Agenda opiniërend algemeen bestuur Op 16 september 2009, aanvang 19.30 uur Plaats: kapel, complex Bouvigne
Nummer : *09I002354* Barcode : 09I001097 Agenda Agenda- Portefeuillepunt houder 1.
Onderwerp
Opmerkingen
Opening
Mondeling
2.
Verkennend blok
19.30-20.30 uur
Thema: Opiniebepaling ‘Samen presteren we meer’ (Rapport commissie Doornbos)
Meningsvormend blok
3.
20.40-22.15 uur
Opening Spreekrecht H. Hieltjes
a.
Gewijzigde procedure kadevoorziening Leursche Haven
H. Hieltjes
b.
Aankoop ruilpercelen ten behoeve van EVZ Rissebeek
Th. Schots
c.
Aanvraag UVK optimalisatie beluchting 1e trap rwzi Nieuwveer
C. Coppens
d.
Aanvraag UVK voor vergroten capaciteit gemaal Achter Emer
C. Coppens
e.
Aanvraag UVK voor vervanging gemaal Hazen door stuw en duiker Cromvliet
A. Dielissen
f.
3 inrichtingsplannen in landinrichtingsgebied BaarleNassau
4.
Rondvraag
22.15-22.30 uur
5.
Sluiting
22.30 uur
Breda, 10 september 2009
Agenda besluitvormend algemeen bestuur Op 14 oktober 2009, aanvang 19.30 uur Plaats: kapel, complex Bouvigne
Nummer : *09I002353* Barcode : 09I001098 Agenda agendapunt
Portefeuillehouder
1.
Onderwerp
Opmerkingen
Opening
Mondeling
Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming
Notulen* en besluitenlijst
2.
Notulen en besluitenlijst van de vergadering van het algemeen bestuur van 15 juli 2009. Besluit: het algemeen bestuur stelt de notulen en de besluitenlijst vast.
Bijlage (09I002705 en 09I002276)
Nota’s ter besluitvorming AB
3. 3a.
H. Hieltjes
Bijlage (09I002243) Gewijzigde procedure kadevoorziening Leursche Haven Het AB heeft in 2005 besloten tot het opstarten van een onteigeningsprocedure voor de verwerving van gronden ten behoeve van een kade langs de Leursche haven. De beoogde procedure had betrekking op gronden, die niet via het minnelijke traject verworven konden worden. Inmiddels is duidelijk geworden dat onteigening niet mogelijk en ook niet noodzakelijk is. Het waterschap heeft immers de beschikking over een Keur waarop zij zich kan beroepen. In de DB-nota "statusbepaling en normering regionale keringen", die vermoedelijk ook op 7 juli voor de DB-vergadering geagendeerd wordt, wordt een en ander nader uiteengezet. Besluit: het AB stemt in met het intrekken van het AB-besluit uit 2005 (05I002017) voor wat betreft het onderdeel dat betrekking heeft op de onteigeningsprocedure.
3b.
H. Hieltjes
Aankoop ruilpercelen ten behoeve van EVZ Rissebeek Met de gemeente Roosendaal is overeenstemming bereikt over de aankoop van de percelen landbouwgrond, gelegen nabij de Schouwenbaan te Wouwse Plantage, kadastraal bekend gemeente Wouw, sectie M, nummers 283 (gedeeltelijk), 40 (gedeeltelijk) en 182 (gedeeltelijk) gezamenlijk groot circa 7.72.19 hectare. Deze grond wordt ingezet als ruilgrond tbv de realisatie van de ecologische verbindingszone Rissebeek. Besluit: het AB stemt in met het voorstel tot aankoop van bovengenoemde percelen voor een totaalbedrag van € 366.790,--
Bijlage (09I002242)
3c.
Th. Schots
Bijlage (09I002168) Aanvraag UVK optimalisatie beluchting 1e trap rwzi Nieuwveer De rwzi Nieuwveer te Breda is een tweetrapsinstallatie. De benodigde maatregelen voor de komende jaren, zijn benoemd in een aantal clusterprojecten. Als onderdeel daarvan moet de beluchting in de eerste zuiveringstrap worden aangepakt. Naast de noodzakelijke vervangingen, wordt een aantal energiebesparende en optimalisatiemaatregelen doorgevoerd. Het ontwerp van de eerste trap is daarmee tevens geschikt voor de biologische capaciteit van de rwzi Nieuwveer die per 1 januari 2009 is bijgesteld, waarover nog nader wordt geïnformeerd. Besluit: het AB stemt in met het toekennen van een uitvoeringskrediet voor realisatie van het project IP-1588, Optimalisatie beluchting eerste zuiveringstrap rwzi Nieuwveer te Breda.
3d.
C. Coppens
Aanvraag UVK voor vergroten capaciteit gemaal Achter Emer Gemaal Achter Emer zorgt voor de aan- en afvoer van water in de wijk Haagse Beemden in Breda. Twee onderwaterpompen voeren het water af naar de rivier de Mark. Door de uitbreiding en verstedelijking van het gebied is de huidige afvoercapaciteit niet toereikend meer en voldoet niet aan de NBW-norm. Indien we niets doen, kan dit bij hevige regelval leiden tot wateroverlast in de wijk. Door dit project zal de afvoercapaciteit daarom vergroot worden. Besluit: het algemeen bestuur stemt in met de toekenning van € 530.000,- voor de vergroting van de capaciteit van gemaal Achter Emer te Breda.
3e.
C. Coppens
Bijlage (09I002214) Aanvraag UVK voor vervanging gemaal Hazen door stuw en duiker Cromvliet De waterafvoer via gemaal Hazen zal door de ontwikkeling van de Augustapolder in Bergen op Zoom moeten worden aangepast. In samenwerking met de gemeente Bergen op Zoom zal de waterafvoer via een nieuw aan te leggen watergang met stuw en duiker worden gerealiseerd (stuw en duiker Cromvliet). Vervolgens zal het bestaande gemaal Hazen worden verwijderd. Dit project wordt gedeeltelijk door de gemeente en gedeeltelijk door het waterschap gefinancierd. De kostenverdeelsleutel is bepaald op basis van de afzonderlijke verantwoordelijkheden van beide partijen in de totstandkoming van dit project. Besluit: het AB stemt in met de uitvoering van de werkzaamheden en met de toekenning van uitvoeringskrediet ten bedrage van € 620.000,voor de vervanging van gemaal Hazen door een watergang, stuw en duiker in de Cromvliet (IP 6769).
Bijlage (09I002218)
* Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -2-
3f.
A. Dielissen
3 inrichtingsplannen in landinrichtingsgebied Baarle- Bijlage (09I002848) Nassau Op verzoek van de Landinrichtingscommissie heeft het waterschap 3 inrichtingsplannen uitgewerkt ter realisatie van inrichting EHS nieuwe natuur, EVZ en GGOR landbouw. Met deze plannen wordt invulling gegeven aan doelrealisaties op het gebied van waterberging, beekherstel, verdrogingsbestrijding en herstel natte natuurparels, inrichting viswater en aanleg ecologische verbindingszones. De 3 concept-inrichtingsplannen hebben vanaf 30 juni 2009 tot en met 10 augustus 2009 ter inzage gelegen. Er zijn 13 reacties binnengekomen. In de bijgevoegde inspraaknota's zijn de reacties weergegeven en is de beoordeling gedaan. De reacties hebben geleid tot aanpassing van de plannen: in totaal worden op EHS gebieden (terreinbeheerder Natuurmonumenten) 8 poelen extra aangelegd. Een van de inspraakreacties betrof het verzoek van de Landinrichtingscommissie tot inrichting van aanvullend circa 40 hectare EHS. Realisatie daarvan in de huidige inrichtingsplannen is procedureel onmogelijk en zal in 2010 gebeuren onder de noemer "poetsbestek Landinrichting Baarle-Nassau". Besluit: het AB stemt in met de inrichtingsplannen "Chaam 2", "Bremer" en "Merkske-oost", inclusief de bijbehorende inspraaknota's.
Mededelingen
4. Dijkgraaf Dijkgraaf Th. Schots C. Coppens C. Coppens
a. b. c. d. e.
L. van der Kallen
f.
Dijkgraaf
g.
Verslag vergadering 16 september 2009 Afgeronde procedures 2008 en 2009 Managementletter 2009-2 Statusbepaling en normering regionale keringen Kosten vispasseerbare en niet-vispasseerbare stuwen Stand van zaken planstudie Waterberging Volkerak-Zoommeer Gedragscampagne ‘MVO tussen 1000 oren’
Nazending Bijlage (09I002849) Nazending Bijlage (09I002851) Bijlage (09I001696) Bijlage (09I002852) Bijlage (09I002856)
Besluit: het algemeen bestuur neemt de mededelingen voor kennisgeving aan.
* Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -3-
Ingekomen stukken
5. Th. Schots
a.
Dijkgraaf
b.
Dijkgraaf
c.
Dijkgraaf
d.
Dijkgraaf
e.
C. Coppens
f.
A. Dielissen
g.
Brief Ministerie van Verkeer en Waterstaat ‘Belastingstelsel waterschappen’ Brief fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne, e-mail 6 juli 2009 ‘Opmerkingen en nieuwe vragen aan DB’ (analyse huisvestingskosten waterschap) en antwoord dagelijks bestuur Brief fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne, e-mail 8 en 10 juli 2009) ‘Aanvulling op opmerkingen en vragen DB’ (kapel als vergaderlocatie AB) en antwoord dagelijks bestuur Brief fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne, e-mail 13 juli 2009 ‘Duurzaamheid (nieuw)bouw op Bouvigne’ en antwoord dagelijks bestuur Brief fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne, e-mail 15 juli 2009 ‘Diverse lopende zaken’ en e-mail 19 augustus 2009 ‘Vragen aan DB naar aanleiding van brief waterschap Brabantse Delta d.d. 24 juli 2009’ en antwoord dagelijks bestuur Brief fractie Water Natuurlijk, e-mail 29 juni 2009 ‘Schriftelijke vragen watercondities’ en antwoord dagelijks bestuur Brief IVN Mark & Donge d.d. 21 juli 2009 ‘Antwoord Ministerie van Defensie over gebruik Seeligkazerne terrein voor natuurlijk stromende Mark’ en antwoord dagelijks bestuur
(Bijlage 09B007326) (Bijlage 09E004268 en 09U005990
(Bijlage 09E004398 en 09U005960)
(Bijlage 09E004441 en09U005956) (Bijlage 09E004454, 09U005708, 09U005015 en 09U006210) Bijlage (09E002463 en 09U005574) Bijlage (09B007678 en 09U006491)
Besluit: het algemeen bestuur neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan. 6.
Rondvraag
7.
Sluiting
Breda, 10 september 2009
* Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -4-
Agendapunt 2
Nummer : *09I002705* Barcode : *09I002705* Notulen van de vergadering van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta d.d. 15 juli 2009 om 19.30 uur te Breda, kapel, complex Bouvigne
Aanwezig: De Voorzitter: J.A.M. Vos De leden: J.J.M. van der Aa, P.A. Aertssen, P.H.M. van den Berg, W.J.H. de Boer, R. Boertjes, R.J.M. van den Broek, C.A.A. Coppens, J.H.C. Dielissen, C.B.M.E. Franssen, M.P. Hage, J.J.M. van der Heijden, H.B. Hieltjes, F. Jackson, L.H. van der Kallen, J.J. Kocx, F.C.J. van Noord, A. Pijnenburg, H.J.M. Poppelaars, J.A.J.P. van Riet, Th.J.J.M. Schots, C.G. Schreuders, J.A.M. Slenders, W. Spierings, A.J.C. Vanlaerhoven, B. van der Veer, A.S. Verdaasdonk, A.A.F.M. Wijnen Afwezig met kennisgeving: de heren A.G.J. Haagh en L.C.A. Withagen en mevrouw E.J.M. De Jong-Stabel De secretaris-directeur: H.T.C. van Stokkom Notulist: H. Mutsaerts van Het Notuleercentrum 1. Opening De voorzitter: Dames en heren, van harte welkom. Ik verklaar de vergadering voor geopend. Er zijn berichten van verhindering ontvangen van de heren Haagh en Withagen en mevrouw De JongStabel. Mevrouw Franssen komt iets later. Spreekrecht: Er hebben zich twee insprekers gemeld. Mevrouw Oonk van Staatsbosbeheer spreekt in bij agendapunt 5.l en de heer Vermeeren spreekt in bij agendapunt 5.b. Mevrouw Oonk: Ik vraag namens Staatsbosbeheer aandacht voor het volgende. Het betreft de zienswijze van Staatsbosbeheer op het peilenplan Oosterhout-Waalwijk en de beantwoording hiervan door het waterschap, ook in vergelijking met de afhandeling van andere ingebrachte zienswijzen. U geeft in een van uw antwoorden aan dat u zoekt naar het juiste evenwicht tussen de verschillende disciplines die voor het waterschap van belang zijn. Het betreft hier het antwoord op een van de zienswijzen. Met dit in het achterhoofd het volgende. Daar waar Staatsbosbeheer nu maar een klein deel binnen een peilvak in eigendom en beheer heeft, schikken wij ons naar het landbouwkundig peil. Daar waar een omgekeerde situatie van toepassing is, moeten wij ons nog steeds schikken naar een landbouwkundig peil. Uw beantwoording waarin u aangeeft dat gras niet gezien wordt als de ontwikkeling van het gewenste natuurtype en dat uitgegaan wordt van de LGN5 is in deze een kip en ei discussie, omdat wij geen andere doelen kunnen realiseren bij het gevoerde landbouwkundig peil. Dat in een aantal peilvakken met vijfentachtig (85%) tot negentig (90%) procent in eigendom van Staatsbosbeheer nog steeds een tegennatuurlijk peil wordt gevoerd en er zelfs nog sprake is van een onderbemaling, kan ik niet rijmen met het door u beschreven evenwicht tussen de verschillende disciplines. Staatsbosbeheer zou dan ook graag geformuleerd zien dat wanneer binnen een peilvak sprake is van meer dan tachtig procent (80%) natuur, de balans doorslaat naar de natuur want zeker in een natte natuurparel heeft dit naar onze mening een zwaarderwegend belang. Verder wordt er in het plan in diverse peilvakken aangegeven dat er geen sprake is van natuurdoelen dan wel doelrealisatie voor natuur. Daar waar sprake is van een EHS ligt dit doel er wel degelijk en kan de doelrealisatie in percentages worden uitgedrukt. Voor ons is dit een incorrectheid in de tekst en in de uitgangspunten behorende bij de betreffende
1
peilvakken. Zoals ook in de zienswijze aangegeven pleiten wij voor een aanpassing van het plan op deze onderdelen. Ten slotte refereert u meerdere malen aan het inrichtingsplan van de Westelijke Langstraat. Staatsbosbeheer gaat er net als u vanuit dat binnen afzienbare tijd gestart wordt met de inrichting van de natte natuurparel. Deze inrichting is echter geen waarheid zolang hier geen definitieve status aan gegeven is. In de tussentijd – we zijn in de planvorming inmiddels zo’n zeven jaar verder - droogt deze topnatuurparel alleen maar verder op in plaats van dat deze natter wordt. Ook op weg naar de realisatie van de natte natuurparel kunnen maatregelen genomen worden die een bijdrage leveren aan het herstel of ten minste een negatieve trend ombuigen. Het is immers net als met het stoppen van uw lievelingssokken: als je de gaten blijft dichten, heb je nog heel veel plezier van die sokken. Als je er niet de moeite voor neemt en verzaakt dit te doen, valt er uiteindelijk niets meer te stoppen. Dan koop je toch gewoon een nieuw paar. U weet hoe het gaat met lievelingsokken: de conclusie: die zijn nergens meer te krijgen. Dank u wel voor uw aandacht. De heer Vermeeren spreekt in bij punt 5.b. Geacht bestuur. Dit gaat over het plan Balleman en de Hazeldonkse Beek. Het is een beek met twee namen, Galderse en Hazeldonkse Beek. Het gevolg van het plan de Balleman is dat wij aan de Hazeldonkse Beek over een lengte van vijf kilometer vierenvijftig (54) hectare waterberging krijgen. Het plan Weerijs moet dit maar oplossen. In plan Weerijs, dat tot gisteren ter inzage lag, staats niets vermeld over de verhoging van grond en waterstanden, laat staan van nulmetingen. Men spreekt in plan Balleman over verhoging van twintig tot vijftig centimeter, maar nergens een nulmeting. Alleen maar aannames en veronderstellingen. De duiker van de Rijsbergse Baan gaat vijftig centimeter omhoog. Weer geen nulmeting. Dan gaan wij naar de duikers A16 HSL, die honderd meter verderop liggen. De duiker van de A16 is twee bij twee. De duiker van de HSL is tweeëneenhalf bij anderhalf hoog. De waterstand in de duiker van de HSL is op dit moment vijftig tot zestig centimeter. Als daar dan nog vijftig centimeter bijkomt door de verhoging van de duiker van de Rijsbergse Baan, staat er een meter water in en blijft er nog vijftig centimeter over met daarin twee ecopaden in de duiker. Daarbij komt nog dat tussen deze twee duikers gemaal De Rijt uitkomt met een aanvoercapaciteit van vierhonderd en negenentwintig kubieke meter water per uur. Wat blijft er nog over voor de afvoer van het water van de Hazeldonkse Beek? Al het water moet wel door deze duikers. De afspraak die gemaakt is met het waterschap op 26 februari 2003 houdt in dat de afvoer nog maximaal twintig millimeter per etmaal moet zijn. Dit zou alleen maar gehandhaafd kunnen worden door een goed maaibeleid zei Jan van Hal. Het maaibeleid van 4 december 2000, 15 april tot 10 mei, de bodem helemaal maaien dus het zand erbij, 10 juni tot 11 juli de hele beek maaien en vanaf 10 september weer. Het maaibeleid is nu dat vanaf 20 mei tot 10 juni een voorjaarsbeurt wordt gehouden, dus de bodem wordt niet gemaaid. Dan komt men terug en maait men wat is blijven staan nog eens half en de rest wordt in het najaar gemaaid. Dit maaibeleid houdt in dat de waterstand sinds het nieuwe maaibeleid twintig tot dertig centimeter hoger is gekomen. Men praat steeds over verhoging van het oude maaibeleid. Men praat steeds over de nieuwe peilbuizen die bij ons op de akker staan. Vanaf 18 december 2000 zijn deze geplaatst en kunnen nog geen referentie naar de Balleman zijn. Als deze plannen doorgaan, raak ik vier hectare boomkwekerij waarvan twee hectare van mijn huisperceel kwijt. Waarnaar toe? Niemand weet het. Ik stel voor om voor dit gebied met een goede nulmeting te komen, zowel voor de Hazeldonkse Beek als voor de Galderse Beek. Dan moet duidelijk worden hoeveel water door de duiker van de HSL wordt afgevoerd. Dan zouden de problemen met de grond aan de Hazeldonkse Beek aangepakt kunnen worden zowel voor de waterberging als voor de boeren. Dan pas zou het plan Balleman met de verhoging kunnen beginnen. Ik dank u voor uw aandacht. Bepaling primus bij hoofdelijke stemming: Dat is nummer zesentwintig (26), de heer Boertjes. 2. Notulen en besluitenlijst De voorzitter: Er zijn twee reacties gekomen op de notulen van 3 juni 2009. Op pagina vijftien waar de heer Van den Broek aan het woord is, iets onder de helft van zijn betoog. Hier staat: “Door de rijksoverheid vanaf 2011 op de bezetting van lagere overheden”. Hij stelt voor van het woord “bezetting” het woord “budgetten” te maken. Dat lijkt mij ook wel logisch. Ik stel voor deze wijziging aan te brengen. Akkoord. Dan pagina vierentwintig (24), bij e. Bij de besluitvorming over het bestuursprogramma dient ook de fractie Natuurterreinen te worden toegevoegd. Ik stel voor ook die wijziging door te voeren. Dan wil ik u vragen mee te kijken naar wat bij hamerslag afgewikkeld kan worden en waarover wij gaan spreken.
2
Besloten: het algemeen bestuur stelt de gewijzigde notulen en de besluitenlijst vast. 3. Mededelingen a. Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken 2008 De heer De Boer: Op pagina vier van dit stuk staat de ambitie van het waterschap op het gebied van energiebesparing. In 2020 willen wij twintig gigawattuur minder energie gebruiken. Ik heb kennis genomen van dit stuk en ik vraag mij af of wij deze doelstelling wel halen. Verderop staat dat de energieprestatie van het proces zuiveren een lichte stijging laat zien. Ik plaats ernstige twijfels bij deze ambitie van het waterschap. De heer Schots: De eigenschap van ambities is dat je van tevoren nooit kunt zeggen of je deze wel of niet zult halen. Laat ik daarmee beginnen. Niettemin, in de nota Zuiveren met Ambitie die een aantal jaren geleden is vastgesteld, is er indringend naar dit onderwerp gekeken en op basis van de toenmalige argumenten is het realistisch geacht om deze doelstellingen neer te leggen en daaraan te gaan werken. Dat laat onverlet dat lopende de rit af en toe wel eens dingen meer energie kosten dan eigenlijk gepland of gecalculeerd was, zoals ook in dit verslagjaar in de zuivering is gebeurd. Maar op dit moment is er geen aanleiding om deze ambitie vaarwel te zeggen. b. Ontwerp begroting Regionaal Archief West-Brabant 2010 c. Evaluatie en kosten introductieprogramma voor het algemeen bestuur De heer De Boer: Onze fractie kan zich niet herkennen in dit stuk. Wij vinden dat dit positief is ingekleurd. Wij zijn individueel onze eigen ervaringen langsgegaan en ons is bijgebleven de te lage opkomst en met name te weinig diepgang. Wij vinden dat voor een volgende keer de vraag is of men hiermee door zou moeten gaan. De voorzitter: Het eerste punt hoeft het DB zich niet direct al teveel aan te trekken of het moet zijn dat het een heel onaantrekkelijk programma was. Het is de verantwoordelijkheid van AB-leden om wel of niet mee te doen. Het tweede punt nemen wij ons ter harte, want dat zegt iets over de inhoud. Nu zit het nog vers in ons geheugen. Ik ben blij met uw reactie en wij zullen hier over vier jaar ons voordeel mee doen. Ik herinner mij dat wij aan het eind van vorig jaar nog een moment stilgestaan hebben bij het introductieprogramma, maar toen was het misschien wat verder weggezakt. Ik hoop dat wij het vast kunnen houden als verbeterpunt voor de volgende keer. d. Verslag vergadering 1 en 3 juli 2009 De voorzitter: De heer Van Riet stelt voor op pagina zeven van de notulen van 1 juli om na de heer Van Riet: “Wij als Water Natuurlijk” toe te voegen. Op de derde regel na het woordje “boven”, “dan klinkt het nogal bezitterig als u zegt” en dan loopt de zin weer door. Wij zullen deze wijzigingen aanbrengen. Heeft iemand nog opmerkingen bij de notulen van 3 juli? De heer Van der Aa: Bij de behandeling van het peilbesluit staat steeds mevrouw Wind, maar ik dacht dat dit mevrouw Kocx was? De voorzitter: Tijden veranderen! Mevrouw is getrouwd en heet nu Wind. e. Ingediende zienswijzen op het Nationaal Waterplan (NWP) f. Besprekingsverslag van de voorbereidingscommissie Financiële jaarstukken g. Reorganisatie per 1 juli 2009. De heer Van der Aa: Ik neem kennis van de reorganisatie. Wat mij opvalt in de notitie is dat u sterk hecht aan het account management naar de A-relaties. Ik dacht dat het in ieder geval ook belangrijk is om de ingelanden te communiceren hoe en wie waarvoor verantwoordelijk is bij het waterschap en waarvoor bereikbaar. Dit mag aanleiding zijn om te communiceren met de burgers en ingelanden. Dat miste ik eigenlijk wel en het is toch belangrijk. De voorzitter: Wij zijn het met u eens dat wij goed moeten communiceren met onze ingelanden en dus daar waar er een-op-een-relaties dienen te zijn tussen beheer en de grondeigenaar bijvoorbeeld, dat men weet wie waarover gaat, dat klopt. Daar zullen wij ook proberen in te voorzien. Ik denk niet dat wij een algemene advertentie gaan plaatsen met wie waarover gaat, dat lijkt mij niet zo handig. Wij gaan kijken in hoeverre er wijzigingen zijn doorgevoerd en dat op de
3
beste manier communiceren. Niet meer, maar ook niet minder dan nodig is. Ik ben het inhoudelijk met u eens. Besloten: het algemeen bestuur neemt de mededelingen voor kennisgeving aan. 4. Ingekomen stukken a. Brief de heer Van den Berg “Reactie op brieven DB” met antwoord van het dagelijks bestuur. De heer Van den Berg: Ik wil even wat zeggen over de brief die ik aanvankelijk heb geschreven met vragen aan de heer Van Stokkom. Vervolgens heb ik op 29 mei 2009 antwoorden gekregen. Deze antwoorden vonden wij niet afdoende om een goed inzicht te krijgen in wat de nieuwbouw in de toekomst feitelijk zal gaan kosten. Wij vinden het van groot belang dat uiteindelijk de burger tot in de finesses begrijpt wat de kosten zullen zijn van de nieuwbouw. Wij konden deze vraag niet beantwoorden op basis van de informatie van de heer Van Stokkom. Daarom hebben wij als fractie op 6 juli opnieuw vragen gesteld over de nieuwbouw. Die hebben wij per e-mail aan de voorzitter gestuurd, vragen aan het DB. Wij hopen dat de antwoorden op die vragen uiteindelijk nu eens het echte inzicht geven in wat de nieuwbouw nu gaat kosten. Voorts wil ik reageren op het overzicht dat is gemaakt van oud versus nieuw. Daar hebben wij een hoop opmerkingen over. Onder andere het onderdeel kapitaallasten is niet geheel duidelijk. Alle punten hebben wij opnieuw benoemd in ons schrijven van 6 juli. Wij vinden het als fractie nog steeds heel vreemd dat de antwoorden die wij op 29 mei hebben ontvangen, als vertrouwelijk worden betiteld. Het gaat toch gewoon om de kosten van nieuwbouw en de kosten die wij hadden op Bergschot. Wat is dat nu voor raar gedoe dat dit allemaal vertrouwelijk moet zijn? De burgers en de boeren die belasting betalen, willen gewoon weten wat wij uiteindelijk uitspoken met het geld. Daar moeten wij dus de boeken voor openen. Ik wil graag een verklaring van het bestuur over waarom deze cijfers als vertrouwelijk worden betiteld en waarom deze niet publiek worden gemaakt. Mevrouw Franssen: Ik heb een vraag aan de heer Van den Berg. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat de burgers geïnteresseerd zijn in alle finesses van de cijfers. Ik kan mij wel voorstellen dat mensen geïnteresseerd zijn in het wel en wee van het waterschap en dat zij graag willen weten wat er gebeurt rondom de nieuwbouw, maar ik kan mij niet of nauwelijks voorstellen dat er belangstelling is voor alle finesses van dit proces. Ik vind de vraag eigenlijk een beetje overbodig. De heer Van den Berg: Dank u wel voor uw reactie. U spreekt namens de VVD en ik vertegenwoordig iets meer dan zesduizend mensen van wie ik weet dat zij tot in de finesse willen weten wat hier nou gebeurt met de huisvesting. Ze zeggen weleens: “the devil is in the details” en alle details bij elkaar maken het grote geheel. Wij willen gewoon weten wat wij hier nu gaan verwonen in de toekomst. Daar worden vragen over gesteld. Ik denk dat iedereen het volste recht heeft om die informatie te krijgen. Ik heb begrip voor het VVD-standpunt dat zij daar blijkbaar anders over denken. De voorzitter: Ik probeer u te volgen. U spreekt over brieven en mails die hier niet bij zitten en die nadien gewisseld zijn. Ik herinner mij dat u de vorige keer een betoog hield dat u vond dat vraag drie en vijf uit mijn hoofd gezegd niet adequaat waren beantwoord. Toen heb ik gezegd dat het AB dit beoordeelt. Toen maakte u daar heftig bezwaar tegen, dus voor de lieve vrede hebben wij toen weer een uiterst adequaat antwoord gedicht op de schriftelijke vragen die daar toen weer over kwamen. Daarna hebt u daar weer minstens twee e-mails over gestuurd. Onze secretaris-directeur heeft zich ingespannen daar ook weer een uitvoerig antwoord op te geven. Als ik u nu aanhoor, dan is het nog steeds volstrekt onvoldoende volgens u. Ik kom op een punt namelijk hoe lang het DB nog vragen moet beantwoorden over de nieuwbouw aan de heer Van den Berg. Wij doen gewoon ons best en wij hebben nu heel veel gedaan, tot het laatst toe. Als ik dan deze week de mails weer zie, dan denk ik wanneer kunnen wij elkaar aangeven dat het voldoende is. Dat punt bereiken wij niet. Ik weet dat het democratisch een linke zaak is wat ik nu doe, maar een keer moeten wij elkaar aan durven kijken over hoe lang wij hierover met elkaar doorgaan. Ik verzoek de fracties hierop te reageren in tweede termijn. De heer Van den Berg: U begeeft zich nu op zeer glad ijs. Natuurlijk kan het zo zijn dat het AB op een gegeven moment zegt dat specifieke vragen voldoende zijn beantwoord. Wij stellen ook nieuwe vragen. Op 6 juli hebben wij nieuwe vragen gesteld, omdat blijkbaar de vorige vragen niet geleid hebben tot het antwoord dat wij willen hebben. Dat betekent dat onze fractie zich beter moet verwoorden. Ik denk dat het niet verkeerd is dat wij nu met elkaar echt weten wat dit project op Bouvigne in de toekomst echt gaat kosten. Dat weten wij nog steeds niet. Er is een vergelijking gemaakt tussen oud en nieuw, maar een aantal zaken is er niet in meegenomen. Dat wordt ook keurig gezegd door de heer Van Stokkom dat de exploitatie van het kasteel niet is meegenomen.
4
Dan vragen wij opnieuw wat dan de exploitatie is van het kasteel. Zet nu alles eens op een rijtje en laat nou eens zien wat in de toekomst dit gebouw echt kost. Dat zijn hele reële vragen. Ik denk dat het uiteindelijk ook voor het DB geen enkele moeite is. Op basis van een totaaloverzicht van alle kosten is uiteindelijk een besluit genomen om naar Bouvigne te gaan. Het enige wat ik vraag, zet het keurig op een rijtje, laat het weten. Daarna zult u geen vragen meer van ons krijgen over de totale kosten. De heer Wijnen: Wij hebben bij ons in Haldenberg een nieuw gemeentehuis gebouwd en dat is dit voorjaar geopend. Het interesseerde mij echt niets wat het halverwege de rit kostte. Het gaat uiteindelijk over het eindbedrag. Wij werden tijdelijk op de hoogte gehouden in de fase dat wij gingen kijken naar de stand van zaken. Bij het eindresultaat komt het budget op tafel. Wij werden op de hoogte gesteld van meerposten. Daar is niets mis mee. Ik vind niet dat je telkens weer vragen kunt blijven stellen. Het zijn steeds dezelfden die hier op terugkomen. Het heeft naar mijn mening geen nut om tussentijds diverse vragen te stellen en het DB aan het werk te zetten voor iets wat bepaalde mensen wel interesseert maar ik zie er het nut niet van in. Het gaat over het nut, de noodzaak en de doelmatigheid. Daar zitten wij hier voor. De heer Boertjes: Ik kan mij herinneren dat toen wij werden geïnstalleerd, de heer Van den Berg al vragen stelde over de nieuwbouw. Ik heb toen gezegd dat binnen dit waterschap meer zaken spelen dan alleen de nieuwbouw op Bouvigne. Het is geen one issue om daar iedere keer op deze manier op terug te komen. Wij hebben het er iedere keer over dat wij met elkaar op hoofdlijnen moeten besturen. Nu zijn wij bezig met zaken achter de komma. Ik vind dat wij op de verkeerde manier bezig zijn om op deze manier het waterschap te besturen. Iedereen aan deze tafel vertegenwoordigt een bepaalde groepering uit de samenleving, maar ik ben het met mijn buurman eens dat wij de afspraak hebben gemaakt dat Bouvigne begroot is. Vanuit het DB worden stapsgewijze iedere keer meldingen gedaan over de verschillende fases van de nieuwbouw. Dat vind ik een logisch gevolg, met daaraan misschien nog gekoppeld hoever het staat met de financiële zaken daaromtrent. Dan vind ik dat meer als genoeg. De heer Van den Berg stelt nu iedere keer vragen waarvoor een hoop tijd c.q. kosten gemaakt moeten worden om te komen tot datgene wat hij graag wil. Hij kan dan stellen dat het zijn democratisch recht is. Dat is waar, maar ik vind dat je wel moet handelen als een lid van het AB van het waterschap en je moet willen besturen op hoofdlijnen. Als wij het doen op de manier van de heer Van den Berg, dan denk ik dat wij hier iedere week moeten vergaderen om de zaken door te spreken. Namens mijn fractie kan ik aangeven dat wij niet op deze wijze willen besturen. Het moet op een andere manier. De heer Van den Berg moet een keer nadenken over hoe hij het waterschap wil besturen. De heer Van den Broek: De inbreng van de heer Van den Berg heeft voor mij te maken met waar liggen de grenzen van de democratie. Ik vind dat het vorige bestuur een besluit heeft genomen en een budget vastgesteld. De heer Van den Berg stelt iedere vergadering telkens vragen en opnieuw vragen. Dit legt een onevenredige aanslag op de organisatie, terwijl het geen meerwaarde heeft. Steeds wordt terugverwezen naar het genomen besluit en dat is herbevestigd in het nieuwe bestuur. Het heeft volstrekt geen meerwaarde. Het leidt tot een onevenredig beslag op de organisatie en tot verschrikkelijk veel irritatie bij uw collega-bestuursleden. De heer Verdaasdonk: Ik neem kennis van bepaalde ergernissen die sommige fracties hier uitspreken. Bij sommige standpunten heb ik ook wel eens ergernissen, en dat zijn niet alleen maar standpunten die de heer Van den Berg betreffen. Ik hecht zeer aan het democratisch recht van ons allen. Ik wil bij een democratisch gekozen bestuur niet meemaken dat iemand beknot wordt in zijn vrijheid die in dit land op een zorgvuldige manier is vastgelegd. De heer Van der Aa: Ik wil niet zo heel veel toevoegen, maar ik sluit mij aan bij de mix van de vorige twee sprekers. Ik doe de suggestie dat mijn collega, de heer Van den Berg, een keer per jaar vragen stelt over de voortgang van de kosten van de bouw. Dan krijgen we elke keer in maart antwoord. De heer Van der Heijden: Als oud-lid van de commissie Huisvesting heb ik de berekeningen mee mogen maken. In het vorige bestuur – om de heer Van den Broek verder te volgen - hebben wij alles doorberekend. Jullie waren erbij. Wij hebben gekeken naar het blijven in Bergschot en naar een ander gebouw ergens in Breda. Wij hebben gekeken naar Bouvigne. De berekeningen zijn zeer zorgvuldig gedaan. Het is altijd gebleken dat Bouvigne op dat moment – nu zijn er misschien andere inzichten - het goedkoopste was. Wij hebben de goedkoopste weg gekozen. Daarmee hebben vierenveertig van de vijfenveertig mensen ingestemd. Ik denk dat wij het daarbij moeten laten. Ik ben het met de heer Van der Aa eens dat wij regelmatig een terugkoppeling moeten
5
krijgen over hoe het project zich ontwikkelt. Wij hebben een krediet vastgesteld en zolang het daarbinnen blijft, vind ik dat het DB het mandaat heeft en die moet dat bewaken. De heer Jackson: Ook in algemene zin denk ik dat het AB een controlerende taak heeft en de heer Van den Berg neemt dat heel serieus op in de legitimiteit van zijn partij. Volgens mijn fractie schiet hij daarin iets teveel door. Ik zou willen oproepen om met name op hoofdlijnen te controleren. Misschien kan de commissie Huisvesting die er nog steeds is, een keer met hem van gedachten wisselen over de vierkante millimeter. Dat lijkt mij het juiste gremium. Ik pleit ervoor dat het AB de vinger aan de pols houdt op grote lijnen en van tijd tot tijd, periodiek, jaarlijks te kijken. De voorzitter: Ik hoop dat de heer Van den Berg en het DB hun voordeel doen met die wijze woorden die hier gesproken zijn. De heer Van den Berg: Natuurlijk nemen wij alle woorden die hier zijn gesproken in welke vorm dan ook, mee in onze overwegingen. Wij moeten wel met zijn allen beseffen dat huisvesting niet voor niets als een belangrijk programmaonderdeel is benoemd. Wij moeten daar met zijn allen heel kritisch op zijn. Wij stellen daar vragen over en als het DB die vragen heel expliciet zou beantwoorden, dan zouden wij niet iedere keer opnieuw aanvullende vragen hoeven te stellen. Daarnaast is het nog steeds zo dat wij denken dat alle vragen die wij stellen, als het DB zijn zaken goed voor elkaar heeft, heel gemakkelijk en snel te beantwoorden zijn. Wij zijn er ook geen voorstander van om in deze vergadering telkens over de huisvesting te praten. Daarom vraag ik er ook geen agendapunt voor aan maar stuur ik een brief met vragen, maar die worden naar onze smaak niet helemaal goed beantwoord. Daarnaast zie ik in de discussie dat de vraag die wij stellen aan het DB, niet beantwoord wordt, namelijk waarom dit soort overzichtjes toch nog steeds onder geheimhouding valt en niet gewoon publiek gemaakt kunnen worden. Die vraag blijft nog steeds overeind. De voorzitter: Wij veronderstellen dat dit gevoelige informatie is waar het bedrijfsleven geen weet van hoeft te hebben. b. Brief waterschap Aa en Maas “Evaluatie Waterschapsverkiezingen 2008” De heer Verdaasdonk: Dit punt is op verzoek van Water Natuurlijk op de agenda gezet. Het gaat met name over de evaluatie van de waterschapsverkiezingen en de manier waarop de Unie daarmee is omgegaan. Dat spitst zich met name toe op de geborgde zetels en de democratische legitimatie. Het is goed om even te herhalen dat de geborgde zetels toentertijd in het leven zijn geroepen voor een aantal specifieke taken en het argument daarvoor was dat voor deze groepen het anders ondoenlijk was een fatsoenlijke positie in de besturen van het waterschap te verwerven. Vandaar dat zij als het ware via een soort vrijstellingsregeling, in dit geval een geborgde zetel, geplaatst zouden kunnen worden binnen de besturen, zodanig dat dit belang in die waterschapsbesturen voldoende zou worden vertegenwoordigd. Je ziet na deze verkiezingen dat de dominantie van de geborgde zetels vanwege het aantal het democratisch verloop en het functioneren van de waterschappen aan begint te tasten. Binnen dit bestuur van dertig leden zijn er tien landbouwgelieerd. Dan is niet vol te houden dat die belangengroepering hoe belangrijk die ook is, niet op een andere manier dan via geborgde zetels, aan haar belang zou kunnen komen. Dat geldt ook voor bedrijfsgebouwd. Wij zien ten principale niet in dat het getalsmatig zoals het nu is, zou moeten blijven en waarom deze vertegenwoordigers niet democratisch gekozen zouden moeten worden. Dat is de kern van het verhaal. Wij hebben met genoegen geconstateerd dat een waterschapsbestuur in het Brabantse, zijnde Aa en Maas waar dezelfde verdeling van geborgde zetels plaatsvindt als in de Brabantse Delta, ook die mening is toegedaan. Deze discussie speelt ook op andere plaatsen in het land. Water Natuurlijk stelt voor aan de vergadering hier aanwezig in te stemmen met de brief zoals die is geformuleerd door waterschap Aa en Maas, of een brief van gelijke strekking uit te doen gaan waarin wij de Unie verzoeken om alsnog de systematiek van geborgde zetels en de getallen die daarbij horen, opnieuw te overwegen. Het standpunt van het DB om de brief voor kennisgeving aan te nemen delen wij niet. Wij zouden hierover graag met elkaar willen discussiëren. De heer Van der Aa: Het thema was de evaluatie van de verkiezingen. Als ik de brief van Aa en Maas lees, dan gaat deze vooral over de wetgeving. Dat verbaast mij eigenlijk. Een van de volgende ingekomen stukken, de brief van mevrouw Huizinga, kondigt een evaluatie van het verkiezingsstelsel aan in de komende maanden. De vraag van Aa en Maas voor een brede maatschappelijke discussie als Unie te gaan voeren, wordt opgepakt door mevrouw Huizinga. Zo lees ik dat. Dan is het overigens nog verbazend dat de wet wordt vermeld bij de evaluatie van de verkiezingen. Ik ben het niet eens met de heer Verdaasdonk als hij steeds tien mensen uit de
6
landbouw noemt. Van de heer Withagen heb ik de vorige keer gehoord dat er misschien wel twaalf of dertien boerenzoons of dochters hierbinnen zitten. Er zitten in ieder geval niet tien boeren binnen. Dat heeft hij al zes keer gezegd. Het gaat niet over de verkiezingen, maar veel meer over de wet. Het valt mij op en dat geldt misschien voor meer mensen, het staat er een beetje tendentieus, ten eerste over de geborgde zetels, het verhaal van de tien negertjes. Ten tweede ook nog dat er wordt gesproken dat het niet correct is dat mensen met voorkeursstemmen gekozen zijn. Dat is nummer drie van de aanbevelingen. Ik zou de actie van mevrouw Huizinga voortvarend oppakken en de brief voor kennisgeving aannemen. Dat is de strekking van de brief als je deze goed leest. De heer Aertssen: Zo’n honderdvijftig (150) jaar geleden werkte ongeveer vijfennegentig procent (95%) van de Nederlandse beroepsbevolking nog in de land- en tuinbouw en veeteelt. Dat is nog niet zo gek lang geleden en wij stammen dus allemaal af van het platteland en de boeren. Dit ter relativering. Het is gemakkelijk om te zeggen dat het belang ten onrechte aan de kaak wordt gesteld. De situatie is nu duidelijk anders. De beroepsbevolking en de samenstelling van de bevolking in Brabant is anders. Er zijn meer burgers die in de steden wonen. Het aantal mensen dat op het platteland leeft en daar echt belangen heeft, is veel kleiner geworden. Mijn fractie vindt het belang van de geborgde zetels te groot, met name ook in dit waterschap. Wij hebben hier al eerder bezwaar tegen gemaakt. Ik heb hierover ingesproken bij PS in Den Bosch in december 2007 om te proberen er iets aan te doen tijdens de vaststelling van het waterschapsreglement. Helaas, een meerderheid in de Staten heeft toen besloten dat het deze verdeling zou worden. Met dank aan het CDA en de VVD die daar toen de handen voor op elkaar kregen en dat samen geregeld hebben. De kern van het verhaal en wat ook door Water Natuurlijk wordt gezegd, het kan veel democratischer. Wij zijn ervoor dat meer leden van dit bestuur rechtstreeks gekozen worden en niet op de wijze zoals het nu is gegaan. Ik stel voor een soortgelijke brief als van Aa en Maas richting de Unie te sturen zodat zij weten hoe wij als waterschap De Brabantse Delta hierover denken. De heer Boertjes: Deze verkiezingen hebben in ieder geval een andere strekking dan die daarvoor, want de politieke partijen zijn daarin toegetreden, dus er is een verder gevorderd stadium gehanteerd voor de democratie. De brief van Aa en Maas gaat over de evaluatie van de waterschapsverkiezing. De Unie heeft hierover een standpunt ingenomen. Men heeft een aantal brieven aan de Tweede Kamer gestuurd, waarover mevrouw Huizinga heeft toegezegd hier goed naar te kijken en hoe de evaluatie is verlopen en wat er eventueel in de nabije toekomst zou moeten gaan veranderen bij de waterschapsverkiezingen. Wij moeten als waterschap afwachten wat de staatssecretaris hiermee gaat doen. Het is haar bedoeling om de waterschappen op een andere wijze te laten functioneren binnen de democratie in Nederland. Dan zal de Tweede Kamer daar een oordeel over geven. Wij vinden dat wij de evaluatie die in gang is gezet, moeten afwachten. De fractie bedrijven wil de brief voor kennisgeving aannemen en afwachten wat er in de Tweede Kamer uit de discussie komt. Dan kunnen wij daar alsnog een oordeel over vellen. De heer Poppelaars: Wij steunen het standpunt van de staatssecretaris om de verkiezingen te evalueren. Wij denken dat het redelijk is dat er geborgde zetels zijn gezien de specifieke taken van bepaalde groepen in het gebied. Ik vraag aan de heer Verdaasdonk wat er tegen boeren is. Dit zijn ook burgers die ook ingezetenenomslag betalen en verontreinigingsheffing. Via de vrije verkiezingen is er een aantal mensen in dit bestuur gekomen. Datzelfde geldt ook voor mensen met een natuurachtergrond. Als wij dit aantal optellen, dan hebben de verkiezingen ervoor gezorgd dat ook deze categorie goed vertegenwoordigd is. Ik begrijp de stennis niet zo goed. De heer Van den Berg: Onze fractie onderschrijft de stellingname van de PvdA en verzoekt u dezelfde brief te versturen De heer Van den Broek: Mijn inbreng is meer procedureel van aard. De staatssecretaris heeft op 19 juni met als onderwerp Effecten wet modernisering waterschapsbestel een brief gestuurd. Op pagina vijf staat een viertal mogelijkheden dat zij nader wil onderzoeken. Krijgt het waterschap c.q. via de Unie op enig moment een inbreng om iets te zeggen over de vier mogelijkheden? Zo ja, dan verzoek ik het DB dit op enig moment te agenderen in een AB-vergadering zodat wij hierop kunnen reageren. Mevrouw Franssen: Ook wij hebben dezelfde vraag over de procedure zoals de heer Van den Broek heeft verwoord. Wij vinden het als VVD-fractie - nadat wij gehoord hebben over de landbouwinvloed in dit bestuur maar daarna hebben wij ook nog de industriële revolutie gekregen dus er zijn allerlei gremia die hier goed vertegenwoordigd zijn - noodzakelijk dat het democratisch gehalte ook van het waterschap in ogenschouw genomen moet worden en pleiten ervoor om het
7
onderzoek te doen dat voor 1 oktober afgerond zou moeten zijn naar een verdere evaluatie en kijken wat daar uitgekomen is om hier ter sprake te brengen. Mevrouw Peijnenburg: Wij wachten de evaluatie met de aanbevelingen af om hierover te discussiëren. Wij kunnen hier een heel verhaal houden over de rol van de landbouw, maar dan kom ik terug op de grote functionaliteit van het waterschap. Het is toch vooral een functionele overheid, meer dan bijvoorbeeld gemeenten die op meer vlakken actief zijn. Ik denk dat het juist de kracht van een democratie is als zij een minderheid met een groot belang een stem kan geven. Dat is naar mijn idee wat er gebeurd is met de geborgde zetels. De voorzitter: Ik probeer af te blijven van de politieke stellingname want daar gaat u zelf over. Over de procedure. Het was toch wel bekend denk ik dat de Unie van Waterschappen in haar ledenvergadering van 26 juni een eindoordeel en standpunt zou geven over de verkiezingssystematiek. Dat is ook gebeurd, dus in zekere zin is het mosterd na de maaltijd wat hier gebeurt. U was allemaal uitgenodigd voor een aantal bijeenkomsten dat de Unie heeft georganiseerd, met name in Boxtel. Enkele van u waren daarbij aanwezig. U hebt daarmee de kans gekregen om invloed uit te oefenen op het standpunt van de Unie. Vervolgens hebben alle stukken van de Unie, behalve de brief van Aa en Maas, geagendeerd gestaan voor uw vorige vergadering. Daar hebt u toen niet op gereageerd, dus ik heb van u geen opdracht meegekregen voor de Unievergadering van 26 juni. Wij hebben er uiteraard in het DB wel over gesproken en daar aangegeven dat wij in grote lijnen het Uniestandpunt zouden kunnen volgen. Vervolgens, in de vergadering van 26 juni, lag ook de brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer voor. Daar is uitvoerig over gesproken en de ledenvergadering heeft zich geschaard achter deze brief van de staatssecretaris en heeft geen afwijkend standpunt ingenomen. Vervolgens heeft de Unie wel besloten om twee commissies te vormen. Een commissie voor de kostentoedeling, om deze de komende jaren nog eens fundamenteel te bestuderen. Dat gaat nog enige tijd duren, want ook daar wil de staatssecretaris geen haast maken. En een commissie van de Unie die zich zal gaan beraden over de systematiek van de verkiezingen en de mogelijke samenstelling van het bestuur van een waterschap. Ook die heeft overigens ruim de tijd, want in de brief zegt de staatssecretaris dat wij het over vier jaar op precies dezelfde manier doen. Zij gaat niet sturen op versneld evalueren en de volgende keer al iets veranderen. Zij gaat nadenken na te denken en is bereid om te studeren en modellen te onderzoeken en dit maatschappelijk bespreekbaar te maken in Nederland op de wat langere termijn. De brief van Aa en Maas was bedoeld om invloed uit te oefenen op de vergadering van de Unie van 26 juni. Daar is de brief ook besproken. Als wij als waterschap Brabantse Delta, nu de brief van de staatssecretaris er ligt en de Unie haar standpunt al kenbaar heeft gemaakt richting de Tweede Kamer, nog een brief te gaan sturen, willen aangeven dat wij daar iets anders in staan, dan kunnen wij dat doen maar die wordt terzijde gelegd, vrees en veronderstel ik. Het debat heeft nu even plaatsgehad en de keuzes zijn om niet overhaast iets te veranderen, maar er wel over na te blijven denken. Dat zal pas invloed hebben op de verkiezingen over acht jaar. De heer Verdaasdonk: Als je in een waterschapsbestuur zit, vind ik dat je een mening moet hebben over zaken die het bestuur betreffen. Je kunt niet zeggen het oordeel van de staatssecretaris af te wachten en dan gaan wij onze eigen mening vormen. Meningsvorming gaat altijd door. Als ik het goed begrijp, dan is er op 26 juni een vergadering geweest van de Unie waarin een aantal discussies is gevoerd over een aantal standpunten. Ik had het eleganter gevonden dat het DB iets nadrukkelijker had duidelijk gemaakt aan het AB wat de reikwijdte daarvan precies was en welk standpunt dit bestuur zou gaan innemen. Het is mij nog niet duidelijk hoe dit bestuur in welke gremia tot bepaalde standpunten komt. Ik vind het belangrijk dat wij hierover met elkaar van gedachten wisselen om te komen tot een gedragen standpunt. Ik begrijp dat de coalitiepartijen het DB ondersteunen, maar ook van partijen die geen onderdeel uitmaken van de coalitie, dient het standpunt gehoord te worden. Ook een minderheidsstandpunt dient ter kennis van de Unie te worden gebracht. Dit gebeurt naar mijn gevoel onvoldoende op deze manier, waardoor het democratisch proces wat krakkemikkig verloopt. Er is van alles gezegd, maar men raakt niet aan de kern van het verhaal, namelijk dat niemand een bepaald belang ontzegt om aan tafel plaats te nemen. Natuurlijk spelen de belangen van de landbouw en bedrijfsgebouwd. Dat is evident. Niemand neemt afstand van de belangen daarvan, maar het gaat over de dominantie van die belangen in het bestuur. Dat wordt geweld aangedaan door de grote aantallen geborgde zetels. Als het de volgende keer weer gebeurt, dan zullen de geborgde zetels overal in het land de dienst uitmaken in het dagelijks bestuur. De burger die zogenaamd een democratisch proces heeft doorlopen, mag gaan vechten om de kruimels. Ik vind dat eigenlijk een democratie onwaardig. Ik denk dat Mugabe met grote ogen heeft gekeken naar het verloop van dit proces bij de Brabantse Delta.
