Nederlandse Zorgautoriteit
Formulier Melding concentratie bij de NZa -
-
-
-
-
Alle in het formulier onderstreepte begrippen worden in de bijlage bij het formulier toegelicht. Neem onderstaand formulier over en vul per vraag uw antwoord in. Markeer in het door u ingevulde formulier en bijlagen duidelijk welke informatie u als vertrouwelijk in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) beschouwt. Onderbouw per passage, waarom u deze als vertrouwelijk beschouwt. Het ingevulde formulier moet zelfstandig leesbaar zijn. Er kan dus niet worden volstaan met het verwijzen naar andere documenten. Gegevens en inlichtingen dienen volledig en naar waarheid te worden verstrekt. Het formulier dient ondertekend te worden door de gemachtigde(n) van alle zorgaanbieders die betrokken zijn bij de concentratie. Uit mee te zenden schriftelijke machtigingen moet blijken welke personen bevoegd zijn om als vertegenwoordiger en/of contactpersoon van een of meer partijen op te treden. Het volledig ingevulde en ondertekende formulier kan digitaal worden toegezonden aan
[email protected]. Noem in het onderwerpveld “Zorgfusietoets”. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om het volledig ingevulde en ondertekende formulier toe te sturen aan Postbus 3017, 3502 GA Utrecht, onder vermelding van “Zorgfusietoets”. Wanneer u het formulier digitaal toezendt aan de NZa, dient u zowel een scan van het formulier inclusief handtekening(en) als een ‘word-versie’ van het formulier zonder handtekening(en) mee te sturen. Heeft u vragen over het formulier dan kunt u bellen met de NZa (030 2968111) of schriftelijk contact opnemen (
[email protected]), onder vermelding van “Zorgfusietoets, t.a.v. de heer Schipper”.
1 versie 20-03-2015
Uitleg bij de begrippen in het formulier Inhoud van de aanvraag De Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt dat de aanvraag voor het verkrijgen van goedkeuring voor een concentratie, vergezeld moet gaan van een rapport over de verwachte effecten van de beoogde concentratie (artikel 49b Wmg). De wet en de toelichting daarop noemen een aantal zaken die in dit rapport aan bod moeten komen. Al deze zaken zijn reeds als vraag opgenomen in dit meldingsformulier. U hoeft geen apart rapport aan te leveren, de antwoorden op de vragen uit het meldingsformulier volstaan. Vertrouwelijkheid Bij de beoordeling van de vraag of informatie al dan niet als vertrouwelijk moet worden behandeld past de NZa de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) toe. Bij alle ingediende stukken moet u gemotiveerd aangeven welke informatie naar uw mening als vertrouwelijk moet worden beschouwd. De informatie die u als vertrouwelijk beschouwt, moet herkenbaar worden gemaakt (vet gedrukt) of opgenomen worden in een afzonderlijke bijlage. Als verschillende organisaties gezamenlijk een melding verrichten, mogen inlichtingen die door deze organisaties als vertrouwelijk worden aangemerkt, afzonderlijk worden ingediend. De NZa beoordeelt aan de hand van de door u gegeven motivering of de informatie die naar uw mening als vertrouwelijk moet worden beschouwd ook bij toetsing aan de uitzonderingsbepaling van de Wet openbaarheid van bestuur (artikel 10 Wob) als vertrouwelijk moet worden beschouwd. Het is mogelijk dat de informatie die u de NZa meedeelt vertrouwelijke bedrijfs- of fabricagegegevens bevat, in de zin van artikel 10, eerste lid, onder c, van de Wob. Vertrouwelijke bedrijfs- en fabricagegegevens zijn niet-openbare gegevens waaruit wetenswaardigheden kunnen worden gelezen of afgeleid over de technische bedrijfsvoering of het productieproces dan wel over de afzet van de producten of de kring van afnemers en