:, '' -i'
''Y? ProvincieBrobont Slod
Vllvoorde
rt., -
'+'..r ,À.-
ONTWERP
BIJZONDER PLANVANAANLEG NRó5
"MECHELSESTEENWEG" STEDEBOUT4IKUND'GE YOORSCHR'FTEN
De Ontwerper TechnischeDienstSlod Mlvoorde
DienslRulrrfel[keOrdening & Hulsvesting
1.
ALGEMENE BEPALINGEN -----------------------------------1.01. Algemene bepalingen ---------------------------De grafische aanduidingen van het plan en de stedebouwkundige voorschriften vullen mekaar aan. Ingeval van tegenspraak is het de geest van het bijzonder plan van aanleg die voorrang heeft. In geval van tegenstrijdige gegevens hebben de gekwoteerde grafische gegevens voorrang. De bepalingen van dit plan zullen nooit mogen toegepast worden ten nadele van de wettelijke erfdienstbaarheden van openbaar nut. Begrenzing van de bouwzones : Behalve indien grafische anders aangegeven, ten einde een esthetische afwerking mogelijk te maken, moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3 meter van iedere eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven. Dit geldt eveneens voor de gebouwen op het einde van een aaneengesloten bouwblok (gesloten en half-open bebouwing).
1.2.
Definitie stroken ------------------1.2.1. Wegenis De strook voor wegenis is deze begrepen tussen de bestaande en/of ontworpen rooilijnen, aangeduid in het geel op bijhorende plan. Deze wegenis kan zowel een volledig openbaar, volledig privatief of gemengd karakter hebben. 1.2.2. Achteruitbouwstrook De achteruitbouwstrook is begrepen tussen de rooilijn en bouwlijn. 1.2.3. Bouwzone Omvat de zone voor de oprichting van gebouwen 1.2.4. Tuinzone Omvat de zone voor de aanleg van tuinen 1.2.5. Industriezone De industriezone omvat de zoneringsaanduiding waarbinnen de toegelaten konstrukties kunnen opgericht worden, echter rekening houdend met de bestemmingsvoorschriften voor deze zone.
1.3.
Definities ----------1.3.1. de indelingslijst de aan het VLAREM als bijlage I toegevoegde alfabetische lijst van als hinderlijk beschouwden inrichtingen tot vaststelling, overeenkomstig het bedoelde in artikel 3 van het decreet, bij welke van de drie klassen van inrichtingen zij worden ingedeeld, naargelang van de graad waarin zij geacht worden belastend te zijn voor de mens en het leefmilieu 1.3.2. Inrichtingen : fabrieken, werkplaatsen, opslagplaatsen, machines, installaties, toestellen en konstrukties 1.3.3. Openbare instellingen Alle openbare en parastatale instellingen en inrichtingen, met inbegrip van nutsvoorzieningen, groenaanleg en openbare recreatie. 1.3.4. Geïntegreerde woongelegenheid
STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 29.09.1992
B.P.A. nr. 65 "MECHELSESTEENWEG"
2
1.3.5.
1.3.6.
1.3.7. 1.3.8.
1.3.9.
1.3.10.
1.3.11.
1.3.12.
1.3.13.
1.3.14.
1.3.15.
