Meer gedaan dan verwacht 38.000 nieuwe woningen erbij in de stadsregio Rotterdam
b o u w e n
a a n
s a m e n h a n g
Meer gedaan dan verwacht | 1
voorwoord In 2005 heeft de stadsregio Rotterdam met het Rijk en de regio gemeenten afgesproken om 38.000 woningen toe te voegen aan het woningbestand. Als portefeuillehouder Wonen ben ik de afge lopen zes jaar, vanaf het begin tot en met de afronding, bestuurlijk verantwoordelijk geweest voor deze Verstedelijkingsafspraken. Op het resultaat hiervan ben ik bijzonder trots. Dankzij de inzet van alle partijen is deze opgave in 2011 succesvol afgerond. Succesvol, want niet alleen het afgesproken aantal woningen is gehaald. Ook de andere doelen zijn bereikt. De regiogemeenten hebben samengewerkt aan het realiseren van een toekomst bestendig woon- en leefmilieu. Dit resultaat hebben we in deze betrekkelijk korte periode samen voor elkaar gekregen, terwijl de marktomstandigheden niet erg gunstig waren. Dikwijls waren de plekken waar de woningen zijn gebouwd, niet makkelijk te ontwikkelen, omdat ze voorheen een andere functie hadden of omdat bodemsanering noodzakelijk was. Het waren kortom geen grote woningprojecten op makkelijk te ontwikkelen weilanden, maar vele kleine projecten in het bestaande stedelijke gebied. Hoewel dit in de planvoorbereiding en -uitvoering vele malen gecompliceerder is, hebben we de afgesproken aantallen woningen samen toch voor elkaar gekregen. Nog belangrijker vind ik dat de woningen die we hebben gereali seerd, inmiddels worden bewoond. We hebben niet voor de leeg stand gebouwd, maar kwaliteit toegevoegd, waar mensen, buurten, wijken en regiogemeenten inmiddels van profiteren. Er zijn betere woningen beschikbaar gekomen voor de inwoners van de regio gemeenten. We hebben kwaliteit toegevoegd aan de regionale woningvoorraad. Waarbij het overigens niet alleen om woningen gaat. Ook de woonomgevingen rond de nieuwe woningprojecten zijn in het kader van de Verstedelijkingsafspraken opgeknapt, zodat het er prettig wonen is. Ik durf te stellen dat dankzij de gezamenlijke investering de woonkwaliteit van de stadsregio Rotterdam is toegenomen.
2
Door de toevoeging van woningen wilden we binnen de gemeenten de doorstroming verbeteren. Nog niet overal is die gewenste doorstroming daadwerkelijk op gang gekomen. Er zijn nog diverse obstakels. Maar door de vele seniorenwoningen die gerealiseerd zijn, is het nu wel mogelijk om dergelijke verhuisbewegingen op gang te brengen. Bovendien hebben jongeren die de woningmarkt willen betreden, in hun eigen gemeente meer kans op een woning gekregen. Met dit boekje willen we de resultaten van de Verstedelijkings afspraken en de lessen die we achteraf hebben getrokken ruim onder de aandacht brengen. We vatten eerst de opgave samen en de wijze waarop we deze hebben gerealiseerd. Na deze algemene inleiding laten we kort per regiogemeente - in een overzicht van cijfers, projecten en beelden - zien wat we hebben bereikt. Zelf ben ik - als fervent fietser - van plan om dit najaar een Verste delijkingsfietstocht te maken langs de vele projecten die we de afgelopen vijf jaar hebben gerealiseerd. Enkele van deze projecten heb ik de afgelopen maanden onderweg al met veel plezier bekeken, zoals de nieuwbouw in Rozenburg en Crooswijk. De vele aansprekende resultaten inspireren mij - en hopelijk ook u - om ook de komende periode weer de schouders eronder te zetten. Veel leesplezier, Koos Karssen, portefeuillehouder Wonen
Meer gedaan dan verwacht | 3
Foto: Studio Jan Fähmel - Spijkenisse
inhoudsopgave
4
voorwoord
3
1. De opgave
7
2. De afspraken
9
3. De uitvoering
13
4. De resultaten
17
5. EN NU VERDER
21
Kort overzicht per gemeente
22
Colofon
38
Meer gedaan dan verwacht | 5
1. De opgave In de voorbereidingsfase van de Verstedelijkingsafspraken Foto: Studio Jan Fähmel - Spijkenisse
