MELDPUNT (HER)BEOORDELING WAO 2005: De ervaringen van mensen met een whiplash Eind 2004 heeft de Whiplash Stichting Nederland een meldpunt herbeoordeling WAO ingesteld om zicht te krijgen op de gevolgen van de herkeuringsoperatie voor whiplashpatiënten met een WAO-uitkering. Er heerst al lange tijd grote onrust onder whiplashpatiënten over de ingrijpende wijzigingen in de sociale zekerheid. En specifiek is er weinig vertrouwen in een zorgvuldige individuele en respectvolle herbeoordeling voor de WAO. Om zicht te krijgen op de uitvoering van de herbeoordelingen in de praktijk heeft de WSN een meldpunt geopend. Whiplashpatiënten zijn via het donateursblad Whiplash Rapport, de website en de telefonische hulpdienst gevraagd hun ervaringen te melden met een herkeuring. Expliciet is ook gevraagd om positieve ervaringen te melden of tips door te geven die in de praktijk bruikbaar zijn gebleken. De vraagstelling was daarbij heel open, zodat mensen in hun reactie heel duidelijk hun eigen accenten leggen. De resultaten van het meldpunt zijn te zien als een kwalitatieve analyse en geven de variatie weer in de ervaringen van patiënten met de herbeoordelingen. 88 whiplashpatiënten hebben in 2005 hun ervaringen gemeld. Via mail, brieven of telefoon. Onderstaand verslag is een weerslag van hun ervaringen. De Whiplash Stichting Nederland wil alle respondenten hartelijke danken voor hun medewerking.
1. De medische keuring Het merendeel van de respondenten heeft de keuring niet als een zorgvuldige individuele keuring ervaren. Hiervoor geven zij meerdere redenen aan. Voorbereiding De tijd tussen de oproep en de keuring zelf is te kort. Mensen hebben onvoldoende tijd om zich op de keuring te kunnen voorbereiden. De keuring 'Je hebt allerlei klachten en beperkingen, je gaat naar de arts van UWV en je komt “genezen” de deur uit.' Een grote groep respondenten meldt een ontevredenheid met de tijd die de verzekeringsarts heeft uitgetrokken om zich een oordeel te vormen. ' De verzekeringsarts heeft mij even vluchtig nagekeken en haar conclusie was dat er geen redenen zijn waarom ik geen 40 uur zou mogen werken.' De manier waarop de verzekeringsarts tot zijn oordeel komt, wordt vaak als onvoldoende ervaren. Een lichamelijk onderzoek wordt meestal niet uitgevoerd, in sommige gevallen een vluchtig onderzoekje. Het bevragen van de patiënten op hun beperkingen en mogelijkheden is minimaal. Er is weinig ruimte voor het benoemen en toelichten van de beperkingen door de respondenten. Deze worden dan ook niet meegewogen in het oordeel van de verzekeringsarts. Als beperkingen wel besproken worden, worden die niet altijd serieus genomen door de verzekeringsarts. 'De arts bagatelliseerde bij voortduring mijn genoemde klachten' 'Als je je handtekening kunt zetten en het adres van de huisarts kunt opschrijven, dan is er niks mis met je geheugen' 'Het leek een goed gesprek te zijn. Ik had het dan ook schriftelijk voorbereid. Echter mijn aantekeningen werden als niet belangrijk terzijde geschoven, net als de medische rapporten.' Beperkingen lijken niet meer relevant voor het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid als ze voortkomen uit een whiplash. 'Hij heeft mij onderzocht en concludeerde dat mijn klachten wel bij een whiplash horen, maar dat whiplash niet behoort tot een ziekte en met de beperkingen hoeft men geen rekening te houden'. Een groot deel van de respondenten ervaart een houding bij de keuringsarts dat whiplash toch geen recht geeft op de WAO. Ze halen uitspraken van keuringsartsen aan als: 'zo zijn de regels', 'ik moet me aan de nieuwe richtlijnen houden', 'met whiplash kun je niet in de WAO blijven, 'u heeft geen lichamelijke afwijkingen.' 'De arts zei bij binnenkomst gelijk dat je met een whiplash niet meer in de WAO kunt blijven.' Regelmatig wordt hiervoor als reden aangegeven dat whiplash niet aantoonbaar is. Ook is respondenten verteld dat uit een literatuurstudie van UWV blijkt dat whiplash alleen de eerste 6 maanden mogelijk is. Als het langer duurt, dan is er wat anders aan de hand. Zelfs rapporten van deskundigen worden vaak terzijde geschoven. Met name als de rapporten van externe deskundigen (reguliere circuit) informatie bevatten die
