Mededelingenbulletin van de Vervangingspool Primair onderwijs Nijmegen.
Nummer 47, 18 december 2009 Kerst in aantocht Nog even en de mooiste dagen van het jaar breken weer aan. Kerstfeest, feest van licht, gezelligheid, intimiteit en sfeer, spiritualiteit, geloof. Feest ook van rust en bezinning, even bijkomen na de drukke periode die we spoedig achter de rug zullen hebben. Eerst waren er de “traditionele” kwartaaltoetsen voor de kinderen, daarna de overlegmomenten tijdens de teamvergaderingen en / of bouwvergaderingen over de vorderingen van de leerlingen, vervolgens het rapporten schrijven, de gesprekken met de ouders voeren en tot slot het uitdelen van de rapporten aan de kinderen van je groep. Op de meeste scholen werden die verslagen eind november al verstrekt aan de leerlingen. Vervolgens werd met alle égards de bekende bisschop uit verre streken (Myra of Madrid, er gaan diverse meningen over in het rond) binnengetroond. Met veel tam-tam werd de Goedheiligman samen met zijn knechten op de scholen onthaald en braken er voor de kinderen op pakjesavond spannende momenten aan. Werd Sinterklaas ook enigszins getroffen door de gevolgen van de kredietcrisis?
-1-
Had hij ook een rekening bij de inmiddels veelbesproken Westfriese bank? Gelukkig niet, want wat waren ze weer blij met hun presentjes, met de Baby Born, de Mega Mindy verkleedset, de Mega Mindy computer, de bibaboerderij beesten en al meer van dat fraais uit de kindermarketinghoek, om nog maar te zwijgen van de strakke concepten uit de diverse catalogi van Bart Smit, Kruidvat, Speelboom. Maar goed, Kareltje kreeg een Lego opdraaitrein van vader “SinterWillemKlaas” waar hij erg fijn mee speelt, Mohammed bouwt de fraaiste constructies met de bouwdoos die hij van oom “SinterHassanKlaas” heeft gekregen en Kai-An maakt mooie schilderijtjes met behulp van de schildersdoos die ze van moeder “SinterWei-FongKlaas” mocht ontvangen. Vervolgens maakten de scholen zich op voor de diverse kerstvieringen en kerstactiviteiten. In krap twee weken tijd werden de scholen prachtig versierd, kwamen de kerstspulletjes uit de dozen en werden voorbereidingen getroffen voor kerstmarkten, kerst-fancy-fairs, kerstlunches, kerstontbijten, kerstoptredens, kerstmusicals etc. etc. Na al dat gezellig en druk bezig zijn komt de vakantie weldra in zicht. Even relaxen: lekker uitslapen, beker warme chocolademelk of kopje koffie samen op de bank, gezellig naar de nachtfilm, of waardig naar de nachtmis, aan ieder de keuze. In ieder geval… even rust.
Kwartaalcijfers Hieronder treft u de cijfers aan van de bij de V.P.O.N. ingediende vervangingsverzoeken over de periode week 36 tot en met 50 2009. De resultaten mogen er zijn. Wij danken daarom ook nu weer mede namens de kinderen en de collega’s onze vaste poolers en de diverse “losse” invallers voor hun grote inzet en betrokkenheid. Ook degenen die de opvang en begeleiding van invallers op de scholen verzorgd hebben onze hartelijke dank. Periode week 36-42 Aantal aanvragen: Vervuld: Gedeeltelijk vervuld: Niet vervuld:
Periode week Totaal: Percentage 43-50 Totaal: Percentage Aantal 978 100% aanvragen: 1249 100% 970 1 7
99,18% Vervuld: Gedeeltelijk 0,10% vervuld: Niet 0,72% vervuld:
1211
96,96%
6
0,48%
32
2,56%
Even geduld a.u.b…. 7.55 uur: “Hallo, met Pieke Buijtelaar van basisschool “De Schildpad”. “Tom, heb je een invaller voor me vandaag?” “Ik krijg net door, dat Janosj Blekkovitsj van groep 8 zich heeft ziek gemeld”. “Hallo Pieke, goeiemorgen”. “Ik ga voor je op zoek en zal je zo snel mogelijk bellen om je te melden of dit wel of niet gelukt is”.
