Mediator bericht over onderzoek en ontwikkeling in gezondheid en zorg
Jaargang 23 / nummer 5 / oktober 2012
mediator Langer zelfstandig met Facebook en zorg-apps
Parel-winnaar Machteld Huber: ‘Feitelijk is niemand gezond’ Specialisten ten strijde tegen overbodige behandelingen Zorgverleners kijken de kunst af bij elkaar
Inhoud
Foto cover:
Shutterstock/Yuri Arcurs
Nieuws 3, 16 Ouderen oordelen over ict-toepassingen 4 Afscheidsinterview met Medeblik-trio 6
Bij deze Mediator treft u een special over academische werkplaatsen.
Gezondheid is geen vaststaand feit 8 Column Bart Fauser 11 Rubriek Buitengaats: onderzoekers over de grens 11 Drie ZonMw-Parels voor vernieuwende wijkzorg 12 Niet-effectieve behandelingen in de ban 14 Btw-rechtszaak: geen omzetbelasting bij open call 17
id en zorg ling in gezondhe k en ontwikke 5, oktober 2012 over onderzoe special bij nummer Jaargang 23,
mediator Mediator bericht
Special Acad
emische Wer
kplaatsen
Zorgverleners kijken in elkaars keuken 18 Afgerond 20 Oproepen 22 Subsidiekalender 24 03-10-12 11:51
8
14
Gezondheid wordt inter nationaal gedefinieerd als vol ledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden. Machteld Huber kreeg een Parel van ZonMw voor haar zoektocht naar een nieuwe omschrijving. ‘Gezondheid is geen doel op zich, maar een middel tot een zinvol leven.’
Lang niet alle medische behandelingen en diagnosti sche onderzoeken zijn effectief. ZonMw begint samen met medisch specialisten de campagne Verstandig kiezen, om onnodige interventies terug te dringen.
Mediator is een uitgave van ZonMw. ISSN 0924-8544. Mediator is digitaal te lezen op www.zonmw.nl/mediator. Voor reacties en voor toestemming voor het geheel of gedeeltelijk overnemen van berichten uit Mediator kunt u contact opnemen met de redactie via e-mail:
[email protected]. Redactie Jenny Huttinga (hoofdredactie), Krista Kroon (eindredacteur), Nicolette van Heugten (redactieassistent), Mirjam Dijkema, Loes Hartman, Willemien Jager-van Tintelen, Cecilia Ljunggren
Secretariaat ZonMw Postbus 93 245 2509 AE Den Haag Telefoon: 070 349 51 39
[email protected] Basisontwerp Studio Bau Winkel, Den Haag Layout Desenho Vormgeving, Zoetermeer Productiecoördinatie Paper Handling, Den Haag Abonnementenadministratie Abonneren of abonnement opzeggen: www.zonmw.nl/mediator (Adres)wijzigingen:
[email protected]
EFDEF.indd
EDIATOR_AW_DEFD
014_020_M
1
18 Koplopers in de eerstelijnszorg delen tijdens werkbezoeken ‘het geheim van de smid’ met collega-zorgverleners. Mediator ging mee op visite bij het Centrum Huisartsen Schiedam.
Advertenties en agendaberichten Tarieven en voor waarden zijn op te vragen bij het redactiesecretariaat via
[email protected] Mediator verschijnt zes keer per jaar
Oplossing voor artrose: beschadigd kraakbeen kan zich herstellen Lange tijd werd aangenomen dat beschadigd kraakbeen zich
in de knie, waardoor de boven- en onderkant van het gewricht
zijn hard op weg het tegendeel te bewijzen.
door vrijwel onmiddellijk. Onder meer door de paar millimeter
Bij een experimentele behandeling van een kleine groep patiën-
ven zitten, begint het kraakbeen zich te herstellen. Het herstel
niet kan herstellen. Maar onderzoekers van het UMC Utrecht
ten met een knieartrose blijkt het versleten kraakbeen tot ieders verrassing weer aan te groeien. De revolutionaire
methode zou een uitkomst kunnen zijn voor de duizenden
patiënten die altijd waren aangewezen op een knieprothese. Het onderzoek, dat mede gefinancierd wordt door ZonMw, wordt geleid door hoogleraar experimentele reumatologie
Floris Lafeber. Hij legde onlangs op Radio 1 uit hoe de behandeling in zijn werk gaat. De patiënt krijgt een distractie geplaatst
niet meer over elkaar schuren. De artrosepijn verdwijnt daar-
ruimte die ontstaat door de distractie, die zes weken moet blijgaat verder nadat de distractie uit de knie is gehaald.
Volgens Lafeber is het kraakbeen twee jaar na de ingreep nog op peil. Binnenkort verwacht hij de eerste resultaten van de
ingrepen die vijf jaar geleden plaatsvonden. Of deze behandeling ook voor iedereen een oplossing is, durft Lafeber nog niet te zeggen. Daarvoor is meer onderzoek nodig. www.zonmw.nl/kraakbeen
Meer onderzoek naar dementie noodzakelijk Meer aandacht voor onderzoek naar dementie: dat was het doel van de invitational conference die dinsdag 4 september plaats vond bij ZonMw. De bijeenkomst draaide om de noodzaak een dam op te werpen tegen dementie, nu de ziekte door de ver
dementie moet tegengaan. Door meer onderzoek te doen en innovaties te ontwikkelen kan de toename van het aantal
mensen met dementie worden afgeremd. Dat scheelt naar
verwachting enorm in de zorgkosten, zo kwam op de confe
grijzing steeds meer om zich heen grijpt.
rentie naar voren. Het idee is om bestaand en nieuw onderzoek
Door de dubbele vergrijzing – relatief meer ouderen, die boven-
zoeksagenda’. Landelijke en internationale afstemming is
dien steeds ouder worden – groeit het aantal dementie
patiënten explosief als we niets doen. Aan ZonMw is gevraagd een onderzoeksprogramma op te stellen. Dit is onderdeel van
het zogeheten Deltaplan Dementie, een veelomvattend meer jarenplan dat de snelle toename van het aantal mensen met
meer te stroomlijnen langs een ‘gemeenschappelijke onder-
dan ook de winst van het Deltaplan Dementie. Het Deltaplan Dementie is een initiatief van Alzheimercentrum VUmc,
Alzheimer Nederland, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra en ZonMw.
Academische Werkplaatsen Jeugd: inzetten op transitie Jeugd Een jaar na de start zijn de Academische Werkplaatsen Jeugd op
tatie, en aan een sterkere betrokkenheid van en betere
resultaten en werkzame factoren. De resultaten zijn gebundeld
biedt de coördinatoren de komende tijd ondersteuning in de
drie hoofdelementen beschreven: de voortgang, programma in een eerste voortgangsrapportage.
Uit de voortgangsrapportage van de Academische Werkplaaten Jeugd blijkt onder meer dat de coördinatoren een cruciale spil-
functie vervullen in de werkplaats. Zij staan mede door de transitie Jeugd voor een stevige uitdaging om de werkplaatsen op koers te houden. Komende tijd moet planmatig en gestruc
tureerd worden gewerkt aan kennisverspreiding en implemen-
3 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
samenwerking met onderwijs- en beleidsinstellingen. ZonMw uitvoering van hun taken en het aanpakken van de aandachtspunten van het rapport.
De voortgang is geanalyseerd met behulp van een instrument dat, in opdracht van ZonMw, is ontwikkeld met de coördinatoren van de Academische Werkplaatsen Jeugd en onder bege leiding van Adviesbureau van de Bunt.
Lees meer over academische werkplaatsen in de special bij deze Mediator.
Ouderen stemmen over ict-toepassingen
Facebook voor ouderen, nuttig: Hoe kunnen slimme ict-oplossingen de zelfredzaamheid en het welzijn van ouderen bevorderen?
Daarover ging het forum van Ambient Assisted Living van 24 tot 27 september. In twee workshops van ZonMw konden potentiële gebruikers stemmen over het nut van op ouderen toegesneden vormen van sociale media en andere ict-oplossingen. Robots met een contactscherm, die je achterna gaan
bij de ontwikkeling betrekt. Niet alleen ouderen zelf,
wereld kunt communiceren. Sensoren die je bewegings-
Technische bedrijven en universiteiten hebben vaak
als je door je huis loopt, zodat je overal met de buiten
patroon in kaart brengen en informatie terugkoppelen, zodat je kunt besluiten meer, minder of anders te bewegen. Wandelstokken die elektronisch de
omgeving aftasten en
je als slechtziende over
maar ook professionele zorgverleners en mantelzorgers. geen idee wat ouderen kunnen, willen en weten.”
Daarom heeft ZonMw op het forum twee workshops
‘Het beeld van de oudere loopt achter op de werkelijkheid’
georganiseerd waarin ouderen met een stemkastje
kunnen oordelen over ictoplossingen. In ijltempo
straat loodsen. Al deze slimme ict-oplossingen, ont
presenteren projectmedewerkers acht ideeën, meren-
Living Joint Programme), waren te zien tijdens het
het nut voor henzelf en anderen, het gebruiksgemak
wikkeld met geld van het AAL JP (Ambient Assisted forum van dit programma in Eindhoven.
Het AAL JP is opgezet om de snelle veroudering van de Europese bevolking op te vangen. In 2020 is al
25 procent van alle Europeanen ouder dan 65 jaar.
De verhouding tussen werkenden en niet-werkenden komt daardoor steeds meer onder druk te staan.
Dat betekent: minder professionals om steeds meer ouderen zorg te geven. Stemkastje
Ict biedt legio mogelijkheden om ouderen goed zelfstandig te laten wonen. Voorwaarde is wel dat de
oplossingen tot stand komen in nauwe samenwerking
met de doelgroep, zegt Geja Langerveld. Zij coördineert vanuit ZonMw het Nederlandse AAL–programma. “Je
komt alleen tot nuttige oplossingen als je de gebruikers
ZonMw en AAL JP AAL JP is een samenwerkingsverband van 23 Europese landen en de Europese Commissie om het Europese bedrijfsleven te stimuleren slimme ict-oplossingen voor ouderen te ontwikkelen. De
EU stelt hiervoor 25 miljoen euro per jaar beschikbaar, de afzonderlijke landen en bedrijven dragen samen jaarlijks zo’n 30 miljoen bij. In Nederland trekt het ministerie van VWS jaarlijks
1,9 miljoen euro uit. ZonMw voert het Nederlandse deel van
het programma uit. Inmiddels is dit aan zijn vijfde ronde bezig. Daarin gaat het vooral om ict-oplossingen voor (zelf)management van dagelijkse activiteiten van ouderen in huis. Begin 2013 volgt de zesde en laatste ronde.
4 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
deels al beproefd in pilots. De ouderen oordelen over en de privacygevoeligheid.
De stemmers zijn tussen 65 en 75 jaar oud, 70 procent is man. Velen hebben al een tablet of smartphone en in ieder geval een pc, waarop ze chatten met klein
kinderen. Ruim twee derde gebruikt het internet voor
commerciële activiteiten, zoals aankopen doen of bankzaken regelen. Daarentegen gebruikt 95 procent geen
telecare of e-healthprogramma’s. Er zijn relatief weinig
mantelzorgers bij. Niet helemaal representatief dus voor de beoogde gebruikers, concludeert workshopvoorzitter Louise Richardson van het Europees platform voor
ouderenorganisaties. “Maar veel ouderen zijn actief”,
protesteert men in de zaal. Flink wat aanwezigen geven lucht aan hun ergernis over het stereotiepe beeld van ouderen als kwetsbaar, zorgbehoevend en eenzaam.
