22
kans
Ontwikkeling Maatschappelijke Ontwikkeling Stadskantoor Lübeckplein 2 Postbus 10007 8000 GA Zwolle Telefoon (038) 498 24 86
[email protected] www.zwolle.nl
Langer zelfstandig leven en opgroeien Kader diensten in en aan huis
Versie Datum
1 28 mei 2013
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
Inhoud 1
Kernboodschap
3
2
Inleiding
4
3 3.1 3.2 3.3
Uitgangspunten ambulante diensten in-/aan huis Resultaat centraal stellen Integraal pakket bieden Cliëntsturing en maatwerk
6 6 8 10
4
Toegang
12
5
Bekostiging
13
6
Vervolg
14
BIJLAGEN Bijlage 1. Wettelijke trajecten Bijlage 2. Achtergrond informatie per taak
16 16 17
2/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
1. Kernboodschap In Zwolle werken wij vanuit de visie waar: - participatie centraal staat; mensen kunnen meedoen aan de samenleving; - de regie bij de inwoner ligt; - de focus op het hele huishouden ligt; 1 - de ondersteuning op maatKernboodschap is samengesteld; - de ondersteuning zo veel mogelijk dicht bij de inwoners ( in de wijk) is geregeld. Deze visie vertalen wij in een aantal uitgangspunten voor de ambulante ondersteuning van de kwetsbare inwoners die gericht is op het (zelfstandig) voeren en organiseren van een eigen huishouden en het opvoeden van kinderen. Deze ondersteuning verenigen wij in een cluster Diensten in en aan huis. De gemeente is nu voor een deel al verantwoordelijk voor de ondersteuning van kwetsbare inwoners. Wij organiseren bijvoorbeeld algemeen maatschappelijk werk, opvoedondersteuning, activiteiten gericht op ondersteuning en participatie van chronisch zieken en wij verstrekken verschillende individuele voorzieningen, zoals woningaanpassingen, vervoer en huishoudelijke hulp. Met ingang van 2015 krijgt de gemeente een bredere verantwoordelijkheid in de ondersteuning van de Zwollenaren die het (tijdelijk) zelf niet meer redden. Door gerichte ondersteuning bij het structuur aanbrengen in dagelijkse werkzaamheden (Begeleiding), het uitvoeren van algemeen dagelijkse levensverrichtingen (Persoonlijke Verzorging) en het ontmoeten van anderen, kunnen burgers met een beperking langer thuis blijven wonen en participeren in de maatschappij. Daarnaast is Zwolle vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp en –zorg. Met deze nieuwe verantwoordelijkheden rondom zorg in en om het huis, hanteren wij de volgende uitgangspunten voor het nieuwe cluster van ondersteuningsvormen: 1. Resultaat Centraal Stellen Wij stellen centraal: ‘het in staat stellen van inwoners om zelfstandig hun leven te kunnen leiden; het (langer) zelfstandig wonen’. Wij sturen op dit maatschappelijk resultaat. Met aanbieders maken wij concrete resultaatafspraken . De aanbieders krijgen vervolgens de ruimte om zelf in samenspraak met de Zwollenaar de ondersteuning te organiseren waarbij aangesloten wordt op de vraag en eigen kracht van de inwoner. Niet meer de financieringsstroom met bijbehorende voorwaarden is leidend maar de vraag van de inwoner waarbij een bepaald resultaat centraal staat. Dit geeft meer vrijheid aan de professional waardoor deze weer in zijn/ of haar kracht wordt gezet. 2. Geïntegreerd Pakket Bieden Ondersteuningsvragen van inwoners gaan over het zelfstandig leven in de brede zin, dwars door alle leefgebieden en regelingen heen. Wij willen niet meer van afzonderlijke functies spreken zoals nu in de AWBZ het geval is, maar wij beogen de verschillende vormen van ondersteuning zo veel mogelijk met elkaar te integreren. Als ondersteuning geleverd wordt, is dat in één integraal pakket. Het moet dan ook niet meer zo zijn dat er binnen één huishouden (te)veel verschillende professionals over de vloer komen. Wij willen dit zoveel mogelijk beperken. Bijvoorbeeld, het praktisch oefenen van de aangereikte opvoedvaardigheden kan door dezelfde professional, als onderdeel van individuele begeleiding, meegenomen worden. Belangrijk is dat alle benodigde vormen van ondersteuning en hulpverlening binnen een huishouden onderdeel uitmaken van één samenhangend ondersteuningsplan. 3. Cliëntsturing en Maatwerk Ambulante ondersteuning bieden wij zo dicht mogelijk bij de inwoners, binnen de context van het gezin of in de directe omgeving. Daar waar specialistisch hulpverlening nodig is, zal deze zoveel mogelijk binnen deze context worden aangeboden. De professional gaat samen met de inwoner kijken naar welke ondersteuning in deze situatie met de aanwezige mantelzorg en/ of vrijwilligers aanvullend geboden moet worden. Samenwerking tussen formele en informele zorg draagt bij aan een arrangement op maat. Hierdoor is het mogelijk om te komen tot nieuwe arrangementen die beter aansluiten bij de behoefte van de inwoner en die efficiënter georganiseerd zijn. Professional en inwoner kijken samen wat er nodig is, waarbij de ondersteuning flexibel ingezet kan worden naar wat op dat moment nodig is. Wij zullen gaan bezien op welke manier de methodiek van de Keukentafelgesprekken ingepast gaat worden in de nieuwe situatie. 3/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
2
Inleiding
Sinds de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo, 2007) zijn gemeenten verantwoordelijk gemaakt voor de maatschappelijke ondersteuning van haar inwoners. Het doel van de Wmo is dat iedereen zo zelfstandig mogelijk kan wonen en leven en zo goed mogelijk kan deelnemen aan de samenleving. Wanneer mensen dit niet zelf of met behulp van hun sociaal netwerk kunnen organiseren, biedt de gemeente ondersteuning aan. Het kan dan gaan om maatschappelijk werk, maatschappelijke opvang, ondersteuning voor mantelzorg en vrijwilligers, opvoedondersteuning, individuele voorzieningen zoals woon-, en vervoersvoorzieningen, hulp bij het huishouden etc. In de afgelopen jaren heeft het Rijk de hervorming van langdurige zorg in gang gezet. De laatst aangekondigde maatregelen waarmee wij als gemeente in het kader van de Wmo te maken krijgen zijn: Decentralisatie van de extramurale zorgtaken die nu nog onder de AWBZ vallen; de functies Begeleiding, Kortdurend Verblijf en Persoonlijke verzorging 1 . Deze overgang gaat gepaard met een reductie van 25% op het budget Begeleiding en 15% op het budget voor Persoonlijke verzorging. Het scheiden van wonen en zorg, waardoor ouderen en verstandelijk gehandicapten langer thuis blijven wonen met de nodige ondersteuning. Over de gevolgen van deze maatregel hebben wij u via een afzonderlijke informatienota geïnformeerd. De bezuiniging op huishoudelijke hulp gaat per 2015 in; de gemeente houdt 60% van het huidige budget voor deze taak. Het Rijk heeft daarnaast aangekondigd dat de transitie van jeugdzorg naar gemeenten voor 1 januari 2015 staat gepland. Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van opvoed- en opgroei ondersteuning, van algemene preventie tot verblijfszorg, inclusief LVB en J-GGZ. Deze transitie gaat gepaard met een korting van 15%. Deze veranderingen betekenen dat wij er de komende jaren veel taken bij krijgen op sociaal gebied en dat wij deze taken meer in samenhang kunnen vormgeven. Zwolle wordt verantwoordelijk voor bijna alle maatschappelijke ondersteuning van de eigen inwoners op het gebied van inkomen, werk, het kunnen voeren van een huishouden en de ondersteuning bij opvoed en opgroeiproblemen. Kortom; wij dragen bij aan de mogelijkheid van mensen hun leven zelfstandig vorm te geven. In de informatienota Spoorboek sociaal domein ( 18 maart 2013) hebben wij aangegeven de Visie sociaal domein, Werken vanuit vertrouwen, in een aantal kaders uit te werken die deze integrale werkwijze beleggen. Wij beleggen daarmee de dwarsverbanden tussen de nieuwe wetten: de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet.
