Het orgel in de St.Willibrorduskerk te Deurne
Eindrapport van de restauratie van het Smits-orgel Juni 2011, Marcel Verheggen
Het orgel in de St.Willibrorduskerk te Deurne
Een beschrijving van de geschiedenis, de aangetroffen toestand, de restauratie en het eindresultaat
Marcel Verheggen
Alle teksten en foto’s zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm, of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enigerlei andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de auteur.
2
Inhoud Het orgel in de St.Willibrorduskerk te Deurne
1
Geschiedenis van de St. Willibrorduskerk te Deurne
5
Geschiedenis van het orgel in de Willilbrorduskerk te Deurne
6
De gegevens tot 1838 De situatie vanaf 1838 De orgelmaker Smits De aankoop van het orgel Periode 1838-1884 Periode 1884 – 1896 P. L. Kuijte 1896/1897 Periode 1897 – 1912 Gebrs. Franssen 1912 Periode 1912 - 1947 Gebrs. Vermeulen 1947 Periode 1947 - 1952 J.J. Elbertse & Zoon 1951/1954 Periode 1954 – 2008
6 7 7 7 9 12 12 13 13 14 14 14 15 17
Het orgel in de aangetroffen toestand
19
Kas Aangetroffen dispositie Speeltafel en mechanieken Windvoorziening Windladen Pijpwerk
19 22 22 23 24 26
Restauratie en huidige toestand
31
Kas Windvoorziening Speeltafel Mechanieken Windladen Pijpwerk Dispositie
31 33 34 35 35 36 36
Slotwoord
39
Bijlage 1
40
De gegevens uit het parochiearchief van Deurne
40
Bijlage 2
58
De gegevens uit het Smits-archief te Utrecht
58
Bijlage 3
60
Transcriptie contract parochiebestuur- Gebr. Franssen 1884
60
3
Bijlage 4
64
Offerte Franssen 1912
64
Bijlage 5
66
Contract Elbertse 1951
66
Bijlage 6
72
Tekeningen orgels, w.o. fronttekening J. Boogaarts, gebaseerd op bewaard gebleven tekening in het Smits-archief
72
Bijlage 7
77
De overgeleverde disposities tussen 1884 en 1951
77
Bijlage 8
79
De inscripties
79
4
Geschiedenis van de St. Willibrorduskerk te Deurne1 Het is niet zeker wanneer de eerste kerk in Deurne gebouwd is. In 1069 is er in elk geval een vermelding van een kerk in Deurne. Deze kerk betrof een eigenkerk van de abdij van Echternach, d.w.z. dat de pastoor voorgedragen werd door de abt van de abdij en dat er inkomsten afgedragen moesten worden aan de abdij van Echternach. Deze connectie bestond sinds de 8ste eeuw en zou blijven bestaan tot aan het einde van de 18de eeuw, totdat de abdij in 1798 werd opgeheven. De kerk die vermeld werd in 1069 zou wel eens een tufstenen zaalkerkje in romaanse bouwstijl geweest kunnen zijn, betrekkelijk klein van omvang. Aan het eind van de 13de eeuw werd een toren aangebouwd waarvan nog sporen in de huidige toren aanwezig zijn. Het tufstenen kerkje maakte aan het einde van de 14e eeuw plaats voor een kerk van baksteen waarbij tevens de toren werd vergroot. Het schip was driebeukig en bestond uit een verhoogd middenschip met twee verlaagde zijbeuken. Rond 1560 werd het koor afgebroken en vervangen door een hoogkoor met transept. De kerk was rijk ingericht met altaren, beelden, een orgel, een sacramentshuis, een Marianum, en voorzien van gebrandschilderde ramen. In 1648, na de vrede van Munster, verbood de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën de publieke uitoefening van het katholicisme. Voortaan gingen de protestanten naar de Deurnse kerk. Hun aantal was gering, daarom werd het schip afgesloten en slechts als opslagruimte gebruikt. Tweemaal werd de kerk door noodweer getroffen. Op 3 februari 1737 sloeg de bliksem in waarna de toren geheel uitbrandde. Op 6 juli 1760 was er opnieuw door noodweer veel schade aan het dak, ramen en toren. Aan het einde van de 18de eeuw werden veel kerken teruggegeven aan de katholieken, zo ook in Deurne. Op 25 november 1801 kon daardoor weer voor het eerst na ruim 150 jaar een H. Mis worden opgedragen in de Willibrorduskerk. De kerk werd opnieuw ingericht met gebruikmaking van afkomende interieurstukken van gesloten kloosters. In het schip werd onder het gotische houten gewelf een nieuw vlak plafond aangebracht. Toen het orgel in 1838 geplaatst werd op het nieuwe oksaal tegen de westmuur, moest dit houten plafond verdwijnen omdat het onvoldoende ruimte bood. In 1881-1882 vond een grote verbouwing plaats onder leiding van architect Pierre Cuypers (1827 – 1921). Hij bouwde een nieuw schip, even hoog als het bestaande koor. De oude kolommen en scheibogen werden gehandhaafd. De zijbeuken werden vernieuwd en vergroot, de oude toren werd met twee zijtorens uitgebreid, en de raamtraceringen van het hoogkoor en transept werden vervangen. In 1924 besloot het kerkbestuur om onder leiding van architect Jan Stuyt (1868 – 1934) de sacristie te vervangen en een dagkapel aan de zuidzijde bij te bouwen. Deze kapel was niet onder een gelukkig gesternte geboren, want kort na WO II werd deze, samen met de bogen van de westgevel, al afgebroken. De laatste grote wijzigingen vonden plaats in 1959 en 1964. Architect Jos Deltrap was verantwoordelijk voor de transformatie naar een meer nuchter en praktisch kerkgebouw. Het dak werd vernieuwd, het Angelus klokkentorentje werd verwijderd, er werden nieuwe ingangen gemaakt, de ruimte onder de torens werd getransformeerd tot Mariakapel en doopkapel, het neo-gotische meubilair werd voor een groot deel verwijderd, en de kerk werd grotendeels wit geschilderd. De beschildering uit 1903 door Theodorus Hermsen bleef alleen in het koor gehandhaafd.
1
Gegevens ontleend aan: Ton Spamer: Dochter van Echternach. De parochie Deurne tot 1800, en Hans Flapper, de bouwgeschiedenis van de Sint Willibrorduskerk, in: De Sint Willibrorduskerk belicht. Deurne, 2002, 13 - 88
5
Geschiedenis van het orgel in de Willilbrorduskerk te Deurne In de rijke geschiedenis van het kerkgebouw speelt de geschiedenis van het orgel haar eigen rol. Helaas is weinig bekend over de voorganger(s?) van het huidige orgel. Wat betreft de beschrijving van de geschiedenis en lotgevallen van het(de?) voormalige instrument(en?) is een beroep gedaan op secundaire literatuur en op door leden van de Heemkunde vereniging Deurne getranscribeerde bronnen. De gebeurtenissen met betrekking tot het huidige orgel zijn daarentegen beschreven aan de hand van bronnenonderzoek van bronnen aanwezig in de kerk van Deurne, in het Smits-archief te Utrecht en in het bisdom-archief te ’s-Hertogenbosch, aangevuld met enige secundaire literatuur.
De gegevens tot 1838 Het eerste jaartal dat genoemd wordt is 1600.2 Rond dat jaar zou een nieuw orgel in de kerk geplaatst zijn op het oksaal. Het begrip oksaal is in dit verband in haar originele betekenis gebruikt: het is de (inmiddels afgebroken) stenen afscheiding tussen koor en schip waarop het orgel geplaatst was. In o.a. 1619 werd Mr. Jan betaald voor zijn “spolen” op het orgel.3 Deze Mr. Jan Dyllingen was op 7 Juli 1615 aangenomen als organist voor vier jaar. Zijn verdiensten bedroegen jaarlijks 100 gl. ad. 20 st. en een malder rogge.4 In 1622 werd het orgel gerestaureerd. Op 14 juli kwam Mr. Jochem uit Horst om het instrument te “vysenteren”.5 Hij kreeg hiervoor 7 gulden en 16 stuivers. Op 17 juli kwam de orgelmaker, Mr. Cornelis, om zijn betaling van 42 gulden te innen. Hij kreeg 8 gulden extra omdat Mr. Joghem ons seyden, dat hy dat getrou hadden gemaekt; hy segden dat hy daer wel aen hadden verdient 80 gl. In september 1622 werd de organist Mr. Hanricken aangesteld voor een jaarsalaris van een mud rogge en 80 gulden. Zijn opvolger was Mr. Laurens de Lou. In 1636 werd hij op 24 jarige leeftijd benoemd als koster-schoolmeester. Uit rekeningen blijkt dat hij tevens organist was: in 1644 ontving hij van de gemeente f 35,- voor het stellen van de klok en het orgelspelen, aangevuld met een betaling uit de kerkenkas van f 61,- voor zijn functie als koster en organist.6 Mr. Laurens de Lou werd opgevolgd door Pauwels Thonys Colen. Op 25 juli 1649 bespeelde hij het orgel in de inmiddels protestante kerk van Deurne. Zijn loon bedroeg 50 gulden per jaar.7 Na zijn dood in 1667 zijn er waarschijnlijk geen nieuwe organisten meer aangesteld.8 Wat er verder met het orgel gebeurde, is niet bekend. Bij de teruggave van de kerk aan de katholieken in 1798 was er geen orgel meer aanwezig.9
2 3 4 5 6 7 8 9
Ton Spamer: Dochter van Echternach. De parochie Deurne tot 1800, in: De Sint Willibrorduskerk belicht. Deurne, 2002, 52. H.N.Ouwerling Geschiedenis der Dorpen en Heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden herdruk 1974, 544. Idem. 545 De gegevens m.b.t. het jaar 1622 zijn genomen uit: Ouwerling, Geschiedenis. 544, 545. Ouwerling, Geschiedenis. 547, 548. Ouwerling, Geschiedenis. 353, 354. Ouwerling, Geschiedenis. 510. Ton Spamer: Dochter van Echternach. De parochie Deurne tot 1800, in: De Sint Willibrorduskerk belicht. Deurne, 2002, 52.
6
De situatie vanaf 1838 Na de teruggave van veel kerken aan de katholieken en de mogelijkheid om weer vrij te kerken was er aan het begin van de 19de eeuw een grote behoefte aan nieuwe orgels. Zeker in het eerste kwart van de 19de eeuw was er een levendige handel in tweedehands instrumenten die afkomstig waren van opgeheven kloosters. Nadat deze voorraad uitgeput was, was er weer meer gelegenheid voor de orgelbouwers om nieuwe instrumenten te bouwen.
De orgelmaker Smits Een van de orgelbouwers die actief was in deze tijd en streek was Franciscus Cornelius Smits (1800 – 1876), afkomstig van een muzikale familie uit Reek.10 Hij begon aanvankelijk als medewerker van zijn broer Klaas (1790 – 1831). Na de vroege dood van Klaas zette hij de orgelmakerij alleen voort. Hij was autodidact, maar haalde veel kennis uit het boek De Orgelmaaker uit 1805 van Jan van Heurn. Tevens werd hij geïnspireerd door orgels van Van Deventer. Zijn stijl was beslist nog op 18de eeuwse principes gebaseerd waaraan hij een eigen invulling heeft gegeven. De klank van zijn instrumenten is breed te noemen, en verder is opvallend dat hij nauwelijks quint- en tertsregisters disponeert. Hij bouwde talloze orgels, van kleine orgels tot grote drieklaviersinstrumenten, en alle van hoge artistiek-ambachtelijke kwaliteit. Veel van zijn orgels zijn door deze hoge kwaliteit aan afbraak ontsnapt en voor het nageslacht bewaard gebleven. Gregoir noemt Smits een goede organist, en vermeldt tevens dat hij het burgemeestersambt van Reek bekleedde en als organist verbonden was aan de kerk in Reek.11 De werkplaats werd nog voortgezet door twee volgende generaties Smits. Franciscus Cornelius II Smits (1834 -1918) en Wilhelmus Jacobus Smits (1844 - 1929) waren beide zoons van Frans I en leidden samen het bedrijf in de 2de generatie. Te midden van de opkomende fabrieksmatige producten trachtten zij de hoge kwaliteit te handhaven, maar het aantal opdrachten naam gestaag af, niet op de laatste plaats door de hogere prijs van hun ambacht. De 3de generatie werd gevormd door Franciscus Cornelius Josephus III Smits (1878 – 1928) en Henricus Wilhelmus Josephus Smits (1871- 1944), beide zonen van Frans II. Na 1925 werden geen nieuwe opdrachten meer aangenomen maar werd alleen nog onderhoudswerk verricht. Na de dood van Henricus hield het bedrijf op te bestaan.12
De aankoop van het orgel
In 1838 leverde F.C. Smits een nieuw orgel voor de Sint-Willibrorduskerk te Deurne. In het bewaard gebleven rekeningboek in het Smitsarchief te Utrecht is op 23 augustus een rekening vermeld van f 3600 voor de kerk van Deurne.13 Een dag later tekende Smits een kwitantie ter hoogte van hetzelfde bedrag.14 s
10 11 12 13 14
De gegevens over de orgelmaker F.C. Smits zijn ontleend aan: Dr. Teus den Toom (red), Het Historische Orgel in Nederland, deel 1858-1865. Amsterdam, 2003, 36. E.G.J. Gregoir, Histoire de la facture et des facteurs d’orgues. Reprint van de originele editie uit 1865, Antwerpen, door Frits Knuf, Amsterdam 1972, 170 Meer informatie over Smits is te vinden in: Het Orgel, Enige biografische notities over de familie Smits, april 1990, 127 – 131. Smitsarchief Utrecht, Rekeningboek Bg2, de kerk van Deurne. Parochie-archief Deurne inv. nr. I-VI.A.4 (IIId-ijzeren zw. kistje)
7
Ontvangen van den Wel Eerw. Heer J. de Louw te Deurne de som van Zes en dertig hondert guldens voor een nieuw orgel geplaatst in de katholijke Kerk van Deurne in den jare agtien hondert agt en dertig Zegge f 3600 Deurne den 24 augustus 1838 F C Smits orgelmaker
Merkwaardig genoeg is in het rekeningboek van Smits te lezen dat de betaling in diverse termijnen was geschied: 11 juli 1838 f 1000,00; 23 augustus 1838 f 950,00; 4 maart 1839 f 500,00; 5 maart 1839 f 400,00; 21 december 1839 f 700; Hiermee wil de pastoor van Deurne dat de zaak voldaan is.15 De totaal geïnde som bedroeg f 3550,00, en bovendien stemde Smits het orgel in 1842 gedurende drie dagen gratis. Klaarblijkelijk ging de liefde voor het vak boven financieel gewin. De dispositie van het instrument is overgeleverd op de ontwerptekeningen van Smits (de registernamen worden weergegeven in de spelling zoals aangetroffen op de tekeningen):16 Positief:
Manuaal:
Holpijp Prest dis Octaaf Fluit Fiol di g b disk basson bas Prest bas
Trompet bas aan de baskant diskant aan de diskant mixtuur baskant fluit diskant oct 2 v baskant oct 4v diskant holpijp baskant bourdon dis diskant bourdon bas baskant Prestant 8 v diskant
Er zijn blijkbaar twee verschillende betekenissen van bas- en diskant: -De registertrekkers bevinden zich aan de bas- of de diskant van het klavier. -Het register is gedeeld in bas- en diskant. 15 16
Smitsarchief Utrecht, Rekeningboek Bg2, de kerk van Deurne. Zie ook bijlage 6
8
In het dispositieoverzicht van G. Broekhuyzen wordt eveneens het orgel vermeld:17 Het orgel in de kerk der R. Cath. Gemeente is gemaakt en voltooid in 1838 door F.C. Smits orgelmaker te Reek. Heeft 18 stemmen twee handclavieren aangehangen pedaal en drie blaasbalgen. Manuaal 1. Prestant 2. Bourdon D 3. Bourdon B 4. Holpijp 5. Prestant 6. Holfluit 7. Octaaf 8. Mixtuur 9. Trompet B 10.Trompet D
8 vt 16 16 84422 st 8 vt 8-
Positief. 1. Prestant 2. Viol di Gamba 3. Holpijp 4. Fluit 5. Octaaf 6. Flageolet 7. Basson B 8. Basson D 9 Koppeling
4 vt 884– 2– 1– 8 vt 8– Tremulant Ventil.
