Memorandum over de internationale opleiding van de industrieel ingenieur juni 2015
Memorandum 2015 Verantwoordelijke uitgever: Vlaamse Ingenieurskamer, René Peeters, Gentbruggekouter 23, 9050 Gentbrugge
Afkortingen ASIIN
Akkreditierungsagentur für Studiengänge der Ingenieurwissenschaften, der Informatik, der Naturwissenschaften und der Mathematik e.V. Ba bachelor BAMA bachelor-master CLAIU-EU Council of Association of Long Cycle Engineers of a University or Higher School of Engineers of the European Union CTI Commission des Titres d’Ingénieur ECTS European Credit Transfer System ECTU European Credit Transfer Unit ENAEE European Network for Accreditation of Engineering Education EUR-ACE European Accreditation of Engineering Programs FCD First Cycle Degree FEANI Fédération Européenne d’Associations Nationales d’Ingénieurs / European Federation of National Engineering Associations FG Franstalige Gemeenschap HBO Hoger Beroepsonderwijs (Nederland) Ing. industrieel ingenieur INT integrated ir burgerlijk ingenieur, bio-ingenieur, burgerlijk ingenieur-architect KVIV Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging Ma master MSc Master of Science PhD Doctor of Philosophy SCD Second Cycle Degree SEFI Société Européenne pour la Formation des Ingénieurs STEM Science Technology Engineering Mathematics VDI Verein Deutscher Ingenieure VIK Vlaamse Ingenieurskamer
Memorandum 2015
inhoud Voorwoord 5 De studieomvang aanpassen naar 120 ECTU voor de masteropleiding industrieel ingenieur
6
Internationale context 120 ECTU-master
6
Vergelijking met de Franstalige Gemeenschap
7
Rationalisatie 7 Instroomvergroting voor de ingenieurs
8
Bevraging industrie
8
Het dossier voor de aanvraag van een 120 ECTS-master voor de industrieel ingenieur
8
Bewaking van het profiel
9
120 ECTU-masters in de wetenschappen in Vlaanderen
9
3
4
Memorandum 2015
Voorwoord Hoe sturen we de opleiding van de industrieel ingenieur bij om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan, o.a. in het kader van de Europa 2020-strategy?1 Duurzaamheid, het oplossen van de global warming, technologie voor ontwikkelingshulp, om er maar enkele te noemen, zijn uitdagingen waar zowel vrouwelijke als mannelijke ingenieurs van de toekomst, als homo universalis, oplossingen kunnen voor aanreiken. We moeten ze dan ook goed opleiden. Om het tekort aan ingenieurs op te lossen moeten we dus ook het belang van de vrouwelijke ingenieurs onder de aandacht brengen. De opleiding van de industrieel ingenieurs wordt gestuurd door de overheid, de maatschappij en het werkveld. De overheid legt de academisering op waardoor de opleiding steunt op een onderzoeksgedragen component. Vanuit de maatschappij is er de vraag naar een opleiding die niet enkel gericht is op de industrie, maar ook op de sociale sector. Die maatschappij vraagt bovendien een opleiding die internationaal erkend is (codiplomering). In de opleiding van onze ingenieurs is er o.a. nood aan een curriculum in duurzame ontwikkeling, de globalisatie, ethiek en sociale verantwoordelijkheid, communicatievaardigheden, innovatie en professionele identiteit.2 Vanuit het werkveld is er de vraag naar een werkveldstage die ook een belangrijk aspect is om het EUR-ACE3-label te verkrijgen. Zowel de academisering als de bijkomende vaardigheden mogen geen afbreuk doen aan
1. http://ec.europa.eu/europa2020/index_en.htm 2. W. Van Petegem (SEFI President (2011-2013) KU Leuven), Engineering Education and Europe 2020, in SEFI@40 Driving Engineering Education to Meet Future Challenges, F. Côme, X. Fouger, K. Hawwash, P. Van Petegem, 2013, p. 78 3. EUR-ACE: European Accreditation of Engineering Programmes
de technische opleiding. 60 ECTU voor de masteropleiding is dus onvoldoende, als we een ingenieur van de toekomst willen opleiden voor 2020. De opleiding moet inhoudelijk versterkt en geoptimaliseerd worden. Een opleidingstraject van 300 ECTU4 is een logisch gevolg van de nood aan bijkomende vaardigheden, vereist door een steeds complexere maatschappij, en een verbreding en verdieping van de opleiding in een internationale context. Die curriculumuitbreiding vindt haar basis niet alleen in Europa, maar over de hele wereld en moet onze ingenieurs op de toekomst voorbereiden.5, 6 Bovendien moet worden gefocust op employability en mobility 5 in een internationale context. De instroom naar de ingenieursopleiding kan ook worden verhoogd door adolescenten attent te maken op de vraag naar ingenieurs in sectoren buiten de industrie, zoals de zorgsector, de sociale sector en het onderwijs. De BAMA-hervormingen waren voor de VIK het onderwerp van verschillende studiedagen, congressen en memoranda.6 Die zijn in de delen 1 en 2 van het memorandum terug te vinden.