1
Indien deze niet vervlochten zijn met het verpleegkundig handelen. 4/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
De kadernota “Langer zelfstandig leven en opgroeien” is één van de genoemde kaders waarin wij de uitgangspunten neerleggen voor het geïntegreerd aanbieden van een deel van de decentralisatietaken en bestaande taken die direct hierin passen. Deze zijn: - Individuele Begeleiding – Wmo (nu nog AWBZ) - Persoonlijke Verzorging – Wmo (nu nog AWBZ) - Ambulante opvoed- en opgroeiondersteuning - Jeugdwet (nu nog Wet op de jeugdzorg) - Huishoudelijke hulp – Wmo - Individuele voorzieningen - Wmo - Algemeen Maatschappelijk Werk – Wmo Deze clustering biedt ons nieuwe mogelijkheden om met de ondersteuning goed aan te laten sluiten bij de eigen mogelijkheden van de inwoner en zijn netwerk. Het past ook goed in de visie van de gemeente om de zorg en ondersteuning zo dicht mogelijk bij de inwoner te brengen en om de ondersteuning in samenhang te organiseren. De vraag van de inwoner en het streven naar een bepaald resultaat staan straks centraal. Dit geeft meer vrijheid aan de professional met de mogelijkheid om maatwerk te leveren. Professionals zijn aan zet en krijgen de ruimte om te doen wat nodig is (maatwerkgericht). Het wordt wel een grote uitdaging om met minder financiële middelen een gelijkwaardige kwaliteit van zorg en ondersteuning te kunnen blijven bieden voor deze (zeer) kwetsbare doelgroepen. Het is noodzakelijk om de ondersteuning anders te organiseren. Het moet effectiever, efficiënter en ook goedkoper. En daar waar het nodig is, blijven wij zorg geven.
5/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
3
Uitgangspunten ambulante diensten in-/aan huis
3.1
Resultaat centraal stellen
In de visie op Sociaal Domein hebben wij voorop gesteld om op maatschappelijk effect te willen sturen. Wij laten in het toekomstig aanbod bestaande organisatie- en financieringsstructuren dan ook los. De integrale zorgvraag staat centraal en wij willen dat in één aanpak beantwoorden. Daar is ontschotting voor nodig van middelen en mensen. De professional krijgt meer vrijheid. De ondersteuning vanuit de huidige AWBZ is hoofdzakelijk taak/ handelingsgericht georganiseerd. Voor een specifieke handeling bij een specifieke cliënt krijgt de zorgaanbieder momenteel een vergoeding. De persoon/ het huishouden als geheel met zijn wensen en doelen dreigt hierdoor uit beeld te raken. Ook de jeugdzorg is in het huidig stelsel te veel op een specifieke cliënt (het kind/de jongere) gericht en te weinig op het huishouden als geheel. De mogelijkheden om integraal maatwerk te leveren bij een gezin voor opvoed en opgroei ondersteuning worden door het huidige stelsel beperkt. Door de verandering in de verhoudingen tussen en in de samenleving, krijgt een bewoner, een instelling en overheid een andere rol. De inwoners zijn actief en nemen het heft steeds vaker in eigen hand. Zij organiseren hun eigen leven en, daar waar het zelfstandig niet lukt, zoeken zij ondersteuning op maat. Hierbij blijft zo lang mogelijk zelfstandig functioneren en zelfstandig leven het beoogde resultaat. Voor de gemeente betekent dit dat wij minder vóór mensen moeten denken en dat wij de inwoners meer moeten gaan faciliteren. Wij moeten meer uitgaan van en beroep doen op eigen kracht van onze inwoners. Bij de wijze waarop wij de ondersteuning op maat willen organiseren sluiten wij aan op de uitgangspunten zoals die ook in de visie Werken vanuit Vertrouwen door de Raad zijn vastgesteld. Kenmerk hiervan is dat wij het resultaat centraal stellen. Het gaat niet meer om het opheffen van de beperking maar om de ondersteuning met als doel het zelfstandig kunnen leven en participeren. Thea (28) woont met haar man en drie kinderen thuis. Vanwege agressief gedrag van haar oudste dochter op school is er jeugdhulp in het gezin ingeroepen. Al snel bleek dat de moeder ook ondersteuning nodig heeft omdat zij heel erg druk is in haar hoofd en ze kan haar huis en huishouden niet op orde brengen, wat ook veel onrust in het gezin brengt. Nu krijgt Thea één keer per week begeleiding om structuur te kunnen aanbrengen in haar huishouden en bij het opvoeden van haar kinderen. Dit laatste ligt in het verlengde van de gesprekken bij jeugdhulp en verankert de gemaakte afspraken in de praktijk. De man van Thea is een belangrijke steun hierin en deelt veel taken in het huishouden, soms neemt hij de zorg voor de kinderen even volledig over om rustmomenten voor Thea te creëren. In dit leerproces en ter ontlasting van Thea is tijdelijk huishoudelijke hulp voor één keer in de week in huis geroepen. Deze wordt op termijn afgebouwd. Er
6/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
wordt nu ook gekeken naar het versterken van het sociaal netwerk van Thea en hoe deze in haar directe omgeving uitgebreid kan worden. Met professionals willen wij concrete resultaatafspraken gaan maken per wijk op basis van de opgave in de wijk. De aanbieders krijgen op basis van de gemaakte resultaatafspraken de ruimte om zelf in samenspraak met de bewoner de ondersteuning, individueel of in groepsverband, te organiseren waarbij aangesloten wordt op de vraag en eigen kracht van de inwoner. Aanbieders moeten in staat zijn om daarin de verbinding te leggen met de andere aanwezige partijen in de wijk en hiermee een samenhangende ondersteuning te bieden aan een gezin. Afspraken rondom ondersteuning zullen uitgewerkt worden in een ondersteuningsplan. Opvoed en opgroei vraagstukken worden niet separaat opgepakt maar zullen juist onderdeel uitmaken van een ondersteuningsplan op maat. Niet meer de financieringsstroom met bijbehorende voorwaarden is dus leidend maar de vraag van de inwoner en het streven naar een bepaald resultaat, staan centraal. Dit geeft meer vrijheid aan de professional met de mogelijkheid om maatwerk te leveren. Tevens krijgen wij door deze andere manier van organiseren meer samenhang voor inwoners met ondersteuningsvragen, en zal er eerder geneigd zijn tot het ‘ontzorgen’. Mevrouw Evers (78), woont thuis, wordt elke dag geholpen bij onder andere het aanen uittrekken van steunkousen, krijgt steeds meer problemen om haar huishouden te organiseren en er blijven rekeningen liggen. Daarom wordt meer hulp ingezet; begeleiding en huishoudelijke hulp. Haar man heeft een paar jaar geleden een lichte beroerte gehad en wordt ondersteund door zijn dochter bij de verzorging van mevrouw. Mevrouw gaat twee dagdelen per week naar de dagbesteding om haar man te ontlasten. Om dit effect te kunnen bereiken hanteren wij de volgende doelstellingen ofwel subresultaten voor de ambulante diensten in-/aan huis: - het voeren van een huishouden; - thuis zorgen voor gezond en veilig opgroeien van kinderen die tot het gezin behoren; - uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen; - bevordering, behoud of compensatie van zelfredzaamheid; - zelfregie voeren over het dagelijkse leven; - toepassen of inslijpen van aangeleerde vaardigheden en gedrag in het dagelijks leven. Om deze doelstellingen te bereiken, kunnen diverse vormen van ondersteuningsactiviteiten worden ingezet. Voor uitgebreide informatie over verschillende taken zie bijlage 2. Ook kan ondersteuning uit een andere cluster van diensten ingezet worden als deze bijdraagt aan het te bereiken resultaat, bijvoorbeeld dagbesteding.