2005 - 2010 heeft de stadsregio budget- en rolverdelings afspraken vastgesteld en afspraken gemaakt over het aan tal te bouwen woningen en de sociale woningvoorraad. De inhoudelijke aandachtspunten had de stadsregio in 2003 vastgelegd in de Regio Agenda Wonen van de Woonvisie stadsregio Rotterdam. Van VINEX naar Verstedelijkingsafspraken In de VINEX-periode zijn in de stadsregio Rotterdam in tien jaar tijd (1995 -2005), zoals afgesproken 64.000 nieuwbouwwoningen gebouwd. Het planproces dat hierop volgde, wordt Verstedelij kingsafspraken 2005 - 2010 genoemd. In deze periode is in begin sel de VINEX-aanpak voortgezet. VINEX stimuleerde het (her) ontwikkelen van woningen in stedelijk gebied, zodat de open buitenruimte wordt gespaard, er voldoende mensen in de steden wonen om draagvlak voor voorzieningen te houden en de groei van het woon-werkverkeer wordt getemperd. Inhoudelijk week de aanpak van de Verstedelijkingsafspraken niet af van deze lijn. Een belangrijk verschil was dat het Rijk bij de Verstedelijkingsafspraken in de aansturing - en met name de financiering - de integrale aanpak van de aspecten woningbouw, verkeer, recreatie en bodemsanering heeft losgelaten. De stadsregio heeft hierop gereageerd door in de afzonderlijke budgetten
6
van infrastructuur, openbaar vervoer, groen en bodemsaneringen juist wel koppelingen te leggen met woningbouw. De stadsregio wilde daarmee de woningproductie versnellen en extra kwaliteit toevoegen aan de woninglocaties. Een ander belangrijk verschil met de VINEX-periode was dat de periode voor het realiseren van woningbouw korter was, namelijk vijf jaar. Bovendien was nieuw dat in de Verstedelijkingsafspraken alle regiogemeenten betrokken waren, terwijl in VINEX-periode maar in een deel van de regiogemeenten daadwerkelijk werd ge bouwd. De Verstedelijkingsafspraken 2005 - 2010 waren kortom een stadsregionale opgave: in de planvorming en uitvoering is veel samengewerkt. De afspraken waren gebaseerd op regionale solidariteit: samen de schouders eronder zetten om als regio meer te realiseren. De bouwopgave: kwantiteit en kwaliteit In 2000 zijn de eerste verkenningen en werkgroepen van start gegaan. Het accent lag op het realiseren van meer kwaliteit en stimuleren van eigen woningbezit. Ogenschijnlijk ruim op tijd, in 2002, begon de stadsregio met het daadwerkelijk maken van de nieuwe verstedelijkingsafspraken. Op basis van de Woonvisie van de stadsregio Rotterdam en de regionale ontwikkelingsvisie (Ruimtelijk Plan 2020) werd als doel vastgesteld een uitbreiding van de woningvoorraad van 540.000 naar 570.000 woningen in 2010. Om economisch te concurreren moest de regio op termijn minder sociale woningen tellen en meer
meer gedaan dan verwacht | 7
2. De afspraken koopwoningen. Vragen die in de voorbereiding aan de orde kwamen, waren: bouwen we wel de woningen waar de mensen in een bepaald gebied behoefte aan hebben? Hoe kunnen we woningen zo toevoegen dat het woon- en leefklimaat van de stadsregio als totaal verbetert? De stadsregio stelde vast dat er in het centrale stedelijke gebied relatief veel woningen zijn voor mensen die minder geld te beste den hebben en dat de omliggende gemeenten minder van deze woningen en meer woningen voor middeninkomens hebben. Door het toevoegen van sociaal bereikbare woningen in de omliggende gemeenten en meer duurdere woningen te bouwen in de centraalstedelijke gebieden, kon het woningbestand evenwichtiger en toekomstbestendig worden en een einde komen aan het vertrek van mensen met hogere inkomens uit het centrale stedelijke gebied. In de discussienota Elk zijn deel, die in 2001 is uitgebracht, werd dit gezamenlijk belang van een betere balans verwoord. Het Rijk was enthousiast over deze uitgangspunten. Ook de regiogemeenten onderschreven de gedachtegang. Desondanks leverde de uitwerking van dit regionaal woningbouwscenario veel discussie op. Er was twijfel of het na te streven percentage sociale woningbouw binnen vijf jaar haalbaar was. Een ander obstakel was dat gemeenten soms vergaand in gesprek waren of afspraken hadden gemaakt met marktpartijen over bouwprojecten. On danks deze obstakels lukte het om met regiogemeenten afspraken vast te leggen.
