Aan: Datum:
Nederlandse Zorgautoriteit 29 januari 2016
Melding concentratie
Betreffende de voorgenomen concentratie in het kader van artikel 49a Wmg van
Geriatrische revalidatiezorg van Stichting Avoord zorg en wonen, Stichting Elisabeth en Stichting Surplus Zorg
In deze openbare versie van de concentratiemelding zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken […] aangegeven.
Inhoudsopgave
1.
Inlichtingen over betrokken organisaties ......................................................................................... 3 1.1 Betrokken organisaties en gegevens ...................................................................................... 3 1.2 Activiteiten betrokken organisaties .......................................................................................... 4
2.
Gegevens over de concentratie ....................................................................................................... 8 2.1 Karakter van de concentratie ................................................................................................... 8 2.2 Realisatie van de concentratie .............................................................................................. 10 2.3 Doelstelling van de concentratie ............................................................................................ 15 2.4 Redenen voor concentratie ................................................................................................... 16
3.
De gevolgen van de concentratie .................................................................................................. 18 3.1 Businessplan / kosten en baten concentratie ........................................................................ 18 3.2 Gevolgen voor cliënten .......................................................................................................... 21 3.3 Bereikbaarheid van de zorg ................................................................................................... 22 3.4 Kwaliteit van zorg................................................................................................................... 23
4.
Continuïteit van cruciale zorg ........................................................................................................ 26
5.
Betrokkenheid van cliënten, personeel en andere stakeholders ................................................... 27 5.1 Raadpleging cliënten ............................................................................................................. 28 5.2 Raadpleging personeel .......................................................................................................... 31 5.3 Betrokkenheid stakeholders .................................................................................................. 35 5.4 Gegevens geraadpleegden ................................................................................................... 37
6.
Bijlagen .......................................................................................................................................... 38
Ondertekening ....................................................................................................................................... 40
Deze melding vermeldt welke documenten en/of passages door partijen als vertrouwelijk worden aangemerkt. Deze informatie is voorzien van vierkante haken en de betreffende tekst is gemarkeerd. Partijen verzoeken de NZa om deze passages als vertrouwelijk aan te merken.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
2 van 40
1. 1.1
1.2 1.3 1.4 1.5
1.1
Inlichtingen over betrokken organisaties Vermeld voor iedere betrokken organisatie: naam en - indien anders - handelsnaam rechtsvorm adres, telefoon- en faxnummer en eventueel elektronisch postadres handelsregisternummer of het buitenlands register en registratienummer van de betrokken organisaties contactpersoon. Geef een beschrijving van de (bedrijfs)activiteiten van alle betrokken organisaties en geef aan in welke sectoren zij werkzaam zijn. Vermeld de namen, adressen, telefoonnummers, faxnummers, eventuele elektronische postadressen en functies van de aangewezen contactpersonen. Geef aan welke van de betrokken organisaties zorgaanbieder zijn. Geef voor elk van de betrokken zorgaanbieders aan door hoeveel personen zij in de regel zorg doen verlenen. Licht uw antwoord toe.
Betrokken organisaties en gegevens
De melding concentratie heeft betrekking op de volgende organisaties (zie tabel 1): Organisatie
Avoord zorg en Elisabeth wonen Handelsnaam Stichting Avoord Zorg Stichting Elisabeth en wonen Rechtsvorm Stichting Stichting Adres San Francescolaan 1 Leuvenaarstraat 91 4876 CV Etten-Leur 4811 VJ Breda Telefoonnummer 076 532 5000 076 527 6000 Faxnummer Geen fax aanwezig 076 5276104 e-mail adres
[email protected] [email protected] KvK-nummer 41102269 41102716 Contactpersoon Martin den Hartog Jan Verbaal Functie Raad van bestuur Lid raad van bestuur Adres San Francescolaan 1 Leuvenaarstraat 91 4876 CV Etten-Leur 4811 VJ Breda […] Telefoonnummer […] […] […] e-mail adres Tabel 1: overzicht betrokken organisaties en contactgegevens
Surplus Zorg Stichting Surplus Zorg Stichting Pastoor van Kessellaan 7 4761 BH Zevenbergen 0168 323350 0168 325818
[email protected] 41106842 Anthonie Maranus Lid raad van bestuur Pastoor van Kessellaan 7 4761 BH Zevenbergen […] […]
Alle betrokken organisaties zijn zorgaanbieders.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
3 van 40
1.2
Activiteiten betrokken organisaties
De drie betrokken organisaties zijn actief in de VVT (verpleging, verzorging, thuiszorg) sector. Avoord Zorg en Wonen Avoord Zorg en Wonen is een stichting voor ouderenzorg die primair actief is in de gemeenten EttenLeur en Zundert. Avoord levert zorg in een beschermende omgeving binnen woon-zorgcomplexen en in de thuissituatie. Avoord Zorg en Wonen heeft een toelating in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor de functies persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling en verblijf. De grondslag voor verblijf is somatische en/of psychogeriatrische zorg. In Etten-Leur biedt Avoord zorg en behandeling aan vanuit de locaties Het Anbarg, Franciscushof, Kloostergaard en Contrefort. In Zundert doet Avoord dat vanuit De Willaert en in Rijsbergen Rijserf. In het hospice Marianahof in Etten-Leur wordt palliatieve zorg geboden. Daarnaast biedt Avoord in het kader van de zorgverzekeringswet Geriatrische Revalidatiezorg (GRZ), Medisch Specialistische Verpleging Thuis (MSVT) en eerstelijns paramedische behandeling. Avoord heeft voor 2014 […] DBC’s GRZ afgesproken en heeft deze ook gerealiseerd. Voor 2015 heeft Avoord […] DBC’s afgesproken. Thuiszorg wordt geleverd door Avoord AanHuis, de thuiszorgtak van Avoord. Avoord AanHuis levert thuiszorg aan mensen die zelfstandig wonen in de wijken in Etten-Leur en Zundert. Dat doet ze samen met mantelzorgers, huisartsen en dementieconsulenten. Daarnaast levert Avoord huishoudelijke hulp in het kader van de Wmo. Op een aantal locaties levert Avoord Zorg en Wonen dagverzorging en dagbehandeling, mede ter ontlasting van de mantelzorger. Tot slot biedt Avoord welzijnsdiensten aan met het doel de ontmoeting tussen mensen te faciliteren, het thuis wonen te vergemakkelijken en te veraangenamen. De organisatiestructuur van Avoord Zorg en Wonen is weergeven in figuur 1:
Figuur 1. Organisatieschema Avoord Zorg en Wonen
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
4 van 40
Bij Avoord Zorg en Wonen werken 1.200 personen (561 fte). Daarvan wordt in de regel door ca. 900 personen direct zorg verleend. Stichting Elisabeth Stichting Elisabeth is een stichting voor ouderenzorg en is actief in Breda, Bavel en Ulvenhout en heeft een toelating in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor de functies persoonlijke verzorging, verzorging, begeleiding, behandeling en verblijf. Daarnaast biedt Elisabeth in het kader van de zorgverzekeringswet Geriatrische RevalidatieZorg (GRZ), Medisch Specialistisch Verpleging Thuis (MSVT) en eerstelijns paramedische behandeling. De grondslag voor verblijf is somatische en/of psychogeriatrische zorg. Verblijf wordt aangeboden op vijf locaties in de gemeente Breda. In het kader van verblijf met behandeling biedt Elisabeth somatische en psychogeriatrische zorg met als specialismen: palliatieve zorg, visuele beperking, gerontopsychiatrie. Het afasiecentrum biedt de functie behandeling groep aan mensen met afasie. Stichting Elisabeth heeft in 2014 […] DBC’s voor GRZ afgesproken en gerealiseerd. Voor 2015 heeft Elisabeth […] DBC-trajecten GRZ afgesproken. In ‘Merlinde, hotel dat zorg draagt’ wordt zorg en behandeling geboden in de vorm van herstelzorg, tijdelijke overname van mantelzorg en eerstelijns behandeling. De exploitatie van Merlinde is ondergebracht in de besloten vennootschap Zorg voor Vastgoed. Stichting Elisabeth is voor 100 procent aandeelhouder van deze BV. Elisabeth Zorg Thuis biedt zelfstandig wonende volwassenen en ouderen zorg aan huis in de wijken in Breda, Ulvenhout en Bavel in het kader van de Wlz, de Zvw, de Wmo en particulier. Zelfstandig wonende volwassenen en ouderen worden de producten verpleging, verzorging, advies informatie en voorlichting (AIV), palliatieve zorg en begeleiding individueel aangeboden. Dit gebeurt in samenwerking met de mantelzorgers, dementieconsulenten, vrijwilligers, GGZ, huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde werkzaam in de eerste lijn en eerstelijnshulpverleners. Ten behoeve van de functie behandeling groep wordt zowel dagbehandeling somatiek als psychogeriatrie aangeboden. Ten behoeve van de functie begeleiding groep wordt dagverzorging aangeboden op een aantal locaties. Ten behoeve van de functie dagbesteding wordt behandeling groep en begeleiding groep aangeboden aan extramurale cliënten. Elisabeth biedt welzijnsdiensten aan met het doel de ontmoeting tussen mensen te faciliteren, het thuis wonen te vergemakkelijken en te veraangenamen. De organisatiestructuur van Stichting Elisabeth is weergegeven in figuur 2.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
5 van 40
Figuur 2. Organisatieschema Elisabeth Bij stichting Elisabeth werken 896 personen (556 fte). Daarvan wordt in de regel door 645 personen (397 fte) direct zorg verleend. Surplus Zorg Surplus Zorg is een dochterstichting van Stichting Surplus. Surplus biedt welzijn, zorg, wonen en comfort. Surplus is een overkoepelende stichting waartoe naast Surplus Zorg op 1 januari 2015 de volgende dochterstichtingen behoren: Surplus Welzijn, Surplus Comfort, HOOM en Surplus Holding bv. De Surplus Holding bv participeert in Nuevo bv, Nuevo Thuiszorg bv, Nuevo West-Brabant bv en Nuevo Vastgoed bv. Surplus Zorg heeft een toelating in het kader van de WLZ voor de functies persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling en verblijf. Daarnaast biedt Surplus Zorg in het kader van de zorgverzekeringswet Geriatrische Revalidatiezorg (GRZ), Medisch Specialistische Verpleging Thuis (MSVT) en paramedische behandeling. De grondslag voor verblijf is somatische en/of psychogeriatrische zorg. Verblijf wordt aangeboden op tien locaties in de gemeenten Drimmelen, Moerdijk en Breda. In het kader van verblijf met behandeling biedt Surplus Zorg somatische en psychogeriatrische zorg met als specialismen: palliatieve terminale zorg en gerontopsychiatrie. Surplus Zorg heeft in 2014 […]van de afgesproken […]DBC’s GRZ uitgevoerd. Voor 2015 heeft Surplus Zorg heeft […] DBC’s afgesproken. Voor zorg aan huis richt Surplus Zorg zich op de doelgroepen chronisch zieken, hulpbehoevende ouderen, mensen met een beperking en mensen met een psychiatrische aandoening (in samenwerking met de GGZ). Zorg aan huis wordt zowel geboden in het kader van de zorgverzekeringswet als in het kader van de Wmo (hulp bij het huishouden en begeleiding). De organisatiestructuur van Surplus Zorg is weergegeven in figuur 3:
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
6 van 40
Raad van Bestuur
Management team zorg
Rayonmanager Intramuraal Moerdijk1
Hoofd facilitaire dienst
Afdelingshoofden
Rayonmanager Intramuraal Oosterhout / Breda2
Hoofd facilitaire dienst
Afdelingshoofden
Rayonmanager Thuiszorg3
Teamleiders thuiszorg
Directeur behandeling en begeleiding4
Teamleiders hulp bij huishouden
Teamleider gespecialiseerde zorg
Afdeling kwaliteit Surplus zorg
Directeur Surplus Comfort
Medische dienst
Paramedische dienst
Begeleidingsdienst
Zorgconsulenten
1
locaties Fendertshof, de Zeven Schakels, de Westhoek en St. Martinus locaties de Werve, de Brug, Antonius Abt en de Ganshoek incl. dagbesteding en pluspunten 4 toegevoegd lid RvB voor wat betreft medische zaken 2 3
Figuur 3. Organisatieschema Surplus Zorg Bij Stichting Surplus werkten eind 2014 in totaal 2.472 medewerkers (1.230 fte). Hiervan zijn 1.923 medewerkers (905 fte) in dienst van Stichting Surplus Zorg, dit is inclusief de ondersteunende functies die werkzaam zijn voor geheel Surplus. Door Surplus Zorg wordt in de regel door ca. 1.551 personen (751 fte) direct zorg verleend.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
7 van 40
2. 2.1
2.2
2.3 2.4
2.1
Gegevens over de concentratie Beschrijf het karakter van de operatie: Vermeld daarbij of het gaat om een fusie, de verkrijging van uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap of de totstandbrenging van een gemeenschappelijke organisatie, in de zin van artikel 27 van de Mededingingswet. Zet uiteen hoe de structuur van eigendom en zeggenschap er na de concentratie uit zal zien. Vermeld alle overeenkomsten en transacties die de concentratie belichamen of die daarmee samenhangen. Met de concentratie samenhangende overeenkomsten en transacties dienen ook te worden vermeld indien deze reeds zijn aangegaan of uitgevoerd. Beschrijf de wijze waarop en het tijdsbestek waarbinnen de concentratie zal worden gerealiseerd. Beschrijf hierbij: welke activiteiten de organisatie na concentratie zal ontplooien; over welke periode de daadwerkelijke integratie van (onderdelen van) de organisaties zich uitstrekt; hoe het implementatieplan eruit ziet. Hiertoe behoort ook een goede inventarisatie van integratieproblematiek bij de bedrijfsvoering (ICT--systemen, financiële systemen, integratie van ondersteunende en operationele processen e.d.). Beschrijf de doelstellingen van de concentratie. Beschrijf de redenen voor concentratie. Beschrijf daarbij welke alternatieven in de voorbereiding in beschouwing zijn genomen en waarom concentratie daarbij uiteindelijk de voorkeur heeft gekregen.
