Evaluatie- rapport “IK VIND HET LEVEN HIER ZO MOEILIJK” Evaluatie van het project Terugkeer en Re-integratie van Ongedocumenteerden, gefinancierd door het Europees Terugkeer Fonds, en uitgevoerd door Maatwerk bij Terugkeer/SMS (september 2009- juni 2012)
Ede, juni 2012
MDF Training & Consultancy
Evaluatie- rapport “IK VIND HET LEVEN HIER ZO MOEILIJK” Evaluatie van het project Terugkeer en Re-integratie van Ongedocumenteerden, gefinancierd door het Europees Terugkeer Fonds, en uitgevoerd door Maatwerk bij Terugkeer/SMS (september 2009- juni 2012)
Ede, juni 2012 Sjoerd Zanen Maurits Spoelder
ISO 9001:2008 certified
MDF Training & Consultancy BV Bosrand 28, P.O. Box 430, 6710 BK Ede, The Netherlands tel.nr.: +31 318 650060, faxnr.: +31 318 614503 e-mail:
[email protected], website: www.mdf.nl
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Pagina SAMENVATTING .................................................................................................................... 4 1.
INLEIDING...................................................................................................................... 6 1.1 1.2 1.3
2.
DOEL, BENADERING, METHODOLOGIE EN WERKWIJZE VAN DE EVALUATIE ... 8 2.1 2.2 2.3
3.
PROJECT CONTEXT EN RELEVANTIE ...................................................................................... 12 PROJECT ACTIVITEITEN – BEOOGD EN GEREALISEERD ............................................................ 13 SPECIFIEKE OUTPUTS 1: DE ROL VAN VERTROUWENSPERSONEN ........................................... 17 SPECIFIEKE OUTPUTS 2: DE ROL VAN PARTNER ORGANISATIES............................................... 22 OUTCOME: REÏNTEGRATIE VAN TERUGGEKEERDEN ................................................................ 25
CONCLUSIES OVER DE EFFECTIVITEIT (OUTCOME) VAN HET PROJECT ......... 35 4.1 4.2
5.
DOEL VAN DE EVALUATIE ........................................................................................................ 8 EMBEDDEDNESS .................................................................................................................. 10 EVALUATIE BENADERING - THEORETISCH ............................................................................... 11
BEVINDINGEN ............................................................................................................. 12 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4.
CONTEXT .............................................................................................................................. 6 DE SITUATIE VAN ONGEDOCUMENTEERDEN IN NEDERLAND EN PERCEPTIES OVER TERUGKEER ... 7 PROJECT-DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN .......................................................................... 7
SURINAME EN GHANA VERGELEKEN ...................................................................................... 35 INVLOED VAN OUTPUTS ........................................................................................................ 36
CONCLUSIES VAN DE EVALUATIE EN AANBEVELINGEN .................................... 37
Annexen ANNEX 1 TOEGEPASTE METHODOLOGIE ..................................................................... 41 ANNEX 2 MISSIE EN VISIE VAN MAATWERK BIJ TERUGKEER ................................... 43 ANNEX 3 TERMS OF REFERENCE ................................................................................... 46 ANNEX 4 SUMMARY .......................................................................................................... 49
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 3
Inhoudsopgave
Samenvatting Het project Terugkeer en Re-integratie van Ongedocumenteerden werd gefinancierd door het Europees Terugkeer Fonds (plm 370 000€) en een bijdrage van Cordaid, en uitgevoerd door Maatwerk bij Terugkeer/SMS, van 2009-2012. Het project dat inmiddels op zijn eind loopt (eind juni 2012) verleende individuele en op maat gesneden assistentie aan illegale migranten die op vrijwillige basis terug willen keren naar het land van herkomst. De twee karakteristieke kenmerken van het project waren: 1) de rol en het functioneren van zgn. Vertrouwenspersonen in Nederland, en 2) de rol en het functioneren van partner NGO’s in de landen van terugkeer die teruggekeerden bij hun herintegratie assisteren. Aan de laatsten stelde het project een geldbedrag beschikbaar (1250-1750€) waarmee die assistentie (huisvesting, werkgelegenheid, toegang tot medische zorg en onderwijs e.d.) werd bekostigd. Verder verspreidde het project informatie documentatie over de mogelijkheid van vrijwillige terugkeer en organiseerde bijeenkomsten, eveneens met voorlichting maar ook om de samenwerking tussen verschillende soorten sociale instanties op het gebied van migratie in Nederland te stimuleren. Het project heeft ook seminars en een conferentie voor ERSO partners georganiseerd. De evaluatie concentreerde zich op vertrouwenspersonen, partner NGO’s en de resultaten van de assistentie bij re-integratie – dit laatste met behulp van het zgn. Embeddedness model, ontwikkeld door Van Houte en De Koning (2008). De evaluatie werd uitgevoerd door middel van studie van documenten, interviews met (ex) projectstaf en vertrouwenspersonen, telefonisch en digitale enquètes met partner NGO’s en vertrouwenspersonen, en veldbezoeken aan Suriname en Ghana. De hoofdconclusie van de evaluatie luidt dat het project effectief is gebleken. In de eerste plaats heeft het project uitgevoerd wat beoogd werd. In de tweede plaats heeft het project zijn hoofddoel bereikt, nl. het succesvol bemiddelen bij een humane terugkeer en herintegratie van de teruggekeerden in de samenleving. Het betrof in total 72 vrijwillig teruggekeerde migranten. In de onderzochte landen werd in 43% van de gevallen een hoge mate van duurzame herintegratie gerealiseerd en (eveneens) 43% heeft een goed uitzicht op duurzame herintegratie. Tesamen heeft dus 86% een goede kans om te herintegreren. Slechts enkele personen slaagden er niet in om op bevredigende manier te herintegreren. De beslissende factor bij duurzame herintegratie is de rol die de partner NGO speelt, nl. assistentie/bemiddeling bij het vinden van huisvesting, werk, toegang tot medische zorg, etc. De ondervraagde NGO’s beschikken over goede netwerken die hen in staat stellen vele soorten assistentie te (laten) verlenen. Persoonlijke kenmerken (leeftijd, arbeidsverleden, familiecontacten, motivatie) zijn een conditionerende factor bij herintegratie. De rol van de vertrouwenspersonen (in de onderzochte gevallen) was niet in alle gevallen eenduidig. Waar zij een rol hebben gespeeld (Filippijnen, Brazilië) werd deze op prijs gesteld en was instrumenteel bij terugkeer. Maar ten tijde van de evaluatie had maar 50% van de vertrouwenspersonen bij terugkeer bemiddeld (later groeide dit aantal tot 60%). Een kleine meerderheid is dus betrokken geweest bij concrete bemiddeling. De meeste
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 4
Samenvatting
terugkeerders naar Suriname en Ghana kenden in Nederland wel het IOM maar leerden MbT (“het project”) pas bij aankomst in het terugkeerland kennen. Bij de vertrouwenspersonen die niet concreet bij terugkeer hebben bemiddeld (in het kader van dit project) is sprake van een rolopvatting en verwachtingspatroon die niet geheel stroken met de bedoelingen van Maatwerk bij Terugkeer. De conclusie luidt dat het inzetten van vertrouwenspersonen veelbelovend is maar zich verder moet bewijzen. Door het afhaken van SMS (wegens faillissement) is de nauwe band met de migrantenorganisaties verzwakt. Een van de aanbevelingen van de evaluatie betreft de versterking van het netwerk van vertrouwenspersonen in Nederland, en versterking van de band met migrantenorganisaties. Ook wordt aanbevolen om manieren te vinden waarbij vertrouwenspersonen vaker in contact komen met potentiële terugkeerders. De andere aanbevelingen betreffen enkele programmasuggesties en verbeteringen in de organisatie. Maatwerk bij Terugkeer zou sterk gebaat zijn met programmafinanciering om de continuïteit van de interventies en de effecten daarvan te monitoren en garanderen.
Bij de titel van dit rapport: als voornaamste reden voor de beslissing om vrijwillig terug te keren werd (op aanmeldingsformulieren en mondeling) meerdere keren vermeld dat ongedocumenteerden het leven in de illegaliteit in Nederland steeds moeilijker vonden.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 5
Inleiding Hoofdstuk 1
1. Inleiding
1.1
Context
Stichting Maatwerk bij Terugkeer verleent individuele en op maat gesneden assistentie aan migranten die op vrijwillige basis willen terugkeren naar het land van herkomst. De stichting werkt aan het wegnemen van belemmeringen om betrokkenen te verzekeren van een waardige terugkeer. De Stichting is ontstaan als bemiddelingsbureau van Cordaid (2001). In maart 2010 werd Maatwerk bij Terugkeer zelfstandig, en werden visie en missie herijkt (zie bijlage). In 2009 werd een Mid Term Review uitgevoerd. Maatwerk bij Terugkeer heeft de aanbevelingen van deze tussenevaluatie integraal overgenomen en (bijna) allemaal uitgevoerd1. Maatwerk bij Terugkeer beschikt sinds enige tijd over een duidelijke kennis- en leer-strategie2, waardoor lessen uit de praktijk snel worden verwerkt in hun aanpak. Het project dat onderwerp is van deze evaluatie richt zich op de terugkeer en re-integratie van “ongedocumenteerden”, een categorie illegale migranten die moeilijk is te bereiken omdat ze niet of weinig in aanraking komt met gevestigde instanties in Nederland. In deze categorie vallen migranten die geen asielachtergrond hebben en veelal onbekend zijn bij organisaties die zich met migranten bezig houden zoals het COA en Vluchtelingenwerk. Wel zijn ongedocumenteerden, al of niet via leden van de eigen migrantengemeenschap, in contact met migrantenorganisaties, en via deze (evenals via enkele organisaties die met illegalen en daklozen werken) is het mogelijk om met de groep zogenaamde ongedocumenteerden in contact te komen. Vanuit de migrantengemeenschappen wordt geschat dat van de aanwezige buitenlanders ongeveer 2-5% ongedocumenteerd is – dus van de 9000 aanwezige Filippijnen zouden er ongeveer 300 ongedocumenteerd zijn. In Nederland zouden tussen de 75 000 en 115 000 ongedocumenteerden verblijven. Terwijl het aantal illegalen in Nederland over de laatste 10 jaren is gehalveerd, is het aantal vrijwillige terugkeerders, van welke categorie dan ook, gestaag toegenomen. Het beleid van de Nederlandse regering zorgt ervoor dat de druk om Nederland te verlaten als men niet in het bezit is van voldoende verblijfsdocumenten toeneemt. De terugkeercijfers van het IOM laten zien dat sinds 2008 het aantal jaarlijks terugkerende migranten is verdubbeld (van 1767 in 2008 tot 3473 in 2011). In de eerste drie maanden van 2012 zijn reeds 821 migranten vrijwillig teruggekeerd. Sinds 2000 heeft het IOM vanuit Nederland 31 828 migranten bij vrijwillige terugkeer ondersteund. In 2009 betrof het aantal teruggekeerden met bemiddeling en ondersteuning via Maatwerk bij Terugkeer 49 personen. In 2010 was dit aantal 62 personen. In 2011 zijn 250 personen teruggekeerd.
1 2
Schriftelijk interview met directrice Maatwerk bij Terugkeer 2011 – intern Visie/missie document, en interviews met staf.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 6
Inleiding Hoofdstuk 1
1.2
De situatie van ongedocumenteerden in Nederland en percepties over terugkeer
Verschillende studies laten zien dat de leefomstandigheden van illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen verslechtert. Het beleid ten aanzien van illegale vreemdelingen heeft ertoe geleid dat deze sinds het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw in toenemende mate gemarginaliseerd zijn en uitgesloten zijn van deelname aan formele arbeid, de voorzieningen en sociale huisvesting (Staring e.a. 2012). Meerderjarige, illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen (“ongedocumenteerden”) kunnen worden aangehouden en gedetineerd worden. De studie van Staring et al geeft een goede indruk van de percepties die er onder verschillende migrantengroepen bestaan over illegaal verblijf in Nederland en over terugkeer naar het land van herkomst.
1.3
Project-doelstellingen en activiteiten
Het project gericht op ‘ongedocumenteerden’ werd aanvankelijk uitgevoerd door Maatwerk bij Terugkeer in samenwerking met de Stichting Mondiale Samenleving (SMS). SMS (dat in augustus 2011 failliet is gegaan) richtte zich op versterking en ontwikkeling van migrantengroepen. De rol van SMS was gericht op het identificeren en trainen van zogenaamde vertrouwenspersonen; dit zijn leden uit migrantengemeenschappen die worden ingezet bij het informeren van ongedocumenteerden over hun situatie in de illegaliteit en hun mogelijkheden bij terugkeer via het project. Het voordeel van deze vertrouwenspersonen is dat zij discreet en vertrouwelijk met betrokkenen over hun situatie en terugkeerperspectieven kunnen spreken, zonder angst, zonder tijdsdruk, zonder knellende bureaucratische procedures, en met hun “eigen mensen”. Terwijl het vinden van vertrouwenspersonen in migrantengemeenschappen vooral het voorland was van SMS - vanwege hun hechte contacten met die groepen - was en is de specifieke kracht van Maatwerk bij Terugkeer het contact dat zij tot stand brengt tussen de terugkerende migrant en een lokale NGO in het land van bestemming. Maatwerk bij Terugkeer heeft die NGOs uitgekozen als partnerorganisaties, o.a. vanwege hun netwerk van landelijke contacten die een rol kunnen spelen bij hulp aan terugkerende migranten. Deze NGOs helpen de terugkerende migrant(en) verder, al naar gelang de behoefte die er bij hen bestaat (het is hulp “op maat”). De hulp betreft soms assistentie bij medische opvang, bij het vinden van huisvesting, maar in de meeste gevallen betreft de hulp het vinden van werk en inkomen. Vanwege deze component van het programma spreekt men van Migratie en Ontwikkeling3. Het doel van het project (aanvraagformulier ETF 2009) “is to promote and facilitate humane and sustainable voluntary return of illegal migrants in the Netherlands by use of trained native counsellors, and by strengthening or establishing cooperation with migrant organisations, social agencies and local authorities in the Netherlands, and NGO’s in the countries of return.
3
Aanvankelijk maakten de NGO’s deel uit van Cordaid en CMC netwerken. Thans, als zij meer dan 5000€ te besteden hebben, wordt een tender uitgeschreven om hen te selecteren.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 7
Doel, benadering, methodologie en werkwijze van de evaluatie Hoofdstuk 2
De specifieke doelstellingen zijn: “1. To get a better understanding on the issue of illegal migrants in the Netherlands. 2. To provide quality tailor-made return and reintegration mediation, counselling and practical support in the host country and the countries of return. 3. To use the potential of and create opportunities for migrant organisations to play an active role in the return process of illegal immigrants. 4. Develop information tools that will facilitate work of native counsellors and that will improve return and reintegration information provision of other relevant parties. 5. To establish cooperation between migrant organisations and local authorities in the Netherlands. 6. To improve the linkage of Maatwerk bij Terugkeer on return activities with social agencies in the Netherlands. 7. To strengthen reintegration support capacities of NGOs in the countries of return. De activiteiten die in dit project ondernomen worden bestaan uit research, training van vertegenwoordigers van migrantenorganisaties, produktie en verspreiding van informatiemateriaal, opzetten van informatie verspreidingspunten door vertrouwenspersonen, het verstevigen van de samenwerking tussen migrantenorganisaties en lokale overheidsinstanties in Nederland, het versterken van samenwerking met maatschappelijke organisaties, versterken van lokale NGOs in de landen van terugkeer.
