchtkussen, indirecte verlichting, rustgevende en zachte muziek (b.v. Enya), doeken en kussens, watermatras, dia's met landschappen, belletjes, contrasten van donker en licht, harde voorwerpen om te voelen,...
Onderwijsgesprek: Bundel: leven in een andere wereld Het volgende thema dat men gaat bespreken in verband met mentaal gehandicapten, is het contact omgaan met mentaal gehandimet hen. capten Doordat zij vaak in een andere wereld leven en de dingen anders waarnemen en ervaren zoals mensen zonder een handicap is het ook moeilijk om met hen contact te leggen. Toch is er een manier die gepast is in het omgaan „snoezelen‟. Hierbij worden de zintuigen van de mentaal gehandicapte geprikkeld. Men gaat de twee voorbeelden uit de werkbundel bespreken en overlopen wat men in deze snoezelruimtes zoal terugvindt.
Foto 1:
ballenbad veel kleur bed
Foto 2:
kleur matten verschillende doeken
52
D4
Leerlingen ontwerpen zelf een snoezelkamer in opdracht van een instelling.
De leerlingen beantwoorden de volgende vragen in het dagboek: - Wat was positief? - Wat heeft je minder geboeid? - Wat ga je zeker nog lang onthouden? - …
Individueeel werk: Bundel: leven in een andere wereld Nadat er aan de leerlingen is duidelijk gemaakt wat precies bedoeld wordt met snoezelen, de beste snoezelruimte – ontwerp manier om om te gaan met mentaal gehandicapten, worden zij aan het werk gezet. De opdracht luidt dat ze in opdracht van een instelling zelf een snoezelkamer moeten ontwerpen. Individueel werk: Aan het einde van de dag maken de leerlingen een Dagboek neerslag in het dagboek. De leerlingen doen dit individueel. Als er nog tijd over is, worden de ervaringen van de dag nog eens besproken.
53
BIJLAGE: Stellingenspel
Wim zal als mentaal zwakkere te veel aandacht krijgen in vergelijking met de andere lln in de klas.
An is mentaal gehandicapt. Zij wil graag leidster worden in de jeugdbeweging. Hoe pakken we dat aan?
Een mentaal gehandicapt kind = zorgenkind. In deze wereld met zulke medische vooruitgang zouden er eigenlijk geen mensen met een handicap meer mogen bestaan.
Mensen met een verstandelijke handicap hebben geen recht op kinderen Ouders van kinderen met een mentale beperking moeten een cursus volgen over ‘ouders zijn’
54
Ontwerp: snoezelruimte
55
Lessenpakket: Projectweek: “Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren!”
Lesvoorbereidingen: dag 4 “Lichamelijk gehandicapt”
56
Departement Lerarenopleiding en Culturele Agogiek Campus „t Zuid Campus Lier Verschansingstraat 29 2000 Antwerpen Berlaarsestraat 31 2500 Lier tel. 03/242 01 50 tel. 03/480 01 04 fax 03/242 01 54 fax 03/488 36 07 LESVOORBEREIDING
Naam : Manuella S‟Jegers
Studiejaar en opleiding :
School :
Mentor :
Datum :
Uur :
Lesnummer :
Klas:
Leer - of ontwikkelingsgebied: Projectweek: Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren!
Onderwerp: Mensen met een lichamelijke handicap
Beginsituatie: De leerlingen hebben reeds drie verschillende vormen van handicap besproken. Tijdens deze projectdag wordt de vierde onder de loep genomen.
Doelstellingen: de leerlingen kunnen D1: de doelstellingen weergaven van het hondenafrichtingscentrum. D2: opsommen wat een hulphond kan. D3: de voorwaarden geven die bij de toewijzing van een hulphond moeten voldaan zijn.
Lesstructuur: F1: Onderwijsgesprek: inleiding Hachiko F2: Gastspreker van de vereniging Hachiko
57
Nr. Doe l
Leerinhoud
HACHIKO is een door het ministerie erkende organisatie die mensen met een handicap helpt door voor hen hulphonden op te leiden. HACHIKO gebruikt de eeuwenoude band die mens en hond verenigt voor een belangrijke zaak : autonomie voor personen met een handicap.
Onderwijsleeractiviteit
Onderwijsgesprek: De leerkracht leidt de spreker van Hachiko in. -
Organisatie/Media
Tijd
Bundel: leven in een andere wereld Hachiko
Wie is de spreker? Wat is Hachiko?
Speciaal opgeleide hulphonden geven hen de mogelijkheid om een aantal moeilijke of voor hen onmogelijke handelingen toch te verrichten. Dit stelt hen in staat om minder afhankelijk van hulp van derden door het leven te gaan. Meer zelfs, de hulphonden zijn een steun, een toeverlaat en de open deur op de weg naar onafhankelijkheid. Niet alleen wordt de bewegingsvrijheid van de persoon met een handicap vergroot, maar ook de mogelijkheden tot het leggen van sociale contacten waardoor de maatschappelijke (re)integratie toeneemt.
58
D1 D2 D3
Geschiedenis: -
in december 1993 gestart met een testcase februari 1994: officiële start van Hachiko nu: 24 honden in opleiding en 8 tot 10 in hun laatste afwerkingsfase.
Doelstellingen: -
de band tussen mens en hond te gebruiken in functie van een betere levenskwaliteit voor personen met een handicap
Gastspreker: Iemand van het hondenafrichtingscentrum Hachiko komt uitleg geven over de organisatie.
Bundel: leven in een andere wereld Hachiko
Kort wordt de geschiedenis en de groei geschetst van het centrum.En gaat men correct weergeven wat de doelstellingen en taken van het centrum zijn. Het vervolg van de uiteenzetting zal vooral over de hulphond gaan oa.de opleiding die deze honden krijgen , wat zij als taken kunnen vervullen voor de mens, wie er in aanmerking kan komen om een hulphond toegewezen te krijgen …
Taken van het centrum: - opzoeken, selecteren, testen en aankopen van pups - rekruteren, selecteren, begeleiden van gastgezinnen - opleiding van de honden in het centrum - selecteren van kandidaten en opvolgen aanvraagdossiers - nazorg voor wie reeds een hulphond heeft - alle administratie verzorgen - demonstraties en lezingen verzorgen - ….
