Meldingsformulier Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer Dit meldingsformulier kan naar onderstaand adres gestuurd worden: Gemeente Oosterhout Afdeling BWO, cluster milieu t.a.v. de heer / mevrouw ..................................................................... Postbus 10150 4900 GB OOSTERHOUT Het meldingsformulier kan ook afgegeven worden bij de balie van BWO aan Slotjesveld 1 te Oosterhout. 1. Gegevens meldingsplichtige Naam: Adres: Postcode en Woonplaats: Telefoon: Telefax: Emailadres:
2. Meldt het:
................................................................................................................ ................................................................................................................ ……………………..............................................................................….. .. ………………………………………………………………………………. ................................................................................................................ …… …………………………………………………………………………….
(zie eveneens vraag 5 !)
oprichten van een opslagbedrijf en/of een transportbedrijf; datum van realisatie: ……………........................................ uitbreiden of wijzigen van een opslagbedrijf en/of een transportbedrijf, dan wel het veranderen van de daarin gebezigde werkwijze; datum van realisatie: ..…………......................................... van toepassing worden van het Besluit opslag- en tranportbedrijven milieubeheer op een reeds opgericht bedrijf.
3. Naam bedrijf en plaats waar het bedrijf is of zal worden gevestigd Naam van het bedrijf: ……..........................................................................................………… Adres: …..………............................................................................................... Postcode en woonplaats: ...............………..................................................................…………….. Telefoon: ........................………..................................................................………. Telefax: ……………………………….……………………………………………….... Emailadres: …………………………………….…………………………………………....
3A. Gemachtigde (= aanspreekpunt voor de dagelijkse gang van zaken) Naam: ..............................................................................................................……………… Telefoon: ..............................................................................................................……………….
4. Bedrijfstypering / (aard van de wijziging) Omschrijving van aard en activiteiten, processen (of wijzigingen) in de inrichting: ............................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................. ........................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... ............................................................................................................................................................
5. Het Besluit opslag- en transportbedrijven is van toepassing op de inrichting indien één van onderstaande vragen met ´ja´ beantwoord wordt.
Is de inrichting in hoofdzaak bedoeld voor: A. het opslaan, overslaan en transporteren over de weg, van goederen of producten?
0 ja 0 nee
of B. het parkeren, stallen of verhuren van voor het vervoer van mensen of goederen over de weg bestemde motorvoertuigen, gelede motorvoertuigen, aanhangwagens of caravans?
0 ja 0 nee
of C. een samenstel van bedrijvigheden als bedoeld onder A. en B.?
0 ja 0 nee
Plattegrondtekening Bij de melding moet een plattegrondtekening (op schaal) van het bedrijf worden overlegd, waarop u moet aangeven: - de ligging van de inrichting ten opzichte van ruimten van derden (indien aanpandig); - de ligging en indeling van de gebouwen en de bestemming van de te onderscheiden ruimten; - het buitenterrein en de grenzen van het terrein van de inrichting; - de riolering met - indien aanwezig of gepland - zuiveringstechnische voorzieningen; - datum en handtekening. N.B. Schaal 1:100 of 1:200 is gebruikelijk.
U dient de bijlage bij dit meldingsformulier en de checklist eveneens in te vullen. De bijlage beoogt meer inzicht te krijgen in de specifieke situatie van uw bedrijf. De checklist is gebaseerd op artikel 3 van het Besluit opslag- en transportbedrijven. Aan de hand hiervan wordt bepaald wordt of dit Besluit of andere regelgeving op uw inrichting van toepassing is. Middels onderdeel B en C van de checklist wordt bepaald of op grond van het Besluit een akoestisch onderzoek en/of een bodemonderzoek ingediend moeten worden (op grond van artikel 6 van het Besluit opslag- en transportbedrijven).
Ondertekening:
Naam:
…………………………
Plaats: ……………..
Datum: ………………
Handtekening: ………………………………..
