Klemtoon op DIENST EN OPENHEID NAAR IEDEREEN Mechelen-Brussel (De kracht van het Evangelie. IJkpunten voor de pastorale zones. Mgr. Leon Lemmens, 2013)
1.Op vlak van missioneren, evangeliseren “De Kerk is het huis waarvan de deuren altijd openstaan, opdat elkeen er onthaal kan vinden, er hoop en liefde kan inademen en opdat wij naar buiten zouden kunnen gaan om die liefde en die hoop uit te dragen. De heilige Geest vuurt ons aan om onze omheining te verlaten.” (paus Franciscus) “Sinds het aantreden van paus Franciscus waait wereldwijd een krachtige lentewind door de katholieke Kerk.” “We zijn in een gunstige tijd gekomen om de deuren van onze nauwe wintervertrekken open te gooien.” “Jezus was voortdurend op zoek naar leerlingen aan wie Hij de adem van de heilige Geest kon doorgeven en die Hem konden helpen bij zijn grote opdracht in de dorpen en steden van het Joodse land. “Daarna stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan, die hij twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar hij van plan was heen te gaan. (Lc 10,1)” “Evangeliseren is meer dan onderrichten of een leer doorgeven. Evangeliseren is de kracht van de heilige Geest doorgeven zodat mensen genezing vinden, bevrijding, bekering, een nieuw leven dat bewoond wordt door de kracht van Gods liefde.” “In deze lentetijd is dit de uitdaging waarvoor christenen staan: verweiden, van weide veranderen. Vandaag staan wij ook als christelijke gemeenschap voor de opdracht om ‘weide te zoeken en te vinden’ in de nieuwe cultuur en samenleving.” “Een gemeenschap van christenen zien leven, trekt nieuwe mensen aan.” “Het is een dringende en grote opdracht om vandaag allerhande mensen te verzamelen rond Jezus en het evangelie, ook en vooral mensen die nooit in de kerk komen, die niets weten van de kracht van het evangelie. Het evangelie bezit de kracht om het hart van de jongeren en volwassenen te raken, ook vandaag.” “Met moed en geduld moeten we naar buiten gaan uit ons eigen ik. Naar buiten gaan uit onze gemeenschappen om te gaan waar de mannen en vrouwen leven, werken en lijden, om hun de barmhartigheid van de Vader mee te delen die wij hebben leren kennen in Jezus Christus van Nazareth. Wij hebben op dit
Klemtoon op INTERNE GEMEENSCHAP EN FORMELE CRITERIA VAN TOEBEHOREN EN GROEI 1. Op vlak van missioneren, evangeliseren “Wie niet bidt, kan niet evangeliseren, want niet jij kan evangeliseren maar Jezus in jou! Dat vraagt dat wij erbij zijn als christenen op zondag samenkomen om Jezus te ontmoeten en door Hem met de heilige Geest vervuld en omgevormd worden.” “LG 9: Het messiaanse volk, al verschijnt het niet zelden als een kleine kudde, is voor heel de mensheid de krachtigste kiem van eenheid, hoop en heil. Want Christus die het als een gemeenschap van leven, liefde en waarheid heeft opgericht, maakt er gebruik van als instrument voor de verlossing van allen en zendt het uit naar heel de wereld als licht van de wereld en zout van de aarde.” “We moeten ons durven inspannen om het evangelie door te geven aan kinderen, jongeren en volwassenen” “De zending van de christelijke gemeenschap die van zondag tot zondag herboren wordt vanuit de ontmoeting met de Verrezen Heer bestaat erin om de armen en noodlijdenden te evangeliseren en om nieuwe leerlingen bij Jezus te brengen.” “We moeten de idee van het zijn van een minderheid niet koesteren alsof het verkeerd zou zijn met velen te zijn. Veeleer dient in ons de ‘goesting’ te groeien om ook in aantal te groeien als christelijke gemeenschap, om een brede familie te worden, een volk.” “Verweiding houdt in dat we niet alleen verzorgen wat er is, maar ook nieuwe weiden laten groeien op vlak van vieren en diaconie en evangelisatie/verkondiging, weiden waarop jongeren en volwassenen kunnen groeien en gevoed worden.” “Het oprichten van de pastorale zones wil een sterke uitnodiging zijn om het evangelie opnieuw en met meer geloof en energie onder de mensen te brengen. Dat kan op vele wijzen: o “De vormselcatechese verbreden naar catechese op zondag samen met de ouders.” o “De pastoraal rond de eerste communie of de pastoraal naar aanleiding van doopsel en huwelijk verbreden naar catechese op zondag.” o “Investeren in persoonlijke evangeliserende ontmoetingen waarbij het eigen leven sacrament kan worden van het doorgeven van het evangelie.” o “Immigratie als vruchtbare bodem voor het zaad van
1
