Meijendel Excursieverslag - 17 augustus 2011 Op 17 augustus trokken we zes man sterk naar Meijendel. Vanaf het parkeerterrein bij Kievietsduin volgden we eerst de witte paaltjes. Dan schakelden we over naar blauw richting het hek voor jaarkaarthouders. We passeerden twee uitzichtpunten met zicht op de infiltratieplassen. Via blauwgeel liepen we naar de boerderij Meijendel, waar we in de theetuin pauzeerden. Via de weg liepen we weer terug naar Kievietsduin. Het pad loopt tussen bomen en struiken met veel ondergroei en kruiden langs de rand. De bloeiende Egelantier valt op. Deze keer heb ik eens goed de klierharen bekeken langs de rand van het blad, net kleine rode speldenknopjes. Je hoeft dus niet alleen op de Schermhavikskruid appelgeur af te gaan. Bij nalezen blijkt, dat de klierharen zich aan de hele onderzijde van het blad bevinden. Nog eens op letten dus. Er zijn zowel haakvormig gekromde stekels als rechte. De bloem is tweekleurig: hardroze en een witte nagel. Hij is kleiner dan de bloem van de Hondsroos. Ik denk met weemoed aan de oudjes, die in de litteratuur altijd op een bankje onder de Egelantier zitten. Jaap vraagt zich af, of de meeldraden die we zien wel echte meeldraden zijn, omdat bij de Egelantier apomixis optreedt. Dit blijkt ongeslachtelijke voortplanting te zijn, ofwel vegetatief ofwel via zaad. Dit zaad is dan toch vruchtbaar geworden zonder dat de eicel bevrucht is (Agamospermie/ apogamie). Als dit bij mensen ook op zou treden, zouden heel wat meisjes vals beschuldigd zijn. Nu we het toch over rozen hebben, we vinden ook Rimpelroos, Hondsroos en Duinroosje. Nog een plant van droge kalkhoudende grond: Echt bitterkruid. De buitenste omwindselbladen zijn even breed als de binnenste (i.t.t. Dubbelkelk) en staan boogvormig af. Nog een composiet, die ik moeilijk te determineren vond, maar dankzij Karel op naam gebracht is: Schermhavikskruid. De Oecologische Flora tekent twee vormen: één uit het binnenland en één uit de duinen. De duinvorm heeft zeer smalle bladeren, lijn- tot lancetvormig. De habitus van de plant is in de duinen vaak opvallend (wat hier het geval was). De plant buigt even boven de grond zijwaarts en richt zich dan boogvormig weer op. Het is een plant van droge, meestal kalkarme, maar niet sterk zure zand- en leemgrond. Het is tijd voor een lunchpauze en dat doen we tussen de Muizenoren. Muizenoor Muizenoor handhaaft zich alleen op plaatsen waar het gras laag blijft en dat betekent, dat hij aan schrale grond gebonden is. Hij wordt door begrazing bevorderd. In de duinen staat hij op plekken, die door konijnen afgegraasd worden. Frouke trakteert vanwege haar verjaardag. Ik zie een zandhagedis het pad oversteken en in de struiken verdwijnen. We zien prachtige paddenstoelen. De Groene knolamaniet ziet er ondanks zijn dodelijke giftigheid mooi uit: vuilgeel glanzend. In dit opzicht missen we Grieta, maar gelukkig kan Frouke de paddenstoelen ook goed op naam brengen, zoals de Bleke borstelkurkzwam, die op een omgevallen
Meijendel Excursieverslag - 17 augustus 2011 Populier groeide. In de buurt van het hek is een graslandje met Blauwe knoop. Karel vraagt zich hardop af, wat de Blauwe knoop gemeen heeft met niet drinken. Hij behoort tot de Kamperfoeliefamilie en staat op de Rode Lijst: gevoelig. De achteruitgang wordt vooral gezien door het verdwijnen van vlinders, waarvoor hij een waardplant is voor de rupsen zoals bv. de Moerasparelmoervlinder en de toch al zeldzame Hommelvlinder. In de duinen is Blauwe knoop kenmerkend voor oude vochtige binnenduingraslanden, vooral