MEDISCH CONTACT OFFICIEEL ORGAAN
VAN
DE K O N I N K L I J K E
N E D E R L A N D S C H E H A A T S C H A P P I J T O T B E V O R D E R I N G DER G E N E E S K U N S T
HET RODE KRUIS Velen onzer zullen uit de dagbladpers kennis hebben genomen van het felt dat het 22 augustus van dit jaar een eeuw geleden was dat het eerste Rode Kruisverdrag in Gen6ve werd ondertekend. Velen onzer zullen ook herkennend hebben geknikt bij het lezen van de naam van Henry Dunant, zij het dan misschien slechts door bekendheid met het bestaan van het hospitaalschip van deze naam in ons land. Weinigen onder ons zullen echter bekend zUn met de harde strijd, die moest worden gestreden om het zover te brengen, dat het bovengenoemde verdrag tot stand kon komen. Het is mede te danken aan de grote werkzaamheid van de Nederlandse militaire arts Dr. J. H. C. Basting dat de zogenaamde Commissie van Vijf (later genoemd het Internationale Comit6 van het Rode Kruis), INHOUD 19de J A A R G A N G
- 18 S E P T E M B E R
1964 - No. 38
Het Rode Kruis ....................................... Activiteiten van het Rode Kruis (I): VakanUeweken aan boord van het hospitealschip ,,J. Henry Dunant" . ............................. Nederlandse Vereniging van Verpleegkundigen opgedcht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Universitaire berichten ............................ Discussie over: De eociale verantwoordelUkheid van de arts ................................. De verantwoordelijkheid bij onderzoekingen op rnenselijke wezens ........................... Uit de praktUk ....................................... Studiereis van een .arts naar Joegoslavi~ (11), door T. Landheer ................................. Van bet centraal bestuur L.S.V.:
Tweede ledenvergadering 1964 ...............
625 627 629 629 630 631 634 636 639
Van her centraal bestuur L.H.V.:
Verwi.jzing naar specialisten revalidatieartsen ................................................ 639
Van her centraal bestuur L.A.D.:
Bestuursrnutaties ................................. Uit de afdelingen .................................... Ingezonden ........................................... Varia ...................................................
639 639 640 640
Hoofdredacteur: C. L. van Woelderen. Redactie-secretaris: J. J. van Mechelen. Colofoon: bladzijde 640.
Henry Dunant
voortgekomen uit het Geneefse Genootschap tot Nut van het Algemeen, er in is geslaagd een internationale conferentie bijeen te roepen in oktober 1863, waar afgevaardigden verschenen van 16 landen. Ter conferentie werden tien belangrijke besluiten genomen betreffende de organisatie van de vrijwillige hulpverlening te velde - een bijzonder novum in die tijd. Dankzij zeer krachtig optreden van Basting werd bovendien overeenstemming bereikt over drie ,,wensen" namelijkde onschendbaarheid van hospitalen, ambulances, verplegend personeel en dergelijke, welke aan de bevoegde overheden zouden worden voorgelegd. Het zijn deze drie ,,wensen" die eigenlijk de kern vormen van het eerste Verdrag van Gen6ve, dat op 22 augustus 1864 tot stand kwam op een internationale diplomatieke conferentie, welke door de Zwitserse regering werd bijeengeroepen. Zeer kort samengevat bepaalt dit eerste verdrag: a. dat de gewonde en zieke krijgslieden zullen worden beschermd en verzorgd zonder aanzien van hun nationaliteit; 625
b. dat de militaire hospitalen en ambulances, bet daaraan verbonden personeel en her daartoe behorende materieel door een bijzondere bescherming zal zijn gedekt tegen vijandelijke handelingen; c. dat het teken van een rood kruis op een wit veld als kenteken van onschendbaarheld zal gelden. Het is voor ons thans bijna niet meet in te denken, dat het tot op het tijdstip van dit verdrag normaal was dat de commandanten hun medisch verzorgingspersoneel mede terugtrokken bij de nadering van vijandelijke troepen, zodat de gewonden en zieken zonder meet aan hun lot werden overgelaten. Bij het tweede Verdrag van Gen6ve worden de bepalingen van het eerste verdrag mutatis mutandis van toepassing verklaard voor de strijd ter zee (29 juli 1899). Het derde Verdrag van Gen6ve, dat in 1929 werd gesloten bevat bepalingen ten aanzien van de behandeling van krijgsgevangenen. In het vierde Verdrag tenslotte, dat op 12 augustus 1949 tot stand kwam, worden regelen gesteld ter bescherming van burgers in oorlogstijd. Het is merkwaardig te bedenken war uit de wil en activiteit van 6en man kan groeien. Henry Dunant, zakenman in Gen6ve en aldaar geboren op 8 mei 1828 is al jong begaan met het leed van zijn medemensen. Na kennisname van bet werk van Florence Nightingale aan het front van de
H e t Internationale Rode Kruis Het Internationale Rode Kruis omvat de nationale Rode Kruis-verenigingen, bet Internationale Comit6 van her Rode Kruis en de Liga van Rode Kruis-verenigingen. De Internationale Conferentie is de hoogste beraadslagende autoriteit van bet Internationale Rode Kruis. Zij is samengesteld uit de delegaties van alle Rode Kruis-verenigingen, de gedelegeerden van de mogendheden, die de Verdragen van Gen~ve hebben ondertekend, de afgevaardigden van bet Internationale Comite van het Rode Kruis en de gedelegeerden van de Liga van Rode Kruis-verenigingen. Statutair moet de Internationale Conferentie om de vier jaar bijeenkomen. De Liga van Rode Kruis-verenigingen werd opgericht op 5 mei 1919 op initiatief van bet Amerikaanse Rode Kruis. Zij omvat alle Rode Kruis-verenigingen. Aan het hoofd ervan staat een Raad van Gouverneurs, die om de twee jaar bijeenkomt en een Uitvoerend ComitY, dat ieder jaar vergadert. Elke nationale Rode Kruis-vereniging heeft het recht een vertegenwoordiget in de Raad van Gouverneurs aan te wijzen. 626
Krimoorlog besluit hij zichzelf ter plaatse te gaan overtuigen van de toestanden op het oorlogstoneel en zo mogelUk hulp te bieden. Op 29 juni 1859 geraakt Dunant, nog onverwachts, temidden van het krijgstumult van de slag bij Solferino, waarheen hij getrokken is mede omdat hij het moment gunstig acht Napoleon III te benaderen voor concessies voor zijn zakelijke belangen in Algiers. Behalve zakelijk is hij ook organisatorisch niet voor een kleintje vervaard en ziet kans met zeer primitieve middelen een eerste hulpverlening voor de slachtoffers van de zware strijd op te richten. In zijn boekje ,,Un souvenir de Solferino" waarin hij zijn ervaringen op het slagveld beschrijft, doet hij bovendien een ernstig beroep op de regeringen, en via deze op de gehele mensheid, verenigingen op te richten tot hulpverlening in oorlogstijd aan zieke en gewonde krijgslieden. Zoals in her eerste Verdrag van Gen~ve organisatorisch was bepaald en aanbevolen, wordt er na 1864 door enige vooraanstaande Nederlanders druk geUverd om ook in ons land een nationale rode kruisorganisatie tot stand te brengen. Naast Basting zien wij hier bekende figuren als de Luitenant-Generaal W. J. Knoop en de staatsman Mr. G. Groen van Prinsterer hun gewicht in de schaal werpen om een Nederlandse organisatie te doen ontstaan. Tenslotte tekent Koning Willem III op 19 juli 1867 het Koninklijk Besluit no. 60, waarvan het eerste artikel luidt: ,,Er zal zijn een Nederlandsche vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog, hetzij Nederland er al dan niet in betrokken is." En daarmede is de grondslag gelegd voor een vereniging, die zich sedert 1895 noemt de Vereniging ,,Het Nederlandsche Roode Kruis" en hiermede de zevende plaats inneemt in de rangorde van opgerichte nationale rode kruisorganisaties. Gaarne hebben wij deze inleidende woorden geschreven, toen wij de vraag van het Nederlandsche Roode Kruis ontvingen of wij ruimte in Medisch Contact zouden willen ter beschikking stellen voor een serie artikelen over de verschillende activiteiten van de Vereniging ,,Her Nederlandsche Roode Kruis" anno 1964. Wij meenden dat ook en vooral voor de artsenwereld her goed is kennis te nemen van de zeer vele activiteiten, die door deze vereniging, met 435 afdelingen en bona 3/~ miljoen contribuerende leden, in de loop der jaren zUn ontwikkeld. Ook wij moesten bij een bespreking erkennen lang niet van alle activiteiten op de hoogte te zijn geweest. Het eerste van de reeks artikelen vindt men in dit nummer afgedrukt. Wij willen het een ieder gaarne ter lezing aanbevelen, v.W.