Karakter van de concentratie
De drie betrokken organisaties, Avoord, Elisabeth en Surplus zijn voornemens ten behoeve van de uitvoering van GRZ-activiteiten een joint venture op te richten. Het betreft in dit geval een full-function joint venture, aangezien er wordt gekozen voor een entiteit waarover gezamenlijk zeggenschap wordt verkregen, waarvoor beoogd is dat deze op duurzame basis werkzaam zal zijn en beschikt over de vrijheid en middelen om alle functies van een zelfstandig bedrijf te kunnen ontplooien. Deze nieuwe entiteit zal de vorm krijgen van een coöperatie met drie leden. Deze concentratie ziet slechts op een beperkt deel van de totale zorg die zowel Avoord, Elisabeth als Surplus bieden. Het betreft hier geen volledige fusie. De coöperatie heeft tot doel het leveren van GRZ overeenkomstig het bepaalde in de Zorgverzekeringswet en de afspraken met de zorgverzekeraars alsmede het verder ontwikkelen van de medisch specialistische knowhow op het gebied van de GRZ zowel aangaande klinische als ambulante zorg. Avoord, Elisabeth en Surplus Zorg zullen hun activiteiten op het terrein van de GRZ overdragen aan de coöperatie. De coöperatie zal zelfstandig contracten gaan afsluiten met zorgverzekeraars en een eigen WTZI toelating verkrijgen. De coöperatie zal als zelfstandige onderneming zorg gaan leveren aan cliënten en zal dan ook zelfstandig profileren in de markt. De coöperatie krijgt een eigen bestuur en zal beschikken over eigen middelen, die voortkomen uit de afgesloten contracten met de zorgverzekeraars. Om de aanloopkosten te financieren worden afspraken gemaakt met de zorgverzekeraar over bevoorschotting. Verder zal een externe lening worden aangetrokken. De financiële gevolgen worden nader uitgewerkt in paragraaf 3.1 van de melding. De zorgmedewerkers en de BIG-geregistreerde behandelaars die werkzaam zijn binnen de lidorganisaties ten behoeve van de GRZ activiteiten, zullen op basis van de wet overgang
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
8 van 40
onderneming in dienst treden van de coöperatie. In geval van groei en/of verloop in het personeelsbestand, zal de coöperatie zelfstandig personeel gaan werven. De coöperatie zal de inzet van ondersteunend personeel inkopen bij de drie betrokken moederstichtingen middels een overeenkomst ‘kosten voor gemeenschappelijke onderneming’. De coöperatie zal bij de drie betrokken moederstichtingen ruimte huren tegen marktconforme tarieven om de intramurale en ambulante GRZ te kunnen leveren aan cliënten. Partijen zullen gezamenlijke zeggenschap hebben in de coöperatie. Zij vormen gezamenlijk de Algemene Vergadering van de coöperatie. Besluitvorming in de Algemene Vergadering geschiedt met algemene stemmen, zodat elk van partijen een veto-recht heeft. Alle strategische beslissingen van de coöperatie worden genomen of moeten worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering. Deze beslissingen zijn onder meer: benoeming van de bestuurders, grote investeringen en desinvesteringen, vaststellen van de strategie van de coöperatie, vaststellen van beleidsplannen en vaststellen van de jaarlijkse begroting. De organisatiestructuur van de nieuwe entiteit ziet er als volgt uit (figuur 4):
Figuur 4. Organisatieschema coöperatie GRZ De intentieverklaring d.d. 14 juli 2015 waaruit vorenstaande blijkt, is opgenomen als bijlage 1. De notitie waarin de vormgeving van de coöperatie wordt beschreven, is bijgevoegd als bijlage 2 .Hierin wordt tevens aangegeven waarom gekozen is voor de vorm van een coöperatie. De concept statuten van de coöperatie vormen een bijlage bij deze notitie. De stukken zijn besproken in de raden van toezicht van Avoord, Elisabeth en Surplus op resp. 23 maart, 26 maart en 9 april 2015 en goedgekeurd, waarna tot ondertekening van de intentieverklaring is overgegaan. De uittreksels van de verslagen van deze bijeenkomst zijn bijgevoegd als bijlagen 35, 36 en 37. Gelet op het voorgaande zijn partijen van mening dat er in het onderhavige geval sprake is van het voornemen van het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, lid 2, Mw.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
9 van 40
2.2
Realisatie van de concentratie
De gezamenlijke joint venture levert klinische en ambulante geriatrische revalidatie. De bedrijfsprocessen bestaan uit de primaire processen en ondersteunende diensten. De primaire processen betreffen het multidisciplinaire behandelproces, zoals beschreven in de zorgpaden, en de zorg en begeleiding. De ondersteunende diensten bestaan uit: Human Resource Management, Zorgcontractering, Marketing & Communicatie, Cliëntservicebureau, Zorgbemiddeling, Kwaliteit, Medisch Secretariaat, Algemeen Secretariaat, Zorgadministratie, Automatisering (IT), Informatiemanagement (IM), Control, Finance, Facilitaire Zaken, Inkoop en Vastgoed. Uitgangspunt is dat de nieuwe juridische entiteit per 1 juni 2016 operationeel is. De coöperatie bestaat uit een pool van medewerkers die medisch specialistische behandeling en zorg bieden aan de GRZklanten. Ook direct ondersteunende functies als kwaliteit, zorgcontractering, marketing en communicatie, en secretariaat zijn in de coöperatie ondergebracht. Voor de overige ondersteunende functies wordt de dienstverlening afgenomen van de moederstichtingen. Er is dus sprake van inkoop van de ondersteunende diensten en geen integratie. Binnen de coöperatie is gekozen voor duaal management. De coöperatie wordt aangestuurd door twee managers binnen de kaders zoals vastgesteld binnen de algemene ledenvergadering. Een manager organisatie & management en een medisch manager. Beiden hebben gescheiden verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De manager organisatie & management wordt verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en geeft leiding aan behandelteams, de coördinatoren van de zorgteams en de stafmedewerkers. De manager organisatie & management is tevens verantwoordelijk voor de zorgcontractering, kwaliteit en markering en communicatie van de coöperatie. Daarnaast maakt en bewaakt deze manager de afspraken met de moederorganisaties voor de ondersteunende dienstverlening. De medisch manager draagt de medische eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de zorgpaden, medisch-inhoudelijke zaken, het kwaliteitsbeleid en stuurt het specialistenteam aan. Deze verantwoordelijkheid brengt ook (gedelegeerde) bevoegdheden met zich mee. Uitgangspunten voor het organisatorisch model zijn: 1. Een behandelpool met zoveel mogelijk ‘dedicated’ GRZ-behandelaars. Bezetting en onderlinge vervanging wordt zoveel mogelijk binnen deze pool geregeld. Daarnaast wordt gezorgd voor 15% flexibiliteit om fluctuaties in de instroom van GRZ-cliënten op te kunnen vangen. 2. Twee dedicated behandelteams: neurologisch en niet-neurologisch, die werken over alle beschikbare locaties heen. De criteria op basis waarvan cliënten worden toegewezen aan één van beide teams wordt nog nader vastgesteld. 3. Binnen het team niet-neurologisch wordt een zo efficiënt mogelijk behandeltraject electieve orthopedie vormgegeven. 4. Er wordt toegewerkt naar maximaal drie GRZ-locaties voor intramurale behandeling: […] 5. Door het aanbieden van ambulante poliklinische (dag)behandeling op de klinische en andere locaties en het voeren van nadrukkelijk beleid om de mantelzorg in de behandeling te betrekken, kan het behandelgebied behouden c.q. uitgebreid worden. 6. Indien de ontwikkeling van de GRZ zich beweegt in de richting van verdere afname van het klinische aandeel en groei van de ambulante poliklinische zorg, kan op termijn mogelijk zelfs naar twee klinische locaties worden teruggegaan in combinatie met andere locaties voor ambulante poliklinische (dag)behandeling. Dit zal op een later tijdstip verder verkend worden.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
10 van 40
Inrichting van de zorg door middel van zorgpaden De zorg binnen de nieuwe GRZ-entiteit zal worden ingericht aan de hand van zorgpaden. Het doel van het zorgpad GRZ is het bieden van een kwalitatief hoogwaardig klinisch en ambulant behandelpad, waarbij: […]
Acht zorgpaden die verschillen in ligduur en behandelintensiteit Er zijn acht zorgpaden gedefinieerd voor de meest voorkomende diagnosegroepen. De zorgpaden bestaan ieder uit: […] […] Figuur 5. De acht zorgpaden Voor elke van de zorgpaden is beschreven wat de totale behandelinzet per discipline is en welke modules ingezet worden. De modules zijn beschreven in het modulair productenboek. De precieze mix van modules is afhankelijk van de doelen van de cliënt en wordt door behandelaars zelf bepaald. De modules bestaan uit een algemene omschrijving, een beschrijving van het doel, een overzicht van de betrokken disciplines, een uitwerking van de behandeling, het hulpaanbod van activiteiten per discipline, evaluatie van de behandeling, de inzet van groepsbehandeling, kwaliteitsnormen en de in te zetten klinimetrie. Het grootste risico in het primaire proces zijn de cultuurverschillen tussen de drie organisaties. Deze worden echter ondervangen doordat de behandelteams bovenlokaal werken, personeel van de locaties regelmatig van locatie wisselt, waardoor er een betere integratie plaatsvindt en er een kwartiermaker wordt aangesteld. Deze krijgt specifiek de taak om de cultuurverschillen te analyseren en de verbinding op de werkvloer goed vorm te geven in voorbereiding op de nieuwe entiteit.. Inkoop ondersteunende diensten Om te bepalen welke diensten de GRZ coöperatie zelf gaat uitvoeren en welke ze gaat inkopen bij de moederorganisaties, is in eerste instantie gekeken naar het strategisch karakter van de dienst. Diensten die cruciaal zijn voor het realiseren van de strategie van de coöperatie worden in eigen beheer uitgevoerd, indien dit haalbaar is vanuit het oogpunt van continuïteit. Daar waar het nodig is dat er dagelijks invulling gegeven kan worden aan de functie en het tijdelijk wegvallen van het personeel dat de dienst moet uitvoeren tot te grote risico’s leidt, wordt er toch voor gekozen om deze dienst in te kopen. In tabel 2 is per dienst aangegeven hoe deze afweging uitpakt. In de laatste kolom staat de conclusie, dat wil zeggen of de dienst ingekocht wordt of in eigen beheer wordt vormgegeven.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
11 van 40
Ondersteunende diensten
Strategisch karakter
Dagelijkse continuiteit
Conclusie
HRM
Ja
Ja
Inkoop
Zorgcontractering
Ja
Nee
Zelf
Marketing & Communicatie
Ja
Nee
Zelf
Clientservicebureau
Ja
Ja
Inkoop
Zorgbemiddeling
Ja
Ja
Inkoop
Kwaliteit
Ja
Nee
Zelf
Medisch secreteriaat
Nee
Ja
Zelf
Algemeen secretariaat
Nee
Ja
Zelf
Zorgadministratie
Nee
Ja
Inkoop
Automatisering
Nee
Ja
Inkoop
Informatiemanagement
Nee
Ja
Inkoop
Control
Nee
Ja
Inkoop
Finance
Nee
Ja
Inkoop
Facilitaire Zaken
Nee
Ja
Inkoop
Inkoop
Nee
Ja
Inkoop
Vastgoedbeheer
Nee
Ja
Inkoop
cluster HRM cluster klantenservice cluster ondersteuning Tabel 2 Ondersteunende functies coöperatie De ondersteunende diensten zijn geclusterd in drie pakketten, gebouwgebonden ondersteuning wordt meegenomen in de huurafspraken. Voor de wijze waarop tot inrichting van de ondersteunende afdelingen van de coöperatie wordt gekomen, is een implementatieplan opgesteld. Deze treft u aan als bijlage 38 De ondersteunende diensten op het gebied van HRM, administratie, control, financieel beheer en inkoop zullen door de nieuwe entiteit in drie clusters worden ingekocht bij de lidorganisaties. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden met betrekking tot de aard en de omvang van de af te nemen diensten, van welke organisatie(s) de diensten worden afgenomen en hoe dit financieel wordt verrekend. De bestuurders van de lidorganisaties, de leden van de ALV van de nieuwe entiteit, zullen in gezamenlijk overleg tot een keuze komen. In het implementatieplan is hiertoe een stappenplan opgenomen (zie tabel 3).
