MAX HAVELAAR BELGIE
PERSDOSSIER
Candico kiest voor het Max Havelaarkeurmerk
OKTOBER 2008
2
INHOUD
DEEL I: CANDICO
P. 4
DEEL II: KASINTHULA CANE GROWERS
P. 5
DEEL III: RIETSUIKERDOSSIER
P. 8
DEEL IV: HET PROFIEL VAN MAX HAVELAAR
P. 24
DEEL V: FACTS EN FIGURES VAN MAX HAVELAAR 2008
P. 26
3
CANDICO Het Belgische bedrijf Candico brengt onder haar welgekend merk 3 soorten speciale suikers op de Belgische markt: kandijsuikers, geleisuikers en rietsuikers. Eén van de topspecialiteiten van Candico is het maken van ruwe rietsuikerklontjes. Het volledige Candico rietsuikergamma zal het Max Havelaarkeurmerk krijgen en zal dus enkel nog onder deze vorm verkocht worden. Candico voert reeds meer dan 25 jaar ruwe rietsuiker in uit het Zuiden, waaronder Malawi en Zambia. De suiker wordt in Merksem verwerkt en onder eigen naam op de Belgische markt verkocht. Tevens produceert Candico voor Belgische en buitenlandse merken. Vertegenwoordigers van Candico bezochten reeds meermaals de fabrieken in Malawi en Zambia en onderhouden persoonlijke contact met de daar gevestigde Fairtradecoöperatieven. Hieruit is een vertrouwensrelatie gegroeid, enerzijds voor wat de correcte besteding van het geld en het maatschappelijk nut van de projecten betreft, maar anderzijds ook qua bevoorradingszekerheid. Deze vertrouwensrelatie, gecombineerd met een groeiende interesse voor eerlijke handel en openheid van de Belgische distributie voor Fairtradeproducten, heeft ertoe geleid dat Candico de beslissing nam om voor hun eigen rietsuikerassortiment over te schakelen naar Fairtradesuiker.
Omschakeling naar Fairtrade Een eerste omschakeling vindt plaats op 1 oktober 2008, ter gelegenheid van de Week van de Fair Trade. Vanaf dan zal het gekend klontjesassortiment onder het Max Havelaarkeurmerk verkocht worden. Tevens wordt op die datum een nieuw product op de Belgische markt gelanceerd. Het betreft witte geraffineerde rietsuiker die in de originelanden wordt geproduceerd en hier in België verpakt wordt. Later, in 2009 zal ook niet geraffineerde rietsuiker onder het Max Havelaarkeurmerk gebracht worden. Op productievlak en op aankoopgebied verandert deze omschakeling nagenoeg niets. Candico importeert, verwerkt en verpakt dezelfde rietsuikers. De producten behouden dus dezelfde vorm, dezelfde smaak en hetzelfde aroma. Wel heeft Candico de switch naar Fairtrade aangegrepen om de lay-out van de verpakkingen grondig te wijzigen. Er werd gekozen voor een gewaagde, jongere look. Een andere verandering houdt verband met de Fairtradepremie en de kosten voor de certificatie. Om deze te financieren is een lichte prijsverhoging nodig. Volgens berekeningen van Candico zou de stijging per consument een gemiddelde meeruitgave van 0,88 eurocent per jaar bedragen. De beslissing van Candico betekent een stijging van maar liefst 14% van de wereldwijde verkoop van Fairtraderietsuiker. Op jaarbasis zou het gaan om meer dan 2000 ton extra. Voor het Zuiden betekent dit een extra inkomst van 100.000 € aan Fairtradepremies.
4
KASINTHULA CANE GROWERS Sinds we waterputten in het dorp hebben, verliezen de vrouwen veel minder tijd aan water halen. Dat is goed voor iedereen.Een aantal dorpen kregen ook elektriciteit dankzij de FairTradepremie. Zonder dat geld hadden we de hoogspanningskabels nooit kunnen kopen. Ik ben onlangs getrouwd en mijn huisje heeft nu stroom. Dat is voor mij echt het gedroomde huwelijksgeschenk.”
Elod Kafaukoma
Moeilijke start, betere toekomst Rietsuiker uit Malawi is het product van de Kasinthula Cane Growers (KCG), werkzaam in het zuidelijke Chikwawa-district. Deze coöperatieve telt 282 suikerrietboeren (2008). De streek behoort tot de droogste streken van het land, de regens vallen slechts twee maal per jaar, en vaak gaan die gepaard met tijdelijke overstromingen. Langdurige droogtes hebben in het verleden voor hongersnood gezorgd. Mede daarom gaf de overheid in 1998 aan de boeren de kans in een suikerrietproject te stappen. De aanwezigheid van een suikerrietverwerkend bedrijf was een extra troef. Toch waren de boeren aanvankelijk argwanend, gelijkaardige projecten waren voordien mislukt omwille van gebrekkige ondersteuningsmaatregelen op het vlak van krediet en infrastructuur. Er was ook de vrees dat familiale (kleine) eigenaars zouden onteigend worden om daarna loonarbeider te worden. De start was moeilijk en ook de internationale context zat tegen. De kwacha (nationale munt) devalueerde op een paar jaar tijd tot een tiende van de oorspronkelijke waarde en de intrestvoet liep op tot 48 procent. De opbrengsten van de eerste suikerrietoogsten waren zelfs onvoldoende voor de afbetalingen van de interest. Het bestuur van Kasinthula zocht de voorbije jaren uitwegen voor de zware schuldenlast om het hoofd boven water te houden. De productie steeg, de kwaliteit van de rietsuiker nam toe, de overheid sprong in voor een deel van de schuldenlast en de Fairtradeverkopen zorgden voor financiële ademruimte.
Organisatie Om de samenwerking tussen de boeren en de suikerfabriek te formaliseren, werd in 1999 de coöperatie Kasinthula Cane Growers limited (KCGl) opgericht. Zij zijn verantwoordelijk voor: > Technische training aan de boeren, maar ook organisatietraining, > De kwaliteit van het suikerriet, > Diensten: irrigatie, waterpompen, organisatie van de oogst, transport, > Onderhandelen over de contracten (met het bedrijf dat de suikerriet verwerkt) , > Contacten leggen met onderzoeksinstellingen en andere netwerking. Het Fairtrade Comité vergadert maandelijks, en is verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van de projecten die de algemene vergadering voorstelde. Het zijn de boeren die de beslissingen nemen, zij zijn betrokken via hun vertegenwoordigers en via hun deelname aan de algemene vergadering bij het ganse beslissingsproces.
Fairtradeverkopen
5
Kasinthula Cane Growers produceerde in 2007 64.000 ton suikerriet. Dit is een vervijfvoudiging op tien jaar tijd. En dat levert ongeveer 7.900 ton rietsuiker op. Het riet wordt geleverd aan de Nchalo-fabriek die het verwerkt tot suiker en ook verkoopt op de internationale markt. Kasinthula Cane Growers kreeg in 2002 het Fairtradecertificaat. De 7.900 ton suiker die het jaarlijks produceert, wordt sinds kort integraal verkocht onder Fairtradecriteria aan kopers uit België, Duitsland, de Verenigde Staten, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. Ze hopen de productie te kunnen vergroten.
De impact van deelname aan het Fairtradesysteem Ondanks de financiële problemen heeft het project ongetwijfeld voor een sociale, economische en financiële injectie gezorgd bij de aangesloten boeren van Kasinthula, en bij uitbreiding in de regio. Volgens voorzitter Kwapata, professor landbouw en overheidsadviseur, is dat bij elk bezoek te merken. “Wanneer we dit project opstartten, was er in de hele streek praktisch niets. Kruidenierswinkels en markten bestonden niet. Ik merk nu een opvallende verandering. Het geld dat binnenkomt trekt andere producten aan, er ontstaat een markt, winkeltjes schieten uit de grond, mensen verbeteren hun huizen…” Een deel van deze heropleving heeft te maken met wat de coöperatie doet met de Fairtradepremie. Fairtrade biedt immers bovenop de hogere prijs voor suiker ook een premie van 60 dollar per ton suiker. De algemene vergadering van Kasinthula Cane Growers legde volgende prioriteiten vast: > 30 % betalingen aan de leden om in basisbehoeften te voorzien, > 30 % voor (sociale ) gemeenschapsprojecten, > 40 % voor projecten die de economische duurzaamheid bevorderen De investeringen in basisbehoeften was in 2005 bijvoorbeeld broodnodig. De suikerrietoogst was door de aanhoudende droogte stukken lager dan verwacht, en een deel van het premiegeld werd geïnvesteerd om voedsel te kopen. De boeren gebruiken het bijkomende geld ook om nieuwe huizen te bouwen. De lemen muren en strodaken zijn nu vervangen door steviger constructies met een tinnen dak. In 2006 kocht Kasinthula Cane Growers zo’n 10.000 pakjes medicijnen tegen bilharzia, een ziekte veroorzaakt door een parasiet, en schonken die aan de lokale kliniek. De levering van deze medicijnen door de overheid bleef immers te lang op zich wachten. Kasinthula Cane Growers investeerde ook in drinkbaar water voor drie omliggende dorpen. Water halen uit de Shire-rivier is immers tijdrovend, het water is onvoldoende zuiver en er zijn krokodillen in de rivier wat het ook soms gevaarlijk maakt. De eerste waterput werd geboord in het dorp Kapasule (maart 2004), een tweede in het dorp Chinangwa (2005). In 2007 begon de coöperatie met een elektriciteitsproject dat uiteindelijk aan 540 families elektriciteit zal bezorgen. De huishoudens krijgen de kans een lening aan te gaan tegen een lage interest om de aansluiting op het net te betalen. Elke familie is immers verantwoordelijk voor het installeren van de nodige bedrading en stopcontacten die voldoen aan de inspectienormen van de overheid. Er zijn meer plannen en er zijn ook afspraken tussen de overheid en Kasinthula Cane Growers: er komt een lagere en een middelbare school en een lokaal gezondheidscentrum. De overheid financiert een verpleegster en de medische uitrusting van het gezondheidscentrum. Dit moet de detectie en behandeling van vaak voorkomende ziektes als cholera, dysenterie, diarree en bilharzia verbeteren. Op dit moment zijn de boeren teveel afhankelijk van het niet altijd even performante openbare ziekenhuis en medische behandeling in een privéziekenhuis kost al snel een week loon.
