Meerjarenbegroting 2013 – 2016 Gemeente Vlaardingen
Registratienummer: 525821 Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 9 oktober 2012
1
INHOUDSOPGAVE I
Aanbiedingsbrief / Raadsvoorstel 3
II
Ontwerpbesluit 6
III
Programmaplan 7 A. Bestuur van de stad 8 1. Bestuur, Dienstverlening en participatie 8 B. Bestuur van de stad 13 2. Veiligheid en Handhaving 13 3. Groen en Milieu 17 4. Verkeer en Mobiliteit 21 C. Ontwikkeling van de stad 25 5. Wonen 25 6. Economie en Haven 29 7. Jeugd en Onderwijs 33 D. Mensen en voorzieningen 37 8. Welzijn en Zorg 37 9. Werk en Inkomen 41 10. Kunst en Cultuur 45 11. Sport en recreatie 49
IV
Algemene dekkingsmiddelen 52
V
Paragrafen 55 1. Lokale Heffingen 56 2. Weerstandsvermogen 62 3. Onderhoud Kapitaalgoederen 66 4. Treasury 70 5. Bedrijfsvoering 74 6. Grondbeleid 78 7. Verbonden Partijen 82
VI
Financieel deel 90
1.
Uitgangspunten voor de Ramingen 91
2.
Meerjarenoverzicht Reserves en Voorzieningen 93
3.
Overzicht van Investeringen 95
4.
Berekening EMU-saldo 97
5.
Overzicht van Baten en Lasten 98
6.
Overzicht van incidentele Baten en lasten 100
Foto’s: Ron van Rossum
2
I AANBIEDINGSBRIEF / RAADSVOORSTEL
Registr.nr. R.nr. Datum besluit B&W Portefeuillehouder
: : : :
525821 47.1 9 oktober 2012 R. van Harten
Raadsvoorstel tot vaststelling van de begroting 2013 en kennisname van de meerjarenbegroting 2014-2016
Vlaardingen, 9 oktober 2012 Aan de gemeenteraad, 1.
Inleiding
Op 11 oktober 2011 heeft ons college, ter nadere uitwerking van het Coalitieakkoord 2011-2014 – Samen Actief Investeren in Vlaardingen, het Collegeprogramma 2011-2014 vastgesteld. Zowel in Coalitieakkoord als in het collegeprogramma wordt het volgende toekomstbeeld voor Vlaardingen in 2030 geschetst: · De buitenstad Vlaardingen is een begrip geworden: een veilige, groene en duurzame stad met een levendig centrum en een gevarieerd woningaanbod. · Een groen buitengebied –Broekpolder en Krabbeplas e.o.- dat uitnodigend is voor recreatie en ontspanning. · In de Rivierzone wordt gewoond. · Vlaardingen beschikt over goede en goed bereikbare bedrijventerreinen, met meer werkgelegenheid en duurzame bedrijvigheid. · Er zijn nog maar weinig mensen die een beroep doen op een inkomens- of bijstandsvoorziening dankzij een goede samenwerking tussen gemeente en bedrijfsleven en een goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. · De zorgsector staat op een hoog niveau. Hierdoor zijn ook ouderen en mensen met een beperking in staat maatschappelijk te participeren. · De recreatieve en culturele voorzieningen in de stad trekken mensen uit de stad en de regio. Vlaardingen heeft een levendig, attractief en veilig uitgaanscentrum. De historische binnenstad en de rijke archeologie zijn een begrip. Sportverenigingen beschikken over voldoende faciliteiten die zij delen met andere doelgroepen en het onderwijs. · Vlaardingen is een stad die de jeugd bindt, ook als zij ouder worden. · Nieuwe bewoners voelen zich snel thuis in hun buurt, ongeacht hun geaardheid of herkomst. Integratie en respect voor anderen zijn een vanzelfsprekendheid. Burgers nemen ook zelf hun verantwoordelijkheid in de zorg voor een kwalitatief goede leefomgeving. · Een kleine gemeentelijke organisatie voert haar taken efficiënt en transparant uit en onderkent de belangen van burgers en ondernemers. In ons Collegeprogramma gaven wij aan dat onze inzet is om -ondanks de financiële tegenwind van dit moment en de noodzaak om structurele ombuigingen door te voeren- te blijven investeren in de stad en de Vlaardingse samenleving. Dat vraagt om soberheid, maar ook om creativiteit en elan om de positie van de stad Vlaardingen in de regio te versterken. Wij geloven dat het met optimisme, openheid en bevlogenheid mogelijk is om ook andere partijen enthousiast te maken om energie en
3
middelen in onze stad te steken. Dat geldt voor andere overheden, ondernemers binnen en buiten Vlaardingen, maatschappelijke instellingen en burgers. Inmiddels hebben wij moeten vaststellen dat aanvullend op de ombuigingen van € 17 miljoen nog eens ca. € 9 miljoen extra moet worden bezuinigd. In de “Tussenbalans begroting 2013 – 2016”, die u op 25 september 2012 heeft ontvangen, heeft u kunnen lezen langs welke weg wij die extra bezuinigingsopgave willen realiseren. Natuurlijk zal dit omvangrijke ombuigingsprogramma zijn sporen nalaten in onze stad en ook onze burgers raken. Gezien onze reservepositie zullen wij vanuit de gemeentelijke middelen slechts mondjesmaat nieuwe investeringen kunnen doen. Wij dienen ons de komende jaren te beperken tot het noodzakelijke en het onvermijdelijke. De financiële tegenwind is voor ons geen reden om het gewenste toekomstbeeld voor Vlaardingen 2030 bij te stellen en onze ambities overboord te zetten. De koers die wij hebben uitgezet blijft ongewijzigd, alleen het tempo waarin wij varen is de komende jaren noodgedwongen lager dan ons een jaar geleden voor ogen stond. Investeren, bezuinigen en hervormen blijft de weg om een duurzame toekomstbestendige gemeente aan een volgende generatie over te dragen. Wij hebben er alle vertrouwen in dat de Vlaardingse samenleving krachtig genoeg is om deze magere jaren goed te doorstaan. Wij worden daarin gesteund door de wijze waarop de Vlaardingse instellingen en organisaties hebben gereageerd op de Tussenbalans. Natuurlijk was er teleurstelling en vanzelfsprekend zijn er ook zorgen. Tegelijkertijd ontmoetten wij begrip voor de onvermijdelijkheid van onze keuzes. Wij worden vooral gesterkt door de wil, die wij bij de organisaties aantroffen, om te vernieuwen en met minder gemeentelijke middelen de Vlaardingse samenleving toch zo goed mogelijk te blijven bedienen.
2. Programmabegroting 2013-2016, Tussenbalans en Eerste begrotingswijziging 2013 Door het ontbreken van een door uw raad vastgestelde Voorjaarsnota en als gevolg van uw wens om in september over de Tussenbalans te beschikken, is er dit jaar sprake geweest van een bijzonder begrotingsproces. Er moesten meer producten dan gebruikelijk worden geleverd in een korter tijdsbestek. De vervaardiging van een meerjarenbegroting is een arbeidsintensief werk, dat de nodige tijd vergt. Het maken van deze Programmabegroting 2013-2016 en het opstellen van de Tussenbalans zijn twee parallelle trajecten geweest. In een ideale situatie zouden de voorstellen van de Tussenbalans nu in deze Programmabegroting zijn verwerkt. Dat is echter een onmogelijke opgave. Tijdens de raadsavond van 7 en 8 november leggen wij vijf documenten aan u voor, die nauw met elkaar samenhangen.Wij adviseren u ook deze in het debat in uw raad geïntegreerd te behandelen. Het gaat achtereenvolgens om de volgende stukken. 1. Tweede Voortgangsrapportage 2012 2. Begrotingswijziging 2012 n.a.v. de Tweede Voortgangsrapportage 3. Programmabegroting 2013-2016; dit stuk Deze begroting is technisch van aard. Dat betekent dat de budgetten uit de begroting 2012 nagenoeg ongewijzigd zijn doorgetrokken naar 2013 en volgende jaren. In de programmabegroting zijn de consequenties van de maatregelen uit de Tussenbalans nog niet verwerkt. Wij presenteren dus in de (primaire) begroting een compacte begroting met relatief weinig tekst. In het programmadeel worden per programma onze beleidsvisie, doelstellingen en voorgenomen activiteiten, kort benoemd. Daarnaast treft u het financiële deel en de paragrafen in deze programmabegroting aan.
4
II RAADSBESLUIT
Registr.nr. R.nr.
: 525821 : 47.2
Besluit van de gemeenteraad van Vlaardingen
De gemeenteraad van Vlaardingen, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 oktober 2012, R.nr. 47.1;
Besluit: 1.
De begroting 2013 conform vast te stellen;
2.
Kennis te nemen van de meerjarenbegroting 2014-2016.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Vlaardingen, gehouden op 7 en 8 november 2012
De griffier,
De voorzitter,
drs. E.W.K. Meurs
mr. T.P.J. Bruinsma
6
III PROGRAMMAPLAN
7
A. Bestuur van de stad
1. Bestuur, Dienstverlening en Participatie
Gemeenteraadsvergadering
Om de gemeentelijke overheidstaken efficiënt en effectief uit te voeren is een slagvaardige organisatie nodig, die haar taken adequaat uitvoert, met een kwalitatief goede dienstverlening. Dit uitgangspunt impliceert dat sommige taken anders georganiseerd zullen worden of zelfs afgestoten. Dat kan alleen als alle belanghebbenden daarbij worden betrokken: burgers, instellingen, omliggende gemeenten, het bedrijfsleven en de medewerkers van onze eigen gemeentelijke organisatie. De deregulering wordt voortgezet: er moeten minder regels komen die beter te handhaven zijn. Onder invloed hiervan zal de organisatie kleiner worden. Gemeenschapsgeld wordt op een sobere en doelmatige manier besteed. Een forse bezuiniging is noodzakelijk en mogelijk.
8
SPEERPUNTEN UIT COLLEGEPROGRAMMA 2011-2014 Goede dienstverlening, efficiënte organisatie Verbetering van de dienstverlening, terwijl de organisatie krimpt naar 578 FTE in 2014, willen wij bereiken door: § Renovatie van het stadskantoor Westnieuwland, wat leidt tot een centrale huisvesting van de organisatie. § Deregulering. § Vereenvoudiging van de werkprocessen. § Samenwerking met omliggende gemeenten. § Uitvoering geven aan de Vlaardingse manier van werken. § Uitbouw en versterking van het Gemeentelijk ContactCentrum. § Maximaal optimaal digitaal. § Uitvoering gemeentelijke dienstverleningsvisie; structurele verbetering dienstverlening. Participatie en medeverantwoordelijkheid Wij willen de betrokkenheid en zelfredzaamheid bewoners en ondernemers vergroten door: § Vroegtijdige participatie. § Meer groepen, waaronder jongeren en allochtonen, bereiken door nieuwe participatievormen (E-participatie). § Meer zeggenschap en verantwoordelijk van burgers voor de eigen woonomgeving. § Bestuurlijk experiment Federatie Broekpolder. Een financieel gezond Vlaardingen De financiële positie van de gemeente Vlaardingen blijft gezond door: § Sluitende meerjarenbegrotingen. § Realisatie van de bezuinigingsopdracht van € 17 miljoen structureel per 2014. § De instandhouding van de risicobuffer.
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 Doelstelling 1: Een sluitende begroting met verantwoorde risicobuffer 1. 2. 3.
4. 5.
Implementatie van de resultaten van de takendiscussie voor 2012 en voorbereiding daarvan voor de latere jaren. Versterken van de financiële functie en het financiële instrumentarium. De grondexploitaties worden jaarlijks, dus ook in 2013 voor de jaarrekening geactualiseerd. De uitgaven die drukken op de niet in exploitatie genomen gronden, zullen gedekt worden, mogelijk via op te stellen grondexploitaties. Saneren van het vastgoedbezit en inlopen van achterstallig onderhoud als dat onontkoombaar is. Het onderhoudsniveau waar naar wordt gestreefd is sober en doelmatig. Rijksbezuinigingen doorvertalen in de gemeentelijke begroting (in = uit).
Doelstelling 2: Een platte slanke organisatie die efficiënt en effectief opereert
1. 2. 3.
Een structureel sluitende begroting met een risicobuffer van uiteindelijk minimaal € 25 miljoen.
Een substantiële formatiereductie, waarbij de uiteindelijke formatie in 2014 maximaal 578 fte groot is.
Vacatures worden alleen intern opengesteld. Modernisering personeelsbeleid, o.m. gericht op vergroting van de mobiliteit. Samenwerken binnen en buiten de organisatie, los van tijd en plaats. Altijd toegang hebben tot informatie en applicaties met gebruik van alle mogelijke communicatiekanalen: Een integrale, flexibele en kostentransparante werkplek- en communicatieoplossing opzetten, zoals werkplek 2.0 en het nieuwe interactieve intranet is dé uitdaging voor de komende jaren.
9
Doelstelling 3: Een burgergerichte en efficiënte dienstverlening
1.
2.
3.
4. 5. 6. 7.
8.
9. 10.
Mede naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen van juni 2012 zal in 2013 nadrukkelijk worden ingezet op verdere verbetering van de dienstverlening op alle contactkanalen. Het thema zal worden geïntegreerd in de Vlaardingse Manier van Werken. Binnen de ambtelijke organisatie zal gewerkt worden aan een betere bewustwording van de gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de dienstverlening. Het management zal aan de hand van periodieke rapportages worden beoordeeld op de kwaliteit van de publiekscontacten van de eigen afdeling. Met gerichte training zal ingezet worden op eenheid in werkwijze binnen alle afdelingen en een kwaliteitsimpuls bij medewerkers van zowel de frontoffice (GCC) als de backoffice (afdelingen). Deze zal in de contacten leiden tot verbeteringen op de aspecten klantbejegening, taalgebruik en inhoudelijke kennis. Er zal meer gestuurd op pieken en dalen, zodat capaciteit efficiënt wordt gebruikt en wachttijden en doorlooptijden korter worden. Het gebruik van het Klantcontactsysteem en de kennisbank binnen de gehele gemeentelijke organisatie zal worden geoptimaliseerd. De Vlaardingse servicenormen zullen worden afgestemd op de nieuwe landelijke kwaliteitsnormen VNG/KING. De mogelijkheden van de huidige telefooncentrale zullen optimaal worden benut en er zal een grondige selectie plaatsvinden van een nieuwe multifunctionele telefooncentrale voor het gebouw Westnieuwland na de renovatie. Om de voortgang van de verbeteringen te monitoren zal de deelname aan de VNGBenchmarking Publiekszaken worden voortgezet, aangevuld met gericht onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid. Herontwerpen werkprocessen met accent op vraaggerichtheid en efficiency, gebruikmakend van de Lean-methodiek. Permanente aandacht voor nieuwe mogelijkheden voor versnelling afgifte omgevingsvergunningen.
Doelstelling 4: Actievere communicatie en participatie
1.
2. 3.
4. 5.
De tevredenheid van burgers, ondernemers en instellingen over onze dienstverlening is gelijk of groter dan in 2012 (cijfer 7,5) en hoger dan de gemiddelde score van alle deelnemende gemeenten aan de VNG-Benchmarking Publiekszaken.
Het aantal bewoners dat een actieve bijdrage levert aan de wijk stijgt (2011: 6,9 in Sociale Index)
De betrokkenheid van bewoners bij de buurt is toegenomen, mede door bewonersinitiatieven. Het gemeentenieuws in Groot Vlaardingen en de gemeentelijke website worden actief benut om bewoners te informeren en te betrekken. Met ingang van 2012 kent Vlaardingen de Sociale Index, een meetinstrument dat de sociale staat van de gebieden aangeeft en structureel meet. De uitkomsten worden in de leefbaarheidsplatforms besproken en benut om het sociaal-economisch beleid te richten. De klankbordgroepen in het kader van het Actieplan Wonen zijn ook in 2013 actief. Bewoners zijn betrokken en denken mee over de herstructurering van diverse wijken in Vlaardingen. In 2012 zijn in vier Vlaardingse wijken vouchers uitgereikt voor bewonersinitiatieven. Leefbaarheidsplatforms en regiegroepen spelen een belangrijke rol. Ook in 2013 wil Vlaardingen hiermee doorgaan. In 2013 wordt weer een aantal onderzoeken uitgevoerd via het internetpanel. Belangrijke onderzoeken zijn de Stadspeiling (twee-jaarlijks) en het meetinstrument Sociale Index. Met e-participatie is op kleine schaal gestart. In 2013 worden de pilotprojecten voortgezet.
10
FINANCIEEL DEEL Raming programma Raming programma (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
2012
2013
2014
2015
2016
15.629 1.591 -14.038
14.673 1.485 -13.189
14.163 1.465 -12.698
13.617 1.465 -12.153
13.554 1.465 -12.090
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
603 0 -14.641
853 0 -14.041
697 0 -13.395
581 464 -12.269
581 0 -12.670
Reserves en voorzieningen Naam reserve / voorziening (bedragen x € 1.000) Informatisering/kenniscentrum Onderhoud gebouwen Pensioenverplichting B&W Wachtgeldverplichting vm. wethouders 57-jarigen maatregel Frictiekosten takendiscussie
stand 01/01 toevoeging onttrekking 399 116 1.142 1.405 12 5.176 386 01.449
240 -
215 900
stand 31/12 515 2.536 5.201 386 0549
Reserve Informatisering/kenniscentrum Om de informatiehuishouding aan te passen aan de maatschappelijke en wettelijke eisen van deze tijd is in 2007 een incidenteel budget beschikbaar gesteld van € 1.050.000. Dit bedrag is bestemd voor het opbouwen van een kennisbestand, het ontwikkelen en bijhouden van een strategische kaart van Vlaardingen en het moderniseren en aapassen van de informatievoorziening aan de wettelijke eisen. De reserve wordt in de jaren 2011 tot en met 2014 aangevuld met de NUP gelden van de rijksoverheid. Reserve groot onderhoud gebouwen In de vergadering van 19 juni 2008 heeft de raad, conform ons voorstel, besloten tot bestemmen van een bedrag van € 2.740.000 voor groot onderhoud gebouwen (was voormalige onderhoudsvoorziening). Jaarlijks wordt het geraamde bedrag aan reserveringen voor groot onderhoud toegevoegd en daadwerkelijke uitgaven voor groot onderhoud onttrokken aan de reserve. Voorziening pensioenverplichting wethouders Dit betreft een voorziening om te kunnen voldoen aan de toekomstige pensioenverplichtingen van (ex)-wethouders. De voorziening en de jaarlijkse storting daarin wordt periodiek op actuariële basis herrekend. Onttrekking aan de voorziening betreft de uitkeringen van pensioenen en eventuele overheveling van pensioenverplichtingen.
11
Voorziening wachtgeldverplichting voormalige wethouders Betreft voorziening om te kunnen voldoen aan de wachtgeldverplichtingen van ex-wethouders. De voorziening wordt herrekend indien er in het aantal of de situatie van de ex-wethouders een mutatie optreedt. Voorziening 57-jarigenregeling In 2005 is de voorziening “57-jarigenregeling” gevormd om te kunnen voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de voor 57-jarigen getroffen regeling. De voorziening is in 2012 geheel aangewend. Frictiekosten takendiscussie Om de frictiekosten voortvloeiende uit de takendiscussie op te kunnen vangen is een voorziening getroffen van in totaal € 4.000.000. Zowel in 2011 als in 2012 is er € 2.000.000 aan de voorziening toegevoegd. Jaarlijks worden de werkelijke frictiekosten ten laste van deze voorziening gebracht.
Investeringen in dit programma Investeringsprogramma (b edragen x € 1.000)
Afsch. term ijn
2012
2013
2014
2015
2016
4 4 4
163 216 234
0 216 234
0 216 234
0 216 234
0 216 234
Verbetering Kw aliteit Dienstverlening Vervanging randapparatuur Vervanging centrale apparatuur
Specificatie begroting Burgerproduct (b edragen x € 1.000) Bestuursorganen
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2013
2013
2014
2014
2015
2015
2016
2016
2.768
100
2.719
100
2.653
100
2.653
100
Staf Directie en Bestuur
675
0
675
0
675
0
675
0
Bestuursondersteuning
2.164
259
2.121
239
2.075
239
2.062
239
Dienstverlening burgerzaken
3.976
1.022
4.078
1.022
3.970
1.022
3.956
1.022
Publieksinformatie
2.351
0
2.305
0
2.126
464
2.117
0
0
0
0
0
0
0
0
0
515
4
506
4
494
4
493
4
1.391
100
779
100
763
100
743
100
0
0
0
0
0
0
0
0
1.686
0
1.676
0
1.442
0
1.436
0
15.526
1.485
14.859
1.465
14.198
1.929
14.135
1.465
Vastgoedbeheer Griffie Bedrijfsvoering Intern gebouwbeheer Projectmatig werken Totaal
12
B. Beheer van de stad
2. Veiligheid en handhaving
Bike team van de Lichtblauwe Brigade
Uit vergelijkingen met andere steden, zowel binnen als buiten de regio, blijkt dat Vlaardingen qua veiligheid redelijk scoort. Ten opzichte van andere gemeenten is de veiligheidssituatie in onze stad zelfs verbeterd (in 2012). De inrichting en het beheer van de openbare ruimte, de samenstelling van het woningbestand, de sociale cohesie in de buurten, de aanwezigheid van de politie en handhavers, het zijn allemaal zaken die het gevoel van veiligheid van de Vlaardingers beïnvloeden. In en rond Vlaardingen is veel bedrijvigheid die voortdurende aandacht voor externe veiligheid nodig maakt.
13
SPEERPUNTEN UIT COLLEGEPROGRAMMA 2011-2014 Veiligheid in Vlaardingen is een punt van aandacht voor ons college. Dat krijgt onder meer vorm door: § Het opstellen van het integraal veiligheidsplan. § Het opstellen en uitvoeren van wijkveiligheidsplannen als onderdeel van de leefbaarheidsprogramma’s. § Onderzoek naar nut en noodzaak van invoering van mobiel cameratoezicht. § Actieve bestrijding van de hennepteelt, in combinatie met preventie. § Opstellen en uitvoeren visie externe veiligheid. § Vergroten verkeersveiligheid.
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 Doelstelling 5: Veiliger Vlaardingen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Vaststellen uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsplan Borging werkafspraken externe partners voortkomend uit uitvoeringsprogramma Integraal veiligheidsplan. Uitvoering ketenaanpak overvalcriminaliteit. Inzet en evaluatie programma Brandveilig Leven. Voortzetten aanpak bestuurlijke aanpak Hennepteelt Evaluatie convenant Tijdelijke huisvesting voor arbeidsmigranten uit Midden en Oost-Europa Evaluatie van inzet SUS-teams Lichtblauwe Brigade is in 2013 in dienst van maandag tot en met zaterdag van 08.00 - 22.00 uur en tijdens koopzondagen en evenementen. In 2012 is de tweede ster behaald voor het Keurmerk Veilig Ondernemen (o.a. aanpak winkeldiefstal). Het streven is uiterlijk in 2014 de 3e ster te hebben. Implementatie nieuw Paracommercieel beleid. Actualiseren Handhavingsarrangement voor horeca-inrichtingen, coffee- en growshops. Continuering buurtpreventie in 70% van de woonwijken.
Doelstelling 6: Een verkeersveilig Vlaardingen
1. 2.
3.
In de Veiligheidsrapportage daalt het aandeel inwoners dat zich vaak onveilig voelt, naar 2,0% in 2013 (3,6% in 2009, 2,6% in 2011).
Het totaal aantal verkeersslachtoffers in Vlaardingen neemt jaarlijks af.
Vaststellen en uitvoering geven aan Verkeersveiligheidsplan Vlaardingen. De kruising Beethovensingel / Deltaweg wordt niet als rotonde ingericht maar er wordt een eenvoudiger en goedkopere oplossing voorbereid die de situatie veiliger maakt. De technische voorbereiding vindt plaats in 2012 de uitvoering start in 2013. De Verkeersveiligheid op de Zwanensingel zal worden vergroot door de aanleg van vrijliggende fietspaden en een inrichting conform Duurzaam Veilig 2e fase.
14
FINANCIEEL DEEL Raming programma Raming programma (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
2012
2013
2014
2015
2016
9.440 63 -9.376
9.655 64 -9.591
9.543 64 -9.479
9.439 64 -9.375
9.431 64 -9.367
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
0 30 -9.346
0 30 -9.561
0 30 -9.449
0 30 -9.345
0 30 -9.337
Reserves en voorzieningen Naam reserve / voorziening (bedragen x € 1.000) Raak aanpak Veilige schoolzones Aanpak hennepkwekerijen
stand 01/01 toevoeging onttrekking 80 78 40 248 30
stand 31/12 80 38 218
Raak aanpak De RAAK aanpak is het landelijk actieplan ter bestrijding en voorkoming van kindermishandeling. Alle gemeenten in het land gaan deze methodiek invoeren. Vlaardingen is, als centrumgemeente, verantwoordelijk voor de implementatie in de NWN-regio. Reserve Veilige schoolzones Om schoolgaande kinderen zo veilig mogelijk naar school te laten lopen en fietsen zullen gedurende een aantal jaren minimaal twee projecten per jaar worden uitgevoerd. In 2013 zullen de laatste projecten worden gerealiseerd. Aanpak hennepkwekerijen In het kader van een bestuurlijke aanpak, gericht op het voorkomen van brandgevaarlijke situaties en het aanpakken van criminele organisaties, wordt een gespecialiseerd bedrijf ingehuurd voor de ontmanteling van de hennepkwekerijen. De reserve wordt aangewend om indirecte kosten te dekken van het opruimen van hennepkwekerijen.
Investeringen in dit programma Binnen dit programma zijn geen investeringen.
15
Specificatie begroting Burgerproduct (b edragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2013
2013
2014
2014
2015
2015
2016
2016
4.907
4
4.863
4
4.863
4
4.863
4
Integraal veiligheidsbeleid
602
20
601
20
600
20
600
20
Veiligheidsmaatregelen
-27
0
-27
0
-27
0
-27
0
Veiligheidsassistentie Handhaving
1.977 2.196
0 70
1.953 2.153
0 70
1.913 2.091
0 70
1.909 2.086
0 70
Totaal
9.655
94
9.543
94
9.439
94
9.431
94
Brandweer en rampenbestrijding
16
3. Groen en milieu
Oranjepark / t’ Hof
Duurzame ontwikkeling is een cruciale factor bij alle beleidsontwikkeling met een goede balans tussen sociale, ecologische en economische waarden. Het betekent dat in de huidige behoeften wordt voorzien zonder dat dit ten koste gaat van toekomstige generaties. De gemeente geeft hierin het goede voorbeeld. Gestreefd wordt naar een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie. Het gerenoveerde stadskantoor levert daaraan een grote bijdrage.
17
SPEERPUNTEN UIT COLLEGEPROGRAMMA 2011-2014 Duurzaamheid krijgt meer nadruk op alle beleidsterreinen. Dat betekent onder meer : · Opstellen van een programma duurzaamheid. · Omvorming van het Centrum voor Natuur- en Milieu Educatie tot een Duurzaamheidscentrum. · Afspraken met het bedrijfsleven over duurzaam ondernemen. · 100% duurzaam inkopen. · Uitvoering geven aan de regionale klimaatagenda. · Oplevering van het gerenoveerde stadskantoor Westnieuwland. Ons college zet in op behoud en verbetering van de groene en recreatieve waarde van Vlaardingen en het buitengebied door: · Gefaseerde uitvoering van het Integraal Inrichtingsplan Broekpolder in overleg met de Federatie Broekpolder. · De aanleg van de Oranjetunnel te bevorderen en de realisatie van de Blankenburgtunnel te voorkomen. · Een degelijk beheer van de openbare ruimte. · Goede en toegankelijke sportaccommodaties waardoor de inwoners van Vlaardingen gestimuleerd worden meer te bewegen. Het aantal mensen dat minimaal 30 minuten beweegt neemt jaarlijks met 3% toe.