VIK-schrijfcommissie juni 2015. 7
4. ECTU: European Credit Transfer Unit. Naast ECTU wordt ook ECTS (European Credit Transfer System) gebruikt. 5. Ibid, p. 16 6. Heel wat punten uit die memoranda zijn al gerealiseerd. 7. De VIK-schrijfcommissie bestaat uit industrieel ingenieurs uit de industriële, de sociale, de onderwijs-, de research & development- en de overheidssector. Ing. Noël Lagast MSc, erevoorzitter VIK, publicist en auteur. Lic. Ing. Jaak Blocken MSc, bestuurder en ondervoorzitter VIK. Ing. Peter Deman MSc PhD MBA, bestuurder VIK. Ing. Marc Demolder MSc, bestuurder VIK, International Education Specialist VIK.
5
De studieomvang aanpassen naar 120 ECTU voor de masteropleiding industrieel ingenieur In de ons omringende landen worden ingenieurs aan een universiteit opgeleid met een studieduurtraject van 300 studiepunten.8 Voor de erkenning van het profiel van de industrieel ingenieur en de uitwisseling van studenten op Europees niveau, bv. voor een Joint Degree Study9 (codiplomering) aan een buitenlandse universiteit, is het aangewezen dat de masteropleiding met 120 studiepunten in de praktijk gebracht wordt.10 De vorming van de industrieel ingenieur is meer dan een opleiding voor de industrie, de innovatie en de research. De industrieel ingenieur heeft ook een opdracht in de zorgsector, de dienstensector, de sociale sector en de onderwijssector. Het beroep van ingenieur zal men beter moeten duiden voor 18-jarigen. De titulatuur, master in de toegepaste ingenieurswetenschappen, inclusief de Engelse vertaling ervan, volgend op de graad van Master of Science moet eveneens afgestemd zijn op wat in Europa algemeen gangbaar is. Zo vermijden we dat de internationale erkenning op nieuwe hinderpalen zou stuiten.
6
De dubbelzinnige situatie die in België sinds 2004 ontstaan is met masteropleidingen voor industrieel ingenieur van één jaar in Vlaanderen en van twee jaar in Franstalig België, is een ernstige hinderpaal voor de correcte erkenning van het diploma en de uitwisseling van de studenten binnen en buiten België. Zo wijst de FEANI- opleidingsindex enkel een FCD (First Cycle Degree)11 toe aan de opleiding industrieel ingenieur in de Vlaamse Gemeenschap en een FCD en SCD (Second Cycle Degree) in de Franstalige Gemeenschap.12 Bovendien is er sinds 2004 in België een onaanvaardbaar verschil tussen de gediplomeerde masters – industrieel ingenieurs – uit de beide taalgemeenschappen. In de Franstalige Gemeenschap zijn de eerste industrieel ingenieurs na een tweejarige master al in 2009 afgestudeerd. Zij hebben daardoor meer troeven op de internationale arbeidsmarkt dan hun Vlaamse collega’s. Dat is onaanvaardbaar en onverklaarbaar voor onze Vlaamse afstuderende industrieel ingenieurs!