Bijlage meldingsformulier Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer Om meer inzicht te krijgen in de specifieke situatie van uw bedrijf zijn de volgende vragen als aanvulling opgenomen. Wij verzoeken u onderstaande vragen te beantwoorden! 1. Geluid 1.1 In welke periode(n) vinden transportbewegingen van en naar de inrichting plaats? Doorstrepen welke periode(n) hieronder niet van toepassing is (zijn): 07.00–19.00 / 19.00 –23.00 / 23.00 – 07.00 1.2 Vermeld (zonodig in overleg met de gemeente) het aantal verkeersbewegingen van en naar de inrichting. Hierbij dienen alle verkeersbewegingen van en naar de inrichting te worden meegenomen. Dit houdt in dat naast verkeersbewegingen als gevolg van ‘eigen’ voertuigen en bevoorrading van de inrichting, ook verkeersbewegingen van bezoekers / klanten dienen te worden meegenomen. Aantal
Soort verkeer (1)
Tijdvak (2)
Frequentie (3)
(1) Geef aan welk transportmiddel: personenauto(s), vrachtwagen(s), etc. (2) Geef aan: 07.00 – 19.00 uur en / of 19.00 – 23.00 uur en / of 23.00 – 07.00 uur (3) Geef aan: aantal per dag, week, maand of jaar.
1.3 Maakt een parkeervoorziening deel uit van het bedrijf? Zo ja, voor hoeveel auto’s En voor hoeveel vrachtauto´s:
0 Ja 0 Nee
……………. …………….
2. Energie 2.1 Wat is het gemeten / geschatte (*) gasverbruik in m³ per jaar in de inrichting?
___m³
2.2 Wat is het gemeten / geschatte (*) elektriciteitsverbruik in kWh per jaar in de inrichting? ___kWh 2.3 Wat is het gemeten / geschatte (*) warmteverbruik per jaar (stadsverwarming)?
___
* doorhalen wat niet van toepassing is
3. Afvalstoffen 3.1 Welke afvalstoffen ontstaan binnen de inrichting en aan wie worden de afvalstoffen afgegeven? SOORT AFVAL
HOEVEELHEID (per week/maand/jaar)*
Papier- en kartonafval Kunststofafval Wit- en bruingoed Glasafval Groente-, fruit- en tuinafval Groenafval Houtafval Metaalafval Gevaarlijke afvalstoffen Soort afval: Soort afval: Soort afval: Soort afval: Restafval
* doorhalen wat niet van toepassing is
4. Afvalwater 4.1 Wordt bedrijfsafvalwater op het openbaar riool geloosd, en zo ja hoeveel? 0 Ja, gemiddeld ____m³ per jaar 0 Nee
INZAMELAAR
4.2 Zuiveringstechnische voorzieningen. Hieronder dient u aan te geven welke zuiveringstechnische voorzieningen zijn geïnstalleerd: Voorziening 0 Slibvangput(ten) 0 Vetafscheider(s) 0 Olieafscheider(s) 0 Controlevoorziening(en) 0 …………………………… 0 ……………………………
Type ……………… ……………… ……………… ……………… ……………… ………………
Capaciteit (liter/sec) ……………………… ……………………… ……………………… ……………………… ..…………………….. ..……………………..
5. Koelinstallaties, ook t.b.v. airconditioning 5.1 Wordt in de inrichting gebruik gemaakt van één of meerdere koelinstallaties (koelcel of airconditioner)? 0 Ja 0 Nee Zo ja welke? Soort koelinstallatie
Soort koelmiddel
Hoeveelheid (in kg)
Vermogen (in kW)
6. Verlichting 6.1 Heeft de inrichting een buitenterrein?
0 Ja 0 Nee
6.2 Wordt het buitenterrein verlicht?
0 Ja 0 Nee
7. Gasflessen Zijn in de inrichting gasflessen aanwezig?
0 Ja 0 Nee
Zo ja, welke? GASSOORT
AANTAL FLESSEN
INHOUD (liter)
8. Gevaarlijke stoffen Zijn in de inrichting chemicaliën, ontvlambare (vloei)stoffen, licht ontvlambare (vloei)stoffen of bestrijdingsmiddelen aanwezig?