moment maar 1 schaap, er ontbreken er 99! We moeten naar buiten gaan, naar hen toe gaan. Voelen wij de bezieling, de apostolische ijver om op weg te gaan, om naar buiten te gaan en die andere 99 te vinden. Wanneer een gemeenschap gesloten is, altijd dezelfde personen, dan verwekt ze geen leven. Dan is ze steriel en onvruchtbaar. De vruchtbaarheid van het evangelie komt van de genade van Jezus Christus, maar ze passeert langs ons, langs onze prediking, onze moed, ons geduld.” 2.Op vlak van diaconie Bruggen van vriendschap en verstandhouding bouwen en wegen openen van gemeenschappelijke inzet voor de armen maken deel uit van de zending van de christelijke gemeenschappen in deze tijd. “Binnen elke pastorale zone één vitale geloofsgemeenschap van ‘licht, liefde en vrede’ in de samenleving, die door hun leven (zorg voor de kleinen en armen) het koninkrijk van God nabij brengen.” “We moeten als christelijke gemeenschap dichter bij de armen gaan leven, hen meer dienen” “Bestaande diaconale weides (ziekenzorg, vrijwilligers, opvangcentra, voedselbanken …) verdienen alle waardering, aandacht en zorg; mogen zij krachtig groeien in ons midden. Zij geven vlees en bloed aan de woorden van Jezus. “Wanneer de Kerk zich opsluit, wordt ze ziek. De Kerk moet uitrekken naar de ‘existentiële periferieën’. Voor ons, christenen, is armoede geen sociologische of culture categorie, neen het is een theologale categorie.” “De diaconie is in wezen reeds evangelisatie: “De kracht van Gods Geest genezend laten neerdalen over de wonden van de mensheid vandaag. Zij maakt deze kracht zichtbaar en trekt daardoor nieuwe leerlingen aan.” 3.Op vlak van eucharistie/liturgie “Het leven van de christen speelt zich af tussen de ontmoetingen met de Heer bij het altaar van de eucharistie op zondag en de ontmoetingen met de Heer bij het altaar van de armen. Hier worden wij gevoed en opgebouwd terwijl we eucharistie vieren, daar raken we de armen aan en worden we terzelfdertijd door de Heer aangeraakt, gevoed en dieper omgevormd. Wie in contact staat met armen wordt niet zelden
evangelie”. “De wijze waarop een gemeenschap van christenen liturgie viert, in het bijzonder op zondag, bezit missionaire kracht. De eucharistieviering moet een openbaring’ zijn van de mooiheid van het goddelijke leven in ons midden.” 2. Op vlak van diaconie Diaconie en het doorgeven van het evangelie aan nieuwe leerlingen vormen het hart van Jezus’ zending.
3. Op vlak van eucharistie/liturgie “Dagelijks bidden is wezenlijk voor christenen om de HG te laten binnenstromen in ons hart. Het volstaat niet dat we ons moeite geven en ons inspannen in vele ondernemingen. Ons persoonlijk en ons gemeenschappelijk bidden is beslissend.” “In iedere pastorale zone, op zaterdag of zondag, op minstens één plaats met christenen uit alle generaties met zulke kracht en diepte samenkomen, dat de Heer Jezus hen kan omvormen tot een gemeenschap van leerlingen, die in de kracht van de heilige Geest liefdevol omgaan met allen, allereerst de armen, en die zich moeite geven om het Evangelie door te geven aan nieuwe leerlingen.” “Heel het Evangelie spreekt over de noodzakelijke band met Jezus en de andere leerlingen. De Handelingen van de apostelen zetten in met een gemeenschap die één is van hart en ziel in gebed.” “Individueel christen zijn gaat in tegen wat het betekent christen te zijn. Samenkomen op zondag in de naam van de Heer is cruciaal.” “De zondagseucharistie is de bron en het hoogtepunt van heel het christelijke leven.” “Stelt zich echter de vraag naar wat er op zondag in lokale gemeenschappen gebeurt, wanneer er geen eucharistie kan gevierd worden. We zullen hier samen over moeten nadenken om de goede balans te vinden tussen de vraag van Jezus om de eucharistie te vieren ‘om Hem te gedenken’ en het verlangen van lokale gemeenschappen om als lokale gemeenschap samen te komen en te bidden.”
2
door hen geëvangeliseerd.” Hasselt (Blikopener. Christelijke gemeenschappen in de toekomst in het bisdom Hasselt, D’Huys, Cloesen, Ombelets, Ieven, 2010)
1.Op vlak van missioneren, evangeliseren “Er zijn zinzoekers maar via de klassieke aanpak kunnen we hen niet aanspreken; we kennen tot nog toe geen andere aanpak, dit leidt tot moedeloosheid …” “Het bewustzijn van de zending heeft prioriteit op het herdenken van de structuur. Dit laatste is een gevolg van het eerste.” “Weerstanden: eigen priesterbeelden loslaten, openstaan voor nieuwe beelden / durven in handen geven van verantwoordelijkheid / we worstelen nog met de vraag van de verhouding plaatselijk – het groter geheel.” “Ook is samenwerking aanbevolen met netwerken van gelovigen die de parochiegrenzen overschrijden (vb. bijbelgroepen, netwerken rond zangkoren, gezinsgroepen, christelijk geïnspireerde bewegingen …). Deze netwerken dragen in zich een sterke dynamiek die vruchtbaar kan zijn voor de missionaire opdracht van de kerkgemeenschap.”
