r a a l e v a H x Ma
De impact van
Twee werelden verzoend “Fairtrade Labelling Organisations, alle Max Havelaars samen, bewijst minstens twee dingen. Ten eerste dat je op een nieuwe manier handel kunt drijven, waarbij je zowel de kwaliteit van de producten garandeert als de producenten een rechtvaardig inkomen geeft; ten tweede dat het mogelijk is om handel in het ontwikkelingsproces te betrekken. Op plaatselijk niveau door werkgelegenheid te scheppen, en op het niveau van de ontwikkelde landen door de verantwoordelijkheid te nemen om de producenten een eerlijke prijs te betalen. Ik stel mij de vraag of het niet beter zou zijn dat de Europese Unie en de Verenigde Staten een soortgelijke weg zouden volgen, in plaats van producenten rechtstreeks te subsidiëren. Wat mij zeer bevalt aan de benadering van Max Havelaar is de manier waarop deze georganiseerde, gecertificeerde en gecontroleerde eerlijke handel gebruik maakt van "mainstream" commerciële mechanismen. Deze erg aantrekkelijke nieuwe strategie begint volwassen te worden en wil een zo ruim mogelijk publiek bereiken. FLO/Max Havelaar is een nieuw type van NGO. De organisatie werkt niet direct in het veld maar zorgt voor een label. Het is belangrijk dat een nieuwe generatie NGO's op de voorgrond komt en dat de twee manieren van werken elkaar aanvullen."
Peter Piot, directeur UNAIDS, naar aanleiding van de uitreiking van de Internationale Koning Boudewijnprijs aan FLO (FairTrade Labelling Organisations), 27 mei 2003
03
e i f f Ko Coocafé • Land: Costa Rica • Product: koffie • Opgericht in: 1988 • Aantal aangesloten producenten: 3014 • Jaarlijkse productie: 4140 ton • Gemiddelde bedrijfsoppervlakte: 1,5 ha
De prijs van de bruine bonen is nog nooit zo laag geweest. Dat komt door de internationale koffiecrisis die nu al vijf jaar aansleept. Overproductie en speculatie kelderen de koffieprijs op de wereldmarkt. Voor meer dan 25 miljoen kleine koffieboeren en hun families in het Zuiden betekent de koffiecrisis een ware tragedie. Door de extreem lage prijs voor koffie verdienen ze niet eens hun productiekosten terug. Er rest hen geen andere keuze dan met verlies te verkopen. Omdat koffie hun belangrijkste bron van inkomsten is, houden ze nog nauwelijks geld over voor voedsel, laat staan voor onderwijs of medicijnen.
“De jeugd kan eindelijk naar school” “Tien jaar geleden konden onze kinderen voor ze acht of negen jaar oud waren niet naar school. Er wàs geen school – toch niet in het dorp – en de meest nabije school was onbereikbaar. Er was geen weg en geen vervoer naartoe. Met de fairtradepremie hebben we een weg aangelegd. En we organiseren nu zelf het busvervoer, zodat onze kinderen elke dag naar de klas kunnen," Dat vertelt Sabino Brenes, voorzitter van Coop El Dos, een van de negen productiegroepen van Coocafé. De koffiecoöperatie Coocafé startte in 1996 met de stichting Hijos del Campo (‘Plattelandskinderen’). De kinderen van de leden, die aangesloten zijn bij een van de negen aangesloten productiecoöperaties, kunnen sindsdien van de Stichting een beurs krijgen om te studeren. Al meer dan 1500 van hen hebben intussen secundair of zelfs universitair onderwijs aangevat. Meer dan de helft (54%) van die beursstudenten zijn meisjes. Armando is 14 en kreeg een studiebeurs voor het secundair onderwijs. "Ik heb vier broers en mijn ouders kunnen niet alles voor ons betalen. De studietoelage helpt dus echt. Ik studeer om me later nuttig te maken in onze gemeenschap." Het beursgeld dient om schoolmateriaal of een schooluniform aan te kopen of om het inschrijvingsgeld en schoolvervoer te betalen. Alexander Zuñiga betaalde ermee het inschrijvingsgeld
04
voor de universiteit. Hij studeert administratiewetenschappen en hoopt ooit in de koffiecoöperatie van zijn dorp aan de slag te gaan. De stichting Hijos del Campo investeert ook in het plattelandsonderwijs. Sinds 1996 kregen al 224 scholen een subsidie. Het geld wordt gebruikt voor de aankoop van didactisch materiaal of een fotokopieerapparaat. Dikwijls worden de gebouwen en klaslokalen ermee verbeterd en ingericht. Een waterdicht dak, deuren en een betere verlichting in de lokalen zorgen ervoor dat de kinderen les krijgen in een stimulerende omgeving.
Café Forestal: ecologische koffieteelt Een tweede stichting van Coocafé, Café Forestal, stimuleert de boeren om de ecologische gevolgen van de koffieteelt aan te pakken. De stichting steunde tot nu al 32 initiatieven die een duurzame en ecologische koffieteelt nastreven. In totaal kende Café Forestal al bijna 3 miljoen euro subsidies toe. Sommige boeren konden zich daardoor in Mexico bekwamen in de biologische landbouw. Andere collega’s kregen technisch advies over de beperking van chemische sproeistoffen en het aanplanten van schaduwgevende bomen op de velden. 5000 ha land werden herbebost door duizend schoolkinderen die samen 9000 nieuwe boompjes plantten. Van de negen lidorganisaties van Coocafé zijn Coope El Dos en Coopepilangosta het meest in de weer met milieuzorg. De leden kiezen onder meer bewust voor compostering met wormen. Na het wassen en pellen van de koffiebonen wordt de pulp omgezet in vruchtbaar compost. Vroeger was de koffiepulp de oorzaak van veel bodem- en waterverontreiniging, nu verrijkt en verbetert hij de bodem en is hij een wezenlijk onderdeel van de biologische koffieteelt. In 2003 waren al 500 ha gecertificeerd voor biologische koffie. Een ander lid van Coocafé, Coope Montes de Oro, nam onlangs een drooginstallatie op zonne-energie in gebruik. Daarmee schroefde ze het gebruik van dure, vervuilende energie drastisch terug.