Opmerkelijk is de vermelding van een Flageolet 1’. Op de ontwerptekeningen van Smits is echter geen Flageolet 1’ aanwezig en kan ook niet in tweede instantie, zoals in St. Oedenrode, door Smits zijn aangebracht omdat de plaats ervoor niet aanwezig is op de lade. We kunnen er derhalve vanuit gaan dat het orgel niet met een Flageolet 1’ bezet is geweest. Het bedrag van f 3600,00 (of f 3550,00) was niet voldoende om alle kosten te betalen. Aanvullend werd betaald op 18 augustus 1838 f 1300 aan Wilmer voor de orgelkas; bovendien kostte het kleuren verven en vergulden van den orgel f 126,29; en er kwamen voorts nog kleinere bedragen bij voor o.a. planken, transport en verblijf.18
Periode 1838-1884 Tot aan 1863 vermelden de rekeningboeken van de kerk geen uitgaven voor orgelonderhoud. Wel kunnen we lezen dat vanaf 1840 vrijwel onafgebroken een organist in dienst van de kerk was, evenals een orgeltrapper die zijn functie verloor bij de komst van de motor in 1929. Het oksaal werd vergroot in 1847,19 een gebeurtenis die klaarblijkelijk geen gevolgen voor het orgel had. In 1852 komen we voor de eerste maal in de 19de eeuw de namen tegen van de organist, P. Roefs, en de orgeltrapper, P. van Gennip.20 Voorts kennen we een beschrijving van A. Bouman21 waarin gesproken wordt over een schoonmaak van het instrument in 1858 en 1874. Vanaf 1863 werd het instrument frequent onderhouden en vrijwel jaarlijks gestemd. Smits kwam driemaal meerdere dagen, in 1863 (6 dagen, f 16,50) in 1870 (6 dagen, f 26) en in 1874 (10 dagen, f 34) om groter onderhoud te verrichten.22 Tot rond 1875 bedroeg de prijs van een stembeurt tussen f 3,50 en f 5, hierna werd meestal f 10 gerekend.23 In 1882 werd f 62,00 uitgegeven aan het orgel, zonder nadere omschrijving.24 In de gangbare literatuur wordt vermeld dat in 1880 Paulus Lucianus Kuijte, orgelbouwer te Oss, het instru17 18 19 20 21 22 23 24
George Hendricus Broekhuyzen Senior, Orgelbeschrijvingen. Handschrift ca. 1850-1862. Uitgave verzorgd door A.J. Gier veld, Amsterdam 1986. dl.1, p. 332, N.77. PAD inv.nr I-VI.A.4, Uitgaaf van de Roomsch Catholieke kerk te Deurne 1838 -1852 PAD inv.nr I-VI.A.4 Uitgaaf van de Roomsch Catholieke kerk te Deurne 1838 - 1852 PAD inv.nr I-VI.A.4 Uitgaaf van de Roomsch Catholieke kerk te Deurne 1838 - 1852 Deze informatie is afkomstig van de aantekeningen van A. Bouman, overgenomen van een niet meer te traceren rekening boek van Smits. Smits archief Utrecht Rekeningboek Bg6. De werkzaamheden in 1870 worden in de rekeningboeken van de parochie als orgel schoonmaken omschreven. PAD inv.nr. II-IX. B1-4 PAD inv.nr. II-IX. B1-4
9
ment verbouwde waarbij de klaviatuur naar de zijkant verplaatst werd en de lade van het Positief vervangen werd25. Onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat de lade van het Positief qua factuur toch echt een Smitslade is en dat de ombouw van het instrument anders verlopen is en door een andere orgelbouwer is uitgevoerd. Mogelijk zijn er wel reguliere onderhoudswerkzaamheden verricht door Kuijte tussen 1874 en 1880, zie Kuilenburg, of mogelijk is er wel een offerte gemaakt door Kuijte voor een wijziging van het instrument.
Gebrs. Franssen 1884 Bij de verbouwing van de kerk in 1881- 1882 was het instrument in de kerk blijven staan. Aanvankelijk trachtte men het orgel te beschermen tegen alle gevaren die een grootscheepse kerkrenovatie met zich meebrengt door het instrument in te pakken: nota 2:…. alsmede het bekleeden van orgel met Asphalt en beplanken f 200.26 Het heeft echter niet mogen baten, want in het verslag van de kerkbestuursvergadering van 17 maart 1884 werd het volgende genoteerd: De voorzitter waagde het, op het gunstig batig slot, voor te stellen om het orgel dat, bij de restauratie in de kerk was blijven staan, en veel daardoor geleden heeft te laten bijmaken, de orgelkast met orgel te laten veranderen, en daarvan eene begrooting aan den Heer Fransen orgelmaker te Roermond te vragen, waarvan hij in de volgende vergadering kennis zal geven. W Brox.27 Ruim een maand later, op 22 april 1884 werd het volgende besloten: Daarop geeft de voorzitter kennis van de beloofde verandering van het orgel. Volgens de orgelmaker Fransen moest het eene groote verandering ondergaan, de geheele kast die voor op het zangkoor stond, zoude bestten tegen de toren muur verplaast worden, dan kwamen de zangers voor, hetgeen hen een groot gemak was, en het geluid beter in de kerk; de blaasbalken zouden vernieuwd en in den toren geplaatst worden, ook de trap zoude door de toren gemaekt worden; in het orgel eenige veranderingen en vernieuwingen van registers enz: De begrooting over alles was f 2,200. Na goedkeuring van het Kerkbestuur zoude men de bekrachtiging bij den Bisschop aanvragen. W. Brox28 Uit de archiefstukken blijkt, dat pastoor Brox al in een eerder stadium contacten met de orgelbouwer Franssen onderhield, want op 2 januari 1884 ondertekende hij een contract met de Gebrs. Franssen waarin men overeenkwam het orgel te verbouwen voor f 2500,00.29 Dit bedrag moest in een nog vroeger stadium ook al bekend zijn geweest, want in een Rekening der ontvangsten en uitgaaf van de vergrooting der R.K.Kerk te Deurne van de jaren 1881-1883 van 13 december 1883 wordt de volgende post vermeld: Nog te betalen voor reparatie aan het Orgel f 2500,00.30 Uiteindelijk, op 27 augustus 1884 ontvingen de Gebr. Franssen f 2600 voor hun werkzaamheden.31 De veranderingen die de Gebr. Franssen doorvoerden waren zeer ingrijpend. Het orgel werd naar achteren verplaatst, de kas van het Positief in de balustrade verdween, de nieuwe klaviatuur kreeg een plek aan de zijkant, alle mechanieken werden vernieuwd, de dispositie werd gewijzigd, de windladen werden gewijzigd, en de spaanbalgen werden omgebouwd tot een magazijnbalg. In feite ontstond door deze wijzigingen een heel ander type instrument. De nieuwe dispositie luidde als volgt (volgens contract Franssen):
25 26 27 28 29 30 31
Wout van Kuilenburg, Het werk van de orgelmakersfamilie Van Eijsdonk/Van Nistelrooy/ Kuijte, 1983, ‘s-Hertogenbosch PAD inv.nr II-IX.C2 kasboek 1889-1897. Aan de ommezijde van dit kasboek bevindt zich een overzicht van enkele posten die betrekking hebben op de verbouwing van de kerk in 1881-1882 PAD inv.nr. II-I.B11, 61 PAD inv.nr. II-I.B11, 61,62 PAD inv.nr II-V.A.1. De transcriptie van het contract is als bijlage 3 opgenomen. PAD inv.nr. II-V.B1. Een zelfde bedrag en gelijke formulering wordt gehanteerd in het bisschoppelijk archief, dossier Deurne. PAD inv.nr. II-V.A 1
10
Hoofdmanuaal Prestant 8 voet Bourdon 16 voet Violon di Gamba 8 voet (F) Holpijp 8 voet Prestant 4 voet Octave 2 voet Cornet 3 sterk (F) Basson 16 voet (F) Trompet 8 voet
Positief Violon Principaal 8 voet (F) Bourdon 8 voet Viola d’amoeur 8 voet (F) Prestant 4 voet Fluit 4 voet Octave 2 voet Clarinet 8 voet (vermaakte Basson 8’)
(F = nieuw pijpwerk van Franssen) Koppel Ventil (wellicht) Uit diverse hierna op schrift gestelde disposities32 en na bestudering van de aangetroffen toestand kon worden opgemaakt dat de Fluit 4’ op het Manuaal toch deels zijn plek behouden had.33 Ook is Fiol di Gamba 8’ niet verdwenen, want ze was nog grotendeels aanwezig als Prestant 8’ op het Positief in de aangetroffen toestand en door Franssen waarschijnlijk ingezet als Violon Principaal 8’. Tevens betrof het een vier-sterke Cornet in plaats van de genoemde drie-sterke Cornet. Op het Manuaal sneuvelde dus wel de Mixtuur 2st. Tevens wordt bij elke dispositieopgave van ná 1884 vermeld dat er een Voix céleste aanwezig zou zijn geweest. Aannemelijk is dat dit gebeurd is bij de verbouwing door de Gebrs. Franssen, de laden werden immers toch opnieuw ingedeeld. Er is bovendien geen archivalisch bewijs gevonden van een eventuele toevoeging ná 1884. De belangrijkste reden die werd opgegeven voor deze ingrijpende werkzaamheden was dat de zangers nu voor het orgel konden plaatsnemen. Tegelijkertijd kreeg de dispositie een ander karakter door het verwijderen van de Mixtuur en het plaatsen van een aantal grondstemmen. Dit sloot naadloos aan bij de tijdgeest: de zangkoren kregen een steeds belangrijkere rol in samenwerking met het orgel, en de klank van het orgel werd breder en donkerder als gevolg van de veranderde smaak en compositiestijl. De argumentatie dat het beter zou zijn voor de klank om het orgel te verplaatsen, zoals genoemd in het contract met Franssen en in bovenaangehaalde kerkbestuursvergadering, is niet overtuigend en lijkt meer een verkoopargument te zijn geweest. Overigens moet er ook een gedachte zijn geweest om het orgel in een nieuwe kas te plaatsen, of misschien een geheel nieuw orgel te vervaardigen. Er is een tekening bekend van Pierre Cuypers met een neo-gotische kas:34
32 33 34
Zie bijlage 7 PAD inv.nr. II-V.C3 Met dank aan Hans Flapper
11
Periode 1884 – 1896 Het jaarlijkse onderhoud bleef men trouw uitvoeren. De prijs ging na 1889 iets omhoog: van f 10 naar f 12.35 Er was eenmaal sprake van een grotere uitgave: reparatie orgel(buitengewoon) van f 141,25 in juli 1893.36
P. L. Kuijte 1896/1897 P.L. Kuijte offreerde op 17 oktober 1896 een drietal opties voor een grote onderhoudsbeurt van het orgel.37 De goedkoopste optie van f 45,00 bestond uit het regelen van de mechanieken, het repareren van defecte orgelpijpen, en het schoonmaken en stemmen van de pijpen. De tweede optie was f 20,00 duurder en had als extra werkzaamheden het gedeeltelijk uitnemen van de pijpen van het Positief en het uitneembaar maken van de panelen aan de achterzijde. Bij de duurste optie van f 100,00 werden bovendien alle pijpen uit het orgel genomen, natuurlijk om ze beter te kunnen schoonmaken, en bovendien was er nog apart vermeld als punt 5: Het orgel geheel schoonmaken. Deze laatste, duurste optie is uiteindelijk uitgevoerd, af te leiden uit de aangevraagde machtiging van 6 oktober 189738 en het betaalde bedrag van f 125 in september (sic)1897.39 De 35 36 37 38 39
PAD inv.nr. II-IX. B1-4 PAD inv.nr.II-IX.C2 kasboek 1889 - 1897 Rekeningboek van Albert Kuijte, Wout van Kuilenburg Boxmeer PAD inv.nr. II-V.C3 PAD inv.nr. II- IX.C2 kasboek 1889 - 1897
12
meerprijs had in elk geval deels betrekking op de verblijfkosten, deze waren in de drie genoemde opties niet inbegrepen.
Periode 1897 – 1912 Na de werkzaamheden in 1897 vond in 1900 de volgende stembeurt plaats voor een bedrag van f 15.40 Een vermelding van een stembeurt in 1898 door Kuijte kan in de Deurnse archieven niet worden teruggevonden, maar is uiteraard niet uitgesloten.41 Een jaar later op 14 juli 1901 vond een kostbare stembeurt van f 125 plaats, vermeld is slechts: orgelstemmen.42 Het kan ook om een verschrijving gaan, want in de corresponderende jaarrekening is een bedrag van f 12 vermeld.43 Vanaf dit moment werd de draad weer opgepakt. In 1905 ging de prijs omhoog en varieerde sindsdien van f 27,50 tot f 35.44 Als aanloop naar de werkzaamheden in 1912 moesten de Gebrs. Franssen al in 1911 een behoorlijke reparatie ten bedrage van f 94,95 uitvoeren: Orgelreparatie Gebr. Franssen, 25 oktober 1911.45 In 1904 wordt de naam van Toon Keunen vermeld, hulporganist.46
Gebrs. Franssen 1912 Het is opmerkelijk dat er na de schoonmaak door Kuijte al vrij spoedig weer mankementen aan het orgel ontstonden. Wellicht was het kerkbestuur ook enigszins beschaamd om opnieuw toestemming te vragen aan de bisschop om het orgel te laten opknappen, getuige het bijna verontschuldigende karakter van de aanvraag voor de machtiging, gedateerd 19 juni 1912: Ons orgel verkeert in desolaten toestand en vraagt dringend om eene degelijke restauratie. Wij hadden reeds lang gemerkt, dat er leelijke mankementen aan waren; maar wij dachten:het zal nog wel een tijd gaan. Nu heeft echter een onderzoek door de Roermondse orgelfabrikanten Gebrs. Franssen ons tot de conclusie gebracht, dat wij niet langer meer met de schoonmaking en restauratie van het orgel mogen wachten. Zooals uit aangehecht schrijven der firma Gebrs. Franssen (dat wij beleefd terugverwachten) blijkt vragen zij voor het heele werk de som van f 600,- terwijl de verblijfkosten der werklieden gedurende ± eene maand, het besorgen van een trapper en nog eenige transportkosten ook voor rekening der kerk komen. De totale kosten hebben wij daarom begroot op eene som van f 700,- à f 750,- welke gelden uit de gewone inkomsten der kerk te vinden zijn.47 Een dag later werd de machtiging al verleend als No. 1844. De offerte van de Gebrs. Franssen van 12 juni 1912 voorzag in een schoonmaak, een verbetering van de mechanieken, herstel van de windaden die ten tyde der restauratie der kerk door water geleden hebben doorspraken zijn ontstaan, een herstel van de Basson 16’ en de Clarinet 8’ en deze registers met nieuwe koperen mondstukken te voorzien, het innemen van het verzakte front en dit vervangen door pijpen van geallumineerd zink, herstel van de blaasbalg, en het stemmen en intoneren van het gehele orgel.48 De begroting was niet slecht geschat, want de kosten bedroegen uiteindelijk f 659,50: f 600,00 voor de orgelbouwer (betaald op 17 september 1912)49, vermeerderd met f 57,00 voor 57 dagen kostgeld en f 2,50 voor de orgeltrapper (beide bedragen betaald op 30 augustus 1912).50 Opvallend is dat er sprake is van een kerkrestauratie waardoor de windladen waterschade zouden hebben opgelopen. Het is onduidelijk of daarmee de grote verbouwing van de kerk van 1881- 1882 werd bedoeld, of dat er sprake was van een kerkrestauratie of -herstel tussen 1897 (schoonmaak van het instrument door 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
PAD inv.nr. II IX.C13 kasboek 1898-1908. In de jaarrekening is f 12 vermeld. Wout van Kuilenburg, Het werk van de orgelmakersfamilie Van Eijsdonk/Van Nistelrooy/ Kuijte, 1983, ‘s-Hertogenbosch PAD inv.nr II IX.C13 kasboek 1898-1908 PAD inv.nr. II IX.B5 Rekeningen 1899- 1930 PAD inv.nr. II IX.B5 Rekeningen 1899- 1962 PAD inv.nr.II-X.C3 kasboek jan 1908 - 31 dec 1915 PAD inv.nr II IX.C13 kasboek 1898-1908 PAD inv.nr. II-V.C3 PAD inv.nr. II-V.C3. Dit archiefstuk is als bijlage 4 toegevoegd. PAD inv.nr.II-X.C3 kasboek jan 1908 - 31 dec 1915 PAD inv.nr.II-X.C3 kasboek jan 1908 - 31 dec 1915
13
Kuijte) en 1912 (offerte van de Gebrs. Franssen). In het eerste geval is het opmerkelijk dat het orgel 15 jaar na de schoonmaak door Kuijte blijkbaar opnieuw vervuild was, en dat Kuijte de schade aan de windladen niet gerapporteerd heeft. In het tweede geval zou het kunnen gaan om een incidentele lekkage van het dak, schade aan de windladen veroorzakend, ergens ontstaan na 1897. Maar ook dan blijft een schoonmaak van het orgel in 1912 vragen oproepen. Had Kuijte zijn werk wel goed gedaan, waren er hak- en breekwerkzaamheden geweest in de kerk, was de bepleistering naar beneden gekomen, of hadden de Gebrs. Franssen de zaak erger voorgesteld dan het was? Wel gedocumenteerd is aanbrengen van schilderingen in 1903 door Theodorus Hermsen, het is mogelijk dat dit tot schade aan het orgel geleid zou kunnen hebben. Een belangrijk verlies betreft de frontpijpen. Originele frontpijpen zijn waardevol, niet alleen omdat ze kostbaar zijn, maar ook omdat ze dikwijls informatie geven over toonhoogte, ingrepen in de historie, en soms de richting bepalen voor een te reconstrueren stemmingsstelsel.
