1
MBO COE Nederlandse taal 2F Voorbeeldexamen 2013
Jaar: 2013 Vak: Nederlandse taal Niveau: 2F Aantal teksten: 7 Aantal vragen: 44 Examenduur: 90 minuten
MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
2
Informatie vooraf Het examen bestaat uit 7 teksten: 4 leesteksten en 3 kijk-‐luisterteksten.
Lezen: Jongere onderhandelt amper Dit krantenartikel gaat over een onderzoek onder vakantiewerkers. Bij deze tekst horen 4 vragen. Minder eten in de afvalbak Dit artikel is afkomstig van de universiteit van Wageningen en gaat over het weggooien van voedsel. Bij deze tekst horen 4 vragen. Weg met die lange vakantie Deze tekst is een column en komt uit een krant. Bij deze tekst horen 7 vragen. Wat moet ik doen als ik ga verhuizen? Deze tekst is afkomstig van een site van de overheid. Bij deze tekst horen 6 vragen.
p. 3
p. 5
p. 7
P. 9
p. 12
p. 15
P. 18
Kijk-‐ en luisteren: Mobiel schademelden Je ziet een filmpje waarin Henk in zijn auto tegen de auto van Vera botst. In het filmpje wordt uitgelegd hoe je de schade kunt melden. Bij dit fragment horen 8 vragen. Op pad met de mystery shopper Je hoort een radiofragment over mensen die werken als mystery shopper. Ze gaan naar winkels en doen alsof ze klant zijn om te zien hoe het winkelpersoneel werkt. Bij dit fragment horen 8 vragen. Wat kost zomertijd? Je ziet een filmpje over de invoering van de zomertijd en wat dat kost. Bij dit fragment horen 7 vragen.
MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
3
Leestekst 1 Jongere onderhandelt amper Dit krantenartikel gaat over een onderzoek onder vakantiewerkers. Bij deze tekst horen 4 vragen.
Jongere onderhandelt amper Bij vakantiekrachten weinig kennis over arbeidsvoorwaarden. (1) Amsterdam -‐ Bijna tweederde van de vakantiewerkers onderhandelt niet over hun salaris. Dat blijkt uit onderzoek van FNVJong, dat vandaag met de vakantiewerkcampagne begint. Een gemiste kans voor sommigen, blijkt uit hetzelfde onderzoek, want een op de vier werkgevers wil trouwe jonge krachten best meer belonen. (2) Overigens betalen de Nederlandse bazen prima. Het minimumloon van een 16-‐jarige is ? 3,17 per uur. Maar uit het onderzoek blijkt dat het gemiddelde brutoloon van een 16-‐jarige vakantiewerker juist op ? 6,85 per uur ligt. De helft van de jongeren is daar tevreden over. (3) De ondervraagden, 895 jongeren van 13 tot 29 jaar, hebben weinig parate kennis over de collectieve arbeidsvoorwaarden zoals die in de cao's zijn vastgelegd. De helft van de werkgevers informeert hun vakantiewerkers daar niet over. Jongeren weten er hoe dan ook weinig van. Tachtig procent weet niet precies welke regels van toepassing zijn op het vakantiewerk; een op de drie heeft zijn of haar cao gelezen. (4) Overigens begrijpt een op de vier bazen zelf ook niet alle tekst op het loonstrookje van de vakantiewerkers, en keert meer dan de helft van hen het loon 'wel eens' te laat uit. Bijna de helft van de vakantiewerkers, 45 procent, begrijpt het loonstrookje 'een beetje' of 'niet'. (5) Elk jaar hebben ruim een miljoen jongeren een vakantiebaantje. Detailhandel, horeca en gezondheidszorg zijn, net als voorgaande jaren, sectoren waar jongeren het vaakst een extra zakcent verdienen. MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
4 1 Wat betekent de titel bij deze tekst? A Jongeren overleggen nauwelijks met hun werkgever over de inhoud van hun werk. B Jongeren overleggen nauwelijks met hun werkgever over hun arbeidsomstandigheden. C Jongeren overleggen nauwelijks met hun werkgever over hun loon. Hieronder staan 4 uitspraken over jongeren die werken. 2 Welke uitspraak is juist volgens deze tekst? Kruis bij elke uitspraak 'juist' of 'niet juist' aan. juist niet juist De meeste jongeren hebben hun cao gelezen. Gemiddeld krijgen vakantiewerkers van 16 jaar een loon van 6,85 euro per uur. Ongeveer 50% van de werkgevers informeert de vakantiekrachten over de cao. In de horeca krijgen de jongeren het best betaald. 3 Welk kopje past het best boven alinea 4? A Loonstrookje vaak een probleem B Loonstrookje vaak onvolledig C Loonstrookje vaak te laat 4 Wat is de functie van de laatste alinea? A Hier geeft de schrijver een conclusie. B Hier staat nog wat extra informatie in. C Hier wordt de tekst samengevat.
MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
5
Leestekst 2 Minder eten in de afvalbak Dit artikel is afkomstig van de universiteit van Wageningen en gaat over het weggooien van voedsel. Bij deze tekst horen 4 vragen.
Minder eten in de vuilnisbak (1) Nederlandse burgers, boeren, restaurants en supermarkten gooien samen dertig tot veertig procent van het voedsel weg. Dat moet anders, vindt de minister van Economische zaken, Landbouw en Innovatie. Door minder weg te gooien komen onder meer klimaatdoelstellingen dichterbij. (2) In de hele keten gaat voedsel verloren. Nederlandse consumenten gooien voor ongeveer 1,6 miljard euro aan eten weg, zo'n honderd euro per persoon per jaar. Ook bij boeren, handelaren en supermarkten gaat veel voedsel verloren. Het totale verlies bedraagt in Nederland ongeveer 3,6 miljard euro per jaar. Ruim een derde van al het voedsel dat voor mensen was bestemd, belandt dus niet op een bord maar in een varkenstrog of vuilverbrandingsinstallatie. En dat moet anders, stelde de minister in 2007. De minister wil dat er in 2015 twintig procent minder wordt verspild en financierde een aantal projecten en onderzoeken om die doelstelling te halen. (3) Yuca Waarts doet bij het LEI (Landbouw Economisch Instituut) onderzoek naar de verspilling. Volgens Waarts zijn er goede redenen om minder eten weg te gooien. De productie van voedsel kost veel energie. Door minder weg te gooien kun je op een makkelijke manier besparen op de uitstoot van broeikasgassen. Minder verspilling heeft ook gevolgen voor ontwikkelingslanden. Als Nederlanders minder eten weggooien hebben mensen in ontwikkelingslanden meer te eten, denkt Waarts. "Dat werkt niet direct. Je kunt de boterham die je weggooit niet naar Afrika sturen. Maar als wij minder weggooien is er minder vraag naar bijvoorbeeld graan, en dat kan zorgen voor lagere prijzen, waardoor eten beter betaalbaar wordt", zegt zij. "En voor bedrijven en consumenten komt daar nog eens bij dat ze geld kunnen besparen door zuiniger te zijn met voedsel. Een gemiddeld huishouden kan tot vierhonderd euro per jaar besparen." (4) Ondanks de goede argumenten blijkt de verspilling moeilijk tegen te gaan. Consumenten kopen volgens Waarts te veel eten in en gooien bij het koken voor de zekerheid liever te veel dan te weinig in de pan. Daarnaast verdwijnt veel eten in de groenbak omdat consumenten de ten minste houdbaar tot-‐datum erg serieus nemen. Waarts: "De tht-‐datum geeft aan dat het product tot dat moment kwalitatief goed is. Maar het product is ook na die datum vaak nog best goed te consumeren." MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
6 Er worden in de tekst verschillende uitspraken gedaan over voedsel. 5 Welke uitspraak is waar? Kruis bij elke uitspraak 'waar' of 'niet waar' aan. waar niet waar Het heeft zin om overgebleven voedsel naar Afrika te sturen. Een tht-‐datum moet je serieus nemen. Als we minder eten weggooien, kan de graanprijs dalen. Als we minder eten weggooien, is dat gunstig voor bedrijven. 6 Wat is de beste samenvatting van alinea 3? A Minder eten weggooien heeft tot gevolg: minder broeikasgassen in de lucht, lagere productie van graan en het besparen van geld. B Minder eten weggooien heeft tot gevolg: minder broeikasgassen in de lucht, meer graan voor ontwikkelingslanden en lage prijzen voor energie. C Minder eten weggooien heeft tot gevolg: minder broeikasgassen in de lucht, minder voedsel sturen naar ontwikkelingslanden en de consumenten betalen minder voor hun energie. In alinea 4 staat: "Ondanks de goede argumenten blijkt de verspilling moeilijk tegen te gaan." 7 Hoeveel voorbeelden van verspilling worden er in de laatste alinea genoemd? A 2 B 3 C 4 8 Wat is de bedoeling van de schrijver van deze tekst? A Hij wil de lezer amuseren. B Hij wil de lezer informeren. C Hij wil de lezer instrueren.
MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
7
Leestekst 3 Weg met die lange vakantie Deze tekst is een column en komt uit een krant. Bij deze tekst horen 7 vragen.
Weg met die lange vakantie (1) Omdat boeren honderd jaar geleden hun kinderen in de zomer op het land nodig hadden, zitten we nu nog steeds met die veel te lange zomervakanties. De leerplicht was prima, maar in de zomer golden de wetten van het boerenbedrijf. Maar er zijn inmiddels goede argumenten om de zomervakantie te verkorten tot een maand. (2) Allereerst kunnen ouders nooit zes weken vrij nemen. Er moet dus heel veel worden georganiseerd om de zaak thuis een beetje draaiende te houden. Ten tweede ligt de economie door de zomervakantie minstens van begin juli tot begin september stil. Ik hoorde laatst een ondernemer klagen dat afspraken zelfs al vanaf eind juni over de zomervakantie heen worden getild. Dat is tweeënhalve maand! Ten derde blijkt dat vooral de kwetsbare leerling de dupe is van een te lange schoolvakantie. Juist omdat dit soort leerlingen de stof door veel herhaling tot zich moet nemen, zakt er veel lesstof weg in de vakantie. Daardoor moet na de zomer veel worden herhaald en dat vertraagt hun ontwikkeling. Ten vierde: ook voor een andere groep kinderen duurt de vakantie te lang. Sommige kinderen hebben namelijk geen ouders of oppassers die met ze naar musea en voorstellingen gaan. Zij zitten voornamelijk thuis en kijken daar naar de tv, gamen zich een ongeluk of halen op straat rottigheid uit. (3) Voor kinderen die de Nederlandse taal nog onvoldoende machtig zijn, betekent het ook dat ze zes weken te weinig aan hun taalontwikkeling kunnen doen. Waar sommige kinderen het geluk hebben dat ze in de vakantie kunnen doorleren doordat ze deelnemen aan allerlei activiteiten thuis en door vakanties naar inspirerende verre oorden, staat de algemene ontwikkeling van andere kinderen zes of zeven weken stil. En vergeet niet, aan het eind van de basisschool heeft een kind bijna anderhalf jaar zomervakantie gehad! (4) Aangezien we niet meer hoeven te oogsten, moet de zomervakantie naar de maatstaven van vandaag worden aangepast. Zo langzamerhand wegen de nadelen namelijk zwaarder dan de voordelen voor de happy few. MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
8 9 Wat is de bedoeling van de schrijver van deze tekst? A Hij wil de lezer ervan overtuigen dat de schoolvakanties te lang zijn. B Hij wil de lezer informeren over het nut van schoolvakanties. C Hij wil de lezer uitleg geven over vakantieactiviteiten. 10 Wat doet de schrijver in alinea 1? A De schrijver geeft hier een oorzaak van het ontstaan van lange vakanties. B De schrijver trekt hier de aandacht met een persoonlijk verhaal. C De schrijver vat hier de rest van de tekst samen. In alinea 1 staat: "De leerplicht was prima, maar in de zomer golden de wetten van het boerenbedrijf." 11 Wat wordt bedoeld met de uitspraak "maar in de zomer golden de wetten van het boerenbedrijf"? A De boeren waren tegen de invoering van de leerplicht. B De leerplicht was toen niet van toepassing op het boerenbedrijf. C Leerlingen moesten helpen bij het binnenhalen van de oogst. In alinea 2 staat: "Dat is tweeënhalve maand!" 