Gent
1.Op vlak van missioneren, evangeliseren
1.Op vlak van missioneren, evangeliseren “De eucharistie is de bron van inspiratie en kracht om de missionerende opdracht (verkondigen, liturgie vieren, in liefde dienen, materiële zorg gebouwen, pastorale verantwoordelijkheden ...) op te nemen. In de eucharistie vormt de gemeenschap een eenheid en wordt zij gevoed door Jezus Christus.” “De missionaire dynamiek krijgt ook gestalte doorheen een aantal initiatieven en processen die de laatste jaren van start gingen: initiatiesacramenten sterker in de schoot van de geloofsgemeenschap integreren Klemtoon op volwassenencatechese “Christelijke gemeenschappen zijn missionerende gemeenschappen. We moeten de zending die Christus ons gegeven heeft voor ogen houden. Deze zending is in essentie een missionerende opdracht.” “We moeten gemeenschap vormen met Christus in het midden (toeleggen op het Woord van God, vieren van geloof in liturgie en gebed, geloof handen en voeten geven in de diaconie).” “Een initiërende geloofsgemeenschap vormen betekent mensen inleiden en begeleiden in het geloof. Initiatie als een groeiproces te midden van een levende en levengevende geloofsgemeenschap.” 2.Op vlak van diaconie “Evangeliserende opdracht = verspreiden van het goede nieuws van Jezus’ boodschap, het evangelie. Als christen en als christelijke gemeenschap zijn we een sacrament voor de wereld: via het getuigenis en via de diaconie.” 3.Op vlak van eucharistie/liturgie “De “eucharistische gemeenschap” als motor en verbindende factor binnen het samenspel van het plaatselijke/lokale en het grensoverschrijdende (pastorale eenheid).” “Bedoeling is tweevoudig: het behouden van een menselijk werkbare schaal voor pastorale verantwoordelijken én het behouden van toekomst en kansen voor het geloofsleven ter plekke.” 1.Op vlak van missioneren, evangeliseren
3
(Een nieuw kerkverstaan. Mgr. Luc Van Looy, 2013.)
Alle gelovigen worden uitgenodigd om mee te werken aan de opdracht van Christus om het evangelie te brengen.” “De Kerk moet naar buiten treden, naar de uithoeken van de samenleving, daar waar het kwade, de onrechtvaardigheid, het lijden is. Als ze dat niet doet, wordt ze ziek. Het is waar dat een Kerk die buitenkomt kan overkomen wat iemand kan tegenkomen wanneer hij op straat gaat, hij kan in een ongeval betrokken geraken. Ik moet zeggen dat ik duizend keer meer verkies een Kerk die betrokken is bij een ongeval dan een zieke Kerk.” Over deze missionaire taak dienen we samen na te denken. De zichtbaarheid, de geloofwaardigheid en de voelbare aanwezigheid van de Kerk in de samenleving, vooral bij de kleinen en noodlijdenden, zijn een constante uitdaging. Bewust van de opdracht die we van Christus zelf kregen langs de apostelen na de verrijzenis, willen we als geloofsgemeenschappen “uittrekken naar elk schepsel om de goede boodschap te verkondigen” (Mc. 16,15).” “De kloof tussen evangelie en cultuur ongetwijfeld het drama is van onze tijd. Om dit tij te keren is het vooral nodig dat we vanuit ons leven in Christus luisteren naar de zoekende mens, de mens ver af.” “Een herder volgt de schapen, hij gaat op zoek indien er één verdwaald is en laat de 99 anderen achter. Vandaag is het eerder zo dat we één schaap in de stal hebben en dat 99 verdwaald zijn of ons verlaten hebben. Daarnaar gaan we als gemeenschap samen op zoek.” “De priester coördineert de pastoraal samen met zijn medewerkers en richt zijn aandacht op de hele gelovige gemeenschap, maar ook zoekt hij diegenen die niet (meer) tot zijn schaapstal behoren te bereiken met de boodschap van het evangelie.” 2.Op vlak van diaconie “Christenen zijn maar ‘van Jezus’ indien ze zorg dragen voor anderen, allereerst de armen en de zwakken. Op zondag ontmoeten zij de verrezen Heer in hun samenkomst, in het luisteren naar het Woord en het vieren van de eucharistie. Maar de verrezen Heer wil zijn christenen ook ontmoeten in daklozen en de zieken, de vreemdelingen en de gevangenen, de gekwetste kinderen en de alleen gelaten of verwarde
“Evangelisatie begint bij de kerkgemeenschap, zij is de springplank naar buitenstaanders en naar de zoekende medemens. Ieder mens heeft het recht Christus te kennen, te ontmoeten en te aanvaarden. Iedereen is dus welkom in de kerkgemeenschap, maar hoe bereiken we al die mensen? Hoe trekken we nieuwe christenen aan?” “Vermits we niet alles meer kwaliteitsvol kunnen aanbieden, investeren we in plekken van waaruit enthousiasme kan groeien ter bevruchting van de gemeenschappen en van de hele samenleving. Armen en randgelovigen verdienen hierbij ook onze aandacht. We willen de inspiratie van het evangelie en van het breken van het brood op de sterkst mogelijke wijze aanbieden aan de mensen. ”Wie niet de totale Christus aanbiedt, biedt te weinig aan” zei Paus Benedictus XVI.” “Durven wij het aan te geloven in dat visioen, dat mensen die nu doof en blind lijken voor de Blijde