Woongelegenheid ten behoeve van het besturend en/of bewakend personeel en van het personeel waarvan de aanwezigheid ter plaatse een stikte noodzakelijkheid is Gewone oppervlaktewateren de wateren van de waterwegen of die als dusdanig zijn gerangschikt, de wateren van de onbevaarbare waterlopen en van de afwateringen met voortdurende of onderbroken afvoer, alsook in 't algemeen, de stromende en stilstaande wateren van het openbaar domein met uitzondering van de openbare riolen en kunstmatige afvoerwegen voor regenwater Openbare riolen de openbare afwateringen aangelegd als ondergrondse geleidingen of openluchtgreppels en -grachten en bestemd voor het opvangen of het transporteren van afvalwater Kunstmatige afvoerwegen voor regenwater de greppels, grachten of duikers bestemd voor het afvoeren van regenwater Normaal huisafvalwater - afvalwater dat bestaat uit het water afkomstig van sanitaire installaties, keukens, reinigen van gebouwen, was, wassen van minder dan tien voertuigen en hun aanhangwagens per dag - afvalwater van fabrieken, werk- en opslagplaatsen, laboratoria waarin minder dan zeven personen werkzaam zijn voor zover dit niet schadelijk is voor de riolering en/of voor de normale werking van een rioolwaterzuiveringsstation en/of voor het ontvangend oppervlaktewater Ander afvalwater dan normaal huisafvalwater - ander afvalwater dan bepaald bij punt 1.3.8., hierboven en afkomstig van fabrieken, werk- en opslagplaatsen en laboratoria waarin tenminste zeven personen werkzaam zijn. - afvalwater afkomstig van de fabrieken, werk- en opslagplaatsen en laboratoria waarin minder dan zeven personen werkzaam zijn en dat schadelijk is voor de riolering en/of de normale werking van een waterzuiveringsstation en/of voor het ontvangend oppervlaktewater Koelwater het water dat in de nijverheid in open kringloop voor afkoeling gebruikt wordt en dat niet in aanraking is gekomen met de af te koelen stoffen Afvalstoffen elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich wil ontdoen, zich ontdoet of zich moet ontdoen krachtens de in uitvoering van het decreet van 2 juli 1981 betreffende het beheer van afvalstoffen van toepassing zijnde reglementering, met inbegrip van de huishoudelijke en industriële afvalstoffen Voertuigwrak elk voertuig als bedoeld in het Algemeen Reglement op de politie van het wegverkeer met eigen beweegkracht dat wegens zijn technische staat niet meer gebruikt kan worden overeenkomstig zijn oorspronkelijke bestemming en waarvan de eigenaar zich wil of moet ontdoen Afvalolie alle minerale of synthetische oliën en vetten, met inbegrip van de olieachtige tanresidu's van de oliewatermengsels en van de emulsies, hetzij zij gedenatureerd zijn door het gebruik dat ervan werd gemaakt, hetzij van verbruik werd afgezien of hetzij ze voor hun oorspronkelijke bestemming ongeschikt zijn geworden en als zodanig voor de houder ervan geen handelswaarde meer hebben landbouwafvalstoffen afvalstoffen die ontstaan zijn ten gevolge van landbouw-, tuinbouw- of veeteeltactiviteiten Bijzondere afvalstoffen afvalstoffen afkomstig van slachthuizen, ziekenhuizen, gevaarlijke huishoudelijke afvalstoffen, alle inerte afvalstoffen en niet van huishoudelijke of industriële oorsprong zijn, evenals slib afkomstig van waterzuiveringsstations, en andere aldus krachtens de in uitvoering van het decreet van 2 juli 1981 betreffende het beheer van afvalstoffen van toepassing zijnde reglementering
STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 29.09.1992
B.P.A. nr. 65 "MECHELSESTEENWEG"
3
1.3.16.
1.3.17.
Toxische en gevaarlijke afvalstoffen alle afvalstoffen die de in bijlage 2 A van het VLAREM genoemde stoffen of materialen bevatten of hiermee zijn besmet, van zodanige aard of in zodanige hoeveelheden of concentraties dat zij een gevaar voor de gezondheid, het leefmilieu of de natuur vormen Giftig afval niet gebruikte of onbruikbare produkten en bijprodukten, overschotten en afval die voortkomen van een nijverheids-, handels-, ambachtelijke, landbouw- of wetenschappelijke aktiviteit zoals gedefinieerd door artikel 2 van het koninklijk besluit van 9 februari 1976 houdende algemeen reglement op de giftige afval, gewijzigd bij koninklijk besluit van 2 juni 1987
STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 29.09.1992
B.P.A. nr. 65 "MECHELSESTEENWEG"
4
2.
BESTEMMINGS- en BOUWVOORSCHRIFTEN --------------------------------------------------------------2.1.