8
De inhoudelijke-, financiële- en prestatieafspraken zijn vastgelegd in convenanten. Jaarlijks is nagegaan of de rea lisatie van de afspraken volgens planning verliep. Inhoudelijk: meer balans en extra aandacht voor senioren en starters Voorop stond dat er meer balans moest komen tussen stad en om meland. Om dat voor elkaar te krijgen zijn er niet alleen afspraken gemaakt over de aantallen woningen, maar ook over de verdeling van de soorten woningen: Waar komen goedkope en waar (mid del)dure woningen? Deze afspraken zijn op maat gemaakt, ieder moest zijn deel doen. Hierbij zijn drie categorieën gemeenten te onderscheiden: 1. de grootstedelijke gemeenten Rotterdam, Schiedam, Vlaar dingen en Maassluis; 2. de voormalige groeikernen: Capelle aan den IJssel, Helle voetsluis, Spijkenisse en Ridderkerk en Rozenburg; 3. de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Krimpen aan den IJssel, het tegenwoordige Lansingerland en Westvoorne. Een belangrijke afspraak was dat de grootstedelijke gemeenten nog maar maximaal twintig procent sociaal bereikbare huurwo ningen zouden bouwen, de groeistedelijke gemeenten minimaal veertig procent en de overige gemeenten minimaal dertig procent van hun totale woningproductie uit sociaal bereikbare huurwo ningen zouden laten bestaan. In de Verstedelijkingsafspraken zijn
ook andere onderwerpen benoemd die voor de toekomst van de woningvoorraad van belang zijn. De stadsregio heeft afspraken gemaakt over het bouwen voor senioren om de gewenste door stroming op gang te brengen. Hetzelfde geldt voor het bouwen van starterswoningen om nieuwe kopers een mogelijkheid te geven toe te treden tot de woningmarkt. In ruimtelijk opzicht is gekeken naar het versterken en beter benutten van bestaande historische kernen en het bouwen aan de oevers van de rivier. Deze onderwerpen zijn in de convenanten als voorkeursthema’s benoemd. Zij zijn uitgebreid beschreven in de Woonvisie stadsregio Rotterdam en verder uitgediept tijdens regiobijeenkomsten in het kader van de uitvoering van de Woonvisie. Convenanten De afspraken zijn vastgelegd in verschillende convenanten. Op 23 december 2004 legde de stadsregio in het Convenant Woningafspraken 2005 - 2010 de afspraken met het Rijk vast. Aansluitend hierop heeft de regioraad in februari 2005 het wo ningbouwscenario 2005 - 2010 inclusief het financieel scenario vastgesteld. Deze afspraken zijn vervolgens per regiogemeente vastgelegd. Een belangrijke stap was de inzet van het budget Investering Ste delijke Vernieuwing (ISV 2). Bijzonder was dat de stadsregio zelf - in plaats van de provincie - dit budget beheerde. Bovendien werden bij dit fonds een deel van de ISV-gelden van Rotterdam en Schiedam gevoegd. In dit convenant worden programma- en project-
Meer gedaan dan verwacht | 9
gemeenten onderscheiden. Programmagemeenten ontvangen een investeringsbudget op basis van een programma, projectge meenten op basis van een projectaanvraag. De spelregels voor het verdelen van deze ISV-gelden zijn in 2004 verwoord in het be leidskader Vernieuwen en Delen. Met Maaskoepel, de koepelorganisatie van woningcorporaties in de regio Rotterdam, heeft de stadsregio prestatieafspraken op re gionale schaal gemaakt. Vervolgens hebben woningcorporaties en afzonderlijke gemeenten onderling deze prestatieafspraken vastgelegd. Alle convenanten en verordeningen met afspraken, besluiten en spelregels zijn samengevoegd in een vuistdik document met de titel Verstedelijking 2005 - 2010, dat tijdens de uitvoeringsjaren een waardevol naslagdocument bleek te zijn. Budget Bij het maken van de financiële afspraken heeft het Rijk de integrale, sectoroverstijgende aanpak van VINEX losgelaten. Dit betekent niet dat het Rijk geen geld beschikbaar heeft gesteld voor het realiseren van bijvoorbeeld bodemsanering en het aan leggen van groen. Verschil was dat ditmaal de rijksbudgetten niet, zoals in de VINEX-periode, aan elkaar gekoppeld waren. Praktisch betekende dit dat er meerdere ministeries betrokken waren, die ieder hun eigen budget hadden en waarover de stadsregio slechts gedeeltelijk regie kon voeren. Ook was vanaf de start duidelijk dat er per woning minder subsidie beschikbaar was dan in de VINEXperiode. Het Rijk stelde voor de woningbouw (via het Besluit Lo catiegebonden Subsidies) maximaal € 73,3 miljoen beschikbaar, ofwel € 2.012,- per woning.