ACTIVITEITEN V A N HET RODE KRUIS (I) Vakantieweken aan In 1951 kwam een plan tot uitvoering, dat reeds lang de hoofden en harten van een aantal Twentse Rode Kruis-functionarissen had vervuld. Op 21 mei van dat jaar vertrok namelijk uit Deventer het motorschip ,,Gelderland" voor een tocht van een week door de binnenwateren van Nederland. AIs passagiers waren 61 chronisch-bedlegerige zieken aan boord, verzorgd door 25 Rode Kruis-helpsters en helpers. Een moedig initiatief. Er waren tevoren wel eens boottochten met invaliden gehouden, vooral in de kring Friesland, maar nooit waren daarvoor in het bijzonder de bedlegerigen uitgekozen en langer dan ~ n dag hadden deze reizen nooit geduurd. En nu een gehele week met juist de chronisch-bedlegerigen! Geen wonder dat velen, ook in medische kringen, bezorgd her hoofd schudden. Zouden deze chronische patienten de inspanningen en emoties wel verdragen? Was bet verstandig deze mensen uit hun vertrouwde omgeving te halen? De eerste tocht slaagde ten voile; niet 66n der passagiers ondervond nadelige gevolgen. Integendeel, 6n lichamelijk 6n geestelijk had de bootreis een gunstige invloed uitgeoefend. Vanzelfsprekend ontwaakte toen in vele kringen en afdelingen van het Nederlandsche Roode Kruis de drang, bet voorbeeld van Overijssel te volgen. In 1952 bracht een samenwerking tussen de Bond van Invaliden in Amsterdam en de colonne Amsterdam van her Rode Kruis Korps een boottocht met het motorschip ,,Kasteel Staverden" tot stand; aan 72 chronische patienten werd een vreugdevolle vakantieweek geboden. In dat jaar maakte de kring Overijssel wederom een reis met de ,,Gelderland" en ook de kringen Gelderland en Groningen volgden dit voorbeeld. lntussen was gebleken dat de ,,Kasteel Staverden", hoewel allerminst ideaal, toch beter voor het doel ge-
boord
van het hospitaalschip
,,J. Henry Dunant"
schikt was dan de ,,Gelderland". In 1953 charterde de Raad voor Invalidenzorg in Overijssel - - in januari van dat jaar als Landelijke Invalidenraad van bet Nederlandsche Roode Kruis geinstalleerd - - de ,,Kasteel Staverden". De kringen Overijssel, Groningen, Gelderland, Utrecht en de afdeling Amsterdam huurden het schip voor een week van genoemde Raad. En zo groeide ieder jaar het aantal reizen en dus ook het aantal patienten. Maar de vraag groeide het hardst en telkenmale moesten velen worden teleurgesteld. Varende met de ,,Kasteel Staverden" was uitbreiding niet mogelijk; vroeger dan begin april en later dan eind september was bet maken van een reis met dit onverwarmde schip niet verantwoord en in de maanden juli en augustus was gebruik in de lijndienst Amsterdarn-Harderwij k economisch noodzakelijk. Geen wonder d a t e r stemmen opgingen een eigen Rode Kruisschip te bouwen. Ook het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis zag de noodzaak hiervan in en dank zij energieke pogingen kon dit college in maart 1957 bekend maken, dat met steun van het Rampenfonds en door de royale hulp van vele grote bedrijven in Nederland een eigen hospitaalschip kon worden gebouwd. Na veel overleg werd op 10 oktober 1958 de kiel gelegd; op 14 maart 1959 liep de ,,J. Henry Dunant" van stapel en op 1 juni ving de eerste reis uit Deventer aan - - de plaats waar acht jaar tevoren de ,,Gelderland" zijn pioniersreis was begonnen. Thans bedraagt het aantal boottochten 28 tot 30 per jaar met in totaal ruim 2000 patienten. De ,,J. Henry Dunant" is een vertrouwd beeld op de Nederlandse wateren geworden. Over de geschiedenis van de ontwikkeling der boottochten met chronisch-bedlegerige zieken zou hog reel meer te vertellen zijn; bet bestek van dit artikel
Het enige hospitaalschip ter wereld voor de binnenwateren, de ,,l. Henry Dunant'" van het Nederlandsche Roode Kruis
627
AIs bet hospitaalschip 's avonds ,,ergens'" heeft aangelegd, verzorgt de plaatselUke afdeling van het Nederlandsche Roode Kruis meestal een aardig en feestelijk programma'tje voor de gasten. - - Hier bieden .leugd Rode Kruisers een geillustreerd boekje - - betrekking hebbend op de vaartocht van de week - - aan een der pati~nten aan.
laat dat echter niet toe. Beter dus thans iets over het ,,waarom" en het ,,hoe". De bedoeling der Twentenaren was aan chronischbedlegerigen een vakantie te bezorgen. Voor invaliden die zich, hoe dan ook, nog kunnen verplaatsen bestaan vele recreatie-mogelijkheden zoals vakantiehuizen, enz. Voor aan bed-gebondenen heeft dat weinig zin en vormen boottochten de oplossing. Deze gehandicapte medemensen, wier horizon gedurende het gehele jaar bestaat uit de kleurloze muren van hun zij- of achterkamer en het vaak maar matige uitzicht uit hun raam, te laten genieten van de schoonheid van onze rivieren en oude steden, hen de bedri.jvigheid op bet water en de vaderlandse nijverheid op de oevers en in de havens te laten zien, d&t is de opzet van deze tochten. En dat die slaagt, blijkt uit de reacties aan boord en later in de brieven. ,,De geluksboot van het Rode Kruis", noemde eens iemand de ,,Dunant". Een Nedertandse journalist schreef o.m.: Aan de bedden van vele invaliden kreeg ik te horen: ,,die tocht met de boot van het Rode Kruis, ach, mijnheer, dat begrijpt u toch niet, maar dat is zo iets moois en zo lets heerlijks". En deze journalist gaat verder: ,,Kijk, als het werk van het Rode Kruis door de monden van deze gehandicapten z6 wordt geroemd, dan doet me dat wat". Jammer genoeg zijn niet alle chronisch-bedlegerige zieken geschikt voor deze boottochten. In de eerste plaats moet er een leeftijdsgrens zijn, zowel naar boven als naar beneden, al kunnen wel eens uitzonderingen worden gemaakt. De omstandigheid dat acute ziekten een bezwaar vormen spreekt vanzelf; ook chronische aandoeningen echter, die door hun exacerbaties een pati6nt acuut ernstig ziek kunnen maken (bronchiectasi~n, hartaandoeningen behoren tot de contra-indicaties voor een bootreis). Li.jders aan psychische stoornissen, waaronder ook de epilepsie, werken op een zaal met chronische zieken te storend. Gevallen van ernstige en uitgebreide decubitus kunnen eveneens 628
niet in aanmerking komen, want al staat thans op iedere reis een gediplomeerde verpleegster aan het hoofd van een zaal en zijn de vier per zaal ingedeelde Rode Kruis-helpsters en -helpers i.jverig genoeg, de laatsten ontbreekt de routine om dergetijke bewerkelijke pati~nten in bet gewenste tempo te verzorgen. Uit een en ander is duidelijk dat het dringend noodzakelijk is, dat de huisartsen van de kandidaten voor een bootreis de medische leider zo volledig mogelijk inlichten; slechts dan is de juiste selectie mogelijk. En niet alleen inlichtingen over de temporaire ziektetoestand, ook over de behandeling (opgave der geneesmiddelen en dosering) en eventueel dieet. De mededelingen van de pati~nten zelf zijn niet altijd duidelijk en betrouwbaar, ledere arts zal begrijpen dat een ernstig ziektegeval en a fortiori een sterfgeval de stemming van de gehele reis bederft. Hoe ziet nu het patii~nten-bestand er doorgaans uit? Het aantal vrouwen is gemiddeld 75 pct en de mannen 25 pct; bet grootste contingent - - en dat geldt voor beide geslachten - - wordt gevormd door gevallen van chronisch reuma (rheumatoide arthritis) en multiple sclerose, vaak meer dan de helft van het aantal passagiers. Verder een bonte schakering van allerlei interne en neurologische aandoeningen als: tabes van Friedreich, status na poliomyelitis, amyotrofische lateraalsclerose, myotonia congenita, syringomyelie, status na cerebro-vasculaire accidenten. De laatste reis van het seizoen is voor lijders aan tuberculose bestemd. Mogelijk rust de vraag: wat wordt er met deze vakantieboottochten bereikt? Na veertien jaar ervaring mag worden gezegd: veel, zeer veel. O6k medisch. Her mag dan zijn, dat sommige gasten door het drukke gedoe aan boord, zo heel anders dan de stille rust van de ziekenkamer, wat vermoeid taken, schadelijke gevolgen zijn tot heden niet gerapporteerd. Integendeel, verfrist en met nieuwe levensmoed komen de pati~nten van de reis terug en heel dikwijIs is een isolement in gunstige zin doorbroken. Het contact met de mede-gehandicapte is vaak een invloed ten goede. De zieke leeft thuis of in een inrichting met een beperkte groep het eigen leven, beschouwt het eigen lijden als bet zwaarste. Menige patient verklaarde aan het eind van de reis: ,,Ik heb nu gezien dat ik niet klagen mag. Er zijn mensen die een zwaarder last te dragen hebben dan ik". Voor velen is de herinnering aan de reis en het zich verheugen op de komende een lichtpunt in hun moeilijke bestaan. Ook voor de huisgenoten hebben deze vakantietochten een bijzondere kant. Welk een verademing moet het zi.jn voor een vrouw, voor een moeder, soms ook voor een man, die het gehele jaar belast is met de zorg voor een chronisch zieke, eens een week bet leven naar eigen wens te kunnen leven, familiebezoeken te maken, die anders tot de onmogelijkheden behoren. Dit doer niets af aan hun liefde voor de pati~ntl En nu het , , h o e " . De ,,Kasteel Staverden" en meer nog de , , O e l d e r l a n d " waren in feite voor het doel on-
geschikt. Het sanitair was onvoldoende, wasgelegenheld voor her personeel bestond niet, water moest elke avond in de aanloophavens worden ingenomen; ook de lichtstroom rnoest des avonds van de wal komen, verwarming was niet aanwezig. De accomodatie voor het verplegend personeel was onvoldoende, evenals de kombuis. Bovendien was de veiligheid niet zo, als van een hospitaalschip mag worden ge~ist. De ,,J. Henry Dunant" is volgens alle deskundigen een ideaal hospitaalschip. Er zijn vier ziekenzalen met respectievelijk 24 en 16 bedden. De bedden zijn met her voeteneind naar de buitenwand gericht, zodat de bedlegerige passagier een goed uitzicht heeft. Boven elk bed is een draaibare spiegel, die onder meer het meebeleven van het gebeuren op zaal mogelijk maakt. In de toekomst wordt op elke spiegel een kleine luidspreker aangebracht, die zodanig kan worden afgesteld dat geen passagier hinder van het luisteren van de buurman behoeft te ondervinden. Er is een radioinstallatie over het gehele schip, zodat de omroepster uit de radiohut de programma's kan doorgeven. Er is ook een radioverbinding met de wal. Tussen de zalen zijn ruime was- en spoelruimten. Op bet bovendek is op het achterschip de eet- en conversatiezaal voor her personeel; op deze plaats bevindt zich op het hoofddek de isoleerkamer, de spreekkamer met apotheek voor de dokter en het kantoor van de administratrice. Benedendeks zijn de slaaphutten voor het verplegend personeel met wasruimten, de hutten van de administratrice, hoofdverpleegster, dokter en het scheepspersoneel met een reservehut met twee bedden. Benedendeks bevinden zich ook de kombuis, koelkamer, enz. In verband met de waterdichte indeling zijn er geen benedendekse doorgangen; ook de patrijspoorten kunnen niet worden geopend, maar een perfecte luchtverversingsinstallatie vangt alle bezwaren hiervan op. De vaste bemanning bestaat uit de administratrice (scheepsmoeder) met haar assistente, die de gehele civiele dienst, inclusief de scheepsomroep, verzorgen; de kapitein; een stuurman; een bootsman; twee matrozen; twee maohinisten en een kok met een koksmaat Het verplegend personeel wordt gevormd door een hoofdverpleegster, vier verpleegsters en ongeveer dertig Rode Kruis-helpsters en helpers (dit aantal kan varieren). Van de laatste groep is een deel voor de huishoudelijke dienst bestemd. De scheepsarts heeft de leiding over het geheel. Het verplegend personeel bestaat volledig uit vrijwilligers, van wie er velen een week vakantie voor dit werk opofferen. Ongeveer duizend vrijwilligers per jaar! Op sommige reizen vaart een geestelijke verzorger (dominee of R.K. geestelijke) mede; is dat niet het geval, dan zorgt her bestuur van de afdeling van het Rode Kruis in de stad, waar de boot 's-avonds afmeert, dat een daarvoor geschikte figuur de dagsluiting verricht. In de afmeerplaatsen zijn de besturen van de Rode Kruis-afdelingen steeds zeer diligent; zij zorgen voor wat gepast vermaak en kleine versnaperingen voor de patienten. Vaak zijn het leden van het ]eugd Rode Kruis, die hier hun hartverwarmende