leveranciers. Ook gegevens die de financiële bedrijfsvoering betreffen kunnen onder omstandigheden als vertrouwelijke bedrijfsgegevens worden aangemerkt. Bedrijfs- en fabricagegegevens die u vertrouwelijk aan de NZa meedeelt, worden in beginsel niet openbaar gemaakt. Ook kan het zijn dat uw belangen worden geschaad indien bepaalde andere van u verkregen inlichtingen openbaar gemaakt of anderszins aan anderen bekendgemaakt worden. Openbaarmaking van andere dan bedrijfs- en fabricagegegevens blijft achterwege als het belang van de openbaarmaking niet opweegt tegen de belangen van betrokken partijen of derden. Hiermee kan bijvoorbeeld worden voorkomen dat door openbaarmaking het belang van de organisatie die de gegevens heeft verstrekt onevenredig wordt geschaad. In geval van een beroepsprocedure over een NZa-besluit wordt de rechter gevraagd vertrouwelijk kennis te nemen van informatie die door de NZa (na toetsing aan de Wob) als vertrouwelijk is aangemerkt. Dit kan alleen als eventuele andere procespartijen hiermee instemmen. Het kan bij uitzondering voorkomen dat de rechter besluit dat hier onvoldoende noodzaak voor is of dat andere partijen hier niet mee instemmen. In dat geval kan de NZa besluiten dat deze gegevens in het belang van een goed proces toch aan andere procespartijen ter beschikking worden gesteld. Betrokken organisaties Voor het begrip ‘concentratie’ sluit de Wmg aan bij de Mededingingswet (Mw) waar de Autoriteit Consument en Markt (ACM) op toeziet. Er is echter een belangrijk verschil tussen beide wetten: de toets van de Mw ziet enkel op ‘ondernemingen’, terwijl de toets van de Wmg ziet op ‘zorgaanbieders’. Het begrip ‘zorgaanbieder’ kan zowel beperkter als ruimer zijn dan het begrip ‘onderneming’. Beperkter, omdat slechts een deel van de ondernemingen in Nederland zorg verlenen. Ruimer, omdat een aantal zorgaanbieders in de zin van de Wmg, geen onderneming zijn in de zin van de Mw. Deze laatste categorie zorgaanbieders valt wel onder de toets van de NZa, maar niet onder de toets van ACM. Een voorbeeld hiervan is een zorgaanbieder die zorg levert in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische 2 versie 20-03-2015
Nederlandse Zorgautoriteit
ziekenhuizen (BOPZ). Om deze reden spreekt het meldingsformulier niet over ‘betrokken ondernemingen’, zoals dat in het mededingingsrecht gebruikelijk is, maar over ‘betrokken organisaties’ en ‘betrokken zorgaanbieders’. Als betrokken organisaties worden beschouwd: a) In geval van een fusie: de fuserende organisaties. b) In geval van verkrijging van zeggenschap over een organisatie of deel daarvan: de organisatie die zeggenschap verkrijgt en de organisatie, of het deel daarvan, waarover zeggenschap wordt verkregen. c) In geval van een openbaar bod: de organisatie die beoogt zeggenschap te verkrijgen en de organisatie die het doelwit is van het bod. d) In geval van een nieuw op te richten gemeenschappelijke organisatie: de oprichtende organisaties. e) In geval van een wijziging in de zeggenschap in een bestaande gemeenschappelijke organisatie: de organisaties die na de concentratie zeggenschap hebben over de gemeenschappelijke organisatie en de gemeenschappelijke organisatie zelf. Een betrokken organisatie kan een zorgaanbieder zijn, maar dat hoeft niet. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om een hotel of woningcorporatie die fuseert met een zorgaanbieder. Een organisatie die door de concentratie zeggenschap verliest (bijvoorbeeld een verkopende zorgaanbieder) is geen bij de concentratie betrokken organisatie. Betrokken zorgaanbieders Als betrokken zorgaanbieders worden beschouwd: De betrokken organisaties die zorgaanbieder zijn in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1, van de Wmg: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent. Het begrip ‘betrokken zorgaanbieder’ is relevant, omdat enkel de betrokken zorgaanbieders van belang zijn voor de vraag of de concentratie boven de drempel uitkomt waarbij deze bij de NZa gemeld moet worden. Een concentratie hoeft namelijk alleen bij de NZa te worden gemeld, als ten minste één van de betrokken zorgaanbieders in de regel door tenminste vijftig personen zorg doet verlenen. Zorg doen verlenen door in de regel tenminste 50 personen Het concentratieverbod is enkel van toepassing, indien sprake is van een concentratie waarbij een zorgaanbieder is betrokken die in de regel door tenminste vijftig personen zorg doet verlenen. Hieronder worden de begrippen nader toegelicht. Zorg doen verlenen… Onder zorg wordt hier verstaan: 1. zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet en de Wet landurige zorg; en 2. handelingen op het gebied van de gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor zover uitgevoerd, al dan niet onder eigen verantwoordelijkheid, door personen, ingeschreven in een register als bedoeld in artikel 3 van die wet of door personen als bedoeld in artikel 34 van die wet en voor zover die handelingen niet zijn begrepen onder 1. Bij AmvB kan dit begrip ‘zorg’ worden uitgebreid of beperkt, zoals bijvoorbeeld is gebeurd in het Besluit van 21 september 2006, houdende aanwijzing van werkzaamheden als zorg in de zin van de Wet marktordening gezondheidszorg en uitzondering van vormen van zorg van die wet of een deel daarvan (Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG). Voor de invulling van het begrip ‘zorg doen verlenen’ heeft de wetgever aangesloten bij de (overigens niet in werking getreden) Wet cliëntenrechten zorg. Er is sprake van ‘zorg doen verlenen’ wanneer de daadwerkelijke zorgverlening plaatsvindt op basis van een overeenkomst tussen de zorgaanbieder en een of meer derden die voor hem de zorg verlenen. De zorgaanbieder kan de zorg doen verlenen door natuurlijke personen die bij hem in dienst zijn 3 versie 20-03-2015
of op basis van een andere titel zoals bijvoorbeeld een toelatingsovereenkomst, een samenwerkingsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht. Hierbij is niet van belang of het gaat om een fulltime, parttime of nul-uren verband. Stagiaires maken geen deel uit van het personeelsbestand en hoeven om die reden niet meegeteld te worden. …door in de regel tenminste vijftig personen Wat betreft de grens van ‘vijftig’ is aangesloten bij de Wet op de ondernemingsraden. Het gaat voor de telling om het aantal personen dat in de regel zorg verleent. Dat wil zeggen: het gemiddelde van het aantal personen dat in het jaar voorafgaand aan de melding van de concentratie zorg verleende. Hiertoe dient u over de afgelopen 12 maanden, per maand, het aantal medewerkers dat zorg verleende bij elkaar op te tellen en dit totaalaantal te delen door 12 en vervolgens naar beneden af te ronden. Voorbeeld Zorgaanbieder A en zorgaanbieder B willen fuseren. Zij melden dit voornemen in juli 2014 bij de NZa. In het jaar voorafgaand aan de concentratiemelden verleenden bij deze zorgaanbieders de volgende aantallen personen zorg: Zorgaanbieder A
Zorgaanbieder B
Juli 2013
47
300
Augustus 2013
48
305
September 2013
49
305
Oktober 2013
50
310
November 2013
51
310
December 2013
51
315
Januari 2014
50
318
Februari 2014
50
320
Maart 2014
49
318
April 2014
48
318
Mei 2014
48
325
Juni 2014
47
325
588
3769
49
314
Totaal Delen door 12:
-
Bij één van de twee concentrerende zorgaanbieders verlenen in de regel tenminste 50 personen zorg. Dus de concentratie moet gemeld worden.