Coocafé en het ISO9002-certificaat In mei 1998 behaalde Coope El Dos het ISO9002certificaat. Deze coöperatie, lid van Coocafé, was daarmee de eerste Latijns-Amerikaanse koffiecoöperatie die dit certificaat kreeg. Het wordt toegekend aan bedrijven die voldoen aan uiterst strenge voorwaarden op het vlak van de kwaliteitszorg en de veiligheid voor de medewerkers. "Het ISO9002-certificaat zet aan tot een voortdurende verbetering van de kwaliteitszorg," zegt Sabino Montero, verantwoordelijk voor kwaliteitscontrole en milieubeheer bij de coöperatie Coope El Dos. "Aanvankelijk gebeurde in onze coöperatie nog veel nattevingerwerk. De luchtvochtigheid van de koffie werd niet altijd even precies gecontroleerd. Vandaag volgen we elke stap in het proces zorgvuldig op. Iedere verantwoordelijke voor een bepaalde productiefase weet exact hoe je koffie moet behandelen om de kwaliteit te behouden of te verbeteren. En we controleren dat op alle niveaus: in de administratie, tijdens de opeenvolgende bewerkingen, bij de aankoop van grondstoffen, tijdens het telen... Stellen we problemen vast, dan gaan we ze meteen bespreken en analyseren, en we lossen ze op. Zo garanderen we onze klanten een koffie van uitstekende kwaliteit."
05
Koffie Eerlijke handel bestaat al lang Coocafé is een van de oudste coöperaties van kleine koffieboeren. Ze werd opgericht in 1988 om het hoofd te bieden aan tal van problemen waarmee de koffieboeren kampten: een gebrekkige kennis van de markt, van bedrijfsvoering en van marketing. Al in 1989 bood Coocafé koffie aan op de fairtrademarkt en de coöperatie werkt al 15 jaar samen met Max Havelaar "Zonder fair trade zou Costa Rica nu op z’n minst negen productiegroepen armer zijn," klinkt het vandaag bij de leden van Coocafé. In een land waar 5% van de arbeid met koffie te maken heeft, staat Coocafé op de 11e plaats van de exporteurs en de coöperatie is in heel Costa Rica een begrip. Coocafé is een coöperatie van zijn negen productiegroepen. Elke productiegroep heeft zijn eigen verwerkingseenheid, een beneficio de café, een soort werkplaats waar de
rode, ongepelde koffievruchten worden verwerkt tot ze bijna klaar zijn voor de export. Coocafé neemt het dan over en organiseert de internationale verkoop. Dankzij de bemiddeling van Coocafé en de goede relaties met verschillende fairtradeorganisaties, heeft de koffie van de ledencoöperaties al ruim 7 miljoen dollar extra opgeleverd. Dat geld wordt geïnvesteerd in uiteenlopende projecten: lokale supermarkten, scholen en infrastructuur, biologische productie, zuivering van afvalwater, overschakeling op zuivere energie, het branden voor de lokale markt en het creëren en ondersteunen van eigen exportmerken. Overigens verhandelt Coocafé nu ook andere exportproducten, zoals maniok- en bananenchips, macadamianoten, enzovoort.
Koffie met Max Havelaarkeurmerk in België in 2003 Herkomst van de koffie
Bolivië (Coraca Irupar), Colombië (Ocamonte), Congo (CDI Bwamanda), Costa Rica (Coocafé), Ecuador (Procap), Ethiopie (Oromia et OCFCU), Guatemala (Guaya'b en Fedecocagua), Haïti (Recocarno), Honduras ( Comisajul, CCCH en Coagriscal), Nicaragua (Prodecoop, UCPCO en Cecocafen), Papua Nieuw Guinea (Agoga), Peru (Cocla, Cepicafé), Tanzanie (KCU en KNCU)
Aantal betrokken families
196.402
Meerwinst dankzij het Max Havelaarkeurmerk*
1,11 miljoen euro
De merken die meedoen**
AKC (1), Autobar (2), Beyers (2), Cafés Cordier (2), Cafés Liégois (2), Carrefour (2), Algra (5), Delhaize (3), Fair Trade Organisatie (12), Fort (3), Foutain (2), GB (2), Java (3), Koffie Degroof (2), Koffie Kan (1), Miko (1), Neuteboom (7), Oxfam Fair Trade (11), Rombouts (8), SAS (1), Success koffie (2), Tear Craft (3), Verheyen (2)
Waar kan u ze kopen?