8
De heer Aertssen: U hebt uitgelegd dat als wij zo’n brief zouden willen versturen, dit eigenlijk niet veel zin heeft. Ik moet u gelijk geven bij de constatering dat het niet veel zin meer heeft. De vergadering is geweest en de Unie heeft erover gesproken. Ik zou het wel op prijs stellen dat u ons wat vertelt over hoe de brief van Aa en Maas is ontvangen en wat daarmee is gebeurd en of het ook wordt meegenomen in de volgende procedures, de gang van zaken en het denken over hoe het verder moet. Ik moet toch aannemen dat de Unie van Waterschappen met de staatssecretaris in gesprek blijft. De elementen in de brief van Aa en Maas kunnen nog steeds in het hele proces naar voren komen. U merkt ook op dat er een commissie wordt ingesteld door de Unie van Waterschappen die zich specifiek met dit soort taken gaat bezighouden. Ik denk dat het zeer zinnig is om toch ook binnen dit waterschap eens te praten en eventueel een standpunt in te nemen over hoe wij aankijken tegen die geborgde zetels en die bevindingen in te brengen in de commissie die binnen de Unie aan de slag gaat. Ik vind het jammer dat de brief van Aa en Maas op de agenda staat en dat er nauwelijks over wordt gesproken. Ik heb geen opvattingen van andere partijen gehoord over hoe zij daar tegenover staan. Misschien moeten wij die discussie op een ander moment nog een keer voeren en de bevindingen daarvan inbrengen in die speciale commissie. De heer Van den Broek: Ik vervolg mijn procedurele inbreng. Er komt een commissie bij de Unie. Het bestuur heeft een proactieve attitude. Ik stel voor dat de vier vragen die de staatssecretaris heeft gesteld, in elk geval door de commissie behandeld zullen gaan worden. Ik moet er niet aan denken dat zo’n commissie een deels andere opdracht gaat krijgen. Ik vind dat wel interessant. Mevrouw Franssen: Ik vind het jammer dat ik de bijeenkomst op 26 juni verzaakt heb. Dat was het moment geweest voor een inbreng. Ik kan mij niet voorstellen dat procedures in Nederland zo in beton gegoten zijn dat wij daar geen second thoughts over kunnen hebben. Het lijkt mij goed om de exercitie te doen om te kijken naar wat de mening is van het bestuur en deze op het moment dat dit uitkomt, over te brengen aan de commissie dit die onderzoekt. De heer Boertjes: De heer Verdaasdonk spreekt steeds over geborgde zetels. Als ik naar het DB kijk, dan zitten daar twee geborgde zetels en de rest zijn democratisch gekozen. Ik vind niet dat de dominantie van de geborgde zetels dusdanig is dat de democratie een negatieve uitslag heeft gekregen. In de zin van acht geborgde zetels van het totale AB lijkt mij de democratie voldoende gewaarborgd. Bij het Rijk wil men de waterschapsverkiezingen evalueren. Er worden vier standpunten uitgewerkt in de evaluatie. Ik denk dat wij hiermee aan de slag kunnen om te kijken hoe wij daar in de nabije toekomst mee om zullen gaan. De rijksoverheid zal aan ons aangeven hoe wij dat moeten gaan invullen. Het lijkt mij zinvol om een keer dieper in te gaan op de vier punten die de heer Van den Broek heeft aangegeven op de brief van Aa en Maas. De voorzitter: Het proces zoals dat gelopen is, is niet door ons bedacht, maar door de Unie. De Tweede Kamer verwachtte dat de evaluatie voor het zomerreces zou zijn afgerond. Wij hebben u de evaluatierapporten beschikbaar gesteld, alsmede uitnodigingen voor Boxtel. Ze stonden op de ingekomen stukkenlijst van de vorige besluitvormende vergadering. U had in feite de tools om er toen iets van te vinden. U zegt dat wij u daarvoor hadden moeten waarschuwen, maar u kunt ook denk ik erop proberen te letten. Laten wij elkaar daarin proberen te versterken bij dat soort majeure zaken. Alle waterschappen waren vertegenwoordigd in de junivergadering en alle waterschappen hebben unaniem de standpunten onderschreven en het besluit genomen. Het was met name de vraag of er in afwijking van de brief van de staatssecretaris standpunten moesten worden ingenomen over het snel voeren van de inhoudelijke discussie rondom bijvoorbeeld de geborgde zetels, maar ook over internetstemmen en over het mogelijk overgaan naar de Kieswet. De sfeer in Den Haag was en is: daar zijn die waterschappen weer. Een keer per vier jaar komen ze weer met nieuwe voorstellen. Weten ze nou nooit hoe het moet? Dat was de algemene sfeer en men heeft besloten om de staatssecretaris te volgen en rust te creëren en in die rust gedegen na te denken over hoe het verder gaat en niet geforceerd met nieuwe modellen te komen die misschien ook weer niet houdbaar blijken te zijn na een verkiezing. Dat was de algemene sfeer. Ik heb daar op dat moment mijn zegen aan gegeven. Ik begrijp uw vragen over het proces heel goed en hoe nu verder. Ik heb aangegeven dat de Unie op dit terrein een commissie zal vormen. Dat staats los van het proces dat de staatssecretaris zelf gaat doorlopen. Dat zijn twee trajecten naast elkaar. Ik heb goed begrepen dat het verstandig is dat de vragen die de staatssecretaris in haar brief formuleert, ook mede als opdracht mee te geven aan de commissie. Dat lijkt mij heel zinvol. Dat hoeven niet de enige vragen te zijn, maar deze zullen in ieder geval ook behandeld moeten worden. De heer Aertssen: Ik heb ook aan u gevraagd of wij niet als AB tot een standpunt kunnen komen en deze boodschap meegeven aan de commissie.
9
De voorzitter: Ja, natuurlijk. De commissie gaat aan de slag en zal met conceptstandpunten komen. Gezien de belangstelling die ik hier nu aantref, lijkt het mij heel verstandig om dit via het AB te laten lopen. c. Brief Unie van Waterschappen “Evaluatie verkiezingen 2008” Besloten: het algemeen bestuur neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan. 5. Nota’s ter besluitvorming AB 5a. Ruimtelijke Visie West-Brabant De heer Verdaasdonk: Wij vinden de ruimtelijke visie een goede gedachteontwikkeling, met name op het punt dat het waterschap zijn rol op deze manier binnen de ruimtelijke ordening nadrukkelijk oppakt. Wij gaan ervan uit dat het waterschap in die voorkomende gevallen dat er partners zijn in het proces die afstand nemen van bepaalde delen van deze overeenkomst, van bouwstenen in deze structuurvisie die van wezenlijk belang zijn op het onderdeel water, dat is toch zeg maar waar dit gremium de meeste jurisdictie over heeft, zijn stem zal laten horen. Met andere woorden, dat hij in de ruimtelijke component het belang van water in de brede zin van het woord op een goede manier zal behartigen. Ik vraag dit met name omdat ik met verbazing in de krant heb gelezen dat de gemeente Zundert al afstand nam van en niet wil deelnemen aan een bepaald onderdeel van dit plan ten aanzien van het ruimte maken in de beekdalen voor waterberging en waterdynamiek. Dat geeft in ieder geval de zorg van het waterschap voor de watersystemen als zodanig aan. Ga vooral door met dit systeem en zorg ervoor dat ook aan andere overheden begrip wordt gevraagd om de belangen waar wij voor staan, op de juiste manier in de plannen komen. De heer Hage: Ik heb het in de vorige opiniërende vergadering ook al gezegd. In het coalitieakkoord staat dat wij ons sterk maken voor de drie kerntaken. Aan het AB wordt gevraagd om de visie te onderschrijven en uit te dragen. Ik vind dat dit niet bijdraagt aan onze realiteit. Wij hebben alle vormen met de gemeenten vice versa om onze doelstellingen te halen. Dit geeft geen extra mogelijkheden voor het waterschap. Hooguit dat je misschien op een landelijk niveau mee gaat praten, maar daarvoor hebben wij binnen de Unie de ruimte. De prioriteit, het beheer van water, ligt er, dus dit heeft geen extra toevoeging aan het gebeuren. Daarnaast is het bedenkelijk dat niet alle gemeenten hierbij zijn aangesloten. Wij praten alleen over de bij het proces aangesloten gemeenten. Dat zijn er wel een heleboel, maar niet allemaal. Vandaar dat wij als VVDfractie twijfelen aan en niet onderschrijven om deze visie uit te dragen. Mevrouw Peijnenburg: In het besluit staat omschreven dat ons gevraagd wordt om de hoofdlijnen te onderschrijven en tevens het uitdragen van de visie en het gezamenlijk met de gemeenten oppakken van de ruimtelijke visie. Wat besluiten wij daarmee? Wat is de draagwijdte hiervan? In het stuk wordt vermeld dat er geen financiële gevolgen zijn. Het is een visie dus dat zou betekenen dat er geen uitspraken over uitvoeringsprojecten gedaan worden. Dat willen wij wel helder hebben. Ik zie het als een proces om gemeenten die uit elkaar zijn gedreven, weer bij elkaar te krijgen. Vroeger hadden wij de stads- en streekgewesten, toen was er samenwerking tussen gemeenten. Dat is op een gegeven moment vervallen. Ik weet dat er toen een initiatief is geweest, want wij moeten iets met elkaar. Wij moeten elkaar zien te vinden. Een van de zaken die dan vaak opgepakt wordt, is samen een visie maken. Ik zie dit product als zodanig om de gemeenten bij elkaar aan tafel te krijgen. Hoe hard is de inhoudelijke visie of gaat het met name over het proces? Het waterschap speelt hierbij naar mijn idee een hele belangrijke rol om met die negentien gemeenten op goede voet te staan. De heer Poppelaars: Ook wij denken dat het op zich een goede zaak is dat de gezamenlijke WestBrabantse gemeenten en het waterschap een ruimtelijke visie schrijven, omdat het gebied WestBrabant te belangrijk is om niet gezamenlijk op te trekken. Het waterschap heeft een rol binnen de ruimtelijke ordening. Het is met name de groenblauwe laag waar het waterschap zeggenschap over heeft. Wij vinden dat het waterschap zich hiertoe moet beperken. Waar er gebouwd gaat worden en waar er bedrijventerreinen komen, laat dat over aan de overheden die daarover gaan. Laten wij met name toetsen op de groenblauwe laag. De visie zien wij als een grote lijn. Daar gaat men mee aan het werk, van grof naar fijn. Dat staat ook omschreven dat gaandeweg het traject bijstellingen zullen moeten gaan plaatsvinden. Volgens mij moet een ding voorop staan: de haalbaarheid en de betaalbaarheid van de diverse plannen. De tijd zal leren in hoeverre dat wordt gerealiseerd. Bij een aantal projecten zetten wij wel vraagtekens. In grote lijnen akkoord met de opzet, maar op detailniveau zal het de tijd wel leren.
10
De heer Van der Aa: U hebt de vorige keer gezegd dat u een brief gaat schrijven aan wethouder De Boer en daar zetten wij de belangrijkste kanttekeningen bij de visie in. Zo heb ik het eigenlijk gelezen vanuit het water gezien en de heer Poppelaars zegt dat anderen over andere zaken gaan. Ik herinner mij van de vorige keer dat de heer Van Nieuwenhuizen uitspraken deed over de stedelijke uitloopgebieden. Dat heeft niet veel met water te maken, maar het staat er wel in alsof het van ons vandaan komt. Dat is een punt van aandacht voor u. De windenergie heeft niets met water te maken, maar wel met onze zuiveringen en onze nota. Dat is jammer, dus ik slik het maar meteen weer in. Pijnlijk, maar ik heb het gezegd. In de waterparagraaf staat een toelichting op de deelstroomvisies langs de beken. De tekst is daar niet helemaal helder voor ons, ook niet met het kaartje erbij. Heeft een beek twee deelstroomgebieden of maar een? Is het per beek verschillend? Dan zijn er beken met een neutrale zone en andere weer niet. Het lijkt erop dat ze het bijna allemaal hebben. Is dit correct weergegeven met deze bedoeling? Die zones lopen van oost naar west en van zuid naar noord. Die absoluutheid van de mest- of neutrale zone in relatie tot de deelstroomgebieden is een moeilijk te doorgronden geheel als je bij Roosendaal en Nispen gaat kijken. Dat is een punt dat ik wil meegeven in de beschrijving. Hoe hard en hoe duidelijk zijn de lijnen in de twee deelstroomgebieden? Daar hebben wij als waterschap zeker mee te maken. De heer Aertssen: Wij hebben hier op 1 juli uitgebreid over gesproken, dus ik wil er inhoudelijk niet meer veel over zeggen. Ik wil wel even terugkomen op de procedure. Wij praten over een conceptvisie. Ik heb toen gevraagd of wij dit nog een keer terugkrijgen als de definitieve versie klaar is. U hebt ons toen uitgelegd dat dit eigenlijk niet de bedoeling is. Ik wil het toch nog een keer vragen. Over een conceptvisie kun je uitgebreid filosoferen, maar het gaat mij natuurlijk om de definitieve visie. Daar wil ik iets over zeggen, als het erop aankomt. Op basis van de brainstormsessie op 1 juli en wat er vanavond wordt gezegd, stelt u een reactie op aan de negentien gemeenten in het samenwerkingsverband. Kan deze vergadering daar binnenkort een afschrift van krijgen? Dat zou ik op prijs stellen. De voorzitter: Ik denk dat de heer Hage van de VVD-fractie het meest kritisch is in zijn reactie. Ik hoor verder van alle inleiders dat men het een goede zaak vindt dat het waterschap zich niet afzijdig heeft gehouden van dit proces, maar als volwaardig partner de kans heeft aangegrepen om hier een bijdrage aan te leveren. Dat is de ambitie die wij met zijn allen zouden moeten willen, iets betekenen in West-Brabant, natuurlijk met de focus op kerntaken. Je kunt je niet geïsoleerd opstellen en alleen dingen doen als er stromingen en maatschappelijke ontwikkelingen zijn van overheden. Als er initiatieven zijn, dan lijkt het mij verstandig om daar een bijdrage aan te leveren. Dat zijn wij toch aan onze status verplicht, zou ik bijna zeggen. Het DB en ik zijn erg blij met de ruimte die wij gekregen hebben. Het valt mij op dat als je inzoomt op detailniveau, er allerlei knelpunten zichtbaar worden, maar de gemeenten zien in algemene zin de groenblauwe visie als een positieve ruggengraat waarlangs de verstedelijking verder vorm kan worden gegeven. Daar hoor ik weinig kritiek op. Het zou jammer zijn als wij daar nu van binnen uit al te kritisch in zouden staan. In die zin ben ik heel blij met de bijdragen van de overige sprekers. Heren Verdaasdonk en Poppelaars, ik zou het niet mooier kunnen zeggen. Wat besluiten wij nu, mevrouw Peijnenburg? Er wordt niet besloten om dit te gaan doen en dit vervolgens te vertalen naar investeringsprojecten. Het gaat om een goede gedachtelijn om vast te houden als er verder nagedacht moet worden over allerlei vraagstukken in West-Brabant als het gaat over zoetwatervoorziening en hoe dit vorm kan worden gegeven, als het gaat over waterberging op de hogere zandgronden. Hoe kan dit vorm krijgen in de beekdalen? Ook bij verstedelijkingsvraagstukken, hoe kun je nu groenblauw structuurversterkend laten zijn en als hulp laten dienen richting gemeente, waar je als waterschap in het kader van de watertoets weer iets mee kunt. Dus geen investering, niet letterlijk verplichten: dit gaan wij dus doen, maar als leidraad, gedachtelijn en visie voor de komende twintig jaar. Als je terugkijkt, zie je onze voorgangers zo nu en dan ook producten leveren die soms helemaal niet, soms voor een deel en soms helemaal uiteindelijk worden gerealiseerd. Dat is altijd bij dit soort trajecten. U hoeft niet bezorgd te zijn dat u zich bindt aan concrete investeringsprogramma’s of concrete inrichtingsideeën. Wel hopen wij dat het hulp biedt bij de verdere ontwikkeling van West-Brabant. Natuurlijk zou het mooier zijn als alle eenentwintig gemeenten van ons waterschap mee zouden doen. Dat is niet, die hebben geen samenwerkingsverband. Het is wel een belangrijk deel van ons waterschap en ik denk dat je dit niet echt kunt negeren. Mijnheer Aertssen, als u dat wenst, dan zullen wij het definitieve concept nog een keer terugbrengen in het AB. Ik neem aan dat het dan in belangrijke mate nog hetzelfde product zal zijn. Als u dat wenst, dan is daar volgens mij niets op tegen. Ik heb daar de vorige keer niet zo strikt afstand van genomen. Ik heb gezegd laat ons beperken tot de groenblauwe visie, laten wij als het nodig is, een brief sturen met aanbevelingen. Als er definitieve besluitvorming plaatsvindt, het maakt nog een rondje langs de gemeenteraden, dan kan ik mij voorstellen dat dit langs het AB gaat. Daar is inhoudelijk weinig op tegen. De heer Van der Aa wees op het punt van de stedelijke uitloopgebieden. Misschien kunnen wij het signaleren, maar het is groenblauw. Groen
11
speelt wel een rol bij de vormgeving van die uitloopgebieden. Wij hebben ons ook tot groen bekeerd in deze om daar iets over te gaan ontwikkelen. Er was veel discussie over de beekdalen. Alle gemeenten uiten daar hun zorgen over. Ik zag ook een eerste reactie van de provincie die het ook getoetst heeft aan de structuurvisie die nu gepresenteerd wordt. Over de beekdalen zal nog veel koffie gezet worden over hoe het precies in de planvorming vorm moet krijgen. Ook hier heb je een visie, waardeer je beekdalen en de waarden daarvan. In het stuk is geprobeerd en dat is een resultante van een discussie, aan te geven dat het niet alleen over natuurwaarden gaat, maar in sommige delen ook over intensieve land- en tuinbouwwaarden die een plek moeten krijgen als deze daar zijn gesitueerd. Als men in algemene zin akkoord gaat met deze visie, dat wij deze zullen benutten voor verdere planontwikkeling als het zich aandient. Wij vragen wel aandacht voor een preciezere invulling van wat men bedoelt met de beekdalenaanpak. Dat lijkt mij een goede zaak. De heer Van der Aa: Ik ben blij met uw toezegging, want als je de kaart en de tekst leest, is er sprake van onduidelijkheid. Zundert is genoemd, maar ook Roosendaal heeft er opmerkingen bij. Er staan strakke lijnen. Nispen is het mooiste voorbeeld. Als u dat meeneemt, dan is dat goed. Ik wil twee pluimen uitdelen, namelijk het belang van de zoetwatervoorziening in het kader van Volkerak waar de heer Van Nieuwenhuizen de vorige keer uitvoerig over sprak. Dat is een belangrijk thema waar wij met verve achterstaan. Het tweede punt is het stimuleren van het recreatief medegebruik van water. Dat kan van twee kanten van belang zijn. Natuurlijk voor onze andere partners in West-Brabant, maar ook voor de beleving van het water en het waterschap in zijn algemeenheid. Ik zou dit graag onderstreept zien in een reactie. De heer Wijnen: Ik kan mij hierbij volledig aansluiten. Het gaat om het focussen op kerntaken. Bij ons in het Halderbergse leeft op dit moment - het visiedocument ruimtelijke visie gaat nog wel het concept. Heb ik het goed begrepen dat wij tegen geen enkel onderdeel ja zeggen? Alles komt terug wanneer er geïnvesteerd gaat worden, wanneer er iets gaat gebeuren, komt terug in het AB om de zaak verder in te vullen. Heb ik dat goed begrepen? De voorzitter: Niemand verzet zich tegen de twee pluimen. De twee pluimen zijn een mooie aanvulling om daar aandacht voor te vragen. Het is een visie en die zouden wij graag willen omarmen als u dat goed vindt. Het is geen investeringsvoorstel of een aanbeveling om op korte termijn tot uitwerking te komen met investeringsvoorstellen en inrichtingsplannen. Die status heeft het niet. Besloten: het AB onderschrijft op hoofdlijnen de langetermijnvisie die in het Concept Visiedocument Ruimtelijke Visie West-Brabant is weergegeven, onderschrijft het uitdragen van de visie en onderschrijft het gezamenlijk met de gemeenten oppakken van de ruimtelijke visie door het waterschap. 5b. Definitief inrichtingsplan Balleman (Galderse en Kerzelse beek) De heer Van der Aa: Ik begin aan het eind om het besluit over te nemen. Ik lees in het besluit de vraag om in te stemmen met de inspraaknota en vast te stellen het inrichtingsplan van de Balleman. Daar heb ik een vraag over. Als wij de inspraaknota lezen, dan staan daar een paar mededelingen in dat het plan zeker in deze fase een want ik ga ervan uit dat het fase een is, aangepast wordt. Ik noem als voorbeeld het aspect van het onderhoud waar ook de inspreker over sprak. Ook de beekbodemverhoging van twintig naar vijftig centimeter, die dertig centimeter, dat dit nu ook niet aan de orde is. Dat staat wel in de inspraaknota. Mijn concrete vraag is of dat inderdaad gewijzigd is. Klopt het dat wij het inrichtingsplan de Balleman gewijzigd vaststellen met de voorstellen uit de inspraaknota? Mevrouw Franssen: Ik heb een punt van orde. Volgens mij hebben wij met elkaar afgesproken, u zet net zelf ook even de puntjes op de 'i', dat er een meningsvormend en besluitvormend gedeelte is. Nu hoor ik een aantal fracties nieuwe vragen stellen terwijl wij daar twee dagen mee bezig zijn geweest. Ik zou er voor willen pleiten dat u zich aan die orde houdt. De heer Jackson: Mag ik op mevrouw Franssen reageren? In de opiniërende vergadering kunnen wij technische vragen stellen en met elkaar van gedachten wisselen. Het is mogelijk dat naar aanleiding van die opiniërende vergadering er nieuwe vragen opkomen of nieuwe standpunten ingenomen worden. Het zou te gek voor woorden zijn als wij hier alleen maar ja en nee gaan zeggen in deze besluitvormende vergadering. Daar komt bij dat er additionele informatie verschaft is door het DB bij een aantal agendapunten met nieuwe inzichten en nieuwe standpuntbepalingen. Ik ben het a priori niet met u eens.
12
De voorzitter: Laten wij proberen zo min mogelijk vragen te stellen die gesteld hadden kunnen worden, maar als er nieuwe elementen zijn, dan kan ik het niet echt verbieden. De heer Poppelaars: In de opiniërende vergadering hebben wij de vraag gesteld of dit onderdeel rijp is voor besluitvorming. Uit de inspraaknotitie blijkt dat de grondverwerving stagneert en het inrichtingsplan van de Galderse en Hazeldonkse Beek is in feite in tweeën geknipt. De inrichting van het ene gebied kan uitstraling en gevolgen hebben voor het andere. Er is gezegd dat zolang de herinrichting Weerijs nog niet aan de orde is, wij geen ingrepen zullen doen die stroomopwaarts gevolgen hebben. De herinrichting Weerijs heeft ter inzage gelegen. De inspreker verwees daarnaar. Er konden tot gisteren toe zienswijzen ingediend worden. Wij vinden dat dit proces zijn normale voortgang moet kunnen hebben. Als daar eventueel wijzigingen in het herinrichtingsplan uit volgen, dan kan dat gevolgen hebben voor de herinrichting van het tweede gedeelte van dit gebied. Een belangrijk punt is de nulmeting. Wij horen iedere keer opnieuw dat er onvoldoende duidelijkheid is over de nulmeting. Is er duidelijkheid over wat het grondpeil op dit moment is, zodat de gevolgen van de uitvoering van deze maatregelen goed gemonitored kunnen worden? De heer Vanlaerhoven: Ik ben er de vorige keer niet bij geweest, maar ik heb begrepen dat er best veel bezwaren zijn. Het gaat mij meer om de aard van de bezwaren. Het is een plan dat gaat over twee landinrichtingen. De ene landinrichting is vrij ver, maar er zit een probleem bij de kavelruil. Ook het waterschap onderkent deze problemen. Agrariërs hebben gronden die nu al vrij nat zijn en mogelijk nog natter gaan worden. DLG is ooit wel langs geweest, maar die zien zij nu al lange tijd niet meer. Ik vind dat de problemen opgelost moeten zijn voordat wij dit kunnen besluiten. Aan de andere kant van de snelweg ligt een andere landinrichting, de Weerijs. Dat is pas ter inzage geweest. Het water moet wel die kant op. Vorige week in de commissie Watersystemen hebben wij het erover gehad. Wij moeten eigenlijk meer plaatselijke kennis betrekken in onze besluitvorming. Nu gaan wij besluiten op aannames. Mensen uit het gebied zeggen dat je dit gewoon niet kunt doen met wat daar aan de hand is. Ik hoor de inspreker, de heer Vermeeren, ook zeggen dat er pompen staan en dat er geen rekening mee wordt gehouden. Hij ligt bijna helemaal aan de Hazeldonkse beek. Het water moet de andere kant uit. Wanneer wij dat een beetje gaan ophouden, dan hebben zij daar grote problemen. Ik denk niet dat wij moeten afgaan op schadevergoeding, want dan spannen wij het paard achter de wagen. Dit plan is op dit moment niet rijp om in stemming te brengen. De heer Verdaasdonk: Er zijn veel woorden aan dit plan gewijd. Ik beperk mij tot de vragen die ik de vorige keer heb gesteld. Kunt u mij duidelijk maken hoe het zit met het doelbereik ten aanzien van die natte natuurparel? Tot op de dag van vandaag is deze vraag niet beantwoord. Ik weet niet op welke wijze deze ingrepen bijdragen aan de realisatie van de natte natuurparel. Dat is het daar en ik snap best dat daar een aantal problemen zit. Volgens mijn informatie heeft het waterschap op een grondige en gedegen manier gerekend. Het valt mij vaak op dat hydrologen en mensen die kundig zijn en voorstellen doen voor manieren waarop er geen overlast ontstaat voor mensen, er vervolgens allerlei andere mensen zijn die dat niet geloven. Tegen geloof is het lastig strijden. Als bij de beste stand van de wetenschap en nog een keer na- en doorgerekend, de effecten van een ingreep worden aangegeven, dan moeten wij als bestuur een keer durven zeggen: oké, gehoord en alles overziende, zouden wij hier positief kunnen besluiten. Onze fractie steunt dit voorstel in principe, maar met daarbij nogmaals de vraag of het DB op korte termijn kan zeggen hoe groot het doelbereik is van deze eerste ingreep en hoeveel wij nog te gaan hebben om aan onze bestuurlijke verplichting te voldoen. Mevrouw Dielissen: Ik hoor veel zorgen, op de eerste plaats van de heer Vermeeren die vandaag extra de moeite heeft genomen om zijn zorgen uit te spreken. Dat geldt ook voor de AB-leden. De Hazeldonkse beek valt onder de wettelijke ruilverkaveling Weerijs-Zuid. De Hazeldonkse beek gaat stroomafwaarts over in de Galderse beek, die valt onder de landinrichtingscommissie UlvenhoutGalder en dat is een vrijwillige kavelruil. Het grenst aan elkaar en mensen hebben te maken met beide situaties. Dat is het lastige in dit geval. Zowel in de Hazeldonkse beek als in de Galderse beek heeft het waterschap opgaven, dus wij zijn begonnen in samenwerking met de landinrichtingscommissie Ulvenhout-Galder en met Weerijs-Zuid. Ulvenhout-Galder is gewoon verder in het proces dan Weerijs-Zuid. Weerijs-Zuid heeft het plan net ter inzage liggen en die schat dat het nog zeker vijf jaar duurt voordat het tot uitvoering kan komen. Ulvenhout-Galder is nu zover met de kavelruil, dat er begonnen kan worden met het maken van de bestekken, het aanbesteden en uitvoeren. Toen dat in voorbereiding werd genomen, kwamen de zorgen van de bewoners die bovenstrooms zitten, al snel ter sprake. Alles wat je benedenstrooms gaat doen, kan ervoor zorgen dat het water slecht weg kan en langer opgehouden wordt in de Hazeldonkse beek en daardoor voor extra vernatting zorgt. Er is uitgebreid ingegaan op die zorgen en daar zijn extra
13
berekeningen voor gedaan. Berekeningen zijn gebaseerd op zekere aannames, maar anderzijds worden deze ook gedaan op basis van gegevens uit de streek en is het een bewezen instrument waar je mee aan de slag kunt. Op basis daarvan is een bepaalde aanpak bedacht om ervoor te zorgen dat de mensen met gronden aan de Hazeldonkse beek geen last krijgen van de vernatting die bij de Galderse beek wordt uitgevoerd. Om dat te bereiken is het plan opgedeeld in twee fasen en nu gaat het over fase een. Met die inrichting zullen geen effecten bij de Hazeldonkse beek gaan ontstaan. Fase twee wordt een apart plan dat later wordt uitgevoerd, namelijk op het moment dat Weerijs-Zuid zover is dat mensen aan de beek uitgeruild zijn en dan ook geen last meer hebben. Er zijn een paar extra waarborgen in het plan opgenomen, zoals extra peilbuizen om de situatie goed te kunnen monitoren en dat deze zich na de inrichting ontwikkelt zoals dat volgens de berekening zou moeten. Zo niet, dan kun je extra maatregelen treffen. Er is ook toegezegd om extra te maaien. Een goed maaibeleid moet goed uitgevoerd worden en dat gaat ook zorgen voor extra goede afvoer. Ook is er de situatie dat wij moeten voldoen aan een bepaald debit wat weg moet kunnen, bepaalde normen. Als wij daar niet aan voldoen, dan is er een schadevergoedingsregeling, afgezien van extreme omstandigheden. Ik ben het ermee eens dat je hier niet op moet besturen. Dit plan heeft een degelijke ambtelijke voorbereiding gehad en er is extra aandacht geweest voor de problemen en zorgen in het gebied. Ik heb geschetst hoe deze zijn ondervangen. Op basis van de inspraakreacties wordt een aantal extra zaken in het bestek uitgewerkt, dat vermeld staat in de adviesnota. Het DB stelt u voor om hiermee in te stemmen net zoals bij andere inrichtingsplannen waar ook een degelijke ambtelijke voorbereiding is geweest en die daarna worden uitgevoerd. Op een paar genoemde zaken zal ik nog nader ingaan, zoals over de ruilverkaveling. Ik heb vorige week extra informatie gekregen van de landinrichtingscommissie Ulvenhout-Galder dat de meeste kavelruilen zover zijn dat die op een haar na klaar zijn en dat er een bestek kan worden gemaakt en er kan worden aanbesteed. Die afspraak hebben wij ook gemaakt. Er wordt pas aanbesteed op het moment dat men ervan op aan kan dat de kavelruil plaatsvindt. In de vorige vergadering is door Nancy Ceelen uitgebreid ingegaan op het doelbereik. Het is duidelijk dat wij met fase een nog niet het gehele doelbereik halen. Daar is fase twee voor nodig. Als u mij om een percentage vraagt, dan kan ik dat niet geven. Ik ga ervan uit dat Nancy Ceelen dat uitvoerig beantwoord heeft. Dan nog de vraag van de heer Van der Aa over de aanpassingen naar aanleiding van de inspraaknota. Als het AB hiertoe besluit, dan is dat inclusief het rijtje dat in de adviesnota is genoemd, omdat dat de informatie is waar het AB zich op baseert. Die toezegging hebt u. De heer Van der Aa: Nog een concrete vraag over de laatste toezegging van mevrouw Dielissen. Mevrouw Dielissen zegt dat in de adviesnota op bladzijde twee onderaan de wijzigingen staan. Ik ken niet alle percelen uit mijn hoofd, maar het aspect van die twintig en vijftig centimeter, moet ik dat lezen bij de laatste twee bolletjes op bladzijde twee, dus dat die daar onder verstaan worden? Dat staat er niet letterlijk. De heer Poppelaars: Als ik mevrouw Dielissen goed beluisterd heb, dan zegt zij eigenlijk dat met de inrichting van dit gedeelte er geen invloeden zijn voor het gebied ten westen van de A16. De natuurdoelen zullen nu niet bereikt worden. Of de natuurdoelen op termijn bereikt worden, hangt mede af van de mogelijkheden die Weerijs-Zuid gaat bieden. Het belangrijkste is voor mij op dit moment de toezegging van mevrouw Dielissen dat de inrichting van de Balleman, dus van dit gedeelte van de Galderse beek, absoluut geen uitstraling heeft naar het gebied ten westen van de snelweg. De heer Vanlaerhoven: Hoe garandeert mevrouw Dielissen dat het geen negatieve uitstraling heeft? De kavelruil moet rond zijn voor uitvoering van de inrichtingswerken. Hoe kan dit gegarandeerd worden, ook naar de belanghebbenden toe? Ik blijf nog steeds vinden dat ten westen van het gebied, dus de Hazeldonkse beek, je daar toch voor problemen komt. Ik zou stroomafwaarts op dit moment niets doen. De heer Verdaasdonk: Ik moet mevrouw Dielissen toch teleurstellen. Ik heb de vorige keer nadrukkelijk ook de vraag gesteld over het doelbereik en toen heb ik een heel verhaal gehoord, maar over het doelbereik is mij concreet niets bekend. Ik vraag geen absolute zekerheden, want die bestaan niet in het leven, maar wel om een bepaalde richting hoe groot met dit plan het doelbereik is ten aanzien van de taakstelling voor de natte natuurparel. Ik zal nog even ingaan op de waterproblematiek ten westen van de A16. Ten gevolge van de aanleg van de HSL en de A16 is er nu al wateroverlast in de Hazeldonkse Beek. Je moet oppassen dat je een bestaande overlast niet toerekent aan een ingreep die nu gaat plaatsvinden. Ik kan u met de hand op mijn hart garanderen dat de berekeningen die ik gezien heb, alleszins de beweringen van het DB staven. Mevrouw Dielissen: Er vallen woorden zoals toezeggingen en garanties en er zijn geen zekerheden in het leven. Zo is het ook. Er zijn in dit opzicht geen spijkerharde garanties te geven, anders dan
14
een degelijke voorbereiding en de waarborgen die ingevoegd zijn en de monitoring die gaat plaatsvinden. Bij kavelruil is de garantie de handtekening onder de koopovereenkomst. De heer van der Aa vraagt naar de twintig centimeter, maar zo’n specifieke vraag moet ik ambtelijk navragen. De heer Van der Aa: In de oplegnotitie staan de punten genoemd uit de antwoordnota, zoals punt negenentwintig (29), dat is de Kerzelse beek, maar de Galderse beek is punt vierentwintig (24), maar die staat niet genoemd in het lijstje. Ik mis in dit lijstje punt vierentwintig (24), de Galderse beek. De Kerzelse beek bij punt negenentwintig (29) klopt wel. Mevrouw Dielissen: Ik kan niet aangeven of dat een vergissing is of dat er bewust vierentwintig (24) uitgelaten is. Informatie over het doelbereik: daar is kaartmateriaal over beschikbaar zoals mevrouw Ceelen heeft aangegeven. Het lijkt mij het meest praktisch dat u daar een exemplaar van krijgt of het ter inzage krijgt. De heer Verdaasdonk: Ik vind het merkwaardig dat ik nu te horen krijg op een vraag die ik de vorige keer gesteld heb, dat er ergens een kaart is waar schijnbaar het doelbereik op staat en dat ik die ter inzage kan hebben. Het was eleganter geweest wanneer die hier in de vergadering beschikbaar was geweest. Mevrouw Dielissen: Die mededeling staat in de notulen en dat heeft mevrouw Ceelen ook gezegd. Ik heb toen niet van u begrepen dat u hem ook toegestuurd wilde krijgen, maar dat is misschien mijn omissie, anders hadden wij daar natuurlijk voor gezorgd. De heer Verdaasdonk: Ik heb expliciet gevraagd om het percentage doelbereik. De voorzitter: U gaat akkoord met het voorstel met de aantekening dat de fractie ongebouwd tegen is. De heer Poppelaars: Onze fractie vindt het een onvoldragen voorstel en vindt het op dit moment niet verantwoord om hier positief over te besluiten. De voorzitter: Dat verrast mij, want dat hebt u niet uitgesproken in uw betoog, maar ik breng het wel in stemming. Zover zijn wij nu. De heer Poppelaars: Kunnen wij even schorsen? De voorzitter: Ik schors de vergadering. De voorzitter: Ik heropen de vergadering. Het debat hebben wij over dit onderwerp gehad. Mijn concrete vraag is met handopsteken: wie is tegen het voorstel? Negen tegen. Wie is voor het voorstel? De rest. Het voorstel is aangenomen. Een stemverklaring kan na de stemming volgen. De heer Jackson: Wij hebben het voorstel wel gesteund, want wij vinden het voorstel goed maar de verdediging vanuit het DB vonden wij behoorlijk zwak. Dat heeft ons nog aan het twijfelen gebracht. De heer Boertjes: Wij hebben zojuist een schorsing gevraagd over een onderwerp. Die schorsing is er geweest omdat er onduidelijkheden vanuit het DB waren met betrekking tot de beantwoording van het stuk. Wij hebben daar even over gediscussieerd. Wij hadden een voorstel naar voren willen brengen en dan praat ik niet alleen namens de fractie bedrijven om eventueel dit agendapunt te verdagen naar de volgende vergadering in verband met een aantal punten dat nog niet duidelijk naar voren is gekomen. Dat hebben wij met elkaar afgesproken. Nu vraagt u direct wie voor of tegen is. Dat mag, maar de schorsing is niet gevraagd om voor of tegen af te wegen. Er is een schorsingsvoorstel gedaan om een overlegsituatie te creëren. De voorzitter: Als u schorsing vraagt tussen eerste en tweede termijn, dan geeft dat u ruimte om u te beraden over hoe u gaat reageren in tweede termijn. Als u schorsing vraagt net voor de stemming, dan vertaal ik dat dit u zich als fractie gaat beraden of u voor of tegen gaat stemmen en gaan wij niet een derde termijn creëren. Dat moeten wij met elkaar afspreken. Besloten: het AB stemt in met het definitief inrichtingsplan Balleman inclusief inspraaknota.
15
5c. Voorstel tot herverdeling kredieten ten behoeve van uitvoering projecten uit bestuursprogramma De heer Verdaasdonk: In de opiniërende vergadering is dit stuk al uitvoerig door ons besproken. Hier zie je wat de gevolgen zijn voor de diverse planvormingen van dit coalitieakkoord. Wat mij in de beantwoording van de vragen onthutst, is een tweetal zaken. Wij hebben hier twee moties voor voorbereid en willen hier ook de mening van het bestuur over vragen. De coalitie zegt een betrouwbaar bestuur te zijn. In de toelichting van de vragen wordt door de dijkgraaf gemeld dat het bestuursakkoord dat onlangs is afgesloten met GS van Noord-Brabant en dat zij hun bestuurlijke verantwoordelijkheid niet helemaal waarmaken, maar door inspanningen van de twee andere Brabantse waterschappen grosso modo toch de doelstellingen van de bestuursovereenkomst worden gehaald. Ik vind dat bepaald geen voorbeeld van een verantwoordelijk bestuur. Een bestuur moet niet alleen in de letter, maar ook in de geest haar afspraken nakomen. Waar ik buitengewoon van geschrokken ben is de beantwoording door de heer Hieltjes ten aanzien van Natura2000 en de Brabantse Wal. Wij spreken hier over een sense of urgency gebied dat in 2015 in ieder geval ook hydrologisch in orde dient te zijn zodanig dat de duurzame staat van instandhouding is bereikt. Daar horen vanuit het waterschap significante investeringen bij. Ik hoor dat daar eigenlijk geen middelen voor beschikbaar zijn en dat er gezocht gaat worden samen met gemeenten om eventueel ergens een potje te vinden, dan ben ik van mening en daar gaat mijn eerste motie over, dat dit bestuur een aantal internationale afspraken niet nakomt. Dit is een onderdeel van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Deze Europese richtlijn is al vanaf 2000 in werking en in 2015 dienen in ieder geval voor de sense of urgency gebieden die doelstellingen gerealiseerd te zijn. In wezen zegt u dat er de komende bestuursperiode geen geld voor is. Dat is volgens mij juridisch buitengewoon gevaarlijk als je dit pad op gaat. Ik zal namens onze fractie een motie indienen waarin wij het bestuur vragen om ook in deze bestuursperiode additionele middelen beschikbaar te stellen om ook aan de internationale verplichting te voldoen. Vervolgens wordt een aantal projecten niet opgepakt. Ik heb het over verdrogingsbestrijding, de natte natuurparels en wat dies meer zij. Het bestuur zegt dat zij hun ambities daar waar mogelijk, willen waarmaken. Dan zouden wij graag en ook daarvoor dienen wij ook een motie in, van dit bestuur de toezegging hebben dat op het moment dat in de begroting blijkt dat er sprake is van een overschot op de begroting tengevolge van allerlei meevallers, dat die bij voorrang aangewend gaan worden om die projecten die nu niet aan de beurt komen, alsnog op te pakken. De heer Aertssen: Het meeste is al gezegd tijdens de opiniërende vergadering en dat gaan wij niet herhalen. Ik wil wel herhalen dat wij afkeuren dat er zoveel gesneden wordt in een aantal belangrijke projecten. Ik heb mijn zorg uitgesproken over de samenwerking met diverse partners waarmee het waterschap moet samenwerken. Ik hoor van de heer Verdaasdonk dat wij zelfs onze internationale verplichtingen waarschijnlijk niet kunnen nakomen. Ik vind het belangrijk om dit geluid nog even te laten horen. De heer Schots: Ik denk dat de discussie die nu de kop opsteekt, dezelfde is als in de vorige opiniërende vergadering. Bij de vaststelling van het bestuursprogramma hebben wij aangegeven waar de prioriteiten voor de komende jaren komen te liggen en hoe onze projecten daarop aansluiten respectievelijk onze projecten verschuiven met de diverse kleurencategorieën zoals die in de documenten zijn aangeduid. Ik zie in deze discussie en ook in de moties die zijn ingediend, dat daarmee de keuzes in het bestuursprogramma weer ter discussie worden gesteld. Voor ons is het bestuursprogramma dat is vastgesteld, het uitgangspunt om de zaken die wij bij de kop moeten pakken, bij de kop te pakken. In die zin willen wij daar nu geen veranderingen in aanbrengen. Het bestuursprogramma is nog maar koud van de pers en wij zijn er net mee begonnen om dit uit te voeren. Het lijkt mij te vroeg om daar nu op een ingrijpende manier op terug te komen. Ik heb de heer Verdaasdonk de vorige keer ook al gemeld dat het DB er niet voor voelt om potentiële meevallers, als die al zouden ontstaan, nu op voorhand te alloceren. Wij hebben een besturings- en planningscyclus waarbij wij met behoorlijke regelmaat kijken naar hoe de plannen zich ontwikkelen ten opzichte van wat wij ons voorgenomen hadden. Als zich daar voordelige situaties voordoen, zullen wij op dat moment op voorstellen van het DB binnen dit AB beslissen over hoe wij dat aanwenden. Ik denk dat er daarom geen aanleiding is om daar nu op voorhand al wissels op te trekken. De heer Hieltjes: Ik betreur het dat het antwoord in de opiniërende vergadering niet verhelderend genoeg is geweest, althans niet tot overeenstemming heeft geleid. Het beheerplan Natura2000 Brabantse Wal is een ontwerpbeheersplan waar nog inspraak over moet plaatsvinden. In dit ontwerpbeheersplan dat is gebaseerd op de Habitatrichtlijn, zitten maatregelen om in de eerste periode van beheer van 2010 tot 2016 maatregelen te nemen. De heer Verdaasdonk heeft gelijk dat de Brabantse Wal een sense of urgency project is en dat hier verdrogingsproblematiek speelt.
16
Dat vraagt om maatregelen in een beheerplan. De belangrijkste maatregelen daar hangen samen met de grondwateronttrekking, waar de provincie met Aevides bezig is om afspraken te maken over het verminderen van de wateronttrekking. Niet het stoppen, maar wel het verminderen en het bekijken van de effecten. Dat is een majeure maatregel met mogelijk ook majeure kosten. Een belangrijk punt in die Brabantse Wal is de inrichting van Jagersrust. Jagersrust staat ook op de groene lijst en daar worden maatregelen genomen. Dus daar waar de motie stelt dat er geen financiële middelen van het waterschap worden bestemd voor de inrichting van de Brabantse Wal en Natura2000-opgaven, dan is dat stellig onjuist. Ook belendend aan de Brabantse Wal hebt u in het AB-werkbezoek kunnen zien dat wij bezig zijn met de noordpolder Ossendrecht met ook daar natuurinrichting en opvang die ook in de kweldruk zorgt voor water in het gebied. Voor dat soort maatregelen is geld beschikbaar en treffen wij in deze beheerperiode 2010 tot 2016 belangrijke maatregelen. Het is niet zo dat Natura2000 vraagt om in de komende zes jaar alles te doen dat denkbaar is om de instandhoudingsdoelen maximaal te realiseren en alles te verbeteren voor de natuur wat maar denkbaar is. In de bespreking van de gebiedscommissie Natura 2000/Brabantse Wal is door de gebiedscommissie breed meegegeven aan de provincie dat er opgaven liggen met een prijskaartje en dat er helderheid moet komen over wie wat gaat betalen. Het is niet per definitie zo dat als er doelstellingen liggen op verdrogingsbestrijding of andere milieudoelstellingen of inrichtingswensen die de grondeigenaar zou moeten doen, dat er dan zomaar wordt gesteld dat er een beheersplan is en dus de grondeigenaar maar alles moet doen wat wenselijk is. Daar zal toch over gesproken moeten worden. Dat is de opstelling van het waterschap en daarover zijn wij in gesprek voor de komende beheerperiode. Daarover zijn wij in gesprek en wij willen creatief blijven zoeken naar middelen om die opgave die er ligt, te vervroegen, maar als de middelen beperkt zijn, dan kunnen wij niet alles voor 2016 realiseren. De voorzitter: Ik kan herhalen wat ik de vorige keer gezegd heb over de tweede bestuursovereenkomst. Wij hebben als vier waterschappen met de provincie een bestuursovereenkomst gesloten over een aantal doelen en de financiering daarvan. Wij hebben geconcludeerd dat gezien de vier waterbeheersplannen van de vier waterschappen er geen spanning zit op de tweede bestuursovereenkomst. De vier waterschappen gezamenlijk zullen de tweede bestuursovereenkomst invullen zoals beschreven. Je kunt dat uitleggen als dat wanneer wij minder zouden doen, dat anderen meer doen, maar wij maken met zijn vieren de bestuursovereenkomst waar. Er liggen twee moties voor. Om te voorkomen dat wij ons moeten beraden net voor de besluitvorming, stel ik voor om nu even te schorsen, zodat in tweede termijn de moties en het voorstel kunnen worden behandeld. De voorzitter: Ik heropen de vergadering. Wie wil het woord voeren in tweede termijn? De heer Verdaasdonk: Ik zal het kort houden. Ik richt mij vooral op Natura 2000. Ik ben het niet eens met de uitleg van de heer Hieltjes. Ik noem niet voor niets dat de Brabantse Wal een sense of urgency gebied is. Dat betekent dat deze in tegenspraak met andere Natura2000-gebieden waar je inderdaad eventueel over een tweede beheerplanperiode nog aanvullende maatregelen kunt hebben, in 2015 op orde moeten zijn. Punt. Wij hebben het hier over significante natuurgebieden met een grote internationale waarde. Daar hebben wij als Nederlandse samenleving verplichtingen voor. Als u nou zegt, het moet haalbaar en betaalbaar zijn en we zien wel wanneer wij er geld voor hebben, dan moet ik u teleurstellen, dat gaat voor dit dossier niet op. Ik vraag u nogmaals om voldoende additionele middelen ter beschikking te stellen om dit te doen. Anders kunnen er nog vervelende juridische gevolgen ontstaan en ik hoop dat wij het waterschap hiervoor kunnen behoeden. De heer Van Riet: Ik heb de reactie van het DB op de motie gehoord, met name de motie die vraagt om in de toekomst als er meevallers zijn, de witte en rode projecten uit te voeren. De reactie was dat dit niet in lijn zou zijn met het bestuursprogramma, dat nog maar net tot stand gekomen is. Dat behoeft niet aangepast te worden. De kern van deze motie is juist niet om het bestuursprogramma aan te passen. Als wij als Water Natuurlijk het bestuursprogramma goed lezen, dan blijven de ambities en doelstellingen gehandhaafd maar dat, je zou kunnen zeggen met pijn in het hart, in de financiële kaders een fasering moet plaatsvinden en dat daardoor de witte en rode projecten pas later aan de orde komen. Wij kunnen niet in de toekomst kijken, maar niet uit te sluiten is dat er hoe dan ook financiële meevallers zijn zoals aannemerskosten die meevallen, en dat er een begrotingsruimte gaat ontstaan. Het lijkt ons dan verstandig om nu al te zeggen, en dat is in lijn met het bestuursprogramma, als die er zijn en nadat het waterschap een solide financiële basis heeft want dat vinden wij als Water Natuurlijk ook belangrijk, dat alsnog de rode en witte projecten die nu uit de boot dreigen te vallen, vanuit die extra financiële meevallers alsnog te realiseren. Dat is volgens ons in lijn met het bestuurprogramma. Natuurlijk begrijp ik dat het DB en met name de financieel verantwoordelijke zo lang mogelijk de vrijheid wil hebben om om te gaan
17
met de gelden zoals hen het beste goeddunkt, maar hier staat tegenover dat dit AB ook richting kan geven voor een situatie zoals ik schets. Het AB roept het DB op om bij een solide financiële positie van het waterschap Brabantse Delta eventuele meevallers te benutten om alsnog de ambities en doelstellingen te realiseren door de gefaseerde rode en witte projecten uit tabel twee van het voorstel tot herverdeling van kredieten, zoveel mogelijk binnen de bestuursperiode uit te voeren. Er is steun van een aantal andere fracties maar die kunnen dat zelf zeggen. Alles is in lijn met het bestuursprogramma. De heer Kocx: Wij vinden het jammer dat de moties nu pas ingediend worden. Op de website is een mooie faciliteit om deze daar van tevoren te presenteren zodat wij ons als fractie kunnen voorbereiden. Nu was er een schorsing nodig om daarover te praten. Ik wil meegeven dat als het mogelijk is, men moet proberen met behulp van de faciliteiten die wij hebben, deze kenbaar te maken. Ik heb twee moties voor mijn neus gekregen, waarbij in een motie twee voetnoten staan beschreven in de tekst en die staan er ook onder, maar deze zijn in mijn versie doorgeschrapt. Gelden deze wel of niet? De heer Van Riet: Deze gelden niet. De heer Kocx: Dan had het daarboven ook even doorgestreept moeten worden. Op een motie staat “was getekend” maar dan staan er geen handtekeningen. De voorzitter: De originele motie is ondertekend. De heer Kocx: Op de ene motie staat natuur en op de andere staat geborgen natuurterrein. Dat zou iets zorgvuldiger moeten. De heer Schots: Wij hebben met elkaar een bestuursprogramma gemaakt en met elkaar afgesproken na ampele discussie en zeer veel afwegingen. In dit programma hebben wij afspraken gemaakt waar deze vergadering in grote meerderheid achter stond. Ik heb in de beantwoording in de eerste termijn al gezegd dat datgene wat nu ter tafel wordt gebracht, ons brengt om terug te komen op deze keuzes. Hiervan heb ik al gezegd dat het DB daar niet zo voor in is. Wanneer in de toekomst begrotingsruimte zou ontstaan, moet op dat moment beslist worden hoe deze ruimte wordt bestemd. Het is duidelijk dat niet vergeten moet worden dat wij in het initiële bestuursprogramma toch prioriteiten en verschuivingen van projecten gemaakt hebben. Als er begrotingsruimte komt, zal dat een serieus punt van afweging zijn om te bezien wat er in die richting kan. Wij vinden het niet juist om ons als DB daar nu al aan te binden om dat per definitie in die richting te doen. Wij hebben dan op grond van de omstandigheden zoals die dan aan de orde zijn, te doen wat goed dunkt en dat vervolgens als DB aan u als AB voor te stellen. Het is niet zo dat het DB of de portefeuillehouder Financiën naar eigen goeddunken begrotingsmeevallers kan besteden. Dat kan bepaald niet en dat claimen wij bepaald ook niet. Wij vinden het als DB onze verantwoordelijkheid om daar goede voorstellen in uw richting voor te doen. Wat in deze moties beschreven staat, is bepaald niet te veronachtzamen op dat moment. Wij willen nu op dit moment niet anticiperen op eventuele meevallers, want wij moeten nog zien of er die komen en wanneer die zullen komen en hoe de omstandigheden op dat moment zijn. Daarom ontraden wij deze moties. De heer Hieltjes: Een sense of urgency gebied geeft een morele plicht om te zien hoe wij de doelstelling kunnen realiseren. Desalniettemin blijven wij van mening dat er toch iets van haalbaar en betaalbaar op ligt. Ook naar bijvoorbeeld terreinbeheerders liggen er wensen om iets te doen, maar ook daar spelen er grenzen van financiële haalbaarheid. Hetzelfde met het eventueel afkopen van Aevides om grondwateronttrekking te doen. Ook dat heeft financiële grenzen. Als u zegt, het is toch wel belangrijk, dus kijk creatief of u daar nog externe middelen voor kunt verwerven, dan heb ik dat goed gehoord. Daarmee ga ik aan de slag. U waarschuwt voor juridische problemen voor het waterschap en die willen wij uiteraard proberen te voorkomen, daar waar het mogelijk is. Daar zullen wij creatief gaan zoeken en ook in overleg met andere partners kijken of wij middelen kunnen vinden om die doelstellingen te halen. Dat is de inzet van het DB op dit punt. De voorzitter: Ik ga over tot stemming, eerst over de moties. Ik begin met de motie over het benutten van eventuele meevallers om alsnog ambities en doelstellingen te realiseren. Mag het met handopsteken? Wie is voor deze motie? Acht voor, deze motie is verworpen. De andere motie gaat over het ter beschikking stellen van middelen tijdens deze bestuursperiode voor de Brabantse Wal. Wie is voor deze motie? Deze motie is verworpen. Dan ga ik naar het voorstel zelf. Ik draai het even om. Wie is tegen het voorstel? Het voorstel is aangenomen met zes stemmen tegen.