ALGEMENE BEPALINGEN ----------------------------De hoogte en de diepte van de gebouwen, de gevelopbouw en de gevelgeleding, de bedaking, de aard, de toepassing en de kleur van de gevelmaterialen, de dakbedekking, de schrijnwerken, de beglazing en de buitenschilderingen moeten in harmonie zijn. Een eventueel bouwaanvraagdossier dient dan ook alle nodige gegevens te bevatten die een duidelijk uitsluitsel geven over het uitzicht, gebruik van materialen en inpassing in de omgeving. Elke bouwaanvraag dient een afzonderlijk beplantingsplan met bijhorende verklarende nota inzake bezettingsoppervlakten, gebruik van groenelementen en aankledingsmateriaal te bevatten, bouwaanvragen met uitsluitend woonbestemming uitgezonderd.
2.2.
ROOILIJN / BOUWLIJN -------------------------Indien de bouwlijn niet afzonderlijk wordt aangeduid is de rooilijn tevens de bouwlijn. Het College van burgemeester en schepenen kan echter toestaan dat achter de rooilijn gebouwd wordt, zelfs al is geen afzonderlijke bouwlijn aangeduid, in het geval het architekturaal koncept dit verantwoordt en voor zover dit de aanpalende percelen niet hypothekeert. Binnen de rooilijnen mag worden aangebracht al wat de hedendaagse verkeerstechniek vereist, zijnde woonerfinrichtingen, parkeerruimten, beplantingen, ...
2.3.
GEVELHOOGTE / GEBOUWHOOGTE ------------------------------------------2.3.1. Gevelhoogte De hoogte van de gevels wordt gemeten in het midden van de gebouwen, in het vertikaal vlak haaks op de voorliggende wegenis, van de top van deze wegenis tot en met de muurkap of kroonlijst. Ingeval van een puntgevel wordt deze gemeten tot aan de aanzet van de puntgevel. De referentiehoogte geeft het gewenste gabariet, uitgedrukt in equivalent maximum aantal bouwlagen, exclusief eventuele technische ruimtes/konstrukties en hellende dakkonstrukties. Gebouwen die de overgang vormen tussen twee verschillende referentiehoogten (hoekgebouwen bv.) moeten deze overgang op een architekturaal verantwoorde wijze verwezenlijken. Op plaatsen waar een variërende gevelhoogte voorkomt, zullen de zichtbare zijgevels esthetisch en bouwtechnisch op een verantwoorde wijze afgewerkt worden.
2.3.2.
Gebouwhoogte De hoogte van de gebouwen wordt gemeten in het midden van de gebouwen, in het vertikale vlak haaks op de voorliggende wegenis, van de top van deze wegenis tot en met het hoogste punt van de gebouwen.
STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 29.09.1992
B.P.A. nr. 65 "MECHELSESTEENWEG"
5
De hoogte van de technische ruimtes en/of konstrukties wordt bepaald door de snijpunten van de vertikale vlakken met deze onder een hoek van 45° vertrekkend vanaf de buitengevels.
2.4.
GEVELMATERIALEN -----------------------Het materiaalgebruik van alle gevels (voor-, zij- en achtergevels, alsmede deze van afzonderlijke bijgebouwen) moet konstruktief en esthetisch verantwoord zijn; de aard en de kleur van de gevelmaterialen moeten stroken met de voorschriften zoals aangegeven onder 2.1.
2.5.
DAKVORM / DAKBEDEKKING -----------------------------------De vorm van de daken, de dakbedekking, de dakkapellen en de dakvensters moeten in harmonie zijn met de bedaking in de omgeving. Alle buitenkanten van de daken zullen, volgens het geval, voorzien worden van kroonlijsten, goten, boordpannen of boordschaliën.
2.6.
WEGENIS ----------Het wegennet moet zodanig aangelegd en uitgerust zijn, dat het de circulatie, het stilstaan, de bediening en het gebruik van het materieel bestemd voor het blussen van branden en het redden van slachtoffers toelaat, onverminderd de toepassing van de reglementering betreffende de brandbeveiliging. De wegenis mag uitgevoerd worden in traditionele en moderne materialen, voor zover deze de goedkeuring wegdragen van het College van burgemeester en schepenen. Kleinschalige materialen zijn toegelaten. Aard, vorm en materiaal, voor wat betreft de waterafvoer (zowel regen- als droogweerafvoer), dient konform te zijn met de vigerende eisen van het stadsbestuur op het ogenblik van de aanleg. Alle elementen die tot de noodzakelijke uitrusting van de wegenis behoren zijn vereist - deze die bijdragen tot de veiligheid, uitzicht en harmonie met de omgeving worden toegelaten op voorwaarde dat ze de goedkeuring wegdragen van het College van burgemeester en schepenen (dit geldt eveneens voor eventuele bijkomende uitrusting).
