Medezeggenschapsreglement van de centrale ouderraad

Medezeggenschapsreglement van de centrale ouderraad Inleiding Zowel ouders als ondernemers in de kinderopvang vinden het belangrijk dat ouders kunnen adviseren bij belangrijke onderwerpen betreffende de opvang van hun kind(eren). Zo werkt Kinderopvang Haarlem al jaren met oudercommissies (die adviseren over kindercentragebonden onderwerpen) en een centrale ouderraad (die adviseert over algemene onderwerpen die voor alle centra relevant zijn). In de Wet Kinderopvang, die op 1 januari 2005 is ingevoerd, is de medezeggenschap van ouders geregeld in de artikelen 58, 59 en 60. De invoering van deze wet betekent dat de bestaande medezeggenschapsreglementen aangepast moeten worden. De reglementen zoals neergelegd in deze beleidsnota voldoen aan de eisen van de Wet Kinderopvang en zijn gebaseerd op de modellen die ontwikkeld zijn door de aanbieders in de Kinderopvang (de Maatschappelijk Ondernemers Groep en de Branchevereniging Ondernemers) en afnemers van kinderopvang (BoinK : de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang). Het landelijk modelreglement voor de centrale oudercommissie vormt de basis voor het “medezeggenschapsreglement centrale ouderraad” en het landelijk modelreglement voor de oudercommissie van een kindercentrum vormt de basis voor het ‘medezeggenschapsreglement oudercommissie”. De centrale ouderraad adviseert over algemene adviesonderwerpen, daartoe gemandateerd door de locatiegebonden oudercommissies. De oudercommissies adviseren over locatiegebonden adviesonderwerpen. De adviesbevoegdheden staan benoemd in artikel 60 van de Wet Kinderopvang. Door onderscheid te (blijven) maken tussen een centrale ouderraad en oudercommissies kan een werkbare situatie gecreëerd worden die recht doet aan de gerechtvaardigde belangen van ouders èn aan het belang dat de onderneming heeft bij een efficiënte bedrijfsvoering. Dit reglement is tot stand gekomen na overleg met de centrale ouderraad en treedt in werking op 1 juli 2005.

Medezeggenschapsreglement en huishoudelijk reglement centrale ouderraad, vastgesteld op 20/6/2005

1

Medezeggenschapsreglement van de centrale ouderraad 1. Begripsomschrijving Kinderopvang Haarlem : Stichting Kinderopvang Haarlem die meerdere kindercentra exploiteert Bestuur: het bestuur van Stichting Kinderopvang Haarlem die toezicht houdt op het beleid en het functioneren van de directeur en de algemene zaken binnen de organisatie. Directeur : de door het bestuur benoemde functionaris bekleed met de hoogste dagelijkse leiding van de stichting. Hoofd: de door directeur benoemde functionaris die belast is met de dagelijkse leiding van het kindercentrum. Kindercentrum: een voorziening gehuisvest in één gebouw, waar kinderopvang plaatsvindt. Ouder: een persoon die een huishouding voert waartoe het kind behoort op wie de kinderopvang betrekking heeft. Oudercommissie: de commissie, bedoeld als in artikel 58 van de Wet Kinderopvang, functionerend in het verband van een kindercentrum zoals beschreven in het huishoudelijk reglement van de oudercommissie. Centrale Ouderraad: de raad functionerend in het verband van de kinderopvangorganisatie als geheel, zoals beschreven in het huishoudelijk reglement van de centrale ouderraad. Dagelijks bestuur het dagelijks bestuur van de centrale ouderraad bestaande uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester van de centrale ouderraad. 2.

Doelstelling De centrale ouderraad stelt zich ten doel de gemeenschappelijk belangen van ouders en kinderen op centraal niveau te behartigen.

3.