2. Doel, benadering, methodologie en werkwijze van de evaluatie
2.1
Doel van de evaluatie
De evaluatie betreft in het bijzonder de twee specifieke elementen van het project, namelijk a.
de rol die de vertrouwenspersonen spelen binnen hun gemeenschap wat betreft informatieverspreiding over vrijwillige terugkeer binnen hun gemeenschap, en bemiddeling bij terugkeer (bereik, methodiek, respons); en b. de capaciteiten van partnerorganisaties in de herkomstlanden wat betreft ondersteuning aan terugkeerders. Bovendien betreft de evaluatie het effect van de twee bovengenoemde componenten, namelijk de mate van re-integratie van teruggekeerden. Tesamen beoogt de evaluatie inzicht te verschaffen en een oordeel te vormen over de effectiviteit van het project. De evaluatie beoogt dus geen beoordeling te geven van alle projectactiviteiten en –resultaten afzonderlijk, in Nederland en in de diverse landen. De beperking ervan wordt duidelijk aangegeven in onderstaand kader (Verwachte resultaten). In haar voorstel heeft MDF voorgesteld om onder bovengenoemde elementen a. en b. project-outputs te verstaan, terwijl het niveau van re-integratie de project-outcome betreft,
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 8
Doel, benadering, methodologie en werkwijze van de evaluatie Hoofdstuk 2
d.w.z. de mate waarin de outputs effect hebben gesorteerd op het leven van de doelgroepen. Verwachte resultaten zoals beschreven in de TOR van de evaluatie De evaluatie zal inzicht geven over de hieronder benoemde punten: Niveau van vertrouwenspersonen binnen 4 gemeenschappen waaronder in ieder geval de Filippijnse, Surinaamse en Ghanese gemeenschap. ‐ Het bereik van vertrouwenspersonen; wie wordt binnen de gemeenschap bereikt en geïnformeerd? ‐ De toegepaste methodiek van vertrouwenspersonen, hoe bereiken ze de migranten ‐ De respons van ongedocumenteerde migranten op de (informatie van) vertrouwenspersonen Niveau partners herkomstlanden ‐ De beschikbare capaciteit van partners in Ghana en Suriname om terugkeerders te ondersteunen ‐ Een beoordeling van de verstrekte steun aan terugkeerders Niveau van re-integratie van terugkeerders in land van herkomst op gebied van werk en huisvesting (aan de hand van ‘embeddednessmodel’) ‐ Re-integratie op gebied van werk; in hoeverre beschikken terugkeerders die ondersteund zijn bij verkrijgen van werk, een regelmatig, stabiel en adequaat inkomen ‐ Re-integratie op gebied van huisvesting; hebben terugkeerders adequate huisvesting gevonden en zijn deze terugkeerders in staat om op duurzame wijze op deze plek te verblijven.
In de TOR wordt voorgesteld om de mate van re-integratie te meten met behulp van het zgn. Embeddedness model. Dit model werd ontwikkeld door Van Houte en De Koning (2008): Towards a better embeddedness? Monitoring assistance to involuntary returning migrants from Western countries, met dien verstande dat het hier gaat om voluntary migrants. Zoals de titel aanduidt betreft het hier een systematische monitoring-methode van embeddedness of duurzame re-integratie.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 9
Doel, benadering, methodologie en werkwijze van de evaluatie Hoofdstuk 2
2.2
Embeddedness
Embeddedness is een uitwerking van ‘terugkeer-duurzaamheid’. Het is een specificatie van ‘re-integratie’. Het begrip bevat economische, psycho-sociale en sociale (netwerk) dimensies, die zijn gesitueerd in een context van individuele kenmerken, de migratiecyclus en terugkeer-hulp. Tesamen bepalen de interrelaties tussen deze dimensies de terugkeer ‘duurzaamheid’.
In de betreffende studie worden de bovengenoemde dimensies van embeddedness uitgewerkt (zie figuur): 1. Economische embeddedness: huisvesting, inkomen, toegang tot gezondheidszorg/onderwijs. 2. Psycho-sociale embeddedness: psychosociaal welzijn, identiteit, veiligheid, welkomgevoel. 3. Sociale netwerken embeddedness: voldoende sociale contacten, emotionele en materiële steun uit netwerken, lidmaatschap van verenigingen/organisaties. Ook worden de bovengenoemde ‘context’ factoren behandeld. Hieronder valt ook ‘assistance during return’. Het project Terugkeer en Re-integratie (nl. de twee outputs) valt onder deze factor. De evaluatie die gebruik maakt van het embeddedness model is dus een “evaluatie in context”. De context variabelen kunnen niet allemaal academisch onderzocht worden, maar ze maken wel integraal onderdeel uit van het onderzoek.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 10
Doel, benadering, methodologie en werkwijze van de evaluatie Hoofdstuk 2
Als het aantal respondenten hoog zou zijn, zou men een regressieanalyse op de variabelen/scores kunnen toepassen, maar in het geval van deze studie zal de statistische analyse beperkt moeten blijven wegens het geringe aantal respondenten. 2.3
Evaluatie benadering - theoretisch
Deze evaluatie beoogt te analyseren of en hoe de project-resultaten (outputs) hebben geleid tot het bereiken van de project-doelstelling (outcome). Hiermee wordt het afleggen van verantwoording over project-effectiviteit gediend. Anderzijds wil de opdrachtgever een beter inzicht verwerven in de processen die een rol spelen bij migratieprocessen, hetgeen een leerdoelstelling is. De uitdaging is om beide doelstellingen aan elkaar te relateren. Het project heeft activiteiten ondernomen en tussentijdse resultaten geboekt, maar het kan niet met zekerheid worden gesteld dat er een causale relatie bestaat tussen de inspanningen van het project enerzijds en het behalen van het projectdoel anderzijds, namelijk de geslaagde re-integratie van terugkeerders. Men kan zeggen dat er een relatie van plausibiliteit tussen de twee bestaat: hoe beter het project functioneert, hoe hoger de kans geacht wordt dat de projectdoelstelling wordt behaald. Het is in dit verband nuttig om de inspanningen van het project enerzijds, en anderzijds het behalen van de uiteindelijke projectdoelstelling te scheiden. Vroeger werden zowel het één als het ander gezien als projectresultaten. In de internationale ontwikkelingssamenwerking worden tegenwoordig project-resultaten gescheiden van ontwikkelings-resultaten. Dit onderscheid wordt uitgedrukt in de verschillende resultaataanduidingen: output en outcome. Output-resultaten zijn onder controle van het project, terwijl Outcome-resultaten of effecten (waar het uiteindelijk om draait) afhangen van de doelgroepen, in dit geval terugkeerders. Hun re-integratie (de beoogde outcome van het project) is o.a. van projecthulp afhankelijk, maar hangt ook van andere factoren af. Terwijl Outputs project-resultaten zijn, zijn Outcomes (en Impact) ontwikkelingsresultaten. Dus, in de Result chain4: Inputs ÆActiviteiten Æ Outputs Æ Outcomes ÆImpact overheerst de project-invloed tot en met de Outputs. Bij Outcomes overheerst de invloed van de doelgroepen zelf. Outcome wordt gedefinieerd als de mate waarin de doelgroepen op de beoogde manier gebruik maken of profiteren van de project-Outputs, in dit geval: dat de steun van vertrouwenspersonen vóór vertrek uit Nederland, en de opvang door MbT partner-organisaties na terugkeer in het Terugkeerland hebben geleid tot geslaagde re-integratie of embeddedness. Maar er zit één addertje onder het gras, en dat is het zgn. attributie-probleem. Als namelijk de re-integratie geslaagd is, in hoeverre is dit dan het gevolg van de projectbegeleiding? Juist daarvoor kan het embeddedness model nuttig zijn, omdat in dat model ook andere factoren dan de projectbegeleiding voorkomen die een rol kunnen spelen bij re-integratie. De uitdaging van deze evaluatie is dus om aan te tonen of er een relatie bestaat tussen Outputs en Outcomes, en zo ja, welke relatie. 4
De volgende “Result chain” wordt tegenwoordig in het Management for Development Results (MfDR) gedachtengoed door de EC gebruikt.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 11
Bevindingen Hoofdstuk 3
3. Bevindingen
3.1
Project context en relevantie
Bij wijze van inleiding op dit hoofdstuk vermelden wij drie algemene opmerkingen die niet specifiek ingaan op de inhoud en het verloop van dit project, maar die een rol splelen bij alle activiteiten en projecten van Maatwerk bij Terugkeer. Deze opmerkingen gaan in op de maatschappelijke relevantie van het werk van Maatwerk bij Terugkeer, en tevens op de context van donorfinanciering in deze sector. De opmerkingen lopen vooruit op de conclusies van deze studie; ze verschaffen tevens een kader waarin de projectresultaten beschouwd moeten worden. 1. Het project is gesitueerd in een spanningsveld tussen twee polen, namelijk die van politieke druk en verharding (waarbij het bestaansrecht van ongedocumenteerden ontkend wordt, zoals bij de Nederlandse overheid, in het bijzonder BZK/DTV) enerzijds, en die van maatschappelijke verantwoordelijkheid (ongedocumenteerden hebben in Nederland geen perspectief, maar wellicht in het land van herkomst wel) anderzijds, zoals bij het Europees Terugkeer Fonds, meer gestoeld op een NGO-gezichtspunt. De visie van het project haakt aan bij het tweede perspectief, en biedt een pakket aan dat niet ophoudt bij Schiphol, maar reikt tot en met het land van terugkeer. 2. De continuïteit van het werk van Maatwerk bij Terugkeer zou sterk gebaat zijn bij programmafinanciering in plaats van de kortlopende projectfinancieringen waarvan zij thans afhankelijk is. Een langjarige aanpak is gunstig voor: • een verbreding van het aantal focus-landen (dus terugkeerders), • een meerjarige monitoring-aanpak, • een beter kennis-management (het behoud van kennis en ervaring), • een langjarige institutionele samenwerking met maatschappelijke organisaties, instanties en resource persons (ook in terugkeerlanden), • stafcontinuïteit, belangrijk voor kennis-behoud en contacten met NGOs in landen van terugkeer, en • permanente voorlichting aan en lobby bij overheid en publiek. In het laatste geval wordt beoogd om het overheidsbeleid en het publiek ervan te overtuigen, in Nederlands en Europees verband, dat vrijwillige terugkeer de voorkeur verdient boven gedwongen terugkeer met alle risico’s van mensonwaardige toestanden. MbT pleit ervoor hen (en soortgelijke organisaties in Europa) in staat te stellen om de methode van de vrijwillige terugkeer te verbeteren zodat meer ongedocumenteerden er gebruik van zullen maken. Het aantal is reeds stijgende en MbT zou in het geval van programmafinanciering inzetten op het dubbele aantal vrijwillige terugkeerders. De uitdaging van het Maatschappelijk Middenveld is het creëren van een netwerk van organisaties waarvan MbT en soortgelijke organisaties onderdeel van uitmaken, in Nederlands verband en in Europees verband (waarbij Europese organisaties het werk stroomlijnen en onder elkaar verdelen). Ook de partner-organisaties in de focus-landen
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 12
Bevindingen Hoofdstuk 3
zouden zich moeten ontwikkelen in de richting van een network-formule om zo veel mogelijk diensten te kunnen verlenen. Hiervoor is echter continuïteit in de contacten met Europese instanties nodig. 3.2
Project activiteiten – beoogd en gerealiseerd
Onderstaande tabel, door MbT samengesteld, geeft een overzicht van realisaties van het project tot en met November 2011. Het betreft voornamelijk de realisaties waar een doelwaarde aan was verbonden. Een aantal andere projectactiviteiten (research, veldbezoeken aan betrokken landen, trainingen aan vertrouwenspersonen) worden in deze tabel niet genoemd. Men kan uit de tabel opmaken dat 72 teruggekeerden tailormade reïntegratie assistentie hebben ontvangen. Dit aantal was overigens niet van te voren bepaald. Zie tabel op volgende pagina. Uitleg bij deze tabel5. 1. Het project heeft vooral bemiddeld op het vlak van arbeidsmarkt reïntegratie. In iets mindere mate (en minder dan voorzien) heeft het project bemiddeld bij huisvesting. Hiervoor zijn verschillende redenen. In Suriname wordt alleen bemiddeld bij huisvesting als er voldoende tijd voor is, dus als de terugkeerder op tijd is aangemeld, hetgeen meestal niet het geval is. In andere gevallen is bemiddeling niet nodig omdat de terugkeerder zelf een oplossing voor huisvesting heeft gevonden. 2. Trainingen aan terugkeerders zijn in veel mindere mate gerealiseerd dan was beoogd of verwacht. In de onderzochte gevallen bleek hier óf geen tijd voor te zijn óf geen (directe) behoefte aan te bestaan: het verwerven van inkomen had in bijna alle gevallen prioriteit. Trainingen worden pas relevant op langere termijn, als de teruggekeerde in eerste levensbehoeften voorziet, maar denkt zijn/haar situatie op de arbeidsmarkt te kunnen verbeteren middels meer kennis of een diploma. In andere gevallen waren teruggekeerden te oud (of fysiek en/of geestelijk te onbekwaam) om aan reguliere trainingsprogramma’s mee te kunnen doen. 3. Informatievoorziening en kennisuitwisseling door het project zijn meer dan voldoende geweest. MbT heeft verscheidene migrantenorganisaties actief geïnformeerd danwel bezocht over de mogelijkheden van terugkeer voor ongedocumenteerden. Geïnformeerde organisaties zijn onder andere het IOM, Izere (migrantengroep Burundi), Wereldhuis Los-Amsterdam, de Braziliaanse ambassade, Emoverde, SHOP Den Haag. Daarnaast zijn op bijeenkomsten verscheidene migrantenorganisaties geïnformeerd. De geplande seminars en conferenties hebben plaatsgevonden.
5
Efficiëntie was geen onderwerp van evaluatie. Het is vermeldingswaardig het project plm. 7 500€ besteedt per terugkeerder, terwijl de Europese benchmark 10 000€ per terugkeerder is. Het project is dus relatief “efficient” ten opzichte van de Europese norm. In dit project wordt plm. 40% van het budget aan de doelgroepen besteed, en plm. 60% aan project-overhead. Project-investeringen in Nederland verhouden zich tot investeringen in locale NGO’s als ongeveer 60:40. Een aantal vertrouwenspersonen had liever gezien dat de verhoudingen omgekeerd waren; zij zijn van oordeel dat er zich te veel schakels tussen “Brussel” en de terugkeerders bevinden – schakels waaraan het meeste geld opgaat – en dit terwijl bij hun altijd een beroep gedaan wordt op vrijwilligheid en zij altijd het argument aanhoren “there is no money”).