18
Besloten: het AB stemt in met het inzetten van reeds door het algemeen bestuur gevoteerde bruto kredieten, voor de bijna afgeronde en getemporiseerde projecten, ten behoeve van de te realiseren projecten conform bijgevoegd overzicht kredietverdeling. 5d. Aanvraag UVK nieuwbouw slibverwerking Nieuwveer De heer Schreuders: Wij hebben over dit agendapunt al wat vragen gesteld in de opiniërende vergadering over de deelstroomverwerking. Daar komen wij toch nog even op terug. Er ontstaat een extra investering van tweehonderdvijftigduizend euro (€ 250.000) met een terugverdientijd van tweehonderdduizend euro (€ 200.000) per jaar dat je ophaalt van een jaar en drie maanden. Het lijkt ons als fractie Water Natuurlijk geen logische zaak dat als je aan mvo doet en duurzaam in de samenleving staat, en dan kom ik terug op een aantal woorden van de voorzitter net bij een eerder agendapunt, dat als wij als waterschap iets willen betekenen in West-Brabant en mee willen gaan in maatschappelijke ontwikkelingen en dat wij daarin onze verantwoordelijkheid willen nemen, dan zie ik hier een kans voor open doel om daar invulling aan te geven. Onze fractie roept u op om de deelstroomvoorziening alsnog mee te nemen in het voorstel. Wij hebben via onze achterban een brief van minister Cramer van VROM onder ogen gekregen van 3 juli die gericht is aan de Unie met een oproep tot een bijdrage aan een zogeheten Groen Akkoord. Die brief is hier waarschijnlijk niet zo bekend, maar het Rijk roept de waterschappen op om hun bijdrage te leveren aan duurzaamheid, klimaatbewustheid en wat dies meer zij. Al met al praten wij over een zeer kleine meerinvestering op een totaalbedrag van eenentwintig miljoen driehonderdduizend euro (€ 21.300.000). Dit is voor ons voldoende reden om dit nog eens te heroverwegen. De heer Jackson: De PvdA steunt het plan met een paar kanttekeningen uit het voorstel. Tijdens de opiniërende vergadering werd gesproken over de deelstroomverwerking. De conclusie was dat het niet rendabel is om hier een extra investering in te doen omdat de energieprijzen van dat moment gerekend werden en de investeringsgelden gaven een negatief rendement van rond de vijftigduizend euro (€ 50.000). Daar hebben wij toch nog een paar vragen en opmerkingen over. Is het niet zo dat wij kunnen verwachten dat de energieprijzen in de nabije toekomst fors zullen gaan stijgen? Dat wordt door allerlei actoren in het veld en ook door Van der Veer van Shell ondersteund. Men denkt aan een verdubbeling in de komende jaren. Daarvan uitgaande, is het dan niet verstandig om dat alsnog te doen die investering, omdat dan wellicht de investering wel rendabel zal zijn? Ik hoor graag de visie van het DB op deze opmerking. De heer Schots heeft aangegeven dat er wellicht nieuwe technieken beschikbaar zullen komen in de nabije toekomst, zodat wellicht een herinvestering later gaat plaatsvinden om alsnog een economisch rendabele investering mogelijk te maken. Als dat gaat gebeuren, wordt het AB hier dan van in kennis gesteld? Is er zicht op de mogelijkheid dat dit binnen deze bestuursperiode gaat gebeuren? De heer Schots: Als het zou gaan over een extra investering van slechts tweehonderdvijftigduizend euro (€ 250.000), dan hadden wij u dat natuurlijk niet ontraden. Het ligt iets ingewikkelder, mijnheer Schreuders. De extra investering die voor deze deelstroomverwerking gedaan moet worden, ligt in een orde van grootte van anderhalf tot twee miljoen euro (€ 1.500.000 € 2.000.000). Het bedrag van tweehonderdvijftigduizend euro (€ 250.000) waaraan u refereert, zijn de extra jaarkosten die voortvloeien uit deze investering. Dat wil ik even aan de financieeltechnische kant rechtzetten. Een extra investering van anderhalf tot twee miljoen euro (€ 1.500.000 - € 2.000.000) waar wij in de ambtelijke voorbereiding met heel wat stofkammen naar gekeken hebben, dat kan ik u verzekeren, en de verwachting over de energieprijzen van dit moment, kunnen wij de extra investering niet rechtvaardigen. Het waterschap heeft in de vorige bestuursperiode de nota Zuiveren met Ambitie vastgesteld die wij ook in het introductieprogramma aan u hebben voorgeschoteld. Een van de punten ten aanzien van energiebesparende investeringen is dat dit soort additionele investeringen alleen aan het AB worden voorgelegd, als deze op eigen merites een goede terugverdientijd hebben. Met wat wij nu aan kostenbesparingen calculeren bij de deelstroombehandeling zoals wij die nu zouden doen, krijgen wij daar geen investering van extra anderhalf of twee miljoen euro (€ 1.500.000 - € 2.000.000) terugverdiend. Zo simpel is dat en zo is het uitgerekend. Daar komt nog bij dat in de ambtelijke voorbereiding duidelijk naar voren is gekomen dat er wellicht in de nabije toekomst andere mogelijkheden ontstaan om deze deelstroom te verwerken die wellicht tot een meer of betere rendabele positie zouden leiden. Dan zou het zonde zijn wanneer wij dat geld al op onrendabele basis zouden hebben uitgegeven. In de ambtelijke dienst wordt rondom dit investeringsproject voortdurend gekeken naar dit soort nieuwe ontwikkelingen. Het is niet zo dat wij dit deelstroomproject nu gaan doen en dan zijn wij in 2012 klaar en dan kijken wij wel weer eens verder. Wij kijken daar continu naar. Dat is immers een van de punten uit de nota Zuiveren met Ambitie. Als zich betere mogelijkheden voordoen dan deze of als de energieprijzen veel sterker gaan stijgen dan nu wordt
19
aangenomen, dan komen wij hier uiteraard op terug en komt er een nieuw voorstel voor het AB. Daar kunt u van overtuigd zijn. De heer Schreuders: Het antwoord van de heer Schots is anders dan wij de vorige keer menen te hebben vernomen tijdens de opiniërende vergadering. Dat zij zo. Het valt mij op dat niet ingegaan wordt op de andere motivaties die ik aangaf om hier nog eens over na te denken, namelijk de positie van het waterschap als maatschappelijke partij en de mogelijkheden die er zijn en er blijkbaar ook bij het Rijk zijn als ik de brief van mevrouw Cramer lees ten aanzien van innovatiesubsidies voor klimaatbewustheid en energiezaken. Ik mis daarop een antwoord c.q. reactie van de heer Schots. De heer Schots: Uw terechtwijzing is terecht. De reactie van minister Cramer van 3 juli is mij nog niet bekend. Als er mogelijkheden zijn om uit andere bronnen subsidie of extra middelen te verkrijgen, want ik begrijp dat u daaraan refereert, die de hurdle voor deze investering lager maken, dan zullen wij dat uiteraard doen. Ik neem graag uw suggestie mee of de brief van de minister nieuwe mogelijkheden en kapstokken biedt. Besloten: het algemeen bestuur stemt in met: • het voorstel de huidige verouderde slibverwerking op basis van het Zimproproces op de rwzi Nieuwveer te vervangen door een nieuwe slibverwerking op basis van slibgisting, waarbij niet alleen het slib van de eigen waterlijn, maar ook van omliggende kleinere zuiveringen verwerkt wordt; • de uitvoering van het ontwerp, door de beschikbaarstelling van een uitvoeringskrediet van eenentwintig miljoen driehonderdduizend euro (€ 21.300.000) voor de nieuwe slibverwerking. De totale investeringskosten bedragen met inbegrip van het reeds gevoteerde voorbereidingskrediet van achthonderdduizend euro (€ 800.000) derhalve tweeëntwintig miljoen honderdduizend euro (€ 22.100.000). 5e. Bestuurlijke projectevaluaties De heer Van Riet: Dit is de vorige keer aan de orde geweest in de opiniërende vergadering. Wij vragen ons als Water Natuurlijk af waarom dit zo sectoraal beschouwd wordt en of er geen conclusies te trekken zijn uit dwarsverbanden. Bij twee van deze vier projecten wordt iets gezegd over de aanbestedingen, zowel bij de elektrotechnische renovatie bij Lage Zwaluwe als bij het laatste en vierde project. Uit beide lees je dat openbaar aanbesteden, elektronisch veilen en dergelijke en het werken met een design en construct aanbesteding kostenbesparend is. Kan het DB conclusies trekken ten aanzien van het openbaar aanbesteden en elektronisch veilen dat dit kostenbesparend is? Gaat u daarmee door? Dit zeg ik ook omdat wij laatst in de commissie Waterbeheersing geïnformeerd zijn dat het Europees en openbaar aanbesteden ook efficiënter was en tot kostenbesparing leidde. Zou u niet moeten proberen om dwarsverbanden uit deze projectevaluaties op te halen, met name ten aanzien van het aanbesteden en wat zijn uw ervaringen tot nu toe? De heer Schots: Ik denk dat over het leereffect van deze projectrapportages al iets is gezegd in de opiniërende vergadering. De insteek van deze projectrapportages is om u als AB primair vanuit de ingang van de projecten te laten zien van hoe het is vergaan met de projecten. Zijn ze klaar en zijn ze binnen het budget in de zin van tijd en doorlooptijd gedaan? De vorige keer heb ik ook al gezegd dat wij hier natuurlijk leereffecten uit trekken die wij weer gebruiken bij het uitvoeren van andere projecten. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid van het waterschap is natuurlijk vastgelegd in ons inkoop- en aanbestedingsbeleid zoals wij dat binnen het kader van rechtmatigheid al een stuk in de vorige bestuursperiode gedefinieerd hebben. Dat gebied is gewoon in ontwikkeling. Ervaringen die wij opdoen met inkoop- en aanbestedingstrajecten nemen wij mee in nieuwe projecten. In de afgelopen maanden heb ik in de keuken van de afdeling Inkoop mogen en moeten kijken en ik zie ook dat daar van dit soort effecten bij inkoop en andere aanbestedingen gewoon heel constructief en creatief gebruik gemaakt wordt om datgene wat wij daarmee geleerd hebben, qua werkwijze maar ook qua kosten en kostenbesparingen gewoon mee te nemen. Dus het antwoord op uw vraag is heel kort dat wij dat uitbundig meenemen. De heer Van Riet: Ik moedig het DB aan om niet zo sectoraal naar de projectevaluatie te kijken. Besloten: het AB stemt in met de in bijlage genoemde evaluaties van de projecten. 5f. Vaststellen Treasury Statuut
20
De heer Van den Broek: Ik zou graag van het DB willen horen in hoeverre het waterschap Brabantse Delta nu al voldoet aan de aangescherpte criteria. De heer Schots: Het waterschap voldoet aan de nieuwe en aangescherpte criteria in het Treasury Statuut met de aantekening dat het Treasury Statuut vanuit het verleden zekere eisen stelt aan de ratings van financiële instellingen waarmee wij zaken doen in de hele range van triple A tot niks. Op dat punt is het statuut ongewijzigd gebleven. Als je naar de markt kijkt, dan zie je natuurlijk wel dat zeg maar over de hele linie de ratings door de kredietcrisis wel wat naar beneden geschoven zijn, waarbij overigens de absolute of relatieve verhoudingen niet zo sterk zijn aangetast als je het totale plaatje bekijkt. De beste is nog steeds de beste gebleven, alleen triple A is dubbel A of triple B of zoiets geworden. In die zin gaan wij mee met de markt en handelen wij conform wat het Treasury Statuut ons voorschrijft als het gaat over de keuze van de financiële partners. Besloten: het AB besluit tot het vaststellen en van toepassing verklaren van de nieuwe versie van het Treasury statuut en de gewijzigde pagina van de begroting 2009. 5g. Realisatieovereenkomst uitvoering Overdiepse polder en aanvraag uitvoeringskrediet Besloten: het AB stemt in met 1. de inhoud van de Bestuursovereenkomst voor de realisatiefase van de maatregel "Ontpoldering Overdiepse Polder" en met ondertekening van deze overeenkomst door de dijkgraaf; 2. het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van drie miljoen euro (€ 3.000.000) voor "Overige kosten Overdiepse Polder", waarbij het DB de opdracht krijgt om te bewaken dat bestedingen binnen dit krediet op regiebasis zijn gegarandeerd door het Rijk. 5h. 1. Investeringsoverzicht 2010-2014 De heer Verdaasdonk: Het is eigenlijk een herhaling van wat wij bij de opiniërende vergadering ook al hebben gevraagd om enige malen per jaar bij dit soort overzichten ook nadrukkelijk de investeringslijn aan te geven van die projecten die weggevallen zijn om duidelijk te maken hoe groot het gat is. De heer Jackson: Wij zijn erg blij met de toezegging van het DB tijdens de opiniërende vergadering om eenmaal per jaar achteraf een overzicht te geven aan het AB om te bezien hoe er gebruik gemaakt is van de bevoegdheid om te schuiven binnen projecten. Hebt u er al zicht op hoe u dat wilt gaan doen? De heer Schots: De vorige keer hebben wij al gezegd dat wij niet regulier gaan rapporteren over wat wij niet gedaan hebben en de kosten daarvan. Wij hebben toen wel afgesproken om een vorm te zoeken om daar in onze hele planning & control cyclus ergens een goede plek maar dan een keer in het jaar te vinden om dat te gaan doen. Die toezegging hebben wij toen gedaan en die staat nog steeds overeind. Over het hoe hebben wij op dit moment nog niet nagedacht, maar dat gaan wij nog doen. Besloten: het AB neemt het investeringsoverzicht 2010 - 2014 voor kennisgeving aan. 2. Instandhoudingsinvesteringen voor mandatering aan dagelijks bestuur De heer Jackson: Het bedrag van drie miljoen euro (€ 3.000.000) dat door het vorige DB is bedacht – overigens vind ik dat regeren over het graf heen - vinden wij te hoog. Wij vragen dit bij te stellen naar anderhalf miljoen euro (€ 1.500.000), dat past ook beter bij de huidige mandateringslijst waar bedragen van rond de een miljoen driehonderdduizend euro (€ 1.300.000) maximaal zijn. Dat zou voor ons reden zijn om, als u daar niet aan tegemoet komt, tegen dit punt te stemmen. De heer Schots: Wij hebben hier als DB over gesproken naar aanleiding van de opmerkingen in de opiniërende vergadering. Dat heeft geleid tot een aanpassing in de lijst in de geest van de discussie die wij toen gevoerd hebben om enkele projecten waarvan uw vergadering vond dat het maar de vraag was of dat onder de categorie instandhoudingsinvesteringen viel en die dus in dat geval niet meer bij u terugkomen, om die uit de lijst te schrappen met als gevolg dat die projecten dan dus
21
nog wel een keer bij het AB langskomen als deze aan uitvoering toe zijn. Verder heeft het DB gemeend om het grensbedrag van drie miljoen (€ 3.000.000) ook al wordt dat dit jaar niet geraakt, om dat toch niettemin niet ad hoc bij gelegenheid hiervan aan te passen, dus dat blijft wat ons betreft op drie miljoen (€ 3.000.000). De voorzitter: Het AB gaat akkoord onder aantekening dat de PvdA-fractie tegen stemt. Besloten: het AB stemt in met bijgaand overzicht van instandhoudingsinvesteringen en mandateert daardoor het dagelijks bestuur voor de uitvoering van deze investeringen met de aantekening dat de PvdA-fractie tegen heeft gestemd. 5i. Jaarrekening 2008 De heer Jackson: Crossboarder lease en Switch transacties: het is altijd gemakkelijk om met de wijsheid van achteraf een gedane keuze te veroordelen, dus dat gaan en willen wij niet doen. Wel sluiten wij ons aan bij de opmerkingen van andere fracties in de opiniërende vergadering over dat een waterschap principieel geen risicodragende constructies moet aangaan met gemeenschapsgeld. Gezien het feit dat wij daar nu al aan vastzitten en dat stoppen een heel groot financieel probleem zal opleveren, gaan wij er wel mee akkoord en zullen er niet voor pleiten om daarmee te stoppen. Wij hopen er het beste van. De heer Van den Broek: Ik constateer uit de reactie van het DB op de accountantsrapportage dat die kwalitatief zeer mager is en aan de portefeuillehouder, kennende uit een vorige bestuursperiode, durf ik dan ook het verzoek te richten om bij de eerstvolgende jaarrekening per aanbeveling een bestuurlijke reactie af te geven, schriftelijk, want dat voorkomt veel vragen in de opiniërende vergadering. De heer Schots: Het is niet de eerste keer dat opmerkingen gemaakt worden over de crossborder lease en de Switch transacties. Dat is heel duidelijk. Ik wil nog een keer onder de aandacht brengen dat wij met name de Switch transactie zijn aangegaan om de kredietrisico’s op de deposito’s die aan de crossborder lease vastzaten, juist te verminderen. In die zin is het niet risico zoeken, maar risicomijdend geweest. De berekeningen die zijn uitgevoerd en die in de financiële commissie zijn toegelicht, hebben ook duidelijk aangegeven dat er van een risicovermindering sprake was. In de huidige omstandigheden moeten wij met nog meer zorg dan voorheen naar deze producten kijken vanuit een risicobeheersingsoptiek. Dit zal het DB doen en waarmaken. Het terugdraaien van deze producten is op dit moment niet aan de orde. Dat zegt u zelf ook al en daar ben ik het volmondig mee eens. Wat de opmerkingen van de heer Van den Broek over de accountantsrapportage betreft, met dank voor het persoonlijk compliment wat daaraan verbonden werd, zal ik uw suggestie meenemen om in de nieuwe periode de opvolging van aanbevelingen op een wat andere manier te communiceren. Wij gaan ook met een nieuwe accountant werken in deze periode. U kent het selectieproces dat daarachter heeft gezeten, dus dat geeft ook de ruimte om alles wat daarmee samenhangt en de rapportage daarover een keer op nieuwe leest te gaan schoeien en dat lijkt mij op zich heel verhelderend. Besloten: het AB stemt in met de onderstaande verdeling van het negatieve exploitatiesaldi over 2008 van - zes miljoen achthonderdzestigduizend euro (€ 6.860.000) en stelt de jaarrekening 2008 vast; - zeshonderdvijfendertigduizend euro (€ 635.000) te onttrekken aan de egalisatiereserve waterkering; - twee miljoen negenhonderdachtennegentigduizend euro (€ 2.998.000) te onttrekken aan de egalisatiereserve waterkwantiteit; - drie miljoen zeshonderdachtenveertigduizend euro (€ 3.648.000) te onttrekken aan de egalisatiereserve waterkwaliteit; - vierhonderdeenentwintigduizend euro (€ 421.000) toe te voegen aan de reserve wachtgeldaanspraken personeel. 5j. Rekenkamerfunctie De heer Jackson: Zoals ik al eerder aangaf tijdens de opiniërende vergadering en heel kort samenvattend zitten er voor- en nadelen aan de keuze voor een Rekenkamer. Het voordeel is dat het AB een controlemiddel krijgt dat onafhankelijk, objectief, deskundig en onpartijdig is. Het nadeel is dat het AB weinig invloed heeft op de keuze van onderwerpen waar de Rekenkamer zich mee bezig gaat houden. Er blijkt uit de additionele informatie waarvoor onze dank, dat hier een
22
eigen verordening voor opgemaakt kan worden, die met name tegemoet komt aan dat laatste bezwaar. Een verordening te maken waar bijvoorbeeld door het AB onderwerpen kunnen worden aangedragen waaruit de Rekenkamer een keuze kan maken. Hiermee is het bezwaar van nutteloze onderzoeken die bij veel mensen leeft waardoor mensen vaak geneigd zijn om te kiezen voor een Rekenkamercommissie in plaats van voor een onafhankelijke rekenkamer, weggenomen. Dat is een belangrijk gegeven. De helft van de Waterschappen heeft nog geen regeling voor een Rekenkamer of Rekenkamercommissie, dus een eventuele samenwerking om de kosten te reduceren ligt erg voor de hand. Tijdens de opiniërende vergadering bleken meerdere fracties te opteren voor een Rekenkamer. Wij hopen door het wegnemen van een van de bezwaren dat er nog meer fracties voor gaan opteren. Belangrijk bij onze afweging is een opmerking van de heer Van der Veer over een voorbeeldverordening. Hij liet zien dat er veel interne invloed kan zijn op een Rekenkamercommissie door de inbreng van drie AB-leden en een concerncontroller en een accountant. Hiermee minimaliseer je de externe invloed in de Rekenkamercommissie. Dus nog een reden eigenlijk om daar dus vanaf te zien. Wij pleiten dus volwaardig voor de Rekenkamer zoals wij ook in onze eerdere motie die wij uiteindelijk niet hebben ingediend, hebben voorgelegd aan u. Ik heb de motie ietsje bijgewerkt, maar in grote strekking is deze hetzelfde. Mijnheer Kocx, u had gelijk met uw opmerking. Ik had het inderdaad op de site moeten zetten. Ik beloof u echt beterschap volgende keer. Ik verzoek u de motie in stemming te brengen. De heer Van den Broek: Ik sluit mij aan bij deze woorden van de heer Jackson. De heer Van der Aa: Ik ben blij met de informatie die wij hebben mogen ontvangen. Ik herhaal kort dat onze voorkeur ook uitgaat naar een Rekenkamer. De heer De Boer: Onze fractie gaat akkoord met het voorstel zoals dat voorligt van het DB, inhoudende de instelling van een Rekenkamercommissie van gemengde samenstelling. Wij vinden dat wij hiermee van start moeten gaan om ervaring op te doen. In de Rekenkamercommissie zit een aantal AB-leden. Wij vinden dat juist een belangrijk aspect want de AB-leden brengen een stuk kennis en ervaring mee waarvan gebruik gemaakt kan worden. Dat moeten wij zeker niet weggooien. Die kunnen meehelpen de koers te bepalen en dat vinden wij heel praktisch. Het andere punt is nog het kostenaspect. Wij ondersteunen als fractie het voorstel zoals het er ligt. De heer Schots: De Rekenkamer hebben wij in de vorige vergadering zeer uitvoerig besproken en naderhand waarschijnlijk nog uitvoeriger, namelijk in de nabespreking in het dagelijks bestuur. Wij hebben alle argumenten die hier over de tafel gegaan zijn, zeer terdege afgewogen. Ik noem met name de praktische werkbaarheid, onafhankelijkheid van onderwerpen en kosten. Het DB is van mening dat wij deze drie belangrijke punten op een uitstekende manier in een Rekenkamercommissie zoals wij die voorgesteld hebben, vorm kunnen geven, waarbij wij in de verordening die daarvoor opgesteld moet worden – ik heb de vorige keer al gezegd in antwoord op de heer Van der Veer wat er toen lag was slechts een voorbeeld en dat is dus niet onze verordening zoals die definitief gaat worden - terdege rekening moeten en willen houden met datgene wat vanuit uw vergadering is opgemerkt om de onafhankelijkheid ten aanzien van de keuze van onderwerpen en de niet-keuze van onderwerpen in voldoende mate te waarborgen. De belangrijkste aandachtspunten denken wij uitstekend vorm te kunnen geven in de voorgestelde formule van een Rekenkamercommissie met een daarop afgestemde verordening. Het DB stelt u voor om het op die manier te gaan doen De heer Van Riet: Op een punt willen wij graag reageren, op het punt van de kosten. Verschillende DB-leden weten uit de vorige bestuursperiode dat toen het om rechtmatig financieel beheer ging, er een oproep gekomen is om tot een Rekenkamer te komen, juist omdat die door zorgvuldig financieel beheer heel kostenbesparend kan werken. Een Rekenkamer heeft een preventieve werking. Wat dat betreft denk ik dat het kostenaspect zichzelf snel terugverdient. De heer Van der Aa: Een korte vraag aan de heer Jackson. Er staat in de motie: samenwerking te zoeken met collega-waterschapsbesturen in Brabant. Is dat limitatief of is dat een voorbeeld? De heer Jackson: Dat is een goede opmerking van u. Het ligt voor de hand om in Brabant te zoeken, omdat er veel gemeenschappelijks is. Ik kan mij voorstellen dat u daar gelijk in heeft dat wij ook buiten Brabant zullen kunnen zoeken, dus daar wil ik geen beperking opleggen. Dank u wel voor uw opmerking. De heer Kocx: Wij willen als fractie bedrijven nogmaals onderstrepen wat wij de vorige keer hebben gezegd, namelijk dat wij het voorstel van het DB van harte ondersteunen voor het instellen
23
van een Rekenkamercommissie en zeker in het kader van de betaalbaarheid kijken naar de buurkamers en misschien nog wel iets verder dan de buren. De voorzitter: Stel dat de motie het haalt, wat wilt u dan als opdracht hebben? U schrijft bij “constateert dat er een mogelijkheid is om onderzoeksonderwerpen voor te dragen aan de Rekenkamer.” U wilt een Rekenkamerverordening die dat voorstelt? De heer Jackson: Dat klopt. De voorzitter: Wie is voor de motie? Acht voor. De motie is verworpen. Wie is voor het voorstel? Het voorstel is aangenomen met de aantekening dat de PvdA tegen heeft gestemd. Besloten: Het algemeen bestuur herbevestigt het op 25 juni 2008 genomen besluit dat wil zeggen gekozen wordt voor een rekenkamercommissie van gemengde samenstelling (externe leden en ABleden) en verzoekt het dagelijks bestuur na te gaan of hiervoor aansluiting kan worden gezocht bij buurwaterschappen of andere overheden met de aantekening dat de PvdA tegen heeft gestemd. 5k. Kredietaanvraag niet projectgebonden grondverwerving (activiteit 205) Besloten: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een krediet van honderdduizend euro (€ 100.000) voor niet projectgebonden grondaankopen in de jaren 2009 en 2010. 5l. Vaststelling peilbesluit Oosterhout-Waalwijk De heer Verdaasdonk: Zoals de inspreekster van Staatsbosbeheer nogmaals onder uw aandacht heeft gebracht en wij ook in de opiniërende vergadering al hebben gezegd, zijn wij toch teleurgesteld in de manier waarop het DB voor de tweede maal meent te moeten omgaan met het peilbesluit met name ten aanzien van die gebieden waar de majeure oppervlakte van de grond binnen een bepaald peilvak al in eigendom is van de natuurbeschermingsorganisatie en ook de bestemming heeft om daar hetzij in de vorm van natte natuurparels hetzij in de vorm van een EHS-begrenzing ook die natuurbescherming zou moeten krijgen. U zegt in het stuk dat het een afwegingsproces is en daarom kunnen wij ons slecht vinden in de manier waarop die afweging heeft plaatsgevonden. Waarom wordt in bepaalde gevallen in de afweging de kant van de agrariër gekozen? In een aantal gevallen vraag ik mij af of dat legitiem is als je kijkt naar de oppervlaktehoeveelheid et cetera. In het andere geval wanneer het tegenovergestelde waar is, dan prevaleert het landbouwbelang opnieuw en zoekt men niet naar een creatieve oplossing om eindelijk eens een keer te voldoen aan die bestuursopgave die er al tientallen jaren op rust, namelijk het stoppen van de verdroging en herstel van de natte grondwaterafhankelijke natuur in de brede zin des woords. Ik kan niet anders dan buitengewoon teleurgesteld zijn over de manier waarop het DB in deze situatie heeft gehandeld. Ik zie geen enkele reden om niet voor een aantal peilvakken waar een significante hoeveelheid gronden al in eigendom is, om daar inderdaad een ander peilregime in te stellen en mochten daar voor de desbetreffende agrariër onoverkomelijke problemen uit voortkomen, dan zijn er wat mij betreft best creatieve oplossingen denkbaar om daaruit te komen. Op deze manier komt het erop neer dat de natuur het gelach betaalt en dat zal nog jaren zo doorgaan. Ik zal u niet vermoeien met allerlei lijstjes en cijfers, maar in zijn algemeenheid is het met de biodiversiteit in Nederland voor die gebieden waar wij internationale verantwoordelijkheid voor dragen, buitengewoon slecht gesteld. Dit gebied ligt mede op de naad van Brabant, dat is een vrij cruciaal gebied wat zeg maar de kwelopwelling betreft en op deze manier zoals het nu gaat, wordt die ioonrijke kwel uit de wortelzone gehouden en dat betekent dat de vegetatie die zich daar zou moeten ontwikkelen, op geen enkele manier de kans krijgt. Ik wil u nogmaals verzoeken opnieuw naar dit peilplan te kijken en voor die peilvakken waar het nadrukkelijk tot de mogelijkheden behoort, een ander peilregiem voor te stellen als thans in het voorstel ligt. De heer Spierings: Wij hebben in de opiniërende vergadering al duidelijk gereageerd. Wij zijn het eens met de reactie die ook nu voorligt en de besluitvorming ook. Wij steunen het DB. Wij hebben een democratisch besluit gehad over heel dit proces ook en dat constateren wij. De heer Van der Veer: Ik heb het verhaal gehoord van de mevrouw van Staatsbosbeheer. Ik heb uw nadere verklaring bij de stukken gelezen. Wat wij vervelend vinden is dat er geen forse ambitie is om te proberen om dat peilbesluit voor het gehele gebied waar dan Staatsbosbeheer die eigendommen heeft, vast te stellen. Er wordt op dit punt al lang verworven, dus met enige druk
24
erachter kan ervoor gezorgd worden dat het klaarkomt en dat het peilbesluit ook voor het gehele gebied geldt. De heer Van der Aa: Mevrouw Oonk hield een pessimistisch verhaal over het inrichtingsplan en de MER. Ik denk dat het niet zoveel jaren zal duren. Volgens mij is dat binnen een jaar gerealiseerd en misschien dit jaar nog wel. Ik roep het DB op om zo gauw mogelijk voor de natte natuurparel in de Westelijke Langstraat en dat is voor tachtig procent (80%) ook Natura 2000 een peilbesluit voor dat gebied te gaan voorbereiden en uit te werken. Daarbij kun je inderdaad ook nog op twee sporen rijden, dus zowel voor die vakken die al grotendeels verworven zijn en die nog niet helemaal verworven zijn. Dat is een suggestie. De heer Coppens: Ik heb eigenlijk geen nieuwe vragen of opmerkingen gehoord anders dan in de opiniërende vergadering. In het DB hebben wij alles nog een keer goed teruggehaald en afgewogen en zijn tot de conclusie gekomen dat wij uw goedkeuring willen vragen voor het peilbesluit zoals dat nu voor ligt. Het verhaal van de heer Verdaasdonk en ook van de inspreekster, mevrouw Oonk, lijken zeer onrechtvaardig. Als er niets aan de hand zou zijn, dan zouden wij daar vast ook erg gevoelig voor zijn, maar er is wel iets aan de hand, er is namelijk een inrichtingsplan dat binnenkort gewoon af en klaar is. Ik heb begrepen dat mevrouw Oonk deelneemt aan de klankbordgroep ten aanzien van dit inrichtingsplan en zich volledig kan vinden in de peilen die dan gehanteerd gaan worden. Het is een kwestie van enig geduld opbrengen totdat het inrichtingsplan daadwerkelijk geaccordeerd is en met het uitvoeren begonnen kan worden. Op dat moment zijn alle pijnpunten weg. Je zou kunnen zeggen, waarom haal je dat niet wat naar voren en probeer je tegemoet te komen aan de wensen van de heer Verdaasdonk en de inspreekster, mevrouw Oonk? Wij hebben er serieus naar gekeken en geprobeerd om het naar voren te halen, maar dat gaan wij niet doen want dan hebben wij te maken met kleinere peilvakken en moeten wij maatregelen nemen voor de gronden die dan te nat worden om die droog te houden. Dat brengt ook weer dito kosten met zich mee. Wij vragen aan u om enig geduld op te brengen en zoals de heer Van der Aa het ook verwoordde, dat gaat echt geen jaren meer duren. Het is niet gebruikelijk om te reageren op wat de inspreekster gezegd heeft, maar dat doe ik in dit geval wel. De heer Verdaasdonk spreekt daar niet over, maar mevrouw Oonk constateerde een incorrectheid in natuurdoelen en EHS. Als dat zo is, mevrouw Oonk, en ik geloof dat u daar gewoon gelijk in hebt, maar u moet ons even de kans geven om het te onderzoeken. Als het is zoals u zegt, dan zullen wij de tekst in die zin aanpassen zodat u tevreden bent. De heer Verdaasdonk: Ik ben nog steeds teleurgesteld en ontevreden en met name over het feit dat er gezegd wordt, er zit een plan aan te komen en jullie moeten nog even geduld hebben en dan komt het allemaal wel goed. Wij horen het verhaal over geduld oefenen al jaren, en het komt helemaal niet goed. Dat is juist het probleem. Wij hebben net al gezien hoe dat bij Natura2000 Brabantse Wal dreigt te gaan lopen, ook daar spreekt men over het doelbereik en de eerste planperiode. Ik moet nog maar eens zien of dat in de Westelijke Langstraat anders gaat lopen. Daarbij komt dat ik geen enkele reden zie om niet vooruitlopend op de definitieve vaststelling van het beheerplan, nu al die maatregelen te treffen die je gemakkelijk kunt treffen. Het gaat hier niet om significante hoeveelheden hectaren landbouwgrond die onder water worden gezet of wat dies meer zij. Het gaat om een gering aantal hectaren en grondoppervlak. Ik ben ervan overtuigd dat met creativiteit en ambitie ten aanzien van het realiseren van natuurdoelstellingen je dat kunt halen. Ik moet constateren dat dit DB en dat is niet de eerste keer, met name de natuur het gelach laat betalen en dat betreur ik ten zeerste. De heer Van der Veer: Ik merk dat een aantal mensen heel optimistisch is over het inrichtingsplan. Als dit plan snel wordt vastgesteld, komt u dan ook meteen met een peilbesluit of moet dan eerst alle grond in dat inrichtingsplan uiteindelijk verworven zijn ten behoeve van Staatsbosbeheer? De heer Coppens: Grondverwerving speelt hier een cruciale rol in. Er ligt een aankooptitel vanuit de provincie en er wordt hard aan gewerkt. Het nieuwe peilplan maakt onderdeel uit van het inrichtingsplan. Op het moment dat wij een inrichtingsplan hebben dat is geaccordeerd, dan liggen ook de nieuwe peilers vast in het inrichtingsplan. De heer Verdaasdonk: Maar dan wordt het nog niet gerealiseerd, want u gaat niet in op de vragen die de heer Van der Veer stelt. De kern van de vraag is: het peilenplan gaat pas in werking als alle grond verworven is binnen dat peilvak en zolang dat niet is gebeurd, kun je een beheerplan vaststellen wat je wilt, maar dan gaat dat peil niet gelden. De heer Coppens: Ik geloof niet dat ik dat ontkend heb.
25
De heer Verdaasdonk: Dus de realisatie binnen het jaar zoals u hebt gesuggereerd, is buitengewoon discutabel. De heer Coppens: Ik heb ook niet genoemd dat er binnen het jaar een inrichtingsplan is. De voorzitter: Ik ga over tot besluitvorming. Wie is tegen het voorstel? Zes. Het voorstel is aangenomen. Besloten: het AB stemt in met het peilbesluit Oosterhout-Waalwijk en het ter goedkeuring opsturen van het peilenplan en –besluit, inspraaknotitie en reactie daarop naar Gedeputeerde Staten. 5m. Aankoop (ruil) percelen in gebied Cruijslandse Kreken Besloten: het AB stemt in met het voorstel tot aankoop van bovengenoemde percelen voor een bedrag van tweehonderdzeventienduizend eenhonderd en tien euro (€ 217.110) exclusief verwervingskosten. 6. Rondvraag De heer Jackson: Er is een inspreker geweest. Kunnen wij daar nu ook vragen aan stellen vanuit het AB? Kunnen er gordijnen worden opgehangen om de akoestiek te dempen in deze vergaderruimte? Het galmt nogal. De heer Van den Berg: Wij zitten hier in het kloppend hart van de democratie van het waterschap, de vergaderzaal van het AB. Ik heb deze week een brief geschreven aan het DB met veertien kritiekpunten op deze vergaderzaal. Ik heb ook een mooie matrix gemaakt waarin ik heb aangegeven dat de oude vergaderaccommodatie op al die veertien punten heel goed scoort en dat wij er dus eigenlijk op veertien punten enorm op achteruit zijn gegaan. Ik ga vanavond weer zwaar vermoeid naar huis. Complimenten aan de voorzitter dat hij zijn jasje aanhoudt, maar de rest vindt het toch wel erg warm worden. Er zijn veel punten van kritiek. Kunt u zo snel mogelijk deze brief die ik aan het DB heb gestuurd, ook aan de overige AB-leden sturen, zodat zij ook bekend worden met de achteruitgang in de vergaderaccommodatie. De heer Hage: Mij is een brief aangereikt over het regionaal bestuurlijk overleg Schelde. Daarin wordt gewag gemaakt van het feit dat je een wijziging van het maatregelenpakket tot 30 oktober kunt aanbieden. Dat houdt in dat als je een aantal zaken dat in bestuurlijk overleg tot stand gekomen is, wilt doorvoeren, dan is het verstandig om de brief ter harte te nemen en eens goed te lezen wat je daarmee moet gaan doen. Het kan best zo zijn dat als je geen actie onderneemt, je erop terug gefloten zou worden en dat er wel stappen ondernomen zouden worden waar Nol wel eens op wijst. Ik zou voor willen stellen die brief goed ter harte te nemen en die datum in de gaten houden ter voorkoming van bepaalde problematiek in de toekomst. De heer Verdaasdonk: De brief die de fractie van Ons Water heeft doen uitgaan naar een aantal gremia over de verzilting annex verzoeting van het Volkerak-Zoommeer. Ik vond de reactie van de heer Van den Broek daarop heel puntig, want ik vind het merkwaardig dat een fractie die het beleid van deze coalitie volledig ondersteunt, op allerlei andere manieren afstand neemt op een aantal majeure punten ten aanzien van het beleid. Nog afgezien wat ik er inhoudelijk van vind, want volgens mij moeten zij nog maar eens goed de lessen fysische geografie ter harte nemen om te weten dat hetgeen zij voorstellen, eigenlijk vanuit duurzaamheid en systeembeheer helemaal niet kan. Wij vragen ons af hoe het met de regiocommissies is gesteld? Gaan wij daarmee door? Wat gaat ermee gebeuren? Schaffen wij die af, komt er iets voor in de plaats? De heer Van Riet: Wij hebben het rapport West-Brabant in Beeld met gebiedspilots Chaamse beek en Rietkreek ontvangen. Dat ziet er goed uit. Worden de resultaten hiervan nog met het AB besproken? Dat zou mogelijk zijn in de commissie Watersystemen. De voorzitter: Het reglement van orde geeft aan dat insprekers kunnen inspreken, maar er kunnen geen vragen aan worden gesteld. Zo hebben wij dat samen vastgesteld. De vragen van de heer Van den Berg zijn in goede orde ontvangen. Vanwege het zomerreces zal 8 september de eerstvolgende vergadering zijn van het DB. Wij zullen ons dan beraden wat wij aan antwoorden zullen geven. Ik stel voor dat wij de vraag van de heer Jackson die ongetwijfeld onderdeel is van uw vragenreeks, daarin meenemen en het gesprek aangaan over wat wij daar allemaal van vinden. Uw vragen, mijnheer Van den Berg, staan op extranet of komen er zo snel mogelijk op. Mijnheer
26
Hage, ik ken de brief niet die u noemt. Misschien kunt u deze geven, want als het een brief is vanuit het RBOS, ik zit daarin. Met het eindrapport van die commissie zijn wij het hartstikke eens. Ik denk niet dat wij zoveel behoefte hebben om daar weer op te gaan reageren. Ik ken de brief niet, dus misschien staat er iets nieuws in. Regiocommissies, mijnheer Verdaasdonk. Het DB is bezig met een voorstel te formuleren voor het vormgeven van de regionale binding in de komende vier jaren. Daar hebben wij een eerste keer over gesproken en dat zal een tweede keer wel terugkomen. Ik neem aan dat wij voor Nieuwjaar hiervoor met een voorstel voor het AB komen. Mijnheer Van Riet, het kan inderdaad om de commissie die u noemt, daarvoor te benutten. Dan is het meer algemeen brainstormend en het erover hebben. Als u zegt dat het goed is om daar meer een standpunt over te hebben, zouden wij het op moeten voeren voor de ingekomen stukken van de volgende AB-vergadering. Zullen wij dat doen? Dan komt deze op de agenda te staan van de volgende vergadering. Ik heb altijd gezegd, ik sta er buiten, als er vragen zijn over de brief en het antwoord van Ons Water. Ik weet niet of wij hier nu in blessuretijd een debat over willen voeren. Ik laat het even open. Of dat wij zeggen, dat knokken jullie samen maar een keer uit. Deze vergadering gaat er niet over. U spreekt een fractie aan. Die hebben daarop gereageerd. De heer Van Riet: U zegt dat gaat u beiden aan. Ik denk dat het iets breder is. Er is een coalitieakkoord met een standpunt over een zout Volkerak. Hier is een fractie van zes die deze coalitie steunt die zegt, wij gaan voor een zoet Volkerak. Dat stelt vragen over de betrouwbaarheid van deze fractie Ons Water, Waterbreed en de steun die zij geven aan het DB. Die betrouwbaarheid is misschien een reden voor andere fracties om ook eens na te denken, want wij hebben een voorbeeld daarnet ook in dit AB gezien. De voorzitter: Ik constateer dat het DB een helder standpunt heeft over dit dossier. In de afgelopen periode in het vorige bestuur en dit bestuur is het dossier een aantal malen besproken in het AB en het DB is niet terug gefloten op haar standpunt. Ik ga er dus maar vanuit dat het standpunt van het waterschap helder is en dat wij daarop koersen en verder hoor ik het wel. 7. Sluiting De voorzitter: Ik sluit de vergadering om 22.40 uur. Ik wens u een goede vakantie als dat aan de orde is en in ieder geval tot de volgende keer. Dank u wel. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 14 oktober 2009 De dijkgraaf
J.A.M. Vos
De secretaris-directeur
ir. H.T.C van Stokkom
27
Actielijst algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta
Uit vergadering
AB 25 juni 2008
Actie
Oud- AB-leden uitnodigen voor opening hoofdkantoor.
Tijdstip
2010 Loopt
AB 11 maart 2009
Korte notitie maken over de kosten van nietvispasseerbare stuwen en vispasseerbare stuwen.
AB 14 oktober 2009
AB 3 juni 2009
Korte notitie inzake de kringloopaansluiting fosfaat en duurdere chemicaliën zoals beschreven in ML-1 (beleidsveld 4000)
Loopt
AB 3 juni 2009
Toezenden aan AB inspraakreactie van het DB op startnotitie plan waterberging.
Via extranet
AB 3 juni 2009
AB betrekken bij nieuw/ herijkt communicatieplan
Loopt
AB 3 juni 2009
Verkennend AB organiseren rond calculatieprocedures, nauwkeurigheidsmarge, post onvoorzien etc
Loopt
AB 3 juni 2009
Verkennend AB organiseren over emissiebeheerplan
Loopt
AB 3 juni 2009
AB informeren over de systematiek inzake het verstrekte mandaat bij vervangingsinvesteringen
Loopt.
28
Vergadering algemeen bestuur d.d. 14 oktober 2009 Agendapunt 2
Nummer : *09I002276* Barcode : *09I002276*
Besluitenlijst d.d. 15 juli 2009 Agendapunt 1.
Opening Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming: de heer R. Boertjes
2.
Notulen en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst van de vergadering van het algemeen bestuur van 3 juni 2009. Besloten: het algemeen bestuur stelt de gewijzigde notulen en de besluitenlijst vast.
3.
Mededelingen a. Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken 2008 b. Ontwerp begroting Regionaal Archief West-Brabant 2010 c. Evaluatie en kosten introductieprogramma voor het algemeen bestuur d. Verslag vergadering 1 en 3 juli 2009 e. Ingediende zienswijzen op het Nationaal Waterplan (NWP) f. Besprekingsverslag van de Voorbereidings-commissie Financiële jaarstukken g. Reorganisatie per 1 juli 2009 Besloten: het algemeen bestuur neemt de mededelingen voor kennisgeving aan.
4.
Ingekomen stukken a.
Brief de heer Van den Berg “Reactie op brieven DB” met antwoord van het dagelijks bestuur b. Brief waterschap Aa en Maas “Evaluatie Waterschapsverkiezingen 2008” c. Brief Unie van Waterschappen “Evaluatie verkiezingen 2008” Besloten: het algemeen bestuur neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan. 5.
Nota’s ter besluitvorming AB
5a.
Ruimtelijke Visie West-Brabant Het waterschap heeft in augustus 2007 besloten deel te gaan nemen aan het opstellen van een ruimtelijke visie voor West-Brabant samen met de 19 samenwerkende West-Brabantse gemeenten. Daarin is het waterschap verantwoordelijk voor de blauw-groene onderlegger. De visie is in 2008 opgesteld en in april 2009 door de bestuurlijke stuurgroep aan alle betrokken besturen voorgelegd ter vaststelling. Het gaat om een ruimtelijke visie voor West-Brabant, zonder formeel wettelijke status, die beoogt de regionale ruimtelijke samenwerking in WestBrabant te bevorderen. De visie is input voor de op te stellen provinciale structuurvisie. Besloten: het AB onderschrijft op hoofdlijnen de langetermijnvisie die in het Concept Visiedocument Ruimtelijke Visie West-Brabant is weergegeven, onderschrijft het uitdragen van de visie en onderschrijft het gezamenlijk met de gemeenten oppakken van de ruimtelijke visie door het waterschap.
5b.
Definitief inrichtingsplan Balleman (Galdersche en Kerzelsche beek) In opdracht van Gedeputeerde Staten wil het Uitvoeringsplatform (voorheen Landinrichtingscommissie) Ulvenhout-Galder invulling geven aan de recontructiedoelen in het gebied ‘de Balleman’. Daartoe is door het waterschap in samenwerking met alle betrokken partijen een ontwerp inrichtingsplan opgesteld. Dit plan heeft van 30 december 2008 tot en met 9 februari 2009 ter inzage gelegen. Er zijn twaalf reacties binnengekomen. In de bijlage zijn de reacties verwoord en is de beoordeling gedaan. De reacties hebben verdere verfijning en uitwerking van de maatregelen in het inrichtingsplan tot gevolg, de doelstellingen die we met het plan willen realiseren blijven ongewijzigd. Besloten: het AB stemt in met het definitief inrichtingsplan inclusief inspraaknota.
5c.
Voorstel tot herverdeling kredieten ten behoeve van uitvoering projecten uit bestuursprogramma Het doel van deze notitie is het algemeen bestuur te laten besluiten over de herschikking van gevoteerde budgetten van ontwikkelingsprojecten van het Investeringsprojecten (IP), zodat aan de financiële randvoorwaarden van het bestuursprogramma 2009-2012 wordt voldaan. Besloten: het AB stemt in met het inzetten van reeds door het algemeen bestuur gevoteerde bruto kredieten, voor de bijna afgeronde en getemporiseerde projecten, ten behoeve van de te realiseren projecten conform bijgevoegd overzicht kredietverdeling.
5d.
Aanvraag UVK nieuwbouw slibverwerking Nieuwveer Ter vervanging van de huidige slibverwerking van de rwzi Nieuwveer is een nieuw ontwerp gemaakt, op basis van slibgisting. Vervanging van de Zimpro door een slibverwerking op basis van slibgisting sluit goed aan bij de door het bestuur uitgezette koers in het bestuursprogramma 2009-2012. Door de vervanging wordt de betrouwbare werking van de slibverwerkingsinstallatie vergroot. Ook de slibverwerking in Rijen is aan vervanging toe. Kostentechnisch is het aantrekkelijk ook het slib van de regio Rijen centraal in Nieuwveer te vergisten. Met de keuze voor de nieuwe slibgisting bereikt het waterschap bovendien 30% van de onder het MeerJarenAfspraak (MJA) 3-convenant afgesproken reductie van haar energieverbruik. Besloten: het algemeen bestuur stemt in met: • het voorstel de huidige verouderde slibverwerking op basis van het Zimpro-proces op de rwzi Nieuwveer te vervangen door een nieuwe slibverwerking op basis van slibgisting, waarbij niet alleen het slib van de eigen waterlijn, maar ook van omliggende kleinere zuiveringen verwerkt wordt; • de uitvoering van het ontwerp, door de beschikbaarstelling van een uitvoeringskrediet van € 21,3 miljoen voor de nieuwe slibverwerking. De totale investeringskosten bedragen met inbegrip van het reeds gevoteerde voorbereidingskrediet van € 800.000,- derhalve € 22,1 miljoen.
5e.
Bestuurlijke projectevaluaties De evaluaties betreffen projecten die gereed zijn gekomen in de loop van 2008 en het eerste kwartaal 2009. Besloten: het AB stemt in met de in bijlage genoemde evaluaties van de projecten.
5f.
Vaststellen Treasurystatuut Het treasurybeleid bij waterschap Brabantse Delta wordt hierbij bestuurlijk vastgelegd. Besloten: het AB besluit tot het vaststellen en van toepassing verklaren van de nieuwe versie van het Treasurystatuut en de gewijzigde pagina van de begroting 2009.
-2-
5g.
Realisatieovereenkomst uitvoering Overdiepse polder en aanvraag uitvoeringskrediet Eén van de maatregelen uit het programma Ruimte voor de Rivier is de rivierverruiming in de Overdiepse Polder. De planfase is inmiddels afgerond en de programmadirectie Ruimte voor de Rivier (PDR) heeft het waterschap verzocht om de trekkersrol op te pakken bij de voorbereiding en uitvoering van het project. Om de opdrachtgevers-/opdrachtnemersrol tussen de Rijk en waterschap goed te regelen is ondertekening van een bestuurlijke realisatieovereenkomst noodzakelijk. Daarin worden financiële aspecten omtrent de bouw- en apparaatskosten geregeld. Met het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van € 3 miljoen is te starten met voorbereidende activiteiten zoals het benaderen en ruimen van explosieven. Besloten: het AB stemt in met 1. de inhoud van de Bestuursovereenkomst voor de realisatiefase van de maatregel "Ontpoldering Overdiepsche Polder" en met ondertekening van deze overeenkomst door de dijkgraaf; 2. het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van € 3 miljoen voor "Overige kosten Overdiepse Polder", waarbij het DB de opdracht krijgt om te bewaken dat bestedingen binnen dit krediet op regiebasis zijn gegarandeerd door het Rijk.
5h.
1. Investeringsoverzicht 2010-2014 Het voorliggend investeringsoverzicht geeft een overzicht van de door het waterschap geplande investeringen in de planperiode van 2010 tot 2014. Besloten: het AB neemt het investerings-overzicht 2010 - 2014 voor kennisgeving aan. 2. Instandhoudingsinvesteringen voor mandatering aan dagelijks bestuur In de verordening beleids- en verantwoordings-functie waterschap Brabantse Delta is vastgelegd dat het algemeen bestuur de uitvoering van investeringen uit het investeringsplan kan mandateren aan het dagelijks bestuur. In het mandateringsbesluit van 3 december 2008 is geregeld dat de uitvoering van instandhoudings-investeringen kleiner dan € 3 miljoen per investering jaarlijks aan het dagelijks bestuur worden geman-dateerd. Het dagelijks bestuur krijgt hierbij tevens het mandaat om tot 20% van het in het investeringsbedrag opgenomen bedrag af en over te schrijven tussen gemandateerde investeringen. Op bijgaand overzicht staan de investeringen die voldoen aan de criteria voor mandatering. Besloten: het AB stemt in met bijgaand overzicht van instandhoudingsinvesteringen en mandateert daardoor het dagelijks bestuur voor de uitvoering van deze investeringen, onder aantekening dat de PvdA-fractie tegen stemt.
5i.
Jaarrekening 2008 Hierbij treft u de jaarrekening over 2008 aan. De jaarrekening is gecontroleerd door Deloitte Accountants en is voorzien van een goedkeurende verklaring. De jaarrekening is opgesteld conform de geldende comptabiliteitsvoorschriften en volgens het BBP-2 model zoals dat door de Unie van Waterschappen is geadviseerd. Besloten: het AB stemt in met de onderstaande verdeling van het negatieve exploitatiesaldi over 2008 van - € 6.860.000,- en stelt de jaarrekening 2008 vast; - € 635.000,- te onttrekken aan de egalisatiereserve waterkering; - € 2.998.000,- te onttrekken aan de egalisatiereserve waterkwantiteit; - € 3.648.000,- te onttrekken aan de egalisatiereserve waterkwaliteit; - € 421.000,- toe te voegen aan de reserve wachtgeldaanspraken personeel.
5j.
Rekenkamerfunctie Zoals toegezegd in het AB van 3 juni 2009 wordt discussienota inzake een rekenkamerfunctie hierbij geagendeerd. Besloten: Het algemeen bestuur herbevestigt het op 25 juni 2008 genomen besluit dat wil zeggen gekozen wordt voor een rekenkamercommissie van gemengde samenstelling (externe leden en AB-leden) en verzoekt het dagelijks bestuur na te gaan of hiervoor aansluiting kan worden gezocht bij buurwaterschappen of andere overheden met de aantekening dat de PvdA tegen heeft gestemd.
-3-
5k.