Samenstelling 1. Uitsluitend ouders zoals omschreven in artikel 1 kunnen lid zijn van de centrale ouderraad. 2. Maximaal één ouder per huishouden kan lid zijn van de centrale ouderraad. 3. Bestuursleden en personeelsleden van Kinderopvang Haarlem kunnen geen lid zijn van de centrale ouderraad. 4. Het maximum aantal leden van de centrale ouderraad is gelijk aan het aantal oudercommissies. Het minimum aantal leden bedraagt 5. Wanneer het aantal beneden de vijf daalt, zorgt de centrale ouderraad zo spoedig mogelijk voor aanvulling. 5. Bij de samenstelling wordt erop toegezien dat alle opvangvormen en zoveel mogelijk kindercentra in de centrale ouderraad vertegenwoordigd zijn. 6. Ten hoogste twee zetels in de centrale ouderraad mogen bezet zijn door leden van dezelfde oudercommissie. Per oudercommissie is één stem toegekend.

4.

Totstandkoming en beëindiging van het lidmaatschap 1. Indien er vacatures zijn in de centrale ouderraad dan roept de centrale ouderraad oudercommissieleden op zich kandidaat te stellen. 2. Benoeming van een nieuw lid kan niet eerder plaatsvinden dan nadat de centrale ouderraad, of een afvaardiging uit de centrale ouderraad, een oriënterend gesprek heeft gevoerd met de kandidaat. 3. De voorzitter van de centrale ouderraad voorziet de kandidaat van de benodigde informatie. 4. Indien het aantal kandidaten het aantal beschikbare zetels niet overtreft, worden alle kandidaten op de eerstvolgende vergadering van de centrale ouderraad benoemd. 5. Indien zich meer kandidaten melden dan er zetels beschikbaar zijn, organiseert de centrale ouderraad een verkiezing. 6. De verkiezing vindt plaats op een avond waarvoor alle oudercommissies tijdig zijn uitgenodigd. De oudercommissies worden tijdig geïnformeerd over de verkiezing en de kandidaatstelling. De verkiezing mag ook via een schriftelijke stemming, waarbij per oudercommissie één stem is toegekend. 7. Centrale ouderraadsleden worden gekozen voor een periode van 2 jaar. Ze zijn maximaal twee keer herkiesbaar; daarna dienen ze minimaal 1 jaar af te treden alvorens weer in de


2

centrale ouderraad plaats te nemen. Een uitzondering kan gemaakt worden als in geval van aftreden een oudercommissie niet meer vertegenwoordigd zou zijn in de centrale ouderraad. De centrale ouderraad beslist dan of het betreffende lid kan aanblijven, steeds voor een periode van een jaar tot een opvolger is gevonden. 8. Het lidmaatschap van de centrale ouderraad eindigt na afloop van de termijn van benoeming; bij bedanken; bij overlijden; bij ontslag door de centrale ouderraad wegens disfunctioneren en wanneer de ouder geen kind meer heeft dat gebruik maakt van de kinderopvang bij Kinderopvang Haarlem. 9. Het functioneren van de centrale ouderraad kan aan de orde worden gesteld door de oudercommissies van de kindercentra in een buitengewone vergadering die op initiatief van minimaal 25% oudercommissies bij elkaar is geroepen. De centrale ouderraad treedt in zijn geheel af als het vertrouwen in de centrale ouderraad wordt opgezegd op grond van een meerderheidsbesluit van 2/3 van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waar ten minste 2/3 van de leden aanwezig is. Een dergelijk besluit kan alleen genomen worden als het aftreden van de gehele centrale ouderraad is opgevoerd op de van tevoren opgestelde agenda. 10. Bij aftreding van de gehele centrale ouderraad dragen de oudercommissies zorg voor de verkiezing van een nieuwe centrale ouderraad. Ouders die lid zijn van een oudercommissie worden daartoe uitgenodigd om zich schriftelijk of mondeling kandidaat te stellen voor het lidmaatschap van de centrale ouderraad. 5.

Werkwijze centrale ouderraad De centrale ouderraad bepaalt zelf haar werkwijze en legt deze schriftelijk vast in een huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement bevat geen regels die in strijd zijn met hetgeen de Wet Kinderopvang bepaalt.

6.