8. EUR-ACE-label databaseanalyse van ingenieursopleidingen, februari 2014. http://eurace. enaee.eu/index.php 9. Survey on Master Degrees and Joint Degrees in Europe, C. Tauch and A. Rauhvargers, European University Association, 2002, p. 27 10. Ibid 11, p. 7 11. FCD First Cycle Degree wordt behaald na 180 ECTU, SCD na 120 ECTU. 12. FEANI-index, september 2014. http://www.feani.org/site/index.php?id=110
Memorandum 2015
De VIK ondersteunt al jaren talrijke collega’s in het buitenland die problemen hebben bij de erkenning van hun diploma. In de tweejarige master zijn de werkveldstages van enkele maanden vervat (30 ECTU, stage en masterthesis in de Franstalige Gemeenschap13). Ook moet er plaats worden ingeruimd om de ondernemingszin van de toekomstige industrieel ingenieur te stimuleren en om zijn zin voor innovatie aan te scherpen. Zo ontstaat er dan ruimte voor de ontwikkeling van social skills, economische en juridische vakken en een technische verdieping van toepassingen die steeds complexer worden (verdieping en verbreding).14, 15 De werkveldstages zijn een wezenlijk facet van de opleiding van de industrieel ingenieur en maken er integraal deel van uit.16 Zij dienen om de industrieel ingenieur de nodige praktische ervaring te bezorgen, alvorens hij zijn graad en diploma behaalt. De duur en de inhoud bepalen mee het profiel van de industrieel ingenieur.17 Dat is ook het geval voor de opleiding tot geneesheer en advocaat aan de balie. Uit de voorgaande argumenten en na vergelijking met de opleiding in de Franstalige Gemeenschap kan men besluiten dat het masteropleidingsprogramma voortaan niet meer kan worden gerealiseerd met 60 studiepunten. De totale studieduur moet worden aangepast aan de internationaal gangbare standaard, d.w.z. dat hij moet overeenstemmen met een studieomvang van 300 studiepunten of ECTU. Dat is meteen een waarborg voor de internationale herkenning, erkenning en mobiliteit van de specifieke opleiding van de industrieel ingenieur in het domein van de toegepaste ingenieurswetenschappen.
Internationale context 120 ECTU-master ▶▶ Internationale erkenning vereist een masteropleiding (SCD) van 120 studiepunten of een Integrated (INT) 18 300 ECTU-opleiding.
13. The Education of the ‘Practically Oriented’ Engineer, Marc Demolder, in The Formation of the Engineer, International Models, CLAIU – EU Conference, University of Sapienza, Rome Italy, 11-12 february 2011, p. 90-120 14. VDI: Chancen von Bologna nutzen: http://www.vdi.de/bildung/ stellungnahme-des-vdi-zum-bologna-prozess/ 15. Educating Engineers in the 21st Century – The Challenges of Higher Engineering Education in Finland, Helsinki University of Technology, Kati Korhonen MSc (Eng), Degree Program of Industrial Management, Helsinki, 1997, p. 101-102 16. Lic. Wouter De Geest, managing director BASF Antwerpen nv, toespraak op de vergadering van de opleidingsverantwoordelijken ingenieur en ie-net vzw, 1 oktober 2014. 17. CTI EUR-ACE-accreditatie van de ir-opleidingen in de Franstalige Gemeenschap. Evaluation des cursus de Bioingénieur et Ingénieur Civil en Fédération Wallonie-Bruxelles, Analyse transversale, CTI AEQES, 2013 18. INT: integrated en telt 300 ECTU. Hier wordt geen accreditatie gegeven voor een FCD of SCD, maar wordt de opleiding in zijn geheel geaccrediteerd.