Het is ook niet de bedoeling dat beeld hier te beves
tigen, zei Richardson. Zij vat het zo samen: “I am not an older person, I am only a person getting older.” Sociale media
Vijf van de acht gepresenteerde oplossingen, ontwikkeld in verschillende Europese landen, beogen gebruikers
door middel van aangepaste vormen van sociale media in contact te brengen met de buitenwereld, dichtbij of verder weg. Zoals een computerspel dat de senior
(al dan niet op afstand) samen met de kleinkinderen
kan doen, om op speelse manier herinneringen op te halen. En een app waarmee ouderen, bijvoorbeeld in een verpleeghuis, in een afgeschermd netwerk
afspraken maken, contacten onderhouden en elkaar
tippen over leuke activiteiten. Ook de activiteiten
begeleiding kan er bezigheden opzetten. Of een app
ja/nee?
Door Veronique Huijbregts
voor pc of smartphone om mensen met en zonder beperkingen met elkaar in contact te brengen. En
een device dat het zeventigplussers mogelijk maakt via het televisiescherm diensten in verschillende
categorieën aan te klikken, met anderen in contact te treden en een slimme agenda te gebruiken. De
oordelen van de stemmers komen vaak op hetzelfde neer: nuttig, zeker, maar meer voor iemand die ik ken dan voor mezelf. Liever niet apart
Enthousiast zijn de aanwezigen over een mobiele
telefoon waarmee mensen allerlei relevante gezondheidswaarden, zoals bloeddruk en bloedsuiker
spiegel, zelf kunnen meten. Bijna 80 procent zou
zo’n portal zelf gebruiken. Een interface waarmee gebruikers gebruik kunnen
maken van
‘De oudere doelgroep verandert snel en vormt een grote markt’
allerlei ict-diensten, zoals een melding dat ze hun medicijnen moeten nemen, lijkt de aanwezigen
vooral handig om onafhankelijk leven te bevorderen en te communiceren via internet.
“Ik vond het soms lastig de verschillen tussen de
oplossingen te zien”, reageert na afloop ‘stemmer’ Roelie Brouwer. Ook Peter Stenneke, lid van een ouderenbond, ziet veel overeenkomsten tussen
de gepresenteerde oplossingen. “Het beeld van de oudere loopt achter op de werkelijkheid”, is zijn
indruk. “De behoefte aan een sociaal netwerk via
ict is er zeker, maar liever niet voor deze doelgroep apart.” De zin van AAL staat voor hem buiten kijf.
“Nederlandse ouderen lopen voorop in het gebruik van ict”, zegt Langerveld. “Dat is in veel andere EU-landen anders. 30 procent van de Europese
ouderen heeft nog nooit het internet gebruikt.
grote markt. Dankzij het AAL-forum ontmoeten beleid, gebruikers, onderzoekers en zorg
professionals elkaar. Deze sessies hebben dus zeker nut.”
Meer informatie op: www.zonmw.nl/aal
5 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
Foto: Shutterstock/asiana
Maar de doelgroep verandert snel en vormt een
Medeblik-trio geeft kijk op onderzoek en financiering:
Geef excellente Bijna 23 jaar was de column Medeblik voor Mediatorlezers een van de redenen om het blad open te slaan. Wat motiveerde de columnisten en cartoonist en hoe kijken zij nu aan tegen wetenschap en onderwijs?
We spreken elkaar tijdens het afscheidsetentje dat de
Hoewel de redactie soms bezorgd was over de reacties
Everdingen en Adam Cohen en tekenaar Jos van der
nooit ingegrepen. Ook niet toen de columnisten vrolijk
ZonMw-directie aanbiedt aan columnisten Jannes van Meer. Van Everdingen schreef Medeblik sinds november 1990, aanvankelijk samen met sociaal-geneeskundige
Niek Klazinga. “Zo’n column ging een aantal keren heen en weer. Pas als de tekst helemaal klaar was, ging hij
die een column zou oproepen, heeft de ZonMw directie opriepen tot het opheffen van ZonMw en opdrachtgever NWO. Cohen is nog steeds blij met die column, al blijkt zijn mening wel voor nuance vatbaar te zijn.
naar Jos, die er in vijf minuten een cartoon bij tekende.”
Ruimte
van Van Everdingen, nadat Klazinga zich vanwege
schappelijk onderzoek. Cohen: “Het geheim van goede
Cohen werd vanaf juli 2005 de nieuwe collega-columnist andere verplichtingen had teruggetrokken. Met zijn
komst kregen de columns een wat pittiger toon. Cohen
maakt zich vaker boos: “Dat is een verschil tussen Jannes en mij. Ik houd van wat meer emotie, Jannes is analytischer.” Van Everdingen: “Ik ben eigenlijk nooit boos. Ik verbaas me meer over dingen. Dan lees ik iets in de krant en dan denk ik: zou dat nou echt zo wezen?”
Het gesprek gaat over de financiering van het weten-
onderzoekfinanciering is dat je excellente mensen vol-
doende ruimte moet geven. Als je alles van tevoren wilt
dichttimmeren, komt er niets nieuws uit. Zo’n misselijkmakende term als valori
satie, dat
‘Als je alles van tevoren wilt dichttimmeren, komt er niets nieuws uit’
je bij voorbaat al moet zeggen wat er te verdienen valt, is dodelijk voor creativiteit. Men is te bang om weten-
Jannes van Everdingen is dermatoloog en algemeen secretaris van de Regieraad Kwaliteit van Zorg. Adam Cohen is hoogleraar klinische farmacologie in Leiden en directeur van het Centre for Human Drug Research (CHDR). Jos van der Meer heeft dit jaar afscheid genomen als hoogleraar en afdelingshoofd interne geneeskunde in het Radboud Medisch Centrum in Nijmegen. Hij is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Een selectie uit zijn cartoons is te vinden op www.josvandermeer-cartoons.nl.
schappers vrijheid te geven.” Van Everdingen nuanceert
dit pleidooi voor ruimte: “Creativiteit kan ook juist bloeien als deze wordt beperkt. Veel kunstenaars scheppen
juist vanuit pijnlijke ervaringen en ook wetenschappers leveren vaak hun beste bijdragen wanneer zij tegenstand ontmoeten.”
Van der Meer vreest dat vooral het fundamentele onderzoek zal lijden onder het huidige klimaat: “Ik begreep
laatst dat er nog geen rekenmodel bestaat voor de waarde van fundamenteel onderzoek. Het lastige is natuurlijk de tijdshorizon. De ontwikkeling van een fundamentele ontdekking naar toepassing kan soms wel twintig jaar duren.” Cohen: “Misschien moeten we niet eens meedoen met die schijnberekeningen. Het is gewoon een kwestie van beschaving. Het Concertgebouw is ook meer dan een bedrijf.”
6 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
Door Pieter van Megchelen
onderzoekers de ruimte Ook in het bedrijfsleven is de creatieve ruimte steeds
in universiteiten. Denemarken doet het relatief prima,
in een periode dat het bedrijf geweldig innovatief was.
De wetenschap in Zweden is de afgelopen jaren hard
krapper geworden. Cohen: “Ik heb bij Wellcome gewerkt Er zaten vier Nobelprijswinnaars in de directie. Wij hadden enorm veel vrijheid, het werd gezien als een anarchie. Maar er kwam wel echt wat uit. Er zijn in die
periode enorme doorbraken geweest rond herpes, aids, epilepsie en andere aandoeningen. Niemand besefte toen hoe bijzonder dat allemaal was. Pas nadien zijn
we dat gaan zien. Toen de aandeelhouders het voor het zeggen kregen, veranderde alles. Dat geldt eigenlijk in
de hele farmaceutische industrie, toen ging het ineens alleen nog maar over toepasbaarheid op de korte termijn.”
Onderwijs
De basis voor hoge wetenschappelijke kwaliteit en goede gezondheidszorg wordt gelegd in het hoger
onderwijs. Daar is de afgelopen jaren een trendbreuk
met het verleden te zien. Van der Meer: “Tussen 1975 en
2000 was het eenheidsworst. De laatste jaren krijgen we weer aandacht voor de briljante studenten die we willen
onder meer door excellente groepen te concentreren.
achteruitgegaan. Er zijn daar veel kleine universiteiten, met zeer middelmatige figuren als bestuurders.”
Hoe komt het dat biomedisch onderzoekers het hier in
Nederland zo goed doen, bij een veel lagere investering dan de Zwitsers, en vrijwel zonder innovatief farma ceutisch bedrijfsleven? Niemand die het zeker weet.
Zou het misschien ons calvinisme zijn, een religieuze stroming die ook in Zwitserland zijn sporen heeft
nagelaten? Cohen: “Misschien hebben we toevallig de
juiste balans gevonden. Je kunt zo’n complex verschijnsel nooit aan de hand van één dimensie helemaal ver klaren.” Daarmee komt de nuance aan het woord die
zich moeilijk in een paar regels laat samenvatten. Van
Everdingen: “En dan hebben we het nog niet eens gehad over de vertaalslag van onderzoek naar richtlijnen en naar het grotere publiek. Dat doen we in ieder geval
beter dan de Zwitsers.” Misschien is het idee om een column te beginnen?
koesteren.” Cohen: “Het is een genoegen om met die
topgroep van studenten te werken. Die gaan gewoon zelf aan de slag. Aan de andere kant van de verdeling
heb je de 5 procent allerslechtste studenten, die moet
je zo snel mogelijk wegselecteren. Daartussenin zit de
middenmoot, die kun je nog flink verbeteren door goed onderwijs te geven.”
Van der Meer vertelt hoe hij als afdelingshoofd heeft
laten uitzoeken waarom sommige internisten relatief
veel overbodige diagnostiek aanvragen en andere niet: “Leeftijd, geslacht, het klinische aandachtsgebied – al die factoren bleken nauwelijks van invloed te zijn. Er
was er maar één die de doorslag gaf: waar had iemand onderwijs is.” Zweden
‘Eenheidsworst’ is in de wetenschap evenmin een nutti-
ge strategie, zo blijkt uit een vergelijking tussen verschillende Europese landen. Van der Meer: “Zwitserland doet het bijzonder goed. De overheid investeert daar stevig
7 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
Illustratie: Jos van der Meer
zijn opleiding gedaan? Dat laat zien hoe belangrijk goed
Parel voor een nieuw concept van gezondheid
Door Maarten Evenblij
‘Als we goed kijken,
is feitelijk niemand gezond’ Arts en onderzoeker Machteld Huber kreeg 20 september een ZonMw-Parel voor haar inspanningen om te komen tot een ander concept van gezondheid dan de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie. Een nieuw begrip dat medicalisering moet tegengaan en veerkracht en gezondheids
Foto: Marijn van Zanten
vaardigheden centraal stelt.
Machteld Huber: ‘Het idee van compleet welbevinden is een prachtig ideaal, maar leidt onbedoeld tot medicalisering’
8 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
Vanwaar uw betrokkenheid bij definities van gezond
Vindt u een luisterend oor voor uw pleidooi?