Omdat de regio erin slaagde om de gelden voor stedelijke ver nieuwing van de provincie Zuid-Holland en de ISV-bijdragen van de gemeenten Rotterdam en Schiedam samen te voegen, ont stond een ISV-2-fonds van € 36,7 miljoen. Aanvullend hierop heeft de provincie voor de sanering van bo demverontreiniging bij woningbouw € 7,9 miljoen beschikbaar gesteld. Hierover zijn budget- en procedureafspraken gemaakt, net als over de realisatie van een gespecificeerd groenprogramma. Via de Brede Doeluitkering (BDU) is budget beschikbaar gesteld voor openbaar vervoer en infrastructuur. Gelden voor groen en openbaar vervoer kwamen ook uit het zogenaamde Omslagfonds, dat tijdens de VINEX-periode in het leven was geroepen. Dit fonds is tijdens de Verstedelijkingsafspraken voortgezet. Van de financiële afspraken van de stadsregio zijn 1.550 wonin gen op de Kop van Zuid uitgesloten, waarover het Rijk en de ge meente Rotterdam rechtstreeks afspraken hadden gemaakt. Naast het eigen ISV-budget voor stedelijke vernieuwing, hebben de gemeenten Rotterdam en Schiedam rechtstreeks van het Rijk een budget voor bodemsanering gekregen. Inkomsten
Prestatieafspraken Het Rijk betaalde een deel van de rijksbijdrage in jaarlijkse termij nen en een deel als prestatiepremie. De stadsregio sprak met de regiogemeenten een vast subsidiebedrag af per opgeleverde woning. Nieuw was dat bij onvoldoende prestatie het Rijk ook (voorschotten op) subsidie kon inhouden. Ook de stadsregio nam in de convenanten met de gemeenten een boeteclausule op van € 2.000,- per niet gerealiseerde woning. Aangezien er slechts een beperkte hoeveelheid middelen beschik baar was, heeft de stadsregio ervoor gekozen om, binnen de regiodoelstellingen, als volgt scherp te prioriteren: 1. het stimuleren van de bouw van sociale huurwoningen met subsidie; 2. het stimuleren van de bouw van woningen in bestaand ste delijk gebied met een subsidie voor woningen die gebouwd worden op zogenaamde functieveranderingslocaties; 3. verdeling van het ISV-2 budget over de programma- en projectgemeenten; 4. verdeling van het beschikbare budget voor bodemsaneringen over de gewenste woningbouwprojecten. Bestedingsvoorstel
2005
€ 35 miljoen
Sociale huurwoningen
BLS subsidie
€ 73,3 miljoen
€ 35 miljoen
Functieverandering
ISV-2 budget
€ 17,2 miljoen
€ 16 miljoen
ISV programmagemeenten
€ 7,9 miljoen
Bodemsaneringsbudget ISV bijdrage Rotterdam en Schiedam Restant ISV-1 en vinex Totaal
€ 2,5 miljoen
ISV projectgemeenten
€ 10,9 miljoen
€ 14 miljoen
VINEX-2 Berkel en Rodenrijs
€ 8,7 miljoen
€ 7,9 miljoen
Bodemsaneringen
€ 4,5 miljoen
Apparaats-en beheerkosten
€ 118,0 miljoen
Omdat de financiële middelen geen belemmering zouden mogen zijn om met de bouw van woningen te beginnen, werd de subsidie bij het begin van de bouw uitgekeerd. De betrokken gemeente ontving bij de start van de bouw van iedere sociaal bereikbare huurwoning een subsidie van € 5.000,-. Hier werd € 3.000,- aan toegevoegd als het ging om een seniorenwoning. Voor de bouw van woningen op functieveranderingslocaties werd € 5.000,- per woning ter beschikking gesteld en werden de subsi dies voor investeringsprojecten bij programmagemeenten en pro jectgemeenten verplicht.
Totaal 114,9 miljoen
10
Meer gedaan dan verwacht | 11
3. De uitvoering Behalve met financiële prikkels is de uitvoering gestimu leerd met inhoudelijke ondersteuning, kennisoverdracht, een bouwregisseur en een aanjaagteam. Jaarlijks is nage gaan of de realisatie van de afspraken volgens planning verliep. Zoals afgesproken is halverwege de rit, in 2007, stilgestaan bij de resultaten en heeft een herijking plaats gevonden. Inhoudelijke ondersteuning Gemeenten zijn tijdens de uitvoering inhoudelijk ondersteund. Om vertraging op het gebied van bodemsanering te voorkomen, is bij aanvang afgesproken dat gemeenten gratis gebruik konden maken van de adviesmogelijkheden van de DCMR Milieudienst Rijnmond. Stimulerend waren de bijeenkomsten die in het kader van de Woonvisie in de periode 2005 -2009 plaatsvonden. Thema’s die in de woningbouw van belang zijn, werden hier uitgediept en resultaten van onderzoek werden gepresenteerd. De betrokken bestuurders en medewerkers konden tijdens de bijeenkomsten hun netwerk versterken en ideeën en ervaringen met elkaar uit wisselen.
12
Vervolgstudies op de Woonvisie - Stadsregio/Urhahn, Woonvisie: wonen en hoe? Kwalitatieve kansen voor woningbouw in de stadsregio Rotterdam, Rotter dam 2003. - Stadsregio/Urhahn, Pakhuizen en uitzicht - handreiking herbenutting oevers en vastgoed, Rotterdam 2004. - Stadsregio/Zandbelt&vandenBerg, Plus is Meer - Frisse ideeën voor woningbouw voor senioren, Rotterdam 2005. - Stadsregio/Urhahn, Landelijk Wonen - verslag manifestatie Landelijk Wonen, Rotterdam 2005. - Stadsregio/Urhahn, Bruggen naar landelijk wonen - instrumenten om landelijk wonen te beïnvloeden, Rotterdam 2005. - Stadsregio/BGH/De Lijn, De som maakt het verschil, Rotterdam 2005. - Stadsregio/Urban Unlimited, Wonen rond knooppunten - Handreiking voor wonen rond stedenbaanstations, Rotterdam 2006. Monitoring Ieder jaar is het planteam van de stadsregio bij alle gemeenten op bezoek geweest om de vinger aan de pols te houden. Daarnaast heeft het Rotterdams Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) de voortgang van de woningbouw in beeld gebracht. Op basis van de bij het CBS geregistreerde woningen zijn jaarlijks in de Monitor Woningbouwafspraken de resultaten per doelstelling samengevat. Dit beknopte rapport gaf telkens actuele informatie over de nieuwbouwproductie, de in aanbouw zijnde woningen, de productie van sociaal bereikbare huurwoningen, de productie van senioren woningen en de productie van woningen door particulieren.