▶▶ Ingenieursopleidingen aan buitenlandse universiteiten met een wetenschappelijke basis hebben een Second Cycle Degree (SCD) Master van 120 European Credit Transfer Units (ECTU).19 ▶▶ De opleiding van de industrieel ingenieur van de toekomst zal voor zijn internationale erkenning het EUR-ACE-label moeten hebben. Ingenieursopleidingen aan buitenlandse universiteiten met dat label hebben 120 ECTU.20 ▶▶ De 120 ECTU-master is belangrijk voor de uitwisseling van de studenten in het kader van de Erasmusuitwisselingen en de codiplomering. Door zijn kortere opleiding dreigt de mobiliteit van de Vlaamse student industrieel ingenieurs in het gedrang te komen. ▶▶ De opleiding industrieel ingenieur in Vlaanderen is in Europees perspectief de enige ingenieursopleiding aan een universiteit met slechts 60 ECTU-punten.21 ▶▶ De professionele kaart voor ingenieurs in Europa is gelinkt aan het EUR-ACE-accreditatieprogramma in Duitsland en is belangrijk voor de academische mobiliteit.22 ▶▶ Het profiel van de industrieel ingenieur moet worden getoetst aan gelijkwaardige opleidingen in het buitenland. De HBO-ingenieur in Nederland, met een vierjarige opleiding, is door zijn opleidingsprofiel derhalve geen vergelijkingspunt.23, 24
→→ Het heeft, in tegenstelling tot wat sommigen
vreesden, niet geleid tot een tijdelijk tekort aan ingenieurs voor de bedrijven.
→→ De bedrijven of technologiesectorvertegen-
woordigers in de Franstalige Gemeenschap hebben de aanpassing naar een 120 ECTUmaster voor de industrieel ingenieurs in 2004 gesteund en doen dat nog steeds.25
→→ Vanuit de professionele bacheloropleidingen zijn er door die aanpassing geen problemen ontstaan.
→→ De opleiding heeft een verbreding en een ver-
dieping ondergaan; in de bachelor en de master is ook een stage ingebouwd.26
→→ De invoering van een 120 ECTU-mastertraject heeft in de Franstalige Gemeenschap niet geleid tot een vervaging van het onderscheid tussen de twee ingenieursprofielen, noch tot een concurrentie tussen de profielen.
▶▶ In vergelijking met onze collega’s in de Franstalige Gemeenschap wordt de ‘Vlaamse’ opleiding nu al als vreemd beschouwd in een internationale context. Zeker als men vaststelt dat hetzelfde profiel in één land twee verschillende ECTU heeft in de mastertrajecten.27
Rationalisatie Een 120 ECTU-mastertraject hoeft geen zware financiële implicaties te hebben.
Vergelijking met de Franstalige Gemeenschap ▶▶ In de Franstalige Gemeenschap in België is de master van 120 studiepunten al ingevoerd in 2004.
→→ Dat heeft geen vermindering van het aantal ingeschreven studenten veroorzaakt.
19. ECTU en ECTS (European Credit Transfer System) worden dikwijls door elkaar gebruikt. 20. EUR-ACE-label database van ingenieursopleidingen, februari 2014. http://eurace.enaee.eu/ index.php 21. Ibid 16 22. Professional card for engineers in Europe is linked to EUR-ACE accredited program in Germany. EUR-ACE label will also be instrumental in fostering academic mobility. Ref: Iring Wasser president ENAEE, Managing Director ASIIN in Accreditation and Mobility of Engineers in Europe: SEFI and ENAEE joining forces, in SEFI@40 Driving 23. List and description of engineering educations in Europe: SEFI Guide, Engineering Education in Europe, 4th Edition 1997, Edited by Sirkka Pöyry et all, Published by Société Européenne pour la Formation des Ingénieurs. 569 pages. (37 landen). 24. Opleiding en vorming van ingenieur bachelor, master en doctor of philosophy in Europa. Noël Lagast, uitgave Vlaamse Ingenieurskamer, 1998.
Vlaanderen heeft 14 verschillende opleidingen voor industrieel ingenieur. Zes van die opleidingen vertegenwoordigen samen 90 % van de studentenpopulatie. Er kan dus o.a. gerationaliseerd worden in de opleidingskosten en in de opleidingslocaties. De specialisaties hoeven niet te verdwijnen. Door de invoering van een 120 ECTU-master kan men de resterende opleidingen als tweejarige masterspecialisatie invoeren. Dat zou ook de transparantie van de opleiding ten goede komen.