“Ik ben opgeleid als huisarts en onderzoek bij het Louis
ZonMw heb ik eind 2009 een internationale conferentie
heid?
Bolk Instituut onder meer effecten van gezonde leef
wijzen. Maar hoe meet je gezondheid? Daarvoor bestaat een heel scala van definities, waarvan de meest domi-
nante die van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
uit 1948 is. Die beschouwt gezondheid als een toestand van compleet fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden
en niet van louter het ontbreken van ziekte of gebrek.” Daar lijkt mij niets mis mee. Iemand die zich niet wel voelt, kun je moeilijk gezond noemen.
“De definitie was decennialang een goed richtpunt en
heeft wereldwijd grote inspanningen teweeggebracht
‘Gezondheid is geen doel op zich, maar een middel tot een zinvol leven’ om ziekten, zoals infectieziekten, te bestrijden. Het is
ook goed dat er wordt gesproken over welbevinden, dat
meer is dan louter de afwezigheid van ziekte en gebrek. Maar er zijn twee belangrijke bezwaren. Allereerst
wordt gezondheid hier gezien als een statische toestand. Maar het leven is niet statisch. Er zijn voort
durend veranderingen, waarop je moet reageren. Bij
ingrijpende gebeurtenissen zul je je ellendig voelen.
Volgens de WHO zou je dan ongezond zijn, terwijl het een reactie is op die gebeurtenissen. Er is pas sprake
van ziekte als de veerkracht onvoldoende is. Het gaat dus om adaptatievermogen.”
Mensen reageren nu eenmaal verschillend op ingrijpen de gebeurtenissen.
“Dat klopt en dat is juist interessant. Hoe komt het dat
“Steeds meer. In opdracht van de Gezondheidsraad en over dit thema georganiseerd en dat heeft in juli 2011
geleid tot een artikel in de British Medical Journal (BMJ). Daarin wordt gezondheid beschreven als ‘the ability to adapt and to self manage’ – het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het
leven. Op basis van die publicatie organiseert de WHO binnenkort een kleine conferentie en ZonMw in het
voorjaar van 2013. Ik heb duidelijke indicaties dat de
discussie op gang is gekomen en dat gezondheid meer
zal worden gezien als een proces dan als een toestand, en dat er aandacht komt voor de mogelijkheden om veerkrachtiger te worden.” Het klinkt nog wel vaag.
“We hebben bewust niet gekozen voor een vastomlijnde definitie, maar voor een paraplubegrip waarvan iedereen snapt wat je ermee bedoelt. Mensen willen uiter-
aard dat hun ziekte wordt behandeld, maar ook dat zij
daarnaast een zinvol bestaan kunnen hebben met een goede kwaliteit van leven. De daarvoor benodigde
vaardigheden zouden ze graag ontwikkelen. Gezondheid is geen doel op zich, maar een middel tot een zinvol
leven. Dat betekent ook aandacht voor de psyche, de
mentale fitheid van iemand, het kunnen functioneren in het dagelijks leven en de participatie. Ik onderzoek nu de verschillende pijlers die men met gezondheid
associeert, zoals lichamelijke en mentale gezondheid,
sociale participatie, spirituele aspecten en kwaliteit van leven. Het concept moet nader worden toegespitst en uitgewerkt voor specifieke doelgroepen.”
de ene persoon beter dan de andere omgaat met moei-
Wat zouden de consequenties van een nieuwe
heeft met die veerkracht te maken. Groeien iemands
“Als iemands gezondheid centraal staat in plaats van de
lijke gebeurtenissen, zoals dood, ziekte of ontslag? Dat
veerkracht en greep op het eigen leven, dan neemt het gevoel van welbevinden vaak toe. Vaardigheden voor een grotere veerkracht en eigen regie dragen dus bij aan een goede gezondheid.”
En de tweede kritiek op de definitie van de WHO?
“Die behelst het idee van compleet welbevinden. Dat is een prachtig ideaal, maar leidt onbedoeld tot medi
calisering. Door de toegenomen welvaart worden mensen ouder, maar hebben ze ook steeds meer chronische ziekten. Bovendien sporen moderne diagnostische
methoden steeds meer (beginnende) aandoeningen op. Als we goed kijken, is feitelijk niemand gezond.
Natuurlijk moeten evidente ziekten worden behandeld, maar het lijkt tijd voor een focusshift van het zoeken
van genezing naar het meer bevorderen van de gezondheid. In Nederland bijvoorbeeld gaat 95 procent van het zorgbudget nog naar het bestrijden van ziekten. Daar valt nog kostenbesparing te winnen.”
9 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
definitie van gezondheid kunnen zijn?
volledige afwezigheid van ziekte en gebrek, zal ook de zorgbehoefte veranderen: meer behoefte aan bege
leiding naar een kwalitatief hoogwaardig leven. Dat
noem ik ‘positieve gezondheid’. Dat vereist aandacht
voor nieuwe vaardigheden, zoals versterking van veerkracht en het vermogen zelf regie te voeren. De zoge heten health literacy is daarbij een belangrijk
aandachtspunt. Op school zou je al moeten leren hoe je zelf kunt bijdragen aan je eigen welzijn en gezondheid.
In de opleiding van artsen zal kennis over gezondheidsbevordering en zelfmanagement, en het aanleren van de noodzakelijke vaardigheden om die kennis over te brengen, een plek moeten krijgen.” Zie ook: www.zonmw.nl/gezondheid
Hersenstichting Nederland
De Hersenstichting Nederland helpt hersenaandoeningen voorkomen en genezen, en wil ervoor zorgen dat patiënten een zo volwaardig mogelijk leven leiden.
De Hersenstichting Nederland stelt een programmasubsidie beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. Zij roept daartoe kandidaten op een onderzoeksprogramma in te dienen voor het onderzoeksgebied Traumatisch Hersenletsel
De Hersenstichting wil door middel van deze programmasubsidie Nederlandse onderzoeksgroepen stimuleren die zich bezighouden met onderzoek naar traumatisch hersenletsel. Vooraanmeldingen kunnen worden ingediend t/m uiterlijk woensdag 27 februari 2013. voorwaarden • Er wordt één programmasubsidie beschikbaar gesteld. Vooraanmeldingen moeten voldoen aan het ‘kader programmasubsidie traumatisch hersenletsel’ van de Hersenstichting Nederland. Deze is op de website (www.hersenstichting.nl >onderzoek) in te zien. •
De doelgroep bestaat uit ervaren onderzoekers / onderzoeksgroepen die zich bezighouden met het onderzoeksgebied traumatisch hersenletsel.
•
Een programmasubsidie bestaat uit maximaal € 600.000.
•
Bij de selectie zijn de beoordelingscriteria onder meer gericht op • Het voorgestelde onderzoeksprogramma. • De onderzoekservaring en het CV van de hoofdaanvrager en de track record van de onderzoeksgroep. • De inbedding van het onderzoek en samenwerkingsverbanden.
procedure • Vooraanmeldingen kunnen worden ingediend via een standaardformulier. Dit is op te vragen bij Ellen Rasens (
[email protected]). • De Wetenschappelijke Adviesraad zal uit de vooraanmeldingen een aantal kandidaten selecteren. Deze worden uitgenodigd een uitgebreid voorstel in te dienen en een presentatie te geven. Na beoordeling van deze voorstellen zal de Hersenstichting Nederland de subsidie toekennen. De toekenning van de subsidie vindt naar verwachting in april 2014 plaats.
Nadere informatie over de Hersenstichting Nederland is te vinden op
www.hersenstichting.nl
Frisse blik
Ziekten beter begrijpen In een wisselcolumn schrijven bestuursleden van ZonMw over actuele kwesties. Bart Fauser is hoogleraar voortplantings
geneeskunde aan de Universiteit Utrecht.
A
ls recent benoemd bestuurslid mag ik nog even – niet
gehinderd door veel kennis van ZonMw-zaken – van buiten
naar binnen kijken. ZonMw heeft zich in de loop der jaren onder
scheiden door zich vooral te richten op onderzoek dat de praktijk van alle dag verandert.
de Ruiter
Door veel nadruk te leggen op studies naar doelmatigheid van interventies en – meer recent – ook op implementatie daarvan
Foto: Michiel
in de dagelijkse praktijk heeft ZonMw zich een centrale plaats
verworven in de ontwikkeling van de geneeskunde in Nederland. Daarover niets dan lof.
Het gevaar bestaat dat dit type studies toenemend wordt gezien als de enige vorm van relevant (subsidiewaardig) geneeskundig
onderzoek. Beter begrip omtrent ontstaan van ziekten en onderzoek naar nieuwe interventies dient echter vooraf te gaan aan
evidence based klinisch onderzoek. Als kennis nog onvoldoende
die recent beschikbaar zijn gekomen. Kennis verwerven zonder
beeld is het recente ZonMw-signalement Vrouwen zijn anders.
dat is maar goed ook! Ik pleit dan ook voor parallelle ZonMw-
is, valt er gewoon weinig nieuws toe te passen. Een mooi voor-
Wij moeten onder ogen zien dat wij nog heel veel niet begrijpen
van vrouwspecifieke aspecten van gezondheid en ziekte, bijvoorbeeld rond veroudering. Hiervoor is multidisciplinair, translationeel onderzoek nodig met gebruik van vele nieuwe technieken
oog voor toepassing daarvan is zinloos. Die tijd is voorbij en
programma’s gericht op kennisverwerving, naast doelmatigheid en implementatie, waar mogelijk met elkaar verbonden. Het
dienen duidelijk gescheiden trajecten te zijn, aangezien adequate uitvoering geheel verschillende expertise vereist.
Buitengaats
Door Annette Wiesman
Veel wetenschappers werken enige tijd in den vreemde. Wat valt
Waarin verschillen de Nederlandse en de Australische
buitenlanders in Nederland. Deze keer: Femke Buisman-Pijlman,
“In Nederland is wetenschap meer in het dagelijks leven aan
University of Adelaide, Australië.
vindt alleen op universiteiten wetenschappelijk onderzoek plaats.
ze daar op? Mediator vraagt het Nederlanders over de grens en Lecturer & Program leader aan de Faculty of Health Sciences,
Wat is uw onderzoeks terrein?
“De neurobiologie van verslaving: hoe vroege
ervaringen invloed kunnen hebben op latere
verslavingsgevoeligheid.” Hoe lang bent u al in Australië?
“Ik ben er nog maar net; vijf jaar.”
11 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
wetenschapsbeoefening?
wezig en wordt ze in verschillende settings beoefend. In Australië Daardoor is de afstand met je collega-onderzoekers veel groter.
De afstand tussen Adelaide en de dichtsbijzijnde universiteitsstad
Melbourne is groter dan Utrecht-Parijs. Ik ga dus niet zomaar even ergens langs om te overleggen.
In Australië ligt de focus op de toepasbaarheid; Nederland is meer
innovatiegericht. De manier om je hier als onderzoeker te profileren
is door zoveel mogelijk wetenschapsprijzen te winnen – ik heb er zelf onlangs ook één gewonnen. In Nederland moeten wetenschappers
ontzettend goed zijn om misschien eens in hun leven een belangrijke prijs te krijgen. Het fijne is dat wetenschappers in Australië meer
ruimte krijgen om een eigen onderzoekslijn op te bouwen. Ik hoef
niet in een hiërarchische setting onder een hoogleraar te werken. Ik heb veel vrijheid om multidisciplinair te werken en om er geschikte mensen bij te zoeken.”