Concentratie in de zin van de Mededingingswet Voor de uitleg van het begrip ‘concentratie’ is de Mededingingswet leidend. Onder een concentratie wordt in die wet verstaan: a. het fuseren van voorheen van elkaar onafhankelijke ondernemingen; b. het direct of indirect verkrijgen van zeggenschap door: 1. een of meer natuurlijke personen of rechtspersonen die al zeggenschap over een onderneming hebben, of 2. een (of meer) onderneming over een (of meer) andere onderneming, of delen daarvan, door middel van: - de verwerving van participaties in het kapitaal; of - de verwerving van vermogensbestanddelen, - uit hoofde van een overeenkomst; of - op enige andere wijze. 4 versie 20-03-2015
Nederlandse Zorgautoriteit
Ook de totstandbrenging van een gemeenschappelijke onderneming die duurzaam alle functies van een zelfstandige economische eenheid vervult valt hieronder. ‘Zeggenschap’ houdt in: de mogelijkheid om op grond van feitelijke of juridische omstandigheden een beslissende invloed uit te oefenen op de activiteiten van een onderneming. Voorbeeld Twee organisaties hebben gezamenlijk zeggenschap in onderneming A. Als vervolgens één van hen de ander uitkoopt, en zo uitsluitende zeggenschap verkrijgt, vormt deze transactie een nieuwe concentratie die moet worden gemeld bij de NZa. Waar de Mededingingswet spreekt over ‘ondernemingen’ die willen fuseren, spreekt de Wmg in het geval van de zorgspecifieke fusietoets over ‘zorgaanbieder’. Dit onderscheid is belangrijk omdat niet elke zorgaanbieder een onderneming in de zin van de Mededingingswet is. Een zorgaanbieder die geen onderneming is, moet mogelijk zijn concentratie wél melden bij de NZa, maar hoeft deze niet te melden bij ACM. De Mededingingswet (artikel 28) somt ook een aantal bijzondere gevallen op die niet worden beschouwd als een concentratie, waaronder: het verkrijgen van zeggenschap door onder andere curatoren of bewindvoerders bij surseance van betaling of faillissement of krachtens de Wet op het financieel toezicht; het tijdelijke deelneming door een financiële instelling, mits zij de aan deze deelnemingen verbonden stemrechten niet uitoefenen om het marktgedrag van deze ondernemingen te bepalen, of zij deze stemrechten slechts uitoefenen om de verkoop van deze deelnemingen voor te bereiden en deze verkoop plaatsvindt binnen een jaar na de verwerving; het verkrijgen van deelnemingen door participatiemaatschappijen, als de verkregen zeggenschap uitsluitend wordt uitgeoefend om de volle waarde van de belegging veilig te stellen. Normen voor cruciale zorg Onder 4.1 van het meldingsformulier wordt u gevraagd de gevolgen van de concentratie voor de continuïteit van ambulancezorg, spoedeisende hulp, acute verloskunde, crisisopvang geestelijke gezondheidszorg en WLZ-zorg te beschrijven. Hieronder wordt van elk van deze zorgvormen een definitie gegeven. Bovendien wordt vermeld welke normen gelden voor de bereikbaarheid van deze zorgvormen. Ambulancezorg: zorg, erop gericht een zieke of gewonde ter zake van zijn aandoening of letsel hulp te verlenen en per ambulance te vervoeren, of hulp te verlenen door een ambulanceverpleegkundige met een speciaal daartoe uitgerust en als zodanig herkenbaar motorvoertuig. Hierbij geldt de voorwaarde dat ten minste 97 procent van de bevolking binnen 15 minuten responstijd bereikt moet kunnen worden en in tenminste 95 procent van de spoedmeldingen een ambulance binnen 15 minuten na aanname van de melding door een centrale post ambulancevervoer ter plaatse moet zijn. Spoedeisende hulp: zorg, bestaande uit de herkenning, stabilisatie en reanimatie van alle acute medische