de beperkingen van patiënten onderschrijven, worden deze vaak niet meegewogen in het oordeel. Een respondent die werkzaam is geweest voor UWV weet te vertellen dat de cultuur bij UWV is dat de informatie uit deskundigenrapporten die de beperkingen van de cliënt onderschrijven, zoveel mogelijk uit het dossier worden gelaten. Meerdere respondenten rapporteren dat verzekeringsartsen hun eigen ideeën over de oorzaken van de klachten kenbaar maken tijdens de keuring: 'je bent te zwaar', 'u neemt een slachtofferrol aan', 'je kunt veel meer dan je zelf denkt.' Mensen hebben dan ook het gevoel dat hun klachten niet serieus worden genomen en dat de onderbouwing van het totale oordeel te wensen overlaat. 'Ze hadden me beter een briefje kunnen sturen dat ik weer volledig aan het werk kan, want luisteren naar je doen ze toch niet.' 'Hij kon mij ook niet duidelijk uitleggen waarom hij tot dit oordeel was gekomen, “zo zijn de regels”, was zijn commentaar.' 'De kaarten leken al geschud en de beslissing al genomen toen wij kwamen. Voor mijn gevoel had ik net zo goed niet kunnen verschijnen.' Onderstaand citaat illustreert dit op wel heel schrijnende manier: ' Ik heb mijn afspraak voor de keuring met de verzekeringsarts moeten afzeggen omdat ik te belabberd was. Ik zou een nieuwe afspraak krijgen. Tot mijn verrassing krijg ik een uitnodiging van de arbeidskundige. In de brief staat vermeld dat de verzekeringsarts heeft vastgesteld dat er in mijn situatie geen sprake meer is van ziekte of gebrek en dat mijn uitkering in het kader van de WAO zal worden ingetrokken. Ik ben niet eens bij de verzekeringsarts geweest! Dit spant wel de kroon.' De bejegening gedurende de keuring laat te wensen over. Mensen zijn geschoffeerd, benoemd als aansteller, simulant en sommige artsen voelden geen reserves om te oordelen over de persoonlijkheid van de patiënt en deze te ridiculiseren. 'De arts meent echter dat hij gerechtigd is de cliënt tijdens deze herkeuring te moeten schofferen door geen enkel begrip te tonen, niet te luisteren naar welke argumenten dan ook, medische klachten op geen enkele wijze serieus te nemen en te ridiculiseren en alleen details uit dossiers en rapporten te hanteren die nadelig voor de cliënt zouden kunnen zijn.' Een respondent is er zelfs toe over gegaan om een klacht in te dienen. Opvallend is dat ook de mensen die na de keuring geen wijziging krijgen in hun arbeidongeschiktheidspercentage zich ook negatief uit laten over de bejegening. Sommige artsen willen hun beslissing rechtvaardigen of geven aan de respondenten het gevoel dat ze er zelf niet achter staan (Link naar UWVrapport). 'Hij zei zelfs dat hij zou willen dat er voor mij iets zou veranderen in de toegang tot de WAO omdat ik nog steeds veel klachten heb, maar hij moest zich aan de nieuwe richtlijnen houden waar hij het ook niet altijd mee eens was.' Opmerkelijk: 'De arts van de UWV zei ook nog tegen mij: “je hoeft niet te werken, als je denkt dat je dat niet kunt of dat je niet wilt werken. Dan ga je toch in de bijstand. Qua
inkomen ga je er denk ik niet op achteruit, want of je nou een WAO of Bijstanduitkering krijgt. Dat maakt toch niet zoveel uit.'