Periode 1912 - 1947 Tot 1947 is in de jaarrekeningen telkens een bedrag voor het orgel opgenomen. Deze bedragen komen niet altijd exact overeen met de bedragen in de kasboeken. Grosso modo varieerden de stemtarieven tussen f 20 en f 60 per jaar.51 In 1913 en 1914 worden de Gebr. Franssen genoemd als orgelstemmers.52 De naam van orgelmaker Vermeulen wordt genoemd in 1929 wanneer deze een motor levert: motor voor orgel en rep. voor f 400,- op 19 januari 1929, gevolgd door reparaties en orgelstemmen op 5 juni 1929 voor in totaal f 206,00.53 Vermeulen bleef sindsdien het orgel onderhouden. Joseph Scheepers was inmiddels tot organist benoemd, zijn naam keert geregeld in de kasboeken terug. In een parochiememoriale54 wordt in 1947 gerept van het 25-jarig organistschap van Jos. Scheepers, dus terugrekenend zou hij in 1922 zijn aangesteld als organist. Medio jaren 50’ verschijnt in de kasboeken de naam van Harry Scheepers als organist. De eerste signalen dat het bergafwaarts ging met het instrument zijn te lezen in de rekeningen van de kerk: al in 1936 werd gesproken over restauratie orgel oude kerk waarbij geen bedrag is ingevuld,55 en in 1943 is genoteerd: Pro memorie: Noodig herstel orgel en doopkapel.56
Gebrs. Vermeulen 1947 Blijkbaar was er echt dringend groot onderhoud aan het orgel nodig, of was men over het instrument als zodanig niet meer tevreden, want op 25 september 1947 stelden de Gebrs. Vermeulen een aantal gedachten op hoe verder te gaan met het instrument.57 Het advies van Vermeulen luidde om een compleet nieuw elektropneumatisch orgel te bouwen in de bestaande kas. Manuaal II zou daarbij in een zwelkast in de toren geplaatst worden. Het orgel kon volgens Vermeulen eventueel wel tegen grote kosten worden gerestaureerd, maar dit werd als niet afdoende bestempeld. Wel werd aangegeven dat bij behoud van de kas het zinken front plaats zou moeten maken voor een tinnen front. Dit rapport leidde tot een verweer van Hub. Houët, orgeladviseur van de KKOR en organist, waarin hij Vermeulen van repliek diende en een lans brak voor de historische waarde van het instrument en er zo mede voor zorg droeg dat het nog aanwezige historisch materiaal voor een groot deel bewaard gebleven is.58 Hij gaf tevens aan, een uitbreiding met een zelfstandig pedaal van 4 registers erg handig te vinden, een wens die voor een praktiserend organist niet vreemd is.
Periode 1947 - 1952 Het orgel werd, uitgezonderd in 1950, elk jaar in deze periode gestemd waarbij de prijzen varieerden van f 51 52 53 54 55 56 57 58
PAD inv.nr.II-IX.B5 Rekeningen 1899 - 1962 PAD inv.nr.II-X.C3 kasboek jan 1908 - 31 dec 1915 PAD inv.nr II-X.C4 kasboek 1929-1931,1942 PAD inv.nr II-I.B11 PAD inv.nr. II IX B5 Rekeningen 1899 - 1962 PAD inv.nr. II IX B5 Rekeningen 1899 - 1962 PAD inv.nr. II-V.C3 PAD inv.nr. II-V.C3
14
19,50 tot f 90.59 De enige naam van een vermoedelijke orgelbouwer die genoemd wordt is Bankers die in 1951 aan het orgel werkte.60 Op 19 februari 1948 kwam de toestand van het orgel in de kerkbestuursvergadering aan de orde: Dan werd besproken onderzoek in te stellen over algeheele vernieuwing of mogelijk herstel van het orgel alsmede vergrooting van ’t zangkoor.61 Enkele maanden later, op 26 juli 1948, werd besloten om het een en ander voorlopig uit te stellen: Vernieuwing van koor en orgel wordt geacht voorloopig nog te kostbaar.62 Op 2 september 1949 werd f 49,35 betaald aan J. Tielens, installateur, in verband met werkzaamheden aan de orgelmotor.63
J.J. Elbertse & Zoon 1951/1954 Nadat de plannen van de Gebrs. Vermeulen gesneuveld waren en men voorlopig wilde afzien van een restauratie, ging men uiteindelijk toch gesprekken aan met de firma Elbertse & Zoon uit Soestdijk. Dit leidde tot een voorstel van de firma, gemaakt in samenspraak met adviseur Hub. Houët, gedateerd 27 december 1951.64 In de 1e alinea van de offerte wordt een samenvatting van de werkzaamheden gegeven: De laatste bespreking op 27 Nov. met den WelEd.Heer Hub. Houët te Eindhoven heeft tot resultaat geleid tot algehele restauratie van het orgel, met behoud van de mechanische sleepladen, regeerwerk en tractuur; het bijbouwen van een vrij pedaal en het aanbrengen van wijzigingen in de dispositie. Dat er nadrukkelijk op gewezen wordt dat de laden en tractuur behouden bleven, wil zeggen dat men waarschijnlijk ook andere opties besproken had. De voorgenomen plannen waren als volgt omschreven, in samenvatting genoteerd, tevens waar nodig voorzien van opmerkingen van de hand van Marcel Verheggen waar de offerte gerelateerd wordt aan de aangetroffen toestand in 2006 - 2008: Kas Over de kas is nauwelijks iets genoteerd. De enige opmerking betreft de volgende: In de panelen van de kastdeuren aan de bovenzijde en in het vlakke kastwerk daarboven, zouden openingen worden gemaakt om het geluid van de registers van man.II meer in de Kerk te brengen. Opmerking: Dit was niet gerealiseerd. Laden Deze zouden geheel nieuw opgemaakt worden naar een verbeterd systeem. De cancelopeningen zouden worden vergroot; de ventielkasten zouden worden verdiept; veren, ventielen en pulpeten zouden worden vernieuwd; laden, slepen en stokken zouden worden afgevlakt; het leer zou overal worden vernieuwd; en tot slot zouden er ontlaad-apparaten aan de onderzijde van de laden gemonteerd worden. Verwormde roosters zouden worden vernieuwd. Opmerking: De ventielen bleken deels gewijzigd, maar wel nog origineel te zijn, en een verdieping van de ventielkasten is niet waargenomen. Klavieren en mechanieken De meeste draaipunten zouden met kernlaken worden ingevoerd; mechanische onderdelen van de klavieren zouden worden vernieuwd; de klavieren zouden met nieuw elfaniet worden belegd; de abstractuur zou worden voorzien van nieuwe schroefdraden en dubbele leren moeren, het leer van de walsen en de winkelhaken zou worden vernieuwd; er zou een nieuwe manuaal- en pedaalkoppeling gemaakt worden; en verder zouden alle voorzieningen voor een nieuw pedaalklavier getroffen worden: nieuw pedaal-walsbord, nieuw pedaalklavier van 27 toetsen naar Mechelse indeling, en een nieuwe verstelbare orgelbank. Tevens zouden alle registerplaatjes vernieuwd worden. Opmerking: Deze werkzaamheden bleken voor het grootste deel conform de beschrijving te zijn uitge59 60 61 62 63 64
PAD inv.nr. II-V.C3 PAD inv.nr.II-IX.C7 Kasboek 1950 1951 PAD inv.nr. II-I.B11 PAD inv.nr. II-I.B11 PAD inv.nr. II-IX.C7 Kasboek 1948,1949, 1953 PAD inv.nr. II-V.C3. Dit archiefstuk is als bijlage 5 toegevoegd.
15
voerd. Windvoorziening De nodige lekkages zouden worden hersteld; de windkanalen zouden worden vergroot, verlegd en gedeeltelijk vernieuwd; er zou een nieuwe regulateur voor het tweede klavier worden aangebracht ; de trapinrichting achter het orgel zou worden verwijderd; tot slot zou wordt een nieuwe motor geleverd worden van voldoende capaciteit (Meidinger 220/380 volt), op te stellen in een kast in de toren. Opmerking: Er bleken drie nieuwe regulateurs geleverd te zijn. Pijpwerk De nieuwe dispositie zou de volgende gestalte krijgen (toevoegingen zoals in de offerte):
Manuaal I
Manuaal II
Prestant 8 voet Bourdon 8 voet Salicional 8 voet nieuw Octaaf 4 voet Fluit 4 voet 12 gr. nieuw Prestantquint 2 2/3 voet nieuw Octaaf 2 voet 3 gestr. nw. Cornet 4 sterk, af c1 Mixtuur 3-5 sterk nieuw Trompet 8 voet nieuw
Prestant 8 voet Bourdon 8 voet Prestant 4 voet Fluit Octav. 4 voet 12 gr. nieuw Nasard 2 2/3 voet nieuw Piccolo 2 voet 3 gestr. nieuw Terts 1 3/5 voet nieuw Kromhoorn 8 voet nieuw
Vrij pedaal Subbas 16 voet ged. nieuw Gedekt 8 voet p.tr. uit 1. (Subbas 16’, MV) Octaafbas 8 voet nieuw Octaaf 4 voet p/tr. uit 3. (Octaafbas 8’, MV) P+I I + II De lijmnaden van de houten pijpen zouden opnieuw van lijm worden voorzien, verwormde pijpen of delen ervan zouden hetzij behandeld worden, hetzij vernieuwd worden. Bij de Subbas 16’ zouden er enkele pijpen bijgemaakt worden om de mensuur wijder te maken. Stemstoppen zouden opnieuw worden bevilt en beleerd. Bij de metalen pijpen zouden alle noodzakelijke reparaties worden uitgevoerd. Door tinpest aangetaste pijpen of voeten zouden worden vernieuwd. De Prestant 8’ van het 1e manuaal zou krachtiger worden gemaakt, de frontpijpen zouden nieuwe stemkrullen krijgen, en de binnenpijpen (van de Prestant 8’) zouden worden voorzien van stemschuiven. Het groot octaaf van de Prestant 8’(man II) en de Salicional 8’(man I) zouden op aparte nieuwe pneumatische windladen worden geplaatst. De pedaalregisters zouden op een elektropneumatische lade geplaatst worden. De toonhoogte zou gelijk blijven, en de nieuwe en oude registers zullen zoveel mogelijk kloek en groot en in overeenstemming tot elkander worden geïntoneerd. Het gehele orgel inclusief pijpwerk zou worden schoongemaakt. De geoffreerde prijs was f 21.500,00 waarin inbegrepen reis- en transportkosten alsmede twee reeds eerder uitgevoerde reparaties in april en mei 1951. Opmerking: Het pijpmateriaal was uiteindelijk toch iets anders samengesteld is dan wat op grond van de offerte verwacht had kunnen worden, meer daarover in de paragrafen met betrekking tot de beschrijving van het orgel in de aangetroffen toestand. 16
Alles overziende, betrof het een forse ingreep waarbij de wens om over een meer boventoonrijk orgel met zelfstandig pedaal te kunnen beschikken de overhand had. Deze wijze van het beschouwen en aanpassen van een orgel was in die dagen niet ongebruikelijk. Na decennia van voornamelijk fabrieksmatig geproduceerde orgels, werden rond 1950 instrumenten uit de 17de en 18de eeuw in Noord-Duitsland maatgevend. Echter, niet het totaalconcept, maar losse elementen van deze Noord-Duitse stijl werden naar believen geïsoleerd toegepast in nieuwbouw- of te restaureren instrumenten. Men verkeerde onder invloed van de neo-barok! Met name was men enthousiast over de hogere stemmen, het zelfstandige pedaal en de mechanische tractuur. Deze elementen zijn daarom herkenbaar in de plannen van Elbertse. Op dezelfde datum als de offertedatum, 27 december 1951, werd het contract getekend. Het was de bedoeling om in de tweede helft van januari 1952 te starten met de uitvoering van de werkzaamheden. Blijkbaar was het echter niet eenvoudig om de benodigde financiële middelen bij elkaar te krijgen, want in een brief van 7 februari 195265 stelde de orgelbouwfirma voor om het werk dan maar in twee delen uit te voeren, geïnitieerd door een brief van Hub. Houët van 13 januari 1952 waarin deze aangaf dat er nog onvoldoende financiële middelen waren. Het nieuwe plan was om eerst alle werkzaamheden aan het hoofdwerk uit voeren en een nieuwe motor te leveren, om in de tweede fase de overige werkzaamheden te verrichten. In het rapport van de keuring van het orgel door Hub. Houët van 5 augustus 195466 werden de diverse etappes keurig vermeld: In maart 1953 was het hoofdwerk gereed, met Kerst van hetzelfde jaar waren de werkzaamheden aan het onderpositief afgerond, en met Pasen 1954 was ook het pedaal gereed. Houët was zeer te spreken over de restauratie en gebruikte onder andere de volgende formuleringen:…dat de Firma J.J Elbertse de haar gegeven opdracht met grote zorg en stiptheid hebben volvoerd....Evenals de lade van het Bovenwerk is ook die van het ondermanuaal grondig en vakkundig gerestaureerd...Het oude pijpwerk is voortreffelijk gerestaureerd...Aan de intonatie werd de uiterste zorg besteed en men verkreeg ’n prachtig geheel. Verder vermeldde hij dat de windrust, welke vroeger verre van ideaal was, geheel verbeterd [is].Ook blijkt de samenstelling van de Mixtuur gedurende het project te zijn gewijzigd. Voorts was er sprake van drie nieuwe regulateurs. Dat er geringe wijzigingen in de uitvoering van de plannen waren opgetreden, blijkt eveneens uit de eindafrekening van J.J. Elbertse.67 Hierin is vermeld dat de Subbas 16’ geheel nieuw is, in tegenstelling tot de plannen om de oude Bourdon 16’ hiervoor in te zetten; en dat er twee nieuwe windregulateurs geleverd zijn, voor elk manuaal één, in plaats van hergebruik van een oude regulateur. (Hub Houët spreekt van drie nieuwe regulateurs). Er wordt tevens een bedrag van f 130,40 gerekend voor extra werkzaamheden aan mechanieken en stemmen, veroorzaakt door ondeskundige behandeling van de orgelkast tijdens schoonmaak der Kerk in Juli 1953. Op zondag 8 augustus 1954 om 15.00 uur werd het orgel plechtig ingezegend en ingespeeld bij gelegenheid van het zilveren priesterfeest van pastoor J. P. van Dinter.68 Harry Scheepers speelde voor het Lof het Preludium en Fuga in fis van Dietrich Buxtehude, overigens geen geringe opgave! Na het Lof nam Hub. Houët plaats op de orgelbank en speelde werken van Johann Sebastian Bach (Fantasia en Fuga in g, Wachet auf), Georg Friedrich Händel (Concerto no 2 in Bes), en het slotdeel, Choral Varié, van het Veni Creator van Maurice Duruflé, ook beslist geen eenvoudig programma, illustratief voor het vakmanschap van de betrokken organisten.