Adviesrecht centrale ouderraad 1. De directeur stelt de centrale ouderraad conform artikel 60 lid 1 van de Wet Kinderopvang in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit inzake niet locatie gebonden onderwerpen : a. De uitvoering van het algemene kwaliteitsbeleid van Kinderopvang Haarlem met betrekking tot:  aantal kinderen per leidster  groepsgrootte  opleidingseisen van de beroepskrachten  inzetbaarheid beroepskrachten in opleiding; b. het algemeen pedagogisch beleid van Kinderopvang Haarlem. c. Het algemeen voedingsbeleid van Kinderopvang Haarlem. d. De openingstijden van Kinderopvang Haarlem. e. Vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten conform de Wet Klachtrecht; f. Wijzigingen van de prijs. 2. De centrale ouderraad oefent haar adviesbevoegdheden uit op basis van mandaat, afgegeven door de oudercommissies. 3. Bij besluiten die grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van de opvang van de kinderen kan de centrale ouderraad, binnen de gestelde adviestermijn, een achterbanraadpleging houden onder alle oudercommissies van de kindercentra, alvorens een advies uit te brengen. 4. Als in een vergadering zoals genoemd in artikel 4 lid 9 de centrale ouderraad uit haar functie wordt ontheven, gaat het gemandateerde adviesrecht tijdelijk terug naar de oudercommissies van de kindercentra totdat een nieuwe centrale ouderraad is benoemd.

7.

Ongevraagde advies


3

De centrale ouderraad is bevoegd de directeur ook ongevraagd te adviseren over de onderwerpen waarop de centrale ouderraad adviesrecht heeft (Wet Kinderopvang artikel 60 lid 3). 8.

Adviestraject 1. De adviestermijn voor de centrale ouderraad bedraagt vier weken. 2. In overeenstemming tussen de directeur en het dagelijks bestuur van de centrale ouderraad kan voor zeer dringende adviesaanvragen een kortere maximale adviestermijn worden afgesproken. 3. Indien binnen vier weken na het aanvragen van het advies door de directeur geen advies aan de directeur wordt gegeven, wordt de centrale ouderraad verondersteld positief te adviseren. 4. De directeur geeft de centrale ouderraad tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die de centrale ouderraad redelijkerwijs voor de vervulling van haar taak nodig heeft (Wet Kinderopvang artikel 60 lid 4). Pas vanaf het moment dat aan deze voorwaarde is voldaan, gaat de termijn genoemd in artikel 8 lid 1 en artikel 8 lid 3 in, evenals de overeengekomen kortere termijn in artikel 8 lid 2. Tenminste één maal per jaar krijgt de centrale ouderraad schriftelijk de algemene gegevens over het beleid dat door Kinderopvang Haarlem het afgelopen jaar gevoerd is en in het komende jaar gevoerd zal worden, inzake de in artikel 6 lid 1 genoemde adviesonderwerpen. 5. De directeur mag alleen afwijken van een advies van de centrale ouderraad indien hij schriftelijk en gemotiveerd kan aangeven dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (Wet Kinderopvang artikel 60 lid 2). 6. De directeur geeft maximaal vier weken na het verkrijgen van het advies van de centrale ouderraad schriftelijk aan of het advies van de centrale ouderraad al dan niet gevolgd wordt.

9.

Overige taken en bevoegdheden van de centrale ouderraad 1. De centrale ouderraad: a. fungeert als aanspreekpunt voor de oudercommissies van de kindercentra. b. heeft de bevoegdheid de directeur te verzoeken deel te nemen aan (een gedeelte van) de vergadering van de centrale ouderraad. c. zorgt voor een goede communicatie met de oudercommissies van de kindercentra. d. voert regelmatig overleg (uitgevoerd door het dagelijks bestuur van de centrale ouderraad) met de directeur over het algemene beleid van Kinderopvang Haarlem. e. zorgt voor goede en heldere informatieverstrekking aan de oudercommissies over de activiteiten van de centrale ouderraad. f. Vergadert éénmaal per twee jaar met de oudercommissies over het aan de centrale ouderraad afgegeven mandaat. Per oudercommissie is één stem toegekend. Artikel 8 lid 1 van het huishoudelijk reglement is van toepassing.