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 Doelstelling 7: Vlaardingen is een opvallend groene stad
1. 2.
3.
4. 5.
6. 7.
Nieuwbouw-, renovatie- en herinrichtingsplannen worden standaard van een groenplan voorzien. De herinrichting begraafplaats Emaus is in 2012 gestart. Begin 2013 worden de werkzaamheden afgerond. De laatste groenwerkzaamheden in Park ’t Nieuwelant worden eveneens begin 2013 uitgevoerd. Uitvoering geven aan het groenplan Vlaardingen Blijvend Groen, met daarin opgenomen het uitvoeren van een Visual Tree Assesment (VTA controle) waarbij jaarlijks 1/3 van het bomenbestand wordt geïnspecteerd. Het integraal Inrichtingsplan Broekpolder wordt getemporiseerd uitgevoerd.. In de Broekpolder zijn de werkzaamheden van het struinbos (Klauterwoud), het natuurkerngebied (De Ruigte) en het padenplan in 2012 afgerond. De aanleg van het mountainbikeparcours wordt in 2013 uitgevoerd. Duurzaam bouwen wordt gestimuleerd, met daarbij een duurzaam ingerichte buitenruimte met voldoende groen. In het najaar van 2012 is gestart met het inzetten van runderen in de Broekpolder. Zij zullen onder andere de reuzenberenklauw bestrijden. De begrazing wordt na een jaar geëvalueerd.
Doelstelling 8: Vlaardingse buurten zijn leefbaar
1. 2. 3.
De waardering van Vlaardingers voor het groene karakter van hun stad blijft op het niveau van 2010 (7.2).
De waardering van de buurt, zoals blijkt uit de leefbaarheidmonitor, neemt toe. De betrokkenheid van bewoners bij de buurt is toegenomen. 70% van de vragen en klachten betreffende kleine reparaties in de openbare ruimte wordt binnen 5 werkdagen afgehandeld. Over de afhandeling van grotere reparaties wordt de vragensteller geïnformeerd.
Bewoners en organisaties worden betrokken bij het opstellen van de leefbaarheidprogramma’s 2013. Het ontwikkelen van nieuwe activiteiten en verder vorm geven aan participatiemogelijkheden voor organisaties en bewoners. Samenwerking met organisaties wordt geïntensiveerd bij beheer van openbaar gebied.
18
4. 5. 6.
7. 8.
9.
Middels een integraal bestek gaan Waterweg Wonen en Wijkbeheer de ‘gezamenlijke’ buitenruimte beheren. Het onderhoud van verschillende rotondes wordt aan marktpartijen overgedragen. De uitkomsten van de optimalisatie van de werkprocessen van de Buitenlijn worden in 2013 geïmplementeerd. Op verzoek van bewoners worden fysieke wijkschouwen uitgevoerd. Voor dit jaar wordt wederom een planmatig onderhoudsprogramma opgesteld, waarbij de onderhoudsmaatregelen aan groen, verharding en riolering zoveel mogelijk integraal worden aangepakt. Het buurtpark Oostwijk wordt heringericht. In Vlaardinger Ambacht, de Hogelaan/Parkweg en delen van de Westwijk en Holy worden dit jaar ondergrondse containers geplaatst of zijn er plaatsingsplannen opgesteld. Er worden in 2013 circa 300 containers geplaatst. Opknappen Touwbaan en omgeving.
Doelstelling 9: Vlaardingen is een milieuvriendelijke en duurzame stad
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De CO2-uitstoot in Vlaardingen is in 2025 met 40% afgenomen t.o.v. 1990. Het aantal mensen dat (ernstige) geluidhinder ondervindt en/of daardoor in hun slaap gestoord wordt neemt af. Alle relevante plannen bevatten een duurzaamheidsparagraaf.
Het opstellen, regisseren en uitvoeren van het uitvoeringsprogramma duurzaamheid. Duurzame gebiedsontwikkeling: het opstellen en uitvoeren van gebiedsgericht milieubeleid. Toekomstige bouw- en renovatieprojecten zo duurzaam en energiezuinig mogelijk uitvoeren en woningeigenaren stimuleren duurzaamheidsmaatregelen te treffen. Stimuleren en faciliteren van duurzame ontwikkeling initiatieven. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld. Maatregelen om het energieverbruik in gemeentelijke gebouwen terug te dringen. Gebruik van openbaar vervoer, auto's die rijden op milieuvriendelijke brandstof en fiets wordt gestimuleerd. Afspraken met bedrijfsleven over duurzaam ondernemen (green deal). Revolving fund voor duurzame investeringen wordt onderzocht. De Zwanensingel wordt opnieuw ingericht, waarbij onder andere geluidsreducerend asfalt zal worden aangebracht.
FINANCIEEL DEEL Raming programma Raming programma (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
2012
2013
2014
2015
2016
20.835 16.733 -4.102
19.700 16.059 -3.641
19.610 16.058 -3.552
19.591 16.057 -3.534
19.581 16.057 -3.524
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
801 0 -4.903
616 0 -4.257
715 0 -4.267
630 0 -4.164
616 0 -4.139
19
Reserves en voorzieningen Naam reserve / voorziening (bedragen x € 1.000) Egalisatie afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Egalisatie riolering Onderhoud daktuin
stand 01/01 toevoeging onttrekking 4.628 5 265 548 234 23 -
Bomenfonds
8
-
stand 31/12 4.633 813 257
2
6
Reserve afvalstoffenheffing/reinigingsrecht In de vergadering van 28 mei 2009 bij de vaststelling van de jaarstukken 2008 heeft de raad besloten een reserve in te stellen voor de afvalstoffenheffing. De voormalige voorziening is hiermee –vanwege verscherpte regelgeving- omgezet in een reserve. Reserve riolering In de vergadering van 28 mei 2009 heeft de raad besloten een reserve in te stellen voor de riolering. De voormalige voorziening is hiermee –vanwege verscherpte regelgeving- omgezet in een reserve. De gemeentelijke investeringen in ondergrondse afvalinzameling worden gedekt uit deze reserve. Daktuin parkeergarage stadhuis De gemeente heeft voor de daktuin een onderhoudsreserve ter egalisatie van de lasten. Bomenfonds Het fonds is bedoeld om in de directe nabijheid herplant of kwaliteitsverbetering van houtopstand in het openbare gebied te realiseren. Het fonds wordt gevoed door compensatiestortingen van derden (als geen vervangende aanplant kan plaatsvinden). Ieder jaar wordt een onttrekking geraamd van € 2.000.
Investeringen in dit programma Investeringsprogramma (b edragen x € 1.000)
Afsch.
2012
2013
2014
2015
2016
term ijn
Uitvoering nieuw Gem. Rioleringsplan (rendabel via tarieven)
10
1.040
1.040
1.040
1.040
1.040
Riolering ophogingsprogramma (rendabel via tarieven)
10
769
769
769
769
769
Ophalen grafkelders
10
0
152
0
0
0
Specificatie begroting Burgerproduct (b edragen x € 1.000)
Lasten 2013 4.586
Baten 2013 89
Lasten 2014 4.580
Baten 2014 88
Lasten 2015 4.506
Baten 2015 87
Lasten 2016 4.492
Baten 2016 87
Afvalverwijdering en -verwerking Riolering en grondwatertaken
7.707 5.649
9.182 5.939
7.707 5.650
9.182 5.939
7.707 5.648
9.182 5.939
7.707 5.648
9.182 5.939
Milieubeheer Lijkbezorging
1.636 738
35 814
1.630 758
35 814
1.621 738
35 814
1.620 729
35 814
20.316
16.059
20.325
16.058
20.221
16.057
20.197
16.057
Openb groen en openluchtrecreatie
Totaal
20
4. Verkeer en mobiliteit
Watersportweg
De Vlaardingse woonwijken en bedrijventerreinen zijn goed bereikbaar voor alle verkeersdeelnemers. Het verkeer kan in Vlaardingen goed doorstromen. Maar: doorgaand autoverkeer hoort niet in woonbuurten thuis en het stadscentrum is autoluw. Fietsen wordt gestimuleerd; daarvoor zijn goede en veilige fietsverbindingen beschikbaar. Het parkeerbeleid in Vlaardingen is doelmatig. Bij de aanleg van nieuwe rijks- en provinciale wegen moet het groene Midden-Delflandgebied worden ontzien. Vlaardingen is voor de aanleg van de Oranjetunnel en tegen de Blankenburgtunnel.
21
SPEERPUNTEN UIT COLLEGEPROGRAMMA 2011-2014 § § § § § § § § §
Goede bereikbaarheid van de Vlaardingse woonwijken en bedrijventerreinen. Een autoluw centrum en geen doorgaand autoverkeer door de woonwijken. Nieuwe Westelijke Oeververbinding: Vlaardingen is voor de aanleg van de Oranjetunnel en tegen de Blankenburgtunnel. Hoge verkeersveiligheid. Goede doorstroming. Omvorming Hoekselijn tot lightrail. Kwaliteit Openbaar Vervoer. Goede en snelle fietsverbindingen. Doelmatig parkeerbeleid.
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 Doelstelling 10: Vlaardingen is goed bereikbaar en goed ontsloten voor alle verkeer. 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Het aantal Vlaardingers dat de bereikbaarheid van de stad voldoende vindt neemt toe.
In samenwerking met Schiedam, Maassluis, Delft en (andere gemeenten in) de regio Haaglanden de aanleg van de Oranjetunnel als nieuwe westelijke oeververbinding bevorderen. De verkeersregelinstallaties op een aantal kruispunten moeten vervangen worden. Vaststellen en uitvoering geven aan Verkeersveiligheidsplan Vlaardingen. Uitvoering verkeerscirculatieplan Groot Vettenoord. Vlaardingen blijft zich bij de stadsregio Rotterdam inzetten voor personenvervoer over water en voor de ombouw van de Hoekse Lijn tot lightrail. De herinrichting van de Westhavenplaats is eind 2012 gestart en wordt dit jaar afgerond. Volgens de planning worden dit jaar 9 bushaltes omgebouwd volgens de eisen haltetoegankelijkheid van het Rijk. In overleg met ondernemers en bewoners wordt onderzocht hoe de Rivierzone beter ontsloten kan worden.
Doelstelling 11: Een openbare ruimte waarbij het onderhoudsniveau overeenkomt met het duurzame kwaliteitsniveau minimaal ‘sober’.
1. 2. 3. 4.
Opstellen van een (integrale) visie op de Openbare Ruimte. Actualiseren van het beleids- en beheerplan voor Wegen. Fase 3 en 4 van de Kruidenbuurt wordt opgehoogd. De herinrichting van de Parkweg en Hogelaan wordt afgerond. Afronden van een beleidsplan voor Openbare Verlichting.
22
FINANCIEEL DEEL Raming programma Raming programma (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
2012
2013
2014
2015
2016
15.617 1.387 -14.230
15.735 1.517 -14.218
15.832 1.517 -14.316
15.891 1.517 -14.374
15.734 1.517 -14.218
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
9 80 -14.159
3 950 -13.271
3 895 -13.424
3 881 -13.496
3 881 -13.340
Reserves en voorzieningen Naam reserve / voorziening (bedragen x € 1.000) Tunnel Marathonweg/Aanpassen Marathonweg Infrastructuur Sluisplein Openbare ruimte Marnixlaan
stand 01/01 toevoeging onttrekking 910 290 248 -
stand 31/12 910290 248
Reserve Marathonweg Ten behoeve van de ondertunneling van de spoorbaan van de Marathonweg is een bestemmingsreserve gevormd. Gekoppeld aan de realisatie van de lightrail door de stadsregio zal een definitieve go-beslissing aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Op dat moment kan ook bekeken worden welk extra beroep op het vermogen van de gemeente Vlaardingen noodzakelijk is. Reserve infrastructuur Sluisplein Ten behoeve van de infrastructuur Sluisplein is een bestemmingsreserve gevormd. In 2007 is het ontwerpen, construeren en besteksgereed maken van de aanpassing van Sluisplein en Deltaweg aanbesteed. Er is gestart met de uitwerking van het reeds vastgestelde verkeerskundig ontwerp. De werkzaamheden zijn nagenoeg gereed en de resterende kosten worden gemaakt in 2012/2013 Reserve openbare ruimte Marnixlaan. Bij de resultaatsbestemming van de jaarrekening 2011 zijn rijksmiddelen gestort in deze reserve Aanwending vindt plaats als de openbare ruimte rondom het bouwproject aan de Marnixlaan in 2013 wordt afgerond.
Investeringen in dit programma Investeringsprogramma (b edragen x € 1.000)
Afsch.
2012
2013
2014
2015
2016 0
term ijn
Lus Vijfsluizen
25
0
0
3.500
0
Spoortunnel Marathonw eg
40
13.000
0
0
0
0
Aanschaf tractiemiddelen
5
134
134
134
134
134
Aanschaf verlichting
15
320
320
320
320
320
Verkeersregelinstallaties
10
175
175
175
175
175
Uitbreiding gebied betaald parkeren (rendabel via tarieven)
10
100
100
100
100
100
23
Specificatie begroting Burgerproduct (b edragen x € 1.000) Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen Parkeren Waterbeheer Totaal
Lasten 2013 12.718 1.757
Baten 2013 982 40
Lasten 2014 12.788 1.770
Baten 2014 967 0
Lasten 2015 12.879 1.738
Baten 2015 953 0
Lasten 2016 12.724 1.750
Baten 2016 953 0
913 351
1.383 62
933 344
1.383 62
937 340
1.383 62
938 326
1.383 62
15.738
2.467
15.835
2.412
15.894
2.398
15.737
2.398
24
C. Ontwikkeling van de stad
5. Wonen
Bouw van Vlaardings Geluk, Babberspolder Oost
Vlaardingen zal zich verder ontwikkelen tot een attractieve woon- en werkstad, met meer variatie in het woningaanbod. Het groene karakter van de stad en het haar buitengebied, de aanwezigheid van bedrijvigheid en een goed aanbod van culturele voorzieningen vormen belangrijke factoren hierin. Een voortvarende uitvoering van het Actieplan Wonen is zeer belangrijk voor de toekomst van de stad. Het gaat daarbij om meer dan het bouwen en verbetering van woningen alleen: het gaat vooral over het verbeteren van de positie van wijkbewoners, het versterken van sociale structuren en het verbeteren van de leefbaarheid in de wijken.
25
SPEERPUNTEN UIT COLLEGEPROGRAMMA 2011-2014 De uitvoering van het Actieplan Wonen heeft hoge prioriteit. Het Actieplan Wonen behelst meer dan alleen het bouwen en renoveren van huizen: met de corporaties, ontwikkelaars en bewoners werken we aan aantrekkelijke woonmilieus en verbeteren van de leefbaarheid. In deze bestuursperiode zetten wij in op: § Voortzetting van de gebiedsgerichte uitwerking, die is gebaseerd op gebiedsvisies. § Ontwikkeling van de Rivierzone. § Herijking van het uitvoeringsprogramma als gevolg van de economische situatie. § Prioriteit bij woningbouwprojecten in de Babberspolder-Oost, Holy Zuidoost en het Buizengat. § Maatschappelijke investeringen blijven onlosmakelijk verbonden aan het Actieplan wonen.
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 Doelstelling 13: Vlaardingers kunnen hun wooncarrière in Vlaardingen doorlopen.
1. 2.
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
De uitvoering van het Actieplan Wonen, gebaseerd op gebiedsvisies en een stedelijk programma waarin de gewenste ontwikkeling van wijken/buurten is aangegeven. Als gevolg van de marktontwikkeling na de kredietcrisis zullen de nieuwbouwambities moeten worden bijgesteld. Vanaf 2014 wordt vooralsnog uitgegaan van circa 300 nieuwbouwwoningen per jaar. Binnen de mogelijke productie is de segmentering binnen de projecten belangrijk om op de vraag te kunnen reageren. Uitvoering geven aan de prestatieafspraken en de deelovereenkomst doelgroepen daarin uitbreiden met bijzondere doelgroepen (o.a. MOE-landers en asielzoekers). Vlaardingse belangen inbrengen bij de regionale verstedelijkingsafspraken en volkshuisvestingsrichtlijnen. Aandacht voor doelgroep met inkomen tussen 33.000 en 43.000 euro. Met corporaties worden afspraken gemaakt over bijzondere koop-huurvormen voor bewoners zoals "koopgarant', "slimmer kopen, "te woon", etc. Als gevolg van de marktontwikkeling is naast duurzame nieuwbouw investeren in (duurzame) hoogwaardige renovatie ook een middel om de productie op peil te houden. Bij besluiten tot sloop worden bewoners betrokken. Huurdersraad en betreffende bewonerscommissie hebben gekwalificeerd adviesrecht. Kunst en cultuur wordt betrokken bij de herinrichting van wijken. In 2013 wordt ingezet op de start ontwikkeling Buizengat en Rivierzone.
Doelstelling 14: Vlaardingen heeft een actueel ruimtelijkeordeningskader
1.
2.
In 2013 worden in Vlaardingen 200 nieuwe woningen opgeleverd. Het aantal vertrekkers vanwege het niet kunnen krijgen van een woning neemt af.
Vanaf 1 juli 2013 zijn alle bestemmingsplannen in Vlaardingen jonger dan 10 jaar.
Uiterlijk op 1 juli 2013 zal voor de laatste gebieden waarvoor nog een actualisatie van het bestemmingsplan noodzakelijk was de procedure worden afgerond (vaststelling door gemeenteraad). Afhankelijk van de ontwikkelingen rondom de nieuwe Omgevingswet zal de huidige Structuurvisie worden aangepast.
26
FINANCIEEL DEEL Raming programma Raming programma (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
2012
2013
2014
2015
2016
1.375 63 -1.312
2.027 94 -1.933
2.018 0 -2.018
2.005 100 -1.905
2.004 100 -1.904
1.500 2.441 -371
94 102 -1.924
0 102 -1.916
100 102 -1.903
100 102 -1.902
Reserves en voorzieningen Naam reserve / voorziening (bedragen x € 1.000) Herinrichting en uitgifte groenstrook Het Scheur Actieplan wonen Implementatie omgevingsvergunningen Voorziening Particuliere woningverbetering
stand 01/01 toevoeging onttrekking 33 1 6 3.574
-
63
stand 31/12 33 1 6 3.511
Reserve herinrichting en uitgifte groenstrook bedrijventerrein Het Scheur Uit het resultaat 2005 is € 320.000 beschikbaar gesteld voor de afgesloten grondexploitatie Het Scheur. De werkzaamheden voor deze groenstrook worden in sobere mate uitgevoerd waardoor de reserve in 2012 is teruggebracht tot € 33.000. Reserve Actieplan wonen Om een versnelling aan te brengen in de woningproductie met meer differentiatie en kwaliteit is tot deze reserve besloten. Met ingang van 2013 worden uitgaven terzake direct in de begroting opgenomen zodat de reserve ophoudt te bestaan. Reserve implementatie omgevingsvergunningen De Wabo is sinds 1 oktober 2010 van kracht. De gemeentelijke verordeningen en regelgeving is “Wabo proof”gemaakt. 2011 is het eerste volle jaar dat de Wabo van kracht is. De reserve wordt aangewend voor actualisatie van regelgeving of interne procedures bij de gemeente zelf of bij verbonden partijen. In 2012 wordt ca. €60.000 aan de reserve. De reserve is hiermee opgeheven. Voorziening particuliere woningverbetering De voorziening particuliere woningverbetering hangt samen met maatregelen uit het actieplan Wonen. Het voorziet erin particulieren te ondersteunen bij het kwalitatief op peil houden van de woningvoorraad en de afdekking van de rentetoerekening revolving fund van €63.000 welke onderdeel vormt van de financiële vaste activa.
Investeringen in dit programma Binnen dit programma zijn geen investeringen.
27
Specificatie begroting Burgerproduct (b edragen x € 1.000) Woningbouw en Volkshuisvesting Stadsvernieuwing Totaal
Lasten 2013 2.121 0
Baten 2013 196 0
Lasten 2014 2.018 0
Baten 2014 102 0
Lasten 2015 2.105 0
Baten 2015 202 0
Lasten 2016 2.104 0
Baten 2016 202 0
2.121
196
2.018
102
2.105
202
2.104
202
28
6. Economie en haven
Opening Koggehaven
Vlaardingen heeft onvoldoende arbeidsplaatsen en veel Vlaardingers maken gebruik van inkomens- en bijstandsvoorzieningen. Er zijn dan ook meer werkgevers en banen nodig. De gemeente speelt een actieve rol in het stimuleren van de lokale economie en weet wat er bij de Vlaardingse ondernemers leeft. Daarbij maakt zij gebruik van de goede bereikbaarheid van de stad en de ruimte om bestaande en nieuwe duurzame bedrijvigheid en werkgelegenheid mogelijk te maken. Met de Koningin Wilhelminahaven, Vulcaanhaven, Zevenmanshaven, Koggehaven en de zeesteigers op de rivier, is Vlaardingen de vijfde zeehavenstad van Nederland.
29
SPEERPUNTEN UIT COLLEGEPROGRAMMA 2011-2014 De economische structuur van Vlaardingen behoeft versterking. Het aantal arbeidsplaatsen is voor een stad van deze omvang gering. Veel inwoners doen een beroep op inkomens- en bijstandsvoorzieningen. Voor ons beleid betekent dat: § Opstellen van een Actieplan Economie, gericht op het creëren van een aantrekkelijk ondernemingsklimaat, welvaart en werkgelegenheid met als inzet: - Meer duurzame en innovatieve bedrijvigheid (cleantec, haven, logistiek); - Revitalisering van de bedrijventerreinen Vergulde Hand en Groot Vettenoord; - Invoering van parkmanagement op deze bedrijventerreinen. § Adequate dienstverlening, maximaal optimaal digitaal met oog voor de belangen van ondernemers § Verdere ontwikkeling Rivierzone, met de KW-haven als prioriteit. § Versterken relatie onderwijs – arbeidsmarkt. Voor het Stadshart is onze inzet: § Betere benutting van en voorkoming van schade aan het Veerplein. § Versterking van de Hoogstraat. § Autoluw centrum, o.a. door realisatie flexibele afsluiting van de Westhavenplaats. § Herijking van het parkeerbeleid op basis van evaluatie. § Renovatie van het stadskantoor aan het Westnieuwland. § Herinrichting van de Markt. § Vergroten van de veiligheid, zo mogelijk met de inzet van mobiele camera’s.
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 Doelstelling 15: Behouden en bevorderen van de werkgelegenheid in Vlaardingen
1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9.
10.
Uitvoering geven aan de doelstellingen, zoals vastgelegd in het Actieplan Economie. Verbetering van het profiel van de noordwesthoek van de stadsregio in samenwerking met de buurgemeenten. Verdere uitbouw van accountmanagement voor bedrijven. Voortzetten verbetering bedrijventerrein Groot Vettenoord en opstellen businesscase verzakelijking voor de Vergulde Hand. Stimulering vestiging beroepsonderwijs, stimulering vestiging duurzame bedrijvigheid en stimulering realisatie woonwerkcombinaties en kleinschalige bedrijvigheid in de wijken. Er wordt in 2013 op 2 locaties in de KW-haven gestart met kade-renovaties. Hierdoor zijn er tijdelijk minder ligplaatsen beschikbaar. De mogelijkheden voor aanleg van walstroom in de KW-haven wordt bij de plannen betrokken. De herinrichting van het Winkelcentrum in de Westwijk wordt dit jaar uitgevoerd. De aanleg van de Koggehaven is gerealiseerd. Dit jaar wordt de inrichting van de buitenruimte afgerond. In totaal bezochten in 2011 2470 zeeschepen de Vlaardingse havens, waarbij bijna 12 miljoen ton is overslagen. Ondanks de crisis trachten wij dit jaar hetzelfde aantal ton te laten overslaan. Meewerken aan terugkomst V&D vestiging in Vlaardingen.
Doelstelling 16: Vitalisering Binnenstad
1. 2.
3.
Het aantal arbeidsplaatsen in Vlaardingen is in 2013 minimaal even groot als in 2011 (2011: 20.060).
De waardering voor het stadscentrum is in 2013 hoger dan 6,8.
Voortzetten realisatie van het Uitvoeringsplan Binnenstad. Versterking van de binnenstad door aandacht voor de historische kern, facilitering van horeca en leisure Veerplein alsmede verbetering van de beeldkwaliteit, in samenwerking met de Stichting Stadsherstel. Uitvoering geven aan de nota detailhandel 2012.
30
4. 5. 6. 7.
Opstellen van een businessplan om te komen tot het privatiseren van de exploitatie van de weekmarkt Organiseren en faciliteren van culturele evenementen die bijdragen aan de levendigheid van de binnenstad (o.a. Uitmarkt Veerplein). Door de herinrichting van de Markt en de herinrichting van de Westhavenplaats in 2013, wordt een impuls gegeven aan een vitalere en aantrekkelijker binnenstad. Uitvoering Citymarketingbeleidsplan.
FINANCIEEL DEEL Raming programma Raming programma (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
2012
2013
2014
2015
2016
22.127 20.812 -1.315
23.524 22.455 -1.069
23.595 22.418 -1.176
23.486 22.388 -1.098
23.583 22.388 -1.195
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
15 0 -1.330
0 0 -1.069
0 0 -1.176
0 0 -1.098
0 0 -1.195
Reserves en voorzieningen Naam reserve / voorziening (bedragen x € 1.000) Revitalisering binnenstad Exploitatie Revolving fund Fonds aanpak recessie Vop Oost Reserve 40+ wijk Babberspolder Vouchers bewonersinitiatieven Erfpachtgronden Babberspolder-Oost
stand 01/01 toevoeging onttrekking 567 112 94 102 1.405 500 326 54 497
-
stand 31/12 567 104 1.405 500 326 54
-
497
Reserve Revitalisering binnenstad De reserve dient om te zorgen dat de binnenstad een aantrekkelijk verblijfsgebied wordt en blijft. Reserve exploitatie complexen (revolving fund) Jaarlijks wordt een bedrag van € 102.101 onttrokken ten gunste van de exploitatie ter afdekking van de rentetoerekening revolving fund welke onderdeel vormt van de financiële vaste activa. Fonds aanpak recessie Dit fonds is bestemd voor extra stimuleringsmaatregelen om de lokale recessie aan te pakken. De nu nog beschikbare middelen zijn bestemd voor verkeermaatregelen Beethovensingel – Deltaweg en voor herstructurering bedrijventerreinen. Vop-Oost Het betreft hier een reservering voor ontwikkelingen binnen de Vop-Oost. Reserve 40+ wijk Babberspolder Via de algemene uitkering is een bedrag ontvangen voor het opknappen van oudere wijken, de
31
zogenaamde 40+ wijken en voor het verbeteren van de leefkwaliteit in die wijken. Vouchers bewonersinitiatieven In 2011 heeft de gemeente van het Rijk € 100.000,- ontvangen voor de uitvoering van het project Vouchers. Voorziening Erfpachtgronden Babberspolder-oost De herstructurering van de Babberspolder-oost omvat percelen welke de gemeente eeuwigdurend dan wel voor een bepaalde tijd in erfpacht heeft uitgegeven aan de woningbouwcorporatie Waterweg Wonen. In de toekomst zullen de betreffende percelen grond exclusief de openbare ruimte volledig in eigendom toekomen aan Waterweg Wonen waartoe in de realisatieovereenkomst een tijdsplanning is opgenomen gekoppeld aan de verschillende fasen van herontwikkeling. Bij een volledige eigendomsverkrijging door Waterweg Wonen zal aan gemeentezijde een volledige afwaardering moeten plaatsvinden van de voorraad erfpachtgronden voor een bedrag van € 0,74 mln. Investeringen in dit programma Investeringsprogramma (b edragen x € 1.000)
Afsch.