7/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
3.2
Integraal pakket bieden
Meedoen is het uitgangspunt in het Zwolse beleid. Wij werken eraan dat onze inwoners zo veel mogelijk zelfstandig (blijven) participeren in de samenleving. Een groot deel van de inwoners redt zich en is waar nodig in staat om zelf ondersteuning te organiseren, ook wordt waar nodig het eigen netwerk ingeschakeld. Daar waar een vangnet in ondersteuning nodig is zorgen wij en de betrokken organisaties in Zwolle dat dit vangnet er is. Hierbij stimuleren wij het zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen en de regie te voeren over het eigen leven. Ondersteuningsvragen van inwoners gaan over het zelfstandig leven in de brede zin, dwars door alle leefgebieden en regelingen heen. Om zelfstandig/ of bij je ouders te kunnen blijven wonen heeft een groep inwoners ondersteuning aan huis nodig, zoals hulp bij het wassen en aankleden, hulp in het huishouden of hulp bij het structureren van de dag. In sommige gevallen zal ook ondersteuning bij (veilig) opvoed- en opgroeivraagstukken nodig zijn. Ondersteuning van opvoeders en kinderen/jongeren gericht op veilig opvoeden en opgroeien dient dan te worden geboden. Door in te zetten op preventie, vroegtijdige signalering en het bieden van een integraal aanbod op maat, waarbij beroep wordt gedaan op inzet en/of versterking van eigen kracht, kunnen kinderen thuis gezond en veilig opgroeien. Inzet van zwaardere interventies wordt zo veel mogelijk voorkomen. Kenmerk van al deze vormen van ondersteuning is dat deze bij mensen thuis of in hun omgeving zoals op school (specifiek voor jongeren), sportveld, werk, maar ook online (bijv. Facebook) wordt gegeven. Het gaat hierbij om de zorg buiten een (zorg-)instelling afgestemd op de behoefte van de inwoner. Peter (10); op school wordt geconstateerd dat schoolprestaties van Peter verslechteren, er is sprake van frequent schooluitval. Een IB-er (Interne Begeleider) op school vraagt een gesprek met ouder van Peter aan. Het betreft een één-ouder gezin, waarbij de moeder van Peter recent werkloos is geraakt en er schulden zijn ontstaan. Spanningen rond financiële situatie en afwikkeling van echtscheiding vinden zijn weerslag in relatie moeder-kind. De IB-er, maakt onderdeel uit van het netwerk CJG en stemt situatie af met betrokken professionals (o.a. AMW, GGD). Vervolgens wordt in overleg met gezin voorgesteld om gezinsbegeleiding in te zetten. In een aantal sessies aan huis wordt met gezinsleden gesproken over en gewerkt aan verbetering van onderlinge communicatie. De moeder van Peter krijgt coaching in hoe om te gaan met de verwerking van Peter van recente gebeurtenissen (echtscheiding) met IB-er en leerplichtambtenaar worden afspraken gemaakt over terugdringen. Het begeleidingstraject wordt na een vijftal sessies afgerond, wel kan de moeder van Peter telefonisch of per e-mail nog contact opnemen met de gezinsbegeleider. Ook doet de moeder van Peter een beroep op schuldhulpverlening om de financiële huishouding weer op orde te krijgen.
8/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
Nu komen deze verschillende vormen van ondersteuning aan huis nog voort uit verschillende wetten en regelingen, waardoor er schotten in de financiën en in de uitvoering zijn gecreëerd. Huishoudelijke hulp komt uit de Wmo, Persoonlijke verzorging en thuisbegeleiding wordt vanuit de AWBZ georganiseerd, ambulante begeleiding aan kinderen, jongeren en gezinnen valt nu nog onder de provinciale jeugdzorg, zorgverzekeringswet (jeugd-LVG) en zorgverzekeraar (jeugd-GGZ) Per 2015 wanneer de gemeente verantwoordelijk wordt voor dit totale pakket aan ondersteuning, willen wij deze schotten geheel gaan loslaten. Wij willen straks niet meer van afzonderlijke functies spreken zoals nu bijvoorbeeld in de AWBZ wel het geval is, op basis van een bepaalde indicatie en een bepaalde specialist die je komt helpen. Wij beogen de verschillende vormen van ondersteuning zo veel mogelijk met elkaar te integreren. Als ondersteuning geleverd wordt, is dat in één integraal pakket met verschillende onderdelen dat uitgewerkt is in één ondersteuningsplan. Het moet dan ook niet meer zo zijn dat er binnen één huishouden (te)veel verschillende professionals over de vloer komen. Wij willen dit zoveel mogelijk inperken. In het integraal pakket dat wij voor ogen hebben voor ondersteuning in en om huis, passen in ieder geval de volgende bestaande taken: - individuele begeleiding - persoonlijke verzorging (indien niet verbonden met verpleging) - ambulante opvoed- en opgroeiondersteuning - huishoudelijke hulp - individuele voorzieningen - algemeen maatschappelijk werk Dit betekent niet dat er geen maatwerk geleverd wordt. In een wijk zijn die professionals aanwezig die voldoende verstand hebben van vraagstukken rond opvoeding en opgroeien, dementie enz. om de juiste ondersteuning te kunnen leveren. Daar waar meer specialistisch inzet nodig is (bijvoorbeeld bij J-GGZ), worden deze door de professionals in de wijk er bij gehaald, er vindt geen overdracht van cases plaats. Wij zien in de praktijk voorbeelden dat er binnen de zorg aan huis nu ook al verschillende functies worden gecombineerd. Als er een verpleegkundige bij iemand thuis langs komt voor het verzorgen van een wond, dan wordt vaak ook meteen de persoonlijke verzorging uitgevoerd. En begeleiding en persoonlijk verzorging loopt bij bijvoorbeeld de Psychogeriatrische Zorg (PG; dementiezorg) ook al sterk door elkaar heen. Deze “slimme combinaties” willen wij nog verder en breder toepassen. Het principe van zo min mogelijk gezichten over de vloer wordt dus nu ook al wel (zij het in lichte mate) toegepast, maar men dient rekening te houden met de financiële en protocollaire mogelijkheden. Door het opheffen van de schotten tussen de verschillende financieringsstromen willen wij de integratie van verschillende functies aanzienlijk verder doorvoeren.