Drie ZonMw-Parels voor vernieuwende zorg in de buurt
Wijkverpleegkundige geeft zorg nieuw elan Goede wijkzorg leidt tot betere kwaliteit tegen lagere kosten. Met een glansrol voor wijkverpleegkundigen die de zorg coördineren, problemen tijdig signaleren en deze daadkrachtig kunnen aanpakken. Drie organisaties kregen een ZonMw-Parel voor hun innovatieve werkwijze.
Foto: Omring
Pauline Meurs: ‘Uitrollen en opschalen zijn wat mij betreft verboden termen’
Een wijkverpleegkundige van Omring Thuiszorg in gesprek met een cliënt
Nait soezen, moar doun! is Gronings voor ‘niet zeuren,
zuster terug!” En aldus geschiedde, in samenwerking
verpleegkundigen in Groningen en Hoogezand-
Omring Thuiszorg de drijvende kracht achter de
maar aanpakken’. Het is het motto van vijftien wijk Sappemeer. Op www.naitsoezen.org staat wat dat
concreet inhoudt: “Zonder bureaucratische rompslomp
en in nauwe samenwerking met de huisartsen kunnen zij daadkrachtig en snel aan de slag.”
Ook in West-Brabant werken inmiddels de nodige ‘wijk-
zusters’, zoals ze in deze regio heten. Een oude dame die in korte tijd maar liefst 33 verschillende zorgverleners aan haar bed had, slaakte een hartenkreet bij de
Regionale Kruisvereniging West-Brabant: “Ik wil de wijk-
12 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
met de Surplus Groep. In Noord-Holland ten slotte is (her)introductie van de wijkverpleegkundige.
De drie projectorganisaties kregen op 24 september
een Parel voor hun initiatieven onder de vlag van de ZonMw-programma’s ‘Zichtbare schakel. De wijk verpleegkundige voor een gezonde buurt’ en
‘PreventieKracht dichtbij huis’. Alle drie zijn volgens
ZonMw echte aanjagers van vernieuwing, voortdurend op zoek naar samenwerking en het delen van kennis en ervaring.
Door Marc van Bijsterveldt
Frans Fakkers, penningmeester van de Regionale
zorgers die meekomen met de rollatorgebruiker. “Je kunt
pleitbezorger van de wijkverpleegkundige. “In onze
schien behoefte hebben aan ondersteuning. Zo voorkom
Kruisvereniging West-Brabant, is een onvermoeibare
die mensen vragen of ze het nog redden en of ze mis-
regio zijn inmiddels dertig wijkzusters actief. Mensen
je dat een eventueel probleem de mantelzorger boven
accepteren van de wijkzuster dat zij achter de voordeur
het hoofd groeit.”
komt. Met haar brede blik kan ze goed zien hoe een
gezin in elkaar steekt en eventuele problemen vanuit
Relatie met financiers
voor de cliënt, die immers goede zorg krijgt. En het is
kering van de aanpak, zodat de wijkverpleegkundige ook
haar coördinerende rol in één keer oplossen.” Dat is fijn
In alle drie de regio’s is hard gewerkt aan een veran
nog goedkoper ook, aldus Fakkers.
na afloop van de projecten haar coördinerende rol kan
De coördinerende rol van de wijkverpleegkundige
blijven vervullen. Dat betekent veel investeren in de
vereist een goede samenwerking, met name met de
relatie met (toekomstige) financiers, zoals gemeenten en
huisarts. In Groningen vormen beide beroepsgroepen
zorgverzekeraars. Ook zijn de nodige bewijzen verzameld
inmiddels de “as van de eerste lijn”, vertelt Clary
dat de aanpak niet alleen betere zorg oplevert maar ook
Marc Conradi van Eerste Lijns Advies Noord-Nederland
maatschappelijke businesscase van Omring Thuiszorg,
Bezemer van TSN Thuiszorg Groningen. Samen met
kosten bespaart. In Van Solex naar Laptop, de zogeheten
(ELANN) is zij de motor achter de Groningse aanpak.
staat dat de wijkverpleegkundige een opname in ver-
Conradi: “Zeker in achterstandswijken zie je instanties
‘Instanties en zorgverleners struikelen vaak over elkaar’
pleeg- en verzorgingshuis helpt uitstellen en dat minder
en zorgverleners
burgers met complexe vragen bij het Wmo-loket aan-
over elkaar
kloppen. In West-Brabant berekende onderzoeksbureau
struikelen. De
BMC uit een steekproef van 54 dossiers dat de inzet van
brede blik van
de wijkzusters 135.000 euro op zorg had bespaard. En in
de wijkverpleegkundige is dan onmisbaar. Zij ziet meer
Groningen blijkt uit de eerste gegevens van een effect-
dan alleen dat ene probleem en kan de juiste verbindin-
studie dat huisartsen de patiënttevredenheid zien groei-
gen leggen.” Volgens Conradi is het cruciaal dat een
en dankzij de wijkverpleegkundige.
wijkverpleegkundige deze rol heeft. “Een ouderen
Tekenend voor het elan van de Parel-winnaars is het
adviseur overziet ook een breder terrein. Maar de huis-
initiatief vanuit Groningen om onderzoek uit de regio’s
arts beschouwt de wijkverpleegkundige vanwege haar
te bundelen. Conradi: “Eén klein onderzoek zegt mis-
opleiding en professionele bagage veel eerder als een
schien nog niet zo veel, maar als je er tien bundelt en
gelijkwaardige gesprekspartner.”
de gegevens verbindt, wordt het echt interessant. Dan kun je gewoon niet meer om deze wijkaanpak heen.”
Preventie inpassen
Het belang van de medische achtergrond wordt onderstreept door een voorbeeld van Bezemer. “In een van
Waarom kregen juist zij een Parel?
goed raad wist. Toen de wijkverpleegkundige langsging,
Wijkzuster terug (West-Brabant)
bleek te kloppen. Hij hing telkens tegen een hypo of een
kruisvereniging.
onze wijken woonde een man met wie niemand zich vermoedde ze al snel dat de man diabetes had. Dat
hyper aan, en dat maakte hem soms agressief. De dia
betes wordt nu goed behandeld en hij heeft zijn leven weer veel beter op de rails.”
Ook in Noord-Holland is de verbinding met de eerste
- Initiatief van zorggebruikers zelf: de leden van de - Betrokken zorgorganisaties werken vraaggestuurd.
- Sterke publiciteit stimuleert landelijke ontwikkelingen rond
wijkverpleegkundige.
lijn stevig. Daarnaast zet Omring Thuiszorg sterk in op
Nait soezen, moar doun! (Groningen)
Berg. Het gaat om het inpassen van effectieve inter
- Vanaf de start in gesprek met gemeente en zorgverzekeraar.
preventie, vertelt projectmanager Hanneke van den
venties in de wijkaanpak. Zo kregen kwetsbare jongeren in Den Helder in hun eigen buurt voorlichting over
- Nauwe samenwerking tussen wijkverpleegkundige en huisarts. - Uniek initiatief om kennis ook landelijk te delen.
gezonde voeding. Tijdens een supermarktrondleiding
Van Solex naar Laptop (Noord-Holland)
voor jezelf kunt koken. Als mooi voorbeeld van vrucht-
- Stevig netwerk, van gemeenten en zorgorganisaties tot cliënten.
liet een diëtist zien dat je op een goedkope manier goed bare dwarsverbanden noemt Van den Berg ook het rol-
latorspreekuur. Naast valpreventie is zo’n spreekuur een uitstekende vindplaats voor problemen bij mantel
13 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
- Sterke koppeling tussen zorg en preventie.
- Veel oog voor verankering na de projectperiode.
Campagne Verstandig kiezen moet ineffectieve interventies beperken
Alleen behandelen Niet alle medische handelingen hebben het gewenste effect.
Om een einde te maken aan niet- of minder effectieve interventies, beginnen ZonMw en medisch specialisten de campagne Verstandig kiezen.
“Elke wetenschappelijke vereniging heeft wel
voorbeelden van interventies die waarschijnlijk
minder vaak uitgevoerd zouden kunnen worden zonder verlies aan kwaliteit”, zegt Marcel
Daniëls, voorzitter van de Raad Kwaliteit van de Orde van Medisch Specialisten. Een aantal van die voorbeelden staan in het signalement
Verstandig kiezen, dat ZonMw publiceerde bij
aanvang van de gelijknamige campagne. Samen met de Orde wil ZonMw niet- of minder effec
tieve interventies in kaart brengen en een actieplan maken om deze te beperken.
Daniëls, zelf cardioloog in het Jeroen Bosch ziekenhuis in Den Bosch, licht graag toe waarom
hij deze campagne zo belangrijk vindt. “Artsen
moeten kiezen voor die interventies die bewezen effectief zijn. Als dat bewijs er niet is, moeten
we een terughoudend beleid voeren, of zelfs de betreffende interventie niet doen.”
De voorzitter van de kwaliteitsraad beseft
de gevoeligheid van zijn uitspraken. De resul
taten van effectiviteitsonderzoeken zijn immers vaak niet zwart-wit en de conclusie luidt maar zelden dat een test of behandeling helemaal
afgeschaft moet worden. Ook in het ZonMwsignalement wordt dit benadrukt. De aan
Foto: Shutterstock/Jeremy Wee
bevelingen van veel doelmatigheidsonderzoeken
‘Veel artsen zijn verbaasd dat de onderlinge verschillen zo groot zijn’ komen erop neer dat de indicatie van een interventie moet worden versmald, of dat artsen
eerst moeten afwachten of ingrijpen echt wel
nodig is. Een derde mogelijkheid is stepped care: zet eerst een lichtere vorm van de behandeling
in en kies pas voor een zwaardere als de lichtere echt niet werkt. Toch worden veel van deze aanEen ok-team aan het werk tijdens een buikoperatie. Na een acute buikvliesontsteking zijn vervolgoperaties om de buik te spoelen niet altijd nodig
14 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
bevelingen nog niet opgevolgd. Volgens ZonMw kunnen miljoenen euro’s worden bespaard als artsen dit wel gaan doen.
als het zin heeft Door Gonny ten Haaft
In samenwerking met wetenschappelijke verenigingen
Het ZonMw-signalement sluit volgens Daniëls goed aan bij
besparingen uitgewerkt. Een daarvan betreft patiënten die
is zij dit jaar een campagne Doelmatig voorschrijven gestart
heeft ZonMw al zeven voorbeelden van mogelijke kosten zijn geopereerd vanwege een acute buikvliesontsteking.
Vaak krijgen zij vervolgoperaties om de buikholte te blijven spoelen, maar uit onderzoek blijkt dat artsen daarin terughoudender kunnen zijn. Daniëls: “Dit geeft aan hoe
ingewikkeld deze materie is. Er is altijd wel een patiënt voor
‘Ook voor de patiënt moet begrijpelijk zijn waarom een behandeling soms niet verstandig is’
allerlei andere initiatieven waarbij de Orde betrokken is. Zo en is zij aangeschoven aan de Ronde Tafel Gepast Gebruik, een initiatief van ZonMw en diverse andere organisaties.