-2-
Na drie vergeefse telefoontjes heeft Tom om vijf over acht “beet”: “Ja, met Willem Schuffelaer.” “Hallo Willem, je spreekt met Tom Fest van de V.P.O.N., goeiemorgen.” “Dag Tom, wat heb je voor me vandaag?” “Willem, vandaag is er een invaller nodig op “De Schildpad”. “Oh ja, dat is die school aan de Knorrie Homburgweg.” ”Je zegt het.” “Je vervangt Janosj Blekkovitsj van groep 8.” ”Oké, de overige gegevens zijn me nog bekend van de laatste keer dat ik daar was.” “Ik ga er zo vlot mogelijk naartoe.” “Bedankt , Willem.” “Jij ook Tom”. “Dag Pieke, ik heb een invaller voor je gevonden: Willem Schuffelaer komt zo snel mogelijk naar je school”. “Fijn, Tom, ik hoop, dat Willem er vlot kan zijn”. “Hij doet zijn best”. Om tien voor negen gaat de telefoon weer op het V.P.O.N.-kantoortje: “Met Pieke Buijtelaar, Tom de invaller voor Janosj is er nog al niet!” “Beste Pieke, kun je je voorstellen, dat Willem, die ik om vijf over acht aan de telefoon had even tijd nodig heeft om zijn haren te kammen, boterhammetjes klaar te maken en de band van zijn fiets op de juiste spanning te brengen?” “Ik verwacht dat Willem, een betrouwbare en serieuze invaller, binnen enkele minuten op je school kan zijn, maar graag even geduld en begrip voor de situatie”.“Oké, dan wacht ik het nog maar eventjes af”. “Zou ik inderdaad doen, Pieke, laat me even weten als Willem is gearriveerd.” Binnen tien minuten krijgt de V.P.O.N. coördinator weer bericht van basisschool “De Schildpad.” Frenky Hoefjes, de conciërge deze keer: “Tom, ik moest van Pieke doorgeven, dat de invaller is aangekomen.” “Dank je wel Frenky en een fijne dag verder.”“Jij ook Tom, tot de volgende keer”. Correct Soms gebeuren er zaken tijdens het invallen waar je als invaller slecht raad mee weet. Hoewel je in het draaiboek al wel gelezen had dat Marietje Krul soms behoorlijk boos kan worden om het minste of geringste, stond je toch even op je benen te trillen toen je een ware scheldkanonnade over je heen kreeg. Wat gebeurde er? Je had vergeten haar een ander werkboekje te geven, want kennelijk had Marietje een alternatief programma tijdens de rekenles. Een woede uitbarsting van dit meisje was het gevolg. De scheldwoorden waren niet van de lucht die je naar je hoofd kreeg geslingerd. De andere kinderen schrokken er ook van, de hele groep viel stil….Gelukkig behield je je zelfbeheersing. Even twijfelde je of je niet moest gaan terug schelden….Om je voor “rotte vis” te laten uitmaken hoefde je toch niet te pikken…? Hoewel je jezelf geweld moest aandoen negeerde je de napruttelende Marietje en liet je haar in het “vet gaar smoren”. Je loste “het probleem Marietje” vervolgens op door Kareltje Fijntjes een briefje in de hand te frutselen met de mededeling: “Ga zo snel mogelijk juffrouw Mekkers halen”. (Juf Mekkers was de IB-er van de school en zij had gezegd dat zij gewaarschuwd kon worden indien noodzakelijk). Binnen vijf minuten werd deze vervelende kwestie opgelost, doordat juf Mekkers Marietje kwam ophalen. Terstond hield het gemopper van Marietje op. Later op de dag bood Marietje je alsnog haar welgemeende excuus aan. In een toelichting van juf Mekkers hoorde je van Marietjes achtergrond en haar problemen. Met een groot compliment van de IB-er over je correcte optreden verliet je later op de dag de school. Goed dat je je emotioneel in bedwang kon houden hoewel dit niet gemakkelijk was geweest. Soms is het invallen bepaald niet gemakkelijk.