9/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
Mevrouw Pietersen (80), woont thuis en heeft een uitbehandelde vorm van kanker en daarnaast diabetes. Tweemaal daags komt er hulp voor het in- en uit bed gaan (inclusief wassen, aankleden). Haar man verzorgt de boodschappen, doet de tuin en kookt, met behulp van kleindochter. Meneer helpt mevrouw bij het eten en toiletbezoek overdag. Mevrouw heeft zelf leren prikken voor diabetes, zij controleert haar suiker driemaal daags. Wanneer er insuline moet worden gespoten komt er verpleegkundige hulp. Er komt eenmaal per week huishoudelijke hulp. Tweemaal per maand komt er hulp van een psychiater om te leren omgaan met de situatie. Er is onlangs een traplift geplaatst en er is 24 uurs-alarmering aanwezig. Op woensdagavond komt een vrijwilliger spelletjes doen. Belangrijk is dat alle benodigde vormen van ondersteuning en hulpverlening binnen een huishouden onderdeel uitmaken van één samenhangend plan. Hierdoor is het mogelijk om te komen tot nieuwe arrangementen die beter aansluiten bij de behoefte van de cliënt en die efficiënter georganiseerd zijn. Professional en inwoner kijken samen wat er nodig is, waarbij de ondersteuning flexibel ingezet kan worden naar wat op dat moment nodig is. Doordat de verschillende ‘functies’ meer met elkaar worden geïntegreerd, kunnen aanbieders de te verlenen zorg meer in samenhang leveren, en naar wij verwachten effectiever en efficiënter.
3.3
Cliëntsturing en maatwerk
Een belangrijke omslag binnen de Wmo is het uitgangspunt van het compensatiebeginsel. De omslag wordt gemaakt van het “recht hebben op voorzieningen” naar kijken wat iemand nodig heeft. Hiermee komt het resultaat centraal te staan, waarbij de ondersteuning op maat geleverd moet worden. Om aan deze Kanteling binnen de Wmo invulling te geven, hanteren wij de methodiek van de ‘Keukentafelgesprekken’. Wij zullen gaan bezien op welke manier deze methodiek ingezet wordt in de nieuwe situatie. Bij maatwerk gaan wij uit van de mogelijkheden van de inwoner en versterken wij die door samen met de professional te kijken naar welke professionele ondersteuning in deze specifieke situatie aanvullend geboden moet worden, aanvullend op de aanwezige mantelzorg en/ of vrijwilligershulp. Met de komst van de Wmo in 2007 is een ontwikkeling in gang gezet die beoogt eerst de eigen mogelijkheden en die van de sociale omgeving na te gaan, alvorens men een beroep kan doen op publiek gefinancierde ondersteuning. Dit uitgangspunt zal straks in de nieuwe Wmo nog explicieter worden vastgelegd 2 . Met de transformatie van de jeugdzorg wordt ingezet op een vergelijkbare omslag; wij zetten in op de zelfredzaamheid en de eigen kracht van jeugdigen en gezinnen en het versterken van de sociale leefomgeving van het kind. Indien aanvullende ondersteuning nodig is, zal
2
Brief staatssecretaris van Rijn betreft Hervorming langdurige zorg d.d. 25 april 2013 10/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
een aanbod op maat worden geboden, waarbij de vraag het uitgangspunt van de ondersteuning is. Vaak vindt men het moeilijk om zelf eigen kinderen of mensen uit directe omgeving om hulp te vragen. Wij leven nog in een maatschappij waarin men vindt dat professionele zorg een vanzelfsprekend iets is. In de praktijk zien wij dat er wel brede betrokkenheid en bereidwilligheid om ondersteuning te bieden, aanwezig is, zowel bij de kinderen, mantelzorgers als vrijwilligers. In veel gezinnen gebeurt dit nu ook al. Er zijn ook situaties waar mantelzorg nog weinig betrokken is. Een professional kan dit punt iets makkelijker bespreekbaar maken om daar waar het kan de kracht van het eigen netwerk te kunnen benutten. Daar waar mensen geen of beperkt een eigen netwerk hebben, zetten wij in op het uitbreiden en/of versterken daarvan. De context en de mogelijkheden binnen een huishouden zijn hierin leidend. Voor de inwoners die geen of een beperkt eigen netwerk hebben, is er extra aandacht en georganiseerde ondersteuning nodig. Wij zorgen voor ondersteuning daar waar het nodig is. Ook wordt met behulp van, bijvoorbeeld, netwerkcoaches of vrijwillige maatjes gekeken hoe het eigen netwerk vergroot kan worden. In Zwolle kennen wij genoeg voorbeelden waar mantelzorg nu al actief betrokken is. In deze gevallen kijken wij naar de samenwerking tussen formele en informele zorg. Ook zorgen wij voor de juiste ondersteuning aan de mantelzorger of vrijwilliger zodat deze niet overbelast wordt.
Anneke (45) is een alleenstaande moeder die een paar jaar geleden een burn-out heeft gekregen en daarna een psychose heeft gehad. Zij heeft geen werk, is heel onzeker en gesloten geworden en het contact met haar tienerdochter is verstoord vanwege haar ziekte. Na een opname is zij inmiddels thuis en ontvangt één keer per week individuele begeleiding om haar leven weer op de rit te krijgen en het contact met haar inwonende dochter te herstellen. Afgelopen zomer heeft zij een terugval gehad, begeleiding is toen tijdelijk geïntensiveerd tot drie keer in de week. Anneke doet vrijwilligers werk in een kantine van een verzorgingstehuis; dit stimuleert haar om het huis uit te gaan en sociale contacten aan te gaan. Afgelopen jaren is haar vrienden- en kennissenkring klein geworden vanwege veel onbegrip en angst. Het uitbouwen van een sociaal netwerk en het terug krijgen van zelfvertrouwen zijn de doelstellingen voor Anneke in de komende periode.
Wij organiseren ondersteuning om overbelasting bij mantelzorgers te voorkomen. Mantelzorgers kunnen zelf een beroep doen op ondersteuning op allerlei gebieden, zoals emotionele ondersteuning, praktische ondersteuning e.d. Daarnaast kan de mantelzorger bij vragen of steun een beroep doen op een professional, die laagdrempelig te bereiken is en direct steun kan bieden.
11/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
Ook het vinden, matchen en ondersteunen van vrijwilligers in de zorg doet een extra beroep op de overheid. In Zwolle wordt deze ondersteuning met name geboden door het Steunpunt Mantelzorg maar wij zien daarnaast dat steeds meer zorginstellingen zich verantwoordelijk voelen voor een goede ondersteuning van de mantelzorger in het belang van hun cliënt. Maatwerk bij de samenstelling van het ondersteuningsarrangement betekent ook ruimte hebben voor de specifieke ondersteuningswensen en diversiteit van de vragen voortvloeiend uit de beperking, leefsituatie of levensbeschouwelijke achtergrond. De inwoner kan de expertise over zijn eigen situatie gebruiken bij het zoeken, samen met de professional en eigen familie en/ of netwerk, naar de beste compensatie van zijn of haar beperking. Hiermee waarborgen wij de gewenste keuzevrijheid van de inwoner. Wij realiseren ons dat maatwerk in een enkel geval willekeur als gevolg kan hebben. De handvaten om dit te voorkomen gaan wij nog uitwerken, zodat er geen overbodige regelzucht en administratie bij komen. Wij denken eerder aan intervisie, kwalitatieve steekproeven, casusbesprekingen, klantenpanels ed. Een andere aspect is - de flexibele inzet van ondersteuning, afhankelijk van wat er op dat moment nodig is. Zo kan bij een life-event de inzet van de professional tijdelijk verhoogd worden totdat de situatie weer gestabiliseerd is. Of er kan, bijvoorbeeld, meer op persoonlijke verzorging ingezet worden bij het herstel na de operatie in plaats van reguliere begeleiding. Ambulante ondersteuning bieden wij zo dicht mogelijk bij de inwoners, binnen de context van het gezin of in de directe omgeving. Daar waar specialistisch hulpverlening nodig is, zal deze zoveel mogelijk binnen deze context worden aangeboden. Dit betekent dat specialistisch hulpverlening, erbij wordt gehaald, deze hulpverlening maakt onderdeel uit van het integraal plan (1 gezin, 1 plan); er vindt geen overdracht van casus/ dossier plaats.