Kredietaanvraag niet projectgebonden grondverwerving (activiteit 205) Bij de uitvoering van onderhouds- en instandhoudingswerken komt het voor dat het, vanuit financieel oogpunt en/of vanwege duurzaamheid wenselijk is om een alternatieve oplossing te realiseren. In die situaties wordt getracht kleine strookjes/hoekjes grond te verwerven die alternatieve uitvoer mogelijk maakt. Vanwege de nieuwe voorschriften over activering voortkomend uit artikel 108 van de Waterschapswet mogen dergelijke aankopen niet meer op de exploitatie verantwoord worden. Om in die situaties slagvaardig te kunnen handelen is het gewenst hiervoor krediet beschikbaar te hebben. Besloten: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een krediet van € 100.000,-- voor niet projectgebonden grondaankopen in de jaren 2009 en 2010.
5l.
Vaststelling peilbesluit Oosterhout Waalwijk Voor een gedeelte van het IGA-gebied Oosterhout Waalwijk geldt in de huidige situatie het peilbesluit De Dongestroom. Omdat dit peilbesluit ouder is dan 10 jaar moet dit peilbesluit worden herzien. In aansluiting op de Integrale Gebiedsanalyse is een peilenplan opgesteld, dat de hydrologische onderbouwing vormt voor de herziening van het peilbesluit. Er zijn enkele verschillen ten opzichte van de vigerende peilen. De wijzigingen ten opzichte van het peilbesluit De Dongestroom zijn opgenomen in de bijlage. Om het peilenplan in werking te laten treden zijn alleen voor de opsplitsing van het peilvak ON80 De Kweb in ON80a De Kweb oost en ON80b De Kweb west inrichtingsmaatregelen nodig. Het betreft hier mogelijk alleen een verbeterde afsluitbare duiker. Besloten: het AB stemt in met het peilbesluit Oosterhout Waalwijk en het opsturen van het peilenplan en –besluit, inspraaknotitie en reactie daarop naar Gedeputeerde Staten ter goedkeuring.
5m.
Aankoop (ruil) percelen in gebied Cruijslandse Kreken In het kader van het provinciale aankoopplan Oudland, is waterschap Brabantse Delta aankopende partij voor het gebied Cruijslandse Kreken. Met de eigenaar van bovengenoemde percelen is overeenstemming bereikt over de aankoop hiervan. De percelen zijn gelegen aan de ecologische verbindingszone en worden hiervoor gedeeltelijk ingericht alsmede gebruikt voor beek- en kreekherstel. De overblijvende perceelsgedeelten worden ingezet als ruilgrond ten behoeve van de realisering van ecologische verbindingszones in het aankoopplan. Besloten: het AB stemt in met het voorstel tot aankoop van bovengenoemde percelen voor een bedrag van € 217.110,-- exclusief verwervingskosten.
6.
Rondvraag
7.
Sluiting om 22.35 uur
-4-
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *09I002243* Barcode: *09I002243* Onderwerp: gewijzigde procedure kadevoorziening Leursche Haven Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 14 oktober 2009 Agendapunt: 3a Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: kaartje en besluit Aan het algemeen bestuur Aanleiding In december 2005 heeft het AB het inrichtingsplan "Kade Leursche Haven 2e fase" goedgekeurd en heeft het AB ingestemd met het opstarten van een onteigeningsprocedure voor de verwerving van strook grond, ten behoeve van de kadefunctie. Het ging daarbij om een strook met een totale lengte van 700 m en vanwege de aanwezigheid van een buitendijkse gasleiding met een breedte van 15 meter. Via het minnelijke traject bleken de desbetreffende eigenaren, 4 in totaal, niet bereid om het eigendom over te dragen aan het waterschap. Het inrichtingsplan gaat uit van een veiligheidsniveau bij een waterstand die gemiddeld eenmaal in de 50 jaar voorkomt (1:50). Dit veiligheidsniveau is in 1999 vastgesteld. Op basis van de nieuwe Waterwet werkt de provincie Noord-Brabant momenteel aan nieuwe normen. Naar verwachting zullen deze strenger zijn (1:100); in 2015 zullen de waterkeringen moeten voldoen aan de nieuwe normen. Inmiddels is de kade-aanleg gedeeltelijk uitgevoerd. Van de 4 km is ruim 3 km gerealiseerd. Vanwege het uitblijven van verdere succesvolle grondverwerving heeft op de resterende 700 meter nog geen uitvoering plaats kunnen vinden (zie ook bijgevoegd kaartbeeld). Dit betekent dat op enkele locaties nog niet voldaan wordt aan de veiligheidsnorm van 1:50. Inzet van het onteigeningsmiddel wordt momenteel als onhaalbaar beoordeeld, omdat: 1) het bestemmingsplan geen basis biedt voor onteigening 2) noodzaak en urgentie, 4 jaar na het AB-besluit tot onteigening, moeilijk verdedigbaar zijn 3) de benodigde breedte van de grondstrook 15 meter bedraagt als gevolg van de aanwezigheid van de gasleiding, terwijl voor de kade theoretisch slechts 8 meter nodig is. Verlegging van de leiding kost € 785.400,- en wordt derhalve niet haalbaar geacht. Afgezien van de onteigeningsprocedure, heeft het waterschap de beschikking over een Keur waarop zij zich kan beroepen. Alvorens ingezet kan worden op de Keur, dienen een aantal stappen doorlopen te worden (zie "strategie", verder in deze nota). Belanghebbenden hebben recht op schade in verband met berperkingen op het gebruik van hun eigendom. Context Op grond van de Waterschapswet en de Keur, is het waterschap verantwoordelijk voor het realiseren en in standhouden van een waterkering langs de Leursche Haven. In het kader van de nieuwe Waterwet, stelt de provincie eind 2009 nieuwe normen vast. Zie in dit verband ook de DB-nota “statusbepaling en normering regionale keringen”. Bestuurlijke besluitvorming In december 2005 heeft het AB ingestemd met het opstarten van een onteigeningsprocedure (05I00201).
Vraagstelling Kan het algemeen bestuur instemmen met de gewijzigde procedure om de kade te realiseren middels legger en de Keur? Strategie De strategie om de kadefunctie te realiseren, zoals die in 2005 vastgesteld is en waar onteigening deel van uitmaakt, blijkt nu niet haalbaar en ook niet noodzakelijk te zijn. Daarom wordt voorgesteld om de strategie aan te passen en in te zetten op de mogelijkheden die de Keur biedt. Nadat de provincie de nieuwe normen heeft vastgesteld, worden eerst de hydraulische randvoorwaarden (onder andere hoogwaterstanden) vastgesteld. Voorlopig kan er van worden uitgegaan dat deze 1:100 wordt. Vervolgens worden de keringen getoetst. Uit een eerste indicatieve toetsing op 1:100 blijkt dat de keringen langs de Leursche Haven onvoldoende scoren. Bij de score onvoldoende wordt een dijkverbeteringsplan opgesteld die ter visie gaat. Tijdens of na de uitvoering van dit plan wordt de (nieuwe) legger ter visie gelegd en vastgesteld. Streefdatum is dat in 2015 alle regionale keringen op orde zijn. Beoordeling • Financiële gevolgen niet van toepassing •
Juridische gevolgen ja, namelijk doordat de poging tot onteigening niet haalbaar geacht wordt, wordt nu voorgesteld om gebruik te maken van de mogelijkheden die de Keur biedt en een leggerprocedure op te starten.
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen niet van toepassing
Communicatieparagraaf Omdat eerder ingezet is op een onteigening en hier niet langer op ingezet zal worden, zal hierover met betrokkenen (eigenaren, grondgebruikers en gemeente) zorgvuldig gecommuniceerd worden. Advies: het AB stemt in met het intrekken van het AB-besluit uit 2005 (05I002017) voor wat betreft het onderdeel dat betrekking heeft op de onteigeningsprocedure.
Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
-2-
Nummer : *09I002124* Barcode : *09I002124* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 7 juli 2009, nummer 09I001728;
BESLUIT: Het intrekken van het AB-besluit van 7 december 2005 met betrekking tot de onteigeningsprocedure voor de verwerving van de resterende gronden voor de kadefunctie langs de Leursche Haven in de gemeente EttenLeur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 14 oktober 2009. De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *09I002242* Barcode: *09I002242* Onderwerp: aankoop (ruil)percelen ten behoeve van EVZ Rissebeek Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 14 oktober 2009 Agendapunt: 3b Ter inzage bij de concernstaf: Bijlagen: kaart met ligging percelen en besluit Aan het algemeen bestuur Aanleiding Met de gemeente Roosendaal is overeenstemming bereikt over de aankoop van de percelen landbouwgrond, gelegen nabij de Schouwenbaan te Wouwse Plantage, kadastraal bekend gemeente Wouw, sectie M, nummers 283 (gedeeltelijk), 40 (gedeeltelijk) en 182 (gedeeltelijk) gezamenlijk groot circa 7.72.19 hectare. Deze grond wordt ingezet als ruilgrond ten behoeve van de realisatie van de ecologische verbindingszone Rissebeek. Context Het waterschap heeft met de gemeente Roosendaal afspraken gemaakt over samenwerking bij de uitvoering van activiteiten in en rondom Roosendaal. Het waterschap koopt gronden aan ten behoeve van de realisatie van EVZ Rissebeek en in dit kader is met de gemeente Roosendaal overeengekomen dat zij bovengenoemde percelen aan ons verkopen. Met de aankoop van bovengenoemde percelen kan de eerste ruiling doorgang vinden en zal circa 148 meter. EVZ gerealiseerd kunnen worden met een breedte op het smalste punt van circa 10 meter en op het breedste punt van circa 35 meter (totaal 2.471 m2). Gerelateerd aan deze eerste ruiling zijn andere afspraken gemaakt waardoor een stapsteen van 00.40.90 ha gerealiseerd kan worden en circa 164 meter EVZ. Afhankelijk van de partij waarmee de resterende grond (circa 3 ha) geruild zal worden, wordt nog een nader te bepalen aantal meters EVZ gerealiseerd. Bestuurlijke besluitvorming Conform het aankoopbeleid van het waterschap is ter onderbouwing een taxatierapport gemaakt. Met de gemeente Roosendaal is op basis van dit rapport een koopsom van € 366.790,25 overeengekomen. Dit komt neer op circa € 47.500,-- per hectare. Het mandaat voor grondaankopen door het dagelijks bestuur van het Waterschap is beperkt tot € 200.000,-- . Dehalve dient voor deze aankoop een besluit te worden genomen door het algemeen bestuur van het waterschap. In het AB van 3 december 2008 is krediet aangevraagd (€ 2.000.000,--) voor dit project en is het AB geïnformeerd (zie AB nota 08I003953). Er is nog geen inrichtingsplan opgesteld en dus ook nog niet vastgesteld. De projectmanager verwacht dit jaar te starten met het opstellen van een inrichtingsplan. Vraagstelling Kan het AB instemmen met de aankoop van bovengenoemde percelen? Strategie Ten behoeve van de realisatie van de Ecologische Verbindingszone (EVZ) Rissebeek, worden grondeigenaren bezocht, met het verzoek een strook van 25 meter aan het Waterschap te verkopen ten behoeve van de realisatie van de EVZ. De verwerving van stroken verloopt moeizaam, met name eigenaren van percelen welke worden gebruikt ten dienste van agrarische bedrijvigheid, willen compensatie in de vorm van ruilgrond. Door deze aankoop is het mogelijk met andere grondeigenaren afspraken te maken en te voldoen
AB-leden kunnen technische en inhoudelijke vragen tot 24 uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris:
[email protected] of via EXTRANET: "vraag het de secretaris".
aan hun wens. Door de ligging, de vorm en de ontsluiting van het percelen zijn deze zeer geschikt om in te zetten als ruilgrond. Over een groot gedeelte van deze gronden, circa 4.15.61 ha, is een afspraak over ruiling gemaakt ten behoeve van realisering van een strook EVZ (onder voorbehoud goedkeuring van deze overeenkomst!). Over de overige grond (circa 3 ha) zijn we in gesprek met een kandidaat. Voor deze resterende grond zijn meerdere geschikte partijen voorhanden. Beoordeling • Financiële gevolgen Het totaalbedrag van de aankoop inclusief bijkomende kosten komt ten laste van project 197. Krediet is reeds gevoteerd en past binnen het bestuursprogramma. Bij benadering is het volgende van toepassing op de uitgaven welke uiteindelijk ten laste komen van het Waterschap: - 60% ten laste van gemeente (15 m van de strook); - 40% ten laste van het waterschap (10 m van de strook), hiervan komt 50% subsidie van de provincie. Dus circa 20% van de kosten van de EVZ strook komen ten laste van het waterschap. De overige grond en dus kosten worden ingezet ten behoeve van ruilgrond voor de EVZ zodat als de grond op zijn plaats ligt ook deze kosten volgens bovenstaande verdeelsleutel betaald kunnen worden. De kosten van de ruilgrond komen dus in eerste instantie ten laste van het waterschap maar met de bedoeling dat deze weer (grotendeels) terugkomen. •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen niet van toepassing
Communicatieparagraaf Betreffende aankoop zal worden gecommuniceerd met de verkopende partij en de partijen betrokken bij de realisatie van het provinciale aankoopplan. Advies: het AB stemt in met het voorstel tot aankoop van bovengenoemde percelen voor een totaalbedrag van € 366.790,-Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
-2-
Nummer : *09I002244* Barcode : *09I002244* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 7 juli 2009, nummer 09I002082; gelet op artikel gelet op de waterschapswet en het Reglement voor het waterschap Brabantse Delta;
BESLUIT: van de gemeente Roosendaal aankopen de percelen landbouwgrond, kadastraal bekend gemeente Wouw, sectie M, nummers 283 (gedeeltelijk), 40 (gedeeltelijk) en 182 (gedeeltelijk) gezamenlijk groot circa 7.72.19 hectare voor een bedrag van € 366.790,25 excl. verwervingskosten ten behoeve van realisering ecologische verbindingszone Rissebeek te Roosendaal. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 14 oktober 2009. De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *09I002168* Barcode: *09I001971* Onderwerp: aanvraag UVK optimalisatie beluchting 1e trap rwzi Nieuwveer Sector en afdeling: zuiveringsbeheer, afdeling Bouwzaken Datum behandeling: 14 oktober 2009 Agendapunt: 3c Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: grafische weergave van de installatie, toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Aanleiding De rwzi Nieuwveer te Breda is een zogenaamde tweetrapsinstallatie1. De noodzakelijke maatregelen (vervangingsinvesteringen) op rwzi Nieuwveer zijn medio 2007 geïnventariseerd en benoemd in een aantal clusterprojecten. Deze kredietaanvraag betreft de aanpak van de beluchting van de eerste zuiveringstrap (ontwikkelinvestering met een aandeel vervanging). In de bijlage is de installatie door middel van enkele foto’s nader aangeduid. De huidige situatie vraagt om aanpassing in 2009/2010, enerzijds omdat een aantal onderdelen toe is aan vervanging en anderzijds omdat de beluchtingsinstallatie overcapaciteit heeft (nadelig voor het energieverbruik). Maar ook wordt de eerste sectie nog geheel belucht, terwijl dit procestechnisch (lees: ten behoeve van stikstofverwijdering) ongewenst is. Het gedeeltelijk verwijderen van de beluchting maakt het noodzakelijk dat daar een eenvoudige mechanische menging wordt toegepast. Dit is reeds voorzien in het project IP-3055, zijnde ‘menging eerst sectie van de eerste zuiveringstrap rwzi Nieuwveer’, dat nu geïntegreerd wordt gerealiseerd. Tijdens de voorbereiding van IP-3055 bleek dat een integrale aanpak met IP-1588 voor de hand ligt vanwege verwevenheid en daarom is de realisatie van IP-3055 tot heden geparkeerd. Door het vervangen van versleten onderdelen en de aanpassing van het beluchtingsregiem, wordt de betrouwbaarheid met betrekking tot het nakomen van de vergunningseisen (Wvo, Rijkswaterstaat) verbeterd. Tegelijk worden energiebesparende maatregelen genomen. Momenteel maakt de rwzi Nieuwveer, om aan de Wvo-vergunningseis voor stikstof te voldoen, gebruik van het 75%-gebiedsgemiddelde. Optimalisatie van de stikstofverwijdering draagt bij aan het streven naar voldoen aan een individuele2 stikstofeis van 10 mg/liter. De maatregelen aan de beluchting van de eerste zuiveringstrap bestaan op hoofdlijn uit: 1. Vervanging van beluchtingselementen en het verwijderen van overbodige beluchtingselementen, waardoor minder energie zal worden gebruikt en de stikstofverwijdering zal verbeteren. 2. Het omlaag brengen van de capaciteit van één van de drie compressoren, waardoor minder energie verbruikt wordt. 3. Bijbehorende werkzaamheden, zoals aanpassing van de besturing en het aanbrengen van mengers (op plaatsen waar geen beluchting meer is). In het investeringsprogramma (huidige bestuursprogramma) is € 1,0 miljoen opgenomen voor het project IP-1588, Optimalisatie beluchting eerste zuiveringstrap rwzi Nieuwveer te Breda. Dit project zal gezamenlijk met het project IP-3055 (€ 170.000), Menging eerste sectie eerste zuiveringstrap rwzi Nieuwveer, worden uitgevoerd. De kredietaanvraag betreft het gezamenlijke project, waardoor project IP-3055 administratief kan vervallen. 1
Dit is een uniek zuiveringsconcept; de zuivering rwzi Nieuwveer is in hoofdlijnen opgebouwd uit een tweetal na elkaar geschakelde beluchtings- en bezinktanks. 2 Individueel betekent in dit verband dat een rwzi zelfstandig voldoet aan de stikstofeis van 10 mg/liter, zonder gebruik te maken van het 75%-gebiedsgemiddelde (een mogelijkheid die de huidige Wvo-vergunning biedt). Door het hanteren van het 75%-gebiedsgemiddelde is het mogelijk om een individueel minder presterende rwzi te compenseren.
AB-leden kunnen technische en inhoudelijke vragen tot 24 uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris:
[email protected] of via EXTRANET: "vraag het de secretaris".
Bestuurlijke besluitvorming Voor het project IP-3055 is eerder uitvoeringskrediet verstrekt (AB 5 april 2006, € 170.000,-). De bijgaande toetsingslijst (registratienummer 09I000402) beschrijft het gezamenlijke krediet van € 1.350.000,- waardoor het krediet van IP-3055 (€ 170.000,-) vrijvalt. In het investeringsprogramma is voor beide projecten gezamenlijk € 1,17 miljoen opgenomen. Parallel aan deze kredietaanvraag worden de benodigde projectdocumenten voor aanbesteding verder uitgewerkt; gunning van de werken zal pas plaatsvinden na goedkeuring van deze kredietaanvraag door het algemeen bestuur. Vraagstelling Is het AB bereid om voor de noodzakelijke vervangingen van versleten onderdelen en een verbetering van het beluchtingsregiem in de eerste zuiveringstrap van rwzi Nieuwveer te Breda uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen. Daarmee wordt de betrouwbaarheid verhoogd, het energieverbruik teruggebracht en de stikstofverwijdering verbeterd. Het project vraagt een investering van € 1,35 miljoen. Dit bedrag is wel hoger dan het investeringsprogramma (€ 1.170.000,-) vermeldt, maar de hogere investering is gerechtvaardigd door een energiebesparing van € 29.000,- per jaar en een geschat gekapitaliseerde stikstofverwijderingsrendementsverbetering3 van € 38.000,- per jaar (hierdoor zijn kostenneutrale investeringen mogelijk, zie verder onder het kopje “Financieel”). Financieel De stichtingskosten van het project zijn begroot op totaal € 1,35 miljoen. De percentages voor onvoorzien zijn niet hoger dan de leidraad Projectmatig Werken voorschrijft, maar deze zijn vanwege het gevorderde stadium van het project naar beneden bijgesteld. Daarmee is het totaalbedrag voor deze kredietaanvraag lager dan bij het hanteren van de voorgeschreven percentages. De verwachting is dat de onzekerheden binnen de aangenomen marges liggen van circa 15%. De totaalkosten van € 1,35 miljoen bestaan voor het overgrote deel uit vervangingskosten. Bij een aandeel van 20% of meer aan ontwikkelingen, dient het gehele project te worden gelabeld als ontwikkelinvestering, hetgeen hier het geval is. De vervangingen vragen € 715.000,- (53%). De energiemaatregelen kosten € 250.000,- terwijl hierdoor jaarlijks € 29.000,- kan worden bespaard aan energie (een gunstige factor4 van 8,6 jr breakeven). De opgenomen procesoptimalisatie vraagt € 385.000,- terwijl de extra jaarlast hierdoor € 38.000,- mag zijn (een gunstige factor van 10,1 jaar breakeven). De extra investeringen voor geïntegreerde maatregelen voor energiebesparing en procesoptimalisatie zijn daarmee gerechtvaardigd. Beoordeling • Financiële gevolgen Het huidige investeringsprogramma vermeldt € 1,0 miljoen voor realisatie van de optimalisatiemaatregelen (IP-1588) en € 170.000,- voor mengvoorzieningen (IP-3055). Deze maatregelen (deze kredietaanvraag, nader toegelicht in de bijgaande toetsingslijst) vragen tezamen een investering van € 1,35 miljoen, waardoor het eerder voor IP-3055 toegekend krediet (€ 170.000,- AB d.d. 5 april 2006) kan komen te vervallen. De te vervangen onderdelen hebben geen boekwaarde en dus behoeft hierop niet te worden afgeschreven. Door samenvoeging in één project wordt gekomen tot een efficiënte wijze van realiseren van de maatregelen. De terugverdientijd van de extra investeringen voor geïntegreerde maatregelen voor energiebesparing en procesoptimalisatie valt binnen de gemiddelde afschrijvingstermijn van deze investering. •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig De werkzaamheden aan de installatie grijpen in op het zuiveringsproces. Om de nadelige effecten van de bouwactiviteiten te minimaliseren, worden de werkzaamheden gefaseerd uitgevoerd, waarbij de rwzi tijdens de meest kritische winterperiode (december t/m februari) zoveel als mogelijk wordt ontzien.
3
Voor nadere onderbouwing wordt verwezen naar de beleidsnota ‘Zuiveren met Ambitie’, registratienummer 07I002806, AB 5 december 2007. In deze nota wordt uitgelegd dat 4% verbetering van het gebiedsrendement voor stikstofverwijdering (een verwijdering van 80% in plaats van 76%) mag leiden tot € 0,2 miljoen extra jaarlast. De geschatte invloed van dit project is 0,75%, ofwel een stijging van de jaarlast met € 38.000,-. 4 Deze factor is berekend door het investeringsbedrag te delen op de besparing per jaar. In werkelijkheid zal de terugverdientijd enigszins hoger uitvallen door financieringskosten, hetgeen de conclusie met betrekking tot deze investeringen niet behoeft te beïnvloeden.
-2-
•
MVO gevolgen:
MVO aspect:
Score:
1.
De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap.
2.
De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit: a.
Energiebesparing
b.
Verbetering betrouwbaarheid met betrekking tot stikstofverwijdering
3.
De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's.
4.
De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes. a.
MVO score:
2
1
Het combineren van vervangingen met ‘winstpakkers’ op het gebied van energiebesparing en procesverbeteringen. Totaalscore van de 4 aspecten 3 *
**
***
****
Communicatieparagraaf De noodzakelijke aanpassingen zijn afgestemd met provincie Noord-Brabant (in relatie tot Wet milieubeheer). Er zullen contacten onderhouden worden met verdere vergunningsverleners. Daarnaast wordt door middel van regulier projectoverleg gecommuniceerd tussen de interne en externe partijen. De werkzaamheden zullen in goed overleg met de beheerders van de rwzi worden ingepland en uitgevoerd teneinde de werking van het zuivering maximaal te kunnen laten doorgaan. Met betrekking tot het openbaar aanbesteden kan gemeld worden dat hiervoor gebruik wordt gemaakt van aanbestedingskalender.nl. Advies: het AB stemt in met het toekennen van een uitvoeringskrediet voor realisatie van het project IP1588, Optimalisatie beluchting eerste zuiveringstrap rwzi Nieuwveer te Breda.
Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
-3-
Bijlage: foto’s van de installatie ‘Eerste zuiveringstrap van rwzi Nieuwveer’
locatie van de eerste zuiveringstrap
De eerste zuiveringstrap: “A-tank” met trafogebouw (TG) en compressorgebouw (CG)
4
De bijbehorende bebouwing, zijnde het trafogebouw (links) en het compressorgebouw (rechts)
-5-
TOETSINGSLIJST Nummer : *09I000402* Barcode : *09I000402* Projectnr.: 1588
Projectnaam:
Optimalisatie beluchting 1e zuiveringstrap rwzi Nieuwveer te Breda
(Ondersteunend) beheerproduct: 4210 Bouw- en verwerving zuiveringsinstallaties Projectleider:
K. Nipius
Soort investering:
Ontwikkelingsinvestering
Investeringsbesluit: 2009-9 Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h):
100% zuiveringsheffing 4000 Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken 2009-2010 1-9-2010 n.v.t. conform aanbestedingsbeleid A. van Rijn € 1.350.000,- (inclusief gevoteerd krediet € 170.000 project 3055) 40 jaar 10% civiel technisch ZTW 10 jaar 30% elektrotechnisch 15 jaar 60% mechanisch ZTW 4,75% 15% ontwerpfase (zie toelichting in nota) € 136.000,-/- € 29.000,- energiebesparing per jaar € 107.000,- (inclusief € 38.000,- per jaar ten behoeve van rendementsverbetering)
k. effect op de heffing: (zie toelichting) % aandeel tarief 0,14% % daling/stijging tarief t.o.v. begr 2009 en 0,19% MJR 2010-2014
l. te ramen netto lasten voor 2009: n.v.t. m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten: Ten laste van nieuw beleid
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Project 1588 is in het IP opgenomen voor € 1.000.000,-, datum in gebruik januari 2011, met een last van € 85.000,- wegvallende exploitatielasten -/- € 50.000,-. De samenvatting is: Projectnummer 3055 gevoteerd uitvoeringskrediet 1588 investeringsprogramma 1588 aanvraag uitvoeringskrediet
Lasten per jaar 13.000 135.000 136.000
Energiekosten per jaar Nihil -/- 50.000 -/- 29.000
Netto per jaar 13.000 85.000 107.000
Het uitvoeringskrediet van Project 3055 is opgenomen in de clusteraanvraag 2006 voor projecten 3028, 3035, 3055, 3056 en 3057 (toetsingslijst 06I000196). Het deel van deze clusteraanvraag dat betrekking heeft op project 3055 komt met de huidige aanvraag te vervallen. De Effecten die hierdoor ontstaan zijn meegerekend in deze toetsingslijst. Besluitvorming Omdat deze investering in het investeringsplan was opgenomen voor € 1.000.000,- (project 1588) en het een ontwikkelingsinvestering betreft is goedkeuring van het algemeen bestuur vereist. Met het vaststellen van het krediet van € 1.350.000,- kan het gevoteerd krediet van € 170.000,- (project 3055) komen te vervallen. Toelichting bij k effect op de heffing: In het bestuursprogramma zijn de netto lasten bepaald voor zuiveringsbeheer. Het berekende % is het effect op de netto lasten uit het bestuursprogramma voor het jaar 2011 (zijnde het 1e volledige jaar). De netto lasten waren in het bestuursprogramma € 54.438.000. Dit wordt gedeeld door € 54.514.138 (de netto lasten uit het bestuursprogramma verhoogd met de netto lasten van deze aanvraag en verlaagd met de oude lasten zoals opgenomen in het bestuursprogramma). Dit geeft de verhoging weer in een % ten opzichte van het bestuursprogramma. De 0,19% die genoemd wordt, is het % maar dan berekend van de bruto-lasten per jaar.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *09I001763* Barcode : *09I001763*
Projectnr.: 1588
Projectnaam:
Optimalisatie beluchting 1e zuiveringstrap rwzi Nieuwveer
Beheerproduct: 4210 Bouw- en verwerving zuiveringsinstallaties BESLUITNUMMER: 2009-9 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 7 juli 2009;
gelet op de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Brabantse Delta (08I0003208); BESLUIT: te voteren een uitvoeringskrediet groot € 1.350.000,- ten behoeve van optimalisatie beluchting 1e zuiveringstrap rwzi Nieuwveer. Met dit besluit komt het uitvoeringskrediet voor het project 3055 Nieuwveer Menging, 1e sectie eerste beluchtingstrap rwzi Nieuwveer te vervallen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 14 oktober 2009. De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *09I002218* Barcode: *09I002218* Onderwerp: aanvraag UVK voor vergroten capaciteit gemaal Achter Emer Sector en afdeling: Watersystemen & Waterkeringen, uitgevoerd door afdeling Bouwzaken Datum behandeling: 14 oktober 2009 Agendapunt: 3d Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: Bijlage 1: gebiedskaart Bijlage 2: toetsingslijst Bijlage 3: investeringsbesluit
Aan het algemeen bestuur Aanleiding Gemaal Achter Emer zorgt voor de aan- en afvoer van water in de wijk Haagse Beemden in Breda. Twee onderwaterpompen voeren het water af naar de rivier de Mark. Door de uitbreiding en verstedelijking van het gebied is de huidige afvoercapaciteit niet toereikend meer en voldoet niet aan de NBW-norm. Indien we niets doen, kan dit bij hevige regelval leiden tot wateroverlast in de wijk. Door dit project zal de afvoercapaciteit daarom vergroot worden. Context Gemaal Achter Emer dateert uit 1980. De huidige pompen zijn nog origineel en hebben een capaciteit van 3600 m3/uur bij een normale waterstand in de Mark. Wanneer het water in de Mark stijgt, wordt de capaciteit beduidend minder. Uit onderzoek is gebleken dat er een capaciteit benodigd is van 4200 m3/uur die bij een hoog waterpeil in de Mark nog geleverd moet kunnen worden. Dit kan niet met de huidige pompen gerealiseerd worden. Omdat ook de elektrische installatie verouderd is, is besloten zowel de pompen als de elektrische installatie in dit project te vervangen. Hoewel dit gemaal zich in de nabijheid van de 4e bergboezem bevindt, is er geen relatie met dit project. Bestuurlijke besluitvorming In het DB van 14 april 2009 is toestemming gevraagd en verleend om dit project door een bouworganisatievorm te realiseren waarbij ontwerp en uitvoering bij 1 opdrachtnemer in opdracht worden gegeven (Design & Construct contract). Vraagstelling Het algemeen bestuur wordt gevraagd in te stemmen met de aanpassing van het gemaal, zoals omschreven en hier een uitvoeringskrediet van € 530.000,- voor beschikbaar te stellen. Strategie De vraagspecificatie die door het projectteam is opgesteld zal op de markt worden gezet. Na toekenning van het uitvoeringskrediet zal de aanbesteding van het design & construct contract plaatsvinden, waarna het ontwerp voor dit gemaal verder uitgewerkt en gerealiseerd zal worden. Middels deze bouworganisatievorm wordt verwacht dat dit project op efficiëntere wijze (besparing in tijd en kosten) gerealiseerd kan worden als met een traditionele bouworganisatievorm het geval zou zijn. Beoordeling Financiële gevolgen ja, namelijk voor de uitvoering van dit project wordt uitvoeringskrediet aangevraagd ten bedrage van € 530.000,-. Dit project is in het bestuursprogramma 2010-2014 opgenomen voor € 300.000,-. De reden dat het aangevraagde uitvoeringskrediet hierboven ligt wordt veroorzaakt doordat nu een nauwkeurigere raming voorhanden is waarbij met name de pompinstallatie duurder is als eerder werd
AB-leden kunnen technische en inhoudelijke vragen tot 24 uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris:
[email protected] of via EXTRANET: "vraag het de secretaris".
aangenomen. Compensatie voor de extra kosten wordt gevonden doordat voor activiteit 99911 (renovatie kleine waterhuishoudkundige werken) minder geld behoeft worden uitgegeven. Het investeringsbedrag dat voor deze activiteit in het investeringsprogramma is opgenomen (€ 550.000,-) wordt verlaagd met € 230.000,-. •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen ja namelijk
MVO aspect:
Score:
1.
De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap:
0
2.
De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit:
2
Door de Design & Construct aanpak te volgen wijkt dit project bewust af van traditionele aanbestedingen omdat hiermee meer efficiëntie verwacht wordt en omdat het waterschap op deze wijze meer ervaring met design & construct bouworganisatievormen kan opdoen. 3.
De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's.
0
4.
De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes.
1
Het afwijken van traditionele bouworganisaties is iets wat binnen de waterschappen wel leeft maar nog sterk in de kinderschoenen staat. De ervaring in dit project biedt ook anderen de kans te leren van onze ervaringen. Totaalscore van de 4 aspecten MVO score:
*
**
***
3
****
Communicatieparagraaf Omdat het project de waterproblematiek in de wijk Haagse Beemden in Breda aanpakt, zou door bijvoorbeeld de waterwijzer communicatie naar de inwoners van de gemeente Breda verzorgd kunnen worden. Dit is afgestemd met de afdeling communicatie. Advies: het algemeen bestuur stemt in met de toekenning van € 530.000,- voor de vergroting van de capaciteit van gemaal Achter Emer te Breda. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
-2-
Bijlage 1: Gebiedskaart Haagse Beemden, gemaal Achter Emer
-3-
-4-
TOETSINGSLIJST
Nummer : *09I002216* Barcode : *09I002216* Activiteitnr.: 6713
Naam activiteit: Vergroten capaciteit gemaal achter Emer
Beheerproduct:
3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing
Projectleider:
L. Vogels
Investeringsbesluit: 2009-19 Soort investering:
Instandhouding
(alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: -
uitvoeringsperiode van het werk: verwacht tijdstip oplevering: effect op het milieu: wijze van aanbesteding: projectgever:
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijn: d. rentepercentage: e. nauwkeuringheidsmarge Gemiddelde lasten over een vol jaar f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f tot en met i): k. effect op de heffing: % aandeel van het tarief 2011: % stijging tarief 2011 t.o.v. Bestuursprogramma: l. te ramen netto lasten voor 2009: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
100% watersystemen 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen november 2009-maart 2010 1 april 2010 n.v.t. conform aanbestedingslijst J. de Beer
€ 530.000,€ 0,20 jaar mechanisch 70% 10 jaar elektrotechnisch 30% 4,75% 20% à 30% (ontwerpfase)
€ 49.500,-,-,€ 49.500,Watersystemen: 0,11 % Watersystemen: +/+ 0,04 % n.v.t ten laste van nieuw beleid.
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Voor deze investering is in het IP 2010-2014 € 300.000,- opgenomen; datum gereed 1 juli 2010. Besluitvorming Deze investering is niet gemandateerd aan het dagelijks bestuur; goedkeuring van het algemeen bestuur is vereist.
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *09I001963* Barcode : *09I001963*
Activiteitsnr.: 6713
Naam activiteit:
Vergroten capaciteit gemaal achter Emer
Beheerproduct: 3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing BESLUITNUMMER: 2009-19 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 7 juli 2009; gelet op de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Brabantse Delta (08I003208); BESLUIT: te voteren een uitvoeringskrediet groot € 530.000,- ten behoeve van het vergroten van de capaciteit van gemaal achter Emer. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 14 oktober 2009.
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *09I002214* Barcode: *09I002214* Onderwerp: aanvraag UVK voor vervanging gemaal Hazen door stuw en duiker Cromvliet Sector en afdeling: Watersystemen & Waterkeringen, uitgevoerd door afdeling Bouwzaken Datum behandeling: 14 oktober 2009 Agendapunt: 3e Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen:Bijlage 1: gespreksnotitie met de gemeente Bergen op Zoom omtrent de kostenverdeling Bijlage 2: gebiedskaart Bijlage 3: gedetailleerde gebiedskaart Bijlage 4: toetsingslijst Bijlage 5: investeringsbesluit
Aan het algemeen bestuur Aanleiding De gemeente Bergen op Zoom ontwikkelt aan de zuidzijde van de kern Bergen op Zoom de woonwijk Markiezaten. Binnen deze ontwikkeling is sprake van een groot areaal oppervlaktewater. Dit oppervlaktewater heeft niet alleen een bergende functie voor de nieuwe woonwijk, maar is tevens bedoeld ter compensatie van het op termijn grootschalig afkoppelen in de bestaande wijken in de zuidelijke helft van de kern. Naast de noodzakelijke waterberging hebben deze ontwikkelingen consequenties voor de afvoer van het water. In de huidige situatie verloopt de afvoer via gemaal Hazen. De installatie van dit gemaal is aan het einde van zijn levensduur en zou op korte termijn gereviseerd moeten worden. Daarbij komt nu dat door het afkoppelen de aanvoer van water bovenstrooms toeneemt waardoor de capaciteit van gemaal Hazen op termijn ontoereikend wordt. Bij het ontwerp van de nieuwe waterhuishouding in het gebied (Plaatvliet, verlegde Molenbeek en stedelijk water Markiezaten) is naar voren gekomen dat gemaal Hazen kan komen te vervallen omdat het water via een nieuwe duiker onder vrij verval kan worden afgevoerd. Het watersysteem is dan zodanig ontworpen dat wordt voldaan aan de veiligheidsnormen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water en aanvullende hydrologische/hydraulische uitgangspunten. Context Oorspronkelijk was gemaal Hazen gebouwd om het water af te voeren naar de Oosterschelde. Na de aanleg van de Oesterdam in 1987 ontstond de mogelijkheid om het water onder dagelijkse omstandigheden onder vrij verval via de Plaatvliet af te voeren naar het Zoommeer/Schelde-Rijnkanaal. Gemaal Hazen is echter nooit opgeheven omdat o.a. de aanpassing die hiervoor nodig was (aanleg van een ruime duiker onder de Markiezaatsweg waarbij deze ontsluitingsweg moet worden afgesloten) lastig en duur is. Nu door de ontwikkeling van het gebied de capaciteit moet worden vergroot en de Markiezaatsweg wordt aangepast door de gemeente, hebben de gemeente en het waterschap de handen ineen geslagen om samen de aanpassing van het watersysteem te realiseren. Bestuurlijke besluitvorming In het investeringsprogramma 2010 – 2014 is de vervanging van gemaal Hazen aan het DB gemandateerd voor een bedrag van € 397.000,-. Deze staat ter behandeling en vaststelling op de agenda van het AB van 1 juli en 15 juli 2009. Inmiddels is bekend dat de benodigde investering wat hoger zal komen te liggen (zie financiële paragraaf).
Vraagstelling Het AB wordt gevraagd in te stemmen met de vervanging van gemaal Hazen door een nieuw stukje watergang met een duiker en een stuw en dit uit te voeren in een gezamenlijk project met de gemeente Bergen op Zoom. Zij wordt tevens gevraagd ermee in te stemmen om € 620.000,- beschikbaar te stellen als uitvoeringskrediet voor dit werk. Strategie Zowel voor het waterschap als voor de gemeente Bergen op Zoom zijn er diverse aanleidingen om gemaal Hazen nu te vervangen door een watergang met duiker en stuw, waarlangs het water onder vrij verval kan worden afgevoerd: 1. Er is sprake van een oud gemaal dat niet meer aan de huidige Arbo-eisen voldoet en diverse mankementen begint te vertonen. Het gemaal staat op de nominatie van het waterschap om te worden gereviseerd dan wel vervangen door een watergang met duiker en stuw. Met name vanwege de relatief hoge kosten en het moeten afsluiten van de Markiezaatsweg is deze aanpassing nooit gerealiseerd. 2. In de huidige situatie verpompt het gemaal het overtollige water uit de Molenbeek. Door de ontwikkeling aan de zuidrand van Bergen op Zoom (plan Markiezaten en Dal van de Molenbeek) wordt de afvoer van de Molenbeek losgekoppeld van het gemaal maar neemt de afvoer vanuit het stedelijk gebied nabij dit punt aanzienlijk toe door de geplande grootschalige afkoppelprojecten in de bestaande wijken. De toename van de afvoercapaciteit is niet realiseerbaar binnen de huidige configuratie van het gemaal. Er is derhalve een investering nodig om te voorzien in deze grotere afvoercapaciteit. 3. Het oorspronkelijk bezwaar van het waterschap tegen het vervangen van het gemaal door een watergang met duiker en stuw is door de relatief hoge kosten en praktische bezwaren (als het tijdelijk moeten afsluiten van de Markiezaatsweg) weggevallen omdat deze Markiezaatsweg nu wordt aangepast. Hierdoor ontstaat de kans voor het waterschap om met deze ontwikkeling mee te liften. 4. Doordat het gemaal verdwijnt, nemen de beheers- en energiekosten voor het waterschap af. Het water kan in gemiddelde omstandigheden onder vrij verval worden afgevoerd. 5. Omdat de stuw op een andere locatie komt dan het gemaal kan de stuw beter worden ingepast in het gebied. Dit heeft zowel visuele voordelen (beredeneerd vanuit de woonwijk) als voordelen voor beheer en onderhoud. De gemeente Bergen op Zoom zal de vrijkomende locatie van het gemaal inpassen in het groenplan. 6. Omdat is afgeweken van het principe ‘hydrologisch neutraal’ en er hierdoor meer afvoer van water uit het gebied wordt toegestaan dan in de huidige situatie via gemaal Hazen, is de waterbergingsopgave beperkt. Dit betekent dat er minder oppervlaktewater in het gebied behoeft te worden gerealiseerd en er meer ruimte is voor bijvoorbeeld woningbouw. Kortom: de noodzaak tot aanpassing/vervanging van het gemaal was reeds aanwezig maar de werkzaamheden van de gemeente aan de Markiezaatsweg en de lopende ontwikkeling van Markiezaten bieden het waterschap de kans om kosteneffectief het gemaal te vervangen door een watergang met duiker en stuw en tevens de beheer- en onderhoudsituatie te vereenvoudigen. Ook voor de gemeente ontstaat een verbeterde situatie: ruimtelijk binnen de wijk en qua afvoercapaciteit voor de toekomstige afkoppelopgave. De hoeveelheid waterberging, en hiermee het oppervlak aan oppervlaktewater kan worden beperkt. De realisatie van het project wordt geïntegreerd in de reconstructie van een gedeelte van de Markiezaatsweg, waardoor kan worden geprofiteerd van schaalgrootte en van combinatie van werken die anders in elkaar grijpend zouden zijn. De gemeente zal hierbij naar de aannemer optreden als opdrachtgever. De belangen van het waterschap worden gewaarborgd doordat zij mede goedkeurder zijn in het ontwerp. Tijdens de uitvoering houdt het waterschap mede toezicht op het werk en zal het waterschap bij de oplevering van werken als goedkeurder betrokken worden waar dit onderdelen betreft die het waterschap aangaan. Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk het totaal benodigde uitvoeringskrediet voor dit project bedraagt € 620.000,-. Dit uitvoeringskrediet is opgebouwd uit kosten voor medefinanciering van het project (De geraamde bouwkosten voor deze aanpassing van het watersysteem zijn € 920.000,- excl. BTW. Het waterschap neemt hiervan 50% ofwel € 460.000,- excl. BTW voor haar rekening) aangevuld met de kosten voor interne uren, rente en BTW. De bijdrage van het waterschap bedraagt 50% van de werkelijke bouwkosten en komt overeen met de kosten die het waterschap zou maken om het watersysteem op orde te houden (instandhouding van de bestaande afvoercapaciteit en functionaliteit. Onder functionaliteit wordt hiermee de bestaande peilregeling met het gemaal bedoeld en de nieuwe regeling met behulp van de stuw). De overige bouwkosten zijn direct toe te wijzen aan de vergroting van de afvoercapaciteit door de gebiedsontwikkelingen en de afkoppeling in bestaande wijken. Hiervoor is de gemeente verantwoordelijk en zij dragen deze kosten bij. Dit is tevens conform het Nationaal Bestuursakkoord Water, waarin op hoofdlijn de afspraken zijn vastgelegd tussen VNG, Unie van waterschappen, IPO en het Rijk. De kostenverdeelsleutel is bepaald op basis van de besteksraming. De werkelijke bijdrage is op basis van de uiteindelijke kosten. In de besteksraming is daarbij een post onvoorzien meegenomen. In bijlage 1 is een nadere onderbouwing voor deze kostenverdeelsleutel weergegeven.
-2-
Op het investeringsprogramma 2010-2014 is voor dit project een bedrag opgenomen van € 397.000,-. Dat de kosten nu ruim 50% hoger zijn als in het investeringsprogramma is opgenomen wordt met name veroorzaakt doordat tijdens de ontwerpfase 2 aspecten naar voren zijn gekomen die bij het opstellen van het IP nog niet bekend waren en een kostenverhogend effect hebben namelijk: • Het lage niveau van het wegdek stond niet toe om een enkele stalen duiker toe te passen. Er zal daarom een dubbele duiker moeten worden toegepast. Dit is in vergelijking met een betonnen duiker of brug nog steeds de voordeligste oplossing die voldoet aan de eisen. • Voor het aanleggen van de duiker is het noodzakelijk een zinkerconstructie te voorzien voor de 900 mm afvalwaterpersleiding die vanuit de kern van Bergen op Zoom naar ons AWP persstation loopt en daarbij de toekomstige duiker kruist. Niettemin is het resultaat een sober ontwerp dat past in zijn omgeving en voldoet aan de minimale eisen. •
Juridische gevolgen ja, namelijk voor de uitvoering van dit project zal een overeenkomst worden gesloten met de gemeente Bergen op Zoom waarin de financiering en het eigendom van onroerende en roerende zaken zullen worden vastgelegd.
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen ja, namelijk
MVO aspect:
Score:
1.
De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap:
0
2.
De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit:
2
-
door dit werk te combineren met werk van de gemeente Bergen op Zoom kan worden geprofiteerd van schaalgrootte en combinatie van werken. In zijn algemeen heeft dit een kostenverlagend effect (Profit).
-
in de nieuwe situatie kan het bestaande gemaal vervallen, waardoor het totale energieverbruik sterk afneemt (Planet en Profit).
3.
De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's.
0
4.
De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes.
0
Totaalscore van de 4 aspecten MVO score:
*
**
***
2
****
Communicatieparagraaf Communicatie over dit werk zal plaatsvinden door publicaties in de plaatselijke media, de website en een projectenbord bij de plaats van uitvoering. Dit zal in samenwerking gaan met de gemeente Bergen op Zoom. Advies: het AB stemt in met de uitvoering van de werkzaamheden en met de toekenning van uitvoeringskrediet ten bedrage van € 620.000,- voor de vervanging van gemaal Hazen door een watergang, stuw en duiker in de Cromvliet (IP 6769). Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
-3-
Bijlage 1
Gemeente Bergen op Zoom
Gespreksnotitie Aanwezigen : WSBD:
Dhr. L. Vogels Dhr. E. Arens
Gemeente Bergen op Zoom: Dhr. P. Kroon Dhr. R. v.d. Sande Dhr. P. Bogers Steller: Peter Bogers Bijlagen : Kostenverdeling WSBD – BoZ op basis van kostenraming DHV Datum: 17 juni 2009 (definitief) Betreft: project vervanging gemaal Hazen c.q. duiker en stuw in Cromvliet c.a.
1. ALGEMEEN Op 16 juni 2009 is overleg gevoerd tussen vertegenwoordigers van Waterschap de Brabantse Delta en vertegenwoordigers van de Gemeente Bergen op Zoom (zie aanwezigen) teneinde tot overeenstemming te komen met betrekking tot de uitgangspunten voor het kostendragerschap en de daaruit voortvloeiende kostenverdeling van de investeringen voor het project “Vervanging Gemaal Hazen” c.q. “Duiker en stuw in de Cromvliet”. Hierna zijn de gemaakte afspraken puntsgewijs vastgelegd. 2. UITGANGSPUNTEN KOSTENDRAGERSCHAP INVESTERINGEN 2.1.
De bestaande persleiding van het gemaal wordt vervangen door 1 spirosolbuis. Gelet op het feit dat WSBD verantwoordelijk is voor het gemaal c.a. komen deze kosten voor rekening van WSBD.
2.2.
Als gevolg van de planontwikkeling in het gebied ( project De Markizaten ) is extra afvoercapaciteit noodzakelijk als gevolg van afkoppelen in bestaand stedelijk gebied. De Gemeente Bergen op Zoom is verantwoordelijk voor de planontwikkeling. De extra benodigde capaciteit wordt gerealiseerd door 1 spirosolbuis waarvan de kosten voor rekening van de Gemeente Bergen op Zoom komen.
2.3.
De kosten voor het grondwerk ten behoeve van de duikers wordt gelet op 2.1. en 2.2. gelijkmatig verdeeld over partijen, i.c. 50:50. De kosten van bijkomende werken die bij het vervangen van de duiker zouden horen komen ten laste van de Gemeente Bergen op Zoom.
2.4.
De te realiseren stuw vervangt de functionaliteit – i.c. peilbeheer en peilscheiding - van het gemaal Hazen dat onder verantwoordelijkheid valt van WSBD. De kosten hiervan komen voor rekening van WSBD.
2.5.
De herinrichting van het terrein is impliciet verbonden aan het realiseren van de stuwconstructie c.a. De kosten hiervoor komen derhalve voor rekening van WSBD. De gemeente Bergen op Zoom schoont het terrein op. De kosten voor het opschonen, rooien van bomen (inclusief afvoeren en stort), verwijderen van bestaande bestrating (inclusief
-4-
afvoeren en stort) én het verwijderen van een lichtmast inclusief bekabeling komen voor rekening van de Gemeente Bergen op Zoom. 3. BEHEER & ONDERHOUD 3.1.
Algemeen De investeringskosten worden verdeeld op basis van bovenstaande uitgangspunten. Bijgevoegde kostenverdeling (versie 16 juni 2009) is hiervan de financiële reflectie. De belangrijkste jaarlijkse exploitatiekosten zijn de hieraan gerelateerde afschrijvingskosten. De kosten van beheer en onderhoud zijn thans niet te kwantificeren. Gelet op het feit dat aangenomen wordt dat de kosten voor beheer en onderhoud dermate laag zijn, dat zij niet in verhouding staan tot de jaarlijkse afschrijvingskosten, wordt afgesproken dat elke partij haar eigen kosten draagt en verder geen verrekening plaatsvindt omdat de kosten voor de administratieve lasten niet in verhouding staan tot het te verrekenen bedrag.
3.2.
Kosten beheer & onderhoud 3.2.1.
3.2.2.
Duikers. De duikers vormen een kunstwerk dat onderdeel uitmaakt van bovenliggend wegvak. De Gemeente Bergen op Zoom is daarmee als wegbeheerder verantwoordelijk voor het constructieve beheer en onderhoud van de duikers en neemt de kosten hiervan voor haar rekening. WSBD is als waterbeheerder verantwoordelijk voor het schoonhouden van het doorstroomprofiel. Stuw. WSBD is - zoals hierboven onder pt. 2.3. weergegeven – verantwoordelijk voor de stuwconstructie en draagt hiermee de kosten voor het jaarlijks beheer en onderhoud.
4. FINANCIËLE CONSEQUENTIES Beide partijen hebben een gezamenlijk belang bij het realiseren van dit project. De kostenverdeling wordt verrekend op basis van 50:50, hetgeen ook uit bijgevoegde kostenverdeling blijkt. Voorcalculatorisch betekent dit een investering per partij van € 460.000 (excl. BTW). De eindafrekening geschiedt op basis van de werkelijke kosten op basis van dezelfde verdeling 50:50. 5. TENSLOTTE Beide partijen zullen deze gespreksnotitie als gezamenlijk document hanteren voor de onderbouwing van het financieringsvoorstel aan hun bestuur. Bergen op Zoom, 17 juni 2009
-5-
Bijlage 2: Gebiedskaart
Cromvliet
Cromvliet (te dempen)
Plaatvliet
Bijlage 3: Gebiedskaart gedetailleerd
-7-
Persleiding (vervalt)
Gemaal Hazen (te slopen)
Nieuwe watergang met stuw en duiker
TOETSINGSLIJST Nummer : *09I001973* Barcode : *09I001973* Naam activiteit: Stuw en duiker Cromvliet (vervanging gemaal Hazen)
Activiteitnr.: 6769
Beheerproduct:
3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing
Projectleider:
L. Vogels
Investeringsbesluit: 2009-20 Soort investering:
Instandhouding
(alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: -
uitvoeringsperiode van het werk: verwacht tijdstip oplevering: effect op het milieu: wijze van aanbesteding: projectgever:
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijn: d. rentepercentage: e. nauwkeuringheidsmarge Gemiddelde lasten over een vol jaar f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (f tot en met i): k. effect op de heffing: % aandeel van het tarief 2010: % stijging tarief 2010 t.o.v. Bestuursprogramma: l. te ramen netto lasten voor 2009: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
100% watersystemen 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen oktober –december 2009 1 januari 2010 n.v.t. conform aanbestedingslijst A. Meuleman € 620.000,€ 0,40 jaar: 93% (duiker en grondwerken) 20 jaar: 7% (mechanisch; stuw) 4,75% 20% à 30% (ontwerpfase) € 36.000,-,€ 1.000,€ 35.000,Watersystemen: 0,07 % Watersystemen: -/- 0,02 % n.v.t ten laste van nieuw beleid.