Periode 1954 – 2008 Na de restauratie van 1953/1954 was het orgel nog langere tijd in onderhoud bij Elbertse. Uit de jaarrekeningen blijkt dat het instrument vrij regelmatig gestemd werd,69 maar in jongere jaarrekeningen is geen aparte post meer opgenomen voor het orgel zodat niet meer vastgesteld kan worden aan de hand van deze stukken 65 66 67 68 69
PAD inv.nr. II-V.C3 PAD inv.nr. II-V.C3 PAD inv.nr. II-V.C3 PAD inv.nr. II-XII.C43 PAD inv.nr. II-IX.B5 Rekeningen 1899 - 1962
17
in hoeverre er onderhoud gepleegd is.70 Aannemelijk is wel dat het onderhoud op een gegeven moment overgegaan is naar de Gebrs. Vermeulen uit Weert. Vanaf die tijd werd het orgel, voor zover als mogelijk, onderhouden door Frans Vermeulen. Er is een aantal rekeningen bewaard gebleven met gespecificeerde werkzaamheden van Elbertse.71 Het betreft twee stembeurten met onderhoudswerkzaamheden in 1958, een advies voor de afscherming van het orgel in verband met de kerkrestauratie in 1962 (en de huur en reparatie van een harmonium), het verplaatsen van de motor en bijbehorende werkzaamheden in januari 1964, het schoonmaken van tongen van de Trompet 8’ omdat dit koperwerk was aangeslagen door het stucadoorwerk in april 1964, en het stellen van ventielen en het stemmen van het orgel in december 1964.
70 71
PAD inv.nr II-IX.C7 tm/20 PAD inv.nr. II-V.C3
18
Het orgel in de aangetroffen toestand De toestand van het orgel was verre van optimaal. De laden waren toe aan een grondige restauratie, het orgel was erg vervuild, de mechanieken functioneerden niet naar behoren en het pijpwerk sprak slecht. Het pijpwerk was inmiddels een hybride verzameling, de windvoorziening was gebrekkig (regulateurs i.p.v. fatsoenlijke balgen), de kas was aangetast door de verwijdering van het front van het onderpositief, en er was een electropneumatisch pedaal toegevoegd. Het oorspronkelijke Smits-concept was nog duidelijk herkenbaar, maar veel originele delen waren verdwenen.
Kas Het oorspronkelijk onderpositief was in 1884 verwijderd waarbij de opengevallen plaats was opgevuld met drie eiken deuren, afkomstig van de achterzijde.
De drie deuren aan de voorzijde Aan de originele achterzijde waren alle panelen en deuren verdwenen, aan de linkerzijde was het originele paneel vervangen door de speeltafel. Aan de achterzijde waren nog de registergaten in de stijlen aanwezig.
19
Originele registergaten linkerzijde
Originele registergaten rechterzijde
Er bevonden zich ook nog delen van oude scharnieren aan enkele stijlen aan de achterzijde. De kas was vervuild en op diverse plaatsen beschadigd, en er waren sporen van houtworm aangetroffen. Met name de consoles vertoonden ernstige scheurvorming, evenals de lijst onder het front.
De console onder de middentoren
20
Gescheurd bandwerk Het hout aan de voorzijde onder de krans vertoonde een knik. Dit wees op een verzakking. Een belangrijke dwarsregel aan de achterzijde was doorgezaagd om een windkanaal door te kunnen voeren. De kas was in diverse tinten groen geschilderd.
Het orgel tot 2008
21
Bij de demontage zijn aan de bovenzijde van de torens enkele namen gevonden van mensen die aan het orgel gewerkt hebben. De oudste vermelding in verf is van A. Bekkers, 5 jan ‘17. Het betreft vermoedelijk schilderswerkzaamheden. De volgende vermeldingen dateren uit 1963 en zijn met verf in nette schildersletters aangebracht: M.H. Slits schilder 25 Dec’ 63 en F. Verheijen schilder 1963 DEC. Dit zijn de schilders die hoogstwaarschijnlijk de kas van de groene kleurlaag hebben voorzien. De laatste vermelding is met potlood en lastig leebaar. Het gaat in elk geval om Frans Thielen die in 1964 werkzaamheden heeft uitgevoerd. Tevens is vastgesteld dat aan de bovenzijde op de torens geen beelden hebben gestaan. Er is niet het minste spoor aangetroffen van een oude bevestiging.
Aangetroffen dispositie Manuaal (II) C – f ’’’
Onderpositief (I) C – f ’’’
Pedaal (unit) C – d’
Prestant 8’ Bourdon 8’ Salicionaal 8’ Octaaf 4’ Fluit 4’ Prestantquint 2 2/3’ Octaaf 2’ Mixtuur 3-5 st. Cornet D 4 st. Trompet 8’
Prestant 8’ Bourdon 8’ Prestant 4’ Fluit Oct. 4’ Nasard 2 2/3’ Piccolo 2’ Terts 1 3/5’ Kromhoorn 8’
Subbas 16’ Octaafbas 8’ Gedekt 8’ Octaaf 4’
Koppelingen: II + I, Pedaal + II Samenstelling Mixtuur: C 1 1/3 1 2/3
c 2 1 1/3 1
g’ 2 2/3 2 1 1/3
Samenstelling Cornet c1:
2 2/3
2
4
1 3/5
Manuaalomvang: C – f3 Pedaalomvang: C - d1 Toonhoogte: a1 = 437 Hz bij 19 C0 Stemming: gelijkzwevend
Speeltafel en mechanieken De speeltafel dateerde uit 1884 en was gemaakt door de Gebrs. Franssen. Ook de grenen abstractuur en registratuur waren voor het grootste deel gemaakt in 1884. De wellenramen onder de laden waren van eik, evenals de wellen (1884). De armpjes en draden waren van metaal. Het zachthouten pedaalwellenbord was van Elbertse uit 1954. De bijbehorende wellen waren van metaal.
22
De speeltafel tot 2008
De ombouw om de speeltafel was geheel van eik, evenals de toetsen van het manuaal en het pedaal, de bank, het schuine knieschot en de klavierklep (een korte voorklep was verdwenen). De boventoetsen waren met ebben belegd. Het beleg van de ondertoetsen (elfaniet) en de registerplaatjes dateerden van 1954. De bakstukken waren van zachthout en belegd met palissander. De registerknoppen waren eveneens van palissander. Het pedaal (naar Mechelse indeling) en de bank waren vervaardigd door Elbertse in 1954. De toestand van het mechanische deel was slecht: het toucher was zeer taai, het geheel was sterk vervuild, en draaipunten waren uitgesleten. De registertrekkers hadden een zware gang.
Windvoorziening De windvoorziening was geheel nieuw gemaakt in 1954. Ze bestond uit drie regulateurs die elk één werk bedienden.
Regulateur positief De windkanalen bestonden uit vierkante zachthouten kanalen en ronde kartonachtige doorvoeringen. Het leer van de regulateurs was nog in redelijke conditie. Bij de windkanalen was er sprake van lekkage. Het mo23
torgeluid was erg fors. De motor (eveneens 1954) bevond zich in een nis in de torenmuur en was niet in een geluiddempende kist geplaatst. Het geheel was erg vervuild. De winddruk van het onderpositief bedroeg 80 mm, van het hoofdwerk 85 mm en van het pedaal 75 mm.
Windladen De eiken windladen van hoofdwerk en onderpositief waren origineel, maar door de verbouwingen anders ingedeeld. Tevens was de lade van het Positief voorzien van kikkerlijsten. De ventielen waren nog origineel, maar wel aangepast: de stift was nu aan de voorzijde geplaatst en liep in een later aangebrachte houten uitsparing. Ook zichtbaar waren de plekken waar de originele (verdwenen) wervels van de voorslagen aan bevestigd waren.
Ventielkast positief,ook is de kikkerlijst zichtbaar.
Ventielkast hoofdwerk De lade van het Positief was door Franssen ongeveer 45 cm naar rechts verlegd en 180o gedraaid om plaats te bieden aan de klaviatuur. De inkeping van de originele plaats van de ligger was nog aanwezig.
24
De originele inkeping van de ligger
Detail hoofdwerkladen met origineel aanhechtingspunt van de registermechaniek Een groot deel van de roosters was niet meer origineel. De pedaalregisters waren op elektropneumatische hulpladen afgevoerd (Elbertse 1954). Het leer van de manuaalladen verkeerde nog in redelijke toestand. Er was flink wat doorspraak, de laden waren lek en zeer vervuild. De lade-opstelling van het onderpositief : (speeltafel) C D E… fis gis b || c1 cis1 d1 dis1……..f3 || h a g……F Dis Cis
De lade opstelling van het hoofdwerk : (speeltafel) G A H cis dis ......f3 || F Dis Cis C D E Fis || e3...e d c B Gis
25
Pijpwerk Het pijpwerk was een hybride verzameling van diverse makelij en verkeerde in matige tot redelijke staat. Het was in elk geval zeer vervuild. Na bestudering van de archivalia en het pijpwerk kon de volgende lijst worden opgemaakt (lade-volgorde, van voorzijde naar achterzijde, tenzij anders vermeld, worden de toetsnamen gehanteerd): Hoofdwerk
Deel van pijpwerk op hoofdwerklade Cornet 4 sterk
Gebrs. Franssen 1884. Het grootste deel van de pijpen voorzien van expressions.
Prestant 8’
C - fis in front, zink met expressions, Gebrs. Franssen 1912. Sprekend waren de twee maal zes pijpen van de buitenste velden, en de zeven pijpen van de middentoren. Binnenpijpwerk Elbertse 1954, voorzien van expressions.
Achterzijde frontpijpen Salicionaal 8’
C - H zink, Elbertse 1954; vervolg metaal Elbertse 1954, alle pijpen expressions.
Octaaf 4’
C - H zink, Elbertse 1954, vervolg metaal Elbertse, voorzien van expressions t/m g2, stemlappen t/m h2; vervolg op lengte.
Bourdon 8’
C - H zachthout gedekt, eind 19de eeuw, Franssen?; c - dis zink gedekt, Elbertse 1954. Vervolg metaal gedekt, Smits-factuur 1838. Slechts twee inscripties aangetroffen: 26
f3 bleek afkomstig van de oude Bourdon 16’, de overblijvende reeks e – e3 bleek bij de restauratie conform de aangetroffen inscriptie c geplaatst te moeten worden van Fis – fis2. Voeten voor een klein deel aangetast, kernen relatief gaaf. De houten stoppen zaten erg los, evenals de hoeden die voorzien waren van viltringen. Prestantquint 2 2/3’
Elbertse 1954, geheel metaal, C - c2 voorzien van expressions, cis2 - e2 voorzien van stemlappen, overig op lengte.
Octaaf 2’
C – Dis Elbertse 1954, vervolg Smits 1838. C - h2 voorzien van expressions, vervolg op lengte. Gave kernen, relatief ongeschonden voeten. Voorzien van toonhoogteinscripties. e – fis en gis – ais (toetsnamen)bleken afkomstig te zijn van de oude Mixtuur op grond van de originele inscriptie ms. dis bleek afkomstig te zijn van de Prestant 8’ op grond van de originele inscriptie p 8. Tevens bleken de pijpen opgeschoven te zijn en zijn bij de restauratie een grote terts teruggeschoven naar hun oorspronkelijke plek.
Fluit 4’
C – H zink Elbertse 1954, gedekt. Het vervolg bleek deels van Smits en een verminderde kwint opgeschoven te zijn. Na terugschuiven zijn dan aanwezig van Smits en behorende bij de oorspronkelijke Fluit 4’: Fis – c, fis – a, h - d1, f1 en fis1. Dit Smits-deel is voorzien van toonhoogte-inscripties en de toevoeging fl. De toon c droeg de inscriptie F #. Kernen en voeten redelijk gaaf. Verder zijn op grond van originele inscripties in de tussenliggende plaatsen pijpen teruggevonden van de Bourdon 16’: cis2 – f2 en ais2, dis3, e3 (is de plaats na de restauratie, voorheen twee octaven dieper geplaatst).
Mixtuur 3-5 st.
Elbertse 1954
Trompet 8’
Elbertse 1954 C - H voorzien van zinken bekers. Enige aantasting van lepels en tongen.
Onderpositief Kromhoorn 8’
Elbertse 1954. Geheel metaal, en voorzien van deksels. Koppen: geringe oxidatie, even als de messing lepels en tongen.
Kijkje in het onderpositief
27
Fluit Oct. 4’
C – H metaal gedekt onbekende herkomst, rond bovenlabium, uit voorraad Elbertse 1954?; c - dis gedekt, onbekende herkomst, vervolg open; e, f, a, b, h 19de eeuws; fis en gis waren eveneens van Smits en oude frontpijpen van het onderpositief. Ze kennen de inscriptie Veld positief en beide d of dis, ook op g bevond zich een oude frontpijp met een vrijwel onleesbare toonhoogte en de aanduiding Veld positief. De voeten waren waarschijnlijk wel van Smits, maar niet in hun oorspronkelijke context gebruikt. C - gis2 m.u.v. d1 en dis1 19de eeuws van onbekende herkomst, voorzien van een gaatje in het corpus en dubbele lengte, geen originele inscripties; d1 en dis1 waren oude frontpijpen met de inscripties Veld Positief fis of g; a2 - f3 Smits, maar een octaaf naar boven opgeschoven en voorzien van een niet-origineel gaatje in het corpus. De typische Smits-inscripties waren aanwezig af a2 met toonhoogte en de vermelding fl p, verder enige aantasting van de voeten, en de bovenranden waren sterk beschadigd (dit was ondervangen door het plaatsen van stemringen).
3 soorten makelij in het klein octaaf Terts 1 3/5’
Elbertse 1954, metaal.
Piccolo 2’
Elbertse 1954, metaal
Prestant 4’
C - H fabriekspijpwerk (Elbertse 1954), voorzien van expressions; c - h Franssen? voorzien van expressions; c1 - f3 Smits 1838, voorzien van stemlappen en inscripties: pp. De kernen zijn behoorlijk gaaf. Hier en daar geringe aantasting van de voeten. De pijp met inscriptie c1 is de 1e binnenpijp geweest van de Prestant 4’.
Bourdon 8’
C - H zachthout gedekt, Smits 1838. Typisch is de vierkante vorm, de achtkantige eiken grepen, de nog aanwezige dubbele belering en de inkeping aan de bovenkant van deze grepen. De voor Smits typische schroeven zijn later vervangen door moderne, dikkere schroeven. De stemstoppen zaten erg vast. Vervolg metaal, Smits 1838. De viltringen van de hoeden waren beslist niet origineel. De pijpen stonden niet allemaal op hun originele plek. Relatief gave kernen. Hier en daar geringe aantasting van de voeten.
28
Eiken greep Prestant 8’
C - H zachthout, open, geplaatst op hulplade tegen de achterwand van het oksaal, Franssen 1884, voorzien van rolbaarden en stemschuiven; vervolg Smits 1838 metaal, voorzien van expressions (t/m c2), rolbaarden (t/m e, de rolbaarden zijn later toegevoegd), en stemlappen (af cis2). In de kernen was rijkelijk gestoken, en er was sprake van een behoorlijke aantasting van de voeten op de plekken waar de voet het rooster raakt. Omdat het oorspronkelijke orgel geen Prestant 8’ kende op het onderpositief, stonden de pijpen natuurlijk niet op hun originele plaats. Dit kon ook afgeleid worden uit de inscripties: het kleine octaaf droeg de inscripties van het groot octaaf, maar begon op c met de inscriptie Fis. Dit was een deel van de vroegere Fiol di Gamba 8’. Aanwezig bleek te zijn de reeks Fis – Ais en c – a2 (plaats ná de restauratie).
Nasard 2 2/3’
Elbertse 1954, metaal, conisch.