-3-
Mexicaanse griep? Kennelijk werkt het door minister Klink geregelde serum tegen de Mexicaanse griep zeer effectief en / of preventief. Tot nu toe is er van een “explosie” van dit virus niets te merken bij de V.P.O.N. Het aantal invalverzoeken in vergelijking met dezelfde periode van het vorig schooljaar is zelfs lager! Laten we hopen, dat we ook in het nieuwe kalenderjaar mooi langs deze griep heen glijden en dat ook de geiten weer gezonde jonkies werpen in het voorjaar. Als men dus vraagt: “¿Cómo está?” Hopen wij dat u kunt antwoorden: “Bien, gracias”. Op stroom “Mam, hoe laat gaan we naar tante Tina en oom Nol?” “Dat weet je wel, je vraagt steeds naar de bekende weg, Dop!” “Om twee uur komt de taxi die ons naar Tolkamer zal brengen”. “En hoe laat zijn tante Pieta en oom Arnold hier?” “Hou es op, met dat gezeur, die zijn hier heus op tijd voor de taxi”. “Geef jij de plantjes nog maar even een extra slokje water, dan doe je tenminste iets nuttigs”. “Pap en ik kunnen dan de koffers inpakken!” “Heb jij alles trouwens al ingepakt wat je mee wilt nemen? Heb je aan een dikke trui en aan een regenjack gedacht? En vergeet je je laarzen ook niet?” “Mam, wie zeurt er hier nou??” Het gezin Besjes is druk in de weer. Aankomende kerstdagen zullen ze doorbrengen aan boord van motorschip “De Witte Duif” van tante Tina en oom Nol. Tante Tina is de zus van oom Arnold en zij is getrouwd met de Zeeuwse schipper Nol Bliek. Al jaren varen zij samen met hun matrozen Karl-Heinz en Piet tussen diverse binnenhavens in Nederland, België en Duitsland. Deze keer voert de reis van Rotterdam naar Ruhrort voor het transport van een lading ijzerertspellets bestemd voor de Mannesmann Stahlwerke. In de haven van DuisburgRuhrort zal kerst gevierd worden. Zoals ieder jaar hebben Tina en Nol ook nu weer enkele familieleden uitgenodigd om bij hen aan boord de kerstdagen door te brengen. Dit jaar zijn dat Arnold, zijn vrouw Pieta, Pieta’s zus Lies, Sem, de echtgenoot van Lies en hun zoon Dop.
Trinnnngggg!! Om kwart voor twee gaat de bel bij de familie Besjes. “Ik ga al!” roept Dop uitgelaten. De deur gaat open en daar stappen Arnold en Pieta huize Besjes binnen. “Hallootjes, Doppie!” begroet oom Arnold zijn neef. “Hoi Dop”, zegt tante Pieta. Een half uurtje later zit het hele gezelschap in de taxi op weg naar Tolkamer, Europakade. Naast de koffers hebben allen cadeautjes voor Tina en Nol bij zich. “Ik ben benieuwd waar Nol z’n boot dit keer heeft geparkeerd”, vraagt oom Arnold zich af. “Volgens de laatste berichten liggen ze op stroom*, vlakbij het bunkerstation van Slurink aan de Europakade”, antwoordt Lies, “ik had Nol vanochtend nog aan de telefoon”. “Hij zal ons vanaf de Rijnoever per roeiboot ophalen”. “Daar ben ik nooit zo stuk van, ik vind dat altijd een beetje griezelig in zo’n klein bootje op die drukke rivier”. “Je kent Nol, toch, Sem, je hoeft niet bang te zijn, Nol weet wat ie doet.” “Desnoods blinddoeken we je als je in de sloep moet”, zegt Pieta, “je komt heus veilig aan boord”. “Ik zie “De Witte Duif” al liggen, dáár!”, wijst Dop als ze in Tolkamer op de Europakade aankomen. Er wordt afgerekend met de taxichauffeur die zijn Audi Quattro weer richting stad dirigeert. Inmiddels is het gaan regenen en oom Arnold heeft de paraplu
-4-
opgestoken. Bepakt en bezakt wordt er richting waterlijn gelopen. De weg af, richting uiterwaard, het kleine strandje over. “Hallooo, oom Nol”, roept Dop. “No-hol, No-hol, hieroo!”, roepen Pieta en Lies. Sem en Arnold zwaaien, de koffers worden eventjes in het zand gezet. Arnold beweegt de paraplu op en neer, Sem zwaait zijn beide armen met grote slagen heen en weer. Ha, nu ziet Nol het ook: “Ahoy landrotten!” schreeuwt hij vanaf het dobberende scheepje. Na een hartelijke begroeting stapt het gezelschap in de roeiboot. Dankzij een kleine maar brede loopplank lukt dat met droge voeten. Ook de koffers en tassen worden met een zwaai door de sterke oom Nol in de roeiboot gezet. Al wrikkend met 1 roeiriem manouvreert oom Nol de boot met passagiers en bagage tussen de kribben door naar “De Witte Duif” die net buiten de kribben voor anker ligt. Twee zware ankers houden het schip op zijn plaats en ondanks de sterke stroming van de Rijn komt de sloep keurig langszij. Piet, de matroos, heeft het touw van de roeiboot, dat oom Nol hem behendig toewierp stevig om één van de bolders gewonden.