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Voor deze investering is in het IP 2010-2014 € 397.000,- opgenomen; datum gereed 1 januari 2010; afschrijvingstermijn 20 jaar; jaarlijkse last € 43.000,-. Het grootste deel van de investering blijkt nu te bestaan uit de kosten van de duiker en grondwerken. Hiervoor wordt een afschrijvingstermijn van 40 jaar gehanteerd. Besluitvorming In het mandateringsbesluit instandhoudingsinvesteringen dat in de vergadering van algemeen bestuur van 15 juli a.s. aan de orde komt is om een mandaat voor het dagelijks bestuur van € 397.000,- verzocht. Omdat deze kredietaanvraag groter is dan € 397.000,- is goedkeuring van het algemeen bestuur vereist.
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *09I001974* Barcode : *09I001974*
Activiteitsnr.: 6769
Naam activiteit:
Stuw en duiker Cromvliet (vervanging gemaal Hazen)
Beheerproduct: 3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing BESLUITNUMMER: 2009-20 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 7 juli 2009; gelet op de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Brabantse Delta (08I003208); BESLUIT: te voteren een uitvoeringskrediet groot € 620.000,- ten behoeve van de vervanging van gemaal Hazen door een duiker, een stuw en een aanpassing van een waterloop. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 14 oktober 2009.
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *09I002848* Barcode: *09I002848* Onderwerp: 3 inrichtingsplannen in landinrichtingsgebied Baarle-Nassau Sector en afdeling: Watersystemen, afdeling Ontwerp en Realisatie Datum behandeling: 14 oktober 2009 Agendapunt: 3f Ter inzage bij de concernstaf: 3 inrichtingsplannen: Chaam 2, Bremer en Merkske-oost Bijlagen: 1 kaart met de 3 projectgebieden 2 Inspraaknota 3 Besluit Aan het algemeen bestuur Aanleiding Deze nota betreft een nazending, omdat de nota niet eerder aangeleverd kon worden door de inspraakperiode, die op 10 augustus afliep. Daarnaast is vaststelling van de 3 inrichtingsplannen door het AB ná 14 oktober niet gewenst, door de planning van de uitvoeringswerkzaamheden. Deze planning is afgestemd op de planning van de Landinrichtingscommissie over de kavelaanvaardingswerken en is erop gericht om de werkzaamheden vóór het nieuwe groeiseizoen van 2010 af te ronden. Met de afstemming tussen beide uitvoeringstrajecten wordt beoogd "werk met werk" te maken: met de uitvoering van de 3 inrichtingsplannen komt grond vrij die ingezet zal worden bij de kavelaanvaardingswerken. De Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau heeft het waterschap gevraagd om planuitwerking én uitvoering over te nemen. Het betreft de inrichting van nieuwe natuurgebieden, die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) of die ingericht zullen worden ten behoeve van de Ecologische Verbindingszone (EVZ) en/of voor waterberging, GGOR landbouw. Bijlage 1 bevat een kaartbeeld met de ligging van de verschillende inrichtingsplannen. De benodigde gronden zijn verworven in het kader van het landinrichtingsproces. De Landinrichtingscommissie richt zich gelijktijdig op de kavelovergang en de kavelaanvaardingswerken. Het waterschap heeft ingestemd met het verzoek van de Landinrichtingscommissie omdat hiermee de mogelijkheid ontstond om waterschapsdoelstellingen versneld uit te voeren. In het bestuursprogramma zijn de 3 inrichtingsplannen: Chaam 2, Bremer en Merkske-oost opgenomen als 'groene projecten'. Bij de planuitwerking heeft het waterschap zich laten adviseren door een breedsamengestelde begeleidingsgroep, waarin alle betrokken partijen en organisaties vertegenwoordigd waren: landbouw- en natuurvertegenwoordigers uit de Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau, gemeenten Alphen-Chaam en Baarle-Nassau, natuurvereniging Mark&Leij, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO), Provincie en enkele Vlaamse overheidsorganisaties (VLM, VMM, ABN). Het resultaat is neergelegd in 3 inrichtingsplannen; het betreft "Chaam 2", "Bremer" en "Merkske-oost". Volgens een dezelfde formule heeft het waterschap in het recente verleden binnen deze landinrichting eveneens 3 inrichtingsplannen opgesteld en uitgevoerd ( "Chaamse beken 1", "Ulicoten-Noord" en "Castelré") Uit de uitgevoerde Integrale Gebiedsanalyses (IGA's "Chaamse beken", "Bremer" en "Merkske") is gebleken dat de gebieden zowel voor natuurdoeleinden als ook voor de landbouw in het algemeen te droog zijn. Daarom zijn veel maatregelen in de 3 inrichtingsplannen gericht op het herstel van het watersysteem, waarbij de functies zoals die vanuit het provinciale beleid toegekend zijn aan het gebied, leidend zijn. De maatregelen bestaan veelal uit het verondiepen, dempen of afdammen van watergangen. De beken met de functie 'waternatuur' (Chaamse beken en het Merkske) worden verondiept. Om de afvoercapaciteit te behouden en om ongewenste inundaties te beperken, worden plaatselijk de taluds aan 1 zijde verlaagd. In het stelsel van zijbeken in het agrarisch gebied, worden knijpvoorzieningen aangebracht, waarmee het
AB-leden kunnen technische en inhoudelijke vragen tot 24 uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris:
[email protected] of via EXTRANET: "vraag het de secretaris".
waterpeil verhoogd wordt en waardoor langer water beschikbaar blijft. Hiermee worden zowel de belangen van de natuur als van de landbouw gediend Hierna volgt een korte toelichting op de 3 afzonderlijke plannen. Chaam 2: Het plangebied bestaat uit een deel van de Strijbeekse Heide, het Chaamse beken-gebied en de boswachterij Chaam. Aan het gebied zijn in het provinciale beleid relatief veel water- en natuurdoelstellingen toegekend. Aan de Chaamse beken is de functie "waternatuur" toegekend en grote delen van het stroomgebied bestaan uit waterafhankelijke natuurgebieden (natte natuurparels). Het integrale plan voorziet in de inrichting van de vrijgemaakte EHS-gronden, deels gelegen langs de Chaamse beken, alsmede in het inrichten van de natte EVZ langs de Heikantse Beek. Daarnaast voorziet het plan in de verdrogingsbestrijding in de Chaamse bossen en in een deel van de Strijbeekse Heide (natte natuurparel). Met de inrichting worden de volgende waterschapsdoelstellingen gerealiseerd: - 29 km beekherstel - 12 ha waterberging (al dan niet gecombineerd met beekherstel en aanleg natte EVZ's) - 339 ha verdrogingsbestrijding (waarvan 200 ha Chaamse boswachterij), excl. herstel natte natuurparels - 374 ha herstel natte natuurparels - 1,5 km natte EVZ (2 ha), incl. faunapassages De totale projectkosten, bestaande uit voorbereidingskosten, grondverwerving over waterberging en EVZ én uitvoeringskosten, worden geraamd op ruim € 3,1 miljoen. Bremer: Het inrichtingsplan "Bremer" omvat het stroomgebied van Bremer, de Poolse Heining en de Reutsche Loop. Het plangebied ligt zuidelijk van Ulicoten in de gemeente Baarle-Nassau. In het gebied liggen enkele (verdroogde) natuurgebieden: Withagen en Hollandsche Bossen. Er ligt een beperkte watebergingsopgave, die goed te combineren is met de EVZ's langs genoemde beken. Het integrale plan voorziet in de (hydrologische) inrichting van vrijgekomen EHS- en EVZ-gronden. In het inrichtingsplan wordt voorgesorteerd op het nieuwe waterbeleid (het nog vast te stellen Provinciale Waterplan en het Waterbeheersplan). Zo wordt aan de viswaterfunctie voor Bremer geen invulling gegeven, omdat deze functie voor Bremer komt te vervallen. Conform het nieuwe beleid wordt de Poolse Heining zodanig ingericht dat daarmee invulling gegeven wordt aan de nieuwe waterhuishoudkundige functie 'verweven'. Deze functie geeft onder andere invulling aan de Europse eisen voor viswater en kan min of meer vergeleken worden met de "oude" functie viswater. Met de uitvoering van het plan Bremer, worden de volgende waterschapsdoelstellingen gerealiseerd: - 3,5 ha waterberging (voor een groot deel geïntegreerd in de EVZ's); - 10 km EVZ met een totaal areaal van 9,6 ha; - 2,2 km inrichting 'verweven' (viswater), incl 2 vispassages; - 74 ha verdrogingsbestrijding. De totale projectkosten, voorbereidingskosten én uitvoeringskosten (inclusief grondverwerving ten behoeve van EVZ en waterberging) worden geraamd op ruim € 2,5 miljoen. Merkske-oost: Het inrichtingsplan "Merkske-oost" heeft betrekking op de herinrichting van een groot deel van het stroomgebied van het Merkske, gelegen in de gemeente Baarle-Nassau. Zowel de beek als het beekdal kennen in het provinciale beleid hoge (waterafhankelijke) natuurambities (deels natte natuurparel). Een groot deel van het beekdal bestaat uit EHS-gronden die via het verkavelingsproces vrijgemaakt zijn. Het inrichtingsplan "Merkske-oost" is een aanvulling op het vorige jaar uitgevoerde inrichtingsplan "Castelré". Met de uitvoering van het plan worden de volgende waterschapsdoelstellingen gerealiseerd: - 6 ha waterberging; - 1,3 km beekherstel (geen beekbodemverhoging); - 214 ha herstel natte natuurparel; - 137 ha verdrogingsbestrijding; - 1,4 km EVZ (totaal 4 ha). De beoogde verondieping van het grensriviertje Merkske-oost zal niet uitgevoerd worden in het kader van dit plan, maar een separaat spoor volgen. Of en voordat tot uitvoering over gegaan kan worden, dient met de Vlaamse autoriteiten overleg gevoerd te worden en dienen de noodzakelijke procedures nog doorlopen te worden. Dit vergt veel tijd, daarom is gekozen voor een apart traject. De totale projectkosten, voorbereidingskosten én uitvoeringskosten, alsmede de grondverwervingskosten voor EVZ's en waterberging, worden geraamd op € 2,7 miljoen.
-2-
Overige doelstellingen: Naast genoemde doelrealisaties in de plannen op het gebied van water en natuur, worden ook reconstructiedoelstellingen op het gebied van landschap, recreatie, cultuurhistorie en archeologie gerealiseerd. Deze zijn in de plannen geïntegreerd. Zo worden de verschillende landschapstypen (beekdalen, oude cultuurgronden en jonge heideontginningen) met inrichtingsmaatregelen en beplantingen herkenbaar gemaakt. Een aantal oude vennen en drassige laagtes worden hersteld en maken deel uit van het watersysteemherstel. Oude verkavelingspatronen worden met beplantingen geaccentueerd. Steilranden worden behouden en met vrijkomende gronden versterkt. Bij de uitvoering wordt rekening gehouden met archeologische en aardkundige waarden; vrijkomende grond wordt daarvoor zoveel mogelijk ingezet. Met de aanleg van paden worden de gebieden recreatief ontsloten en wordt de belevingswaarde van water, natuur en landschap vergroot. De Landinrichtingscommissie heeft op 15 april 2009 ingestemd met de conceptplannen. Vervolgens zijn de concept plannen op 23 juni door het DB vrijgegeven voor de inspraak en hebben ze vanaf 30 juni 2009 tot en met 10 augustus 2009 ter inzage gelegen. Tijdens 2 informatieavonden zijn de plannen toegelicht. Overleg in de projectgroep, met terreinbeheerders, landbouw en streek is vruchtbaar gebleken. Er zijn voor deze 3 inrichtingsplannen 13 reacties binnengekomen. (“Chaam 2”: 9 ex.; “Bremer”: 2 ex.; “Merkske-oost”: 1 ex.) In de bijgevoegde inspraaknota's zijn de reacties verwoord en is de beoordeling gedaan. De reacties hebben geleid tot aanpassing van de plannen: in totaal worden op EHS gebieden (terreinbeheerder Natuurmonumenten) 8 poelen extra aangelegd. Een van de reacties is afkomstig van de Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau. Gebleken is dat na de formele passage van de akte van toedeling (maart 2009), er aanvullend nog toewijzing/toedeling van EHS gronden heeft plaats gevonden. In totaal betreft het circa 40 hectare in te richten EHS, voornamelijk binnen het plangebied Chaam 2. Omwille van de bijbehorende planvorming, inspraak en vergunningverlening kunnen deze werkzaamheden niet in de huidige inrichtingsplannen worden opgenomen. Uitvoering in de winter van 2010 is mogelijk; een en ander zal onder de noemer “poetsbestek natuurinrichting BaarleNassau” worden opgepakt. Met het oog op het voorkomen van overlast als gevolg van de inrichtingsmaatregelen is berekend waar in de plangebieden kans bestaat op “natschade” en/of inundatie. Het betreft een beperkt aantal locaties, het merendeel geeft onder de huidige condities al vergelijkbare problemen te zien. Met de aanliggende eigenaren is overlegd om middels lokaal maatwerk de problematiek aan te pakken met inachtneming van af- en ontwatering. Als onderdeel van verdrogingsbestrijding en/of beekherstel is in de inrichtingsplannen het instrument van beekbodemophoging uitgewerkt. Geplande bodemophoging in de zijlopen is gewijzigd in het plaatsen van knijpstuwen (in totaal 86 stuks) waarmee het doel (verdrogingsbestrijding/bergen in de haarvaten) ook kan worden gerealiseerd. Met alle aanliggende eigenaren van de locaties waar een knijpstuw is gepland is overlegd en is de locatie afgestemd. Beekbodemophoging wordt enkel nog uitgevoerd in de hoofdstrengen van beken met de functie waternatuur. In alle gevallen wordt bij beekbodemophoging rekening gehouden met de landbouwbelangen zodat af- en ontwatering gecontinueerd blijft. De beheer- en onderhoudsplannen zijn uitgewerkt. Het meetnet is op orde; de nulsituatie is in beeld gebracht. De benodigde vergunningen zijn verleend. Alle vrijkomende grond wordt ingezet voor de kavelaanvaardingswerken. Daarmee wordt zoveel mogelijk werk met werk gemaakt en is gelijktijdige uitvoering van deze inrichtingsplannen door het waterschap en de uitvoering van kavelaanvaardingswerken door de Landinrichtingscommissie van groot belang. Het is de bedoeling dat de uitvoering eind november 2009 start en dat de werkzaamheden vóór het nieuwe groeiseizoen (april 2010) uitgevoerd zijn. Resterende taakstellingen: De Landinrichtingscommissie is er niet in geslaagd om alle EHS- en EVZgronden vrij te maken. Daarom kunnen de taakstellingen van het waterschap m.b.t. beekherstel, herstel natte natuurparels en EVZ's niet volledig gerealiseerd worden en resteert dus nog een opgave. Voor de gemeenten resteert nog de volledige taakstelling ten aanzien van de EVZ's. De gemeenten en het waterschap hebben de intentie uitgesproken om de resterende taakstellingen over (volledige) realisatie van de natte EVZ’s gezamenlijk op te pakken. Concrete afspraken betreffende de samenwerking op dit gebied, zullen vastgelegd worden in overeenkomsten, die aan het DB ter goedkeuring zullen worden voorgelegd. De Provincie tracht via het aankoopplan "Ulvenhout-Galder" en via een nog vast te stellen aankoopplan "het Merkske" de resterende EHS-gronden in de natte natuurparels alsnog beschikbaar te krijgen. Zodra deze gronden beschikbaar zijn, kan het waterschap de resterende taken oppakken. Volgens de gebruikelijke weg zal het bestuur dan gevraagd worden om daarmee in te stemmen.
-3-
Context Met de uitvoering van deze 3 inrichtingsplannen geeft het waterschap invulling aan de doelstellingen uit het reconstructieplan de Baronie, die voor dit gebied gelden en waaraan het waterschap zich bestuurlijk gecommitteerd heeft. Het inspraakproces vindt plaats conform de door het waterschap vastgestelde inspraakverordening (conform Afdeling 3:4 Awb). Bestuurlijke besluitvorming In de vergadering van 23 juni 2009 heeft het DB ingestemd met de concept-inrichtingsplannen en heeft het DB de plannen vrijgegeven voor de inspraak (DB nota 09I001608 en besluitenlijst 09I002037). Wanneer het algemeen bestuur instemt met de inrichtingsplannen, is bestuurlijk gezien de weg vrij voor het overgaan tot realisatie. Vraagstelling Kunnen de inrichtingsplannen, inclusief inspraaknota, worden vastgesteld zodat deze als uitgangspunt voor de realisatie kunnen dienen? Strategie In het kader van deze projecten wordt nauw samengewerkt met diverse partijen, in het bijzonder met de Landinrichtingsomissie Baarle-Nassau en de Provincie Noord-Brabant. Het extern bestuurlijk draagvlak voor deze plannen, in combinatie met de kavelaanvaardingsplannen van de Landinrichtingscommissie, is groot. Via het landinrichtingsproces zijn veel van de benodigde gronden vrijgekomen. De resterende gronden tracht de Provincie Noord-Brabant de komende jaren alsnog beschikbaar te krijgen. Voor het waterschap is dit landinrichtingsproces een uitgelezen kans om veel waterschapsdoelstellingen binnen een relatief korte periode te realiseren. Het gaat om de realisatie van zowel rijksdoelstellingen, die vallen onder het regime van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) en provinciale doelstellingen, die ressorteren onder de 2e bestuursovereenkomst tussen de Provincie Noord-Brabant en de waterschappen. Daarmee zijn er relatief veel externe financiële middelen beschikbaar (zie financiële gevolgen) Gelet op de krappe planning met name in relatie tot de uitvoering van de kavelaanvaardingswerken van de Landinrichtingscommissie zijn de concept-bestekken inmiddels uitgewerkt. Het ligt in de bedoeling om de aanbestedingsprocedure eind oktober te starten zodat eind november een begin gemaakt kan worden met de uitvoeringswerkzaamheden. Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk de totale projectkosten bedragen 8,3 miljoen euro. Hierin zijn alle kosten inbegrepen (voorbereiding, grondverwerving én uitvoering). In mei 2009 zijn de subsidieaanvragen ingediend bij de provincie. De projecten komen in aanmerking voor rijkssubsidie (Investeringsbudget Landelijk Gebied, middelen in het kader van het Nationaal Bestuursakkoord Water en rijksbijdrage in het kader van de landinrichting) en voor provinciale subsidie. In de subsidieaanvraag voor uitvoering van de projecten "Chaam 2", "Bremer" en "Merkske-oost" is met de circa 40 hectare extra in te richten EHS al rekening gehouden. • De hoogte van het subsidiebedrag wordt bepaald door de aard en de omvang van de doelrealisaties. Voor "Chaam 2" (projectbegroting € 3,1 miljoen) wordt een subsidiepercentage verwacht van 70%. Voor "Bremer" (begroot op € 2,5 miljoen) wordt een subsidiepercentage verwacht van 70%. Voor "Merkskeoost" (begroot op € 2,7 miljoen) wordt 70% verwacht. Over de subsidieaanvragen worden naar verwachting in september 2009 beschikt. • Het project "Chaam 2" valt onder het projectgebied Chaamse Beken. De projecten "Bremer" en "Merkske-oost" vallen onder het projectgebied Merkske. De projectbegrotingen van de 3 plannen vallen binnen het krediet, zoals dat door het AB in de vergadering van 15 juli jl. is vastgesteld (zie in dit verband tabel 3 van de Adviesnota met nummer 09I001897). • Na aanbesteding en uitvoering van de projecten "Chaam 2", "Bremer" en "Merkske-oost" én definitieve planvorming voor het "poetsbestek Landinrichting Baarle-Nassau" zal duidelijk worden of een aanvullend krediet voor inrichting van de circa 40 extra hectare EHS nodig is. •
Juridische gevolgen ja, namelijk tegen de vaststelling van het inrichtingsplan staat de mogelijkheid van administratief beroep open bij Gedeputeerde Staten van de Provincie.
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
-4-
•
MVO gevolgen ja, namelijk
MVO aspect:
Score:
1.
1
De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap:
In overleg en in afstemming met projectpartnersInvullen indien van toepassing (met name met de Landinrichtingscommissie) is een zodanige uitvoeringsvorm gekozen dat werk met werk gemaakt wordt, waardoor de maatschappelijke kosten beperkt worden. 2.
De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit:
2
Binnen het project is aandacht voor een watersysteembenadering, waarbij naast natuurbelangen (o.a. verdrogingsbestrijding en beekherstel) ook aandacht is voor de landbouwbelangen (waterconservering middels knijpvoorzieningen) Ook is rekening gehouden met de recreatieve, landschappelijke, cultuurhistorische, archeologische en aardkundige belangen in het gebied. De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's. Zie 2
1
4.
1
3.
De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes.
Totaalscore van de 4 aspecten MVO score:
*
**
***
5
****
Communicatieparagraaf Het waterschap werkt met de Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau de communicatie richting de streek verder uit. Er zijn in het kader van de inspraakprocedure informatiebijeenkomsten georganiseerd. Via diverse media, onder andere het “landinrichtingsbulletin” en plaatselijke weekblaadjes wordt bekendheid gegeven aan deze projecten. Advies: het AB stemt in met de inrichtingsplannen "Chaam 2", "Bremer" en "Merkske-oost", inclusief de bijbehorende inspraaknota's.
Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
-5-
Chaam 2
Bremer
Merkske-oost
-6-
Nr 1
Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau, P/a DLG Tilburg
Algemeen voor de inrichtingsplannen: Chaam 2, Bremer en Merkske-oost
Reactie van:
N. Ploegmakers (Secretaris)Secretaris.
Namens de Landinrichtingscommissie,
De betreffende zienswijze geeft aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan: bij uitvoering van de projecten Chaam 2, Bremer en Merkske-oost in 2009 worden de percelen van de ca. 40 ha enkel uitgerasterd en nog niet verder ingericht.
Uitvoering van het “poetsbestek natuur LI Baarle-Nassau” is voorzien in het najaar/winter 2010.
Na aanbesteding en uitvoering van de projecten Chaam 2, Bremer en Merkske-oost en raming van het “poetsbestek natuur” zal blijken of aanvullend krediet nodig is. In de subsidieaanvraag voor uitvoering van de projecten Chaam 2, Bremer en Merkske-oost is met deze ca. extra 40 ha al rekening gehouden. Daarmee is de bijbehorende co-financiering veilig gesteld.
Beoordeling waterschap Na vaststelling van de akte van toedeling in maart j.l. blijken meerdere grondposities (alsnog) te zijn gewijzigd. In totaal betreft het ca. 40 ha. Alvorens tot inrichting daarvan kan worden besloten dient het proces van planvorming met de projectgroep en inspraakprocedure te worden doorlopen. De ontbrekende percelen zijn daarom niet in de huidige inrichtingsmaatregelen van de projecten Chaam 2, Bremer en Merkske-oost opgenomen. Voorgesteld wordt in te gaan op het verzoek van de LC om de nog resterende percelen op een later moment in te richten middels een “poetsbestek natuur LI Baarle-Nassau”.
Pagina 1 van 17
Mocht u hierover nog vragen hebben kunt u contact opnemen met dhr Damen, op bovenstaand nummer.
Namens de Landinrichtingscommissie verzoek ik u dan ook om kennis te nemen van deze zienswijze en bijbehorende kaarten, en waar mogelijk deze voorgestelde ontbrekende percelen alsnog in uw inrichtingsplan te betrekken, danwel op een later moment ten uitvoer te brengen.
Middels bijgevoegde specificaties is getracht deze, per inrichtingsplan, zo nauwkeurig mogelijk weer te geven. Het betreft met name delen van gebieden die wel worden toegedeeld aan terreinbeherende instanties, maar niet zijn opgenomen in uw inrichtingsplannen.
De commissie heeft kennis genomen van uw uiteindelijke plannen, en heeft geconstateerd dat er, naar beleving van de commissie, enkele omissies in dit plan zijn geslopen.
Inhoud reactie Namens de Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau doe ik hierbij de zienswijze van de commissie toekomen aangaande de inrichtingsplannen voor ”natuurinrichtingsplan Chaamse beken II”, “Natuurinrichtingsplan De Bremer” & “natuurinrichtingsplan ’ T Merkske”
Inspraaknota: Inrichtingsplannen “Chaam 2”, “Bremer” en “Merkske-oost” Inspraakprocedure AwB, van 30 juni tot en met 10 augustus 2009
Nummer: 09I002722 Barcode: 09I002722
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
Nr 2a
ZLTO-afdeling Baronie Zuid-oost
Reactie van: Chaam 2
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan; aan de inspraakreactie op dit onderdeel wordt tegemoet gekomen.
Bij uitvoering wordt bij het onderdeel beekbodemophoging rekening gehouden met de landbouwbelangen om te voorkomen dat overlast optreedt. Meer specifiek met de aanwezige drainage wordt rekening gehouden: maatwerk is het doel. De in de plannen opgenomen hoogte van beekbodemophoging is als een maximum te beschouwen.
Pagina 2 van 17
Onze zienswijze richt zich vooral op beekbodemophoging, omdat de drainage op veel plaatsen onder het zand komt en de duikers verzanden. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor veel van onze leden, vooral in Chaam. Daar hebben de meesten geen beregening nodig, omdat het vaak al te nat is.
Beoordeling waterschap Beekbodemophoging is cruciaal onderdeel van het pakket aan maatregelen ten behoeve van beekherstel. De drainerende werking en het wegvangen van kwel door de diep ingesneden beeklopen met eenduidige steile taluds wordt door de maatregel tegengegaan. Om voldoende watervoerendheid, voldoende stroomsnelheid en afvoer van pieken te garanderen zal het beekprofiel moeten worden aangepast. Zo is een smal zomerbed noodzakelijk om droogval of lage stroomsnelheid in de zomer te voorkomen. In hydrologisch onderzoek ten behoeve van de 3 inrichtingsplannen is berekend wat de nieuwe afmetingen van de beken moet zijn voor de meest optimale invulling. Hierbij is rekening gehouden met beheer en onderhoud en met de aanwezigheid van natuurlijke (inundatie)laagtes en bestaande beplantingen. Het beheer- en onderhoud zal daarop worden aangepast.
Inrichtingsplan ‘Chaam 2’
Inhoud reactie Namens het bestuur van de ZLTO-afdeling Baronie Zuid-Oost dienen wij onze zienswijze in het voor het concept ontwerpplan “Chaam 2”.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
2c
2b
ZLTO-afdeling Baronie Zuid-oost (vervolg)
Chaam 2
ZLTO-afdeling Baronie Zuid-oost (vervolg)
Chaam 2
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan Het beplantingsplan maakt op aangeven van en in afstemming met de betreffende terreinbeheerder onderdeel uit van het inrichtingsplan. De beplanting is ook in de projectgroep tijdens de planvorming aan de orde geweest. Schade als gevolg van de beplanting wordt niet voorzien. In het geval dat er alsnog sprake is van schade kunnen betrokkenen aanspraak maken op het instrument van nadeelcompensatie.
Met betrokkenen is contact opgenomen. In het veld zijn in overleg maatwerk maatregelen genomen. Leidend daarbij is een met het oog op de gewenste verdrogingsbestrijding zo optimaal mogelijke af- en doorvoer van water. In het geval dat er alsnog sprake is van schade kunnen betrokkenen aanspraak maken op het instrument van nadeelcompensatie.
Met het oog op de landbouwbelangen is hydrologisch onderzocht waar kans bestaat op “meerjarige natschade” en/of “inundatie” in het plangebied. Dit om vooraf inzicht te hebben in die locaties waar agrarische belangen in het geding zouden kunnen komen mbt meerjarige natschade (met verminderde opbrengst als gevolg) en/of inundatie als gevolg van de inrichtingsmaatregelen. Natschade wordt met name ingeschat langs de beken (EHS en natte natuurparel), inundatie kan volgens berekeningen optreden op die (delen van) percelen waar ook nu al het maaiveld bij maatgevende afvoer vernat. Het betreft een beperkt aantal landbouwpercelen waarvan enkele in de natte natuurparel is gelegen.
Het huidige landbouwkundige gebruik in het plangebied wordt door de inrichtingsmaatregelen niet negatief beïnvloed; hydrologisch onderzoek geeft aan dat de doelrealisatie voor de landbouw in het plangebied als geheel verbetert.
Pagina 3 van 17
Beekbegeleidende beplanting van bomen en hagen geeft schaduwwerking en opbrengstderving. Het voordeel van de landinrichting wordt voor een deel teniet gedaan.
Op de gevolgenkaart van Tauw wordt duidelijk aangegeven dat agrarische gronden meer last hebben van inundatie en natschade. Vernatten van achterland willen we niet, omdat dan vruchtwisseling, andere teelten of graslandvernieuwing minder mogelijk wordt. De botanische samenstelling van gras verslechtert. In het voorjaar kunnen we later op het land en in het najaar moeten we vroeger gaan oogsten.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
2d
ZLTO-afdeling Baronie Zuid-oost (vervolg)
Chaam 2
Deze inspraak kon niet eerder gebeuren vanwege het moment waarop de grondpositie bekend werd (plan van toedeling is in maart notarieel gepasseerd) Op een later tijdstip is niet mogelijk vanwege de wens van de Landinrichtinsgcommissie om uitvoering van deze inrichtingsplannen én het Kavelaanvaardingsbestek synchroon te laten verlopen: winter 2009. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan
Door het plaatsen van knijpstuwen wordt het doel (bergen in de haarvaten/verdrogingsbestrijding) gerealiseerd. Locatie van de knijpstuwen is berekend en met alle aanliggende eigenaren is over exacte plaats en uitvoering overlegd. Omwille van beekherstel en daarmee realisatie van waterdoelen blijft beekbodemophoging in de hoofdstrengen als maatregel gehandhaafd (zie punt 2a) De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan
Uitgangspunt is dat naast het invullen van de hydrologische randvoorwaarden ten behoeve van de natte natuurparel tevens de afvoerfunctie die deze zijbeken/sloten hebben, wordt gecontinueerd en dat bijgedragen wordt aan het vasthouden van water op een wijze die ook de landbouw ten goede komt (berging in de haarvaten en vermindering droogteschade) De projectgroep kent vertegenwoordigers vanuit de landbouw (leden agrarische fractie LC en ZLTO-afdeling Baronie Zuid-Oost en Baarle-Nassau) Aanvankelijk bestond er overeenstemming over bodemophoging in de hoofdstrengen én zijlopen van de beken. Berging in de haarvaten middels bodemophoging in de zijlopen is op dringend verzoek van ZLTO-afdeling Baronie Zuid-Oost gewijzigd. In plaats van ophoging is besloten tot het plaatsen van zogenaamde “knijpstuwen” in de zijlopen.
Pagina 4 van 17
De vertegenwoordigers van de ZLTO in de IGA’s hebben steeds aangegeven dat beekbodemverhoging voor ons geen optie is. Er is beloofd dat er huiskamerbijeenkomsten zouden zijn. Nu valt de voorlichting en de tijd om bezwaar te maken in de vakantieperiode. Voor ons als bestuur een periode met minder overleg, ook minder begeleiding van beroepskrachten.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
3
2e
J.v.Engelen, Snijderseweg 14 4861 PJ Chaam
Chaam 2
ZLTO-afdeling Baronie Zuid-oost (vervolg en einde brief)
Chaam 2
Hoogachtend. Jeroen van Engelen
Mbt Beplantingen zie punt 2c. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Met betrokken aanliggende eigenaren heeft overleg plaats gevonden ten einde middels lokaal maatwerk deze overlast afdoende aan te pakken. Dhr. J. van Engelen is daarvoor ook benaderd ivm kans op natschade. Het resultaat is lokaal maatwerk. In het geval dat er alsnog sprake is van schade kan betrokkene aanspraak maken op het instrument van nadeelcompensatie.
Beekbodemophoging gaat vergezeld van aanpassingen aan de duikers om door- en afvoer te waarborgen. Zoals onder punt 2d is gemeld is kans op natschade en/of inundatie berekend. Ter hoogte van de Kalishoekloop in het gebied tussen de twee genoemde beken wordt kans op natschade en inundatie gerapporteerd. Lokaal draagt de diepere ligging van het maaiveld daar aan bij.
Pagina 5 van 17
Beplanting naast de waterlopen ben ik op tegen vanwege schaduwwerking (minder groei)
Hierbij dien ik mijn zienswijze in van het concept ontwerpplan project ‘Chaamse beken 2’. Mijn zienswijze richt zich vooral op de beekbodem verhoging in de Broekse beek en Heikantse beek. Hierdoor komt de drianage in het zand, de duikers verzanden, en zij lopen niet meer leeg. Daardoor achterliggende percelen te nat, en in het voorjaar te laat met grondbewerking beginnen, en in najaar eerder beginnen.
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan. Mbt Beekbodemophoging zie punt 2a. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
De inrichtingsmaatregelen hebben volgens berekening geen nadelig effect op de grondwateroverlast in de woonwijken Wolfsdonk/ Hoefakker. De reeds uitgevoerde en geplande inrichtingsmaatregelen noordelijk en zuidelijk van Chaam hebben gevolgen voor bestaande en toekomstige wateroverlast: het bergend vermogen van het watersysteem wordt vergroot waardoor het stedelijk gebied wordt ontlast.
Al met al geen positieve zienswijze vanuit ons bestuur op dit ontwerpplan. We worden moedeloos van steeds inleveren, toegeven en veel betalen. We hopen dat deze inbreng wordt meegenomen in de inspraaknota en terug te zien is in het definitieve plan. Wij zijn altijd bereid een en ander toe te lichten.
Hoogachtend namens bestuur ZLTO-afdeling Baronie Zuid-Oost, J.J.J. Kusters (secretaris) T.J.F. van Engelen (bestuurslid met ph water)
Er zijn geen inrichtingsmaatregelen in het plan opgenomen voor de kern van Chaam. De genoemde wijk betreft realisatie van een aantal woningen; op de gemeentelijke website omschreven als ‘terp-woningen’.
Als inwoners van Alphen-Chaam zijn wij niet gebaat bij het vernatten van de dorpskern, waar een nieuwe wijk, de Brabander, gebouwd gaat worden. Zo worden het vochtige bouwpercelen.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
5
4
Getekend: C. van Engelen
Mbt verzanding: het betreft hier een kleine zandvang ter hoogte van het punt waar de Laagheiveltse beek en de Heikantse beek bij elkaar komen (onderdeel natte natuurparel) Bij uitvoering van het project Chaam 1 is een deel van de Laagheiveltse beek vergraven (aanleg meander) en is ter hoogte van de zandvang het talud verflauwd tbv extra waterberging. Daarbij is a.g.v. deze graafwerkzaamheden extra zandafzetting opgetreden. Het knelpunt is in de onderhoudsperiode opgelost. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Mbt nieuw gegraven sloten: het betreft hier sloten die onderdeel uitmaken van de kavelaanvaardingswerken. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Mbt beekbodemophoging zie punt 2a en 2e. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Met betrokken aanliggende eigenaren heeft overleg plaats gevonden ten einde middels lokaal maatwerk overlast afdoende aan te pakken. Beide schrijvers van deze inspraakreactie zijn daarbij ook benaderd. Het resultaat is lokaal maatwerk. In het geval dat er alsnog sprake is van schade kan betrokkene aanspraak maken op het instrument van nadeelcompensatie.
Zoals onder punt 2d is gemeld is kans op natschade en/of inundatie berekend. Ter hoogte van de Kalishoekloop in het gebied tussen de Broekse beek en Heikantse beek wordt kans op natschade en inundatie gerapporteerd. Zoals in de reactie gemeld betreft het een gebied dat vóór uitvoering van de inrichtingsmaatregelen gekend is om nattere omstandigheden.
Mbt beekbodemophoging zie punt 2a en 2e. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Pagina 6 van 17
Water komt nu al bij veel regen terug in de sloot door verzanding van Dassemussebeek.
Bij deze wil ik bezwaar indienen voor de verhoging van het waterpeil van de Heikantsebeek (bodem) de drainage werkt dan niet meer. De nieuw gegraven sloten werken voldoende.
C. van Engelen Snijderseweg 1 4861 PJ Chaam
J. Marijnissen
Aan Waterschap Brabantse Delta,
Hoogachtend, R.J.C. Stevens
Al met al hebben wij geen positief beeld van dit ontwerpplan. Wij worden moedeloos van steeds inleveren, toegeven en betalen. Wij hopen dat deze inbreng wordt meegenomen in de inspraaknota en terug te zien is in het definitief plan.
Wij hebben geen beregening nodig omdat het vaak al te nat is. Door deze bodemverhoging worden de percelen te nat en zijn daardoor in het voorjaar later te bewerken. Ook moet in het najaar eerder geoogst gaan worden.
Hierbij dienen wij onze zienswijze in voor het concept project ‘Chaam 2’. Onze zienswijze richt zich vooral beekbodemverhoging van 50 cm in de Heikantse beek. Daardoor komt de drainage op veel plaatsen onder het zand te liggen en de duikers verzanden. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor ons.
Chaam 2
R.J.C. Stevens, Wildertsestraat 1a 4861 PS Chaam en J. Marijnissen, Vianenstraat 4 4861 TJ Chaam
Chaam 2
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
7a
6
P.W. van Riel Hondsdonkseweg 1 4861 CE Chaam (vervolg)
Chaam 2
Frans Aerts, Ulicotenseweg 44 4861 RT Chaam
Chaam 2
Mbt vernatten dorpskern Chaam zie punt 2e. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Als inwoner van Alphen-Chaam ben ik tegen vernatten van de dorpskern, waar een nieuwe wijk gebouwd gaat worden. Zo worden het vochtige percelen, met als gevolg natte huizen. Al met al heb ik geen positief beeld van dit ontwerpplan. Ik wordt moedeloos van steeds inleveren, toegeven en veel betalen. Ook heb ik al een halve hectare teelt- en bemestingsvrije zone langs de Chaamse Beek liggen (geen vergoeding). Blijf een keer van landbouwgrond, mijn inkomstenbron af.
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
De noord-zuid sloot als bedoeld in het inrichtingsplan ligt westelijk van de percelen van Natuurmonumenten (tussen Heistraat en Chaamse beek in) Deze sloot heeft geen functie voor afwatering van de percelen oostelijk van de beek zoals omschreven in deze inspraakreactie. Deze percelen maken geen onderdeel uit van het inrichtingsplan.
De Chaamse beek begrenst met de westelijke oever terreinen van Natuurmonumenten (natte natuurparel) en met de oostelijke oever ondermeer het verpachte eigendom van baron Prisse (Hondsdonk) (uitstralingsgebied) Dhr. van Riel is pachter van de laatste.
Pagina 7 van 17
Bij dit schrijven geeft ik u mijn zienswijze over het inrichtingsplan van de Chaamse beken. Mijn zienswijze heeft betrekking op hoofdstuk 3.1.14 Chaamse beek van het inrichtingsplan. Mijn zienswijze heeft betrekking op de volgende onderdelen: 1. De noord-zuid sloot in het gebied zal op een aantal plaatsen gedept worden. Dit is een watervoerende sloot waar langs het water van de Rettestraat naar de beek wordt afgevoerd. Daarnaast dient deze sloot als ontwatering van mijn percelen. Een daarnaast gelegen sloot die volgens het plan wordt verondiept dient ook als ontwatering van mijn perceel. Daar komt nog bij dat deze sloten eigendom zijn van de Hondsdonk en dat eigenaar en gebruiker vinden dat deze sloten gehandhaafd blijven zoals ze nu zijn.
Hoogachtend, Frans Aerts Beste dagelijks bestuur,
Zoals onder punt 2d is gemeld is voor de plangebieden kans op natschade en/of inundatie berekend. Voor percelen van Dhr Aerts is geen kans op natschade en/of inundatie berekend. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Vernatten van achterland wil ik niet omdat de teelt van maïs of graslandvernieuwing (mag tegenwoordig alleen in het voorjaar) minder mogelijk wordt. De botanische samenstelling van gras verslechtert. In het voorjaar kan ik later op het land en in het najaar niet ik eerder gaan oogsten.
De inrichtingsplannen maken integraal onderdeel uit van de Landinrichting Baarle-Nassau. Middels toedeling zijn zowel voor de landbouw als de natuur gronden vrij gemaakt. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Mbt beekbodemophoging zie punt 2a en 2e.
Hierbij dien ik mijn zienswijze in voor het concept ontwerpplan project ‘Chaam 2’. Deze zienswijze richt zich vooral op de beekbodemverhoging van 50 cm in de Chaamse beek, omdat de drainage op veel plaatsen onder het zand komt en de duikers verzanden. Ik heb geen beregening nodig, omdat het vaak al te nat is.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
7b
P.W. van Riel Hondsdonkseweg 1 4861 CE Chaam (vervolg)
Chaam 2
De inrichting van dit gebied sluit aan bij de inzichten rondom kleinschaligheid van de terreinbeheerder (Natuurmonumenten) en vereisten rond herstel/inrichting van cultuurhistorisch waardevol landschap van de provincie. De inrichtingsmaatregelen zorgen voor een versterking van de bestaande en herstel van verdwenen cultuurhistorische en landschappelijke waarden. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Het gedetailleerde B&O-plan Chaam 2 wordt op dit moment afgerond na intensief overleg met betrokken partijen. In het plan is continuering/maatwerk van het onderhoud geregeld. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
De in het inrichtingsplan opgenomen beplantingsmaatregelen zijn in de ontwerpfase afgestemd met projectpartners in het algemeen de terreinbeheerder in het bijzonder en met regiomidden (beheer en onderhoud) Enkel als de laatste akkoord was met de maatregelen zijn ze in het plan opgenomen.
Pagina 8 van 17
Bij dit onderdeel maak ik mijn grote zorgen over het onderhoud van de beek als dit onderdeel wordt uitgevoerd. Aan mijn kant van de beek is al beplanting aanwezig. Het onderhoud (maaien) vindt dan ook plaats aan de westzijde van de beek. Als daar een moerasstrook komt te liggen met bijbehorende houtopstand die dan ontstaat, aangevuld met beplanting langs de beek is het duidelijk dat de loonwerker er straks niet meer bijkan. Ervaring met de Langvenloop, waar ook aan beide zijden beplanting is heeft mijn geleerd, dat als de loonwerker er niet goed bij kan, deze niet meer wordt gemaaid en met de hand wordt het niet meer gedaan Daarnaast heeft men vanaf de Heistraat een mooie inkijk in het kleinschalige cultuurhistorisch landschap dat aan de oostzijde van de beek ligt. Bij dit plan zal dit grotendeels verdwijnen. Langs de Chaamse beek heeft hier nooit moeras gelegen, waarom nu dan wel en waarom zouden we het aanwezige cultuurhistorische landschap wat er al eeuwen ligt aantasten.
2. Accoladeprofiel westzijde van de beek en aanvullen van de open bomenrijen langs de beek:
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
7d
7c
P.W. van Riel Hondsdonkseweg 1 4861 CE Chaam (vervolg)
Chaam 2
P.W. van Riel Hondsdonkseweg 1 4861 CE Chaam (vervolg)
Chaam 2
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Laat onverlet dat te allen tijde rekening gehouden wordt met realisatie natte natuurparel en af- en ontwatering. In het geval dat er alsnog sprake is van schade kan betrokkene aanspraak maken op het instrument van nadeelcompensatie.
Mbt beekbodemophoging zie punt 2a en 6e. Daarbij wordt opgemerkt dat in het geval van de Chaamse beek beekbodemophoging middels natuurlijke aanzanding zal worden uitgevoerd. Op dit moment is de bodem van dit deel van de Chaamse beek een van de weinige plaatsen in Nederland waar de rivierprik zich voorplant. Vernietiging van die ecologisch unieke plek wordt niet nagestreefd. Het gebied maakt daarentegen wel deel uit van een natte natuurparel. Hieruit volgt dat de genoemde ophoging met 50 cm in de Chaamse beek enkel een maximum betreft daar waar het watersysteem het toe laat.
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
NB: M.b.t. de opmerking mbt Aardkundig waardevol gebied: De percelen van hoofdstuk 3.1.14 Chaamse beek van het inrichtingsplan vallen volledig binnen een van de door de provincie aangewezen ‘Aardkundig waardevolle’ gebieden. Binnen de bijbehorende vergunningverlening is het toegestaan af te graven tot een maximum van 30 cm (verwijderen van de ‘bouwvoor’)
Dhr van Riel is geen belanghebbende mbt het perceel dat wordt bedoeld (eigendom Natuurmonumenten) De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Pagina 9 van 17
4. Bodemverhoging van de beek: De beek is hier al maximaal een meter diep, als we een bodemverhoging van 50 cm gaan doen houden we geen beek meer over maar een brede greppel. Daar komt nog bij dat de landbouw aan de oostzijde van de beek last zal krijgen van wateroverlast. De sloten die bij mijn al ondiep zijn kunnen het water dan onvoldoende of niet meer afvoeren naar de beek. Wie betaalt de schade die hierdoor ontstaat. Er wordt immers nergens gesproken van een schaderegeling. Daarnaast zullen de duikers aan de oostzijde van de beek hoger moeten komen te liggen hierover lees ik in het plan niets.
3. Afgraven van het rood weergegeven perceel: Het Pal van dit perceel is in de bovenlaag 17. Op bladzijde 30 van het plan wordt gezegd dat bij een palwaarde van 0-16 de uitgangssituatie gunstig is voor de natuur. Daar de pal al bijna 16 is, kan men het doel van vochtig schraal grasland ook berijken met verschralen of uitmijnen en is afgraven niet nodig, daar deze maatregel veel duurder is. Het naast gelegen perceel komt niet voor afgraven in aanmerking omdat het aardkundig waardevol gebied is, er worden daarom trouwens ook geen meanders gegraven. Het te af te graven perceel is dus geen aardkundig waardevol gebied. Dit vindt ik zeer opmerkelijk, want dit gebied kan toch zomaar niet ineens ophouden bij dit perceel. Daar komt nog bij dat de geplande bodemverhoging van de beek inundatie vanuit de chaamse beek plaast vindt, om deze reden wordt het naast gelegen perceel niet afgegraven, waarom dit perceel dan wel. Daarnaast is het af te graven perceel, het enige perceel aan de westzijde van de beek dat altijd al grasland is geweest en onderdeel heeft uitgemaakt van het cultuurhistorisch landschap en dus al een rede is om dit perceel niet af te graven.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
7e
P.W. van Riel Hondsdonkseweg 1 4861 CE Chaam (vervolg en einde brief)
Chaam 2
In afwachting van uw reactie, Hoogachtend, P.W. van Riel
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
De inrichting van dit gebied sluit aan bij de inzichten rondom kleinschaligheid van de terreinbeheerder (Natuurmonumenten) en cultuurhistorisch waardevol landschap van de provincie. De inrichtingsmaatregelen zorgen voor een versterking van de bestaande en herstel van verdwenen cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Realisatie van de natte natuurparel zal bijdragen aan een meer natuurlijk watersysteem in dit deel van het Chaamse bekenstelsel.
Pagina 10 van 17
De Chaamse beek is enige beek die nog in oorspronkelijke staat ligt zoals 200 jaar geleden, daarom alleen moet men niets aan deze beek doen. Bovendien zijn deze plannen een aantasting van het enige kleinschalige cultuurhistorische landschap dat in het stroomgebied van de chaamse beken nog aanwezig is. Deze plannen zijn ongunstig voor de landbouw in dit gebied. Toch is de landbouw in dit gedeelte van het gebied van groot belang voor de instandhouding van natuur en landschap. Daar komt nog bij dat deze ook een rol van betekenis speelt bij de instandhouding van het landgoed de Hondsdonk. Het geld wat voor deze plannen nodig is zou men beter kunnen gebruiken om de landbouw in dit gebied te ondersteunen, in het belang van natuur en landschap en behoud van het landgoed.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
8a
C.A.M. Rijnen, Verlangenweg 1 4861 PM Chaam
Chaam 2
Geconcludeerd kan worden dat het zeer aannemelijk is dat na afronding van de inrichtingsmaatregelen en onder de huidige neerslagcondities de grondwatersituatie ter hoogte van de kelder en de woning aan de Verlangenweg 1 te Chaam niet zal verslechteren. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan. Het onderdeel ‘Chaamse Bosschen’ in het inrichtingsplan Chaam 2 is opgesteld in nauw overleg met de betreffende terreinbeheerder Staats Bosbeheer. Aan het verzoek van Dhr. Rijnen is voldaan. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
De uitvoeringsmaatregelen langs de Valkenburgse Leij leveren een groter bergend vermogen op (aanleg moeras) en berekeningen geven aan dat de huidige inundatie van tegenover het huis gelegen oever en het laagste deel van het perceel Verlangenweg 1 wijzigt: Ter hoogte van de woning een afname, op het laagste deel van het perceel van Dhr. Rijnen een lichte toename en voor het overige blijft de situatie gelijk.
Berekend is dat ter hoogte van het perceel de doelrealisatie ‘Natuur’ met 0 – 30% zal toenemen. Verwacht wordt dat de maatregelen in de Chaamse bossen een verhoging van de grondwaterstand van 25-50 cm zal opleveren. Plaatselijk (niet in het gebied Verlangenweg 1) > 50 cm. De waterconservering in de Chaamse Bossen leidt tot extra grondwateraanvulling en daarmee tot een toename van de regionale grondwaterflux. Deze flux wordt echter via meerdere watervoerende pakketten over een groot gebied verdeeld en draagt daardoor slechts in beperkte mate bij aan de kwelflux naar de Chaamse beken.
Op dit moment is de hydrologische situatie daar: GHG:> 2 mtr; GLG: > 2 mtr
Uitgangsituatie: Perceel van Dhr Rijnen ligt met de rug naar de Chaamse bossen en de voorkant grenst aan een in te richten strook langs de Valkenburgse Leij. Woning en bijgebouw staan op maaiveldhoogte 11 – 13 mNAP+; een deel van het perceel ligt op 10 - 11 mNAP+ (hierop staat geen bebouwing)
Pagina 11 van 17
Ik verzoek u tevens om hierover contact op te nemen met de eigenaar/beheerder van de terreinen in de directe omgeving van de Verlangenweg 1, waar een aantal van de bovengenoemde ingrepen gepland zijn, zijnde het Staatsbosbeheer.
Graag krijg ik van u de garantie dat de bovengenoemde ingrepen in de hydrologische situatie in de omgeving van de Verlangenweg 1 er niet toe zullen leiden dat er wateroverlast zal ontstaan, noch in (de kelderkamer van) het bijgebouw, noch in onze woning (waar zich overigens geen kelder onder bevindt) aan de Verlangenweg 1.
1. De hydrologische situatie t.p.v. de Verlangenweg 1. In het ‘In richtingsplan Chaamse beken en deelgebieden’ van 30 maart 2009 wordt zowel in paragraaf 3.1.1 ‘Zwartlaag-Oost’(pag. 37 e.v.) als in paragraaf 3.2.1 ‘Sint Annabosch/Prinsenbosch’ (pag. 77) als in paragraaf 3.2.4 ‘Chaamse Bosschen’(pag. 79 e.v.) melding gemaakt van ingrepen in de hydrologische situatie (zoals het dempen dan wel afdammen van watergangen, het ophogen van beekbodems en het herprofileren van watergangen) in de omgeving van de Verlangenweg 1. In het kader van deze zienswijze maak ik u er op attent dat zich onder het bijgebouw van de Verlangenweg 1 een kelderkamer bevindt van ruim 50m2 welke ruim 2,5 m diep is en thans volledig droog is.
Onlangs heeft u het Conceptontwerpplan van het natuurinrichtingsproject ‘Chaam 2’ ter inzage gelegd, en biedt u de mogelijkheid om tot en met maandag 10 augustus 2009 zienswijzen kenbaar te maken. Graag maak ik, mede namens J.C.M. Harberts (eveneens woonachtig aan de Verlangenweg 1 te Chaam), gebruik van deze mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Het betreft 2 onderwerpen: hydrologische situatie t.p.v. de Verlangenweg 1 en de aanleg van landschapselementen in de directe nabijheid van de Verlangenweg.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
9b
9a
Nr 8b
Vereniging Natuurmonumenten Westelijke Havendijk 21 4703 RA Roosendaal (vervolg)
Chaam 2
Vereniging Natuurmonumenten Westelijke Havendijk 21 4703 RA Roosendaal
Chaam 2
C.A.M. Rijnen, Verlangenweg 1 4861 PM Chaam (vervolg en einde brief)
Reactie van: Chaam 2
De betreffende zienswijze geeft aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan: 4 extra poelen worden aangelegd.
Met de opmerking t.a.v. verdere uitwerking wordt rekening gehouden. In de tekst van het inrichtingsplan zijn een aantal maatregelen al opgenomen. Voor het overige betreft het hier nadere detaillering. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan. De Groote Heikantse Beek met de aangrenzende nieuw natuurgebieden vormen een ecologische verbindingszone. In de planvorming was aandacht voor watergebonden natuur. De terreinbeheerder geeft aan op dit punt een extra stap te willen maken.
De suggestie van Dhr. Rijnen wordt overgebracht aan Staats Bosbeheer en wordt dus ingebracht in de planvorming en verdere procedures voor dat poetsbestek. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Beoordeling waterschap In de reactie horend bij punt 1 is opgenomen dat een deel van de landbouwgronden die Dhr. Rijnen omschrijft als EHS alsnog zijn verkaveld, toedeling Staats Bosbeheer. In die hoedanigheid maakt het deel uit van het “poetsbestek natuur LI Baarle-Nassau”.