Verruiming en vertrouwen Kasinthula Cane Growers beraadt zich over uitbreidingsplannen en wil ook nieuwe leden binnenhalen. Daarvoor zijn echter nieuwe investeringen en dus nieuwe leningen nodig. De inkomsten uit extra suikerriet kunnen zorgen voor een versnelde afbetaling van de schulden en voor extra inkomsten voor de nieuwe families.
6
Deze plannen zeggen iets over het vertrouwen dat de boeren in de toekomst stellen. Boeren zijn er in geslaagd door voortdurende technische vorming een kwaliteitsvol product af te leveren. De contacten met de inkopers en het buitenland geeft hen ook inzicht in de commerciële kant van het suikerriet en de suiker. De markt voor hun Fairtradeproducten in het Noorden groeit, en dat wakkert het vertrouwen nog aan.
7
RIETSUIKERDOSSIER Inhoud 1. Geschiedenis................................................................................................................................................9 2. Suikerriet ...........................................................................................................................................................9 3. Suiker: productie, consumptie en handel ....................................................................................................10 3.1 Suikerproductie ........................................................................................................................................10 3.2 Suikerconsumptie ....................................................................................................................................11 3.3 Suikerhandel .............................................................................................................................................12 Suikerprijs ....................................................................................................................................................12 4. Suikerpolitiek van het Noorden.....................................................................................................................13 4.1 De suikerpolitiek van de Verenigde Staten............................................................................................13 4.2 De Europese suikerpolitiek .....................................................................................................................13 4.2.1 Het Europese suikerregime 1968–2006 .............................................................................................13 4.2.2 Hervorming van het Europese suikerregime ......................................................................................14 4.2.3 Internationale dimensie: EPA’s (European Partnership Agreements)................................................15 5. De Afrikaanse suikerpolitiek .........................................................................................................................17 6. Suiker uit het Zuiden: geen zoete dromen ...................................................................................................17 6.1 Milieuproblemen .......................................................................................................................................18 6.2 Brazilië......................................................................................................................................................18 6.3 Filippijnen..................................................................................................................................................18 6.4 Dominicaanse Republiek.........................................................................................................................19 7. Fairtradesuiker................................................................................................................................................20 7.1 De algemene Fairtradecriteria.................................................................................................................20 7.2 De Fairtradecriteria voor suiker ..............................................................................................................20 7.3 Het gaat goed met de Fairtradesuiker… ................................................................................................20 7.4 Fairtradesuiker ‘in de praktijk’ ................................................................................................................21 Cooperativas Montillo en El Arroyense Ltda - Paraguay ............................................................................21 Cooperativa Cañera de San Ramón R.L. - Costa Rica ...............................................................................21 Belize Sugar Cane Farmers Association en Tate&Lyle - Belize..................................................................22 8. Bibliografie ......................................................................................................................................................22 Documenten....................................................................................................................................................22 VS-suikerpolitiek ..........................................................................................................................................22 Europese suikerpolitiek ................................................................................................................................22 Suiker uit het Zuiden ....................................................................................................................................23 Algemeen .....................................................................................................................................................23 Websites..........................................................................................................................................................23
8
1. Geschiedenis Het woord suiker zelf komt van sarkhara, wat in het Sanskriet verwijst naar zandkorrels (de korrelige structuur van gekristalliseerd suikerrietsap). Suikerriet is oorspronkelijk afkomstig uit Papoea-Nieuw-Guinea. Van hieruit werd het door migratie van bevolkingsgroepen verspreid via de Stille Oceaan tot in Australië, Zuidoost-Azië, China en India. In India begint de echte geschiedenis van suiker, ongeveer 5000 jaar geleden. Daar ontdekte men het proces om uit het sap van gemalen suikerriet, via koken en indikken, een mengeling van siroop en kristallen te bekomen. Het zal uiteindelijk tot de kruistochten in de twaalfde eeuw duren voor de suiker Europa verovert. Columbus voert het suikerriet in 1493 mee naar de Caraïbische eilanden en legt er zo de basis voor de grote plantages uit de zestiende en zeventiende eeuw. Slaven, overgebracht uit West-Afrika, onderhouden deze plantages en kappen het suikerriet. Het loodzware werk en het constante gebrek aan werkkracht legden de basis van de heel winstgevende slavenhandel. Het systeem zat perfect ineen: Europese schepen, geladen met textiel, glas en ijzerwaren vertrekken naar West Afrika, ruilen hun vracht voor slaven en nemen die mee naar de Caraïben, vanwaar ze geladen met suiker en rum terugkeren naar Europa. Rond 1800 leveren de Caraïben 80% van alle suiker in de wereld. In 1792 leidt de oorlog tussen Engeland en Frankrijk tot een blokkade van de Europese havens door de Engelsen en een suikertekort op het Europese vasteland. Hierop decreteert Napoleon dat de Franse boeren suikerbieten moeten verbouwen en legt zo de basis van de suikerproductie in Europa. Vanaf 1870 groeit het percentage bietsuiker in de wereldproductie tot een maximum van ongeveer 40%. De suikerconsumptie nam sinds het begin van de 20-ste eeuw sterk toe. De wereldproductie van suiker steeg van 9,6 miljoen ton in 1900 tot 150 miljoen ton in 2005-2006. Sinds de jaren 1980 is er ook een stijgende tendens ten gunste van rietsuiker merkbaar, waardoor de verhouding momenteel rond 25/75 komt te liggen ten voordele van rietsuiker.
2. Suikerriet Er zijn meerdere planten die suiker bevatten. Maar suikerriet, dat ongeveer 14% suiker kan stockeren in zijn stengels, is veruit de koploper. Om te groeien, heeft suikerriet nood aan zon, water en warmte; waar regenval tekort is, worden de velden geïrrigeerd. Suikerriet (Saccharum officinarum) behoort tot de grassenfamilie (Gramineae of Poaceae). Zoals bij andere cultuurgewassen gaat het hier niet om een natuurlijke soort, maar om een verzameling van (vele) kweekproducten. Suikerriet wordt geplant via stekken. De stukken stengel van 25 tot 30 cm worden horizontaal geplant in sleuven van 10 tot 15 cm diep. Eens geplant kan het riet verschillende jaren na elkaar geoogst worden. Na iedere oogst schieten nieuwe scheuten op. De stengels worden vier à vijf meter hoog. Tijdens de groei wordt suiker opgestapeld in de stengel, tot na ongeveer een jaar een maximaal suikergehalte of maturiteit bereikt wordt: het ideale moment voor de oogst. In een zeer warm en vochtig klimaat, zoals in Indonesië of het zuiden van de Verenigde Staten (Louisiana), kan suikerriet al 9 tot 12 maanden na het zaaien of na de vorige oogst geoogst worden. In een minder warm klimaat, zoals in Zuid-Afrika, kan het 18 tot 24 maanden duren voor er geoogst kan worden.
9
Bij de oogst worden de stengels net boven de grond afgekapt. De stengels worden traditioneel met de hand en het hakmes (de machete) geoogst. Dit is heel arbeidsintensief en moeilijk werk: de stengels zijn hard, de bladeren snijden, de hitte is verstikkend, insecten zijn alom aanwezig. Bij manuele oogst wordt het veld meestal eerst in brand gestoken om het oogsten te vergemakkelijken. Droge bladeren worden zo weggebrand, ratten en slangen worden verjaagd of gedood, de waterrijke stengels en wortels blijven onbeschadigd achter. Deze gewoonte wordt steeds minder toegepast. Een gewone landarbeider kan ongeveer vijf à zes ton suikerriet per dag kappen, terwijl één oogstmachine tot 60 ton stengels per uur kan verwerken. Eenmaal geoogst moeten de stengels binnen de twee dagen verwerkt worden, aangezien het suikergehalte (normaal ongeveer 10 ton riet voor 1 ton suiker) snel daalt. Om deze reden liggen de meeste verwerkingsinstallaties dicht bij de suikerrietvelden.
3. Suiker: productie, consumptie en handel 3.1 Suikerproductie In meer dan honderd landen wordt suikerriet geteeld, door miljoenen kleine, onafhankelijke boeren en grote agro-industriële bedrijven. Suiker en rum zijn al eeuwenlang gekende derivaten, maar er worden ook nieuwe toepassingen op basis van suikerriet ontwikkeld zoals voor brandstof en voor de papier-industrie. De productie van ruwe en witte suiker gebeurt steeds via een opeenvolging van persen, koken, uitkristalliseren en opzuiveren.
Bron : Department of agriculture, fisheries and forestry, Australian Government, Towards a sustainable sugar supply chain.