valleien op vroongronden. Er staat een grote groep Glad parelzaad met zijn porseleinachtig glanzende paarsgrijze nootjes. Die schijnen de winter door aan de plant te blijven. Het verspreidingspatroon lijkt op dat van Donderkruid, en in mindere mate van Driedistel en HondBleke borstelkurkzwam stong. Driedistel staat er ook. Het is een twee- of meerjarige nazomerbloeier, die sterft na vruchtzetting. Maar hij blijft in verdorde staat nog lang staan. Hij heeft een tuilvormige bloeiwijze. De plant heeft meestal drie hoofdjes, vandaar de Nederlandse naam, maar het kan ook heel anders zijn. De plant heeft twee soorten omwindselbladen. De binnenste zijn “pseudo-straalbloemen” en glanzend strogeel. Ze zijn befaamd als hygrometer: bij droog en zonnig weer zijn ze uitgespreid, maar als de luchtvochtigheid toeneemt, richten ze zich op en buigen als een koepeltje over de bloemen heen om ze tegen regen te beschermen. Ook na afsterven van de plant blijft deze eigenschap behouden. Langs het hele pad groeit Valse salie als een betrouwbare indicator van kalkarme dan wel ontkalkte bodem. We hebben dus tweeërlei planten gezien: die van kalkbodems houden en die daar minder tot niet van houden. Ik weet niet of dit iets te maken heeft met het feit, dat deze duinen een waterwingebied zijn. In het Bezoekerscentrum hangen buisjes aan de muur met de planten, die nu in bloei staan met Driedistel de namen erbij. Er zijn kaarten te koop en ander infomateriaal. Op de terugweg langs de Kleine en de Grote wei zien we nog veel toortsen, Slangenkruid en tal van andere bloemen. Ook een beeldje van Victor Westhoff met als onderschrift: “Hij observeert, hij beschrijft de natuur in al haar verscheidenheid telkens weer. Hij volgt de natuur’’. Wij deden ook een poging hiertoe en maakten in ieder geval een mooie wandeling. (Geraadpleegd: de Oecologische Flora). Plantenlijst Acer campestre (Spaanse aak); Aesculus hippocastanum (Witte paardenkastanje); Agrimonia eupatoria (Gewone agrimonie); Amelanchier lamarckii (Amerikaans krentenboompje); Anchusa arvensis (Kromhals); Artemisia vulgaris (Bijvoet); Asparagus
Meijendel Excursieverslag - 17 augustus 2011 officinalis subsp. officinalis (Asperge); Berberis vulgaris (Zuurbes); Betula sp. (Berk); Calamagrostis epigejos (Duinriet); Carlina vulgaris (Driedistel); Cerastium arvensis (Akkerhoornbloem); Cerastium fontanum subsp. vulgare (Gewone hoornbloem); Chara sp. (Kranswier); Chenopodium polyspermum (Korrelganzenvoet); Circaea lutetiana (Groot heksenkruid); Cirsium palustre (Kale jonker); Cirsium vulgare (Speerdistel); Clematis vitalba (Bosrank) Crataegus monogyna (Eenstijlige meidoorn); Crepis capillaris (Klein streepzaad); Cynoglossum officinale (Veldhondstong); Datura stramonium (Doornappel); Daucus carota (Wilde peen);Echium vulgare (Slangenkruid); Epilobium hirsutum (Harig wilgenroosje); Epilobium parviflorum (Viltige basterdwederik); Zuurbes Epilobium sp. (Wederik); Erigeron canadensis (Canadese fijnstraal); Erodium cicutarium (Reigersbek); Euonymus europaeus (Wilde kardinaalsmuts); Eupatorium cannabinum (Koninginnekruid); Fallopia convolvulus (Zwaluwtong);Galeopsis speciosa (Dauwnetel)vr; Galeopsis tetrahit (Gewone hennepnetel); Galium mollugo (Glad walstro); Galium verum (Geel walstro); Geranium molle (Zachte ooievaarsbek); Geum urbanum (Geel nagelkruid); Gewone klit (Arctium minus); Glechoma hederacea (Hondsdraf); Hieracium pilosella (Muizenoor); Hieracium umbellatum (Schermhavikskruid); Hippophae rhamnoides (Duindoorn); Holcus lanatus (Gestreepte witbol); Humulus lupulus (Hop); Hypericum