Pagina 12 van 17
2. Toevoegen 4 poelen langs Groot Heikantse Beek om als een echte verbindingszone te kunnen functioneren voor soorten die afhankelijk zijn van poelen. Betreft poel bij kruising Snijderseweg, Kalishoekloop, ten oosten van ’t Zuurven en laatste bocht voor de Kloosterstraat.
Ik heb de volgende aanvullingen: 1. Op de kaart zijn de maatregelen nog grofmazig beschreven en weergegeven. Bij de verdere uitwerking zijn nog keuzes nodig bijvoorbeeld t.a.v. exacte locatie bomenrijen, talud poelen en soortkeuze plantsoen.
Geacht bestuur, Met waardering heb ik kennis genomen van uw conceptontwerpplan van de natuurinrichting project Chaam 2. een enorme klus die na realisatie een impuls voor de natuur zal. Natuurmonumenten is bij het opstellen betrokken geweest, maar de definitieve kaarten had ik nog niet gezien. Vandaar mijn reactie na het bestuderen van de stukken die ter inzage liggen.
Hoogachtend, C.A.M. Rijnen
Inhoud reactie In eerdergenoemd inrichtingsplan worden voorstellen gedaan voor de aanleg/herstel van landschapselementen. In dat kader wil ik u graag op het volgende attenderen (zie bijgevoegde tekening over de situatie in het gebied ‘Zwartlaag-Oost’). Ten noordwesten van de Verlangenweg ligt op de zuidwest-oever van de Valkenburgse Leij een strook grasland. Ten zuidwesten daarvan liggen landbouwgronden (thans maïsakkers) Deze kavels worden van oudsher van elkaar gescheiden door een bomenrij met eiken. In deze bomenrij zijn echter grote gaten gevallen. Ik zou u willen voorstellen om deze kavelscheiding weer te herstellen door in de opengevallen stukken eikenbomen te planten op een onderlinge afstand van 10 tot 15 meter.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
Vereniging Natuurmonumenten Westelijke Havendijk 21 4703 RA Roosendaal (vervolg) Chaam 2
9e
Vereniging Natuurmonumenten Westelijke Havendijk 21 4703 RA Roosendaal (vervolg)
Chaam 2
Vereniging Natuurmonumenten Westelijke Havendijk 21 4703 RA Roosendaal (vervolg)
Chaam 2
9d
9c
5. Gewenst faunaduiker in Flaasdijk
De betreffende zienswijze geeft aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan: de voorziening voor faunamigratie wordt aangelegd.
Op meerdere locaties in het plangebied zijn faunaduikers voorzien. De Flaasdijk is lokaal een obstakel voor migratie. De voorgestelde maatregel om dit op te heffen wordt meegenomen in de planvorming. Of dit concreet het aanbrengen van een nieuwe duiker betekent of een aanpassing van de bestaande duiker zal bij uitvoering in het veld worden besloten.
T.a.v. rasters, schapengaas en landhekken wordt opgemerkt dat het aanbrengen daarvan standaard werk is: het betreft hier de formele afbakening van de toebedeelde percelen. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan: het plaatsen van rasters is standaard in de planvorming opgenomen.
t.a.v. waterberging De geplande aanleg van een waterberging dient meerdere doelen: het tijdelijk vasthouden van water in de bovenloop; het vergroten van het areaal riet = moeras; landbouwwater wordt door het moeras gestuurd met het oog op kwaliteitverbetering; het omleiden van schoon water rechtstreeks naar de Groote of Roode beek (de aanwezige afwateringssloot ter hoogte van de berging wordt gedempt) De contouren van de berging volgen de lijnen van het archeologisch waardevol gebied ter plaatse. De betreffende zienswijze is na indiening besproken met Natuurmonumenten. Daarbij bleek dat waterberging abusievelijk voor helofytenfilter werd aangezien (tijdens planvorming is dat begrip ter tafel gekomen) Tegen aanleg waterberging volgens het ontwerp bestaat evenwel geen enkel bezwaar. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Pagina 13 van 17
4. Voor begrazing zijn rasters nodig langs enkele percelen langs de diverse beken. Speelt vooral langs de beken ten noorden van Chaam. Graag in verdere uitwerking meenemen.
3.Bij inrichting Flaasdijk aangeven Flaasven, geen waterberging en dus loskoppelen van waterloop. Daarnaast is er raster nodig voor benodigde begrazing. Langs de waterlopen puntdraad, langs het pad en de Flaasdijk schapenraster i.v.m. vele hondenuitlaters. Drie landhekken zijn nodig om de percelen te ontsluiten.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
Vereniging Natuurmonumenten Westelijke Havendijk 21 4703 RA Roosendaal (vervolg) Chaam 2
Vereniging Natuurmonumenten Westelijke Havendijk 21 4703 RA Roosendaal (vervolg) Chaam 2
9g
9h
9i
Nr
Vereniging Natuurmonumenten Westelijke Havendijk 21 4703 RA Roosendaal (vervolg) Chaam 2
Reactie van:
Vereniging Natuurmonumenten Westelijke Havendijk 21 4703 RA Roosendaal (vervolg en einde brief)
Chaam 2
9f
Inhoud reactie
Met vriendelijke groet, Ing. F. v. Zijderveld Beheerder West-Brabant
Conform afspraak zijn de terreinbeheerders inhoudelijk bij het opstellen van het uitvoeringsbestek betrokken.
De betreffende zienswijze geeft aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan: 1 extra poel wordt aangelegd, aanleg drassige laagte wordt aangepast en blijft gehandhaafd. De betreffende zienswijze geeft aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan: de voor het beheer en onderhoud benodigde duikers worden op basis van afstemming met terreinbeheerder en het B&O-plan aangelegd.
De betreffende zienswijze geeft aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan: 1 extra poel wordt aangelegd. Op deze hoogte is een drassige laagte gepland die in de drogere periode van het jaar droog mag vallen. Natuurmonumenten stelt voor om een permanent watervoerend element toe te voegen in de vorm van een poel.
Het betreft hier een perceeltje direct bij de Houtgoorloop/Chaamse beek. E.e.a. ligt in een deel van het landinrichtingsgebied waar toedeling aan de natuur slechts zeer beperkt is gerealiseerd. Als onderdeel van de inrichtingswerken betekent aanleg van deze kleine poel een lokale versterking van de natte natuurwaarden.
De betreffende zienswijze geeft aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan: 2 extra poelen worden aangelegd.
De gevraagde poelen betekenen een versterking van de natte EVZfunctie van de naastgelegen Groote of Roode Beek.
Pagina 14 van 17
Beoordeling waterschap
Inrichtingsplan ‘Bremer’
Graag wil ik in nader overleg met u mijn aanvullingen bespreken en betrokken blijven bij de verdere vertaling richting uitvoeringsbestek. Ik heb er alle vertrouwen in dat de voorbereiding en uitvoering bij uw organisatie in goede handen is.
Op enkele plekken zijn duikers nodig voor ontsluiting en beheer (ook waterschap)
8. Langs Heikantsche Beek ten westen van loodrechte beplantingsstrook naar de Steengroeve een poel in het overhoekje. Zie hierboven.
7. In klein driehoekig perceel, tegen de smalle bosstroken langs de Oude Bredasebaan, een poel aanleggen. Later zal, buiten dit bestek, de bosrand worden teruggezet om zo een mooie bosrand en overgang te creëren. Zo wordt het een goede stapsteen in deze verbindingszone.
6. Tussen Baarleseweg en Sluisstraat: 2 extra poelen. Een halverwege, ter hoogte van de dwarssloot en een in driehoek bij Baarleseweg.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
10 a
Namens onze cliënt de heer Adams en mevrouw Prinsen, wonende aan de Dorpsstraat 7 te Ulicoten, dien ik hierbij een inspraakreactie in tegen het ontwerpplan Chaam 2.
ABAB namens Adams Dorpstraat 7, Ulicoten
In het inrichtingsplan zijn voor de Bremer en/of de zijlopen géén maatregelen opgenomen die verhoging van de oppervlaktewaterstand tot gevolg hebben. Er wordt geen beekbodemophoging uitgevoerd. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Ter hoogte van twee van de drie percelen wordt alleen aan de zuidzijde van de beek (d.i. de tegenovergelegen oever) een flauw talud gerealiseerd. Op de insteek wordt beekbegeleidende beplanting aangebracht; een strook van 5 m ruigte wordt als onderhoudspad gereserveerd. Wat uitgevoerd wordt betreft meer het landschappelijk accentueren van de beek dan het feitelijk inrichten van deze EVZ. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Over de hele lengte heeft deze beek de functie van EVZ. Met name vanwege de huiskavel problematiek is toedeling ten behoeve van natuur langs de Bremer nauwelijks mogelijk gebleken. Als gevolg daarvan is realisatie van deze EVZ in dit inrichtingsplan niet mogelijk. Een smalle strook grond langs een deel van de beek kon ten behoeve van de natuur worden toebedeeld.
Navraag bij Dhr. Adams leert dat aspergeteelt een drooglegging van 1 tot 1,5 mtr vraagt.
De percelen grenzen geheel of gedeeltelijk aan de beek en kennen een natuurlijk aflopend profiel.
Betreffende percelen (3) zijn gelegen langs de beek ‘de Bremer’. Op dit moment is de hydrologische situatie als volgt: GLG: onmiddellijk naast de beek 40-80 cm onder maaiveld; voor het overige 80 tot 240 cm onder maaiveld. GHG: onmiddellijk naast de beek 0 - 40 cm onder maaiveld; voor het overige 80 tot 160 cm onder maaiveld.
Pagina 15 van 17
In het plan is opgenomen dat voor een deugdelijke functionering van de ecologische verbindingszone het enerzijds noodzakelijk is dat de oppervlaktewaterstand wordt verhoogd, zodat tengevolge daarvan ook de beoogde verbreding van de ecologische verbindingszone gestalte kan krijgen. Immers, door een verhoging van de oppervlaktewaterstand alsmede de daarmee samenhangende hogere grondwaterstand brengt dit met zich mee dat een vematting optreedt langs de ecologische verbindingszone zodat deze gronden dan geschikt worden ten behoeve van natuurontwikkeling.
De ligging van de gronden van cliënt zijn weergegeven op de bijgevoegde bijlage 1. Zoals valt op te maken zijn de 3 percelen direct aangrenzend gelegen aan de ecologische verbindingszone. Uit het ontwerpplan valt op te maken dat het de doelstelling van het Waterschap is dat de betreffende watergang een functionele binding wordt tussen de diverse deelnatuurgebieden.
In 2008 heeft cliënt de grond geschikt gemaakt voor de teelt van asperges, in die zin dat er schuimaarde is opgebracht. Daarnaast heeft een bemonstering van de grond plaatsgevonden om de geschiktheid voor de teelt van asperges te onderzoeken. Gebleken is dat de grond zich uitstekend leent voor de teelt van asperges. Voor zover noodzakelijk kunnen deze relevante stukken aan u worden overgelegd.
Cliënt exploiteert aan voornoemde locatie een vleeskuikenbedrijf evenals een groenteteelt- en akkerbouwbedrijf. Dienaangaande heeft er 2 jaar geleden bedrijfsontwikkeling plaatsgevonden in die zin dat er ongeveer 8 ha landbouwgrond is bijgekocht, dit met name bedoeld om de teelt van asperges uit te breiden.
Geacht bestuur,
Bremer
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
10 b
ABAB namens Adams Dorpstraat 7, Ulicoten (vervolg en einde brief)
Bremer
Ing. J.B.M. Lauwerijssen ab
ABABA/Vastgoedadvies B.V.
Met vriendelijke groet,
In afwachting van uw reactie, verblijf ik,
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
De gevraagde opschorting van de procedure is niet van toepassing. De agrarische belangen zijn afdoende in het inrichtingsplan opgenomen.
Uit het hydrologisch onderzoek komt ter hoogte van de 3 percelen het volgende beeld: * Ter hoogte van de percelen wordt geen wijziging van droogteschade en natschade berekend. * Bij een deel van twee percelen wordt voor een deel van de betreffende oever een toename van inundatie met 2 – 9 cm berekend. * De doelrealisatie ‘landbouw’ wijzigt na uitvoering van de maatregelen uit dit inrichtingsplan niet. De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Met het oog op zowel de agrarische- en natuurbelangen is het inrichtingsplan hydrologisch doorgerekend. Het hydrologisch onderzoek maakt geen deel uit van het inrichtingsplan en heeft in deze procedure niet ter visie gelegen.
Pagina 16 van 17
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Alvorens het ontwerpplan verder in procedure wordt gebracht stelt cliënt voor dat een gedegen onderzoek wordt uitgevoerd naar het landbouwkundige gebruik van de gronden die aan cliënt toebehoren in relatie tot de te wijzigen hydrologische situatie van de omgeving. Nu deze onderzoeken niet hebben plaatsgevonden stelt cliënt dat de procedure vooralsnog wordt opgeschort enerzijds, dan wel dat de plannen dusdanig worden aangepast dat er geen oppervlaktewaterstand en stijging van grondwaterstand wordt doorgevoerd.
Dit betekent echter wel dat de exploitatie van de gronden van cliënt voor met name aspergeteelt danig in het geding komt. Immers, aspergeteelt kan niet plaatsvinden op gronden die relatief gezien een hoge grondwaterstand hebben, met als gevolg dat de aspergeteelt zich niet zodanig kan ontwikkelen als cliënt voor ogen heeft. Het is u wellicht bekend dat asperges diep bewortelen met als gevolg dat vanwege de stijging van de grondwaterstand dit leidt tot afremming in groeiontwikkeling. Immers, asperges gedijen met name goed bij hoger gelegen gronden en een lage grondwaterstand. Nu cliënt specifiek deze gronden heeft aangekocht voor de aspergeteelt en daartoe al de nodige investeringen heeft gepleegd, zou de feitelijke uitwerking van de ecologische verbindingszone leiden tot aanzienlijke schade.
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
Nr 12
Nr 11
Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau, P/a DLG Tilburg
Reactie van: Merkske-oost
Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau, P/a DLG Tilburg
Reactie van: Bremer
Een gezamenlijke oplossing is gevonden in de volgende aanpak: Enkele sloten worden uitgediept en ontdaan van houtopslag; een verbindingsslootje wordt gegraven. Het water wordt dan afgevoerd in noordelijke richting. Deze werkzaamheden worden opgenomen in een aanvullend Kavelaanvaarding bestek van de Landinrichting en worden in het najaar van 2009 uitgevoerd.
Locatie 3: gevreesd wordt voor wateroverlast, zodra deze sloot wordt gedempt ten behoeve van de ontwikkeling van een poel. Er wordt dan ook nadrukkelijk gevraagd de mogelijkheden van afwatering van deze sloot in westelijke richting te behouden.
(Locatie 1 en 2: zie reactie punt 1)
Pagina 17 van 17
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Beoordeling waterschap De kwestie is opgenomen met Dienst Landelijk Gebied en betrokkene Mevr. Braspenning-Laurijssen, wonende aan Postel 4.
Voorstel zienswijze ivm ter visie legging Het Merkske Bijlage: kaart
Inhoud reactie
De betreffende zienswijze geeft geen aanleiding tot wijziging van het inrichtingsplan.
Het volledige perceel verkrijgt van provincie de status EHS en de in het inrichtingsplan omschreven inrichtingsmaatregelen worden gerealiseerd.
Beoordeling waterschap Over e.e.a. is overlegd met de provincie waarbij de volgende uitgangspunten zijn vastgesteld: * Het perceel is onverdeelbaar eigendom van Bureau Beheer Landbouwgronden. * Ca. 50% van het perceel is als EHS opgenomen op de provinciale Natuurdoeltypen kaart. * Met het oog op realisatie van de Ecologische Verbindingszone de Pools Heining is het perceel als ‘steppingstone’ in dit inrichtingsplan uitgewerkt.
Inrichtingsplan ‘Merkske-oost’
Beschreven perceel is in het kader van de ruilverkaveling toegedeeld aan Bureau Beheer Landbouwgronden ( GEEN BBL tbv SBB oid) . Desondanks is deze kavel toch in de inrichting meegenomen. Niet geheel duidelijk is of dit ook daadwerkelijk de bedoeling is geweest. Kavel heeft deels al EHS status, en voor een deel is er voorgesteld om de EHS status aan toe te voegen. Landinrichtingscommissie stelt zich op het standpunt dat inrichting en doorlevering van deze kavel akkoord is, indien aantoonbaar kan worden gemaakt dat de inrichting van deze kavel noodzakelijk is om de taakstelling te realiseren. De Commissie gaat er daarbij ook vanuit dat, indien de taakstelling ook zonder de inrichting van de kavel gehaald wordt, deze kavel zonder inrichting eigendom kan blijven van BBL, ten behoeve van latere reconstructiedoelen.
Voorstel zienswijze ivm ter visie legging De Bremer Bijlage: kaart kavel 044058B, oppervlakte 1.79.25
Inhoud reactie
Inspraaknotitie Inrichtingsplannen: Chaam 2; Bremer; Merkske-oost
Nummer : *09I002721* Barcode : 09I002721 Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen de inrichtingsvoorstellen en inspraaknota horende bij de conceptinrichtingsplannen van de projecten: Chaam 2 (projectnummer: 0181) Bremer: (projectnummer: 0184) en Merkske-Oost: (projectnummer: 0183) gezien het advies van het dagelijks bestuur van de vergadering van 8 september 2009
BESLUIT: vast te stellen de inrichtingsplannen “Chaam 2”, “Bremer” en “Merkske-oost”. Vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 14 oktober 2009.
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Nummer : *09I002849* Barcode : *09I002739* Mededeling 4b voor het algemeen bestuur van 14 oktober 2009 Onderwerp: afgeronde procedures 2008 en 2009 Hierbij treft u aan: - een overzicht van de afgeronde juridische procedures over 2008 - een overzicht van de tot dusverre in 2009 afgeronde procedures - een overzicht van de thans lopende procedures
(bijlage 1); (bijlage 2); (bijlage 3).
Hiermee wordt tevens voldaan aan de verplichting om procedures bij uw bestuur te melden. De bezwaarprocedures voor zover behandeld in de commissie bezwaarschriften, zijn in het overzicht niet meegenomen, behalve in het geval dat het waterschap zelf bezwaar heeft gemaakt en de bezwaren met betrekking tot de nieuwbouw op Bouvigne. De Commissie bezwaarschriften zorgt ieder jaar voor een verslag van de behandelde bezwaren (uitgezonderd de fiscale bezwaren). De fiscale bezwaren zijn ieder jaar zeer omvangrijk (enkele duizenden). In het overzicht zijn alleen de fiscale beroepsprocedures opgenomen. Zoals blijkt uit de eerdergenoemde overzichten: − zijn er in 2008: 37 procedures afgerond (11 procedures in de periode voor 15 april en 26 in de periode na 15 april); − zijn er in de eerste periode van 2009 (t/m 31 juli 2009) 26 procedures afgerond; − waren er op peildatum 1 augustus 2009: 25 procedures in behandeling. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in uw vergadering van 25 juni 2008 reeds eerder is gerapporteerd over de afgeronde procedures in dat jaar, dat wil zeggen tot en met 15 april 2008. Een aantal procedures is hieronder kort nader toegelicht Bestuursrechtelijke procedures Hoger beroep TOM, Door TOM (Tuinbouw OntwikkelingsMaatschappij) is hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank waarin het waterschap wordt opgedragen opnieuw te beslissen op de bezwaren tegen de aan de TOM verleende ontheffing voor het dempen van een waterloop ten behoeve van kassenbouw. Het waterschap onderschrijft de uitspraak van de rechtbank en zal daarom uitvoering geven aan de uitspraak van de rechtbank: opnieuw beslissen op de bezwaren. Beroep Vlip Door de Vlip (Vereniging Landschapsbehoud in Prinsenbeek) was beroep ingesteld tegen het feit dat het waterschap niet tijdig een besluit op bezwaar had genomen met betrekking tot de aan de TOM verleende ontheffing. De rechtbank heeft de Vlip niet-ontvankelijk verklaard omdat bij de terugverwijzing naar het waterschap zowel het besluit op bezwaar als het besluit zelf was vernietigd. Er lag dus nog enkel een aanvraag waartegen geen bezwaar kon worden ingediend. Deze situatie is op dit moment nog actueel. Inrichtingsplan waterbergingen Zundert Tegen het besluit van de provincie Noord-Brabant van 2 juni 2009 heeft iemand uit Zundert administratief beroep ingesteld (appellant). In het geding draait het om een wandelpad dat het waterschap aanlegt nabij de percelen van appellant. Anders dan appellant stelt de provincie dat het besluit zorgvuldig tot stand is gekomen omdat in de zienswijzennota de door appellant aangegeven alternatieven zijn genoemd en besproken. Appellant voert onder meer aan dat met de aanleg van het wandelpad haar privacy wordt aangetast. Dit wordt door de provincie niet onderschreven.
Aanlegsteiger v.e. woonschip aan de Overdiepse kade (gemeente Waalwijk) Er liepen 2 procedures in deze zaak. 1. bezwaar tegen de verleende ontheffing voor een aanlegsteiger; 2. bezwaar tegen de geweigerde ontheffing voor dezelfde aanlegsteiger. Beide bezwaren zijn niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen is beroep ingesteld. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard en het dagelijks bestuur in beide gevallen opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Het dagelijks bestuur heeft vervolgens besloten te berusten in beide uitspraken en in beide zaken een nieuw besluit op bezwaar te nemen. De gemeente Waalwijk heeft echter in een bestuurlijk overleg met het waterschap bevestigd dat de eigenaar van het woonschip onlangs is afgekocht door de gemeente Waalwijk. Hiervoor heeft hij zijn aanvraag om een ligplaats en alle lopende bezwaren bij de gemeente ingetrokken. Het was dus de vraag of de eigenaar nog een actueel belang had bij beide zaken. Per brief van 24 april 2009 heeft de eigenaar van het woonschip beide bezwaren bij het waterschap ook ingetrokken. Procedures inzake nieuwbouw Bouvigne Bouwvergunning 1e fase Hangende de bezwaarprocedure van de Vereniging Vrienden van het Markdal en buitenplaats Bouvigne (hierna: de Vereniging) en de Milieuvereniging Groene Koepel (hierna: de Groene Koepel) tegen de bouwvergunning 1e fase is tevens aan de rechter het verzoek gedaan om een voorlopige voorziening te treffen en de bouwvergunning te schorsen. Dit verzoek om voorlopige voorziening is door de rechter afgewezen. Het bezwaar van de Vereniging tegen de verleende bouwvergunning 1e fase is ongegrond verklaard. De Groene Koepel is door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Breda nietontvankelijk verklaard omdat deze vereniging, gelet op haar statuten, niet aangemerkt kan worden als belanghebbende. Zowel de Vereniging als de Groene Koepel zijn tegen de beslissing op bezwaar in beroep gegaan en hebben de rechter tevens verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft direct uitspraak in de hoofdzaak gedaan en het beroep van de Vereniging ongegrond verklaard. Het beroep van de Groene Koepel is wel gegrond verklaard omdat de rechter van mening is dat de Groene Koepel wel als belanghebbende aan te merken is. Hij heeft hierbij het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen, afgewezen. De Vereniging heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak waarin het beroep ongegrond is verklaard, maar inmiddels is dit hoger beroep ingetrokken. Gelet op de uitspraak van de rechter inzake de Groene Koepel dient het college van Burgemeester en Wethouders nu een nieuwe beslissing op de bezwaren te nemen. Op 15 juli 2009 heeft de zitting bij de bezwaarschriftencommissie plaatsgevonden. Vervolgens dient het college van Burgemeester en Wethouders dan nog een beslissing op bezwaar te nemen. Hiertegen staat voor de Groene Koepel beroep open. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft zelf ook hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank waarin het beroep van de Groene Koepel gegrond is verklaard. Deze gegrondverklaring ziet enkel en alleen op het feit dat de rechter, in tegenstelling tot het college, de Groene Koepel wel als belanghebbende aanmerkt in de procedure tegen de bouwvergunning 1e fase. Het college van Burgemeester en Wethouders wil hierover een uitspraak van de Raad van State. Tijdelijke dam met duiker bouwlocatie De Vereniging heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende Keur-ontheffing voor het aanbrengen van een tijdelijke overkluizing ten behoeve van het aanbrengen van de fundering van de nieuwbouw op Bouvigne. De commissie bezwaarschriften heeft geadviseerd om het bezwaar ongegrond te verklaren. Bezwaren tegen verleende kapvergunning voor het kappen van 24 bomen en het verplanten van 15 bomen De Vereniging en de Groene Koepel hebben bezwaar gemaakt tegen de aan het waterschap verleende kapvergunning voor het kappen van 24 bomen en verplanten van 15 bomen. De Adviescommissie bezwaarschriften van de gemeente Breda heeft geadviseerd om de bezwaren gegrond te verklaren omdat het naar het oordeel van de Adviescommissie onvoldoende is komen vast te staan welke (situatie)tekening onderdeel uitmaakt van de aanvraag om kapvergunning. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft bij zijn beslissing op bezwaar besloten om af te wijken van het advies omdat het volgens het college wel duidelijk is welke tekening bij de aanvraag hoort. In tegenstelling tot de Adviescommissie is het college van mening dat het besluit tot verlening van de kapvergunning zorgvuldig tot stand is gekomen. Hoger beroep inzake aanwijzing van de buitenplaats Bouvigne als rijksmonument Het waterschap meent dat de rechtbank de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ten onrechte is gevolgd in het betoog dat met betrekking tot het complex een gerechtvaardigd vertrouwen in de zin van artikel 5, aanhef en onder b, van de Beleidsregel is gewekt. Het waterschap voert daartoe aan dat de omstandigheid dat het complex in de in het kader van de "Verfijningsoperatie historische buitenplaatsen"
-2-
opgestelde lijst is opgenomen niet tot dat oordeel kan leiden, omdat het waterschap in het vooroverleg over het bouwplan niet is gewezen op het bestaan van die lijst en die lijst verder louter indicatieve betekenis heeft. Daarom is geen gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat de buitenplaats zal worden aangewezen, terwijl zodanig vertrouwen evenmin bij de gemeente en de provincie is gewekt, aldus het waterschap. De Raad van State is het waterschap in die redenering niet gevolgd en heeft de uitspraak van de rechtbank in stand gelaten. Verzoek om handhaving inzake het gebruik van het parkeerterrein en bouwterrein De Vereniging heeft het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Breda verzocht om handhavend op te treden tegen de (vracht)wagens die ten behoeve van de nieuwbouw parkeren op het parkeerterrein bij het restaurant Bouvigne Paradijs. Tevens is door de Vereniging verzocht om handhavend op te treden tegen de aangebrachte rijplaten, geparkeerde kraanwagens en opgeslagen bouwmaterialen op het perceel. Het college heeft besloten het handhavingverzoek af te wijzen. Het gebruik van het parkeerterrein bij het restaurant valt volgens het college van Burgemeester en Wethouders onder het overgangsrecht. Voor wat betreft het gebruik van de gronden rondom de nieuwbouw voor opslag van materialen etcetera. ziet de gemeente ook geen aanleiding daartegen handhavend op te treden. Het bouwen van een gebouw brengt nu eenmaal met zich mee dat de omliggende gronden worden ingericht als bouwterrein. En het is een tijdelijke situatie. Het college van Burgemeester en Wethouders is daarnaast ook van mening dat de Vereniging door deze situatie niet in haar belangen wordt geschaad. (Prematuur) bezwaarschrift inzake aanlegvergunning en inritvergunning De Vereniging heeft bezwaar gemaakt tegen het afgeven van een aanleg- en inritvergunning omdat er sprake zou zijn van strijdigheid met de ter plaatse geldende bestemming. Dit bezwaarschrift is thans nog in behandeling bij de Adviescommissie bezwaarschriften van de gemeente Breda. Het waterschap stelt zich op het standpunt dat het bezwaar prematuur is: de betreffende vergunningen zijn nog niet verleend. Civielrechtelijke procedures Verzekeringskwestie In deze verzekeringskwestie is er een comparitie van partijen geweest waarbij de rechter er expliciet op aanstuurde om te schikken. (Waterschap was de gedaagde partij.) Daarop hebben partijen besloten om te schikken voor € 1.500,-- waarbij expliciet is opgenomen dat er geschikt is vanuit financiële en processuele overwegingen (een verbod aan eiser, om dit openbaar te maken, is opgenomen in het vonnis). Vrijwaringszaak In deze kwestie, waarbij het Rijk in vrijwaring is opgeroepen en het waterschap naast 15 andere partijen (bouwcombinatie in verband met aanleg HSL) is gedagvaard. In deze zaak zijn partijen overeengekomen (voor het waterschap een verzekeringzaak) dat een schikking financieel en processueel de beste oplossing is. Onze verzekeraar heeft het schikkingsbedrag overgemaakt. Kort gedingen aanbesteding: Begin 2009 en in de loop van 2009 hebben wij een aantal kort geding dagvaardingen ontvangen in aanbestedingszaken. Hieruit is naar voren gekomen dat het waterschap haar aanbestedingsbeleid consequent toepast. De kort gedingen zijn naar ons inziens een gevolg van de economische crisis (het verkrijgen van een opdracht wordt belangrijker) en de omstandigheid dat inschrijvers steeds meer bekend raken met aanbestedingen. Concluderend kan gesteld worden dat het waterschap in beginsel altijd correct heeft gehandeld, met dien verstande dat er wel een aantal leermomenten zijn geweest. De uitspraken tot 1 juli 2009 zijn allemaal in het voordeel van het waterschap geweest. De leermomenten bestaan erin dat sommige eisen scherper gesteld kunnen worden (tekstueel voornamelijk).
-3-
Nummer: *09I002725* Barcode:
*09I002725*
Mededeling voor het algemeen bestuur van 14 oktober 2009 Onderwerp: afgeronde procedures 2008 en 2009 Afgeronde procedures 2008 (16-4-08 t/m 31-12-08)
Rechtsgebied Bestuursrecht soort procedure
Uitkomst Gewonnen gedeeltelijk gewonnen verloren
beroep
7
hoger beroep
1
1
1
1
1
administratief beroep bezwaar bij ander overheidsorgaan voorlopige voorziening
Totaal bestuursrecht
1
9
11
Fiscaal recht
beroep
11
hoger beroep
1
bezwaar bij ander overheidsorgaan
Totaal fiscaal recht
11
1
12
Privaatrecht procedure in eerste aanleg kort geding
3
hoger beroep cassatie
Totaal privaatrecht
3
Eindtotaal
23
3
2
1
26
Afgeronde procedures 2009 (1-1-09 t/m 1-8-09)
Rechtsgebied Bestuursrecht soort procedure
Uitkomst Gewonnen gedeeltelijk gewonnen verloren
beroep
3
hoger beroep
1
administratief beroep
2
1
bezwaar bij ander overheidsorgaan
4
voorlopige voorziening
5
1
15
2
beroep
3
1
hoger beroep
1
Totaal bestuursrecht
17
Fiscaal recht
bezwaar bij ander overheidsorgaan
Totaal fiscaal recht
4
1
5
Privaatrecht procedure in eerste aanleg
1
kort geding
2
hoger beroep
1
cassatie
Totaal privaatrecht
4
Eindtotaal
23
4
3
26
Lopende procedures 2009
Rechtsgebied Bestuursrecht soort procedure
beroep
10
hoger beroep
1
administratief beroep
1
bezwaar bij ander overheidsorgaan voorlopige voorziening verzoek om nadeelcompensatie
Totaal bestuursrecht
2
13
Fiscaal recht
beroep
5
hoger beroep bezwaar bij ander overheidsorgaan
Totaal fiscaal recht
5
Privaatrecht procedure in eerste aanleg
5
kort geding
1
hoger beroep
1
cassatie
Totaal privaatrecht
7
Eindtotaal
25
Agendapunt 4c
Aan de leden van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta
Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: Barcode: Behandeld door: Doorkiesnummer: Datum: Verzenddatum:
09I002864
07I003126 afdeling FEZ 076 56 413 77 09 september 2009 11 september 2009
Onderwerp: Managementletter 2 Geacht bestuur, Bijgaand ontvangt u ter kennisname de 2e managementletter over het dienstjaar 2009 zoals die door het dagelijks bestuur in haar vergadering van 8 september 2009 is vastgesteld. In 2009 wordt driemaal een managementletter gepresenteerd. Op basis van de meest actuele inschattingen wordt een prognose gedaan met betrekking tot de inhoudelijke en financiële bedrijfsresultaten voor het volledige dienstjaar. Deze tweede managementletter heeft als peildatum 1 juli 2009. Inschatting bedrijfsresultaat De conclusie is dat voor de exploitatie het overgrote deel van de geplande producten en diensten voor 2009 wordt gerealiseerd. De prognose daarbij is dat daarbij een voordelig verschil ten opzichte van de begroting ontstaat van € 3,6 miljoen. Dit is inclusief de bij het vaststellen van de begroting geformuleerde bezuinigingsopdracht 2009 van € 0,5 miljoen in het Watersysteembeheer. In dit bedrag is eveneens het effect van de verwerkingswijze van de Switchtransactie van de SNB verwerkt. Verder zijn er nog enkele bijzondere posten die nog niet verwerkt zijn in de cijfers maar die gezien de impact wel zijn genoemd. Over de verwerkingswijze van de Switchtransactie van het waterschap is op verzoek van het dagelijks bestuur een second opinion uitgevoerd door bureau Zanders. Ernst & Young accountants hebben begin september hun visie gegeven over de verwerking van de Switchtransactie. De verwerkingswijze zoals die door Deloitte werd geadviseerd, wordt door Ernst & Young niet afgewezen. Zij het dat Ernst & Young daarnaast een andere mogelijkheid heeft aangegeven. Deze houdt in dat niet de bruto maar de netto ontvangsten worden gepassiveerd. De ontvangsten mogen daardoor gesaldeerd worden met de te betalen premies. De te betalen premies komen hierdoor niet meer ten laste van het resultaat. Jaarlijks dient € 574.000 gepassiveerd te worden. Samen met Ernst & Young zal de komende maanden een model ontwikkeld worden om periodiek een analyse (kwantitatief en kwalitatief) te doen ter bepaling van de omvang van het risico. Mocht dit hoger zijn dat het tot op dat moment totaal gepassiveerde bedrag dan dient voor het verschil een voorziening te worden gevormd. Rekening houdend met de wijze van verwerking in de jaarrekening 2008 en de raming in de begroting 2009 betekent dit dat de nieuwe verwerkingswijze t.o.v. de begroting 2009 per saldo een nadeel van € 33.000,- oplevert.
Wat de investeringen betreft wordt in deze managementletter nog niet gerefereerd aan het Bestuursprogramma, maar aan het IP 2009-2013 uit de kadernota 2008. Hiervan zijn immers de kapitaallasten in de begroting 2009 opgenomen. In de kadernota is voor 2009 uitgegaan van een investeringsvolume van ongeveer € 86 miljoen. De raming in deze managementletter sluit op € 66 miljoen. Ten opzichte van de raming voor 2009 is dit circa 76%. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de bijlagen bij de managementletter. Voor de bepaling van de reservepositie van de begroting 2010 zal rekening worden gehouden met het genoemde bedrijfsresultaat uit deze managementletter (inclusief de thans nog niet verwerkte posten). De reservepositie per 1-1-2010 zal op basis hiervan dan ca. € 2,4 miljoen gunstiger zijn dan opgenomen in het bestuursprogramma. Wij hopen u met deze managementletter voldoende te hebben geïnformeerd met betrekking tot de inhoudelijke en financiële voortgang van de activiteiten en projecten in 2009 tot op heden.
Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Managementletter 2009-2
Bestemd voor
Algemeen Bestuur
Datum 14 oktober 2009
Doc.nr. 09I002865
1
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Inleiding, doelstelling en algemene aandachtspunten Inleiding Doelstelling Aandachtspunten Hoofdstuk 2: Belangrijke ontwikkelingen per beleidsveld Beleidsveld 1000 - Planvorming Beleidsveld 2000 - Aanleg en onderhoud keringen Beleidsveld 3000 - Inrichting onderhoud watersys Beleidsveld 4000 - Bouw en expl zuiv techn werken Beleidsveld 5000 - Inrichting en oh vaarw/havens Beleidsveld 6001 - Vergunningverlening Beleidsveld 6002 - Handhaven keur Beleidsveld 6501 - Beheersing van lozingen Beleidsveld 6502 - Handhaving WVO Beleidsveld 7000 - Heffing en invordering Beleidsveld 8000 - Bestuur en communicatie Beleidsveld 9000 - Dekkingsmiddelen en saldo Ondersteunend hoofdproduct 0200 - Secretaris - Directeur Ondersteunend hoofdproduct 0300 - Sector Middelen Ondersteunend hoofdproduct 0400 - Sector Financien/ICT Ondersteunend hoofdproduct 0500 - Concernstaf Ondersteunend hoofdproduct 0600 - Sector SBO Hoofdstuk 3: Bedrijfsresultaat Inschatting bedrijfsresultaat Hoofdstuk 4: Risicoparagraaf Risico's Hoofdstuk 5: Conclusie en bijlagen Conclusie Bijlagen
2
1. INLEIDING,
DOELSTELLING EN ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
INLEIDING Op basis van afspraken vanuit de Planning en Controlcyclus wordt er gedurende het kalenderjaar periodiek een managementletter opgesteld die door het DB wordt vastgesteld en ter kennisname aan het AB wordt aangeboden. I.v.m. de drukke eerste maanden van het jaar (Bestuursprogramma/Kadernota, Jaarrekening) en de vaak nog beperkte ontwikkelingen in die periode wordt er vanaf 2009 (voorlopig) gewerkt met een 3-tal Managementletters. Hierbij treft u aan de managementletter 2009-2.
DOELSTELLING De doelstelling van de managementletter is het bestuur op een beknopte en overzichtelijke manier te informeren over de inhoudelijke en financiële voortgang van de bedrijfsprocessen en projecten en daarmee over de inschatting van de bedrijfsresultaten voor het lopende jaar. Om beknopt en overzichtelijk te kunnen rapporteren zal zoveel mogelijk o.b.v. het principe van management by exception worden gerapporteerd. Concreet betekent dit dat ten aanzien van de reguliere bedrijfsactiviteiten alleen gerapporteerd wordt over zaken die (inhoudelijk of financieel) positief of negatief belangrijk afwijken van de prognoses in de begroting. Wel zal de status van bijzondere activiteiten, speerpunten en risico's worden vermeld. Een volledig beeld van voorgenomen activiteiten treft u in de begroting.
3
AANDACHTSPUNTEN
Doelstelling managementletter Rechtmatigheid Naar dit onderwerp gaat ook in 2009 veel aandacht uit. Hierover zal ook in 2009 nog regelmatig overleg plaats vinden met de portefeuillehouder en ook breed worden afgestemd binnen de organisatie. Dit alles om vanaf 2009 te voldoen aan de rechtmatigheidbepalingen zoals die zijn opgenomen in de nieuwe waterschapswet. Vanuit de vastgestelde interne controleplannen voor de belangrijkste aandachtsgebieden zijn deze in de praktijk uitgevoerd. De bevindingen en eventuele aanbevelingen worden bestuurlijk geagendeerd. Tevens vindt er op dit terrein nadere afstemming plaats met de nieuwe accountant. Programma- en projectmanagement Dit blijft ook in 2009 een organisatiebreed speerpunt. Enerzijds ter verdere professionalisering en beheersing (planningen, financiën, risico’s, kengetallen) hiervan en anderzijds gekoppeld aan de in- en externe regelgeving inclusief zaken als bevoegdheden, rechtmatigheid etc. Ook een gedegen dossiervorming is en blijft daarbij een belangrijk aandachtspunt. Nu de reorganisatie is afgerond kan dit met de nieuwe betrokken afdelingen verder worden opgepakt in het 2e half jaar. Implementatie nieuwe wet- en regelgeving Ook in 2009 komt er de nodige nieuwe wet- en regelgeving op het waterschap af. Te denken valt daarbij bijvoorbeeld aan de WABO (Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht) en de Waterwet met daaraan gekoppeld zaken als muskusrattenbestrijding en grondwaterbeheer die daarbij (deels) worden overgedragen van de provincie naar het waterschap. De voorbereidingen hierop zijn in volle gang waarbij wordt beoordeeld wat de consequenties in inhoudelijke, personele en organisatorische zin zijn voor het waterschap. Bezuiniging € 500.000,- watersysteembeheer. Conform de afspraken bij het vaststellen van de begroting 2009 wordt de eenmalige extra inzet van de reserve t.b.v. ongebouwd gecompenseerd binnen het watersysteembeheer in 2009 zodat daarmee de reserve weer wordt aangevuld. Deze bezuiniging zal met name op de beleidsvelden 1000 en 3000 worden gerealiseerd. Zie verder ook de toelichting bij de betreffende beleidsvelden. Inmiddels is in deze ML bij de betreffende beleidsvelden inzichtelijk gemaakt hoe deze € 500.000,- bezuiniging wordt gerealiseerd in 2009. Schikking hoger beroepsprocedure over garantieovereenkomst Een aantal jaren geleden is een civiele procedure aangespannen over het niet nakomen van een antiafhaakcontract m.b.t. zuiveren. Inmiddels is een voorstel aanvaard door het bedrijf. Overeengekomen is dat het bedrijf een bedrag van € 645.000,- zal betalen, waarna de partijen over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben inzake hun geschil over de overeenkomst. De vaststellingsovereenkomst wordt nu opgesteld en daarna getekend. Bij de nog te betalen posten op de balans van het waterschap is een bedrag van € 683.000,- m.b.t. deze procedure opgenomen. Dit bedrag kan ten gunste van de exploitatie afgeboekt worden. Het totale voordeel bedraagt € 1,3 miljoen en is nog niet verwerkt in deze Managementletter.
4
2. BELANGRIJKE
ONTWIKKELINGEN PER BELEIDSVELD
BELEIDSVELD 1000 - PLANVORMING Speerpunten Verdere uitwerking van het ketenbeleid Er wordt een visie opgesteld op de betrokkenheid van het waterschap bij de waterketen. Hierbij gaat het om het kiezen van richtingen en de wijze van samenwerking. De implementatie volgt vanaf 2010. In juni is hierover een thema DB gehouden. Een bestuursopdracht voor het opstellen van een ketenvisie is in voorbereiding. Voorzien wordt dat de visie in 2009 en 2010 zal worden opgesteld. Waterbeheer- en Stroomgebiedbeheerplan Tijdig vaststellen van een concept Waterbeheerplan (inclusief keringenbeheer) en Stroomgebiedbeheerplan. Vanwege de gecompliceerde samenhang tussen de plannen van Rijk, Provincie en gemeente staat het proces onder druk, maar het ligt op schema. Planstudie waterberging Waterberging op het Volkerak-Zoommeer heeft direct consequenties voor de kans op wateroverlast in West-Brabant, maar levert daarnaast ook kansen voor duurzaam waterbeheer. Bestuur en ambtelijke dienst worden intensief bij de planstudie waterberging betrokken. Waterschap participeert in de planstudie, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Het DB heeft ingesproken op de startnotitie en commentaar geleverd op de concept startnotitie. Richting geven aan veiligheidsfilosofie De nieuwe veiligheidsfilosofie stelt het waterschap voor allerlei uitdagingen, met name de risicobenadering en het zoeken naar innovatieve en kosteneffectieve oplossingen. Bestuur en ambtelijke dienst worden intensief hierbij betrokken. Discussie over veiligheidsfilosofie wordt nu vooral gevoerd in het kader van het Deltaprogramma. Voorlopig zijn daar andere prioriteiten: wetgeving, organisatie, opstellen Deltaprogramma. Discussie over het vervolg van VNK begint in Unie verband weer op gang te komen. Dit zal wellicht leiden tot nieuwe vraag naar (substantiële) financiële bijdragen door waterschappen. KRW en samenwerking met Vlaanderen Speerpunten hierin zijn het verder uitbouwen van de samenwerking met Vlaanderen en het vaststellen van een goed stroomgebiedbeheerplan. Het opstellen van het stroomgebiedbeheerplan ligt op schema. Eind 2008 zijn we samen met Vlaanderen gestart met de uitvoering van het Interreg IVa project Interactieve Watersystemen. Eind 2009 starten we met een tweede Interreg IVa project (Invasieve Exoten). Daarnaast zijn er verschillende contacten op het gebied van onderhoud, bij de voorbereiding van de implementatie van de Richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR) en zijn er bestuurlijke contacten (de Dijkgraaf is bijvoorbeeld lid van de Stuurgroep van het Vlaamse waterschap Mark en Weerijs).Vanwege de verschillen in de bestuurlijke constellatie, verschillen in politieke agenda’s en de KRWafstemming blijft het belangrijk om een goede samenwerking met Vlaanderen hoog op de agenda te houden.
5
Recreatiebeleid Het uitwerken van de beleidsinrichting die door het Dagelijks Bestuur hiervoor in 2008 is aangegeven. In het nieuwe bestuursprogramma ligt de nadruk op de kerntaken van het waterschap en wordt het recreatiebeleid met een lager ambitieniveau uitgevoerd t.o.v. de voorgaande bestuursperiode. Wel blijft de participatie (ambtelijk en bestuurlijk) in Waterrand en Zuidelijke waterlinie ten behoeve van het zoeken naar synergie en het benutten van kansen. Volkerak-Zoommeer Voorkomen moet worden dat waterkwaliteits- en waterveiligheidsproblemen van Rijk op WestBrabant worden afgewenteld. Daarnaast wordt gestreefd naar maximaal maatschappelijk nut. Bij eventuele aanpassingen moeten volledig gecompenseerd worden door het Rijk. Het waterschap participeert in de Planstudie waterberging (waterschap heeft gereageerd op Startnotitie en neemt deel aan de studie). Het waterschap is ook bestuurlijk betrokken. In relatie tot het verzouten van het meer is het waterschap lid van de Stuurgroep ZW Delta en participeert in de integratie- en de metastudie. Het waterschap is actief betrokken bij het opstellen van het Deltaprogramma voor de ZW Delta. Regionale keringen Vaststellen van status van de regionale keringen en van normen voor deze keringen. Eind 2009 besluit Provinciale Staten over de status van en normen voor deze keringen. De komende jaren moeten de volgende stappen doorlopen worden: 1. Vaststellen van hydraulische randvoorwaarden; 2. Opstellen van een legger en beheerregister en aanpassen van het Keur en Ontheffingenbeleid; 3.Toetsen op veiligheid; 4. Opstellen en uitvoeren van dijkverbeteringsplannen.
Netto kosten
Netto kosten
Jaarplan 2009
(bedragen * 1000)
1000 - Planvorming Totaal
Prognose Prognose Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009
3.417
3.174
2.985
3.417
3.174
2.985
Door het vervallen (emissiebeheerplan, kennismanagement) van en minder groot aanpakken (Visstandbeheer, gebiedsprocessen, samenwerking Vlaanderen) van een aantal speerpunten is de jaarprognose naar beneden bij gesteld. Tevens is voor deze speerpunten de ureninzet naar beneden bijgesteld. Het overschot levert een bijdrage aan de eerder genoemde bezuiniging van € 500.000,-.
6
BELEIDSVELD 2000 - AANLEG
EN ONDERHOUD KERINGEN
Speerpunten Regionale keringen Op orde brengen van de regionale keringen. Naar schatting is hier vanaf 2011 tot 2020 jaarlijks een investering van 1,8 miljoen euro voor nodig. Naar verwachting levert de provincie eind dit jaar de concept normeringen aan die vervolgens de inspraakprocedure ingaan. Daarna kan dit vertaald worden in concrete plannen. Primaire keringen Op orde brengen van de primaire keringen. In 2008 wordt een nieuwe ronde veiligheidstoetsing voorbereid en aansluitend in 2009 afgerond. Resultaten van de VNK en Veiligheidstoetsing kunnen leiden tot nieuwe investeringen. In 2008 is een nieuwe ronde veiligheidstoetsingen voorbereid en de afronding hiervan wordt momenteel opgepakt. Het plan van aanpak voor de toetsingen van de keringen categorie A en C is vastgesteld door het bestuur en ter goedkeuring aangeboden aan de provincie. De definitieve rapportage wordt 1 april 2010 aangeboden aan de provincie. Beheerprocessen geborgd Organisatie afstemmen op nog te bepalen processen binnen de beheerregisters. De beheerprocessen binnen de verschillende beheerregisters zijn opgesteld en worden opgenomen in de handboeken. De ondersteunende tools zijn bijna gereed.
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
2000 - Aanleg en onderhoud keringen Totaal
3.900
3.905
3.723
3.900
3.905
3.723
Vanwege een vertraagde aanbesteding van het maaibestek van de keringen zijn hier op voorhand extra kosten gemaakt. Het overschot wordt veroorzaakt door minder toegerekende uren.
7
BELEIDSVELD 3000 - INRICHTING
ONDERHOUD WATERSYS
Speerpunten Inwerking treden peilenplannen Vanuit de Integrale Gebiedsanalyses (IGA’s) worden peilenplannen opgesteld. Deze peilenplannen vormen de basis voor de te herziene peilbesluiten. In totaliteit worden er voor het beheersgebied een 6-tal peilbesluiten genomen die via een procedure van inspraak uiteindelijk door het AB en GS worden vastgesteld. De eerste nieuwe peilenplannen zullen eind 2009 in werking treden, de overige in 2010. Deze peilbesluiten worden in projectmatig verband tot stand gebracht. De voortgang is conform planning. Hiervoor is een separaat uitvoeringskrediet. Verbetering onderhoud kunstwerken De algemene civiele onderhoudstoestand van de kunstwerken is velen een doorn in het oog. Gedacht kan worden aan het groenonderhoud, bestrating, hekwerk, daken etc. etc. Met de herschikking van bouwzaken en facilitaire zaken zullen opnieuw goede afspraken gemaakt moeten worden om hier een structurele verbetering in te krijgen. Door middel van regelmatig overleggen, zowel op afdelingsniveau als op uitvoerend niveau, wordt getracht een structurele verbetering door te voeren, gebaseerd op de nieuwe rolverdeling uit de reorganisatie. De afdeling Onderhoud zal een streefbestand van de gewenste toestand opstellen, waarna een onderhoudsplan zal worden opgesteld. Professionalisering peilbeheer In het najaar van 2008 komt het project vervanging telemetrie tot een finale invoering. Hierbij wordt gekomen tot een uniform type centrale post in alle regio’s. Vanuit de strakker gedefinieerde kerntaken wordt gewerkt aan verdere professionalisering. Gestreefd wordt naar meer samenwerking en uitwisseling binnen de peilbeheerders. Een en ander is verwoord in een notitie peilbeheer. De kern van de notitie peilbeheer is geïmplementeerd. Dit zal nog een stroomversnelling krijgen na de reorganisatie. Vertalen beleidsvisie automatisering De beleidsvisie op automatisering zal worden vertaald naar een basisontwerp voor inlaten, stuwen en gemalen en bijbehorende telemetrie welke de blauwdruk is bij renovatie of nieuwbouw. Door dit document maar met name de concrete toepassing krijgt de onderlinge samenwerking en uitwisseling steeds meer vorm. Bij dit punt hoort ook de zorg rond het (applicatie-) beheer van de telemetrie. Omtrent de voortgang is enige zorg. De overgang naar het nieuwe systeem werkt nog niet vlekkeloos. In samenwerking met ICT wordt gezocht naar de oplossing. Duurzaam watersysteem Werken volgens het algemeen onderhoudsplan, het opstellen van een meerjarig baggerprogramma, opstellen nieuwe peilbesluiten om te komen tot een duurzaam watersysteem. Momenteel wordt volgens het algemeen onderhoudsplan gewerkt. Het opstellen van het meerjarenbaggerprogramma is een van de eerste taken van de nieuwe afdeling Onderhoud. Bekeken wordt of de frequentie van baggeren lager kan, zonder overlastsituaties te creëren. KRW Afstemming met de partners in de stroomgebieden waar het waterschapsgebied in ligt, zorgt voor een gedragen en realistisch pakket met maatregelen. Via de projecten wordt getracht de afgesproken doelen te realiseren. Er wordt van uitgegaan dat de doelen conform het bestuursprogramma worden gerealiseerd.
8
NBW Door middel van overleg met de Unie van Waterschappen en regionaal met de collega waterschappen en provincie wordt gestreefd naar een goede vertaling van de NBW activiteiten voor het watersysteem. De voorbereiding voor het vertalen van de NBW-activiteiten voor het watersysteem vindt op dit moment plaats. Muskusrattenbestrijding Afspraken maken met de Provincie over de overdracht van de taak muskusrattenbestrijding In principe zal de overdracht plaatsvinden per 1 januari 2010. Uitwerking van de overdracht vindt thans plaats. Formele besluitvorming in het AB wordt verwacht in december 2009. Grondverwerving In de periode t/m 2013 actief deel nemen in de reguliere grond overleggen (BOG, OOG) en aansluiten bij de aankoopplannen Waterschap is actief aanwezig binnen de reguliere grondoverleggen. Onderzoek naar blauwalgen Onderzoek naar blauwalgen in o.a. zwemwater, implementeren van meerdere blauwalgsensoren mits de evaluatie van de pilot bij Benedensas gunstig is. Dit jaar was het de bedoeling om de blauwalgsensoren te evalueren aan de hand van de evaluatie van de pilot bij Benedesas. Als gevolg van het tot nu uitblijven van blauwalgproblemen in het Volkerak is het nog niet mogelijk geweest om te evalueren. In het najaar wordt de evaluatie, naar verwachting, alsnog uitgevoerd.