2.7.
VERGUNNINGSPLICHT -------------------------Een bouwvergunning is verplichtend voor de aanleg en/of wijziging van beplantingen in alle bestemmingszones. Elke vorm van afsluiting dient de voorafgaande, schriftelijke en uitdrukkelijke goedkeuring weg te dragen van het College van burgemeester en schepenen, zelfs indien deze niet zou onderworpen zijn aan een voorgeschreven vergunning. Elke aanvraag tot het plaatsen van publiciteit dient het voorwerp uit te maken van een bouwaanvraagdossier en is bouwvergunningsplichtig volgens de schikkingen van huidig B.P.A., onafgezien van andere bepalingen, wetten en/of besluiten die het nietvergunningsplichtig zijn zouden inhouden.
STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 29.09.1992
B.P.A. nr. 65 "MECHELSESTEENWEG"
6
2.8.
PUBLICITEIT ------------Enkel publiciteit die rechtstreeks verband houdt met de aktiviteiten, uitgeoefend op het betrokken goed, is toegelaten. Publiciteit kan worden toegelaten in de achteruitbouwstroken behoudens in deze die grenzen aan de zonering met uitsluitend woonfunktie(s). Bijkomende beperkingen, met zelfs uitsluiting van publiciteit, kunnen opgelegd worden door het College van burgemeester en schepenen. Enkel nederlandstalige publiciteit is toegelaten - met uitzondering van erkende firma- en/of produktnamen. Elke publiciteit die storend is voor het landschap, straatbeeld en/of de verkeersveiligheid in het gedrang brengt is niet toegelaten.
2.9.
PARKINGS ------------Volgende minimumnormen inzake parkeerplaatsen zijn van toepassing : - konstrukties met woongelegenheid : één parkeerplaats per konstruktie met woongelegenheid - gebouwen met kantoorgedeelte, handel en/of aanverwante bestemming : één parkeerplaats per 50 m2 - gebouwen met laad- en losplaats : gebouwen met meer dan 500 m2 bruto-oppervlakte moeten beschikken over een op partikuliere grond gelegen laad- en losplaats; zij dienen eveneens te voorzien in één parkeerplaats per 100 m2 of één per tien tewerkgestelde personeelsleden.
2.10. ACHTERUITBOUWZONE ---------------------------Deze zone is voorbehouden voor groenvoorzieningen en dient te worden gevrijwaard van elke bebouwing - konstruktieve elementen ten behoeve van toegangen zijn toegelaten met een beperking van 0,50 m boven het peil van de voorliggende wegenis. De eerste vijf meter mag de helling niet meer dan 4 % in dalende richting bedragen. Deze zone dient minstens voor de helft van de totale oppervlakte achteruitbouwzone per perceel te worden voorzien van beplantingen. Deze groenvoorzieningen dienen inzake verhoudingen (gras), struiken en heesters, bodembedekkers en bomen, op esthetische verantwoorde en oordeelkundige wijze te worden voorzien. De andere helft van de oppervlakte van deze zone, voor zover deze aansluit bij een gebied met industriële bestemming, mag gebeurlijk voorbehouden worden voor bezoekersparking en toegangswegen, die evenwel met de nodige groenvoorzieningen dienen te worden aangelegd.
2.11 GROENZONE --------------2.11.1. Algemeen Deze bepalingen zijn van toepassing op de achteruitbouwzone en de groenvoorzieningen binnen de industriezone. De beplantingen binnen de groenzones dienen te bestaan uit inheems of genaturaliseerd laag- en hoogstammig groen.
STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 29.09.1992
B.P.A. nr. 65 "MECHELSESTEENWEG"
7
Deze groenvoorzieningen dienen inzake verhoudingen (gras), struiken en heesters, bodembedekkers en bomen, op esthetische verantwoorde en oordeelkundige wijze te worden voorzien. Het gebruik van prikkeldraad en/of schrikdraad is uitdrukkelijk verboden.