12 Welke emotie blijkt uit deze uitroep? A afkeuring B jaloezie C opluchting Ouders hebben last van de lange vakantie. 13 Welk argument geeft de schrijver? A Ouders moeten thuis veel regelen, omdat ze nooit zes weken vrij kunnen nemen. B Ouders vinden de economie belangrijker dan lange vakanties. C Ouders vinden een bezoek aan musea en verre oorden niet zinvol. 14 Noemt de schrijver voordelen van een lange vakantie? A Ja, maar hij noemt alleen voordelen voor de ouders. B Ja, maar hij noemt alleen voordelen voor het bedrijfsleven. C Nee, hij noemt alleen maar nadelen. In de laatste alinea staat: "Zo langzamerhand wegen de nadelen zwaarder dan de voordelen voor de happy few." 15 Wie worden hier bedoeld met de "happy few"? A Kinderen die de Nederlandse taal nog niet goed kennen. B Kinderen die leerzame dingen doen in de vakantie. C Kinderen die veel gamen en televisie kijken. MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
9
Leestekst 4 Wat moet ik doen als ik ga verhuizen? Hieronder staat een stappenplan. Dit kunt u volgen als u verhuist. Of u nu een nieuw energiebedrijf kiest of niet. Dan weet u zeker dat uw aansluiting op elektriciteit en op gas goed wordt geregeld. 1 Zoek uit welk energiebedrijf u nu hebt U kunt voor gas en voor elektriciteit een ander energiebedrijf hebben. Dan moet u de volgende stappen voor beide energiebedrijven volgen. 2 Meld snel dat u gaat verhuizen Meld uw energiebedrijf zo snel mogelijk dat u gaat verhuizen. U kunt dit al vanaf drie maanden van tevoren doen. Doe dit uiterlijk twee weken voordat u verhuist. Dan kan uw energiebedrijf alles goed voor u in orde maken. 3 De meterstanden in uw oude huis Had u een koophuis? Dan is het belangrijk om samen met de nieuwe eigenaar de meterstanden in uw oude huis op te schrijven. Vaak ziet u de nieuwe eigenaar bij de sleuteloverdracht. Neemt u dan een meterstandenformulier mee. Dan kunt u dat samen invullen en er allebei uw handtekening op zetten. Had u een huurhuis? Dan is het belangrijk om samen met de nieuwe huurder de meterstanden in uw oude huis op te schrijven. Kunt u niet met de nieuwe huurder afspreken? Dan kunt u het beste uw verhuurder vragen om samen met u de meterstanden in te vullen en een handtekening op het formulier te zetten. 4 De meterstanden in uw nieuwe huis Zorg dat u de meterstanden in uw nieuwe huis opschrijft op de dag dat u de sleutel krijgt. Hebt u uw energiebedrijf gemeld dat u verhuist? Dan stuurt uw energiebedrijf u binnen een paar dagen een ontvangstbevestiging. Dit is een bewijs dat het energiebedrijf weet dat u verhuist. Het energiebedrijf stuurt u daarbij een formulier voor uw meterstanden. U moet dit formulier invullen op de dag dat u de sleutel van uw nieuwe huis krijgt. U schrijft de meterstanden op van uw gasmeter en van uw elektriciteitsmeter in uw nieuwe huis. Dit kunt u het beste samen met de vorige bewoner doen. U zet allebei uw handtekening op het formulier. Dan bent u het er over eens wie vanaf welk moment de energie betaalt. Uw energiebedrijf geeft deze meterstanden door aan uw netbeheerder. Dat hoeft u dus niet zelf te doen. De netbeheerder registreert alle aansluitingen en zorgt voor het transport in zijn gebied. 