59
Wat kunnen de honden? -
vijftigtal commando‟s gehoorzamen in alle omstandigheden baasje overal vergezellen kleine taken als hulp voor de persoon met een handicap
Bundel: leven in een andere wereld Hachiko
Wie komt er in aanmerking voor een hond? -
vooral mensen met een fysieke handicap hond moet concrete hulp kunnen bieden persoon moet in voldoende mate voor de hond kunnen zorgen
60
BIJLAGE: Contactgegevens Hachiko
vzw HACHIKO Hundelgemsesteenweg 722 B-9820 Merelbeke Tel./Fax: 09/230.66.81 Rek: GKB 068-1052525-05 E-mail:
[email protected] Tarieven en mogelijkheden zijn aan te vragen via :
[email protected]
61
Departement Lerarenopleiding en Culturele Agogiek Campus „t Zuid Campus Lier Verschansingstraat 29 2000 Antwerpen Berlaarsestraat 31 2500 Lier tel. 03/242 01 50 tel. 03/480 01 04 fax 03/242 01 54 fax 03/488 36 07 LESVOORBEREIDING
Naam : Manuella S‟Jegers
Studiejaar en opleiding :
School :
Mentor :
Datum :
Uur :
Lesnummer :
Klas:
Leer - of ontwikkelingsgebied: Projectweek: Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren!
Onderwerp: Mensen met een lichamelijke handicap
Beginsituatie: De inleiding op mensen met een lichamelijke handicap is gegeven door de bespreking en het bezoek van een medewerker van het hondenafrichtingscentrum Hachiko
Doelstellingen: de leerlingen kunnen D1: aan de hand van een site een werkblad aanvullen. D2: zich een beeld vormen van een woonvoorziening voor mensen met een fysieke beperking. D3: zich inleven in een rolstoelpatiënt bij alledaagse situaties.
Lesstructuur: F1: Individueel werk: internetopdracht F2: Leergesprek: controle internet F3: Klassikale opdracht: rolstoelrace
62
Nr. Doe l D1 D2
Leerinhoud
Internetopdracht: www.eigenthuis.be 1. Wie komt in aanmerking om te wonen in Eigen Thuis? 2. Wat zijn de vier doelen die maximaal worden nagestreefd? 3. Waarom houdt men steeds één studio vrij? 4. Welke dienst verzorgt de verplaatsingen? 5. Wat houdt de maandelijkse aanvulling bij het aanbod in?
Onderwijsleeractiviteit
Organisatie/Media
Tijd
Individueel werk: Vooraleer de leerlingen op het net gaan surfen om de opdracht tot een goed einde te brengen, gaat de leerkracht alles inleiden.
Bundel: leven in een andere wereld internetopdracht www.
De oplossingen van de vragen in de bundel zijn allemaal terug te vinden op de site, zodat er zeker geen problemen kunnen optreden.
63
D1 D2
Internetopdracht: www.eigenthuis.be Leergesprek: Als de leerlingen alle vragen bij de internetopdracht hebben behandeld, worden deze één voor één 1. Personen die in aanmerking overlopen en besproken. komen om te wonen in Eigen Thuis: Elke leerling komt aan bod om een antwoord te formuleren. *kunnen ingeschreven worden bij
Bundel: leven in een andere wereld internetopdracht www.
het Vlaams Fonds (*) / of beschikken over een 'beslissing over tenlasteneming' van het Vlaams Fonds voor een opname in een nursingtehuis voor mensen met een fysieke handicap *zijn minstens 18 jaar *beschikken over voldoende zelfredzaamheid om zelfstandig hun hulpvragen te stellen. 2. Zelfbeschikking en zelfbepaling, privacy en individuele verantwoordelijkheid 3. Eén studio wordt voorbehouden voor personen met een handicap die voor een korte periode in Eigen Thuis willen verblijven om Eigen Thuis te leren kennen en vice versa, of voor tijdelijke noodopvang. 4. Aangepast Vervoer en de mobiele ADL-assistenten 5. Als aanvulling op het bestaande aanbod worden er maandelijks een
64
uitstap en enkele socio-culturele activiteiten gepland. Bewoners zijn vrij om er al dan niet aan deel te nemen.
D3
Neem nu zelf de plaats in van een rolstoelpatiënt. En leg het volgende parcours af. 1. met de begeleiding van een medeleerling 2. alleen jij en de rolstoel Opdrachten: a. slalom rond de drie matten b. bal in de basketring gooien op aan afstand van 2,5 m c. kegels halen en één voor één terugbrengen naar startplaats d. nemen van een „drempel‟
Klassikale opdracht: Bundel: leven in een andere wereld De leerlingen worden in twee groepen verdeeld, de ene helft is tijdens opdracht (a) de rolstoelpatiënt rolstoelrace terwijl de andere helft de begeleiders zijn. In opdracht (b) moet men dezelfde hindernissen nemen, maar dit maal is er geen begeleider om eventueel te helpen bij het sturen van de rolstoel. Achteraf gaat men allemaal samen zitten en bespreken wat de leerlingen uit deze opdracht hebben geleerd.
65
CONCLUSIES: -
vaak in problemen beperkte bewegingsvrijheid begeleider is vaak noodzakelijk rolstoel is moeilijk onder controle te houden ….
66
BIJLAGE: Internetopdracht : Los de volgende vragen op aan de hand van het opgegeven internetadres www.eigenthuis.be 1. Wie komt in aanmerking om te wonen in Eigen Thuis? *kunnen ingeschreven worden bij het Vlaams Fonds (*) / of beschikken over een 'beslissing over tenlasteneming' van het Vlaams Fonds voor een opname in een nursingtehuis voor motorisch gehandicapten *zijn minstens 18 jaar *beschikken over voldoende zelfredzaamheid om zelfstandig hun hulpvragen te stellen 2. Wat zijn de vier doelen die maximaal worden nagestreefd? Zelfbeschikking en zelfbepaling, privacy en individuele verantwoordelijkheid. 3. Waarom houdt men steeds één studio vrij? Eén studio wordt voorbehouden voor personen met een handicap die voor een korte periode in Eigen Thuis willen verblijven om Eigen Thuis te leren kennen en vice versa, of voor tijdelijke noodopvang. 4. Welke dienst verzorgt de verplaatsingen? Aangepast Vervoer en de mobiele ADL-assistenten. 5. Wat houdt de maandelijkse aanvulling bij het aanbod in? Als aanvulling op het bestaande aanbod worden er maandelijks een uitstap en enkele socio-culturele activiteiten gepland. Bewoners zijn vrij om er al dan niet aan deel te nemen. Rolstoelrace :
Opdrachten: a. b. c. d.
slalom rond de drie matten bal in de basketring gooien op aan afstand van 2,5 m kegels halen en één voor één terugbrengen naar startplaats nemen van een „drempel‟
START
67
S 2,5 m
T A R T
S T A R T
S T A R T
Departement Lerarenopleiding en Culturele Agogiek Campus „t Zuid Campus Lier Verschansingstraat 29 2000 Antwerpen Berlaarsestraat 31 2500 Lier tel. 03/242 01 50 tel. 03/480 01 04 fax 03/242 01 54 fax 03/488 36 07
68
LESVOORBEREIDING
Naam : Manuella S‟Jegers
Studiejaar en opleiding :
School :
Mentor :
Datum :
Uur :
Lesnummer :
Klas:
Leer - of ontwikkelingsgebied: Projectweek: Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren!