25. No future without technology, no technology without engineers, positioning paper, Agoria Franstalige Gemeenschap. Talent et Marché du travail – VBSC, Centre d’Expertise, 2014, Valérie Baesch 26. The Education of the ‘Practically Oriented’ Engineer, Marc Demolder, in The Formation of the Engineer, International Models, CLAIU – EU Conference, University of Sapienza, Rome Italy, 11-12 february 2011, p. 90-120. 27. CLAUI-conference Bologna, 2013. FEANI-index.
7
Instroomvergroting voor de ingenieurs Een tekort aan industrieel ingenieurs vormt een bedreiging voor de ontwikkeling van onze industrie en van andere sectoren, dus ook van onze economie.28 De overheid heeft er bijgevolg alle belang bij om het aantal afgestudeerde ingenieurs te verhogen door de instroom in die studieopleiding verder te vergroten. Twee sterke ingenieursprofielen zullen van bij de aanvang leiden tot een betere studiekeuze. Dat zal de twee profielen haalbaarder en aantrekkelijker maken. Het invoeren van de 120 ECTU-master hoeft geen hinderpaal te zijn voor de instroom van getalenteerde professionele bachelors, zoals mocht blijken in de Franstalige Gemeenschap. De instroom kan o.i. als volgt worden verhoogd:29 ▶▶ Vanaf het lager onderwijs technologievakken invoeren en ze beschouwen als een toepassing van fysica, scheikunde en wiskunde. ▶▶ In tegenstelling tot andere opleidingen heeft de industrieel ingenieur een zeer goede achtergrond voor STEM-onderwijs.
8
▶▶ Het decreet op de bekwaamheidsbewijzen in het secundair onderwijs aanpassen voor de industrieel ingenieur. In een optie lerarenopleiding voorzien voor de industrieel ingenieur. ▶▶ Een duidelijke profilering van de industrieel ingenieur in het onderwijs, de zorgsector en de dienstensector.
Bevraging industrie Uit een studie, uitgevoerd door SEFI33, blijkt dat in de ons omringende landen de industrie geen negatieve houding aanneemt t.o.v. de Bologna-hervorming en het 3+2-systeem (300 ECTU). De industriesectoren, inclusief Agoria Wallonie, de Waalse afdeling van Agoria, hebben de hervorming naar een 120 ECTU al in 2004 positief onthaald. Agoria Wallonie is vandaag nog altijd dezelfde mening toegedaan. De organisatie pleit voor een verplichte stage voor alle ingenieurs en wijst op het belang van de internationale context van de opleiding.34 Een gelijkaardige bevraging in Finland bij vertegenwoordigers van de universiteiten, de industrie, de ministers van onderwijs en experten, concludeerde dat de samenwerking tussen de ingenieursopleiding en de industrie van fundamenteel belang is, zowel op onderwijsniveau als op het niveau van de stages.35 In het dossier voor de aanvraag van de 120 ECTS-master voor de industrieel ingenieur in 2012 hebben verschillende industriesectoren dat voorstel ook gesteund.36
Het dossier voor de aanvraag van een 120 ECTS-master voor de industrieel ingenieur ▶▶ Alle associaties – en bijgevolg ook de universiteiten – keurden het dossier voor een 120 ECTS-master een eerste keer unaniem goed in 2012 en dienden het toen ook in.37
▶▶ De vrouwelijke ingenieur in het daglicht stellen. ▶▶ In de opleiding, naast een degelijke wetenschappelijke opleiding in het programma, ook voorzien in een combinatie van technologie, sociale wetenschappen en communicatie.30, 31 ▶▶ In het kader van de democratisering is een brede en diverse instroom noodzakelijk en is een 300 ECTUtraject aangewezen.32
28. C. Jourquin, former CEO of Solvay-Group: Employability of Engineering Graduates, a Vision for the Future. CLAIU-EU conference, Brussels, 13-14 March 2014. No future without technology, no technology without engineers, positioning paper, Agoria FG. Talent et Marché du travail – VBSC, Centre d’Expertise, Valérie Baesch. 29. Chancen von Bologna nutzen: Ingenieurinnen und Ingenieure für die Zukunft ausbilden, VDI Stellungnahme, Prof. Dr.-Ing. habil. Bruno O. Braun Präsident des VDI, Michael Dick Vorsitzender des Berufspolitischen Beirates und Präsidiumsmitglied des VDI, Dr.Ing. Willi Fuchs, Direktor und geschäftsführendes Mitglied des Präsidiums des VDI, 2012. Positionspapier: Technische Allgemeinbildung stärkt den Standort Deutschland, VDI, Strategie & Kommunikation Dirk Manske, 2012 30. Ibid 32, p. 94 31. Herausforderungen für Elektroingenieure/innen, Dr. Frank Stefan Becker, ZVEI, 2012, p. 35. 32. Overleg tussen VIK en opleidingsverantwoordelijken.