5 Stuur de meterstanden binnen vijftien dagen op Hebt u het formulier helemaal ingevuld? En staat uw handtekening eronder? Stuur het formulier dan snel op naar uw energiebedrijf. U moet dit doen binnen vijftien dagen na de dag dat u bent verhuisd. 6 U krijgt een rekening na de verhuizing. Zodra uw energiebedrijf het formulier met uw meterstanden terugkrijgt, staat uw verhuizing in de administratie van het energiebedrijf. Uw oude huis Heeft uw energiebedrijf uw verhuizing verwerkt? Dan krijgt u voor uw oude huis de eindafrekening voor de energie die u in uw oude huis hebt gebruikt. MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
10 Uw nieuwe huis Heeft uw energiebedrijf uw verhuizing verwerkt? Dan krijgt u voor uw nieuwe huis ook een brief. Daarin staat vanaf wanneer u daar energie krijgt. En er staan de meterstanden in waarmee u in uw nieuwe huis begint. Ook staat er hoeveel u vooraf aan uw energiebedrijf moet betalen om energie te krijgen in uw nieuwe huis. Dit is het voorschotbedrag. Hieronder staan drie titels. 16 Welke titel past het best boven deze tekst? A Verhuizen en uw energiebedrijf B Verhuizen en uw energiegebruik C Verhuizen en uw energierekening 17 Voor wie is deze tekst bedoeld? A Voor mensen die in verband met een verhuizing de energievoorziening willen regelen. B Voor mensen die na verhuizing de meterstanden door willen geven aan het energiebedrijf. C Voor mensen die na verhuizing een ander energiebedrijf willen inschakelen. 18 Wat moet je volgens deze tekst doen bij een verhuizing? Kruis bij elke uitspraak 'wel doen' of 'niet doen' aan. wel doen niet doen De verhuizing melden aan je energiebedrijf op de dag van de verhuizing. Op de dag dat je de sleutel aan de nieuwe eigenaar geeft, samen met hem de meterstanden noteren. De genoteerde meterstanden opsturen naar het energiebedrijf. Contact opnemen met de netbeheerder. Miranda is verhuisd. Ze neemt de meterstanden op in haar nieuwe huis. 19 Waar moet Miranda de meterstanden naartoe sturen? A naar de netwerkbeheerder B naar de vorige bewoner C naar het energiebedrijf 20 Is het verplicht dit stappenplan te volgen als je verhuist? A Ja, omdat de netwerkbeheerder dit voorschrijft. B Ja, want anders krijg je niet op tijd de energie geleverd. C Nee, het is alleen nodig als je voor een ander energiebedrijf kiest. D Nee, het is handig om het plan te volgen als je niets wilt vergeten. MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
11 Carmen gaat binnenkort verhuizen. 21 Wanneer kan zij aan het energiebedrijf doorgeven dat ze gaat verhuizen? A Drie maanden vóór de dag van de verhuizing tot twee weken na de dag van de verhuizing. B Drie maanden vóór de dag van de verhuizing tot twee weken vóór de dag van de verhuizing. C Twee weken vóór de dag van de verhuizing tot twee weken na de dag van de verhuizing.
MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
12
Luistertekst 1 Mobiel schademelden Je ziet een filmpje waarin Henk in zijn auto tegen de auto van Vera botst. In het filmpje wordt uitgelegd hoe je de schade kunt melden. Het fragment duurt ongeveer 2.30 minuten. Bij dit fragment horen 8 vragen. Videofragment afspelen Videofragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. Het filmpje begint met een aanrijding. 22 Wat wordt hier bedoeld met: "Een aanrijding zit in een klein hoekje"? A Bij de aanrijding is een hoek van het voertuig beschadigd. B De aanrijding is gebeurd op een hoek van de weg. C Een aanrijding kan altijd onverwacht gebeuren. Videofragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. Henk is met zijn auto tegen die van Vera aangereden. 23 Wat hebben Henk en Vera nodig om de aanrijding snel af te handelen? A Henk en Vera hebben allebei een mobiele telefoon met internet nodig. B Henk en Vera hebben allebei een mobiele telefoon nodig, waarvan één met internet. C Henk en Vera hebben alleen een schadeformulier nodig. D Henk en Vera hebben een schadeformulier en een mobiele telefoon nodig. Videofragment afspelen Bij de website uit het filmpje kun je de schade melden die bij een aanrijding is ontstaan. 24 Van wie is de website waarbij je de schade kunt melden? A van alle verzekeraars bij elkaar B van een bepaalde verzekeraar C van enkele verzekeraars MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
13 Videofragment afspelen Henk en Vera willen gezamenlijk met hun mobiele telefoon de autoschade melden. Hiervoor moeten ze een aantal stappen doorlopen. Zij maken eerst een foto van de situatie, voeren in dat er geen gewonden zijn en voeren de soort schade in. 25 In welke volgorde moeten Henk en Vera de andere gegevens in de mobiele telefoon invoeren? A eigen kenteken en naam -‐ kenteken en naam van de tegenpartij -‐ telefoonnummer tegenpartij B eigen kenteken en naam -‐ telefoonnummer tegenpartij -‐ kenteken en naam van de tegenpartij C kenteken en naam van de tegenpartij -‐ eigen kenteken en naam -‐ telefoonnummer tegenpartij Videofragment afspelen Bij dit fragment horen 4 vragen. Wanneer de gegevens verstuurd zijn, krijg je via de mobiele telefoon een bericht terug met een aantal gegevens. 26 Welke gegevens komen automatisch in beeld nadat beide partijen de antwoorden hebben ingevoerd? Omcirkel drie goede antwoorden. A de locatie van de aanrijding B de namen van de verzekeraars C het kenteken van beide voertuigen D het telefoonnummer van beide partijen E het tijdstip van de aanrijding Videofragment afspelen Bij dit fragment horen 4 vragen. Vera ontvangt als tegenpartij heel snel na het invoeren van de gegevens een sms'je. 27 Wat staat er in dat sms'je? A een digitale handtekening B een link naar de online aangifte C een samenvatting van de schademelding Videofragment afspelen Bij dit fragment horen 4 vragen. Vera ontvangt na de gezamenlijke invoer een cijfercode. MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
14 28 Waarom moet Henk deze cijfercode invoeren? A Hiermee is bekend onder welk nummer de schade bekend is bij de verzekeraar. B Hiermee kan hij inloggen bij zijn verzekeringsmaatschappij. C Hiermee ondertekent Vera de schademelding. Videofragment afspelen Bij dit fragment horen 4 vragen. Zowel Henk als Vera ontvangen tot slot een e-‐mail. 29 Waarom ontvangen Henk en Vera deze e-‐mail? A Ze kunnen dan de online aangifte nog eens nalezen en eventueel compleet maken. B Ze kunnen dan de online aangifte nog eens nalezen en opnieuw versturen. C Ze kunnen dan online de aangifte alsnog ongedaan maken.
MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
15
Luistertekst 2 Op pad met de mystery shopper Je hoort een radiofragment over mensen die werken als mystery shopper. Ze gaan naar winkels en doen alsof ze klant zijn om te zien hoe het winkelpersoneel werkt. Het fragment duurt ongeveer 7.30 minuten. Bij dit fragment horen 8 vragen. Audiofragment afspelen Audiofragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. Robert-‐Jan Booij gaat op pad met een mystery shopper. 30 Welke twee andere woorden worden in de tekst gebruikt voor "mystery shopper"? Omcirkel twee goede antwoorden. A nepklant B retail medewerker C spion D vrouwenjager E winkeleigenaar Audiofragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. De mystery shopper zegt van zichzelf dat hij er "doorsnee" uitziet. 31 Wat bedoelt hij daarmee? A dat hij een jongeman is met een bruine jas aan B dat hij eruitziet als een spion C dat hij niet opvalt tussen de mensen Audiofragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. 32 Wat doet Bastiaan van Leeuwen voordat hij een winkel bezoekt? A Hij bekijkt de punten waarop hij de winkel moet beoordelen. B Hij bespreekt de procedure met de eigenaar van de winkel. C Hij vult een formulier in voor de eigenaar van de winkel. MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