Meer gedaan dan verwacht | 13
Herijking 2007 Halverwege, bij de afgesproken herijking in 2007 is gekeken of de uitvoering inhoudelijk en in de tijd volgens planning verliep. Uit de monitoringrapporten van de eerste jaren was gebleken dat de wo ningbouwproductie slechts mondjesmaat op gang kwam. Hoewel de productie in 2007 in de lift zit, had die toen nog niet het ge wenste niveau bereikt. Het planteam bracht dit bij de herijking bij de gemeenten onder de aandacht. Tijdens het bestuurlijk overleg spraken de wethouders echter de verwachting uit dat ze de taak stelling wel zouden halen.
Naast extra geld heeft de stadsregio in 2007 besloten tot meer regie en ondersteuning. Om tempo te houden in de ontwikkeling is samen met de Maaskoepel een ‘aanjaagteam’ gevormd dat maandelijks bijeenkwam om voor knelpunten oplossingen te be denken. Daarnaast is een Task Force Team ingesteld, bestaande uit deskundigen van Rijk, stadsregio en provincie, met als doel de regiogemeenten in de planuitvoering bij te staan bij de procedurele afstemming en de regie over projecten. Dit team heeft gemeenten bezocht en met ontwikkelaars om tafel gezeten, telkens met als doel om oplossingen te vinden voor knelpunten.
Bijzonder aandachtspunt bij de herijking was het aantal sociaal bereikbare huurwoningen. De bouw bleef achter omdat er onvol doende plannen beschikbaar waren. Ondanks het subsidiebedrag, kampten plannen nog met een zogenoemde onrendabele top. Dat gold nog meer voor projecten op functieveranderingslocaties, die niet alleen aanzienlijk duurder zijn om te realiseren, maar ook nog eens veel meer tijd en inspanning kosten als gevolg van de regel geving en bezwaarprocedures.
Op verzoek van diverse gemeenten is in 2007 de directe koppe ling van bodemsanering met de woningbouw losgelaten. Door de criteria te verruimen werd het mogelijk om saneringen in de directe omgeving van nieuw te bebouwen of te herstructureren locaties te realiseren.
Tijdens de herijking is gezocht naar mogelijkheden om de uitvoe ring te stimuleren en te versnellen. Besloten werd het budget anders te verdelen, zodat er meer geld beschikbaar zou komen voor sociale woningbouw en het bouwen op functieverande ringslocaties. Zo werd de subsidie voor het realiseren van woningen op functie veranderingslocaties met terugwerkende kracht verhoogd naar € 7.500,- per woning en werd nog eens € 5.000,- extra subsidie per woning beloofd als de gemeente aan het eind van de periode 92,5 procent van de sociale woningbouwopgave zou hebben gerealiseerd. Voor gemeenten die meer dan 100 procent van de afgesproken taakstelling bouwden, werd eveneens een extra bij drage in het vooruitzicht gesteld.
14
ruimd. Daarmee was het mogelijk om woningen die in aanbouw genomen werden voor 2010, maar nog niet bewoonbaar waren, voor subsidie in aanmerking te laten komen. Woningen die op hoog kwaliteitsniveau werden gerenoveerd, konden onder voor waarden worden meegeteld als nieuwbouw.
De crisis van 2008 In 2008 werd duidelijk dat de landelijke recessie grote gevolgen zou hebben voor de woningbouw. Om het tempo nog enigszins op peil te houden, heeft het Rijk besloten het nog niet verplichte restant van het BLS-budget in te zetten om de woningbouw te stimuleren: een deel van de projecten, die bouwgereed waren maar nog niet gestart konden worden omdat er te weinig verkoop had plaatsgevonden, heeft van het Rijk een extra subsidie gekre gen (€ 5.000,- - € 9.000,- per woning) om alsnog vervroegd met de bouw te kunnen beginnen. Dit heeft het Rijk nog tweemaal herhaald. In het gebied van de stadsregio Rotterdam konden op deze wijze diverse projecten toch in uitvoering worden genomen. Ook de stadsregio heeft maatregelen genomen. De voorwaarde om subsidie voor de sociale woningbouw en voor de bouw van woningen op functieveranderingslocaties te verkrijgen, namelijk het opleveren van de woningen voor 2010, werd met een jaar ver
Meer gedaan dan verwacht | 15
Aantal opgeleverde woningen in 2010 taak Maassluis
1.400
1.021
4. De resultaten
Rotterdam
15.400
16.189
Schiedam
2.300
1.641
De stadsregio Rotterdam heeft de afgesproken regionale
Vlaardingen
1.400
1.134
Categorie 1
20.500
19.985
1.524
nieuwbouwproductie in de periode 2005 tot en met 2010 volledig gerealiseerd. Per saldo is samen zelfs meer
Capelle aan den IJssel
1.000
gebouwd dan de geplande 38.000 woningen, namelijk
Hellevoetsluis
1.000
847
40.288 woningen.