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 13
Bevindingen Hoofdstuk 3
Project resultaten en effecten; fase 1 en 2 (t/m 1 november 2011)
Beoogd
Gerealiseerd
% realisatie
Te verwachten realisatie
%
(t/m 1 nov. 2011)
ste
de
1 fase
2 fase
Totaal
Herintegratie accommodatie
30
8
14
22
73.3
22
73.3
Herintegratie arbeidsmarkt
60
29
19
48
80
65
108%
Teruggekeerden ontvangen tailor-made reintegratie assistentie
Niet benoemd
Ontvangen trainingen
60
1
1
2
3.33
9
15
Aantal projecten Land van Herkomst (LvH)
7
3
4
7
100
7
100
Aantal native counselors
21
5
10
15
71.4
20
95
Aantal informatie sessies voor social agencies in NL
10
5
16
21
210
22
220
Informatiepunten migranten
7
3
1
4
57
4
75
Geïnformeerde potentiëlen/cliënten
1950
900
550
1450
74.4
1950
100
Informatiebrochures/folders
6000
850
500
1350
2250
37,5
DVD over herkomstlanden
1
0
0
0
0
1 (mei
100
© MDF copyright 2012
72
www.mdf.nl
Resultaten en effecten
Zijn hiermee de specifieke doelstellingen bereikt? Voor zover in het kader van deze evaluatie onderzocht kon worden (zie Verwachte resultaten van de evaluatie in paragraaf 2.1), zijn de volgende opmerkingen verantwoord.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 14
Bevindingen Hoofdstuk 3
Mate van het bereiken van beoogde project-doelstellingen Specifieke doelstellingen6 Opmerkingen over hun realisatie 1. Een beter begrip verkrijgen over het Gerealiseerd, met name door de studie van onderwerp illegale migranten in Staring et al 2012. Nederland 2. Het verschaffen van tailor-made De bemiddeling en counselling in terugkeer en reïntegratie Nederland (door vertrouwenspersonen) zijn bemiddeling en counselling in de enigszins achtergebleven bij de landen van vertrek en terugkeer verwachtingen (wegens onvoldoende aanmelding bij vertrouwenspersonen, te weinig pro-activiteit van sommige vertrouwenspersonen en/of te snel vertrek van terugkerenden7); in de landen van terugkeer is deze intensief geweest en effectief gebleken 3. Het gebruik maken van het potentieel De rol van migrantenorganisaties in het terugkeerproces van migranten is niet en het scheppen van kansen voor duidelijk uit het onderzoek gebleken migrantenorganisaties om een (behalve in het geval van Casa Brazil actieve rol in het terugkeerproces Holanda). Hiervoor kunnen verschillende van illegale migranten te spelen oorzaken zijn: de zwakke organisatie van de meeste migrantenorganisaties, het taboe-karakter van terugkeer bij (vooral) Afrikaanse illegalen, het faillissement van SMS gedurende de projectuitvoering, het gebrek aan continuïteit van de projectstaf, etc. De produktie van informatiemateriaal is 4. Het ontwikkelen van informatie meer dan adequaat geweest. Genoemd bronnen en instrumenten die ten moet worden de Reader dienste staan van het werk van Vertrouwenspersonen in het kader van het native counsellors terugkeerproces; mei 2010.(gids voor (vertrouwenspersonen) en die vertrouwenspersonen; cursusmap). terugkeer en reïntegratie informatie Ook boekje Bewogen Terugkeer – verschaffen aan derden Methodiek voor Psychosociale begeleiding van (ex) asielzoekers en Ongedocumenteerden, van Diana Geraci Pharos 2011 (samenwerking COA, HIT, HN/TPO, IOM, NIDOS, MbT, SMS en VWN) is een waardevol document. Het nut en het gebruik door derden van dit materiaal werd tijdens deze evaluatie niet onderzocht 5. Het tot stand brengen van Ook dit onderwerp werd tijdens deze samenwerking tussen evaluatie niet onderzocht. Uit de rapportage 6
Zie Projectdoelstellingen en activiteiten in paragraaf 1.3 (hier in het Nederlands vertaald). Daarentegen is aanmelding voor Brazilië en Filippijnen echter slechts door vertrouwenspersonen gebeurd. 7
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 15
Bevindingen Hoofdstuk 3
migrantenorganisaties en lokale instanties in Nederland
6. Het verbeteren van de schakel tussen Maatwerk bij Terugkeer wat betreft terugkeer activiteiten en sociale instanties in Nederland 7. Het versterken van reïntegratie capaciteiten bij NGOs in de terugkeerlanden
blijkt dat veel moeite is besteed aan het tot stand brengen van deze samenwerking8. Van follow-up en operationalisering van deze samenwerking (outcome) werd in de rapportage geen melding gemaakt Zie punt 5.
Uit veldbezoeken door de staf en uit het evaluatie-veld-onderzoek blijkt dat de reïntegratie capaciteiten bij lokale NGOs in de terugkeerlanden inderdaad werden versterkt en effectief zijn. De resultaten hiervan laten zich zien in de reïntegratiescores. Maar: de capaciteit van NGOs is niet van duurzame aard als het project zich terugtrekt, en financiering wordt gestaakt.
De algemene conclusie die uit bovenstaande tabel getrokken kan worden is als volgt. De project activiteiten zijn in het algemeen uitgevoerd zoals gepland. De meeste complimenten verdienen de componenten: • • • • •
research en kennisvermeerdering over de doelgroep, informatie- en kennis-produktie/voorziening aan derden, netwerkvorming met sociale instanties, bemiddeling bij teruggekeerde migranten door lokale NGOs, training van vertrouwenspersonen.
8
VluchtelingenWerk Nederland heeft medio 2007 toegezegd om samen met Cordaid het initiatief te nemen om met de bij terugkeer betrokken partners: SAMAH, TIP/VluchtelingenWerk Nederland (SNV Tilburg, VW Oost – en Zuid Gelderland, VW Leiden, VW Friesland), Stichting HIT, COA, IOM, Pharos, HealthNet TPO, Nidos en SMS te kijken of er ruimte en bereidheid was om gezamenlijk een breed Platform voor duurzame terugkeer op te zetten. Dit heeft in februari 2010 geresulteerd in de oprichting van de Stichting Duurzame Terugkeer (SDT) waar Maatwerk bij Terugkeer een onderdeel van is. De missie van SDT is als volgt geformuleerd: Het bevorderen van ‘vrijwillige’ duurzame (medisch-psychosociaal, sociaal en economisch ingebed) terugkeer van de (ex-) asielzoeker en met aandacht voor de lokale ontwikkeling in het land van herkomst. Vanaf 1 april werkt Maatwerk bij Terugkeer samen in het Consortium van Duurzame Terugkeer op Maat , waarbij de volgende organisaties zijn aangesloten: Vluchtelingenwerk Nederland, Healthnet TPO, InTent, UAF , PHAROS en Beyond Borders ( jongeren programma binnen Maatwerk bij Terugkeer) Maatwerk bij Terugkeer is penvoerder van het Consortium. Deze groep werkte reeds samen binnen Stichting Duurzame Terugkeer en vandaar uit is dit consortium samengesteld. Begin 2007 was Maatwerk bij Terugkeer een van de initiatiefnemers van de oprichting van het ERSO platform. ERSO staat voor European Reintegration Support Organisations. Het is een samenwerkingsverband van 11 Europese NGO’s. ERSO werkt samen met partners in landen van herkomst en ondersteunt vrijwillige terugkeer. Zij biedt daartoe ondersteuning voor vertrek naar het land van herkomst, geeft informatie over re-integratie mogelijkheden in het land van herkomst en werkt met op maat gemaakte diensten in het land van herkomst.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 16
Bevindingen Hoofdstuk 3
Wat de effecten, of de outcome van deze activiteiten en outputs zijn geweest, met andere woorden: waartoe deze outputs hebben geleid, is (nog) niet voldoende onderzocht. De rol van migrantenorganisaties in het terugkeerproces is onduidelijk, en de indruk bestaat dat er op het vlak van versterking en coördinatie van migrantenorganisaties, en coördinatie van (activiteiten van) hulporganisaties (in Nederlanden en in sommige focus landen) grote behoefte bestaat. In het volgende hoofdstuk zal gekeken worden wat de outcome van het project is wat betreft de hoofddoelstelling van het project, namelijk “humane and sustainable voluntary return of illegal migrants”, dat in dat hoofdstuk getoetst wordt aan het begrip embeddedness of (duurzame) reïntegratie in het land van herkomst of terugkeer. 3.3
Specifieke Outputs 1: De rol van vertrouwenspersonen
Met betrekking tot vertrouwenspersonen is in deze evaluatie gebruik gemaakt van de volgende bronnen: 1. Bijwonen training met 7 vertrouwenspersonen. 2. Individuele interviews in Amsterdam met 3 vertrouwenspersonen (Philippijnen, Ghana, Suriname). 3. E-mail enquète met de twee Braziliaanse vertrouwenspersonen. 4. Telefoongesprekken met vertrouwenspersonen Sierra Leone en Nigeria. 5. E-mail enquète met ex-medewerker MbT over Sierra Leone. 6. E-mail enquète aan de Burundi partner-organisatie. 7. Interview met ex-medewerkster SMS en medewerkster MbT over vertrouwenspersonen. Op basis van de gesprekken en de antwoorden uit enquètevragen komt het volgende beeld naar voren. Vertrouwenspersonen komen uit migrantenorganisaties. Zij vormen een link tussen deze organisaties en het project. De meeste vertrouwenspersonen die in dit project werden ingezet komen voort uit de contacten die SMS had met de migrantenorganisaties. De band die SMS had met de migrantenorganisaties, en de contacten die MbT onderhield met partnerorganisaties in landen van terugkeer (partnerorganisaties van Cordaid en CMC) leidde tot een unieke complementariteit in dit project. Echter, met het faillissement van SMS en een focus op nieuwe concentratielanden, viel het gezelschap vertrouwenspersonen in de tweede projectfase uiteen. Slechts enkele vertrouwenspersonen van de oude garde werden in de tweede projectfase gehandhaafd en enkele nieuwe vertrouwenspersonen werden via een andere weg dan SMS aangeworven. Dit uiteenvallen heeft geleid tot frustratie en/of teleurstelling bij (ten minste twee) eerdere, niet meer actieve vertrouwenspersonen en bij (ten minste één) van de uit de SMS-tijd overgenomen vertrouwenspersoon. De laatste vindt dat de synergie die er destijds bestond tussen vertrouwenspersonen in de nieuwe groep niet of nauwelijks is ontstaan, ondanks de gezamenlijke trainingen. Ten tijde van de evaluatie waren er 8 vertrouwenspersonen (Philippijnen: 2; Ghana: 2; Suriname: 2; Brazilië: 2). De twee Ghanese en een van de twee Surinaamse vertrouwenspersonen hadden via dit project (nog) geen (potentiële) terugkeerders
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 17
Bevindingen Hoofdstuk 3
ontmoet of begeleid en/of met MbT in contact gebracht9. De meeste terugkeerders werden door het IOM bij MbT aangemeld. De vertrouwenspersonen verstrekken informatie over het werk van MbT aan eventuele terugkeerders en diverse migrantenorganisaties. Op diverse migrantenbijeenkomsten en aan verscheidene migrantenorganisaties zoals CFMW (Filippijnen), SAMON (Suriname), en African Roots Movement (Ghana), is informatie verstrekt over mogelijke terugkeer en de assistentie die MbT daarbij kan geven. Observaties en opmerkingen: 1. Het concept vertrouwenspersonen (op vrijwillige basis) is een belangrijke toegevoegde waarde van het project. In de gevallen waarbij vertrouwenspersonen een rol hebben gespeeld zijn deze, ook in de praktijk, van toegevoegde waarde gebleken. Zij hebben potentiële terugkeerders van informatie voorzien en met raad en daad terzijde gestaan (Philippijnen, Brazilië). Casa Brazil Holanda heeft op eigen initiatief (deels door MbT gefinancierd) een documentaire over terugkeer van migranten gemaakt. In verschillende gevallen bestaat er nog steeds contact tussen de vertrouwenspersonen en teruggekeerden. Echter, in andere gevallen (b.v. Ghana en Sierra Leone) is niet optimaal gebruik gemaakt van vertrouwenspersonen. In de praktijk werden verreweg de meeste terugkeerders aangemeld zonder tussenkomst van (MbT/SMS) vertrouwenspersonen. Het is niet precies na te gaan hoeveel terugkeerders contact hebben gehad met vertrouwenspersonen. 2. Wat is nu precies het belang en de betekenis van vertrouwenspersonen? Zelf zeggen zij dat zij allereerst een psychologische, faciliterende rol spelen. Door veel luisteren en in gesprekken worden problemen ontrafeld, wordt langzaam duidelijk wat de persoon in kwestie het liefste zou willen. Als er geen andere alternatieven zijn wordt het alternatief van terugkeer besproken en als zodanig uit de taboesfeer gehaald. Vervolgens zijn zij eerst voorlichter en vervolgens bemiddelaar, en brengen de cliënten in contact met MbT, waarna de modaliteit van terugkeer en de steun die zij daarmee kunnen verwachten besproken wordt. 3. Via de migrantenorganisaties en via andere kanalen en netwerken (informele bijeenkomsten zoals feestjes en kerkdiensten) komen ongedocumenteerde, potentiële terugkeerders in contact met de vertrouwenspersonen10. Maar het is ook wel eens andersom, nl. dat de vertrouwenspersonen voor de ongedocumenteerden de ingangsdeuren tot de migrantenorganisaties vormen. Er is hier geen enkele formele procedure voor en er zijn ook geen formulieren of andere registratiedocumenten mee gemoeid. Het contact begint altijd informeel. Pas als mensen te kennen geven werkelijk terug te willen keren kan het aanmeldingsformulier van MbT ter tafel komen. In de eerste, sterk informele en psychologisch getinte, gespreksfase, wordt geen enkele vaste methodologie gebruikt. 4. De vertrouwenspersonen hebben hun missie en de mogelijkheden die MbT biedt, op uitgebreide schaal kenbaar gemaakt binnen de migrantengemeenschappen, zowel mondeling als via de verspreiding van voorlichtingsmateriaal, op publieke 9
Voor bemiddeling naar Brazilië en de Filippijnen hebben de vertrouwenspersonen van die landen echter wel een cruciale rol gespeeld. 10 De bezochte teruggekeerden in Suriname en in Ghana hadden geen van allen contact gehad met vertrouwenspersonen van het project.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 18
Bevindingen Hoofdstuk 3
bijeenkomsten zowel als tijdens informele bijeenkomsten (huisbezoeken e.d.) en zelfs via een radioprogramma (Suriname). De extra mogelijkheden die het MbT project biedt zijn bekend bij leidinggevenden en vele anderen binnen de gemeenschappen. Daar de meeste vertrouwenspersonen brede bekendheid en respect genieten binnen de gemeenschappen en hun organisaties (ook kerken), wordt naar hen doorverwezen. Zo komen ongedocumenteerden soms in contact met vertrouwenspersonen11. Echter, lang niet altijd vinden potentiële terugkeerders hun weg naar vertrouwenspersonen, maar worden zij geholpen door familieleden of kennissen. Ook de IOM (via hun detentieprogramma) informeert over de mogelijkheden van MbT. 5.