Ad Delhaize, Alvo, Biowinkels, Caddy home Delhaize, Carrefour, Cash Fresh, Champion Mestdagh, Colruyt, Cora, Delhaize, Delhaize City, Makro, Match, Oxfam Magasins du Monde, Ofxam Wereldwinkels, Partner GB, Samgo-Intergros, Spar, Super GB
* Dit zijn de bijkomende inkomsten dankzij fair trade. Het is het verschil tussen de gemiddelde koffieprijs op de internationale markt en de minimumprijs van Max Havelaar (126 dollarcent voor een pond arabica).** aantal producten met het keurmerk dat het merk aanbiedt 06
"Wij kopen onze koffie al lang bij kleine producenten. We zijn ons ook bewust van hun onzekere bestaan. Ik ben daarom opgetogen over de samenwerking met Max Havelaar. Zo weet ik enerzijds dat het geld rechtstreeks naar de boeren terugvloeit. Anderzijds draagt Max Havelaar veel bij tot de sensibilisatie van de consument."
"Ik vind dat we met onze massaproductie, massadistributie en massaconsumptie over een grens zijn gegaan. We doen er goed aan even een stap terug te zetten en opnieuw te focussen op de kwaliteit." "Ik zou het prachtig vinden als we aan al onze koffievariëteiten het Max Havelaarkeurmerk konden laten toekennen. Maar dat is makkelijker
"Het is een eer je Hofleverancier te mogen noemen"
"Dankzij het Max Havelaarkeurmerk investeert ons bedrijf in de verbetering van de leefomstandigheden voor de kleine koffieboeren. We zorgen ervoor dat ze met hun kleinschalige kwaliteitskoffie overleven" "Voor een kleine producent is het beter te overleven dankzij een eerlijke prijs dan dankzij liefdadigheid." "Iedereen, zelfs de consument, heeft er belang bij dat de kleine boeren in de wereld het beter krijgen. Zij leveren namelijk vaak de beste kwaliteit. Als we hen aanmoedigen om dat te blijven doen, en hen in staat stellen van hun arbeid te leven, is dat ook in het voordeel van de consument. Zo is die zeker van kwaliteitsvol voedsel in het algemeen, en van kwaliteitskoffie in het bijzonder."
gezegd dan gedaan. We moeten ook rekening houden met onze klanten en kunnen daarom niet van de ene dag op de andere de kostprijs van ons product verdubbelen. Je moet daarover lang met je publiek communiceren, zodat het zélf beslist die andere keuze te maken. De klant blijft ten slotte koning." "Dat ons bedrijf Hofleverancier is, vind ik een hele eer. Ik beschouw het als het bewijs van de kwaliteit van onze producten." "De Koning heeft altijd een hart voor het Zuiden gehad. Toen hij hoorde hoe moeilijk de kleine koffieboeren het hebben, en begreep dat wij hem ook koffie uit eerlijke handel konden aanbieden, aarzelde hij niet en vroeg meteen om eerlijke koffie." Hugo Rombouts, Koffie Rombouts
07
n e n a n Ba
De bananenhandel is big bussines. Dikwijls neemt men het er niet zo nauw met de arbeidsomstandigheden van de werknemers en de zorg voor het milieu. De 5 grootste bananenmultinationals zijn samen goed voor 84% van de export.
Banelino • Land: Dominicaanse Republiek • Product: banaan • Opgericht in: 2001 • Aantal producenten: 140 • Jaarlijkse productie: 170 ton • Gemiddelde bedrijfsoppervlakte: 2,5 ha
In de wereld leven duizenden mensen van de bananenteelt. Meestal gaat het om loonarbeiders op grote plantages. Maar er zijn ook nog heel wat kleine plantagebezitters. Beide groepen voeren een harde overlevingsstrijd. De eerste is een speelbal in handen van de grote producenten. De tweede groep heeft het moeilijk met het vinden van de weg naar de wereldmarkt. Dat is nochtans nodig, want bananen kun je niet lang bewaren en moet je bijgevolg snel en makkelijk kunnen verkopen. Gelukkig is voor beide groepen beterschap in zicht. De groeiende vraag van de westerse consument naar producten uit eerlijke handel is daar zeker niet vreemd aan.
Streven naar een gezonder leven Veel mensen op het platteland zijn ziek en verzwakt, omdat ze zich behelpen met onzuiver water. Geld voor medicijnen is er zelden. Twee problemen, die de leden van de bananencoöperatie Banelino in hun gemeenschap willen verhelpen. Amper enkele weken nadat Dileno Moreno, een jonge moeder van 23, zich in 2001 had aangesloten bij Banelino, werd ze ernstig ziek. Aanvankelijk wilde ze gewoon blijven werken, maar haar collega’s van de coöperatie raadden het haar ten stelligste af. "Iedereen was bezorgd dat de kou op de plantage een spoedig herstel zou beletten," vertelt ze nu. Gelukkig biedt Banelino zijn leden een sociaal vangnet: alle coöperanten zijn aangesloten bij een sociaal verzekeringsfonds en krijgen in geval van nood een uitkering. Dileno kon zich daardoor laten opnemen in het ziekenhuis voor een behandeling met vitamines en antibiotica. Intussen bleef Banelino haar de helft van haar loon betalen.
08
Bananen met Max Havelaarkeurmerk in België in 2003 In de handel sinds
1997
Aantal verkochte kg
1.994.004 kg (52 % meer dan in 2002)
Herkomst van de bananen
Costa Rica (Coopetrabasur), Dominicaanse Republiek (Banelino, Finca 6), Ecuador (Prieto, El Guabo)
Aantal betrokken families
1043
De merken die meedoen
Bio-Source, Eko-Oké, Oké, Delhaize-Bio
Waar kan u ze kopen?