2. De arbeidskundige keuring Als in het rapport van de verzekeringsarts geen melding is gemaakt van beperkingen, kan de arbeidskundige daar bij zijn beroepskeuzes ook geen rekening mee houden. 'Op gesprek bij de arbeidsdeskundige bleek dat er veel beperkingen waren weggelaten.' De beroepen die de arbeidskundige aandraagt zijn voor de respondenten vaak geen reële opties. 'De beroepen die ik nog zou moeten kunnen uitoefenen lagen bijna allemaal op administratief gebied. Ik kan echter niet langer tekstverwerken dan een half uur zonder hoofdpijn te krijgen.' In de praktijk zeggen arbeidskundigen nogal eens dat ze wel zien dat de respondent de geselecteerde beroepen niet zal kunnen uitoefenen. Al wordt wel begrip getoond tijdens het gesprek voor de beperkingen, zoals geheugen- en concentratieproblemen en duurbelastbaarheid, wordt dat niet vertaald in de bepaling van de mate van arbeidsongeschiktheid. Mogelijkheden tot duurbeperkingen worden wel besproken maar niet meegenomen in de eindrapportage. 'Mondeling geven de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige wel aan dat ik maar voor 20 uur kan werken, echter schriftelijke is daar niets van de merken. Ook ziet de arbeidsdeskundige de ‘fictieve’ vacatures niet als reële opties. Toch blijven ze bij het besluit.' Over de arbeidskundige zeggen respondenten vaker dat deze hen serieus neemt dan over de verzekeringsarts. Daarnaast wordt gemeld dat arbeidskundigen in sommige gevallen hebben aangegeven zich niet te kunnen vinden in de rapportages van de keuringsarts, maar dit wel te moeten uitvoeren. Deze dilemma's worden ook gedeeld met de respondenten. 'De arbeidsdeskundige hoorde mijn verhaal aan en wist werkelijk niet hoe ze mij moest bemiddelen. Ze ging terug naar de arts om te vragen of deze een woord wilde veranderen in de tekst. De arts was boos dat de arbeidsdeskundige in haar persoonlijke aantekeningen had zitten lezen.' Er zijn zelfs meerdere arbeidskundigen geweest die aan respondenten aangegeven hebben dat de verzekeringsarts die hen keurde niet in whiplash gelooft. En ook dat artsen elkaar hierin dekken. Er waren enkele meldingen van arbeidskundigen die aangaven niet in whiplash te geloven. Er was zelfs een arbeidskundige die de keuring telefonisch heeft uitgevoerd, zonder voorafgaande afspraak of overleg.
3. De beslissing 'UWV is werkelijk het Lourdes; je gaat er ziek in en komt er gezond weer uit.' Van de 88 binnengekomen reacties is van 5 mensen het arbeidsongeschiktheidspercentage gelijk gebleven. Bij de overige 83 respondenten is hun arbeidsongeschiktheidspercentage drastisch gewijzigd, waarbij de grote meerderheid volledig arbeidsgeschikt is verklaard. De meesten van hen waren voorheen 80-100% arbeidsongeschikt. Voor de meesten verbetert daarmee de mate van arbeidsongeschiktheid aanzienlijk, ondanks gelijkblijvende beperkingen, of soms zelfs verslechterde mogelijkheden. 'Ik had een gesprek en een onderzoek gehad waarin werd geconstateerd dat ik nu nog meer rugklachten erbij had gekregen. Maar vreemd genoeg mag ik nu wel 5 kilo meer tillen dan de vorige keer en ook mag ik nu een uur achtereen zitten en dat max. 4 uur per dag.' Opvallend is dat een aanzienlijk aantal van hen al jaren (deels) arbeidsongeschikt is. Een deel van hen is recent nog herkeurd (zelfs tot een maand voor de herbeoordeling) en behield toen het gelijke percentage arbeidsongeschiktheid. Respondenten moeten constateren dat hun beperkingen onvoldoende zijn meegenomen in de functiemogelijkhedenlijst (FML). Veel respondenten melden dat tijdsduur en tempodruk geen rol spelen bij het vaststellen van wat ze aan werk kunnen doen. Verzekeringsartsen blijken toch vaak naar een oorzaak, een diagnose te zoeken. Kan de oorzaak volgens de verzekeringsarts niet (vast)gesteld worden, dan worden klachten vaak niet gehonoreerd. Vooringenomenheid, een gebrek aan kennis en het ontbreken van initiatieven tot nader onderzoek (door deskundigen) spelen hierbij een rol. De beslissing sluit dan ook vaak niet aan op de beperkingen en mogelijkheden die de respondenten ervaren. 