Pedaal Subbas 16’/Gedekt 8’ Geheel Elbertse 1954, zachthout gedekt, uit voorraad. I.t.t. de vermelding in het contract van Elbertse zijn geen Smits-pijpen aangetroffen. Octaafbas 8’/Octaaf 4’ Geheel Elbertse 1954, zachthout open, uit voorraad. De grotere pijpen waren voorzien van stemschuiven, de kleinere van metalen deksels.
29
Rechts tegen de wand een deel van het pedaal
30
Restauratie en huidige toestand Uitgangspunt van de restauratie was een terugkeer naar de oorspronkelijk toestand zoals F. C. Smits deze in 1838 gecreëerd had, met als optie de toevoeging van een bescheiden zelfstandig pedaal. Elke andere keuze bleek onbevredigend. Elementen en stijlen die niet bij elkaar pasten en geen muzikale eenheid vormden zouden bij een conserverende restauratie altijd blijven botsen. Ook de aanleg van de mechanieken zou bij een zijkantbespeling in deze situatie altijd voor problemen blijven zorgen. Het materiaal van Franssen bood te weinig houvast en was in te geringe mate aanwezig om als uitgangspunt voor een restauratie te dienen. De keuze voor het Smits-concept lag daarom het meest voor de hand en zou het meest recht doen aan het historische Smits-pijpwerk met als doel een prachtige eenheid in klank, toucher en vormgeving te realiseren. Deze oplossing werd breed gedragen. Ook wat betreft het mechanische deel was het een goede keuze: de achterkantbespeling zou een betere speelaard opleveren en langer in orde blijven dan de zijkantbespeling in de huidige aanleg die door de ongunstige mechanische verhoudingen nooit een bevredigend toucher had kunnen opleveren. Eind 2005 werd Marcel Verheggen als KKOR-adviseur verzocht een restauratierapport te schrijven. In juni 2006 was dit rapport gereed en werden bij twee orgelmakers offertes gevraagd. De keuze viel uiteindelijk op Verschueren Orgelbouw. Op 3 december 2008 werd het contract getekend tussen het kerkbestuur en de orgelbouwer. In september 2009 werd begonnen met de demontage van het instrument waarna het in de werkplaats werd gerestaureerd. De montage startte in oktober 2010. Met een feestelijke plechtigheid werd het instrument op 21 mei 2011 ‘s middags ingewijd waarna ‘s avonds en de volgende dag middels een bespeling het orgel aan het publiek gepresenteerd werd.
Kas De kas verkeerde vóór de huidige restauratie in erg slechte staat. Naast de ingreep door de Gebr. Franssen waarbij het front van het Positief verwijderd was en de kas verplaatst was waarbij veel oorspronkelijke delen verloren waren gegaan, was er sprake van verzakking en scheurvorming. Verschueren Orgelbouw heeft de eiken kas volledig gerestaureerd en gecompleteerd, en waar nodig voorzien van verstevigingen aan de binnenzijde. De kas is teruggeplaatst naar de oorspronkelijke locatie en op basis van de originele ontwerptekeningen van Smits kon het front van het Positief gereconstrueerd worden. De kas is aan de voorzijde en de zijkanten voorzien van een eiken imitatielaag, gebaseerd op de oudste aangetroffen verflaag en uitgevoerd door schildersbedrijf Ridderhof uit Deil. Daar waar oude sporen van vergulding zijn aangetroffen, is dit gereconstrueerd door Ridderhof. Aan de bovenzijde zijn vanuit het dak van het orgel naar de muur stabilisatiestangen van ijzer aangebracht.
31
Het is het oudst bewaard gebleven voorbeeld van een kasopbouw met een negendelig front van Smits. De middentoren telt 7 pijpen, de beide lager aangezette zijtorens elk 5. De licht geholde binnenste tussenvelden zijn gedeeld in twee etages waarbij het labiumverloop in beide etages een omgekeerde V-vorm beschrijft. Het labiumverloop van de andere tussenvelden is tegengesteld aan de beweging van de naar buiten oplopende bovenlijsten en blinderingen. De blinderingen van de velden bestaan uit draperieën, in de binnenste tussenvelden voorzien van kwasten en vertrekkend vanaf de zijkant van de middentoren, en bij de buitenste tussenvelden voorzien van rozetten. De blinderingen van de torens bestaat uit snijwerk gebaseerd op C-voluten. De consoles onder de drie binnentorens bestaan uit wijnbladeren en druiventrossen. Opvallend is de overgang van de ingesnoerde onderkas naar de bovenkas: aan de buitenzijde wordt deze insnoering gemarkeerd door een gebogen lijst voorzien van cannelures. Aan de onderzijde hiervan bevinden zich wijnbladeren en een weinig voorkomend gesneden houten motief. De pilasters aan beide zijden van de onderkas worden afgerond met ionische kapitelen. De kappen van de torens zijn breed overkragend en voorzien van modillons. Het front van het Positief is uitgevoerd met een lagere middentoren, twee velden en twee zijtorens. De toegepaste ornamentiek en vergulding zijn ontleend aan de hoofdkas.
32
Windvoorziening De windvoorziening is geheel nieuw vervaardigd. De balgenstoel is verhoogd opgesteld op een balgenvloer op kranshoogte. De maatvoering en makelij van de balgenstoel en kanalen is gebaseerd op voorbeelden van bestaande Smits-orgels en documenten uit het Smits-archief. De kanalen zijn gemaakt van eikenhout, de balgen van grenen met eiken vouwen en bekleed met wit schapenleer. De blaasbalgen kunnen met de voet bediend worden, of d.m.v. een ventilator van wind worden voorzien. Hiertoe zijn de nodige kleppen aangebracht in de kanalen. De motor is in een geluiddempende kist geplaatst. De tremulant is aangebracht in het hoofdkanaal tussen balgenstoel en orgelkas.
Drie spaanbalgen
33
Speeltafel De klavieren zijn naar Smits nieuw vervaardigd. De toetsen zijn gemaakt van eiken, de ondertoetsen zijn belegd met been, de boventoetsen met ebben. De bakstukken zijn van palissander. Ook het nieuwe eiken pedaalklavier is wat maatvoering en detaillering naar originele voorbeelden gemaakt. De registerknoppen zijn gemaakt van ebbenhout en voorzien van porseleinen plaatjes met opschrift. Ze zijn verbonden aan vierkante eiken registertrekkers. Zowel de klavierkoppeling als het pedaalkoppel is met behulp van een registerknop te bedienen. Voorts is een nieuwe lessenaar en orgel bank aan het geheel toegevoegd, alles gebaseerd op nog bestaande Smits-voorbeelden. Door middel van “sloffen” is de bank in hoogte verstelbaar.
De nieuwe speeltafel
De pedaaltoetsen in Smits-factuur
34
Mechanieken De toetsmechanieken van het Manuaal en Positief zijn volledig in Smits-makelij vervaardigd. De tractuur van het Manuaal is vrij eenvoudig: de verbinding tussen toets en ventiel verloopt via een walsbord zonder dat er verder winkelbalken noodzakelijk zijn (hangende tractuur). De tractuur van het Positief is gerealiseerd met behulp van zgn. stoters of stekers die middels een walsbord met de toetsen verbonden zijn. De hoogte van dit walsbord heeft de afstand tussen lade en klavier bepaald en verklaart ook het podium bij de speeltafel. De beide walsborden zijn in Smits-factuur vervaardigd. Ze zijn van eik, net als de bijbehorende walsen, armpjes en nokken. De stiften zijn van messing. Alle abstracten zijn van grenen. Het pedaaltractuur verloopt via twee eiken walsborden met ijzeren walsen naar de beide zijkanten van de kas. De nieuwe registermechanieken zijn volledig in Smitsmakelij vervaardigd. De indeling van de registermechaniek is overgenomen van de originele Smits-tekeningen. De registertrekkers zijn verbonden aan staande ijzeren vierkante walsen. Middels treklatten zijn deze wat het Manuaal betreft, verbonden met ijzeren zwaarden die aangrijpen in de balansbalk tussen de C –en Cislade. Op de Positief-windlade zijn in de (van origine) beschikbare ruimte de registerwalsen geplaatst. De registerwalsen grijpen rechtstreeks aan op de slepen. Aan de bovenzijde zijn de walsen met de corresponderende registertrekkers verbonden. Ook de registermechaniek van het pedaal verloopt via treklatten, walsen en zwaarden naar de aangrijpingspunten van de slepen.
Windladen De laden van het Manuaal en het Positief zijn nog origineel (1838) en geheel van eik. De twee windladen van het Manuaal bevinden zich op kransniveau. De ventielen bevinden zich aan de achterzijde. De windlade van het Positief bevindt zich op vloerniveau waarbij de ventielen zich eveneens aan de achterzijde bevinden. De beide windladen van het pedaal (C - en Ciskant) bevinden links en rechts naast de laden van het Manuaal. De laden van het Manuaal en Positief zijn vakkundig gerestaureerd. Latere wijzigingen zijn ongedaan gemaakt en de te reconstrueren delen zijn vervaardigd in overeenstemming met de voor Smits karakteristieke werkwijze en maatvoering. Loszittende sponsels zijn opnieuw vastgezet en de laden zijn opnieuw uitgelijmd. Aan de rand van de ventielopeningen zijn bruggen ingefreesd. In enkele brede scheien zijn dilatatievoegen aangebracht om spanningen in het hout adequaat op te vangen. De onder-en bovenzijden van de raamwerken zijn bekleed met leer. De oorspronkelijk indeling van de windladen is hersteld. Overbodige gaten zijn gestopt, vergrote gaten zijn gepropt en naderhand in de gewenste maat geboord. De dammen en slepen zijn waar nodig hersteld en gevlakt. De pijpstokken zijn nu door de vele aanpassingen in de loop van de tijd noodgedwongen grotendeels vernieuwd. Vier stokken konden worden hergebruikt, de resterende oude stokken worden bewaard bij het orgel. De slepen zijn gegraviteerd. Onder de stokken en op de laden zijn ringen van liegelindt aangebracht. De stokken zijn bevestigd met behulp van beuken blokjes. De niet originele opdekken zijn verwijderd. De roosters zijn vernieuwd in eik. De originele ventielen zijn hersteld, hergebruikt en opnieuw beleerd, de veren zijn vernieuwd. Er zijn stiftjes aangebracht voor de ventielgeleiding. Bij het Manuaal zijn nieuwe pulpeten aangebracht, de niet-originele pulpeten van het Positief zijn verwijderd en de gaten zijn gepropt, aan de bovenzijde zijn de originele gaten voor de stekers hergebruikt. De conducten zijn van orgelmetaal vervaardigd en ingelijmd met vlas. De nieuwe pedaalladen, niet aanwezig in de oorspronkelijke opzet van 1838 en nu bedoeld als praktische uitbreiding, zijn grotendeels in Smits-makelij vervaardigd. De pijp-opstelling van het Positief op de lade is als volgt: C D E… fis gis b || c1 cis1 d1 dis1……..f3 || h a g……F Dis Cis De pijp- opstelling van het Manuaal op de lade is als volgt: G A H cis dis ......f3 || F Dis Cis ||| C D E Fis || e3...e d c B Gis
35
Het pedaalpijpwerk is per register in twee rijen opgesteld: H A G F Dis Cis ||| C D E Fis Gis Ais 1 ||| c c1 d d1 e fis gis ais h a g f dis cis cis
Pijpwerk Het historisch pijpwerk van Smits is zorgvuldig geïnventariseerd en opgemeten. Het pijpwerk is gereinigd, opgerond en hersteld. Expressions en de niet-oorspronkelijke stemkrullen zijn dichtgesoldeerd. Een deel van het pijpwerk bleek afgeknipt te zijn en is nu verlengd . De nieuwe tinnen frontpijpen vervangen de zinken exemplaren die door de Gebr. Franssen geplaatst waren. Het deel van het metalen binnenpijpwerk dat nieuw vervaardigd moest worden, is geheel in Smits-factuur geconstrueerd. De mensuren en de bouw van de ontbrekende labialen en lingualen, en hun onderlinge relatie, zijn gereconstrueerd aan de hand van onderzoek van vele andere Smits-orgels, in combinatie met bestudering van de specifieke Smits-nummering van de mensuren uit de bewaard gebleven contracten en bestudering van de oude stokken. Van enkele te reconstrueren registers was origineel pijpwerk terecht gekomen in andere registers en kon nu worden teruggeplaatst. De makelij van het nieuw vervaardigde houten pijpwerk is eveneens afgestemd op Smits-voorbeelden. De pijpen van het Manuaal en Positief zijn vervaardigd van grenen, de originele Holpijp 8’ van het Positief is immers in het groot octaaf van grenen. Voorslagen, kernen, voeten en stoppen/deksels zijn van eikenhout vervaardigd. De voorslagen zijn op de voor Smits karakteristieke wijze gerealiseerd. Uit de voorraad van orgelbouwer Nico van Duren kon bij een aantal registers aanvullend Smits-pijpwerk worden ingepast. Na alle werkzaamheden is het instrument geïntoneerd en gestemd.
Dispositie De dispositie van het Manuaal wordt in lade-volgorde weergegeven, van front naar achterzijde. De lade-volgorde van het Positief is, vanaf het front: Pr 4’ B, Basson 8’, FdG 8’, Fl 4’, O 2’ , Pr 4’ D, Hp 8’. De lade-volgorde van het Pedaal is, vanaf het front: Pr 8, Brd 16’, Fg 16’. De deling tussen bas en discant is tussen h/c1. De aanduiding van het pijpwerk is als volgt: S = Smitspijpwerk 1838, S-NvD = Smitspijpwerk uit de voorraad van Nico van Duren, V = nieuw pijpwerk van Verschueren Orgelbouw. Voor de nomenclatuur waren de namen op de originele Smits-tekeningen doorslaggevend. De inscripties van het toonalfabet zijn weergegeven in bijlage 8.
Manuaal (II, C - f3) Prestant 8 vt Bourdon B/D 16 vt Holpijp 8 vt Octaaf 4vt Octaaf 2vt Fluit 4 vt Mixtuur 2 st 1 1/3 vt
Trompet B/D 8 vt
C - cis1 front, V; binnenpijpwerk deels V, deels S-NvD C - h grenen gedekt, V; vervolg metaal gedekt, deels S, deels S-NvD Geheel metaal gedekt, Fis - fis2 S ; de overige pijpen V C - E nieuw, V; F - f3 S-NvD Grotendeels S; enkele pijpen V C - f2 metaal gedekt, deels S, deels S-NvD; vervolg open, V Grotendeels V, in de eerste rij zijn enkele originele pijpen (S) teruggevonden, samen stelling naar voorbeeld van het Smits-orgel in de Sint-Willibrorduskerk te Milheeze Geheel V, naar voorbeeld van de Trompet 8’ van het RW van het Smits-orgel in de Sint-Petruskerk te Boxtel
36
Een deel van het pijpwerk van het hoofdwerk Positief (I, C - f3) Holpijp 8vt Fiol di Gamba 8 vt Prestant 4 vt B/D
Fluit 4 vt Octaaf 2 vt Basson B/D 8 vt
C - H grenen gedekt, S; het vervolg metaal gedekt, S Geheel metaal, C - F nieuw, V; het vervolg vrijwel geheel S; enkele pijpen V C - h front, V; het vervolg is binnenpijpwerk en geheel S, vijf oorspronkelijke frontpijpen zijn teruggevonden in de Fluit 4’, maar kunnen door de aangebrachte wijzigingen uit esthetische overwegingen (extra naden, krassen, kleurverschillen) niet meer terug geplaatst worden in het front. Ze blijven uiteraard wel bewaard. C - h metaal gedekt, vervolg open; gis1 - e2 is oud, S; het overige deel V Geheel V Geheel V, cilindrisch naar voorbeeld van het Smits-orgel in de Sint-Willibrorduskerk te Milheeze
Pedaal (C - d1) Bourdon 16 vt Prestant 8 vt Fagot 16 vt
Geheel eik, gedekt, V Geheel V, C - f in het front Geheel V, doorslaand naar de Fagot 16’/Harmonica 16’ van het Smits-orgel in de SintServatiuskerk te Schijndel
Koppel Man: Pos: Koppel Ped: Man:
37
Tremulant Ventil Toonhoogte: a1 = 415 Hz Temperatuur: evenredig zwevend Winddruk: 66 mm Samenstelling Mixtuur: C 1 1/3 1
c 2 1 1/3
c1 2 2/3 2
c2 4 2 2/3
Deel van het pijpwerk van het Positief
38
Slotwoord Verschueren Orgelbouw heeft op een voortreffelijke wijze de geplande en geoffreerde werkzaamheden uitgevoerd. Met zeer veel inzet, betrokkenheid en kunde is aan het instrument gewerkt met een uitstekend resultaat tot gevolg. Het instrument klinkt prachtig in de meest diverse registercombinaties, het nodigt van harte uit tot musiceren en beluisteren. Dezelfde prestatie met dezelfde betrokkenheid en kunde is geleverd door Schildersbedrijf Ridderhof te Deil. De kas oogt met de eiken imitatielaag en de verguldingen zeer fraai, sierlijk en smaakvol. Een groot compliment verdient ook de Stichting tot Behoud St. Willibrorduskerk te Deurne. Zonder hun enorme inzet zou deze restauratie niet mogelijk zijn geweest. Met name op het gebied van de organisatie ter plekke en het genereren van de benodigde financiën heeft ze een onmisbare rol gespeeld. Bijzonder genoemd moet worden is Bart van Driel die door ziekte met fatale afloop de voltooiing niet heeft kunnen meemaken. Zonder hem was het project niet, of in elk geval met veel meer moeite van de grond gekomen. In dankbare herinnering aan onze samenwerking! Ook de elektriciens, andere technische mensen en verschillende andere mensen in en rond de kerk hebben allen een waardevolle bijdrage geleverd. Veel dank gaat tevens uit naar de RCE die in de persoon van Rudi van Straten deze restauratie voortreffelijk heeft begeleid. Tot slot wil ik Drs. J. Boogaarts, Dhr. P. Koolen en Dhr. F. Vermeulen bedanken voor hun waardevolle bijdragen aan de totstandkoming van het restauratierapport in 2006.