Bij ontvangst in het verwerkend bedrijf worden, indien nodig, de bladeren verwijderd. De suikerrietstengels worden verhakt en geperst over verschillende rollen. Op het einde van dit proces wordt warm water toegevoegd om zoveel mogelijk suikers te onttrekken. De overblijvende stengelresten, ‘bagasse’ , wordt gebruikt als grondstof voor papier, brandstof of veevoer. Het sap wordt geklaard en ingedampt tot een dikke
10
siroop. Vervolgens wordt de ruwe suiker uitgekristalliseerd, waarna een dikke siroop of melasse achterblijft, die kan gebruikt worden voor het aanmaken van rum, als veevoeder of voor de productie van zuren. De ruwe suiker (99% sucrose) kan opgeslagen en gecommercialiseerd worden of nog verder opgezuiverd tot witte suiker (99,95% sucrose). Ethanol is alcohol, verkregen na de fermentatie van het suikerrietsap. In Brazilië, de grootste suikerrietproducent ter wereld, wordt meer dan de helft van de suikerrietoogst voor dit doel gebruikt. In 2007 reed 80% van de wagens er op een mengsel van ethanol en benzine. De wereldwijde suikerproductie is de laatste 30 jaar bijna verdubbeld. In 2007-2008 was er een nieuwe recordproductie van 165,5 miljoen ton ruwe suiker. Hiervan was ongeveer ¾-de afkomstig uit suikerriet en een kwart uit suikerbiet. De zes grootste producenten zijn samen verantwoordelijk voor ongeveer 65% van de totale suikerproductie. Land
Ruwe suikerproductie (miljoen ton, 2007-2008)
%
Wereldwijd
165,5
100
Brazilië
32,1
19,4
Indië
28,9
17,8
EU-27
17,4
10,7
China
14,5
8,8
USA
7,6
4,6
Thailand
7,65
4,6
Bron: Foreign Agricultural Service/USDA, Office of Global Analysis, may 2008, F-O Light World Sugar Statistics
3.2 Suikerconsumptie Samen met de productie is ook de consumptie van suiker sterk toegenomen. In 2007-2008 werd er ongeveer 156 miljoen ton suiker verbruikt in de wereld, of ongeveer 20 kg per persoon per jaar. Uit onderstaande tabel blijken nochtans grote geografische verschillen.
Bron : World of sugar, 2007, Illovo
11
Terwijl de suikerconsumptie beetje bij beetje vermindert in de geïndustrialiseerde landen, stijgt ze in de ontwikkelingslanden. Deze toename is niet alleen het gevolg van de bevolkingsgroei, maar ook van een veranderende levenswijze. In Frankrijk is de suikerconsumptie gestabiliseerd rond de 40 kg, Bangladesh heeft de laagste suiker-consumptie per persoon/jaar (7kg), Israel de hoogste (80 kg).
3.3 Suikerhandel Gemiddeld wordt 25 à 30% van de geproduceerde suiker internationaal verhandeld. Brazilië is veruit de grootste suikerexporteur (momenteel 39%). De vijf grootste exporteurs zijn samen verantwoordelijk voor ongeveer 67% van de totale suikerexport. In het verleden was de suikerhandel vooral in handen van overheden. De laatste 15 jaar is het overgrote deel van deze handel echter geprivatiseerd. Toch blijven internationale suikerverdragen belangrijk. Zij ‘reguleren’ een kleine 10% van de suikerhandel. Zulke verdragen, gebaseerd op een vooraf afgesproken minimumprijs, bestaan tussen Rusland en Cuba, China en Cuba, de VS en enkele Latijns-Amerikaanse landen, maar ook binnen Europa en tussen Europa en de ACP- en MOL-landen (respectievelijk ex-koloniën uit Afrika, de Caraïben en de Pacific en de Minst Ontwikkelde Landen). Land
Ruwe suikerexport (miljoen ton, 2007-2008)
%
Wereldwijd
50,4
100
Brazilië
19,8
39,3
Indië
3,7
8,0
EU-27
1,38
3,0
Thailand
5,1
11,1
Australië
3,8
8,3
Bron: Foreign AgriculturalService/USDA, Office of Global Analysis, may 2008
Door de liberalisering van de sector domineren nu drie grote handelshuizen de internationale handel van ruwe en witte suiker. Cargill verhandelt meer dan 6,5 miljoen ton suiker per jaar en is één van de grootste verschepers van ruwe suiker uit Brazilië. Het handelshuis van Tate & Lyle TLI verhandelt 4 à 5 miljoen ton ruwe en witte suiker per jaar, Dreyfus Group meer dan 4 miljoen ton. Rusland is veruit de grootste importeur van suiker (5,5 miljoen ton), gevolgd door Indonesië en de Europese Unie, die elk ongeveer 1,9 miljoen ton (of elk 5% of van de wereldwijde import) invoeren.
SUIKERPRIJS De suikerprijs is één van de meest onstabiele grondstofprijzen ter wereld. Dit komt doordat 70 tot 75% van de geproduceerde suiker niet verkocht wordt op een vrije markt maar in het land van productie, aan hogere (want gesubsidieerde) prijzen. De andere 25 tot 30 procent wordt ofwel verhandeld in het kader van preferentiële verdragen ofwel als overschot gedumpt op de vrije wereldmarkt aan om het even welke prijs. Deze suiker is immers al zo hard gesubsidieerd op zijn thuismarkt dat hij op de wereldmarkt kan verkocht worden aan een prijs die ver onder de productiekosten ligt. Deze ‘dumpmarkt’ is dan ook de meest volatiele markt in de
12
wereld, met veel pieken (tot 60 cent/pond) en dalen (tot 3 cent/pond). Tussen 1950 en 1970 varieerde de prijs van suiker tussen 3,25 en 5,20 dollarcent per pond (1 pond = 453 gram), met een maximum van 8 cent in 1963. Er waren prijspieken ten gevolge van mindere oogsten en lagere stocks in 1974 (jaargemiddelde van 29,6 cent) en 1980 (jaargemiddelde van 28,7 cent). Sinds de jaren 1980 fluctueert de prijs tussen 5 en 15 dollarcent per pond.
4. Suikerpolitiek van het Noorden 4.1 De suikerpolitiek van de Verenigde Staten De suikerpolitiek van de Verenigde Staten omvat verschillende aspecten: prijsondersteuning, een regime van suikerimport en -export, inzetten op alternatieve bronnen van zoetstoffen (op basis van maïs en suiker) en ethanol. De VS hanteren een quota-systeem voor suiker uit zo’n 40 landen, met verschillende tarieven per quotum. Maar…México mag in het kader van het NAFTA-vrijhandelsakkoord sedert 2008 suiker invoeren zonder quota-plafond. Landen kunnen meer dan het quotum invoeren in de VS, maar dan gelden hoge importtarieven. Bovendien bestaat er een ondersteuningsprogramma ten voordele van de Amerikaanse raffinaderijen en suikerproducenten. De prijzen binnen dit programma voor suiker, geproduceerd in de VS, liggen twee tot drie keer hoger dan de wereldmarktprijs. Om de sector concurrentieel te houden, wordt volop ingezet op mechanisatie, biotechnologie en GGO-suikerbieten (Roundup Ready van Monsanto) Ondanks het feit dat van de steun ter waarde van 1.4 miljard dollar ongeveer 42% ten goede komt aan slechts 1% van de producenten, blijft onder de nieuwste Farm Bill van juli 2007 dit ondersteuningsprogramma ongewijzigd bestaan.
4.2 De Europese suikerpolitiek 4.2.1 HET EUROPESE SUIKERREGIME 1968–2006 De Europese Unie installeerde in 1986 in het kader van haar CAP (Common Agricultural Policy) een uitgebreide en complexe regelgeving rond suiker:
Voor de zogenaamde A en B – suikerproductie : quota’s en een gegarandeerde prijs. A-suiker is de (Europese) suikerproductie die overeenstemt met de Europese consumptie. De B-suiker wordt uitgevoerd naar de internationale markten. De producenten van deze suiker krijgen een vaste minimumprijs, tot driemaal hoger (631,9 €/ton tussen 1995 en 2008) dan de wereldmarktprijs. De C-suiker krijgt geen steun en wordt tegen de geldende marktprijs verkocht op de internationale markt.
Importheffingen Importheffingen beschermen de Europese markt, mits een vaste heffing van 419 €/ton, voor import van suiker uit ‘goedkope’ productielanden. Daarbovenop zijn bijkomende heffingen mogelijk, onder de “special safeguard clausule”. De laatste jaren bedroeg de heffing gemiddeld zo’n 500€/ton (vaste + bijkomende), wat de prijs voor een ton ingevoerde suiker tot 700 Euro bracht.
Preferentiële invoerregelingen The Sugar Protocol (SP): De Europese Unie onderhoudt sinds 1964 preferentiële handelsverdragen met de ACP-landen. Achtereenvolgens werden deze verdragen vastgelegd in Yaoundé (1964), Lomé (1975) en Cotonou (2002).