AD Delhaize, Biowinkels, Carrefour, City Delhaize, Colruyt, Cora, Delhaize, GB, Match, Oxfam Magasins du Monde, Oxfam Wereldwinkels, Partner GB, Super GB
Voorkomen beter dan genezen Roberto Rovas, voorzitter van een buurtcomité, is verheugd over wat de coöperatie voor zijn wijk deed. Met het extra geld dat de Banelinoleden uit eerlijke handel verkregen, lieten ze namelijk een waterput slaan. Sindsdien hebben 2000 families drinkbaar water dichtbij huis. Ze kunnen zich fatsoenlijk wassen, ze hebben te drinken en water om te koken. Bovendien betalen ze hiervoor dertig keer minder dan voor het flessenwater, waarmee ze zich tevoren behielpen. Sinds veel bananentelers hun productie verkopen op de markt van de eerlijke handel, komt het geld niet alleen regelmatiger binnen, de telers verdienen ook meer. Alfredo Martinez weet nu dat hij zijn drie kinderen altijd te eten zal kunnen geven. "Er zijn momenten geweest dat we niet veel te eten hadden. Nu kunnen we elke dag onze honger stillen." Concepcion Nuñez (53 jaar) woont al 40 jaar in Juliana, een klein dorp. Ze stelde voor om met een wijkkantine te starten. Banelino zorgde voor de financiering. "Het is hier nog nooit zo goed geweest," getuigt mevrouw Nuñez vandaag. "Eindelijk verandert er eens iets." De kantine opende haar deuren in mei 2002. Elk dag komen er ongeveer 200 mensen gezond en goedkoop ontbijten.
Bananen met Max Havelaarkeurmerk: de beste van de klas In 2003 onderzocht het consumentenmagazine Test-Aankoop de kwaliteit van bananen op de Belgische markt. Het onderzoek had ook aandacht voor ethische aspecten en die telden mee bij de eindbeoordeling. Er werd gekeken naar het milieubeleid (het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest), het respect voor sociale rechten (werkomstandigheden, controle van de werkomstandigheden, ondersteuning van socio-educatieve projecten) en transparantie (medewerking aan de enquête, bereidheid tot communicatie). Op al deze punten scoorden de bananen met Max Havelaarkeurmerk het best. Ze kregen de hoogste Awaardering. Internationale ondernemingen zoals Del Monte, Dole en Chiquita scoorden beduidend minder goed. Toch bespeurden de onderzoekers ook bij hen verbeteringen. Een teken dat de aanpak van Max Havelaar werkt? Het zou best kunnen.
09
n e n a n Ba "Producten uit eerlijke handel kopen is me met de paplepel ingegoten. Thuis kwamen in de tijd van het Francoregime geen Spaanse sinaasappels op tafel. Later stelden mijn ouders een embargo tegen Kaaps fruit in uit protest tegen de apartheid in Zuid-Afrika. Zo zag ik als jongen al dat ‘economische sancties’ van de consument effectief werken. Later, toen ik betrokken werd bij de Schone Kleren campagne merkte ik hoe gevoelig bedrijven zijn voor die machtige consument." "Ik beleid de grote idealen eerder met de tong, dan met daden. En dan is Max Havelaar het ideale middel om toch ook iets te dóen. Zelf koop ik koffie, bananen en chocolade met Max Havelaarkeurmerk en naargelang de winkel waar ik kom, verdwijnen ook andere zaken in de boodschappentas."
"Wie zegt dat eerlijke handel een druppel op een hete plaat is, kent zijn eigen geschiedenis niet." "Toen ik op tv het programma Trendspotting presenteerde, kwam ik veel in contact met ondernemers en marketingmensen. Hun credo luidde altijd: "the customer is the bottom line – We doen alles voor de klant". Die klant moet dan ook maar zijn macht gebruiken voor nog meer eerlijke handel." "Bij Banelino zag ik op het eerste gezicht geen verschil met andere, arme boeren. Het blijven keuterboertjes. Maar als je beter kijkt, zie je toch wel de effecten van de eerlijke handel. Dankzij hun coöperatie kunnen ze kleinschalig blijven werken. En overstappen op een biologische teelt is voor hen gemakkelijk. Ze werken op hun plantages immers überhaupt al zonder veel chemie. Wat ik het mooiste vond? Dat ze het geld van de fair tradepremie gebruiken voor zaken die de hele gemeenschap voordeel opleveren: schoolmateriaal, sportuitrusting, de aankoop van een schoolbus… Het zijn deze keuzes die uiteindelijk het verschil zullen maken tussen arm blijven of vooruitkomen. Niet als individu, maar als groep." "Wie zegt dat eerlijke handel een druppel op een hete plaat is, kent zijn eigen geschiedenis niet. Honderd vijftig jaar geleden leefden in Vlaanderen de arbeiders ook in bittere armoede. En kijk waar we nu staan. We mogen nooit denken dat de buit binnen is. Er zijn nog miljoenen wachtenden na ons." Nic Balthazar
10
o a c Ca
De cacaomultinationals doen goede zaken. De grootste zes hebben samen 80% van de markt in handen en strijken 70% van de winst op. Een schamele 5% blijft over voor de échte producenten van al dat lekkers.
Kuapa Kokoo • Land: Ghana • Product: cacao • Opgericht in: 1993
Van de 20 miljoen kleine cacaoboeren die de wereld rijk is, heeft het grootste deel nog nooit genipt van een kopje chocolademelk of gebeten van een reep. Net als de koffieboeren kampen ze met te lage marktprijzen. Met zakendoen op wereldniveau hebben ze weinig ervaring en dus zijn de cacaoboeren dikwijls de speelbal van gewiekste opkopers die zelf met een mooie winst gaan lopen. Maar soms loopt het anders en zorgt eerlijke handel voor een ommekeer.