2012
2013
2014
2015
2016
2.250
0
0
2.250
0
term ijn
Vernieuw en kades KW-haven
40
Specificatie begroting Burgerproduct (b edragen x € 1.000) Ruimtelijke ordening Bouwgrondexploitatie Havens Handel Economische ontwikkeling Stadspromotie Totaal
Lasten 2013 1.071 18.995
Baten 2013 0 21.051
Lasten 2014 1.050 18.972
Baten 2014 0 21.014
Lasten 2015 1.021 18.961
Baten 2015 0 20.984
Lasten 2016 1.019 18.946
Baten 2016 0 20.984
1.683 481
1.220 184
1.830 462
1.220 184
1.796 448
1.220 184
1.932 427
1.220 184
927 368
0 0
913 368
0 0
892 368
0 0
891 368
0 0
23.524
22.455
23.595
22.418
23.486
22.388
23.583
22.388
32
7. Jeugd en onderwijs
Nieuwe Prins Willem Alexanderschool
De gemeente Vlaardingen wil er een bijdrage aan leveren dat alle Vlaardingse jongeren terugkijken op een fijne jeugd, waarin ze kansrijk, gezond en veilig zijn opgegroeid en hun talenten optimaal hebben kunnen ontwikkelen. De omstandigheden waarin een kind opgroeit, zijn hierbij mede bepalend. Het gezin, de buurt, de school, verenigingen, vriendjes en vriendinnetjes: ze zijn allemaal van invloed op het opgroeien en dus op de mate waarin kinderen in staat zijn hun talenten optimaal te ontwikkelen. Ook het jeugd- en onderwijsbeleid is daarbij van invloed. De focus ligt uiteraard op kinderen en jongeren, maar een kind- en jongerenvriendelijke stad is óók goed voor volwassenen en ouderen en zal de groei van de stad in vele opzichten positief beïnvloeden.
33
SPEERPUNTEN UIT COLLEGEPROGRAMMA 2011-2014 Optimale ontplooiing van ieders talenten. Onderwijs sluit aan bij de capaciteiten van het kind. Aandachtspunten hierbij zijn: § Kindvriendelijke stad. § Ruimte voor jongeren in de leefomgeving. § Rijksbeleid op het gebied van onderwijs en jeugdzorg. § Het aanbod van onderwijsvoorzieningen. § Maatschappelijke functie van scholen § Relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt. § Ondersteuning van ouders die dat nodig hebben. § Zicht op en hulp voor jeugdigen en gezinnen met risico’s.
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 Doelstelling 17: Ruimte voor de jeugd
1. 2.
3. 4.
In iedere wijk een geschikte buitenplek creëren waar jongeren kunnen samenkomen; met jongeren en omwonenden worden afspraken gemaakt over de inrichting en gebruik; Er is een start gemaakt met de uitvoering van het nieuwe speelruimteplan met als onderliggende filosofie 'beter minder, kwalitatief goede en goed onderhouden speelplaatsen, dan veel van matige kwaliteit'; Voorkomen en bestrijden van jeugdoverlast door groepsaanpak; Intensivering individuele en outreachende aanpak van het jongerenwerk.
Doelstelling 18: Vlaardingen heeft een goed opvoed- en opgroeiklimaat
1. 2. 3. 4.
5. 6.
a. Jeugd is in de gelegenheid elkaar te ontmoeten en hun vrije tijd zinvol te besteden: § de kwaliteit van leefbaarheid in de stad neemt toe, § jeugd is actief en betrokken (burgerschap), § ervaren jeugdoverlast neemt af. b. Het percentage inwoners dat zegt dat overlast van jongeren vaak voorkomt, neemt af en er is voldoende speelruimte voor de jeugd afgestemd op leeftijdsgroepen.
a. Het gebruik van opvoed- en opgroeiondersteuning wordt zo goed mogelijk afgestemd op de behoefte; b. Onder regie van het CJG en de gemeente komen instanties zo snel mogelijk tot één plan van aanpak na een melding van ernstige problematiek bij een jeugdige en/of gezin en/of waarbij sprake is van knelpunten in de hulpverlening.
Voorbereiden op de implementatie van de wet Zorg voor de Jeugd; Doorontwikkelen Centrum voor Jeugd en Gezin; Realiseren schoolondersteuningsteams op alle Vlaardingse scholen; Versterken van de rol van de Pedagogische Civil Society (de omgeving als mede-opvoeder), onder andere door de samenwerking tussen gesubsidieerde jeugdverenigingen en het Centrum voor Jeugd en Gezin te versterken; Het realiseren van sluitende hulpverlening (met speciale aandacht voor jongvolwassenen van 16 t/m 22 jarigen en onder meer door een sluitende aanpak van zwerfjongeren); Het bevorderen van het gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
34
Doelstelling 19: In Vlaardingen wordt goed onderwijs gegeven
1.
· · · 2. 3. 4.
5.
a. Het aantal voortijdige schoolverlaters in Vlaardingen neemt af met 10%; b. Alle kinderen beginnen zonder achterstand aan de basisschool; c. Alle kinderen behalen minimaal een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.
Er wordt een begin gemaakt met de uitvoering van de nieuwe onderwijsvisie “Alle kinderen zijn kansrijke kinderen”; daarin staan drie gedachtelijnen centraal: doorlopende leerlijn, doorlopende zorglijn, doorlopende werklijn; Scholen ondersteunen om systemen en meldingen te optimaliseren waardoor leerplichtambtenaren zo vroeg mogelijk in actie kunnen komen; Na een verkennend onderzoek is het streven de leerplichttaken samen met Schiedam en Maassluis regionaal uit te gaan voeren; Het maken van afspraken met (de samenwerkingsverbanden bij) het onderwijs over de aansluiting tussen het gemeentelijk jeugd- en onderwijsbeleid en de nieuwe ontwikkelingen binnen het 'Passend Onderwijs'; Schoolgebouwen worden bezien op een gezond binnenklimaat en de fysieke veiligheid.
FINANCIEEL DEEL Raming programma Raming programma (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
2012
2013
2014
2015
2016
15.923 2.419 -13.504
17.074 2.560 -14.514
16.858 2.560 -14.298
16.638 2.560 -14.078
17.323 2.560 -14.763
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
111 563 -13.052
111 701 -13.924
111 698 -13.711
111 690 -13.498
111 1.540 -13.333
Reserves en voorzieningen Naam reserve / voorziening (bedragen x € 1.000) Onderwijshuisvesting
stand 01/01 toevoeging onttrekking 1.278 701
stand 31/12 577
Reserve onderwijshuisvesting De reserve onderwijshuisvesting is gevormd ter afdekking van de lasten die op grond van de verordening huisvesting onderwijs worden gemaakt. De aanwending bestaat voor de jaren 2013 – 2016 uit de dekking van de recente investeringen in nieuwe schoolgebouwen.
35
Investeringen in dit programma Investeringsprogramma (b edragen x € 1.000)
term ijn
Babberpolder-Oost cluster I
40
Afsch.
2012
2013
2014
2015
2016
0
0
0
0
13.854
Specificatie begroting Burgerproduct (b edragen x € 1.000)
Lasten 2013 15 13
Baten 2013 0 0
Lasten 2014 14 13
Baten 2014 0 0
Lasten 2015 14 12
Baten 2015 0 0
Lasten 2016 14 12
Baten 2016 0 0
Onderwijsaccomodaties Onderwijsactiviteiten
3 1.506
0 16
3 1.489
0 16
3 1.464
0 16
3 1.463
0 16
Onderwijsachterstandenbestrijding Jeugd
3.050 1.876
2.469 0
3.048 1.870
2.469 0
3.047 1.862
2.469 0
3.047 1.860
2.469 0
Kinderopvang Onderwijshuisvesting
2.790 7.933
0 776
2.745 7.787
0 773
2.707 7.639
0 765
2.586 8.450
0 1.615
17.185
3.261
16.969
3.258
16.748
3.250
17.434
4.100
Primair onderwijs Voortgezet onderwijs
Totaal
36
D. Mensen en voorzieningen
8. Welzijn en zorg
Marnix Revalidatiecentrum
De gemeente Vlaardingen staat voor de uitdaging om met minder geld mensen te laten meedoen in de samenleving. Dat is mogelijk, maar het vraagt een andere manier van werken, een andere verhouding tussen individuele en collectieve zorg. De directe omgeving van een cliënt wint aan belang, er ligt meer verantwoordelijkheid voor het maatschappelijk middenveld. De gemeente zoekt meer samenwerking met welzijnsorganisaties, zorg instellingen en vrijwilligersorganisaties.
37
SPEERPUNTEN UIT COLLEGEPROGRAMMA 2011-2014 Op het gebied van de zorg / Wet maatschappelijke ondersteuning willen wij komen tot kanteling van de WMO. Collectieve zorg wordt omgebogen naar individueel zorg, waarbij maatwerk en een meer gerichte inzet van middelen mogelijk wordt. Uitgangspunten zijn: § de gemeente treedt op als coördinator/regisseur en brengt het aanbod, samen met organisaties in kaart; § burgers mogen worden geacht om, waar mogelijk, zelf bij te dragen aan het ontstaan van een sterke, sociale samenleving; in dat verband mag van hen worden gevraagd dat ze zoveel mogelijk gebruik maken van eigen kracht en zelfsturend vermogen; § preventie en facilitering gaan vóór hulpverlenen; § ondersteuning is afhankelijk van de zwaarte van de beperking(en) en wordt gerealiseerd op basis van de volgende randvoorwaarden: a. zo snel mogelijk regelen b. zo licht mogelijk, zo zwaar als noodzakelijk c. zo min mogelijk doorverwijzen d. zo veel mogelijk een beroep doen op eigen verantwoordelijkheid Bij deze uitgangspunten geldt: § burgers benutten optimaal de eigen mogelijkheden en talenten; § de gemeente en/of instellingen ondersteunen - anders dan voorheen - vanuit het principe “van zorgen voor, naar zorgen dat”: niet het verstrekken van voorzieningen maar het bereiken van resultaat staat voorop. Zelfstandig wonende mensen die daarbij relatief zware beperkingen ondervinden, kunnen op dit moment een beroep doen op AWBZ gefinancierde vormen van begeleiding. De verantwoordelijkheid voor het bieden van compenserende maatregelen voor deze groep komt, ondanks uitstel van besluitvorming op rijksniveau, naar verwachting in de toekomst bij de gemeenten te liggen.
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 Doelstelling 20: Vlaardingers nemen zo lang, zo gezond en zo zelfstandig mogelijk deel aan de samenleving.
1. 2. 3.
a. Uit de eerstvolgende gezondheidsenquête (2013) van de GGD blijkt dat het percentage inwoners dat rookt en overmatig drinkt,.is gedaald ten opzichte van de vorige meting (2009); b. Uit de jaarlijkse Wmo-benchmark blijkt dat meer dan 90% van de inwoners tevreden is over de door de gemeente geboden ondersteuning ten behoeve van een zo zelfstandig mogelijke deelname aan de samenleving; c. Uit de jaarlijkse Wmo benchmark blijkt dat het percentage inwoners, dat tevreden is over de gemeentelijke inzet rond het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking, op of boven het gemiddelde van andere gemeenten van vergelijkbare grootte ligt.
Voorlichtingsactiviteiten over de gevaren van overmatig gebruik van genotmiddelen; De gemeente brengt samen met organisaties het aanbod van zorg - gesubsidieerd en niet gesubsidieerd- in kaart; In 2013 worden stappen gezet om zo snel mogelijk te starten met vraagverhelderingsgesprekken (keukentafelgesprekken) met mensen die zich met
38
4.
5. 6.
7.
ondersteuningsvragen in het kader van de Wmo tot de gemeente wenden; Bij het organiseren van compensatie van beperkingen bij mensen met ondersteuningsbehoefte in het kader van Wmo zullen individuele voorzieningen meer dan voorheen pas in laatste instantie worden ingezet; eerst wordt nagegaan in hoeverre eigen kracht, eigen sociale omgeving en/of algemene voorliggende voorzieningen soelaas kunnen bieden; Ondersteuning van experimenten voor nieuwe woon- leef- en zorgconcepten; Het creëren en beter toegankelijk maken van ontmoetingsplekken, zoals gemeentelijke gebouwen die openbaar toegankelijk zijn (incl. buitenruimte), ontmoetingscentra, sportaccommodaties, scholen; Bevorderen sport- en bewegingsactiviteiten (uitvoering programma “Vlaardingen Actief en Gezond”) ter bevordering van een gezonde leefstijl en ter voorkoming van overgewicht/obesitas; dit bij voorkeur via de reguliere organisaties.
Doelstelling 21: Dak en thuislozen, mensen met meervoudige problematiek en slachtoffers/daders van huiselijk geweld worden zoveel mogelijk adequaat geholpen
1. 2. 3. 4.
a. Het percentage recidivegevallen bij de aanpak van huiselijk geweld daalt ten opzichte van vorig jaar; b. De recidive van mensen die na een succesvol beëindigd begeleidingstraject binnen de maatschappelijke opvang, uitstromen naar vervolghuisvesting is 0; c. Uit de jaarlijkse Wmo benchmark blijkt dat het percentage inwoners, dat tevreden is over de gemeentelijke inzet bij opvang en ondersteuning van daklozen, slachtoffers van huiselijk geweld, zorgmijders en verslaafden, op of boven het gemiddelde van andere gemeenten van vergelijkbare grootte ligt.
Alle mensen met meervoudige problematiek die bij de gemeente in beeld komen, worden in behandeling genomen en voor zover mogelijk toegeleid naar passende ondersteuning; Aan crisisslachtoffers wordt voor een beperkte periode opvang en passende begeleiding geboden; Binnen een begrensde capaciteit wordt aan alleenstaande vrouwen met kinderen die door meervoudige problematiek uit huis zijn gezet 24-uurs opvang en begeleiding geboden; Op basis van meldingen of opgelegde huisverboden regelt het Steunpunt Huiselijk Geweld hulp en ondersteuning bij gevallen van huiselijk geweld/kindermishandeling.
FINANCIEEL DEEL Raming programma Raming programma (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
2012
2013
2014
2015
2016
21.792 205 -21.587
21.069 68 -21.001
20.711 68 -20.642
20.274 68 -20.206
20.268 68 -20.200
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
1.704 214 -23.077
1.704 0 -22.705
1.704 0 -22.347
1.704 0 -21.910
1.704 0 -21.904
39
Reserves en voorzieningen Naam reserve / voorziening (bedragen x € 1.000) WMO
stand 01/01 toevoeging onttrekking 1.711 1.590 -
stand 31/12 3.301
WMO Deze reserve is gevormd op basis van het batig resultaat op de activiteit WMO in de jaarstukken 2007 en 2008 en is bestemd voor toekomstige risico’s en investeringen/activiteiten.
Investeringen in dit programma Binnen dit programma zijn geen investeringen.
Specificatie begroting Burgerproduct (b edragen x € 1.000)
Lasten 2013 484
Baten 2013 0
Lasten 2014 482
Baten 2014 0
Lasten 2015 481
Baten 2015 0
Lasten 2016 480
Baten 2016 0
Allochtonen Maatsch opvang en verslavingszorg
296 3.277
0 68
293 2.967
0 68
206 2.654
0 68
206 2.652
0 68
Maatsch begeleiding en advies Vrouwenopvang
1.064 1.019
0 0
1.062 1.018
0 0
1.060 1.016
0 0
1.060 1.016
0 0
Ouderen Samenlevingsopbouw
1.001 876
0 0
998 871
0 0
994 865
0 0
994 863
0 0
Vrijwilligers Voorzieningen gehandicapten
498 4.535
0 0
490 4.534
0 0
480 4.533
0 0
479 4.533
0 0
Gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg
8.324 1.400
0 0
8.301 1.398
0 0
8.295 1.395
0 0
8.294 1.395
0 0
22.774
68
22.415
68
21.978
68
21.972
68
Integratie
Totaal
40
9. Werk en inkomen
Start project West @ Werk
Iedereen die kan werken moet werken, maar daartoe moeten dan ook voldoende kansen aanwezig zijn. De gemeente heeft de taak om arbeidsgehandicapten en (langdurig) werklozen naar werk te begeleiden. Sociale werkvoorziening, onderwijs en re-integratie helpen mensen om in hun eigen levensonderhoud te voorzien.
41
SPEERPUNTEN UIT COLLEGEPROGRAMMA 2011-2014 Rijksbezuinigingen hebben vergaande consequenties op het gebied van de sociale zekerheid en de zorg. Ons speerpunt met betrekking tot de sociale zekerheid is om meer mensen aan het werk te krijgen met minder middelen door: § Instroom beperken: - Kandidaten die nog 3 maanden WW hebben intensief begeleiden richting werk. § Uitstroom bevorderen door: - jongeren actief te begeleiden naar school of werk; - acties, winter/zomer/herfst acties; - samenwerking met TBV; - bevorderen parttime arbeid; - activerend armoedebeleid;
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 Doelstelling 22: Vlaardingers zonder baan vinden zo snel mogelijk weer werk
1.
2. 3. 4.
5.
6. 7.
Nieuwe cliënten worden zoveel mogelijk direct bemiddeld naar werk en maken hierdoor geen aanspraak op een bijstandsuitkering. Zo bieden wij mensen met een WW-uitkering een workshop empowerment aan en zetten wij het regionale project Baanbrekend samen met Randstad in om cliënten gelijk op een betaalde baan te plaatsen. Cliënten volgen sollicitatietrainingen en ze krijgen de mogelijkheid om werkervaring en werkritme op te doen door middel van werkstages, bijvoorbeeld in de groenvoorziening. Jongeren tot 27 jaar worden door het regionale Startpunt Go bemiddeld naar werk of een opleiding. Cliënten, die woonachtig zijn in de Westwijk, hebben de mogelijkheid om deel te nemen aan het project West@werk. Dit project zorgt voor re-integratie van bijstandscliënten en bevordert de leefbaarheid in de wijk. Werk is het beste middel om uit de armoede te geraken. Het minimabeleid stimuleert enerzijds bijstandscliënten om aan het werk te gaan en ondersteunt anderzijds diegenen die dat niet kunnen of niet meer hoeven. Eigen verantwoordelijkheid van de cliënt staat centraal. Bij individuele bijzondere bijstandsverlening vinden geen standaardverstrekkingen meer plaats. Maatwerk staat voorop. Deelname aan volwasseneneducatie wordt gestimuleerd. WSW geïndiceerden krijgen de training ‘De sprong naar buiten’ aangeboden en er is een buddy-project om ze voor te bereiden op een baan bij een reguliere werkgever. Deze baan kan op basis van detachering zijn maar ook in de vorm van begeleid werken.
Doelstelling 23: Mensen met een nietNederlandse achtergrond spreken goed Nederlands en kennen de Vlaardingse samenleving 1.
Een toenemend aantal bijstandscliënten en WSW geïndiceerden gaat werken. § Het aantal personen met een bijstandsuitkering blijft stabiel ondanks het slechte economische tij. § De preventiequote (het aantal personen dat we tegenhouden aan de poort) wordt gehandhaafd op 65%; § Het aantal WSW geïndiceerden dat bij een reguliere werkgever werkt (door middel van detacheren of begeleid werken) stijgt naar 60 personen.
Het slagingspercentage van de inburgeringstrajecten bedraagt tenminste 60%.
Toezien op tijdige nakoming van de aan de inburgering verbonden verplichtingen die zijn vastgesteld vóór 1 januari 2013. Dit wordt gedaan door middel van voortgangsbewaking van
42
2.
de gemeentelijke inburgeringstrajecten en van degenen die zich zelfstandig voorbereiden op het examen. Het aanbieden van trajecten maatschappelijke begeleiding aan asielgerechtigden.
Doelstelling 24: De effecten van armoede in Vlaardingen worden bestreden 1. 2.
De minimaregelingen komen terecht bij de mensen die er recht op hebben.
Door een actieve benadering worden zoveel mogelijk personen binnen de doelgroep bereikt. Het nieuwe minimabeleid wordt in het 1e kwartaal van 2013 geëvalueerd.
Doelstelling 25: Bijstandsfraude wordt actief opgespoord en aangepakt en zo mogelijk voorkomen. 1. 2. 3.
Bij de opsporing van bijstandsfraude wordt gebruik gemaakt van risicoprofielen; Het huisbezoek wordt, bij een vermoeden van fraude, preventief ingezet aan de poort; De sociaal rechercheurs behandelen tenminste 50 fraudezaken in 2013.
FINANCIEEL DEEL Raming programma Raming programma (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
2012
2013
2014
2015
2016
63.661 48.901 -14.759
58.568 42.774 -15.793
57.934 42.434 -15.499
57.636 42.434 -15.202
57.645 42.434 -15.210
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
0 510 -14.249
0 310 -15.483
0 310 -15.189
0 310 -14.892
0 310 -14.900
Reserves en voorzieningen Naam reserve / voorziening (bedragen x € 1.000) Exploitatiereserve TBV Inburgering
stand 01/01 toevoeging onttrekking 1.544 310 311 -
stand 31/12 1.234 311
Exploitatiereserve TBV De reserve TBV moet worden besteed in het kader van de werkgelegenheid. De reserve was opgebouwd uit rijksmiddelen (subsidie WSW). TBV heeft deze middelen geoormerkt voor investeringen in duurzame productiemiddelen. De reserve is in 2011 aangevuld met € 3 miljoen om de transitie naar de wet werken naar vermogen mogelijk te maken en een passend bedrijfsvoeringmodel te implementeren om tot een sluitende, rendabele bedrijfsvoering te komen.
43
Reserve inburgering In 2010 zijn de reserves oudkomers en Nieuwkomers samengevoegd tot een nieuwe reserve Inburgering. Inburgeringsvoorzieningen die bij afrekening (deels) niet in aanmerking komen voor financiering uit de rijksbijdrage worden gedekt uit deze reserve.
Investeringen in dit programma Investeringsprogramma (b edragen x € 1.000)
Afsch.
2012
2013
2014
2015
2016
410
410
410
410
410
term ijn
TBV; diverse investeringen (rendabel)
10
Specificatie begroting Burgerproduct (b edragen x € 1.000) Financiele dienstverlening
Lasten 2013 876
Baten 2013 0
Lasten 2014 858
Baten 2014 0
Lasten 2015 832
Baten 2015 0
Lasten 2016 828
Baten 2016 0
Inkomensdeel Aangepaste arbeid Participatie
37.306 13.581 6.804
25.360 13.655 4.070
37.145 13.573 6.358
25.360 13.690 3.695
36.984 13.541 6.279
25.360 13.690 3.695
36.956 13.595 6.265
25.360 13.690 3.695
Totaal
58.568
43.084
57.934
42.744
57.636
42.744
57.645
42.744
44
10. Kunst en cultuur
Start Culture Candy 2012
Vlaardingen heeft een breed en divers circuit van cultuurspelers verzameld in de creatieve sector. We mogen vaststellen dat Vlaardingen een actieve creatieve sector kent. Er zijn plekken voor Vlaardingers om samen kunst te beoefenen of hun talenten te ontdekken en ontwikkelen. Er zijn podia, festivals, musea en galeries waar bewoners en bezoekers kunnen genieten van kunst en cultuur. Het aanbod van kunst en cultuur in Vlaardingen is divers en vult elkaar aan: van grote instellingen tot kleinschalige projecten tot individuele kunstenaars. Onderzoek toont aan dat dit circuit van cultuurspelers, één van de onderdelen is om maatschappelijke en economische vitaliteit van een stad te behouden én verder te ontwikkelen.
45
SPEERPUNTEN UIT COLLEGEPROGRAMMA 2011-2014 Mede als gevolg van de rijksbezuinigingen is vernieuwing van het cultuurbeleid noodzakelijk. In deze periode willen wij het volgende tot stand brengen: § Opstellen en uitvoeren van een nieuwe beleidsnota cultuur. § Bevorderen cultureel ondernemerschap. § Stimuleren van de oprichting van een Cultuurstichting. § De start van de bouw van het Vlaardings Museum. § De realisatie van één Centrum voor Kunst- en cultuureducatie, waar de Vrije Academie en OpMaat in opgaan. § Verzelfstandiging / regionale samenwerking bibliotheek. § Archeologische vondsten worden zorgvuldig bewaard en opgeslagen.
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 Doelstelling 25: Kunst & Cultuur zetten zich in voor een goede en prettige stad, dragen bij aan het leefklimaat, de woonomgeving en de sociale samenhang.
1. 2. 3.
Afstemming tussen de creatieve sector over de borging van onze visie op kunst en cultuur in het APW respectievelijk in de stadsvisie, gebiedsvisies en gebiedsprogramma’s. Het maken van structurele afspraken tussen de creatieve sector en de gemeente over de inzet van kunst en cultuur. Overleg tussen de creatieve sector en de ontwikkelaars en woningcoöperaties die mede bepalend zijn voor de veranderingen in deze gebieden.
Doelstelling 26: Deelname van het publiek aan het culturele leven in onze stad wordt bevorderd door het aanbieden van cultuureducatie aan jongeren en culturele achterstandsgroepen (mensen die het van huis uit niet meekrijgen) en doordat het aanbod aan culturele activiteiten gericht is op een groot en divers publiek. 1. 2. 3. 4. 5.
In de Stadspeiling 2013 is het algemeen rapportcijfer voor het culturele aanbod in Vlaardingen gestegen ten opzichte van het cijfer van 6,6 in 2011 (het eerste jaar dat een dergelijk cijfer werd gevraagd).
In 2013 handhaaft de publieksparticipatie zich op het laatst gemeten niveau van 2011.
Stimuleren van culturele instellingen en activiteiten door middel van subsidieverstrekking. Vernieuwbouw Vlaardings museum. Opzet van het nieuw Centrum Kunsteducatie. Verzelfstandiging bibliotheek. Vaststellen en uitvoeren nota Kunst en Cultuur.
Doelstelling 27: Erfgoedbeheer is een kansrijk Aantal bezoekers aan het Stadsarchief blijft element voor de uitbouw van de promotie van de tenminste gelijk (1.400) en de doelstellingen uit stad door het beheer, het behoud, de presentatie de beleidsnota archeologie 2009-2013 worden van en de organisatie van educatieve activiteiten uitgewerkt over: § de cultuurhistorische erfgoederen (Museum); § het bodemarchief (Archeologie); § de archiefstukken en informatiedragers van de gemeentelijke beleidsuitvoering (Stadsarchief); § de rijks- en gemeentelijke monumenten (Monumentenzorg). 1. Cultuurhistorische waarden in de openbare ruimte worden behouden en voor publiek
46
2.