4
Toegang
Voor de groep Zwolse inwoners die ondersteuning nodig heeft bij het langer zelfstandig leven en opgroeien, is er ondersteuning; laagdrempelig en zo dichtbij mogelijk. Hiervoor worden sociale wijkteams per wijk gevormd. Deze sociale teams bestaan uit professionals met verschillende expertises maar met een brede blik en in staat om generalistisch te opereren. Samen met de bewoner zorgt een generalist uit het wijkteam voor, daar waar nodig, een systeem gerichte aanpak. Het wijkteam is gericht op het beantwoorden van vragen en snel inzetten van lichte vormen van ondersteuning. De sociale wijkteams zijn zichtbaar voor de inwoners, zij kunnen daar met al hun vragen en voor ondersteuning terecht. Wij zullen per wijk afspraken maken op grond van de opgave in de wijk over het te bereiken resultaat gericht op langer zelfstandig leven en opgroeien. De professionals van deze aanbieder maken onderdeel uit van het sociale team in de wijk. De ondersteuning die wordt ingezet is aanvullend aan de eigen mogelijkheden van de 12/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
inwoner en van zijn sociale omgeving en is gericht op het te bereiken resultaat, namelijk het langer zelfstandig leven en opgroeien. De toeleiding naar vormen van ondersteuning die gericht zijn op het langer zelfstandig leven en opgroeien vindt plaats via dit sociaal team. Over de ontwikkeling van een sociaal wijkteam informeren wij u via een afzonderlijke opinienota “Sociale wijkteams”. Cliëntondersteuning Op dit moment kennen wij cliëntondersteuning als een aparte functie. Bij cliëntondersteuning ligt de focus op de vraagverheldering, informatieverstrekking en het samen zoeken van een passende oplossing. Binnen deze functie is geen sprake van het verlenen van (langdurige) ondersteuning, het gaat hier om verheldering van de vraag, verstrekken van informatie over de mogelijkheden en, als het nodig is, het zoeken en begeleiden naar een gepaste ondersteuning die aansluit bij de vraag en behoefte van de cliënt. Wij hebben uitgesproken om ondersteuning aan de Zwollenaren geïntegreerd aan te bieden. Dit geldt ook voor cliëntondersteuning. Rondom het ontwikkelen en samenstellen van de wijkteams zullen wij bekijken op welke manier de functie cliëntondersteuning gepositioneerd wordt binnen de nieuwe ondersteuningsstructuur.
5
Bekostiging
Bij de uitwerking van de wijze waarop wij de ondersteuning willen organiseren, stellen wij het sturen op maatschappelijk resultaat centraal. Dit willen wij ook vertalen in de manier van bekostigen . De eerste stap is dat wij per wijk de opgave helder in beeld willen hebben. Op basis van deze opgave kunnen wij nadere invulling geven aan het te behalen resultaat voor die wijk. Aan de hand van de opgave en de te bepalen resultaten per wijk zullen de beschikbare middelen worden verdeeld in een financieel budget per wijk. Elders in het land zijn hier al ervaringen mee; deze zullen wij meenemen. De in deze nota benoemde uitgangspunten zullen voor een groot deel uitgevoerd worden in de sociale wijkteams. De organisatievorm waar de gemeente voor zal kiezen bepaalt ook welke bekostiging we gaan hanteren. Hierbinnen maken wij gebruik van de bestaande expertise, maar dit betekent niet op voorhand dat dit bij bestaande organisaties wordt belegd. Organisaties zullen mee moeten gaan in de vernieuwing. Inwoners leveren ook zelf een financiële bijdrage aan de ondersteuning in de vorm van een eigen bijdrage. Uitgaande van het uitgangspunt dat de gemeente aanvult aan de eigen (financiële) mogelijkheden van de inwoner betekent dit dat de inwoner ook afhankelijk van de financiële mogelijkheden die hij heeft, zelf bijdraagt aan zijn eigen ondersteuning. De komende periode zullen wij de wijze waarop wij hier invulling aan geven verder uitwerken.
13/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
Uitgangspunt voor onze keuzes zijn de maatschappelijke effecten die we willen bereiken en de inhoudelijke keuze die we daarbij maken. Daarbij zullen we de overkomende rijksgelden als uitgangspunt nemen, tezamen met de al op lokaal beschikbare gelden. Alleen wanneer blijkt dat dat onvoldoende is om ongewenste maatschappelijk effecten te voorkomen stellen we aanvullende middelen voor.
6
Vervolg
De wijzigingen in de Wmo zijn nog niet vastgesteld. De wet is in ontwikkeling. De wijzigingen die met ingang van 2015 in de aangepaste Wmo worden doorgevoerd betreffen de uitbreiding van de taken en de aanpassing van de compensatieplicht. Indiening van dit wetsvoorstel bij de Tweede Kamer is voorzien in het najaar 2013. Ook de Jeugdwet is in ontwikkeling. De behandeling daarvan zal, naar verwachting ook in het najaar van 2013 plaatsvinden. In deze nota hebben wij de Zwolse uitgangspunten uitgewerkt voor ambulante ondersteuning in brede zin, zowel voor de ondersteuning in en aan huis als in de andere natuurlijke omgeving van de inwoner. Voor de concrete uitwerking van hoe deze georganiseerd wordt, stellen wij in het najaar van 2013 een uitvoeringsprogramma op. De vraag dient heel herder gesteld te worden wat er nu nodig is om mensen langer zelfstandig te laten wonen. Om vervolgens de vraag te beantwoorden wie dat dan zou moeten regelen. Zijn dat familie en vrienden, is dat een zorgprofessional, kan een bedrijf ook diensten aanbieden. Kortom hoe groot maak je de mogelijkheden om zelf of via een organisatie de integrale hulpvraag op te lossen. En wat doe je als organisaties van nu dat niet kunnen. Op deze vragen zal een antwoord moeten komen in het uitvoeringsprogramma. In het regionaal projectplan Transformatie jeugdzorg 3 worden een zevental interventieniveaus onderscheiden ten aanzien van opvoed en opgroei ondersteuning. De niveaus 1 tot en met 4 (universele preventie, selectieve preventie, lichte opvoedhulp en intensieve opvoedhulp) worden lokaal georganiseerd en ingekocht en zullen onderdeel uitmaken van het uitvoeringsprogramma. Ten aanzien van de hogere interventieniveaus 5 en 6 (specialistische opvoedhulp en specialistische intensieve opvoedhulp) wordt nog onderzocht in hoeverre deze lokaal of regionaal worden georganiseerd. Het hoogste interventieniveau (verblijfszorg) wordt regionaal georganiseerd, waarbij te allen tijde een verbinding blijft met de lokaal georganiseerde ondersteuningsplannen. De veranderingen binnen het sociaal domein betekenen en vragen veel van alle betrokkenen. Zowel voor de gemeente, de zorgaanbieders (met vele medewerkers) als zeker ook voor de samenleving als geheel en de individuele inwoners. Wij realiseren ons dit erg goed en hebben er aandacht voor. In het op te stellen uitvoeringsprogramma komen wij terug op de zorgvuldigheid van handelen, planning en de mogelijke risico’s in dit traject, en hoe wij deze risico’s kunnen beperken.