• Aantal producenten: 35.000 • Jaarlijkse productie: 17.400 ton (in 1999)
De toekomst zelf in handen In 1993 merkten de Ghanese cacaoboeren dat er een ongunstige verandering op til was. De druk op de prijs van hun cacao nam door de vrijmaking van de wereldmarkt gestaag toe. In verschillende dorpen groepeerden de boeren zich in een coöperatie en sindsdien bieden ze hun cacao gezamenlijk op de markt aan. De meerwinst verdelen ze onder elkaar. Het was de start van een bloeiende coöperatie, Kuapa Kokoo - "De Goede Cacao". Kuapa Kokoo telt vandaag bijna 35.000 leden. Ze zijn verdeeld over 600 boerengroepen. Elke groep weegt en verpakt zelf de cacao in zakken. Zo hebben de boeren ook controle over de weegschaal. Dat is een immens voordeel. De corrupte handelaars van vóór de oprichting van de coöperatie namen het immers niet zo nauw en lieten de balans letterlijk in hun voordeel doorslaan. Of ze maakten de boeren wijs dat hun cacao niet deugde. Confort, lid van de Kuapa Kokoo, herinnert het zich levendig. "Wij werden gewoon bedrogen. De weegschalen werden ‘bijgesteld’. We werden slecht betaald en kregen geen premies. Ik sloot me aan bij Kuapa Kokoo, omdat ik merkte dat de coöperatie
11
er werkelijk was om onze problemen mee op te lossen. Kuapa Kokoo koopt zonder te knoeien en houdt altijd het belang van de kleine boer in de gaten."
Helemaal eigendom van de boeren "Ik kon het me vroeger niet voorstellen ooit als kleine cacaoboer heer en meester te zijn over mijn cacaoproductie. Ik droomde er nochtans van. Samen met zo veel boeren. Die droom is nu al deels gerealiseerd en elke dag werken we eraan verder." Dat zegt Nketiah, de huidige voorzitter van Kuapa Kokoo. Een coöperatie met de omvang van Kuapa Kokoo vergt nochtans heel wat management. En het gevaar voor bureaucratisering die de organisatie de das omdoet, is niet denkbeeldig. Voorlopig dreigt Kuapa Kokoo daar echter niet aan ten onder te gaan. Integendeel. De coöperatie is zo gestructureerd dat alle leden voldoende vertegenwoordigd zijn om mee de belangrijke beslissingen te nemen. Elk van de 600 boerengroepen stelt een bestuurscomité samen en kiest vertegenwoordigers voor de regionale en administratieve overlegorganen van Kuapa Kokoo. Die overlegorganen staan borg voor een democratische besluitvorming, met oog voor het algemene belang van alle leden.
12
Bovendien houdt Kuapa Kokoo één keer per jaar een algemene vergadering. Ook daar zijn alle boerengroepen vertegenwoordigd. De afgevaardigden verdedigen er de standpunten van hun achterban en stemmen samen met de staf van de coöperatie over de doelstellingen van het komende jaar. Om zeker te zijn dat de algemene vergadering ernstig werk levert, wordt ze tevoren grondig voorbereid. Weken vooraf krijgen de groepsvertegenwoordigers een agenda. Hun opdracht bestaat erin de agendapunten in hun regio te bespreken en erover te stemmen, zodat er een consensus over bestaat.
Cacao Vrouwen hebben spreekrecht Opvallend is de belangstelling voor de gelijkheid van vrouwen binnen de coöperatie. Traditiegetrouw zijn Ghanese vrouwen financieel afhankelijk van hun man. Genderacties hebben evenwel altijd een belangrijke plaats ingenomen in de werking van Kuapa Kokoo. Al in 1998 geeft de coöperatie speciale steun aan vrouwengroepen voor activiteiten waarmee vrouwen hun inkomen verhogen. Tijdens seminaries en ateliers krijgen de vrouwen niet enkel informatie over voeding of gezondheid, maar ook over microkredieten. In het dorpje Ntesere, midden in het tropische regenwoud, begon een groepje vrouwen zeep te maken van palmpitten. Mata Kyeiweeh die er als eerste mee startte, vertelt verheugd: "De zeepverkoop brengt extra geld in het laatje. We verdienen er net genoeg mee om medicijnen te kopen of het schoolgeld voor de kinderen te betalen." In de hele organisatiestructuur van Kuapa Kokoo valt een andere vrouwvriendelijke maatregel op. Om ervoor te zorgen dat de vrouwen in de coöperatie eerlijk vertegenwoordigd zijn, werden quota ingesteld voor het aantal vrouwen op de verschillende bestuursniveaus.
Aandeelhouder van het Britse Day Chocolate Company De meeste winst uit landbouwgewassen vloeit al jaar en dag naar de geïndustrialiseerde landen. De verwerkers en verdelers uit het Noorden verdienen er het meest aan. Kuapa Kokoo vond dat het welletjes was, en nam een slim besluit. De coöperatie werd aandeelhouder van de Britse Day Chocolate Company. In oktober 1998 verwierf Kuapa Kokoo een derde van de aandelen. De chocolade van Day ligt onder de merknaam Divine in de rekken van Britse warenhuizen. Dankzij het belang in Day krijgt Kuapa Kokoo extra geld in het laatje. Maar vooral belangrijk: de participatie zorgt er ook voor dat de Ghanezen het reilen en zeilen van de Westerse markt beter gaan begrijpen.