Het is van groot belang dat de cliënten aan de modaliteiten (m.n. de opvang door een partnerorganisatie) een gevoel van veiligheid overhouden, en een gevoel dat zij uitzicht hebben op opvang en begeleiding. Dit is met name van belang voor terugkeerders die niet of nauwelijks over contacten in het terugkeerland beschikken. Het is daarom van belang dat de vertrouwenspersonen precies weten wat teruggekeerden van de partnerorganisatie in het land van terugkeer kunnen verwachten.
6.
De vertrouwenspersonen van Ghana en Suriname zijn niet goed op de hoogte van werkwijze, soorten steunverlening en resultaten van de partnerorganisaties in de landen van terugkeer. De vertrouwenspersonen van andere landen (Brazilië, Filippijnen) zijn beter op de hoogte, en hebben meer vertrouwen in de partnerorganisatie ter plaatse.
7.
Succes is niet verzekerd. De potentiële terugkeerders moeten door een proces heen, en dat proces kost tijd, en eindigt niet noodzakelijk met een gewenst resultaat. Soms zijn er 5 gesprekken geweest, over een periode van 15 maanden, die al of niet eindigen met een eindprocedure van vertrek door het IOM. Sommige vertrouwenspersonen hebben al een stuk of 10 terugkeerders begeleid, anderen slechts 1 of 2, en sommige nog geen enkele (hoewel er wel gesprekken hebben plaatsgevonden). Anderen hebben reeds via andere instanties (dan een MbT/SMS project) bemiddeld.
8.
Uiteraard verschilt de situatie per land. De percepties die men heeft met betrekking tot terugkeer naar het land van herkomst verschillen enorm, per land, naar gelang de aanleiding en de middelen die geïnvesteerd werden in de komst naar Nederland, en per geval12. Er is ook een verschil in percepties tussen asielen arbeidsmigranten. De taboesfeer van terugkeer is het hoogst in Afrikaanse landen, en dan speciaal in die gevallen waarin de familie van betrokkenen heeft geholpen met het bekostigen van de reis naar Nederland. In sommige gevallen ligt de situatie voor Brazilianen en Filippijnen minder gevoelig. De door het project
11
Het is voor de evaluatoren de vraag hoeveel migranten (buiten de Randstad) in contact staan met een migrantenorganisatie en hoe intens die contacten zijn. Maar dit was geen onderwerp van studie. 12 Een navrant detail. Onder Ghanezen schijnt men een bepaalde deur of ruimte op Schiphol aan te duiden met “the point of no return”. Dit is een verwijzing naar het “point of no return” op slavenforten in Ghana, de ruimte waarin slaven eertijds verbleven voordat zij de slavenboten betraden, met andere woorden: het einde van de vrijheid. Het is voorgekomen dat de situatie voor sommigen zo angstaanjagend is dat zij (nabij dat punt) alsnog besluiten om van vertrek af te zien; of in gevallen van niet-vrijwillig vertrek: dat zij zich vanaf dit punt hevig beginnen te verzetten.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 19
Bevindingen Hoofdstuk 3
bekostigde studie Ondersteuning bij zelfstandige terugkeer, door Richard Staring, Janine Alves d’Ameida, Sara Dahou Noya en Medea van Schijndel (Sectie Criminologie – ESL – EUR, januari 2012) geeft een uitstekend beeld van de percepties in verband met terugkeer van migranten uit Brazilië, Colombia, Ghana en Nigeria. Opgemerkt moet worden dat de percepties van migranten uit Sierra Leone en Burundi veel weghebben van die uit de behandelde Afrikaanse landen. 9.
Wegens de gevoeligheid van het gespreksonderwerp in kringen van ongedocumenteerden, verkeren de vertrouwenspersonen in een delicate situatie. Enerzijds wordt het uiterste gevergd van hun discretie, anderzijds van hun ervaring, wijsheid, inlevingsvermogen en geduld. Zij zijn in de eerste plaats loyaal aan hun landgenoten, leven zich in, en gaan zelf op zoek naar mogelijkheden voor de persoon in kwestie. Vaak gaat dit dan nog niet eens over terugkeer, maar over een verbetering van omstandigheden in de illegaliteit. De vertrouwenspersoon moet problemen kunnen aanpakken, maar moet ze ook kunnen loslaten: het probleem van de ongedocumenteerden moet niet het privéleven van de vertrouwenspersoon gaan domineren. Sommige vertrouwenspersonen hebben daar moeite mee, en raken (te) emotioneel betrokken. De trainingen helpen om met zulke problemen om te gaan.
10. De vijf trainingen die de huidige vertrouwenspersonen hebben bijgewoond worden wisselend beoordeeld. Het merendeel vindt dat de bijeenkomsten nuttig waren, vooral wegens a. de verstrekte informatie over (steeds veranderende) regels en procedures, b) hun bewustwordingsfunctie, en c) de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen. Sommige anderen ervoeren een communicatiekloof tussen de deelnemers, vanwege taalproblemen, verschillende culturele en sociale achtergronden. 11. De (huidige) vertrouwenspersonen hebben niet allen dezelfde rolopvatting en koesteren niet allen dezelfde verwachtingen van het project. Sommige achten de financiële steun en de modaliteit van financiële steunverlening inadequaat om terugkerenden te laten re-integreren. Anderen hadden meer verwacht van de beïnvloedings (advocacy) functie van het project richting overheidsbeleid en b.v. vakbonden (recht op lidmaatschap, op betere reglementering van ontslag- en uitkering, op zorgverzekering voor ongedocumenteerden). Zij hadden ook gehoopt op het vormen van een gezamenlijke vuist, maar “we praten allemaal langs elkaar heen”. 12. In het geval van de advocacy speelt het gebrek aan kracht en cohesie van de migrantenorganisaties in Nederland een rol. Het wegvallen van SMS heeft de relatie tussen migrantenorganisaties en het project verder verzwakt. Ook de kortlopende projectfinancieringen van MbT blokkeren een meer permanente en cumulatieve aanpak van beleidsbeïnvloeding. 13. In het geval van de steun-modaliteit bestaat zowel bij de Ghanezen als bij de Surinamers de wens om in het land van terugkeer “projecten” te creëren die zorgen voor de eerste opvang van teruggekeerden, zowel wat huisvesting als wat werkgelegenheid betreft13. Zij denken dat er in dat geval veel meer ongedocumenteerden zouden willen terugkeren naar het land van herkomst. Maar deze ideëen hebben binnen het project geen weerklank gevonden. 13
De Ghanezen zouden daarin (met hun NGO) een rol kunnen/willen spelen.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 20
Bevindingen Hoofdstuk 3
14. De vertrouwenspersonen vinden de financiële steun die in het kader van het project aan terugkeerders geboden wordt (aanvankelijk €1750, nu €1250) te gering. De Afrikaanse vertrouwenspersonen in het bijzonder, maar ook verschillende andere zijn ervan overtuigd dat bij een hoger bedrag meer ongedocumenteerden zouden kiezen voor terugkeer (voor de redenen, zie Staring et al, 2012). 15. Volgens alle benaderde vertrouwenspersonen dekt de vergoeding die vertrouwenspersonen ontvangen niet de onkosten die zij maken – telefoonkosten, reiskosten voor het bijwonen van bijeenkomsten die gerelateerd zijn aan het project. Sommigen vinden dit onbelangrijk, anderen vinden dit onjuist. De conclusie die uit de ervaringen van en met vertrouwenspersonen getrokken kan worden is de volgende. Het concept vertrouwenspersonen is goed en logisch, maar heeft in de praktijk van dit project (nog) niet optimaal gefunctioneerd. In de eerste projectfase heeft er door vertrouwenspersonen in zijn geheel geen bemiddeling plaatsgevonden. Aan het einde van de tweede fase functioneerde 60% van de vertrouwenspersonen naar verwachting. Gebleken is dat vertrouwenspersonen van twee van de focus-landen (Suriname, Ghana) tijdens de laatste fase niet of nauwelijks in contact zijn geweest met potentiële terugkerende migranten, en geen van hen heeft iemand tot en met het moment van terugkeer begeleid (in het kader van dit project). Dit geldt ook voor de (eerste fase) vertrouwenspersoon van Sierra Leone14. Men kan zich dan ook afvragen wat de toegevoegde waarde is gebleken van vertrouwenspersonen, ook gezien het feit dat de reïntegratie in de meerderheid van de gevallen tamelijk succcesvol is verlopen, en dit vooral vanwege de rol die de partnerorganisaties hebben gespeeld. Die partnerorganisaties, in de gevallen van Suriname en Ghana, hebben geen contact gehad met de vertrouwenspersonen in Nederland. Voor Filippijnen en Brazilië ligt dit anders. In deze gevallen waren die contacten er wel, zijn de vertrouwenspersonen wél in contact gekomen met potentiële terugkeerders (via Casa Brazil, consulaat of andere landgenoten), en is de meerwaarde van de begeleiding door vertrouwenspersonen evident geweest. Een toekomstig MbT project zou er intensiever naar moeten streven om eerder in contact te komen met illegale “ongedocumenteerden”, in ieder geval vóórdat deze worden gearresteerd. De migrantenorganisaties, resp. –gemeenschappen (en dus de vertrouwenspersonen) zouden hierin (logischerwijs) een grotere rol moeten of kunnen spelen. Hoe deze organisaties en/of gemeenschappen hiervoor te activeren (b.v. door lobby en beleidsbeïnvloeding), dat is een toekomstige uitdaging voor MbT. Ook zou MbT meer aandacht moeten besteden aan het verduidelijken van de wederzijdse rol-opvatting van MbT en de vertrouwenspersonen, met name in het geval van de Ghanese en één van de Surinaame vertrouwenspersonen.
14
De vertrouwenspersoon van Sierra Leone is met MbT staf op dienstreis geweest naar Sierra Leone en heeft daar kennis genomen van de lokale opvang(smogelijkheden).
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 21
Bevindingen Hoofdstuk 3
3.4
Specifieke Outputs 2: de rol van partner organisaties
De gegevens in deze paragraaf zijn gebaseerd op de volgende bronnen: 1. Onderzoek in Suriname, 2. Onderzoek in Ghana, 3. Correspondenties met partnerorganisaties in Burundi en Sierra Leone, 4. Interviews met MbT staf en ex-staf, 5. Rapportages veldbezoeken door MbT staf. Op basis van deze bronnen komt het volgende beeld naar boven: 1.
De partnerorganisaties zijn met zorg gekozen om specifieke hulp aan teruggekeerde migranten te verlenen. Zij kwamen aanvankelijk uit de lokale netwerken van Cordaid en het Centraal Missie Commissiariaat (CMC). Later werden organisaties aan de hand van een tender geselecteerd. Zij worden door het project gesteund in organisatieversterking, institutionele ontwikkeling en verbetering van de dienstverlening. Tijdens deze projectperiode zijn nieuwe partnerrelaties aangegaan in Afghanistan, de Filippijnen, Macedonië en Rwanda; en in Zuid Amerika in Colombia, Ecuador en Bolivia. In Soedan, Pakistan, Nigeria, Burundi, Suriname, Sierra Leone en Angola onderhoudt MbT ook (verschillende soorten) partnerrelaties.
2.
De selectie per tender werd gedaan aan de hand van, o.a. aantoonbare professionaliteit, ervaring met de opvang van migranten, een breed netwerk. Affiliatie met geloofsgemeenschappen of het confessionele karakter van de organisatie was geen selectiecriterium. De meeste partnerorganisaties waren Rooms-Katholiek van aard (zij waren immers partners van Cordaid en CMC). De na een tender procedure gekozen (nieuwe) organisatie in Ghana is sterk gelieerd aan een van de protestantse kerkgenootschappen. In principe hoeft dit geen bezwaar te zijn, want deze organisaties (Caritas en AGREDS) spreken zich duidelijk uit tegen discriminatie, en men mag aannemen (en zij beweren met klem) dat zij aan alle teruggekeerden, ongeacht hun geloof, dezelfde diensten verlenen15. 3. Een ander selectiecriterium betreft de grootte en variatie van het netwerk van de partnerorganisatie. Dit criterium is van belang, omdat de teruggekeerden geen eenvormige groep zijn. Het gaat om jongeren en ouderen, goed opgeleide mensen en analfabeten, mannen en vrouwen, lichamelijk en geestelijk gezonde mensen en mensen met een lichamelijke of geestelijke handicap. Tot de laatsten behoren zij die traumatische ervaringen hebben meegemaakt (voor hun migratie naar Nederland, tijdens hun verblijf in Nederland, of bij hun vertrek uit Nederland). Tot hen behoren ook zij die bij terugkeer aan werkelijk of vermeend gevaar blootstaan, of zij die hun familie vrezen. De partnerorganisatie wordt geacht oplossingen te bieden aan al deze categorieën mensen: voor hen te bemiddelen in huisvesting, in 1. 15 Toch werd er vanuit de Ghanese gemeenschap in Nederland kritiek geuit op het feit dat de partner niet confessioneel-neutraal was. Dit zou ertoe leiden dat islamieten zich beschaamd voelen om van deze organisaties steun te ontvangen, als zij er al aan zouden kloppen. Hier was (al of niet terecht) wantrouwen tegenover verborgen doelstellingen aan de orde. Onder de ondervraagde teruggekeerden in Ghana was één islamiet, die beweerde zeer tevreden te zijn met de assistentie van de partner organisatie.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 22
Bevindingen Hoofdstuk 3
(toegang tot) medische zorg, in het verkrijgen van betaald werk, het verkrijgen van noodzakelijke papieren, enz. Eén organisatie is niet in staat om al die diensten zelf te verlenen, en daarom zijn contacten met instanties, organisaties, invloedrijke en/of bereidwillige ethnie- of geloofsgenoten, op vele terreinen, noodzakelijk. Dit geldt vooral voor landen met grote aantallen terugkeerders zoals Afghanistan (1400) – dat overigens niet tot het onderzochte project behoort. Met name moeten de partnerorganisaties goede contacten hebben met werkgevende instanties, want werkgelegenheid is in verreweg de meeste gevallen een voorwaarde voor herintegratie. De organisatie Inlad in de Filippijnen heeft de mogelijkheid om individuele terugkeerders in te laten stromen bij locale economische projecten. De organisaties waarmee de evaluatoren (al of niet direct) in contact hebben gestaan, hebben een goede reputatie op de genoemde terreinen, beschikken over een breed netwerk van contacten, en zijn in het algemeen in staat om met succes te bemiddelen. Die organisaties beschikken over een goede reputatie in de samenleving, en handhaven een strikte neutraliteit ten opzichte van politieke en religieuze groeperingen en andere belangengroepen. 4.