“Bij al deze initiatieven is het van belang voor elke patiënt de juiste therapie te kiezen”, legt hij uit. “Ook bij dit actieplan moeten we daarom de patiënten goed betrekken.
Verstandig kiezen doe je samen: ook voor de patiënt moet
begrijpelijk zijn waarom het soms niet verstandig is om een test of behandeling te doen.” www.zonmw.nl/verstandigkiezen
wie dit herhaaldelijk opereren wél de eerste en juiste keus is. Dit is een afweging die alleen artsen kunnen maken.”
De oncoloog is enthousiast over de Amerikaanse Choosing
Wisely-campagne www.ChoosingWisely.org die op initiatief
Patiënten melden verspilling
eerste oproep leverde in korte tijd 45 interventies op die
Patiënten en hun organisaties kunnen goed meedenken
Daniëls pleit voor eenzelfde campagne in het kader van
met zorg van patiëntenfederatie NPCF. Veel patiënten geven
van enkele wetenschappelijke verenigingen is gestart. Een volgens de Amerikaanse specialisten niet altijd nodig zijn. Verstandig kiezen. “Met kleine veranderingen kun je grote
stappen zetten. Zo bleek in Amerika dat veel patiënten met een milde hartklepafwijking ieder jaar een echo krijgen.
Dat is niet zinvol als het klachtenpatroon niet verandert.
Mochten Nederlandse artsen ook zo handelen, dan kunnen we de volgende dag met een ander beleid beginnen.” Kostenbewustzijn
In haar signalement benoemt ZonMw een aantal verklaringen waarom het zo lastig is om minder effectieve inter
venties terug te dringen. Zo duurt het vaak lang voordat
aanbevelingen in richtlijnen terechtkomen en is het moei
lijker dan gedacht om alle artsen zover te krijgen dat ze een bestaande richtlijn in principe volgen. Tot voor kort bestond in Nederland bovendien geen feitelijk inzicht in de mate
waarin een test of interventie wordt gebruikt. Ook bij dok-
ters niet, erkent Daniëls. “Dit blijkt wel uit de cijfers die ver-
schijnen over praktijkvariaties. Veel artsen zijn verbaasd dat de onderlinge verschillen soms zo groot zijn. Inmiddels
ondernemen we hier actie op.” Ook het kostenbewustzijn
kan beter, vindt hij. “Artsen hebben vaak nog onvoldoende inzicht in wat een interventie kost, al wordt daar nu aan
gewerkt. Zo is er de app Receptprijs, die laat zien wat een medicijn kost én wijst op eventuele goedkopere alter natieven.”
15 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
over verstandig kiezen. Dit blijkt uit de meldactie Zuinig
gehoor aan de oproep om over onnodige kosten in de zorg te rapporteren. “Opvallend veel suggesties van patiënten gaan over manieren om overbehandeling te beperken.
Artsen zouden bijvoorbeeld dubbele diagnostiek moeten
voorkomen, of eerder en vaker moeten samenwerken in een multidisciplinair team”, vertelt Petra Schout van de NPCF.
Volgens haar is de inbreng van patiënten in het actieplan Verstandig kiezen onmisbaar. Patiënten en patiënten
organisaties zijn goed in staat nieuwe voorbeelden van
minder effectieve zorg te signaleren. Op het moment dat
effectonderzoek start, moeten zij bovendien kunnen meedenken over de uitkomstmaten in deze studies.
Minstens zo belangrijk is de fase nadat besloten is een inter ventie minder vaak of niet meer te doen. “Het is van belang dat de patiënt samen met zijn arts de best passende
behandeling kiest. De mindset van dokter en patiënt moet
dezelfde zijn. Daarbij helpt het als patiëntenorganisaties in een vroeg stadium over de communicatie van zulke beslis-
singen kunnen meedenken. Denk aan de keuzehulp die voor het knippen van amandelen bij kinderen is gemaakt, of de communicatiekaarten over zelfmanagement.”
Zorgboerderij is volwaardige dagbesteding Dagbesteding op zorgboerderijen is een volwaardig alternatief naast andere bestaande vormen van dagbesteding, terwijl de kostprijs van grote zorgboerderijen duidelijk lager is dan het gemiddelde in de reguliere dagbesteding. Dat blijkt uit de maatschappelijke businesscase De zin van Zorglandbouw, gemaakt door Ernst & Young in opdracht van ZonMw. Het onderzoek werd gedaan om inzicht te krijgen in de kosten en baten van de dagbesteding op zorgboerderijen in verge lijking met reguliere aanbieders. Zorgprofessionals en zorg kantoren noemden als positieve effecten voor dementerende ouderen onder meer dat de ouderen op de zorgboerderij beter gaan eten en drinken. Bovendien bewegen ouderen er meer dan bij andere dagbestedingsaanbieders. Door betere voeding en meer beweging gaan de overige zorgkosten omlaag. Ook bij de andere twee doelgroepen, jongeren tussen de 12-17 jaar met gedragsproblemen en volwassen verstandelijk gehandicapten, zijn er maatschappelijke baten. Zo helpt dag
besteding op de zorgboerderij bij jongeren met psychische problematiek schooluitval af te wenden en voorkomt het dat jongeren (verder) in het criminele circuit belanden. Werken op de zorgboerderij houdt mensen met een verstandelijke beperking mogelijk langer uit een instelling. Volgens het rapport stellen de professionals en stakeholders echter dat deze baten niet veel verschillen met de opbrengst van andere vormen van dagbesteding. De effectiviteit hangt volgens hen sterk af van de aansluiting van de problematiek van de cliënt op het aanbod, waarbij ze de zorgboerderij zien als een belangrijk en nuttig deel van een breder zorgpalet. Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten betrekt de zorgboeren bij het overleg om de contractering van nieuwe innovatieve zorgaanbieders te bevorderen. Dat blijkt uit een brief die zij in september aan de Tweede Kamer schreef over zorginkoop AWBZ en innovatieve nieuwe aanbieders. www.zonmw.nl/zorglandbouw
Bemoeizorg verbetert kwaliteit van leven Bemoeizorg werkt. Dat is de conclusie van een onderzoeksrap port van Tranzo, wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn van Tilburg University, dat in september werd gepresenteerd. Het onderzoek werd gefinancierd door ZonMw. Bemoeizorg, intensieve aanpak voor mensen met verslavingsen psychiatrische problemen die reguliere zorg mijden, ver betert in grote mate de kwaliteit van leven van cliënten, en zorgt ervoor dat de ernst van de problematiek sterk afneemt, stellen de onderzoekers. Gedurende drie jaar volgden ze cliënten in drie onafhankelijke bemoeizorgteams in verschillende regio’s. De problematiek van deze cliënten bleek bij de start van een bemoeizorgtraject qua ernst vergelijkbaar met die van psychiatrische patiënten in dagbehandeling. Zo was er bij de helft van de cliënten sprake van problemen met alcohol, drugs of medicatie, had twee derde problemen met het maken en
onderhouden van sociale relaties en had 54 procent belangrijke problemen met de woonomstandigheden. Bij een kwart van de cliënten was zelfs sprake van een dreigende uithuiszetting, dakloosheid of het volledig ontbreken van de basisvoorzieningen in de woonsituatie. Ook ervoeren de cliënten een relatief lage kwaliteit van leven. De positieve resultaten die bemoeizorg behaalde bij deze cliënten, hielden zelfs aan tot in ieder geval zes maanden na de behandeling. Deze resultaten zijn bemoedigend en verhogen de evidence based status van de bemoeizorg, stellen de onder zoekers. Kennisverspreiding door bijvoorbeeld het maken van een handboek voor bemoeizorg en een traject van aanmelding bij een databank voor interventies van het RIVM of Movisie zouden volgens hen logische vervolgstappen zijn. www.zonmw.nl/bemoei
Eerste programma’s Cardio Vasculair Onderzoek Nederland starten De eerste drie onderzoeksprogramma’s van Cardio Vasculair Onderzoek Nederland (CVON) ontvangen ieder 5 miljoen euro en starten eind dit jaar. Het CVON is een initiatief van de Hartstichting en bundelt eerste, tweede en derde geldstromen om het Nederlandse cardiovasculaire onderzoek op Europees topniveau te brengen. Drie onderzoeksprogramma’s krijgen naar verwachting in november definitief groen licht: onderzoeken naar hartfalen, atherosclerosis en reparatie door middel van stamcel. Financier is het CVON, met als participanten – naast de Hartstichting – ZonMw, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. De Hartstichting wil dat het Nederlandse onderzoek naar harten vaatziekten “zodanig interessant wordt dat we bij Europese fondsen terechtkunnen”, vertelt strategisch beleidsadviseur André Klaassen. Nederlandse cardiovasculaire onderzoekers
16 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
doen het mondiaal goed, met ruim 50 procent meer citaties dan het wereldgemiddelde. Binnen Europa spelen ze echter een bescheiden rol: ze zijn vooral partners in onderzoeken en zelden voortrekkers. Bovendien verrichten Nederlanders merendeels klinisch onderzoek en taant de ontwikkeling van nieuwe basale concepten, aldus Klaassen. “Als dat wegvalt, valt uiteindelijk ook het klinische onderzoek weg, want waar valt dan nog toegepast onderzoek naar te doen?” Het CVON zet in op onderzoek en financiering naar thema’s. De beste onderzoekers moeten gaan samenwerken op lande lijke onderzoeksthema’s waaraan bedrijven en zorgverzekeraars bijdragen. De nu toegekende onderzoeksprogramma’s dienen als vertrekpunt voor toekomstige thema’s. Het gaat om regeneratieve geneeskunde, nieuwe biomarkers bij aderverkalking en medicijnontwikkeling bij hartfalen. Zie ook www.cvon.eu
Geen omzetbelasting na een openbare call
Door Karin van Lier
Helderheid over
btw-vrijstelling subsidies Het Centrum Media & Gezondheid (CMG) in Gouda vond het onterecht dat het btw moest afdragen bij subsidieverlening via een open call en bracht de kwestie voor de rechter. Met succes. Martine Bouman, directeur van het CMG, maakte de zaak in Foto: Shutterstock/Benjamin Albiach Galan
2006 al aanhangig. Ze vond dat de subsidie die ZonMw aan het CMG had toegekend voor de gehoorschadepreventie-
campagne Sound Effects niet moest worden onderworpen aan btw-heffing. De Belastingdienst gaf haar gelijk.
Toen het CMG bij volgende ZonMw-subsidies weer om btw-vrijstelling vroeg, werd deze echter niet verleend.
Bouman vond het vreemd dat er ten aanzien van gelijke projecten anders werd geoordeeld en bracht de kwestie
‘Er komt nu meer geld vrij voor de inhoud’
voor de rechter.
De zaak diende op 29 november 2011.
Uiteindelijk stelde de rech-
ter het CMG op 22 februari 2012 in het gelijk. Onlangs heeft
de Belastingdienst afgezien van een hoger beroep. Hiermee is deze zaak afgerond. Bouman: “Dit is een grote doorbraak. Er komt nu meer geld vrij voor de inhoud. De volksgezondheid is daar in alle opzichten mee gediend.”