patiënten. Het gaat bij de spoedeisende hulp (SEH) om het behandelen van spoedeisende aandoeningen en het verwijzen naar meer gespecialiseerde behandelaars. Hierbij geldt de voorwaarde dat een afdeling SEH binnen 45 minuten per ambulance bereikbaar is en 7 x 24 uur over minimaal één SEH-arts en één SEH-verpleegkundige beschikt. Acute verloskunde: verloskundige zorg in geval van een spoedeisende situatie. Hierbij geldt de voorwaarde dat de zorgaanbieder binnen 45 minuten per ambulance bereikbaar is en dat binnen 30 minuten na vaststelling van de diagnose van een spoedeisende situatie door een gynaecoloog of
5 versie 20-03-2015
geautoriseerd obstetrisch professional de benodigde medisch specialistische behandeling kan worden gestart. Crisisopvang geestelijke gezondheidszorg: zorg, bestaande uit de eerste diagnose, de verwijzing en de opvang van patiënten met een acute psychiatrische crisis. Hierbij geldt de voorwaarde dat regionaal is vastgelegd door welke zorgaanbieders de geestelijke gezondheidszorg in crisissituaties wordt geborgd. WLZ-zorg: Zorg waarop verzekerden ingevolge de Wet landurige zorg aanspraak maken. Voor WLZ-zorg bestaan, gelet op de aard van deze zorg, geen specifieke bereikbaarheidsnormen. Wel speelt voor WLZ-zorg de sociale context een belangrijke rol. Dit betekent onder meer dat zorg zoveel mogelijk moet aansluiten bij de godsdienst of levensovertuiging van de cliënten en hun leefomgeving. Het bij je partner kunnen blijven wonen, en de geografische ligging van het zorgaanbod zijn andere factoren die in dit kader een rol kunnen spelen. Het raadplegen van de cliënten De cliëntenraad is een groep mensen die de gemeenschappelijke belangen van cliënten van een zorginstelling behartigt. Elke instelling moet een cliëntenraad hebben. Dat is geregeld in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz). Deze wet verplicht de zorgaanbieder om een cliëntenraad in te stellen. Heeft uw organisatie meerdere cliëntenraden? Dan gaat het om de inbreng van de cliëntenraad van die organisatieonderdelen die het meest bij de concentratie zijn betrokken. Vindt de concentratie plaats op concernniveau, dan is dat de centrale cliëntenraad. Gaat daarentegen bijvoorbeeld slechts één organisatieonderdeel (bijvoorbeeld een dochteronderneming) samen met een andere zorgaanbieder, dan dient u de cliëntenraad van deze dochteronderneming te raadplegen. Heeft uw organisatie geen wettelijke plicht tot het instellen van een cliëntenraad, dan kunt u de vragen 5.1 en 5.2 overslaan. Het raadplegen van het personeel Organisaties met vijftig of meer medewerkers moeten een ondernemingsraad (OR) hebben. Een OR bestaat uit werknemers die de belangen van het personeel in een organisatie behartigen. Indien een werkgever meer dan één onderneming heeft, dan moet elke onderneming met minstens vijftig werknemers een OR hebben. Heeft de werkgever meer ondernemingen met elk minder dan vijftig werknemers, dan kan hij één gezamenlijke OR instellen. Dit is geregeld in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Heeft uw organisatie meerdere ondernemingsraden? Dan gaat het om de inbreng van de ondernemingsraad van die organisatieonderdelen die het meest bij de concentratie zijn betrokken. Vindt de concentratie plaats op concernniveau, dan is dat de centrale ondernemingsraad. Gaat daarentegen bijvoorbeeld slechts één dochteronderneming samen met een andere zorgaanbieder, dan dient u de ondernemingsraad van deze dochteronderneming te raadplegen. Heeft uw organisatie geen wettelijke plicht tot het instellen van een ondernemingsraad, dan kunt u de vragen 5.3 en 5.4 overslaan.