De opvang van migranten die als “ongedocumenteerden” zijn teruggekeerd is geen gemakkelijke taak, vereist geduld, tolerantie, psychologisch inzicht en overredingskracht. Men is het er over eens dat herintegratie een kwestie van tijd is, afhankelijk van de omstandigheden. In sommige gevallen wordt snel succes geboekt, in andere gevallen lukt dat niet binnen korte of middellange termijn (of helemaal niet) en weer anderen blijken (met vallen en opstaan) uiteindelijk pas na enkele jaren volledig op eigen benen te kunnen staan. Er is een experiment gedaan in Sierra Leone (en in Burundi werd dit nagevolgd) om een vereniging van teruggekeerden op te richten – een zgn peer group (YOS). De leden komen zo nu en dan bij elkaar, horen elkaars ervaringen aan, leren van elkaar, verkrijgen nieuwe contacten. Deze contacten in verenigingsverband zijn zowel in psychologisch als in materiel opzicht van grote waarde. Het is niet zeker of zo’n initiatief in elk land zal slagen maar het is de moeite waard om mensen op het idee te brengen.
5.
Velen (partnerorganisaties, vertrouwenspersonen) klagen over de hoogte van het geldbedrag dat gereserveerd is voor het opstarten van een nieuw leven in het terugkeerland. Zij zouden er voor pleiten om het bedrag te verhogen. Niet alleen zou het makkelijker zijn om iets tot stand te brengen in het land van terugkeer (desnoods de teleurgestelde familie “af te betalen” of “terug te betalen”), maar ook denken zij dat daardoor de belangstelling voor terugkeer aanmerkelijk toe zou nemen.
6.
Partnerorganisaties zijn erbij gebaat om op tijd te worden geïnformeerd over de terugkeer, zodat zij tijd hebben om voorbereidingen te treffen, b.v. contact leggen met familieleden en potentiële werkgevers. Ontbreekt die tijd dan gaan fondsen soms op aan (tijdelijke) huisvesting en noodoplossingen. In de meeste gevallen is de aanmelding zo laat dat de partner nauwelijks voorbereidingen kan treffen (gehoord in Suriname en Ghana).
7.
Hoe lang moet een partnerorganisatie zich met een “klant” bezig houden, vooral indien het beschikbare geld reeds is besteed? Het is een keuze die elke partner moet maken. Sommigen denken dat het na vier maanden of zes maanden
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 23
Bevindingen Hoofdstuk 3
(AGREDS) klaar en over moet zijn met bijstand in welke vorm dan ook. In andere landen heeft men die termijn opgerekt, omdat men de herintegratieperiode schat op “een paar jaar”. Sommige klanten hebben vervolgaandacht nodig, en in het algemeen zijn de partnerorganisaties niet ongenegen om daaraan te voldoen als de behoefte zich voordoet, ondanks het feit dat het hen geen materiel voordeel (meer) oplevert. Hieruit blijkt een zeker idealisme. Een vereniging van teruggekeerden zou bepaalde begeleidingstaken over kunnen nemen, vooral als het niet-professionele, louter psychische en contactuele hulp betreft. MbT hanteert als norm 1 jaar ondersteuning door de partnerorganisatie. 8.
Een van de aspecten die dikwijls pas in een gevorderd stadium blijkt is interesse in opleiding en training. Dit idee ontstaat pas als al een zekere mate van herintegratie is gerealiseerd en als het leven van teruggekeerden in rustiger vaarwater is terecht gekomen. Zoals de realisatie-tabel laat zien is er (om diverse redenen) weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om opleidingen te volgen.
9.
Om het bezwaar van een lage terugkeer-uitkering te overkomen is in sommige landen geëxperimenteerd met (micro)kredieten, o.a. in Sierra Leone. Dit is geen onverdeeld succes geworden. Ons insziens zijn kredieten een zaak van een professionele kredietverstrekkingsorganisatie. Men kan klanten van Maatwerk daarmee in contact brengen, maar de partnerorganisaties zelf zouden zich hiervoor niet moeten engageren omdat het niet hun specialiteit is, en zij ook niet garant kunnen staan voor hun cliënten. Hun dienstverlenende opdracht is moeilijk te combineren met zakelijke bankrelaties, die een andere logica volgen.
10. Partnerorganisaties hebben een breed multi-functioneel netwerk – dat is immers het belangrijkste criterium voor hun keuze. Maatwerk bij Terugkeer is geïnteresseerd om in landen van terugkeer nog wijdere netwerken te creëren, netwerken waarvan hun partnerorganisatie deel uitmaakt. Hoewel de situatie in alle landen anders is, zijn er verschillende bezwaren tegen een dergelijke aanpak gesignaleerd: het vereist meer organisatorische inputs, het schept concurrentie tussen NGO’s, er moeten eisen worden gesteld aan leiderschap en coördinatie. Kortom, er is meer formalisering voor nodig. Dit zou alleen verantwoord zijn als het aantal terugkeerders in belangrijke mate toeneemt. Deze bezwaren gelden niet voor organisaties in Europa (aan de “aanbodzijde”); voor deze organisaties is netwerkvorming van evident belang, namelijk om te kunnen specialiseren (organisaties zoals MbT specialiseren zich op bepaalde landen, terwijl een Belgische, Franse of Spaanse MbT-organisatie zich richt op andere landen – men verwijst gevallen naar elkaar, afhankelijk van de contacten die men heeft in de landen van terugkeer). Die andere landen zouden dan wel het idee van partnerorganisaties in terugkeerlanden over moeten nemen. De Europese aanpak zou dus geharmoniseerd moeten worden. 11. Waar partnerorganisaties nog steeds hecht gelieerd zijn aan kerken, is reeds sprake van het gebruik van kerkelijke netwerken (de oude Cordaid/CMC formule van MbT). Deze zouden geactiveerd kunnen worden voor de taak die MbT aan haar partnerorganisaties vraagt. Die taak behelst het aanboren van contacten (b.v. kerkleden) die een positieve rol voor teruggekeerden zouden kunnen spelen, met name op het gebied van werkgelegenheid.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 24
Bevindingen Hoofdstuk 3
12. Het MbT “monitoring systeem” van de partnerorganisaties is adequaat. In het ‘Vaststellingsformulier reïntegratiebijdragen’ worden de beoogde resultaten van de ondersteuning vastgelegd. In principe wordt na 6 en na 12 maanden gemeten in hoeverre er resultaten zijn behaald. 13. In Suriname bedroegen de kosten voor 10 terugkeerders 19.700€ (inclusief de kosten voor bemiddeling voor de partnerorganisatie). Per begeleide terugkeerder ontving de partnerorganisatie dus 250€ plus 50€ monitoring/keer/klant. De conclusie van het selecteren, het versterken en het functioneren van partnerorganisaties in de landen van terugkeer luidt dat deze de belangrijkste factor is in het bereiken van de doelstelling van het project, namelijk te zorgen voor een waardige, vrijwillige terugkeer van migranten naar het land van herkomst en diens (duurzame) integratie aldaar. Met relatief weinig middelen worden door de organisaties goede resultaten geboekt. Zoals uit het volgende hoofdstuk moge blijken is de mate van herintegratie van de teruggekeerden hoog, en is dit in belangrijke mate te danken aan de assistentie door MbT, verleend door haar partnerorganisaties. Deze organisaties zijn een toegevoegde waarde en zijn een kritische succesfactor van het project. Opnieuw zij benadrukt dat er geen succesformule is die voor alle landen opgaat. De situatie is in elk land verschillend. Door experimenten, trial and error, wellicht ook linking and learning met partnerorganisaties uit andere landen (cf Senegal conferentie in 2010) vinden de partnerorganisaties de meest effectieve hulpmodaliteiten. 3.5
Outcome: reïntegratie van teruggekeerden
3.5.1 Suriname Het evaluatieteam heeft de gelegenheid gehad om in Suriname een aantal teruggekeerden te bezoeken. Drie van de 10 naar Suriname teruggekeerden waren niet bereikbaar (intussen onbekende verblijfplaats, zonder aangesloten telefoonnummer, ver weg op het platteland, gehospitaliseerd). Zeven teruggekeerden werden bezocht, meestal bij hen thuis, éénmaal op hun werkplek en éénmaal op het kantoor van I-Re-Acct (de locale MbT partner die bij de terugkeer heeft bemiddeld). De afspraken werden gemaakt door I-Re-Acct. In twee gevallen is de I-Re-Acct vertegenwoordiger (op de achtergrond) aanwezig geweest bij de gesprekken. De ontvangst thuis was hartelijk, de gesprekken waren zeer openhartig en duurden tussen 45 minuten en 1 uur.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 25
Bevindingen Hoofdstuk 3
Embeddedness scores Bovenstaand diagram geeft de totale herintegratie (embeddedness) score weer van de Surinaamse teruggekeerden. De totale herintegratie is gebaseerd op het theoretisch kader “the embededdness model” zoals ontwikkeld door Van Houte en De Koning (zie hiervoor, paragraaf 2.2). De totale herintegratie score omvat de drie herintegratie aspecten op het gebied van economische, psychosociale en sociale netwerk re-integratie. De totale score is bepaald tussen 0 en 100. Binnen deze marge kan er laag, middel of hoog worden gescoord. Een score tussen de 0-40 geeft een lage herintegratie aan. Een score tussen de 41-70 geeft een middelmatige herintegratie aan. Een score tussen de 71100 geeft een hoge herintegratie aan. De totale score wordt bepaald door een optelsom van de drie aspecten en gedeeld door drie. Elk aspect wordt hierdoor even zwaar gewogen in de totale score. De gemiddelde herintegratie score van de in totaal 7 respondenten is 64.76.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 26
Bevindingen
7
6
5
4
3
2
1
Hoofdstuk 3
Gebruikmakende van de classificatie van de drie groepen, betekent dit dat 3 teruggekeerden of 43% goed is geherintegreerd, 3 teruggekeerden of 43% tot op heden middelmatig is geherintegreerd, en dat 1 teruggekeerde of 14% nauwelijks of een beetje is geherintegreerd (embedded). • Op het gebied van economische herintegratie is de gemiddelde score 67,14. • Op het gebied van sociaal-psychologische herintegratie is de gemiddelde score 72,14. • Op het gebied van herintegratie m.b.t. sociale netwerken is de gemiddelde score 55. De teruggekeerden zijn in het algemeen tevreden over hun huidige situatie. In de meeste gevallen, ongeveer 80%, willen de teruggekeerden in Suriname blijven. Hoewel het leven soms niet gemakkelijk is in Suriname voelen de teruggekeerden zich wel thuis. Inkomen en gepast werk vinden is vaak lastig, zeker wanneer iemand langer dan 5 jaar weg is geweest. Sociale netwerken moeten opnieuw worden opgebouwd en dit vergt tijd. Ongeveer 80% van de teruggekeerden woont bij familie en is afhankelijk van hen in hun levensonderhoud. Dit is het geval vanwege persoonlijke kenmerken (leeftijd of psychologische aandoening), maar vaak ook vanwege financiële afhankelijkheid. Deze situatie wordt door de teruggekeerden die nog zelfstandig kunnen leven gezien als een tijdelijke oplossing. Meer tijd is nodig om totaal financieel onafhankelijk te zijn.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 27
Bevindingen Hoofdstuk 3
25% zou graag, als de mogelijkheid zich voortdoet, terug naar Nederland gaan, vanwege de aanwezigheid van naaste familie (ouders; broer/zus) in Nederland of een persoonlijke voorkeur om in Nederland te wonen. Alle teruggekeerden zijn positief over de verkregen assistentie van de MbT partner I-ReAcct in Suriname. Alle teruggekeerden appreciëren het werk van I-Re-Acct en zijn tevreden over de ontvangen persoonlijke assistentie. Ook de assistentie van het IOM wordt positief ervaren. Het overgrote deel van de teruggekeerden is niet in direct contact geweest met MbT dan wel haar vertrouwenspersonen en een oordeel over de assistentie van MbT is dan ook op basis van de verkregen informatie van teruggekeerden niet mogelijk. Wat opvalt aan de embeddedness scores, is dat drie hoge herintegratie scores aan medische patiënten zijn toegekend. Deze drie teruggekeerden zijn ook allen vrouw. De teruggekeerde medische patiënten hebben een hoger financieel budget tot hun beschikking gekregen dan de €1750,- standaard vergoeding. Dit hogere bedrag kan hebben geleid tot een hogere re-integratie score. Er kan met enige voorzichtigheid worden gezegd dat (in deze gevallen) een hoger bedrag heeft geleid tot een hogere reintegratie score en dat het project extra relevantie heeft voor teruggekeerden met behoefte aan medische zorg. Verder zijn alle teruggekeerde mannen ongehuwd en hebben ze geen kinderen. Dit kan ook invloed hebben gehad in hun keuze om terug te gaan naar Suriname. Voor teruggekeerden in de leeftijdsgroep 25-55 is het gemakkelijker om te herintegreren. Deze groep heeft voldoende levenservaring en positieve kansen op de arbeidsmarkt. Voor teruggekeerden met minder levenservaring of teruggekeerden die de 60 zijn gepasseerd is het erg lastig om positief en duurzaam te herintegreren. Zeker voor jongeren die qua gedrag onvolwassen zijn en weinig levenservaring hebben is dit een probleem. Dat is het geval met een jongen die nog maar net meerderjarig is.
Invloed van externe factoren op de mate van Embeddedness Onderstaande tabel geeft een overzicht van de invloed van drie externe factoren op de herintegratie van teruggekeerden. De drie factoren betreffen individuele kenmerken, de migratiecyclus ( het vertrek en de terugkomst naar het herkomstland), en de assistentie ontvangen door de teruggekeerde in Nederland (Mbt, IOM, vertrouwenspersonen) dan wel het land van terugkeer (lokale partner organisatie). Er is onderscheid gemaakt tussen de drie herintegratie aspecten economische, psychosociale, en sociale netwerk reintegratie. Daarnaast geeft de tabel weer in hoeverre de externe factoren een invloed hebben gehad op de duurzaamheid van terugkomst. Er is onderscheid gemaakt tussen weinig of geen invloed en een hoge invloed op re-integratie. De percentages geven weer in welke mate er een hoge dan wel kleine/geen invloed is van de externe factoren.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 28
Bevindingen Hoofdstuk 3
Influence of individual situation, circumstances and perceptions on embeddedness of returnees Individual situation/ circumstances
Individual Characteristics
Migration Cycle
Assistance received
Degree of influence16 on Embeddedness17 None or little
Much Influence
Form of embeddedness
14% 29% 43%
86% 71% 57%
14%
86%
Economic Psycho-Social Social Networks Sustainable (future)
71% 57% 43%
29% 43% 57%
57%
43%
29% 71% 86%
71% 29% 14%
43%
57%
Remarks
Economic Psycho-Social Social Networks Sustainable (future) Economic Psycho-Social Social Networks Sustainable (future)
(Suriname) Analyse: 1. Uit de tabel kan worden opgemaakt dat persoonlijke kenmerken (gebaseerd op gezinssituatie, leeftijd, opleidingsniveau, en religie) veel invloed hebben op de drie herintegratie scores. Vooral op economische en psychosociale herintegratie heeft dit een grote invloed. Persoonlijke kenmerken hebben ook een grote invloed op de duurzaamheid van de re-integratie. Het feit dat de teruggekeerde een grote invloed heeft op zijn/haar eigen re-integratie is niet opmerkelijk maar wel van belang gezien de attributie-kwestie.
