Datum Pagina
2 januari 2012 1/5
Technische Universiteit Delft Centrale Studentenraad
Mekelweg 4, kamer LB02.800 2628 CD Delft 015-2781430
[email protected] Aan: Van: Betreft: Datum: Ref:
TU Delft, College van Bestuur Centrale Studentenraad Prestatieafspraken TU Delft 2 januari 2011 EL/SR/2011/44
Geacht College, Onlangs is het Hoofdlijnenakkoord tussen de VSNU en het ministerie van OCW getekend, waarin een kader wordt geschetst voor de prestatieafspraken die in het voorjaar van 2012 met de universiteiten afzonderlijk worden gesloten. Voor de TU Delft zijn voor bepaalde onderdelen van dit document al richtlijnen opgezet in 3TU‐verband en wat betreft profilering worden stappen gezet met de plannen voor samenwerking met de universiteiten van Rotterdam en Leiden. Deze aspecten van het Hoofdlijnenakkoord wil de Studentenraad nu niet bespreken, maar middels deze brief willen wij onze visie op het Hoofdlijnenakkoord bespreken en aanbevelingen doen voor de invulling van de 2% vrij in te delen bekostiging binnen het onderwijsbudget. In deze brief zal de Studentenraad eerst twee algemene aandachtspunten geven. Vervolgens zal de Studentenraad per onderwerp, aan de hand van de structuur van het Hoofdlijnenakkoord, een aantal vragen stellen en onze aandachtspunten meegeven. Algemeen De Studentenraad ziet in de prestatieafspraken en de daaraan gekoppelde prestatiebeloningen het gevaar dat een instelling zich specifiek gaat richten op de gestelde doelen en dat daarbij de lange termijn doelen naar de achtergrond gedwongen worden. Om te voorkomen dat de prestatiebeloningen tot perverse prikkels leiden, stelt de Studentenraad voor om de afspraken uit een zo breed mogelijk scala te laten bestaan. Op deze manier worden we als TU Delft gemotiveerd om de gehele universiteit te verbeteren in plaats van een aantal specifieke indicatoren. Daarbij stelt de Studentenraad dat het nuttig is ook te kijken naar minder makkelijk meetbare indicatoren als studentenmotivatie. Uit nagenoeg alle onderzoeken gedaan naar studiesucces blijkt dat dit soort indicatoren grote voorspellende waarde hebben voor het studiesucces en uit onderzoeken blijkt dat de omgeving, en dus de universiteit, er grote invloed op heeft. Verder wil de Studentenraad benadrukken dat ze negatief tegenover het jaarklassensysteem of een BSa in het 2e en 3e studiejaar staat, dat in het Hoofdlijnenakkoord worden aangehaald. Graag zou de Studentenraad zien dat het College zich sterk uitspreekt tegen dit soort maatregelen.
Datum Pagina
2 januari 2012 2/5
Technische Universiteit Delft Centrale Studentenraad
Perspectief 2025: ‐ Substantieel meer vwo’ers naar het hbo: In het Hoofdlijnenakkoord staat dat er in de toekomst substantieel meer vwo’ers naar het hbo moeten gaan. Betekent dit voor de TU Delft dat er ongeacht een eventuele capaciteitsfixus ook een kwaliteitselectie gaat komen, of dat het niveau van de opleidingen aan de TU Delft niet meer aansluit bij het niveau van het vwo? Dit zou inhouden dat niet elke vwo’er met het geschikte profiel toegelaten wordt aan de TU Delft. Met andere woorden, wil het College sturen op een verhoging van de moeilijkheidsgraad van de opleidingen en/of op een kwalitatieve selectie? ‐ Brede bachelors: Opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord is de wens na een brede bacheloropleiding te gaan werken en een masteropleiding optioneel te maken in plaats van een logisch gevolg van het voltooien van een bacheloropleiding. Graag horen wij of het College voornemens is de huidige bacheloropleidingen van de TU Delft te verbreden. Verder horen wij graag of de bacheloropleidingen van de TU Delft volgens het College nu al alumni afleveren die klaar zijn voor de arbeidsmarkt en of die situatie in de toekomst gaat veranderen. De Studentenraad is van mening dat bij het voltooien van de huidige bacheloropleiding de student nog niet klaar is voor de arbeidsmarkt en dat het starten van een masteropleiding een logisch en bijna essentieel gevolg is van het afronden van een bacheloropleiding. Ook