6 versie 20-03-2015
Nederlandse Zorgautoriteit
Formulier melding concentratie 1. Inlichtingen over de betrokken organisaties 1.1 Vermeld voor iedere betrokken organisatie: naam en - indien anders – handelsnaam rechtsvorm adres, telefoon- en faxnummer en eventueel elektronisch postadres handelsregisternummer of het buitenlands register en registratienummer van de betrokken organisaties contactpersoon. 1.2 Geef een beschrijving van de (bedrijfs)activiteiten van alle betrokken organisaties en geef aan in welke sectoren zij werkzaam zijn. 1.3 Vermeld de namen, adressen, telefoonnummers, faxnummers, eventuele elektronische postadressen en functies van de aangewezen contactpersonen. 1.4 Geef aan welke van de betrokken organisaties zorgaanbieder zijn. 1.5 Geef voor elk van de betrokken zorgaanbieders aan door hoeveel personen zij in de regel zorg doen verlenen. Licht uw antwoord toe. 2. Gegevens over de concentratie 2.1 Beschrijf het karakter van de operatie: - Vermeld daarbij of het gaat om een fusie, de verkrijging van uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap of de totstandbrenging van een gemeenschappelijke organisatie, in de zin van artikel 27 van de Mededingingswet. - Zet uiteen hoe de structuur van eigendom en zeggenschap er na de concentratie uit zal zien. - Vermeld alle overeenkomsten en transacties die de concentratie belichamen of die daarmee samenhangen. Met de concentratie samenhangende overeenkomsten en transacties dienen ook te worden vermeld indien deze reeds zijn aangegaan of uitgevoerd. 2.2 Beschrijf de wijze waarop en het tijdsbestek waarbinnen de concentratie zal worden gerealiseerd. Beschrijf hierbij: welke activiteiten de organisatie na concentratie zal ontplooien; over welke periode de daadwerkelijke integratie van (onderdelen van) de organisaties zich uitstrekt; hoe het implementatieplan eruit ziet. Hiertoe behoort ook een goede inventarisatie van integratieproblematiek bij de bedrijfsvoering (ICT-systemen, financiële systemen, integratie van ondersteunende en operationele processen e.d.). 2.3 Beschrijf de doelstellingen van de concentratie. 2.4 Beschrijf de redenen voor concentratie. Beschrijf daarbij welke alternatieven in de voorbereiding in beschouwing zijn genomen en waarom concentratie daarbij uiteindelijk de voorkeur heeft gekregen. 3. Gegevens over de gevolgen van de concentratie 3.1 Beschrijf de financiële gevolgen van de concentratie voor de betrokken zorgaanbieder(s). Overleg hierbij ten minste: het businessplan met de verwachte kosten en baten van de concentratie; de verwachte synergievoordelen in de vijf jaren na de transactie. Licht uw antwoord toe. Geef daarbij aan wie de financier(s) is/zijn en of uw business case wordt ondersteund door financiers. 3.2 Beschrijf de gevolgen van de concentratie voor de zorgverlening aan de cliënt. 7 versie 20-03-2015
Beschrijf hierbij, voor zover van toepassing, ten minste: veranderingen in het aanbod van zorg; de herinrichting van de zorgprocessen; de verplaatsing van zorgaanbod tussen locaties; de verandering van het aantal locaties waar zorg wordt verleend; de aanpassing van de schaalgrootte van de zorgverlening op de locaties. Ga hierbij uit van het tijdsbestek waarbinnen alle uit de concentratie voortkomende veranderingen in de zorgverlening zijn gerealiseerd. 3.3 Beschrijf de risico’s van de concentratie voor de bereikbaarheid van de zorg en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen. Onder vraag 3.2 heeft u de eventuele veranderingen in het zorgaanbod en de locaties waar zorg wordt verleend beschreven. Beschrijf welke risico’s deze veranderingen met zich meebrengen voor de bereikbaarheid van de zorg. Beschrijf hierbij, voor zover van toepassing, ten minste: de gevolgen van de concentratie voor het aantal locaties dat cliënten kunnen bezoeken; de gevolgen van de concentratie voor de reisafstand die cliënten moeten afleggen. 