3.
ontsloten; Verder uitbouwen van de begin 2011 gestarte informatieve website www.geschiedenisvan vlaardingen.nl.; digitaliseren van de complete Topografisch-Historische Atlas (ruim 40.000 afbeeldingen); voortzetten van de werkzaamheden om te komen tot een Groot Vlaardings Straatnamenboek en de Vlaardingse Historische Canon; De archeologische verwachtings- en waardekaart op de website plaatsen; het ontwikkelen van onderzoeksagenda's met het oog op het bepalen van de prioriteiten van onderzoek; daarnaast het ontwikkelen van een beleid voor archeologisch vriendelijk bouwen.
FINANCIEEL DEEL Raming programma Raming programma (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
2012
2013
2014
2015
2016
9.185 358 -8.827
8.091 415 -7.676
8.048 422 -7.625
8.497 422 -8.074
8.460 422 -8.037
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
329 304 -8.852
329 12 -7.993
329 29 -7.925
329 13 -8.389
329 21 -8.344
Reserves en voorzieningen Naam reserve / voorziening (bedragen x € 1.000) Kapitaallasten huisvesting Vlaardings museum Beeldende kunst Archeologie Touwbaan Graven in Vlaardingen
stand 01/01 toevoeging onttrekking 1.500 159 122 158 106
-
-
stand 31/12 1.500 159 122 158 106
Reserve huisvesting Vlaardings museum Om aan de Westhavenkade het Vlaardings museum in hernieuwde vorm te realiseren is een eenmalig maximumbedrag van € 1,5 mln. beschikbaar gesteld voor de aanpak van de huisvestingsproblemen. Reserve beeldende kunst Vanaf 2005 is een bedrag van € 90.000 beschikbaar gesteld voor kunst in de openbare ruimte. Voor de besteding van dit bedrag is een meerjarig plan van aanpak gemaakt. Het betreft in de regel projecten met een doorlooptijd van enkele jaren en daarmee een onregelmatig uitgavenpatroon. Indien de uitgaven achterblijven bij de raming wordt het resterende budget toegevoegd aan de reserve. Anderzijds vindt een onttrekking plaats indien de uitgaven het jaarbudget overschrijden. Reserve archeologie De kosten van archeologieprojecten overschrijden het kalenderjaar. De reserve is getroffen ten behoeve van specifieke uitgaven die niet in het jaarlijkse budget zijn voorzien en wordt gebruikt om verschillende jaaroverschrijdende projecten mee te financieren.
47
Reserve Touwbaan In 2009 heeft de raad besloten een reserve te vormen voor werkzaamheden aan de overkapping van de touwbaan aan de Baanstraat (rijksmonument). De reserve bevat in 2011 €158.300, die in 2012 als gemeentelijke dekking is ingezet voor een subsidie van de Stadsregio m.b.t. revitalisering stedelijk gebied voor het project VOP Oost Noord Touwbaan. De afdeling Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting verwacht vanuit planvorming in 2012 nog wellicht € 25.000,-- te onttrekken, de werkzaamheden zullen naar verwachting later plaatsvinden. Voorziening Graven in Vlaardingen In 2006 is het projectplan “Graven in Vlaardingen” opgemaakt. Van hieruit zal een groot aantal concrete producten voortkomen zoals publicaties (o.a. resultaten DNA-onderzoek) en tentoonstellingen. De kosten kunnen worden gefinancierd uit beschikbare middelen en subsidies. De uitbetaalde subsidies voor dit project zijn gestort in deze voorziening. Wanneer het project start zullen de kosten ten laste van deze voorziening worden gebracht.
Investeringen in dit programma Binnen dit programma zijn geen investeringen.
Specificatie begroting Burgerproduct (b edragen x € 1.000)
Lasten 2013 2.387 2.644
Baten 2013 279 46
Lasten 2014 2.378 2.636
Baten 2014 294 39
Lasten 2015 2.363 2.627
Baten 2015 294 39
Lasten 2016 2.355 2.620
Baten 2016 294 39
1.787 172
74 0
1.754 172
74 0
1.860 171
74 0
1.840 171
74 0
Media Cultuureducatie
54 851
0 16
54 878
0 16
54 1.273
0 16
54 1.268
0 16
Cultuuractiviteiten Monumentenzorg
359 164
0 12
355 150
0 29
348 130
0 13
348 133
0 21
8.420
426
8.376
451
8.825
436
8.788
444
Openbaar bibliotheekwerk Podiumkunsten Erfgoed Beeldende kunsten
Totaal
48
11. Sport en recreatie
Sportpark Spirit
Sport is heel belangrijk voor een goede gezondheid en de sociale samenhang. Regelmatig en verstandig sporten leidt tot minder overgewicht en minder ziekteverzuim. Sporten in verenigingsverband leidt tot sterkere sociale structuren. Sport draagt daarom ook bij aan een goede economie, beperking van medische kosten, een actief verenigingsleven en een sterkere sociale samenhang. Sportverenigingen moeten de beschikking hebben over goede accommodaties.
49
SPEERPUNTEN UIT COLLEGEPROGRAMMA 2011-2014 Hoofduitgangspunten zijn: § Sportvoorzieningen met daarbij goede sportaanbieders behoren tot de basisvoorzieningen van de stad; § Sportverenigingen moeten laagdrempelig zijn en toegankelijk voor de jeugd; § In Vlaardingen kan je sporten op alle niveaus, met uitzondering van topsport. § Er is ook een aanbod aan sporten voor gehandicapten; § Van sportverenigingen die steun krijgen van de gemeente wordt als tegenprestatie verwacht dat zij meewerken aan de ambities tot het betrekken van de jeugd en het aanbieden van een gevarieerd aanbod; § Sportverenigingen krijgen meer verantwoordelijkheden in het beheren van hun accommodaties; § Samenwerking met Schiedam en Maassluis op het gebied van sport en bewegen wordt geïntensiveerd.
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN 2013 Doelstelling 28: Nationale Norm Gezond Bewegen
1.
2.
3.
4.
Het gemeentelijk beleid voor sport en bewegen voor 2013 en volgende jaren wordt vastgesteld; de resultaten van de sportmonitor 2012 zullen hiervoor een belangrijke leidraad zijn; Uitvoering van het programma “Vlaardingen Actief en Gezond”, en sporten voor gehandicapten (Nationaal Actieplan Sport en Bewegen); er is daarbij nadrukkelijke aandacht voor verankering van de activiteiten naar de toekomst;. Met de maatschappelijke organisaties die actief zijn op het gebied van sport en bewegen zal overleg worden gevoerd over samenwerking met als inzet ”sport als middel” ter vergroting van de leefbaarheid in wijken; Sportverenigingen en scholen bieden een schoolsportprogramma waarbij zij samenwerken om kinderen te helpen met het vinden van sport die bij ze past.
Doelstelling 29: Sportinfrastructuur
1. 2. 3.
27.700 inwoners van Vlaardingen (39%) voldoen aan de Nationale Norm Gezond 1 Bewegen (0-meting 2010). In 2015 is dit aantal met 10% gestegen naar 30.470.
Een goede sportinfrastructuur, een kwantitatief en kwalitatief aanbod van accommodaties die gedeeld worden met andere doelgroepen en onderwijs.
Invoering transparant kostendekkend tarievensysteem sportaccommodaties; De vaak zeer oude huurcontracten voor de sportaccommodaties zullen worden aangepast aan de eisen van deze tijd en worden afgestemd op de huidige fiscale regelingen; Reductie van het aantal voetballocaties; met de aanpassing van het sportcomplex aan de Marathonweg (v.v. DVO ’32) en de inpassing van v.v. CION ingaande het voetbalseizoen 2012-2013 is de voorziene reductie van het aantal voetballocaties van 8 naar 5 voltooid.
1
Nationale Norm Gezond Bewegen: Voor volwassenen is deze norm 30 minuten matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste 5 dagen van de week.
50
FINANCIEEL DEEL Raming programma Raming programma (bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
2012
2013
2014
2015
2016
5.773 80 -5.693
4.427 69 -4.358
4.235 69 -4.166
4.181 69 -4.112
4.129 69 -4.060
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
72 3 -5.762
72 0 -4.430
72 0 -4.238
72 0 -4.184
72 0 -4.132
Reserves en voorzieningen Naam reserve / voorziening (bedragen x € 1.000) Combinatiesfuncties Nationaal Actieplan Sport en Bewegen
stand 01/01 toevoeging onttrekking 42 154 -
stand 31/12 42 154
Reserve combinatiefuncties De reserve combinatiefuncties is beschikbaar voor onderwijs, sport en cultuur . Reserve nationaal actieplan sport en bewegen Door het ministerie van VWS is over de periode van 2010 tot en met 2013 in totaal een bedrag van € 505.844 beschikbaar gesteld voor de realisering beweeginterventies en het stimuleren dat deze interventies onderdeel gaan uitmaken van de gemeentelijke plannen voor het lokale gezondheidsbeleid . Deze subsidie van VWS is gekoppeld aan een eigen bijdrage van de gemeente van Є 516.733. In 2011 is € 154.000 gestort in de reserve.
Investeringen in dit programma Investeringsprogramma (b edragen x € 1.000)
Afsch.
2012
2013
2014
2015
2016
1.800
0
0
0
0
term ijn
Project Centrum/VOP; Bouw sporthal
40
Specificatie begroting Burgerproduct (b edragen x € 1.000)
Lasten 2013 149 1.661
Baten 2013 0 0
Lasten 2014 148 1.652
Baten 2014 0 0
Lasten 2015 146 1.642
Baten 2015 0 0
Lasten 2016 146 1.637
Baten 2016 0 0
Breedtesport Openb groen en openluchtrecreatie
944 947
26 23
786 940
26 23
779 930
26 23
779 940
26 23
Recreatievoorzieningen Speelplaatsen
309 490
20 0
294 488
20 0
279 478
20 0
223 477
20 0
4.499
69
4.308
69
4.253
69
4.201
69
Sportsubsidies Sportaccommodaties
Totaal
51
IV ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
52
Inleiding De onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Het gaat dan om middelen waar geen voorafgaand specifiek bestedingsdoel aan ten grondslag ligt. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de belangrijkste vrij besteedbare inkomstenbron voor de gemeente. De hoogte van de algemene uitkering wordt door het Rijk bepaald. De gemeente heeft ook de mogelijkheid om zelf inkomsten te genereren door het heffen van belastingen. Het gaat dan met name om de onroerende zaak belastingen. De opbrengsten van belastingen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht en afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen. Overige vrij besteedbare middelen zijn de dividenden van deelnemingen en het renteresultaat verbonden aan de treasury functie.
Algemene dekkingsmiddelen (bedragen x € 1.000) Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2012 2013 2014 2015 2016 Lokale heffingen (niet-gebonden besteding) O.Z.B. Hondenbelasting Precariobelasting Toeristenbelasting
12.194 229 717 150
12.363 232 727 150
12.363 232 727 150
12.363 232 727 150
12.363 232 727 150
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
87.200
86.856
87.360
87.351
87.351
Dividenden (deelnemingen)
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
Renteresultaat (treasury)
6.200
6.800
7.200
7.600
7.600
107.690
108.128
109.032
109.423
109.423
Totaal
In bovenstaande tabel zijn alleen de bedragen opgenomen, zoals het in de (primaire) meerjarenbegroting 2013 – 2016 is verwerkt. Mutaties conform de Tussenbalans zijn hierin niet meegenomen. De financiële verhouding met het Rijk De algemene uitkering uit het gemeentefonds is een belangrijke inkomstenbron voor gemeenten. De gemeente Vlaardingen ontvangt (op basis van de primaire begroting) in 2013 € 86,9 mln. aan e inkomsten via de algemene uitkering. Conform de Tussenbalans (1 begrotingswijziging 2013) wordt dit bijgesteld tot € 84,2 miljoen. De raming voor de jaren 2013 tot en met 2016 is berekend op basis van de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) d.d. 18 september 2012 (septembercirculaire). De septembercirculaire 2012 is recent gepubliceerd. In deze circulaire zijn de gevolgen van het rijksbeleid, inclusief de miljoenennota, verwerkt. Verdere ontwikkelingen (o.a. taakmutaties) omtrent de algemene uitkering uit het gemeentefonds is te vinden in de Tussenbalans begroting 2013-2016 (523439). Dividendinkomsten en renteresultaat De Gemeente Vlaardingen neemt deel in het aandelenkapitaal van een aantal privaatrechtelijke organisaties die het publieke belang ondersteunen. De deelnemingen in de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Waterbedrijf Evides genereren een jaarlijks, winstafhankelijk dividend. Beide deelnemingen zijn opgenomen in de paragraaf Verbonden partijen.
De aandelen BNG zijn voor 50% in handen van het Rijk en voor 50% in handen van gemeenten. De Gemeente Vlaardingen heeft 0,356% van de aandelen in bezit. De winstcijfers van de bank staan door
53
de uitkering van een deel van de reserves (aan de aandeelhouders) en door de kredietcrisis onder druk. De hoogte van de dividenduitkering is voor de komende jaren begroot op € 250.000 per jaar. Het Waterbedrijf Evides is ontstaan uit de fusie van Waterbedrijf Europoort, waar de Gemeente Vlaardingen in deelnam, en Delta Waterbedrijf. De fusiepartners hebben ieder 50% van de nieuwe aandelen in handen. Het Vlaardings belang bedraagt op dit moment 1,80% van het nominale aandelenkapitaal. Het waterbedrijf verwacht als gevolg van lagere tarieven minder positieve resultaten. De verwachte dividenduitkering is structureel begroot op € 750.000 per jaar. Naast de dividendinkomsten uit deelnemingen maakt ook het renteresultaat deel uit van de algemene dekkingsmiddelen. Voor 2013 wordt (primair) een positief resultaat voorzien van € 6,8 miljoen. Na verwerking van de Tussenbalans is het positief resultaat € 6,6 miljoen. Een toelichting op dit resultaat wordt gegeven in de paragraaf Treasury. Bedrag voor onvoorziene uitgaven Het is in de praktijk gangbaar dat als onderdeel van de weerstandscapaciteit c.q. in relatie tot het weerstandsvermogen door gemeenten een bedrag voor onvoorziene uitgaven wordt geraamd. De hoogte van deze post is niet voorgeschreven, maar binnen het provinciaal toezicht wordt een minimum gesteld van € 3,18 per inwoner. Deze norm wordt ook in onze begroting gehanteerd. De hoogte van de post voor onvoorziene uitgaven is in basis overigens niet van dien aard (in 2013 € 235.000) dat omvangrijke afwijkingen op de begroting kunnen worden opgevangen. Stelpost kapitaallasten investeringsprogramma In het investeringsprogramma zijn de voorgenomen investeringen opgenomen met de daarbij behorende kapitaallasten (rente en afschrijving). Deze kapitaallasten worden als stelpost opgenomen. In de Vlaardingse systematiek worden de kapitaallasten begroot volgend op het jaar van investeren. Er zijn verder geen stelposten in de (primaire) begroting opgenomen.
54
V PARAGRAFEN
55
1. Lokale Heffingen Inleiding Bij lokale heffingen gaat het om inkomsten die verkregen worden op grond van publiekrechtelijke regels, voornamelijk belastingen, heffingen en retributies die de overheid heft op grond van wettelijke bepalingen. Bij de lokale lasten wordt een onderscheid gemaakt tussen zuivere belastingen, heffingen en retributies: · De zuivere belastingen behoren tot de algemene dekkingsmiddelen en dienen ter uitvoering van collectieve vormen van dienstverlening, maar ook individuele vormen van dienstverlening zonder een duidelijke relatie tussen dienstverlening en belasting. In Vlaardingen onderscheiden we onroerendzaak-belasting (OZB) en hondenbelasting. · De heffingen dienen ter dekking van de kosten ten behoeve van de uitvoering van publiekrechtelijke dienstverlening. Dat houdt in dat de burger ook moet betalen als hij de dienst niet wenst. Voorbeelden van heffingen zijn afvalstoffenheffing en rioolrecht. · De retributies zijn vergoedingen voor individuele dienstverlening van typische overheidsdiensten van publiekrechtelijke aard. Voorbeelden hiervan zijn de leges voor paspoort en rijbewijs. Uitgangspunten van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de belastingen en heffingen zijn: 1. Streven is dat de woonlasten in deze periode op eenzelfde niveau komen te liggen als in de regiogemeenten; 2. De belastingen en rechten worden in het algemeen verhoogd met het vanwege de gemeente vastgestelde inflatiepercentage van 1,5%, met uitzondering van de volgende heffingen: de OZB welke stijgt met 7%, de afvalstoffenheffing welke daalt met 7% en 3. Er wordt gestreefd naar kostendekkendheid van de tarieven voor dienstverlening; 4. Voor de minst draagkrachtige inwoners is er een kwijtscheldingsbeleid.
Woonlasten (lokale lastendruk) Onder de woonlasten wordt verstaan het gemiddelde bedrag dat een huishouden in Vlaardingen betaalt aan OZB, rioolrecht en afvalstoffenheffing. De ontwikkeling van de woonlasten van de afgelopen jaren en een raming voor het komende jaar ziet er als volgt uit: Tabel: woonlasten (x € 1) OZB-eigenaar OZB-gebruiker Rioolrecht Afvalstoffenheffing
2008 184,24 nvt 153,00 312,40
2009 190,04 nvt 157,80 322,20
2010 190,04 nvt 157,80 312,00
2011 190,04 nvt 157,80 312,00
2012 194,32 nvt 157,80 312,00
2013 207,92 nvt 157,80 290,15
Totaal
649,64
670,04
659,84
659,84
664,12
655,87
Bij de berekening van de totale woonlasten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: · er wordt uitgegaan van een eigen woning die wordt bewoond door een gezin; · de OZB-tarieven zijn gebaseerd op de gemiddelde WOZ-waarde van woningen in Vlaardingen.
56
Totale heffingsinkomsten De begrote inkomsten van de bovengenoemde gemeentelijke heffingen (OZB, afvalstoffenheffing en rioolrecht) in 2013 bedragen € 27,88 miljoen. In 2012 was dat € 27,89 miljoen. Woonlasten (vergelijking met andere gemeenten en landelijk gemiddelde) Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) geeft sinds 1997 met de “Atlas van de lokale lasten” inzicht in de woonlasten per gemeente en de posities die de gemeenten ten opzichte van elkaar innemen in Nederland. Hierbij geldt dat nummer 1 de goedkoopste e gemeente is en nummer 437 de duurste. In de atlas 2012 neemt Vlaardingen de 161 plaats in op basis van de woonlasten zoals die in de tabel hierboven zijn berekend. In 2011 nam Vlaardingen nog e een 186 plaats in. In 2012 zat Vlaardingen € 7,00 lager dan de landelijk gemiddelde woonlasten, welke € 683,00 bedragen. In 2011 was dat € 3,00 lager dan het landelijk gemiddelde. Inmiddels is de trend ontstaan waarbij de Vlaardingse woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde afnemen. Dit resultaat is bereikt doordat in Vlaardingen gedurende een aantal jaren de woonlasten gelijk zijn gebleven, terwijl de gemiddelde woonlasten jaarlijks toenamen. Wat betreft de OZB en het rioolrecht loopt Vlaardingen in de pas met het landelijk gemiddelde. De hoogte van de afvalstoffenheffing ligt boven het landelijk gemiddelde. Overigens liggen de woonlasten van 80% van alle gemeenten heel dicht bij elkaar en rond het landelijk gemiddelde. Wat betreft de omringende gemeenten bedragen de woonlasten als volgt:
Gemeente Capelle a/d IJssel Spijkenisse Vlaardingen Rotterdam Schiedam Delft Maassluis Westland
Gemiddelde woonlasten € 621 € 632 € 676 € 685 € 707 € 716 € 721 € 724
Rangnr. Coelo 69 86 161 185 245 259 270 274
Dit zijn gegevens gebaseerd op het peiljaar 2012. Bij de formele vaststelling van de verordening betreffende de leges en tarieven voor 2013 zullen de meest recente gegevens (zijnde de tariefvoorstellen van de gemeente voor 2013) gebruikt worden als toetsing. Wij streven ernaar dat de woonlasten in deze periode op eenzelfde niveau komen te liggen als in de regiogemeenten. Onroerende-zaakbelastingen De hoogte van de onroerende-zaakbelastingen is een combinatie van de waarde in het economische verkeer van een pand en het vastgestelde tarief. De waarde van alle onroerende zaken wordt jaarlijks vastgesteld. De onroerende-zaakbelastingen bestaan uit een “eigenarenbelasting” voor woningen en een “eigenarenbelasting” en “gebruikersbelasting” voor niet-woningen. De grondslag van de OZB voor het jaar 2013 is de waarde van onroerende zaken op 1 januari van het peiljaar 2012.
57
De ontwikkeling van de OZB-tarieven over de afgelopen jaren is als volgt: Ontwikkeling tarieven onroerende-zaakbelastingen (x € 1,00) 2009 2010 2011 tarieven per % % % OZB (eigendom) niet-woningen OZB (gebruik) niet-woningen OZB (eigendom) woningen
0,2262 0,1812 0,1145
0,2191 0,1791 0,1106
0,2211 0,1807 0,1128
2012 %
2013 %
0,2192 0,1792 0,1187
0,2345% 0,1917% 0,1270%
* Omdat de jaarlijkse herwaardering in het kader van de Wet Waardering onroerende zaken nog niet is afgerond, zijn de definitieve tarieven nog niet bekend. Bij de besluitvorming met betrekking tot de tarieven in december 2012 zullen de tarieven zodanig worden vastgesteld dat in combinatie met de WOZ-waarden een 7 procent hogere opbrengst resulteert, exclusief areaaluitbreiding. Hierbij moet rekening gehouden worden met het feit dat de prijzen van woningen zijn gedaald en dat er een recessie heerst, waardoor de herwaardering ten opzichte van de vorige een lager resultaat zal opleveren. Om dan de gewenste opbrengst te verkrijgen zullen de tarieven moeten stijgen. Limitering OZB-tarieven De huidige limitering van de onroerende-zaakbelastingen (OZB) is per 1 januari 2008 vervallen. Om te voorkomen dat de tarieven onevenredig stijgen, heeft het Rijk een macronorm ingesteld. Als de ontwikkeling van de lokale lasten tot overschrijding van die norm leidt, kan het Rijk ingrijpen. Voor 2013 bedraagt de macronorm 3,00%. Dit blijkt uit de junicirculaire gemeentefonds 2012 van het ministerie van BZK. In de circulaire wordt aangekondigd dat de overschrijding van de macronorm in 2012 zal worden verrekend met de macronorm van 2013. Die overschrijding bedroeg circa 7,7 miljoen. De reële macronorm, rekening houdend met de vermindering bedraagt 2,76%. Vlaardingen zit daar met een stijging van 7% boven. Echter tegenover deze stijging staat een verlaging van de afvalstoffenheffing van eveneens 7%.
Rioolheffing Uitgangspunt bij deze heffing is dat de tarieven kostendekkend zijn. De stijging van het rioolbelasting is dus afhankelijk van de ontwikkeling van de kosten. Voor het beheer en onderhoud op de lange termijn is een gemeentelijk rioleringsplan opgesteld waarin o.a. de kosten zijn opgenomen die door middel van een rioolbelasting moeten worden gedekt. Voor 2012 stijgt de rioolheffing niet. Ontwikkeling tarieven Rioolheffing (x € 1,00)
2008
Tarief
€ 153
2009
2010
2011
2012
2013
€ 157,80 € 157,80
€ 157,80
€ 157,80
€ 157,80
Afvalstoffenheffing Uitgangspunt bij deze heffing is dat de tarieven kostendekkend zijn. De stijging of daling van de afvalstoffenheffing is mede afhankelijk van de ontwikkeling van de kosten. Bij deze heffing wordt een tariefdifferentiatie toegepast ten behoeve van één- en meerpersoonshuishoudens. Om de burger te
58
compenseren voor de OZB-stijging zal het tarief van de afvalstoffenheffing met 7% verlaagd worden. Dit zorgt voor een lagere opbrengst van € 736.000
Ontwikkeling tarieven afvalstoffenheffing (x € 1,00) 2008 2009
2010
2011
2012
2013
Afvalstoffenheffing éénpersoonshuish. € 245,40 € 253,20 € 243,00 € 243,00 € 243,00 € 226,00 Afvalstoffenheffing meerpersoonshuish. € 312,40 € 322,20 € 312,00 € 312,00 € 312,00 € 290,15
Toeristenbelasting Met ingang van 2012 is de toeristenbelasting ingevoerd. De inkomsten worden begroot op € 150.000. Het tarief is vastgesteld op een bedrag per persoon per overnachting. Overige lokale heffingen De lokale heffingen worden verdeeld over zuivere belastingen, heffingen en retributies. De OZB als zuivere belasting en de afvalstoffenheffing en het rioolrecht als heffing zijn reeds aan de orde geweest. Bij de volgende tarieven is er sprake van een specifieke dienst die op verzoek door de gemeente wordt geleverd. Deze specifieke dienstverlening verloopt in principe kostendekkend. Op basis van de cijfers van het Centraal Planbureau over 2012 wordt een algemene prijsstijging voor de overheid verwacht. Voor de Vlaardingse tarieven is rekening gehouden met een prijsstijging van 1,5%. Burgerzakenleges Bij leges betreft het vaak rechten op grond van het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Het betreft dan bijvoorbeeld het behandelen van verzoeken om verlening van een vergunning en het verstrekken van een paspoort of rijbewijs. Bij vergunningverlening wordt overigens meestal niet de afgifte van de vergunning als belastbaar feit aangemerkt, maar het in behandeling nemen van de aanvraag. De belastingplicht ontstaat dan op het moment dat de gemeente begint met de nodige werkzaamheden, zodat ook leges kunnen worden berekend als de vergunning wordt geweigerd. De gemeente heeft immers al een inspanning geleverd. Soms wordt bij weigering van de vergunning een deel van de betaalde leges terugbetaald, maar gemeenten zijn er vrij in hoe ze dat regelen. Onder dienstverlening van burgerzaken waarvoor ook leges worden ontvangen worden de volgende diensten verstaan: · · · · ·
Het voeren van de gemeentelijke administratie voor wat betreft: verhuizingen, vestigingen, afgifte van diverse documenten, actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens; Het verzorgen van de burgerlijke stand met betrekking tot geboorteaangiften, aangiften overlijden, huwelijken en geregistreerd partnerschap en het opstellen van latere vermeldingen n.a.v. rechterlijke uitspraken; Het verstrekken van reisdocumenten, te weten paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten; Het verstrekken van rijbewijzen; Administreren van naturalisatieverzoeken en het verwerken van Koninklijke Besluiten.
Hieronder volgende de aantallen documenten / diensten met de bijbehorende totale opbrengsten.
59
Burgerzakenleges Omschrijving (in aantallen tenzij anders vermeld) Reisdocumenten Rijbewijzen Huwelijken Naturalisaties Uitreksels burgerlijke stand Uitreksels GBA
Begroting 2012 15.000 6.900 375 150 3.500 7.000
Totale heffingen (x € 1.000)
Begroting 2013 15.000 5.314 375 150 3.500 10.500 € 1.028
€ 998.637 *)
*) in de tarieven is (indien mogelijk) een prijsstijging opgenomen van 1,5%. De Rijksleges op reisdocumenten, naturalisaties en verklaringen omtrent gedrag worden niet eerder dan oktober/ november aangepast. Door de nieuwe raming van de aantallen is de jaaropbrengst lager.