werkzaamheid ontplooien en het is soms aandoenlUk te zien, hoe deze meisjes en jongens de gehandicapte gasten met mededogen benaderen en hun harten veroveren. Dit werk, dat voor medemensen, die zoveel tekort komen, en ook voor hun familie van zo grote betekenis is, mag niet meer worden Iosgelaten. Dat zal dan ook niet gebeuren. Toch benauwt de Rode Kruis-functionarissen het grote aantal gehandicapten dat elk jaar wegens plaatsgebrek moet worden afgewezen. Wat te doen? Een tweede schip? Wie geeft het geld? En zullen er dan genoeg vrijwilligers zijn? Dat weet nu geen mens. Er is echter in Nederland meer gebeurd wat men voor onmogelijk hield. Ook bij het Nederlandsche Roode Kruis! C. J. S C H M E I N K
Nederlandse Vereniging van Verpleegkundigen opgericht De Nederlandse Bond voor Ziekenverpleging, opgericht in 1893, en de Nationale Bond van Verplegenden, opgericht in 1928, hebben in een op 5 september jl. plaatsgevonden bijzondere algemene vergadering besloten tot oprichting van de Nederlandse Vereniging van Verpleegkundigen, een algemene beroepsorganisatie voor verpleegsters/verplegers. Voorafgaande aan de oprichtingsvergadering was door iedere organisatie afzonderlijk een ledenvergadering belegd, waarin tot opheffing werd besloten met ingang van 1 januari 1965, op welke datum de Nederlandse Vereniging van Verpleegkundigen haar werkzaamheden zal aanvangen. De Nationale Bond van Verplegenden, aangesloten bij de International Council of Nurses, zal de I.C.N. verzoeken her lidmaatschap over te schrijven op naam van de Nederlandse Vereniging van Verpleegkundigen. Zr. C. A. J. ten Boom is presidente van het voorlopig bestuur van de nieuwe vereniging. Het bestuur is gevestigd te Haarlem, Frans Halsstraat 23, telefoon: 02500---65914. UNIVERSITAIRE
BERICHTEN
Benoemingen
Tot gewoon hoogleraar in de fysiologische chemie (faculteit der geneeskunde) aan de Rijksu0Nersiteit te Groningen is benoemd Dr. F. ]. Loomeijer, thans lector met dezelfde leeropdracht aan deze Universiteit. Tot gewoon lector in de neuro-radiologie (faculteit der gene'eskunde) aan de Rijksuniversiteit te Groningen is benoemd Dr. L. Penning, thans wetenschappelijk hoofdambtenaar aan deze Universiteit. Tot buitengewoon hoogleraar in de faculteit der geneeskunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht is benoemd Dr. Th. Vossenaar, om onderwijs te geven in de algemene ziektekunde en de ziektekundige ontleedkunde. 629
DISCUSSIE OVER :
De sociale verantwoordelijkheid van de arts in Medisch Contact van 14 augustus wordt in het hoofdartikel een kwestie aan de orde gesteld en vragen worden opgeworpen, zoals de controlerende artsen van de afdeiing Bedrijfsgeneeskunde en Controle Ziekteverzuim van de G.G. en G.D. en soortgelijke diensten zich die regelmatig stellen. Het betreft dus het vaststellen van het juiste tijdstip voor een pensioenaanvraag bij invaliditeit door ziekte of ongeval, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van de patient, zonder dat het Burgerlijk Pensioenfonds wordt benadeeld. Het behoeft geen betoog dat elke pensioenaanvrage op zijn eigen merites moet worden beoordeeld en deze komen in de vraagstelling in bedoeld artikel niet voldoende tot hun recht. Volgens het Ambtenaren-reglement van de Gemeente Amsterdam moet de controlerend arts na een jaar een onderzoek instellen of werkhervatting al of niet voorgoed is uitgesloten. Het spreekt wel vanzelf, dat de controlerende arts zich deze vraag reeds lang daarv66r heeft gesteld, indien het een ziekte of onge-
AIs tranquillaxant is Trancopal Winthrop Chloormezanon doelmatig voor de symptomatische behandeling van onrust. De eigenschappen als tranquillaxant komen overeen met die van -andere milde "tranquillizers". Bovendien heft het spanning op, zowel van de psyche als van de spieren, zonder de normale inteIlectuele activiteit te verstoren. Vooral waardev01 bij: 1) Hoofdpijntengevolgevan cervlcaalsyndroom 2) Zenuwspanning,a| dan nlet samengaandemet verhoogdesplertonus 3) Psychosomatischespierpljnen 4) Dysmenorrhoea Verschljnselenvan splerspasmentredendikwijleop tegen de achte'rgrond van zenuwapanningenen in zulke gevallen lu Trancopa| blj ultstek doeltreffend. als alia centraal werkende middeleno kan Tranr sen Ilchte, root. ~/jgaande slaperigheld veroorzaken. Hler dient u uw patianten we/op te wijzan. trancopal
Doserlno: 3 dd I tablet Verpakkingen: 30 an 100 tabletten i~ 200 mg chloormezanonIn strlp-~ verpakking.
W I N T H R O P N.V.
630
POSTBUS 615
HAARLEM
val is met redelijke kansen op herstel, dan wordt er niets gedaan en de bezoldiging gaat door. De duur van de bezoidiging tijdens ziekte hangt af van de vorm van de aanstelling en bedraagt bij een vaste aanstelling twee jaar volledige bezoldiging en gedurende het derde jaar 80o,/0 daarvan. In geval van tuberculose en bij een tijdelijke aanstelling bestaat een andere regeling, maar kortheidshalve kan voor het betoog met de vermelde regeling worden volstaan. Wanneer de gunstige verwachting gedurende het tweede jaar wordt bewaarheid, dan is de kous hiermee af. Wanneer deze te optimistisch is geweest komt de pensioenkeuring aan de orde, 66k wanneer na een jaar observatie de prognose, wat betreft herstel van de validiteit, ongunstig is. Indien er sprake is van een maligne proces, waarvan de patient zich niet bewust is, dan wordt er getaimd met de aanvraag, totdat de patient zich realiseert d a t e r van werkhervatting geen sprake is en er eigenlijk zelf om vraagt. Meestal is dit niet nodig door overlijden. Dit blijft dus een kweatie van wikken en wegen met bescherming van de patient. De verlenging van her aantal pensioenjaren, door bij blijvende invaliditeit een pensioenaanvraag uit te stellen, ligt primair nooit in de bedoeling en zou mijns inziens niet juist zijn. Maar het kan de schijn hebben, dat dit wel de bedoeling is geweest of dat het aan de buitenwacht zo wordt voorgesteld door de betrokkene. Het kan voorkomen, dat een oud gediende drie jaar voor zijn pensioendatum (65 jaar) ziek wordt, nog eens hervat met een aangepaste taak, nog eens ziek wordt etc. in zo'n geval meen ik dat aan de rechten van het pensioenfonds niet te kort wordt gedaan dit te tolereren. Het hoge ziektepercentage van de 60-65-jarigen, in ongunstige maanden 10-20%, wordt onder andere daarmee verklaard. Wordt het werk echter geen enkele maal hervat, dan acht ik een volledig verzuim gedurende drie jaar te lang en wordt er na --- een jaar pensioen aangevraagd. V66r de pensioenkeuring is geschied en de beslissing van de pensioenraad afkomt, is er dan in totaal wel 11/2 jaar verstreken. Daarom heeft een pensioenaanvraag van een 63 a 64-jarige weinig zin, daar zij dan inmiddels 65 jaar zijn geworden. Dit noemen we dan ,,uitlopen". Daar de in dienst doorgebrachte jaren in mindering komen van de A.O.W.-jaren, wordt deze nadelige invloed enigermate gecorrigeerd. J. DE KONING, hoofd
afd. Bedrl.]fsgeneeskunde
en Controle Ziekteverzuim, G.G. en
G.D., Amsterdam
DE VERANTWOORDELIJKHEID BIJ ONDERZOEKINGEN OP MENSELIJKE WEZENS Rapport van ,,Medical Research Council" Gedurende de laatste 50 jaar is de medische kennis sneller toegenomen dan in welke andere periode uit de geschiedenis der geneeskunst dan ook. Nieuwe inzichten, nieuwe behandelingsmethoden, nieuwe diagnostische technieken en nieuwe preventiemethoden zijn, en worden, in een steeds sneller tempo ontwikkeld, en wil men de voordelen die nu in ons bereik zijn gekomen ook ten voile benutten dan mag deze ontwikkelingsgang niet worden onderbroken. Er kan geen twijfel over bestaan dat het nieuwe tijdperk in de geneeskunst dat wij nu zijn binnengegaan grotendeels het resultaat is van een gelukkig samengaan van wetenschappelijke methoden en de traditionele methoden der geneeskunst. Tot aan het begin van deze eeuw was de vooruitgang van onze klinische kennis voornamelijk beperkt gebleven tot die kennis die men door observatie had weten te vergaren en waren de middelen nodig voor een diepere analyse van de phenomenen van gezondheid en ziekte zelden aanwezig. Heden ten dage echter, worden er voortdurend methoden ontwikkeld die men veilig en in voile gerustheid bij zieke zowel als gezonde menselijke wezens kan toepassen, met als gevolg dat zekerheid en inzicht op het gebied van de geneeskunst snel aan het toenemen zijn. Toch hebben deze vernieuwde inzichten en grotere kennis hun eigen speciale problemen voor de klinische onderzoeker meegebracht. In het verleden was het invoeren van een nieuwe behandelingsmethode of bet beschrijven van nieuwe onderzoekingen een betrekkelijk zeldzame gebeurtenis en zelden betroffen zij m66r dan een marginale variatie op de reeds bestaande praktijk. In onze dagen echter, worden aankondigingen van v6rstrekkende, nieuwe methoden als de gewoonste zaak van de wereld begroet, terwijl toch hun draagwijdte en mogelijkheden die van een min of meet bruikbaar alternatief verre te boven gaan. AIs gevolg hiervan worden onderzoekers dikwijls voor zeer netelige ethische, en soms zelfs wettelijke, problemen geplaatst. Het is in de hoop enige nuttige richtsnoeren te kunnen verschaffen bij de oplossing van deze moeilijke problemen dat de ,,Medical Research Council" heeft gemeend deze verklaring te moeten publiceren. Men kan terecht onderscheid maken tussen methoden die in bet kader van de normale patientenverzorging vallen en die dus, vanuit bet standpunt van de therapie, de preventie of de diagnostiek, bijdragen tot bet welzi.jn van de individuele patient, en die onderzoekingen die bij patienten of gezonde proefpersonen worden ondernomen, zuiver met her doet een bijdrage te leveren tot de algemene medische kennis, en niet speciaal voor het welzijn van het individu op wie zij worden verricht. De eersten vallen onder de normale patientenverzorging en dus onder de gewone regels
De Engelse ,,Medical Research Council" heeft aan zijn jaarverslag 1962-1963 een rapport toegevoegd over her zelfde onderwerp als wordt behandeld in ,,he Declaration of Helsinki", die in extenso werd gepubliceerd in M.C. no. 29, 1964, pag. 501. Daar in dit rapport een verder reikende leidraad wordt gegeven dan in ,,The Declaration of Helsinki" van de World Medical Association (WMA) over de houding en de verantwoordelijkheid van de arts in de sector ,,experimenten op mensen" achten wij het van belang ook deze Angelsaksische verklaring (in vertaling) ter kennis te brengen van de Nederlandse artsenwereld. De Engelse tekst van het rapport werd in zijn geheel (,,as a statement of such importance") opgenomen in British Medical Journal van 18 juli 1964. Onze vertaling is daaraan ontleend. - red. MC.
