1
2
Woordwebben bij Sint Maarten: De kinderen bedenken woorden, die horen bij Sint Maarten.
Stern: Praten, donker, liedjes, gezang, ligjes, straat, snoepjes, lmpieon, loopen. Jesse:
Gemaakt door Pien
Mensen, bonker (donker), praten, fruit, langs het orgel, optogt, snoep haalen, lietjes zingen, deur, straat, mand, ligjes, lamp. Jennifer: Snoep, aanbelen, lampieon, heksen, popoenen, ik. Metsje: Huisen, zingen, lampiejonnen, mensen, snoep, staljen?, donker. Sven: Langs het orgel, lietjes, lans de deuren, lampion, snoep, optogt. Gemaakt door Ylva Verhalen over Sint Maarten: Mees: Ik gaa loopen en een lampion koopen. En bij men papa loopen. En snoep vraagen een heelen kom. Lucille: Sint Maarten Ik gaa met een groote groep. We gaan een beetje splitsen. Een beetje jong bij jong. En iets ouder bij ouder. En we blijfen lang op. We gaan heel laat op bed. En ik denk dat we heel veel snoep kreigen en ik denk dat er heele mooje lapione (zijn). En we gaan ook heel veel liedjes zingen. En er zijn ook veel vriendinen. Sven: Ik gaa met Jesse en Stern lope. En we gaan irst een optogt voeren. En we gaan 3 straaten langs. En we gaan heel veel snoep op haalen. Anina: Ik ga met me buurmijsje loopen. Maar ik weet nog niet ov ik met iemant anders ga loopen. Ik hoop dat ik heel veel snoep ga verzaamelen.
Anneke maakte alles wel heel donker!!!!!
Gemaakt door Indy. 3
Sterre
Rahim
Peter 4
Verhalen over Sint Maarten: Jennifer: Ik ben jennifer en ik ga sint maarten loopen met mijn papa en ik ga heel mooi zingen met mijn papa en ik ga heel veel snoepjes krijgen. Aisha: Sint maarte is de dag dat je langs de deur mag en je gaat zinge en dan krijg je je snoep. Dan doe je die dag ook je lamppiejon aan. Pien: Het is sint maarten en ik heb al een lampiejon gemaakt op school en die is mooj en ik gaa met luna lopen en dat wort super. We gaan zeker super feel snoep op haalen. Metsje: Het is sint maarten! Snoep daar hou ik van. Ik ga met iedreen uit de strat. Leker met de lampiejon.
Marie: Ik en mijn frindine ginen naar het heloowinfeest. Het koelste feest van de wirolt. Toen we bine koomde mielaa mielie en mijlaa. Ze fonde het heel koel. We zaage heele leuke jones (jongens), we gine danse. We werde ferlieft. Luna: Ik ga met Elena met sint maarten loopen en we gaan leker snoepen en we moeten mesgien wel naar de tandarts toe door het
5
Sinterklaasgedichten: Lucille Sinterklaas komt eraan. Vannacht schijnt de maan. Met zijn mooie staf. Niemand krijgt er straf. Iedereen krijgt kadootjes. Met kleine pepernootjes. Sinterklaas heeft veel pieten om erg van te genieten. Sinterklaas is weer in het land, schoentje zetten doet nu iedereen in dit land. Hooftpiet leest de krnad in Nederland. Iedereen blijft staan, want de pieten komen er aan. Sterre Sinterklaas kom er aan. We zien kadootjes ztaan. Root en geel lijkt net op een kasteel, een lugtkasteel. Hij is lief, geen dief. Elena Sinterklaas komt aan met een banaan. Stern Sinterklaas komt in het land en heeft een groot pand. En hij is in het land. De piet eet friet. En sinterklaas is de baas. En de hoofdpiet heeft een pak, die zit te strak. En sinterklaas eet speculaas. De boot is groot. Marie Sinterklaas is weer in het lant. Hij geeft een kint een hant. Het kint was een beetje bang, maar daar lagte ze van. Sinterklaas gin feder (verder) met zij paart. Loopt en toe zijde een kind, die wou ook een hand. Sinterklaas kwam bij mij. Hij geefte mij een hant en ik was blij. Pien Sinterklaasboot komt aan. Er schijnt vanacht geen maan. Van de piete één voor één valt niet mee. Sinterklaas heeft geen kaas. En de piete hebe sin in een vin, wan de pieten wilen soep uit de groep. Nikita Sinterklaas is de baas. Hij eet een speculaas. Daar zijn een paar pieten. En ze eten frieten. Zaterdag mag ik de schoen op zetten. Wat zullen we krijgen als parketten. Sinterklaas is in het land. We lopen zamen hand in hand. Hij is de beste man, maar ik heb nog een plan.
Sven Sinterklaas komt weer naar Nederland en hij komt niet op een eelant. De pieten die strooien peepernooten en geen booten. En het paart schrijft een kaart. Sinterklaas komt in het land aan de kant.