Boodschap, mede dankzij ons geloof en onze inzet gaan zien en horen wat Jezus voor hen kan betekenen? Bidden voor onze nieuwe parochies is essentieel. Bid, bid er veel voor en doe bidden, want alleen met de zegen van God kan dit project slagen. Het gaat immers om Christus en zijn evangelie. Hij alleen kan stormen stillen. Het getijdengebed is een uitstekende vorm om mensen op bepaalde momenten in de week samen te brengen in de kerk om te bidden. Een vesperdienst op zondag in de kerk van de nieuwe parochie is ook een mogelijkheid.” “Vertrekkend van eucharistieviering samen met de overweging van het Woord van de Schrift gaan de gelovigen tot het einde van de wereld om in dienstbaarheid te verkondigen dat Christus verrezen is en midden onder ons leeft.” “De Kerk heeft de zending ontvangen om het koninkrijk van God en van Christus te verkondigen en bij alle volkeren te vestigen, en van dat Rijk is zij op aarde de kiem en de aanvang” (L.G 5)” 3.Op vlak van eucharistie/liturgie “Op zondag wordt de geloofsgemeenschap samengeroepen in één kerkgebouw, van waaruit het hele pastorale gebeuren zich ontvouwt. Vanuit de eucharistie vertrekt de verkondiging en de diaconie, daar wordt de gelovige gemeenschap gevormd en vandaar wordt ze uitgestuurd zoals vanuit het cenakel in Jeruzalem. Gebed en aanbidding zijn de sleutel van elk pastoraal succes. Tijdens de eucharistieviering gebeurt de verdieping en
4
Antwerpen (“Een houtskoolvuur met vis erop en brood”. Visietekst van en voor het bisdom Antwerpen. Mgr. Johan Bonny, 2012.)
bejaarden.” “Alleen een kerk die dienstbaar is en dichtbij de mensen leeft wint aan geloofwaardigheid.” Om de liefde van God voor alle mensen duidelijk te maken heeft de Kerk een ervaring uitgebouwd van dienst aan de armen en kleinen.” “Dienstbaarheid bevordert de eenheid van de gemeenschap en geloofwaardigheid naar buiten toe. Randgelovigen en mensen die eerder afgehaakt hebben, weten zich het meest aangesproken door een Kerk die dient.”
1.Op vlak van missioneren, evangeliseren “We kunnen en moeten niet meer alles doen wat we vroeger deden. Toch willen wij op een geloofwaardige manier van JC en het evangelie blijven getuigen. Wat betekent dat?” “Hoe kunnen onze plaatselijke gemeenschappen zo dicht mogelijk aansluiten bij het leven de mensen en tegelijk een aantrekkelijk project aanbieden?” “Mensen verplaatsen zich dagelijks in een ruime cirkel rond hun dorp of wijk voor zowat alles. Op dezelfde dubbele schaal moet ook de Kerk zich organiseren. Op dit vlak is er nog veel werk aan de winkel.” 2.Op vlak van diaconie Zuurstof moet deze bloedsomloop halen uit de buitenkant van het lichaam: uit de dienstbaarheid waarmee christenen in de wereld staan.” “Voor ons is het een beleidskeuze om in catechese en
vernieuwing in geloof en worden nieuwkomers verwelkomd en geïnitieerd. De liturgie bewerkt wat Kerk is: het lichaam van Christus en sacrament van Gods liefde. Maak van de gemeenschap een catechetische gemeenschap waar nieuwkomers welkom zijn.” “Kwaliteitsvolle vieringen zullen de gelovigen uitnodigen om naar de kerk van de nieuwe parochie te komen. De enige die ons op het woelige meer kan redden, is immers de Heer zelf. Daarom willen we enkel van Hem vertrekken om naar de mensen te gaan.” “Gebedsdiensten zijn een rijke aanvulling van onze gebedscultuur en initiëren ons in de Schrift, maar zijn geen vervanging van de eucharistie. Ze bieden de kans tot verdieping in het Woord, maar de volheid van de erkenning van Christus gebeurt bij het breken van het brood. We opteren daarom duidelijk om geen vervangende gebedsdiensten te organiseren op zondag. Ze kunnen wel hun plaats krijgen in de week. Geëngageerde gelovigen worden verwacht om in de kerk van de nieuwe parochie mee te vieren. Zo groeit geloofsbetrokkenheid en wordt de boodschap verspreid.” “Kennis en gebruik van de Schrift is dringend nodig om vernieuwing te bevorderen. De Schrift dient duidelijk voorgedragen te worden in de vieringen, maar ook bij elke kerkvergadering hoort een schriftlezing en een gebed vanuit de Schrift.” 1.Op vlak van missioneren, evangeliseren Verhouding service pastoraal en het bouwen aan een aantrekkelijke, vitale kerkgemeenschap: wat meer bijdraagt tot de opbouw van een vitale geloofsgemeenschap gaat voor op wat louter individuele dienstverlening is.” “We willen katholieke gelovigen van andere landen een volwaardige plaats in onze kerkgemeenschap geven en respecteren dat ze de eucharistie in hun eigen taal en volgens hun eigen gebruiken vieren.” “De vraag klinkt steeds luider hoe de kerkgemeenschap als geheel een ‘catechetische gemeenschap’ kan zijn: een gemeenschap waarin allen zich geroepen voelen om te werken aan hun eigen geloofsgroei en aan die van anderen.” “Hoe kunnen parochies kinderen, jongeren en jonge gezinnen actief laten deelnemen aan het kerkelijke gemeenschapsleven?” “Voor jongvolwassenen is er ook weinig in de kerk (18-30j).”