der beroepsethica; de laatsten vallen onder de categorie: onderzoekingen verricht op vrijwilligers. Deze onderscheiding geeft aanleiding tot een reeks belangrijke overwegingen. Klinische methoden die direct ten voordele van de patient strekken
Bij klinische methoden of technieken die in direct verband staan met de behandeling van de ziekte van het individu, op wie ze worden toegepast, is de relatie in essentie dezelfde als die welke ook tussen een dokter en zijn patient bestaat. Implicite in deze relatie is de bereidheid van de zijde van de proefpersoon om zich te onderwerpen aan bet oordeel van de behandelende arts. Mits daarom de behandelende arts er van overtuigd is, d a t e r redelijke gronden zijn om aan te nemen dat een bepaalde nieuwe methode bij za[ dragen tot het welzijn van die patient, dus of therapeutisch, of prophylactisch zal werken of hem een beter begrip van zijn toestand geven, mag hij aannemen op dezelfde manier met de toestemming van de patient te handelen als het geval zou zijn, indien de bedoelde techniek geheel en al onder de normale klinische methoden zou vallen. Het is axiomatisch dat geen twee pati6nten aan elkaar gelijk zijn en dat de behandelende arts de vrijheid moet hebben zijn methoden te wijzigen, als dit naar zijn oordeel in her welbegrepen belang van zijn patient is. De ongebruikelijkheid van een methode is alteen een punt van belang inzoverre het de arts, zo hij er al toe zou besluiten hem te gebruiken (wat hij moet doen zonder zich op eigen ervaringen of die van anderen te kunnen beroepen) moet waarschuwen met speciale voorzich631
tigheid te werk te gaan. Dat bet zowel juist als voorzichtig is am de toestemming van de patient te erlangen alvorens tot de toepassing van een nieuwe methode over te gaan, is niet meet dan een eis van de gewone medische zorgvuldigheid. De tweede belangrijke overweging, die uit deze onderscheiding voortvloeit is, dat ~ n der ouders of de voogd van een kind zonder twijfel de bevoegdheid hebben toestemming te verlenen tot bet toepassen van methoden, die bedoeld zijn tot het welzijn van dat kind bij te dragen, indien leeftijd of verstandelijke ontwikkeling het ervan uitsluiten zelf een rechtsgeldige toestemming te geven. Een categorie van onderzoekingen die nogal eens twijfel hebben opgeroepen bij de verschillende onderzoekers is bet experimenteel gebruik van prophylactica, zoals vaccins. Prophylactica warden noodzakelijkerwijze aan mensen gegeven die op dat moment niet aan de betreffende ziekte lijden. Maar de ethische en wettelijke overwegingen zijn dezelfde als die welke voor bet gebruik van een nieuwe therapie gelden. Het doel is, am het welzijn van een individu te verzekeren door hem tegen een toekomstig gevaar te beschermen; en her is aan de arts, am te oordelen of de desbetreffende behandelingswijze een betere kans heeft am dit te bereiken dan de voordien gebruikelijke maatregelen. In het algemeen wordt de toelaatbaarheid van klinische methoden, die bedoeld zijn tot het welzijn van het individu bij te dragen (of ze nu van therapeutische of prophylactische aard zijn dan wel am diagnostische redenen warden toegepast doet hier niet ter zake) bepaald door dezelfde overwegingen, die oak bij de normale behandeling van patienten gelden. Op de grensgebieden van onze kennis echter, waar vele klinische methoden niet alleen nieuw zijn, maar hun specifieke doeltreffendheid bovendien twijfelachtig kan zijn, is her raadzaam, in geval van twijfel, ervaren collega's omtrent de wenselijkheid van de betreffende methoden te consulteren. Controlepersonen bij onderzoekingen betreffende therapie en prophylaxe
In de afgelopen jaren zijn er grote vorderingen gemaakt op het gebied van ziektebehandeting en prophylaxe dank zij de methode van het gecontroleerde klinische experiment. In plaats van, zoals in het verleden, geduldig te wachten, tot de som van de algemene ervaringen het uiteindelijk mogelijk zou maken een correct antwoord te geven ten aanzien van de relatieve v66r- en nadelen van een bepaalde maatregel, is het nu dikwijls mogelijk dit probleem te onderzoeken onder voorwaarden, die niet alleen een spoedig en nauwkeuriger uitsluitsel garanderen, maar die ook het risico van het onontdekt blijven van schadelijke nevenwerkingen tot een minimum beperken. Dergelijke experimenten zijn echter alleen doenlijk, indien de mogelijkheid bestaat daarvoor geschikte groepen van patienten met elkaar te vergelijken, en bovendien alleen veroorloofd, indien er in vakkringen een oprechte twijfel bestaat over de vraag welke van twee behandelingsmethoden of prophylactische maatregelen het 632
meest aanbevelenswaardig is. In gevallen, waarvoor tot dusverre geen doeltreffende behandelingsmethode bestond, dient men de situatie uitvoerig aan de betrokkenen uit te leggen en dient hun volledige toestemming te warden verkregen. Dergelijke gecontroleerde experimenten kunnen aanleiding geven tot ethische problemen, die enige moeilijkheden kunnen scheppen. Over het algemeen moet aan patienten, die aan zulk een experiment deelnemen, ronduit warden gezegd, dat het experiment een toetsen van twee verschillende methoden betreft, en am hun medewerking warden gevraagd. In sommige gevallen echter is een dergelijke openhartigheid op medische gronden ongewenst. Bijvoorbeeld, om patienten, die aan een mogelijkerwijs dodelijke ziekte lijden, attent te maken op het bestaan van twijfel ten aanzien van de juiste behandeling, zal niet altijd in hun welbegrepen eigenbelang zijn; 6f men kan er aan zijn gaan twijfelen of afgezien van suggestie, een bepaalde therapie wel enig effect sorteert, en het kan nodig zijn gedurende een gedeelte van het experiment van een placebo gebruik te maken om hieromtrent zekerheid te verkrijgen. In verband met deze en soortgelijke moeilijkheden is het de vaste mening van de ,,Council" dat gecontroleerde klinische experimenten altijd dienen te worden opgezet en gecontroleerd door een groep van onderzoekers, en n66it door een enkel individu alleen. Het spreekt vanzelf dat een behandelend arts, die aan zulk een gezamenlijk gecontroleerd experiment deelneemt, de verplichting heeft een patient uit het onderzoek terug te trekken en daarvoor in de plaats een behandeling in te stellen, die hij noodzakelijk acht, indien, naar zijn persoonlijke opvatting, zijn patient daarmee meer gebaat is. Methoden die niet tot het directe welzijn van de patient of proefpersoon strekken
De voorafgaande overwegingen gelden voor bet merendeel der klinische onderzoekingen. Er blijft echter een groat en belangrijk gebied van onderzoekingen op menselijke subjecten over, die ondernomen warden met her doel normale waarden en variaties te verkrijgen, am zo de abnormale waarden te kunnen herkennen. De proefpersonen kunnen in dit geval zowel zieke als ,,gezonde" personen zijn; of de laatsten volledig gezond zijn dan wel patienten lijdend aan een ziekte, is van geen belang voor bet betreffende onderzoek. Voorzover het personen betreft die aan een bepaalde ziekte lijden, bijvoorbeeld stofwisselingsziekten, kan het noodzakelijk zijn de abnormaliteitsmarge te kennen, binnen welke een normale arbeidsprestatie nag mogelijk is, of wel de reacties van zulke personen op de een of andere verandering in hun omstandigheden, zoals een verandering in hun dieet. Op gelijke wijze kan her oak nodig zijn zich een duidelijke voorstelling te verschaffen van het bereik van een normale functie en haar reactie op veranderde omstandigheden bij volkomen gezonde personen. AI deze soort onderzoekingen hebben gemeen dat zij van geen direct nut voor bet desbetreffende individu zijn en dat de laatste
bijgevolg, indien hij zijn toestemming geeft aan het experiment mede te werken, een vrijwilliger in de volledige zin van het woord moet zijn. Men diene er zich wel van bewust te zijn, dat de mogelijkheid of waarschijnlijkheid dat een bepaalde onderzoeking ten voordele van de mensheid of het nageslacht kan zijn, niet als een verdediging kan gelden in geval van een rechtsvervolging. Het individu heeft rechten die bij de wet zijn gegarandeerd en niemand kan op deze rechten inbreuk maken, ook al wordt zulk een inbreuk gemaakt in het publieke belang. Bij onderzoekingen van dit soort is het daarom altijd noodzakelijk zich van de ondubbelzinnige toestemming van bet subject te verzekeren. Onder de ondubbelzinnige toestemming moet worden verstaan een vrijelijk gegeven toestemming, in dien zin, dat her subject zich ten voile bewust is van de aard en de gevolgen van de voorgestelde behandeling. Een toestemming, waarvan men maar aanneemt dat zij is gegeven, of een toestemming verkregen door ongeoorloofde bei'nvloeding is waardeloos, terwijl in het laatste geval speciale voorzichtigheid is geboden, indien de vrijwilliger in een bepaalde bijzondere verhouding tot de onderzoeker staat, zoals van een dokter tot zijn patient, of van een student tot zijn hoogleraar. De noodzakelijkheid, zich een bewijs te verschaffen van toestemming als bovenbedoeld wordt algemeen erkend, maar er heersen enige misverstanden omtrent de vraag, wat als zo'n bewijs mag worden beschouwd. In het algemeen dient de onderzoeker deze toestemming te verkrijgen in de aanwezigheid van een derde. Schriftelijke toestemming zonder verder bewijs, dat een verklaring is