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
12 van 40
2015
2016
Planning implementatieplan nov
dec
jan
feb
mrt april mei
juni
Werving projectteam Kwartiermaker cooperatie GRZ aangesteld Verkenning behoefte GRZ cooperatie Bepalen budget voor de ondersteunende diensten Opstellen Programma van Eisen Aanvraag offertes bij moederorganisaties Opstellen Formatieplan en Functieprofielen Opleveren offertes door moederorganisaties Beoordeling offertes Voorstel voor inrichting ondersteunende diensten Overdracht aan duaal management Contracteren diensten en aanstellen eigen personeel Tabel 3. Planning implementatieplan ICT Ten aanzien van de ondersteunende dienstverlening voor wat betreft ICT is ervoor gekozen om gezamenlijke dossiervoering te organiseren. Er is gekozen voor het implementeren van het behandelaarsdossier ‘Ysis’ binnen de drie organisaties. Via het projectplan dat in eerste instantie gebruikt is door Elisabeth, hebben vervolgens Avoord en Surplus ‘Ysis’ binnen hun organisaties geïmplementeerd. Hiermee is qua ICT infrastructuur de basis gelegd om een gezamenlijk dossier te gaan voeren. Ten aanzien van financiën zijn de KPI’s geformuleerd en de rapportages die opgeleverd dienen te worden. Tevens is er een pakket van eisen opgesteld om te komen tot een pakketselectie. De uitwerking wordt opgepakt als de GRZ-entiteit operationeel is, Ook zijn de uitgangspunten geformuleerd voor het opstellen van de begroting en zijn kostprijsmodellen opgesteld. Deze zijn gebruikt bij het opstellen van de werkbegroting en de vijfjarenbegroting die in paragraaf 3.1 zijn opgenomen. Planning & control cyclus en AO/IC procedures De planning & controlcyclus bestaat uit vier onderdelen: 1) de beleidsplanning, 2) monitoring d.m.v. KPI’s, 3) de rapportagecyclus en 4) bijstelling en evaluatie. De uitwerking hiervan is onderdeel van de opdracht van de kwartiermaker. Ad 1) Meerjarenkader is uitgewerkt in businessplan en vertaald naar werkbegroting en uitwerkingen door diverse werkgroepen. Concrete uitwerking in jaarplan onderdeel van managementopdracht kwartiermaker. Ad 2) KPI’s en benodigde rapportages zijn benoemd door werkgroep financiën. Ad 3) pakketkeuze voor ontsluiting gegevens is in gang gezet. Uitgangspunt is maandelijkse rapportages op benoemde KPI’s middels een dashboard. Ad 4) vindt plaats na opstart GRZ organisatie. De uitwerking van de AO/IC procedure bestaat uit de beschrijving administratieve primaire en ondersteunende processen, vastlegging TBV’s, vastlegging risico’s en maatregelen voor interne
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
13 van 40
controle (IC), kwaliteitstoetsing en –verbetering, managementrapportages op administratieve processen, risico’s en interne controle. Nadere schematische uitwerking op processen en (waarde)stromen vindt plaats in navolging van planning & control cyclus in januari/februari. Planning en tijdspad Naast het implementatieplan ondersteunende diensten; zijn of worden de volgende activiteiten opgepakt (zie ook tabel 4): a. Investerings- en werkbegroting is opgenomen in businessplan en is tevens opgenomen in paragraaf 3.1 van deze melding. Gereed: geen risico; eventueel aanpassen aan veranderende omstandigheden en inkoop 2016. b. Vijfjarenprognose opstellen. Gereed: geen risico; eventueel aanpassen aan veranderende omstandigheden en inkoop 2016 Vijfjarenprognose is opgenomen in businessplan en is tevens opgenomen in paragraaf 3.1 van deze melding. c. Adviesaanvraag medezeggenschap oprichting gezamenlijke GRZ-organisatie in twee fasen. Gereed: geen risico. Advies ontvangen en bestuurders hebben gereageerd. d. Opstellen concept-statuten en intentieovereenkomst. Gereed: geen risico. Interne toezichthouders hebben de juridische vormgeving goedgekeurd. e. Opstellen reglementen bestuur en raad van toezicht en huishoudelijk reglement ledenvergadering Uitwerking is opgestart, verwachte oplevering januari: risico; onvoldoende overeenstemming. Maatregel: externe begeleiding. f. Werving voor de invulling van het duaal management in samenspraak met de bestuurders. Februari: opstellen functieprofielen en managementopdracht; inrichten selectie en adviescommissie. Maart: werving en selectie Invulling April 2016. Risico: te laat inrichten management. Maatregel: opstart door kwartiermakers. g. […]. h.
Aanvragen van een WTZi-toelating om te kunnen contracteren met zorgverzekeraars. Na toestemming NZa en ACM.
De drie betrokken organisaties zijn kwartiermakers (organisatorisch en medisch) aan het werven die een rol krijgen bij de verdere implementatie van de benodigde activiteiten voor het oprichten van de coöperatie. Het heeft de voorkeur om na afronding van de formele procedures vroegtijdig tot een keuze te komen voor de (duaal) managers van de toekomstige organisatie en hen een rol te geven in de voorbereidingen van de behandelpool en de nieuwe entiteit. Daarnaast is het wenselijk om onder leiding van de duaal managers een nieuw projectteam in te stellen, met deskundigen die nodig zijn voor deze nieuwe fase. Deze deskundigen krijgen de opdracht om specifieke activiteiten uit te voeren en daar waar nodig collega’s uit de andere organisaties te betrekken. Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Jan
Feb
Mrt
Activiteiten Opstellen intentieovereenkomst
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
14 van 40
Apr
mei
Meldingsprocedures NZa/ACM Juridische voorbereiding Statuten opstellen Reglementen opstellen Werkgroepen formeren Uitwerken ondersteunende dienstverlening moederorganisatie(s) Uitwerken P&C cyclus Uitwerken AO/IC procedure Ontwikkelen voorstel flexibele schil personeel Vijfjaars businesscase opstellen Adviesaanvragen medezeggenschap Uitwerking zorgpaden Implementatieplan zorgpaden Uitwerken kwaliteitsbeleid Selectieprocedure behandelaars Opstellen plan van aanpak integratie medewerkers Werving duaal management Opleidingsplan Verkoopplan Implementatie Ysis Implementatie GRZ Kompas Voorstel aanpak roostering en planning Aanvragen WTZitoelating
Tabel 4. Planning en tijdspad Zo lang de coöperatie niet is opgericht en de GRZ-activiteiten niet in de coöperatie zijn ondergebracht, zullen Avoord, Elisabeth en Surplus de eigen GRZ-activiteiten onafhankelijk van elkaar exploiteren. Er wordt op toegezien dat de werkzaamheden van de managers en het projectteam niet leiden tot de uitwisseling van concurrentiegevoelige informatie.
2.3
Doelstelling van de concentratie
Artikel 2.5c van het Besluit Zorgverzekeringen omschrijft geriatrische revalidatie als ‘integrale en multidisciplinaire revalidatiezorg zoals specialisten ouderengeneeskunde die plegen te bieden in verband met kwetsbaarheid, complexe multimorbiditeit en afgenomen leer- en trainbaarheid, gericht op het dusdanig verminderen van de functionele beperkingen van de verzekerde dat terugkeer naar de thuissituatie mogelijk is.’ Aanvullende bepalingen zijn dat de zorg aansluit op verblijf in het ziekenhuis, dat de zorg gepaard gaat met verblijf en dat de duur in beginsel maximaal zes maanden
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
15 van 40
bedraagt. De GRZ is dus de verbindende schakel tussen het ziekenhuis en thuis, voor patiënten die revalideren na bijvoorbeeld een (geplande) operatie of een CVA. De samenwerkende partijen hebben de ambitie de krachten te bundelen om tot een kwalitatief hoogwaardig en doelmatig GRZ-aanbod voor geriatrische revalidanten te komen, zowel intramuraal als extramuraal. Intramuraal daar waar nodig en extramuraal daar waar mogelijk. Het betreft een inhoudelijke samenwerking, waarin nieuwe wetenschappelijke en professionele inzichten alsmede best practices op inhoud en doelmatigheid met elkaar worden gedeeld. De organisaties geloven erin dat de bundeling van GRZ-activiteiten een noodzakelijke voorwaarde is om de genoemde ambitie voor hun klanten te realiseren. De visie van waaruit de nieuwe organisatie wordt benaderd gaat uit van: - de klant als uitgangspunt en een aanbod dat meerwaarde heeft voor de klant; - de noodzaak om blijvend te innoveren en daartoe de kennis en expertise te bundelen; - een kwalitatief hoogwaardig behandelaanbod; - gezamenlijke triage en instroom van nieuwe klanten; - de ontwikkeling van nieuwe (extramurale) diensten; - een kwalitatief en kwantitatief goed aanbod dat volgend is op de GRZ; - klantgerichte processen (dichtbij en keten); - een (ver)korte klinische verblijfsduur.