2. De migratiecyclus betreft het feit of migratie en remigratie een positieve, neutrale of negatieve invloed heeft gehad op de herintegratie van de teruggekeerde. Uit bovenstaande tabel blijkt dat de migratiecyclus weinig of geen invloed heeft gehad op de economische herintegratie. Het feit dat een teruggekeerde is geëmigreerd 16 17
Degree of influence on the embeddedness can both be positive or negative. Preliminary results as based upon 7 respondents.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 29
Bevindingen Hoofdstuk 3
naar Nederland en is geremigreerd naar Suriname heeft geen of weinig invloed gehad op zijn/haar economische situatie zoals die nu is. De migratiecyclus heeft bij iets minder dan de helft van de teruggekeerden wel een grote invloed gehad op de psycho-sociale herintegratie. Vooral op contacten met sociale netwerken heeft de migratiecyclus bij iets meer dan de helft van de teruggekeerden een grote invloed gehad. Het feit dat een migrant een aanzienlijke tijd in Nederland is en daarna terugkeert naar Suriname heeft een grote invloed op zijn/haar sociale netwerken en vriendschappen. Het duurzaamheidaspect wordt ook beïnvloed door de migratiecyclus. Een pensioen wordt vaak niet opgebouwd, sociale contacten/netwerken verdwijnen en psycho-sociale herintegratie is soms lastig. Dit alles heeft invloed op de toekomst en duurzaamheid van herintegratie. 3. De assistentie ontvangen door de Surinaamse teruggekeerden heeft voornamelijk invloed gehad op de economische herintegratie. Een grote meerderheid van de teruggekeerden heeft assistentie gekregen in het verkrijgen van arbeid, huisvesting en medische zorg. Het betalen van een voorschot op de huur, het bemiddelen in het zoeken van werk, het assisteren bij het verkrijgen van een dokterskaart en/of medische zorg zijn voorbeelden van assistentie die vaak terugkomen. Er is beduidend minder assistentie verleend op het gebied van psycho-sociale of sociale netwerk herintegratie. Er is hier minder behoefte aan in vergelijking met economische herintegratie. Inkomen en huisvesting zijn vaak de eerste zorgen. 4. Het budget is beperkend zodat niet elke (mogelijke) assistentie kan worden geboden. I-Re-Acct is echter welwillend om contact te houden en betrokke te blijven bij de teruggekeerde, ook nadat het totale beschikbare budget is besteed. Teruggekeerden zijn hier echter niet van op de hoogte en nemen dan ook weinig initiatief om contact te houden met I-Re-Acct. I-Re-Acct heeft een groot netwerk tot haar beschikking en kan waardevol zijn voor veel teruggekeerden op het gebied van sociale netwerken. Dit is een kans die beter geëxploiteerd kan worden.
Vanwege het positieve effect van de assistentie op het gebied van economische herintegratie is de duurzaamheidsscore ook iets boven het gemiddelde. Verwacht mag worden dat een meerderheid positief geherintegreerd blijft. Er zijn echter ook enkele gevallen waarbij de herintegratie niet zeker of zelfs onzeker is mede door het feit dat ook hier persoonlijke positieve kenmerken (zoals levenservaring of motivatie) en assistentie van familie nagenoeg ontbreekt. Deze gevallen vereisen meer monitoring en mogelijk supervisie en follow-up assistentie.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 30
Bevindingen Hoofdstuk 3
3.5.2 Ghana In Ghana heeft het evaluatieteam (in de korte tijd die hen ter beschikking stond) slechts zeven teruggekeerden uitgebreid kunnen spreken. De reden hiervoor was het gebrek aan animo van teruggekeerden om de evaluatoren te woord te staan, waardoor veel afspraken niet werden nagekomen.
Bovenstaand diagram geeft de totale herintegratie (embeddedness) score weer van de Ghanese teruggekeerden. Zoals bij bovenstaande analyse van Suriname is de totale herintegratie gebaseerd op het theoretisch kader “the embededdness model”. De totale herintegratie score omvat de drie herintegratie aspecten op het gebied van economische, psycho-sociale en sociale netwerk re-integratie. De totale score is bepaald tussen 0 en 100. Binnen deze marge kan er laag, middel of hoog worden gescoord. Een score tussen 0-40 geeft een lage herintegratie aan. Een score tussen 41-70 geeft een middelmatige herintegratie aan. Een score tussen 71-100 geeft een hoge herintegratie aan. De totale score wordt bepaald door een optelsom van de drie aspecten en gedeeld door drie. Elk aspect wordt hierdoor even zwaar gewogen in de totale score. De gemiddelde herintegratie score van de in totaal 7 respondenten is 60. De totale herintegratie score van Suriname is 64 en beide landen ontlopen elkaar dan ook weinig enkel kijkend naar de totale herintegratie score. Gebruikmakende van de classificatie van de drie groepen, betekent dit dat 3 teruggekeerden, of 43% goed is gere-integreerd, 3 teruggekeerden of 43% tot op heden middelmatig is gere-integreerd, en dat 1 teruggekeerde of 14% nauwelijks of een beetje is gere-integreerd. Op het gebied van economische herintegratie is de gemiddelde score 63,6. Op het gebied van sociaal-psychologische herintegratie is de gemiddelde score 51,4. Op het gebied van herintegratie met betrekking tot sociale netwerken is de gemiddelde score 65. In vergelijking met Suriname, is de psycho-sociale embeddedness in Ghana ongeveer 21 punten lager dan in Suriname (72,1). Op het gebied van sociale netwerken scoort Ghana echter ongeveer 10 punten hoger dan Suriname, 65 om 55. De economische herintegratie van beide landen is 63,6 voor Ghana om 67,1 voor Suriname.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 31
Bevindingen
7
6
5
4
3
2
1
Hoofdstuk 3
De gemiddelde herintegratiescore van de 7 respondenten in Ghana is 60. Invloed van externe factoren op de mate van Embeddedness Individual situation/ circumstances
Degree of influence18 on Embeddedness19 None or little
Much Influence
Form of embeddedness
57% 29% 29% 29%
43% 71% 71% 71%
Economic Psycho-Social Social Networks Sustainable
(future)
Migration Cycle
86% 71% 43% --
14% 29% 57% --
Economic Psycho-Social Social Networks Sustainable
(future) No info
Assistance received
43% 14% 14% 14%
57% 86% 86% 86%
Economic Psycho-Social Social Networks Sustainable
(future)
Individual Characteristics
Remarks
Enkele conclusies uit deze tabel: 18 19
Degree of influence on the embeddedness can both be positive or negative. Preliminary results as based upon 7 respondents.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 32
Bevindingen Hoofdstuk 3
1. Persoonlijke kenmerken hebben veel, maar niet overwegend invloed op economische integratie. 2. De migratiecyclus heeft nauwelijks invloed op economische herintegratie. 3. Persoonlijke kenmerken hebben een grote invloed op psycho-sociale en sociale factoren, en ook op het herintegratie perspectief (duurzame terugkeer). 4. Ontvangen assistentie heeft in iets meer dan de helft van de gevallen veel invloed op economische herintegratie, en in bijna alle gevallen veel invloed op psycho-sociale en sociale herintegratie en toekomstperspectief (net als persoonlijke kenmerken). 5. Migratiecyclus heeft bijna nooit invloed op economische herintegratie en ook niet op psycho-sociale herintegratie 6. In iets meer dan de helft van de gevallen heeft de migratiecyclus veel invloed op sociale netwerken en op toekomstperspectief. De overwegende conclusie is de belangrijke rol die assistentie (door MbT via de partnerorganisatie) heeft gespeeld bij herintegratie. Samenvattend kan gesteld worden voor Ghana: 1. Tussen 2010 en 2011 heeft Caritas 20 teruggekeerden begeleid; sinds juli 2011 heeft AGREDS 8 teruggekeerden begeleid (7 uit Kumasi region, 1 uit Accra). 2. Op twee teruggekeerden na, is de herintegratie redelijk tot goed verlopen, en voor deze laatsten zijn de vooruitzichten op duurzame terugkeer gunstig. Men heeft meestal in handel of kleine bedrijfjes geïnvesteerd. 3. In tegenstelling tot wat door vertrouwenspersonen al seen trend werd gepresenteerd warden 6 van de 7 teruggekeerden goed door hun familie ontvangen. In de meeste gevallen warden zij ook door familieleden (financieel) gesteund bij het opzetten van een bedrijf. 4. Eén teruggekeerde ontving zo veel financiële steun van familie dat hij geen gebruik wenste te maken van de financiële steun van de partnerorganisatie. 5. In de twee gevallen die minder uitzicht bieden op een geslaagde herintegratie, wordt de steun van de partnerorganisatie toch van groot belang geacht door de betrokkenen, hoewel zij teleurgesteld zijn in hun lot. Wat “klanttevredenheid” betreft: de teruggekeerden zijn in het algemeen tevreden met de financiële en psychologische steun die zij hebben ontvangen.
3.5.3 Enkele gegevens uit andere landen Burundi Op verzoek van het evaluatieteam heeft de lokale partner Ligue Iteka een overzicht verschaft van de situatie waarin de door hen behandelde terugkeerders zich bevinden. Het gaat om 25 personen, die niet allemaal via MbT waren aangemeld, maar die toch via MbT assistentie hebben ontvangen. Deze assistentie heeft bestaan uit het zoeken naar tijdelijk onderdak, naar noodzakelijke papieren, en bemiddeling in contacten met autoriteiten en/of hun familie. 22 van de 25 bovengenoemde terugkeerders zijn ook lid geworden van een vereniging van terugkeerders uit Europa. Volgens Ligue Iteka heeft hen dat geholpen bij hun (economische, sociaal-psychische en netwerk) herintegratie of “embeddedness”. Een dergelijke vereniging heeft, volgens Ligue Iteka, een toegevoegde waarde bij het reintegratieproces.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 33
Bevindingen Hoofdstuk 3
Ligue Iteka is ervan op de hoogte dat vertrouwenspersonen een rol hebben gespeeld voorafgaande aan vertrek, maar zijn niet in contact geweest met die vertrouwenspersonen. Ligue Iteka’s inschatting en observaties vertalend in “embeddedness”-scores (door MDF) leidt tot het volgende resultaat: • High: 14 (56%) • Middle: 5 (20%) • Low: 6 (24%) – hierin ook verdwenen personen van wie lot onbekend. Met nadruk moet er op gewezen worden dat deze resultaten behaald zijn na een periode van meer dan 1 jaar, soms 2 à 3 jaar. Ondanks aandringen is het de evaluatoren niet gelukt om van de partnerorganisaties in Sierra Leone en in Filippijnen gegevens over herintegratiescores te verkrijgen. Mondelinge informatie doet vermoeden dat verreweg de meeste terugkeerders zich na enkele jaren in de midden en hoge herintegratie categorieën bevinden. Dit geldt vermoedelijk ook voor landen die veel eerder tot een van de MbT projecten behoorden, zoals bij voorbeeld Afghanistan.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 34
Conclusies over de effectiviteit (outcome) van het project Hoofdstuk 4
4. Conclusies over de effectiviteit (outcome) van het project
4.1
Suriname en Ghana vergeleken
Hoewel onder verschillende omstandigheden gemeten (en met aantallen die geen significatieve conclusies toestaan), zijn enkele trends in Suriname en Ghana min of meer overeenkomstig. 1. Economische embeddedness wordt voornamelijk bepaald door Individuele kenmerken en door MbT verleende assistentie. 2. Psycho-sociale embeddedness wordt voornamelijk bepaald door Individuele kenmerken en in Ghana ook door verleende assistentie. 3. Embeddedness wat sociale contacten en netwerken betreft wordt bepaald door Individuele kenmerken, de Migratie-cyclus (waardoor men zijn/haar contacten verloren heeft) en in mindere mate door verleende assistentie. 4. Toekomstperspectief (duurzame embeddedness) wordt bepaald door Individuele kenmerken en assistentie, en in Ghana ook door de migratie-cyclus (in negatieve zin?). De embeddedness scores van Suriname en Ghana wijken van elkaar af, maar het is duidelijk dat de overgrote meerderheid middle tot high scoort, wat wil zeggen dat embeddedness gunstige perspectieven vertoont, en dat mislukte embeddedness slechts in enkele gevallen voorkomt, gevreesd wordt of te verwachten is. Verleende assistentie levert een belangrijke bijdrage aan alle vormen van embeddedness vooral op het gebied van economische embeddedness en een duurzaam embeddednessperspectief. Embeddedness of herintegratie wordt in hoge mate mede bepaald door persoonlijke kenmerken, dus de individu heeft zijn of haar lot toch vooral in in eigen hand. MbT heeft zelf indicatoren geformuleerd voor de mate van herintegratie die enigszins afwijken van het Embeddedness model. “Resultaten van Monitoring van terugkeerders in Land van Herkomst na 12 maanden wijzen uit dat 20% zelfstandig verder kan bouwen aan een duurzaam bestaan, 40% heeft nog extra begeleiding nodig van het lokale netwerk maar heeft wel een duidelijk perspectief en 20% heeft aanvullende begeleiding nodig bij het ontwikkelen van een nieuw perspectief en 20% is uit beeld geraakt”. Deze criteria vertalend naar het Embeddedness-model zou leiden tot de volgende scores van mate van “embeddedness”: • High: 20 % • Middle: 40 % • Low: 40 % De resultaten van Suriname (43, 43, 14) overtreffen de normen die MbT heeft vastgesteld, net zoals die van Ghana (eveneens 43, 43, 14). Deze resultaten (opnieuw: niet significatief) overtreffen de gewenste of verwachte, indicatieve MbT waarden.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 35
Conclusies over de effectiviteit (outcome) van het project Hoofdstuk 4
Ook de scores uit Burundi (56, 20, 24) overtreffen de normatieve succes-waarden van MbT. Zij zijn zelfs gunstiger dan de Suriname en Ghana scores, maar zijn niet op dezelfde manier gemeten. De Burundi scores zijn het resultaat van interne monitoring. De hoge gemiddelde scores kunnen hieraan liggen (zelfevaluaties pakken altijd gunstiger uit dan externe evaluaties), maar kunnen ook samenhangen met de langere duur van de terugkeer, resp. begeleiding.