Memorandum 2015
▶▶ In de beleidsnota van de voormalige minister van Werk, Onderwijs en Vorming, Frank Vandenbroucke, staat letterlijk: ‘Masteropleidingen van 60 studiepunten roepen vragen op over de waardering en erkenning in de Europese hoger onderwijsruimte, waar er ontegensprekelijk een algemene tendens naar 3+2 plaatsvindt. Internationaal onderzoek wijst uit dat de studieomvang van masteropleidingen van onderzoeksvoorbereidende aard meestal overeenkomt met 120 studiepunten. Hetzelfde geldt trouwens voor opleidin gen met een belangrijke ontwerperscomponent, zoals de ingenieursopleidingen.’
33. The Impact of the Bologna Declaration on Engineering Education in Europe – the Result of a Survey Among SEFI National Representatives and Other Members, June 15th, 2004. 34. No future without technology, no technology without engineers, positioning paper, Agoria FG. Talent et Marché du travail – VBSC, Centre d’Expertise, Valérie Baesch 35. Educating Engineers in the 21st Century – The Challenges of Higher Engineering Education in Finland, Helsinki University of Technology, Kati Korhonen MSc (Eng), Degree Program of Industrial Management, Helsinki, 1997, p. 101-102 36. Aanvraagdossier studieduurverlenging industriële wetenschappen en biowetenschappen, 21 juni 2012. Ondertekend door alle associaties 37. Ibid 39.
▶▶ Al in 2005 wordt bij het overwegen van een studieduurverlenging een industriële stage voorgesteld, zowel door de ingenieursfaculteiten als door de KVIV, met het doel om het profiel van de industrieel ingenieur te versterken.38 ▶▶ De Vlaamse Regering heeft een strikt beleidskader rond de uitbreiding van de studieomvang van masteropleidingen van 60 studiepunten uitgetekend; masters van in principe 60 studiepunten en na strikte toetsing van 90 of 120 studiepunten; onderzoeksmasters van 120 studiepunten en educatieve masters. Daarbij zal de eerste groep van masteropleidingen eerder gericht zijn op directe tewerkstelling, de tweede groep eerder op onderzoekscarrières.39 Daardoor mist de Vlaamse Regering de initiële ambitie om innovatie te plaatsen daar waar het moet: ‘in het hart van de Europa 2020-strategie’. Zo krijgen we een strategic mismatch. Enerzijds investeren we in de early stage of the inno vation cycle, i.e. research, maar anderzijds creëren we niet de juiste condities om de research te vermarkten. Bijgevolg gaat onze knowhow naar de VS of Azië.40 ▶▶ België staat slechts op de 9de plaats in de toptienranking van de innovatieve landen in Europa.41, 42 Het aangepaste profiel van de industrieel ingenieur is de natuurlijke biotoop voor innovatie en het vermarkten van die innovatie. Een 300 ECTU-master met aangepaste curriculumwijziging voor de industrieel ingenieur is daarop een antwoord.43 Bedrijven en organisaties schatten de Vlaamse industrieel ingenieur hoog in: de Vlaamse Regering moet die reputatie en kwaliteit ondersteunen met een geloofwaardig opleidings traject.44 Willen we de industrieel ingenieur wapenen voor de uitdagingen van de 21ste eeuw en Vlaanderen 2020 op de kaart plaatsen dan is een 120 ECTU-master noodzakelijk.