2.4
Redenen voor concentratie
Zowel de ingrijpende veranderingen binnen de sector ouderenzorg als interne ontwikkelingen binnen de organisaties zijn aanleiding geweest tot gesprekken tussen de organisaties Avoord, Surplus en Stichting Elisabeth aangaande een mogelijke gezamenlijke toekomst op het gebied van de GRZ. Geriatrische revalidatie wordt sinds 1 januari 2013 betaald uit de Zorgverzekeringswet (Zvw). De eisen zijn aangescherpt: een voorafgaande ziekenhuisopname is voortaan verplicht en geriatrische revalidatie kan niet meer in dagbehandeling worden aangeboden zonder dat er een klinische revalidatieperiode aan voorafgaat. Ook kunnen klanten niet meer direct worden ingestuurd door de huisarts. Bovendien kopen de zorgverzekeraars selectief in. Partijen zijn van mening dat intensieve samenwerking nodig is om kwaliteit te kunnen blijven bieden in de regio, ruimte te hebben/behouden voor innovatie om zo een aantrekkelijke partner te kunnen blijven voor de zorgverzekeraars en verwijzers op het gebied van GRZ. Ook landelijk gezien is er een tendens tot concentratie (zowel fysiek als qua kennis) van CVA-revalidatie. Belangrijkste argument hiervoor is dat er een afdeling van een zekere omvang moet zijn om deskundige teams te kunnen vormen. Deze samenwerking wordt dan ook ondersteund door zorgverzekeraar CZ die de inkoop van GRZ volgens het representantenmodel voor West-Brabant op zich nam in 2014. Vanaf 2015 kopen alle verzekeraars in voor hun eigen verzekerden. Vanaf 2015 is VGZ als tweede grote verzekeraar dan ook intensief betrokken bij het samenwerkingstraject. CZ en VGZ samen rekenen ca 95% van de verzekerden die gebruik maken van de GRZ van AES tot hun klantenbestand. Uit bijgaande brieven van CZ en VGZ blijkt hun intensieve betrokkenheid en regierol in de samenwerking (zie respectievelijk bijlage 3 en bijlage 4. De overleggen hebben tot het initiatief geleid om met z´n drieën gezamenlijk te bezien of er samen een majeure stap kan worden gezet in de regio tot een geformaliseerde samenwerking op het gebied van GRZ. Uit gesprekken met de zorgverzekeraars is gebleken dat de drie partijen zelfstandig onvoldoende volume op GRZ kunnen realiseren om de benodigde deskundigheid en kwaliteit ook op langere termijn te kunnen garanderen. Dit zou er toe leiden dat niet alle drie de partijen nog
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
16 van 40
gecontracteerd zouden worden, wat leidt tot een afname van het aantal locaties waar – dicht bij klanten – GRZ kan worden geboden.
De visie van waaruit de nieuwe organisatie wordt benaderd gaat uit van: de klant als uitgangspunt; een aanbod dat meerwaarde heeft voor de klant; de noodzaak om blijvend te innoveren en daartoe de kennis en expertise te bundelen; een kwalitatief hoogwaardig behandelaanbod; gezamenlijke triage en instroom van nieuwe klanten; de ontwikkeling van nieuwe (extramurale) diensten; een kwalitatief en kwantitatief goed aanbod dat volgend is op de GRZ; klantgerichte processen (dichtbij en keten); een (ver)korte klinische verblijfsduur.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
17 van 40
3. 3.1
3.2
3.3
3.4
3.1
De gevolgen van de concentratie Beschrijf de financiële gevolgen van de concentratie voor de betrokken zorgaanbieder(s). Overleg hierbij ten minste: het businessplan met de verwachte kosten en baten van de concentratie; de verwachte synergievoordelen in de vijf jaren na de transactie. Licht uw antwoord toe. Geef daarbij aan wie de financier(s) is/zijn en of uw business case wordt ondersteund door financiers. Beschrijf de gevolgen van de concentratie voor de zorgverlening aan de cliënt. Beschrijf hierbij, voor zover van toepassing, ten minste: veranderingen in het aanbod van zorg; de herinrichting van de zorgprocessen; de verplaatsing van zorgaanbod tussen locaties; de verandering van het aantal locaties waar zorg wordt verleend; de aanpassing van de schaalgrootte van de zorgverlening op de locaties. Ga hierbij uit van het tijdsbestek waarbinnen alle uit de concentratie voortkomende veranderingen in de zorgverlening zijn gerealiseerd. Beschrijf de risico’s van de concentratie voor de bereikbaarheid van de zorg en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen. Onder vraag 3.2 heeft u de eventuele veranderingen in het zorgaanbod en de locaties waar zorg wordt verleend beschreven. Beschrijf welke risico’s deze veranderingen met zich meebrengen voor de bereikbaarheid van de zorg. Beschrijf hierbij, voor zover van toepassing, ten minste: de gevolgen van de concentratie voor het aantal locaties dat cliënten kunnen bezoeken; de gevolgen van de concentratie voor de reisafstand die cliënten moeten afleggen. Beschrijf de risico’s van de concentratie voor de kwaliteit van de zorg en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen. Beschrijf hierbij ten minste: wat het verwachte effect van de concentratie is op de cliënttevredenheid. hoe is geborgd dat het bestuur gedurende het concentratieproces voldoende aandacht heeft voor het primaire proces. hoe u het risico inschat op kwaliteitsverlies door bijvoorbeeld: o cultuurverschillen tussen de concentrerende organisaties; o stagnerende implementatie van de concentratie; o vertrekkend personeel. welke scenario’s u voor risicobeheersing u heeft opgesteld; de wijze waarop u het optreden van dergelijke risico’s monitort.
Businessplan / kosten en baten concentratie
Avoord, Surplus en Elisabeth hebben een gezamenlijk businessplan uitgewerkt. Deze treft u aan als bijlage 5, inclusief een achttal bijlagen. Het businessplan bestaat uit een uitwerking van de kernstrategie in concrete businessdoelen, die is uitgewerkt voor de periode 2015 t/m 2017: Aantoonbaar verhogen van de kwaliteit en de samenhang van de zorg door het invoeren en borgen van zorgpaden voor de doelgroepen CVA, trauma, electieve orthopedie, amputaties en overige zorg. Vergroten van de kwaliteit en efficiency van GRZ-behandelaars, door het creëren van een gezamenlijke pool van behandelaars met zoveel mogelijk ‘dedicated’ GRZ-behandelaars. Zichtbaar verhogen van de deskundigheid door het bundelen van de neurologische expertise van de drie organisaties. Verhogen van de efficiency voor electieve orthopedie, traumata, amputaties en overige aandoeningen. Verkorten van de ligduur door hier in het zorgpad en met feedbackinformatie op te sturen.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
18 van 40
Verlagen van de kosten door het beperken van de klinische setting tot drie behandellocaties […] aangevuld met ambulant aanbod. Realiseren van een volumegroei (aantal DBC's) van […] per jaar.
Doordat de uitwerking van de juridische vormgeving langer heeft geduurd dan gepland, zullen deze doelen op een later moment worden gerealiseerd (periode 2016 – 2018). Daarom is aan de oorspronkelijke businessplan d.d. november 2014 een oplegnotitie toegevoegd d.d. juli 2015, waarin de actuele planning is opgenomen. Het businessplan bevat tevens een begroting en een vijfjarenprognose welke onderstaand zijn toegevoegd (tabel 5). Zowel de businesscase als de vijfjarenprognose is besproken met de financiers; zie hiertoe verder paragraaf 5. […]
Tabel 5: meerjarenprognose 2015 – 2019 GRZ Avoord, Elisabeth en Surplus
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
19 van 40
Hoofdlijnen financiële gevolgen Geriatrische revalidatiezorg is ZVW-gefinancierde zorg die zorgverzekeraars jaarlijks bij zorgaanbieders contracteren. Bij die contractering sturen zorgverzekeraars steeds nadrukkelijker op het creëren van zoveel mogelijk waarde voor de verzekerde: kwalitatief goede en kosteneffectieve zorg. Het inkoopbeleid van zorgverzekeraars gaat er mede van uit om selectief en meerjarig te contracteren bij aanbieders die gericht zijn op het maximaliseren van de waarde creatie voor de verzekerde annex GRZ-cliënt. Belangrijkste financieel gevolg is dan ook dat Avoord, Elisabeth en Surplus dankzij hun zorginhoudelijke samenwerking in staat zijn om te voldoen aan het waardemodel van zorgverzekeraars en daardoor een meerjarige, hechte samenwerking aan kunnen gaan waardoor een min of meer gegarandeerde opbrengstenstroom kan worden gerealiseerd. Het samenwerkingsverband kan door haar omvang daarnaast makkelijker tegemoet komen aan de volume-eisen die zorgverzekeraars stellen aan het minimaal aantal DBC’s dat jaarlijks dient te worden geleverd. Zo houdt de zorgverzekeraar met het grootste marktaandeel in verzorgingsgebied WestBrabant, CZ, vast aan een minimumvolume van 60 CVA-patiënten, en/of 70 orthopediepatiënten en/of 60 patiënten met een overige diagnose (trauma, amputatie, overig). Met het beoogde gezamenlijke aanbod geven Avoord, Elisabeth en Surplus ook inhoud aan het beleidsspeerpunt van zorgverzekeraar CZ t.a.v. de regiodekking. Uitgangspunt is dat er binnen een acceptabele afstand (25 km of een half uur reistijd) ten opzichte van het ziekenhuis een aanbod is voor alle diagnosegroepen. Synergievoordelen Het belangrijkste synergetische voordeel is dat door de samenwerking de personeelskosten zullen dalen. Uit tabel 5 kan het personeelskostenratio worden afgeleid, m.a.w. de verhouding tussen de totale personeelskosten en de totale opbrengsten. Die afleiding, te zien in tabel 6, maakt duidelijk dat door de gezamenlijke, efficiëntere inzet het niveau van de personeelskosten afneemt.
2015 2016 2017 2018 […] […] […] […] Tabel 6: personeelskostenratio 2015 – 2019 GRZ Avoord, Elisabeth en Surplus
2019 […]
Een ander belangrijk synergievoordeel is dat een geconcentreerd aanbod en een gezamenlijk gebruik van bedrijfsmiddelen tot lagere huisvestingslasten en afnemende bedrijfsvoering kosten zullen leiden. […] De samenwerkingspartners beogen om jaarlijks steeds […]% van de bedrijfsopbrengsten in te zetten voor innovatie van het primaire proces. Avoord, Elisabeth en Surplus stimuleren initiatieven die leiden tot een verdere verhoging van de zorgkwaliteit of een nog betere beheersing van de uitvoeringskosten. […] Elders in deze melding worden de inhoudelijke synergievoordelen al benoemd. Op deze plaats wordt volstaan met het aanhalen van de voordelen die zorgverzekeraars in geval van samenwerking van belang vinden: […]
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
20 van 40
Kosten van de concentratie Avoord, Elisabeth en Surplus voorzien enkele eenmalige investeringen om tot een geconcentreerd aanbod van GRZ te komen. Zie tabel 7. Eenmalige kosten Invoering EPD eenmalige kosten (incl. BTW) Juridische kosten Samenwerkingscontract Juridische kosten begeleiding Nza en ACM Leges ACM Advies Fiscalist Notariskosten Totale eenmalige kosten
€ € € € € € €
40.680 5.000 20.000 15.000 5.000 5.000 90.680
Tabel 7: eenmalige concentratiekosten GRZ Avoord, Elisabeth en Surplus De tabel laat zich onderscheiden in twee kostencategorieën: de invoering van een Elektronisch Patiëntendossier (EPD) en de kosten van zakelijke dienstverlening (juridisch, fiscaal en notarieel). Het is van belang om op te merken dat de instellingen geen concentratiekosten voor de gezamenlijke huisvesting voorzien. Op dit moment wordt voorzien dat het GRZ-aanbod op hoofdlijnen kan worden voortgezet binnen bestaande faciliteiten. Grootschalige nieuwbouw of verbouw dan wel het aangaan van extensieve huurcontracten zijn vooralsnog niet aan de orde. Werkbegroting […] […] Tabel 8: werkbegroting: GRZ-contractering 2015 Avoord, Elisabeth en Surplus Investeringsbegroting […]
3.2
Gevolgen voor cliënten
Op dit moment zijn de processen rondom klinische en ambulante geriatrische revalidatie niet op dezelfde manier ingericht op de verschillende locaties van Avoord, Elisabeth en Surplus en wordt nog maar in beperkte mate gebruik gemaakt van zorgpaden. Om te bewerkstelligen dat de kwaliteit van zorg van een dusdanig niveau is op alle locaties van nieuwe organisatie, zal gebruik worden gemaakt van eenduidige zorgpaden. Daarnaast zullen er in de nieuwe entiteit ‘dedicated’ behandelteams worden ingezet die over de locaties heen gaan werken. Nu werken de behandelteams nog per locatie. Dit zal leiden tot meer expertise bij de teams en een hogere kwaliteit van zorg, zonder dat cliënten hiervoor naar een andere locatie moeten reizen. In onderstaande paragraaf wordt dit nader toegelicht. Herinrichting zorgprocessen: implementatie van zorgpaden en dedicated teams Het aanbod van klinische en ambulante geriatrische revalidatie zal worden vormgegeven door middel van zorgpaden. Het doel van het zorgpad GRZ is het bieden van een kwalitatief hoogwaardig klinisch en ambulant behandelpad, waarbij: - de revalidant centraal staat; - de behandelintensiteit wordt afgestemd op de belastbaarheid en doelen van de revalidant;
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
21 van 40
-
-
bij het bepalen van het minimale niveau van functioneren dat nodig is voor ontslag rekening gehouden wordt met de revalidant en zijn/haar systeem; zorg en behandeling (met name voor de niet geplande revalidatie) zo dichtbij mogelijk bij de huisvesting van de revalidant en/of hun mantelzorgers geleverd wordt, zodat familieparticipatie zo optimaal mogelijk ingezet kan worden; de revalidant binnen zo kort mogelijke termijn een zo zelfstandig mogelijk niveau van functioneren bereikt en terugkeert naar huis/thuissituatie.