Eén voor één stappen de familieleden aan boord. Sem, die zich nauwelijks heeft durven bewegen is dolblij wanneer hij eindelijk veilig en wel op het gangboord staat. Niet lang daarna zit het hele gezelschap in de gezellige kombuis aan de koffie die tante Tina in een reuze thermoskan had gezet (Melitta filter maxi-maat, met de hand heet water schenken). De hoekbank biedt plaats aan allen en vol aandacht luistert het gezelschap naar de verhalen van oom Nol over de laatste reis van Amsterdam naar Angleur bij Luik. “In de Amsterdamse haven lagen we naast de bulkcarrier “Mineral Ougrée”, een zeeboot uit Antwerpen”. “Ja,” vult KarlHeinz aan, “Da, saijn wij mal eens rond gaan kucken, de kapiteijn hat ons oijtgenodigd om eens te komen kaijken.” Dop moest wel een beetje lachen om de vreemde uitspraak van KH, zoals hij altijd door oom Nol werd genoemd. “Je mag rustig lachen hoor”, zei oom Nol, “KH komt uit Duitsland en die “Pruissen” kunnen nou eenmaal niet zo goed Nederlands praten!”. “Heb jaij jeself mal Deutsch horen praten?,” kaatste KH oom Nol terug.“Ha, ha,” lacht tante Tina, “weet je nog toen je in Koblenz bij dat kleine groenteboertje aan de haven een komkommer voor ons moest kopen?” “Ja, dat weet ik nog…” “Ik vroeg toen iets van koemkoemmer en die groentevrouw keek me aan alsof ik van een andere planeet kwam” “Und uitaijndelick kwam je toch nog met een Schlangengurke thoijs!” “Hat je gut gedaan”, zei KarlHeinz. De volgende dag was het 24 december en had “De Witte Duif” ’s ochtends voor dag en dauw de ankers gelicht om koers te zetten richting Ruhrort. In de kombuis hebben Dop en oom Arnold de kerstboom opgetuigd. Tante Tina, Pieta en Sem willen zich gaan bezig houden met de voorbereidingen voor het kersteten. “Hè verdikkeme, het gas doet het niet goed, die twee branders lijken wel verstopt!” “Laat mij maar es eventjes kijken, ik heb verstand van butagas.” “Weet je het zeker, Arnold?” Maar Arnold is al de kombuisdeur uit en komt eventjes later terug met de gereedschapskist die hij uit de machinekamer bij matroos Piet heeft gehaald. “Vakkundig” wordt het gasstel gedemonteerd, de pitten worden schoongemaakt en doorgeblazen “Ziezo,” zegt Arnold tegen Tina die naast haar staat, “bijna klaar”. Arnold draait het gaskraantje open, het gas stroomt het kooktoestel van tante Tina binnen. De knop van de grootste pit wordt omgedraaid, lucifer erbij: floep… de brander brandt. “Fantastisch!” roept Tina enthousiast, juist op het moment dat Arnold al in de weer is met het kleine sudderpitje links achter op het komfoor. Boem! Een steekvlam schiet
-5-
omhoog en de vitrage van het raampje boven het gasstel vat onmiddellijk vlam. “Nokken Tina!” roept Arnold hevig geschrokken en duikt met een snoekduik over de keukentafel. Sem bedenkt zich geen moment. Hij springt op van de hoekbank, draait subiet de gaskraan dicht, grijpt aan de zijde waar de vitrage nog niet in de fik staat het valletje van de wand en smijt het brandende gordijntje in de gootsteen, waar de door Dop opengedraaide kraan er voor zorgt dat er verder geen rampen gebeuren aan boord van “De Witte Duif”. Lijkbleek en verbouwereerd keken Arnold en Tina naar de moedige actie van Sem en Dop. Dat was letterlijk