Onderwerp: Mensen met een lichamelijke handicap
Beginsituatie: De inleiding op motorisch en lichamelijk gehandicapten is gegeven door het hondenafrichtingscentrum Hachiko. De leerlingen hebben reeds een internetopdracht gemaakt en een rolstoelparcours afgelegd.
Doelstellingen: de leerlingen kunnen D1: de problemen opnoemen die mensen met een handicap ervaren in het dagelijkse leven. D2: in groep overleggen vooraleer een opdracht wordt uitgevoerd.
Lesstructuur: F1: Onderwijsgesprek: inleiding spel F2: Klassikale opdracht: spel met gebreken F3: Individueel werk: dagboek (+ bespreking)
69
Nr. Doe l
Leerinhoud
Spel met gebreken Elk groepslid heeft een taak: D1 D2
-
een persoon met een auditieve handicap een persoon met een visuele handicap een persoon met een fysieke handicap een dokter
Elk groepje voert de volgende opdrachten uit: -
een deur openen de wekker zetten op 7u30 een kaartenhuisje bouwen een telefoongesprek voeren
De leerlingen beantwoorden de volgende vragen in het dagboek: - Wat was positief? - Wat heeft je minder geboeid? - Wat ga je zeker nog lang onthouden? - …
Onderwijsleeractiviteit
Onderwijsgesprek: De leerkracht leidt het “spel met gebreken” in. De leerkracht verdeelt de klas in groepjes van vier leerlingen. De leerkracht legt de uit te voeren opdrachten uit aan de leerlingen. Nadat de leerkracht de opdrachten heeft uitgelegd, kiest elk groepje een groepsnaam.
Organisatie/Media
Tijd
Bundel: leven in een andere wereld spel met gebreken
Klassikale opdracht: De leerlingen voeren elk de opdracht uit. Vooraleer de leerlingen een opdracht gaan voeren, overleggen ze in groep. De leerkracht begeleidt dit spel. Groep 1 begint met opdracht 1, groep 2 met opdracht 2 enzovoort. Er wordt telkens doorgeschoven. Dagboek Individueel werk: Aan het einde van de dag maken de leerlingen een neerslag in het dagboek. De leerlingen doen dit individueel. Als er nog tijd over is, worden de ervaringen van de dag nog eens besproken.
70
BIJLAGE :
BLIND
71
DOOF
72
ROLSTOEL
73
DOKTER
74
Lessenpakket: Projectweek: “Mensen met een handicap, kun je nog iets van leren!”
Bundel voor de leerlingen: dag 3 & 4
o
Leven in een „andere‟ wereld
o
Alles op „wieltjes‟
75
Leven in een ‘andere’ wereld.
Een wereld zo mooi …
Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? Is die zoveel anders als de mijne ? Zie jij het gras ook zo groen ? Fluiten de vogeltjes ook zo fijn ? Of zingen ze voor jou een heel ander refrein ? Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? We lopen, zingen, praten en spelen Iets waarin jij het geluk niet in mee kan delen. Doet het je erg veel pijn omdat wij toch iets anders dan jou zijn ? Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? Soms ben je boos, soms ben je blij. Soms gaan er dingen je zomaar voorbij. Toch blijf je lachen en ben je blij. De kracht die jij bezit is sterker dan die van mij. Mijn lieve schat, Hoe moet jouw wereld zijn ? Het is toch moeilijk om gehandicapt te zijn ? Soms is het moeilijk ook voor mij. Maar dan kijk je naar mij. En lach je met je liefste lach. Ja, elke wereld is mooi, zolang je hem op je eigen manier beleven mag !!! (Van Loo Anja)
Bespreking:
Over welke handicap gaat het gedicht?
76
…………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……
Wat wordt er bedoeld met „jouw wereld‟?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………
Denk je dat een mentaal gehandicapte jongere beseft dat hij „anders‟ is dan leeftijdsgenoten?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………
Welke vormen van een geestelijke handicap bestaan er?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………
Maak zelf een gedicht van vier regels over mentaal gehandicapt zijn.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………
Hoe gaan we om met zwaar mentaal gehandicapten ? Stellingspel Maak een kring en lees één van de volgende meningen of stellingen voor. Wie het volledig eens of oneens is met de uitspraak mag reageren.
Wim zal als mentaal zwakkere te veel aandacht krijgen in vergelijking met de andere lln in de klas. An is mentaal gehandicapt. Zij wil graag leidster worden in de jeugdbeweging. Hoe pakken we dat aan?
77
In deze wereld met zulke medische vooruitgang zouden er eigenlijk geen mensen met een handicap meer mogen bestaan. Een mentaal gehandicapt kind = zorgenkind. Enkel de ouders van mentaal gehandicapten moeten een cursus volgen over „ouder zijn‟ Mentaal gehandicapten hebben geen recht op kinderen. Contact met mentaal gehandicapten Contact met deze mensen is niet altijd zo evident. Heeft de groep al contact gehad met zulke mensen, positieve of negatieve ervaringen gekend ? Een bezoek aan een instelling kan de leefwereld van zwaar mentaal gehandicapten dichter bij ons brengen. De hamvraag die zich stelt, is : hoe krijg ik contact met mensen die zelf onmogelijk contact kunnen leggen, niet kunnen spreken, niet zelfstandig kunnen eten en dus volledig hulpbehoevend zijn ? Wat vinden zij fijn ? Hoe weten wij of zij zich goed voelen ? Een plezante manier om met hen te communiceren is snoezelen. Snoezelen heeft te maken met ervaring, met sfeer, met voelen, horen en zien (al naargelang van de mogelijkheden). Snoezelen geeft rust en brengt de wereld op hun niveau : geen drukke spelletjes, geen overrompeling, maar op een eenvoudige manier tasten, luisteren en bewegen.
OPDRACHT: We kunnen ook zelf een snoezelruimte maken. Wat is hiervoor nodig ? Enkele tips. Gebruik : een luchtkussen, indirecte verlichting, rustgevende en zachte muziek (b.v. Enya), doeken en kussens, watermatras, dia's met landschappen, belletjes, contrasten van donker en licht, harde voorwerpen om te voelen,... Misschien zie je wel een mogelijkheid om in een instelling een ruimte in te richten en samen met enkele mentaal gehandicapten te snoezelen. Let op : elke mentaal gehandicapte moet wel individueel begeleid worden.