[…] Er zijn acht zorgpaden gedefinieerd voor de meest voorkomende diagnosegroepen. De zorgpaden bestaan ieder uit: […] Voor elk van de zorgpaden is beschreven wat de totale behandelinzet per discipline is en welke modules ingezet worden. De modules zijn beschreven in het modulair productenboek. De precieze mix van modules is afhankelijk van de doelen van de cliënt en wordt door behandelaars zelf bepaald. De modules bestaan uit een algemene omschrijving, een beschrijving van het doel, een overzicht van de betrokken disciplines, een uitwerking van de behandeling, het hulpaanbod van activiteiten per discipline, evaluatie van de behandeling, de inzet van groepsbehandeling, kwaliteitsnormen en de in te zetten klinimetrie. De planning en het tijdspad voor implementatie zijn opgenomen in paragraaf 2.2. […] Consequenties voor huidige GRZ-cliënten: wijziging locaties en schaalgrootte […]
[…] Tabel 9. Overzicht aantal beschikbare bedden […] Door het in stand houden van drie GRZ-locaties kan worden gewaarborgd dat familie en mantelzorg nauw betrokken kan blijven bij de zorg, revalidatie en ontslag naar huis net zoals dat nu al het geval is. Dit is van groot belang voor een snel en effectief herstelproces van GRZ-cliënten.
3.3
Bereikbaarheid van de zorg
Momenteel wordt intramurale geriatrische revalidatiezorg geboden op vijf locaties […]. . Uiterlijk in 2020 zal de intramurale geriatrische revalidatiezorg worden aangeboden op drie locaties. Het sluiten van de intramurale locaties […] heeft nauwelijks invloed op de reisafstand die cliënten voor een intramurale GRZ-behandeling moeten afleggen. […] Daarnaast blijft ambulante poliklinische behandeling mogelijk op méér dan drie locaties. Aangezien er een stijgende trend te zien is in het aantal ambulante geriatrische revalidatietrajecten, zal voor een steeds groter deel van de GRZ-cliënten een ambulant traject mogelijk worden en zal de Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
22 van 40
bereikbaarheid van GRZ-zorg in de regio niet veranderen. De samenwerking leidt er juist toe dat de deskundigheid vergroot wordt, en daarmee ook de mogelijkheden om ook ambulante zorg en zorg aan huis beter te ondersteunen.
3.4
Kwaliteit van zorg
Verwacht effect op de cliënttevredenheid 1 Uit onderzoek van de NPCF naar cliënttevredenheid bij GRZ-cliënten blijkt dat zij vier zaken belangrijk vinden binnen de geriatrische revalidatie. Als eerste vinden cliënten het belangrijk dat de revalidatie goed aansluit op de doelen van de cliënt. Er zal binnen het samenwerkingsverband van de drie zorgorganisaties gewerkt worden met zorgpaden waarbinnen de doelen altijd samen met de cliënt (en diens mantelzorg) worden opgesteld. Verder vinden cliënten het belangrijk dat de inhoudelijke kwaliteit van de revalidatie goed is. Dat wil zeggen dat professionals over een voldoende niveau beschikken, goed samenwerken én voor bepaalde aandoeningen, zoals CVA, expertteams aanwezig moeten zijn. Door te gaan werken met twee ‘dedicated’ expertteams, waarvan één team een neurologische expertise heeft, zal ook aan deze tevredenheidseis van cliënten voldaan worden. Daarnaast vinden cliënten het van belang dat zij zelf en hun mantelzorgers worden betrokken bij beslissingen. Ze moeten daarvoor over de juiste informatie beschikken en ruimte krijgen om vragen te stellen. Binnen de zorgpaden die gebruikt zullen worden, zit expliciet ingebouwd dat cliënten en mantelzorgers van begin tot eind betrokken worden bij de behandeling en het gehele vervolgtraject. Bovendien wordt door het behoud van 3 locaties verspreid over het werkgebied gewaarborgd dat mantelzorgers in dezelfde mate betrokken kunnen blijven zoals dat nu gebeurt. Tenslotte vinden cliënten het belangrijk dat er vlotte faseovergangen zijn tussen ziekenhuis, verpleeghuis en zorg/begeleiding thuis. Doordat Avoord, Elisabeth en Surplus gaan samenwerken en dit ook doen in nauwe samenhang met het Amphia ziekenhuis, zal er met betrekking tot overgangsmomenten veel effectiever en efficiënter gewerkt gaan worden waardoor faseovergangen soepel en zonder oponthoud of onnodige verhuizingen verlopen. Er kan dan ook een verbeterslag in het verwachtingsmanagement bij cliënten worden gerealiseerd vanaf het moment dat de cliënt uit het ziekenhuis wordt ontslagen. Kijkend naar de items die GRZ-cliënten belangrijk vinden binnen het geriatrische revalidatietraject, wordt daar op alle punten door deze samenwerking verbetering in bereikt. Hierdoor wordt verwacht dat de cliënttevredenheid zal stijgen. De cliënttevredenheid zal worden gemonitord met behulp van de door alle drie betrokken zorgaanbieders reeds gehanteerde cliënttevredenheidsonderzoeken (CQindex) en de Verbetermeter. De nieuw op te richten organisatie zal zich tevens bekend maken op ‘Zorgkaart Nederland’ en cliënten actief stimuleren hier een beoordeling op achter te laten. De leden van de coöperatie zijn alle drie in bezit van een kwaliteitscertificaat en hanteren actief een risico- en veiligheidsbeleid. Waar nodig zal de nieuw op te richten organisatie deze zaken eveneens ontwikkelen, gebruik makend van de binnen de lid organisaties aanwezige expertise op dit vlak. De samenwerkende organisaties zijn actief betrokken bij de landelijke ontwikkelingen die geïnitieerd worden door ActiZ. Middels participatie in de bestuurscommissie GRZ wordt kennis en expertise ingebracht zodat een landelijke standaard van KPI’s (Kritische Prestatie Indicatoren) wordt ontwikkeld die als basis zullen dienen voor eigen te ontwikkelen keurmerk en als basis zal fungeren voor benchmarking en onderzoek.
1
NPCF, ‘Geriatrische revalidatiezorg: wat vinden cliënten belangrijk’, 2012.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
23 van 40
De nieuw op te richten organisatie zal beschikken over een eigenstandige cliëntenraad (met vertegenwoordigende leden vanuit de cliëntenraden van de moederorganisaties) die de belangen van de revalidanten zullen behartigen (zie ook onder 5.1). Borging aandacht voor primair proces Door niet te kiezen voor een volledige fusie en de daar vaak opvolgende reorganisaties en integratietrajecten, maar voor een lichtere vorm van samenwerking, kunnen de betrokken bestuurders zich in het samenwerkingstraject beter focussen op het primaire proces en op de kwaliteitsdoelstellingen die in de businesscase zijn benoemd en hierboven zijn aangehaald. Bovendien wordt een kwartiermaker aangesteld die specifiek gaat bezig houden met de inrichting van het primaire proces. Risico’s en risicobeheersing Alle plannen zijn ontwikkeld in nauw overleg en met input vanuit de professionals van de drie betrokken organisaties. Daarbij hebben partijen erop toegezien dat geen concurrentiegevoelige informatie is uitgewisseld. Met name de inhoudelijke vormgeving van de businesscase en de uitwerking van de zorgpaden is op die manier tot stand gekomen en leidt tot groot enthousiasme en betrokkenheid van de GRZ-professionals. Zij hebben op deze manier tevens ook al kennis met elkaar kunnen maken. Daardoor is het risico op kwaliteitsverlies als gevolg van stagnerende implementatie of vertrekkend personeel gering. Tevens zorgt de betrokkenheid van de medewerkers voor draagvlak voor de veranderingen in de wijze van werken. Het overgrote deel van de medewerkers is geïnformeerd over de plannen en wil juist graag in de nieuwe coöperatie gaan werken. Door overdracht van onderneming bestaat er wel een kans dat er medewerkers overgaan in de nieuwe coöperatie die liever bij de moederorganisaties blijven werken. Om dit risico te beheersen worden er tevens belangstellingsgesprekken gevoerd met alle medewerkers die daar behoefte aan hebben. Cultuurverschillen tussen samenwerkende organisaties zijn onvermijdelijk, echter de samenwerking is vooral tot stand gekomen vanuit een gezamenlijke visie en uitgangspunten. Ook hierbij geldt dat het vroegtijdig samenbrengen van medewerkers ertoe leidt dat er vanuit een gezamenlijk gedachtengoed wordt gestart; dit blijkt bijvoorbeeld uit de reeds gezamenlijk uitgewerkte bedrijfsprocessen. Daarnaast wordt het cultuurrisico ondervangen doordat de behandelteams bovenlokaal werken, personeel van regelmatig van locatie wisselt, waardoor er een betere integratie plaatsvindt. Bovendien wordt er een kwartiermaker aangesteld. Deze krijgt specifiek de taak om de verbinding op de werkvloer goed vorm te geven in voorbereiding op de nieuwe entiteit. Hoe zelfstandiger de GRZ-entiteit gaat functioneren, hoe kleiner het cultuurrisico is, omdat de culturen van de moederorganisaties dan minder van invloed zijn. Door het aantrekken van een externe kwartiermaker met deze specifieke taak, verwachten de moederorganisaties dit risico te kunnen beheersen. De kwartiermaker zal hierover periodiek rapporteren naar de moederorganisaties tijdens het oprichten van de coöperatie. Een ander risico zou kunnen ontstaan op het gebied van voldoende deskundig personeel. Er zijn in Nederland weinig specialisten ouderengeneeskunde met een kaderopleiding geriatrische revalidatie. Het is de kunst om een aantrekkelijke werkgever te zijn voor deze artsen. Dit laatste geldt tevens voor verpleegkundigen. Door continu de werkprocessen in de coöperatie in te richten volgens de laatste ‘state of the art’ revalidatie-inzichten en een ambitieuze en vooruitstrevende organisatie te zijn, wil de coöperatie zich profileren als een aantrekkelijke werkgever en daarmee voldoende deskundig personeel aantrekken. Ook de specifieke profilering als GRZ organisatie en het verwerven van een erkenning als opleidingscentrum draagt bij aan de aantrekkelijkheid voor deskundig personeel. De organisatorisch manager zal deze opdracht meekrijgen zodra de coöperatie opgericht is en hierover terugkoppelen naar de leden van de coöperatie.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
24 van 40
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
25 van 40
4. 4.1
4.2
Continuïteit van cruciale zorg Indien één of meer van de betrokken zorgaanbieders voorafgaand aan de concentratie één of meer van de genoemde vormen van cruciale zorg aanbiedt, beschrijf de gevolgen van de concentratie voor de continuïteit van: ambulancezorg spoedeisende hulp acute verloskunde crisisopvang geestelijke gezondheidszorg AWBZ, bezien in de sociale context a. Beschrijf in geval van ambulancezorg, spoedeisende hulp of acute verloskunde ten minste de verandering van spreiding en capaciteit (per locatie) van deze zorg. b. Beschrijf in geval van crisisopvang geestelijke gezondheidzorg ten minste de verandering van afspraken over crisisopvang in de regio(‘s) waarin u actief bent. c. Beschrijf in geval van AWBZ de verandering in de sociale context van de zorg zoals de geografische ligging van het zorgaanbod, het bij je partner kunnen blijven wonen en de aansluiting bij de godsdienst of levensovertuiging van cliënten en hun leefomgeving. Beschrijf of door de concentratie de normen voor deze vormen van cruciale zorg in gevaar komen en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen.