3
Projectplan Transformatie Jeugdzorg regio IJsselland+ 2012-2015, door de raad vastgesteld op 07-01-2013 14/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
Wij vinden het belangrijk dat de continuïteit van zorg voor mensen die dit nodig hebben gewaarborgd blijft. Wij zijn ons er ook terdege van bewust dat de veranderingen een direct gevolg kunnen hebben op de huidige zorg die mensen gewend zijn geleverd te krijgen. Dit zal per individu verschillen. Bij de decentralisatie van de nieuwe taken krijgen wij de gegevens van de huidige cliënten overgedragen. Over de tijd en de manier van deze overdracht hebben wij nog geen duidelijkheid van het Rijk gekregen. Het gaat om een kwetsbare groep mensen voor wie ondersteuning op een zorgvuldige manier gecontinueerd moet worden. Dit vraagt om een grote zorgvuldigheid in overdracht en fasering. Van de zorgaanbieders vragen de veranderingen een andere werkwijze. De professionals zullen meer generalistisch moeten gaan werken, en meer naast de inwoner moeten gaan staan en minder de zorg van de inwoners overnemen. Dit vraagt een andere houding en competenties. Ook deze veranderingen hebben onze aandacht. Om de huidige uitvoering op de nieuwe manier vorm te kunnen geven, zullen er de komende maanden diverse vraagstukken nader verkend moeten worden. Deze onderwerpen komen ook terug in het uitvoeringsprogramma. Onder ander denken wij hierbij aan: 1 Samenhang tussen verpleging en persoonlijke verzorging; 2 Relatie van diensten aan huis en wijkverpleegkundige zorg; 3 Integratie van diensten met cliëntondersteuning; 4 Bepalen van opgave per wijk; 5 Aansluiting bij de sociale wijkteams; 6 Kwaliteit van de dienstverlening 7 Wijze waarmee wij met de eigen bijdrage om willen gaan nader definiëren
15/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
BIJLAGEN Bijlage 1. Wettelijke trajecten Per 2015 zal de aangepaste Wmo in werking treden. Deze aanpassing wordt ingegeven door het vervallen van aanspraak op functies Begeleiding en Persoonlijke verzorging binnen de AWBZ en beperking van de huishoudelijke hulp binnen de huidige Wmo. De gemeente wordt daarmee verantwoordelijk voor de begeleiding en verzorging (indien niet vervlochten met verpleegkundige handelingen) van thuiswonende ouderen en mensen met een beperking. Deze aanpassing gaat gepaard met korting op de huidige budgetten, te weten: 25% op Begeleiding; 15% op Persoonlijke verzorging; 40% op Huishoudelijke hulp. De nieuwe en belangrijke rol die de gemeenten gaan vervullen vraagt om een herijking van de Wmo. Het voorliggende wetsvoorstel rond wijziging van de Wmo zal worden ingetrokken. Er komt een nieuw, integraal wetsvoorstel die de staatssecretaris in het najaar 2013 bij de Tweede Kamer wil indienen. De functies die vanuit de AWBZ naar de Wmo worden overgeheveld, krijgen voor jeugdigen tot 18 jaar in de nieuwe Jeugdwet een plek. Dit zijn de functies uit de AWBZ: begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf. De functies bij de grondslag verstandelijke beperking voor jeugdigen tot 18 jaar worden ook naar de Jeugdwet overgeheveld. Mocht rondom de hervorming van de AWBZ worden besloten om de zorgzwaartepakketten (ZZP) voor jeugdigen waarvan duidelijk is dat die hun hele leven verblijfszorg nodig hebben (bijvoorbeeld ZZP’s Verstandelijke handicap 5 en 8 en ZZP Licht verstandelijke handicap 5) te omschrijven in de kern-AWBZ, dan is het voorstel om de AWBZ voorliggend te laten zijn. De verantwoordelijkheid voor deze functies komt op basis van het Regeerakkoord Rutte-II bij gemeenten te liggen. Op deze manier wordt er echter niet ‘geknipt’ per functie doordat deze in verschillende wettelijke kaders zijn belegd. Dit leidt tot een situatie waarin in principe integrale jeugdhulp op lokaal niveau wordt vormgegeven voor deze doelgroep, behalve wanneer duidelijk is dat een jongere zijn hele leven verblijfszorg nodig heeft. In dat geval is de jeugdige erbij gebaat dat dit onder een wettelijke kader zonder leeftijdsgrens valt, waar de kern-AWBZ met de focus op langdurige zorg met uitstek geschikt voor is. Er is nog geen definitieve keuze gemaakt over de afbakening voor de kern-AWBZ. Indien er iets wijzigt in de overheveling uit de AWBZ richting Wmo, dan zal bekeken moeten worden wat de gevolgen voor de Jeugdwet zijn.
16/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
Bijlage 2. Achtergrond informatie per taak Wij willen ondersteuning aan de Zwolse inwoner aanbieden die aangepast is aan zijn behoefte en één geïntegreerd pakket vormt. Met als beoogd resultaat het langer zelfstandig leven en opgroeien clusteren wij een aantal bestaande en nieuwe taken. Deze zijn: - Individuele Begeleiding – Wmo (nu nog AWBZ) - Persoonlijke Verzorging – Wmo (nu nog AWBZ) - Ambulante opvoed- en opgroeiondersteuning - Jeugdwet (nu nog Wet op de jeugdzorg) - Huishoudelijke hulp – Wmo - Individuele voorzieningen - Wmo - Algemeen Maatschappelijk Werk – Wmo Hieronder geven wij achtergrond informatie per genoemde taak. Ook noemen wij enkele getallen om een indruk te geven. Wij benadrukken dat dit verkennende getallen zijn die nog, na overdracht van gegevens door het rijk, hard gemaakt moeten worden.
Individuele Begeleiding Op dit moment houdt Begeleiding in: die activiteiten die door een instelling worden verleend aan de inwoners met fysieke beperkingen, psychische of psychosociale problemen zodat ze in staat zijn dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren, het persoonlijke leven te structureren en daarover regie te voeren. Dankzij begeleiding, blijft de inwoner functioneren binnen de thuissituatie, waarmee opname in een instelling of verwaarlozing wordt voorkomen. De activiteiten zijn gericht op het versterken van eigen regie en het structureren van het dagelijkse leven. Hierbij zijn de volgende activiteiten te onderscheiden: 1 het ondersteunen bij of het oefenen met vaardigheden of handelingen; 2 het ondersteunen bij of het oefenen met het aanbrengen van (dag)structuur of het voeren van regie; 3 het overnemen van toezicht; 4 aansturen van gedrag; 5 begeleiden bij sociaal-emotionele problematiek die samenhangt met de beperking 6 begeleiding bij mogelijke integratie in de samenleving en de sociale participatie op het vlak van wonen, werken, sociaal netwerk met als doel zelfredzaamheid; 7 specifiek voor auditieve beperking kan er begeleiden van of consultatie aan een andere zorgaanbieder gevraagd worden op verzoek van behandelende arts. 8 communicatietraining aan auditief gehandicapten of leden van het cliëntsysteem. Op 1 juli 2012 hadden 1.735 Zwollenaren een indicatie van het CIZ voor een individuele begeleiding voor gemiddeld 3,8 uur in de week. Volgens de gegevens van het zorgkantoor Achmea heeft een kleinere groep mensen in dezelfde periode (1.502) gebruik gemaakt van deze vorm van ondersteuning.