verstrekt, begrepen en geaccepteerd, is van weinig waarde. Een speciale moeilijkheid levert deze situatie op in bet geval van minderjarigen en geestelijk subnormale of geestelijk gestoorde persoonlijkheden. In de strikte zin der wet zijn ouders of voogden (curatoren) niet gerechtigd ten behoeve van deze personen toestemming te verlenen tot handelingen, die niet te hunnen voordele zijn en die voor hen enig risico, of schade met zich mee kunnen brengen. Hoewel in 'de Engelse wet geen speciale leeftijd wordt genoemd in dit vetband, mag men veilig aannemen, dat de gerechtshoven een kind van 12 jaar of jonger (van 14 jaar of jonger voor jongens in Schotland) niet capabel zullen achten zijn toestemming te kunnen geven voor een behandeling, die mogelijkerwijs schade voor zijn gezondheid zal opleveren. Boven deze leeftijdsgrens heeft een als zodanig bedoelde toestemming de geldigheid van een feit en, als ook in het geval van volwassenen, enig bewijs, indien al noodzakelijk, zou moeten aantonen dat de persoon in kwestie, ongeacht zijn leeftijd, volledig op de hoogte was van de mogelijke consequenties van de behandeling, waaraan hij zich heeft onderworpen. In bet geval van geestelijk subnormale of geestelijk gestoorde personen, zal de geldigheid van de gegeven toestemming naar de zelfde criteria worden beoordeeld als die ook gelden bij het opmaken van een testament, het aangaan van een huwelijk of andere rechtsgeldige handelingen met zedelfjke zowel als
maatschappelijke implicaties. Indien een geldige toestemming in deze zin niet is te bekomen, dienen behandelingen, die niet direct voor her welzijn van het subject worden verricht of die het risico van schade voor het subject met zich meebrengen achterwege te worden gelaten. Zelfs indien de geldige toestemming van een minderjarige of geestelijk subnormale of geestelijk gestoorde persoonlijkheid is verkregen, zullen nog overwegingen van ethische aard of van gewone medische zorgvuldigheid eisen, dat zo mogelijk de toestemming van ouders, voogden of verwanten, al naar het geval zich mag voordoen, wordt verkregen. Onderzoekingen, die niet direct ten voordele van het individu strekken, vereisen daarom de geldige en expliciete toestemming van dit individu. Nadat de strekking van het betreffende experiment in voldoende mate aan hem zal zijn duidelijk gemaakt, zal men mogen aannemen, dat de toestemming van een volwassene, mits gezond van geest en bij zijn voile verstand, gelijk staat aan een geldige toestemming. Waar het kinderen of jeugdige personen betreft, zal de vraag, of de gegeven toestemming al dan niet als een waarachtige toestemming is op te vatten, in ieder afzonderlijk geval moeten afhangen van de leeftijd, intelligentie, situatie en bet karakter van het subject en van de aard van het onderzoek. Indien het subject jonger is dan 12 jaar, zullen gegevens, die alleen kunnen worden verkregen door middel van lichamelijke proeven, alleen maar in verband mogen staan met een therapeutische behandeling, die voor zijn eigen welzijn werd ondernomen, en zonder dat dit de aard van deze therapeutische behandeling zal aantasten. Gedragslijn van onderzoekers
ledereen die te maken heeft gehad met medisch speurwerk zal zich bewust zijn van de onmogelijkheid een in alle onderdelen volledige code voor de gedragslijn van onderzoekers op te stellen, zodanig, dat men verzekerd kan zijn van die mate van onberispelijkheid van handelen, die al166n voldoende moet worden geacht, waar het menselijke wezens betreft. De wet bevat slechts enkele summiere aanwijzingen omtrent beroepsnalatigheid en de principi~le onschendbaarheid van de menselijke persoonlijkheid (Eng. ,,Doctrine of Assault"). Doch dit is niet toereikend. In verband met de speciale vertrouwenspositie, die de arts ten opzichte van zJ.jn patient inneemt, zullen de meeste pati~nten zich zonder meer schikken naar elk voorstel, dat hun wordt gedaan. Bovendien zijn de overwegingen, die ten grondslag liggen aan een nieuwe techniek of behandelingswijze, bijna altijd dermate technisch van aard dat zij, behalve voor experts, onmogelijk voldoende kunnen worden begrepen door iemand die zelf geen deskundige is. Het moet derhalve ronduit worden erkend, dat, in de praktijk, de onontkoombare verantwoordelijkheid op de schouders van de betreffende arts wordt geplaatst, indien het erom gaat te beslissen, welke soorten van onderzoek aan een bepaalde patient of vrijwilliger kunnen worden voorgesteld. Niettemin, zedelijke normen worden geformu633
leerd door mensen en indien men, bij de voortdurend veranderende omstandigheden, die de vooruitgang op medisch gebied nu eenmaal met zich mee brengt, hun toepasselijkheid gehandhaafd wil zien, komt men automatisch bij de medische stand zelve terecht, in het bijzonder bij de hoofden van klinieken, specialistenverenigingen en de redacties van medische tijdschriften. Naar de mening van de ,,Council", rust bij de hoofden van klinieken, waar onderzoekingen op menselijke subjecten worden verricht, de onontkoombare verantwoordelijkheid er voor zorg te dragen, dat de behandelingsmethoden of technieken, die door degenen die onder hun leiding staan, worden toegepast, boven kritiek verheven zullen zijn. Op dezelfde gronden is de ,,Council" ook van gevoelen dat, in beginsel, lichamen zoals zijzelf, die steun aan medisch speurwerk verlenen, alles in hun vermogen dienen te doen om te verzekeren, dat de medische handelingen van de onderzoekers, die zij steunen, ook onberispelijk zullen zijn, en als zodanig bekend zullen staan. Zo gespecialiserd is de medische wetenschap heden ten dage geworden, dat de medische professie als geheel zelden in staat is zich een oordeel over de individuele problemen te vormen. Met betrekking tot elk gegeven soort van onderzoek bestaat er slechts een kleine groep van ervaren mensen, gespecialiseerd in deze tak van wetenschap, die in staat moet worden geacht te kunnen beoorde]en, of het toepassen van een bepaalde methode al dan niet gerechtvaardigd is. Maar elke tak der medische wetenschap heeft zijn gespecialiseerde wetenschappelijke verenigingen. Het
MC I urr D,: PRAKTIJK Morgen komen de verhuizers... De afgelopen weken hebben gestaan in het teken van het afscheid. Afscheid van de pati6nten, van de plaatselUke collegae met hun vrouwen, van de vriendenkring, afscheid van ons dorp waar we bUna 30 jaar hebben gewoond en gewerkt, afscheid van het werk als huisartsenvrouw en doktersassistente, afscheid van onze huishoudelijke hulpen die ons zoveel jaren trouw hebben gediend, morgen hog afscheid van bet oude ruime doktershuis, waar we gelukkig zijn geweest, waar onze kinderen zijn geboren en voor het grootste deeI weer zUn uitgevlogen. Eenvoudig was her niet. Zeker niet voor mijn man. ,,De praktijk" had zijn hele hart. ,,De praktijk" vroeg tenslotte al zijn energie en de laatste jaren m6~r dan dat, zodat zijn veelomvattende taak eigenlijk te zwaar werd. Na rijp beraad hebben we tenslotte een besluit genomen, dat we een jaar ge]eden nog voor onmogelijk hielden: het eenmansbedrijf met continudienst op634
is op deze verenigingen, dat de medische stand als geheel moet vertrouwen, indien bet gaat om het scheppen en onderhouden van dat geheel van precedenten, dat de individuele onderzoeker in geval van twi.jfe~ moet leiden, aisook bet kritisch bespreken van de mededelingen, die hun worden toegezonden, en waar de vorming van het zo noodzakelUke ,,klimaat der meningen" van afhangt. Ten slotte is de ,,Council" van mening, dat uit elk verslag handelende over onderzoekingen op menselijke wezens, duideliik naar voren dient te komen, dat de vereiste normen in acht zijn genomen en verder, dat geen enkel verslag voor publikatie dient te worden geaccepteerd, indien er enige twijfel zou bestaan, dat zulks niet het geval is. De vooruitgang van de medische wetenschap heeft altijd in niet geringe mate afgehangen, en zal dat ook blijven doen, van bet vertrouwen, dat bet publiek stelt in degenen, die belast zijn met het verrichten van onderzoekingen op menselijke subjecten, of deze nu ziek of gezond zijn. Slechts zo lang het bekend zal blijven, dat dergelUke onderzoekingen voldoen aan de hoogste ethische normen en met omzichtigheid en beheerstheid worden uitgevoerd, mag men hopen dat dit vertrouwen zal blijven bestendigd. Verkeerd opgezette, of opgevatte, onderzoekingen zouden de verdere medische vooruitgang onmetelijk kunnen schaden. Het is de collectieve plicht van de medische stand als geheei erop toe te zien, dat deze dingen worden voorkomen, willen wij ook in de toekomst het vertrouwen blijven genieten, dat ons tot dusverre werd geschonken.
In nevenstaand stuk neemt de ons dierbaar geworden ,,huisartsenvrouw" afscheid van de lezers van M.C. De titel van haar stuk geeft het reeds aan en de inhoud getuigt er nader van dat afscheid nemen altijd ergens pun doet. Zo gaat ook de redactie dit afscheid aan het hart en uit dit redactionele hart willen wij, mede namens de lezers, een hartelUk vaarwel toeroepen aan ,,onze" huisartsenvrouw, mevrouw S. C. de Wijn-Kors, die tot voor kort woonachtig was te Ridderkerk. Naast een welgemeend woord van dank voor de geleverde overdenkingen van ,,huisartsenvrouw" wensen wij haar en haar echtgenoot een goede tijd toe in de nieuwe wereld van de L.A.D. - red. M.C.