6
Met het thema sinterklaas werkten de kinderen rond een storyline. De kinderen bedachten welke pieten er zouden kunnen zijn. Zij hebben een verhaal over hun piet geschreven en daarna hun piet gemaakt. Wat voor Pietensoorten zijn er, denken jullie?
De kinderen hebben in het klein allerlei voorwerpen gemaakt, die mee gingen op de stoomboot. Wat gebeurde er allemaal onderweg? Jennifer: de cadeaus vallen overboord. Mees: de zwempiet springt in het water. Natte pakjes werden droog gemaakt. David: hoe zit het met de cadeaus die niet tegen water kunnen? Luna: knutselpiet maakt nieuwe pakjes. De dieren worden gered door de ‘dierenbeschermingspiet’ en ze worden beter gemaakt door de ‘betermaak-piet’. Aisha: er zijn te weinig pepernoten en cadeaus aan boord. Ilona: nieuwe pepernoten bakken door de bak- en kookpieten. David: er is een pepernootbkamachine. Yoël: er komt storm op zee. De cadeaus moeten naar binnen. Duikpieten helpen. Pien: door de storm gaat de boot een andere kant op. Metsje: zij komen bij een eiland. Kleine Pietje heeft een andere boot. En gaat daarmee naar een ander eiland, er is flessenpost tussen Kleine Pietje en de stoomboot van Sinterklaas. We hebben bootjes gemaakt. Sommige bootjes hebben pieten erop gekregen, andere bootjes pakjes. De kinderen hebben bedacht dat er storm op zee kwam, dus we maakten tekeningen van de stoomboot in de storm op zee.
Deze piet testte de zak.
7
Met welke boot gaan we op wereldreis en welke boten zouden er mee gaan met Sinterklaas?
Peter maakte de stoomboot van Sinterklaas.
Wordt dit een bootje voor de meisjespiet (bedacht door Metsje?)
8
Of wordt het één van deze?
Of blijft Sinterklaas op zijn vertrouwde stoomboot??????
9
De kinderen hebben een aantal vragen bedacht en hebben deze aan sint gesteld: 1. Hoe oud is sinterklaas? Nikita 2. Hoe oud is de stoomboot? Chandralyn 3. Hoe heten de ouders van sinterklaas? Pieke 4. Kan ik een piet van Sint worden? David 5. Hoe komen ze aan de naam piet? Sterre 6. Hoe krijgt sint het paard op het dak? Peter 7. Is Amerigo een jongens- of een meisjespaard? Anneke 8. Hoezo heet het paard Amerigo? Anneke 9. Hoe komen de pieten binnen? ilona 10. Hoezo moeten we de schoen 's avonds zetten? Lucille
David kreeg te horen dat wanneer hij 17 of 18 jaar is, dat hij dan een piet kan worden. Ja ja, hij mag dan naar de pietenschool! Zo wil hij als piet zijn.
We kregen nog wat antwoorden. De ouders van Sinterklaas heten Anna en Klaas. De schoentjes worden ‘s avonds gezet, dan kunnen de pieten ze goed vullen.
10
Kerst
De kerstman en zijn rendieren (door de groep bedacht verhaal)
De kerstman zoekt zijn kleren. En hij pakt de pakjes in. Dan zet hij alles op zijn slee en wil naar Nederland. Hij gaat met zijn slee en de rendieren. De deur van de slee gaat open. Er vallen cadeaus van de slee. Ze komen net langs het mannetje in de maan. Gelukkig vangt het mannetje in de maan de cadeaus op. De kerstman en de slee gaan te hard. Het mannetje in de maan gaat niezen, zo hoort de kerstman het mannetje. De cadeaus zijn veilig. De reis gaat verder naar Nederland. Twee mogelijke eindes” 1.
De kerstman wordt vriendjes met het mannetje in de maan (soort aliën, volgens Marie).
2.
De kerstman ontmoet een vrouw in Nederland (op de w.c. volgens Elena).
11
De sneeuwpop in het dennenbos Er leefde eens een kwaadaardige sneeuwpop in een bos. De sneeuwpop is zo boos, want hij smelt elk jaar. Ook is er een heks, die heeft de sneeuwpop omgetoverd tot kwaadaardige sneeuwpop en de heks heeft hem lelijk gemaakt. De sneeuwpop gaat bomen in het bos omzagen. Hij zoekt de takken en bladeren op. Er komen kinderen in het bos spelen. Zij lachen de sneeuwpop uit. Daar komt de heks weer!! Zij tovert de sneeuwpop om tot een mooie en lieve sneeuwpop. Zij tovert ook ballen en versieringen voor in de kerstboom. Het bos ziet er prachtig uit! De sneeuwpop plant zaadjes voor nieuwe bomen. Elk jaar komen de kinderen de sneeuwpop helpen bij het versieren van de boom. Ze leefden nog lang en gelukkig.
12
13