met een sisser afgelopen…. De volgende dag ligt het vrachtschip van oom Nol en tante Tina afgemeerd in de grote haven van Duisburg Ruhrort. En het hele gezelschap zit gezellig bij elkaar, dit keer in de grote huiskamer van het schip. Dop had samen met Arnold, die weer van de schrik was bekomen, de kerstboom verplaatst van de scheepskeuken naar de belendende huiskamer. De lampjes branden, kaarsen zijn aangestoken en matroos Piet heeft de grote houtkachel die in de woonkamer staat aangestoken. Het droge hout knettert in de kachel en Boldie de scheepshond heeft zich er op het haardkleed voor genesteld. Ieder is gelukkig het voorval van gisteren alweer bijna vergeten. Pieta heeft zich verkleed als kerstvrouw en brengt een dienblad de kamer binnen met vers kerstbrood, een kan warme chocomel en een karaf glühwein. Onder de kerstboom liggen de cadeautjes uitgestald. “Tjonge, dat ziet er indrukwekkend uit, wat veel pakjes.” Dop zit met argusogen naar de vele cadeautjes te kijken. “Aha, daar is de kerstman”, zegt Lies. “Ho,Ho, Hoooo,” roept de kerstman (die een verklede oom Nol schijnt te zijn, gezien zijn verweerde gezicht en zijn grote schippershanden). “Jingle bells, jingle bells” zingen ze met z’n allen. “Ja, beste familieleden, de kerstman heeft de pakjes er vannacht maar vast neer gelegd, dan hoeft ie nu tenminste niet zo veel te sjouwen”. “Gelijk heb je Kerstmannetje, vooruit, uitdelen maar”. “Wel”, zegt de kerstman,” ik begin maar eens met de twee helden uit het gezelschap, Dop en Sem”. “Dankzij hen is het van Speykgebeuren gelukkig uitgebleven!” De kerstman speldt beide mannen een kleurig rozet op met daarop “Sem, brandwacht 1” en “Dop, brandwacht 2”. “De kerstman is trots op jullie”. “Ja geweldig, goed gedaan!” Er wordt luid geapplaudisseerd. “Voor jou Arnold, heb ik ook iets”, “Alsjeblieft”. Arnold krijgt een oorkonde met daarop “Arnold, Oppergasfitter van “De Witte Duif”. Iedereen moet lachen en ook degene die de oorkonde in ontvangst neemt kan er de humor van inzien. “Kijk, er zit ook nog een pakje onder geplakt”. “waar dan, Dop?” “Draai de oorkonde maar eens om oom Arnold”. Er blijkt een dun boekje in het pakje te zitten. “Eenvoudig gasfitten voor beginners.” “Ha, ha, die is goed!” “En voor jou Tina en eigenlijk ook een beetje voor mezelf, heb ik hier ook een pakket”. De kerstman reikt naar de grootste doos onder de kerstboom. “De kerstman bedeelt zichzelf prima”, zegt kerstvrouw Pieta. “Ja, ja, der Kerschtmann weet wohl wass haij tut”, reageert KH. “Pak maar uit Tina” Het papier gaat van het pak, de doos gaat open en er komt een prachtig roestvrijstalen gaskomfoor tevoorschijn. “Wauw, wat een prachtig toestel. Tjonge, dat is mooi!”. Er wordt die middag volop gelachen, gepraat en geborreld. ’s Avonds hebben Tina, Pieta en Sem samen gezorgd voor een heerlijke kerstmaaltijd gekookt op het nieuwe butagaskomfoor.. Buiten tikt de regen op het gangboord en op de stuurhut van motorschip “De Witte Duif”. Binnen brandt de kachel, er klinken vaag kerstliedjes over het donkere water van de haven. Vanuit de verte beieren de kerkklokken,……….kerstnacht......... *op stroom: schip ligt voor anker aan zijkant van rivier net buiten de directe vaargeul.