5
verkondiging de vraag centraal te plaatsen: ‘wie is de mens die jij helpt’? De gevende relatie is wellicht de meest geschikte plaats om te groeien als leerling van Jezus en om de vreugde van het Rijk Gods te smaken.” “Vanuit een christelijk mens- en wereldbeeld moeten we kritisch blijven kijken naar onze wereld en waar nodig, de vinger op de wonde leggen.” “Heel wat zorgvoorzieningen droegen de verantwoordelijkheid grotendeels aan leken over. Omwille van de christelijke verbinding willen we als diocesane kerkgemeenschap betrokken blijven in de sector van de zorgvoorzieningen. Met de zorginstellingen willen we meewerken aan de ethische invulling van een menswaardige zorg, gedragen door een christelijk mensen wereldbeeld.” 4. Op vlak van het toebehoren tot de ‘kerk’ “Een pastorale eenheid kan uit een verscheidenheid van ‘kernen’ bestaan naast een aantal ‘parochiekernen’.” “De parochie is niet de enige plaats waar gelovigen gemeenschap vormen en groeien in de navolging van Jezus. Er zijn nog andere vormen van gemeenschapsopbouw die evenzeer bijdragen tot een vitale aanwezigheid van de Kerk in een bepaalde regio. Ze zijn niet territoriaal of parochiaal verankerd. Ze zijn bijvoorbeeld verbonden met een instelling of beweging, met een groep of gemeenschap van personen, met een eenmalig of terugkerend evenement. Deze gemeenschappen leven vanuit een bijzonder charisma of leggen zich toe op een bijzondere nood. We denken hier onder meer aan het godgewijde en religieuze leven in ons bisdom, aan de monastieke en contemplatieve gemeenschappen, aan de pastorale werking in ziekenhuizen en woon- en zorgcentra, aan het onderwijs en de gemeenschapsvorming op school, aan informele gemeenschappen en aan de nieuwe bewegingen. Vaak zoeken deze groepen naar een nieuw evenwicht tussen verdieping, gemeenschapsleven en engagement. Ze proberen bruggen te slaan naar mensen die, om welke reden dan ook, verder van de Kerk staan. Ook werken ze aan nieuwe verbindingen tussen de plaatselijke Kerk en de wereldkerk. Voor de toekomst van onze kerkgemeenschap liggen daar belangrijke kansen. Als diocesaan beleid willen we deze groepen of gemeenschappen ondersteunen en ze betrekken in de pastorale
“Enkel wanneer school, gezin, parochie en jeugdgroep constructief op elkaar inhaken, kan een kind of jongere groeien in geloof en kerkverbondenheid. In dat samenspel zitten vandaag barsten die niet zomaar te overbruggen zijn.” 2.Op vlak van diaconie “Verkondiging, liturgie en diaconie horen wezenlijk bij elkaar. Ze roepen elkaar op en versterken elkaar. Eucharistie en voetwassing hebben elkaar nodig.” 3. Op vlak van eucharistie/liturgie “De tafel van de Heer staat centraal in de Kerk. Het is de tafel voor de viering van de eucharistie. Daar leren zijn leerlingen Hem op de meest intieme manier kennen. Daar mogen zij hun verbondenheid met Hem vieren, zoals bruid en bruidegom op een huwelijksfeest. We noemen de liturgie en in het bijzonder de eucharistie ‘bron en hoogtepunt’ van het christelijk leven (SC). Zij is het middelpunt waarrond de christelijke gemeenschap een levend lichaam wordt.” “De liturgie als viering en als leerschool: vanuit die dubbele invalshoek willen we over de liturgie in ons bisdom nadenken.” “In gebed en liturgie klopt het hart van een gelovige gemeenschap. Daar ontspringt de bloedsomloop die de gemeenschap toelaat te ademen, te spreken, te vieren, te lijden en de handen uit de mouwen te steken.” “Alle andere gebedsvormen draaien in een baan rond de eucharistie, zoals planeten rond de zon. De zondagse eucharistieviering verdient dan ook de beste zorg, zowel vanwege onze medewerkers als vanwege de gelovigen. Daarop willen we inzetten.” “Waar de eucharistie niet haalbaar is, kan in de eigen parochiekerk een gebedsdienst plaatsvinden, al of niet met uitreiking van de communie. Om te beginnen moet de relatie tussen eucharistie en een gebedsdienst op zondag verhelderd worden. Ook zijn er eenduidige richtlijnen nodig over de timing, de inhoud en de vorm van deze gebedsdiensten.” “Liturgische of sacramentele vieringen in een brede gemeenschap verdienen de voorkeur boven vieringen in een beperkte of afzonderlijke gemeenschap. Op zondag gaat de voorkeur uit naar een eucharistie met een zo ruim mogelijke deelname.” “Alles in de kerk begint met Jezus te laten zijn wie Hij voor ons wil zijn. Elke dienst in de kerk is een dienst aan Hem en aan de verkondiging van zijn boodschap.”