0 Ja 0 Nee
Zo ja,welke? SOORT
HOEVEELHEID (m³ / liter)
9. Bodem Zijn er bodembeschermende voorzieningen in de inrichting getroffen?
0 Ja 0 Nee
Voorzieningen: .......................................................................................................................................... ........................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
Checklist bij melding op grond van het Besluit opslag- en transportbedrijven A. Nadere gegevens met betrekking tot het van toepassing zijn van het ‘Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer’ a. Zijn er één of meer stookinstallaties voor verwarming of warmtekrachtopwekking aanwezig met een thermisch vermogen of een gezamenlijk thermisch vermogen van 7500 kW of meer?
0 Ja 0 Nee
b. Zijn er één of meer installaties of voorzieningen aanwezig die kunnen worden gebruikt voor het verstoken of verbranden van andere brandstoffen dan aardgas, propaangas, butaangas of gasolie ? 0 Ja 0 Nee c. Zijn er koel- of vriesinstallaties of warmtepompen aanwezig met een capaciteit of een totale capaciteit van meer dan 200 kg ammoniak of van meer dan 100 kg propaan, butaan of mengsels van propaan en butaan? 0 Ja 0 Nee d. Worden er afvalstoffen op- of overgeslagen die van buiten de inrichting afkomstig zijn en beschikt de inrichting over een opslagcapaciteit: 1°. van meer dan 35 m³ voor de opslag van afvalstoffen; 0 Ja 0 Nee 2°. voor de opslag van gevaarlijke afvalstoffen, of 0 Ja 0 Nee 3°. van meer dan 1000 m³ per jaar voor de overslag van afvalstoffen? 0 Ja 0 Nee e. Worden er bedrijfsmatig dieren gehouden?
0 Ja 0 Nee
f. Worden er gassen in tanks op- of overgeslagen (met uitzondering van verstikkende gassen en gassen die in tanks worden op- of overgeslagen waarop het Besluit opslag propaan milieubeheer van toepassing is)?
0 Ja 0 Nee
g. Worden er onbewerkte huiden of vellen, asbest, blauwleer, vis, schaal- of weekdieren of niet als conserven verpakte producten hiervan op- of overgeslagen? 0 Ja 0 Nee h. Wordt er meer dan 50 m³ aan brandbare vloeistoffen opgeslagen?
0 Ja 0 Nee
i. Worden er vloeibare gevaarlijke stoffen of vloeibare gevaarlijke afvalstoffen in tanks op of overgeslagen, tenzij er sprake is van: 1. opslaan in ondergrondse tanks waarop het Besluit opslaan in ondergrondse tanks 1998 van toepassing is; 2. opslaan van brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks of; 3. opslaan van natronloog en zoutzuur?
0 Ja 0 Nee 0 Ja 0 Nee 0 Ja 0 Nee
j. Worden er organische meststoffen of nitraathoudende kunstmeststoffen anders dan die van type C als bedoeld in de Richtlijn 1 “Nitraathoudende meststoffen opslag en vervoer” van de Commissie Preventie van Rampen door Gevaarlijke Stoffen (CPR) opgeslagen?
0 Ja 0 Nee
k. Worden er gasflessen of spuitbussen gevuld?
0 Ja 0 Nee
l. Zijn er een of meer reparatie- of onderhoudswerkplaatsen aanwezig, die niet in hoofdzaak worden gebruikt voor onderhoud, ondersteuning of reparatie van tot de inrichting behorende gebouwen, installaties, toestellen of voertuigen?
0 Ja 0 Nee
m. Zijn er installaties aanwezig voor het afleveren van: 1. LPG of; 2. andere brandstoffen die niet in hoofdzaak worden gebruikt ten behoeve van transportmiddelen ten behoeve van eigen gebruik?
0 Ja 0 Nee
n. Worden er meer dan in totaal 30.000 kg aan gevaarlijke stoffen in emballage als bedoeld in de voorschriften 2.1.4, 2.2.6 en 2.2.8 van het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer opgeslagen, niet zijnde gassen of gasmengsels in gasflessen?
0 Ja 0 Nee
0 Ja 0 Nee
o. Worden er meer dan in totaal 1000 kg aan stoffen met een groot aquatoxisch karakter opgeslagen? 0 Ja 0 Nee p. Worden er meer dan in totaal 2500 kg aan bestrijdingsmiddelen in de zin van de Bestrijdingsmiddelenwet opgeslagen?