4.2
Invloed van Outputs
In de gevallen van Suriname en Ghana is van de twee voornaamste outputs van het project (Vertrouwenspersonen en assistentie verleend door partnerorganisaties) alleen de als tweede genoemde relevant, omdat de teruggekeerden immers in Nederland geen MbT/SMS vertrouwenspersonen hebben ontmoet. Uit de tabellen Invloed van Persoonlijke kenmerken en invloeden (boven) kan men concluderen dat de verleende assistentie door partnerorganisaties (statistisch) een grote rol gespeeld heeft bij het embeddedness process, vooral op gebied van economische embeddedness en duurzaam embeddedness perspectief. Het succes van herintegratie kan dan ook in belangrijke mate worden toegeschreven (geattribueerd) aan het project, met name aan de assistentie door partnerorganisaties (met geld van het project).
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 36
Conclusies van de evaluatie en aanbevelingen Hoofdstuk 5
5. Conclusies van de evaluatie en aanbevelingen Het project Terugkeer en Re-integratie van Ongedocumenteerden is effectief gebleken en heeft zijn hoofddoel bereikt, dat was geformuleerd als: humane and sustainable voluntary return of illegal migrants. Van de door het project begeleide migranten is de terugkeer in het overgrote deel van de gevallen “menswaardig” verlopen. In de onderzochte terugkeergevallen is 43% in hoge mate geherintegreerd, terwijl er voor 43% een reële kans bestaat dat zij na verloop van tijd tot de geslaagde, duurzame terugkeer-categorie gaan behoren. In slechts 14% van de gevallen is (duurzame) herintegratie onwaarschijnlijk of onzeker. Het betreft in de onderzochte landen twee personen per land, die ofwel te oud zijn om in het arbeidsproces te integreren, te jong om zelf de juiste initiatieven te kunnen nemen, of te ongemotiveerd zijn om er iets van te maken. Zij zullen vermoedelijk op alle terreinen afhankelijk blijven van familie of andere instanties. De geldigheid van de project- “theory of change”, d.w.z. het veronderstelde verband tussen het bereiken van de hoofddoelstelling enerzijds (ook genoemd outcome), en de projectresultaten anderzijds (ook genoemd outputs), is niet in zijn geheel bewezen. Die outputs betroffen “trained native counsellors” (vertrouwenspersonen), “strengthening or establishing cooperation with migrant organisations, social agencies and local authorities in the Netherlands” en “strengthening NGO’s in the countries of return”. Uit het onderzoek blijkt dat het vooral de laatste output, de steun van NGO’s in terugkeerlanden, is die van overwegende invloed is geweest op het bereiken van de hoofddoelstelling. Behalve de steun door NGO’s spelen persoonlijke kenmerken ook een belangrijke rol bij herintegratie. Zij zijn een conditionerende factor bij het herintegratieproces. Bovenstaande conclusie wil niet zeggen dat de twee andere outputs niet geslaagd zijn. In tegendeel, de vertrouwenspersonen werden getraind en waar zij een rol speelden leidde dit tot gewaardeerde steun. Ook de samenwerking tussen migrantenorganisaties en andere instanties in Nederland heeft een positief effect gehad. Maar uit het onderzoek is niet gebleken dat deze outputs hebben geleid tot (veel) meer vrijwillige terugkeer, en ook niet dat ze (een beslissende) invloed hebben gehad op de duurzaamheid van herintegratie (embeddedness) in het land van terugkeer. Bovenstaande conclusies worden in voorzichtige bewoordingen gepresenteerd, daar zij gebaseerd zijn op slechts enkele landen, en binnen die landen op onvoldoende statistische significantie (wegens gebrek aan voldoende informanten) van de onderzoeksresultaten. Zou het onderzoek hebben plaatsgevonden in landen uit de eerste projectfase dan kan het zijn dat de onderzoeksresultaten anders waren geweest. Wat voor de onderzoekers vaststaat is de hoge mate van geslaagde herintegratie van vrijwillig teruggekeerden, en de zeer belangrijke (in veel gevallen beslissende) rol die de MbT partner-NGO’s daarbij hebben gespeeld. Aan de andere outputs zullen enkele aanbevelingen worden gewijd. Wat betreft het hanteren van het embeddedness-model het volgende. Het model bestaat uit dimensies van herintegratie en laat zien welke andere factoren invloed hebben op de mate van herintegratie. Zij preciseert daarmee het fenomeen herintegratie in een economische, een psychologische en een sociale dimensie, en laat bovendien zien hoe persoonlijke kenmerken van de migrant, zijn/haar migratie historie en de (door (MbT) geboden assistentie hebben bijgedragen aan die dimensies. De individuele scores blijven subjectief, maar worden toegekend aan de hand van indicatoren, hetgeen de subjectiviteit
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 37
Conclusies van de evaluatie en aanbevelingen Hoofdstuk 5
van het eindresultaat beperkt. De algemene embeddedness scores (economische, sociaal-psychologische en sociale-netwerken) zijn aan de hand van interviews vrij gemakkelijk te bepalen. Voor het bepalen van de invloed van de externe factoren is iets meer psychologisch en/of sociologisch inzicht vereist. Hoe groter de steekproef is, hoe meer het eindresultaat van alle scores voor de populatie als geheel wint aan objectiviteit. In deze studie is de steekproef per land (helaas) te klein geweest, zodat de resultaten met reserve moeten worden bekeken. Maar wel denken de evaluatoren dat de resultaten een goede afspiegeling vormen van de werkelijkheid. Dit wordt bevestigd door de (voorlopige) monitoringresultaten van het project. Deze kwamen tot stand door middel van eenvoudiger criteria, maar zijn in essentie niet erg verschillend van elkaar. Ook die methode leidt tot de eindconclusie dat herintegratie in het kader van het onderzochte project voor verreweg het merendeel van de teruggekeerden gunstig verloopt, en dat de assistentie van het project daaraan in belangrijke mate bijdraagt. Het succes van (duurzame) herintegratie wordt echter in de meeste gevallen geconditioneerd door persoonlijke kenmerken en kwaliteiten van de teruggekeerden, en in veel gevallen door de socio-psychologische, financiële en materiële steun van familie. Met andere woorden, de assistentie van het project is niet de enige voorwaarde voor blijvend succes. Aanbevelingen Maatwerk bij Terugkeer beschikt over veel zelfkennis, zie hun Jaarverslagen. De volgende aanbevelingen betreffen dan ook geen hoofdpunten, maar een serie kleine verbeteringen die ter overweging aan het project worden voorgelegd. 1. 2. 3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Maatwerk bij Terugkeer zou sterk gediend zijn met programmafinanciering om de continuïteit van de interventie en de effecten daarvan te garanderen. Maatwerk bij Terugkeer zou het netwerk van vertrouwenspersonen intact moeten houden (en moeten onderhouden) ook al verandert de landenfocus. Maatwerk bij Terugkeer dient haar contacten in de migrantengemeenschappen te versterken (eventueel via een andere organisatie) om het verlies van SMS als partner te compenseren Maatwerk bij Terugkeer dient op Europees niveau (nog) sterk(er) te lobbyen voor het overnemen van hun eigen methodologie, vooral wat betreft de werkwijze van partner NGO’s in terugkeerlanden. De migrantenorganisaties in Nederland dienen versterkt te worden, zodat zij meer kennis en inzicht krijgen in de samenstelling en gemoedstoestand van migrantengemeenschappen en individuele migranten in heel Nederland, en dus een grotere rol kunnen spleen bij vrijwillige terugkeer. Een manier dient verzonnen te worden om vertrouwenspersonen meer in contact te laten komen met illegale migranten-probleemgevallen en potentiële terugkeerders. Overwogen moet worden om het herintegratiebudget te verhogen omdat dit waarschijnlijk meer migranten doet besluiten om terug te keren (en niet omdat dit de mate van herintegratie zou verhogen, op enkele uitzonderingen na, b.v. medische gevallen in Suriname). Alle mogelijkheden moeten beproefd worden om eerder in contact te komen met terugkeerders, en wel omdat partner-NGO’s dan sneller over de komst van een terugkeerder geïnformeerd kunnen worden; dit zal leiden tot een betere (eerste) opvang van teruggekeerden, vooral in verband met huisvesting en met hereniging/verzoening met, of opvang door familie. Daar Maatwerk bij Terugkeer op projectbasis werkt, zou zij haar Project Cycle Management methode van planning-uitvoering/monitoring-evaluatie kunnen
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 38
Conclusies van de evaluatie en aanbevelingen Hoofdstuk 5
versterken. Met name de Theory of Change en de formulering van doelstellingen en indicatoren kan verbeterd worden. Ook de project-monitoring (op output en outcome niveau, op ½ en 1-jarige basis) moet worden geformaliseerd en ingevoerd. 10. Maatwerk bij Terugkeer heeft een (door de donor) voorgeschreven rapportage-format; zij zou binnen de beperkingen van dit format de link tussen planning en realisatie duidelijker moeten aangeven (op activiteiten, output en outcome niveau). Dit zou ook het geval moeten zijn in de Jaarverslagen. 11. Maatwerk bij Terugkeer zou, in samenwerking met andere organisaties die zich met dezelfde doelgroepen bezighouden, een grotere rol kunnen spelen in de lobby naar het beleid van overheid, vakbonden, politieke partijen en andere instituties, met als doel om de levenssituatie van (illegale) migranten in Nederland te verbeteren.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 39
Annexen Hoofdstuk 5
ANNEXEN ANNEX 1 TOEGEPASTE METHODOLOGIE ..................................................................... 41 ANNEX 2 MISSIE EN VISIE VAN MAATWERK BIJ TERUGKEER ................................... 43 ANNEX 3 TERMS OF REFERENCE ................................................................................... 46 ANNEX 4 SUMMARY .......................................................................................................... 49
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 40
Toegepaste methodologie Annex 1
Annex 1
Toegepaste methodologie
In het onderzoek is van verschillende methoden en technieken gebruik gemaakt. • Dossier-studie van de project documenten en klanten dossiers op het kantoor van Maatwerk bij Terugkeer in Utrecht. • Interviews en email uitwisseling met projectstaf Eva van Gestel (resource person), Lenie van Goor (coordinator MbT), Santje Geuze (PM Franstalig Afrika/Ghana). • Interview met Miranda Broerse (ex-SMS). • Bijwonen eind-trainings-bijeenkomst van vertrouwenspersonen in Utrecht. • (Huis)bezoek en ontmoetingen met drie vertrouwenspersonen in Amsterdam regio. • Telefonisch en e-mail gesprekken met drie andere vertrouwenspersonen en één ex-medewerker van MbT. • Telefonisch en email enquète bij twee partnerorganisaties. • Ontwerp onderzoeksformat voor Ghana en Suriname; onderzoek in Ghana door MDF/WA, onderzoek in Suriname door MDF/NL, naar partner organisaties en naar teruggekeerden. • Analyse, draft-rapport en feedback van Maatwerk bij Terugkeer
Het onderzoeksformat voor het veldonderzoek werd afgestemd op het Embeddedness model. Vragenlijsten betroffen twee soorten variabelen: Individuele kenmerken/Migratie cyclus/Assistentie bij Terugkeer enerzijds, en de drie embeddedness-variabelen anderzijds. De interviews resulteerden in scores voor 1. Economische embeddedness, 2. Psychosociale embeddedness, en 3. Sociale netwerken. In de analyse fase werden beide soorten variabelen met elkaar in verband gebracht, m.a.w.: welke variabelen van beide soorten hebben invloed op elkaar, hoe, en in welke mate? Alle informatie betrof de rol van vertrouwenspersonen, de rol van partnerorganisaties en de mate van re-integratie, vanuit drie informatiebronnen onderzocht. De analyse betrof het relateren van de informatie uit drie bronnen: 1. Vertrouwenspersonen in Nederland (informatieverspreiding, contactlegging met ongedocumenteerden, input van project/training/compensatie, aanbod aan migranten); 2. Partner-organisaties in het land van Terugkeer (ontvangst en intake terugkeerders, input van project, aanbod aan migranten, monitoring); 3. Teruggekeerden zelf (hele traject, en beide soorten variabelen).
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 41
Toegepaste methodologie Annex 1
Door deze triangulatie werd een beeld gevormd over resultaten en percepties in dit traject van project-outputs en project-outcomes. • Het gehele onderzoek vond plaats van april-juni 2012. De veldonderzoeken in Suriname en Ghana vonden plaats in mei 2012. In Suriname was de voornaamste resource person Drs. Bryan Rambharos, manager van Ireacct. In Ghana waren de voornaamste resource persons Mr Steven van Caritas en Mr Wumbee, Alexis en Mrs Grace Kombien van AGREDS.
In Suriname (1 week verblijf, waarvan 4 betaalde dagen) zowel als in Ghana (4 dagen onderzoek) werden interviews gehouden met 7 teruggekeerden. In Suriname werd het onderzoek uitgevoerd door Sjoerd Zanen en Maurits Spoelder, in Ghana door Marie-José Niesten en William Kwasi Sabi, allen in dienst van MDF.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 42
Missie en Visie van Maatwerk bij terugkeer Annex 2
Annex 2
Missie en visie van Maatwerk bij Terugkeer
De Missie van Maatwerk bij Terugkeer Maatwerk bij Terugkeer is een organisatie met een mondiaal netwerk. Met haar deskundigheid ondersteunt zij uitgeprocedeerde asielzoekers en onrechtmatig verblijvenden bij een weloverwogen terugkeer naar hun land van herkomst om daar een duurzaam bestaan op te bouwen. Maatwerk bij Terugkeer onderhoudt een mondiaal netwerk met NGO’s in landen van herkomst en met Europese en Nederlandse NGO’s die betrokken zijn bij duurzame terugkeer .
De Visie van Maatwerk bij Terugkeer ¾ Maatwerk bij Terugkeer ontwikkelt een “Maatwerk concept” en past dit toe. Het maatwerk concept omvat een individuele aanpak op maat, gericht op duurzame terugkeer ( zie inleiding) ¾ Maatwerk bij Terugkeer werkt met lokale NGO’s in landen van herkomst om duurzame terugkeer mogelijk te maken. ¾ Maatwerk bij Terugkeer werkt nauw samen met andere organisaties die werkzaam zijn op het gebied van duurzame terugkeer om te komen tot optimalisering van dienstverlening aan asielzoekers en onrechtmatig verblijvenden door uitwisseling van ieders specifieke kracht en expertise . ¾ Maatwerk bij Terugkeer ondersteunt asielzoekers en onrechtmatig verblijvenden om te komen tot een weloverwogen keuze en het nemen van eigen verantwoordelijkheid in de ontwikkeling van een toekomstperspectief. ¾ Maatwerk bij Terugkeer werkt nauw samen met collega organisaties via ERSO om de slagkracht en efficiëntie te vergroten en zo meer terugkeerders van dienst te kunnen zijn. ¾ Maatwerk bij Terugkeer is een lerende organisatie in een continue veranderende wereld. ¾ Maatwerk bij Terugkeer is een professionele onafhankelijke niet gouvernementele organisatie. ¾ Bij Maatwerk bij Terugkeer werkt men steeds vanuit de cliënt als vertrekpunt. We werken efficiënt, klantvriendelijk, professioneel en doen wat we beloven.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 43
Missie en Visie van Maatwerk bij terugkeer Annex 2
Om deze missie en visie van Maatwerk bij Terugkeer realiseerbaar te maken hebben we een aantal succesfactoren c.q. doelen geformuleerd voor de komende drie jaren. Maatwerk bij Terugkeer is succesvol als: 1.