6
Brugge (Kerk zijn vandaag en de toekomst van parochies. Mgr. Jozef De Kesel, 2011.)
dienstverlening. In het kader van een pastorale eenheid moeten ook zij hun rol kunnen vervullen.” “In het evangelie heeft de ‘gemeenschap van leerlingen’ geen scherpe afmetingen. Jezus benadert en verzamelt mensen in meerdere kringen om zich heen. Tussen de buitenkring en binnenkring laat Hij vele schakeringen toe.”
1.Op vlak van missioneren, evangeliseren “Zullen er in de toekomst voldoende plaatsen zijn waar Gods Woord wordt gehoord en het evangelie daadwerkelijk wordt beleefd en gedeeld? Gemeenschappen die ook naar buiten uitstralen en iets betekenen voor de vele zoekende mensen vandaag. Dergelijke plaatsen en gemeenschappen zijn van groot belang om God kenbaar te maken.” “Hoe kunnen we als kerk aanwezig zijn, als waarachtige getuigen van het evangelie en van Gods liefde voor de mensen. Hoe kunnen we vandaag het evangelie ontdekken als woord van leven? Hoe kunnen we het zo verkondigen dat ook mensen van deze tijd erdoor geraakt worden? Deze vragen van vandaag hebben te maken met de zin zelf van het bestaan als kerk. Hoe kunnen we weer iets ontdekken van de eenvoud, de vreugde en de vrijheid van het geloof.” “Dat is en blijft dus onze grote zorg: dat er voldoende van die gemeenschappen zouden zijn, opdat christenen er het woord van het evangelie kunnen horen, vieren en beleven. Maar niet alleen voor ons christenen. De kerk is er niet voor zichzelf. Gods hart gaat uit naar allen, naar de wereld en naar zijn hele schepping. Hij overweldigt niet en dringt zich niet op. Toch wil Hij met zijn liefde het hart van de mensen raken en hen binnenvoeren in zijn verbond. Juist daarom heeft Hij die geloofsgemeenschappen
“Ook dit is een opdracht voor de komende jaren: gelovigen wegwijs maken in de taal van de Bijbel, het geloof en het gebed. Zonder die taal kan de liturgie niet verder. Het gaat om onze moedertaal. Vele woorden uit onze klassieke woordenschat zijn niet meer gekend. Andere woorden zijn nog wel gekend, maar dragen geen levende boodschap meer over. Ze beantwoorden niet mee aan een gedeelde ervaring of een herkenbaar gevoel. We hebben nood aan een nieuwe taal om over God, het geloof en de christelijke boodschap te spreken. De vraag is ook: waar zit het aanknopingspunt met de taal van het dagelijkse leven? Spreken over het geloof en spreken over het leven ligt heel dicht bij elkaar. Zodra een predikant begint aan een levensecht verhaal of een getuigenis, wordt het stil in de kerk. Welke taal gebruiken we best in liturgie, verkondiging en catechese? Het is een moeilijk vraagstuk. Er leeft veel ontgoocheling of vermoeidheid op dat punt.” 3.Op vlak van eucharistie/liturgie “Liturgie op zondag: wezen zelf van een kerkgemeenschap. Luisteren naar Gods woord en eucharistie vieren is een wezenlijke opdracht. Door het vieren van de eucharistie wordt de gemeenschap kerk in de volle zin van het woord: volk van God, lichaam van Christus en woonplaats van de Geest.” “Het is in de viering van de eucharistie dat de kerk altijd weer haar oorsprong en fundament vindt.” “De viering van de eucharistie veronderstelt niet alleen een gewijde voorganger maar ook een gemeenschap. Waar dit niet meer het geval is, is het beter dat christenen over de parochiale grenzen heen samen komen voor de eucharistie op zondag.” “Er is wel degelijk nood aan kleinere groepsvorming van christenen, maar dat is daarom nog geen parochie te noemen.” “Eucharistieviering is te verkiezen boven een gebedsdienst elders We moeten de krachten bundelen en aan de eucharistie de betekenis geven die ze verdient.”
7
nodig. Als een teken van zijn aanwezigheid en van zijn liefde voor zijn mensen en voor zijn wereld. In de mate dat die gemeenschappen leven van het evangelie, in woord en daad, zullen ze ook naar buiten uitstralen, een levende uitnodiging vanwege God zelf.” 2. Op vlak van diaconie/toebehoren tot de kerk “Hoe kunnen we in de kerk vitaal aanwezig zijn in de samenleving, niet heersend, maar dienend?” “Er zijn andere vormen van gemeenschap, van aanwezigheid en van pastoraal die niet of niet noodzakelijk parochiaal verankerd zijn, maar die evenzeer plaatsen zijn van vitaal christelijk leven en van kerkelijke aanwezigheid. Ook zij zijn van groot belang voor het leven van de kerk en voor haar toekomst. Hoe belangrijk haar territoriale verankering ook is en blijft, we mogen, ook met het oog op de toekomst, de aanwezigheid en de zending van de kerk daartoe niet herleiden.” (Gezinnen, godsdienstonderwijs, religieus leven en abdijen, kleinere gemeenschappen, ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen). Ze zijn er niet alleen voor hen die ons geloof delen. Ze zijn er wel het teken van dat de kerk solidair wil zijn en meeleeft met de noden en de vragen van mensen.”