'Ook vond deze persoon dat ik de gehele week 8 uur per dag aan de slag kon. Ik kan mijn eigen huishouden nog niet eens aan.' 'Ik heb 5 jaar totaal geen sociaal leven meer gehad, ga nooit meer op vakantie, op verjaardagsvisite kan ik maximaal 1 uur en nu ben ik herkeurd; Ik kan gewoon 38 uur werken als inpakker of magazijnmedewerker.' Als op basis van een onzorgvuldig onderzoek het arbeidsongeschiktheidspercentage aanzienlijk wordt teruggebracht is dat voor respondenten onvoorstelbaar en onrechtvaardig. De beslissing en de daarmee samenhangende consequenties brengen veel verdriet en spanningen mee. 'Ik weet niet meer hoe het verder moet, ik weet het echt niet meer hoor'. 'Het is een onhoudbare situatie; geen inkomen, geen werk, veel zorgen. Ik ben volledig uitgeput.' 'Dankzij dit alles ga ik met sprongen achteruit.' Door reële beperkingen niet serieus te nemen, creëert UWV daarbij een situatie waarin mensen niet zelf in hun (totale) inkomen kunnen voorzien en ook niet meer kunnen rekenen op steun van de staat. Financiële onzekerheden zijn het gevolg. Financiële noodsituaties zijn helaas geen uitzondering.
'U begrijpt dat het water ons aan de lippen staat. Helaas ben ik niet de enige in een dergelijke situatie. De woorden van huisraad verkoop en voedselbank zijn bijna de schaamte voorbij, en of ik wil of niet, het zal simpelweg moeten. Gewoon om te kunnen overleven.'
4. Bezwaar & beroep Respondenten willen graag in actie komen tegen het onrechtvaardige besluit van UWV. 'Ik kan zeer moeilijk tegen deze onrechtvaardigheid'. Twintig respondenten hebben aangegeven in bezwaar te willen gaan, acht hadden een bezwaar ingediend, van 10 mensen is een bezwaar inmiddels ongegrond verklaard en van 3 respondenten loopt een beroep. Van drie mensen is een beroep gegrond verklaard. De rechter was van mening dat de verzekeringsarts in de keuring de cognitieve klachten onvoldoende meegenomen had, terwijl deze klachten wel een beperking vormen voor het vermogen om arbeid te verrichten (Vonnis rechtbank Den Bosch, 10 februari 2005, rechtbank Utrecht, 8 april 2005 en rechtbank Amsterdam, 25 november 2005.) Als de patiënt aangeeft cognitieve klachten te ervaren, kan de verzekeringsarts niet volstaan met een eenvoudig lichamelijk onderzoek. Nader onderzoek is geïndiceerd. Er is echter niet bij iedereen vertrouwen op een zorgvuldigere beslissing. 'Je weet en voelt dat je onrecht wordt aangedaan en je weet en je voelt ook dat je waarschijnlijk nooit gelijk zult halen.' 'Ik wil graag een bezwaarschrift indienen maar ben bang dat ik aan het kortste eind trek want zoals de arbeidsdeskundige al tegen mij zei: ”whiplash bestaat niet voor de WAO.' 'Het kost daarbij enorm veel energie en frustratie: 'ik ben aan het eind van mijn latijn. Hier is niet tegen te vechten.' Degenen die inmiddels een hoorzitting hebben gehad, ervaren dezelfde houding en problemen als bij de keuringen. 'De hoorzitting was een vervelende aangelegenheid. Niet aantoonbaar, als je een beetje flinker zou zijn dan zou je veel meer kunnen-houding.' De respondenten worden ook enorm op kosten gejaagd door deze procedures. 'Ik heb eens uitgeteld wat we al uitgegeven hebben aan medische onderzoeken en advocaat. Hiermee komen we al op een bedrag van € 6.000.'