met het oog op de in het rapport Veerman aangeraden differentiatie van de universiteit zou de Studentenraad graag van het College horen hoe een brede bachelor opleiding samen gaat met het differentiëren van de opleidingen. ‐ Collegegelddifferentiatie: In het hoofdlijnenakkoord wordt collegegelddifferentiatie aangedragen als middel om hogere kosten van bepaalde opleidingen te dekken. De Studentenraad is van mening dat kosten niet mogen mee spelen in de keuze voor een studie en ziet collegegelddifferentiatie als een gevaar voor de toegankelijkheid van het onderwijs aan de TU Delft. De Studentenraad wil graag weten of het College dit net als de Studentenraad als een gevaar ziet voor de toegankelijkheid van het onderwijs aan de TU Delft. Indicatoren: ‐ A. Kwaliteit en excellentie: ‐ Honours programma De Studentenraad onderstreept de waarde van het huidige Honours Programme Delft, maar ziet gevaren bij het sturen op een bepaald percentage deelnemers. Kwaliteit zou centraal moeten staan bij deze programma’s en niet de aantallen. ‐ Excellentie Daarnaast zou de Studentenraad kwaliteit en excellentie op de TU graag breder trekken dan alleen deelname aan excellentieprogramma’s. Deelname aan extracurriculaire activiteiten is in veel gevallen een vorm van excellentie, waarop de TU Delft op dit moment al goed scoort. Bij deelname aan extracurriculaire activiteiten leren studenten vaardigheden die door de beroepspraktijk worden ervaren als een meerwaarde. Studenten in Dreamteams
Datum Pagina
2 januari 2012 3/5
Technische Universiteit Delft Centrale Studentenraad
bijvoorbeeld nemen deel aan internationale wedstrijden waarin zij vaak succesvol concurreren met topinstituten uit de hele wereld en zijn daarmee zeker excellent te noemen. De Studentenraad zou graag zien dat binnen de prestatieafspraken de meerwaarde van extracurriculaire activiteiten wordt erkend en zij doet de aanbeveling deze activiteiten onder de noemer ‘Aanvullende indicatoren’ mee te nemen. ‐ B. Studiesucces: De Studentenraad is positief over de randvoorwaarden die in het hoofdlijnenakkoord gesteld worden aan verbetering van het studierendement: deze verbetering van rendement mag niet ten koste gaan van de kwaliteit en het eindniveau van de opleidingen. Bovendien moet er voldoende aandacht blijven voor persoonlijke en academische vorming. Graag hoort de Studentenraad van het College welk belang zij hecht aan persoonlijke en academische vorming en of genomen maatregelen teruggedraaid dienen te worden als blijkt dat zij de persoonlijke en academische vorming van studenten schaden. ‐ Selecterende werking propedeuse De Studentenraad leest in het Hoofdlijnenakkoord dat de propedeuse haar selecterende en verwijzende functie behoudt. Om die selecterende en verwijzende werking van de propedeuse te bewaren zou het binnen het eerste jaar mogelijk moeten zijn om in ieder geval binnen de instelling gemakkelijk te switchen van opleiding. In de huidige situatie met maatregelen als een BSa van 45 studiepunten en een eventuele langstudeerboete is het essentieel dat overstaptrajecten goed gefaciliteerd worden. De TU Delft zou overstappen beter kunnen faciliteren door bijvoorbeeld een begeleid overstaptraject na het eerste semester te faciliteren voor veel gemaakte studieveranderingen, zoals bijvoorbeeld de switch van Bouwkunde naar Civiele Techniek. Zo vermindert de uitval TU breed en verliezen studenten minder of zelfs geen tijd na een verkeerde studiekeuze. Hierom wil de Studentenraad pleiten in de prestatieafspraken de uitvalcijfers TU breed te meten. Zo zou een Bouwkundestudent die overstapt naar Civiele techniek niet als uitvaller tellen maar een Bouwkunde student die overstapt naar het hbo zou wel als uitvaller tellen. Bij het streven naar minder vertraging bij studieverandering ziet de Studentenraad een belangrijke rol weggelegd voor studiebegeleiding in de eerste maanden van de studie en een goed werkend overstaptraject TU breed. Graag willen wij meedenken hoe een dergelijk overstaptraject te realiseren valt.