13
Het laatste verdrag was niet conform de WTO-regels, maar kreeg een uitzondering van de WTO (Wereldhandelsorganisatie) tot 1 januari 2008. Onder dit protocol laat de EU producenten uit de 20 suikerproducerende ACP-landen (Africa, Caribean & Pacific) toe om vastgestelde quota ruwe en witte suiker, in totaal zo’n 1,3 miljoen ton, taksvrij te exporteren naar de Europese Unie. Jaarlijks wordt de prijs vastgelegd en die lag steevast om en bij de Europese ‘interventie’-prijs (zoals voor de Europese producenten) De Europese Commissie, die stelt dat het systeem op termijn onhoudbaar is, concludeerde dat voornamelijk 4 landen (Mauritius, Fiji, Guyana en Swaziland) van de huidige suikerregeling profiteren. Special Preferencial Sugar (SPS) Er zijn ook nog extra invoerquota van kracht, maar enkel als er extra nood is aan niet-Europese suiker. Het EBA-initiatief (Everything but Arms), dat ook voorziet in een afzonderlijk quotum, beperkt deze SPS-regeling. Vooral voor Zimbabwe en Swaziland waren deze quota van aanzienlijk belang (sedert de invoering van de EBA-regeling beperkt). Everything But Arms (EBA) Sedert 2001 geldt voor 50 MOL-landen (Minst Ontwikkelde Landen) in theorie een tax-vrije invoer. EBA maakt echter drie grote uitzonderingen: voor suiker, bananen en rijst zijn er langere overgangsperiode en dus nog geen tax-vrije invoer. Onder het EBA-regime krijgen alle MOL voor suiker nog een quotum, tot juli 2009. Op die datum verdwijnen de quota (plafonds) en de invoerheffingen, maar enkel voor de MOL. ‘Western Balkans’ De vrije markttoegang die in 2001 werd toegekend aan de Balkanlanden, werd in juli 2005 vervangen door een quotasysteem: 180.000 ton voor Servië en Montenegro, 12.000 ton voor Bosnië-Herzegovina en 1000 ton voor Albanië. In maart 2006 verkreeg ook Kroatië een quota van 180.000 ton. Vermits de Balkan eigenlijk een nettoimporteur van suiker is, verkopen de Balkanlanden hun eigen suiker aan de EU en voeren ze ter vervanging hiervan goedkope suiker van de wereldmarkt in voor de lokale markt. Het gaat hier dus om een verkapte vorm van ontwikkelingshulp van de EU aan de Balkan.
Exportsubsidies Vermits de Europese producenten voor de suikerhervorming zelf genoeg suiker voor de Europese markt produceerden (de A-suiker), werd alle ‘preferentieel’ ingevoerde suiker opnieuw geëxporteerd door de EU. Voor een gedeelte van deze export (vooral suiker uit ACP-landen) zijn er officiële exportsubsidies, wat de EU zo’n 0,8 tot 2 miljard euro per jaar kost, afhankelijk van de kloof tussen de EU en de wereldmarktprijs. De suikerverwerkende industrie geniet eveneens van exportsubsidies (betaald door heffingen en dus uiteindelijk door de consument) voor de uitvoer van verwerkte producten.
4.2.2 HERVORMING VAN HET EUROPESE SUIKERREGIME Het Europees suikerregime ligt al enkele jaren onder vuur. Europa wordt beschuldigd van dumpingpraktijken en protectionisme. Op 20 februari 2006 heeft Europa een nieuw suikerregime ingevoerd. De hervorming houdt verschillende elementen in: grote prijsdaling, afschaffing van de interventieprijs, verlaging van quota en mobiliteit van quota tussen lidstaten. • •
• •
Prijs: de interventieprijs (steun) aan Europese producenten zal tegen oktober 2009 gemiddeld met 36% gedaald zijn. Quota: de totale productie moet afgestemd zijn op de binnenlandse consumptie. In totaal dus minder quota (A en B worden samengevoegd). Het systeem van C-quota blijft hetzelfde. Daarnaast mogen quota getransfereerd worden tussen lidstaten. Dit moet leiden tot het ‘natuurlijk’ verdwijnen van zes miljoen ton suikerquota tegen 2009. Interne compensatie: de binnenlandse producenten worden gedeeltelijk gecompenseerd voor de verliezen (verminderde productie). Begeleidingsmaatregelen m.b.t. reconversie: om suikerfabrieken te begeleiden in hun reconversie of sluiting ..
14
4.2.3 INTERNATIONALE DIMENSIE: EPA’S (EUROPEAN PARTNERSHIP AGREEMENTS) Op 29 september 2007 nam de Europese Unie de beslissing om het Suikerprotocol met de ACP-landen unilateraal op te zeggen en vanaf 1 januari 2008 te vervangen door EPA’s (Economische Partnerschapsakkoorden) of, indien nog geen volledig EPA getekend is, een interimakkoord. De suikerexport naar de Europese Unie valt onder een speciale regeling in de EPA’s. Een overgangsregeling wordt uitgewerkt, die vooral de Europese suikerindustrie moet beschermen. Uiteindelijk wordt het suikerhoofdstuk in de EPA’s als volgt geregeld: Vanaf 1 januari 2008 tot oktober 2009 wordt het huidige suikerprotocol voortgezet met dezelfde gegarandeerde minimumprijzen. Hierbij komt nog een uitbreiding van de markttoegang voor de MOL (bijkomende quota) , zoals voorzien in EBA, en voor ACP-landen die geen deel uitmaken van de MOL. Deze bijkomende regionale quota komen de facto in de plaats van de Special Preference Sugar (SPS), die voorheen beschikbaar was voor de ACP-landen. Landen zoals Zambia en Malawi, die nog geen EPA ondertekend hebben, komen niet in aanmerking voor deze extra quota. Vanaf oktober 2009 tot oktober 2015 is er een heffingsvrije en quotavrije toegang van ACP-suiker tot de Europese markt, tot een totaal van 3,5 miljoen ton, met een maximum voor niet-MOL-landen tot 1,6 miljoen ton. Bij suikerexporten boven dit aantal zal een heffing moeten worden betaald. De gegarandeerde minimumprijs zal met minimum 36% gereduceerd worden tegen oktober 2009. Tot september 2012 zullen importeurs verplicht worden om tenminste 90% van de referentieprijs voor suiker te betalen. Vanaf 2013 wordt de prijs bepaald door de markt. Vanaf oktober 2015 zal de ACP-suiker heffingsvrij en quotavrij mogen ingevoerd worden in de EU, op basis van een specifieke regeling die in de EPA’s wordt vastgelegd.
Raw sugar Price €/tonne Raw sugar Price €/tonne
2000/01 2001/02
2002/03
2003/04
2004/05
2005/06
2006/07
€ 523.7
€ 523.7
€ 523.7
€ 523.7
€ 523.7
€ 523.7
€496.8
2007/08 2008/09
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
2013/14
€496.8
Not less Not less Not less Market than 90% than 90% than 90% related of €335.0 of €335.0 of €335.0 prices
€448.8
Market related prices
Intussen hebben 35 van de 77 ACP-landen een handelsakkoord met de EU ondertekend. Maar alleen de 15 Caraïbische landen tekenden een volwaardig EPA. 20 andere landen, vooral uit Afrika, ondertekenden een ‘interimakkoord’ dat enkel over de liberalisering van de handel in goederen gaat. De landen die niet tekenden, Nigeria en Zuid-Afrika bijvoorbeeld, deden dat omdat ze economisch sterk staan en bij de EPA’s nauwelijks iets te winnen hebben. Ook de MOL stonden minder onder druk om te tekenen, omdat zij sowieso een vrije toegang hebben tot de Europese markt. Slechts negen van de 41 minst ontwikkelde landen binnen de ACP tekenden in extremis een akkoord met de EU. In de ACP-landen leeft vooral het besef dat de Europese productiesector de tolmuren voor Europese producten in de ACP-landen wil slopen, om op die manier zijn marktaandeel te verdedigen in een continent dat niet langer zijn exclusieve jachtdomein is, maar dat het moet delen met Chinezen en Amerikanen. De ACP-landen zijn er zich ook van bewust dat het afbouwen van het Suikerprotocol, zoals voorgesteld in de EPA’s, voor hen een significante verslechtering zal betekenen en dat in een vrije markt enkel nog een handvol landen suiker zullen kunnen exporteren naar de EU, zoals blijkt uit onderstaande prognose.
15
16
5. De Afrikaanse suikerpolitiek Afrika, dat meer suiker importeert dan exporteert, produceert slechts 5,7% van de wereldwijde suikerproductie. Landen zoals Mauritius en Swaziland, die nu nog hard steunen op de preferentiële toegang tot de EU, zullen voor grote uitdagingen staan omwille van de verhoogde concurrentie. Landen die opgenomen zijn in het EBAinitiatief, zoals Malawi, Zambia en mogelijk Zimbabwe en Soedan, kunnen hun export naar de Europese Unie aanzienlijk uitbreiden wanneer het quotasysteem eindigt in oktober 2009. Daarom investeren grote suikerbedrijven zoals Illovo, Terreos en Tongaat-Hulett nu reeds in de uitbreiding van de productiecapaciteit in deze landen. Om competitief te zijn in de globale suikermarkt zullen de Afrikaanse landen efficiënt en op grote schaal suiker moeten produceren. Dit betekent in de huidige context grootschalige en hoogtechnologische productie, zaken die vandaag niet toegankelijk zijn voor kleinschalige producenten.