geven en de geboden gelegenheid, nog een aantal jaren werkzaam te zijn bij de G.G. en G.D. in de nabije stad, aangrijpen. Dat besluit was de grootste en moeilijkste stap. Daarna kregen we her verschrikkelijk druk. Naast het dagelijks werk hadden we ori~nterende gesprekken met eventuele opvolgers, tot je die ~ne vindt. Huizen bekijken en afkeuren, tot je juist dat ~ne ziet, waar je wel zou willen wonen. Toen de offici~le be-
noeming afkwam konden deze contacten hun beslag krijgen. Daarna verliep alles vrijwel volgens uitgestippeld plan, natuurlijk gecompliceerd door onvoorziene omstandigheden: een brief naar elk patientengezin waarin onze beweegredenen om afscheid te nemen wetden uiteengezet, opvolger inwerken, overtollige huisraad opruimen, verhuizing regelen, gordijnen naaien, de intocht van het jonge gezin, de offici6le overdracht van huis en praktijk. WB blijven nog enkele weken inwonen, tot het nieuwe huis klaar is. Zover is het nu, morgen komen de verhuizers . . . TerwijI ik hier zit met een schrift om alles op te schrijven wat mij de laatste weken zozeer bezig houdt, rollen de jaren weer aan me voorbij. Ik zie ons weer aankomen .in dat grote huis met die grote praktijk, jong, onervaren, pas getrouwd, met veel idealisme en met het vaste plan er lets van te maken. Ik beleef weer het eerste jaar, waarin mijn man als het ware werd opgeslokt door de praktijk en ik weet weer, hoe moeilijk ik dat vond. Het leven als doktersvrouw viel me bitter tegen. Dat eerste jaar, waarin huwelijk en praktijk nog moesten worden gesettled, zouden we beiden niet graag over willen doen. We zijn door de branding heengekomen. In dat eerste jaar heb ik leren aanvaarden dat de praktijk altijd v66rgaat. Ik heb bovendien ondervonden en aanvaard dat een doktersvrouw zichzelf moet leren helpen in heel veel kleine en grotere zaken. Ik heb ingezien dat zij zichzelf, thuisblijvende, zinvol moet kunnen bezighouden als haar man zijn tijd en aandacht volledig nodig heeft voor zijn pati6nten, kortom, ik heb in de eerste jaren geleerd zelfstandig te zijn in grote verbondenheid. ,,De praktijk" was aanvankelijk voor mU een ongedifferentieerde massa. Toen werd het een aantal adressen en pas daarna een hoeveelheid mensen die hulp vragen. Pas langzamerhand werd het me duidelijk d a t e r voor een huisartsenvrouw niets anders opzit, dan van harte te delen in bet dienstverlenende beroep van haar man en zich mede in te zetten voor de pati6nten. Pas langzamerhand werd het me duidelijk, dat z6 alleen een innerlijke rust en vrede is te bereiken, dat het z6 alleen mogelijk is gelukkig en tevreden te zijn met een arbeidzaam leven, dat het z6 alleen mo-
Hr. A. P. J. Fortuin
geli.jk is bli.jmoedig de taak te verrichten die op je schouders is gelegd en met enige kans op succes te trachten een goede vrouw en moeder te zijn. Maar 66k is de zekerheid gegroeid dat het niettemin noodzakelijk is een evenwicht te vinden tussen altijd-klaarstaan en vrij-zijn. Dit proces heeft jaren in beslag genomen. Met het vorderen daarvan kwam er steeds meer energie vrij voor verdere persoonlijke groei en ontplooiing op allerlei terrein. Mijn terrein was in toenemende mate de praktijk. Die vroeg van mij een zekere mate van organisatietalent, besluitvaardigheid, doelmatig handelen, inventiviteit, toewijding, nauwkeurigheid en een goed incasseringsvermogen. Morgen komen de verhuizers . . . Natuurlijk stemt het weemoedig alles, en dat is zeer veel, achter te laten en af te sluiten. Maar in wezen gaat bet er niet om wat we kwijtraken, bet gaat erom wat we rijker geworden zijn en dat is eveneens zeer veel. Morgen wordt het 't laatste bedrijf. Nu stromen er van binnen toch een paar tranen. Even uithuilen maar, dat ruimt op. Dan geef ik mezelf een pot: Ophouden, je bent toch immers altijd zo fiink? Zie eens om je heen w a t e r allemaal nog moet gebeuren! Morgen komen de verhuizers! 't Is goed, 't is goed zo, we zijn klaar om te gaan, onze taak is hier ten einde. We zijn dankbaar voor bijna dertig jaar voorspoed en ook tegenspoed, meewind en tegenwind, geluk en verdriet, gezondheid en arbeidsvreugde. We zUn dankbaar d a t e r nog een nieuwe taak wacht, minder veelomvattend, we zijn bovenal, dankbaar dat we daar samen aan mogen beginnen. Vooruit! Dag huis, dag dorp, dag mensen! Ik dacht zo, dat ik in de toekomst niet reel te verhalen zou hebben over mijn positie als L.A.D.-ervrouw. Ik dacht zo, dat ik aan de medische sector van ons leven in het geheel niet meer te pas zou komen. Op ,,de dienst" is een secretaresse, een telefoniste, een laboratorium en nog v~61 meer. Dus ook hier een afscheid. We zijn ,,uit de praktijk". Nu kan ik nog voor de laatste maal, op het laatste nippertje, tekenen met
FISCAAL-ECONOMISCHE
31 augustus 1964.
Huisartsenvrouw
D I E N S T V O O R DE A R T S E N S T A N D Afdeling van
ACCOUNTANTSKANTOOR J. FORTUIN
Mr. F. Smit
UITSLUITEND BELASTINGCONSULENTEN UTRECHT . 's-GKAVENHAGE - NIJHEGEN
J. H. J. van der Steen P. G. Weynands
Utrecht, tel. 030/202b,1 Koningslaan62
's-Gravenhage, tel. 070/639908, toestel 4 Houtweg 3
Nijmegen, tel. 08800/32132 Barbarossastraat54
VERRICHTINGEN :
1. 2. 3. 4.
Behandeling belastingzaken in abonnementstarief Boekhoud-centrale voor de medische beroepen Praktijk-overdracht, associatie en financiering Verzekerings-Advies-Dienst
635
Studiereis van een arts naar Joegoslavii
(11)* door T. Landheer
Een volgende dag werd een health-unit bezocht, buiten de stad Zagreb. Het is niet ver daarvan verwijderd; ik schat ongeveer 15 kilometer, maar men waant zich toch buiten. De huizen zijn niet hoog; men heeft een stukje land om zijn huis en er zijn veel nieuw gebouwde huizen van mensen, die vanaf het platteland naar de grote stad getrokken zijn om werk te zoeken. Dit healthcentre was in oktober 1962 in gebruik genomen. Het was niet groot maar zeer efficient opgezet, met een plat dak, vrij gelegen. De scepter werd er gezwaaid door een zeer competente directrice met een goede opleiding. Zij had de organisatie in de hand vanuit de centrale wachtkamer. Hier in dit centre werkte 66n dokter in de huisartsengeneeskunde, twee artsen die dit brevet niet hadden en een kinderhygieniste. De hooggeleerde Vuletic bezocht regelmatig al deze healthcentres. Gezien de toestand van de wegen moest hij wel beschikken over een sterke auto, een Landrover. Op de moeilijk bereidbare wegen in Joegoslavie was d~ze auto zelfs niet uit elkaar te rammelen. Deze health-unit, had 9.685 inwoners onder zich, waarvan er 4.700 aan het arbeidsproces deel namen; 3.300 familieleden van de arbeiders, terwijl er 500 gepensioneerden waren met een familieledental van 306. Verder waren er nog een aantal zelfstandigen (ongeveer 130) terwijI 235 mensen familieleden van boeren waren. Dan kwamen er in dit healthcentre bijna 300 niet-verzekerden voor. Er waren ongeveer 600 bevallingen per jaar, hetgeen neerkomt per arts ongeveer 3 per week. Hier waren 4 artsen werkzaam, 1 directrice, 1 wijkzuster, 4 administratieve verpleegsters, 2 laboranten, 1 tandarts en 1 tandarts-assistente. Verder had de kinderarts nog 2 verpleegsters. Men had een eigen rSntgenapparatuur. In de eerste zes maanden van 1963 werden 17.000 patienten onderzocht en werden 1.576 visites gemaakt. Hierbij zijn niet inbegrepen de bezoeken, die de wUkzuster maakte en de bezoeken, die men maakte voor verloskunde, pediatrie of vaccinaties. De kinderarts, die hieraan was verbonden, onderzocht 4.300 kinderen in hetzelfde half jaar terwijl in de zelfde tijd de tandarts 2.400 gevallen behandelde. In het laboratorium kwamen per maand 300 patienten, waarbij 800 onderzoekingen werden uitgevoerd. In 1962 vond men onder de volwassenen 116 gevallen van tuberculose van de ademhalingsorganen, terwijl 227 infecties van de luchtwegen werden geregistreerd. Van de klachten van de kinderen kan men 55 pct onderbrengen onder ziekten van de luchtwegen, 9 pct bij de gastro-intestinale verschijnselen, 6 pct huidziekten, 4,8 pct ongevallen. In de infectieziektensector zag men 17 keer roodvonk, verder mazelen, waterpokken, rubeola en bof. *) Zie voor de eerste aflevering van dit verslag M.C. no. 37, 1964, pag. 608.