Het instrument is nu gereed voor liturgisch gebruik. Het zal inspireren, dienen, verheffen en het onzegbare tastbaar maken. Ook als concertinstrument zal het talrijke mensen weten te boeien en een belangrijke pilaar worden in het culturele leven van Deurne. Voor alle betrokkenen: van harte proficiat!
Marcel Verheggen
39
Bijlage 1 De gegevens uit het parochiearchief van Deurne
40
41
Kwitantie voor de orgelkas Nog voor buitengewoon verschot voor nagels enz aan de kas Verteering voor het halen der orgelkas Voor het nieuwe orgel volgens rekening en kwitantie Voor ribben planken om den orgel te plaatsen Voor buitengewoon werk aan denzelven Voor verteering en kostgeld voor de werklieden aan denzelven Voor kleuren, verven, vergulden van den orgel Voor een jaarlijks tractement voor den organist 135 en 1/3 betaald Voor den orgeltrapper 20 Guld jaars voor 4 maanden betaald 18 Aug aan Wilmer voor de orgelkas Nog voor buitengewoon verschot aan de orgelkas aan nagels Verteering voor halen van de kas Voor den mensen orgel Voor ribben planken om den orgel te plaatsen Nog voor buitengewoon werk aan denzelven Aan verteering en kostgeld voor de werklieden Aan kleuren en vergulden van den orgel Aan den orgeltrapper 's jaarlijks 20 guld, daarop betaald voor vier maanden Aan den organist een jaarlijks tractement 135 guld daarop vier maanden betaald Organist Orgeltrapper Organist Orgeltrapper Organist Orgeltrapper Organist Orgeltrapper Organist Orgeltrapper
1838
1838 (2e overzicht)
1840
1841
1842
1844
1845
inv.nr I-VI.A.4 Uitgaaf van de Roomsch Catholieke kerk te Deurne 1838 - 1852
Ontvangen van den Wel Eerw. Heer J. de Louw te Deurne de som van Zes en dertig hondert guldens voor een nieuw orgel geplaatst in de katholieke kerk van Deurne in den jare agtien hondert agt en dertig Zegge f 3600 Deurne den 24 augustus 1838 F C Smits orgelmakers
24 aug 1838
inv. nr. I-VI.A.4 (IIId-ijzeren zw. kistje)
Tekst
Datum
Stukken van 1834 - 1855 Vindplaats en omschrijving
Parochiearchief Deurne, gegevens mbt het orgel
f 135 f 20
f 135,00 f 20,00
f 135 f 20
f 135,00 f 20,00
f 135,00 f 20,00
f 1300 f 25,30 f 4,90 f 29,95 f 3600 f 41,99 f 13,80 f 54,50 f 126,29 f 7,00 f 45,00
f 1300 f 30,20 f 29,95 f 3600 f 41,99 f 13,80 f 54,50 f 126,29 f 45,00 f 7,00
Bedrag
42
Gegevens na 1855 inv.nr. II-IX. B. 1-4
tractement van den organist tractement van den orgeltrapper tractement van den organist tractement van den orgeltrapper P. Roefs organist P. van Gennip orgeltrapper
1848
1850
1852
1869
1868
1867
1866
1865
1864
1863
1862
1861
1860
1859
Het orgel organist orgeltrapper organist orgeltrapper organist orgeltrapper organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist
niets organist en orgeltrapper organist en orgeltrapper organist en orgeltrapper organist en orgeltrapper Kostgeld voor den orgelmakers Knegt f 4,00 organist orgeltrapper organist orgeltrapper organist orgeltrapper organist orgeltrapper organist orgeltrapper
tractement van den organist tractement van den orgeltrapper Vergroten van het zangkoor en het maken van twee nieuwe banken
1847
185? 1855 1856 1857 1858
tractement van den organist tractement van den orgeltrapper
1846
f 135,00 f 25,00 f 135,00 f 25,00 f 150,00 f 25,00 f 150,00 f 26,66 f 150,00 f 32,50 (13 maanden) f 21,40 f 150,00 f 30,00 f 150,00 f 30,00 f 150,00 f 30,00 f 150,00 f 30,00 f 4,50 f 150,00 f 30,00 f 3,50 f 150,00
f 155,00 f 155,00 f 155,00 f 155,00
f 135,00 f 20,00
f 135,00 f 20,00
f 135,00 f 20,00
f 135,00 f 20,00 f 239,25
f 135,00 f 20,00
43
1885
1884
1883
1882
1881
1880
1879
1878
1877
1876
1875
1874
1873
1872
1871
1870
organist orgeltrapper Het orgel organist
orgeltrapper Het orgel organist orgel schoonnmaken orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper organist orgeltrapper organist orgeltrapper Het orgel
f 30,00 f 5,75 f 150,00 f 37,00 f 30,00 f 5,00 f 150,00 f 30,00 f 5,00 f 150,00 f 30,00 f 5,00 f 150,00 f 30,00 f 5,00 f 180,00 f 30,00 f 34,00 f 180,00 f 30,00 f 5,00 f 180,00 f 30,00 f 10,00 f 180,00 f 30,00 f 10,00 f 180,00 f 30,00 f 10,00 f 180,00 f 30,00 f 10,00 f 180,00 f 30,00 f 10,00 f 180,00 f 15,00 f 180,00 f 10,00 f 180,00 f 10,00 f 62,00 begroot:f 400 f 180,00 f 30,00 f 10,00 f 180,00
44
1898
1897
1896
1895
1894
1893
1892
1891
1890
1889
1888
1887
1886
orgeltrapper Gezangboeken Het orgel organist orgeltrapper zangers Het orgel organist orgeltrapper zangers Het orgel organist orgeltrapper zangers Het orgel organist orgeltrapper zangers Het orgel organist orgeltrapper zangers Het orgel organist orgeltrapper zangers Het orgel organist orgeltrapper zangers Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper
f 30,00 f 63.00 f 10,00 f 180,00 f 30,00 f 85,00 f 10,00 f 180,00 f 30,00 f 85,00 f 15,00 f 180,00 f 30,00 f 85,00 f 10,00 f 180,00 f 30,00 f 85,00 f 10,00 f 180,00 f 30,00 f 85,00 f 12,00 f 180,00 f 30,00 f 85,00 f 12,00 f 180,00 f 30,00 f 85,00 f 12,00 f 180,00 f 30,00 f 12,00 f 180,00 f 30,00 f 12,00 f 180,00 f 30,00 f 12,00 f 180,00 f 30,00 f 12,00 f 180,00 f 30,00 f 12,00 f 180,00 f 30,00
45
II IX C13 kasboek 1898-1908
aan andere zijde : heeft betrekking op verbouwing 1881- 1884
II IX C2 kasboek 1889 - 1897
II IX C 1 kasboek1874-1886
juni 1899 16 okt 1899 13 dec 1899 dec 1899 31-mrt-00 6-jun-00 12-sep-00 24-okt-00 21-okt-00 24-dec-00 9-apr-01 14 jli 1901 22-aug-01 30-dec-01 30-dec-01 7-apr-02 3-jun-02 10-jul-02 27-nov-02
jan 1889 jan 1889 juni 1890 nov 1890 juli 1891 april 1892 dec 1892 dec 1892 juli 1893 juli 1893 dec1893 juli 1894 dec 1894 juni 1895 dec 1895 juni 1896 sep 1897
oct 1875 nov 1876 nov 1877 1879
2e kw. org 3e kwartaal org 4e kwartaal org orgeltrapper 1e kwartaal org 2e kw. org 3e kw org orgelstemmen 4e kw. organist orgeltrapper organist 1e kw (verhoogd) organist 2e en 3e kw. orgelstemmen 4e kwartaal org orgeltrapper 1e kw. organist orgelstemmen organist 2e kwartaal 3e en 4e kartaal organist
orgelstemmen zangers Orgel choor orgel orgel orgeltrapper zangers orgelstemmen reparatie orgel (buiteng) orgeltrapper orgelstemmen orgeltr orgelstemmen orgeltrapp. orgelstemmen repar orgel nota 2: alsmede het bekleeden van orgel met Asphalt en beplanken f 200
Aan de zangers voor Ceaciliafeest Choristen Tractement der zangers Zangers op Caecilia tractement 60 en f 25 voor repetitie
Het orgel
f 45,00 f 45,00 f 45,00 f 30 f 45,00 f 45,00 f 45,00 f 15 f 45,00 f 30 f 62,50 f 125.00 f 125.00 f 62,50 f 30 f 62,50 f 12,00 f 62,50 f 150,00
f 12,00 f 85 f 12,00 f 85 f 12,00 f 12,00 f 30,00 f 85 f 12,00 f 141,25 f 30,00 f 12,00 f 30,f 12,00 f 30,00 f 12,00 f 125,00
f 85,00 f 85,00 f 85,00 f 85,00
f 12,00
46
II X C 3 kasboekjan 1908 - 31 dec 1915
1e en 2e kwartaal organist 2e semester organist 1903 orgeltrapper 1e en 2e kwartaal organist Salaris Toon Keunen hulp.organist 1 Sept - 31 Dec Orgelstemmen 2e semester organist (90 + 11,66 Juli en Aug. 1e kwartaal organist Janssens 2e kwartaal organist orgelstemmen 3e kwartaal organist 1905 4e kwartaal organist 2e semester hulporganist 1e en 2e kwart hulporganist en stemmer 1e en 2e kwartaal organist orgelstemmen organist 3e en 4e kwartaal 1906 Hulporganist 3e en 4e kwartaal 1906 orgelstemmen 1e en 2e kwartaal 1e organist 1e en 2e kwartaal hulp-organist stemmer organist 5/6 van het 3e kwartaal organist 1/6 van het 3e kwart en hulporganist 3e kwart 4e kwartaal organist hulpstemmer
1-jul-03 31-dec-03 31-dec-03 27-aug-04 31-dec-04 31-dec-04 31-dec-04 8-apr-05 30-jun-05 15-jul-05 3-okt-05 30-dec-05 30-dec-05 30-jun-06 5-jul-06 17-jul-06 31-dec-06 31-dec-06 21-jun-07 25-jun-07 25-jun-07 1-okt-07 1-okt-07 31-dec-07 1908 doorgestreept
1e kwartaal organist 2e kwartaal organist-hulp stemmen 3e kwartaal organist en hulpstemmen Salaris organist-hulpstemmen 4e kwartaal orgelstemmers kost & logies in Gouden Leeuw orgeltrapper 1e kwart organist-hulpstemmen 2e kwartaal organist-hulp stemmen 3e kwartaal organist- hulpstemmen 4e kwartaal organist hulpstemmen orgeltrapper 1e kwartaal organist-hulpstemmen 2e kwartaal organist-hulp stemmen 3e kwartaal organist-hulpstemmen 4e kwartaal organist-hulpstemmen orgeltrapper 1e kwartaal organist-hulpstemmen 2e kwartaal organist-hulpstemmen
orgelstemmen
21-jun-03
21-mrt-08 29-jun-08 17-sep-08 31-dec-08 31-dec-08 31-dec-08 30-mrt-09 30-jun-09 14-sep-09 31-dec-09 31-dec-09 20-mrt-10 30-jun-10 30-sep-10 28-nov-10 31-dec-10 27-mrt-11 5-jun-11
orgeltrapper
31-dec-02
f 30
f 67,50 f 67,50 f 67,50 f 67,50 f 7,50 f 30,00 f 67,50 f 67,50 f 67,50 f 67,50 f 30,00 f 67,50 f 67,50 f 67,50 f 67,50 f 30,00 f 67,50 f 67,50
f 125,00 f 125,00 f 30,00 f 125 f 23,33/5 f 12,50 f 101,66/5 f 45,00 f 45,00 f 12 f 45,00 f 45,00 f 45,00 f 45,00 f 90,00 f 12,00 f 90,00 f 45,00 f 12,00 f 90,00 f 45,00 f 37,50 f 30,00 f 67,50
f 12,00
47
II I B11 Notulen kerkbestuur
p 61-62
pag 11114-apr-47
besloten werd: 5. De herdenking van 't vijfentwintigjaar organistschap van Jos Scheepers zal gevierd worden bij gelegenheid van Ceciliafeest-47.
Daarop geeft de voorzitter kennis van de beloofde verandering van het orgel. Volgens de orgelmaker Fransen moest het eene groote verandering ondergaan, de geheele kast die voor op het zangkoor stond, zoude bestten tegen de toren muur verplaast worden,dan kwamen de zangers voor, hetgeen hen een groot gemak was, en het geluid beter in de kerk; de blaasbalken zouden vernieuwd en in den toren geplaatst worden, ook de trap zoude door de toren gemaekt worden; in het orgel eenige veranderingen en vernieuwingen van registers enz: De begrooting over alles was f 2,200. Na goedkeuring van het Kerkbestuur zoude men de bekrachtiging bij den Bisschop aanvragen. W. Brox Besloten werd…..het salaris van organist met ingang van 1 Januari 1901 te verhoogen tot f 250 's jaars
22 april 1884
blz 6831-mrt-01
De voorzitter waagde het, op het gunstig batig slot, voor te stellen om het orgel dat, bij de restauratie in de kerk was blijven staan,en veel daardoor geleden heeft te laten bijmaken, de orgelkast met orgel te laten veranderen, en daarvan eene begrooting aan den Heer Fransen orgelmaker te Roermond te vragen, waarva hij in de volgende vergadering kennis zal geven. W Brox.
3e kwartaal organist-hulpstemmen orgelreparatie Gebr Franssen f 75,45 + f 19,50 organist-hulpstemmen 4e kwartaal orgeltrapper 1e kwartaal organist-hulpstemmen 2e kwartaal organist-hulpstemmen 57 dagen kostgeld orgelmakers macht. N: 1844 18 juni 12 orgeltrapper bij de orgelrestauratie Gebr Franssen orgelrestauratie macht n 1844 18 juni 1912 3e kwartaal organist hulpstemmen organist-hulpstemmen 4e kwartaal orgeltrapper 1e kwartaal organist-hulpstemmen 3e kwartaal organist-hulpstemmen 4e kwartaal organist-hulpstemmen orgeltrapper orgelstemmers Gebr Franssen Roermond kostgeld orgelstemmen bij Keuten 2 dagen 1e kwartaal organist-hulpstemmen 2e kwartaal organist-hulpstemmen organist-hulpstemmen 3e kwart. Gebr. Franssen - orgelstemmen en kostgeld 4e kwartaal salaris orgaist - hulpstemmen orgeltrapper In 1915 geen uitgaven voor orgel of organist vermeld!