Het effect van de suikerhervorming in Swaziland.* Eén van de belangrijkste effecten van de Europese suikerhervorming in Swaziland was de druk op de plaatselijke industrie om kosten te besparen, dit leidde tot grootschalig jobverlies (ongeveer 30% van de arbeiders verloor zijn werk) en out-sourcing van belangrijke activiteiten, wat de arbeidscondities en de verworven arbeidsvoorwaarden significant ondermijnde. Bovendien leidde dit ook tot het unilateraal schrappen van sociale uitgaven door de bedrijven uit de suikersector wat vooral gevolgen had voor de scholingsen gezondheidsvoorzieningen in de suikerproducerende regio’s. Zelfs in een lage kosten suikerproducerend land als Swaziland heeft de hervorming van het suikerregime dus belangrijke negatieve sociale gevolgen, die als ze niet aangepakt worden kunnen leiden tot een situatie van werkloosheid en uitzichtloosheid die niet makkelijk om te keren is. * Uit ACP-experience of Preference Erosion in the banana and sugar sector, ICTSD,may 2007
Illovo Sugar Group* De suikerindustrie in Malawi wordt gedomineerd door Illovo Sugar (Malawi) LTD, een onderdeel van de in Zuid Afrika gevestigde Illovo Sugar Group, dat op zijn beurt deel uitmaakt van het britse ABF. In 1998 verkreeg Illovo 60% van de aandelen van de staatsmaatschappij Sugar Corporation of Malawi (SUCOMA), in 2005 bouwde het dit aandeel verder uit tot 76%. Illovo bezit twee plantages met eigen verwerkingseenheden in Nchalo en Dwangwa. Deze twee bedrijven zijn verantwoordelijk voor 100% van Malawi’s raffinagecapaciteit. Er zijn ook producentenorganizaties geassocieerd aan deze bedrijven (Dwangwa Cane Growers Limited en Kasinthula Cane Growers Ltd) die ongeveer 10% van het riet leveren aan de Dwangwa en Nchalo suikerfabrieken. Illovo Sugar is ook sterk aanwezig in andere Afrikaanse landen zoals Zambia (95% van de nationale productie), Tanzania (55% van de nationale productie), Zuid Afrika (50% van de nationale productie), Swaziland (35%) en Mozambique (30%). * Van website Illovo
6. Suiker uit het Zuiden: geen zoete dromen Na een eerste analyse van de impact van de suikerrietteelt op het milieu wordt de teelt in drie landen (Brazilië, de Filippijnen en de Dominicaanse Republiek) nader besproken. Brazilië is de grootste suikerproducent en exporteur ter wereld; een toelichting over de sociale impact van dit opmerkelijke economische succesverhaal is dus zeker nodig. De voorbeelden van de Filippijnen en de Dominicaanse Republiek gaan dieper in op de sociale gevolgen van vrijhandel en quotasystemen op de plaatselijke economie. In de Filippijnen staat de suikersector al jaren heel erg onder druk, in de Dominicaanse Republiek is het juist een goed draaiende sector die honderdduizenden arme Haïtianen aantrekt om er illegaal te werken.
17
6.1 Milieuproblemen Landbouw is de grootste waterverbruiker in de wereld (69% van alle zoetwater), suikerriet is één van de meest waterintensieve teelten. Ook het waterverbruik in de verwerkingsbedrijven is hoog, want water wordt gebruikt voor het reinigen, koken en verdampen van het suikersap en voor het reinigen van de installaties. Veel land dat werd vrijgemaakt voor de teelt van suikerriet, bevatte unieke ecosystemen en de conversie naar suikerriet veroorzaakte volgens WWF een groot verlies aan biodiversiteit (WWF, 2004).
6.2 Brazilië Brazilië is de grootste en meest efficiënte producent en exporteur van suiker (ruwe en witte) en ethanol ter wereld. Ongeveer 50% van het geproduceerde suikerriet wordt gebruikt voor ethanol, en de rest voor de lokale suikerconsumptie en de export. In 2006 kwam 52% van de op de wereldmarkt verhandelde ethanol en 39% van de verhandelde suiker uit Brazilië. De groei van de suiker-ethanolindustrie leidde echter tot steeds meer concentratie van landbouwgrond en verticale integratie. Vandaag zijn er nog 72.000 suikerproducenten in Brazilië, maar men voorspelt dat binnen 10 jaar meer dan 50% van de productie in handen zal zijn van enkele grote spelers. Cargill bijvoorbeeld kocht in 2006 63% van de grootste alcoholdistilleerderij van Sao Paolo, samen met de erbijhorende suikerrietplantage van 36.000 ha (de grootste plantage van Brazilië). Dertig jaar geleden was Riberao Preto een rijke streek met een bloeiende en evenwichtige landbouwgemeenschap. Nu is het één enorme suikerrietplantage, eigendom van de 30 distilleerders die de grond bezitten of huren. Ongeveer honderdduizend mensen leven in sloppenwijken. Er zitten 3813 mensen in de gevangenis en slechts Toenemende werkdruk 2412 personen werken als arbeider op het land. Ook in Suikerrietkapper Juraci Barbosa, overleed op 29 juni, 2006 op 39-jarige leeftijd. Het Pernambuco gingen, vooral Braziliaanse Ministerie van Arbeid concludeerde dat Juraci, voor hij letterlijk doodviel, onder invloed van de 70 dagen non stop gewerkt had. Uit documenten van zijn werkgever, de San Jose plantage, bleek dat hij de dag voor zijn dood nog 17,4 ton suikerriet geoogst had. Op concentratie van gronden 21 april oogstte hij zelfs 24,6 ton suikerriet. (V. Hugo, Sao Paulo, juni 2007) voor suikerrietplantages, in 20 jaar tijd zo’n 150.000 jobs verloren. Zij die hun job of hoeve verloren, verhuisden naar de sloppenwijken rond de grote steden. Suikerriet zorgt voor ongeveer 20% van de totale formele tewerkstelling in de regio van Sao Paulo. Vermits het om een seizoensgebonden teelt gaat, wordt het merendeel van de mensen op het einde van het oogstseizoen ontslagen. Momenteel wordt de suikerrietsector, en vooral de oogst, sterk gemechaniseerd. In de jaren 1980 kapte een dagarbeider 5 à 8 ton suikerriet per dag, in de jaren 1990 steeg dit tot 8 à 9 ton en in 2000 tot 10 ton. Ondertussen eisen bedrijven een rendement van 12 tot 15 ton geoogst suikerriet per dag. Andere gevolgen zijn onder andere de gestegen grondprijzen, voortschrijdende ontbossing en stijgende voedselprijzen.
6.3 Filippijnen De suikerindustrie in de Filippijnen is sterk verbonden met de belangen en de noden van de Verenigde Staten. Tussen 1982 en 1987 reduceerde de VS de (invoer)-quota met zo’n 70%. De ergste effecten van de
18
globalisatie zijn vooral merkbaar in de verslechterende situatie van suikerrietkappers op de plantages in Negros. Ongeveer 180.000 landarbeiders verloren hun werk. De zekerheid op vast werk is drastisch afgenomen, nu steeds meer plantages overschakelen naar een betaling op basis van tijdelijke tewerkstelling en geoogste volumes, het zogenaamde ‘pakyao’-systeem. Ongeveer 65% van alle plantages, groter dan 25 ha, betalen minder dan het minimumloon. Voor vrouwen is deze discriminatie nog groter. Bovendien betaalt de helft van alle suikerplantages hoe langer hoe meer in natura (sardines, rijst, gedroogde vis,…). Sociale voordelen, vastgelegd in de ‘Social Amelioration Act’ van 1991, worden niet uitbetaald. Het recht op organisatie wordt afgeschaft. Er zijn steeds minder vakbonden of associaties binnen de suikersector op Negros. Het aantal aanvallen op en repressie van arbeiders en vakbondsmensen neemt toe. Tussen 1996 en 2007 werden ongeveer 3.700 landarbeiders en hun families door landconversie van de staat en landeigenaars uit hun huis en/of van hun grond gezet. Zo’n 930 personen waren het slachtoffer van bedreigingen van landeigenaars en hun privé-milities en 32 mensen werden vermoord terwijl ze hun grond verdedigden. Acht personen zijn spoorloos verdwenen. Een op vier kinderen, 334.900, werken op het land, meestal in suikerrietplantages. De tijd tussen twee suikerrietoogsten is verworden tot een permanente nachtmerrie voor de 380.000 suikerarbeiders op Negros. De meeste arbeiders zitten diep in de schulden bij hun werkgever, ze zijn van hen afhankelijk voor kleine voorschotten en rijstrantsoenen die de familie in leven houden. Het enige dat de plaatselijke economie op Negros draaiende houdt, zijn de bedragen die overzeese migranten (ondertussen 2 à 300.000 emigranten) opsturen.
6.4 Dominicaanse Republiek Met beloftes voor een beter leven lokken de Dominicaanse suikerrietplantages busladingen vol straatarme Haitianen over de grens; illegaal, maar regering en leger laten betijen. Eens in de Dominicaanse Republiek worden de arbeiders ondergebracht in de ‘bateyes’, een soort plattelandsbidonvilles. Ze worden verplicht tot zware en gevaarlijke arbeid, terwijl ze leven in mensonwaardige omstandigheden, samengepakt in kleine golfplaten hutten, zonder sanitair, zonder toegang tot gezondheidszorg en zonder proper water. Aids, dengue (knokkelkoorts) en malaria zijn overal aanwezig. De arbeiders kappen 14 uur per dag suikerriet. Het dagloon bedraagt minder dan 2,5 dollar en wordt niet in cash betaald, maar in voedselbonnen, inwisselbaar in de bedrijfswinkel aan fel overdreven prijzen. Bovendien worden de identiteitspapieren van Haïtiaanse arbeiders bij aankomst afgenomen en kunnen ze de plantage niet verlaten zonder het risico gearresteerd te worden. De 650.000 niet-gedocumenteerde inwijkelingen vormen zo een staatloze en stemloze bevolkingsgroep, zonder enige wettelijke bescherming. Kinderen in de ‘bateyes’ geboren, krijgen geen geboortecertificaat. Ze bestaan niet. Merkwaardig genoeg krijgt de Dominicaanse Republiek elk jaar de grootste suikerquota van de VS toegewezen. Met een gemiddeld jaarinkomen van 1600 dollar en een werkloosheidsgraad van rond de 20% kan dit land natuurlijk elk economisch steuntje in de rug gebruiken. Maar spijtig genoeg liggen er geen humanitaire redenen aan de basis van deze Amerikaanse beslissing. Central Romana, eigendom van FLO-Sun Inc., een Amerikaans bedrijf, is met een oppervlakte van 97.000 ha veruit de grootste landeigenaar en de grootste werkgever van de eilandstaat. Officieel werken er 25.000 personen. Maar ook 90.000 van de 650.000 illegale Haïtianen proberen er met de 100 dollar die ze er (officieel) per maand verdienen hun familie te onderhouden. De productiekosten zijn een pak lager dan in Florida, maar via het quotasysteem van de VS, krijgen de eigenaars bij invoer in de VS dezelfde prijs betaald als voor hun suiker uit Florida, tweemaal de wereldmarktprijs dus.