636
De kindersterfte was 36% o. Dit is altijd nog een hoog cijfer, maar her is toch sterk dalende, want in 1953 was dit nog 62% 0. Het geboortecijfer is 19~ door het grote aantal jonge mensen, dat hier woont. De registratie van de gegevens gebeurt in de reeds genoemde familiemappen, waarop aan de buitenkant wordt aangetekend het aantal gezinsleden en de speciale geneeskundige gegevens. Men ziet nogal veel gele ruitertjes staan, hetgeen alcoholisme betekent, terwijl rode ook bijzonder veel voorkomen, hetgeen op tuberculose wijst. Aangezien dit centre zeer kort geleden gesticht was, was men zeer up to date met het verwerken van gegevens en waren hulpkrachten de gehele dag bezig met alle gegevens, betrekking hebbende op de gezondheidstoestand van de bevolking, op ponskaarten over te brengen, waarbij de internationale classificatie van de diagnose en de nomenclatuur werd gevolgd, terwijl verder werd verwerkt de duur van de ziekte, het aantal dagen en het aantal verIoren werkdagen. Een nadeel hiervan is, dat men bijzonder veel tijd verliest met het registreren van gegevens voor zo'n klein aantal inwoners. Voor de kinderarts was er een aparte wachtkamer met een afzonderlijke ingang, terwijl de drie huisartsen en de tandarts, de apotheek en het laboratorium ~6n gezamenlijke wachtkamer hadden. Het bezwaar van de geaccrediteerde kinderhygieniste is, dat zij alleen de gezonde kinderen ziet, terwijl de huisarts alleen de zieke kinderen krijgt te zien en wanneer de kinderen opgenomen worden, ze weer naar derde arts gaan, die in de kliniek werkzaam is. Professor Vuletic vond dit ook geen ideaal systeem. Men kent geen verwijsbrieven naar een specialist, men neemt de kaart van de patient, schrijft hierop een ,,brief" met de gegevens, die in het dossier wordt gestopt, de patient presenteert zich hiermee in de kliniek bij de specialist, die na het onderzoek zijn gegevens daarop schrijft, bij bet documentatiemateriaal voegt en de patient zo weer met bet totale dossier terugstuurt. Er werd reeds gezegd, dat her salaris beslist in onze ogen aan de lage kant was, slechts in enkele gevallen werd een autovergoeding gegeven, men moest zich daar met de fiets of Iopend behelpen. Dit kon dan ook, omdat het aantal visites betrekkelijk gering is per dag. De ontvangst is overal bijzonder gastvrij, nadat men enige tijd heeft rondgekeken wordt men uitgenodigd om te komen zitten, waar kleine kopjes koffie geschonken worden met een glas slivowitz. Deze glaasjes worden regelmatig gevuld en wanneer het laatste glas is geledigd, komt een 91as ijskoude limonade. AI bezoekt men drie klinieken op ~6n morgen, dit ritueel van gastvrijheid zal zich overal herhalen en de hoeveelheden slivowitz, die dan ook genuttigd worden, zijn respectabel en geven misschien ook wel een aan-
wijzing, waarom de gele ruitertjes op de kaarten zoreel voorkomen. Een volgend bezoek was aan de kliniek ,,Moor moeder en kind" van de universiteit van Zagreb. De werkingssfeer van deze te Zagreb gevestigde kliniek is verbreid over geheel Kroati& Er zijn teams samengesteld, die, om de prenataleen postnatale zorg te verbeteren, verschillende malen per jaar een overzicht maakten van de economischeen hygi6nische condities in die delen van bet land, waar de gezondheidszorg nog niet zo zeer is ontwikkeld. Deze teams beschikten ieder over een arts en een assistent, die samenwerken met de vroedvrouwen en met de, wat men daar noemt: sanitary technician. Ouders met kinderen tot drie jaar werden in hun huizen bezocht en er werd een verslag gemaakt over her bezoek en over de gevonden toestanden. In hier bedoelde gebieden werden vaak geimproviseerde poli-klinieken gemaakt, die van groot nut bleken te zijn in die gedeelten van het land, waar niet regelmatig een dokter kwam. E6n van de belangri.jkste taken van het team was wel de health education die gebeurde met films, met korte toespraken, met prakti.jk, hoe men kinderen moest verzorgen wanneer zij ziek waren en hoe babies te voeden. Deze teams legden vooral de nadruk op de persoonlijke hygi6ne van de familie, waarbij het voedingsvraagstuk niet werd vergeten en ook voedingsvoorlichting werd gegeven. Daarnaast probeerde men een band te leggen met public health centres, om zodoende er toe te komen om regelmatig een dokter met een vroedvrouw naar deze afgelegen gebieden te zenden om het werk, dat was opgebouwd, niet direct weer teniet te laten gaan. Ook werd bloedonderzoek gedaan, waarbij in een grote mate anemie en hypoprotefnemie, waarschijnlijk veroorzaakt door worminfecties en onvoldoende en insufficiente voeding, werd gevonden. Behalve, dat bier een kinderkliniek is gevestigd, wordt het voornamelijk gebruikt als onderwijsinstituut
Moor artsen, verpleegsters en vroedvrouwen, terwi.jl de poliklinieken, die in het gebouw gehuisvest zijn de garantie geven, dat de studenten voldoende praktijk opdoen. Naast onderzoek van aanstaande moeders wordt er hier advies gegeven over de juridische moeilijkheden, o.a. Moor de ongehuwde moeder, wordt er voorlichting in her gebruik van contraceptionele middelen gegeven, er wordt voorlichting gegeven over kleding, voeding en opvoeding. Verder is er een polikliniek Moor gezonde zuigelingen, wat wij een consultatiebureau zouden noemen. Wat in het geschriftje, dat wij over de kliniek kregen, niet vermeld stond, was, d a t e r een mogelijkheid tot gelegaliseerde abortus bestaat, terwUI men schat, dat er ongeveer evenveel abortus in 1962 in Kroatie alleen al is uitgevoerd, gelijk aan het aantal levend geborenen per jaar. Men moet daarvoor Moor een commissie verschijnen, die 92 pct toestaat. Wat betreft het aantal artsen. Er zijn nu 14.500 artsen in Joegoslavi& Men moet echter bedenken, dat dit aantal na de oorlog nog maar 4.000 was, want van de ongeveer 8.000 artsen van Moor 1941 is de helft in de oorlog gesneuveld. Ze hebben een bijzonder zware strijd moeten strijden m6t de bevolking in de bergen en onze vrouwelijke gids in deze kliniek was met haar twee- en driejarige kinderen zo hoog de bergen in geweest, dat zi.j jarenlang met vele anderen verscholen zijn geweest in bossen, die waarschijnli.jk nooit eerder betreden waren door deze generatie. Om aan de vervolging van de Duitsers met bloedhonden te ontkomen moesten zij door het ijskoude water in de beken naar boven Iopen om zo de honden het spoor buster te laten worden. Het aantal artsen stijgt nu snel in Joegoslavie, doordat op acht verschillende plaatsen opleiding plaats vindt. Enkele gegevens, die wij nog kregen tijdens het bezoek is, dat b.c.g, in de eerste week gegeven wordt, pokken v66r het tweede jaar, terwijl begonnen wordt
Her hart van Kroati#
637
met d.k.t.p, in de tweede helft van het eerste jaar. Inmiddels heeft men ook voor een groot gedeelte reeds oraal gevaccineerd, zodat dit dan d.k.t, wordt. Op bet platteland gebeurt 18 pct van de partussen zonder enige hulp, terwijl men verder wel over het Engelse systeem van cottage-hospitals beschikt, waar 8 tot 10 bedden voor verloskunde zijn. Rond Zagreb geschiedt 98 pct van de bevallingen in het ziekenhuis of met assistentie van een arts of met assistentie van een vroedvrouw. Van de artsen zijn 40 pct vrouwen. Men heeft vooral in de afgelegen gebieden zeer veel moeite gehad om de verloskunde op een hoger peil te krijgen. Het was op het platteland in sommige streken nog gebruikelijk dat de partus staande gebeurde en dat de navelstreng niet afgeknipt werd maar dat door de val van het kind de navelstreng wel knapte, waardoor men wel mag rekenen, dat hierdoor reeds een grote mortaliteit optrad. De mortaliteit ten plattelande is nu gedaald tot 18 pct. Behalve de 18 pct die op bet pTatteland zonder hulp bevatt, heeft 40 pct de hutp van de vroedvrouw, die ook de prenatale zorg heeft uitgevoerd, terwijl de rest in een kraamkliniek bevalt. Er wordt veel aan de voedingsanalyse gedaan, terwijl men door dieet-voorschriften en bereidingsvoorschriften tracht, de vitaminen in de voedingstoffen zoveel mogelijk te behouden. Aan kinderen wordt vroeg vitamine A. en D. verstrekt. In het algemeen is de borstvoeding na zes weken gestaakt. Toch ziet men bijzonder veel rachitis. Wel niet de uitgesproken bekkenafwijkingen, maar dan toch wel een rozenkrans of een caput quadratum zelfs in 50 tot 80 pct van alle kinderen. Men is begonnen met een onderzoek van 50- tot 55jarigen. De huisvestingsmoeilijkheden plus de afvoer van huisvuil, waar nog bijkomt, dat vele huizen niet over waterleiding of een eigen put beschikken, zijn een bron van ellende. Nadat wij zoveel georganiseerde excursies gemaakt hadden, werd op ons verzoek een spontane excursie ingetast. Wij spraken met een jonge vrouwe~ijke arts, die gehuwd was met een ,,inspecteur van de volksgezondheid". Zij wijdde zich in een praktijk in de bergen en op het platteland aan ongeveer 2.000 inwoners. Hemelsbreed was dit niet meer dan 40 & 50 kilometer van Zagreb verwUderd, maar wij reden uren met onze gammele bus de bergen in, de bergen over en er omheen. Er waren in dit district van 6.000 mensen slechts drie telefoons, waarvan er 6~n van de dokter was. Net resultaat van de drie telefoons was, d a t e r vier visites per dag waren. Deze konden dan ook moeilijk met een auto afgelegd worden en geschiedden meestal per fiets, per kar of op de rug van een ezel. Toen wU bU dit health centre arriveerden (Dr. Stampar was ~6n van de doctores in de huisartsengeneeskunde), troffen wij een alleraardigst gebouwtje aan, midden in een gehucht met een keurig onderhouden spreek-, administratie- en wachtkamer, waar de arts met haar gezin boven woonde; zij was 6~n van de weinigen die ik in het bezit van een dienstbode heb gezien. Het huis was goed elektrisch uitgerust, bet bezat 638
een elektrisch fornuis en een elektrische wasmachine. Een, of tweemaal per dag was er een busverbinding vanuit verschillende richtingen; wanneer de bus arriveerde waren er altijd wel een paar pati~nten die behandeld moesten worden. Wanneer de dokter weg was, ,,wachtte men wel" en dat kon vaak uren duren. De administratie was perfect. Van alle 2.000 pati6nten waren randponskaarten aanwezig, die bijgehouden waren tot op de dag; terwijl er elke maand een statistische verwerking plaats vond van het aantal gevonden en behandelde ziekten. De apotheek beyond zich 15 kilometer verderop en om een recept te laten honoreren was men of met de bus een uur onderweg, dan wel met een paard en wagen vrijwel de gehele dag. De hulpkrachten van de vrouwelijke arts waren twee verpleegsters of verpleeghulpen en ~6n administratieve kracht, die gelijk de arts v a n ' s morgens zeven t o t ' s avonds zeven uur werkten. Van hen kwamen wij wat meer van de toestanden, vooral op financieel gebied en op het gebied van bet ziekenfonds te weten. Haar inkomen was f 400,-- per maand, terwijl zij nog f 50,N extra kreeg voor haar doctorstitel. De kindertoelage bedroeg slechts f 1 5 , per maand, daarnaast kwam nog eens f 75,-- per maand, omdat zij 24 uur per dag en zeven dagen per week dienst deed. In dit geval viel dat nog wel mee, orndat haar man wel eens insprong. Voor het maken van visites werd nog eens f 75,-- per maand toeslag gegeven, hetgeen dus eigenlijk neerkomt op een soort reis- en verblijfkostenvergoeding. Veelal zag men op ~ n dag 85 pati6nten op het spreekuur. De pati~nten konden verdeeld worden in de ziekenfondspati~nten, waarvan een hoeveelheid geld ingehouden werd op her salaris, hetgeen ongeveer 35 pct in bet totaal moet zijn geweest voor sociale lasten en voorzieningen. Dit werd allemaal in een commune-kas, dus eigenlijk een pot van de gemeenschap, gestopt. Andere bronnen voor deze gemeenschappelijke kas waren de inkomsten van de particuliere pati~nten namelijk per consuit 400 dinar, dat is f 2,N. De boeren waren anders verzekerd. Zij betaalden her equivalent van ongeveer 5 dollar per jaar, hetgeen in de pot ging. Vanuit die pot kreeg de arts zijn honorarium, terwijl ook de specialist, die de patient op verzoek zag, hieruit betaald werd. Naar ik begrepen heb, werden de klinieken hieruit niet betaald. Beter dan de artsen werden artiesten, notarissen, ingenieurs en geschoolde vaklieden betaald. De artiesten kwamen ongeveer op een miljoen dinar per jaar als inkomen, terwijl een elektricii~n ongeveer hetzelfde kon verdienen. De artsen komen dan op de derde plaats. De ziekengelduitkering is gedurende ~6n maand het gehele salaris en daarna verder altijd 80 pct van bet laatst verdiende salaris. Ook hier was een bijzonder grote tuberculosefrequentie. De arts Stampar deed geen enkele bevalling thuis, aangezien de hygi~nische omstandigheden in geen van de huizen dit gedoogde en vrijwel nergens behoorlijk water en afvoer van vuil en water mogelijk was.