17 mrt 1884
30-aug-11 25-okt-11 30-nov-11 31-dec-11 31-mrt-12 23-jun-12 30-aug-12 30-aug-12 17-sep-12 29-sep-12 25-nov-12 31-dec-12 16-mrt-13 28-sep-13 24-nov-13 31-dec-13 31-dec-13 31-dec-13 28-feb-14 1-jun-14 27-sep-14 6-nov-14 31-dec-14 31-dec-14
f 67,50 f 94,95 f 67,50 f 30,00 f 67,50 f 67,50 f 57,00 f 2,50 f 600,00 f 67,50 f 67,50 f 30,00 f 67,50 f 67,50 f 67,50 f 30,00 f 12,00 f 2,30 f 67,50 f 67,50 f 67,50 f 14,30 f 67,50 f 30,00
48
II IX B V Rekeningen 1899 1962
II V B1 Rekening der ontvangsten en uitgaaf voor de Vergrooting der R.K. Kerk te Deurne 1881-1883
Vernieuwing van koor en orgel wordt geacht voorloopig nog te kostbaar. Volgens ontvangen schrijven 13 oct. Van Z.H. Excellentie Mgr. Mutsaerts, Bisschop van 's Hertogenbosch b. etreffende salarisregeling organist zijn wij gerangschikt als onder "gewone werkkring- finantiën niet ongunstig" ergo salaris achthondert gulden Dezelfde regeling werd getroffen betreffende het salaris van den organist en werd alzoo vastgesteld op achthonderd gulden per jaar, plus twee gulden en vijftig cent voor iedere trouw- en lijkmis. Ten 3de: De opbrengst van de tweede schaal coolecte voorlopig te bestemmen voor de geluidsinstallatie en het tekort van het orgelcommite. 4e Het salaris van de organist voorlopig ongewijzig te laten. Dhr. Swinkels zal met de organist een en ander betreffende dit onderwerp bespreken. Ten 4de: Op Zondag 8 aug. wordt het gerestaureerd orgel plechtig ingezegend en feestelijk ingespeeld. Huis aan huis zal een circulaire verspreid worden. 1. De voorzitter deelt mee dat met de organist is overeengekomen het jaarsalaris op f 1500.- te stellen. 4. Besloten wordt het orgel nog voor Pinksteren volkomen aftesluiten tegen indringen van stof.
pag 11826-jul-48
pag 12929-nov-50
pag 12914-mrt-51
pag 1484-aug-54
pag 15415-apr-55
pag 1484-aug-54
pag 15529-aug-55
pag 20128-apr-62
1899 1899 1900 1900 1900 1901 1901 1901 1902
Dan werd besproken onderzoek in te stellen over algeheele vernieuwing of mogelijk herstel van het orgel alsmede vergrooting van 't zangkoor…. Met den heer Martinali zal overleg gepleegd worden over . schilderij voor organist Scheepers
pag 11619-feb-48
organist orgeltrapper organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist
Nog te betalen voor reparatie aan het Orgel
tenslotte wordt Henri van Deursen opgedragen ten huize van Josef Scheepers informatie in te winnen betreffende cadeau bij gelegenheid van zijn 25 jarig organistschap.
pag 1133-nov-47
f 180,00 f 30,00 f 180,00 f 30,00 f 12,00 f 250,00 f 30,00 f 12,00 f 250,00
f 2500,00
49
1902 1902 1903 1903 1903 1904 1904 1904 1905 1905 1905 1906 1906 1906 1907 1907 1907 1908 1908 1908 1909 1909 1909 1910 1910 1910 1911 1911 1911 1912 1912 1912 1912 1913 1913 1913 1914 1914 1914 1915 1915 1915 1916 1916 1916 1917 1917 1917
orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel Het orgel C. macht. n 3939 31 dec 04 organist orgeltrapper organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel Schoonmaken en restaureeren v/ orgel Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper
f 30,00 f 12,00 f 250,00 f 30,00 f 12,00 f 250,00 f 30,00 f 12,00 f 32,00 f 250,00 f 30,00 f 250,00 f 30,00 f 32,00 f 250,00 f 30,00 f 32,00 f 250,00 f 30,00 f 27,00 f 250,00 f 30,00 f 20,00 f 250,00 f 30,00 f 20,00 f 250,00 f 30,00 f 32,00 f 660,25 f 20,00 f 250,00 f 30,00 f 34,40 f 250,00 f 30,00 f 34,30 f 250,00 f 30,00 f 34,50 f 250,00 f 30,00 f 34,50 f 250,00 f 30,00 f 34,60 f 250,00 f 30,00
50
1922 1922 1922 1923 1923 1923 1924 1924 1924 1925 1925 1925 1926 1926 1926 1927 1927 1927 1928 1928 1928 1929 1929 1929 1929 1930 1930 1931 1931
1921 1922
1921
1918 1918 1918 1919 1919 1919 1920 1920 1920 1921
Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel organist orgeltrapper Het orgel 1) 1) meer, omdat de droogte bijzondere reparatie noodig maakte organist 1) 1) Er was geen organist tegen 't loon van 280 te krijgen. orgeltrapper Het orgel 2) 2) wegens droogte moest meer gestemd en gerepareerd worden Harmonium Organist orgeltrapper Het orgel Organist orgeltrapper Het orgel Organist orgeltrapper Het orgel Organist orgeltrapper Het orgel Organist orgeltrapper Het orgel Organist orgeltrapper Het orgel Organist orgeltrapper Het orgel Organist Motor voor 't orgel Reparatie aan het orgel Het orgel Organist Het orgel Organist f 300,00 f 500,00 f 50,00 f 46,00 f 500,00 f 50,00 f 48,00 f 500,00 f 50,00 f 49,00 f 500,00 f 50,00 f 55,00 f 500,00 f 50,00 f 55,00 f 500,00 f 50,00 f 45,00 f 500,00 f 50,00 f 48,75 f 500,00 f 380,00 f 166,00 f 35,50 f 500,00 f 37,00 f 500,00
f 40,00 f 57,00
f 380,00
f 36,00 f 280,00 f 30,00 f 37,00 f 280,00 f 30,00 f 37,00 f 280,00 f 30,00 f 58,50
51
1932 1932 1933 1933 1934 1934 1935 1935 1936 1936 1936 1937 1937 1938 1938 1939 1939 1940 1940 1941 1941 1942 1942 1943 1943 1943 1944 1944 1945 1945 1946 1946 1947 1947 1948 1948 1949 1949 1950 1950 1951 1952 1952 1953 1953 1954 1954 1954
Het orgel Organist Het orgel Organist Het orgel Organist Het orgel Organist restauratie orgel oude kerk (uitgesteld) Het orgel Organist Het orgel en harmonium Organist Het orgel en harmonium Organist Het orgel en harmonium Organist Het orgel en harmonium Organist Het orgel en harmonium Organist Ogel en Harmoniums Organist Het orgel Organist Pro memorie: Noodig herstel orgel en doopkapel Het orgel Organist Het orgel Organist kerk en bijkerk Het orgel Organist Het orgel Organist kerk en bijkerk Het orgel Organist Het orgel Organist Het orgel Organist Het orgel Organist Het orgel Het orgel keuring Organist Orgelconcertven bijk. kosten Het orgel keuring Organist f 31,60 f 575,00 f 57,50 f 800,00 f 28,50 f 800,00 f 68,00 f 825,00 f 93,00 f 575,00 f 62,36 f 700,00 f 0,0 f 700,00 f 37,00 f 800,00 f 19,50 f 112,00 f 800,00 f 125,00 f 118,00 f 840,00
f 63,50 f 500,00 f 68,00 f 500,00 f 35,00 f 500,00 f 60,00 f 500,00 f 50,00 f 500,00 f 60,00 f 500,00 f 60,00 f 500,00 f 60,00 f 575,00
f 37,00 f 500,00 f 44,50 f 500,00 f 68,50 f 500,00 f 41,00 f 500,00
52
Ontvangen van het R. C. Kerkbestuur van Deurne de som van zestig gulden ter voldoening van rekening van 24 mei 1884 zegge f 60,00 Reek 22 juni 1884 F.C. Smits orgelmaker Ontvangen van den Eerw. Heer W. Brox Pr. Van het R. K. Kerkbestuur te Deurne de som van twee duizend zeshonderd gulden voor het restaureren en vergrooten van het orgel en orgelkoor; Tot finale afrekening Deurne den 27 Augts. 1884 Gebrs Franssen 27/7 1884 Meer huishoudelijk, niets over orgel motor voor orgel en rep. salaris organist reparatie orgel Vermeulen orgelstemmen Vermeulen 2e reparatie orgel ventilator salaris organist Gebr. Vermeulen Weert orgel
Ontvangstbevestiging Smits 1884
Ontvangstbevestiging Franssen 1884
II IX B6 ink\uitg 1913 - 1917
II IX C 4 Kasboek 1929 -1931, 1942
19-jan-29 29-mrt-29 5-jun-29 5-jun-29 5-jun-29 na sept 1929 nov-30
Belangrijke stukken van Gebr Franssen 1884, gefotografeerd, en twee kwitanties:
Belangrijke stukken van de Gebr Franssen rond 1912 en Elbertse 1954. Gefotografeerd. Deels beschreven in tekst, deels kopie als bijlage
Het orgel Organist Het orgel Organist Het orgel Organist Het orgel Organist Organist Koordirecteur Het orgel Het orgel Organist Koordirecteur Het orgel Organist Koordirecteur Cadeau huw organist Het orgel Organist Koordirecteur sal. directeur/organist sal. directeur/organist Geen specificaties meer van orge af 1963l!!! Ben daarom niet verder gegaan.
II V A 1
II V C3 Stukken ivm het kerkorgel
II IX C 10 kasboeken gezien t\m 1970. Niets over schilderen orgelkas.
1955 1955 1956 1956 1957 1957 1958 1958 1959 1959 1960 1960 1961 1961 1961 1962 1962 1963 1964
f 400 f 275 f 103 f 40 f 63 f 300 f 48,75
f 0,0 f 840,00 f 183,00 f 978,75 f 65,00 f 978,00 f 343,50 f 1210,36 f 1590,00 f 164,50 f 263,40 f 1608,08 f 0,0 f 1661,00 f 75,00 f 209,60 f 1764,98 f 2833,00 f 2152
53
II IX C 7 kasboek 1943 -1947
II IX C 6 Kasboek 1942 -1945
II IX C 5 Kasboek 1939 -1941
Let op: betalingen van 1936 ongeveer tot 1947 worden in de boeken ook betalingen vermeld aan de organist van de Wasberg. Deze zijn verder niet opgenomen in dit overzicht.
Salaris organist kerk 1/2 jaar Salaris organist Reparatie orgel Salaris organist Organist kerk Gebr. Vermeulen orgel Organist Gebr. Vermeulen 1945
aug-43 okt-43 dec-43 dec-43
1944
1945 1945 1945
orgel Gebr. Vermeulen orgels 1944 Organist Gebr Vermeulen 1945
21-jun-42 .... ..... .....
Gebr Vermeulen Weert orgelstemmen Organist Scheepers 3 mnd salaris Salaris organist Scheepers Salaris Joseph Scheepers organist Salaris J. Scheepers organist
18-feb-41 31-mrt-41 30-jun-41 1-okt-41 9-dec-41
Gebr. Vermeulen, R'mond (orgel) Salaris organist Scheepers 1e kw. Salaris organist 2e kwart. Salaris Scheepers Gebr. Vermeulen Weert
Salaris organist Scheepers I Organist Scheepers II
31-mrt-40 3-nov-40
24-jan-42 3-mei-42 6-jul-42 19-okt-42 28-dec-42
Organist Joseph Scheepers II Gebr Vermeulen Weert orgelstemmen
Organist Gebr. Vermeulen, R'mond (orgelstem) Salaris Scheepers Organist 1e kwart. Salaris Organist (2e kwartaal) Salaris Scheepers Gebr Vermeulen Weert Salaris Scheepers
1 oct 1939 31-dec-39
feb-31 24-jan-42 3-mei-42 6-jul-42 15-okt-42 31-dec-42 31-dec-42
f 22,50 f 575,00 f 28,50
f 475,00
f 287,5 f 143,75 f 60,00 f 143,75
f 2,50 f 22,50 f 575,00 f 28,50
f 20,40 f 143, 75 f 143,75 f 143,75 f 20,40
f 50 f 143,75 f 143,75 f 143,75 f 143,75
f 200 f 375
f 275 f 35
f 575 f 20,40 f 143,75 f 143,75 f 143,75 f 20,40 f 118,75
54
II IX C 7 Kasboek 1953 1956 (1953 in potlood)
II IX C 7 Kasboek 1952 1954
In 1950 geen vermelding)
organist ziekenzegels orgelraad (keuring) R. v. Arbeid Organist organist 1e kwartaal organist 2e kwartaal organist 3e kwartaal
J. Tielens (rep orgel) Organist (ziekenzegels) Organist 1e kw. '54 Organist 2e kw. Kosten orgelconcert enz. organist 3e kw. 4e kwartaal organist J. Tielens (orgel)
13-apr-54 13-apr-54 13-apr-54 17-jul-54 8-aug-54 14-okt-54 31-dec-54 31-dec-54
20-mrt-53 15-apr-53 2-jul-53 22-apr-53 9-jul-53 10 oct 1953
1e kwartaal '52 organist Kath. Klokken - en Orgelraad ziekenzegels organist Organist (2e kw.) 3e kwartaal organist
Bankers orgel organist
16-apr-52 30-apr-52 14-jun-52 1-jul-52 30-dec-52
1951 1951
Organist ziekenzegels Orgelraad (keuring) Organist (1e kwartaal) 2e kwartaal organist Organist (3e kw.) Organist 4e kw.
20-mrt-53 15-apr-53 22-apr-53 9-jul-53 10-oct-53 31-dec-53
II IX C 7Kasboek 1950 1951
organist J. Tielen (orgelmotor)
1948 1949
II IX C7 kasboek 1948,1949,1953
Organist (Pot) Klokken en orgelraad
18-feb-48 18-aug-48
Vermeulen orgel Salaris organist bijkerk & kerk
15-mrt-47 31-dec
II IX C 8 kasboek 1948
Organist 1e kwartaal Rek. Vermeulen Salaris organist kerk
1946 jun-46 1946
f 60,00 f 112,00 f 31,50 f 200,00 f 200,00 f 200,00
f 87,23 f 60,00 f 210,00 f 210,00 f 125,00 f 210,00 f 210,00 f 14,67
f 200,00 f 19,50 f 50,00 f 200,00 f 200,00
f 37,00 f 800
f 60,00 f 112,00 f 200,00 f 200,00 f 200,00 f 200,00
f 575,00 f 49,35
f 225,00 f 22,00
f 68,00 f 825,00
f 143,75 f 28,50 f 431,25
55
II IX C 7 1958 1959
II IX C 7 1955 1957
II IX C 7 1953 1955 kasboek
28-feb-58 29-mrt-58 15-apr-58 31-mei-58 31-mei-58
31-okt-57 30-nov-57 31-dec-57
organist (loon Jan. Febr.) organist hulporganist ziekenzegels organist
organist organist Jan en Febr. organist (loon mrt) loon organist (april) loon organist (mei) orgel organist organist salaris juli organist vacantiegeld (met potlood doorgestreept en in de marge: orgelfonds) H. Scheepers. (sal Aug. Sept.) loon organist organist. (nov.) organist loon Dec.
organist
30-jun-55 31-dec-55
27-feb-57 1-apr-57 3-mei-57 1-jun-57 8-jun-57 29-jun-57 2-aug-57 2-aug-57 30-sep-57
1953 is gelijk aan boven, maar nu in inkt 1e kwartaal organist en dirigent organist en directeur koor 2e kw. Organist (Juli) salaris organist Aug. salaris organist (sept) ziekenzegels (scheepers) H. Scheepers salaris (Oct) organist no. salaris organist
H. Scheepers salaris org/ 2 m Scheepers org mrt. rentezegels H Scheepers organist over april organist ( mei en juni) organist ziekenzegels Scheepers juli organist salaris augustus organist salaris september loon organist (oct) organist (nov) organist dec
28-feb-56 31-mrt-56 18-apr-56 30-apr-56 30-jun-56 30-jun-56 31-jul-56 4-sep-56 1-okt-56 3-nov-56 30-nov-56 31-dec-56
24-apr-55 1-jul-55 1-aug-55 6-sep-55 9-okt-55 28-okt-55 31-okt-55 2-dec-55 31-dec-55
organist 4e kwartaal
31-dec-53
f 255,06 f 127,53 f 15,00 f 80,00 f 127,53
f 127,53 f 127,53 f 127,53
f 255,40 f 127,70 f 127,70 f 127,53 f 100,00 f 127,53 f 127,53 f 62,00 f 255,06
f 750,00 f 750,00
f 297,60 f 375,00 f 125,00 f 125,00 f 125,00 f 60,00 f 125,00 f 125,00 f 125,00
f 250,00 f 125,00 f 30,00 f 125,00 f 250,00 f 60,00 f 125,00 f 128,75 f128,75 f 128,75 f 128,75 f 128,75
f 200,00
56
II IX C 7 kasboek 1960 1961 loon organist loon organist loon organist loon organist loon organist loon organist vacantiegeld organist loon organist Elbertse (orgelrevisie) loon organist loon organist loon organist loon organist loon organist loon organist organist organist loon organist loon organist organist loon organist loon organist organist loon organist (nov)
31-jan-61 28-feb-61 31-mrt-61 30-apr-61 31-mei-61 30-jun-61 31-jul-61 31-aug-61 30-sep-61 30-nov-61 31-dec-61
organist (loon) loon organist (Jan. en Febr.) loon organist (maart) loon organist (.apr.) loon organist (Mei Juni) vacantiegeld (org.) organist Elbertse (orgelrevisie) loon organist organist Loon organist (oct) Loon organist ( 2m)
12-feb-59 13-apr-59 2-mei-59 20-jun-59 1-jul-59 31-jul-59 31-aug-59 31-aug-59 30-sep-59 31-okt-59 31-dec-59
31-jan-60 29-feb-60 31-mrt-60 30-apr-60 31-mei-60 30-jun-60 30-jun-60 31-jul-60 31-jul-60 31-aug-60 30-sep-60 31-okt-60 30-nov-60 31-dec-60
salaris organist salaris organist vacantiegeld organist organist juli organist organist (sept.) organist (oct. nov.)