19
7. Fairtradesuiker 7.1 De algemene Fairtradecriteria Producentenorganisaties kunnen gecertificeerd worden indien zij voldoen aan de algemene Fairtradecriteria voor kleine producenten, vastgelegd door FLO (Fairtrade Labelling Organization). Minimumcriteria garanderen dat de organisaties die toetreden tot het systeem beantwoorden aan een aantal minimumcriteria, zoals op het vlak van democratisch beheer (bijv. jaarlijkse Algemene Vergadering waar de financiële situatie transparant wordt gecommuniceerd aan alle leden en waar de besteding van de Fairtradepremie voor het volgend jaar beslist wordt) , of nog de toegang tot de organisatie die open moet staan voor gelijk wie zonder uitsluiting van bepaalde sociale groepen, of nog alle vormen van gedwongen arbeid, kinderarbeid etc..(zie de conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie) Procescriteria zetten de producenten ertoe aan de arbeidsomstandigheden en de kwaliteit van hun product voortdurend te verbeteren en de ecologische duurzaamheid van hun activiteiten te verhogen. De Fairtradecriteria slaan op de drie pijlers van duurzame ontwikkeling: • • •
Economische duurzaamheid: een Fairtradepremie of een Fairtrademinimumprijs. Sociale verantwoordelijkheid Milieumaatregelen en –bescherming
De economische pijler garandeert dat producenten een betere onderhandelingspositie uitbouwen tegenover hun klanten, dat zij betere diensten leveren aan hun leden en dat zij een duurzaam ondernemingsmodel kunnen uitbouwen. De Fairtradepremie wordt door de producentenorganisatie gebruikt om investeringen te doen op productief, sociaal of milieuvlak.
7.2 De Fairtradecriteria voor suiker Voor die landen waar producenten zelf het riet verwerken (tot suiker) en exporteren is de FOB-minimumprijs (die op dit ogenblik herzien wordt) vastgelegd op ongeveer 500 US $ per ton of 0.5 US $/kg. Deze exporterende bedrijven zijn eigendom van de boeren zelf en hebben dus baat bij een FOB-prijs.
Ruwe suiker Conventionele witte suiker Niet-gecentrifugeerde ruwe suiker (Mascobado)
Minimumprijs (FOB, USD/MT) 480 520 650
Premie Bio 120 120 120
FT-Premie (USD/MT) -
Voor die landen (Malawi, Zambia, Paraguay, Mauritius en Belize) waar de producenten hun riet niet zelf verwerken doch aanbieden aan een verwerkend bedrijf dat het verkoopt aan een Fairtradegeregistreerde importeur, krijgen de boerenorganisaties een Fairtradepremie. De Fairtradepremie voor de boerenorganisaties uit Malawi, Zambia, Paraguay, Mauritius en Belize bedraagt 60 Dollar/ton en indien het bio-suiker is komt er nog een premie bij van 20 Dollar/ton.
7.3 Het gaat goed met de Fairtradesuiker…
20
Er zit toekomst in de eerlijke handel van suiker. Dat blijkt uit de cijfers in onderstaande tabel. Tussen 2004 en 2007 groeiden de volumes van net geen 2.000 tot 16.500 ton. Voor 2008 wordt zelfs een verviervoudiging verwacht, wat veel te maken heeft met het feit dat grote marktspelers zoals bijvoorbeeld het Britse Tate & Lyle en het Belgische Candico de weg vonden naar eerlijke handel. Momenteel wordt de Fairtradesuiker geproduceerd door 25 producentenorganisaties uit Brazilië, Belize, Costa Rica, Kenia, Malawi, Paraguay, Peru, de Filippijnen en Zambia.
7.4 Fairtradesuiker ‘in de praktijk’ COOPERATIVAS MONTILLO EN EL ARROYENSE LTDA - PARAGUAY Rijkdom is slecht verdeeld in Paraguay. Vijfentwintig procent van de Paraguayanen zijn arme boeren die slechts een klein stukje grond bezitten. De overige 75 procent bestaat vooral uit buitenlandse inwijkelingen. Kinderarbeid is niet ongewoon, zeker niet op suikerrietplantages. (Hugo Olmedo Dinatale van CODES) In de regio Arroyos y Esteros krijgen landbouwers die lid zijn van de Fairtradegecertificeerde boerencoöperaties Montillo, El Arroyense of Manduvirá, het dubbele van de gemiddelde marktprijs voor hun biologisch suikerriet. Daar bovenop komt nog een extra Fairtradepremie voor gemeenschapsprojecten. Sedert een paar jaar zijn de coöperaties zelf aan de verwerking en de export begonnen. In 2000 liep de verwerking en de export nog volledig over Otisa, een suikerrietverwerkend bedrijf, maar de laatste jaren leidden de onderhandelingen over de prijzen voor het suikerriet (niet alle riet wordt verkocht onder Fairtradecriteria, en over dit riet wordt er dus onderhandeld) tot steeds meer wrevel bij de boeren. De coöperaties besloten het heft zelf in handen te nemen. De drie coöperaties trokken met steun van de organisatie CODES naar een ander suikerrietverwerkend bedrijf , Censi y Pirota, met de vraag of die de verwerking op zich wilde nemen. Magda del Monica, de directrice van dit bedrijf, ging op de vraag in en rekent de boeren een correcte prijs aan voor de verwerking. ”Wij moeten ook bij deze samenwerking winst kunnen maken. Een faire winst, net zoals de producenten een faire prijs en loon naar werk moeten krijgen.” De boeren blijven eigenaar van de suiker, en exporteren nu zelf. Het vertrouwen van de lokale boeren in eerlijke handel groeide enorm, en vermits ook de vraag naar suiker onder Fairtradecriteria stijgt, hopen de coöperaties om in 2008 zo’n 3000 ton zelf te exporteren en wie weet..ooit zelf een verwerkend bedrijf uit te bouwen.
COOPERATIVA CAÑERA DE SAN RAMÓN R.L. - COSTA RICA
21
Coopecañera is een coöperatie van 462 boeren in het centrum van Costa Rica. De boeren verbouwen gemiddeld 8 tot 10 hectare suikerriet. Bovendien beheren ze hun eigen suikerfabriek. In Costa Rica zijn er van de 15 suikerfabrieken slechts twee die eigendom zijn van de boeren zelf. De totale productiecapaciteit van de fabriek San Ramón bedraagt 7000 ton suiker/jaar. Recentelijk zijn een aantal leden van de coöperatie overgestapt op biologische productie. Het gaat nu nog maar over 65 ton, maar het voorbeeld slaat aan. Over 2006-2007 werd in totaal 772 ton ruwe, witte en geraffineerde suiker verkocht aan Fairtradeklanten in Europa en de Verenigde Staten. Costa Rica hanteert een soort ‘minimumprijs’ prijs die voor 2006-2007 vastlag op 400 Dollar/ton. De Fairtradeprijs ligt voor dezelfde kwaliteit op 480 US $ /ton, dus 20% hoger. Met deze extra (Fairtrade-) marge heeft Coopecañera de laatste jaren continu geïnvesteerd in voorzieningen voor de omringende gemeenschappen, vooral op het vlak van milieubescherming. De ‘ingenio’ (de fabriek die het riet tot suiker verwerkt) kreeg een milieuvriendelijker schouw, en een nieuw en rationeler circuit voor waterkoeling en –zuivering. Er werd ook geïnvesteerd in uitrusting voor afvalophaling en in vorming m.b.t. afvalbeheer. Verschillende scholen en buurtcomités kregen een financiële bijdrage vanwege de coöperatie.