2.12. INDUSTRIEZONE -----------------Deze zone is voorbehouden voor het oprichten van gebouwen en konstrukties, welke behoren tot een normale uitrusting van de industriezone, zoals gesteld in artikel 7 punt 2.0. van het kb van 28 december 1972, betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen, met uitsluiting van vervuilende en/of milieubelastende industrieën. Tevens worden in deze zone complementaire dienstverlenende bedrijven toegelaten voor zover er geen rechtstreekse afbreuk wordt gedaan aan de onmiddellijke omgeving, namelijk : bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, handel, dienstverlenende bedrijven, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. Openbare instellingen zijn er toegelaten. Woongelegenheden met de beperking van één per bedrijf, zijn er toegelaten voor zover gebruikt worden door het besturend en/of bewakend personeel waarvan de aanwezigheid tot de strikte noodzakelijkheid behoort. De gewone oppervlaktewateren dienen afgevoerd via kunstmatige afvoerwegen voor regenwater die overgaan in een gescheiden rioleringsstelsel en opgevangen worden via regenwaterputten met overslag naar het openbaar rioleringsnet. Normaal huisafvalwater, ander afvalwater dan normaal huisafvalwater en koelwater, enkel afkomstig van de inrichtingen binnen de grenzen van het BPA mogen worden geloosd onder de voorwaarden die worden vastgelegd in de lozingsvergunning. Enkel de afvalstoffen afkomstig van de inrichtingen gevestigd binnen de grenzen van het BPA, mogen opgeslagen worden, eventueel verwerkt worden en afgevoerd worden door de daartoe aangewezen erkende bedrijven en/of instellingen en dit voor zover daartoe de vereiste milieuvergunning is verkregen. Elke andere vorm van afvalstoffen wordt uitgesloten binnen deze zone. Bedrijven die momenteel over een exploitatie- en/of milieuvergunning beschikken dewelke in strijd zou zijn met de schikkingen van huidig BPA dienen zich in overeenstemming te brengen met dit BPA ten laatste op de vervaldag van de voornoemde exploitatie- en of milieuvergunning. Uitbreidingen en/of aanpassingen kunnen niet worden toegestaan indien er geen overeenstemming is met de schikkingen en voorschriften van huidig BPA. Inrichtingen met opslagruimte voor gebruikte voertuigen, voertuigwrakken en/of schroot, zoals bedoeld in artikel 44 van de wet van 29 maart 1962, houdende organisatie van de stedebouw en de ruimtelijke ordening, gewijzigd en aangevuld zoals tot op heden, worden niet toegelaten. De konstrukties welke noodzakelijk zouden zijn voor de nutsvoorzieningen mogen ofwel ondergronds te worden voorzien, ofwel geïntegreerd in een industrieel gebouw, ofwel afzonderlijk. De gebouwen die zouden bestemd worden voor opslag, steeds behorend bij een hoofdgebouw met een andere bestemming dan opslag dewelke in deze zone kan worden
STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 29.09.1992
B.P.A. nr. 65 "MECHELSESTEENWEG"
8
toegelaten, dienen beperkt te blijven tot maximum 80 % van de betrokken toegelaten bebouwbare oppervlakte per perceel of gevormd perceel. Opslag in open lucht wordt beperkt tot 20 % van de maximale toegelaten oppervlakte bestemd voor opslag, voor zover de nodige groenblijvende schermbeplanting wordt aangebracht en/of d.m.v. estetisch verantwoorde konstruktieelementen een scherm wordt gevormd, zodat deze vorm van opslag onttrokken wordt van het zicht vanop het openbaar domein. De afstanden tussen de diverse losstaande hoofdgebouwen dient minimum 5 m te bedragen, ofwel dienen ze aaneengesloten te worden voorzien. De