Bouwleges (Wabo) Voor het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk of standplaats is een bouwvergunning benodigd. Het doel van de bouwleges is het controleren op de naleving van (landelijke) normen en standaarden volgens het Bouwbesluit, de bouwverordening en de Woningwet, alsmede de verlening, controle en handhaving van vergunningen op het gebied van bouwen, wonen en ruimtelijke ordening. Inmiddels zijn al deze regelingen ondergebracht in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) In 2008 is reeds gekeken naar de kostendekkendheid van de tarieven en is gebleken dat slechts 47% van de kosten door de leges worden afgedekt. Dit heeft voor 2009 geleid tot een extra stijging van de bouwleges waardoor de kostendekkendheid gestegen is naar 71%. In de belastingvoorstellen (en de herziene begroting 2012) die in de decemberraad van 2011 ter vaststelling worden aangeboden, zijn de tarieven van de bouwleges nogmaals nader uitgewerkt. De totale opbrengsten uit belastingen, heffingen en retributies zien er als volgt uit: Opbrengsten belastingen, heffingen en retributies Belasting/heffing (x € 1.000)
Begroting Begroting 2012 2013
Heffingen en retributies: burgerzakenleges parkeerbelasting zeehaven- en binnenhavengelden marktgelden afvalstoffenheffing rioolrechten begraafrechten leges bijzondere wetten milieuleges leges bouwvergunningen
1.028 1.205 1.094 181 9.808 5.888 802 39 35 1.664
999 1.423 1.094 184 9.072 5.757 814 40 36 1.689
60
Belastingen: precariobelasting hondenbelasting onroerende-zaakbelastingen toeristenbelasting
594 229 12.194 150
604 232 13.047 152
TOTAAL
34.911
36.010
* Zeehavengelden en binnenhavengelden zijn afhankelijk van gemeenschappelijke afspraken tussen waterbeheerders in het Waterweggebied. ** Het tarief van de rioolrecht blijft ongewijzigd. De stijging/ daling wordt veroorzaakt door een wijziging in de.samenstelling.
Kwijtschelding Voor mensen met de laagste inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de lokale lasten. De regels voor het toekennen worden bepaald door de rijksoverheid, neergelegd in de Invorderingswet. Deze regels komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen, die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan de bijstandsnorm. Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken dat een lager inkomen wordt gehanteerd. De gemeente Vlaardingen hanteert de zogenaamde 100%-norm, hetgeen betekent dat inwoners van Vlaardingen met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Gemeenten mogen zelf bepalen voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. In de gemeente Vlaardingen kan kwijtschelding worden aangevraagd voor de afvalstoffenheffing. Vaststellen nieuwe tarieven 2013 Nadat de begroting is vastgesteld waarmee een uitspraak is gedaan door raad over de ontwikkeling van de tarieven voor 2013 van de verschillende belastingen, heffingen en retributies, zullen de desbetreffende verordeningen hieraan, alsmede aan wets- en beleidswijzigingen, worden aangepast, waarna deze in de decembervergadering 2012 ter vaststelling aan de raad worden aangeboden.
61
2. Weerstandsvermogen Inleiding Het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten, het besluit dat regels bevat met betrekking tot de vorm en inhoud van begrotings- en verantwoordingsdocumenten, geeft aan het begrip weerstandsvermogen de volgende definitie: Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a. de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; en b. alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn met betrekking tot de financiële positie. In het vervolg van deze paragraaf zal het beleid ten aanzien van het weerstandsvermogen aan de orde komen en zal tevens aangegeven worden waar in Vlaardingen de weerstandscapaciteit uit bestaat, alsmede welke risico’s in onze gemeente een rol spelen.
Beleid Het gemeentelijk beleid met betrekking tot het weerstandsvermogen dient enerzijds inzicht te verschaffen in de omvang en opbouw van de gemeentelijke weerstandscapaciteit, anderzijds aan te geven wat de relevante risico’s en de mogelijke financiële gevolgen van deze risico’s zijn. Vervolgens zal op basis van deze kennis een antwoord gegeven moeten worden op de vraag of het aanwezige weerstandsvermogen voldoende is en zo niet, welke maatregelen er genomen moeten worden. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit kan uit incidentele en structurele mogelijkheden bestaan om niet begrote kosten te dekken. - Incidenteel De incidentele weerstandscapaciteit geeft de mogelijkheden aan om eenmalige tegenvallers op te vangen zonder dat dit een negatieve invloed heeft op het bestaande voorzieningenniveau. De incidentele weerstandscapaciteit kan uit de volgende onderdelen bestaan: · Algemene reserve: deze reserve bestaat uit dat deel van de reserves waaraan door de gemeenteraad geen bestemming is gegeven. Dit maakt deze reserve bij uitstek geschikt om onverwachte financiële tegenvallers op te vangen. De enige beperking ligt in de omvang van deze reserve. · Bestemmingsreserves: dit zijn geoormerkte middelen waaraan door de gemeenteraad reeds een bestemming is gegeven. Het optreden van risico’s kan echter leiden tot heroverweging van de bestemming (door de raad) en tot toevoeging van deze reserve(s) aan de algemene reserve. · Stille reserves: dit zijn reserves die ontstaan door de verkoop van activa tegen een marktprijs die hoger is dan de boekwaarde. Het gaat hierbij om activa die op korte termijn verhandelbaar moeten zijn en zodoende een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van een ontstaan financieel probleem. Er bestaan plannen om een deel van het gemeentelijk vastgoed te verkopen. Pas na de verkoop zal de bijdrage aan de weerstandscapaciteit duidelijk worden.
- Structureel De structurele weerstandscapaciteit geeft de mogelijkheden aan om middelen te genereren die jaar na jaar ingezet kunnen worden om permanente tegenvallers in de begroting op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken.
62
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit: · Onbenutte belastingcapaciteit: deze capaciteit heeft betrekking op de onroerende zaakbelasting (OZB), de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. Er is sprake van onbenutte belastingcapaciteit wanneer het gemeentelijk OZB-tarief lager is dan het normtarief voor art.12-gemeenten en/of wanneer de andere heffingen niet-kostendekkend zijn. · Post onvoorzien: deze post wordt in de begroting opgenomen om die uitgaven te dekken die op het moment van het opstellen van de begroting niet konden worden voorzien. Het bedrag dat hiermee gemoeid is, is in Vlaardingen gerelateerd aan het inwonersaantal van de gemeente. De post maakt deel uit van de algemene dekkingsmiddelen en bedraagt € 235.000. In Vlaardingen ligt het OZB-tarief echter boven de art.12-norm en zijn de afvalstoffenheffing en het rioolrecht 100% dekkend. De structurele weerstandscapaciteit bestaat dus uit de post onvoorzien.
Risico’s Wij onderkennen het belang van risicomanagement en wij achten het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door het verkrijgen van inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat toekomstige investeringen (en de daarmee gemoeide risico’s) op lange termijn in verhouding staan tot de vermogenspositie van de gemeente. Met name strategische verwervingen, grondexploitaties en grote infrastructurele investeringen worden daarbij gewogen. Ten einde de onderkende risico’s te beheersen worden jaarlijks de grondexploitaties herzien en/of geactualiseerd, de waarde van andere bezittingen aan een toets onderworpen en de bestaande beheersplannen inzake onderhoud kapitaalgoederen tegen het licht gehouden. De belangrijkste risico’s zijn onder te verdelen in 2 groepen: · · · ·
Schommelingen in de marktwaarde van niet-in-exploitatie-genomen grondbezit; Verplichte verliesnemingen als gevolg van de actualisatie van grondexploitaties; Borgstellingen inzake de rente- en aflossingsverplichtingen van derden; Schadeclaims die niet of slechts voor een deel worden gehonoreerd.
· · · ·
Bezuinigingen bij het Rijk die doorwerken in de hoogte van de rijksbijdragen; De economische situatie die mogelijk leidt tot een hoger beroep op de bijstand; Het niet of niet tijdig realiseren van het gemeentelijk pakket aan ombuigingen; Extra achterstallig onderhoud op vastgoedbezit leidend tot extra onderhoudslasten.
De eerste groep betreft risico’s die een incidenteel karakter dragen, de tweede groep betreft risico’s die mogelijk een structureel karakter dragen. Zodra echter duidelijk is dat er sprake is van een structurele lastenverhoging zullen deze lasten meerjarig in de begroting worden verwerkt. In deze paragraaf komen zodoende alleen de risico’s uit de eerste groep aan de orde. - Risico inzake grondexploitaties en niet in exploitatie genomen gronden Het economisch pessimisme heeft ervoor gezorgd dat de huizenmarkt en daarmee de waarde van onroerend goed sterk onder druk is komen te staan. Partijen, zoals de Gemeente Vlaardingen, die een grondpositie hebben ingenomen, zien de waarde van hun bezit nog steeds dalen. De afgelopen jaren heeft dit geleid tot de vorming van aantal omvangrijke verliesvoorzieningen, die de weerstandscapaciteit van de gemeente sterk hebben aangetast (zie hierna). De risico’s in verband met grondbezit zijn in te delen naar de risico’s in verband met grondexploitaites (waarvoor plannen bestaan) en risico’s in verband met niet in exploitatie genomen gronden (waarvoor geen plannen bestaan).
63
De boekwaarde van de grondexploitaties De boekwaarde van de niet in exploitatie genomen gronden Reeds gevormd verliesvoorzieningen (grondexploitaties)
: ca. € 44 miljoen : ca. € 23 miljoen : ca. € 19 miljoen
Tot de grondexploitaties behoren o.a. de gronden van KW Haven Zuidwest (Schiereiland), Stationslokatie Centrum, Marathonweg, Koggehaven en Westwijk. Tot de niet in exploitatie genomen gronden worden o.a. gerekend de gronden van De Vergulde Hand, Nieuwe Maas Noord/Zuid, VOP Noord/Zuid, Maasboulevard en Vijfsluizen.
- Risico inzake garantstellingen Van de overige risico’s is vooral het risico in verband met garantiestellingen in het nieuws geweest. In het bijzonder de garantiestellingen ten behoeve van woningcorporaties hebben in de belangstelling gestaan. Wanneer een woningcorporatie in liquiditeitsproblemen komt en hierdoor niet meer aan haar rente- en aflossingsverplichtingen kan voldoen, wordt door de corporatie een beroep gedaan op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). In het bijzondere geval dat een groot aantal woningcorporaties tegelijkertijd bij het WSW aanklopt, zou het garantievermogen van het WSW onvoldoende groot kunnen zijn. Alleen in deze extreme situatie zal het Rijk en de deelnemende gemeenten worden gevraagd om tijdelijk renteloze leningen aan het WSW te verstrekken. Een dergelijke situatie heeft tot op heden nooit voorgedaan. Volgens het WSW had de achtervangpositie van onze gemeente eind 2011 betrekking op een gewaarborgd leningbedrag van in totaal € 512 miljoen, waarvan € 380 miljoen ten behoeve van de Stichting Waterweg Wonen en € 123 miljoen ten behoeve van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen. Gelet op de hiervoor beschreven zekerheidsstructuur lijkt de kans op een verzoek van het WSW om een renteloze lening te verstrekken gering. Zelfs een omvangrijk liquiditeitsprobleem als bij woningcorporatie Vestia vormde onvoldoende aanleiding om tot een dergelijk verzoek over te gaan. Deze conclusie wordt bevestigd door een in de zomermaanden door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten uitgevoerd onderzoek naar de risico’s die gemeenten lopen door als achtervang te fungeren voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Feitelijke weerstandscapaciteit Afgaande op de ervaringen van de laatste jaren bestaat de weerstandscapaciteit in Vlaardingen vooral uit de reserves. Welke gevolgen dit heeft gehad voor zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves blijkt uit onderstaande tabel (o.b.v. jaarrekeningcijfers). Jaarultimo
Algemene Reserve
Bestemmingsreserves
Totaal
2008 2009 2010 2011
€ 62,8 miljoen € 26,2 miljoen € 42,2 miljoen € 16,6 miljoen
€ 61,9 miljoen € 73,4 miljoen € 35,8 miljoen € 29,4 miljoen
€ 124,7 miljoen € 99,6 miljoen € 78,0 miljoen € 46,0 miljoen
Enige jaren geleden is ervoor gekozen om aan de algemene reserve een minimale omvang toe te kennen van 4% van het exploitatie- en begrotingstotaal. Uitgaande van een exploitatie van ca. € 200 miljoen en een balanstotaal van ruim € 400 miljoen behoort de algemene reserve ca. € 25 miljoen te bedragen. In de loop van 2012 is een bedrag van € 8,9 miljoen aan de bestemmingsreserves onttrokken en aan de algemene reserve toegevoegd. Daarnaast hebben onttrekkingen plaats gevonden voor een bedrag van bijna € 5 miljoen. In de Tussenbalans 2013-2016 is zodoende een algemene reserve van bijna € 21 miljoen per ultimo 2012 geprognosticeerd. Middels de in deze meerjarenbegroting opgenomen spaarbedragen wordt ernaar gestreefd de reserve weer op het gewenste niveau te krijgen. Bij de Tussenbalans is een voorziening getroffen voor tegenvallende opbrengsten.
64
Weerstandsvermogen Om de financiële positie van een organisatie te kunnen beoordelen, wordt onder andere gebruik gemaakt van kengetallen. Bekende kengetallen zijn de current-ratio, de quick-ratio en de solvabiliteitsratio. Ook weerstandsvermogen is zo’n ratio. In formulevorm ziet die er als volgt uit: Weerstandscapaciteit (in euro’s) Weerstandsvermogen = ----------------------------------------------Gekwantificeerde risico’s (in euro’s) Een berekening van het weerstandsvermogen leidt niet tot een bedrag, maar levert een getal (of een percentage) op. Is de uitkomst gelijk aan 1, dan is de aanwezige weerstandscapaciteit gelijk aan de berekende risico’s. Is de uitkomst kleiner dan 1, dan worden de risico’s hoger ingeschat dan de weerstandscapaciteit. De moeilijkheid bij het berekenen van het weerstandsvermogen is niet zozeer het bepalen van de weerstandscapaciteit, maar veel meer het bepalen en waarderen van de risico’s. De weerstandscapaciteit is in Vlaardingen feitelijk gelijk aan de omvang van de algemene reserve (eventueel aangevuld vanuit de bestemmingsreserves). Het kwantificeren van risico’s is minder eenduidig. Het gaat daarbij om vragen als: welke risico’s betrekken we bij de berekening, wat is de kans dat een risico zich voordoet en wat is de financiële impact van een risico? Vooral de beantwoording van de laatste 2 vragen is een verre van objectieve aangelegenheid. Naar aanleiding van de stresstest heeft PriceWaterhouseCoopers aanbevolen om het Monte Carlo-systeem toe te passen. De Monte-Carlo methode is een simulatietechniek waarbij een fysiek proces niet één keer maar vele malen wordt gesimuleerd, elke keer met andere startcondities. Het resultaat van de simulatie is een statistische analyse van de benodigde weerstandscapaciteit. De analyse is gebaseerd op de inzichten die op enig moment bestaan over de actuele risico’s (aard, impact, kans, beheersmaatregelen etc.). De toegevoegde waarde van deze methode is dat deze uitgaat van individuele risico’s en dat in de methode rekening wordt gehouden met de mogelijkheid dat een risico een spreiding kent van de mogelijke impact. Aan deze spreiding worden kansen gekoppeld. Door simulatietechnieken worden de risico’s niet zondermeer bij elkaar opgeteld, zodat er ook rekening mee wordt gehouden dat het onwaarschijnlijk is dat alle risico’s zich tegelijkertijd in de volle omvang voordoen. Toepassing van deze methode vergroot de objectiviteit van de berekening.
65
3. Onderhoud Kapitaalgoederen Inleiding De Gemeente Vlaardingen heeft ruim 7 km² openbare ruimte in beheer. In die ruimte vindt een groot aantal activiteiten plaats zoals wonen, werken en recreëren. Voor al die activiteiten bestaat de openbare ruimte uit een aantal kapitaalgoederen. Al deze kapitaalgoederen dienen te worden onderhouden. Gezien de duurzaamheid van de kapitaalgoederen is dat een taak die continue budgettaire middelen vergt. Deze paragraaf, in combinatie met de onderliggende beleids- en beheerplannen, geeft inzicht in de stand van het onderhoud van wegen, riolering, schoolgebouwen, enzovoort. Vanuit de beheersplannen vindt een vertaling van de onderhoudskosten naar de (meer) jarenbegroting plaats binnen de diverse programma’s. Bij ieder substantieel kapitaalgoed worden het beleidskader en de financiële consequenties aangegeven.
Wegen Beleidskaders Tot de beleidskaders behoren het beleids- en beheerplan wegen 2007-2011 alsmede het beleids- en beheerplan civieltechnische kunstwerken 2002-2011. Het proces voor het actualiseren van de beleidsen beheerplannen is opgestart. De wettelijke kaders uit de wegenwet, het nieuw Burgerlijk Wetboek en tevens de ambities (schoon, heel, veilig en toegankelijk) zoals geformuleerd in de stadsvisie Vlaardingen 2020 zijn bepalend voor de wijze en het niveau waarop het wegenbeheer en het beheer civieltechnische kunstwerken worden uitgevoerd. Het onderhoudsniveau (lees: kwaliteitsniveau) wordt voor wegen uitgevoerd op het niveau ‘sober’ en voor civieltechnische kunstwerken uitgevoerd op niveau ‘redelijk’. Financiële consequenties De financiële consequenties van de beleids- en beheerplannen met de daarbij behorende kwaliteitskeuze zijn vertaald in deze begroting in het programma Verkeer en Mobiliteit. Jaarlijks zal door middel van een evaluatierapportage worden aangegeven welke (financiële) consequenties optreden door afwijkingen in de uitvoering van het gevoerde beleid. Conform het beleids- en beheerplan civieltechnische kunstwerken 2002-2011, alsmede het beleidsen beheerplan wegen 2007-2011 is een financiële vertaalslag gemaakt naar de begroting. Vanwege het vervallen van de investeringsmiddelen voor reconstructie van wegen zal het achterstallig onderhoud niet verder worden ingelopen, maar op termijn oplopen.
Riolering
Beleidskader Als beleidskader voor het rioolbeheer geldt het op grond van de Wet milieubeheer verplichte Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (Waterplan, deel 1a). In dit plan worden maatregelen voorgesteld om aan de gemeentelijke zorgplicht ten aanzien van de inzameling en transport van afvalwater, inzameling en verwerking van regenwater en het voorkomen van grondwateroverlast te kunnen voldoen. Financiële consequenties De exploitatiekosten van het rioolstelsel worden gedekt uit de opbrengst rioolheffing, welke verantwoord staan in het programma Groen en Milieu. Alle aan het rioolstelsel en grondwaterzorgplicht gerelateerde kosten mogen via de rioolheffing worden doorberekend. Dientengevolge is de exploitatie van het rioolstelsel binnen de begroting van de gemeente budgettair neutraal. Eventuele saldi die na afsluiting van een boekjaar ontstaan worden via de egalisatiereserve riolering verrekend.
66
Waterbodems Beleidskader De beleidskaders staan opgenomen in het Waterplan. De kaderstelling is geënt op uit diverse wetten voortvloeiende verplichtingen voor de waterbeheerder. Financiële consequentie De hoofdwatergangen zijn met ingang van 2007 overgedragen aan het Hoogheemraadschap van Delfland. Voor het uitvoeren van dagelijks- en groot onderhoud aan watergangen die bij de gemeente in beheer blijven, zijn in de begroting in het programma Verkeer en Mobiliteit de benodigde financiële middelen voorzien. Groenvoorzieningen Beleidskader De beleidskaders voor het openbaar groen zijn, los van de wettelijke kaders, vastgelegd in het Groenplan en de bomenverordening. Het beheerplan Groen kent een aantal kernelementen die uiteindelijk bepalend zijn voor de beheersmatige kant van de groenvoorzieningen. Duurzaamheid in beheer is een belangrijk aspect dat is ingebracht in het beleid. Er zijn relaties met andere plannen onder andere het beleids- en beheerplan wegen 2007 – 2011, het Waterplan alsmede met specifieke aanvullingen op het groenbeleidsplan zoals de notitie ecologisch beheer. Financiële consequenties De ramingen die op basis van het huidige beleids- en beheerplan tot stand komen variëren per jaar niet tot weinig. Om kapitaalvernietiging te voorkomen, is het belangrijk het technisch beheerniveau op peil te houden. Voor het uitvoeren van onderhoud groen zijn in de begroting in het programma Groen en Milieu de benodigde financiële middelen voorzien.
Kades en glooiingen Beleidskaders De veiligheid en functionaliteit van de kades en glooiingen zijn van groot belang voor de continuïteit van de havenactiviteiten. Het beheerplan kades en glooiingen is de basis voor het beheer van de gemeentelijke kades en glooiingen. Op basis van de opgenomen uitgangspunten dienen veiligheid en functionaliteit te worden gewaarborgd. De nadruk van het plan ligt met name bij de technische kwaliteit en minder op de belevingswaarde. In het Beheerplan wordt geadviseerd om voorafgaand aan het uitvoeringsjaar een kwaliteitsonderzoek te laten uitvoeren om zodanig de definitieve maatregelen op jaarbasis goed in beeld te krijgen. Op een aantal locaties die als onveilig zijn aangeduid is nader onderzoek verricht. Uit de gedetailleerde inspectie en de plaatselijke kennis over de onderhoudstoestand is gebleken dat renovaties moeten worden uitgevoerd op 3 locaties. Het betreft hier de Koningin Wilhelminahaven ZWZ, de glooiing aan de westzijde van de havenmond KW-haven en de Buitenhaven. Financiële consequenties De uitgaven voor kleinschalig en dagelijks onderhoud zijn conform het beheerplan opgenomen in de (meerjaren) begroting bij zeehavens alsmede binnenhavens binnen het programma Economie en Haven. Voor 2013 is in het Investeringsprogramma een bedrag opgenomen voor de reconstructie van de kade aan de KW-haven ZWZ.
67
Havens Beleidskaders De actualisatie van het Havenplan voor de komende periode moet ervoor zorgen dat het beheer en onderhoud van de havens aansluit bij het gebruik van de havens door zowel de beroepsvaart als de recreant. Contacten met Schiedam en Maassluis hebben nog niet geleid tot een vergaande samenwerking. Met de gemeente Midden Delfland (recreatievaart) en het Havenbedrijf Rotterdam zijn wel contracten voor samenwerking. Financiële consequenties De kosten van beheer en onderhoud voortvloeiende uit het Havenplan komen ten laste van het product Zeehavens. Beide producten vallen onder het programma Economie en Haven. Oppervlaktewater en grondwater Beleidskaders Als basis geldt een tweetal beleidsstukken, te weten het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), waarin het regeringsbeleid met betrekking tot de bestrijding van wateroverlast is vastgelegd en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) die zich richt op het verbeteren van de waterkwaliteit van oppervlaktewater en grondwater. Met de komst van de Waterwet (december 2009) heeft de gemeente de zorgplicht gekregen voor het stedelijke freatische grondwater. Freatisch grondwater is het ‘ondiepe’ grondwater wat je tegenkomt als je een kuil graaft. Financiële consequenties De financiële consequenties van het gemeentelijke waterbeleid zijn in het Uitvoeringsprogramma (Waterplan, deel 7) nader vastgelegd. Vanwege het samenwerkingsverband met het Hoogheemraadschap van Delfland is hierbij voor een aantal onderdelen sprake van gedeelde financiering. Op de lange termijn streeft Vlaardingen naar de ontvlechting van afvalwatersysteem (riolering) en watersysteem (oppervlaktewater) en het vinden van meer ruimte voor waterberging, samen met de ontwikkeling van natuurvriendelijke oevers. Voor de korte termijn liggen de maatregelen vooral in de rioleringssfeer. De investeringen, die deels samenhangen met het realiseren van de basisinspanning, komen dan ten laste van de rioolheffing. Met de beschikbare middelen die in de begroting in de programma’s Groen en Milieu en Verkeer en Mobiliteit zijn opgenomen kunnen de kosten van het onderhoud worden gedekt. Ondergrondse Containers Beleidskader Nieuwe ondergrondse containers worden met ingang van 2011 in eigendom van de gemeente Vlaardingen aangeschaft en geplaatst. Het betreft circa 700 ondergrondse containers voor de komende jaren. Financiële consequenties De kosten van de nieuwe ondergrondse containers worden gedekt uit de opbrengst afvalstoffenheffing en enkele andere vergoedingen, welke verantwoord staan in het programma Groen en Milieu. Alle aan de afvalverwijdering en –verwerking gerelateerde kosten mogen via de afvalstoffenheffing worden doorberekend. Dientengevolge is de exploitatie van de afvalverwijdering en –verwerking binnen de begroting van de gemeente budgettair neutraal. Eventuele saldi die na afsluiting van een boekjaar ontstaan worden via de egalisatiereserve afvalstoffen verrekend. Speeltoestellen Beleidskader De gemeente Vlaardingen streeft naar voldoende speelruimte voor kinderen. De speelplaatsen worden zo goed mogelijk verspreid over de stad en worden op een technisch verantwoord niveau onderhouden. Jaarlijks worden alle speeltoestellen geïnspecteerd. Tot het beleidskader behoort het Speelruimteplan dat in 2012 aan uw raad is aangeboden.
68
Financiële consequenties Voor de speelvoorzieningen zijn in de begroting in het programma Sport en Recreatie financiële middelen opgenomen voor vervanging en het dagelijks beheer en onderhoud. De financiële consequenties van het Speelruimteplan worden opgenomen in de begroting bij het programma Sport en Recreatie. Openbare Verlichting Beleidskader Sinds 2010 zijn de lichtmasten in de stad weer eigendom van de gemeente Vlaardingen. Het beheer en onderhoud ervan is ondergebracht bij CityTec. In 2012 is een start gemaakt met het opstellen van een beleidsplan voor Openbare Verlichting. Financiële consequenties Voor het uitvoeren van dagelijks- en groot onderhoud aan de Openbare Verlichting zijn in de begroting in het programma Verkeer en Mobiliteit de benodigde financiële middelen opgenomen. Verkeersregelinstallaties Beleidskader In 2010 is het areaal van de Verkeersregelinstallaties teruggekocht van CityTec en is zodoende volledig gemeentelijk eigendom. Het beheer en onderhoud ervan is ondergebracht bij CityTec. Financiële consequenties Voor het uitvoeren van dagelijks- en groot onderhoud aan de Verkeersregelinstallaties, zijn in de begroting in het programma Verkeer en Mobiliteit de benodigde financiële middelen opgenomen. Gebouwen Beleidskaders Eind 2012 wordt een nieuwe geactualiseerde nota Vastgoed opgesteld. In deze nota zullen een aantal gewijzigde beleidspunten opgenomen worden. De vastgoedportefeuille is ingericht op basis van de volgende categorieën: · · · ·
Dienstgebouwen; Maatschappelijk vastgoed waaronder onderwijsgebouwen en (veld)sportaccommodaties; Strategisch bezit; Overig bezit.