10

Facilitering centrale ouderraad 1. Kinderopvang Haarlem faciliteert de centrale ouderraad via:  het lidmaatschap van een belangenvereniging.  het beschikbaar stellen van vergaderruimte incl. koffie/thee.  het beschikbaar stellen van kantoorartikelen en kopieerfaciliteiten. 2. Op verzoek van de centrale ouderraad kan Kinderopvang Haarlem (financiële) middelen beschikbaar stellen voor:  het bijwonen van een congres.  het kunnen deelnemen aan een specifieke training voor de centrale ouderraad.  het kunnen raadplegen van een adviseur in geval van ingewikkelde adviesaanvragen waar specifieke kennis voor nodig is. 3. Kinderopvang Haarlem biedt administratieve ondersteuning, met name aan de secretaris in het verzorgen en verspreiden van de notulen van de overlegvergaderingen met de directeur. Op de website van Kinderopvang Haarlem is informatie opgenomen over de wijze waarop de medezeggenschap is geregeld onder vermelding van het


4

emailadres en de namen van de contactpersonen van de centrale ouderraad. 11.

Geheimhouding 1. Op de leden van de centrale ouderraad rust, inzake van hetgeen hen uit hoofde van hun lidmaatschap ter kennis is gekomen, in beginsel geen geheimhoudingsplicht. 2. Een geheimhoudingsplicht bestaat wel in de hieronder beschreven situaties; a. Informatie en stukken kunnen alleen aangeduid worden als vertrouwelijk, wanneer het gegevens van privé-personen betreft of wanneer het gegevens betreft die het economisch belang van Kinderopvang Haarlem kunnen schaden. b. Ook de centrale ouderraad kan verzoeken om geheimhouding van informatie of inlichtingen die schriftelijk of anderszins ter kennis van de directeur worden gebracht. 3. Verzoeken tot geheimhouding dienen te worden gemotiveerd. Waar mogelijk geeft de directeur of de centrale ouderraad aan welke tijdsduur aan de geheimhouding verbonden is.

12.

Wijziging van reglement Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2005. Wijzigingen nadien behoeven de instemming van de centrale ouderraad die - alvorens uitspraak te doen – een achterbanraadpleging houdt onder alle oudercommissies van de kindercentra (Wet Kinderopvang artikel 59 lid 5).


5

Huishoudelijk reglement van de centrale ouderraad 1.

Begripsomschrijving Voor een begripsomschrijving wordt verwezen naar de omschrijving in het reglement van de centrale ouderraad.

2.

Benoemen van leden van de centrale ouderraad in functie De vergadering wijst uit haar midden een voorzitter, secretaris en penningmeester aan. Zij vormen tezamen het dagelijks bestuur van de centrale ouderraad. De vergadering besluit hierover eenstemmig. In één persoon kan, ten hoogste voor een periode van drie maanden, meer dan één functie verenigd zijn. Benoeming geschiedt voor een periode van 2 jaar, artikel 4 lid 7 van het medezeggenschapsreglement van de centrale ouderraad is van toepassing.

3.

Taken voorzitter, secretaris en penningmeester 1. De voorzitter leidt de vergaderingen van de centrale ouderraad en draagt zorg voor een vlotte uitvoering van taken. Er kan gekozen worden voor roulerend voorzitterschap. 2. De voorzitter vertegenwoordigt de centrale ouderraad in de omgang met andere organen van Kinderopvang Haarlem en in de omgang met derden. 3. De voorzitter ziet toe op naleving van het reglement van de centrale ouderraad. 4. De secretaris of plaatsvervanger stelt in overleg met de voorzitter de agenda op en zorgt voor verspreiding per brief /e-mail aan de leden ten minste zeven dagen voor aanvang van de vergadering. 5. De secretaris of plaatsvervanger stelt de notulen van de vergaderingen op en verspreidt de goedgekeurde notulen onder de leden van de centrale ouderraad. De secretaris draagt eveneens zorg voor verspreiding van de goedgekeurde notulen of een verkorte versie aan de oudercommissies van de kindercentra. De secretaris beheert het notulenboek, de inkomende en uitgaande post en het adressenbestand van de leden. 6. De penningmeester beheert de middelen waarover de centrale ouderraad de beschikking heeft. 7. De voorzitter of één van de andere leden van het dagelijks bestuur ondertekent de schriftelijke adviezen van de centrale ouderraad.

4.

De Vergaderingen van de centrale ouderraad 1. De voorzitter stelt de agenda vast en informeert de leden een week voor de vergadering. 2. De leden van de centrale ouderraad komen minimaal 6 keer per jaar voor vergadering bijeen; waarbij de vergaderdata één week eerder gepland zijn dan de vergaderdata voor de overlegvergaderingen met de directeur. 3. In het laatste kwartaal van het lopende jaar wordt een vergaderschema voor het volgend jaar opgesteld.