5. Reïntegratie Een deel van de respondenten heeft in een eerdere fase al getracht te reïntegreren. Soms is dit deels gelukt, en hebben mensen een zo goed mogelijk evenwicht gevonden. Dit is zorgvuldig opgebouwd. Door de herbeoordeling staat dit hervonden evenwicht weer onder druk. Voor een aantal was in de praktijk gebleken dat arbeidsreïntegratie niet haalbaar was vanwege hun beperkingen. Respondenten zeggen na de herbeoordeling de keus te hebben tussen genoegen nemen met minder financiële armslag (een keuze die niet altijd gemaakt kan worden) of verergering van de klachten (en erger). De bestaande ervaringen van respondenten met reïntegratietrajecten zijn niet positief; respondenten geven aan niet bemiddelbaar bevonden te zijn. Een van de redenen is dat ze vanwege WAO-geschiedenis vaak afgewezen worden door potentiële werkgevers. 'Ze wisten niet welk beroep bij mij paste.' 'Ik ben volgens het reïntegratiebureau niet in staat om te werken in een reguliere betrekking.' 'Ik kreeg het advies van het bemiddelingsbureau om de ziektewet in te gaan.' 'Eerst kreeg ik een brief dat ik in psycho fase 3 viel. Aangezien er voor deze groep geen aanbesteding was gedaan kon ik niet worden bemiddeld.' Een respondent is door UWV tijdens de keuring wel bemiddeling aangeboden, waarbij het reïntegratiebureau met naam en toenaam is genoemd. Echter dit heeft nooit een vervolg gehad. Een aantal mensen heeft voorheen geprobeerd om vanuit een WAO-uitkering te gaan werken (weinig uren). Zij geven nota bene aan problemen te ondervinden om dit met UWV geregeld te krijgen.
6. Conclusies Onzorgvuldige medische keuring In hun meldingen leggen respondenten de grootste nadruk op de medische keuring. Deze wordt veelal als onzorgvuldig ervaren. De reden hiervoor ligt mogelijk ten delen in de bejegening van de verzekeringsarts, die sterk te wensen overliet. Regelmatig zijn respondenten benaderd als personen die 'wel kunnen, maar niet willen'. Echter de belangrijkste reden om de keuring als onzorgvuldig te benoemen, is het gebrek aan inspanning van de verzekeringsarts om een gefundeerd oordeel te vormen; - De verzekeringsarts neemt te weinig tijd; - beperkingen worden te weinig serieus genomen en onderzocht. Een 'klinische blik' is vaak onvoldoende om bijvoorbeeld cognitieve beperkingen vast te stellen. Dat wil niet zeggen dat er geen cognitieve beperkingen zijn. Als de verzekeringsarts hier zelf geen oordeel over kan geven, dan moet hij een andere deskundige inschakelen om dat te onderzoeken. Voor whiplashpatiënten is vaak neuropsychologisch onderzoek aan te bevelen. - zonder een vorm van motivatie wordt informatie weggelaten in hun rapportages (van zowel patiënten als deskundigen). - Daarbij speelt ook een vooringenomenheid en een gebrek aan kennis over whiplash een belangrijke rol. Het oordeel van de verzekeringsarts lijkt de grootste invloed te hebben op de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid. Dit is opvallend omdat te verwachten zou zijn dat in de herbeoordelingsoperatie met name de strengere arbeidskundige regels hieraan debet zouden zijn. Geselecteerde functies vaak niet reëel De functies die de arbeidskundige selecteert voor respondenten worden over het algemeen niet als haalbare opties ervaren. Dit heeft naar verwachting grotendeels te maken met het feit dat respondenten melden dat hun beperkingen onvoldoende zijn vertaald in de functiemogelijkhedenlijst. Met name geheugen-, concentratiestoornissen en beperkte duurbelastbaarheid vormen een reële beperking voor het verrichten van arbeid. Mogelijkheden tot urenbeperking worden nauwelijks benut. In het geval dat deze niet meegenomen zijn in het oordeel van de verzekeringsarts, kan de arbeidskundige hier ook geen rekening mee houden bij de beroepskeuzes. Het functioneren van het door