De huidige gemeentelijke vastgoedportefeuille bevat 219 objecten en heeft een totale omvang van ruim 208.000 m2. De portefeuille heeft een totale verzekerde waarde van ruim € 300 mln. Financiële consequenties Het gemeentelijke vastgoed kent een grote diversiteit en vraagt dan ook om diverse afwegingen met betrekking tot het plegen van (groot) onderhoud. In de begroting is een jaarlijkse toevoeging aan de reserve onderhoud van ruim € 1,1 mln. verwerkt, conform de begrotingen in eerdere jaren. In de begroting 2011-2014 zijn middelen vrijgemaakt om een inhaalslag uit te voeren van het achterstallig onderhoud. De totale achterstandslijst omvatte meer dan € 18 miljoen aan uitgaven. Naast de jaarlijkse dotatie in de reserve van ca. € 1,1 mln. is er voor het jaar 2011 een bedrag van € 2,5 mln. gereserveerd voor het projectmatig wegwerken van het achterstallig onderhoud. Er is vastgesteld welke panden prioriteit krijgen bij het wegwerken van achterstallig onderhoud. Daarnaast wordt gewerkt aan het opstellen van meerjarige onderhoudsplannen zodat volledig inzicht wordt verkregen in de (structurele) onderhoudsbehoefte van het gemeentelijk vastgoed. Tenslotte is in 2011 een lijst opgesteld van panden die kunnen worden afgestoten. De aanpak achterstallig onderhoud gemeentelijke gebouwen is in het najaar van 2011 aan het college ter vaststelling aangeboden. Medio 2012 is de eerste voortgangsrapportage aan het college voorgelegd.
69
4. Treasury Algemeen De treasuryfunctie maakt deel uit van de bredere financiële functie. De treasuryfunctie houdt zich bezig met financiering, risico- en cashmanagement en de hiermee samenhangende baten en lasten. In onze gemeente worden deze taken overwegend centraal uitgevoerd. De uitvoering vindt plaats binnen de kaders van het treasurystatuut. Dit ingevolge artikel 212 van de Gemeentewet opgestelde statuut is in september 2001 door uw raad vastgesteld. In het najaar van 2012 zal een up-date van het statuut aan uw raad worden voorgelegd.
Uitgangspunt Het treasurystatuut stelt in artikel 5 dat het gemeentelijk treasurybeleid defensief van karakter behoort te zijn. Dit betekent dat de financiële risico’s, die betrekking hebben op de uitvoering van de treasuryfunctie, beperkt dienen te blijven. Deze risicohouding vloeit enerzijds voort uit het idee dat aan een continue uitvoering van de publieke taak vanzelfsprekend prioriteit wordt gegeven, anderzijds uit de gedachte dat met gemeenschapsgeld met de nodige voorzichtigheid dient te worden omgegaan.
Doelstellingen In artikel 6 van het statuut zijn de algemene doelstellingen van het treasurybeleid opgenomen. Deze luiden: · het garanderen van een duurzame toegang tot de financiële markten en het beperken van de kosten die daarmee samenhangen; · het beschermen van de gemeentelijke vermogenspositie middels het beheersen van de optredende financiële risico's; en · het optimaliseren van het extern renteresultaat. In het vervolg van deze paragraaf zullen de onderwerpen die bij deze doelstellingen horen, besproken worden. Allereerst zal worden ingegaan op de wijze waarop Vlaardingen haar bezittingen financiert, daarna zullen de financieringsrisico’s in beeld gebracht worden, vervolgens wordt stil gestaan bij het kredietrisico op uitzettingen en tenslotte zal het renteresultaat aan de orde komen. Alvorens deze onderwerpen te behandelen vraagt een nieuwe ontwikkeling eerst de aandacht.
Schatkistbankieren In het Rijk’s Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden in 2013 gaan schatkistbankieren. Schatkistbankieren houdt in dat saldi die door provincies, gemeenten en waterschappen worden aangehouden op bankrekeningen dagelijks worden afgeroomd en via een rekeningcourantverhouding ten gunste van de Nederlandse schatkist worden gebracht. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld afnemen. Het treasurybeleid in Vlaardingen is er al jaren op gericht om beschikbare middelen zoveel en zo snel als contractueel mogelijk te benutten om de gemeentelijke leenschuld te verlagen (door op leningen af te lossen). Dit heeft tot gevolg dat het totaal van de banksaldi over het algemeen een geringe omvang heeft. Het effect van schatkistbankieren op het renteresultaat zal zodoende te verwaarlozen zijn. Wellicht dat er wel sprake zal zijn van een extra administratieve belasting.
Financiering Door de rekeningresultaten van de laatste jaren is de Gemeente Vlaardingen in steeds mindere mate in staat haar bezittingen te financieren met eigen vermogen (reserves). Mede hierdoor is er meer en meer een beroep gedaan op externe financiers. Dit heeft er toe geleid dat de leenschuld van de gemeente de afgelopen 4 jaar meer dan verdubbeld is (zie onderstaand overzicht).
70
Jaarultimo
Leenschuld
2008 2009 2010 2011 2012
€ 128 mln. € 156 mln. € 239 mln. € 269 mln. € 285 mln. (prognose)
Van de leenschuld per ultimo 2012 zal € 249 miljoen een gevolg zijn van het afsluiten van langlopende geldleningen. Het restant heeft betrekking op kortlopende geldleningen. Op het langlopende deel van de leenschuld zal de komende jaren jaarlijks voor een bedrag van € 20 miljoen worden afgelost. Zoals hierna zal blijken heeft dit te maken met het spreiden van het renterisico. Door de investeringsplannen van de gemeente zal de financieringsbehoefte, ondanks de aflossingen, blijven toenemen.
Renterisico’s Financiering en renterisico zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Telkens wanneer een geldlening moet worden afgelost en herfinanciering noodzakelijk is bestaat immers het gevaar dat de begroting geconfronteerd zal worden met hogere rentelasten: de nieuwe lening kan door ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt duurder uitvallen dan de oude. Renterisico is niet uit te sluiten, wel kan het gespreid worden. Zodoende kan het risico per begrotingsjaar worden beperkt. De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido) stelt grenzen aan de mate waarin een gemeente zich bloot kan stellen aan renterisico. Ter beperking van dit risico is zowel voor de vaste schuld (langlopende leningen) als voor de vlottende schuld (kortlopende leningen) een wettelijke maximum vastgesteld. Het te lang niet voldoen aan deze limitering kan voor de Provincie, als toezichthouder van de gemeente, aanleiding zijn om maatregelen te nemen. In laatste instantie behoort preventief toezicht op het afsluiten van geldleningen tot de mogelijkheden.
Renterisiconorm Vaste Schuld De renterisiconorm heeft betrekking op de vaste schuld van de gemeente. Vaste schuld ontstaat wanneer geldleningen worden afgesloten met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. De renterisiconorm moet gemeenten en andere decentrale overheden aanzetten tot spreiding van dit specifieke risico over toekomstige begrotingsjaren. De totale schuld in verband met het afsluiten van langlopend geldleningen bedraagt begin 2013 € 249 miljoen. Gegeven het feit dat de financieringsbehoefte niet zal afnemen, is dit tevens het totaalbedrag waarover Vlaardingen in de toekomst blootgesteld zal zijn aan renterisico (vaste schuld). Door bij het afsluiten van nieuwe geldleningen voor verschillende looptijden te kiezen wordt dit risico echter gespreid. Zodoende bedraagt het jaarlijks aflossingsbedrag en daarmee het jaarlijks renterisico ca. € 20 miljoen. Voor de periode 2013 tot en met 2016 is de gemeente hierdoor over een bedrag van € 79 miljoen onderhevig aan renterisico (zie onderstaande overzicht). Toekomstig renterisico: (bedragen x € 1 miljoen)
2013
2014
2015
2016
Aflossingen Renteherzieningen
19,5 0,0
20,0 0,0
19,5 0,0
20,0 0,0
Renterisico
19,5
20,0
19,5
20,0
Om de mogelijke impact van renterisico (vaste schuld) voor de komende 4 jaar te kunnen bepalen, zijn verschillende rentescenario’s mogelijk. Voor de eenvoud wordt hier gekozen voor een gemiddelde stijging van de marktrente met 1,00%. Zou deze stijging zich daadwerkelijk voordoen, dan zullen de
71
rentelasten met ingang van 2017 stijgen met € 790.000, zijnde 1,00% van € 79 miljoen. Uiteraard zijn vele andere rentescenario’s mogelijk. Gemeenten zijn niet vrij in het bepalen van de omvang van de jaarlijks te betalen aflossingen. De renterisiconorm geeft aan welk bedrag maximaal per begrotingsjaar kan worden afgelost. Berekening Renterisiconorm: · · ·
Begrotingstotaal (lasten) Percentage (gemeenten) Renterisiconorm
: € : : €
200 miljoen 20% 40 miljoen
(A) (B) (A x B)
Met een jaarlijks aflossingsbedrag van ca. € 20 miljoen blijft onze gemeente ruimschoots binnen de wettelijke norm.
Renterisico Vlottende Schuld Vlottende schuld ontstaat wanneer geldleningen worden afgesloten met een rentetypische looptijd die korter is dan 1 jaar. In Vlaardingen gaat het in dit geval veelal om leningen met een looptijd die varieert van 1 dag tot 2 weken. Het financieren van activa door middel van kortlopende geldleningen kent twee voordelen: · ·
er kan snel worden ingespeeld op schommelingen in de financieringsbehoefte, en het is bij een normale rentestructuur een relatief goedkope financieringsvorm.
Het gemeentelijk treasurybeleid is erop gericht om zoveel mogelijk van deze voordelen te profiteren. Tegenover deze voordelen staat echter het nadeel van de korte rentevastheid (renterisico). Om te voorkomen dat decentrale overheden zich teveel laten leiden door de voordelen van kortlopende financiering is door de wetgever de kasgeldlimiet ingesteld. Deze limiet stelt een maximum aan de omvang van de vlottende schuld. Berekening Kasgeldlimiet: · · ·
Begrotingstotaal (lasten) Percentage (gemeenten) Kasgeldlimiet
: € : : €
200 miljoen 8,50% 17,0 miljoen
(A) (B) (A x B)
Naar verwachting bedraagt de vlottende schuld begin 2013 ca. € 35 miljoen. Door tijdig en in voldoende mate langlopende leningen af te sluiten, zal voorkomen worden dat de kasgeldlimiet te lang, dat wil zeggen meer dan 2 achtereenvolgende kwartalen, wordt overschreden. In de begroting wordt met betrekking tot 2013 rekening gehouden met een gemiddelde vlottende schuld van ca. € 15 miljoen. De kortlopende financieringsmiddelen kunnen vermoedelijk worden aangetrokken tegen een rentepercentage van ca. 0,10%. Dit extreem lage percentage is een gevolg van de Europese schuldencrisis. Zou het vertrouwen in de markten terugkeren en de rente met 1,00% stijgen, dan zouden de rentekosten toenemen met € 150.000, zijnde 1,00% van € 15 miljoen. Ook in dit geval zijn uiteraard ook andere rentescenario’s mogelijk. Een verdere daling van de rente is echter nauwelijks nog mogelijk.
Debiteurenrisico Uitstaande Gelden Aan het voor langere tijd verstrekken van gelden aan derden kleeft het gevaar dat deze derden op een veelal onvoorzien moment niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat enerzijds een openstaande vordering als oninbaar moet worden afgeboekt (ten laste van de reserves), anderzijds een deel van de rente-inkomsten wegvalt. In principe kan door de gemeente om 2 redenen geld aan derden worden uitgeleend. Ten eerste wanneer dit in functie van de publieke taak gebeurt, ten tweede wanneer er voor langere tijd sprake is
72
van een overschot aan liquide middelen. Deze laatste situatie heeft zich de afgelopen jaren niet meer voorgedaan. Het treasurybeleid is er namelijk op gericht om de geldstromen van de gemeente zo te sturen dat eventuele overschotten zo snel als contractueel mogelijk ingezet kunnen worden om de schuldpositie te verbeteren en daarmee dus het debiteurenrisico te verlagen. In onderstaand overzicht is aangegeven bij welke partijen er begin 2013 nog gelden uitstaan: Debiteur 1 januari 2013 ontstaansgrond · Hypotheken/ambtenaren € 5,4 miljoen arbeidsvoorwaarde · Stichting Waterweg Wonen € 5,2 miljoen privatisering · Stimuleringsfonds Volkshuisvesting € 3,7 miljoen volkshuisvesting · Stadsgehoorzaal € 1,0 miljoen verzelfstandiging · Overige € 0,6 miljoen diverse -------------------· Totaal € 15,9 miljoen Het overzicht vemeldt dus uitsluitend geldleningen die verstrekt zijn in het kader van de publieke taak. Bij deze categorie van geldleningen speelt het debiteurenrisico een betrekkelijk ondergeschikte rol. Aan het maatschappelijk belang, dat verbonden is aan het verstrekken van een dergelijke geldlening, is tijdens de besluitvorming immers een hogere prioriteit toegekend dan aan het bijbehorende financiële risico. Door de verkoop van de BV Parkeergarage Vlaardingen is het debiteurensaldo aanzienlijk verlaagd. Gelet op de onderliggende contracten zal dit saldo en het daarmee samenhangende risico de komende jaren verder afnemen.
Renteresultaat 2013 Aan het afsluiten van geldleningsovereenkomsten zijn uiteraard renteverrekeningen verbonden. Naast renteverrekeningen met derden vinden ook interne verrekeningen c.q. doorbelastingen plaats (o.a. naar de diverse begrotingsprogramma’s). Alle externe en interne renteverrekeningen worden op de kostenplaats rente verantwoord: Rentebaten: · interne doorbelasting naar div. programma’s · langlopende geldleningen aan derden · verstrekte hypothecaire geldleningen -------------------- + · totaal
: € 15,6 miljoen : € 0,3 miljoen : € 0,2 miljoen
(4,50%) (3,50%) (4,20%)
: € 16,1 miljoen
Rentelasten: · langlopende geldleningen van derden · kortlopende geldleningen van derden -------------------- + · totaal Renteresultaat
: € 9,5 miljoen : € 0,0 miljoen
(3,60%) (0,10%)
: € 9,5 miljoen : € 6,6 miljoen (positief)
Het renteresultaat maakt evenals de dividendinkomsten en de gemeentelijke heffingen deel uit van de Algemene Dekkingsmiddelen.
73
5. Bedrijfsvoering De paragraaf Bedrijfsvoering geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Met de term bedrijfsvoering wordt bedoeld de sturing en beheersing van alle primaire en ondersteunende processen in een organisatie. De kern is dat het de aansturing van de organisatie betreft, zoals die onderscheiden kan worden van de feitelijk uitvoering: het daadwerkelijk maken van producten en het verlenen van diensten. Bedrijfsvoering heeft betrekking op de volgende beleidsterrein: personeel, communicatie, informatisering, automatisering en huisvesting.
Personeel en organisatie Er zijn, naast het realiseren van de besparingen en de bezuinigingen, drie thema's die in het kader van de bedrijfsvoering het komende jaar belangrijk zijn: 1. de structurele verbetering van de kwaliteit van onze dienstverlening; 2. de toepassingen die ICT hierin biedt optimaal te gebruiken en 3. nieuwe mogelijkheden voor de sociale werkvoorziening in ons gemeentelijk werk, en bij bedrijven. Dit zijn thema's die het komende jaar hoge prioriteit hebben, en die de hele organisatie aangaan. Thema’s die vragen om een voorbeeldige en uitstekende samenwerking tussen de zeven afdelingen. Daarnaast zijn er thema's die direct in het verlengde liggen van de bezuinigingen. Hierbij gaat het om het opvangen van de afname van het aantal medewerkers (van over de 800 tot uiteindelijk rond de 500 in 2020), over het flexibele en plaats- en tijd-onafhankelijke werken en over de manieren van sturing. En daarbij vooral: de omgang met elkaar en de manieren die maken dat we een organisatie in ontwikkeling vormen. De afgelopen jaren heeft de organisatie zich steeds verder ontwikkeld tot een organisatie die klaar is voor de verschillende veranderingen die op de organisatie afkomen. Een greep uit de ontwikkelingen van de afgelopen jaren: § § § § § § § § §
De gedragscode voor alle ambtelijke medewerkers is vastgesteld en doorgevoerd in 2006, net zoals die voor de sociale werkvoorziening, in 2011. Ook met de trainees wordt de gedragscode besproken en ondertekend. De organisatie heeft een kaderstellende missie opgesteld, die breed besproken en uitgedragen is. Jaarlijks worden functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken gevoerd, en daar wordt de hand aan gehouden. De normen en waarden van de organisatie – betrokken, open, efficiënt, innovatief en transparant – zijn in breed overleg opgesteld. Deze normen en waarden komen consequent terug in de interne communicatie. Per 1 januari 2012 is overgegaan van de 32-urige naar de voor gemeenten reguliere 36-urige werkweek gegaan. De organisatie zoekt waar met Maassluis, Schiedam en in de regio samengewerkt kan worden. Dat is intussen gerealiseerd met het Inkoopbureau, met Baanbreker, en met de gemeenschappelijke regelingen en aanbestedingen rond WMO. Er wordt in kaart gebracht welke werkprocessen en activiteiten wellicht uitgeplaatst kunnen worden. Daarbij wordt gedacht aan Belastingen, Bibliotheek, Regionale Sociale Dienst en de Wabo-vergunningen. De organisatie vergelijkt zichzelf op alle werkterreinen waar dat kan door benchmarks met andere gemeenten. Daardoor wordt een beeld gekregen van hoe de gemeente scoort. Het doel daarbij is in ieder geval altijd “beter dan gemiddeld” te zijn. Meer dan de helft van de kantoormedewerkers heeft geen vaste werkplek meer. De organisatie werkt steeds meer op basis van het ‘flex-werken’. Een wisselende werkplek, geschikt voor het werk dat op dat moment gedaan wordt - is nu ingevoerd op de Industrieweg voor vier verdiepingen, op de Westhavenkade (de tijdelijke huisvesting) voor het hele gebouw, en op de Hoflaan voor twee verdiepingen. Tijd- en plaats-onafhankelijk werken. Goed voor de productiviteit.
74
De ondervonden werkdruk is verminderd, terwijl tegelijkertijd het aantal medewerkers fors afnam, van over de 800 in 2004 naar rond de 600 nu. Terwijl ook de inhuur van externen en het uitbesteed onderzoek fors afnamen. Dat de werkdruk afnam, is gebeurd door medewerkers te trainen hoe je een schoon bureau, schone bestanden en een opgeruimd archief organiseert. Daarnaast worden de werkprocessen structureel verbeterd, door ze slimmer, slanker en sneller te maken. Daarmee staan we pas aan het begin. Maar er is wel een veelbelovende start geweest van het 'lean’ inrichten van de organisatie. Dat zal de volgende vier jaar door gaan, in een sneller tempo en met scherpere doelstellingen. Het ziekteverzuim is de laatste maanden opgelopen. De oorzaken hiervan worden onderzocht. Om de vergrijzing te compenseren nemen we trainees in tijdelijke dienst voor twee jaar, conform de door uw raad aangenomen motie. Op dit moment zijn er 12 trainees aangenomen, die voorbeeldig begeleid worden en afwisselend werk doen. De interne mobiliteit is met sprongen gestegen en lag in het afgelopen jaar boven de 50. Dat zijn medewerkers die intern naar een andere functie hebben gesolliciteerd, en die ook hebben gekregen. Bovenstaande ontwikkelingen zijn feitelijke, zichtbare, aantoonbare vorderingen in de verbetering van de gemeentelijke organisatie. Ontwikkelingen waar vele medewerkers trots op zijn. Wat minder feitelijk is de verandering in de normen en waarden, in het gedrag, en in de omgangsvormen binnen de gemeentelijke organisatie. Dat is een proces dat meerdere jaren in beslag neemt. Met de vaststelling en ondertekening en handhaving van de gedragscode, met de integriteitstrainingen, met het expliciet maken van normen en waarden als: betrokken, open, efficiënt, innovatief en transparant, zijn belangrijke fundamenten gelegd. In het opleidingsprogramma, de Vlaardingse School, zitten ook ondersteunende modules voor de manier van werken. Daarnaast is een bijzonder effect van flexwerken, en het verwijderen van alle muurtjes tussen kamertjes, dat de sociale controle toeneemt. Er gaat weinig boven sociale controle, als sturingsmechanisme. Daarbij is het goed om te zien hoe leidinggevenden ook gewoon aanschuiven en schouder aan schouder naast hun medewerkers, iedere dag in nieuwe combinaties, aan de slag zijn. Het gedrag, en de manier waarop samengewerkt wordt, en wat daarbij gewenst is en wat daarin niet functioneert, is expliciet en specifiek onderwerp van gesprek, en van ontwikkeling en verbetering op drie manieren. § Dilemmagesprekken: Dat is een reeks van drie door een externe deskundige, begeleide gesprekken met zes tot tien deelnemers, waarbij ieder een dilemma uit het werk op tafel legt. Op dat dilemma wordt door de andere deelnemers indringend, en open, bevraagd. Dat leidt tot mogelijke oplossingen, waarna teruggekoppeld wordt of die oplossing inderdaad gewerkt heeft. Dilemmagesprekken staan open voor alle medewerkers. In de praktijk hebben vooral leidinggevenden – van directie tot coördinator – er gebruik van gemaakt. Voorlopig zijn ze stopgezet, omdat het budget het niet langer toe staat. Gezocht wordt nu naar een goedkoper vervolg aan deze gesprekken, wellicht door interne begeleiding. § Leergang voor leidinggevenden, getiteld 'Verbindend Veranderen': Daaraan doen 12 tot 16 leidinggevenden per jaar mee. De eerste leergang, 2011/2012, is in september afgerond, de tweede over 2012/2013, is in augustus van start gegaan. Het is in die zin een beproefde leergang, dat bij ministeries, bij de politie en via open inschrijving ruime ervaring is opgedaan met deze methode, en dat de bruikbaarheid bedrijfszeker is aangetoond. De titel zegt waar het om gaat: Je verandert, snel en stevig, je past je aan aan nieuwe kaders en eisen vanuit de omgeving, en je doet dat in verbinding met elkaar, en met je omgeving. § Intervisiebijeenkomsten, voor degenen die de leergang gevolgd hebben, en voor degenen die de leergang volgen. Daarbij worden casus beschreven, uitgewerkt, besproken en belicht door de deelnemers. We scoren beter dan gemiddeld in steeds meer benchmarks. Daarnaast zijn het de bovenstaande ontwikkelingen die ervoor zorgen dat we een organisatie zijn waar 99% van de medewerkers met genoegen werkt, omdat hun eigen ontwikkeling spoort met die van de organisatie.
75
Formatie De formatie betreft het personeelsbestand van de Gemeente Vlaardingen. Daarin worden de volgende de mutaties voorzien: Stand (in fte’s) 1 januari 2012 687,59
Inkrimping 2012 58,97
Uitbreiding 2012 0,50
Stand (in fte’s) 1 januari 2013 629,12
De uitbreiding van de formatie met 0,50 fte betreft een consulent maatschappelijke stages voor 3 jaar. Voor de te maken kosten wordt een subsidie ontvangen. In de formatie van 1 januari 2013 zijn de voor 2013 opgenomen taakstellingen nog niet verwerkt. De formatie wordt in 2013 met 27,59 fte ingekrompen tot 601,53 fte. In de meerjarenbegroting 2011-2014 is voor 2013 een formatie van 609 fte genoemd. We liggen op schema om eind 2014 een formatie van 578 formatieplaatsen te bereiken. De salarislasten zoals opgenomen in de begroting 2013 bedragen € 39,9 miljoen. Ziekteverzuim Het streven is het ziekteverzuimpercentage onder het landelijk gemiddelde van onze klassegrootte van gemeenten (50.000 -100.000 inwoners) te houden. Voor het jaar 2012 was het landelijk percentage 5,4%. Wij streven naar 5,0% voor het jaar 2013. Om het streefcijfer te bereiken wordt een actief beleid opgezet door het geven van trainingen Verzuimbegeleiding en Ziekteverzuimpreventie o.a. door de inzet van bedrijfsmaatschappelijk werk, fysiotherapeut en psycholoog. Langdurig zieken (langer dan 6 weken ziek) veroorzaken meer dan de helft van het ziekteverzuimpercentage. Zij krijgen daarom extra aandacht door het te bespreken met betrokkenen en per ziektegeval een plan van aanpak op te stellen. Daarnaast is besloten standaard de langdurig zieken in het sociaal medisch team te bespreken, waarbij naast de leidinggevende en de P&O adviseur ook de bedrijfsarts aanwezig is. Opleidingen De opleidingen binnen de Vlaardingse School sluiten aan bij de ontwikkelingen van de organisatie. Het is juist in deze tijd van bezuinigingen en formatiereductie belangrijk om te blijven investeren in de ontwikkeling van onze medewerkers. De medewerkers blijven dan goed en langer inzetbaar. Het draagt ook bij aan de mobiliteit en flexibiliteit van de medewerkers. In het CAO-akkoord 2011-2012 is afgesproken dat medewerkers vanaf 2013, voor de duur van 3 jaar, een individueel loopbaanbudget van € 500 ter beschikking krijgen. Dit is bedoeld om de inzetbaarheid en mobiliteit van medewerkers te vergroten. Dit loopbaanbudget wordt gefinancierd uit de huidige opleidingsbudgetten. Nadere uitwerking volgt.
76
Informatisering Uitwerking uitgangspunten Informatiebeleid In juni 2012 is de nota Uitgangspunten Informatiebeleid door de raad vastgesteld. In de begroting 2013 wordt een stap gemaakt naar het centraliseren van alle budgetten die met informatiesystemen te maken hebben. Hierdoor moet de samenhang en het kosteninzicht verder toenemen. Verder zal er een uitwerkingsplan Informatiebeleid komen. In 2013 zullen hier de eerste activiteiten uit gaan voortvloeien. Basisregistraties In 2013 wordt er verder gewerkt aan het koppelen van informatiesystemen en wordt er gewerkt aan de Basiskaart Grootschalige Topografie (BGT). Onderzoek en Statistiek Belangrijke monitors die worden uitgevoerd zijn onder andere de Sociale Index, Monitor Actieplan Wonen en Monitor Actieplan Economie. Daarnaast levert de Stadspeiling een bijdrage aan de evaluatie van gemeentelijke doelstellingen. Ook het Vlaardingse Internet Panel wordt ca. 6 keer per jaar ingezet voor diverse onderzoeken. Naast het ad hoc aanleveren van gegevens wordt statistische en demografische informatie ontsloten via factsheets en de applicatie Swing (Kenniscentrum Vlaardingen).
Automatisering Applicatiebeheer Zoals al aangegeven in de uitgangspunten van het informatiebeleid wordt er ingezet op het verder centraliseren van de applicatiebeheertaken. Een onderzoek naar een goede splitsing van taken vind plaats in 2012, zodat in 2013 dit een vervolg kan krijgen. Digitalisering documenten In 2012 is Verseon gemeentebreed ingevoerd. Ook de bestuurlijke besluitvorming werkt nu op basis van Verseon. Dit systeem werkt nu nog op basis van een verouderd Document Structuur Plan. De komende periode wordt een nieuwe versie van die Document Structuur Plan ingevoerd in het systeem. Samenwerking Schiedam en Maassluis Er wordt momenteel op regelmatige basis overlegd met de MSV gemeenten op het gebied van Informatiebeleid. Waar mogelijk en kosten effectief wordt er gezamenlijk aanbesteed en wordt er kennis uitgewisseld. Baanbrekend wordt ondersteund vanuit de Gemeente Vlaardingen. Onze gemeente treedt op als gastheer voor dit samenwerkingsverband. Ondersteuning Flexwerken en thuiswerken Met de invoering van werkplek 2.0 heeft de Gemeente Vlaardingen een stap vooruit gezet in het flexwerken, waarbij medewerkers zowel thuis als op het werk de beschikking hebben over een volledige werkplek. De invoering hiervan is onderweg en zal begin 2013 volledig zijn afgerond. Daarnaast zijn er stappen gezet in het vernieuwen van het kantoorconcept waarbij er toegewerkt wordt naar een flexibele kantooromgeving.