Hoe was de houding van de Belastingdienst? “Ondanks het geschil was er een goede samenwerking tus-
Wat moeten organisaties doen die bij soortgelijke subsidie
subsidies is een grijs gebied. Door de uitspraak van de rech-
Belastingdienst indien je voldoet aan de eisen van zelf ini-
sen het CMG en de Belastingdienst. De belastbaarheid van
ter heeft de Belastingdienst nu zelf ook meer duidelijkheid wanneer ze bepaalde subsidies wel en niet moet onderwerpen aan btw-heffing.” Wat is het resultaat?
“Het CMG heeft nu algemene afspraken met de belasting-
dienst wanneer een subsidie wel is onderworpen aan btwheffing en wanneer niet. Wél als het CMG een duidelijke
kwesties het voorbeeld van CMG willen volgen?
“Maak bij twijfel bezwaar tegen een btw-aanslag bij de tiëren, ontwikkelen en algemeen nut. Als de
Belastingdienst je dan niet in het gelijk stelt, heb je in ieder geval een ‘uitspraak op bezwaar’ waartegen je in beroep
kunt gaan bij de rechtbank. Bovendien kun je bij soortgelijke feiten verwijzen naar de uitspraak die de rechter heeft gedaan in de zaak van CMG.”
opdracht uitvoert voor een opdrachtgever (de subsidie
ZonMw zal in overleg met Martine Bouman de uitspraak
het project dient te worden aangemerkt. Niet als het sub
De rechterlijke uitspraak is te vinden op www.rechtspraak.nl:
verstrekker) en deze opdrachtgever ook als de afnemer van sidies zijn voor zelf geïnitieerde en ontwikkelde projecten waarbij de subsidie op basis van een open call wordt ver-
kregen én de subsidieverstrekker niet als de afnemer van het project kan worden aangemerkt.”
17 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
ook communiceren naar belanghebbende organisaties. BV9696, rechtbank ’s-Gravenhage, zaaknummer AWB 10/4278.
Zorgverleners
Foto: Marijn van Zanten
Werkbezoeken bij vernieuwende eerstelijns centra
Huisarts Geert van Rooij geeft uitleg over het Centrum Huisartsen in Schiedam
De kop van de ’s-Gravelandseweg in Schiedam lijkt wel
vuldig naar het powerpointscherm gericht. Tien jaar
flatgebouw is ingericht als Centrum Huisartsen
moest. De praktijk, die in een achterstandswijk staat,
een zorgboulevard. De gehele begane grond van een
Schiedam. Bij de balie kunnen patiënten zich van 7.30
tot 17.00 uur melden. Bijzonder is dat ze daarvoor geen afspraak hoeven te maken. Patiënten kunnen binnen
lopen voor acute klachten en ingrepen als hechtingen verwijderen, bloedprikken en controles.
Op woensdagmiddag 19 september 2012 staan er geen patiënten bij de balie, maar zeven zorgverleners uit
Doktersassistentes en praktijk ondersteuners doen 70 procent van de consulten
Utrecht, Nijmegen en
Zoeterwoude. Ze zijn op werkbezoek (zie kader).
In een kring luisteren ze naar de uitleg van de
Schiedamse huisarts Geert van Rooij, die de drijvende kracht is achter grote vernieuwingen in het centrum.
Hoe lang wachten patiënten, willen de bezoekers weten. “TNO heeft het onderzocht. Een patiënt die binnenkomt, wordt binnen zes minuten geholpen”, aldus Van Rooij.
geleden realiseerde Van Rooij zich dat het echt anders telde vijftienduizend patiënten en vier huisartsen. Er
was geen opvolging terwijl de zorgvraag zou stijgen. Met collega’s ontwikkelde Van Rooij een visie op het
huisartsencentrum. Het moest een zorgpunt worden waar de patiënt centraal staat, dat buurtgericht is, optimaal toegankelijk en zonder muren tussen de
beroepsgroepen die samen het dossier van een patiënt beheren, en waar taken gedelegeerd worden. Dat is
gelukt, constateert Van Rooij. Bij Centrum Huisartsen Schiedam werken bijna veertig mensen: huisartsen,
praktijkondersteuners, assistenten, een diëtist en een fysiotherapeut. Ook de apotheek doet mee. De deel nemers reageren verrast als ze horen dat alle zorg
verleners in het patiëntendossier kunnen kijken. Hoe heeft Schiedam dat gefikst? De huisarts en directe
medewerkers hoeven geen toestemming te vragen, maar diëtiste en fysiotherapeuten wel.
Optimaal toegankelijk
Bij elkaar inplannen
terug naar het vergaderzaaltje waar het grootste deel
triage. “Als patiënten bellen voor lage rugklachten, en
Na de rondleiding door het centrum gaat het gezelschap van het werkbezoek plaatsvindt. De presentatie wordt
gegeven door Van Rooij, praktijkmanager Carola Veth en projectleider Ariane Hamming. De gezichten zijn veel
18 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
De doktersassistenten doen telefonisch en aan de balie de eerste adviezen zijn niet voldoende, verwijzen we
ze meestal meteen door naar de fysiotherapeut”, aldus Van Rooij. Het centrum heeft ook de taken herschikt.
Door Tjitske Lingsma
kijken in elkaars keuken Verschillende eerstelijnszorgpraktijken ontwikkelen nieuwe organisatie vormen. Om de kennis over deze vernieuwingen te verspreiden, organiseert ZonMw werkbezoeken. Collega’s kunnen bij koplopers een kijkje nemen en van gedachten wisselen.
“Hoeveel doet bij jullie de huisarts nog? Wie spuit de
Het geld dat overblijft, kan in vernieuwing worden geïn-
percentages van 50 procent. “Hier doen de dokters
subsidiepotjes weten te vinden. Het vormgeven van het
oren uit?”, vraagt Van Rooij. De deelnemers noemen
assistentes en praktijkondersteuners 70 procent van
de consulten en ikzelf nog maar 30 procent.” Wel is er
altijd een huisarts van dienst in het gebouw, die binnen drie minuten bij de patiënt kan zijn.
Taakherschikking heeft ook risico’s. “Daarom moet je
goede protocollen hebben en veel aan scholing doen”,
zegt Hamming. Het gaat ook wel eens fout. Dat iedereen bij elkaar in de agenda patiënten kan inplannen, maakt
onder de deelnemers veel los. Van Rooij: “Meestal is het terecht als iemand bij mij wordt
ingepland. Soms leidt het tot irritatie. Maar ik kan het soms heerlijk ontspannend vinden om
vesteerd. Bovendien heeft het centrum uiteenlopende
inloopcentrum, dat nu twee jaar bestaat, nam een vlucht toen Hamming aan het team werd toegevoegd. In
Engeland had ze gezien hoe goed walk-in centres in
stedelijke achterstandsgebieden functioneren. Niet
exact de populatie van Zoeterwoude, waar het echtpaar Mikulski (hij huisarts en zij praktijkondersteuner) is
gevestigd. Toch inspireert het verhaal hen tot het zetten
van nieuwe stappen. Ook andere deelnemers overwegen elementen zoals meer taakdelegatie te gaan toepassen.
De apotheker levert binnen vijf minuten een medicijn
voetschimmels te behandelen.”
Huisarts Mikulski uit Zoeterwoude wil weten hoe
Van Rooij het voor elkaar heeft gekregen dat ook de
Aan het einde van het werk bezoek worden evaluatie
formulieren uitgedeeld. De
deelnemers blijken enthou
siast te zijn over deze vorm van nascholing. Ze hebben veel ideeën opgedaan voor kleine veranderingen.
apotheek in het centrum zit. “Ik heb hem gezegd:
je doet mee en je gaat ermee akkoord om binnen vijf minuten een medicijn te leveren, of ik stap naar een
andere apotheker. Hij is gebleven en heeft drieduizend
Nieuwe vorm van kennisoverdracht
vele gesprekken gevoerd met instanties als zorg
Het programma Op één Lijn beoogt de organisatie
akkoord gingen. “De patiënttevredenheid is niet naar
en zorgverleners te laten kennismaken met nieuwe organi-
cliënten meer dan voorheen.” De huisarts heeft ook
verzekeraars en gemeenten, die uiteindelijk allemaal beneden”, zegt projectleider Hamming.
“Maar aanbod creëert ook vraag. Zeker als mensen
zo maar kunnen inlopen”, stelt de Utrechtse huisarts Jack Muller. “We draaien dezelfde omzet per patiënt als voorheen”, antwoordt Van Rooij. Nieuwe stappen
Financieel is het haalbaar. Op het powerpointscherm
verschijnen berekeningen. De vergoeding voor een con-
sult is 8,78 euro. Een consult door de huisarts kost 12,50 euro en door een assistente 4,17 euro. Tel uit je winst.
19 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
ontwikkeling in de eerste lijn te versterken. Om managers
satievormen, organiseert ZonMw veertien geaccrediteerde werkbezoeken bij vier koplopers. Het is voor het eerst dat ZonMw voor deze vorm van kennisoverdracht kiest. De
bezoeken vinden plaats van september 2012 t/m februari 2013 bij: Centrum Huisartsen Schiedam, Fort aan de Klop
Utrecht, Maasziekenhuis Pantein Boxmeer en Academisch Gezondheidscentrum Thermion Lent. Kijk voor meer informatie op www.zonmw.nl/opeenlijn.
School, bewegen en sport Programma: Preventie Sport, Bewegen en Gezondheid, deel programma Onderzoeks projecten Projectleider: Drs. J.M.H. Lucassen, Mulier Instituut
De Nederlandse overheid stimuleert bewegen en sporten voor jongeren met gericht beleid, zoals de Impuls brede scholen. Over de rol van scholen bij beweeg- en sportgedrag van jongeren was echter weinig bekend. Onderzoekers van het Mulier Instituut brachten het sport- en beweeggedrag van ruim 7000 leerlingen van 187 scholen uit het basis- en voortgezet onderwijs in kaart en schetsten hoe dit samenhangt met de schoolomgeving. De resultaten van het onderzoek School, Bewegen en Sport maken duidelijk dat de school een (bescheiden) rol vervult in het stimuleren van beweging. Leerlingen van basisscholen met een actief beweegbeleid bewegen meer dan andere leerlingen. In het voortgezet onderwijs geldt dit voor een beperkte groep. Schoolsport en gerichte pauzeactiviteiten stimuleren het beweeggedrag van leerlingen. Daarnaast vormen voldoende accommodaties en goede materialen belangrijke voorwaarden om kinderen in beweging te krijgen. Ook bleek dat veel scholieren buiten schooltijd bewegen en sporten bij een sportclub of gewoon in hun buurt. Het beweeggedrag van kinderen hangt bovendien sterk samen met dat van hun ouders.