Bewaking van het profiel De twee masteropleidingsprofielen, burgerlijk (ir) en industrieel (Ing.) ingenieur, hebben verschillende doelstellingen. Dat is het resultaat van een historische achtergrond en van de vraag van de industrie. De opleiding tot burgerlijk ingenieur is meer gebaseerd op theoretische en conceptuele aspecten en op deductieve methoden. De opleiding tot industrieel ingenieur is meer gebaseerd op praktische en pragmatische aspecten en inductieve methoden. Om het profiel van de industrieel ingenieur te waarborgen moet erover worden gewaakt dat diegenen die instaan voor de opleiding, de nodige praktische ervaring en technische achtergrond hebben. Docenten moeten voeling behouden met de industrie om voldoende de verwachtingen te kennen die die industrie heeft inzake de vorming van industrieel ingenieurs. De eventuele evolutie van het profiel en de opleiding moet ook gelijke tred houden met de evolutie in Europa in het algemeen en in de ons omringende landen in het bijzonder. Daarvoor hebben we een aangepast statuut nodig voor het personeel dat het praktijkonderwijs geeft. Met het oog daarop is in het onderwijskader een statuut noodzakelijk met voldoende doorgroeimogelijkheden. Ook moet de samenwerking tussen onderwijs en industrie worden geïntensifieerd.
120 ECTU-masters in de wetenschappen in Vlaanderen De opleidingen in de wetenschappen en ingenieurswetenschappen zijn 120 ECTU-masteropleidingen. De industrieel ingenieur is in die context de enige opleiding met een 60 ECTU-master. Aan de UAntwerpen zijn er 120 ECTU-masters voor de biologie, chemie, fysica, informatica en wiskunde.
38. Open brief Ingenieursfaculteiten en KVIV, 30 juni 2005. 39. Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel; Vraag nr. 183 van 21 december 2012 van Jos De Meyer 40. A Mandate for Innovation in Europe, Roland Strauss. In Knowledge4innovation. K4I Forum of the European Parliament. www.knowledge4innovation.eu 41. VDI mit neuem Innovationsmonitor, September 2014: http://www.vdi.de/artikel/ vdi-mit-neuem-innovationsmonitor-deutschland-hinter-skandinavischen-laendern-auf-rang-4/ 42. Der neue Zukunftsmonitor für die Innovationsfähigkeit der deutschen Wirtschaft, Pressekonferenz auf der Hannover Messe, Ralph Appel, Direktor des VDI Verein Deutscher Ingenieure e.V., 7 April 2014. 43. Iring Wasser president ENAEE, Managing Director ASIIN in Accreditation and Mobility of Engineers in Europe: SEFI and ENAEE joining forces, in SEFI@40 Driving Engineering Education to Meet Future Challenges, F. Côme, X. Fouger, K. Hawwash, P. Van Petegem, 2013, p. 95 44. C. Jourquin, former CEO of Solvay-Group: Employability of Engineering Graduates, a Vision for the Future. CLAIU-EU conference, Brussels, 13-14 March 2014.
▶▶ De UGent heeft in 2014 wel een aanpassing verkregen van 60 naar 120 ECTU voor de Oosterse talen en culturen, niet bepaald een knelpuntberoep. We citeren: ‘Uitbreiding studieomvang masteropleidingen. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte – master in de Oosterse talen en culturen. De aanvraag om de masteropleiding Oosterse talen en cultu ren van 60 studiepunten uit te breiden naar 120 is door de overheid goedgekeurd. De master van 120 studiepunten zal starten in het academiejaar 2017-2018. Als je in 2014- 2015 start in de corresponderende bachelor, zal je dus in de tweejarige master terechtkomen.’ 45
45. http://www.ugent.be/nl/studeren/masteropleidingen/tweejarigemasters.htm. 23 oktober 2014.
9
Vergelijken we de opleiding van de industrieel ingenieurs aan de UGent met de opleidingen in de wetenschappen en met de opleidingen van de ingenieurswetenschappen en architectuur, dan zijn de industrieel ingenieurs de enige uitzondering met een 60 ECTU-opleiding.46 Enkele voorbeelden van de 120 ECTU-opleidingen: biologie, chemie, fysica & sterrenkunde, geografie, geologie, geomatica en de landmeetkunde, alle wiskundeopleidingen, biochemie en biotechnologie. Aan de VUB zijn de volgende opleidingen in de wetenschappen een 120 ECTU-opleiding: chemie, fysica & sterrenkunde, geografie, wiskunde en biologie. De KU Leuven en de UHasselt volgen hetzelfde stramien.