Huisvesting Renovatie Stadskantoor Westnieuwland Voor het project renovatie Stadskantoor Westnieuwland en aanpassingen Markt 11 tot bestuurs- en vergadercentrum heeft de gemeenteraad in december 2011 een krediet gevoteerd van € 38,2 miljoen. Voor het project worden halfjaarlijkse voortgangsrapportages gemaakt die aan de raad worden aangeboden. In deze rapportages wordt melding gemaakt van de voortgang van het project, genomen besluiten, de planning, communicatie met de omgeving, aanbestedingen en de financiële stand van zaken. In juli 2012 is de voortgangsrapportage 1e halfjaar 2012 aan de raad aangeboden. In januari 2013 volgt de rapportage over het 2e halfjaar van 2012. Daarna zal 3x jaarlijks worden gerapporteerd.
77
6. Grondbeleid Inleiding Grondbeleid is een gemeentelijk instrument in de ruimtelijke ordening waarmee de gemeente gewenste ontwikkelingen kan bevorderen en ongewenste ontwikkelingen tegengaan. Het kan hierbij gaan om ontwikkelingen op het gebied van volkshuisvesting (woningdifferentiatie), economie (groei werkgelegenheid, ontwikkeling van bedrijventerreinen) en natuur en milieu (veiligstellen natuurgebied, herstructurering stedelijk gebied). In 2011 is een nieuwe nota Grondbeleid door de raad vastgesteld. Taak van de gemeente Er zijn twee vormen van grondbeleid: actief grondbeleid en faciliterend grondbeleid. Bij actief grondbeleid koopt de gemeente zelf grond aan en is actief betrokken bij de ontwikkeling van de grond. Daarna kan de gemeente de kavels verkopen of in erfpacht uitgeven. Bij faciliterend grondbeleid maakt de gemeente het mogelijk dat private partijen een gebied ontwikkelen, de gemeente beperkt zich hierbij voornamelijk tot het maken van een bestemmingsplan (publiekrechtelijk kader) en bij mogelijke grondeigendom van de gemeente in het betreffende gebied, het inbrengen van deze gronden. Uiteraard zijn er vele tussenvormen mogelijk,. De uiteindelijke samenwerkingsvorm is steeds afhankelijk van het specifieke project en de taak- en risicoverdeling tussen partijen. Wijze waarop het grondbeleid gestalte krijgt Om uitvoering te geven aan de gemeentelijke doelstellingen op ruimtelijk en economisch gebied heeft de gemeente, uit strategische overwegingen, percelen grond met of zonder bebouwing aangekocht. De huidige vastgoedmarkt, maar ook de financiële positie van de gemeente is dermate veranderd, dat strategische verwervingen niet meer voor de hand liggen, omdat hierdoor de grond- en vastgoedportefeuille van de gemeente wordt uitgebreid. Beperken van de grond- en vastgoedportefeuille door verkoop, is een van de mogelijkheden om deze portefeuille te beperken, waardoor de (financiële) risico’s navenant afnemen. Actief grondbeleid (verwerving, bouwrijp maken en verkopen) en (in meer of mindere mate) de samenwerkingsverbanden met marktpartijen brengen financiële risico’s voor de gemeente met zich mee. Grondexploitaties hebben meestal een doorlooptijd van enkele jaren. Bij de start wordt op basis van een aantal uitgangspunten (met name beoogd programma, planning en parameters) een meerjarige exploitatieberekening gemaakt om te bepalen in hoeverre er sprake is van een rendabele ontwikkeling. In de tijd kunnen zich positieve of negatieve ontwikkelingen voordoen, die bij de start van de exploitatie niet konden worden voorzien maar wel een sterk effect hebben op de kostendekkendheid dan wel de winstgevendheid. Veranderende wetgeving, economische recessie, procedurele zaken, wijzigingen van, bij of door de ontwikkelaar, evenals nadelige renteontwikkelingen kunnen als oorzaken worden genoemd, waardoor het resultaat van een exploitatie wordt gewijzigd. In de vorm van voortgangsrapportages wordt hiervan melding gemaakt. De grondprijsbenadering Voor de grond, die door de gemeente zelf wordt uitgegeven, geldt als uitgangspunt een marktconforme grondprijs. De berekening daarvan gebeurt op basis van marktprijzen en rekening houdende met de methode van residuele grondwaardebenadering. De residuele grondprijsberekening kan worden gecheckt door een comparatieve berekening. Hierbij worden vergelijkbare ontwikkelingen en hun bijbehorende grondopbrengsten vergeleken. De grondprijzen en de afzetbaarheid van woningen staan onder druk, wat gevolgen heeft voor de grondexploitaties. Zodra grond wordt aangekocht of verkocht, vindt er een taxatie plaats, om de marktconformiteit te bepalen. Grondexploitaties In de grondexploitaties worden, de door de gemeente te maken kosten, om een bepaald grondgebied tot (her)ontwikkeling te brengen, afgezet tegen de mogelijk te realiseren opbrengsten van de nieuw te realiseren bestemmingen, dan wel mogelijke bijdragen en subsidies. De grondexploitatie is daarmee de financiële neerslag van de productie van bouwgrond door de gemeente. De term ‘bestemmingen’ betreft: wonen, bedrijven, detailhandel, horeca, zorg, onderwijs, groen enzovoorts. Uitgangspunt bij
78
het opstellen van een grondexploitatie is dat deze minimaal kostendekkend is. In voorkomende gevallen kan het belang van een (her)ontwikkeling echter zodanig groot zijn, dat een eventueel tekort op een grondexploitatie bestuurlijk geaccepteerd wordt. Dat zal uiteraard serieus moeten worden afgewogen, waarbij eventuele dekkingsmiddelen betrokken moeten worden. Elke grondexploitatie wordt door de gemeenteraad vastgesteld. Doordat de grondexploitaties financieel onder druk staan, zal telkenmaal kritisch worden gekeken, naar de kostenposten, die in een grondexploitatie worden meegenomen. Omdat ook de opbrengsten en de bijdragen of subsidies beperkter worden, kan een grondexploitatie (verder) onder druk komen te staan. Ultimo ieder jaar worden alle grondexploitaties ten behoeve van de jaarrekening geactualiseerd om het verloop qua voortgang maar ook wat betreft risico-ontwikkeling zo goed en actueel mogelijk te kunnen volgen. Hiernaast zal twee maal per jaar een voortgangsrapportage grondexploitaties aan de raad worden voorgelegd. Zodra er forse wijzigingen zijn in het programma, de planning of de parameters zal dit aanleiding zijn om de grondexploitatie(s) te herzien. Winstneming en voorziening Bij een positief eindresultaat van een grondexploitatie komt de winst vrij bij afsluiting van de grondexploitatie. Indien de prognose van het eindresultaat van een grondexploitatie negatief is wordt direct, bij de vaststelling van de (herziene) grondexploitatie, een voorziening getroffen. Exploitatieplan De Grondexploitatiewet maakt onderdeel uit van de nieuwe wet Ruimtelijke Ordening. De wet is van toepassing bij de ontwikkeling van bouwlocaties. Bij het bestemmingsplan hoort ook een exploitatieplan, waarin de financiële haalbaarheid geheel uitgewerkt wordt, zowel van gemeentelijke als van particuliere ontwikkelingen. In het geval van particuliere ontwikkelingen, kunnen (anterieure) contracten tussen de gemeente en de marktpartijen opgesteld worden. In dat geval kan de raad besluiten om af te zien van een exploitatieplan. Economische crisis en de gevolgen daarvan voor de grondexploitaties Zoals u bekend, heeft de economische crisis en de stagnerende vastgoedmarkt een sterke invloed op de grondexploitaties. Deze neerwaartse trend wordt nog niet doorbroken. Ten gevolge hiervan zijn de grondopbrengsten bij de vaststelling of herziening van de grondexploitaties omlaag gebracht , zijn de parameters (opbrengsten- en kostenstijging) voor de jaren 2012 t/m 2014 op nul gesteld en worden de diverse programma’s en planningen bijgesteld. Al deze zaken hebben een negatief effect op de grondexploitaties. Tevens wordt er kritisch gekeken, naar de omvang van de grond- en vastgoedportefeuille. Geplande verwervingen zijn aangehouden en het in bezit houden van panden en gronden wordt heroverwogen. Erfpachtexploitatie Het gehanteerde erfpachtbeleid wordt momenteel tegen het licht gehouden, hetgeen geresulteerd heeft in een concept erfpachtsnota die op korte termijn aan de raad zal worden voorgelegd. Wij gaan daarbij uit van een eenvoudigere, maar ook meer marktconforme benadering. Daarbij hebben wij oog voor de belangen van individuele (ver)kopers. Stand van zaken grond- en bouwexploitaties De grondexploitaties Westwijk, Koggehaven, Stationsgebied Centrum, Schiereiland en Buizengat Oost, zijn in 2012 technisch herzien (met name parameters ten aanzien van opbrengstontwikkelingen) en door de raad vastgesteld. De grondexploitatie Holy Noord is afgesloten en een nieuwe grondexploitatie ‘Vrije kavels Hollandiaan’ is opgesteld voor het resterende onderdeel. Doordat de woningbouwproductie omlaag gaat, zijn de planningen en/of de programma’s van de diverse projecten aangepast. Deze wijzigingen worden doorgevoerd in de grondexploitaties, waardoor
79
de grondexploitaties Marathonwegzone, Stationsgebied Centrum en Babberspolder Oost opnieuw worden herzien. Bij Koggehaven en Vrije Kavels Hollandiaan is daar geen aanleiding toe. Zodra de overeenkomsten met derden voor Holy Zuid-Oost en Holy Zuid-West afgerond worden, zullen de financiële consequenties worden ingebracht in deze grondexploitaties en ook deze herzieningen worden voorgelegd. Ook voor de Westwijk wordt op korte termijn een herziening voorgelegd. Voor Schiereiland en Buizengat Oost geldt, dat de marktconsultatie tot meer duidelijkheid zal leiden, waarna ook hier een herziening zal volgen. 1. Westwijk Een voorstel wordt voorbereid waarbij wordt voorgesteld om de grondexploitatie op te knippen en deels af te sluiten. Dit om de beheersbaarheid en de transparantie van deze grondexploitatie te vergroten. De afgeronde deelexploitaties Van der Werffstraat, Spirit 1 en de Restlocaties worden afgesloten. 2. Marathonwegzone Het Centrum voor Preventie en Herstel is gerealiseerd. CION wordt verplaatst naar DVO, waarbij de bijdrage vanuit de grondexploitatie beperkt blijft tot de eerder vastgestelde € 0,5 mln. De mogelijke omvorming van een beperkt woningbouwprogramma naar bedrijvenprogramma zal hoegenaamd geen financiële consequenties met zich meebrengen. De benodigde voorziening blijft staan op € 1,18 mln. 3. Koggehaven Het bouwrijpmaken van de Koggehaven is gerealiseerd, De aanleg van de haven is afgerond. Lensveld is afgerond met het bouwen en inrichten van hun kavel. Zij zijn dit jaar verhuisd naar de Koggehaven. De verwachting is dat Zethameta voor de zomer van 2013 ook verhuisd is naar de Koggehaven. De uitgifte van de resterende kavels wordt afgerond. De aanleg van de aansluiting op de Maassluissedijk wordt gestart, evenals het woonrijpmaken van het gebied. Er is voor de Koggehaven een voorziening van € 2,3 mln. getroffen. 4. Stationsgebied Centrum De grondexploitatie Stationsgebied Centrum bestaat uit de Galgkade, de Parallelweg en Spoor en Sluis. De Galgkade is in 2 fasen gesplitst, hoogbouw en laagbouw. De grondverkoop van de laagbouw aan een ontwikkelaar is nog niet afgerond. De verwerving van Prorail in Spoor en Sluis heeft plaatsgevonden, zodat ontmanteling van het rangeerterrein kan plaatsvinden. De verwerving van grond aan de Parallelweg van NS-Poort is stopgezet. Voorgesteld zal worden om het deelgebied Parallelweg uit de grondexploitatie te verwijderen. Dit zal een positief effect op de eindwaarde hebben, die momenteel op € 0 staat. 5. Schiereiland Dit gebied maakt onderdeel uit van de Uitvraag Kerngebied Rivierzone, waarvoor een ontwikkelaar wordt geselecteerd. Voorjaar 2013 zal duidelijkheid gaan ontstaan over deze selectie en zullen de financiële consequenties voor het Schiereiland zichtbaar worden. Er is een voorziening getroffen van € 10,05 mln. 6. Buizengat Oost De aanbesteding op basis van een geheel uitgewerkt bouwplan heeft niet tot een resultaat geleid.. Vervolgens is er een adviesvraag voorgelegd aan een aantal ontwikkelaars om eind 2012 te komen tot een marktconform voorstel, dat in de huidige economische omstandigheden en woningmarkt het best ontwikkeld kan worden. Dit kan flinke nadelige consequenties voor de grondexploitatie hebben, maar is nu nog niet duidelijk. De huidige prognose geeft een resultaat van € 1,75 mln positief. 7. Babberspolder-Oost Deelplan 5a is gesloopt en in september 2012 is de bouw begonnen. In Deelplan 9 is in mei gestart met bouwen en eind 2012 worden de eerste woningen opgeleverd. De sloop in Deelplan 7+8 is in juli 2012 gestart. Alle objecten in de wiggen zijn verworven. Besloten is om het pand in de wig aan de van Hogendorplaan niet te slopen, maar in stand te houden en te verkopen.
80
De akte van herijking wordt opgesteld waarin de wijzigingen in het grondgebruik worden vastgelegd. De nieuwe deelplannen 5a en 10a worden, conform de eerdere deelplannen, betrokken bij deze herijking. 8. Holy Zuid Oost De onderhandelingen over een overeenkomst met WaterwegWonen over Holy Zuid Oost zijn in een vergevorderd stadium. De consequenties zijn verwerkt in de grondexploitatie, die eind 2012 aan de raad zal worden voorgelegd. Van de eerder getroffen voorziening van € 4,00 is € 3,05 mln. geoormerkt ter compensatie van verwervingen. Hiervan is € 1,25 reeds gerealiseerd. 9. Vrije Kavels Hollandiaan De grondexploitatie Holy Noord is bij de jaarrekening van 2011 afgesloten. In 2012 is een nieuwe grondexploitatie opgesteld van het resterend onderdeel Vrije kavels Hollandiaan met een resultaat van € 1,2 mln positief. De verkoop van de kavels via een makelaar zijn niet voorspoedig verlopen. Mogelijk dat drie van de zes kavels verkocht kunnen worden, anders worden de kavels in optie uitgegeven aan een geïnteresseerde partij. De vergoeding voor deze opties dekken de rentekosten die hierdoor ontstaan. 10. Holy Zuid West Wij zijn voornemens de grondexploitatie Holy Zuid West af te sluiten, zodat de reeds gerealiseerde deelgebieden worden afgesloten. Voor het resterende deelgebied Drieën-Huysen wordt de benodigde grond verkocht om de particuliere ontwikkelingen mogelijk te maken. Niet in exploitatie genomen gronden (Niegg’s) De huidige Niegg’s betreffen de gebieden VOP- Oost, Maaswijk, Vergulde Hand West, Vijfsluizen en Palet Centrum. In september 2012 zijn de Nieggs VOP-Oost, Maaswijk en de Vergulde Hand West opnieuw tegen het licht gehouden in het kader van de stresstest. Voor deze gebieden worden plannen van aanpak opgezet, om te komen tot een reductie van de financiële risico’s. Vijfsluizen is een particuliere ontwikkeling, die niet door de gemeente in exploitatie wordt genomen. In de Niegg zit nog de verwerving van de grond voor de verplaatsing van de carpoolplaats. Dit terrein wordt mogelijk verkocht, waarna deze Niegg kan worden afgesloten. De voorgenomen realisatie van de lus Vijfsluizen is als kapitaalskrediet opgenomen in het meerjareninvesteringsprogramma. Palet Centrum zal in 2013 afgesloten worden. Actualisatie De grond- en contractexploitaties worden ten behoeve van de jaarrekening eind 2012 geactualiseerd. Op dat moment worden niet de programma’s en planningen bijgesteld, maar wel de gevolgen van de uitgaven en inkomsten in 2012 verdisconteerd, om de boekwaarden per 31-12-2012 vast te stellen.
81
7. Verbonden Partijen Inleiding Om de beleidsdoelen van de Gemeente Vlaardingen te kunnen realiseren, wordt indien dit wenselijk wordt geacht een belang genomen in een organisatie die aan de doelverwezenlijking kan bijdragen. De huidige wet- en regelgeving (BBV) verplicht onze gemeente om zowel in de begroting, als in de jaarstukken aan te geven in welke privaatrechtelijke en publiekrechtelijke organisaties zij zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente een zetel in het bestuur van een organisatie bekleedt en/of stemrecht heeft in een vergadering van belanghebbenden. Van een financieel belang is sprake als er door de gemeente aan een organisatie financiële middelen beschikbaar zijn gesteld die verloren kunnen gaan in het geval van een faillissement en/of als financiële problemen van een organisatie kunnen worden verhaald op de gemeente. Inzicht in de gang van zaken bij verbonden partijen is nodig uit hoofde van bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen. Vlaardingen is verbonden met een aantal gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en andere samenwerkingsverbanden. Hieronder volgt een overzicht van de huidige verbonden partijen, gerangschikt naar programma.
Programma Bestuur, Dienstverlening en Participatie Verbonden partij: Stadsregio Rotterdam Doel:
De stadsregio Rotterdam heeft tot taak de bevordering van een evenwichtige ontwikkeling in het gebied en houdt zich bezig met: a. het voorbereiden en ontwikkelen van een gezamenlijk regionaal beleid op de volgende beleidsterreinen: ruimtelijke ordening en grondbeleid; wonen en de stedelijke vernieuwing; verkeer en vervoer; economische ontwikkeling; milieu; groen en water; jeugdzorg. b. het uitvoeren van de taken die krachtens wetgeving of krachtens de gemeenschappelijke regeling aan de stadsregio opgedragen taken en bevoegdheden. c. het organiseren van overleg en het uitbrengen van advies over intergemeentelijke aangelegenheden, ook wanneer deze geen betrekking hebben op de belangen genoemd onder a.
Betrokkenen:
De volgende gemeenten maken deel uit van de stadsregio Rotterdam: Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne.
Bestuurlijk belang:
De raad van de gemeente Vlaardingen heeft de volgende personen uit de raad en/of het college benoemd als lid c.q. plaatsvervangend lid in het algemeen bestuur van de stadsregio: Lid Plaatsvervangend lid T.P.J. Bruinsma J.L. Robberegt J. Versluijs C.T. Oosterom
Financieel belang:
De algemene bijdrage van de gemeenten aan de stadsregio was voor 2012 vastgesteld op € 4,78 per inwoner. Voor 2013 is de inwonerbijdrage verlaagd naar € 4,68. Voor Vlaardingen komt dat neer op een bedrag van ca. € 0,335 mln.
82
Ontwikkelingen:
Deelname aan deze regeling is verplicht op grond van de WGR+. Een wetsvoorstel tot opheffing de WGR+ regio’s is om advies voorgelegd aan de Raad van State. Niet bekend is wanneer dit voorstel in de Tweede Kamer wordt behandeld. Wel is duidelijk dat de stadsregio Rotterdam in ieder geval niet per 1 januari 2013 zal worden opgeheven. De burgemeesters van Rotterdam en Den Haag hebben het initiatief genomen om te komen tot samenwerking op de schaal van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Aan de 24 gemeenten die deel uitmaken van resp. het stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam is een eerste mogelijke uitwerking van die samenwerking voorgelegd met het verzoek aan de raden daarop hun zienswijzen kenbaar te maken. In het laatste kwartaal van 2012 zal, mede naar aanleiding van de ontvangen zienswijzen, het vervolgtraject worden bepaald. Zolang de WGR+ nog bestaat zal de samenwerking in metropoolverband in belangrijke mate vorm krijgen via samenwerking tussen de beide stadsregio’s.
Verbonden partij: Waterbedrijf Evides Doel:
Met de deelneming wordt beoogd invloed uit te oefenen op het beleid ten aanzien van watervoorziening en tariefstelling. Door fusies is de invloed van de gemeente de afgelopen jaren sterk afgenomen. De gemeente heeft op dit moment nog 1,80% van het totale aandelenpakket in bezit.
Betrokkenen
De aandelen van Waterbedrijf Evides zijn voor 50% in handen van de vroegere aandeelhouders van Delta Waterbedrijf en voor de andere 50% in handen van de vroegere aandeelhouders van Waterbedrijf Europoort. De laatste groep bestaat uit 24 gemeenten uit deze regio, waaronder de Gemeente Vlaardingen.
Bestuurlijk belang:
De gemeente heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. De portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt daarin de Gemeente Vlaardingen.
Financieel belang:
De deelneming staat voor € 245.041 op de balans van de Gemeente Vlaardingen. Voor de periode 2013 tot en met 2016 is een winstafhankelijke dividenduitkering geraamd van € 750.000.
Ontwikkelingen:
Evides zal waar mogelijk met andere publieke en private partijen optrekken om de efficiency in de waterketen verder te verhogen. Zowel de drinkwatertarieven als de vermogenspositie van de vennootschap zou hiervan kunnen profiteren.
Verbonden partij: Bank Nederlandse Gemeenten Doel:
De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) stelt zich ten doel gemeenten en andere decentrale overheden te ondersteunen bij hun maatschappelijke activiteiten middels het aanbieden van tal van bancaire diensten. Onze gemeente levert door haar deelneming een bijdrage hieraan.
Betrokkenen
De aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten zijn voor 50% in handen van het Rijk en voor de resterende 50% in handen van gemeenten. Onze gemeente heeft een belang van 0,36% in de bank.
Bestuurlijk belang:
De gemeente heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. De portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt daarin de Gemeente Vlaardingen.
83
Financieel belang:
De deelneming staat voor € 33.807 op de balans van de Gemeente Vlaardingen. Voor de periode 2013 tot en met 2016 is een winstafhankelijke dividenduitkering geraamd van € 250.000.
Ontwikkelingen:
Onder invloed van de kredietcrisis wordt van Europese banken gevraagd grotere reserves aan te houden. De gevolgen voor het resultaat en daarmee het dividend van de bank zijn onzeker.
Programma Veiligheid en Handhaving Verbonden partij: DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR ) Doel:
Het bevorderen van een duurzame ontwikkeling van de stad. Via de vergunningverlening wet milieubeheer, de afhandeling van meldingen in het kader van het Activiteitenbesluit, het uitvoeren van toezicht en handhaving en de advisering aan gemeenten op het gebied van de verschillende milieuthema’s, draagt de DCMR er mede zorg voor dat de milieu beleidsdoelen in de gemeente Vlaardingen worden behaald.
Betrokkenen:
De provincie Zuid Holland en de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne en sinds 2011 de vier gemeenten op GoereeOverflakkee: Middelharnis, Oostflakkee, Dirksland en Goedereede.
Bestuurlijk belang:
Wethouder J.L. Robberegt heeft zitting in het Algemeen Bestuur van de DCMR.
Financieel belang:
Voor de uitvoering van de werkzaamheden die de DCMR voor Vlaardingen uitvoert wordt jaarlijks een werkplan gemaakt. Medio november 2012 gaan er een aantal expertisetaken over naar de DCMR. In het financieel kader 2013 van de gemeente Vlaardingen is hiermee rekening gehouden. Er is een bedrag van € 609.000 voor de overdracht van de expertisetaken gemoeid en een structureel bedrag € 23.000 is hierin opgenomen voor het sociaal plan. Hiermee komt het jaarbedrag van de begroting voor Vlaardingen op € 1.388.090,-
Ontwikkelingen:
Een ontwikkeling die in 2012 invloed heeft op het werk van de DCMR is dat er een takenoverdracht vanuit de gemeente naar de DCMR zal plaatsvinden. De DCMR zal meerdere taken op zich gaan nemen voor de omvang van 5 fte. Hiertoe zal in de loop van het jaar een nieuw werkplan worden opgesteld. Bij de gemeente zal milieuregie achterblijven.
Verbonden partij: Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (incl. Regionale Brandweer Rotterdam Rijnmond en Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen) Doel:
Op grond van de Brandweerwet 1985 en de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen heeft de gemeenschappelijke regeling “Veiligheidsregio RotterdamRijnmond” de volgende taken: a. het onder alle omstandigheden bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van werkzaamheden ter zake van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen en overigens het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen;
84
b. het doelmatig organiseren en coördineren van vervoer van zieken en ongeval-slachtoffers, de registratie daarvan en het bevorderen van adequate opname van zieken en ongeval-slachtoffers in ziekenhuizen of andere instelling voor intramurale zorg; c. het voorbereiden en bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde geneeskundige hulpverlening bij rampen. Betrokkenen:
De volgende gemeenten maken deel uit van de Veiligheidsregio RotterdamRijnmond: Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Middelharnis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne.
Bestuurlijk belang:
De raad van de gemeente Vlaardingen heeft de volgende personen uit de raad en/of het college benoemd als lid c.q. plaatsvervangend lid in het algemeen bestuur: T.P.J. Bruinsma; diens plaatsvervanger: H. Versluijs. De burgemeester is daarnaast portefeuillehouder GHOR (Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen) en portefeuillehouder Ambulancezorg.
Financieel belang:
De algemene bijdrage aan de Veiligheidsregio bedraagt voor Vlaardingen ca. € 0,5 miljoen in 2013. De bijdrage van de gemeente Vlaardingen aan Regionale Brandweer Rotterdam Rijnmond is conform het dienstverleningscontract en bedraagt voor 2013 ca. € 4,4 miljoen.
Ontwikkelingen:
De Regionale Brandweer van regio Rotterdam – Rijnmond gaat van meerdere districten terug naar één district.
Verbonden partij: HALT Rotterdam Rijnmond Doel:
Het bijdragen aan een veilige en leefbare samenleving door: a) het verzorgen van de HALT-afdoening voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar die een een HALT-waardig delict hebben gepleegd; b) het verzorgen van preventieve activiteiten en voorlichting ter voorkoming van overlastgevend of crimineel gedrag van jongeren.
Betrokkenen
De gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle a/d IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen a/d IJssel, Maassluis, Middelharnis, Lansingerland, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne maken deel uit van de gemeenschappelijke regeling.
Bestuurlijk belang: Risico’s
Burgemeester T.P.J. Bruinsma is lid van het dagelijks en algemeen bestuur.
Financieel belang:
Vanaf 2013 zal naar verwachting een bedrag in de vorm van een subsidie beschikbaar worden gesteld aan de Stichting HALT Nederland.
Ontwikkelingen:
Eind 2011 is een bestuurlijk convenant ondertekend, waarin alle 17 HALTorganisaties zich bereid verklaarden om mee te werken aan het per 1 januari 2013 samengaan in één landelijke uitvoeringsorganisatie HALT Nederland.
Alle inspanningen zijn er op gericht de HALT-activiteiten en de daarmee gemoeide formatie per 1 januari 2013 over te dragen aan de Stichting Halt Nederland. Vanaf dat moment is er sprake van een subsidierelatie met deze Stichting en is HALT Rotterdam Rijnmond geen verbonden partij meer. Indien de overdracht niet per 1 januari 2013 rond is, blijven de huidige lasten op de begroting drukken. Deze zijn hoger dan in de begroting opgenomen.
85
Programma Groen en Milieu Verbonden partij: NV Intergemeentelijke Reiniging-, Afvalinzameling- en Dienstverlening Organisatie (IRADO) Doel:
Het in opdracht van gemeente Vlaardingen adviseren over en uitvoeren van het beleid inzake het inzamelen en afvoeren van huishoudelijk afval.