Ridderkerk
1.600
1.514
Rozenburg
200
216
Spijkenisse
1.400
1.461
Categorie 2
5.200
5.562
1.770
Albrandswaard
2.000
Barendrecht
3.000
3.137
Lansingerland
4.800
4.257
Bernisse
300
263
Brielle
600
630
Krimpen aan den IJssel
1.300
684
Westvoorne
300
456
Categorie 3
12.300
11.197
Totaal stadsregio
38.000
36.744
Toevoegingen anderszins
Totale productie
16
vanaf 2005
3.544
40.288
Meer gedaan dan verwacht | 17
Dankzij de maatregelen bij de herijking in 2007 en de extra stimu lering door het Rijk en stadsregio in het kader van de economische crisis, is de totale productie aanzienlijk beter geworden dan het zich in eerste instantie liet aanzien. Veel gemeenten hebben aan hun productiedoelstelling voldaan. Door omstandigheden hebben enkele gemeenten hun beloften niet waar kunnen maken. Daar tegenover staat dat een aantal ge meenten iets meer gebouwd hebben dan vooraf afgesproken. Inclusief het productiejaar 2010 is de algemene taakstelling van 38.000 woningen bereikt: er zijn 40.288 nieuwe woningen tot stand gekomen. Daarnaast wordt rekening gehouden met een extra realisatie van 8.404 woningen in 2011 -2012. Inhoudelijke afspraken In de periode 2005 - 2010 zijn verspreid over de stadsregio meer woningen gebouwd voor mensen met een laag inkomen dan in de VINEX-periode. In totaal zijn er 6.619 zogenoemde bereikbare sociale huurwoningen bijgebouwd. Een aanzienlijk deel hiervan is bestemd voor senioren. Ook zijn er veel woningen gerealiseerd die door het ontbreken van trappen ook aantrekkelijk zijn voor senioren. In totaal zijn er 5.515 woningen op locaties gebouwd die voor heen een andere functie hadden, zoals een werf of fabriek. Op dergelijke, moeilijker te ontwikkelen locaties waren bij het afslui ten van de periode nog meer woningen in aanbouw, maar deze konden door bijvoorbeeld scheve prijs-kwaliteitsverhouding, onteigeningsprocedures en de noodzakelijke bodemsanering niet in de planperiode worden gerealiseerd. Om recht te doen aan de doelstelling van het Rijk, was het streven dat 5,3 procent van het aantal woningen door particulieren (´in eigenbouw´) zou worden gerealiseerd. In totaal zijn er 1.048
18
woningen op deze manier gebouwd. Dit is 2,6 procent van het totaal. Vrijwel alle gemeenten hebben hun voornemens voor projecten voor stedelijke vernieuwing kunnen waarmaken. Aan de provincie Zuid-Holland is dan ook een uitvoerige rapportage geleverd over de inzet en de resultaten van de gemeenten in de regio. In de convenanten met de gemeenten is een streefgetal van de sociaal bereikbare huurvoorraad in 2010 opgenomen. In de grootstedelijke gemeenten is de sociaal bereikbare huurvoorraad, zoals afgesproken in het convenant, gekrompen met ruim 18.000 woningen, of wel 10 procent. In de groeistedelijke gemeenten is bij een streven naar een gelijkblijvende sociale voorraad een lichte daling van 5 procent (1.906 woningen) te zien. In de kleinstede lijke gemeenten is in de sociaal bereikbare huurvoorraad een toename van 8 procent geconstateerd. Hiermee is de productie sociaal bereikbare huurwoningen tot en met 2010, inclusief de in aanbouw zijnde woningen, op 450 woningen minder dan de taakstelling blijven steken. Met name de groeistedelijke en klein stedelijke gemeenten hebben minder woningen dan de taakstelling gerealiseerd. Productieresultaten Totaal zijn tussen 1 januari 2005 en 1 januari 2011 40.288 wonin gen opgeleverd. Eind 2010 blijken ruim 8.400 woningen in de regio in aanbouw te zijn. Van de gemeenten Maassluis, Rotterdam, Schiedam en Vlaardin gen heeft alleen de gemeente Rotterdam ruim de taakstelling gerealiseerd. Wanneer ook de in aanbouw zijnde productie wordt meegeteld, blijkt de gemeente Rotterdam ruim 140 procent van zijn taakstelling te hebben gehaald. De andere gemeenten blijken respectievelijk 80 procent, 78 procent en 81 procent van hun taakstelling te zullen realiseren.