bouwhoogte wordt tot maximum vijf bouwlagen - technische verdieping voor zover deze hoger is dan 2,00 m inbegrepen. De hoogte van de gebouwen moet ondubbelzinnig worden aangegeven op de bouwplannen en mag de twintig meter niet overschrijden. De uiteindelijke definitieve ontwerpen met betrekking tot de wegenis, parkings en groenaanleg, zullen steeds dienen te gebeuren via een volledig bouwaanvraagdossier. Elke bouwaanvraag dient een inrichtingsplan te bevatten dat ondubbelzinnig aanduidingen geeft met betrekking tot de op te richten gebouwen, groenaanleg, parkings en interne-, toegangs- en verbindingswegenis. Publiciteit is toegelaten voor zover deze rechtstreeks verband houdt met de aktiviteiten, uitgeoefend op het betrokken goed. Zij kan bovendien worden verboden op basis van een storend karakter voor het architekturaal geheel en homogeniteit van de omgeving. Bezettingsdensiteit : Verhoudingen in funktie van de betrokken perceelsoppervlakte en/of gevormde perceelsoppervlakte : de bestaande grondbezetting wordt aangehouden als de maximale bezettingsdensiteit. Indien deze echter minder bedraagt dan de hieronder gestelde verhoudingen, hebben deze laatste voorrang. 3/5 1/5 rest
maximale grondbezetting voor gebouwen en konstrukties minimale groenaanleg voorbehouden voor parkings en toegangswegen
STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 29.09.1992
B.P.A. nr. 65 "MECHELSESTEENWEG"
9
3.
TOEPASSINGSMODALITEITEN 3.1.
Het oprichten van gebouwen voor openbaar nut en het uitvoeren van verbouwingen, op voorstel van de Gemeenschapsminister van Ruimtelijke Ordening en Stedebouw, of zijn vertegenwoordiger, is toegelaten in alle zones, zonder rekening te houden met de voorschriften van kracht in deze laatsten, op voorwaarde dat ze om technische of sociale redenen noodzakelijk zijn en aangetoond kan worden door een omstandige verklarende en verantwoorde nota.
3.2.
Alle bestaande toestanden welke in strijd zijn met huidige voorschriften en/of bepalingen en schikkingen van huidig bijzonder plan van aanleg zullen volledig in overeenstemming dienen te worden gebracht met huidig B.P.A. en bijhorende voorschriften op het ogenblik dat er wijzigingen voorgesteld, instandhoudings- en/of onderhoudswerken uitgezonderd en behoudens andersluidende specifieke bepalingen in de voorschriften.
STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 29.09.1992
B.P.A. nr. 65 "MECHELSESTEENWEG"
10
Gezienen voorlopigoonvoordinzitiingvon, 0 I n0I. 19gz De StoclssecreÍoris, (g) Vero BOUDRY
DOORDEGEMEENTERAAD VANVILVOORDE De Voozitier, . (g)Lourent MOYSON
,
VOOREENSLUIDEND UTITREKSEL In opdrochi : De Stodssecretoris,
Nomensde Burgemeesfer. opdrochl dd. 0ó.0'|.1989 De Scheoen.
<
\--l
WillyCORTOIS
I
Het College von burgemeesler en schepenen von de siod Vilvoorde bevesiigt dot onderhovige stedebouwkundige voonchriften ten slodhuizevoor openboor ondezoek werden neergelqgd von : -l
ror: | 0 FEB. t993
rJA[. 1993
ln oDdrochl : Nomensde Burgemeester, opdrochÍ dd. 0ó.01.1989 De Schepen,
C
WillyCORTOIS
Gelen en definiiiefoonvoordin zitiinguon , 0 6 Jut'll l99tt De Stodssecretoris, (gl Vero BOUDRY In opdrochi : De Siodssecretoris,
DOORDE,GEMEENTERAAD VAN VILVOORDE De Voorzitter, (g)LourentMOYSON VOOREENSLUIDEND UÍTTREKSEL Nomensde Burgemêesier, opdrochl dd. 06.01.'l989 De Schepen.
?\--
<
-r
wittyCoRTotS t
11
Vero BOUDRY
willy CORÍOIS
Gezienom gevoegd le worden bii heÍ MlnisÍerieel Besluft(1) Besluilvon de VloomseExecufieve(t) nummer : dqfum :
Voor eersluidend verkloord qÊchrift :
(1)
Echlat4)en wat li€t
van toepaaai:rg
is
l2