Ontmoeting vermindert radicalisering plattelandsjongeren Programma: Vrijwilige inzet door en voor jeugd en gezin Projectleider: C.A.M. Westerlaak
Radicalisering en polisarisatie komen binnen alle bevolkingsgroepen en -lagen voor. Jongeren op het platteland zijn daarin geen uitzondering. Op het platteland zijn er zelfs enkele risicofactoren die radicale denkbeelden versterken. Denk hierbij aan verveling, lager opleidingsniveau, hogere jeugdwerkloosheid en weinig positieve contacten met andere bevolkingsgroepen. Een samenwerkingsverband van Stichting Plattelands Jongeren Services, Plattelandsjongeren.nl en MOVISIE is met financiële steun van ZonMw gestart met de uitvoering van een preventieve aanpak door middel van jongerenparticipatie. Drieënveertig jongeren uit zes gemeenten in drie krimpregio´s in Nederland kregen een training peerraadpleging. Zij hebben meer dan vierhonderd jongeren geïnterviewd over radicalisisering op het platteland. Met de uitkomst van dit knelpuntenonderzoek stapten zij naar hun gemeenten en gingen zij aan de slag met bedenken van oplossingen. De beste geopperde oplossing uit de regio werd uitgevoerd. De jongeren werden hierbij ondersteund door maatschappelijke organi saties, plattelandsjongeren.nl en de gemeente. Ook is een aantal adviezen en resultaten meegenomen in het lokale gemeentebeleid. Plattelandsjongeren.nl heeft aan de hand van de beste oplossingen praktische draaiboeken gemaakt en verspreid onder jongerenorganisaties. Op de website www.plattelandsjongeren.nl zijn deze draaiboeken te downloaden evenals de uitkomsten van de lokale knelpuntenonderzoeken, de bedachte oplossingen en een brochure over de aanpak. Inmiddels hebben de provincies Noord-Brabant en Limburg interesse getoond in het starten van een soortgelijk traject.
Signaleringsprotocol overgewicht Programma: Preventie 2, deelprogramma 2: Effectiviteits- en doelmatigheidsonderzoek Projectleider: Prof. dr. H. Raat, Erasmus MC
In 2004 en 2005 zijn het Signaleringsprotocol Overgewicht en het Overbruggingsplan Overgewicht ontwikkeld, waarmee de jeugdgezondheidszorg (JGZ) een bijdrage kan leveren aan de preventie van overgewicht en obesitas bij kinderen. Met behulp van het Signaleringsprotocol kan worden vastgesteld of een kind een normaal gewicht, overgewicht of obesitas heeft. Wanneer bij een kind overgewicht wordt vastgesteld, dan kan het Overbruggingsplan worden uitgevoerd. Daarbij worden aan de ouders drie vervolgconsulten aan geboden. In dit onderzoek is een bijdrage geleverd aan de evaluatie van zowel het Signaleringsprotocol als het Overbruggingsplan. De studie laat na twee jaar follow-up zien dat het Overbruggingsplan overgewicht gunstige effecten heeft op het BMI. De onderzoekers sturen aan op een tweede follow-up voor de leeftijd van 10 jaar om na te gaan of de effecten blijvend zijn. De gegevens uit deze studie kunnen worden gebruikt voor het verbeteren van adviezen over ‘BOFTgedragingen’ (BOFT: buitenspelen/lichamelijke activiteit, ontbijten, zoete dranken drinken en tv-kijken/computeren) en het verbeteren van het Overbruggingsplan en van de Richtlijn Overgewicht. Een groter effect kan bereikt worden door het aantal ouders dat een consult krijgt te vergroten, bijvoorbeeld door het inzetten van sociale media en sms in combinatie met persoonlijk contact.
Multimediaal onderwijspakket voor zorg voor mensen met extreem overgewicht Programma: Zorg voor Beter Projectleider: Drs. ing. J.J. Knibbe, Locomotion
Binnen het project ‘BMI40+’ is een multimediaal onderwijspakket ontwikkeld, waarmee (aankomend) zorgverleners voorbereid kunnen worden om respectvolle en technisch optimale zorg te bieden aan cliënten met extreem overgewicht. De inhoud is samen met (onderwijs)specialisten, vertegenwoordigers van zorgopleidingen, de cliëntenvereniging (Obesitas Vereniging) en met directe input vanuit de VS (waar veel ervaring is op dit gebied) ontwikkeld. Het resultaat is een samenhangend pakket waarmee docenten en zorgverleners kun kennis en vaardigheden op het gebied van adequate en respectvolle zorg voor morbide obese cliënten op niveau kunnen brengen. Dit pakket bestaat uit informatieve boekjes, films, e-learning module, artikelen, workshops, cartoons, website en een afsluitende bijeenkomst. Meer informatie via www.bmi40plus.nl
20 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
Kleine moleculen in een groot hart Programma: Vernieuwingsimpuls (Veni) Projectleider: Dr. B. Schroen, UMCU Heart Failure Research Centre
Ondanks de enorme vooruitgang in de behandeling van hartziekten blijft hartfalen één van de belangrijkste doodsoorzaken in de Westerse wereld. Mensen met verhoogde bloeddruk lopen risico, doordat het hart zijn spiermassa vergroot – hypertrofie genoemd - om tegen de druk in te kunnen pompen. Recent is een nieuwe klasse van kleine moleculen ontdekt, de microRNAs. In dit Veni project is de rol van deze microRNAs in het hart op diverse manieren gekarakteriseerd. De onderzoekers hebben de rol van micro RNAS in de ontwikkeling van hypertrofie en hartfalen, met nadruk op hun moleculaire functie, uit gediept. Ook zijn ze op zoek gegaan naar factoren die deze microRNAs reguleren. Uit het onderzoek zijn verder twee microRNAs geïdentificeerd die een rol hebben in hypertrofie en hartfalen. Deze microRNAs zijn bestudeerd in een muizenmodel van hartfalen. Van een van de twee microRNAs is vervolgens de moleculaire functie in detail uitgediept, waarbij duidelijk werd dat ontstekingscellen een prominente rol spelen in een vroeg stadium van de ziekte.
Reuma-antistoffen zonder reuma Programma: Vernieuwingsimpuls (Veni) Projectleider: Dr. L.E.B. de Rycke, AMC/ UvA – Klinische Immunologie en Reumatologie
Het gebruik van TNF blokkers betekent een spectaculaire vooruitgang in de behandeling van patiënten met ontstekingsreuma. Dit Veni project heeft geleid tot vernieuwende inzichten, die direct toepasbaar zijn in de klinische praktijk. Aangetoond is dat de immuunrespons bij vaccinatie ernstig verstoord is tijdens behandeling met TNF blokkers. Vooral het antwoord van het immuunsysteem op T cel afhankelijke vaccins is ontoereikend. Deze resultaten dragen bij tot de ontwikkeling van nieuwe vaccinatie strategieën. Niet alleen is geprobeerd om het werkingsmechanisme van TNF blokkers verder te ontrafelen, maar ook de therapeutische indicaties van TNF blokkers is verder onderzocht. Een klinische studie is uitgevoerd over het gebruik van TNF blokkers bij patiënten met spondyloartritis en de dierexperimenten zijn de basis voor verdere studies bij patiënten met orgaan- transplantaties.
Drie nieuwe protocollen en implementatiestrategie voor Spoedzorg Programma: Preventie Sport, Bewegen en Gezondheid, deel programma Onderzoeks projecten Projectleider: Drs. J.M.H. Lucassen, Mulier Instituut
In opdracht van Ambulancezorg Nederland (AZN) en de Nederlandse Vereniging Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen (NVHSV) heeft het Lectoraat Acute Intensieve Zorg van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen met hoofdonderzoeker R. Ebben, drie ketenrichtlijnen inclusief ketenprotocollen ontwikkeld voor de ambulance en de Spoedeisende Hulp (SEH). De onderwerpen van deze ketenrichtlijnen zijn: vooraankondiging en overdracht, sepsis en acuut coronair syndroom met een focus op non-STEMI. De richtlijnen en protocollen zijn overgedragen aan de toekomstig eigenaren: AZN en de NVSHV. Zij dragen zorg voor autorisatie door betrokken beroepsverenigingen van de ketenrichtlijnen. In de periode voor de ontwikkeling is onderzocht in welke mate SEH- en ambulanceverpleegkundigen het Landelijk Protocol Spoedeisende Hulp (LPSEH) en het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) opvolgen en welke factoren de opvolging beïnvloeden. Aan de hand van uitkomsten van vragenlijsten en interviews is een strategie ontwikkeld om de implementatie en opvolging van de protocollen te verbeteren. De implementatiestrategie is bij het protocol gevoegd. De resultaten van dit project zijn tevens gebruikt om inhoud te geven aan het curriculum van de opleidingen Verpleegkunde en Medisch Hulpverlener aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Studenten van de HAN, beroepsverenigingen en zorgverleners in de praktijk, zijn actief betrokken bij het onderzoek en de implementatie.
Verpleegkundigen inzetten bij kijkonderzoek maag en darm Programma: DoelmatigheidsOnderzoek (DO) Projectleider: Prof. E.J. Kuipers MD, Erasmus MC
In Nederland worden er jaarlijks 500.000 endoscopieën (kijkonderzoek) van maag en darmen verricht. Dit aantal zal door de introductie van darmkankerscreening de komende jaren verder toenemen. Een belemmerende factor is echter het tekort aan Maag-Darm-Leverartsen. Om die reden is er aan de Erasmus Universiteit onderzocht of verpleegkundig endoscopisten kunnen worden ingezet voor het uitvoeren van endoscopieën. De resultaten onder 4.000 patiënten tonen aan dat de inzet van een verpleegkundige kwalitatief even goed én goedkoper is. Er is geen verschil in het vaststellen van afwijkingen in de dikke darm. Ook de veiligheid en patiënttevredenheid zijn bij inzet van een verpleegkundige hetzelfde. De nieuwe zorg is goed uitvoerbaar omdat verpleegkundigen kunnen worden opgeleid tot colono scopist met een trainingsprogramma vergelijkbaar aan het programma voor MDL-artsen in opleiding. Dit resultaat is van groot belang voor het succesvol invoeren van een darmkanker bevolkingsonderzoek in Nederland. Ook kunnen de gegevens van het onderzoek worden gebruikt bij het opstarten van een opleiding tot verpleegkundig endoscopist in Nederland.
21 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
PROGRAMMA MEER KENNIS MET MINDER DIEREN (MKMD) - MODULE AMENDEMENT 21 Call “Publiceren van negatieve of neutrale dierexperimentele data”
Publiceren van solide negatieve data Om publicatie te stimuleren van goed uitgevoerd onderzoek met negatieve of neutrale uitkomst waarbij proefdieren zijn gebruikt, biedt ZonMw onderzoekers een financiële tegemoetkoming voor (een deel van) de tijd die nodig is om deze resultaten te publiceren.
• Deze maand dient te worden gebruikt voor het publicatie gereed maken van niet eerder gepubliceerd onderzoek met negatieve of neutrale uitkomst, waarbij proefdieren zijn gebruikt. • In geval van een afwijzing, dient u de publicatie opnieuw in te dienen bij een ander journal (Open Access) en deze bewijs stukken aan ZonMw aan te leveren. Als een manuscript niet in een Open Access journal wordt gepubliceerd, dient u het artikel vrij te kopen (hiervoor kunt u via NWO Stimuleringsfonds Open Access een vergoeding aanvragen voor de fee die betaald moet worden: http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOP_82LC99). • Per ZonMw onderzoeksproject kan de projectleider maximaal tweemaal een aanvraag indienen binnen de huidige call. • De looptijd van een project is één jaar.
Wie kan aanvragen? De projectleider/hoofdaanvrager van een door ZonMw gesub sidieerd onderzoeksproject, waar dierexperimenteel onderzoek een onderdeel uitmaakt(e).