3.4 Beschrijf de risico’s van de concentratie voor de kwaliteit van de zorg en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen. Beschrijf hierbij ten minste: wat het verwachte effect van de concentratie is op de cliënttevredenheid. hoe is geborgd dat het bestuur gedurende het concentratieproces voldoende aandacht heeft voor het primaire proces. hoe u het risico inschat op kwaliteitsverlies door bijvoorbeeld: o cultuurverschillen tussen de concentrerende organisaties; o stagnerende implementatie van de concentratie; o vertrekkend personeel. welke scenario’s voor risicobeheersing u heeft opgesteld; de wijze waarop u het optreden van dergelijke risico’s monitort. 4. Gegevens over de continuïteit van cruciale zorg 4.1 Indien één of meer van de betrokken zorgaanbieders voorafgaand aan de concentratie één of meer van de genoemde vormen van cruciale zorg aanbiedt, beschrijf de gevolgen van de concentratie voor de continuïteit van: - ambulancezorg - spoedeisende hulp - acute verloskunde - crisisopvang geestelijke gezondheidszorg - WLZ, bezien in de sociale context a. Beschrijf in geval van ambulancezorg, spoedeisende hulp of acute verloskunde ten minste de verandering van spreiding en capaciteit (per locatie) van deze zorg. b. Beschrijf in geval van crisisopvang geestelijke gezondheidzorg ten minste de verandering van afspraken over crisisopvang in de regio(‘s) waarin u actief bent. c. Beschrijf in geval van WLZ de verandering in de sociale context van de zorg zoals de geografische ligging van het zorgaanbod, het bij je partner kunnen blijven wonen en de aansluiting bij de godsdienst of levensovertuiging van cliënten en hun leefomgeving. 4.2 Beschrijf of door de concentratie de normen voor deze vormen van cruciale zorg in gevaar komen en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen. 5. Gegevens over de betrokkenheid van cliënten, personeel en andere stakeholders 5.1 Vermeld indien van toepassing, van elke betrokken zorgaanbieder, naam, adres, telefoonnummer en eventuele elektronisch postadres van de voorzitter van de cliëntenraad. 5.2 Beschrijf indien van toepassing, voor elke betrokken zorgaanbieder: 8 versie 20-03-2015
Nederlandse Zorgautoriteit
a. Het verloop van de raadpleging van cliënten: Op welke wijze zijn cliënten betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen? Op welke wijze hebben cliënten hun oordeel en aanbevelingen kenbaar kunnen maken? Zijn cliënten van mening dat de zorgaanbieder hen voldoende tijd heeft gegeven om te reageren op het concentratievoornemen? Zijn cliënten in de gelegenheid gesteld om, indien gewenst, een deskundige te raadplegen? Zijn cliënten van mening dat de zorgaanbieder hen hiervoor voldoende tijd en zo nodig (financiering van) expertise ter beschikking heeft gesteld, zodat een oordeel over de concentratie kan worden gegeven? b. Of cliënten van mening zijn dat zij tijdig en op begrijpelijke wijze aantoonbaar voldoende geïnformeerd zijn over: de verwachte gevolgen van de concentratie voor de inrichting van de zorg de inhoud van de concentratieplannen de mogelijkheden om daar bezwaar tegen te maken de mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt. c. Het oordeel van cliënten: Hoe luidt het oordeel en de aanbevelingen van cliënten over het voornemen tot concentratie? Zijn het oordeel en de aanbevelingen van cliënten overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie? Indien aanbevelingen van cliënten niet zijn overgenomen, geef aan waarom niet. 5.3 Vermeld indien van toepassing, van elke betrokken zorgaanbieder, naam, adres, telefoonnummer en eventuele elektronisch postadres van de voorzitter van de ondernemingsraad. 