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
3000 - Inrichting onderhoud watersystemen Totaal
26.254
25.997
25.533
26.254
25.997
25.533
Door vertraging in de afronding van projecten (o.a. door vertraging grondverwerving) ontstaat een overschot op de begrote kapitaallasten. Op de directe kosten is er een tekort door: het extra doorspuiten van duikers; KAM-aanpassingen; aankoop/plaatsen/ vervanging van beschoeiingen; de spoedreparatie van de noodpomp PG Westland. Per saldo resulteert dit in een positief saldo van € 721.000,- binnen dit beleidsveld. Het overschot levert een bijdrage aan de eerdere genoemde bezuiniging van € 500.000,-.
9
BELEIDSVELD 4000 - BOUW
EN EXPLOITATIE ZUIVINGSTECHNISCHE WERKEN
Speerpunten Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden t.o.v managementletter 1.
Netto kosten
Netto kosten (bedragen * 1000)
4000 - Bouw en exploitatie zuiv techn werken Totaal
Jaarplan 2009
Realisatie t/m Marap. 1, 2009
Prognose Marap. 2, 2009
47.926
46.526
47.296
47.926
46.526
47.296
Lagere ramingen: Doordat de kringloopsluiting fosfaat (als gevolg van technologische problemen) nog niet gerealiseerd kan worden, hoeft er nog niet overgegaan te worden op duurdere chemicaliën (€ 200.000,-) Het goedkoper inkopen van energie levert een besparing op van € 400.000,-. De kapitaallasten laten per saldo een voordeel zien van € 630.000,-. Hogere ramingen: Op verschillende onderhoudsposten, onder andere tussenbezinktanks Nieuwveer, gaan tekorten ontstaan (€ 250.000,-). De prognose op de begroting 2009 van SNB laat op het aandeel voor Brabantse Delta een tekort zien van per saldo € 350.000,-. Verwacht wordt dat de kosten van energie, transport en onderhoud over 2009 lager uitkomen. Extra kosten wordt veroorzaakt door de gewijzigde inzichten in Switch transactie. Calamiteit Bath: het waterzuiveringsproces op de rwzi Bath is eind april, als gevolg van een onbekende lozing, zeer ernstig verstoord geraakt. Omdat deze verstoring ook grote negatieve gevolgen heeft voor het stikstofverwijderingsrendement in hele beheersgebied is in de weken daarna een forse inzet van mensen en middelen nodig geweest om het zuiveringsproces te herstellen en de gevolgen van de verstoring te minimaliseren. Tot nu toe worden de extra kosten ingeschat op ruim drie ton. Het betreft kosten voor personeel, aan en afvoer van slib, analysekosten en een hoger rijksheffing als gevolg van het mindere zuiveringsrendement. Vooralsnog zijn de diverse kosten geboekt ten laste van onderscheidenlijke exploitatiebudgetten. Bij de volgende managementletter wordt aangegeven worden in hoeverre de calamiteitenreserve moet worden aangesproken voor het dekken van de extra kosten. Indien een onttrekking aan de calamiteitenreserve moet worden gedaan zal een begrotingswijziging worden opgesteld.
10
BELEIDSVELD 5000 - INRICHTING
EN ONDERHOUD VAARWEGEN/HAVENS
Speerpunten Uitbesteden groot onderhoud rivieren Het (groot-) onderhoud aan de rivieren moet samen met regio midden en west in 1 keer Europees worden aanbesteed. Hiervoor worden in 2008 de voorbereidingen getroffen met een feitelijk uitvoer ook in 2009. Het groot onderhoud is op 1 april 2009 nagenoeg afgerond. Handboeken mbt kennis en kunde sluizen Er is gebleken dat bij het inhuren van derden voor de bediening hiervan het ontbreekt aan duidelijke instructie- en bedieningshandleidingen. Het is noodzakelijk de vele jaren ervaring en impliciete kennis van de medewerkers expliciet te maken door hier handboeken voor op te laten stellen. In 2009 wordt begonnen met de eerste complexen, als dit goed bevalt krijgt dit in 2010 een vervolg. Hiervoor is een offerte aangevraagd. Het gaat hier om aanzienlijke bedragen die niet begroot zijn. Scheepvaartbeheer Voldoende baggeren om de scheepvaartfunctie mogelijk te maken Dit maakt deel uit van het meerjarenbaggerprogramma. Overleg scheepvaartbeheer Regulier overleg bewerkstelligen tussen waterschap en provincie om taakafbakening en taakverdeling helder te krijgen. Drie keer per jaar vindt er overleg plaats tussen de het waterschap en de provincie.
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
5000 - Inrichting en oh vaarw/havens Totaal
3.320
3.346
2.994
3.320
3.346
2.994
Op de directe kosten ontstaat er tekort met als oorzaak het achterstallig beheer en onderhoud bij de Prinslandse brug. Dit wordt voor 100% vergoed worden door de provincie. Tevens zijn er onverwachte uitgaven voor beschoeiingen bij Benedensas en afvoeren van gecreosoteerde palen bij de Steenbergse haven. Op de kapitaallasten wordt een voordeel van € 280.000,- geraamd. De investering in 2008 voor het baggerproject Mark-Vliet was slechts € 50.000; geraamd was € 2.000.000,-. Per saldo wordt een voordeel van € 326.000,- op beleidsveld 5000 verwacht.
11
BELEIDSVELD 6001 - VERGUNNINGVERLENING Speerpunten Beleidsregel hoogtecriteria Aanpassing van de in 2008 herziene beleidsregel hoogtecriteria m.b.t. het nieuwe beleid voor compartimenteringkeringen en voor regionale keringen langs regionale rivieren. Begin 2009 is een eerste herziening (m.b.t. primaire keringen en met geactualiseerde definities) vastgesteld. Een tweede -finale- herziening is voorzien n.a.v. het eind 2009 vast te stellen beleid voor regionale keringen. Het vaststellen van de ontwerp beleidsregel door het DB is voorzien eind 2009; de publicatie en inspraak vindt plaats in 2010. Keur-, ontheffingen- en vergunningbeleid Verankering van de nieuwe wetgeving in de keur van het waterschap, inclusief de verankering hiervan in de dienst bij de betrokkenen. Vaststelling van Keur en bijbehorende beleidsregels ligt op schema. Het dagelijks bestuur heeft in de vergadering van juni 2009 heeft het ontwerp vastgesteld ten behoeve van de inspraak.
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
6001 - Vergunningverlening Totaal
1.550
1.564
1.607
1.550
1.564
1.607
Voor 2009 wordt een tekort voorzien van € 57.000,-, o.a. veroorzaakt door de kosten van de bekendmakingen over de gelijkschakeling van de ontvangtsplicht in het gehele gebied.
12
BELEIDSVELD 6002 - HANDHAVEN
KEUR
Speerpunten Professionalisering handhaving Uitwerken en implementeren van de in Unieverband opgestelde landelijke kwaliteitscriteria (vervolg 2008). Hiervoor wordt een handboek handhaving Keur opgesteld. Hiermee wordt direct een voorschot genomen op de certificering (2010). Er is externe bijstand ingeschakeld voor het opstellen van het handboek. Het handboek is naar verwachting in het 3e kwartaal gereed (ook voor actualisatie professionalisering WVO). Project komt onder druk te staan vanwege diverse lopende/vertraagde projecten zoals implementatie Deltadigitaal, IRIS, consequenties Wabo/Waterwet, certificering monstername en problemen rond automatisering DeltaWaterLab.
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
6002 - Handhaven keur Totaal
13
1.123
1.123
1.147
1.123
1.123
1.147
BELEIDSVELD 6501 - BEHEERSING
VAN LOZINGEN
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
6501 - Beheersing van lozingen Totaal
2.338
2.338
2.345
2.338
2.338
2.345
Op de directe kosten is een klein tekort vanwege meer publicaties dan begroot. Eind april is het zuiveringsproces van de RWZI Bath ernstig verstoord geraakt. Dit is gemeld aan Rijkswaterstaat en de gemeente Reimerswaal. Voor het herstellen van het zuiveringsproces zijn verschillende maatregelen nodig geweest. Sinds half mei functioneert het zuiveringsproces weer normaal. Het Openbaar Ministerie en de provincie Noord-Brabant onderzoeken of er sprake is van een mogelijke overtreding van de zorgplicht voor afvalstoffen door het waterschap. Dit vanwege het afvoeren van mogelijk verontreinigd zuiveringsslib aan de Slibverwerking Noord-Brabant. Dit heeft van de afdelingen Handhaving en Juridische Zaken extra capaciteit gevraagd.
14
BELEIDSVELD 6502 - HANDHAVING WVO Speerpunten Implementatie nieuwe wetgeving Uitvoering van benodigde activiteiten en projecten ter implementatie van de Wabo. Het gaat onder andere om het maken van afspraken voor het ondersteunen van gemeenten m.b.t. de uitvoering van de Wabo. Het waterschap heeft ingestemd met de Intentieverklaring "Samenwerking Wabo NoordBrabant" en thans wordt gewerkt aan een model dienstverleningsovereenkomst. In het 2e kwartaal 2009 is gestart met de overlegronde met de gemeenten en de provincie over aangeboden dienstverlening door het waterschap. Afstemming met de Waterwet en Wabo wordt daarbij meegenomen. Vernieuwing Toezicht Operationeel maken van programma-activiteiten voor FO-Chemie en FO-afval. De intentieverklaring voor deze domeinen is ondertekend door de Unie van Waterschappen. Dit moet gaan leiden tot uitvoeringsafspraken met de decentrale overheid om onnodige toezichtslast te verminderen. Effectuering is afhankelijk van besluitvorming bij Rijk en Provincie.
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
6502 - Handhaving WVO Totaal
3.070
3.075
2.803
3.070
3.075
2.803
De uren van de afdeling Handhaving zijn naar beneden bijgesteld als gevolg van vacatures, ziekte en studie.
15
BELEIDSVELD 7000 - HEFFING
EN INVORDERING
Speerpunten Nieuw belastingsysteem Onder regie van Het Waterschapshuis wordt een nieuw belastingsysteem ontwikkeld, waarmee ook de gemeentelijke belastingen verwerkt kunnen worden. De oorspronkelijke planning gaat uit van implementatie van dit systeem in januari 2009. Op basis van huidige inzichten wordt de implementatie van het nieuwe belastingsysteem eind 2009/begin 2010 verwacht. Belastingsamenwerking In 2008 is een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden tot belastingsamenwerking. Begin 2009 is een intentieverklaring tussen de gemeenten en het waterschap ondertekend, waarna de projectgroep aan de slag is gegaan. In september 2009 volgt een go/no-go moment waarna de inrichtingsfase en de implementatiefase zal volgen. Doel is om de nieuwe organisatie in juli 2010 operationeel te hebben. Hierbij wordt het bestuurlijke traject doorlopen richting AB van december 2009.
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
7000 - Heffing en invordering Totaal
6.656
7.119
7.269
6.656
7.119
7.269
Van de overschrijding van € 613.000,- wordt € 376.000,- veroorzaakt door de kosten die gemaakt worden in het kader van de belastingsamenwerking. Voor de dekking hiervan heeft het dagelijks bestuur besloten tot een beschikking over de post onvoorziene uitgaven. Dit bedrag zit niet in het jaarplan verwerkt, maar wel in de prognose. Daarnaast is een overschrijding van € 237.000,- ontstaan doordat de afdelingskosten hoger zijn dan begroot: er worden meer uren geschreven op de producten heffing en invorderen.
16
BELEIDSVELD 8000 - BESTUUR
EN COMMUNICATIE
Speerpunten Nieuw bestuur I.v.m. de start van het nieuwe bestuur krijgen een aantal aspecten nadrukkelijk extra aandacht. Dit zijn o.a. bestuursmodel, introductiecursus en opstellen van een nieuw bestuursprogramma. Het nieuwe bestuursmodel is ingevuld, de introductiecursus is afgerond en geëvalueerd en het nieuwe bestuursprogramma is vastgesteld. Daarmee ligt er een goede basis voor het bestuurlijk functioneren in de bestuursperiode 2009-2012. In het bestuursprogramma is vastgelegd het bestuurlijk functioneren jaarlijks te evalueren. Dit zal eind 2009/begin 2010 voor het eerst plaats vinden. Rekenkamerfunctie Het Algemeen bestuur heeft in 2008 besloten een rekenkamerfunctie te gaan inrichten. Afgesproken is nader onderzoek te verrichten naar samenwerkingsmogelijkheden en in afstemming met het nieuwe bestuur e.e.a. verder in te vullen en te operationaliseren. Hierbij kan tevens worden betrokken de invulling van doelmatigheids- en doeltreffendheidonderzoek. In het AB van 15 juli jl. is besloten tot het instellen van een rekenkamercommissie. Nadere afspraken m.b.t. taak, werkwijze, bemensing etc. worden nu uitgewerkt in een vast te stellen verordening. De commissie kan dan vanaf begin 2010 van start met haar werkzaamheden. In Unieverband volgt er in het 4e kwartaal ook een voorzet m.b.t. mogelijke invulling van doelmatigheids en doeltreffendheidonderzoek. Externe communicatie Media proactief benaderen en betrekken bij het waterschapswerk en desgewenst faciliteren van mediatraining. Projectcommunicatie: aanpassen n.a.v. onderzoek naar communicatiebehoeften en professionaliseren communicatie. Belastingcommunicatie: uitleg over wat het waterschap doet en waar het belastinggeld aan besteed wordt door een op maat toegesneden belastingkrant per gemeente. De genoemde punten hebben expliciet extra aandacht in 2009. De belastingkrant wordt gecombineerd met het uitbrengen van de aanslagen verspreid over 2009 uitgebracht.
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
8000 - Bestuur en communicatie Totaal
4.400
4.513
4.498
4.400
4.513
4.498
Toelichting: De hogere lasten ontstaan op het onderdeel kapitaallasten (verkiezingen), doordat in de begroting hier administratief technisch een tegenraming is toegepast.
17
BELEIDSVELD 9000 - DEKKINGSMIDDELEN
EN SALDO
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
9000 - Overige dekkingsmiddelen 9000 - Opbrengst waterschapsbelastingen Totaal
-3.427
-3.848
-4.622
-94.534
-95.114
-95.241
-97.961
-98.962
-99.863
Voor de opbrengst waterschapsbelastingen zijn nieuwe inschattingen gemaakt. Voor de opbrengst gebouwd wordt € 664.000,- meer verwacht dan geraamd doordat de WOZ- waarde 1% hoger wordt ingeschat. Het overschot op Overige dekkingsmiddelen ontstaat door een hogere dividend opbrengst van € 500.000,- van de Waterschapsbank; het afboeken van de post onvoorzien met € 500.000,- naar € 50.000,-. Het dagelijks bestuur heeft besloten tot de volgende beschikkingen onvoorzien: Bijdrage kostenuitvoeringsorgaan groen blauwe diensten: € 4.200,-; Bijdrage Landschapspark Oosterhout € 15.000,-; Aanloopkosten project Belastingsamenwerking West-Brabant: € 376.400,-; Ondersteuning reorganisatie: € 105.000,-.
Switch-transactie Medio 2008 heeft het waterschap een zogenaamde Switch transactie afgesloten. De komende jaren is het van belang dat de portfoliomanager de daaraan gerelateerde portefeuille adequaat beheert zodanig dat de risicoreductie die het waterschap voor ogen heeft gehandhaafd blijft. Over de verwerkingswijze van de Switchtransactie van het waterschap is op verzoek van het dagelijks bestuur een second opinion uitgevoerd door bureau Zanders. Ernst & Young accountants hebben begin september hun visie gegeven over de verwerking van de Switchtransactie. De verwerkingswijze zoals die door Deloitte werd geadviseerd, wordt door Ernst & Young niet afgewezen. Zij het dat Ernst & Young daarnaast een andere mogelijkheid heeft aangegeven. Deze houdt in dat niet de bruto maar de netto ontvangsten worden gepassiveerd. De ontvangsten mogen daardoor gesaldeerd worden met de te betalen premies. De te betalen premies komen hierdoor niet meer ten laste van het resultaat. Rekening houdend met de wijze van verwerking in de jaarrekening 2008 en de raming in de begroting 2009 betekent dit dat de nieuwe verwerkingswijze t.o.v. de begroting 2009 per saldo een nadeel van € 33.000,- oplevert. Jaarlijks dient € 574.000,- gepassiveerd te worden. Samen met Ernst & Young zal de komende maanden een model ontwikkeld worden om periodiek een analyse (kwantitatief en kwalitatief) te doen ter bepaling van de omvang van het risico. Mocht dit hoger zijn dat het tot op dat moment totaal gepassiveerde bedrag dan dient voor het verschil een voorziening te worden gevormd.
18
ONDERSTEUNEND
HOOFDPRODUCT
0200 - SECRETARIS - DIRECTEUR
Speerpunten Optimalisatie bedrijfsvoering Toekomstbestendige inrichting van de bedrijfsvoering en daaraan gekoppeld een passende organisatiestructuur. De reorganisatie 'structuur steunt processen' is conform planning afgerond per 1 juli 2009 inclusief. de benodigde interne verhuizingen. Vanaf genoemde datum is de nieuwe organisatiestructuur van start gegaan. De bezwarenprocedure tegen de plaatsing loopt nog. Er zijn tot op heden een 12-tal bezwaarschriften tegen de plaatsing ontvangen die de komende periode beoordeeld zullen worden. Koppeling bestuur en ambtelijk apparaat Het komen tot een effectieve samenwerking en wisselwerking tussen het nieuwe bestuur, de Secretaris-Directeur, het Managementteam en de organisatie. Op basis van de nieuwe bestuurlijke invulling en werkwijze zijn ambtelijk de aanpassingen gedaan die nodig zijn om dat optimaal te kunnen ondersteunen. Te denken valt bijvoorbeeld aan portefeuillehoudersoverleg, secretariële ondersteuning DB-leden en informatievoorziening aan het AB. Inmiddels hebben we hiermee een half jaar ervaring en waar nodig vindt nog verfijning/aanpassing plaats.
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
0200 - Secretaris - Directeur
716
821
831
Totaal
716
821
831
Het nadeel ontstaat hier voornamelijk door de niet in de begroting geraamde kosten voor ondersteuning van de reorganisatie. Hiervoor is door het DB een beschikking gedaan over de post onvoorzien binnen de begroting. Binnen de totale begroting is dit daarmee neutraal.
19
ONDERSTEUNEND
HOOFDPRODUCT
0300 - SECTOR MIDDELEN
Speerpunten Implementatie Deltadigitaal Implementatie digitaal werken op basis van het in 2008 vastgestelde plan van aanpak. Organiseren van een proefweek clean desk en geven van trainingen voor medewerkers inclusief gedragsregels. De uitrol van Deltadigitaal start in september. Het project ligt in tijd en geld op schema. Netto kosten Netto kosten
Jaarplan 2009
(bedragen * 1000)
0300 - Sector Middelen Totaal
Prognose Prognose Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009
43.158
44.877
44.288
43.158
44.877
44.288
Het nadelige verschil € 1.130.000,- is ontstaan door de onderstaande oorzaken: • • • • • • • •
Op salariskosten is een nadeel ontstaan van € 639.000,-, doordat vacatures tijdelijk ingevuld zijn met personeel van derden. er zijn meer kosten gemaakt voor vervanging bij ziekte: nadeel € 125.000,-; de kosten van bestuur zijn € 106.000,- hoger dan geraamd door verhoging van de pensioenpremies; bij marap 2 is de post tegen raming onderbezetting vacatures verlaagd, hierdoor ontstaat een nadelig verschil van € 442.000,- ; voor advieskosten is op product 320 € 115.000,- meer uitgegeven in verband met de reorganisatie van facilitaire zaken; Op product interne faciliteiten ontstaat bij nieuw beleid een voordeel van € 302.000,dit is ontstaan door het project Delta Digitaal de datum ingebruikname staat op 2010; in de begroting was dit 2009. Ook bij het product interne faciliteiten zijn de advieskosten € 88.000,- hoger dan geraamd; Overige kleinere verschillen in totaal voordeel € 83.000,-.
20
ONDERSTEUNEND
HOOFDPRODUCT
0400 - SECTOR FINANCIEN/ICT
Speerpunten Implementatie ERP / GAS systeem De selectie van het ERP/Gassysteem staat in het 1ste kwartaal 2009 gepland. Daarna wordt gestart met de implementatie van het financiële deel. De verwachting is dat met het systeem in 2010 de begroting 2011 kan worden opgemaakt. De aanbesteding is afgerond en er is een leverancier geselecteerd (Logica). Er is een stuurgroep, regiegroep en een key-usergroep geformeerd. De blauwdrukfase start in september a.s. zodat het eerste onderdeel in mei 2010 "live" kan gaan als voorbereiding op de begroting 2011.
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
0400 - Sector Financiën/ICT Totaal
6.003
6.211
6.097
6.003
6.211
6.097
De overschrijding wordt veroorzaakt door Oracle licenties uit vorige jaren die het Waterschapshuis nu alsnog factureert, en uitbreiding van de harddiskcapaciteit welke niet voorzien waren. De verwachting is dat op andere onderdelen in de loop van het jaar besparingen zullen voortkomen. Het verschil is al teruggelopen t.o.v. Marap-1.
21
ONDERSTEUNEND
HOOFDPRODUCT
0500 - CONCERNSTAF
Speerpunten Planning en control cyclus en -producten Het zorgen voor een planning en controlcyclus en -producten die optimaal zijn afgestemd op de behoefte van de belanghebbenden zoals bestuur, management en externen. In de periode september/oktober wordt de nieuwe P&C-cyclus voor 2010 voorbereid zodat die eind 2009 bestuurlijk kan worden vastgesteld. In-control zijn en blijven Er zal in 2009 extra aandacht worden besteed aan proces- en risicomanagement, de administratieve organisatie en interne controle, rechtmatigheid en (juridische) kwaliteitszorg en -control. Deze punten hebben deels al extra aandacht in deze periode. Verder is hier in de reorganisatie ook extra capaciteit voor vrij gemaakt die nu wordt ingevuld. Daarmee kan er in het 2e half jaar op deze terreinen een verdere impuls worden gegeven. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Door eerdere vaststelling van een overkoepelende visie en de vertaling naar een Masterplan MVO is de basis voor de komende jaren gelegd. Voor de komende periode ligt de aandacht vooral op het verder concretiseren van de doelstellingen en met name het bevorderen van het MVO-denken en doen binnen de totale organisatie. De stuurgroep MVO heeft een aantal voorbereidingen getroffen voor brede extra aandacht voor dit onderwerp vanaf september 2009. Eind september vindt er een organisatiebrede aftrap plaats met als titel 'MVO tussen 1000 oren'. Daarna komen er tot in het voorjaar 2010 een aantal MVO-themamaanden waarin steeds een specifiek MVO-thema extra zal worden belicht.
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
0500 - Concernstaf
752
747
790
Totaal
752
747
790
Toelichting: De hogere lasten ontstaan voornamelijk door een hogere doorberekening van afdelingskosten. Dit wordt veroorzaakt door een groter aantal bestede uren voor het bestuursprogramma dan geraamd.
22
ONDERSTEUNEND
HOOFDPRODUCT
0600 - SECTOR SBO
Netto kosten
Netto kosten
Prognose Prognose Jaarplan Marap. 1, Marap. 2, 2009 2009 2009
(bedragen * 1000)
0600 - Sector SBO Totaal
1.186
1.186
1.084
1.186
1.186
1.084
Het overschot wordt veroorzaakt door minder toegerekende uren.
23
3. BEDRIJFSRESULTAAT
INSCHATTING
BEDRIJFSRESULTAAT
Jaarplan 2009
Prognose Marap. 1, 2009
Prognose Marap. 2, 2009
Afwijking t.o.v. jaarplan
1000 - Planvorming
3.417
3.174
2.985
432
2000 - Aanleg en onderhoud keringen
3.900
3.905
3.723
177
3000 - Inrichting onderhoud watersystemen
26.254
25.997
25.533
721
4000 - Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken
47.926
46.526
47.296
630
5000 - Inrichting en onderhoud vaarwegen /havens
3.320
3.346
2.994
326
6001 - Vergunningverlening
1.550
1.564
1.607
-57
6002 - Handhaven keur
1.123
1.123
1.147
-24
6501 - Beheersing van lozingen
2.338
2.338
2.345
-7
6502 - Handhaving WVO
3.070
3.075
2.803
267
7000 - Heffing en invordering
6.656
7.119
7.269
-613
8000 - Bestuur en communicatie
4.400
4.513
4.498
-98
-3.428
-3.928
-4.622
1.194
100.526
98.752
97.578
2.948
-1.743
-1.743
-1.641
-102
-24.943
-24.943
-25.607
664
Beleidsveld
(bedragen * 1000)
9000 - Dekkingsmiddelen en saldo Totaal netto lasten Bijdrage provincie Opbrengst waterschapbelastingen Omslag watersysteem gebouwd Omslag watersysteem ongebouwd Omslag watersysteem ingezetenen Omslag watersysteem natuurterrein
-4.057
-4.057
-4.057
0
-12.661
-12.661
-12.658
-3
-42
-42
-42
0
Omslag zuivering bedrijven
-17.841
-17.841
-17.858
17
Omslag zuivering huishoudens
-34.643
-34.643
-34.672
29
-347
-347
-347
0
-96.277
-96.277
-96.882
605
-4.249
-2.475
-696
3.553
Omslag verontreinigingsheffing Totaal dekking Inschatting resultaat Onttrekking/toevoeging egalisatiereserve
24
4. RISICOPARAGRAAF
RISICO'S Algemeen In producten als het bestuursprogramma/kadernota en begroting en jaarrekening worden de belangrijkste risico's voor de bedrijfsvoering belicht. Ook hier zijn voor de beeldvorming de belangrijkste risico’s opgenomen en waar van toepassing de actualiteit daarvan aangegeven. Economische ontwikkeling Nederland is in een economische recessie geraakt. Onzeker is wat de gevolgen voor het waterschap zijn. Mogelijk wordt een groter deel van de belasting oninbaar, komen er meer mensen in aanmerking voor kwijtschelding, neemt het aanbod van afvalwater af. Weerstandvermogen Het weerstandsvermogen is het vermogen dat het waterschap kan inzetten om financiële tegenvallers op te vangen. Uit een 1e onderzoek dat begin dit jaar is uitgevoerd blijkt dat het weerstandvermogen de komende jaar opeen verantwoord niveau is. Grondverwerving Vaak heeft het waterschap grond nodig om maatregelen uit te voeren, bijvoorbeeld bredere watergangen,waterberging en ecologische verbindingszone. Grondverwerving kan lang duren en daarvoor veel vertraging veroorzaken. Het waterschap probeert meer vaart te krijgen in de grondverwerving. Theoretische risico’s betreffende de Cross Border Lease overeenkomsten Het belangrijkste (theoretische) risico met betrekking tot de overeenkomsten hangt samen met de vraag of alle in de deal opgenomen installaties gedurende de totale looptijd van de overeenkomsten (ca. 19 (HWB) en 21 (SNB) jaar) in bedrijf blijven. Wanneer dit niet het geval is dient de investeerder gecompenseerd te worden voor het door hem gemiste voordeel met betrekking tot de betreffende installatie(s). De omvang van deze compensatie is afhankelijk van welke installatie het betreft en het tijdstip waarop de overeenkomst wordt beëindigd. Enkele installaties zijn al op voorhand buiten de overeenkomst gehouden in verband met ouderdom of mogelijke andere toekomstplannen. Naheffing BTW Belastingdienst inzake Waterlandstichting De rechtsvoorgangers van waterschap Brabantse Delta hebben in het recente verleden gebouwen en een installatie gefinancierd via de Waterlandstichting om de BTW van de bouwkosten te kunnen terugvorderen. Door de Belastingdienst is een onderzoek ingesteld. Indien de verrekende BTW, vermeerderd met rente, moet worden terugbetaald gaat het voor waterschap Brabantse Delta om een bedrag van ca. € 45.000,-. Civiele procedure over een garantieovereenkomst In de jaarrekening 2008 is bij de risico’s melding gemaakt van een civiele procedure over het niet nakomen van de garantieovereenkomst. Zoals reeds gemeld bij de aandachtspunten op bladzijde 4 is in principe overeenstemming bereikt met het betreffende bedrijf. De overeenkomst moet nog ondertekend worden. Verzoeken nadeelcompensatie Het waterschap loopt hierbij het risico € 250.000,- te moeten betalen.
25
Calamiteit Bath Zoals reeds gemeld bij de beleidsvelden 4000 en 6502 heeft eind april een illegale lozing bij de RWZI plaatsgevonden. Het Openbaar Ministerie en de provincie Noord-Brabant onderzoeken of sprake is van een mogelijke overtreding van de zorgplicht voor afvalstoffen. Dit vanwege het afvoeren van mogelijk verontreinigd zuiveringsslib aan Slibverwerking Noord-Brabant. Mogelijk volgt hieruit een boete voor het waterschap. Afboeken “rode” projecten Bij de kredietverschuiving ten behoeve van de uitvoering van het Bestuursprogramma die in de AB vergadering van 15 juni 2009 is goedgekeurd is besloten een aantal projecten tijdelijk stop te zetten. Op deze zogenaamde rode projecten is totaal € 743.000,- uitgegeven, voornamelijk advieskosten en interne uren. De vraag was of het toegestaan is deze projecten als onderhanden werken te activeren tot de uitvoering weer gestart wordt of dat het bedrag moet worden afgeboekt. Naar aanleiding van het advies van Ernst & Young hierover wordt verwacht dat een bedrag van € 368.000,- afgeboekt moet worden.
26
5. CONCLUSIE
EN BIJLAGEN
CONCLUSIE De conclusie van deze managementletter t.a.v. de exploitatiebegroting is dat het overgrote deel van de producten en diensten 2009 wordt uitgevoerd. Er ontstaat voor de exploitatie per saldo ten opzichte van de begroting een (voorlopig) verwacht voordeel van ca. € 3,6 miljoen. Daarnaast heeft een beroepsprocedure waarschijnlijk een gunstige afloop met voordeel van € 1,3 miljoen. Vanwege de nieuwe verwerkingswijze van de Switchtransactie van het waterschap is in 2009 per saldo nog een nadeel van € 33.000,- te verwachten: een voordeel over 2008 van € 541.000,- en een nadeel over 2009 van € 574.000,-. Het nadeel van de Switchtransactie van de SNB over 2009 is reeds verwerkt in het saldo bij de prognose van beleidsveld Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken. In bijlage 1 is het bedrijfsresultaat uitgesplitst over de taken. Hierin zijn bovengenoemde posten verwerkt. Voor de projecten geeft bijlage 2 inzicht in de verwachte investeringsuitgaven,. In het Investeringplan 2009-2013 is voor 2009 uitgegaan van € 86 miljoen aan investeringsuitgaven . De prognose voor 2009 is naar beneden bijgesteld tot € 66 miljoen (realisatie van 76%). In bijlage 3 zijn de ontwikkelingen binnen de grootste projecten weergegeven Bijlage 4 betreft een overzicht van de tot nu toe in 2009 gevoteerde kredieten en verwachte subsidies.
27
0
1.326 541 -574 -368 925
3.553
1.309
1.326 287 -304
1.130
-889
-54.888 -241
1.345
3.176
1.172 1.224
47.296
434
Zuivering
taken
0
-1.641
1.641
68 61
1.479
33
Vaarwegen
bedragen x € 1.000,-
Bijlage 1 ML 2009-2
²) In de begroting 2009 is nog rekening gehouden met jaarlijks voordeel. Dit wordt volgens de nieuwe methode gepassiveerd op de balans.
254 -270 -368 -384
2.423
-3.360
-44.975 937
3.153
4.093
1.539 1.086 1.173 1.579
1.515
25.533
3.723
2.518
Watersystemen
') In de exploitatie verantwoorde last 2008 wordt in 2009 gecorrigeerd volgens methode Ernst & Young.
Nog niet verwerkte risico's Voordeel afloop beroepsprocedure Correctie Switch waterschap 2008 ') Correctie Switch waterschap 2009 ²) Afboeking rode projecten Totaal nog niet verwerkt
Voorlopig bedrijfsresultaat (voordeel)
in begroting opgenomen onttrekkingen reserves bijdrage provincie vaarwegenbeheer
-4.249 -1.641
-97.962 5.992 -4.249 -1.743
-99.863 2.337
4.400
8000 Bestuur en communicatie
9000 Dekkingsmiddelen
4.498
6.656
7000 Heffing en invordering
7.269
1.607 1.147 2.345 2.803
1.550 1.123 2.338 3.070
6001 6002 6501 6502
Vergunningverlening Handhaving keur Beheersing van lozingen Handhaving WVO
2.994
47.296
3.320
47.926
4000 Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken
25.533
3.723
2.985
prognose ML 2009-2
5000 Inrichting en onderhoud vaarwegen/havens
26.254
3.900
2000 Aanleg en onderhoud waterkeringen
3000 Inrichting en Onderhoud watersystemen
3.417
Begroting 2009
1000 Planvorming
BLV Omschrijving
Prognose Bedrijfsresultaat 2009 naar taken
2de Bestuursovereenkoms
75-85%
t/m 31-12-2015
WBP
130-140%
100-110%
25-35%
55-65%
170-180%
*
85-95%
100%
25-35%
40-50%
40-50%
*) de actualiteit mede gezien het recent vastgestelde bestuursprogramma daar op dit moment nog niet van afwijkt.
Het is twijfelachtig of de doelstelling in de planperiode volledig wordt gerealiseerd.
De afspraken worden niet volledig gerealiseerd in de bestuursperiode.
Er zijn geen afspraken gemaakt over deze doelen.
De afgesproken prestaties worden gerealiseerd in de bestuursperiode.
t/m 31-12-2013 t/m 22-12-2015
KRW
105-115%
Inrichten viswateren, vispassages
2de Bestuursovereenkomst
140-150%
30-40%
105-115%
Aanleggen ecologische verbindingszones
Oevers inrichten voor vissen (viswaterfunctie)
Realisatie beek- en kreekherstel
Hydrologisch herstel natte natuurparels
Waterberging landelijk gebeid
KRW
Doelstellingen bestuursperiode t/m 2012: geen wijzigingen t.o.v. het Bestuursprogramma *)
Overzicht doelstellingen en prognose investeringsuitgaven 2009
WBP 2010-2015
ML2009-2
BIJLAGE 2
130 424 0 14 575 236 147 10.794
25 184 70 50 1.414 340 32.390 76,56%
247 100 8.390 531
745 1.151 24.332 4.079
IP bedrag huidig jaar Begroting 2009*)
Realisatie t/m periode lopende jaar
Ontwikkelingsprojecten
23.207
1.010
329 500 0 139 2.020 2.291
1.000 777 14.500 641
Prognose realisatie huidig jaar
550 250 53.978
2.350 15.670 125
812 6.289 26.421 1.511
12 712 17.664
556 327 8.952 313
209 1.865 4.695 23
300 Afwijkingen zijn verklaarbaar door de vertraging van de projecten nieuwbouw Bouvigne en DeltaDigitaal. 600 Implementatie IRIS is in het investeringsplan abusievelijk opgenomen als ontwikkelingsproject i.p.v. instandhouding.
6500 Hier zijn nog enkel facturen over 2008 binnegekomen voor het project Stimuleren Afkoppelen.
4000 Door het verschuiven van de planning in de projecten Bath 2045 slibverwerking en 1521 vervanging beluchtingsysteem. Daarnaast zijn projecten uitgesteld vanwege afhankelijkheid van het OAS en om de lasten in de komende jaren op een acceptabel niveau te houden. 6000 Vanwege het vervangen van het WVO-vergunningen systeem is de prognose voor 2009 bijgesteld.
3000 Prioriteitstelling mbt het bestuursprogramma heeft als gevolg dat niet alle projecten volgens planning uitgevoerd worden. Vanwege het risico van grondaankoop zullen verschillende projecten een vertraging hebben naar de komende jaren. Baggerwerkzaamheden worden uitgesteld en opgepakt nadat er een nieuw meerjarenbaggerplan is geschreven.
2000 Het verschil ontstaat voornamelijk door een kleine vertraging van project Overdiepse polder (latere ondertekening ROK).
Toelichting per beleidsveld 1000 Door de vertraging in de OAS studies zijn de kosten ook vooruitgeschoven.
totaal
BIJLAGE 2
150 1.060 42.920
2.300 417 19.117 1.251
812 4.000 12.302 1.511
745 1.963 30.621 30.500 1.511 25 184 0 2.420 15.720 1.539 0 890 250 86.368
Realisatie IP bedrag IP bedrag Prognose t/m huidig jaar huidig jaar realisatie periode Begroting Begroting lopende huidig jaar 2009*) 2009*) jaar
Instandhoudingsprojecten
ML2009-2
*) Betreft het IP 2009-2013 uit de Kadernota; totaal voor 2009 € 86.368.000; de bijbehorende kapitaallasten zijn in de begroting 2009 opgenomen. In het Bestuursprogramma is voor 2009 uitgegaan van € 88.355.000,- een investeringsuitgaven.
prognose % realisatie
1000 Planvorming 2000 Aanleg en onderhoud keringen 3000 Inrichting onderhoud watersystemen 4000 Bouw en exploitatie zuivingstechnische werken 5000 Inrichting en onderhoud vaarwegen/havens 6000 Vergunningverlening 6500 Beheersing van lozingen 7000 Heffing en invordering 8000 Bestuur en communicatie 0300 Sector Middelen 0400 Sector Financien/ICT 0500 Concernstaf 0600 Ondersteunend SBO (GIS) Verv/aanp. materieel, dienst-auto's en werkplaatsen Totaal (EUR)
Investeringen per beleidsveld x € 1.000,Beleidsvelden
Overzicht doelstellingen en prognose investeringsuitgaven 2009
1.000 1.589 18.500 12.943 1.511 329 500 2.300 556 21.137 3.542 0 1.160 1.060 66.127
Prognose realisatie huidig jaar
totaal
Overzicht voortgang ontwikkelingsinvesteringen ML 2009-2 BIJLAGE 3 Projecten Toelichting Projectnaam
Doelen
0001 1. Halderberge
Geld
Voortgang Betreft met name waterberging Hoevense Beemden. IGA gereed. Met aanvullend instrumentarium worden maatregelen verder uitgewerkt. Betreft een 'versnellingsproject'; d.w.z. herstel NNP uiterlijk 2013.
0002 2. Noordrand Midden 0003 3. Brabantse Wal
De activiteiten op de Brabantse Wal zijn versnellingsprojecten. Grondverwerving is hierbij cruciaal. Voorlopig wordt er van uitgegaan dat tgv de versnelling gronden tijdig kunnen worden verworven.
0004 4. Beekherstel Roosendaal
De activiteiten worden hier gefaseerd uitgevoerd afhankelijk van de verworven gronden. Vaak zijn wel gronden verworven maar moeten deze nog uitgeruild worden naar de juiste locatie. Voorlopig wordt er van uitgegaan dat dit voldoende snel zal verlopen.
0005 5. Oud Prinslandse Polder
Activiteiten lopen als gepland. Inrichting van de Derriekreek loopt parallel met de bouw van het AFC. In de planning wordt aangenomen dat dit niet voor eind 2012 zal zijn gerealiseerd. Binnen dit gebied liggen geen uitvoeringsprojecten die in de huidige bestuursperiode afgerond moeten worden. De gemeente Moerdijk wil echter dat op grond van de samenwerkingsovereenkomst die eind 2008 is ondertekend dat het project integrale aanpak Keenehaven opgestart wordt. Verder bieden diverse grondeigenaren percelen grond te koop aan, maar door het ontbreken van uitvoeringskrediet en een beperkt budget voor anticiperende grondaankoop (tbv kansen benutten) kan hierop niet ingegaan worden. Voor de realisatie op de lange termijn zijn dit serieus gemiste kansen.
0006 6. Tonnekreek/Keenehaven
0007 7. Merkske
Afronding voorzien in 2010. Resterende opgave (EHS/EVZ) wordt opgepakt, zodra gronden beschikbaar zijn. Afronding voorzien in 2010. Resterende opgave (EHS/EVZ) wordt opgepakt, zodra gronden beschikbaar zijn.
0008 8. Chaamsche Beken 0009 9. 4de Bergboezem
Volgens de huidige planning is de 4e bergboezem gereed voor eind van dit jaar. Voor ca 300 m kade zijn echter tijdelijke voorzieningen nodig omdat hier de bouw pas kan beginnen na onteigening die waarschijnlijk dit jaar niet zal zijn gerealiseerd. De uitvoering van project Herstel Natte Natuurparel is met een jaar uitgesteld in verband met een bezwaarprocedure. Inmiddels is het waterschap op dit punt in het gelijk gesteld. Het belangrijkste project in dit gebied is de herinrichting Weerijs, dat zich ook uitstrekt over gebied 11 en 12. Onderdeel van de dit project is een verplichte wettelijke herverkaveling. Binnen het project Kleine Beek voor Vis is onlang onderzocht hoeveel stuwen tbv de ecologie vispasseerbaar gemaakt zouden moeten worden. Hieruit blijkt dat het vooralsnog ecologisch volstaat om 3 stuwen vispasseerbaar te maken in plaats van 7. Met de aanbieding van het inrichtingsplan wordt dit verder onderbouwd.
0010 10. Kleine beek/aa of weerijs
0011 11. Turfvaart/Bijloop
Binnen dit gebied spelen drie projecten: In het Noorden speelt de vrijwillige kavelruil Weerijs-Noord, waarvoor de eerste akte in augustus zal passeren. De vooruitzichten voor doelrealisatie langs de beek de Bijloop zijn goed. Langs de Turfvaart is de realiatie van de EVZ een stuk lastiger. In het middendeel speelt de herinrichting Weerijs-Zuid. Het zuidelijk deel behelst het project Turfvaart-Bijloop Zuid, waarmee het herstel van een zeer grote natte natuurparel wordt nagestreefd. Begin 2010 zullen hier eerst diverse vlakvormige waternatuurelementen hersteld worden. Na de zomer van 2010 worden de antiverdrogingsmaatregelen uitgevoerd. De Lange Maten is het deelproject dat als laatste wordt uitgevoerd. Betreft een 'wit' project; dwz afronding ná 2012, afhankelijk van grondverwerving.
0012 12. Bovenmark 0013 13. Kreken Steenbergen
Dit jaar wordt gestart met het opstellen van een inrichtingsplan voor de Cruijslandsche kreken. De overige activiteiten zijn reeds gestart. Voortgang van dit project is sterk afhankelijk van de grondposities. Momenteel worden de mogelijkheden voor grondverwerving nader onderzocht. Voorbereiding is gestart, financiering door verkeer en waterstaat, planningoplevering: eind 2015
0014 14. Rietkreek/Langewater 0015 15. Overdiepse Polder 0016 16. Westelijke Langstraat
Concept inrichtingsplan bevat optimale doelrealisatie. In MER worden varianten bekeken waarbij doelrealisatie in eerste fase lager is om de haalbaarheid te vergroten en kosten te verlagen. MER, opstellen beheerplan natura 2000 en grondverwerving zorgen voor vertraging.
0017 17. Donge
Afronding voorzien vóór 2013; fase 3 afhankelijk van grondverwerving.
0018 18. De Leijen
Afronding voorzien vóór 2013; deels afhankelijk van grondverwerving, deels afhankelijk van initiatieven van derden. In dit gebied zijn/gaan diverse projecten in uitvoering: herstel natte natuurparel Zonzeel, EVZ-Spoorzone en het Zwaluws Getij. Daarnaast speelt hier het uitvoeringsproject Kavelruil Gat van den Ham. Als gevolg van versnellingsprojecten elders is DLG-capaciteit hier terug getrokken (zonder enige ruggenspraak). Hiervoor wordt thans een oplossing gezocht. Het waterschap is volgens het aankoopplan de aankopende partij in de kavelruil. Binnen het uitvoeringskrediet zijn echter onvoldoende middelen beschikbaar om ruilgrond in portefeuille te houden. Thans wordt een beroep gedaan op het budget van de anticiperende grondverwerving (tbv kansen benutten), maar dit raakt uitgeput.
0019 19. Gat van den Ham
0020 20. Mark-Vliet
De activiteiten concentreren zich langs de Vliet. Samenwerking met de gemeente Steenbergen is hierbij noodzakelijk. Gewerkt wordt an afspraken met de gemeente die naar verwachting in september bestuurlijk bekrachtigd kunnen worden. Vanwege het opstellen van het nieuwe bestuurprogramma en de bijhorende kredietverschuiving liggen de bovenstaande projecten geheel op planning mbt doelen, geld en tijd. 1075 Nieuwveer: influent en 1e trap
Omwille van een betere afstemming op het zuiveringsproces, is de projectplanning bijgesteld t.o.v. het toen geldende investeringsprogramma. Dat heeft geleid tot een oplevering per mei 2009 i.p.v. december 2008. De bijgestelde planning is gerealiseerd.
1521 Bath: Verv. Beluchtingselementen
Project wordt uitgevoerd in 2 fasen. Gerapporteerd wordt over de 1e fase. De kosten in 1e fase vallen lager uit door een gunstige uitkomst van de aanbesteding en meevallende schade aan de beluchtingstanks onder de waterspiegel.
2039 AWP: Civ. Revisie pompstation en persl.
nvt
Aanbestedingsbedrag is hoger uitgekomen dan geraamd. Voortgang is 7 maanden vertraagd ten gevolgen van uitloop besteksfase (4 maanden) en besluitvorming op de toekenning van extra krediet (3 maaden).
2045 Bath: slibverwerking
nvt
2061 Roosendaal Vijzel
Aanbestedingsbedrag is hoger uitgekomen dan geraamd. Voortgang is 7 maanden vertraagd ten gevolgen van uitloop besteksfase (4 maanden) en besluitvorming op de toekenning van extra krediet (3 maaden). Verwijderen. Project is opgenomen in 2039
2070 AWP Boosterstation Hoeven
Studiefase afgerond. Project nog niet gestart.
3063 Nieuwveer: Slibverwerking
In afwijking van oude scope wordt dan ook vooringedikt slib van Chaam, Riel en Rijen vanaf 2012 vergist en ontwaterd in Nieuwveer. De capaciteit van de installatie in Nieuwveer moet daardoor groter zijn dan eerder bedacht, en is daardoor duurder geworden. Een voorstel voor een uitvoeringskrediet van € 22,1 miljoen voor het project met een uitgebreide "Scope" is in AB juli 2009 geaccordeerd. De nieuwe sliblijn dient daarbij in 2012 operationeel te zijn. Deelstroombehandeling blijkt binnen de marges van de "ambitie-nota" nog niet haalbaar, en maakt daarom nog geen deel uit van de project-scope. Voor de keuze van de meest aantrekkelijke duurzame biogasbenutting wordt de markt benaderd.
4045 Dongemond: Mech. Slibindikking
nvt
De aanbesteding is lager uitgevallen. Installatie 2 maanden eerder in bedrijfgenomen. Project in afrondende fase met enkele technisch op te lossen problemen.
5081 Nw Vossemeer RWZI 4e trap
Door extra inkomsten van derden, is de prognose "positieve afwijking".
6005 OAS Optimal.afvalwater studie
Er zijn op dit moment zeven studies (inclusief twee deelstudies) afgerond. De overige studies worden volgens planning in 2009 en 2010 afgerond. Er is één afvalwaterakkoord gesloten. De overige afvalwaterakkoorden zullen in de loop van 2009 en 2010 afgesloten worden.Het waterschap heeft inmiddels de gemeenten de mogelijkheid gegeven om de resterende basisinspanning (OAS-resultaat) op kosteneffectievere wijze volgens NBW-actueel in te vullen. Hiervoor is negen maanden tijd gegeven. Daarmee zouden de afvalwaterakkoorden alsnog uiterlijk in 2010 afgesloten kunnen worden. Dit is een half jaar later dan in eerste instantie gepland, maar past in de gegeven extra ruimte. Het blijft lastig om de planning in de hand te houden door de complexiteit zowel intern als extern. Intern zijn enkele nadere afspraken gemaakt. Extern is de voortgang bij Bergen op Zoom punt van zorg.
6264 Baggeren systeem mark en vliet
Project zit momenteel in de voorbereidingsfase en verwacht wordt dat er het in decemebr 2009 of januari 2010 in uitvoering zal gaan. Wordt uitgesteld en verder opgepakt na het opstellen van een meerjarenbaggerprogramma
6273 Uitvoering baggerwerk 6311 Binnenschelde maatr uit VARIAN
In afwachting op het besluit dat tussen het waterschap en de gemeente Bergen op Zoom gemaakt gaat worden over het zoet of zout maken wordt er momenteel geen actie ondernomen in de Binnenschelde.
6322 Kaderrichtlijn water &reconstr
Het project 6322 betreft geen uitvoeringsproject. Het betreft een budgetreservering voor KRW maatregelen. Zodra projecten concreet genoeg voor uitvoering zijn, wordt het budget overgeheveld naar concrete uitvoeringsprojecten. Voor de realisatie van natte bufferstroken en vismigratie gemaal Ligne wordt voor de periode 2012 -2015 € 550.000,- gereserveerd. Hiervoor zullen PSD's worden opgesteld. De vismigratieknelpunten (Agger, Donge benedenloop, Markiezaatsmeer, Binnenschelde en diverse gemalen) zijn pas aan de orde na 2015 en worden om die reden uit dit project gehaald. Het totale budget wordt daarom verlaagd met 4,1 mln.
6336 Korte termijn bestrijding blauwalgen
3 van de 6 locaties zijn uitgevoerd, 2 locaties worden opgenomen in fase 2 en Haven Roosendaal is komen te vervallen. Geld en planning liggen in lijn zoals opgenomen in de nota kredietverschuiving nav het Bestuursprogramma het streven is fase 2 in 2010 voor het groeiseizoen uit te voeren.
6341 Verm. Blauwalgen overlast 2e f 6342 Innovatiev. maatregel blauwalg
Samenwerking met andere Brabantse waterschappen, Universiteit van Wageningen en STOWA. Project is gericht op kennisvergaring.
6685 Grondaankoop EVZ &Waterberging
Indien krediet voor andere projecten beschikbaar is gesteld zal overheveling van grondverwervingskosten die ten laste van deze projecten komen, terugvloeien in 6685. Dit project is vooral bedoeld als tussenrekening waarmee ruilgronden aangekocht kunnen worden.
Overzicht voortgang ontwikkelingsinvesteringen ML 2009-2 BIJLAGE 3 Projecten Toelichting Projectnaam
Doelen
Geld
Voortgang
7910 Opstellen div. beheersplannen
Vaststelling is voorzien op 9 december 2009. Inmiddels heeft het Algemeen bestuur besloten het plan niet partieel te herzien.
7926 Waterplan Gem Bergen o Zoom
De baggerwerkzaamheden in Bergen op Zoom zijn voltooid. De eindafrekening van de werkzaamheden is inmiddels door de aannemer ingediend. Naar verwachting zal de financiele afwikkeling van het baggerdeel in het derde kwartaal eveneens voltooid zijn. Vanuit dit project zullen verschillende uitvoeringsprojecten worden opgesteld en deze worden ondergebracht in de projectgebieden. Momenteel worden de deelprojecten onder verdeeld in de projectgebieden. Vanwege capaiciteitsgebrek zal er enige vertraging optreden.
6334 Uitv maatreg gem wateropgave
7930 Stedelijke Wateropgave
Uiteindelijk worden er 20 notities Stedelijke Wateropgave gerealiseerd i.p.v. de geplande 17. De gemeente is projecttrekker in de Gemeentelijke Wateropgave. Hierdoor zijn we afhankelijk van de menskracht en de prioriteit die gemeenten aan de Gemeentelijke Wateropgave geven. Dit heeft er toe geleid dat de planning is uitgelopen. Na vaststelling van de normen door de Provincie zal de voorbereiding opgestart worden. Er is vertraging ontstaan in de overdracht en dit kan zijn weerslag hebben op moment van dijkverbetering.
8418 Drongelens Kanaal ondz dijkkw
8455 Aankoop primaire waterkeringen
Er is krediet beschikbaar gesteld. Eigenaren zijn benaderd. Vraagprijs ligt ver boven ons aanbod zodat naar verwachting geen overeenstemming kan worden bereikt.
9610 Definit.Huisvesting Kantoor Bouvigne
Het realiseren van de (aangepaste) planning blijft onder druk staan. Er blijft nog steeds een risico aanwezig ivm nog lopende procedures. Op 3 juni a.s. zal worden stilgestaan bij het bereiken van het hoogste punt van de nieuwbouw en de (her-)ingebruikname van de kapelzaal. De huidige planning voorziet in een verhuizing naar de nieuwbouw in het 2e kwartaal 2009.