BELIZE SUGAR CANE FARMERS ASSOCIATION EN TATE&LYLE - BELIZE Tate & Lyle is één van de grootste suikerproducenten en suikerhandelaars ter wereld én het grootste suikermerk in Groot-Brittannië. Op 23 februari 2008 kondigde Tate&Lyle aan zijn witte suiker - uit suikerriet tegen het einde van 2009 Fairtrade te maken. Daarbij zou nog in zo’n 22 andere (samengestelde) producten de suiker onder Fairtradecriteria ingekocht worden, zodat uiteindelijk 100% van de (Tate & Lyle) suiker uit suikerriet in de retailhandel Fairtrade zou worden. Al in het eerste jaar zou er 70.000 ton Fairtradesuiker aangekocht worden in Belize. Het totale volume suiker onder Fairtradecriteria verkocht in Groot-Brittanië zou daardoor meteen vertienvoudigen en de premie voor het Zuiden zou zo’n 4 miljoen dollar extra per jaar bedragen. Het riet wordt geproduceerd door de Belize Cane Farmers Association, die riet levert aan BSI (Belize Sugar Industries), de enige suikerrafinaderij in het land. Deze raffinaderij was voorheen eigendom van Tate & Lyle en kwam bij de overdracht in 1995 voor 90% in handen van de meer dan 600 arbeiders van het bedrijf, De associatie beheert de Fairtradepremie. De 6000 leden beslissen dus mee over de besteding van dit geld in projecten om de productie te verbeteren of om de socio-economische omstandigheden van de producenten en hun familie te verbeteren. De beslissing van Tate&Lyle komt voor hen, en voor heel de suikerindustrie in Belize, op een cruciaal moment. Belize verwachtte immers vooral negatieve effecten van het nieuwe Europese suikerregime en de orkaan Dean verwoestte in 2007 heel wat velden.
8. Bibliografie Documenten VS-SUIKERPOLITIEK • • • • •
American Sugar Alliance, Sugar Subsidy checks are unworkable, 2006 Gabriel Sahlgren, Big Sugar Strikes Back: The 2007 Farm Bill Uit: http://www.soursubsidies.org/BigSugarStrikesBack_final.pdf Globalization101, News Section: Global sugar trade, july 2008 Uit: http://www.globalization101.org/index.php?file=news1&id=105 International Herald Tribune, Next up for US farmers: Genetically modified sugar beets, 26 November 2007 Time Magazine, Sweet deal why are these men smiling? The reason is in your sugar bowl, 1998
EUROPESE SUIKERPOLITIEK
22
• • • • • • • • • •
http://agritrade.cta.int/en/Resources/Key-policy-issues/No.-4-ACP-EU-sugar-sector-issues http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2006/june/tradoc_120339.pdf http://ec.europa.eu/agriculture/analysis/perspec/foodprice/sugar_en.pdf Commenwealth Secretariat, Paul Goodison, The ESA-EU EPA Future Sugar Sector relations, 2007 Deutsches Institut fur Entwicklungspolitik, Everything But Arms (EBA) and the Eu-Sugar market reform – Development Gift or Trojan Horse?, 2006 European Commission, The European Sugar Sector, A long-term competitive future, 2007 European Commission, Why has the EU proposed to end the EU-ACP Sugar Protocol?, Guyana Chronicle ©, 25 July 2007 European Research Office, Paul Goodison, The ACP Experience of preference Erosion in the banana and sugar sectors, 2007 Ministry of trade and private sector development of Malawi, A study into the impact of the EU Sugar Reforms on Malawi, 2005 Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling (VODO), Standpunt rond Europese suikerhervorming, 2004
SUIKER UIT HET ZUIDEN • • • • • • •
João Pedro Stedile, Agrofuels in Latin America , MST-Brazil Uit: http://www.grain.org/seedling/?id=482 Federacion de Servicios Fonancieros y Administrativos, Las victimas del etanol, 2007 Karl Ombion, Sugar Crisis Worse than the 70s Looms, Workers Suffer Most, 2007. Uit: http://www.bulatlat.com/2007/07/sugar-crisis-worse-70s-looms-workers-suffer-most Kasama, Philippines Elections 2007: Negros Occidental – Sugar and Philippine Politics Uit: http://cpcabrisbane.org/Kasama/2007/V21n2/IOM-SugarPolitics.htm Cbc-Tv, The sugar story and the price of sugar Uit: http://www.cbc.ca/documentaries/bigsugar/sugar.html Time Magazine, Sweet deal why are these men smiling?, 1998 WWF, Sugar and the environment, 2004
ALGEMEEN • • • • • • • • • • •
FAO Trade Policy Technical Notes, Sugar: The impact of reforms to sugar sector policies a guide to contemporary analyses. Harvard Business School, Microeconomics of competitiveness : The sugar cane cluster in Colombia, 2007 Max Havelaar, Le cotton equitable, Max Havelaar, Le sucre, 2002 The Independent, Tate&Lyle goes fair-trade, 2008 Uit: http://www.independent.co.uk/news/business/news/tate--lyle-goes-fairtrade-in-biggest-switch-byuk-firm-786154.html Oxfam International, A round for free: How Rich countries are getting a free ride on agricultural subsidies at WTO, 2005 London School of economics, Who gains from sugar quotas Social Economische Raad, Betere integratie van ontwikkelingslanden in de wereldeconomie http://www.ser.nl/~/media/DB_Deeladviezen/2000_2009/2008/b26895/b26895_6.ashx Tiense Suiker, Inleiding tot sweet moments. Oxfam-Wereldwinkels, Suikerfolder
Websites • • • • • • • • • • •
http://agritrade.cta.int/ http://www.cirad.fr/dossiers/canne_a_sucre http://www.fairtrade.net www.fao.org http://www.fas.usda.gov/ www.globalization101.org www.illovosugar.com www.maxhavelaar.be http://www.oww.be/homepage.html www.sucden.com http://www.wervel.be/suiker/
23
PROFIEL VAN MAX HAVELAAR Max Havelaar is een certificeringsorganisatie voor fair trade. Op zich koopt of verkoopt Max Havelaar niets. De organisatie heeft de opdracht om toezicht te houden en zijn keurmerk aan te brengen op producten die voldoen aan de Fairtradecriteria. Dat levert voordelen op voor 7 miljoen mensen (boeren, arbeiders en hun gezinsleden) in meer dan 58 ontwikkelingslanden. De criteria van Max Havelaar omvatten onder andere het betalen van een rechtvaardige prijs, het verbod op kinderarbeid, vakbondsvrijheid en respect voor het leefmilieu. We vinden het keurmerk op een steeds ruimer aanbod aan producten: koffie, vers fruit, vruchtensappen, chocolade, thee, rietsuiker, rijst, wijn, katoen (kleren, huislinnen), cosmetica, rozen, enzovoort. Fair trade of eerlijke handel is handel die streeft naar duurzame ontwikkeling in de landen van het Zuiden. Het is een doeltreffend en duurzaam economisch model, zowel op maatschappelijk als op ecologisch vlak, dat gebaseerd is op de drie peilers van duurzame ontwikkeling: economisch (Fairtrademinimumprijs), sociaal (betere lonen en arbeidsvoorwaarden, respect voor de conventies van de IAO op het vlak van verbod op kinderarbeid, vakbondsvrijheid, enz.) en ecologisch (natuurbescherming). Het Max Havelaar keurmerk, het label voor producten van eerlijke handel, garandeert de consumenten dat de producten die zij kopen voldoen aan de criteria die verband houden met deze drie peilers.
DE ECONOMISCHE PEILER EN EEN RECHTVAARDIGE PRIJS Het betalen van een rechtvaardige prijs aan de organisaties van producenten vormt de essentie van Fairtrade. In ruil voor hun werk krijgen de producenten een eerlijke prijs. Die prijs dekt niet alleen de productiekosten maar ook de maatschappelijke en ecologische kosten. Bovendien kunnen de arbeiders werken in fatsoenlijke omstandigheden: ze krijgen een beter loon, ze kunnen rekenen op vakbondsvrijheid, meer veiligheid en hygiëne, enzovoort. Deze economische criteria maken Fairtrade precies zo bijzonder. De producenten moeten plannen kunnen maken en om te plannen moeten zij een behoorlijk loon voor hun werk en een rechtvaardige prijs voor hun producten krijgen en moeten zij zelf op democratische en participatieve wijze kunnen beslissen wat zij met de inkomsten uit hun werk gaan doen.
EEN INTERNATIONAAL LABEL In België is Max Havelaar in 1989 opgericht op initiatief van ngo's. Max Havelaar België wordt erkend door de overheid en is de Belgische vertegenwoordiger van de internationale organisatie Fairtrade Labelling Organizations International (FLO), die de criteria van eerlijke handel moet vastleggen met het oog op de toekenning van het Fairtradelabel. FLO omvat nog twintig andere nationale certificeringsorganisaties voor fair trade in Europa, de Verenigde Staten, Canada, Mexico, Japan en Australië/Nieuw-Zeeland. In 2002 ontving FLO in België de Internationale Koning Boudewijnprijs voor Ontwikkelingssamenwerking.
TOEZICHT EN CERTIFICERING
24
Het specifieke karakter van een label is nauw verbonden met het opstellen van strenge criteria en een ernstig toezicht op de naleving van die criteria. Om de consumenten zoveel mogelijk garantie te kunnen bieden, zien Max Havelaar en de internationale federatie FLO streng toe op de naleving van de Fairtradecriteria tijdens de volledige productieketen, van producent tot consument. •
FLO is de internationale organisatie die de Fairtradecriteria vastlegt.
•
FLO-Cert is verantwoordelijk voor de certificering en de controle van ongeveer 632 organisaties van producenten en plantages en van 840 commerciële spelers (exporteurs, importeurs, verwerkers van halfafgewerkte producten, enz.) in meer dan 70 landen. FLO-Cert heeft in maart 2008 officieel de ISO 65-accreditatie verworven (of de norm EN 45011 volgens Europees recht) die geldt voor certificatieinstellingen. De ISO 65-norm wordt beschouwd als de belangrijkste internationale erkenning voor certificatie-instellingen. ISO 65 bevestigt namelijk de onafhankelijkheid, de transparantie en de kwaliteit van de procedures van FLO-Cert. Voor consumenten en bedrijven biedt dit een garantie van kwaliteit en onafhankelijkheid van de Fairtradecertificering.