‐
C. Onderwijsintensiteit en docentkwaliteit: ‐ Contacttijd: Het aantal contacturen op de TU is landelijk gezien al aan de hoge kant, dus wij verwachten dat de te maken afspraken op dit gebied voor de TU positief uitpakken. Als Studentenraad willen wij echter wijzen op de studielast, die vaak als hoog wordt ervaren. De Studentenraad wil nogmaals benadrukken dat het belangrijk is dat docenten hun leerstof op elkaar afstemmen, zodat de studielast voor studenten zoveel mogelijk gespreid wordt. ‐ Docentkwaliteit: De TU Delft heeft de BKO (basiskwalificatie onderwijs) inmiddels doorgevoerd en ook de SKO wordt ontwikkeld en geïmplementeerd en hier zijn wij als Studentenraad tevreden over. Wel zouden we graag zien dat de TU Delft meer stuurt op de begeleidingsrol die docenten hebben. Docenten kunnen vaak al vroeg signaleren dat bepaalde studenten problemen
Datum Pagina
2 januari 2012 4/5
Technische Universiteit Delft Centrale Studentenraad
hebben met een vak en/of hun studie en zouden studenten hierin meer kunnen sturen. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld trainingen Studiebegeleiding voor docenten worden gegeven, waarop in de prestatieafspraken gestuurd kan worden. Verder is de Studentenraad van mening dat leren doceren voor docenten nooit op zou moeten houden. Ook na het BKO en het SKO zouden docenten door moeten kunnen leren doceren. Graag zou de Studentenraad zien dat ook bijspijker‐ of verdiepingscursussen meegenomen worden in de prestatieafspraken. Aanvullende indicatoren: ‐ Meten van valorisatie In het Hoofdlijnenakkoord wordt onder andere genoemd dat er indicatoren worden ontwikkeld om de resultaten van valorisatie te meten. De Studentenraad is benieuwd hoe de TU Delft daarbij betrokken is. De Studentenraad onderstreept het belang dat de TU hecht aan ondernemerschap(sonderwijs) en is benieuwd naar de uitkomsten van het ontwikkelen van deze indicatoren. ‐ Verdere indicatoren Naast indicatoren om valorisatie te meten zou de Studentenraad graag zien dat er ook indicatoren worden ontwikkeld om de zogenaamde ‘soft skills’ van studenten te meten. Op deze manier zou de waarde van excellentie/extracurriculaire activiteiten en prestaties van alumni concreet meetbaar moeten worden gemaakt. De Studentenraad ziet mogelijkheden in de door Tim Haarlemmer aangedragen ‘TU Delft Societal Impact Index’ en een systeem met social ECTS en wij zouden dit graag uitgewerkt zien. Bij een uitgewerkt systeem als bijvoorbeeld social ECTS waarbinnen verschillende soorten ontplooiing vallen, kan er ook gestuurd worden op eerlijkere studierendementen. Erkende vertraging die studenten hebben opgelopen kan dan worden afgetrokken van de gemiddelde studieduur. Nu wordt erkende vertraging namelijk nog niet verekend met de rendementscijfers, waardoor erkende vertraging zorgt voor een verlaging van het studierendement en dus een te hoge gemiddelde studieduur. Een andere mogelijkheid die de Studentenraad ziet voor het meetbaar maken van dit soort prestaties zijn de aantallen RAS‐certificaten of Ondernemerschapsaantekeningen. Wij zouden als Studentenraad graag betrokken worden bij het uitwerken van indicatoren op dit gebied. ‐ Faciliteiten als indicator Een indicator waar de Studentenraad tevens graag op zou willen sturen zijn faciliteiten. Faciliteiten zijn gemakkelijk meetbaar te maken in aantallen werkplekken of ruimte in collegezalen. Gedacht kan worden aan een indicator als de ratio werkplek/student. In de overlegvergadering van 5 januari zullen wij deze punten met u bespreken. Wij kijken uit naar uw toelichtingen en antwoorden op onze vragen.
Datu um Pagiina
2 januarri 2012 5/5
Techniische Univerrsiteit Delft nraad Centra ale Studenten
Hoogach htend,
Hester vvan der Waa
Voorzitteer Studenten nraad
J. Röh hner
Secre etaris Studenntenraad