= = = =
geen informatie beschikbaar negatieve afwijking (doelen < 90%, geld > 110% en planning > 2 maanden vertraging) op schema (doelen en geld > 90% en < 110% en binnen planning of < 2 maanden vertraging) positieve afwijking (doelen >110%, geld < 90%)
Inv. Besluit 1 Nr Nr 2 Nr 4 Nr 5 6 Nr Nr 7 Nr 10 11 Nr Nr 12 Nr 12 Nr 13 13 Nr Nr 14 Nr 15 Nr 16 Nr 16 Nr 18 Nr 21 Uitgaven 545.000 158.000 400.000 144.000 90.000 2.800.000 103.700 1.700.000 120.240120.240 600.000 600.00021.300.000 200.000 115.255.180 115.255.0003.000.000 50.000 30.490.880
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Evaluatie en verbetering LOP stuwen Hydrologische gereedschapskist Dijkverbetering Amer-Donge dijkvak 41-47 (Bestuursovereenkomst) planfase Verhogen capaciteit gemaal Kromgat Aanvullend krediet plaatsen krooshekreinigers Korte termijnmaatregelen regio Dongemond gemaal De Zoek Overdiepse Polder Bijdrage natte natuurparel Weimeren
Totaal kredieten
Omschrijving project
Realisatie projecten IGA NoordRand Midden Verschuiving krediet Bath renovatie sliblijn uit prj 1521 Verschuiving krediet beluchtingselementen Bath naar prj 2045 Nieuwbouw slibverwerking Nieuwveer Aankoop niet projectgebonden gronden Kredietverschuiving WW Kredietverschuiving WW 206 Overige kosten Overdiepse polder 6768 Vloeddeuren Overdiepse Uiterwaarde
nr. 6340 8315 8422 6710 6706 5067 6714 203 204 174 2045 1521 3063 205
Proj.
Overzicht goedgekeurde uitvoeringskredieten januari t/m juli 2009
€
5.235.000
Datum verwachte DB subsidies AB vergadering € 135.000 AB 03-06-2009 AB 03-06-2009 € 400.000 AB 08-04-2009 AB 11-03-2009 AB 08-04-2009 AB 08-04-2009 DB 14-04-2009 € 1.700.000 AB 08-04-2009 DB 12-05-2009 DB 12-05-2009 AB 03-06-2009 AB 03-06-2009 AB 15-07-2009 AB 15-07-2009 AB 15-07-2009 AB 15-07-2009 € 3.000.000 AB 15-07-2009 DB 07-07-2009
Bijlage 4 ML 2009-2
Nummer : *09I002851* Barcode : *09I002851* Mededeling 4d voor het algemeen bestuur van 14 oktober 2009 Onderwerp: statusbepaling en normering regionale keringen De provincie heeft samen met de waterschap het proces opgestart om de status van de regionale keringen vast te stellen en te normeren. Het dagelijks bestuur is bevoegd om de concept status en concept normen te bepalen en deze voor te stellen aan de provincie. Nadat het dagelijks bestuur de concept status en concept normen aan de provincie aangeboden heeft, brengt GS de status en de norm in de inspraakprocedure en vervolgens wordt door de provinciale staten de status en normen definitief vastgesteld. De verwachting is, dat dit eind 2009 gebeurt. In de vergadering van het dagelijks bestuur van 7 juli 2009 is een voorstel behandeld en voor de verschillende typen van regionale keringen een concept status met bijbehorende concept normen bepaald: 1. compartimenteringskeringen: Dit zijn keringen die normaal gesproken geen water keren, maar een compartimenterende werking hebben in geval er een primaire kering doorbreekt of overstroomt. Voorgesteld wordt om de keringen, die achter de primaire keringen liggen tussen Willemstad en Waalwijk de status te geven van compartimenteringskering. Het handhaven van de huidige profielen met bijbehorende beheersregels wordt voorgesteld als norm. 2. keringen langs regionale rivieren: Dit betreft de keringen langs zijrivieren die afwateren op de grote rivieren. Voor de keringen langs het Mark-Vliet stelsel wordt voorgesteld om een veiligheidsnorm van 1/100 jaar te geven. 3. boezemkaden: In het beheersgebied van waterschap Brabantse Delta zijn de keringen langs de volgende watergangen getypeerd als boezemkade: Oude Maasje en Roode Vaart Noord. Er is op deze wateren sprake van een beheerst regime van waterstanden en van de toestroom van water. Ook voor deze keringen wordt voorgesteld om een veiligheidsnorm van 1/100 jaar vast te stellen. Het besluit van het dagelijks bestuur van 7 juli jl. is verzonden naar de provincie. Na vaststelling van de normen door de provincie moet nog een aantal volgende stappen doorlopen worden voordat de regionale keringen op orde zijn. Deze stappen, inclusief een globale planning, zijn: 1. vaststellen hydraulische randvoorwaarden: medio 2009 – 2e helft 2010; 2. toetsen op veiligheid: 2010-2011; 3. opstellen dijkverbeteringsplannen; 4. uitvoeren van dijkverbeteringen (waarschijnlijk vanaf 2015); 5. naast de hierboven vermelde stappen moet er een aantal werkzaamheden uitgevoerd te worden als de status bepaald is en de normen zijn vastgesteld. Dit betreft: opstellen van legger en beheerregister, aanpassen Keur en Ontheffingenbeleid (is op 9 juni in het DB behandeld) en het aanpassen van het Handhavingsbeleid.
Bijlage: kaart met primaire en regionale keringen
Figuur 1: Huidige keurkaart met overzicht regionale – en primaire keringen
Nummer : *09I001696* Barcode : *09I001696* Mededeling 4e voor het algemeen bestuur van 14 oktober 2009 Onderwerp: kosten vispasseerbare en niet-vispasseerbare stuwen In het AB van 11 maart jl. is gevraagd naar de kosten van niet-vispasseerbare stuwen en vispasseerbare stuwen. Hierover kan het volgende worden gezegd. Het is niet mogelijk om in euro's aan te geven hoeveel duurder het is om een stuw met vispassage in plaats van een gewone stuw te bouwen. De (meer)kosten zijn afhankelijk van de grote van de waterloop, de constructie van de stuw en het type vispassage (afhankelijk van de doelsoorten). De voorbereidingskosten van stuw met een vispassage zijn hoe dan ook vele malen hoger doordat er meer berekeningen gedaan moeten worden. Ingeschat wordt dat de realisatie van een vispassage een factor 3 a 4 duurder uitvalt dan een normale stuw. De kosten voor het vispasseerbaar maken van een bestaande stuw is tevens afhankelijk van de grote van de waterloop, de constructie van de stuw en het type vispassage (afhankelijk van de doelsoorten). Binnen de bestuursovereenkomst zijn vismigratie-voorzieningen in waterlopen met de functie beek of kreek subsidiabel. Voor de waterlopen met de functie “verweven” – voorheen Viswater en Ecologische verbindingszones – zijn thans geen concrete subsidieregelingen beschikbaar. Dit zal dan ook per project aangevraagd en beoordeeld moeten worden. Subsidie kan bijvoorbeeld verstrekt worden vanuit soortenbescherming of via InterReg (voorbeeld: project Kleine Beek voor vis). Hieronder staan twee voorbeelden van gerealiseerde vispassages.
Voorbeeld Stuw watermolen (Rijsbergen) In de Aa of Weerijs is in 2007 een vertical-slot vispassage om de bestaande stuw heen gelegd. De Aa of Weerijs heeft de functies viswater en ecologische verbindingszone. Ook is over een lengte van 300 meter een ecologische stapsteen ingericht. Totale kosten: € 432.000,Subsidie: € 206.000,- (=48%)
Voorbeeld Stuw Aalskreek (Moerdijk) In dit project is in 2007 een vertical–slot vispassage aangelegd in de Aalskreek. Deze waterloop heeft de functies kreek en ecologische verbindingszone. De bestaande stuw is vervangen en tevens is een opvoergemaaltje geplaatst om een lokstroom voor de migrerende vis te creëren. Totale kosten: € 301.000,Subsidie: € 105.000,- (=35%)
-2-
Nummer : *09I002852* Barcode : *09I002852* Mededeling 4f voor het algemeen bestuur van 14 oktober 2009 Onderwerp: stand van zaken planstudie Waterberging Volkerak-Zoommeer Het dagelijks bestuur heeft toegezegd het algemeen bestuur op de hoogte te houden van de ontwikkelingen rondom de plannen voor waterberging op het Volkerak-Zoommeer. Het rijk heeft besloten om een planstudie uit te voeren om in het Volkerak-Zoommeer tijdelijk water te bergen als er in het benedenrivierengebied hoge waterstanden verwacht worden. Deze situatie kan zich voordoen als de stormvloedkering bij Hoek van Holland en de Haringvlietsluizen gesloten zijn en er een hoogwaterperiode op de Rijn en Maas is. De waterberging geschiedt door via de Volkeraksluizen water af te laten vanuit het Hollands Diep naar het Volkerak-Zoommeer. Als dat gebeurt, stijgt het water op het Volkerak-Zoommeer met gemiddeld 2,50 meter. In die situatie kunnen de West-Brabantse rivieren en beken, die onder vrij verval op het Volkerak-Zoommeer afwateren, niet meer lozen en ondervinden de gemalen een grotere tegendruk. Hierdoor neemt de kans op wateroverlast flink toe. Door Rijkswaterstaat is een projectorganisatie in het leven geroepen. Er is zowel een bestuurlijke als een ambtelijke begeleidingsgroep waarin het waterschap vertegenwoordigd is. Namens het dagelijks bestuur is de heer L. v.d. Kallen vertegenwoordigd in de stuurgroep. Door het projectbureau is er een startnotitie opgesteld is, waarin beschreven is welke aspecten er onderzocht gaan worden en in de MER rapportage opgenomen worden. De startnotitie is in maart gepresenteerd en heeft de inspraakprocedure doorlopen. Het waterschap heeft in het DB van 31 maart jl. een inspraakreactie vastgesteld. Daarin wijst het dagelijks bestuur op de nadelige effecten van deze maatregel op de waterhuishouding in West-Brabant en dat compenserende maatregelen nodig zijn en op kosten van het rijk uitgevoerd dienen te worden. Onlangs zijn er richtlijnen opgesteld voor de Milieu Effect Rapportage (M.E.R.). Hierop is geen inspraak mogelijk. Aan het ingenieursbureau DHV is opdracht verleend om de planstudie uit te voeren. DHV is momenteel bezig met het verzamelen van alle relevante informatie van de primaire keringen en de daarin gelegen kunstwerken langs het Volkerak-Zoommeer om te onderzoeken welke aanpassingen er nodig zijn om de hogere waterstanden op een veilige manier te kunnen keren. Verder wordt onderzocht wat de effecten zijn op de waterhuishouding in West-Brabant en welke maatregelen er getroffen kunnen worden om de nadelige effecten te compenseren.
Nummer : *09I002856* Barcode : *09I002856* Mededeling 4g voor het algemeen bestuur van 14 oktober 2009 Onderwerp: Gedragscampagne “MVO tussen 1000 oren” Voorafgaande bestuurlijke besluitvorming Op 3 oktober 2007 heeft het algemeen bestuur de nota “Ambitie Duurzaam Ondernemen” (07I002196) vastgesteld. Het dagelijks bestuur heeft die ambitie overgenomen in het Bestuursprogramma 2009–2012:
“Het waterschap heeft de ambitie om de principes van maatschappelijk verantwoord ondernemen toe te passen in de bedrijfsvoering. Dat betekent dat het waterschap evenwichtig aandacht geeft aan de belangen van de samenleving (people), het milieu (planet) en de economie (profit). Voorbeelden van maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn zuinig en verantwoord omgaan met water en energie, duurzame materialen kiezen en weinig of geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken. Het bestuur kiest voor vernieuwende oplossingen die zo mogelijk budgetneutraal zijn. Zo gaan duurzaamheid, innovatie en kostenbeheersing hand in hand.” MVO Masterplan De ambitie van oktober 2007 is vertaald naar een “Masterplan MVO” en door het Algemeen Bestuur vastgesteld op 5 december 2007 (07I002892). Concreet gaat het hierbij om: - integratie van MVO in het denken en handelen van de dagelijkse bedrijfsvoering tot stand brengen; - lange termijn afwegingen op de punten People, Planet en Profit maken; - verantwoording afleggen in dialoog met de belanghebbenden. In het masterplan is er ook voor gekozen om MVO onderdeel te maken van alle (project)voorstellen. MVO raakt de gehele organisatie, het is een manier van denken en handelen. MVO kan zich niet beperken tot enkele projecten of sectoren. In het masterplan is ervoor gekozen er een paar thema’s uit te lichten als voorbeeld. Die thema’s zijn: duurzaam inkopen, vermindering CO2 uitstoot; maatschappelijke kosten-batenanalyse; diversiteitbeleid; buitenlandbeleid en het terugdringen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Elk van deze speerpunten kent haar eigen doelen en een uitvoeringstraject binnen de verschillende onderdelen van de organisatie. Hier kort de stand van zaken bij die thema’s. • In 2009 zal de afdeling inkoop een beleidsnota uitbrengen met daarin concrete voorstellen tot het bevorderen van duurzaam inkopen. Met als doel te voldoen aan het afgesproken convenant om in 2010 minimaal 50% van de waarde duurzaam in te kopen. In het najaar van 2009 maakt duurzaam inkopen deel uit van de MVO campagne. • Eind 2007 is door het Algemeen Bestuur de nota van de sector Zuiveringsbeheer “Zuiveren met ambitie” vastgesteld. Daarin is het doel gesteld om in 2020 de CO2 uitstoot met 30% te verminderen ten opzichte van de uitstoot in 1990. • Het buitenlandbeleid is door het bestuur vastgesteld in december 2007. Daardoor is het mogelijk om binnen het gereserveerde bedrag deel te nemen in projecten waarmee het waterschap invulling geeft aan zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid ter verbetering van de omstandigheden op watergebied en sanitatie in minder ontwikkelde gebieden. • Het concept plan van aanpak om te komen tot een diversiteitsbeleid is gereed. Het wordt najaar 2009 door de afdeling personeel en organisatie aan het MT gepresenteerd. • Het terugdringen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Het waterschap streeft ernaar om te voldoen aan het certificeerbaar predicaat "Zilver". • Het onderwerp maatschappelijke kosten-batenanalyse is nog niet opgepakt.
Voorbereiding MVO campagne Zoals gezegd, MVO kan zich niet beperken tot enkele projecten. Het vormgeven van het MVO-beleid begint bij het denken en handelen van alle medewerkers, kortom de identiteit en de cultuur van de organisatie. De stappen die daarbij worden doorlopen zijn schematisch als volgt weergegeven:
HOOFD
Bewustwording COMMUNICATIE
HART
Omarmen INSPIRATIE
Uitdragen HANDEN GEDRAGS VERANDERING
In 2008 zijn de voorbereidingen gestart om het belangrijkste doel uit het masterplan te bereiken: Het MVO denken duurzaam tussen de oren van alle medewerkers krijgen. Een breed samengestelde regiegroep MVO geeft sturing aan de voorbereiding en uitvoering. Voorzitter is Arie van Rijn. Die regiegroep heeft ervoor gekozen het thema “Terugdringen van de CO2 uitstoot” te gebruiken als paraplu voor de verschillende deelthema’s. Dit onderwerp is regelmatig in het nieuws en heeft raakvlakken met vrijwel al het handelen in het werk én thuis. Hiermee kun je alle medewerkers bereiken en betrekken. Er is daarom gekozen voor het uitvoeren van een campagne gericht op gedragsverandering bij alle medewerkers waar het de effecten van hun handelen op de CO2 voetafdruk betreft. Als voorbereiding op de campagne zijn de volgende acties uitgevoerd: - Het meten van de klimaatvoetafdruk, gebaseerd op het greenhouse gas protocol en de gegevens over 2007. (rapportage december 2008) Binnen de organisatie zijn gegevens verzameld die de klimaatvoetafdruk van de organisatie weergeeft. Met name die gegevens die door de gemiddelde medewerker kunnen worden beïnvloed, zoals het energiegebruik in gebouwen, brandstofgebruik voor vervoer, papiergebruik en de afvalproductie van de kantoororganisatie. Deze gegevens worden gebruikt als nulsituatie bij de start van een gedragsveranderingscampagne gericht op het terugdringen van de CO2-uitstoot als gevolg van dit deel van de bedrijfsvoering. De klimaatvoetafdruk van de primaire processen is ten dele in beeld gebracht. Daarvan is wel bekend dat 2–5% van de wereldwijde broeikasgas emissies afkomstig is van waterzuiveringsprocessen. Brabantse Delta is in het kader van de MJA-3 de afspraak aangegaan om jaarlijks 2% energie te besparen tot 2020. Ook wordt nu al groene stroom ingekocht. De klimaatvoetafdruk van de secundaire processen is even groot als van 350 huishoudens. Het grootste deel daarvan komt voor rekening van het dienst- en woonwerkverkeer. In 2007 werden 3 miljoen dienstkilometers gemaakt en hetzelfde aantal kilometers woon-werkverkeer. Elk goed voor 75 x een rondje aarde. - Uitvoeren van een MVO-enquête. (rapportage december 2008) Het doel van deze enquête was om te kunnen beschikken over een nulmeting op visie, houding en gedrag op MVO-gebied bij de medewerkers van het waterschap. De respons was met 51% goed te noemen. Het vraagstuk van klimaatverandering wordt door 90% van de respondenten een belangrijk thema gevonden. Zestig procent zegt dat men milieuvriendelijker kan werken, slechts 22% is van mening dat men dat ook al doet. Hier ligt dus een goed aangrijpingspunt voor actie. Verder is gevraagd naar het belang dat men hecht aan een aantal denkbare organisatiebrede maatregelen om de klimaatvoetafdruk van de organisatie te verminderen. Hoog scoren items als de aanschaf van energiezuinige apparatuur, klimaatbeheersing optimaliseren voor lager energieverbruik, zelf energie opwekken, gebruik maken van milieuvriendelijk papier en duurzaam inkopen. Het stimuleert als de directie het goede voorbeeld geeft (96%) en als de organisatie positief in het nieuws komt (91%). De resultaten geven een goed beeld van de items die door de medewerkers van belang worden geacht en waar dus draagvlak voor is. Van de respondenten hebben 75 mensen aangegeven een actieve bijdrage te willen leveren aan het verduurzamen van hun werkomgeving en invulling van het MVO beleid.
Uitvoering MVO acties in 2009 en 2010 Campagne “MVO tussen 1000 oren” met de 5 thema’s: papier, duurzaam inkopen, mobiliteit, energie, afval. In mei 2009 zijn de details van de campagne “MVO tussen 1000 oren” besproken in door het MT. Het belangrijkste doel van de campagne is om via een aantal aansprekende thema’s de medewerkers kennis te laten nemen van de principes van MVO om vervolgens de houding en daarna het gedrag ten gunste van MVO duurzaam te beïnvloeden. In de periode van 29 september 2009 tot maart 2010 komen na elkaar de volgende 5 thema’s aan de orde: papier, duurzaam inkopen, mobiliteit, energie, afval. De campagne wordt aangekondigd tijdens een bijeenkomst voor al het personeel op 29 september in het kantoor in Breda. Op 5 oktober zijn er bijeenkomsten in de regio voor de buitendienst. De medewerkers die in de enquête hebben aangegeven er wel voor te voelen wat extra’s te doen, worden ingezet als MVO ambassadeur binnen hun afdeling. Zij dragen de boodschap uit en zijn de oren en ogen op de werkvloer. Om die rol goed te kunnen vervullen hebben ze een korte training gekregen in “empowerment”. Tijdens de campagne worden ideeën van medewerkers verzameld en beoordeeld op uitvoerbaarheid door de regiegroep. De resultaten van de 5 thema’s worden gemeten en bekend gemaakt. Na afloop van de campagne wordt de enquête herhaald om vast te kunnen stellen wat het effect is geweest van de inspanningen. Ook de opbrengst in termen van de reductie van de klimaatvoetafdruk wordt in beeld gebracht. Communicatie Alle thema’s worden ondersteund met communicatiemiddelen die specifiek op dat thema zijn toegesneden. Tijdens en ook na afloop van de campagne zal extra aandacht uitgaan naar het communiceren van de resultaten van de campagne zelf, maar ook naar de resultaten die worden geboekt bij de kernactiviteiten van het waterschap. Want MVO moet uiteindelijk vooral daar worden ingebed. Tijdens de looptijd van de campagne wordt extra in beeld gebracht in welke opzichten er rekening is gehouden met duurzaamheidsaspecten binnen de 5 thema’s bij de bouw en inrichting van het nieuwe kantoor bij Bouvigne. Ook wordt in de campagne aangesloten op activiteiten die voorbereiden op de nieuwe mannier van werken en de aanstaande verhuizing. MVO in adviesnota’s Die inbedding moet dan ook zichtbaar worden in de voorstellen en adviezen die worden voorgelegd aan MT en bestuur. Vanaf begin 2008 is gepoogd die zichtbaarheid te creëren door het verplicht invullen van het hoofdstuk “MVO gevolgen” in adviesnota’s. Gebleken is dat daar nog vaak mee wordt geworsteld. Op basis van een al uitgevoerde inventarisatie zal de regiegroep zich buigen over mogelijkheden om het onderdeel MVO meer tot zijn recht te laten komen in de adviesnota’s. MVO beleid Verwacht mag worden dat het na afloop van de campagne mogelijk is een specifiek MVO beleid op te stellen. De haalbaarheid van concrete doelen kan dan beter worden ingeschat dan dat we dat nu kunnen. Het ligt voor de hand om dat te verwoorden in een beleidsnotitie MVO waarin de visie en ambitie zoals verwoord in het bestuursprogramma 2009-2012 concreet wordt uitgewerkt.
cs 09B007326
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Agendapunt 5a > Retouradres Postbus 20904 2500 EX Den Haag
Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520 4 8 0 1 DZ BREDA
Water Directoraat-Generaal Water
INGEKOMEN 2 2 JUL! 2009
Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20904 2500 EX Den Haag T 070 351 6171 F 070 351 9078 www.dgw.minvenw.nl Contactpersoon Marco Erkens T 8084
[email protected]
Datum 15 juli 2009 Onderwerp Belastingstelsel waterschappen
Ons kenmerk VenW/DGW 2009/887 Uw kenmerk "08U009604* Bijlage(n)
Geachte heer Vos, In uw brief van reeds 28 december 2008 stelt u mij in kennis van een aangenomen motie over de effecten van net vereenvoudigde belastingstelsel in de gemoderniseerde Waterschapwet, met name wat betreft de categorie ongebouwd. Begin 2009 is in opdracht van de Unie van Waterschappen, onder voorzitterschap van uw secretaris-directeur, een evaluatie naar de effecten van het belastingstelsel uitgevoerd. Bij brief van 19 juni heb ik de evaluatie aan de Tweede Kamer aangeboden. Tevens heb ik hierbij aangegeven geen wijzigingen voor te staan in het belastingstelsel. Wat betreft de bijdrage van de categorie 'ongebouwd' zijn de redenen hiervoor dat de totale bijdrage van de agrarische sector aanzienlijk is verminderd en dat de bijdrage van de sector aan de totale kosten relatief gering is. Conform mijn afspraak met LTO Nederland heb ik wel aangegeven dat de systematiek, en met name de kostentoedeling aan de agrarische sector, bij de reguliere evaluatie van de gehele wet wordt meegenomen. De brief en de bijlagen zijn te vinden op de internetsite van het ministerie Verkeer en Waterstaat (http://www.verkeerenwaterstaat.nl/actueel/nieuws/kabinetwil verkiezingenwaterschappenverbeteren.aspx). Met vriendelijke groet, DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT, narnensjjj lECTEUR-GEflERAAL WATER,
: Nijhof MBA-
Pagina 1 van 1
Agendapunt 5b
8 september 2009
Oorspronkelijk bericht Van: Paul van den Berg [mailto:
[email protected]] Verzonden: woensdag 8 juli 2009 14:34 Aan: Vos, Joseph Onderwerp: Opmerkingen en vragen aan DB Betreft: Opmerkingen en vragen aan DB, 8 juli 2009, ons kenmerk: pvdb/090708.01
Agendapunt 5c
Beste Joseph, Op 3 juni jl. heeft u "feestelijk" de klok geluid bij de heropening van de Kapel. Inmiddels is het duidelijk dat u op dat moment eigenlijk de noodklok luidde. Voor onze fractie reden om daarom flink aan de bel te trekken: Want de Kapel voldoet op vele fronten niet aan basale voorwaarden die gesteld mogen worden aan een goede, veilige en verantwoorde vergaderruimte, voor onder andere het bestuur van het waterschap. ledereen zal beamen dat de vergaderomstandigheden in het restaurant op de Bergschot vele malen beter waren dan heden in de Kapel (los van het feit dat het restaurant op de Bergschot voor de vergaderingen omgebouwd moest worden). Goede vergaderomstandigheden zijn van groot belang voor de juiste aandacht tijdens vergaderingen en dus voor goede vergaderresultaten. Op dit moment zijn de vergaderomstandigheden in de Kapel zo slecht, dat deze in ieder geval niet kunnen bijdragen aan een goed vergaderklimaat en juist een averechts effect hebben. Feitelijk komt het er op neer dat door de verhuizing van het waterschap naar Bouvigne, er gekozen is voor een gekunstelde, niet reële oplossing voor een vergaderzaal in de Kapel. Deze volstrekt geforceerde, deze volledig niet werkbare vergaderoplossing in de Kapel staat symbool voor de keus van ons waterschap voor huisvesting in een volledig onnodig, ongewenst kantoorgebouw aan de rand van een uniek beschermd natuurgebied. Een keus waar ons waterschap niemand enige dienst mee bewijst (behalve mogelijk het eigen ego?). Want in termen van MVO kan net waterschap toch niet volhouden dat dit kantoor een aanwinst voor onze Planet (het beschermde natuurgebied Het Markdal en omgeving) is? Ter voorkoming dat fracties mogelijk stellen dat onze fractie zich onterecht bezig zou houden met (details van) het huisvestingsvraagstuk, geven wij op voorhand aan dat: • Maar al te vaak "The devil is in the details" van toepassing is in controlerende taken.
• Het DB niet voor niets in haar Bestuursprogramma 2009-2012 specifieke aandacht geeft aan de nieuwe huisvesting, zie 2.3. Professionele Organisatie. Het DB hecht hier dus groot belang aan! Wij lichten graag onze bezwaren toe en stellen tevens een aantal vragen: 1. Opstelling: Zowel in carré- als in classroom-opstelling is er veel te weinig ruimte. Verzorgende medewerkers (bv. catering) kunnen niet achter de bezette stoelen langs. Voor vergaderdeelnemers geldt hetzelfde: zij kunnen nauwelijks van hun plaats komen om bv. even onderling te overleggen met andere vergaderdeelnemers (dit is bij bv. AB-vergaderingen heel normaal, vergelijk dit met soortgelijke onderlingoverleg mogelijkheden in de vergaderzaal van de Twee Kamer) of om de zaal (tijdelijk) te verlaten. Door het ontbreken van voldoende ruimte voldoet de vergaderzaal niet aan de wettelijke veiligheidsvoorschriften: immers, bij bezette vergaderstoelen kan de zaal in geval van calamiteiten niet goed en niet snel verlaten worden. Daar komt bij dat bij de vergaderplaatsen (onder tafel) weinig tot geen ruimte is om (akte) tassen en dergelijke te plaatsen, zodat deze veelal achter de vergaderdeelnemers worden geplaatst. Dit werkt nog eens extra belemmerd, om de zaal goed en snel te kunnen verlaten en dit kan dan ook niet anders dan leiden tot gevaarlijke en onacceptabele situaties. 2. De werk- (of bureaublad)ruimte per vergaderstoel is te weinig en in ieder geval minder dan op de Bergschot. Vergaderdeelnemers kunnen hun stukken hier niet ordentelijk kwijt. Vergaderstoelen staan zodanig tegen elkaar aan geperst dat er feitelijk geen vinger meer tussen past. De mogelijkheid om bij bezette vergaderstoelen je stoel te verlaten, zonder de vergaderstoel van de buurman/vrouw te raken of aan te stoten is er feitelijk niet. Daarnaast is er een grote kans dat bij verkeerde bewegingen van jezelf of je buurman/vrouw je hand/arm (of die van je buurman/vrouw) klem komt te zitten tussen de armleuningen van de vergaderstoelen. 3. In carréopstelling zitten diverse vergaderdeelnemers met tafelpoten tussen hun benen. Dat is bij langere vergaderingen, zoals ABvergaderingen zeer hinderlijk en oncomfortabel en daarmee dan ook onacceptabel. 4. Cateringoffice in Kapel: Deze office is hinderlijk voor de vergaderdeelnemers in de omgeving hiervan. Geluiden vanuit de office
(geluiden van machines, kopjes, glaswerk, stemmen medewerkers) zijn zeer hinderlijk en maken het door vergaderdeelnemers goed en ontspannen volgen van vergaderingen bijkans onmogelijk. Het continue open staan van de deur van de office naar de vergaderzaal draagt in negatieve zin nog eens extra bij aan deze ongewenste situatie. 5. Projectieweergave: De huidige projectieweergave is beneden alle peil. Tijdens de laatste opiniërende vergadering is dit duidelijk bewezen. De projectieweergave is veel te klein en nauwelijks te zien vanuit de achterzijde van de zaal en vanaf de publieke tribune. Daarnaast is de projectie niet centraal mogelijk in de zaal, maar slechts aan een zijde van een wand. Dat is uiteraard niet wenselijk en niet acceptabel. De projectie is niet goed (niet helder en niet scherp) en geeft een schuin/afgesneden beeld. Dat alles is niet acceptabel en een klap in het gezicht van (gast)sprekers, die zich vaak veel moeite hebben getroost om een aantrekkelijke presentatie voor te bereiden. En het doet uiteraard afbreuk aan de over te brengen boodschap. 6. Een spreekgestoelte (katheder) ten behoeve van (in)sprekers tijdens vergaderingen is in carréopstelling niet op een logische plaats ten opzichte van de vergaderdeelnemers te positioneren. Hetzelfde geldt (maar dan in iets mindere mate) bij de classroom-opstelling. Dat is toch niet acceptabel voor een vergaderzaal voor openbare AB-vergaderingen? Daarnaast moeten (in)sprekers natuurlijk op een logische manier (zonder zich in allerlei bochten te hoeven wringen, achter mensen langs etc.) naar het spreekgestoelte kunnen komen. Dat is toch het minste wat het waterschap een (in)spreker moet kunnen bieden? 7. Geluid: De speakerinstallatie geeft een hol, rondzingend geluid, wat zeer vermoeiend is voor de vergaderdeelnemers. Alleen door heel ingespannen, geconcentreerd te luisteren is de microfoonspreker enigszins te volgen. Hetzelfde geldt voor sprekers, die zonder microfoon spreken. Daarnaast is het zo dat alles, wat buiten de sprekers om mondeling met elkaar gedeeld wordt (onderling kort overleg, wat uiteraard moet kunnen plaatsvinden, zie ook 1, voorbeeld Tweede Kamer), zodanig verstorend werkt, dat de (microfoon) spreker dan helemaal niet meer te volgen is. Zelfs als slechts twee vergaderdeelnemers heel zacht even overleggen leidt dit tot onacceptabel rumoer voor alle overige vergaderdeelnemers. Op kantoor Bergschot was dit onderling overleg absoluut niet storend voor de
vergadering. Dit onderling overleg moet uiteraard ook in de Kapel mogelijk zijn, zonder de vergadering volledig te verstoren. Dit onderling overleg kan uiteraard ook niet voorkomen worden, het dient immers een (politiek) doel, het is dus een natuurlijk onderdeel van de vergadering. Sterker nog: het waterschap dient er in haar akoestische oplossingen voor de Kapel rekening mee te houden dat dit onderling overleg een onlosmakelijk onderdeel is van het vergaderproces. De huidige akoestiek werkt zeer vermoeiend op de vergaderdeelnemers en nodigt niet uit tot luisteren (wat op zijn beurt dan weer leidt tot nog meer onderling overleg). 8. Verwarming/koeling/ventilatie: De vorige twee AB-vergaderingen hebben aangetoond dat de koeling/ventilatie van de Kapel beneden de maat zijn. Er ontstaat een onwerkbaar plakkerig en bedompt klimaat, waar alle vergaderdeelnemers zichtbaar last van hebben. Het waterschap past vervolgens gekunstelde oplossingen toe, door deuren en ramen tegen elkaar open te zetten. Hierdoor ontstaat tocht (valse trek) en er komen muggen en andere insecten de vergaderzaal binnen. En het openzetten van ramen en deuren werkt nog eens verslechterend op de toch al zeer slechte akoestiek in de Kapel. 9. Licht: De verlichting in de Kapel is niet geschikt voor vergaderingen. De vergaderdeelnemers hebben slechts beperkt en mat licht op hun plaats, dit werkt zeer vermoeiend. Er is daarnaast sprake van hinderlijke verblindende lichtval door de diverse ramen, die storende werkt op de vergaderdeelnemers. Het is hinderlijk en zeer vermoeiend om continue tegen (scherp) buitenlicht aan te kijken. 10. Toegankelijkheid invaliden: In de Kapel is weliswaar een invalidentoilet, maar dat is echter niet voldoende. Omdat de Kapel ook voor publieke vergaderingen bestemd is, dient de Kapel volledig toegankelijk te zijn voor (rolstoel)invaliden. De kapel kent door de trappen, geen voorzieningen voor (rolstoel)invaliden om op eigen gelegenheid de Kapel te betreden. Deze voorziening mag van een publiek orgaan als een waterschap verwacht worden, zeker nu ons waterschap MVO zo hoog in het vaandel zegt te hebben. 11. Parkeren: Bij de laatste opiniërende vergadering van het AB is gebleken dat zowel medewerkers als bestuurders de voorkeur blijken te geven om hun auto te parkeren op de Bouvignedreef tegenover
Bouvigne. De Bouvingedreef maakt onderdeel uit van een beschermd natuurgebied. Blijkbaar hebben medewerkers en bestuurders hun moverende redenen om hun auto niet te parkeren op de noordelijke parkeerplaats bij restaurant Bouvigne Paradijs. Het waterschap dient er echter alles aan te doen om te voorkomen dat auto's ten behoeve van (bestuurs)werk van het waterschap op de Bouvignedreef geparkeerd worden (zeker na zonsondergang), maar wel geparkeerd worden op de genoemde noordelijke parkeerplaats. Deze inspanning mag van (bestuurders van) een publiek orgaan als een waterschap verwacht en verlangd worden, zeker nu ons waterschap MVO zo hoog in het vaandel zegt te hebben. 12. Wij vragen u een om een reactie op alle voornoemde bezwaren tegen de vergaderomstandigheden in de Kapel. 13. Wij stellen voor dat alle voornoemde bezwaren zodanig worden verholpen dat er een veilige, werkbare vergaderomgeving/situatie ontstaat, die op alle fronten minstens dezelfde kwaliteit heeft als de oude (restaurant)vergaderzaal op de Bergschot. Wij vragen u ons te informeren over te nemen maatregelen en een specificatie van de eventueel hieruit voortvloeiende kosten. Wij gaan er uiteraard van uit dat deze kosten passen in het aan uw bestuur toegekende investeringskrediet ten behoeve van de nieuwbouw/huisvesting op Bouvigne. 14. Wij verzoeken de AB-vergaderingen vanaf heden wederom op de Bergschot te laten plaatsvinden, totdat alle voornoemde bezwaren volledig en aantoonbaar verholpen zijn. Wij zien uw schriftelijke antwoorden/reactie met interesse tegemoet en danken u bij voorbaat vriendelijk. Namens Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg, AB
Oorspronkelijk bericht Van: Paul van den Berg [mailto:
[email protected]] Verzonden: vrijdag 10 juli 2009 16:54 Aan: Vos, Joseph Onderwerp: Aanvulling op opmerkingen en vragen aan DB Betreft: Aanvulling op opmerkingen en vragen aan DB, 8 juli 2009, ons kenmerk: pvdb/090710.01 Beste Joseph, Op 8 juli jl. stuurden wij u een aantal vragen en opmerkingen over de Kapel. Hierop sturen wij u bijgaand een aantal aanvullingen. Wij verzoeken u onder verwijzing naar de eerder genoemde punten 12, 13 en 14 hierop te reageren. 15. De Kapel biedt geen enkele mogelijkheid tot "klein overleg". Er bestaat geen mogelijkheid in de Kapel om kort onderling (vertrouwelijk) overleg te voeren voor een fractie of bv. het DB. De enige mogelijkheid is de entree bij de toiletgroepen, maar daar is deze gemeenschappelijke ruimte uiteraard niet voor bedoeld. Op 3 juni jl. moest het DB zich voor overleg in armoede in de catering-Office terugtrekken. Het AB verdween in verband met het slechte interne klimaat in de Kapel dankbaar naar buiten om op adem te komen. Zo kon het DB ongestoord en ongehoord (door derden) overleggen in de catering-Office...Moet het AB in de koude maanden van het jaar dan ook maar even buiten gaan staan? Het moge duidelijk zijn dat een volwaardige vergaderruimte voor een AB moet beschikken over de mogelijkheid om in de directe nabijheid van de vergaderzaal even "klein overleg" te hebben. Dat kan bijvoorbeeld al in een aanpalende foyer of aangrenzende (open) ruimtes. De vergaderzaal op de Bergschot biedt deze mogelijkheid in ieder geval wel. 16. In onderstaande matrix treft u een overzicht van de kwaliteit van de vergaderaccommodatie Bergschot versus Kapel. Hierbij ziet u dat de Kapel op 15 punten beduidend minder (lees: ronduit slecht) scoort ten opzichte van deoude vergaderaccommodatie. Het is heel betreurenswaardig dat het waterschap gemeenschapsgeld heeft geïnvesteerd in een nieuwe vergaderzaal (voor onder andere publieke (openbare) vergaderingen voor het AB) waar de vergaderomstandigheden een aantoonbare ernstige
verslechtering zijn ten opzichte van de oude vergaderomstandigheden op de Bergschot. Wij vragen het DB ons te informeren welk bedrag is geïnvesteerd in het realiseren van deze volledig ontoereikende vergaderaccommodatie in de Kapel en waaruit dit bedrag precies is opgebouwd.
Wij zien uw schriftelijke antwoorden/reactie met interesse tegemoet en danken u bij voorbaat vriendelijk. Namens Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg, AB
8 september 2009
Agendapunt 5d
Oorspronkelijk bericht Van: Paul van den Berg [mailto:
[email protected]] Verzonden: maandag 13 juli 2009 14:09 Aan: Vos, Joseph Onderwerp: Opmerkingen en vragen aan DB Ons kenmerk: pvdb/090713.01 Betreft: Duurzaamheid (nieuw)bouw op Bouvigne Beste Joseph, Op 3 juni jl. werd door het waterschap aan het AB aangegeven dat de nieuwbouw op Bouvigne bijzonder duurzaam geschied. Hierbij werd eveneens verwezen naar de MVO- aspiraties van het waterschap. Het is onze fractie echter niet duidelijk hoe duurzaam de nieuwbouw precies is/wordt uitgevoerd. Wij verzoeken het waterschap om een onafhankelijke partij te laten beoordelen in hoeverre de nieuwbouw op Bouvigne inderdaad ook echt duurzaam te noemen is. Wij verwijzen hierbij als voorbeeld naar de Dutch Green Building Council, die instrumenten ontwikkelt om duurzaamheid meetbaar te maken. Via BREAAM kan het waterschap in contact komen met een BREEAMasessor. Zie www.breeam.nl Andere onafhankelijke toetsingen zijn uiteraard ook mogelijk. Wij stellen voor dat het waterschap niet alleen het gebouw laat toetsen (BREEAM Nieuwbouw), maar ook de bestaande bouw (BREEAM Bestaande Bouw) en tevens de duurzaamheid van de ontwikkeling van het gebied Bouvigne (BREEAM Gebied). Dit laatste systeem kijkt hierbij onder andere naar de verhouding wonen/werken; openbaar vervoer; duurzame voorzieningen; de groenverdeling en hoe het nieuwe gebied aansluit op al bestaande duurzame voorzieningen.
Wij menen dat het waterschap er, zeker ook in het kader van verbetering van haar imago, goed aan doet om een dergelijke duurzaamheidtoets uit te laten voeren, om zo onafhankelijk vastgesteld en bevestigd te krijgen dat juist een publiek orgaan als een (ons!) waterschap er alles aan heeft gedaan om een voorbeeld te zijn in duurzaam bouwen. Daarnaast is het ook uniek te noemen als ons waterschap als een van de eerste een dergelijke toetsing laat uitvoeren. Wij danken u voor uw aandacht en zien uw reactie met interesse tegemoet. Namens Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg, AB
8 september 2009
Agendapunt 5e
Oorspronkelijk bericht Van: Paul van den Berg [mailto:
[email protected]] Verzonden: woensdag 15 juli 2009 13:24 Aan: Vos, Joseph Onderwerp: {Spam?} Vragen aan DB Ons kenmerk: pvdb/090715.01 Betreft: Diverse lopende zaken Beste Joseph, Graag leggen wij enige zaken aan u voor die voortkomen uit eerdere vergaderingen en contacten met het waterschap. Graag vernemen wij wat de precieze stand van zaken in deze kwesties is. Alsmede hoe en door wie zaken zijn opgepakt en/of door wie zaken wanneer worden aangepakt/ opgepakt. 11 maart 2009, AB vergadering Opin. Onderdeel 3.e Onze fractie heeft aan het waterschap voorgesteld dat het waterschap met de golfbaan gaat afspreken dat de golfbaan bepaalt dat er achter bepaalde zones niet gelopen kan worden. De voorzitter heeft daarop geantwoord dat het DB zich nog nader gaat beraden over hetgeen naar voren is gebracht. Graag vernemen wij wat het nader beraad van het DB precies heeft opgeleverd (en wanneer was dit nader beraad en wie waren daarbij betrokken?) en waar dit concreet toe heeft geleid. 29 maart 2009, 20.53 uur e-mail van Hein van Stokkom aan Paul van den Berg Naar aanleiding van ons bericht over het Innovatieprogramma Mooi Nederland heeft Hein ons gemeld: "Het is overigens een zeer mooi programma wat je hebt toegestuurd. Ik heb het onder de aandacht gebracht van de dijkgraaf en het doorgestuurd naar het sectorhoofd watersystemen om te bekijken of het iets voor het waterschap is. Wat hun oordeel is, is mij nu niet bekend." Graag vernemen wij wat het bekijken van de dijkgraaf en het sectorhoofd watersystemen heeft opgeleverd (en wanneer heeft dit bekijken
plaatsgevonden en wie waren daarbij betrokken?), alsmede wat hun oordeel is en waar dit concreet toe heeft geleid. 3 juni 2009, AB Vergadering Besluitv., rondvraag De voorzitter vond de aanbeveling van onze fractie inzake een onderzoek van ons waterschap naar aanleiding van de waterschapsverkiezingen (zie letterlijke tekst in notulen) een hele goede aanbeveling, waar het waterschap zeker wat mee moet doen. Graag vernemen wij wat de precieze stand van zaken in deze kwestie is. Hoe en door wie is dit opgepakt en/of door wie dit wanneer wordt aangepakt/opgepakt. Wat is het plan van aanpak in deze? Wij danken u voor uw aandacht en zien uw reactie met interesse tegemoet. Namens Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg, AB
09U005708
r
sp Delta
het leven
Water P5f & „±mJKf<'**e
Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne De heer P. van den Berg Bieberglaan 28 4834 NIK Breda
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Barcode Behandeld door Doorkiesnummer Datum Verzenddatum
e-mail 15 juli 2009 pvdb/090715.01 *09U005708*
llllllllll! de heer mr. A. Merks 076 564 1062 24 juli 2009
VER20NDEN 3 I Jul! 2009 Onderwerp: Diverse lopende zaken Geachte heer Van den Berg, In antwoord op uw bovenstaande e-mail waarin u vraagt naar de precieze stand van zaken in een aantal kwesties. Ik bericht u het volgende. Vooraf merk ik op dat er bij deze kwesties geen sprake was van toezeggingen zoals afgesproken in de Spelregels algemeen bestuur ('een toezegging een toezegging is als er"toezegging" is gezegd'). Evenwel zie ik geen bezwaren om u de stand van zaken van deze kwesties toe te lichten. 1 1 m a a r t 2 0 0 9 , AB vergadering Opin. Onderdeel 3.e (beraad inzake golfbaan) Onze fractie heeft aan het waterschap voorgesteld dat het waterschap met de golfbaan gaat afspreken dat de golfbaan bepaalt dat er achter bepaalde zones niet gelopen kan worden. De voorzitter heeft daarop geantwoord dat het DB zich nog nader gaat beraden over hetgeen naar voren is gebracht. Graag vememen wij wat het nader beraad van het DB precies heeft opgeleverd (en wanneer was dit nader beraad en wie waren daarbij betrokken ?) en waar dit concreet toe heeft geleid. Ik merk op dat ik heb gezegd (zie ook het vastgestelde verslag): "De voorzitter: Voldoende behandeld? Ik denk dat het dagelijks bestuur zich nog nader zal beraden over hetgeen bij dit agendapunt naar voren is gebracht." Op 17 maart 2009 heeft het voltallige dagelijks bestuur zich gebogen over hetgeen toen bij dit agendapunt op 11 maart 2009 naar voren is gebracht en besloten dit agendapunt van de agenda van het algemeen bestuur van 8 april 2009 af te voeren (mededeling 3f aan het algemeen bestuur van 8 april 2009). Het opinierend AB van 11 maart j l . stelde ten aanzien van dit project vragen over: - het verwerven van de Ecologische Verbindingszone strook in erfpacht; - de mogelijkheid en wenselijkheid om de aan te leggen stuw vispasseerbaar te maken. Aangezien over beide punten nog overleg en onderzoek plaatsvindt, is het op dit moment nog niet duidelijk of en zo ja hoe dit voorstel opnieuw aan het algemeen bestuur wordt voorgelegd. Ik beschouw dit punt hiermee als afgedaan. 2 9 m a a r t 2 0 0 9 , 2 0 . 5 3 uur e-mail van Hein van Stokkom aan Paul van den Berg Naar aanleiding van ons bericht over het Innovatieprogramma Mooi Nederland heeft Hein ons gemeld: "Het is overigens een zeer mooi programma wat je hebt toegestuurd. Ik heb het onder de aandacht gebracht van de dijkgraaf en het doorgestuurd naar het sectorhoofd watersystemen om te bekijken of het iets voor het waterschap is. Wat hun oordeel is, is mij nu niet bekend." Graag vememen wij wat het bekijken van de dijkgraaf en het sectorhoofd watersystemen heeft opgeleverd (en wanneer heeft dit bekijken plaatsgevonden en wie waren daarbij betrokken?), alsmede wat hun oordeel is en waar dit concreet toe heeft geleid.
Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520, W01 0Z Breda T 076 564 10 00 F 076 564 10 11 E
[email protected] I www.brabantsedelta.nl Bankrekening 63.67.59.202
Ik kan u berichten dat toen het Innovatieprogramma Mooi Nederland onder de aandacht werd gebracht van de betreffende afdeling in de organisatie, een bezoek aan Eindhoven op 2 april 2009 (waar een en ander werd georganiseerd) al stond gepland. Het in de gaten houden van dergelijke programma's en daar adequaat op te reageren behoort tot de normale werkzaamheden van de betreffende afdeling. In dit geval bood dit programma geen kansen voor het waterschap. Daarnaast is op ambtelijk niveau het programma van die dag onder de aandacht gebracht van onze partners Gemeente Steenbergen en Natuurmonumenten om te bezien of het nun interesse heeft, cq kansen biedt voor de tweede fase Fort Henricus ( = initiatief van gemeente en Natuurmonumenten). Zij hebben er evenwel geen gebruik gemaakt, omdat Natuurmonumenten reeds bezig is met "Klimaatbuffer" bij de monding van de Steenbergsche Vliet. zie ook www.klimaatbuffers.nl en stapeling van subsidies tot problemen kan leiden. Ik beschouw dit punt eveneens hiermee als afgedaan. 3 juni 2 0 0 9 , AB Vergadering Besluitv., rondvraag De voorzitter vond de aanbeveling van onze fractie inzake een onderzoek van ons waterschap naar aanleiding van de waterschapsverkiezingen (zie letterlijke tekst in notulen) een hele goede aanbeveling, waar het waterschap zeker wat mee moet doen. Graag vernemen wij wat de precieze stand van zaken in deze kwestie is. Hoe en door wie is dit opgepakt en/of door wie dit wanneer wordt aangepakt/opgepakt. Wat is het plan van aanpak in deze? Het betrof hier uw vraag naar het verschil in communicatie-inspanningen bij de verkiezingen per waterschap (Stichtse Rijnlanden € 0,03 per kiesgerechtigde en Brabantse Delta € 0,58 per kiesgerechtigde). Uit ambtelijke navraag is al gebleken dat in den lande verschillend is omgesprongen met het boeken van kosten van communicatie-inspanningen bij verkiezingen. Dit kan al een gedeelte van het verschil verklaren. Bij Brabantse Delta is zo goed mogelijk geprobeerd alle kosten van communicatie-inspanningen verkiezingen ook daadwerkelijk onder de verkiezingskosten te boeken en niet onder bijvoorbeeld algemene communicatie. Het wordt dan ook moeilijk om appels met appels te gaan vergelijken. In de aanloop naar de volgende verkiezingen zal weer een werkdocument worden opgesteld ten behoeve van de verkiezingen 2012 waarin verbeterpunten en aanbevelingen van de afgelopen verkiezingen zo nodig zullen worden verwerkt. Ook de kosten van de verkiezingen, waaronder de gewenste communicatieinspanningen zullen dan in beeld worden gebracht en zal er bij de collega-waterschappen worden geinformeerd om ook van hen te kunnen leren. Op dit moment is echter nog niet bekend hoe de volgende verkiezingen voor het algemeen bestuur gestalte zullen krijgen. Het opstellen van een werkdocument is dan ook nog niet aan de orde. Ook dit punt beschouw ik hierbij als afgedaan. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben ge'i'nformeerd. Overeenkomstig het reglement van orde AB zullen uw vragen en mijn antwoord daarop worden geagendeerd voor het AB van 14 oktober 2009. Hoogachtend, De dijkgraa
-2-
Oorspronkelijk bericht Van: Ben en Truus van der Veer [mailto:
[email protected]] Verzonden: maandag 6 juli 2009 14:24 Aan: j.a. van riet; Vos, Joseph; Stokkom, Hein van; Merks, Anton Onderwerp: Re: Schriftelijke vragen Watercondities
Agendapunt 5f
Geachte heren Vos, Van Stokkom en Merks, De fractie Water Natuurlijk heeft op 29 juni onderstaande vragen naar u gestuurd. Ik wil u medelen dat deze vragen ook namens de fractie Natuurterreinen zijn ingediend. met vriendelijke groet, Ben van der Veer, fractie Natuurterreinen. Original Message — From: j.a. van riet To:
[email protected]; 'Hein van Stokkom'; 'Merks, Anton' Cc: Geacht dagelijks Bestuur, Hierbij sturen wij u onderstaande schriftelijke vragen toe: Schriftelijke vragen conform reglement van orde aan het DB van Waterschap de Brabantse Delta: 1. Bent u bekend met het rapport 'Watercondities voor beschermde natuurgebieden in de ontwerp-waterplannen 2010-2015' (april 2009), dat in opdracht van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen is opgesteld? 2. Bent u bekend met het Rijksbeleid betreffende de KRW-verplichting rond beschermde gebieden om "(..) in de SGBP's maximaal rekening te houden met de watervereisten van Natura2000 (..) met name voor (..) gebieden met een sense of urgency op het gebied van water en voor de Natura2000-gebieden met daarbinnen Topgebieden verdroging" (DN.2007/3305)? 3. Kunt u aangeven op welke wijze u dit beleid heeft geïmplementeerd in de ontwerp waterplannen? 4. Bent u van mening dat er ook in de waterplannen maximaal rekening gehouden dient te worden met de watervereisten van de Natura 2000 gebieden, teneinde de synchronisatie van de besluiten op verplichte onderdelen in de SGBP's en andere plannen te waarborgen? 5. Bent ook van mening dat de watervereisten van de nog vast te stellen N2000 doelen voor ca 80% al lang bekend zijn, zodat veel te nemen maatregelen opgenomen kunnen worden in de ontwerp waterplannen 2010-2015. 6. Kunt u aangeven wat de stand van zaken is ten aanzien van de voorbereiding en uitvoering van het TOP beleid? 7. Kunt u aangeven wat de stand van zaken is bij het bepalen van het GGOR? Is het GGOR opgenomen in de waterplannen? Zo nee waarom niet? 8. Worden de processen en projecten die in de natuurgebieden (Natura 2000, EHS) en TOP gebieden lopen opgenomen in de maatregelenprogramma's en betrokken in de schatting van het doelbereik in 2015? Zo nee, waarom niet? Namens de AB leden van de fractie Water Natuurlijk Nol Verdaasdonk, Lisette de Jong - Stabel Remco Schreuders Voor deze met vriendelijke groet Joop van Riet (06-40007219)
Agendapunt 5g