Van de gemeenten Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Ridder kerk, Rozenburg en Spijkenisse, blijkt dat Capelle aan den IJssel ruim 150 procent van zijn taak heeft gerealiseerd. De gemeenten Rozenburg en Spijkenisse komen op 108 procent en 104 procent, en de gemeenten Hellevoetsluis en Ridderkerk halen hun taak niet: resp. 85 procent en 95 procent. Als de in aanbouw zijnde woningen worden meegenomen blijft alleen Hellevoetsluis met 94 procent nog achter op de taakstelling. Van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Lansingerland, Bernisse, Brielle, Krimpen aan den IJssel en Westvoorne blijkt dat Westvoorne met 152 procent koploper is, gevolgd door Barend recht en Brielle: beiden 105 procent realisatie van de taakstelling. De gemeente Krimpen aan den IJssel blijft met 53 procent ernstig achter. De andere gemeenten blijven steken op krap 90 procent. Wanneer in aanbouw zijnde woningen worden meegeteld, blijft Krimpen aan den IJssel steken op 76 procent. Wat is ervan geleerd? Vanaf het begin bestond de vrees dat de planperiode te kort was voor het realiseren van de opgave. De praktijk heeft dat be vestigd. Er is meer tijd dan vijf jaar nodig om een hoeveelheid van 38.000 woningen te realiseren. Dat het uiteindelijk toch is gelukt, kon alleen doordat de stadsregio de gemeenten is tegemoetgekomen met de verlenging van de oplevertermijn met een jaar. Op basis van deze ervaring is ervoor gekozen om bij het maken van de nieuwe afspraken weer uit te gaan van een planperiode van tien jaar: 2010 - 2020.
andere manieren verkend om de woningbouw te stimuleren, zoals de inzet van specialisten om knelpunten op te lossen en kennisdeling. De ervaringen hiermee zijn positief. Voor de bewoners is het onhandig dat de realisatie van scholen en ouderenhuisvesting niet zijn gekoppeld aan de planvorming van de woningbouw en daardoor doorgaans vier jaar later worden gerealiseerd. Praktisch gevolg is dat kinderen hierdoor vaak niet dicht bij huis terecht kunnen voor scholing of dat de scholen zich moeten behelpen met noodlokalen. De Verstedelijkingsafspraken 2005 - 2010 zijn een opmaat geweest voor het verder vraaggericht denken en evenwichtig ont wikkelen van woningbouw in de regio Rotterdam. Hiermee is de gewenste kentering in het denken tot stand gebracht. Niet alleen was er een verandering van het denken in aantallen woningen naar het denken in kwaliteiten en gewenste woonmilieus, maar ook is het besef gekomen dat het voor de regio van belang is op woningbouwgebied samen te werken en vraag en aanbod nog beter op elkaar af te stemmen. Ieder voor zich, gaat niet meer.
Een forse tegenvaller was, dat de marktomstandigheden tijdens de korte planperiode aanzienlijk veranderden. Achteraf gezien boden de afspraken te weinig ruimte om hier adequaat op in te spelen. De stadsregio heeft - wederom - ervaren dat subsidie een belang rijk sturingsinstrument is. Naast deze financiële prikkel zijn er
Meer gedaan dan verwacht | 19
5. En nu verder Voor de nieuwe periode, 2010 - 2020 hebben de gemeenten van de stadsregio Rotterdam afspraken gemaakt om de gemiddelde kwaliteit van de woningvoorraad omhoog te brengen. Bovendien streven zij opnieuw naar een gelijkmatiger spreiding van verschil lende soorten woningen over de regio. De stadsregio wil ook nog beter tegemoet komen aan de vraag van consumenten naar be paalde typen woningen, zoals de wat ruimere eengezinswoningen en grotere appartementen in rustige wijken. Om tot een goede spreiding te komen, mogen gemeenten met een relatief groot aantal woningen in de sociale sector hun percentage van die woningen sneller later dalen dan andere gemeenten. In Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis zal de voorraad sociale woningen hierdoor geleidelijk afnemen. De aandacht komt hier dus meer te liggen op het bouwen van ruimere en (middel)dure woningen.
Aan de hand van deze indeling is goed in kaart te brengen in welke deelgebieden behoefte is aan welk type woonmilieus. Daar naast biedt de methode de gelegenheid om beter gebruik te maken van de kwaliteiten van de stadsregio. Wegens de crisis op de woningmarkt zijn de aantallen te bouwen woningen zeer onzeker. In 2010 ging de stadsregio nog uit van 65.000 nieuwe woningen tot 2020. Voorlopig zijn woningbouw afspraken gemaakt tot en met 2014, wanneer een herijking zal plaatsvinden.
De stadsregio heeft voor de komende jaren 20 miljoen euro beschikbaar gesteld om extra kwaliteit aan de woonomgeving in specifieke wijken en buurten toe te voegen. Er komt geen rijks subsidie meer voor nieuwbouwwoningen. Om regionaal een gezamenlijk kader voor de verschillende woon milieus te hebben, is de Rosetta-methode ontwikkeld en toege past op de regio Rotterdam. Deze methode maakt onderscheid tussen de volgende woonmilieus: grootstedelijk, stedelijk (leven dig, rustig of exclusief), suburbaan (compact, grondgebonden of exclusief), dorps en landelijk.