78
Ontwerp: snoezelruimte
79
Alles op ‘wieltjes’
Ontstaan en groei Na het zien van een televisiereportage over de Franse vereniging ANECAH begin '93 waren Caroline Thienpont en Pierra Van Steenbergen ervan overtuigd dat zij een dergelijk project konden realiseren. Dit moest kunnen: hulphonden voor motorisch gehandicapten in België! Op 14 december '93 werden HACHI en CHIKO geboren, een bewuste kweek. Deze testcases zouden later de eerste twee volledig in België opgeleide hulphonden worden. De nodige informatie werd verzameld en een degelijk team van medewerkers samengesteld. Op 26 februari 1994 werd officieel de eerste Belgische vereniging voor de opleiding van hulphonden opgericht, de vzw HACHIKO.
80
Op 17 december 1996 werden Arko, Azor, Axy en Annie overhandigd. In augustus van het volgende jaar gingen Basiel, Baloo, Bieke en Bandy mee met hun nieuwe baasjes. In februari 1998 werden er nog eens 4 honden toegewezen, waaronder Crino en Cesar. Deze honden werden opgeleid en toegewezen in samenwerking (gestart in oktober 1995) met een andere vereniging. Sinds maart 1998 werkt Hachiko weer alleen. Intussen hebben er alweer enkele lichtingen hun opleiding voltooid. Eind augustus 2002 zijn er 59 door Hachiko opgeleide hulphonden bij hun baasje aan het werk, en zijn de eerste stappen gezet om aan de O-Promotie te beginnen. Op elk ogenblik zijn er ca. 24 honden in opleiding bij gastgezinnen, en zijn er 8 tot 10 bezig aan hun laatste afwerkingsfase.
Doelstelling Hachiko heeft als doel de band tussen mens en hond te gebruiken in functie van een betere levenskwaliteit voor personen met een handicap. Hachiko neemt zowel de ondersteunende taken als de opleiding van de honden op zich. Fundraising, public relations en de opvolging van toegankelijkheidsdossiers behoren tot de dagelijkse administratieve taken van het centrum. Maar bovenal primeren de training van de toekomstige hulphonden en de begeleiding van de gastgezinnen.
Taken van het centrum -
opzoeken, selecteren, testen en aankopen van pups rekruteren, selecteren, begeleiden van gastgezinnen installatie en onderhoud van het centrum opleiding van de honden in het centrum selecteren van kandidaten en opvolgen aanvraagdossiers organiseren en begeleiden van de stages nazorg voor wie reeds een hulphond heeft alle administratie verzorgen demonstraties en lezingen verzorgen werkingsfondsen verzamelen sensibiliseren van de publieke opinie en overheidsinstanties
Wie komt er in aanmerking voor een hulphond? De hulphonden zijn vooral bedoeld voor motorisch gehandicapten die hun zelfstandigheid willen vergroten. Vandaar dat er twee criteria worden gehanteerd. Vooreerst wordt nagegaan of de hond daadwerkelijk een concrete hulp kan bieden aan de persoon met handicap. Vervolgens moet de persoon zelf voldoende voor zijn hulphond kunnen zorgen. Men moet voldoende duidelijk de commando's kunnen geven, verstandelijk de hond kunnen begrijpen, en bij voorkeur met minstens 1 hand de hond kunnen borstelen en aaien. Deze criteria worden soepel en zeer persoonsgebonden nagegaan. Een hulphond aanvragen De geïnteresseerde richt zijn aanvraag op om het even welke manier aan Hachiko. Na deze eerste contactname wordt hem gevraagd schriftelijk (per brief of via email) de nodige gegevens door te sturen, zodat wij wat meer zicht krijgen
81
op de persoon, de handicap en de motivatie voor het verkrijgen van een hulphond. Na een eerste evaluatie wordt de persoon uitgenodigd voor een interview. Tijdens dit gesprek wordt nagegaan of zijn mogelijkheden en zijn motivatie voldoende groot zijn. Na een positieve beoordeling wordt de kandidaat uitgenodigd om deel te nemen aan de eerstvolgende stage.
Wat kunnen de honden? De hulphonden kennen een vijftigtal commando's. Zij gehoorzamen in alle omstandigheden en verlenen hun baasje talloze diensten: voorwerpen (bril of sleutels,...) oprapen en brengen, deuren openen en sluiten, helpen aan loketten of kassa's, helpen bij moeilijke verplaatsingen met de rolstoel, in noodgevallen hulp van derden inroepen,... Het zijn ontelbare kleine taken, waarmee iemand met een handicap het moeilijk heeft. Hun opleiding zorgt er ook voor dat zij hun baasje echt overal kunnen vergezellen en dat hun baasje de verzorging bijna volledig zelf kan doen (borstelen, wandelen, eten geven, uitlaten). Recept voor puppytaart Neem één puppy, rol en speel met hem tot hij lichtjes verzadigd is. Voeg er dan de volgende ingrediënten aan toe... 1 tas geduld... 1 tas begrip... 1 snuifje tucht... 1 tas hard werken... 2 tassen lof en 1 ½ tas plezier... Alles goed mixen. Opwarmen met liefde uit je hart totdat hij voldoende gerezen is of totdat de puppy dubbel zo groot geworden is. Mixen met de eigenaar zodat puppy en eigenaar één mooi geheel vormen. Geniet er van!!! vzw HACHIKO Hundelgemsesteenweg 722 B-9820 Merelbeke
82
Tel./Fax: 09/230.66.81 Rek: GKB 068-1052525-05 e-mail:
[email protected]
Internetopdracht : Los de volgende vragen op aan de hand van het opgegeven internetadres! www.eigenthuis.be 1. Wie komt in aanmerking om te wonen in Eigen Thuis? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 2. Wat zijn de vier doelen die maximaal worden nagestreefd? a. ……………………………………………. b. ……………………………………………. c. ……………………………………………. d. ……………………………………………. 3. Waarom houdt men steeds één studio vrij? ………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 4. Welke dienst verzorgt de verplaatsingen? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 5. Wat houdt de maandelijkse aanvulling bij het aanbod in? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… Rolstoelrace : Neem nu zelf de plaats in van een rolstoelpatiënt. En leg het volgende parcours af. 3. met de begeleiding van een medeleerling 4. alleen jij en de rolstoel
83
Opdrachten: a. b. c. d.
slalom rond de drie matten bal in de basketring gooien op aan afstand van 2,5 m kegels halen en één voor één terugbrengen naar startplaats nemen van een „drempel‟
START
S 2,5 m
T A R T
S T A R T
S T A R T
84
Spel met gebreken : Gehandicapten zijn niet 'anders' dan wij. Ze worden wel geconfronteerd met een aantal problemen waarvan wij ons niet altijd rekenschap geven. De grote groep wordt ingedeeld in kleine groepjes (van minimum 4 personen). Iedereen krijgt een kaartje met daarop iemand met een handicap : een blinde, een rolstoelgebruiker, een gehoorgestoorde en een dokter. De dokter wordt verondersteld zonder handicap te zijn.
blind
doof
rolstoel
dokter
OPDRACHT: Breng de volgende opdrachten tot een goed einde door gezamenlijk overleg: -
een deur openen de wekker zetten op 7u30 een kaartenhuisje bouwen een telefoongesprek voeren
De gespreksronde achteraf is heel belangrijk. Hier wordt de inleving in de eigen rol getoetst aan het omgaan met anderen. Let goed op tijdens het spel. Wordt iedereen betrokken bij het gebeuren ? Is diegene 'zonder handicap' niet te dominant ? Hoe werd je door de anderen behandeld ? Wanneer voelde jij je zielig ? Wat waren jou kwaliteiten ?