•
Max Havelaar verleent het keurmerk in België aan Fairtradeproducten, nadat het de laatste stappen van de verwerking en/of commercialisering in ons land heeft gecontroleerd.
Organisaties of ondernemingen die bij deze controle niet blijken te voldoen, krijgen geen certificering toegekend of verliezen hun certificering als ze die al eerder hadden verworven.
MEER INFORMATIE: Max Havelaar België: www.maxhavelaar.be De organisatie FLO: www.fairtrade.net De certificeringsorganisatie FLO-Cert: www.flo-cert.net
25
MAX HAVELAAR FACTS & FIGURES "Fair trade leert ons dat de consumenten niet veroordeeld zijn om alleen maar koopjesjagers te zijn… Fair trade herinnert ons eraan dat handel belangrijk is voor mannen en vrouwen, voor hun leven, hun gezin en soms zelfs hun overleven." Peter Mandelson – Europees Commissaris voor Buitenlandse Handel Max Havelaar/FLO is aanwezig in 21 consumentenlanden en 58 producentenlanden. Via 1,5 miljoen boeren en arbeiders bereikt deze eerlijke handel 7 miljoen mensen in het Zuiden.
“Ik ben nu al een zestal jaar lid van de katoencoöperatie in Kolondiéba. We produceren Fairtradekatoen. Dat heeft hier veel veranderd. We hebben ons echt moeten aanpassen. Vroeger namen we nooit allemaal samen beslissingen. Om de Fairtradepremie te gebruiken moet dat nu wel. Soms geraken we er niet in één keer uit. Dan moeten we verschillende malen samenkomen, maar ik vind het zo belangrijk dat we dat doen. Het helpt ons, boeren, om onze mening te zeggen, om voor onszelf uit te komen.”
Aissatou Koné, Kita, Mali (Photo: Max Havelaar Zwitserland)
CIJFERS VOOR BELGIË DE KLASSIEKERS BANANEN EN KOFFIE In 2007 steeg het volume verkochte Fairtradebananen met 23% ten opzichte van 2006. De ruim 5 miljoen kilo bananen werden verkocht onder de merknamen Delhaize-Bio (Delhaize), Eko-Oké (Colruyt), Solidair (Carrefour) of in biowinkels. Dagelijks gingen in België dus zo’n 80.000 bananen met Max Havelaarkeurmerk over de toonbank. Dankzij de Fairtrademinimumprijs verdienden de producentenorganisaties in ondermeer Peru, Colombia, Ecuador, Ghana en Dominicaanse Republiek om en bij de 1,76 miljoen euro aan hun bananen. Daar bovenop komt 216.000 euro aan Fairtradepremies voor investeringen in sociale, economische milieuprojecten. Op de koffiemarkt steeg de verkoop van koffie met Max Havelaarkeurmerk in 2007 met 4%. De 1100 ton Fairtradekoffie werden door een dertigtal merken zoals Miko, Café Liégeois, Java, Delhaize, Oxfam Fairtrade en Rombouts verkocht. Ook voor de eerste helft van 2008 zet deze stijgende trend zich voort. Ten opzichte van de eerste zes maanden van 2007 groeide de verkoop van Fairtradebananen met 21,3%. Dit komt neer op een half miljoen kilo extra. De hoeveelheid verkochte koffie met Max Havelaarkeurmerk steeg voor dezelfde periode met 4,2% in vergelijking met het eerste half jaar van 2007.
26
bananen
k offie 6.000.0 00
1.200.0 00 1.097 .8 00 1.046 .56 8
5.0 94 .6 10 5.000.0 00
1.000.0 00
912 .1 52 86 5.121
4.180 .500
805.4 35 800 .0 00
4.000.0 00
600 .0 00
3.000.0 00
400 .0 00
2.000.0 00
200 .0 00
1.000.0 00
3.53 7.197 3.01 2.305
1.9 94 .0 04
0
0 200 3
2004
2 005
2006
2 007
2003
200 4
200 5
2006
2 007
Verkoop bananen en koffie van 2003 tot 2007, volume in kg Deze cijfers bevestigen de tendens van de voorbije vijf jaar. De verkoop van bananen met het Max Havelaarkeurmerk is sinds 2003 elk jaar met gemiddeld 20% toegenomen. Voor koffie ligt de gemiddelde jaarlijkse groei over dezelfde periode op 6,4%. Het marktaandeel (in volume) van de Fairtrade gecertificeerd koffie bedraagt nu 2,2%. Voor bananen is dit tussen 5 en 7%.
FORSE TOENAME VAN AANTAL BEDRIJVEN DAT FAIRTRADEPRODUCTEN VERKOOPT 125 bedrijven verkopen nu zelf of via allerhande verkoopskanalen producten met het Max Havelaarkeurmerk op de Belgische markt. In 2007 steeg het aantal bedrijven met maar liefst 47%. Het illustreert de toenemende interesse van bedrijven in duurzaam ondernemen en Fairtrade. Bedrijven zijn belangrijke partners voor de producenten in het Zuiden. Via hen geraken steeds meer Fairtradeproducten bij de consumenten. Deze groei moet nog meer boeren en landarbeiders in het Zuiden in staat stellen te leven van hun werk en te investeren in een betere toekomst. In 2008 namen nog eens 13 bedrijven de stap naar Fairtradeproducten. Befair en Byttebier (badlinnen), Dressing Right (designkleding), Friendly Trade Fashion (Tshirts) en Jaritex Bedding (kussens en dekbedden), werken voor vermelde producten met Fairtradekatoen.
Bedrijven met producten die het Max Havelaarkeurmerk dragen 140 120 112
100 80
76
60 40 20
125
48 35
0 2004
2005
2006
2007
2008
In het voedingssegment kan men nu ook Fairtradeproducten kopen van Bouchard L’Escaut (chocoladevierkantjes), Candico (rietsuiker), Dolfin (chocolade onder de merknaam Tohi) en Royal Biscuits (koekjes met Fairtradesuiker en –honing). Ook zijn er nieuwe Fairtradedranken op de markt gebracht door Chacalli Wines (wijn), Gimo Caffé (koffie), Nestlé (oploskoffie onder de naam Partners’ Blend) en tot slot Oke Koffie (koffie).
WAAR KOMT DE NAAM MAX HAVELAAR VANDAAN?
27
Max Havelaar heeft nooit echt bestaan. Het is de naam van het humanistische en enthousiaste hoofdpersonage uit een autobiografische roman uit 1860, geschreven door Eduard Douwes Dekker, een voormalig ambtenaar in Java. Onder het pseudoniem Multatuli (Ik heb veel geleden) klaagt de auteur in het boek de onderdrukking van de arbeiders op de Indonesische koffieplantages aan.
PRODUCTEN, VERKOOPPUNTEN EN MERKEN PRODUCTEN > Koffie: dessertkoffie, mokkakoffie, biokoffie, koffiepads, oploskoffie, cafeïnevrije koffie, koffiepods, … > Chocolade en cacao: oploscacao, biochocolade met hazelnoten, biomelkchocolade, fondant chocopasta, chocopasta met hazelnoten, fondantchocolade, mini-kattentongen, paaseitjes, melkchocolade met koffiesmaak, chocolade met kokosnoot, zeevruchten in chocolade, ... > Honing: honing, vloeibare biohoning, crèmehoning, honingsnoepjes, … > Suiker: fijne rietsuiker, ruwe rietsuiker, rietsuiker klontjes, … > Koekjes, ijs: wafels, speculaas, biokoekjes, vanille-ijs, … > Gedroogde vruchten: rozijnen, cashewnoten, … > Vruchtensap: sinaasappelsap, pompelmoessap, tropical-sap, ananassap, … > Thee: groene thee, zwarte thee, Earl Grey-thee, kaneelthee, citroenthee, …. > Rijst: Thaise rijst, volle biorijst, witte biorijst, … > Vers fruit en groenten: bananen, citroenen, sinaasappelen, druiven, mango's, avocado's, ananas, boontjes > Frisdranken: Kombucha, cola, groene thee, … > Wijn en bier: bananenbier, wereldwijnen > Katoen: kleren, huislinnen, afschminkschijfjes, wattenstokjes, … > Rozen: snijrozen in een ruim aanbod van kleuren > Cosmetica: crèmes en olies voor het gezicht en het lichaam, badproducten, …
VERKOOP- EN VERBRUIKPUNTEN > Supermarkten: Lidl, Delhaize Le Lion, Carrefour, Di, Intermarché, Champion, Colruyt, Cora, Match, Spar, Makro, Cash Fresh, Alvo, … > Onafhankelijke winkels of merkwinkels: Celio, Inno Galeria, Jack & Jones,… > Wereldwinkels > Biowinkels en natuurvoedingswinkels, kruideniers, bakkers > Horeca: Exki, Coffee Club 123, Zebra Bar, PP Café, … > Bij leveranciers van producten voor grootverbruik (voor bedrijven, gemeenschappen en instellingen): Sodexho, Java, Obn, … > Postorderverkoop: La Redoute, Eveil et Jeux, Caddy Home, Collishop, … > Apotheken: Multipharma (hydrofiele watten) > Bioscopen, videotheken
MERKEN Een volledige lijst van bedrijven die producten met het Max Havelaarkeurmerk op de markt brengen vindt u op onze website www.maxhavelaar.be/nl/licentiehouders
28