Betrokkenen:
Gemeente Vlaardingen en Schiedam zijn ieder voor 50% aandeelhouder.
Bestuurlijk belang:
Raad van Commissarissen: C. Bot en S. van de Marel. Wethouder J.L. Robberegt bekleedt de rol van opdrachtgever namens de gemeente Vlaardingen. Wethouder R. van Harten bekleedt de rol van aandeelhouder namens de gemeente Vlaardingen.
Financieel belang:
De begrote bijdrage voor 2013 van de gemeente Vlaardingen aan Irado voor het inzamelen en afvoeren van huishoudelijk afval is circa € 6,8 miljoen.
Ontwikkelingen:
De NV Irado heeft zich ontwikkeld als een marktpartij, welke in concurrentie opereert op het gebied van beheer en onderhoud (met name reiniging) van de openbare ruimte voor verschillende gemeenten en bedrijven. De NV Irado heeft begin 2011 besloten de strategie te wijzigen en zich meer te willen ontwikkelen als partner op het vlak van afvalbeheer en op het gebied van beheer en onderhoud van de openbare ruimte voor gemeenten verricht. In 2013 vindt besluitvorming plaats over het behoud van de aandelen NV Irado.
Programma Welzijn en Zorg Verbonden partij: GGD Rotterdam-Rijnmond Doel:
Het op een proactieve wijze beschermen, bewaken en bevorderen van de gezondheid van burgers in het bedieningsgebied van de GGD RR. Gezondheid wordt gedefinieerd als een toestand van compleet fysiek, mentaal en sociaal welbevinden en is niet alleen van toepassing op de afwezigheid van ziekte of een handicap. De OGZRR is primair verantwoordelijk voor de uitvoering van de wettelijk basistaken volgens de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Operationeel uitvoerder is de GGD RR (onderdeel van het concern Rotterdam).
Betrokkenen
De OGZRR is een samenwerkingsverband van 18 gemeenten in de stadsregio Rotterdam en een deel van de Zuid-Hollandse eilanden. De OGZRR is congruent met de Veiligheidsregio Rotterdam – Rijnmond.
Bestuurlijk belang: Financieel belang: Ontwikkelingen:
Wethouder C. Oosterom is lid van het algemeen bestuur. De bijdrage voor 2013 aan de gemeenschappelijke regeling bedraagt € 427.000,Geen bijzonderheden.
86
Verbonden partij: ROG Plus NWN Doel:
Het bieden van voorzieningen aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Artikel 4 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning legt het college daarbij de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
Betrokkenen
Gemeente Vlaardingen, Schiedam en Maassluis.
Bestuurlijk belang:
Wethouder C.T. Oosterom is lid van het bestuur van uitvoeringsorganisatie ROGplus Nieuwe Waterweg Noord.
Financieel belang:
De bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling voor 2013 bedraagt ca. € 11,2 miljoen. Dit betreft het verstrekken van individuele voorzieningen op het gebied van vervoer, rollen, wonen en Hulp bij het Huishouden.
Ontwikkelingen:
Geen bijzonderheden
Verbonden partij: OLIVER (Openbaar Lichaam VolwassenenEducatie Rijnmond)
Doel: Betrokkenen: Bestuurlijk belang:
Het OLIVER is een gemeentelijk samenwerkingsverband met als voornaamste taak de gezamenlijke inkoop van Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) bij de Regionale Opleidings Centra ROC Zadkine en het Albeda College. Alle gemeenten binnen de regio Rijnmond en de vier gemeenten van GoereeOverflakkee (in totaal 19 gemeenten) Het algemeen bestuur van het OLIVER bestaat uit de portefeuillehouders Volwasseneneducatie van de deelnemende gemeenten.
Financieel belang:
Door de gezamenlijke inkoop van VAVO kan een kostenbesparing worden bereikt. Het secretariaat wordt geleverd door de gemeente Rotterdam. Hiervoor betalen de andere deelnemende gemeenten een bijdrage van € 0,01 per inwoner.
Risico’s
Het beëindigen van de deelname aan de gemeenschappelijke regeling voor en na het herijkingsmoment (2012) heeft voor de gemeente financiële consequenties: - De gemeente heeft de kostenbesparing van het gezamenlijk inkopen niet meer. - Indien een gemeente voor 2012 besluit uit de gemeenschappelijke regeling te stappen, dient de gemeente voor de schooljaren 2010-2011, 2011-2012 en 20122013 een financiële bijdrage te leveren conform de bekostigingssystematiek. - Indien een gemeente na vaststelling van het herijkingsmoment uit de gemeenschappelijke regeling stapt, dient de gemeente een financiële bijdrage voor de schooljaren 2013-2014 en 2014-215 te leveren.
Ontwikkelingen:
In het OLIVER worden ook afspraken gemaakt over registratie en terugdringen van Voortijdig Schoolverlaten (VSV) en het aanpakken van laaggeletterdheid.
87
Programma Werk en Inkomen Verbonden partij: B.V. Werkbedrijf Vlaardingen Doel:
Het in opdracht van de Gemeente Vlaardingen uitoefenen van (delen) van de Wet Sociale Werkvoorziening en de Wet Werk en Bijstand. Het uitoefenen van het formeel werkgeverschap voortvloeiende uit het voorgaande.
Betrokkenen:
Gemeente Vlaardingen.
Bestuurlijk belang:
De burgemeester, de wethouder Sociale Zaken en de wethouder Financiën vertegenwoordigen de gemeente als aandeelhouder.
Financieel belang:
Door het formeel werkgeverschap van door de afdeling Sociale Zaken gedetacheerde personen wordt het risico voor de gemeente beperkt.
Risico’s
n.v.t.
Ontwikkelingen:
In overleg met Sociale Zaken wordt een nadere uitwerking/invulling gegeven van de statutaire doelen voor meer doelgroepen.
Programma Sport en Recreatie Verbonden partij: Recreatieschap Midden – Delfland Doel:
Het recreatieschap beheert de recreatiegebieden in het Midden Delfland. Enkele gebieden liggen op het grondgebied van de gemeente Vlaardingen: Oeverbos; Lickebaert/ Volksbos; Krabbeplas, Broekpolder (gedeeltelijk) en de Holiërhoekse Polder.
Betrokkenen:
In het recreatieschap Midden-Delfland werken samen het Rijk, de Provincie ZuidHolland en de gemeenten Delft, Vlaardingen, Schiedam, Rotterdam, Maassluis, Midden-Delfland en Westland. Het recreatieschap is in 1983 opgericht.
Bestuurlijk belang:
Wethouder J.L. Robberegt is lid van het Algemeen Bestuur (AB) en Dagelijks Bestuur (penningmeester). Wethouder R. van Harten is lid van het AB. Burgemeester T.P.J. Bruinsma en wethouder J.Versluijs zijn plaatsvervangend lid van het AB.
Financieel belang:
De bijdrage van de gemeente Vlaardingen aan het recreatieschap is € 0,36 mln in het jaar 2012 en € 0,35 mln voor het jaar 2013.
Ontwikkelingen:
Het rijk heeft in december 2010 meegedeeld uit het recreatieschap te willen uittreden. Het algemeen bestuur van het Recreatieschap heeft daarop (financiële) voorwaarden gesteld aan de uittreding. Hierover is met het rijk overleg gevoerd. Gelet op de balanspositie wilde het rijk geen afkoopsom betalen. Een later aanbod werd door de overige deelnemers als onvoldoende afgewezen. Het Rijk heeft nu beroep aangetekend; de rechter zal zich nu moeten uitspreken. Het recreatieschap heeft bezuinigd op haar uitgaven t.o.v. 2012 met ca. 4%. De speerpunten van het recreatieschap voor 2013 zijn het optimaliseren en uitbreiden van het beheer en (extensieve) recreatie en herontwikkelen van enkele gebieden.
88
Verbonden partij: Koepelschap Buitenstedelijk Groen Doel:
Het Koepelschap Buitenstedelijk Groen bevordert, op basis van rijks, provinciaal en regionaal programma/beleid een onderlinge samenhang, een evenwichtige ontwikkeling en instandhouding van het buitenstedelijk groen als geheel in het gebied en in verhouding tot haar omgeving.
Betrokkenen:
Provinciale staten van Zuid-Holland en de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle a/d IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen a/d IJssel, Maassluis, Nederlek, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne en Zwijndrecht
Bestuurlijk belang:
De wethouder R. van Harten is lid van het Algemeen Bestuur.
Financieel belang:
De bijdrage van de gemeente Vlaardingen aan het Koepelschap is € 0,23 mln in het jaar 2012 en € 0,22 mln voor het jaar 2013.
Ontwikkelingen:
De deelnemers in het KBG zijn gemeenten uit het voormalige Openbaar Lichaam Rijnmond. Het streven blijft om gemeenten uit omliggende regio’s (Drechtsteden; Haaglanden) lid te maken van het KBG. Tot op heden is nog maar 1 gemeente ingetreden. In 2010 is besloten om in 2014 op een bezuiniging van 10% uit te komen. Dit werd deels teniet gedaan door uitbreiding van te beheren gebieden en verplichte ingroeiregelingen. Inmiddels is besloten nog eens 5% extra te bezuinigen. Dit resulteert in 2013 in een bezuiniging van 10,7% ten opzichte van 2010.
Programma Kunst en Cultuur Verbonden partij: B.V. Stadsgehoorzaal
Doel:
Betrokkenen:
De vennootschap heeft tot doel het exploiteren van de Stadsgehoorzaal Vlaardingen, zodanig dat een bijdrage wordt geleverd aan de kwaliteit van de stedelijke samenleving doordat de vertoning en de beoefening van de podiumkunsten mogelijkheden biedt tot ontspanning en ontplooiing, zowel receptief als actief, voor een breed publiek. Het college van B&W van de gemeente Vlaardingen is enig aandeelhouder.
Bestuurlijk belang:
De wethouder Financiën treedt op als aandeelhouder van de Stadsgehoorzaal.
Financieel belang:
De deelneming staat voor € 18.000 op de balans van de gemeente Vlaardingen.
Risico’s:
n.v.t.
Ontwikkelingen:
De B.V. Stadsgehoorzaal moet minder subsidie-afhankelijk worden.
89
VI
FINANCIEEL DEEL
90
1. Uitgangspunten voor de ramingen
Voorschriften De programmabegroting 2013 – 2016 dient te voldoen aan de richtlijnen van de BBV (Besluit begroting en verantwoording) en aan de richtlijnen conform Iv3 (Ministeriële Regeling informatie voor derden) Personeelskosten Personeelssterkte Voor de raming van de loonkosten voor de meerjarenbegroting 2013 – 2016 is uitgegaan van de formatie (vast en tijdelijk) per 1 juli 2012. Verwachte Inkrimpingen als gevolg van de budgettaire kaders en verwachte uitbreidingen ten gevolge van nieuw beleid ten opzichte van de vastgestelde formatie zijn hierin verwerkt. Loonpeil en sociale lasten In de berekening van het loonpeil verder rekening gehouden met: a. periodieke verhogingen; b. vanaf 2013 is rekening gehouden met een loonkostenstijging van 1,0%; c. sociale lasten conform de per 1 januari 2012 geldende percentages, waarbij rekening gehouden is met de verhoogde minimale eindejaarsuitkering; d. vacatures (begroot op de helft van de salarisschaal).
Materiële uitgaven en subsidies De ramingen voor materiële uitgaven zijn niet geïndexeerd. Hierbij wordt de nullijn gehanteerd. De ramingen voor subsidies zijn geïndexeerd met 0,5%. Over 2013 bedraagt de verwachte algemene prijsstijging 1,75% terwijl deze over 2012 nog 2,25% bedroeg. In verband met de noodzakelijke bezuinigingen is in deze begroting strikt de nul-lijn gehanteerd.
Rentepercentage Het renteomslagpercentage is voor de periode 2012 tot en met 2014 op 4,50% vastgesteld. De rentelasten over 2013 worden berekend over de geraamde boekwaarde van de kapitaaluitgaven per 1 januari 2013. Kapitaallasten Met inwerkingtreding van het BBV zijn nieuwe regels van kracht met betrekking tot het activeren van kapitaaluitgaven. Ook in onze financiële verordening zijn regels opgenomen over activeren en de hieraan verbonden afschrijvingsregels. In de staat van activa zijn de investeringen uit het investeringsschema 2012 verwerkt op basis van besluitvorming in ons college tot en met juni 2012. De resterende investeringen in 2012 zijn nog opgenomen in het voorliggende investeringsschema (jaarschijf 2012). Tarieven A. Gesloten circuits: 1. Afvalstoffenheffing: verlaging met 7% t.o.v. 2012 2. Rioolrecht: verhoging met 1,5% t.o.v. 2012 B. Overige leges, heffingen en retributies: 1. O.Z.B. 2.Hondenbelasting: 3.Precariorecht: 4. Leges (voor zover niet wettelijk bepaald):
verhoging met 1,5% (primair) t.o.v. 2012 verhoging met 1,5% t.o.v. 2012 verhoging met 1,5% t.o.v. 2012 verhoging met 1,5% t.o.v. 2012
91
Verwerking circulaires e Bij de 1 begrotingswijziging 2013 wordt een beeld gegeven van de gevolgen van de laatste circulaires. De provincie staat -in haar rol van toezichthouder- op het standpunt, dat de septembercirculaire leidend is voor het bepalen van het toezichtregime. De budgettaire wijzigingen zijn in de 1e begrotingswijziging meegenomen.
92
2. Meerjarenoverzicht reserves en voorzieningen Reserves (x € 1.000) Algemene reserve concern Programma Bestuur, Dienstverlening en Participatie Programma Veiligheid en handhaving Programma Groen en Milieu Programma Verkeer en Mobilitiet Programma Wonen Programma Economie en Haven Programma Jeugd en Onderwijs Programma Welzijn en Zorg Programma Werk en Inkomen Programma Kunst en Cultuur Programma Sport en Recreatie TOTAAL Voorzieningen (x € 1.000)
Bomenfonds Erfpachtgronden Babberspolder-Oost Pensioenverplichting B&W Wachtgeldverplichting vm. wethouders Ontwikkeling schiereiland 57-jarigen maatregel Graven in Vlaardingen Voorziening Particuliere woningverbetering Frictiekosten takendiscussie TOTAAL
Verwachte stand 01.01.2013
Begrote Begrote toevoeging onttrekking 2013 2013
Verwachte stand 31.12-2013
10.851
1.000
200
11.651
1.542 406 5.126 538 39 2.965 1.278 1.711 1.855 1.940 196
1.521 0 577 0 0 94 0 1.590 0 0 0
12 70 0 910 0 102 701 0 310 0 0
3.051 336 5.703 -372 39 2.957 577 3.301 1.545 1.940 196
28.447 Verwachte stand 01.01.2013
4.782 Begrote dotatie 2013
8 497 5.176 386 0 0 106 3.574 1.449
0 0 240 0 0 0 0 0 0
2.305 Begrote aanwending 2013 2 0 215 0 0 0 0 63 900
30.924 Verwachte stand 31.12-2013 6 497 5.201 386 0 0 106 3.511 549
11.196
240
1.180
10.256
39.643
5.022
3.485
41.180
In bovenstaand overzicht is de reserve Onderhoud gebouwen opgenomen onder programma Bestuur, Dienstverlening en Participatie. In de (detail)begroting zijn de ramingen van deze reserve in meerdere programma’s terug te vinden. Ook de Algemene reserve is terug te vinden in meerdere programma’s. Voor de begrotingsrechtmatigheid wordt het tabel in onderdeel 4 ‘Overzicht lasten en baten gevolgd.
93
(vervolg) Begrote Begrote Verwachte Begrote Begrote Verwachte Begrote Begrote Verwachte toevoeging onttrekking stand toevoeging onttrekking stand toevoeging onttrekking stand 2014 2014 31.12-2014 2015 2015 31.12-2015 2016 2016 31.12-2016 2.000
200
13.451
3.000
0
16.451
3.000
0
19.451
1.365 0 675 0 0 0 0 1.590 0 0 0
29 30 0 895 0 102 698 0 310 0 0
4.387 306 6.378 -1.267 39 2.855 -121 4.891 1.235 1.940 196
1.249 0 591 0 0 100 0 1.590 0 0 0
477 30 0 881 0 102 690 0 310 0 0
5.159 276 6.969 -2.148 39 2.853 -811 6.481 925 1.940 196
1.249 0 576 0 0 100 0 1.590 0 0 0
21 30 0 881 0 102 1.540 0 310 0 0
6.387 246 7.545 -3.029 39 2.851 -2.351 8.071 615 1.940 196
5.630 Begrote dotatie 2014 0 0 240 0 0 0 0 0 0
2.264
34.290
6.530
2.490
38.330
6.515
2.884
41.961
Begrote Verwachte Begrote Begrote Verwachte Begrote Begrote Verwachte aanwending stand dotatie aanwending stand dotatie aanwending stand 2014 31.12-2014 2015 2015 31.12-2015 2016 2016 31.12-2016 2 0 215 0 0 0 0 63 0
4 497 5.226 386 0 0 106 3.448 549
0 0 240 0 0 0 0 0 0
2 0 215 0 0 0 0 63 0
2 497 5.251 386 0 0 106 3.385 549
0 0 240 0 0 0 0 0 0
2 0 215 0 0 0 0 63 0
0 497 5.276 386 0 0 106 3.322 549
240
280
10.216
240
280
10.176
240
280
10.136
5.870
2.544
44.506
6.770
2.770
48.506
6.755
3.164
52.097
94
3. Overzicht van investeringen Geactiveerde kapitaaluitgaven
Geraam de
Begrote
Begrote
Geraam de
Toegere-
Bedragen x € 1.000
boekw aarde
Afschrij-
Aflos-
boekw aarde
kende
per 1.1.2013
ving
Sing
per 31.12.2013
rente
Im m ateriële vaste activa Kosten van onderzoek en ontw ikkeling
0
0
0
0
0
Gronden en terreinen
4.793
63
0
4.733
216
Woonruimten
2.032
88
0
1.945
91
103.462
5.209
0
122.343
4.640
Materiële vaste activa Activa met een economisch nut
(Bedrijfs)gebouw en Vervoersmiddelen
195
101
0
156
9
Automatiseringsapparatuur
1.393
536
0
857
63
Machines, apparaten en installaties
8.383
861
0
7.628
377
768
177
0
3.863
30
Rioleringsw erken
17.922
2.589
0
15.334
807
Erfpachtsgronden
137.014
0
0
137.014
6.166
Afkoopsommen erfpacht
-46.112
0
0
-46.112
-2.075
45.861
2.596
0
43.265
2.064
1.094
115
0
979
49
Overige materiële activa
Activa met een maatschappelijk nut Weg- en w aterbouw kundige w erken Groenvoorzieningen Financiële vaste activa Kapitaalverstrekking deelnemingen Kapitaalverstrekking gemeenschappelijke regelingen Kapitaalverstrekking overige verbonden partijen Leningen w oningbouw corporaties Lenngen deelnemingen
279
0
0
279
13
1.794
0
0
1.794
81
18
0
0
18
1
5.241
0
147
5.094
250
0
0
0
0
0
Leningn verbonden partijen
1.010
0
168
841
38
Verstrekte hyp. leningen ambtenaren
5.600
0
200
5.400
230
37
0
0
37
2
631
0
29
603
26
3.669
0
0
3.669
165
17.909
0
0
17.909
806
0
0
0
0
0
48.474
0
0
48.474
2.181
361.469
12.335
544
376.122
16.229
Fiets-privé plan Overige langlopende leningen Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar Voorraden (Nog) niet in exploitatie genomen gronden Overige gronden en hulpstoffen Onderhanden w erk (bouw grondexploitatie) TOTAAL
95
Voorgenom en investeringen (investeringsschem a) Bedragen x € 1.000
Jaarschijf
Jaarschijf
Jaarschijf
2012
2013
2014
Jaarschijf Jaarschijf 2015
2016
Materiële vaste activa Activa met een economisch nut (Bedrijfs)gebouw en
1.800
152
0
0
13.854
Vervoersmiddelen
134
134
134
134
134
Automatiseringsapparatuur
450
450
450
450
450
Machines, apparaten en installaties
658
495
495
495
495
Overige materiële activa
410
410
410
410
410
1.809
1.809
1.809
1.809
1.809
Rioleringsw erken Activa met een maatschappelijk nut Weg- en w aterbouw kundige w erken Groenvoorzieningen TOTAAL
0
0
0
0
0
15.350
100
3.600
2.350
100
0
0
0
0
0
20.611
3.550
6.898
5.648
17.252
Voor nadere specif icatie w ordt verw ezen naar de programma's
96
4. Berekening EMU-saldo
(Bedragen x € 1.000)
2013
1.
Saldo resultaatbepaling
2.648
2.
Afschrijvingen
3.
Dotaties aan voorzieningen
4.
Investeringen in (im)materiële vaste activa
5.
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
6.
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa
0
7.
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijpmaken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8.
Baten bouwgrondexploitatie
2.000
9.
Aanwendingen van voorzieningen
1.180
10. Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
12.335 240 12.636
10.000
0
Berekend EMU-saldo
-6.593
Referentiewaarde Septembercirculaire
-9.357
Het EMU-saldo is een verplichte bijlage. Het EMU-saldo is gelijk aan het begrotingssaldo van onze gemeente, maar dan berekend op een aangepaste kasbasis. Jaarlijks totaliseert het CBS de EMUsaldi van alle overheden. Het hieruit resulterende begrotingstekort van de overheid (op kasbasis) mag volgens Europese afspraken maximaal 3% van het bruto binnenlands product (bbp) bedragen. Bij overschrijding van deze norm kan het Rijk aan de decentrale overheden maatregelen voorstellen ter beperking van de overschrijding. Vlaardingen blijkt in 2013 een EMU-saldo te realiseren die binnen de referentiewaarde van de Septembercirculaire 2012 ligt.
97
5. Overzicht van baten en lasten (b edragen x € 1.000)
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2012
2013
2014
2015
2016
· Bestuur, Dienstverlening en Participatie · Veiligheid en handhaving
15.629
14.673
14.163
13.617
13.554
9.440
9.655
9.543
9.439
9.431
· Groen en Milieu · Verkeer en Mobiliteit
20.835
19.700
19.610
19.591
19.581
15.617
15.735
15.832
15.891
15.734
· Wonen · Economie en Haven
1.375
2.027
2.018
2.005
2.004
Programma Lasten (A)
22.127
23.524
23.595
23.486
23.583
· Jeugd en Onderwijs · Welzijn en Zorg
15.923
17.074
16.858
16.638
17.323
21.792
21.069
20.711
20.274
20.268
· Werk en Inkomen · Kunst en Cultuur
63.661
58.568
57.934
57.636
57.645
9.185
8.091
8.048
8.497
8.460
· Sport en Recreatie · Financiën
5.773
4.427
4.235
4.181
4.129
1.427 330
1.742 250
1.711 254
1.668 246
1.668 238
235
235
235
235
235
· Lokale belastingen · Financiering · Onvoorzien · Overig Subtotaal Lasten (A) Baten (B) · Bestuur, Dienstverlening en Participatie
2.243
-259
1.091
2.042
2.166
205.591
196.512
195.836
195.447
196.019
1.591
1.485
1.465
1.465
1.465
· Veiligheid en handhaving · Groen en Milieu
63
64
64
64
64
16.733
16.059
16.058
16.057
16.057
· Verkeer en Mobiliteit · Wonen · Economie en Haven
1.387 63 20.812
1.517 94 22.455
1.517 0 22.418
1.517 100 22.388
1.517 100 22.388
· Jeugd en Onderwijs · Welzijn en Zorg · Werk en Inkomen
2.419
2.560
2.560
2.560
2.560
205 48.901
68 42.774
68 42.434
68 42.434
68 42.434
· Kunst en Cultuur · Sport en Recreatie · Financiën · Lokale belastingen
358 80
415 69
422 69
422 69
422 69
13.422
13.653
13.653
13.653
13.653
· Algemene uitkering · Dividend · Financiering
87.231 1.045 6.967
86.856 1.067 7.160
87.360 1.067 7.553
87.351 1.067 7.953
87.351 1.067 7.953
· Overig Subtotaal Baten (B) Resultaat voor bestemming (B-A=C)
2.114
2.864
2.864
2.864
2.864
203.391
199.160
199.573
200.033
200.033
-2.200
2.648
3.737
4.586
4.013
98
(b edragen x € 1.000)
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2012
2013
2014
2015
2016
Toevoegingen (D) · Bestuur, Dienstverlening en Participatie
603
853
697
581
581
· Veiligheid en handhaving · Groen en Milieu
0 801
0 616
0 715
0 630
0 616
Reserves
· Verkeer en Mobiliteit
9
3
3
3
3
· Wonen · Economie en Haven
1.500 15
94 0
0 0
100 0
100 0
· Jeugd en Onderwijs · Welzijn en Zorg · Werk en Inkomen · Kunst en Cultuur
111 1.704
111 1.704
111 1.704
111 1.704
111 1.704
0
0
0
0
0
329 72
329 72
329 72
329 72
329 72
8.942
1.000
2.000
3.000
3.000
14.085
4.781
5.630
6.529
6.515
0 30 0
0 30 0
0 30 0
464 30 0
0 30 0
· Sport en Recreatie · Financiën
Subtotaal toevoegingen (D) Onttrek k ingen (E) · Bestuur, Dienstverlening en Participatie · Veiligheid en handhaving · Groen en Milieu · Verkeer en Mobiliteit · Wonen · Economie en Haven · Jeugd en Onderwijs · Welzijn en Zorg · Werk en Inkomen · Kunst en Cultuur
80
950
895
881
881
2.441 0
102 0
102 0
102 0
102 0
563 214
701 0
698 0
690 0
1.540 0
510 304
310 12
310 29
310 13
310 21
3
0
0
0
0
· Sport en Recreatie · Financiën
10.642
200
200
0
0
Subtotaal onttrekkingen (E)
14.787
2.305
2.264
2.491
2.885
Resultaat na bestemming (C-D+E)
-1.498
172
371
547
383
99
6. Overzicht incidentele baten en lasten (b edragen x € 1.000) Programma
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
148 50
148 50
327 50
327 50
327 50
80 1.500 200
40 0 200
0 0 200
0 0 0
0 0 0
462 1.200 304
319 0 12
166 0 29
108 0 13
108 0 21
-500
0
0
0
0
3.445
768
772
498
506
20
20
20
20
20
0
94
0
100
100
· Financiën (alg.dekkingsmidddelen)
156
106
106
106
106
TOTAAL
176
220
126
226
226
116 2.701
210 424
116 401
100 385
100 393
683
335
361
-13
-13
Lasten · Bestuur, Dienstverlening en Participatie · Veiligheid en handhaving · Groen en Milieu · Verkeer en Mobiliteit · Wonen · Economie en Haven · Jeugd en Onderwijs · Welzijn en Zorg · Werk en Inkomen · Kunst en Cultuur · Sport en Recreatie · Financiën (alg.dekkingsmidddelen) TOTAAL Baten · Bestuur, Dienstverlening en Participatie · Veiligheid en handhaving · Groen en Milieu · Verkeer en Mobiliteit · Wonen · Economie en Haven · Jeugd en Onderwijs · Welzijn en Zorg · Werk en Inkomen · Kunst en Cultuur · Sport en Recreatie
Toevoeging reserves Onttrekking reserves SALDO
100