8
Extra Mechelen-Brussel: “De rol van de Paus: sinds het aantreden van paus Franciscus waait wereldwijd een krachtige lentewind door de katholieke Kerk. Het bisdom put uit het Hooglied om de vreugde hierover weer te geven: “Sta op vriendin! Mooi meisje, kom! Kijk! De winter is voorbij, voorbij zijn de regens, weggegaan. De bloemen zijn verschenen op het veld, nu breekt de zangtijd aan, het koeren van de duif klinkt op het land. De vijgenboom is al vol vruchten, de wijnstok rankt en geurt. Sta op, vriendin, Mooi meisje, kom! (Hooglied 2,10-13)” Extra Antwerpen: “Deze visietekst is geen beginpunt en geen eindpunt. God zet zijn verhaal met de mensen en met ons verder.” “Waarin bestaat het verschil dat dat Jezus’ leerlingen uitstralen? Onder meer hierin: dat ze vrij zijn en vreugde brengen, dat ze de veroordeelde of verloren mens weer in het midden van de kring zetten, dat ze tot medelijden en vergeving oproepen, dat ze elk gebruik van macht of geweld afwijzen, dat ze de laatste plaats willen innemen en geloven in de kracht van een liefde die niet rekent op beloning. Heel ‘nabij’ en toch heel ‘verschillend’: zo komen Jezus en zijn leerlingen over bij hun tijdgenoten.” “Wanneer we over de Kerk nadenken, moeten beide brandpunten van de ellips bij elkaar blijven: ‘nabijheid’ en ‘verschil’. Alleen een Kerk die tegelijk ‘nabij’ en ‘verschillend’ durft te zijn, kan een meerwaarde betekenen voor de samenleving. De meerwaarde waarnaar mensen vandaag uitzien, is een afspiegeling van het Evangelie: een kerkgemeenschap die dicht bij het leven staat, die werkt aan vrede en verzoening, die mensen van alle volken en talen samenbrengt als in een familie, die opkomt voor waarheid en gerechtigheid, die kan geven zonder terug te ontvangen, die vreugde en bezieling uitstraalt, die wonden helpt genezen, die bidt tot een en dezelfde Vader, die hoop biedt op leven voorbij de grenzen van lijden en dood, en die uitziet naar de voltooiing van alles en van allen in de eeuwigheid van Gods Liefde. Dat is de meerwaarde waarnaar mensen verlangen en waarvan de Kerk ‘een werkdadig instrument en teken’ wil zijn.14 Of zou moeten zijn.” “De Kerk scoort vandaag inderdaad niet hoog. Waar is het ‘deugddoende verschil’ gebleven? Tussen de kerkgemeenschap en de samenleving ziet men weinig onderscheid.” “Waarom zou je nog naar de kerk gaan, als daar niets ‘aparts’ of ‘verrassends’ te beleven valt? Ook bij de ‘nabijheid’ van de Kerk worden vragen gesteld. De principiële houding van de Kerk tegenover bepaalde groepen mensen wordt als een onrechtvaardige uitsluiting ervaren. Vele woorden komen afstandelijk of levensvreemd over. De plaats en de taak van de vrouw in de Kerk blijven een knelpunt. Anderen hebben aan het onderricht of het gedrag van kerkelijke verantwoordelijken kwetsuren overgehouden. De problematiek van het seksueel misbruik heeft een golf van onbegrip en afkeer op gang gebracht.15 Deze negatieve gevoelens en reacties zeggen zeker niet alles over de Kerk. Toch moeten ze ons doen nadenken. Hoe kunnen wij mensen ‘nabij’ zijn en tegelijk een deugddoend ‘verschil’ neerzetten in de samenleving?” “Hoe dichter de Kerk bij het Evangelie komt, hoe scherper of uitdagender haar opdracht in de samenleving wordt.” geroepen om Jezus te volgen. Die roeping kan heel diverse vormen aannemen, volgens de eigen familiale, sociale of professionele levenssituatie. “Als een loyale partner willen we blijven meewerken aan de toekomst van onze maatschappij. Macht kan daarbij niet het richtsnoer zijn, wel competentie en dienstvaardigheid. In dialoog en met een open vizier willen we bijdragen tot het welzijn van allen. In de tegensprekelijkheid van het publieke debat willen we onze stem laten horen, zonder pretentie maar ook zonder schroom.” “Wij als christenen willen geen apart of wereldvreemd schrijven. Integendeel. Wij geloven dat God ook spreekt door de ontwikkelingen, vereisten of verlangens die onze wereld beroeren. Vat. II spreekt over de tekenen van de tijd.” “Deze tekenen geven hun betekenis niet zomaar prijs. Ze zijn vaak verward en tegenstrijdig. Aan de ene kant zijn er tekenen die wijzen op een groeiende zuigkracht van het ‘ieder voor zich’. We kennen de gevolgen: een steeds diepere kloof tussen rijk en arm, de internationale