Chocolade met Max Havelaarkeurmerk in België in 2003 In de handel sinds
2002
Aantal verkochte kg
97.313 kg
Herkomst van de cacao
Bolivië (El Ceibo), Dominicaanse Republiek (Conacado), Ecuador (MCCH), Ghana (Kuapa Kokoo)
Aantal betrokken families
54.826
De merken die meedoen*
Fair Trade Organisatie (5), Galler (2), Neuteboom (4), Oxfam Fair Trade (13)
Waar kan u ze kopen?
AD Delhaize, Alvo, Biowinkels, Carrefour, Champion, Colruyt, Cora, Delhaize, Galler, Match, Oxfam Magasins du Monde, Oxfam Wereldwinkels
* aantal producten met het keurmerk dat het merk aanbiedt
13
Cacao "Al sinds de oprichting van ons bedrijf houden we ons aan vijf basisprincipes. Het eerste daarvan is dat chocolade heerlijk en authentiek moet zijn. Een genoegen voor de consument. Er kan dus geen sprake van zijn dat we vrede zouden nemen met minderwaardige kwaliteit. Die eis geldt evengoed voor onze chocolade met het keurmerk van eerlijke handel." "Eerlijkheid is trouwens ook zo’n basisprincipe. We doen nooit iets uitsluitend voor het geld. Chocolade met Max Havelaarkeurmerk is daarom een logische beslissing in onze bedrijfsvoering."
“We blijven hameren op kwaliteit" "De omzet van chocolade met Max Havelaarkeurmerk is voor ons bedrijf zeer positief. We verkopen er meer van dan we verhoopten. En de verkoop stijgt nog steeds! Het is prettig om weten dat mensen soms speciaal voor de chocolade met Max Havelaarkeurmerk naar onze winkels komen. Als hij niet in voorraad is, nemen ze ook niets anders. Onze traditionele klanten zijn eveneens tevreden. Zij kopen naast de andere chocolades ook chocolade met Max Havelaarkeurmerk." "Er loopt veel fout in de wereld en als ondernemer kun je doen of je neus bloedt en alles laten zoals het is: een negatieve spiraal. Of je kunt er wat aan proberen te doen door kansen te grijpen die iets in beweging kunnen brengen. Toegegeven, het gaat soms om minuscule effecten, want op wereldschaal stelt onze inbreng niet echt veel voor. Maar al die kleine inspanningen die we doen, helpen om uiteindelijk in een positieve spiraal terecht te komen." "Ik denk dat bepaalde chocolatiers zich niet aan de eerlijke handel wagen, omdat ze niet in dezelfde waarden geloven. Als je niet principieel voor eerlijke handel kiest, hou je een chocolade met keurmerk niet lang in het gamma. Er is nu eenmaal een verschil tussen het discours en de realiteit."
Jean Galler, Galler Chocolade
14
p a s l e p p a s a a n i S
Sinaasappelsap voeren we in Europa vooral in van uit Brazilië en Florida. Vier ondernemingen bepalen de regels van de markt en drukken op de grondstofprijzen. Ze hebben immers de handelsketen grotendeels zelf in handen: de productie, verwerking, export, transport en opslag.
Coagrosol • Land: Brazilië • Product: sinaasappelen • Opgericht in: 2000 • Aantal producenten: 45 • Aantal seizoenarbeiders: 500 • Jaarlijkse productie: 16.504 ton (2002) • Bewerkte oppervlakte: 1264 ha
Sinaasappels worden geplukt op gigantische plantages. Extreem lage lonen en een absoluut gebrek aan respect voor het milieu zijn er schering en inslag. Ook kinderarbeid komt nog te veel voor. Onafhankelijke sinaasappeltelers die het spel eerlijk willen spelen, worden door deze praktijken uit de markt geprijsd. Het is voor hen onbegonnen werk om hun oogst aan een eerlijke prijs te verkopen. Dankzij het Max Havelaarkeurmerk is een coöperatie van Braziliaanse boeren daar toch in geslaagd. Ze heeft bovendien binnen haar organisatie komaf gemaakt met de kinderarbeid.
Kinderen zijn de toekomst Op zijn website verkondigt het stadje Itápolis in de Braziliaanse staat Sao Paulo zijn faam als Capital Mundial da Laranja, wereldhoofdstad van de sinaasappel. Het hoeft dus niet te verwonderen dat hier in 1999 de Braziliaanse coöperatie van citrustelers Coagrosol opgericht werd. Amper twee jaar later mocht de coöperatie het fair tradekeurmerk op zijn sinaasappelsap kleven. Het oogsten van citrusfruit is erg arbeidsintensief en hard. Kinderarbeid is er heel gewoon en voor vele kleine telers dikwijls een noodzaak om aan een fatsoenlijk inkomen te geraken. De beslissing van de leden van Coagrosol mag je daarom gerust moedig noemen: op hun plantages werken geen kinderen meer. Dankzij het fair tradekeurmerk kunnen ze dat besluit gelukkig ook hard maken. Meer nog: met de premie voor eerlijke handel participeert Coagrosol in drie jeugdprojecten. Voor een van deze projecten werden onlangs vijf computers aangekocht. Sindsdien volgen 250 arbeiderskinderen een informatica-opleiding. Omwille 15
van het grote succes van de cursus overwegen de vakbond en het comité dat toeziet op de zinvolle besteding van de fair tradepremie, om vijf extra computers aan te schaffen. Tegelijkertijd startte ook een alfabetiseringsproject, waardoor 50 leerlingen leren lezen, rekenen en schrijven volgens de methode van de bekende Braziliaanse pedagoog Paulo Freire. Volgens Freire gaan onderwijs en burgerzin hand in hand.