17/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
Wij tellen rond de 50 instellingen uit Zwolle en omgeving die individuele begeleiding in de vorm van zorg in natura aanbieden. RIBW, Frion, Icare en Interakt contour zijn de grootste aanbieders. Daarnaast zijn er kleinere organisaties die ondersteuning gefinancierd met PGB verzorgen (Autlook, stichting Be-ma, stichting Goed geregeld enz.). Instellingen leveren begeleiding in veel gevallen gericht op een doelgroep met een specifieke beperking, (zoals Frion die begeleiding biedt aan verstandelijk gehandicapten), of gericht op een specifieke doelgroep, (zoals Creating Balance die zich richt op dak- en thuislozen). Veel inwoners hebben, naast Individuele Begeleiding, ook andere vormen van zorg of ondersteuning. Regelmatig zien wij dat mensen naast Begeleiding ook Behandeling hebben door een specialist in het (para)medische circuit zoals een psychiater, een cardioloog, een fysiotherapeut of een verpleegkundige. In 16% van de gevallen maakt de inwoner gebruik van de andere AWBZ functies naast individuele begeleiding. Wij komen combinaties van Begeleiding met ondersteuning vanuit individuele Wmovoorzieningen tegen als Huishoudelijke Hulp of een woningaanpassing. Persoonlijke Verzorging Persoonlijke Verzorging (PV) is een van de functies binnen de huidige AWBZ. Het doel van PV zoals nu omschreven door het CIZ, is het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij activiteiten op het gebied van de algemeen dagelijkse levensverrichtingen. Onder PV verstaat men onder andere hulp bij het douchen, aankleden, in en uit bed gaan, scheren, naar de wc gaan, aanbrengen van protheses etc. Deze hulp wordt geboden door de taken geheel of gedeeltelijk over te nemen afhankelijk van de beperking die een inwoner heeft. Hierbij kan ook advies, instructie en voorlichting gerelateerd aan de handelingen gegeven worden. Bijvoorbeeld over te gebruiken medicijnen. Binnen de functie zijn ook afspraken gemaakt over het leveren van oproepbare zorg binnen een redelijke tijd, bijvoorbeeld, opstaan na een val of hulp bij de toiletgang. Op 1 januari 2013 waren er 2.100 geïndiceerde functies voor PV (CIZ) met een gemiddelde van 6,0 uur in de week 4 . De daadwerkelijke zorgconsumptie ligt lager,. Om een indicatie te geven; een momentopname van 4 januari 2013 van voorlopige cijfers van het Zorgkantoor geeft een zorgconsumptie weer van 1.656 (waarvan 319 door middel van een PGB). Tweederde van de doelgroep die Persoonlijke Verzorging heeft, bestaat uit cliënten die al bekend zijn met voorzieningen uit de (huidige) Wmo. Cliënten die kortdurende zorg nodig hebben, hebben over het algemeen weinig van doen met de (huidige) Wmo. Bij Persoonlijke Verzorging gaat het in de praktijk om cliënten die zelfstandig wonen, al dan niet met een partner. Verreweg de grootste groep bestaat uit ouderen, vanaf 65
4
Dit is inclusief de Persoonlijke verzorging die vervlochten is met verpleegkundige handelingen. 18/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
jaar, met een somatische grondslag. In twee-derde van de gevallen gaat het om vrouwen. In Zwolle kennen wij momenteel meer dan 20 thuiszorgaanbieders die extramurale PV aanbieden. De aanbieders variëren aanzienlijk in grootte; en dus in hoeveelheid cliënten: van één cliënt in Zwolle tot ruim zeshonderd cliënten per aanbieder. Daarnaast bieden verschillende zorginstellingen in Zwolle op de locaties in de omliggende omgeving van het betreffende verzorgingstehuis extramurale persoonlijke verzorging in de aanleunwoningen . Bij PV is er een duidelijke samenhang met verpleegkundige handelingen. Beiden betreffen lijfgebonden zorg voor een kwetsbare groep. De functie van Verpleging en de medische handelingen, maar ook de Persoonlijke Verzorging indien deze met elkaar vervlochten zijn, gaan vanuit de AWBZ naar de Zorgverzekeraar. Financieel ontstaat er daarmee een knip, maar in de uitvoering willen wij vanzelfsprekende samenhang in deze vormen van ondersteuning blijven waarborgen. Hiervoor zullen wij de samenwerking zoeken met de zorgverzekeraar. Ambulante opvoed- en opgroeiondersteuning Ambulante jeugdzorg, nu nog onder de verantwoordelijkheid van de provincie, het zorgkantoor (LVG) en de zorgverzekeraar (J-GG), wordt ingezet bij geconstateerde problemen bij het (veilig) opvoeden en opgroeien van kinderen, of bij indien zich problemen voordoen in het onderwijs. De ambulante opvoed- en opgroeiondersteuning richt op ondersteuning van kinderen en ouders/verzorgers, bij voorkeur in de eigen omgeving van het gezin. Dit kan thuis zijn, bij school, maar eventueel ook vrijetijdsbesteding (zoals sport). Ambulante opvoed- en opgroeiondersteuning kent verschillende vormen, zoals trainingen, gesprekken (met kinderen en ouders/verzorgers), gezinsbegeleiding, ouderbegeleiding. Afhankelijk van wat nodig is, kunnen genoemde vormen, of combinaties hiervan worden ingezet. Zo kort als mogelijk, zo lang als nodig. Hierbij wordt uitgegaan van (versterking van) eigen kracht van het gezin en bevorderen van de zelfredzaamheid. Ook jeugdreclassering, verplichte begeleiding van jongeren van 12 tot 18 die een strafbaar feit hebben gepleegd, wordt ambulant aangeboden. In het kader van transformatie jeugdzorg willen wij zoveel mogelijk inzetten op ambulante opvoed en opgroeiondersteuning. Opvoed- en opgroei ondersteuning dient zo veel mogelijk in de directe leefomgeving van de jeugdige te worden aangeboden, dus binnen de context van het gezin/ in de wijk . Wij willen een constant appèl op de plicht van ouders/verzorgers kunnen doen om hun eigen kind op te voeden. Van de in het regionaal projectplan Transformatie jeugdzorg onderscheiden interventieniveaus worden de interventieniveaus 1 tot en met 4 (van universele preventie tot intensieve opvoedhulp) dan ook bij voorkeur ambulant aangeboden. Ook bij hogere interventieniveaus (5 en 6) wordt indien mogelijk, zoveel mogelijk ingezet op ambulante ondersteuning.