perforatum SintJanskruid); Ilex aquifolium (Hulst); Impatiens parviflora (Klein springzaad) Jacobaea vulgaris subsp. dunensis (Duinkruiskruid); Juncus tenuis (Tengere rus)vr; Lamium purpureum (Paarse dovenetel); Leontodon autumnalis (Vertakte leeuwentand); Ligustrum vulgare (Wilde liguster); Linaria vulgaris (Vlasbekje); Lithospermum officinale (Glad parelzaad); Lonicera periclymenum (Wilde kamperfoelie); Lotus corniculatus (Gewone rolklaver); Lysimachia vulgaris (Grote wederik); Lythrum salicaria (Grote kattenstaart); Mentha aquatica (Watermunt); Moehringia trinerva Blauwe knoop (Drienerfmuur); Myosotis arvensis (Vergeet-mij-nietje); Oenothera glazioviana (Grote teunisbloem); Oenothera sp. (Teunisbloem); Pastinaca sativa subsp. sativa (Pastinaak); Phragmites australis (Riet); Picris hieracioides (Echt bitterkruid); Pinus sp. (Den); Plantago major (Grote weegbree); Polygala vulgaris (Gewone vleugeltjesbloem)vr; Polygonatum odoratum (Welriekende salomonszegel); Polypodium vulgare (Gewone eikvaren); Populus alba (Witte abeel); Populus tremula (Ratelpopulier); Populus x canadensis (Canadapopulier); Potentilla erecta (Tormentil);
Meijendel Excursieverslag - 17 augustus 2011 Prunella vulgaris (Gewone brunel); Prunus serotina (Amerikaanse vogelkers); Quercus robur (Zomereik); Rhamnus cathartica (Wegedoorn); Rhinanthus sp. (Ratelaar); Robinia pseudoacacia (Robinia); Rosa canina (Hondsroos); Rosa pimpinellifolia (Duinroos); Rosa rubiginosa (Egelantier); Rosa rugosa (Rimpelroos); Rubus caesius (Dauwbraam); Rubus fruticosus (Gewone braam); Rumex acetosella (Schapenzuring); Salix repens (Kruipwilg); Sambucus nigra (Gewone vlier); Saponaria officinalis (Zeepkruid); Securigera varia (Bont kroonkruid); Senecio inaequidens (Bezemkruiskruid); Senecio sylvaticus (Boskruiskruid); Silene dioica (Dagkoekoeksbloem); Solanum dulcamara Jaap - Willy - Frouke (Bitterzoet); Solanum nigrum subsp. schultesii (Beklierde nachtschade); Solidago gigantea (Late guldenroede); Sonchus asper (Gekroesde melkdistel); Sorbus aucuparia (Wilde lijsterbes); Stellaria graminea (Grasmuur); Succisa pratensis (Blauwe knoop); Symphoricarpos albus (Sneeuwbes); Symphytum officinale (Gewone smeerwortel); Tanacetum vulgare (Boerenwormkruid); Taraxacum officinale (Paardenbloem); Teucrium scorodonia (Valse salie); Thymus pulegioides (Grote tijm); Torilis japonica (Heggendoornzaad); Trifolium repens (Witte klaver); Typha angustifolia (Kleine lisdodde); Ulmus sp. (Iep); Urtica dioica (Grote brandnetel); Valeriana officinalis (Wilde valeriaan); Verbascum phlomoides (Keizerskaars) Verbascum thapsus (Koningskaars); Veronica officinalis (Mannetjesereprijs); Veronica persica (Grote ereprijs); Veronica serpyllifolia (Tijmereprijs); Vicia cracca (Vogelwikke) Vogels: Grote bonte specht, Groene specht, Kuifeend, Meerkoet, Gewone fuut, Koolmees, Pimpelmees, Rietzanger, Zwartkop, Buizerd, Gierzwaluw. Vlinders: Citroenvlinder, Witje sp., Bont zandoogje, Stippelmotten.
Taaiplaat
Kevers: Tweeëntwintigstippelig Lieveheersbeestje (geel), Aspergehaantje. Amphibie: Gewone pad, Zandhagedis. Paddenstoelen: Bovist, Plooirokje sl, Groene knolamaniet, Oranjegeel trechtertje, Melkzwam sl, oude Heksenboter (een mixomisceet, slijmzwam); Roodsteelfluweelbo-
Meijendel Excursieverslag - 17 augustus 2011 leet, Bleke borstelkurkzwam, Bleke franjehoed, Taaiplaat sl. (Met dank aan Frouke en Grieta) Mossen: Groot (Cladonia)
laddermos,
Gallen: Inktgal op zomereik.
Melkzwam
Deelnemers: Ab, Jaap, Frouke, Willy, Karel en Priscelline.
Verslag en foto’s: Priscelline van de Pas
Rendiermos
sp.