5.4 Beschrijf indien van toepassing, voor elke betrokken zorgaanbieder: a. Het verloop van de raadpleging van het personeel: Op welke wijze is het personeel betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen? Op welke wijze heeft het personeel zijn oordeel en aanbevelingen kenbaar kunnen maken? Is het personeel van mening dat de zorgaanbieder hen voldoende tijd gegeven heeft om te reageren op het concentratievoornemen? Is het personeel in de gelegenheid gesteld om, indien gewenst, een deskundige te raadplegen? Is het personeel van mening dat de zorgaanbieder hen hiervoor voldoende tijd en zo nodig (financiering van) expertise ter beschikking heeft gesteld, zodat een oordeel over de concentratie kan worden gegeven? b. Of het personeel van mening is dat het tijdig en op begrijpelijke wijze aantoonbaar voldoende geïnformeerd is over: de verwachte gevolgen van de concentratie voor de inrichting van de zorg de inhoud van de concentratieplannen de mogelijkheden om daar bezwaar tegen te maken de mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt. c. Het oordeel van het personeel: Hoe luidt het oordeel en de aanbevelingen van het personeel over het voornemen tot concentratie? Zijn het oordeel en de aanbevelingen van het personeel overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie? Indien aanbevelingen van het personeel niet zijn overgenomen, geef aan waarom niet. 5.5 Beschrijf welke andere stakeholders – zoals zorgverzekeraars/zorgkantoren, banken en regionale en lokale overheden - bij de concentratie zijn betrokken en wat hun relatie is tot de 9 versie 20-03-2015
betrokken zorgaanbieder(s). 5.6 Vermeld de namen, adressen, telefoonnummers, faxnummers, eventuele elektronische postadressen en naam en functies van contactpersonen van deze stakeholders. 5.7 Beschrijf voor elke stakeholder: a. Het verloop van de raadpleging van de stakeholder: Op welke wijze zijn stakeholders betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen? Op welke wijze hebben stakeholders hun oordeel en aanbevelingen kenbaar kunnen maken? Zijn de stakeholders van mening dat de zorgaanbieder hen voldoende tijd heeft gegeven om te reageren op het concentratievoornemen? b. Of stakeholders van mening zijn dat zij tijdig en op begrijpelijke wijze aantoonbaar voldoende geïnformeerd zijn over: de inhoud van de concentratieplannen de mogelijkheden om daar bezwaar tegen te maken de mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt. c. Het oordeel van stakeholders: Hoe luidt het oordeel en de aanbevelingen van stakeholders over het voornemen tot concentratie? Zijn het oordeel en de aanbevelingen van stakeholders overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie? Indien aanbevelingen van overige stakeholders niet zijn overgenomen, geef aan waarom niet. 6. Mee te zenden documenten 6.1 Een gedateerd exemplaar van de meest recente stukken op grond waarvan de concentratie tot stand zal komen. De stukken moeten duidelijkheid geven over de (voorgenomen) binding die ten grondslag ligt aan de concentratie. In het bijzonder moet blijken welke de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen na de concentratie zullen zijn. 6.2 Een schriftelijk bewijsstuk, waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de aangewezen contactpersoon of -personen blijkt. Deze vraag heeft zowel betrekking op functionarissen van de betrokken partijen als op externe adviseurs, zoals advocaten. 6.3 Alle definitieve versies van schriftelijke stukken over de concentratieplannen waarmee u cliënten, personeel en eventuele andere stakeholders over de concentratieplannen hebt geïnformeerd. Vermeld op ieder document de datum waarop het is opgesteld.
Plaats en datum: Handtekening(en):
10 versie 20-03-2015