4.1 Vormen van cruciale zorg Zowel Avoord, Elisabeth als Surplus verlenen Wlz-zorg, bezien in de sociale context. Deze zorg wijzigt niet en blijft uitgevoerd worden door de drie organisaties en maken geen onderdeel uit van de samenwerkingsafspraken. GRZ-zorg is tijdelijke zorg voorkomend uit een aandoening waarvoor men in het ziekenhuis verbleef en waarvoor klinische geriatrische revalidatie nodig is. Deze zorg valt niet onder de AWBZ (thans Wlz), maar onder de zorgverzekeringswet. Derhalve is bovenstaande vraag niet van toepassing op de samenwerking.
4.2 Normen cruciale zorg De normen voor de Wlz-zorg bezien in de sociale context komen niet in gevaar door deze concentratie.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
26 van 40
5. 5.1 5.2
5.3
5.4
Betrokkenheid van cliënten, personeel en andere stakeholders Vermeld indien van toepassing, van elke betrokken zorgaanbieder, naam, adres, telefoonnummer en eventuele elektronisch postadres van de voorzitter van de cliëntenraad. Beschrijf indien van toepassing, voor elke betrokken zorgaanbieder: a. Het verloop van de raadpleging van cliënten: Op welke wijze zijn cliënten betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen? Op welke wijze hebben cliënten hun oordeel en aanbevelingen kenbaar kunnen maken? Zijn cliënten van mening dat de zorgaanbieder hen voldoende tijd heeft gegeven om te reageren op het concentratievoornemen? Zijn cliënten in de gelegenheid gesteld om, indien gewenst, een deskundige te raadplegen? Zijn cliënten van mening dat de zorgaanbieder hen hiervoor voldoende tijd en zo nodig (financiering van) expertise ter beschikking heeft gesteld, zodat een oordeel over de concentratie kan worden gegeven? b. Of cliënten van mening zijn dat zij tijdig en op begrijpelijke wijze aantoonbaar voldoende geïnformeerd zijn over: de verwachte gevolgen van de concentratie voor de inrichting van de zorg de inhoud van de concentratieplannen de mogelijkheden om daar bezwaar tegen te maken de mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt. c. Het oordeel van cliënten: Hoe luidt het oordeel en de aanbevelingen van cliënten over het voornemen tot concentratie? Zijn het oordeel en de aanbevelingen van cliënten overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie? Indien aanbevelingen van cliënten niet zijn overgenomen, geef aan waarom niet. Vermeld indien van toepassing, van elke betrokken zorgaanbieder, naam, adres, telefoonnummer en eventuele elektronisch postadres van de voorzitter van de ondernemingsraad. Beschrijf indien van toepassing, voor elke betrokken zorgaanbieder: a. Het verloop van de raadpleging van het personeel: Op welke wijze is het personeel betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen? Op welke wijze heeft het personeel zijn oordeel en aanbevelingen kenbaar kunnen maken? Is het personeel van mening dat de zorgaanbieder hen voldoende tijd gegeven heeft om te reageren op het concentratievoornemen? Is het personeel in de gelegenheid gesteld om, indien gewenst, een deskundige te raadplegen? Is het personeel van mening dat de zorgaanbieder hen hiervoor voldoende tijd en zo nodig (financiering van) expertise ter beschikking heeft gesteld, zodat een oordeel over de concentratie kan worden gegeven? b. Of het personeel van mening is dat het tijdig en op begrijpelijke wijze aantoonbaar voldoende geïnformeerd is over: de verwachte gevolgen van de concentratie voor de inrichting van de zorg de inhoud van de concentratieplannen de mogelijkheden om daar bezwaar tegen te maken de mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
27 van 40
5.5
5.6 5.7
5.1
de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt. c. Het oordeel van het personeel: Hoe luidt het oordeel en de aanbevelingen van het personeel over het voornemen tot concentratie? Zijn het oordeel en de aanbevelingen van het personeel overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie? Indien aanbevelingen van het personeel niet zijn overgenomen, geef aan waarom niet. Beschrijf welke andere stakeholders, zoals zorgverzekeraars/zorgkantoren, banken en regionale en lokale overheden - bij de concentratie zijn betrokken en wat hun relatie is tot de betrokken zorgaanbieder(s). Vermeld de namen, adressen, telefoonnummers, faxnummers, eventuele elektronische postadressen en naam en functies van contactpersonen van deze stakeholders. Beschrijf voor elke stakeholder: a. Het verloop van de raadpleging van de stakeholder: Op welke wijze zijn stakeholders betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen? Op welke wijze hebben stakeholders hun oordeel en aanbevelingen kenbaar kunnen maken? Zijn de stakeholders van mening dat de zorgaanbieder hen voldoende tijd heeft gegeven om te reageren op het concentratievoornemen? b. Of stakeholders van mening zijn dat zij tijdig en op begrijpelijke wijze aantoonbaar voldoende geïnformeerd zijn over: de inhoud van de concentratieplannen de mogelijkheden om daar bezwaar tegen te maken de mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt. c. Het oordeel van stakeholders: Hoe luidt het oordeel en de aanbevelingen van stakeholders over het voornemen tot concentratie? Zijn het oordeel en de aanbevelingen van stakeholders overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie? Indien aanbevelingen van overige stakeholders niet zijn overgenomen, geef aan waarom niet.
Raadpleging cliënten
Avoord, Elisabeth en Surplus kennen elk een (centrale) cliëntenraad. Deze cliëntenraden zijn gedurende het uitwerken van de businesscase periodiek tijdens de overlegvergaderingen geïnformeerd over het voornemen om te komen tot een gezamenlijke joint venture voor de geriatrische revalidatie en de ontwikkeling van de businesscase. Nadat de businesscase is uitgewerkt en hierover door de drie raden van bestuur overeenstemming was bereikt, is deze ter advisering toegezonden aan de drie cliëntenraden. Deze adviesaanvraag is op 23 september 2014 tegelijkertijd naar alle drie de cliëntenraden toegezonden. Daarbij is gebruik gemaakt van gelijkluidende brieven en een identiek informatiepakket. De aan de cliëntenraden toegezonden brieven treft u aan als bijlagen 6, 7 en 8. In de brieven aan de cliëntenraden wordt verwezen naar het businessplan met bijbehorende bijlagen en de brief van CZ. Deze zijn niet opnieuw
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
28 van 40
aan de melding toegevoegd. Naar deze bijlagen is eerder in de melding verwezen (respectievelijk bijlage 5 en 3. Alle drie de cliëntenraden zijn vervolgens uitgenodigd voor een gezamenlijke informatiebijeenkomst voor delegaties van de cliëntenraden en ondernemingsraden op 1 oktober 2014, waarvan u het verslag aantreft als bijlage 9. Tijdens deze bijeenkomst zijn de plannen door de bestuurders toegelicht en bestond de gelegenheid tot het stellen van vragen. Vervolgens hebben de cliëntenraden de adviesaanvraag in behandeling genomen. Zowel tijdens de overlegmomenten als bij het advies, hebben de cliëntenraden de mogelijkheid gehad om hun oordeel en aanbevelingen kenbaar te maken. De cliëntenraden zijn dan ook van mening dat zij hierin voldoende tijd hebben gehad, voldoende zijn geïnformeerd over de gevolgen van de concentratie en de inhoud van de plannen en hadden geen behoefte gebruik te maken van een externe adviseur en/of alternatieven in te brengen. De centrale cliëntenraad van Elisabeth heeft op 7 november 2014 een positief advies gegeven over de voorgenomen samenwerking (zie bijlage 10) De centrale cliëntenraad van Avoord heeft op 10 november 2014 een positief advies gegeven over de voorgenomen samenwerking (zie bijlage 11) De centrale cliëntenraad van Surplus heeft op 12 november 2014 een positief advies gegeven over de voorgenomen samenwerking (zie bijlage 12) De cliëntenraden verbinden de navolgende voorwaarde aan hun advies: De medezeggenschap in de nieuwe entiteit, met name de cliëntenbehartiging, dient in de statuten en reglementen te worden gewaarborgd. Dit advies is opgenomen in de uitwerking van de statuten. Tussen november 2014 en september 2015 zijn de centrale cliëntenraden van zowel Avoord, Elisabeth als Surplus periodiek geïnformeerd over de nadere uitwerking van plannen ten aanzien van de samenwerking GRZ. De tabellen 10 tot en met 12 geven aan op welke momenten nadere documenten en informatie zijn verstrekt aan de Centrale Cliëntenraden. Avoord Datum 10-02-2015
Verstrekte documenten/informatie Stand van zaken is besproken.
14-4-2015
Stand van zaken is besproken.
Adviezen en opvolging Geen verdere adviezen door de CCR. Geen verdere adviezen door de CCR.
Tabel 10. Overzicht bijeenkomsten Centrale Cliëntenraad Avoord Elisabeth Datum 19-11-2015
Verstrekte documenten/informatie Stand van zaken is besproken.
18-02-2015
Stand van zaken is besproken.
18-03-2015
Stand van zaken is besproken.
27-05-2015
Stand van zaken is besproken.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
Adviezen en opvolging Geen verdere adviezen door de CR. Geen verdere adviezen door de CR. Geen verdere adviezen door de CR. Geen verdere adviezen door de CR.
29 van 40
13-07-2015
Stand van zaken is besproken.
Geen verdere adviezen door de CR.
