en
Frauke Weldin – Christa Kempter
Mevrouw Beer gaan op vakantie
Meneer Haas en Mevrouw Beer gaan op vakantie
Een Vier Windstreken Prentenboek
Frauke Weldin – Christa Kempter
Mevrouw Beer houdt van gezelligheid en een beetje rommel. Meneer Haas houdt juist van orde en netheid. Op een dag besluit mevrouw Beer dat meneer Haas hard aan vakantie toe is – met haar. Maar ja, twee zulke verschillende karakters, en dan bij elkaar in één tent? Dat kan niet goed gaan! Toch gaan ze samen de wijde wereld in…
Meneer Haas
ISBN 978 90 5116 131 1
De Vier Windstreken
De Vier Windstreken
Eerder verschenen: Meneer Haas en mevrouw Beer
Meneer Haas en
Mevrouw Beer gaan op vakantie
Christa Kempter met illustraties van Frauke Weldin
ISBN 978 90 5116 087 1
Nederlandse tekst van Ineke Ris Oorspronkelijke titel: Herr Hase und Frau Bär – Der große Ausflug © 2010 De Vier Windstreken, Rijswijk, voor de Nederlandse uitgave © 2010 NordSüd Verlag AG, CH-8005 Zürich, Zwitserland Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in België NUR 273, 274 / ISBN 978 90 5116 131 1 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Bezoek ons ook op internet, www.vierwindstreken.com, en meld u aan voor onze nieuwsbrief.
De Vier Windstreken
Het regent en meneer Haas heeft een slecht humeur. Hij verveelt zich dood. Kwam mevrouw Beer nu maar! Dan kon ze hem helpen met het ophangen van de gordijnen. Maar mevrouw Beer ligt lekker in bed te snurken. Het huis dreunt ervan. “Tijd om op te staan, mevrouw Beer!” roept meneer Haas boos. Hij bonst hard met de bezemsteel tegen het plafond.
“Dat vind ik helemaal niet aardig van je, meneer Haas! Ik lag net zo lekker te slapen,” bromt mevrouw Beer. Ze komt de trap af. “Moet je nou echt altijd zo stampen, mevrouw Beer?” moppert meneer Haas. “En die honingvlekken op de trap heb je ook nog niet schoongemaakt.” “Maak je toch niet zo druk, meneer Haas. Je moet je eens een beetje ontspannen,” zegt mevrouw Beer. Ze geeft hem een vriendelijke stomp in zijn zij. “Weet je wat?” roept ze dan opeens enthousiast. “We gaan op vakantie!” Meneer Haas schudt zo heftig zijn hoofd dat zijn oren ervan flapperen. “O nee! Ik wil gewoon thuisblijven!” “Geen sprake van,” bromt mevrouw Beer. “Je hebt afwisseling nodig.” “Wat ik nodig heb, is rust. Anders niks. En vooral geen stampende, rommel makende beren,” klaagt meneer Haas. “Dat is helemaal niet aardig van je, meneer Haas,” snuift mevrouw Beer. Ze loopt de trap weer op.
“Ook dat nog!” zucht meneer Haas. Zo had hij het niet bedoeld. Ik ga mijn excuses maar aanbieden, denkt hij. Hij klopt zachtjes op de deur van mevrouw Beer. “Het spijt me echt, mevrouw Beer. Ik wilde niet onaardig zijn. En als je het zo graag wilt, dan gaan we wel op vakantie. Maar niet meer dan één dag, hoor!” “Kom binnen, meneer Haas,” bromt mevrouw Beer. “Dan maak ik een boterhammetje met honing voor je.”
De volgende ochtend is mevrouw Beer al heel vroeg wakker. “Kom gauw! Verrassing!” roept ze zo luid naar meneer Haas, dat het pijn doet aan zijn oren. Er staat een mooi, rood autootje voor het huis. “Dit autootje hebben mijn vijf broers zelf gebouwd. Knap hè?” zegt mevrouw Beer trots. “Waar is dat voor?” vraagt meneer Haas knorrig. “Hè, doe nou niet zo dom! Voor onze vakantie natuurlijk!” zegt mevrouw Beer. “Kom op, meneer Haas! Ga je koffer pakken!”
Meneer Haas komt naar buiten met zijn koffertje. Maar mevrouw Beer heeft de achterbak van de auto al helemaal volgepropt. Meneer Haas kan er alleen nog maar een boek en zijn schoonmaakspullen bij stoppen. “Hup! Allemaal instappen!” roept mevrouw Beer. “Waar gaan we eigenlijk naartoe?” vraagt meneer Haas. “We rijden gewoon onze neus achterna,” zegt mevrouw Beer. “Maar we moeten toch een reisdoel hebben?” zegt meneer Haas hoofdschuddend. “Ach welnee, meneer Haas. Als we het maar gezellig hebben in de tent.” “Tent?!” roept meneer Haas verschrikt. “Moet ik met jou in een tent, mevrouw Beer?”
Opeens klinkt er een geweldige klap. Meneer Haas vliegt omhoog.
Het autootje hobbelt over de bosweg. Het slingert van rechts naar links en weer terug.
“Handen aan het stuur, mevrouw Beer,” moppert meneer Haas. “En rij niet zo hard!”
De auto puft en sist, en dan slaat de motor af. “Dat komt er nou van! Een zelfgebouwde auto,” hoont meneer Haas.
“Leuk hè?” zegt mevrouw Beer vrolijk. Ze stopt een paar koekjes in haar mond. “Moet je nou echt koekjes eten? Er liggen overal kruimels!” zegt meneer Haas geërgerd.
Mevrouw Beer stapt uit. Ze bekijkt de auto van onderen. “Het is helemaal niet erg, meneer Haas,” bromt ze. “We zijn alleen maar in een gat gereden. We blijven gewoon hier.” Op een grasveldje zetten ze de tent op.