-6-
Wat wel….. en wat juist niet…? Van tijd tot tijd bereiken ons vragen en opmerkingen van invallers over de werkzaamheden op de scholen. Wat hoort wel tot de taak van een invaller en wat niet? In de eerste plaats geldt voor iedere invaller dat hij / zij al datgene doet wat pedagogisch en didactisch noodzakelijk is om een groep goed te kunnen vervangen. Tot de invalwerkzaamheden behoren ook: het groepslokaal (laten) opruimen, het werk dat de leerlingen hebben gemaakt nakijken, (kort) verslag schrijven voor de reguliere leerkracht. Eventueel vast een voorbereiding voor de komende dag klaar maken. Daarnaast mag van iedere invaller en zekere mate van souplesse en flexibiliteit verwacht worden. Zo ook rond deze kersttijd. Nu de reguliere collega's zich wegens de aanstaande kerstactiviteiten het vuur uit de sloffen lopen is een extra handje van een invaller natuurlijk zeer welkom. Maar waar liggen de grenzen? Kan men van een invaller die slechts één dag komt verwachten dat hij / zij de gemeenschapsruimte in kerstsfeer gaat scheppen? Ik denk van niet, tenzij de invaller het zelf aangeeft dit wel te kunnen / willen. Kun je dat verwachten van een invaller die langere tijd op een school werkt? Zeker wel. Heikel punt is soms de deelname aan avondactiviteiten van invallers die voor een “los dagje” zijn ingezet. Kijk, vele scholen geven de leerlingen op de donderdag- of vrijdagmiddag voor de kerstvakantie vrij en nodigen dan 's avonds ouders en leerlingen uit voor een kerstviering. Als je "toevallig" op die dag als invaller werkt op die school neem je dan dus de taak waar van de reguliere leerkracht. Normaal gesproken zou de vaste leerkracht ook 's avonds aanwezig zijn. Ook hier is voor een "losse" invaller, die slechts een dag komt lastig aan te geven wat nu wel en wat nu niet “moet”. Ik kan me voorstellen, dat de school mogelijk verwacht (afhankelijk van de geplande activiteiten) dat je 's avonds wel komt (je neemt immers de taak waar van de zieke collega, die er ook niet voor kiest juist nu ziek te zijn). Van de andere kant heb je misschien zelf wel afspraken gemaakt waar je echt niet onderuit kunt. Laat je dan bij voorbeeld een lang van tevoren geplande schouwburgvoorstelling waar je dik voor hebt betaald schieten? Dat denk ik dus niet. Maar heb je met je vrienden of vriendinnen een avondje stappen afgesproken? Volgens mij is dat geen reden om niet naar de school te gaan. In het algemeen geldt: redelijkheid en begrip van beide kanten. Een goed gesprek voeren is vaak verhelderend. Op bepaalde tijden in het schooljaar is er meer drukte, extra hulp is dan welkom. Het moeten voeren van lange discussies is niet echt handig op zulke momenten. -7-
Bereikbaarheid V.P.O.N. in de kerstvakantie Aanstaande vrijdag, 18 december, vanaf ’s middags 12.00 uur is de V.P.O.N. niet meer bereikbaar tot zaterdag 2 januari. Wilt u van vrijdag 18 december tot zaterdag 2 januari ook bij voorkeur geen e-mailberichten sturen? Vanaf zaterdag 2 januari staat het antwoordapparaat aan en kunt u weer e-mailberichten sturen. De normale dienst start op zondagavond 3 januari om 17.30 uur.
Het bestuur van de V.P.O.N. en de coördinatoren wensen u allen prettige kerstdagen, een gezellige en veilige jaarwisseling en een fijne vakantie toe. Tevens dank voor de prettige samenwerking met al onze relaties.
Tot een volgend VponVlugschrift mede namens Josje Ockeloen, Tom Fest, coördinator V.P.O.N.
-8-