30-jun-58 26-jul-58 31-jul-58 30-aug-58 11-okt-58 2-nov-58 31-dec-58
f 138,68 f 138,68 f 138,68 f 138,68 f 138,50 f 138,68 f 138,68 f 138, 68 f 138,68 f 138,68 f 138,68
f 128,00 f 128,00 f 130,00 f 130,00 f 130,00 f 130,00 f 70,00 f 138,68 f 263,40 f 138,68 f 138,68 f 138,68 f 138,68 f 138,68
f 255,06 f 127,53 f 127,53 f 255,06 f 60,00 f 127,53 f 164,50 f 127,53 f 127,53 f 127,50 f 255,06
f 127,53 f 60,00 f 127,53 f 127,53 f 127,53 f 25,06 f 127,53
57
Na maart stopt het boek!
II IX C 9 Kasboek 1963
II IX C 7 kasboek 1962
26-jan-63 1-mrt-63
31-jan-62 28-feb-62 31-mrt-62 30-apr-62 31-mei-62 30-jun-62 30-jun-62 31-jul-62 31-aug-62 30-sep-62 31-okt-62 30-nov-62 31-dec-62
loon organist loon organist
organist loon organist loon organist loon organist loon organist loon organist loon organist vacantiegeld organist loon organist loon organist loon organist loon organist loon organist loon organist f 156,00 f 156,00
f 141,16 f 141,16 f 141,16 f 147,00 f 147,00 f 147,00 f 73,50 f 147,00 f 156,00 f 156,00 f 156,00 f 156,00 f 156,00
Bijlage 2 De gegevens uit het Smits-archief te Utrecht
58
59
ontvangen van de pastoor van Bakel ontvangen
21 december 1839
6 dagen voldaan 6 dagen met reiskosten voldaan 10 dagen met reiskosten voldaan
13 junij 1863 23 julij 1870 3 september 1874
Rekeningboek Bg6 Deurne 2 klav. aangeh. ped.
er zijn ook doorspraken en alle vensters aen de kleinst t/m dis, cis enz. Deurne, schoonmaak 1858 en 1874
Okt 1850
Het orgel te Deurne moet in het vervolg noodzakelijk worden schoongemaakt. Oct 1850. Er is een groote pijp aan het labium los en met stopverf gemaakt
Aantekeningen A. Bouman (teruggrijpend op verloren gegaan rekeningenboek)
B1R3b (= achterzijde van B1R3a)
Okt 1850
Op rekening ontvangen
11 juli 1838 23 aug 1838 4 maart 1839 5 maart 1839
B1R3a
gratis gestemd
7-8-9 nov 1842
Hiermee wil de pastoor van deurne dat de zaak voldaan is
afgewerkt met een nieuw orgel
23 aug 1838
Rekeningboek Bg2 de kerk van Deurne
Omschrijving
Datum
Vindplaats Gegevens Smits archief Drift 27 Utrecht
f 16,50 f 26,00 f 34,00
f 3550,00
f 1000,00 f 950,00 f 500,00 f 400,00 f 2850 f 700,00
f 3600,00
Bedrag
Bijlage 3 Transcriptie contract parochiebestuur- Gebr. Franssen 1884
60
Tuschen den Zeer Eerwi Heer W: Brox – Pastoor te Deurne, welke in reghte relatien vertegenwoordigd het R: K: Kerkbestuur van Deurne, ter eene zijde - en - de Gebr=s Franssen Orgelfabrikanten ter andere zijde – is voor het verplaatsen en herstellen van het orgel de volgende overeenkomst gesloten.
Art een. De contractanten ter andere zijde namen aan van de contractant ter eene zijde voor de som van twee duizend en vijf honderd gulden om het orgel en orgelkast volgens de hierachtervolgende omschrijving te verplaatsen en te verbeteren en met de volgens omschrijving nieuwe registers te vergrooten, als ook het bijwerken van de orgelkast en van de ballustrade, het leggen en leveren van twee ijzere balken waarop de orgelkast geplaats wordt het kappen van eene opening in den torenmuur welke opening den ingang tot het oxaal moet worden, verders in de te maken opening eene deur te brengen en eene trap te leveren en te plaatsen in het portaal ter linkerzijde achter de deur in het kerk portaal.
Art twee. De contractant ter eene zijde verbind zich te betalen aan de contractanten ter andere zijde voor de volgens deze overeenkomst en omschrijving te doene werkzaamheden aan het orgel en alle bijbehorigheden de som van twee duizend en vijfhonderd gulden, te betalen in eene gelijke som, zoo dra het orgel naar kunst en omschrijving is afgewerkt of voor godsdienstig gebruik bespeeld is.
Art drie. De contractanten ter andere zijde verbinden zich om gedeurende de eerste volgende vijfjaren in te staan voor alle gebreken welke zich aan het orgel kunnen voordoen, blijkende dat de gebreken voort spruiten uit slechte bouwstoffen of niet soliede bewerking.
Art: vier. De contractanten ter andere zijde nemen aan om het orgel jaarlijks eens het orgel geheel door te stemmen gedeurende de eerste vijf achtereen volgende jaren voor de som van vijftien gulden voor elke jaarlijksche stemming. Art vijf Omschrijving der werkzaamheden aan ’t orgel en orgel bijbehorigheden Het tansch in de kerk staande orgel en orgel kast worden verplaats tot op eenen afstand van vijftig centimeter van de torenmuur. Het front van het klein orgel of Positief genoemd wordt van den orgelkast verwijderd en de open geworden voorkant in den onderkast wordt met nieuwe paneeldeuren overeenkomstig den orgelkast bij gewerkt.
Art zes Het geheele orgel wordt uit de kast genomen en naar ons atelier over gebracht om alles goed te kunnen herstellen, de windladen alsook de pijpen worden zoo veranderd dat de pijpen eenen schoonen en krachtigen toon kunnen voort brengen.
Art zeven. De plaats voor de organist wordt aan een der zijde van den orgelkast en wel aan eene der zijde waar de opgang van het koor niet is.
61
Art acht Bij het tansch bestaande orgel worden nieuwe registers bij gebracht waarvoor de windladen moeten vergroot worden zoo dat ook de samenstelling der registers wordt als volgd. Hoofdmanuaal of Groot orgel Prestant 8 voet Bourdon 16 voet Violon di Gamba 8 voet Holpijp 8 voet Prestant 4 voet Octave 2 voet Cornet 3 sterk Basson 16 voet Trompet 8 voet
Positief of klein orgel Violon Principaal 8 voet Bourdon 8 voet Viola d’amoeur 8 voet Prestant 4 voet Fluit 4 voet Octave 2 voet Clarinet 8 voet Coppel om beide clavieren gelijk te spelen en ventil (MV: streep door ventiel)
De registers Viola di Gamba en Basson 16 voet worden geheel nieuw van metaal, waarvan de composities bestaad uit 1/2 tin en 1/2 lood; ook de Cornet wordt van dezelfde compositie geheel nieuw, de Violon principaal 8 voet van het Positief wordt geheel nieuw, waarvan de onderste pijpen van C0 tot en met H0 van best greenenhout worden de overige pijpen van dit register worden van metaal uit eene compositie 1/2 tin en 1/2 lood. De Viola d’amoeur wordt geheel nieuw van metaal compositie 1/2 tin 1/2 lood. De Clarinet 8 voet wordt gemaakt van de tansch op het orgel bestaande Basson 8 voet op deze pijpen worden metale trechters gemaakt in vorm zoo als eene gewone Clarinet, de mondstukken de tongen en stemkrukken dezer register als ook die van de trompet worden geheel nieuw en naar de beste constructien vervaardig.
Art negen De clavieren worden geheel nieuw van best eikenhout, de heele toetzen worden met ivoor de halve toetzen met zwarthout opgezet de clavier stiften worden van verzilverd koper, de klavier ramen worden met pallissander hout belegd en fijn gepolijst, het pedaal clavier wordt geheel nieuw van eikenhout en zal eenen omvangen hebben van 27 toetzen.
Art tien. Het regeerwerk voor het registratuur wordt geheel nieuw van eikenhout en ijzer, de verbindingslatten worden van greenenhout, de register knopen worden alle nieuwe en fijn zwart gepolijst, de daarin behorende naam plaatjes worden van porceleine, alle abstracten uitgaande van het klavier tot aan de windladen worden van greenenhout, dezelve worden alle met verzilverde kopere stelschroeven voorzien, alle winkelhaken welke nodig zijn tuschen de toetzen en de speelventillen om de abstracten te verbinden worden van koper, de winkelhaken lopen in kopere assen, elke as wordt afzonderlijk op geschroefd, de wellen of rollen worden van eikenhout zoo ver deze nodig zijn voor het registratuurwerk; alle wellen welken nodig zijn voor het abstractuur om de speelventillen te openen worden van gekloven greenenhout, de daarinbehorende assen worden van koper, de wellen ramen worden van eikenhout. Art: elf De blaasbalgen worden volgens de beste constructie veranderd in een magazijn blaasbalg welke vierkant opgaat, dit magazijn bekomt dubbelde vouwen waarvan de eene vouw binnen en de andere buitenwaards gaat, deze vouwen gaan door ijzere mekanique aantebrengen, gelijk met de boven plaat op en neder; het magazijn bekomt twee pomp of schepbalgen welke den wind in het magazijn brengen, het mekanique aan de schepbalgen wordt eikenhout en ijzer De plaaten of boven planken van de blaasbalgen welke zich tansch bij het orgel bevinden kunnen voor den nieuwen blaasbalg gebruikt worden als ook voor den tweeden blaasbalg welke als regulateur blaasbalg moet dienen De regulateur wordt met twee vouwen en verders bewerkt zoo als den magazijnbalg, uitgenomen dat den regulateur den wind bekomt uit het magazijn, de beledering aan beide balgen als ook aan den schepbalgen geschied dubbeld met best wit schapenleder. De windkanalen van de blaasbalgen af tot aan de windladen worden van greenenhout de conducten welke nodig zijn voor de afgeleide pijpen worden van zacht lood. De blaasbalgen worden op eene zinnerlijke balg stoel geplaats in den toren. 62
Art twaalf Alle deelen van het tansch bestaande orgel in zoo ver dezelve als solied kunnen beschouwd worden hetzij hout of metaal mogen tot nieuwe orgeldelen verwerkt worden; verders zullen alle orgeldeelen welke aan het orgel gebezigt worden en in deze omschrijving niet zijn aangehaald uit soliede bouwstoffen bestaan. Art dertien De transport kosten per spoor van Roermond naar Deurne en zoo omgekeerd van ’t eene station naar ’t andere zijn alle voor rekening van de Gebr=s Franssen de verdere transport zijn alle voor rekening van den contractant ter eene zijde. Aldus overeengekomen te Deurne 2 Januarij 1884 W. Brox pastoor
Gebr=s Franssen
63
Bijlage 4 Offerte Franssen 1912
64
65
Bijlage 5 Contract Elbertse 1951
66
67
68
69
70
71
Bijlage 6 Tekeningen orgels, w.o. fronttekening J. Boogaarts, gebaseerd op bewaard gebleven tekening in het Smits-archief
72
73
74
75
76
Bijlage 7 De overgeleverde disposities tussen 1884 en 1951
77
Er zijn 5 disposities overgeleverd in deze periode: 1)Franssen 1884, zie bijlage 3 2) Kuijte, ca 1898, in: Wout van Kuilenburg, Het werk van de orgelmakersfamilie Van Eijsdonk/Van Nistelrooy/ Kuijte, 1983, ’s-Hertogenbosch 3) Dispositieboek Vermeulen in: Frans Jespers, repertorium van orgels en orgelmakers in Noord-Brabant tot omstreeks 1900, 1983, s’- Hertogenbosch 4) Dispositie van vlak vóor de ombouw, in: Frans Jespers, repertorium van orgels en orgelmakers in NoordBrabant tot omstreeks 1900, 1983, s’- Hertogenbosch 5) Opgave Elbertse, zie bijlage 5 Manuaal: 1 Bourdon 16’ Prestant 8’ Violon di Gamba 8’ Holpijp 8’ Prestant 4’ Octave 2’ Cornet 3 st. Basson 16’ Trompet 8’
Positief: 1 Violon Principaal 8’ Bourdon 8’ Viola d’amoeur 8’ Prestant 4’ Fluit 4’ Octave 2’ Clarinet 8’
2
3
4
5
Bourdon 16’ Prestant 8’ Viola di Gamba 8’ Bourdon 8’ Octaaf 4’ Octaaf 2’ Cornet 4 st. Basson 16’ Trompet 8’
Bourdon 16’ Prestant 8’ Viola di gamba 8’ Bourdon 8’ Octaaf 4’ Fluit 4’ Octaaf 2’ Basson 16’ Trompet 8’
Bourdon 16’ Prestant 8’ Viola di gamba 8’ Bourdon 8’ Octaaf 4’ Fluit 4’ Octaaf 2’ Cornet 4 st. Trompet 8’
Bourdon 16’ Prestant 8’ Viola di Gamba 8’ Bourdon 8’ Octaaf 4’ Fluit 4’ Octaaf 2’ Cornet 4 st. Basson 16’ Trompette 8’
2
3
4
5
Viola Principaal 8’ Bourdon 8’ Viola d’amour 8’ Voix Céleste 8’ Prestant 4’ Flûte Octave 4’ Picolo 2’ Clarinette 4’
Violon Principal 8’ Bourdon 8’ Viola d’amour 8’ Voix céleste 8’ Prestant 4’ Fluit octaviante 4’ Piccolo 2’ Clairon 4’
Violon Principal 8’ Bourdon 8’ Viola d’amour 8’ Voix céleste 8’ Prestant 4’ Fluit octaviante 4’ Piccolo 2’ Klarinette 8’
Violon Principal 8’ Bourdon 8’ Viola d’amour 8’ Vox celeste 8’ Prestant 4’ Fluit Octav. 4’ Piccolo 2’ Klarinette 8’
78
Bijlage 8 De inscripties
79
De octaafliggingen worden met horizontale streepjes onder de naam aangegeven. Groot octaaf:
80