schuldencrisis, gewapende conflicten, stromen van migranten en de uitputting van het milieu. Aan de andere kant zijn er tekenen die wijzen op een groeiende onderstroom van solidariteit, sociale rechtvaardigheid, mensenrechten en ecologische duurzaamheid. In het labyrint van deze tegenstrijdige ontwikkelingen moet de samenleving haar weg vinden. De Kerk wil een bondgenoot zijn in deze zoektocht. We geloven dat het Evangelie een verhelderend licht kan werpen op de keuzes die we moeten maken. Het licht van het Evangelie en het licht van de rede liggen in elkaars verlengde. De grondslagen van de christelijke ethiek liggen trouwens in de redelijkheid en de universaliteit van het goede handelen. Langs de weg van de dialoog willen wij bijdragen tot meer menswaardigheid om ons heen.” “Tussen geloof en ongeloof staan zelden dikke muren. Op religieus of filosofisch vlak noemen velen zich vandaag ‘zoekende’ mensen. De grote zekerheden van vroeger hebben
9
plaatsgemaakt voor een meer diffuus gevoel van betrokkenheid dat zich soms gelovig noemt en soms niet. Tussen ‘zeker wel’ en ‘zeker niet’ zie je vele schakeringen en nuances. Misschien is het nooit echt anders geweest.” “Helaas wordt het gesprek tussen ‘gelovigen’ en ‘ongelovigen’ vaak bezwaard door ideologische gedrevenheid of strategische belangen. Nuanceringen moeten wijken voor oneliners die wel goed klinken maar zelden de hele waarheid weergeven. De Godsvraag is nochtans nooit ver weg. Ze komt telkens opnieuw naar boven. Alleen is de schroom of onmacht om over God en geloof te spreken groot. Ook en vooral onder gelovigen. Misschien ligt juist hier een kans. Als kerkgemeenschap willen we het gesprek aangaan. Niet om mensen over de streep te trekken maar om in wederzijds respect te verwoorden wat ons beweegt wanneer het over de mens en over God gaat. Paulus maakte het zich niet gemakkelijk. In Athene ging hij naar de Areopagus om zich tot een doorsneepubliek van kritisch luisteraars te richten. Voor dat soort gesprek willen we als kerkgemeenschap nieuwe kansen zoeken en scheppen. “ “Van Christus geloven wij dat Hij als het morgenlicht is. Vroeg in de morgen is Hij opgestaan uit de dood. In dat morgenlicht mogen wij gaan staan. Ook en vooral vandaag. Als kerkgemeenschap hebben wij iets nieuws om van te leven en om van te getuigen. Die nieuwheid is niet alleen voor ons bestemd. Het Evangelie is blijde boodschap voor alle mensen en voor heel de samenleving. Als een ‘gemeenschap van leerlingen’ mogen wij daartoe bijdragen. Om Paulus te parafraseren: het is tijd om wakker te worden, het ontbijt staat klaar en een nieuwe dagtaak wacht. Trouwens: aan het meer van Tiberias, op een frisse ochtend kort na Pasen, is voor de vissers alles opnieuw begonnen. Aan de oever van het meer stond de Heer op hen te wachten en “toen ze aan land waren gestapt, zagen ze dat er een houtskoolvuur was aangelegd, met vis erop en brood ernaast” Extra Brugge: We lijken op het volk Gods in de woestijn. We zijn onderweg en weten niet precies waar we zullen uitkomen. We moeten zoveel mogelijk terugkeren naar de eenvoud van het evangelie en prioriteit geven aan datgene waarom het eigenlijk gaat. God wil bij de mensen wonen: we zijn Hem alles waard: het geheim waarvan wij als kerk en als christenen leven. Parochies en structuren staan in dienst van iemand anders, van wat God via zijn Zoon voor de wereld gedaan heeft. God verzamelt ons tot zijn gemeenschap, zijn kerk. Daar spreekt God zijn woord en vindt hij gehoor. Daar worden zijn liefde en zijn verbond beaamd en gevierd. Daar probeert men elkaar te waarderen en lief te hebben als broers en zusters en wil men solidair zijn met hen die arm zijn en in nood. In zulke gemeenschappen kan God thuis komen en met ons delen wat Hij heeft. Zo maakt hij ons tot nieuwe mensen, zijn kinderen. Het kan werkelijk aan ons gebeuren: dat we opnieuw de Schrift verstaan als een Woord van leven. Dat we het zo verstaan dat ons hart gaat branden. Dat het ons zo aangrijpt dat we terugkeren naar elkaar om het met elkaar te delen. Dat is het wat de Geest in ons en in zijn kerk kan bewerken. Voor dit wonder moeten we ons allen openstellen. Dat is de reden waarom we in deze brief een pleidooi gehouden hebben voor eenheid en samenwerking tussen de gemeenschappen.
10