(Wordt vervotgd)
MC
I !
VAN HET CENTRAAL BESTUUR L.S.V.
Medische informatiekaart
Tweede Ledenvergadering 1964
Het is voor pati~nten, die daarvoor in ,aanmerking komen, van groot belang dat zij een medische informatiekaart bij zich dragen. De arts, die incidenteel aan zodanige pati6nten hulp moet verlenen, is er - - en de patient zelf vooral - - ten zeerste mee gebaat wanneer hij door middel van deze medische informatiekaart onmiddellijk kan vastatellen van welke medicUnen degeen, die acuut medische hulp behoeft, gebruik maakt en tot welke behandelende huisarts of familieleden van de betrokkene hij zich kan wenden. De mediache informatiekaart van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst - - een herziene uitgave van de vroegere ,,Medicamentenkaart voor noodgevallen" is bu het Bureau der Maatschappij verkrUgbaar. De kaart wordt geleverd in een plastic hoesje en kost f 0,25 per stuk. Bij bestelling van 20 of meer exemplaren tegelijk is de prUs van kaart met hoesje f0,16 per stuk. De kaart kan in dat geval ook zonder hoesje worden geleverd en koat dan f 0,06 per stuk. De verzendkosten zijn steeds inbegrepen.
Convocatie voor de tweede gewone ledenvergadering der Landelijke Specialisten Vereniging in her jaar 1964, in Esplanade te Utrecht, op zaterdag 24 oktober a.s., des middags te 2 uur. AGENDA: 1. 2. 3. 4.
Opening. App~l nominaal der afgevaardigden. Inleiding van de voorzitter. Goedkeuring der notulen van de eerste gewone Ledenvergadering d.d. 11 april 1964. (stencil 186/64). Goedkeuring van de begroting voor het jaar 1965. Vaststelling van de contributie voor bet jaar 1965. (voorgesteld wordt ook voor het jaar 1965 de contributiegrondslag te handhaven op f 34,--.) Bekrachtiging van de keuze van de voorzitter voor het jaar 1965. Mededelingen van de waarnemend-voorzitter van de Onderhandelingscommissie der L.S.V. Rechtsverhouding specialist/ziekenhuis. (Inleiding Mr. A. C. Kraayenbrink). Rondvraag. Sluiting.
5. 6.
7. 8. 9. 10. 11.
Namens bet Centraal Bestuur der Landelijke Specialisten Vereniging de secretaris S. B. WALMA VAN DER MOLEN.
MC
I
I
VAN HET CENTRAAL BESTUUR I..H.V.
dig, dan kan de huisarts, indien hij zich hiermede kan verenigen, voor deze poliklinische behandeling een verwUskaart voor de revalidatiearts afgeven. Voor de goede orde wordt nog erop gewezen dat een verwijskaart voor de revalidatiearts steeds betrekking dient te hebben op de medische behandeling van de betrokken patient door de revalidatiearts. Voor problemen welke uitsluitend liggen op het terrein van de sociale revalidatie van de betrokken patient, dient geen verwijskaart voor de revalidatiearts te worden afgegeven. H. FRESE, arts, voorzitter L.H.V. L. J. DEGENAAR, arts, secretaris L.H.V.
Verwijzing naar speciali.sten revalidatieartsen Het Centraal Bestuur der Landelijke Huisartsen Vereniging deelt mede dat door de Landelijke Specialisten Vereniging vanaf 1 juli 1964 een honoreringsregeling met de ziekenfondsorganisaties is overeengekomen met betrekking tot de kiinische mede-behandeling door de specialist revalidatiearts. Wordt de patient ontsiagen en acht de revalidatiearts poliklinische voortzetting van de behandeling no-
Maatschappij agenda 8, 9, 10 oktober 24 oktober 13 november 21 november 28 november 19 december
-
Ledencongres der Maatschappij Ledenvergadering L.S.V. Ledenvergadering L.H.V. N.H.G.-congres Ledenvergadering L.A.D. AIg. Verg. der Maatschappij
MC
I ! VAN HEll" CENTRAAL BESTUUR L.A.D.
Bestuursmutaties In de vergadering van her centraal bestuur dd. 11 september 1964 is, in verband met her overlijden van de ondervoorzitter, Dr. W. E. Steur, benoemd tot ondervoorzitter: P. D. van Leeuwen. P. D. van Leeuwen treedt af als penningmeester. In deze functie is benoemd J. Diepersloot. Tot lid van de commissie van gedelegeerden is benoemd Dr. H. Doeleman. De commissie van gedelegeerden is thans als volgt samengesteld: N. van Eek, voorzitter; P. D. van Leeuwen, ondervoorzitter; Dr. S. G. van der Meulen, secretaris; J. Diepersloot, penningmeester; Dr. H. Doeleman, bestuurslid. DR. S. G. VAN DER MEULEN secretaris L.A.D.
639
Artsencursus 1964 van de afdeling Zwolle Op vier donderdagavonden in oktober en november 1964 zal de afdeling Z w o l l e en omstreken in de grote bovenzaal van Hotel van Gijtenbeek, Stationsplein te Zwolle, een artsencursus 1964 organiseren. Het programma hiervan luidt: Donderdag 1 oktober 1964: Prof. Dr. K. C. Winkler, Utrecht ,,van virus tot molecule"; donderdag 22 oktober 1964: Dr. M. C. Verloop, internist, Bilthoven ,,zwangerschapsanaemi~n"; donderdag 5 november 1964: Prof. Dr. H. Deenstra, Iongarts, Utrecht ,,bronchitis"; donderdag 26 november 1964: Dr. N. G. Meijne, chirurg, Amsterdam ,,hyperpressie"; Dr. D. H. (3. Keuskamp, anaesthesist, Amsterdam ,,hibernatie en hypot h e r m i e " (de klinische toepassing en de invloed ervan op her menseli.jk lichaam). De cursus is gratis; ook leden van andere afdelingen zijn van harte welkom. De aanvang is steeds om 20.00 uur precies.
I
MC I
INGEZONDEN STUKKEN
Citaat Goethe In M.C. 34/1964 citeert collega Robers in zijn uitmuntende bespreking van The service of the Christian doctor in a modern society Goethe, die volgens hem geschreven heeft: ,,Wer hat Wissenschaft und Kunst, Der hat auch Religion; Wer nur eins von Beiden hatt, Der babe Religion." Goethe schreef echter een beter Duits en de, in dit gedicht (dat tussen 1823 en 1828 ontstond) uitgesproken gedachte is minder beperkt. Het citaat luidt (volgens Editie Insel Verlag Bd XV Gedichte II, pag. 398): ,,Wer Wissenschaft und Kunst besitzt, Hat auch Religion; Wet jene beiden nicht besitzt, Der habe Religion." De bedoeling van de pantheist Goethe was klaarblijkelijk, d.at de ware kunstenaar en de werkelijk geheel wetenschappelijk ingestelde mens een wereldbeeld heeft, dat hem het houvast geven kan, dat de gewone sterveling slechts in de religie kan vinden. Amsterdam, 28 augustus 1964 DR. HANSFERIZ Inderdaad moet ik mij de mantel der boete omhangen: het citaat is lout weergegeven, doordat ik uit bet geheugen citeerde. Toen bet gedrukt was, zocht ik het pasna en werd boos op mUzetf. Ofschoon geenszins een excuus: tussen
640
MEDISCH
Abonnementen niet-leden f 20,--. Losse nummers f 0,50. Bestuur: K. Vaandrager, Deventer, voorzitter; Prof. Dr. A. Kummer, Amsterdam, vice-voorzitter; Dr. C. de Groot, Kon. Wilhelminalaan 22 a, Gorinchem, secretaris; Dr. M. van der Stoel, Voorschoten, penningmeester; A. Taminiau, Tilburg. Redactie: Keizersgracht 327, Amsterdam-C. Tel. 020-24 25 35 Advertenties: Firma J. H. Kruyt, Groot Hertoginnelaan 28, Bussum, telefoon 02959-1 61 55. Advertenties behoeven de goedkeuring der redactie en kunnen zonder opgaaf van redenen worden geweigerd. Adressen van de Maatschappij en haar organen: Keizersgracht 327, Amsterdam-C, telefoon 020-242535: hoofdbestuur, dage/ijks bestuur, boekhouding, bureau voor Waarneming en Vestiging 8.30-17 uur (na 18 uur en zondags tel.: 79 89 84) - Landelijke Huisartsen Vereniging - Landelijke Specialisten Vereniging - Landelijke Vereniging van Artsen in Dienstverband - Specialisten Registratie Commissie. Raad van Beroep: secretaris Dr. H. Navis, Sonsbeekweg 6, Arnhem.
bet destUds gelezen hebben en her later neerschrUven liggen ruim 40 jaren. lk ben Coil. Feriz dankbaar voor zi]n opmerking! Volgens de mUter beschikking staande gegevens luidt de 2e regel echter: ,,De r hat auch Religion" (onderstreping door mij), hetgeen in overeenstemming is met her metrum. Hk. ROBERS
MC
!
CONTACT
Verschijnt wekelijks.
VARIA
De Amerikaanse vereniging van pl,antenfysiologen heeft in haar jaarvergade-
ring de Charles F. Kettering Award 1964 van $1000 toegekend aan Prof. Dr. L. N. M. Duysens, hoofd van her biofysisch laboratorium van de Leidse universiteit. Deze prijs is toegekend als een erkenning van diens ,,belangrijke bijdragen tot het onderzoek van de fotosynthese". In het bijzonder werd in de toelichting bij de prijstoekenning naar voren gebracht, dat Prof. Duysens baanbrekend we rk heeft verricht bij het ontwikkelen en toepassen van apparaturen en technieken en ook theoretische methoden, waarmee het hem en zijn medewerkers mogelijk was vele fyeische en chemische details van het waterstoftranspoR in de fotosynthese te volgen, en te komen tot een aanvaardbaar model voor het mechanisme hiervan.
MC
9
Gedurende de laatste dagen van september en de eerste van oktober zullen ongeveer vi.jfendertig medische studenten van de Edinburgh Medical School een bezoek aan Leiden brengen. Het bezoek van deze ouderejaars-studenten onder leiding van enkele hoogleraren is bedoeld om de historische relaties tussen Edinburgh en Leiden te versterken. Die betrekkingen zijn aloud, daar John Munroe, leerling van de befaamde Boerhaave, de Edinburgh Medical School heeft gesticht. Het bezoek van de Schotten, in het kader waarvan verscheidene Leidse hoogleraren inleidingen zullen houden en onder meer een excursie naar de Deltawerken is opgenomen, is een tegenbezoek van een excursie die Leidse medische studenten vorig jaar naar Edinburgh hebben gemaakt.