85
VRIJDAG: Paralympics
Inleiding: Gedicht(en) over handicap. Bron: http://users.skynet.be/musicalsan/gedichten.html Zeker het 6e gedicht gebruiken, duidt op talent en sport goede inleiding naar paralympics toe. Voorlezen van gedicht(en) Bespreken van de gevoelens die deze oproepen vraag/groepsgesprek: Hoe beperkt zijn mensen met een handicap? Tijdsduur: +/- 50‟ Midden: Geschiedenis van de Paralympics. Mogelijke vragen: Wie kent de Paralympics? Wat is het? Vind je dit een goed of slecht initiatief? Waarom? Doceren/ond.gesprek: Hoe zijn de Paralympics ontstaan? Bron: http://nl.wikipedia.org/wik/Paralympische_Spelen
In 1948 organiseerde Sir Ludwig Guttman een sportwedstrijd in Engeland voor veteranen uit de Tweede Wereldoorlog met een rugletsel. Vier jaar later deden ook sporters uit Nederland mee aan deze Spelen; het internationale evenement dat nu de Paralympische Spelen heet, was geboren. In 1976 deden groepen met verschillende types handicap mee tijdens de Spelen in Toronto en in hetzelfde jaar werden de eerste Paralympische Winterspelen georganiseerd in Zweden. Tegenwoordig is het een sportevenement voor atleten uit 6 verschillende groepen van handicaps. De nadruk ligt op hetgeen de sporters wél kunnen, in plaats van op wat ze níet kunnen. Het aantal atleten dat meedoet is erg gegroeid sinds de begindagen, van 400 atleten in Rome in 1960 tot 3195 tijdens de Spelen in Atlanta in 1996. De Paralympische Spelen worden altijd in hetzelfde jaar gehouden als de Olympische Spelen en sinds 1988 worden zo ook altijd op dezelfde plaats gehouden. Vanaf 2012
86
wordt de stad die de Olympische Spelen organiseert, verplicht ook de Paralympische spelen te organiseren. De volgende Paralympische Spelen vinden in 2004 plaats in Athene, Griekenland. In 2008 zullen ze in Peking, China plaatsvinden. In 2006 worden de Paralympische Winterspelen gehouden in Turijn, Italië. Voor verstandelijke gehandicapten zijn er de Special Olympics. En voor doven zijn er de Deaflympics. Weetjes over de laatst gehouden Paralympics Athene; Griekenland; 2004 Hieronder volgt de top 10 van de medaillespiegel en de posities van Nederland en België. Positie
Land
Goud Zilver Brons Totaal
. . 1.
China
63
46
32
141
. . 2.
Verenigd Koninkrijk 35
30
29
94
. . 3.
Canada
28
19
25
72
. . 4.
Verenigde Staten
27
22
39
88
. . 5.
Australië||26
38
36
100
24
12
19
55
20
27
24
71
. . 6. . . 7.
Oekraïne Spanje
. . 8.
Duitsland
19
28
32
79
. . 9.
Frankrijk
18
26
30
74
. 10.
Japan
17
15
20
52
5
11
12
28
3
2
2
7
. 27. . 36.
Nederland (NL) België (BE)
(OP PROJECTOR LATEN ZIEN) Gouden medailles behaald door Nederlandse atleten
Kenny van Weeghel (atletiek, 400m wheelen T54) Esther Vergeer (rolstoeltennis, vrouwen enkelspel) Vergeer/Smit (rolstoeltennis, vrouwen dubbelspel) Robin Ammerlaan (rolstoeltennis, mannen enkelspel) Last/Heijnen (tafeltennis, mannen dubbel)
Foto’s laten zien Gouden medailles behaald door Belgische atleten
Mathieu Loicq (tafeltennis, klasse 8)
87
Ledoux/ /Vergeylen/ Loicq (foto zie boven) (tafeltennis, klasse 8)
Dirk Boon (wielrennen, tijdrit klasse CP/div.1-2)
Openingsceremonie De ceremonie werd in een vol stadion (60.000 toeschouwers) gehouden
88
Doping Aan de vooravond van de Paralympics werd de Canadese hardloper Earle Connor betrapt op het gebruik van doping. In Sydney (2000) had hij nog de gouden plak op de 100 meter atletiek gewonnen. Sluitingsceremonie De dag vóór de sluitingsceremonie vond er een verkeersongeluk plaats waarbij zeven tieners om het leven kwamen. Zij waren op weg naar een onderdeel van de Paralympics. Hierom is besloten om de sluitingsceremonie zeer sober te houden. Zo vond bijvoorbeeld het traditionele binnendragen van de nationale vlaggen niet plaats. Tijdsduur: +/- 40‟ Indelen in groepen ( afhankelijk van het aantal lln in de klas) Klaarzetten van het spel BRUSSEN Tijdsduur: +/- 10‟ Pauze 20 minuten
Spelen van het spel. Een gezelschapsspel voor brussen (Het woord brus is een samentrekking van de woorden BRoer en zUS. Brussen zijn broers of zussen van personen met een handicap of stoornis) ! De brussenwerking ontwikkelde een gezelschapsspel voor brussen. Het spel is zowel bedoeld voor jonge brussen (6 tot 12 jaar) als voor oudere brussen (ouder dan 12 jaar). Hoe gaat het er aan toe? Samen met je medespelers vertrek je op reis door verschillende gebieden. In elk gebied komen verschillende aspecten van het brus-zijn aan bod. Je speelt tegen elkaar maar ook een beetje samen, want voor een aantal opdrachten heb je de andere spelers nodig. Het spelbord bestaat uit vier gebieden: de zee, het bos, de bergen en de stad. Ieder gebied symboliseert een bepaald aspect van het brus-zijn dat in de vragen en opdrachten aan bod komt: de zee symboliseert gevoelens, het bos staat voor relaties, de bergen symboliseren dromen en toekomst en in de stad komen praktische aspecten van handicaps aan bod. Voor ieder thema zijn er doe-opdrachten, kennisvragen en stellingen waarover gepraat kan worden Waar kan je het spel ontlenen? http://www.brussen.be/docs/lijst-verspreidingspunten.xls Of kopen voor 10 euro bij de Brussenwerking. Zie website. Bron: www.brussen.be Tijdsduur: +/- 2 x 50‟
89
Middagpauze 60 Minuten
Namiddag: Spelen van team - spirit De leerlingen worden in groepen ingedeeld. Doel: lln kunnen zich volledig inzetten voor hun team Lln kunnen de verschillende spelletjes begrijpen De lln kunnen het vermogen gebruiken om bewust te reageren op elkaar De lln kunne rekening houden met elkaar Als het aantal groepen overeenkomt met het aantal opdrachten kan er eventueel een doorschuifsysteem gebruikt worden. Bvb de lln hebben 3 min. Tijd om de opdracht af te maken, dan wordt er een signaal gegeven om door te schuiven. 1.Giftige mug lln worden aangeduid als tikkers. De lln weten niet wie dit zijn. De tikkers zijn muggen en proberen de andere spelers te tikken (steken). Als je een keer getikt wordt, leg je een hand op die plaats waar je aangeraakt bent. Word je een tweede keer getikt, leg je je ander hand op die plaats. Word je een derde keer getikt, dan word je zelf ook een mug. Let op! Als de muggen zien dat je je handen van je pijnlijke bulten afhaalt, wissel je en word jij de mug. De groepen worden gevormd. Groepsopdracht 1 In een rij staan. De bal vertrekt voor bij de eerste speler en wordt boven het hoofd doorgegeven. Als de bal bij de laatste lln is, rent deze met de bal naar voor en geeft weer verder naar achter. Als de eerste weer vooraan staat, gaat de hele ploeg zitten. De ploeg die als eerste zit, heeft een punt gewonnen.