Strijd tegen kindersterfte
ondervoeding. De leden van Coagrosol besteden daarom een deel van de fair tradepremie aan een project om ondervoeding en kindersterfte in te dijken. De Braziliaanse ngo ‘Pastoral des Crianças’ voert het programma uit en kocht onder meer enkele toestellen waarmee een voedzame en vitaminerijke pap bereid kan worden. In vijf dorpen is al zo’n toestel geplaatst en zijn vrijwilligers opgeleid om ze te gebruiken. Ruim 250 families met jonge kinderen krijgen elke dag een voedzaam ontbijt. En elke maand worden de jonge kinderen uit de gezinnen gewogen en medisch onderzocht.
De mortaliteit onder jonge kinderen is in Brazilië nog groot en schommelt rond de 3%. De oorzaak ervan is
Sinaasappelsap met Max Havelaarkeurmerk in België in 2003 In de handel sinds
2002
Aantal verkochte liter
595.237 liter
Herkomst van het sinaasappelsap
Brazilië (Coagrosol, Cealnor), Burkina Faso (UFMB), Costa Rica (Coopetrabasur), Cuba (José Marti), Ecuador (Urocal)
Aantal betrokken families
3.471
De merken die meedoen*
Delhaize (1), Fair Trade Organisatie (1), Oxfam Fair Trade (6)
Waar kan u het kopen?
AD Delhaize, Alvo, Carrefour, Delhaize, Delhaize City, Oxfam Magasins du Monde, Oxfam Wereldwinkels, Partner GB, Super GB
* aantal producten met het keurmerk dat het merk aanbiedt 16
p a s l e p p a s a Sina
"Wij hebben uitstekende ervaringen met Max Havelaar. De laatste jaren bemerken we een toenemende vraag naar producten uit eerlijke handel. In 2002 realiseerden we met producten met Max Havelaarkeurmerk een omzet van bijna 2,5 miljoen euro. In 2003 tikten we af op 3,7 of 3,8 miljoen euro. Dat is een mooie groei. Deze tendens zet zich wellicht ook de komende jaren door. Daarom willen we nog méér producten met Max Havelaarkeurmerk in het winkelrek."
"Er moet nog meer Max Havelaar in het winkelrek" Seizoenarbeiders Sinaasappeltelers doen tijdens de oogst een beroep op massaal veel seizoenarbeiders. Dikwijls werken die zonder contract en zonder enige vorm van sociale zekerheid. Coagrosol doet het anders. Alle arbeiders zijn wettelijk ingeschreven en verzekerd. Ze genieten van alle sociale rechten die de Braziliaanse grondwet voorziet. Roseneide Gonzaga Aguiar plukt daar, sinds ze voor Coagrosol werkt, de vruchten van. "Ons contract geeft ons recht op een dertiende maand en een wekelijkse rustdag. En ook als het regent en er niet gewerkt kan worden, worden we betaald."
"Consumenten zijn zeer ontvankelijk voor allerlei boodschappen. Met communicatie en sensibilisatie bereik je veel. De Week van de Eerlijke Handel is in die zin heel belangrijk. Ook de steun van de koninklijke familie en van bepaalde Europese en nationale instellingen voor koffie met Max Havelaarkeurmerk is belangrijk. De mensen worden erdoor aangesproken om producten uit eerlijke handel te kopen." "In onze warenhuizen vind je meer dan 15000 verschillende producten. Daarin de producten met Max Havelaarkeurmerk terugvinden is niet altijd even gemakkelijk. Daarom hangen er kleine ‘stoppers’ aan de rayons. En geregeld zetten we de producten zelf in de kijker op de kop van een rayon. Het is trouwens een mooi assortiment dat je gemakkelijk kan promoten." "De groothandel speelt een belangrijke rol in het hele verhaal van de eerlijke handel. Hij voegt er namelijk iets aan toe. We geloven in een groter aanbod van producten uit het Zuiden in het Noorden. We bieden daarom een afzetmarkt aan producten die ernstig gecontroleerd worden, een prima kwaliteit garanderen, enzovoort…
Xavier Ury, Delhaize
17
g n i n o H
Een kwart van de honingproductie in de wereld is bestemd voor de export. In België wordt vier keer meer honing verbruikt dan geproduceerd. Er wordt dus veel honing ingevoerd.
Despertar de un Pueblo Maya • Land: Mexico
De bijenteelt vergt weinig investeringen, honing is gemakkelijk te bewaren in een kleine ruimte. Mensen met weinig middelen kunnen er dus goed aan verdienen. Het probleem is evenwel dat de imkers uit het Zuiden moeilijk toegang krijgen tot de internationale markt. Ze verkopen hun honing aan handelaars en weten zelf niet hoe de marktprijs evolueert. Al tien jaar hebben imkers uit Mexico en Guatemala daar een oplossing voor: Miel Maya Honing.