Criteria De criteria om te kunnen indienen kunt u vinden bij de volledige call die op de ZonMw website staat. Zie www.zonmw.nl/nl/subsidies/subsidiekalender
Wat kan aangevraagd worden? • Een financiële tegemoetkoming in de personele kosten ten behoeve van een AIO, postdoc, of senior wetenschappelijk medewerker, voor de maximale duur van één maand. Zie voor het maximaal te declareren bedrag, voor universiteiten en UMC’s de daarvoor bestemde tabellen op www.zonmw.nl/nl/subsidies/subsidievoorwaarden/
Wanneer kan aangevraagd worden? Deze kunnen doorlopend worden ingediend tot 1 december 2015, zolang het voor de call beschikbare budget niet uitgeput is. Het beschikbare budget bedraagt in totaal e 160.000.
Deadline: doorlopend tot 1 december 2015 Achtergrond De module Amendement 21 geeft invulling aan kennisinfra structuur op het gebied van de 3V’s (Vermindering, Vervanging en Verfijning).
Meer informatie De meest actuele informatie en toelichting is beschikbaar op de ZonMw website http://www.zonmw.nl/mkmd.
TWEEDE OPEN SUBSIDIERONDE GOED GEBRUIK GENEESMIDDELEN Deadline Op 15 oktober is de tweede Open subsidieronde van het program ma Goed Gebruik Geneesmiddelen geopend. De sluitingsdatum voor indiening van projectideeën is dinsdag 15 januari 2013 om 15.00 uur. Achtergrond Het doel van het programma Goed Gebruik Geneesmiddelen is dat beschikbare geneesmiddelen effectiever en veiliger worden ingezet. Betere inzet en gebruik van geneesmiddelen is in het belang van de patiënt, de zorgverlener, de overheid en private partijen, zoals de farmaceutische industrie en zorgverzekeraars. In deze ronde is geen specifiek thema opgenomen. Prioritering vindt plaats op basis van relevantie voor de praktijk, implementeerbaarheid en concrete opbrengsten. Aanvragers worden aangemoedigd om projecten in te dienen die een transmurale impact hebben.
Criteria De oproep staat in de ZonMw subsidiekalender www.zonmw.nl/ subsidiekalender. Hierin staan de definitieve eisen vermeld waar het projectidee aan moet voldoen. Informatiebijeenkomsten Voor potentiële indieners organiseert ZonMw op maandag 5 november 2012 in Utrecht twee identieke informatiebijeenkomsten. Meer informatie over het ZonMw-programma Goed Gebruik Geneesmiddelen, de informatiebijeenkomst en de wijze van aanmelden kunt u lezen op www.zonmw.nl/ggg. Meer informatie Kijk op onze website www.zonmw.nl/ggg. Via het secretariaat (Nicolette de Graaf, 070 349 51 32 of Tamara Stoet 070 349 53 29) of
[email protected], kunt u contact opnemen met de programmamedewerkers.
SPORTIMPULS 2013 Sportimpuls maakt deel uit van het programma Sport en Bewegen in de Buurt. In dit VWS-programma werkt het ministerie samen met de bestuurlijke partners NOC*NSF, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en andere partijen om zo veel mogelijk Nederlanders aan het bewegen en/of sporten te krijgen. De achterliggende gedachte is dat een gezonde en actieve leefstijl mensen langer gezond houdt. In 2012 zijn 170 Sportimpuls pro jecten gehonoreerd. Op 29 november gaat ronde 1 van 2013 Sportimpuls open met een sluitingsdatum op 5 maart 2013. 11 miljoen euro is beschikbaar voor een lokaal samenwerkings
22 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5
verband van sportaanbieders met andere partners uit bijvoorbeeld de zorg, onderwijs, welzijn om best practices in een andere gemeente en/of voor een andere doelgroep in te zetten. De succesvolle voorbeelden staan op de Menukaart Sportimpuls die te vinden is op www.effectiefactief.nl/menukaart. Ook wordt een specifieke ronde geopend met een Sportimpuls gericht op jeugd met overgewicht voor € 2 miljoen euro. Meer info? Kijk op www.zonmw.nl/sportimpuls
VOORAANKONDIGING CALL ‘PUBLIEK-PRIVATE ONDERZOEKSPROJECTEN’ PROGRAMMA MEER KENNIS MET MINDER DIEREN – MODULE LIFE SCIENCES & HEALTH Deadline indiening: begin 2013 (datum wordt op een later moment kenbaar gemaakt) Achtergrond Het ZonMw subsidieprogramma Meer Kennis met Minder Dieren is gericht op Vervanging, Vermindering en Verfijning (3V’s) van proefdieronderzoek. Het programma kent meerdere modules, elk met een eigen thema en opdrachtgever. De module Life Sciences & Health (LSH) wordt uitgevoerd in opdracht van NWO. Doel en voorwaarden In hoofdlijnen zal de module LSH gericht zijn op ontwikkeling en toepassing van 3V-methodieken. Vanuit de Topsector LSH worden publiek-private samenwerkingen gezien als een essentiële modus om innovatie in 3V onderzoek te stimuleren en de resultaten toe te passen. Bij deze call valt het onderzoek binnen het kennisdomein ‘ont wikkeling van geneesmiddelen voor humaan gebruik’ (zie Programmeringsstudie Alternatieven voor Dierproeven). Het onderzoek kan Vervanging, Vermindering en/of Verfijning betreffen. Opheldering van biologische mechanismen vormt onderdeel van elk onderzoeksproject. Elk project zal cofinanciering (matching) vanuit private partijen kennen.
TO KEEP YOU AHEAD! ERASMUS WINTER PROGRAMME 2013 February 25 - March 15, 2013 Rotterdam, the Netherlands The Erasmus Winter Programme emphasizes the understanding of principles and methods of clinical research. The programme focuses on the basics common to all research in clinical medicine. In addition, the programme provides courses for those particularly interested in clinical trials, in drug safety research, and in decision making in clinical medicine. It also includes various courses in biostatistics. Courses are taught by leading international experts in the health sciences.
VISIT WWW.ERASMUSWINTERPROGRAMME.NL 23 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5 FOR MORE INFORMATION AND REGISTRATION
Doelgroep De doelgroep van de module LS&H omvat biomedisch onder zoekers binnen publieke en private partijen. Budget Voor de call kan naar verwachting maximaal e 1,85 miljoen beschikbaar gesteld worden. Procedure Onder voorbehoud dat de nadere uitwerking van de module LSH wordt geaccordeerd door de opdrachtgever, zal een open sub sidieronde publiek-private onderzoeksprojecten worden georganiseerd, op basis van Projectidee en Uitgewerkte aanvraag. De call wordt naar verwachting in het najaar van 2012 via de ZonMw website publiek kenbaar gemaakt, www.zonmw.nl en www.zonmw.nl/mkmd Informatie Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de programmasecretarissen Rob Diemel
[email protected] 070 349 52 52 en Erica van Oort
[email protected] 070 349 53 26.
Subsidiekalender Kijk voor een actueel overzicht van ZonMw-subsidies ook op: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 1 november 2012
Tussen Weten en Doen II, onderzoeksprogramma verpleging en verzorging. ZonMw roept bestaande samenwerkingsverbanden op tot het indienen van projectideeën voor onderzoekslijnen (een aantal samenhangende projecten) voor de tweede subsidie ronde van het programma. Het doel van deze ronde is het werven van twee onderzoekslijnen. Er kan worden ingediend op (een combinatie van) de volgende inhoudelijke thema’s: Beperkingen in functioneren en Zelfmanagement, omgaan met leef regels en therapietrouw. Het beschikbare bedrag voor deze ronde is in totaal € 1.500.000. Het aan te vragen bedrag is € 750.000 (richtbedrag) per onderzoekslijn voor maximaal vijf jaar. Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
1 november 2012
Klinische fellows. Door middel van het programma Klinische Fellows wil ZonMw getalenteerde jonge gepromoveerde clinici ondersteunen die hun klinische vervolg opleiding recent hebben afgerond, een aanstelling hebben of willen verkrijgen in een academische omgeving en daar hun eigen wetenschappelijke onderzoekslijn willen opzetten. Het Klinische Fellowship omvat een maximumbedrag van € 160.000,-. Hiervan kan maximaal € 42.000,- worden ingezet voor personele ondersteuning en benchfee. In een open competitie worden vijf fellowships toe gekend. Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 18 januari 2012
Voor medewerkers van zorginstellingen voor mensen met een visuele beperking en eventuele bijkomende beperkingen stelt Stichting InZicht een budget beschikbaar voor het cofinancieren van deelname aan de Masterclass 2013 Wetenschappelijk onderzoek in de gehandicaptenzorg, georganiseerd door de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). De masterclass heeft tot doel om mensen die werkzaam zijn in de gehandicaptenzorg te ondersteunen bij het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Medewerkers van zorginstellingen voor mensen met een visuele beperking en eventuele bijkomende beperkingen kunnen een bijdrage van in totaal € 2.000,- (inclusief eventueel verschuldigde BTW) aan de cursuskosten, reiskosten en literatuur aanvragen bij InZicht. Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
* 27 februari 2012
De Hersenstichting Nederland stelt een programmasubsidie beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. Zij roept daartoe kandidaten op een onderzoeks programma in te dienen voor het onderzoeksgebied Traumatisch Hersen letsel. Er wordt één programmasubsidie beschikbaar gesteld. Een programma subsidie bestaat uit maximaal € 600.000. Vooraanmeldingen kunnen via een standaardformulier worden ingediend t/m uiterlijk woensdag 27 februari 2013 en moeten voldoen aan het ‘kader programmasubsidie traumatisch hersenletsel’ van de Hersenstichting Nederland, in te zien op de website www.hersenstichting.nl >onderzoek. Het standaardformulier is aan te vragen bij Ellen Rasens:
[email protected]
* 1 maart 2013
Prijzen Stichting Hippocrates Studiefonds 2013. Deze worden toegekend voor medisch wetenschappelijk onderzoek, verricht door studenten Geneeskunde vóór hun artsexamen. Prijzen bestaan uit een oorkonde en een geldbedrag van € 2000. Informatie en deelnameformulier: mw. M.H. Haasnoot-Philippo, tel. 071 526 24 56,
[email protected] + Doorlopend
31 december 2012
Call for proposals of maximum € 10,000 for International Exchange and Collaboration grants in Electromagnetic Fields & Health (EMF&H) Please note that this call is only for inter national proposals with a maximum of € 10.000. Proposals for International Exchange and Collaboration from € 10.000 to a maximum of € 50.000 can be submitted in a separated call. Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
31 december 2012
Oproepen tot het indienen van subsidieaanvragen voor de kosten van het opstellen en indienen van een Orphan Designation Dossier (ODD) bij de EMA. Deze subsidie bedraagt € 7200 per ODD-aanvraag voor een aanvrager zonder ODD-ervaring en € 3600 per ODD-aanvraag voor een aan vrager met ODD-ervaring. Maximaal twee subsidieaanvragen per jaar van een aan vrager worden gehonoreerd. Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
1 december 2014
Oproepen tot het indienen van subsidieaanvragen voor het Programma Priority Medicines Zeldzame Aandoeningen en Weesgeneesmiddelen, Netwerksubsidies Informatie: www.zonmw.nl/subsidiekalender
De met een asterisk (*) gemarkeerde vermeldingen zijn nieuw in deze kalender.
24 Mediator | oktober 2012 | jaargang 23 | nummer 5