Tabel 11. Overzicht bijeenkomsten centrale cliëntenraad Elisabeth Surplus Samenwerking GRZ staat op de actielijst van de CCR; om die reden wordt de actuele stand van zaken elke maand in de agendacommissie besproken. Als er aanleiding is, wordt het onderwerp tevens nader toegelicht door de bestuurder in de overlegvergadering tussen centrale cliëntenraad en raad van bestuur. In onderstaand overzicht staat vermeld wanneer dit heeft plaatsgevonden. Datum 17-12-2014
Verstrekte documenten/informatie Stand van zaken en voortgang is toegelicht door bestuurder 24-02-2015 Stand van zaken en voortgang is toegelicht door bestuurder 17-03-2015 Stand van zaken en voortgang is toegelicht door bestuurder 21-07-2015 Stand van zaken en voortgang is toegelicht door bestuurder Tabel 12. Overzicht bijeenkomsten centrale cliëntenraad Surplus
Adviezen en opvolging Geen verdere adviezen verstrekt door CCR Geen verdere adviezen verstrekt door CCR Geen verdere adviezen verstrekt door CCR Geen verdere adviezen verstrekt door CCR
Op 26 november is wederom een bijeenkomst georganiseerd voor de gezamenlijke cliëntenraden. Tijdens die bijeenkomst is door de bestuurders een toelichting gegeven op de juridische structuur en het implementatieplan ondersteunende diensten. Daarnaast is – naar aanleiding van de vragen van de cliëntenraden op de eerste adviesvraag – een toelichting gegeven op de wijze waarop de medezeggenschap is geborgd. Tenslotte is gesproken op de consequenties voor cliënten (zoals beschreven in paragraven 3.2 en 3.3 van deze melding. Over de beide laatste punten is advies gevraagd aan de cliëntenraden. De brief die verstuurd is aan de cliëntenraden, treft u aan als bijlage 39. De cliëntenraden hebben op de adviesvraag schriftelijk gereageerd (bijlagen 40, 41 en 42). Alle drie de cliëntenraden hebben een positief advies gegeven op de vervolgadviesaanvraag. De cliëntenraden hebben gewezen op het belang van een goede behartiging van de belangen van cliënten van de coöperatie en daarbij aangetekend het belangrijk te vinden dat de cliëntmedezeggenschap op een goede wijze is geborgd in statuten en reglementen. De cliëntenraden vertrouwen erop dat dit in het kader van de wet- en regelgeving (oa WTZi en WMCZ) op een goede manier geregeld zal worden. Tevens heeft de cliëntenraad van Avoord concreet ervoor gepleit dat de cliëntenraad tenminste invloed moet hebben op die zaken die tenminste adviesplichtig zijn. Daarbij heeft de raad tevens de vraag gesteld wie de gesprekspartner wordt van de cliëntenraad. De cliëntenraad van Elisabeth heeft een concreet voorstel gedaan voor de wijze waarop invulling gegeven kan worden aan de medezeggenschap. De bestuurders hechten eveneens een groot belang te hechten aan een goede invulling van de medezeggenschap en achten een goed overleg tussen zeggenschap en medezeggenschap een belangrijke randvoorwaarde. Ze hebben in een gezamenlijke reactie (bijlage 43) laten weten de voorwaarden en adviezen van de cliëntenraden over te nemen. De overlegpartner van de cliëntenraad van de coöperatie zal het management van de coöperatie zijn.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
30 van 40
5.2
Raadpleging personeel
Avoord, Elisabeth en Surplus kennen elk een (centrale) ondernemingsraad. Deze ondernemingsraden zijn gedurende het uitwerken van de businesscase periodiek tijdens de overlegvergaderingen geïnformeerd over het voornemen om te komen tot een gezamenlijke joint venture voor de geriatrische revalidatie en de ontwikkeling van de businesscase. Nadat de businesscase is uitgewerkt en hierover door de drie raden van bestuur overeenstemming was bereikt, is deze ter advisering toegezonden aan de drie ondernemingsraden. Deze adviesaanvraag is op 23 september 2014 tegelijkertijd naar alle drie de ondernemingsraden toegezonden. Daarbij is gebruik gemaakt van gelijkluidende brieven en een identiek informatiepakket. De aan de ondernemingsraden toegezonden brieven treft u aan als bijlage 13, 14 en 15. Ook in de brieven aan de ondernemingsraden wordt verwezen naar het businessplan met bijbehorende bijlagen en de brief van CZ (respectievelijk bijlage 5 en 3). Alle drie de ondernemingsraden zijn vervolgens uitgenodigd voor een gezamenlijke informatiebijeenkomst op 1 oktober 2014 voor delegaties van cliëntenraden en ondernemingsraden, waarvan u het verslag aantreft als bijlage 9). Tijdens deze bijeenkomst is de doelstelling en de structuur van de voorgestane coöperatie uiteengezet, zijn de plannen door de bestuurders toegelicht en bestond de gelegenheid tot het stellen van vragen. Vervolgens hebben de ondernemingsraden de adviesaanvraag in behandeling genomen. Tevens hebben de ondernemingsraden hun reactie op de gestelde vragen in het formulier eveneens op schrift gesteld. Onderstaand de schriftelijke reacties op de in het formulier gestelde vragen, zoals geformuleerd door de ondernemingsraden: Vraag: Op welke wijze heeft het personeel zijn oordeel en aanbevelingen kenbaar kunnen maken? Antwoord OR Elisabeth: Tijdens de come togethers (plenaire personeelsbijeenkomsten waar de raad van bestuur minimaal twee maal per jaar het personeel bij praat over recente ontwikkelingen) worden de medewerkers in gelegenheid gesteld om vragen te stellen. Vragen die later gesteld worden kunnen of door de team- en tactisch manager beantwoord worden. Mocht dit niet mogelijk zijn dan kan men zich wenden tot de raad van bestuur. Antwoord OR Avoord Zorg en Wonen: Op regelmatige basis worden er door de bestuurder op de diverse locatie informatie uurtjes georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst krijgen de medewerkers gelegenheid om vragen te stellen en deze worden dan beantwoord door de bestuurder. Antwoord OR Surplus: Betreffende teams hebben een presentatie gehad. Tijdens deze presentatie was er voldoende ruimte voor vragen en opmerkingen. Vraag: Is het personeel van mening dat de zorgaanbieder hen voldoende tijd gegeven heeft om te reageren op het concentratievoornemen? Antwoord OR Elisabeth: Aangezien de informatievoorziening in de aanloop naar deze adviesaanvraag vroegtijdig in gang is gezet heeft de OR op tijdig kunnen anticiperen op verscheidene vraagstukken die zich in een dergelijk traject kunnen voordoen. Tijdens de OR-cursusdagen en tijdens reguliere overlegvergaderingen wordt op hoofdlijnen gesproken over alle ontwikkelingen. Antwoord OR Avoord Zorg en Wonen: De OR van Avoord Zorg en Wonen heeft zodra de informatie in de aanloop van deze Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
31 van 40
adviesaanvraag beschikbaar was, deze toegestuurd gekregen. Hierdoor was de OR in stand om de adviesaanvraag in haar commissies “personeel en organisatie”en “zorg en financiën” te bespreken en verder uit te werken. Antwoord OR Surplus: De OR Surplus heeft de adviesaanvraag tijdig ontvangen en daardoor voldoende gelegenheid gehad deze te behandelen. Vraag: Is het personeel in de gelegenheid gesteld om, indien gewenst, een deskundige te raadplegen? Is het personeel van mening dat de zorgaanbieder hen hiervoor voldoende tijd en zo nodig (financiering van) expertise ter beschikking heeft gesteld, zodat een oordeel over de concentratie kan worden gegeven? Antwoord OR Elisabeth: De OR heeft de ruimte, hetzij beargumenteerd, om zich waar nodig zich te laten bijstaan door een (financieel) adviseur. Antwoord OR Avoord Zorg en Wonen: De OR wordt de gelegenheid gegeven, indien zij dit noodzakelijk achten, zich bij te laten staan door een extern deskundige. Antwoord OR Surplus: De bestuurder geeft alle ruimte om, indien gewenst een externe adviseur te raadplegen. Het tijdspad is in overleg met de COR en we krijgen ook hier voldoende ruimte. Vraag: Is het personeel van mening is dat het tijdig en op begrijpelijke wijze aantoonbaar voldoende geïnformeerd is over: de verwachte gevolgen van de concentratie voor de inrichting van de zorg. de inhoud van de concentratieplannen. de mogelijkheden om daar bezwaar tegen te maken. de mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen. de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt.
Antwoord OR Elisabeth: Ja, de verwachte gevolgen en inhoud blijken uit het businessplan. Mogelijkheid om bezwaar te maken is conform de WOR, artikel 25. Tijdens de presentatie waren er voldoende mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen en oordelen of aanbevelingen kenbaar te maken. Zie hiertoe ook het verslag van deze bijeenkomst (bijlage 9). Antwoord OR Avoord Zorg en Wonen Ja, de verwachte gevolgen en inhoud blijken uit het businessplan. Mogelijkheid om bezwaar te maken is conform de WOR, artikel 25. Tijdens de presentatie waren er voldoende mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen en oordelen of aanbevelingen kenbaar te maken. Zie hiertoe ook het verslag van deze bijeenkomst (bijlage 9). Antwoord OR Surplus: Ja, de verwachte gevolgen en inhoud blijken uit het businessplan. Mogelijkheid om bezwaar te maken is conform de WOR, artikel 25. Tijdens de presentatie waren er voldoende mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen en oordelen of aanbevelingen kenbaar te maken. Zie hiertoe ook het verslag van deze bijeenkomst (bijlage 9). Vraag: Hoe luidt het oordeel en de aanbevelingen van het personeel over het voornemen tot concentratie?
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
32 van 40
Antwoord OR Elisabeth: OR-en hebben afgestemd om in gezamenlijkheid op te trekken in de advisering. Zij hebben met de elkaar afgestemd om ieder een delegatie af te vaardigen op 4 november, om dan te komen tot een door partijen gedragen advies welke op 11 november 2014 is aangeboden. Antwoord OR Avoord Zorg en Wonen: OR-en hebben afgestemd om in gezamenlijkheid op te trekken in de advisering. Zij hebben met de elkaar afgestemd om ieder een delegatie af te vaardigen op 4 november, om dan te komen tot een door partijen gedragen advies welke op 11 november 2014 is aangeboden. Antwoord OR Surplus: De OR-en hebben besloten om in gezamenlijkheid op te trekken in de advisering. Zij hebben een vervolgoverleg op 04 november, om dan te komen tot een advies welke 11 november 2014 is aangeboden. Vraag: Zijn het oordeel en de aanbevelingen van het personeel overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie? Indienaanbevelingen van het personeel niet zijn overgenomen, geef aan waarom niet. Antwoord OR Elisabeth: Aanbevelingen zijn en worden door de werkgever steeds contentieus gewogen en meegenomen., Indien dit niet het geval is wordt dit helder gemotiveerd. Antwoord OR Avoord Zorg en Wonen: Suggesties en aanvullingen worden door de deelnemende partijen serieus genomen. Indien een voorstel niet wordt gehonoreerd, wordt dit helder uiteengezet. Antwoord OR Surplus: Aanbevelingen worden door de bestuurders overwogen en eventueel overgenomen. Indien ze niet worden overgenomen worden ze helder gemotiveerd.] De OR-en hebben op 11 november 2014 een gezamenlijk advies uitgebracht, dat bijgevoegd is als bijlage 16 [vertrouwelijk]). [In dit advies wordt door alle drie de OR-en positief geadviseerd. Zij merken hierbij het volgende op: “De OR’en verwachten conform afspraak, bij uw vervolgaanvraag: 1. “Een uitwerking van de besturingsstructuur, inrichting van de organisatie, bemensing en de manier waarop de bemensing tot stand komt”. 2. Een expliciete uitwerking van de “operationele aansturing” 3. Helderheid over, zoals beschreven in het businessplan (blz. 30): a. “de aard en omvang van de ondersteunende dienstverlening voor HRM, ICT, administratie, control, financieel beheer, interne beheersing”; b. “het selecteren van de uitvoerders”; c. “het bepalen van de kostprijs”. 4. Dat in de statuten van de gekozen juridische samenwerkingsconstructie wordt vastgelegd hoe in situaties van faillissement/fusie/ontvlechting/uittreding gehandeld dient te worden, zodat daar vooraf duidelijkheid over is.” Deze punten zijn reeds of worden meegenomen in het verdere voorbereidingstraject voor de nieuwe entiteit. Hierbij moet in ogenschouw worden genomen dat zonder toestemming van de NZa en ACM vanuit mededingingsrechtelijk oogpunt nog niet al deze zaken op dit moment al uitgewerkt kunnen worden. Tussen november 2014 en september 2015 zijn de ondernemingsraden van zowel Avoord, Elisabeth als Surplus periodiek geïnformeerd over de nadere uitwerking van plannen ten aanzien van de samenwerking GRZ. De tabellen 13, 14 en 15 geven aan op welke momenten nadere documenten en informatie zijn verstrekt aan de ondernemingsraden. Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
33 van 40
Avoord Datum 20-01-2015
Verstrekte documenten/informatie Stand van zaken is besproken.
17-03-2015
Stand van zaken is besproken.
21-04-2015
Stand van zaken is besproken.
16-06-2015
Stand van zaken is besproken.
Adviezen en opvolging Geen verdere adviezen van de OR. Geen verdere adviezen van de OR. Geen verdere adviezen van de OR. Geen verdere adviezen van de OR.
Tabel 13. Overzicht bijeenkomsten ondernemingsraad Avoord. Elisabeth Datum 31-03-2015
Verstrekte documenten/informatie Stand van zaken is besproken.
12-05-2015
Stand van zaken is besproken.
30-0-2015
Stand van zaken is besproken.
Adviezen en opvolging Geen verdere adviezen van de OR. Geen verdere adviezen van de OR. Geen verdere adviezen van de OR.
Tabel 14. Overzicht bijeenkomsten ondernemingsraad Elisabeth. Surplus Samenwerking GRZ staat op de actielijst van de OR; om die reden wordt de actuele stand van zaken elke maand in de agendacommissie besproken. Als er aanleiding is, wordt het onderwerp tevens nader toegelicht door de bestuurder in de overlegvergadering tussen centrale ondernemingsraad en raad van bestuur. In onderstaand overzicht staat vermeld wanneer dit heeft plaatsgevonden. Datum 11-12-2014
Verstrekte documenten/informatie Stand van zaken en voortgang is toegelicht door bestuurder 05-02-2015 Stand van zaken en voortgang is toegelicht door bestuurder 26-03-2015 Stand van zaken en voortgang is toegelicht door bestuurder Tabel 15. Overzicht bijeenkomsten ondernemingsraad Surplus.