16 Audiofragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. De mystery shopper bezoekt samen met de verslaggever een schoenenwinkel. 33 Wat valt hem op bij dit bezoek? Omcirkel drie goede antwoorden. A Er ligt veel troep in de winkel. B In de buurt van de winkel staan afvalzakken. C Het personeel blijft doorwerken. D Het personeel van de winkel begroet hen als ze binnenkomen. E Het personeel van de winkel is druk aan het werk. Audiofragment afspelen Een mystery shopper moet volgens Bastiaan van Leeuwen aan een aantal eisen voldoen. 34 Welke eis noemt hij? A Een mystery shopper moet kunnen observeren. B Een mystery shopper moet veel in de winkelstraat lopen. C Een mystery shopper moet verstand hebben van kleding. Audiofragment afspelen 35 Wat is de kracht van het "mystery shoppen" volgens Bastiaan van Leeuwen? A dat de baas van een winkel de mystery shopper niet kent B dat de baas van een winkel niet zelf zijn personeel hoeft te controleren C dat het personeel van de winkel de mystery shopper niet kent Audiofragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. In Amerika kan iemand ontslagen worden op basis van de bevindingen van een mystery shopper. 36 Vindt de mystery shopper dat dit ook in Nederland moet kunnen gebeuren? A Nee, want een mystery shopper beoordeelt niet één medewerker, maar het personeel als geheel. B Nee, want een mystery shopper doet zijn werk ook niet altijd goed. C Nee, want een mystery shopper is maar één persoon die de winkel beoordeelt. Audiofragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
17 De mystery shopper gaat zelf niet terug naar een winkel met de eindbeoordeling. 37 Waarom niet? A Dan heeft de mystery shopper te veel werk te doen. B Dan is de mystery shopper het plezier in zijn werk kwijt. C Dan is de mystery shopper niet meer anoniem.
MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
18
Luistertekst 3 Wat kost zomertijd? Je ziet een filmpje over de invoering van de zomertijd en wat dat kost. Het fragment duurt ongeveer 8.50 minuten. Bij dit fragment horen 7 vragen. Filmfragment afspelen Filmfragment afspelen Een van de presentatoren leest de kijkersvraag voor. 38 Wat was volgens de kijker de reden om de zomertijd in te stellen? A Door de zomertijd kun je energie besparen. B Door de zomertijd kun je langer doorwerken. C Door de zomertijd kun je later opstaan. Filmfragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. De hoogleraar ondersteunt zijn verhaal met behulp van tekeningen. 39 Wat tekent hij als voorbeeld voor de situatie in Californië? A een badkuip met een doorlopende lijn B een badkuip met een stippellijn C een omgedraaide badkuip Filmfragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. 40 Waarom heeft de zomertijd volgens de hoogleraar geen zin? A Aan verlichting geef je minder geld uit, maar aan koeling meer. B Je geeft aan verlichting en koeling steeds meer geld uit. C Wat je aan koeling bespaart, geef je uit aan verlichting. Filmfragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. In dit fragment wordt gesproken over de "Handelingen". MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College
19 41 Welke andere woorden worden gebruikt in plaats van de "Handelingen"? Omcirkel de twee goede antwoorden. A archief B dat wat gedaan is C kamer D vertaling Filmfragment afspelen Bij dit fragment horen 2 vragen. 42 Wat vond de Tweede Kamer van de invoering van de zomertijd? A Alle Tweede Kamerleden waren positief over de invoering. B Geen van de Tweede Kamerleden vond de invoering een goed plan. C Niet alle Tweede Kamerleden waren blij met de invoering. Filmfragment afspelen Een van de programmamakers bezoekt een koeienstal. 43 Wat is een gevolg van de zomertijd voor dit boerenbedrijf? A De koeien geven minder melk. B De melk smaakt minder lekker. C De prijs van melk is omlaaggegaan. Filmfragment afspelen 44 De regering besloot de zomertijd in te voeren. A Er komen dan meer voorzieningen in de recreatiesector. B Mensen kunnen dan langer buiten dingen doen. C Mensen kunnen dan langer met vakantie gaan.
MBO COE Nederlandse taal 2F 2013 ROC Nova College