0 Ja 0 Nee
q. Worden gassen of gasmengsels in gasflessen opgeslagen, met uitzondering van in totaal 10.000 liter aan verstikkende gassen, brandbare gassen of oxiderende gassen? 0 Ja 0 Nee r. Worden los gestorte fijnkorrelige stoffen, anders dan zand, grond of grind, op het open terrein van de inrichting opgeslagen?
0 Ja 0 Nee
s. Worden in hoofdzaak hout of producten van hout opgeslagen?
0 Ja 0 Nee
t. Behoort de inrichting tot categorie 3 van bijlage I bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer?
0 Ja 0 Nee
u. Heeft de inrichting een zodanige technische of functionele binding met een laaden loswal aan voor goederentransport bevaarbaar oppervlaktewater, dat sprake is van één inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer (artikel 1, lid 4)?
0 Ja 0 Nee
v. Is de inrichting ingericht als brandweerkazerne?
0 Ja 0 Nee
w. Is de inrichting ingericht voor de opslag, onderhoud of het transport van militair materieel?
0 Ja 0 Nee
x. Is het Besluit risico´s zware ongevallen 1999 van toepassing?
0 Ja 0 Nee
Indien één of meer van bovenstaande vragen met ‘Ja’ wordt beantwoord, dan is het Besluit niet van toepassing. Dit houdt in dat u voor de inrichting een vergunning dient aan te vragen, dan wel dat een ander Besluit van toepassing is.
B. Akoestisch onderzoek Om te bepalen of op grond van artikel 6 van het Besluit opslag- en transportbedrijven een akoestisch onderzoek noodzakelijk is dienen de volgende vragen te worden beantwoord: 1. Is er sprake van een inrichting waar transportbewegingen in de periode van 19.00 uur tot 07.00 uur plaatsvinden?
0 Ja 0 Nee
2. Staat er binnen een afstand van 50 meter van de inrichting een woning van derden (m.u.v. bedrijfswoningen die behoren bij een inrichting zoals bedoeld in art. 2 van het Besluit of bij een dichtheid aan dienst/bedrijfswoningen van max. 1 per ha) of een ander geluidsgevoelig object (school voor basisonderwijs, school voor voortgezet onderwijs, instelling voor hoger beroepsonderwijs, ziekenhuis, verpleegtehuis, andere gezondheidszorggebouwen)? 0 Ja 0 Nee Indien beide vragen met ´Ja´ zijn beantwoord is een akoestisch rapport verplicht tenzij de melding betrekking heeft op een uitbreiding of verandering van de inrichting of het veranderen van de werking daarvan, die naar verwachting niet van nadelige invloed kan zijn op de geluidbelasting die door de inrichting wordt veroorzaakt. Uit de rapportage blijkt: - of aan de voorwaarden in voorschrift 1.1.1 en 1.1.3 van de Bijlage bij het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer kan worden voldaan, voor zover het de periode 19.00 uur tot 07.00 uur betreft, en - welke voorzieningen worden getroffen om te voorkomen dat de waarden in voorschrift 1.1.1 en 1.1.13 van de Bijlage bij het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer worden overschreden.
C. Bodemonderzoek Onderstaande vragen dienen beantwoord te worden om te bepalen of op grond van artikel 6 van het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer een onderzoek naar de nulsituatie van de bodem moet worden gevoegd. 1. Wordt er in de inrichting gewerkt met stoffen die een bedreiging voor de bodemkwaliteit vormen? 0 Ja 0 Nee 2. Vinden er bodembedreigende werkzaamheden in de inrichting plaats?
0 Ja 0 Nee
Indien beide vragen met ´Nee´ zijn beantwoordt, behoeft geen bodemonderzoek ingediend te worden.
Voor nadere informatie kunt u de contact opnemen met het stadhuis: Adres: Postadres: Telefoonnummer: Faxnummer: E-mailadres:
Slotjesveld 1, 4902 ZP Oosterhout Postbus 10150, 4900 GB Oosterhout 0162-489911 0162-423174
[email protected]