Cliënten de weg vinden naar Maatwerk.
2.
Cliënten tot een weloverwogen keuze komen.
3.
Cliënten een duurzaam bestaan opgebouwd hebben in het land van herkomst.
4.
Maatwerk bij Terugkeer over een goed functionerend netwerk beschikt van lokale partners in landen van herkomst.
5.
De lokale organisaties een professionele bijdrage leveren aan een duurzame terugkeer van de cliënt.
6.
Het ‘Maatwerk concept’ een duidelijk en herkenbaar aanbod van diensten op maat biedt.
7.
Maatwerk bij Terugkeer beschikt over diverse inkomstenbronnen.
8.
Maatwerk bij Terugkeer een belangrijke speler is binnen het Europese NGO netwerk van begeleiding bij terugkeer.
9.
Maatwerk bij Terugkeer komt tot een optimalisering van haar dienstverlening met organisaties in Nederland.
10.
Maatwerk bij Terugkeer een sluitende begroting heeft.
11.
Bij Maatwerk bij terugkeer efficiënt, klantvriendelijk en professioneel gewerkt wordt ; we doen wat we beloven en Maatwerk bij Terugkeer tevreden medewerkers heeft.
Om bovengenoemde succesfactoren te kunnen meten hebben we een aantal indicatoren opgesteld. Hiermee maken we de succesfactoren c.q. doelen SMART oftewel meetbaar en stuurbaar.
Succesindicatoren/resultaten 1. Komende drie jaren per kalenderjaar 20% stijging potentiële cliënten die zich aanmelden bij Maatwerk bij Terugkeer voor ondersteuning na doorverwijzing van front-office van SDT en overige organisaties.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 44
Missie en Visie van Maatwerk bij terugkeer Annex 2
2. Van de aanmelders maakt 80% een weloverwogen beargumenteerde keuze. 3.
Resultaten van Monitoring van terugkeerders in Land van Herkomst na 12 maanden wijzen uit dat 20% zelfstandig verder kan bouwen aan een duurzaam bestaan, 40% heeft nog extra begeleiding nodig van het lokale netwerk maar heeft wel een duidelijk perspectief en 20% heeft aanvullende begeleiding nodig bij het ontwikkelen van een nieuw perspectief en 20% is uit beeld geraakt.
4. Maatwerk bij Terugkeer heeft een eigen netwerk van lokale partners in minimaal 10 concentratielanden en maakt daarnaast gebruik van lokale samenwerkingspartners via het ERSO netwerk. 5. De lokale organisaties hebben een eigen netwerk ontwikkeld ten behoeve van een duurzame inbedding van de terugkeerders en hebben een universeel systeem opgezet om de resultaten van hun diensten te monitoren. 6. Een duidelijk en herkenbaar aanbod van het ‘Maatwerk concept”blijkt uit 2 jaarlijkse klanttevredenheid onderzoek, jaarlijkse functioneringsgesprekken, ketenpartner en financiersonderzoek 7.
Maatwerk Bij Terugkeer heeft meer dan drie financiers, waaronder 1 nietoverheidsinstelling.
8. De werkzaamheden binnen SDT en van Maatwerk bij Terugkeer zijn op elkaar afgestemd. 9. Maatwerk bij Terugkeer acteert in meerdere Europese projecten. 10. Maatwerk bij Terugkeer heeft een goedgekeurde jaarrekening. 11. Uit functioneringsgesprekken en tweejaarlijks medewerkers tevredenheids onderzoek blijkt dat 80% van de medewerkers tevreden is. Om deze SMART geformuleerde resultaten/doelen te kunnen bereiken is het belangrijk om inzichtelijk te maken wat en op welk terrein iets moet gebeuren om dit te concretiseren. We starten volgens het INK model met de aandachtsgebieden: Leiderschap, Strategie en beleid, Management van medewerkers, management van middelen en management van processen. Deze aandachtsgebieden vormen samen de organisatiestructuur van de organisatie Maatwerk bij Terugkeer.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 45
Terms of Reference Annex 3
Annex 3
Terms of Reference
Terms of Reference Evaluatie project Terugkeer en Re-integratie van Ongedocumenteerden September 2009 – juni 2012 gefinancierd door Europees Terugkeer Fonds (ETF) Achtergrond In september 2009 is het project Terugkeer en Re-integratie van ongedocumenteerden van start gegaan door Maatwerk bij Terugkeer in samenwerking met Stichting Mondiale Samenleving (SMS). Het project is gericht om informatie over mogelijkheden bij terugkeer te verspreiden aan ongedocumenteerden; deze groep is moeilijk te bereiken doordat ze niet of weinig in aanraking komen met gevestigde instanties in Nederland. Waar asielzoekers nog bekend zijn bij diverse instanties als COA en Vluchtelingenwerk, heeft de ongedocumenteerde migrant die geen asielachtergrond heeft, weinig tot geen toegang tot hulpverlening van Nederlandse organisaties. Ongedocumenteerden leven in veel gevallen samen met leden van de eigen migrantengemeenschap. Via deze migrantengemeenschappen is er een mogelijkheid om in contact te komen met ongedocumenteerden en hen te informeren over de mogelijkheden bij terugkeer. Ook via enkele organisaties die met ongdocumenteerden en daklozen werken is er een ingang om met ongedocumenteerden in contact te komen. Aan de start van het programma voerde Maatwerk bij Terugkeer het project uit met de toen nog bestaande organisatie SMS. SMS was een organisatie die zicht richtte op versterking en ontwikkeling van migrantengroepen. De rol van SMS in het project was gefocust op het identificeren en trainen van vertrouwenspersonen. Vertrouwenspersonen betreffen leden uit de migrantengemeenschap die een rol spelen bij het informeren van ongedocumenteerden over hun situatie in de illegaliteit en hun mogelijkheden bij terugkeer. De vertrouwenspersonen verspreiden informatie en zijn beschikbaar om met migranten op vertrouwelijke wijze een gesprek over illegaliteit en terugkeer te houden. In augustus 2011 is vanwege financiële omstandigheden SMS opgehouden met haar bestaan. Maatwerk bij Terugkeer heeft vanaf dat moment de taken rondom vertrouwenspersonen overgenomen. Tevens is Maatwerk bij Terugkeer tijdens de gehele projectperiode verantwoordelijk geweest voor de re-integratie van terugkeerders in de landen van herkomst. Gedurende de eerste fase van de projectperiode hebben we ons gericht op Burundi, Suriname, Nigeria en Siera Leone. Aanvankelijk was Bosnië opgenomen in het project; door te lage aantallen Bosniërs zonder documenten is dit land ‘ingeruild’ voor Nigeria. De 2e fase startte in januari en richtte zich op 3 nieuwe landen te weten: Filippijnen, Brazilië en Ghana. De trajecten in Suriname en Nigeria zijn in de 2e fase voortgezet. Bemiddeling naar Burundi en Siera Leone zijn in (de loop van) 2011 ondergebracht onder een ander (ERSO) programma.
Doel van de evaluatie Inzicht verkrijgen in en oordeel vormen over de effectiviteit van het project
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 46
Terms of Reference Annex 3
Subdoelstellingen Het vaststellen van de resultaten zowel op niveau van vertrouwenspersonen als op niveau van de ondersteuning en re-integratie van terugkeerders in landen van herkomst Het vaststellen en beoordelen van de rol die vertrouwenspersonen spelen binnen hun gemeenschap inzake informatie verspreiding en bemiddeling bij terugkeer Het vaststellen en beoordelen van de capaciteiten van partners in de herkomstlanden inzake ondersteuning aan terugkeerders Het vaststellen en beoordelen van de mate van re-integratie op gebied van huisvesting en werk. Een oordeel vormen over de effectiviteit van het gehele project Verwachte resultaten De evaluatie zal inzicht geven over de hieronder benoemde punten: Niveau van vertrouwenspersonen binnen 4 gemeenschappen waaronder in ieder geval de Filippijnse, Surinaamse en Ghanese gemeenschap. ‐ Het bereik van vertrouwenspersonen; wie wordt binnen de gemeenschap bereikt en geïnformeerd? ‐ De toegepaste methodiek van vertrouwenspersonen, hoe bereiken ze de migranten ‐ De respons van ongedocumenteerde migranten op de (informatie van) vertrouwenspersonen Niveau partners herkomstlanden ‐ De beschikbare capaciteit van partners in Ghana en Suriname om terugkeerders te ondersteunen ‐ Een beoordeling van de verstrekte steun aan terugkeerders Niveau van re-integratie van terugkeerders in land van herkomst op gebied van werk en huisvesting (aan de hand van ‘embeddednessmodel’) ‐ Re-integratie op gebied van werk; in hoeverre beschikken terugkeerders die ondersteund zijn bij verkrijgen van werk, een regelmatig, stabiel en adequaat inkomen ‐ Re-integratie op gebied van huisvesting ; hebben terugkeerders adequate huisvesting gevonden en zijn deze terugkeerders in staat om op duurzame wijze op deze plek te verblijven. Methoden ‐ Bestuderen van beschikbare informatie (projectvoorstel, folders, rapportages, dossiers, trainingmodules etc) van Maatwerk bij Terugkeer, SMS, en andere relevante organisatie ‐ Bestuderen van beschikbaar materiaal bij partnerorganisaties in landen van herkomst ‐ Interviews met sleutelfiguren: o Terugkeerders o Partnerorganisaties in herkomstlanden o Vertrouwenspersonen o Medewerkers Maatwerk bij Terugkeer o Ex-medewerkers SMS (indien beschikbaar)
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 47
Terms of Reference Annex 3
Evaluatieteam Het evaluatieteam zal bestaan uit minimaal 1 of 2 professionals; wanneer er gekozen wordt om met 2 personen te werken zal één persoon zich richten op de resultaatgebieden van de vertrouwenspersonen en de 2e persoon op de resultaten in de landen van herkomst: De evaluator(en) beschikken over de volgende capaciteiten: ‐ Kennis van migratie en ervaring met het werken met migranten ‐ Ervaring in projectevaluatie, liefs binnen thema migratie ‐ Beheerst vloeiend de Engels en Nederlandse taal ‐ Kennis en ervaring met ontwikkelingssamenwerking, partners in het Zuiden ‐ Kennis van migratie issues ‐ Ervaring in projectevaluatie Het verslag Het verslag bestaat uit: ‐ Maximaal 30 pagina’s, exclusief bijlagen ‐ Samenvatting van de voornaamste resultaten, conclusies en aanbevelingen ‐ Beschrijving en argumentatie van de toegepaste methodologie ‐ Beschrijving van de resultaten van het onderzoek ‐ Beschrijving conclusies en aanbevelingen ‐ Bijlagen: Terms of Reference, toegepaste methodologie, lijst van bestudeerde documenten, vragenlijst, lijst met geïnterviewde personen, tijdsschema van de verrichte activiteiten. Geschreven in de Nederlandse taal , inclusief Engelstalige samenvatting van het gehele rapport
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 48
Terms of Reference Annex 3
Annex 4
Summary
The project Terugkeer en Re-integratie van Ongedocumenteerden (Return and Reintegration of undocumented migrants) was funded by the European Return Fund (appr. 370 000 €) and by a Cordaid contribution of approximately the same amount. It was implemented by the Dutch foundation Maatwerk bij Terugkeer/SMS, from 2009-2012. The project which is about to be closed (June 30th 2012) renders individual and tailor-made assistance to illegal migrants who want to return to their country of origin on a voluntary basis. The two main characteristics of the project are: 1) the role and functioning of socalled (native) counsellors (vertrouwenspersonen) in the Netherlands, and 2) the role and functioning of partner NGOs in the countries of return which assist returned migrants with their re-integration. The project provides a sum of money per returnee (1250-1750€), to be spent by the NGO on the re-integration process (lodging, employment, access to medical care and education, etc.). The project distributes information (documentation, brochures, website) about the possibility of voluntary return and organises information meetings. The latter also serve to stimulate the collaboration between various sorts of social agencies in the field of migration in the Netherlands and the authorities. The project has also organised seminars and a conference for ERSO partners. The evaluation concentrated on counsellors, partner organisations and the results of the assistance at re-integration – the latter with help of the socalled embeddedness model, developed by Van Houte and De Koning (2008). The evaluation was executed through a desk study of documents, interviews with (ex) project staff and counsellors, telephone and email interviews with partner NGOs and counsellors, and field visits to Suriname and Ghana. The main conclusion of the evaluation is that the project has proven to be effective. In the first place the project has almost totally realised what it intended and planned to execute. In the second place the project has realised its primary objective, namely successful mediation in the process of humane return and re-integration of returnees in the society. The project concerned in total 72 voluntarily returned migrants. In the researched countries 43% of the returnees has realised a high degree of sustainable re-integration, and 43% has good prospects for sustainable re-integration. Together, 86% has either realised or has a fair chance to be sustainably reintegrated in their country of origin. Only some persons did not succeed to re-integrate in a satisfactory way. The decisive factor at sustainable re-integration was found to be the role which the partner NGO in the country of return plays, namely assisting (mediation) with the finding of lodging, work, access to medical care, official papers, etc. The interviewed NGOs dispose of good networks which enable them to assist in many ways.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 49
Terms of Reference Annex 3
Personal characteristics (age, employment history, family support, motivation) are a conditional factor for successful re-integration. The employment of native counsellors (informal representatives of migrant organisations) only accelerated during the second phase. Towards the end of the project 60% of the counsellors mediated in a concrete way in the return process – especially those assisting returnees to Brazil and the Filippines. For African countries such as Ghana the return process appears to be more constrained by taboos, reluctance and fear, which makes mediation less easy. It was found that 31% (3 of 8) of the counsellors had expectations and perceptions of their role, which did not exactly coincide with those of the project. These counsellors had had hardly any contact with (potential) returnees. It is recommended to further experiment with the counsellors and to intensify the coaching of those who are until now less successful or less convinced about the role they should play. The close contacts between the project and the migrant organisations have weakened since SMS ended their involvement in the project (because of bankruptcy). One of the recommendations of the evaluation is to reinforce these contacts, and in particular to reinforce the network of (ex) counsellors in the Netherlands. It is also recommended to find ways to come into contact with potential returnees earlier, before they are arrested (many returnees decide to return when they are in custody and Maatwerk bij Terugkeer is only informed at the last minute). The earlier the NGOs in the countries of return are informed about a new arrival, the more they can do to prepare the assistance (contacting families, arranging lodging, looking for potential employers) which increases the chance and the pace of successful (“sustainable”) re-integration (also called “embeddedness”). Other recommendations concern relatively minor suggestions for improvement in Project Cycle Management (PCM) and in the organisation. Maatwerk bij Terugkeer, found to be effective, efficient and successful, would be much served with programme funding (instead of project funding) which would enable them to guarantee the continuity of the interventions and the monitoring of their effects.
ref:Evaluatierapport _Ik vind het leven hier zo moeilijk_.docx Secretariat
Page 50