5.

De overlegvergaderingen van de centrale ouderraad met de directeur 1. Het dagelijks bestuur van de centrale ouderraad vergadert minimaal viermaal per jaar met de directeur. Berichten van verhindering voor de (overleg)vergaderingen worden vroegtijdig meegedeeld, waarna zonodig een nieuwe datum wordt afgesproken. In het laatste kwartaal van het lopende jaar wordt een vergaderschema voor het volgend jaar opgesteld. Het dagelijks bestuur kan zich in de overlegvergaderingen laten vergezellen door een roulerend lid van de centrale ouderraad. 2. De directeur stelt de agenda in concept op en legt deze – via het secretariaat van Kinderopvang Haarlem - onder bijvoeging van stukken ten minste 2 weken voor de overlegvergadering per brief/e-mail voor aan het dagelijks bestuur. De agenda kan door het dagelijks bestuur aangevuld worden, aanvullingen worden onder bijvoeging van stukken minimaal één week voor de overlegvergadering doorgegeven aan de directeur. 3. Het voorzitterschap van de overlegvergaderingen wordt beurtelings door de directeur en de voorzitter van de centrale ouderraad uitgeoefend. 4. De notulen van de overlegvergaderingen worden verzorgd door het secretariaat van Kinderopvang Haarlem. De goedgekeurde notulen worden ondertekend door de voorzitter of één van de andere leden van het dagelijks bestuur en door de directeur. 5. De verspreiding van de goedgekeurde notulen onder de oudercommissies wordt verzorgd door de secretaris van de centrale ouderraad. De verspreiding van de goedgekeurde


6

notulen onder de medewerkers wordt verzorgd door het secretariaat van Kinderopvang Haarlem. 6.

Contacten met ouders 1. Alle ouders worden door middel van een aankondiging op het prikbord van ieder kindercentrum minimaal zeven dagen vooraf op de hoogte gebracht van de (overleg)vergadering van de centrale ouderraad. 2. De goedgekeurde notulen van de (overleg) vergaderingen worden door de secretaris van de centrale ouderraad verspreid onder de oudercommissies van de kindercentra. De notulen zijn voor iedere ouder op aanvraag verkrijgbaar en worden op een duidelijk zichtbare, centrale plaats op ieder kindercentrum ter inzage gelegd. 3. Het staat de centrale ouderraad vrij om ook andere mededelingen onder de aandacht onder de ouders te brengen via het prikbord van ieder kindercentrum.

7.

Toegang tot de vergadering 1. Iedere ouder heeft, mits van tevoren aangemeld bij de voorzitter van de centrale ouderraad als toehoorder toegang tot de vergaderingen van de centrale ouderraad . Hij kan inspreken na toestemming van de voorzitter. 2. De overlegvergadering van het dagelijks bestuur met de directeur is niet openbaar.

8.

Stemprocedures 1. Besluitvorming vindt plaats bij meerderheid van stemmen (Wet Kinderopvang artikel 59 lid 4), daarbij dient de helft plus één van het aantal leden aanwezig te zijn. 2. Over kwesties die het voortbestaan van de centrale ouderraad zelf of haar functioneren betreffen kan de vergadering alleen besluiten indien het op de agenda is opgevoerd. Het gaat hierbij met name om: a. ontslag van één van de leden. In deze situatie is de vergadering niet openbaar. b. wijziging van het medezeggenschapsreglement van de centrale ouderraad. c. wijziging van het huishoudelijk reglement van de centrale ouderraad. 3. Een lid van de centrale ouderraad kan een ander schriftelijk machtigen voor hem of haar een stem uit te brengen. Een lid kan in een vergadering voor ten hoogste twee leden als gemachtigde optreden. 4. Stemmingen geschieden mondeling. De voorzitter kan bepalen dat schriftelijk wordt gestemd. 5. Een blanco stem of onthouding wordt geacht niet te zijn uitgebracht. 6. Bij het staken van de stemmen beslist de voorzitter.


7

Medezeggenschapsreglement van de centrale ouderraad

Recommend Documents