Adviezen en opvolging Geen verdere adviezen verstrekt door OR Geen verdere adviezen verstrekt door OR Geen verdere adviezen verstrekt door OR
Op 26 november is wederom een bijeenkomst georganiseerd voor de gezamenlijke ondernemingsraden. Tijdens die bijeenkomst is door de bestuurders een toelichting gegeven op de juridische structuur en het implementatieplan ondersteunende diensten. Daarnaast is een toelichting gegeven op de voorgenomen werving van kwartiermakers, over de invulling van het duaal management, het proces voor de plaatsing van personeel in de coöperatie en de invulling van de flexibele schil. Deze zaken zijn verwoord in een notitie, waarover de bestuurders advies hebben gevraagd aan de ondernemingsraden. De notitie die verstuurd is aan de ondernemingsraden, treft u aan als bijlage 44.
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
34 van 40
Naar aanleiding van de presentatie en de brief, hebben de ondernemingsraden diverse vragen gesteld, die door de bestuurders zijn beantwoord, zowel schriftelijk als mondeling (zie bijlage 45 en 46). Dit heeft geleid tot een positief advies door de gezamenlijke ondernemingsraden op 15 december 2015 (bijlage 47). In hun advies hebben de ondernemingsraden gevraagd nog enkele (definitieve) stukken te ontvangen, deze hebben zij inmiddels ontvangen. Een aantal stukken die in de voorbereidingsfase nader uitgewerkt worden, zullen ze eveneens ontvangen. Met de ondernemingsraden zijn inmiddels afspraken gemaakt over hun betrokkenheid bij de selectie van de kwartiermakers. Tevens heeft de ondernemingsraad aangegeven betrokken te worden bij de totstandkoming van de medezeggenschap van de coöperatie en de inrichting van het functiehuis. De bestuurders hebben in hun reactie laten weten dat zij akkoord zijn met het voorstel van de ondernemingsraden (zie bijlage 48).
5.3
Betrokkenheid stakeholders
De samenwerkende partijen hebben voorafgaand gedurende het traject, naast de ondernemingsraden en cliëntenraden, de volgende partijen als belangrijke en betrokken stakeholders benoemd: Zorgbelang Brabant; Zorgverzekeraars CZ en VGZ; Samenwerkingspartners Amphia ziekenhuis en Revant, medisch specialistische revalidatie; Banken ING, ABN AMRO, Rabobank en BNG. Alle partijen zijn in eerste instantie mondeling bij geplande overlegmomenten, dan wel telefonisch geïnformeerd over de voorgenomen samenwerking. Vervolgens is aan alle partijen een e-mail of een brief gestuurd, met het verzoek hun oordeel schriftelijk kenbaar te maken. Afhankelijk van de eerder (mondeling) gedeelde informatie met deze stakeholders, bevat deze e-mail of brief een nadere toelichting in een bijlage. Deze e-mails of brieven zijn bijgevoegd als bijlagen 17 t/m 25. Alle partijen hebben positief gereageerd op de voorgenomen samenwerking en de meeste partijen hebben dit schriftelijk per brief dan wel per e-mail bevestigd (zie bijlagen 26 t/m 32 en 34). CZ heeft niet meer apart gereageerd op ons schriftelijk verzoek, onder verwijzing naar hun eerdere schrijven en omdat naar aanleiding van het mondeling overleg over de samenwerking inmiddels een kwartaaloverleg is opgestart, waarbij de voortgang van de coöperatievorming structureel op de agenda staat. Onderstaand een overzicht van de reacties van de stakeholders en hun aanbevelingen/voorwaarden. Zorgbelang Brabant is van mening dat onze plannen tot opschaling en inrichting van een coöperatie goed zijn voor de kwaliteit en continuïteit van de geriatrische revalidatiezorg in ons werkgebied. Zij ondersteunen ons voornemen en hebben geen verdere aanbevelingen en/of voorwaarden. Zorgverzekeraar CZ onderschrijft onze plannen. Zij zien voordelen ontstaan voor hun klanten op het gebied van kennis, kwaliteit en zeker ook doelmatigheid. Het aanbod van GRZ kan optimaal gespreid worden in de regio. CZ stelt als voorwaarde dat er een kwartaaloverleg plaatsvindt. Dit overleg heeft sinds medio 2014 elk kwartaal met de betrokkenen (CZ, VGZ, Amphia en Revant) plaatsgevonden. Zorgverzekeraar VGZ ondersteunt onze plannen en gaat ervan uit dat met de voorgenomen samenwerking een kwalitatieve verbetering ontstaat tegen lagere kosten. Zij gaan er verder vanuit dat Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
35 van 40
de toegankelijkheid en bereikbaarheid voor verzekerden gewaarborgd blijft c.q. toeneemt, waardoor verzekerden de mogelijkheid houden om dichtbij in een vertrouwde omgeving te revalideren. VGZ stelt als voorwaarde om op de hoogte gehouden te worden van de gaande en toekomstige ontwikkelingen. VGZ sluit aan bij het kwartaaloverleg dat gehouden wordt met CZ en andere partners Amphia en Revant. Amphia ziekenhuis staat positief tegenover onze samenwerkingsplannen, omdat dit ook positieve effecten (met name efficiencyvoordelen) voor het ziekenhuis heeft. Wel hecht het Amphia ziekenhuis aan keuzevrijheid voor patiënten. Ons inziens houden patiënten voldoende andere keuzemogelijkheden in de regio voor geriatrische revalidatie. Revalidatiecentrum Revant staat positief tegenover de samenwerkingsplannen. Zij zijn van mening dat de patiënt gebaat is bij de juiste zorg op de juiste plaats. Het aanbod van zorg kan beter worden afgestemd op de vraag door concentratie van de geriatrische revalidatiezorg. Revant wordt graag betrokken bij het voorbereidende traject inzake de samenwerking. Revant is elk kwartaal aanwezig bij de voortgangsbespreking over de samenwerking met CZ, VGZ en Amphia ziekenhuis. ING Bank heeft in principe geen bezwaar tegen de voorgenomen samenwerking, […] ING Bank wordt periodiek geïnformeerd over de stand van zaken van de samenwerking. […] ABN AMRO is van mening voldoende geïnformeerd te zijn over de samenwerkingsplannen en heeft geen bezwaar tegen de voorgenomen samenwerking, mits dit niet zal leiden tot een verslechtering van de financiële positie van Surplus Zorg en een verslechtering van de zekerhedenpositie van ABN AMRO, ook niet ten opzichte van mogelijke andere kredietverleners. Surplus heeft hier aandacht voor. Rabobank onderschrijft de ontwikkelingen in de markt die aanleiding zijn geweest om tot deze samenwerking te komen en ondersteunt hiermee ook de plannen. Rabobank stelt geen verdere voorwaarden of aanbevelingen. […]
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
36 van 40
5.4
Gegevens geraadpleegden
Geraadpleegden per organisatie Organisatie Elisabeth Avoord zorg en wonen […] […] Voorzitter (centrale) cliëntenraad […] […] Contactgegevens […] […] Voorzitter (centrale) ondernemingsraad […] […] Contactgegevens […] […] Banken […] […] Contactgegevens […] […] Banken […] […] Contactgegevens Tabel 16. Overzicht geraadpleegde stakeholders per organisatie
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
Surplus Zorg […]
[…] […]
[…] […] […] […] […]
37 van 40
Gezamenlijk geraadpleegde stakeholders Organisatie Contactgegevens […] Zorgbelang Brabant […] Zorgverzekeraar CZ […] Zorgverzekeraar VGZ […] Amphia ziekenhuis […] Revant, medisch specialistische revalidatie Tabel 17. Overzicht gezamenlijk geraadpleegde stakeholders
6. 6.1
6.2
6.3
Bijlagen Een gedateerd exemplaar van de meest recente stukken op grond waarvan de concentratie tot stand zal komen. De stukken moeten duidelijkheid geven over de (voorgenomen) binding die ten grondslag ligt aan de concentratie. In het bijzonder moet blijken welke de eigendoms-- en zeggenschapsverhoudingen na de concentratie zullen zijn. Een schriftelijk bewijsstuk, waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de aangewezen contactpersoon of --personen blijkt. Deze vraag heeft zowel betrekking op functionarissen van de betrokken partijen als op externe adviseurs, zoals advocaten. Alle definitieve versies van schriftelijke stukken over de concentratieplannen waarmee u cliënten, personeel en eventuele andere stakeholders over de concentratieplannen hebt geïnformeerd. Vermeld op ieder document de datum waarop het is opgesteld.
Bij deze melding is een groot aantal bijlagen gevoegd, waar relevant wordt naar de bijlagen verwezen in de melding. De wijze waarop de concentratie is vorm gegeven is met name weergegeven in het businessplan, de intentieovereenkomst en de notitie juridische vormgeving met bijbehorende conceptstatuten. Tevens treft u voor elke betrokken organisatie een recent uittreksel uit de Kamer van Koophandel aan, hieruit blijkt de teken- en vertegenwoordigingsbevoegdheid van de betrokken functionarissen (zie bijlage 33).
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
38 van 40
Onderstaand treft u een volledig overzicht van alle bijlagen die bij deze melding zijn gevoegd. Overzicht bijlagen: Bijlage 1: intentieverklaring dd 14 juli 2014 Bijlage 2: notitie vormgeving coöperatie Bijlage 3: brief CZ inzake samenwerking AES Bijlage 4: brief VGZ inzake samenwerking AES Bijlage 5: businessplan (met bijlagen) Bijlage 6: adviesaanvraag CR Elisabeth dd 23 september 2014 Bijlage 7: adviesaanvraag CR Avoord dd 23 september 2014 Bijlage 8: adviesaanvraag CCR Surplus dd 23 september 2014 Bijlage 9: verslag bijeenkomst OR’en en CR’en AES Bijlage 10: positief advies CR Elisabeth dd 7 november 2014 Bijlage 11: positief advies CR Avoord dd 10 november 2014 Bijlage 12: positief advies CCR Surplus dd 12 november 2014 Bijlage 13: adviesaanvraag OR Elisabeth dd 23 september 2014 Bijlage 14: adviesaanvraag OR Avoord dd 23 september 2014 Bijlage 15: adviesaanvraag GOR Surplus dd 23 september 2014 Bijlage 16: gezamenlijk positief advies OR’en AES dd 11 november 2014 Bijlage 17 t/m 25: brieven aan stakeholders Bijlage 26 t/m 32: reacties van stakeholders Bijlage 33: uittreksels KvK van Elisabeth, Avoord, Surplus en Surplus Zorg Bijlage 34: reactie zorgverzekeraar VGZ Bijlage 35: uittreksel notulen RvT stichting Avoord dd 23 maart 2015 Bijlage 36: uittreksel notulen RvT stichting Elisabeth dd 26 maart 2015 Bijlage 37: uittreksel notulen RvT stichting Surplus dd 4 april 2015 Bijlage 38: Implementatieplan ondersteunende diensten Bijlage 39: Adviesaanvraag aan cliëntenraden dd 26 november 2015 Bijlage 40: Positief advies cliëntenraad Avoord dd 10 december 2015 Bijlage 41: Positief advies cliëntenraad Surplus dd 15 december 2015 Bijlage 42: Positief advies cliëntenraad stichting Elisabeth dd 16 december 2015 Bijlage 43: Reactie aan cliëntenraden dd 20 januari 2016 Bijlage 44: Adviesaanvraag aan ondernemingsraden dd 25 november 2015 Bijlage 45: Vragen van de gezamenlijke ondernemingsraden naar aanleiding van de adviesaanvraag dd 3 december 2015 Bijlage 46: Reactie aan de gezamenlijke ondernemingsraden dd 4 december 2015 Bijlage 47: Positief advies gezamenlijke ondernemingsraden dd 11 december 2015 Bijlage 48: Reactie aan de gezamenlijke ondernemingsraden dd 20 januari 2016
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
39 van 40
Ondertekening Plaats en datum: Zevenbergen, 29 januari 2016
dr. M. den Hartog MSc bestuurder Avoord Zorg en Wonen
drs. J.W.A. Verbaal MBA lid Raad van Bestuur Elisabeth
drs. A.L. Maranus MBA-H lid Raad van Bestuur Surplus
Melding concentratie NZa – Samenwerking GRZ AES
40 van 40