de arbeidskundige gehanteerde systeem (CBBS) om functies te selecteren staat regelmatig ter discussie. Mogelijk is dit mede oorzaak van de genoemde ervaringen van de respondenten. Ongenoegen bij UWV Met name de arbeidskundigen hebben bij de respondenten hun ongenoegen geuit over de nieuwe 'keuringspraktijken'. Daarbij werd niet gerefereerd aan een gewijzigd arbeidskundig criterium, maar over de toegang van 'zachte diagnoses' (term van UWV) tot de WAO. Arbeidsongeschiktheidspercentages drastisch gewijzigd Van bijna alle respondenten is het arbeidsongeschiktheidspercentage drastisch gewijzigd, waarbij de grote meerderheid volledig arbeidsgeschikt is verklaard. Voor de meesten verbetert daarmee de mate van arbeidsongeschiktheid
aanzienlijk, ondanks gelijkblijvende beperkingen, of soms zelfs verslechterde mogelijkheden. Zware consequenties De aanzienlijke wijzigingen in het arbeidsongeschiktheidspercentage hebben een enorme impact op het leven van de respondenten. Dit gebrek aan erkenning van hun klachten is onrechtvaardig. Het brengt spanningen en verdriet met zich mee en niet in de laatste plaats financiële onzekerheid of financiële noodsituaties. In bezwaar tegen onrechtvaardigheid Onder de respondenten bestaat een enorme actiebereidheid om in bezwaar te gaan tegen de onrechtvaardige beslissingen. Veel vertrouwen is er echter niet dat zij hun recht zullen halen. Dit is mede gebaseerd op de huidige ervaringen met al ingediende bezwaren, waar in de procedure de gelijke problemen optreden als met de oorspronkelijke keuring. Van drie respondenten is echter wel het beroep gegrond verklaard. Een bijkomend problemen zijn de financiële lasten van de bezwaar- en beroepsprocedures die op de schouders van de respondenten komen. Dit kan betekenen dat de respondent bij onzorgvuldigheid van de verzekeringsarts de onvolkomenheid van de verzekeringsarts teniet moet doen en dit dus ook moet betalen (juridisch bijstand, aanvullende medische onderzoeken etc.). Reïntegratiekansen klein Een deel van de respondenten heeft reeds ervaringen met reïntegratietrajecten. Waar mogelijk zijn de kansen tot reïntegratie reeds benut, maar wordt een zorgvuldig opgebouwd arbeidsleven onder druk gezet door de het keuringsoordeel. De lopende bemiddelingstraject stemmen weinig positief vanwege de bestaande beperkingen of een WAO-geschiedenis. Van UWV wordt weinig steun ervaren in de toeleiding naar werk.
7. Aanbevelingen Als de insteek van de herbeoordelingsoperatie daadwerkelijk tot doel zou hebben om mensen weer aan het werk te helpen, is een andere aanpak aan te bevelen. Allereerst is een zorgvuldige keuring van groot belang, op basis van goede kennis van whiplash, om een reëel beeld te krijgen van de mate van arbeidsgeschiktheid. De Whiplash Stichting is alleszins bereid hieraan mee te werken. Om een reëel perspectief te bieden aan mensen die mogelijkheden hebben om (gedeeltelijk) terug te keren naar werk dienen zij hierin ondersteund te worden. In de praktijk blijft de ondersteuning uit. En de consequenties van de huidige situatie, te weten spanning, klachtenvermeerdering en financiële onzekerheid of nood, zijn zonder meer een vreselijke uitgangssituatie om terug te keren naar arbeid. Ook moet men reëel zijn dat er voor een groep whiplashpatiënten desondanks geen mogelijkheden tot arbeidsreïntegratie zullen zijn. De Whiplash Stichting Nederland stelt voor dat er hard gewerkt wordt aan een zorgvuldige keuring en begeleiding van whiplashpatiënten en verbetering van de positie op de arbeidsmarkt. Omdat hiervan in de reeds uitgevoerde keuringen geen sprake was, zouden de eenmalige herkeuringen dan ook stop gezet moeten worden tot aan die voorwaarden is voldaan. De gevolgen voor de mensen die reeds een herkeuring hebben gehad, zouden moeten worden teruggedraaid.