Groepsopdracht 2 Bouw met je groepsleden een zo hoog mogelijke piramide en blijf zo 30 sec staan. Wie de hoogste piramide heeft blijft staan
Groepsopdracht 3 In een rij staan. De bal vertrekt vooraan bij de eerste die de bal over het hoofd naar achter door geeft. De volgende geeft de bal onder de benen door die daarna weer boven het hoofd enz. Als de bal bij de laatste is, rent deze naar voor en geeft de bal weer door naar achter. Als de eerste weer van voor staat, gaat de hele ploeg zitten. De ploeg die als eerste zit, heeft gewonnen. Groepsopdracht 4
90
Blaas een balletje van punt A naar punt B, je handen blijven op je rug, indien het balletje op de grond valt herbegin je. Probeer zoveel mogelijk van punt A naar B te blazen en terug. De groep die de meeste keren van A naar B heeft kunnen blazen wint. Groepsopdracht 5 Zes kegels per groepje staan opgesteld. De lln gaan in een rij staan achter de kegels. De eerste lln krijgt een lepel met een knikker. Deze loopt zigzag om de kegels heen en langs de kegels terug naar zijn ploeg. Als de knikker van de lepel valt moet hij van voor af aan opnieuw beginnen. Als alle lln geweest zijn mag de hele ploeg gaan zitten. De eerste ploeg die zit heeft een punt.
Groepsopdracht 6 De zes kegels staan nog steeds opgesteld. De lln staan er in een rij achter. De eerste lln hinkelt zich-zag door de kegels heen. Als hij bij de laatste komt mag hij weer beide voeten op de grond zetten en springt met twee benen tegelijk naar zijn ploeg. Daar tikt hij de volgende aan en gaat zitten. Als alle leden van een ploeg zitten. Is de ploeg gewonnen. Groepsopdracht 7 Probeer 1 groepslid zoveel mogelijk kledij aan te trekken in 1 minuut. De groep die het snelste klaar is heeft gewonnen. Groepsopdracht 8 Alleen de laatste kegel blijft staan. Iedere ploeg krijgt een hoepel. Ze moeten de hoepel voortduwen en een rondje rond de kegel maken. Terug bij hun ploeg geven ze de hoepel aan de volgende die hetzelfde doet. De ploeg die als eerste zit krijgt een punt. Groepsopdracht 9 De lln zitten op een rij ver genoeg uit elkaar. De eerste speler neemt een bal tussen zijn benen en geeft deze over het hoofd naar de volgende. Deze neemt de bal ook met zijn voeten aan en geeft hem verder. Zo tot de laatste. De laatste neemt de bal in de handen en loopt naar voor. Als de eerste weer van voor zit, staan alle spelers recht. De ploeg die als eerste recht staat heeft gewonnen. Groepsopdracht 10 Cool – down: Er wordt een rustgevend muziekje opgezet, de lln lopen door de zaal of over de speelplaats (weersafhankelijk) maken rondjes met nek, pols en enkels. Lopen nog een minuut gewoon rond en gaan uiteindelijk zitten. Dan kan de volgende opdracht uitgelegd worden. De laatste opdracht is een reflectie over deze dag schrijven in hun dagboek. Hier noteren ze wat ze onder andere onthouden hebben, wat ze opgemerkt hebben of ze eventuele ongemakken ervaren hebben,…
91
Tijdsduur: +/- 2 x 50‟ Pauze: 10 minuten
De groepjes van de voormiddag worden opnieuw gevormd. Nu mogen de leerlingen op een originele manier terugblikken op de afgelopen week. Ze krijgen 15 minuten de tijd om een mini toneel, gedicht of lied op te stellen met hun gedachten en ervaringen van de afgelopen week. Dan brengen ze dit aan elkaar voor. Tijdsduur: +/- 50‟
92
Departement: Bedrijfskunde, Lerarenopleiding & Sociaal werk Campus ‘tZuid Campus Lier Verschansingstraat 29 – 2000 Antwerpen Berlaarsestraat 31 – 2500 Lier Tel. 03 242 01 60/61 Fax 03 242 01 62 Tel. 03 490 00 50 Fax 03 490 00 51
LESVOORBEREIDING
Naam:
Studiejaar en opleiding:
School : Datum :
Mentor : Lesnummer :
Klas :
Leer- of ontwikkelingsgebied: GRIP
Onderwerp: Paralympics
Beginsituatie: De leerlingen hebben reeds 4 dagen rond het project gewerkt. De leerlingen hebben de volgende twee thema’s al besproken; ‘mensen met een visuele, auditieve, verstandelijke en fysieke handicap.’
Doelstellingen: 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7.
de leerlingen kunnen praten over gevoelens die een gedicht oproepen; de leerlingen kunnen de geschiedenis van de Paralympics schetsen; de leerlingen kunnen de belangrijkste elementen van de laatste Paralympics opsommen; de leerlingen kunnen het spel brussen spelen; de leerlingen kunnen het spel team-spirit spelen lln kunnen zich volledig inzetten voor hun team; Lln kunnen de verschillende spelletjes begrijpen; lln kunnen het vermogen gebruiken om bewust te reageren op elkaar; lln kunnen rekening houden met elkaar; de leerlingen kunnen een reflectie noteren van da afgelopen dag de leerlingen kunnen op een creatieve manier hun weekervaringen aan elkaar voorstellen.