19/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
Wij trekken met de transformatie jeugdzorg gezamenlijk op met het onderwijs. Het onderwijs heeft in het kader van Passend Onderwijs de opdracht om voor kinderen zo thuisnabij mogelijk onderwijs te bieden dat zo goed mogelijk antwoord geeft op de onderwijsbehoefte van de kinderen. De beweging van passend onderwijs en de beweging transformatie jeugdzorg zijn voor grote delen overeenkomstig. De koers verschuift zowel in de jeugdzorg als in het passend onderwijs naar snel en thuisnabij bieden van passende ondersteuning, versterking van de eigen kracht en integrale ondersteuning door onderwijs en jeugdhulp waarbij de ondersteuningsbehoeften van kind/ouders leidend zijn. Dit biedt kansen om de ondersteuningsplannen van het onderwijs en van gemeente op elkaar af te stemmen; de zorg in de school (onderwijs) en om de school (opvoed- en opgroei ondersteuning). Huishoudelijk Hulp Huishoudelijke hulp binnen de Wmo bestaat nu in de vorm van schoonmaak (HH1) en schoonmaak met ondersteuning (HH2). Deze wordt ondersteunend geleverd aan wat mensen of hun omgeving nog zelf kunnen. Huishoudelijke hulp 1 (HH1) omvat de lichte en zware huishoudelijke werkzaamheden, zoals stof afnemen, bedden opmaken, afwassen, opruimen, stofzuigen, ramen lappen e.d. Ook kan er wasverzorging en/of maaltijdverzorging (brood en warme maaltijd) deel van deze werkzaamheden uitmaken. Bij Huishoudelijke hulp 2 (HH2) gaat het om stimuleren, aanleren, samen opwerken en organiseren van het huishouden. In sommige gevallen kunnen de HH1 activiteiten overgenomen worden. Huishoudelijke hulp 3 (HH3) richt zich op de zorgtaken voor kinderen, hulp in crisissituaties en na revalidatie. Het kan, bijvoorbeeld, gaan om de primaire zorg voor en opvang van kinderen: wassen en aankleden, maaltijdvoorbereiding en maaltijdverzorging. Er kan ook sprake zijn van tijdelijke opvang van kinderen en overname van HH1 en/of HH2 activiteiten. Zwollenaren hebben de keuze uit een persoonsgebonden budget of één van de volgende aanbieders met wie wij een contract hebben afgesloten: o Beeuwkes Thuiszorg o Carinova o Zwols Zorg Consortium o TSN-Icare o Buurtdiensten (alleen HH2) o Tzorg (alleen HH1) o De Nieuwe Zorg Thuis o De Friese Wouden In het regeerakkoord was een bezuiniging opgenomen op het budget voor de huishoudelijke hulp van 75%, in het zorgakkoord is dat afgezwakt naar 40%. Dat betekent dat de hulp bij het huishouden, als het puur gaat om het schoonmaken van het huis, vervalt. Het schoonmaken van je huis wordt vergelijkbaar aan bijvoorbeeld het onderhouden van je tuin; een eigen verantwoordelijkheid. Mensen moeten hiervoor een beroep doen op hun eigen sociaal netwerk of de ondersteuning inkopen via een algemene voorziening.
20/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
Het resterende budget is bestemd voor een maatwerkvoorziening voor degenen voor wie deze ondersteuning echt noodzakelijk is en de ondersteuning niet zelf of door anderen kan worden opgevangen of betaald. Deze maatwerkvoorziening valt onder dit cluster. De maatwerkvoorziening kan alleen nog maar worden ingezet bij mensen die niet zelf de regie kunnen voeren om het huishouden te organiseren. Het gaat om mensen die extra ondersteuning nodig hebben, de meest kwetsbare groep. Als deze ondersteuning niet uit het sociaal netwerk kan komen, kan een beroep worden gedaan op de maatwerkvoorziening waarbij mensen een inkomenafhankelijke eigen bijdrage betalen. Deze groep komt voor een groot deel overeen met de huidige groep inwoners die gebruik maken van de HH2. In 2012 hebben 3.721 huishouden gebruik gemaakt van ondersteuning bij het huishouden. Deze zijn als volgt verdeeld: HH1 – 3.125; HH2 – 595; HH3 – 1 (waarvan in totaal 280 via een PGB). In bijna 78% van de gevallen betreft het een eenpersoonshuishouden. Een groot deel van de doelgroep (ruim 75%) is boven de leeftijd van 65 jaar. Individuele voorzieningen Binnen dit cluster zijn ook de individuele voorzieningen Wmo benoemd. De individuele voorzieningen Wmo maken onderdeel uit van het integrale pakket van ondersteuning in en om het huis. In de uitwerking zullen wij verkennen op welke wijze de uitvoering hiervan past binnen dit integrale pakket. Bij de individuele voorzieningen binnen de WMO onderscheiden wij: Vervoersvoorzieningen: deze bestaan bijvoorbeeld uit: scootmobielen, collectief taxivervoer, financiële tegemoetkoming voor vervoer, aangepaste fietsen in de vorm van driewielfietsen, driewielligfietsen en segways. Woonvoorzieningen: hierbij wordt onderscheid gemaakt in aard en nagelvaste woonvoorziening (van douchezitje tot complete aanbouw van slaapkamer en natte cel) en de losse woonvoorzieningen zoals douche/toiletstoelen, trapliften en tilliften. In complexe situaties, vaak bij ernstig zieke mensen/kinderen of meervoudig gehandicapten kunnen bijzondere woonvoorzieningen verstrekt worden, te weten: plateauliften, zweefliften, plafondtilliften en woonhuisliften. Rolstoelen: hierbij kan er sprake zijn van incidenteel gebruik (voor mensen die niet heel vaak in de rolstoel hoeven te zitten), semipermanent gebruik (mensen brengen er vaak dagdelen in door) en permanent gebruik. Omdat mensen een deel of de hele dag in de rolstoel doorbrengen is een goede zit/pasvorm en ondersteuning van belang om, bijvoorbeeld, doorzitplekken te voorkomen. Verhuizingen: naast bovengenoemde voorzieningen bemiddelen wij mensen naar aangepaste woonruimte. Het komt met grote regelmaat voor dat mensen niet in de huidige woning kunnen blijven wonen omdat het bouwkundig gezien niet mogelijk is om de huidige woning aan te passen. Hierover hebben wij een zeer nauwe samenwerking met de woningcorporaties door de aangepaste woningen opnieuw in te zetten voor de inwoners die op de lijst staan voor verhuizing naar een aangepaste woning. Dit komt veel voor bij gezinnen met een ziek of gehandicapt gezinslid. Per 01-01-2013 maken onze inwoners van de onderstaande voorzieningen gebruik: 21/22
22
Datum Titel
28 mei 2013 Langer zelfstandig leven en opgroeien
Aantal deelnemers Wmo-vervoer Aantal cliënten met een financiële tegemoetkoming vervoer Hulp bij het huishouden -
4.859 207 3.721
In 2012 hebben wij toegekend: Vervoersvoorzieningen Rolstoelen Woningaanpassingen Losse woonvoorzieningen Verhuiskostenvergoeding
322 443 278 121 58
-
Algemeen Maatschappelijk Werk Maatschappelijke dienstverlening is gericht op het vergroten van het probleemoplossend vermogen en de zelfredzaamheid van de cliënt. Doel is daarbij altijd om de cliënt zodanig te ondersteunen dat hij zijn eigen problemen kan oplossen en weer zelfstandig kan functioneren. Door het bieden van laagdrempelige toegang kunnen inwoners van Zwolle vroegtijdig hun problemen bespreekbaar maken en ondersteuning krijgen. Hierdoor wordt een potentieel beroep op zwaardere (en duurdere) vormen van hulp c.q. zorg zo veel mogelijk voorkomen. Het algemeen maatschappelijk werk (AMW) richt zich op alle inwoners van Zwolle die problemen hebben met het functioneren als volwaardig deelnemer in de maatschappij. Deze problemen kunnen van psycho-sociale en materiële aard zijn. AMW wordt in Zwolle door de Kern uitgevoerd. De Kern werkt vanuit locaties in verschillende wijken in de stad Zwolle. Op de manier waarop De Kern de voordeur heeft ingericht wil zij zo laagdrempelig mogelijk voor de kwetsbare burger in Zwolle zijn. Jaarlijks wordt een groot aantal Zwollenaren door de Kern bediend, te weten: Contacten met burgers via mail, telefoon of receptie/loket 47.752 Aanmeldingen trajecten AMW 1.237 Aanmeldingen Sociaal Raadslieden 4.889
22/22