20
Meer gedaan dan verwacht | 21
kort overzicht per gemeente
Sleedoorn
Lagewei
Albrandswaard
Barendrecht Woningbouw taak
2005
2010
totaal aantal woningen
7.884
9.996
totaal aantal inwoners
20.606
24.674
Woningbouw taak
2005
2010
totaal aantal woningen
14.500
18.356
totaal aantal inwoners
39.294
46.831
2.000
Sleedoorn 22
3.000
Viaductweg
Land van Barendreght
Vrouwenpolder Meer gedaan dan verwacht | 23
Foto: Studio Jan Fähmel - Spijkenisse
Kreken van Nibbeland
Bernisse
Brielle Woningbouw taak
2005
2010
totaal aantal woningen
5.119
5.393
totaal aantal inwoners
12.650
12.404
Woningbouw taak
2005
2010
totaal aantal woningen
6.824
7.189
totaal aantal inwoners
16.031
15.978
300
600
Foto: Studio Jan Fähmel - Spijkenisse
Kreken van Nibbeland 24
Zuidland
Ommeloop Meer gedaan dan verwacht | 25
Polaris
capelle aan den ijssel
Hellevoetsluis Woningbouw taak
2005
2010
totaal aantal woningen
28.871
30.320
totaal aantal inwoners
65.480
66.104
Woningbouw taak
2005
2010
totaal aantal woningen
16.410
16.910
totaal aantal inwoners
40.125
39.739
1.000
De Rozenburcht 26
1.000
De Hoven
De Clausstraat, Ossenhoek
Rijksstraatweg, Vronenhof Meer gedaan dan verwacht | 27
Bloemrijk
Meerpolder, Berkplas
Krimpen aan den ijssel
Lansingerland Woningbouw taak
2005
2010
totaal aantal woningen
11.321
11.870
totaal aantal inwoners
28.983
28.626
Woningbouw taak
2005
2010
totaal aantal woningen
16.507
20.624
totaal aantal inwoners
44.581
54.090
1.300
Quarakter 28
4.800
Quarakter
De Tuinen West, ‘t Loo
Parkzoom Meer gedaan dan verwacht | 29
De Vloot
Rijsoord
Maassluis
ridderkerk Woningbouw taak
2005
2010
totaal aantal woningen
14.058
14.459
totaal aantal inwoners
32.451
31.910
Woningbouw taak
2005
2010
totaal aantal woningen
19.638
20.379
totaal aantal inwoners
45.106
44.889
1.400
Burgemeesterswijk 30
1.600
Sloop Burgemeesterswijk
De Riedertoren
Koningsplein Meer gedaan dan verwacht | 31
Laurens De Schans
Rotterdam
Rozenburg Woningbouw taak
2005
2010
Woningbouw taak
15.400 totaal aantal woningen
286.318
292.021
totaal aantal inwoners
596.407
610.386
totaal aantal inwoners
32
2010
5.713
5.716
13.095
12.505
200 totaal aantal woningen
Newport Nesselande
2005
Park 16Hoven
Blankenburg Meer gedaan dan verwacht | 33
Plantage
Overschiesestraat
Schiedam
Spijkenisse Woningbouw taak
2005
2010
Woningbouw taak
2.300 totaal aantal woningen
35.447
35.588
totaal aantal inwoners
75.487
75.718
totaal aantal inwoners
34
2010
31.315
32.656
74.756
72.656
1.400 totaal aantal woningen
Centrum
2005
Scheepswerf
Zomertuinen
De Haven Meer gedaan dan verwacht | 35
Babberspolder Oost, Spiegelhof
Vlaardingen
Westvoorne Woningbouw taak
2005
2010
Woningbouw taak
1.400 totaal aantal woningen
34.484
34.651
totaal aantal inwoners
73.394
71.269
totaal aantal inwoners
36
2010
6.053
6.432
14.243
13.992
300 totaal aantal woningen
Buizengat Kortedijk
2005
Buizengat
De Ruy, Oostvoorne
Stuifakkers, Rockanje Meer gedaan dan verwacht | 37
Colofon Dit is een uitgave van de stadsregio Rotterdam Samenstelling: Adrie Konijnendijk en Wilma Straathof Vormgeving: Front-taal Druk : Koopmans’ Drukkerij bv, Zwaag Oplage : 500 exemplaren Dit boekje is ook te bekijken op www.stadsregio.info September 2012
Met speciale dank aan alle gemeenten, woningbouwcorporaties en ontwikkelaars in de regio Rotterdam voor het beschikbaar stellen van achtergrondinformatie en het fotomateriaal.
38
40
stadsregio Rotterdam
Telefoon 010 - 267 23 89
Meent 106, Minervahuis 1
Fax 010 - 267 16 60
Postbus 21051
Mail
[email protected]
3001 AB Rotterdam
Internet www.stadsregio.info