Lesstructuur: 1. Inleiding: gedichten 2. Midden: Spelletjes 3. Slot: Reflectie
93
Klasschikking: nvt
Media: nvt
Bronnen: Gedichten: http://users.skynet.be/musicalsan/gedichten.html Geschiedenis/weetjes: http://nl.wikipedia.org/wik/Paralympische_Spelen Foto’s: www.google.be (afbeeldingen) Spel brussen: www.brussen.be (ontlenen: http://www.brussen.be/docs/lijst-verspreidingspunten.xls)
Bijlagen: vergrootte foto’s van medaillewinnaars Transparant met uitslagen van de paralympics 2004 Bordschema
nvt
Reflectie (door de student in te vullen) Welke aspecten van deze les/activiteit verliepen zoals jij het wenste?
Welke aspecten van deze les/activiteit verliepen niet zoals jij het wenste?
Indien je deze les/activiteit opnieuw zou geven, wat zou je dan anders doen?
94
N r . 1
Leerinhoud
Onderwijsleeractiviteit
Organisatie / Media Organisatie: in groep Media: gedichtenbundel of gedicht afhankelijk van hoeveel gedichten er worden voorgelezen.
Gedichten over handicap.
Inleiding Gevoelens uiten. Voorlezen van gedicht(en) Gehandicapt, toe, hef je hoofd omhoog! Laat de omgeving zien hoe je het doet. Jij kunt het toch niet helpen dat je zo door het leven moet. Ook al gaat niet alles zoals jij het hebben wou, jij hebt ook recht op een mooi leven, de wereld is ook voor jou. Blijf niet zitten in de schaduw, sluit je overal bij aan, toon je wil om mee te leven, blijf niet op het kruispunt staan. Of het nu sport is of je studie jouw talent mag er best zijn, al duurt het dan misschien wat langer om ook bij die top te zijn. Meedoen is beter dan winnen, het plezier dat geeft je moed. Je medestander zal je helpen, en dat maakt het dan weer goed.
Bespreken van de gevoelens die deze oproepen vraag/groepsgesprek: Hoe beperkt zijn mensen met een handicap?
95
T i j 50’ d
2
Geschiedenis Paralympics
Midden: Geschiedenis van de Paralympics.
Organisatie: klassikaal Media: projector voor de tabel En foto‟s van de atleten die goud behaald hebben in 2004.
Mogelijke vragen: Wie kent de Paralympics? Wat is het? Vind je dit een goed of slecht initiatief? Waarom? Doceren: Hoe zijn de Paralympics ontstaan? In 1948 organiseerde Sir Ludwig Guttman een sportwedstrijd in Engeland voor veteranen uit de Tweede Wereldoorlog met een rugletsel. Vier jaar later deden ook sporters uit Nederland mee aan deze Spelen; het internationale evenement dat nu de Paralympische Spelen heet, was geboren. In 1976 deden groepen met verschillende types handicap mee tijdens de Spelen in Toronto en in hetzelfde jaar werden de eerste Paralympische Winterspelen georganiseerd in Zweden. Tegenwoordig is het een sportevenement voor atleten uit 6 verschillende groepen van handicaps. De nadruk ligt op hetgeen de sporters wél kunnen, in plaats van op wat ze níet kunnen. Het aantal atleten dat meedoet is erg gegroeid sinds de begindagen, van 400 atleten in Rome in 1960 tot 3195 tijdens de Spelen in Atlanta in 1996.
3.
Laatst gehouden Paralympics
De Paralympische Spelen worden altijd in hetzelfde jaar gehouden als de Olympische Spelen en sinds 1988 worden zo ook altijd op dezelfde plaats gehouden. Vanaf 2012 wordt de stad die de Olympische Spelen organiseert, verplicht ook de
96
40‟
Paralympische spelen te organiseren. De volgende Paralympische Spelen vinden in 2004 plaats in Athene, Griekenland. In 2008 zullen ze in Peking, China plaatsvinden. In 2006 worden de Paralympische Winterspelen gehouden in Turijn, Italië.Voor verstandelijke gehandicapten zijn er de Special Olympics. En voor doven zijn er de Deaflympics. Weetjes over de laatst gehouden Paralympics Athene; Griekenland; 2004 Hieronder volgt de top 10 van de medaillespiegel en de posities van Nederland en België Positie
Land
Goud Zilver Brons Totaal
. . 1.
China
63
46
32
141
. . 2.
Verenigd Koninkrijk 35
30
29
94
. . 3.
Canada
28
19
25
72
. . 4.
Verenigde Staten
27
22
39
88
. . 5.
Australië||26
38
36
100
24
12
19
55
20
27
24
71
. . 6. . . 7.
Oekraïne Spanje
. . 8.
Duitsland
19
28
32
79
. . 9.
Frankrijk
18
26
30
74
. 10.
Japan
17
15
20
52
5
11
12
28
3
2
2
7
. 27. . 36.
Nederland (NL) België (BE)
97
Gouden medailles behaald door Nederlandse atleten
Kenny van Weeghel (atletiek, 400m wheelen T54) Esther Vergeer (rolstoeltennis, vrouwen enkelspel) Vergeer/Smit (rolstoeltennis, vrouwen dubbelspel) Robin Ammerlaan (rolstoeltennis, mannen enkelspel) Last/Heijnen (tafeltennis, mannen dubbel)
Gouden medailles behaald door Belgische atleten
Mathieu Loicq (tafeltennis, klasse 8)
Ledoux/ /Vergeylen/ Loicq (foto zie boven) (tafeltennis, klasse 8)
98
10‟
4.
Dirk Boon (wielrennen, tijdrit klasse CP/div.1-2)
Spel i.v.m. broers/zussen met handicap.
Organisatie: klassikaal Media: Spel Brussen.
Organisatie: in groep Media: Spel
2 x 50‟
Openingsceremonie
99
De ceremonie werd in een vol stadion (60.000 toeschouwers) gehouden Doping Aan de vooravond van de Paralympics werd de Canadese hardloper Earle Connor betrapt op het gebruik van doping. In Sydney (2000) had hij nog de gouden plak op de 100 meter atletiek gewonnen. Sluitingsceremonie 5.
Spelen van estafetten.
De dag vóór de sluitingsceremonie vond er een verkeersongeluk plaats waarbij zeven tieners om het leven kwamen. Zij waren op weg naar een onderdeel van de Paralympics. Hierom is besloten om de sluitingsceremonie zeer sober te houden. Zo vond bijvoorbeeld het traditionele binnendragen van de nationale vlaggen niet plaats.