‘Zelfs met onze kwalitatief hoogstaande master is het in het buitenland niet eenvoudig uit te leggen dat volgens Vlaamse rekenkunde 60=120.’47 Frank Baert
10
De VIK dringt bij de decreetgever aan op volgende punten: 1.
De tweejarige master met 120 studiepunten moet snel worden ingevoerd. Daarbij moet inhoudelijk vooral worden gefocust op het EUR-ACE-label, op de tijd die nodig is voor de uitwerking van een ondernemingsprofiel, social skills, maatschappelijke duurzame ontwikkeling, ethiek, economische aspecten en op het kunnen uitwerken van innovatieve projecten in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven, docenten, onderzoekers en studenten.
2. De VIK steunt de onderwijsinstellingen die tijdig en samen het omvormingsdossier indienen voor de erkenning van de studieduurverlenging van 60 ECTU naar 120 ECTU voor de masters industrieel ingenieur. Zij vraagt de overheid om daarvoor in de gepaste omkadering en financiering te voorzien. 3. De VIK vraagt uitdrukkelijk om de eerste volledige cyclus met dat modeltraject van vijf jaar zo snel mogelijk te starten. Als de 120 ECTUmaster nu wordt ingevoerd, kunnen de eerste aan de universiteiten gevormde industrieel ingenieurs op zijn vroegst in 2021 afstuderen. Daarmee zal Vlaanderen dan 12 academiejaren achterlopen op de Franstalige Gemeenschap. 4. De vereiste bekwaamheidsbewijzen voor de industrieel ingenieur als lesgever in het secundair onderwijs moeten worden aangepast, zodat hij daar een volwaardige carrière kan uitbouwen en zo substantieel kan bijdragen tot een duidelijke profielherkenning bij de jeugd en zo mogelijk de instroom naar de ingenieursstudie kan verhogen.
‘There is a widespread feeling that 300 ECTS credits are necessary for the graduates in order to reach the wide scope of skills and knowledge expected from engineering masters in Europe.’ 48 Bernard Remaud
46. http://studiegids.ugent.be/2014/NL/FACULTY/C/. 23 oktober 2014 47. The proof of Bologna is in the eating. L. Van De Velde en B. Bossaerts, Delta, juli 2004
Memorandum 2015
48. Prof. Dr. Bernard Remaud, ENAEE President, CTI Expert and advisor for international projects and Consultant on Higher Education. w
Afkortingen ASIIN
Akkreditierungsagentur für Studiengänge der Ingenieurwissenschaften, der Informatik, der Naturwissenschaften und der Mathematik e.V. Ba bachelor BAMA bachelor-master CLAIU-EU Council of Association of Long Cycle Engineers of a University or Higher School of Engineers of the European Union CTI Commission des Titres d’Ingénieur ECTS European Credit Transfer System ECTU European Credit Transfer Unit ENAEE European Network for Accreditation of Engineering Education EUR-ACE European Accreditation of Engineering Programs FCD First Cycle Degree FEANI Fédération Européenne d’Associations Nationales d’Ingénieurs / European Federation of National Engineering Associations FG Franstalige Gemeenschap HBO Hoger Beroepsonderwijs (Nederland) Ing. industrieel ingenieur INT integrated ir burgerlijk ingenieur, bio-ingenieur, burgerlijk ingenieur-architect KVIV Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging Ma master MSc Master of Science PhD Doctor of Philosophy SCD Second Cycle Degree SEFI Société Européenne pour la Formation des Ingénieurs STEM Science Technology Engineering Mathematics VDI Verein Deutscher Ingenieure VIK Vlaamse Ingenieurskamer
Memorandum 2015
Memorandum over de internationale opleiding van de industrieel ingenieur juni 2015
Memorandum 2015 Verantwoordelijke uitgever: Vlaamse Ingenieurskamer, René Peeters, Gentbruggekouter 23, 9050 Gentbrugge