Organisatie: per groep Media: benodigdheden om de spelen uit te voeren.
2 x 50‟
Indelen in groepen ( afhankelijk van het aantal lln in de klas) Klaarzetten van het spel BRUSSEN Pauze 20 minuten Spelen van het spel.Een gezelschapsspel voor brussen (Het woord brus is een samentrekking van de woorden BRoer en zUS. Brussen zijn broers of zussen van personen met een handicap of stoornis) !
100
De brussenwerking ontwikkelde een gezelschapsspel voor brussen. Het spel is zowel bedoeld voor jonge brussen (6 tot 12 jaar) als voor oudere brussen (ouder dan 12 jaar). Hoe gaat het er aan toe? Samen met je medespelers vertrek je op reis door verschillende gebieden. In elk gebied komen verschillende aspecten van het brus-zijn aan bod. Je speelt tegen elkaar maar ook een beetje samen, want voor een aantal opdrachten heb je de andere spelers nodig. Het spelbord bestaat uit vier gebieden: de zee, het bos, de bergen en de stad. Ieder gebied symboliseert een bepaald aspect van het brus-zijn dat in de vragen en opdrachten aan bod komt: de zee symboliseert gevoelens, het bos staat voor relaties, de bergen symboliseren dromen en toekomst en in de stad komen praktische aspecten van handicaps aan bod. Voor ieder thema zijn er doe-opdrachten, kennisvragen en stellingen waarover gepraat kan worden.
Middagpauze 60 Minuten Spelen van team - spirit De leerlingen worden in groepen ingedeeld. Als het aantal groepen overeenkomt met het aantal opdrachten kan er eventueel een doorschuifsysteem gebruikt worden. Bvb de lln hebben 3 min. Tijd om de opdracht af te maken, dan wordt er een signaal gegeven om door te schuiven. 1.Giftige mug lln worden aangeduid als tikkers. De lln weten niet wie dit zijn.
101
De tikkers zijn muggen en proberen de andere spelers te tikken (steken). Als je een keer getikt wordt, leg je een hand op die plaats waar je aangeraakt bent. Word je een tweede keer getikt, leg je je ander hand op die plaats. Word je een derde keer getikt, dan word je zelf ook een mug. Let op! Als de muggen zien dat je je handen van je pijnlijke bulten afhaalt, wissel je en word jij de mug. De groepen worden gevormd. Groepsopdracht 1 In een rij staan. De bal vertrekt voor bij de eerste speler en wordt boven het hoofd doorgegeven. Als de bal bij de laatste lln is, rent deze met de bal naar voor en geeft weer verder naar achter. Als de eerste weer vooraan staat, gaat de hele ploeg zitten. De ploeg die als eerste zit, heeft een punt gewonnen. Groepsopdracht 2 Bouw met je groepsleden een zo hoog mogelijke piramide en blijf zo 30 sec staan. Wie de hoogste piramide heeft blijft staan Groepsopdracht 3 In een rij staan. De bal vertrekt vooraan bij de eerste die de bal over het hoofd naar achter door geeft. De volgende geeft de bal onder de benen door die daarna weer boven het hoofd enz. Als de bal bij de
102
laatste is, rent deze naar voor en geeft de bal weer door naar achter. Als de eerste weer van voor staat, gaat de hele ploeg zitten. De ploeg die als eerste zit, heeft gewonnen. Groepsopdracht 4 Blaas een balletje van punt A naar punt B, je handen blijven op je rug, indien het balletje op de grond valt herbegin je. Probeer zoveel mogelijk van punt A naar B te blazen en terug. De groep die de meeste keren van A naar B heeft kunnen blazen wint. Groepsopdracht 5
Relaxatieoefening
6.
Dagreflectie
Zes kegels per groepje staan opgesteld. De lln gaan in een rij staan achter de kegels. De eerste lln krijgt een lepel met een knikker. Deze loopt zigzag om de kegels heen en langs de kegels terug naar zijn ploeg. Als de knikker van de lepel valt moet hij van voor af aan opnieuw beginnen. Als alle lln geweest zijn mag de hele ploeg gaan zitten. De eerste ploeg die zit heeft een punt.
Organisatie: individueel Media: pen, papier
10‟
Groepsopdracht 6
7.
Weekreflectie
De zes kegels staan nog steeds opgesteld. De lln staan er in een rij achter. De eerste lln hinkelt zich-zag door de kegels heen. Als hij bij de laatste komt mag hij weer beide voeten op de grond zetten en springt
50‟ Organisatie: in groep Media: pen, papier, veel fantasie
103
met twee benen tegelijk naar zijn ploeg. Daar tikt hij de volgende aan en gaat zitten. Als alle leden van een ploeg zitten. Is de ploeg gewonnen. Groepsopdracht 7 Probeer 1 groepslid zoveel mogelijk kledij aan te trekken in 1 minuut. De groep die het snelste klaar is heeft gewonnen. Groepsopdracht 8 Alleen de laatste kegel blijft staan. Iedere ploeg krijgt een hoepel. Ze moeten de hoepel voortduwen en een rondje rond de kegel maken. Terug bij hun ploeg geven ze de hoepel aan de volgende die hetzelfde doet. De ploeg die als eerste zit krijgt een punt. Groepsopdracht 9 De lln zitten op een rij ver genoeg uit elkaar. De eerste speler neemt een bal tussen zijn benen en geeft deze over het hoofd naar de volgende. Deze neemt de bal ook met zijn voeten aan en geeft hem verder. Zo tot de laatste. De laatste neemt de bal in de handen en loopt naar voor. Als de eerste weer van voor zit, staan alle spelers recht. De ploeg die als eerste recht staat heeft gewonnen. Cool – down: Er wordt een rustgevend muziekje opgezet, de lln lopen door de zaal of over de speelplaats (weersafhankelijk)
104
maken rondjes met nek, pols en enkels. Lopen nog een minuut gewoon rond en gaan uiteindelijk zitten. Dan kan de volgende opdracht uitgelegd worden.De laatste opdracht is een reflectie over deze dag schrijven in hun dagboek.Hier noteren ze wat ze onder andere onthouden hebben, wat ze opgemerkt hebben of ze eventuele ongemakken ervaren hebben,…
Pauze: 10 minuten De groepjes van de voormiddag worden opnieuw gevormd. Nu mogen de leerlingen op een originele manier terugblikken op de afgelopen week. Ze krijgen 15 minuten de tijd om een mini toneel, gedicht of lied op te stellen met hun gedachten en ervaringen van de afgelopen week. Dan brengen ze dit aan elkaar voor.
105
106