• Product: honing • Aantal producenten: 150 • Opgericht in: 1993 • Jaarlijkse productie: 50 ton
De weg naar zelfstandigheid In 1993 beslisten de imkers van Chiapas zich te verenigen in een coöperatie. ‘Despertar de un Pueblo Maya’ kreeg meteen steun uit België via de ngo Miel Maya Honing. De coöperatie legt zich erop toe om volledig autonoom en economisch rendabel te worden. Tot in 2001 voerde Despertar de un Pueblo Maya zijn honing uit via de kanalen die Miel Maya Honing organiseerde en beheerde. Met de hulp van de ngo begon de Mexicaanse coöperatie, waarvan je de naam kunt vertalen als; “Het ontwaken van een Maya Volk, met een eigen verkooporganisatie”. Mieles del Sur betekende voor de leden van Despertar de un Pueblo Maya een gigantische stap voorwaarts. Ze brengen nu zelf honing met fair tradekeurmerk op de markt. Hun kansen op commercieel succes zijn daarmee flink gestegen, want sindsdien vindt hun honing niet alleen meer in België, maar ook in Duitsland, Zwitserland en Italië zijn weg naar de consument. Daardoor zijn de imkers zeker van een voldoende afzet.
Opkomen voor je rechten Van een leien dakje liep het anders niet. Aan de oprichting van Mieles del Sur gingen jaren van vorming en opleiding vooraf. De kansen via fair trade en de technische ondersteuning via de ngo legden de basis,
18
Honing met Max Havelaarkeurmerk in België in 2003 In de handel sinds
2002
Aantal verkochte kg
83.354 kg
Herkomst van de honing
Chili (Apicoop), Cuba (Cuba export), Guatemala (Quaya'b), Mexico (Mieles del sur, Miel Maya, Tzeltal Tzotzil)
Aantal betrokken families
1.173
De merken die meedoen*
Fair Trade Organisatie (2), Maya Fair Trading (2), Oxfam Fair Trade (2)
Waar kan u het kopen?
AD Delhaize, Carrefour, Champion - Mestdagh, Delhaize, Delhaize Caddy Home, GB Partner, Oxfam Magasins du Monde, Oxfam Wereldwinkels, Super GB
* aantal producten met het keurmerk dat het merk aanbiedt
maar de leden van de coöperatie hebben zelf eveneens een groot aandeel in het succes. Ze bezochten andere telers en groepen, leerden de productiekosten te berekenen en het gewicht van de geproduceerde honing te bepalen. En vooral: ze leerden in het openbaar te spreken en voor hun rechten op te komen. Guillermo Torres, een van de voortrekkers van Mieles del Sur, wees in juli 2002 in een interview op het enorme belang van vorming. "Willen we overleven, willen we weerstand bieden tegen de handelaars, de coyotes, die ons extreem lage prijzen betalen, dan moeten we ons organiseren. Om onze honing zelf te verkopen en onze plaats op de markt te veroveren, moeten we zeer goed voorbereid zijn. We zeggen hier wel eens dat onze coöperatie opvoedt. Veel collega’s konden vroeger lezen noch schrijven. Nu kunnen ze dat wel. Dat is al een grote vooruitgang."
Maya Honing is gezond In februari 2002 publiceerde Test Aankoop een onderzoek over importhoning in België. De resultaten toonden aan dat de kwaliteit ervan nog al eens te wensen overlaat. Het percentage sporen van antibiotica is soms onrustbarend hoog. "Bacteriën raken steeds meer immuun voor allerhande antibiotica. Daardoor vormen ze een directe bedreiging voor de mens. Onze weerstand tegen allerlei besmettelijke ziekten vermindert en het vinden van nieuwe antibiotica wordt alsmaar moeilijker." Maya honing bleek een van de zes geteste honingvariëteiten te zijn, waarin geen sporen van antibiotica werden gevonden. Guillermo Torres, coördinator van Mieles del Sur, is daar bijzonder gelukkig om: "Het betekent voor de bijentelers van Chiapas enorm veel, nu bewezen is dat onze honing geen chemische of schadelijke stoffen bevat. Onze voortdurende kwaliteitszorg werpt dus duidelijk vruchten af." 19
g n i n o H
"Rik en ik zijn eerder toevallig vrijwilliger voor Miel Maya Honing geworden. Dat gebeurde op vraag van José Gekiere, de drijvende kracht achter Miel Maya Honing in Vlaanderen. Na een reis door Guatemala kwamen we thuis met het gevoel iets voor de armste Guatemalteken te willen doen." "We zagen in Guatemala echt heel arme boerenfamilies. Mensen die het water aan de lippen stond en uitgebuit werden, onder meer door de grootgrondbezitters. Sinds die reis zijn we ons heel speciaal voor Guatemala gaan engageren. En ons vrijwilligerswerk voor Miel Maya Honing is daar een stukje van. Waarom de honing? Omdat de imkers die Maya honing in België verkopen, een eerlijke prijs krijgen voor hun product."
"Het is maar een heel bescheiden engagement." "Op zeker ogenblik waren we in West-Vlaanderen de beste verkopers van Maya honing. We haalden de mooiste omzet. Daarvoor hadden we een systeem ontwikkeld, dat we nu nog altijd toepassen. We kopen een flinke voorraad honing aan en die verdelen we dan verder onder vrienden en kennissen. Zo hebben we een klein netwerkje van ‘medeverkopers’ laten groeien." "Vandaag is de thuisverkoop sterk teruggelopen. Dat komt, omdat je Maya honing in de Wereldwinkels en ook in het gewone warenhuis kunt kopen. Wij vinden dat een goede zaak. Op die manier komen meer mensen met de eerlijke handel in contact. Honing is maar één schakel in de hele fairtradeketen. Wanneer mensen vandaag Maya honing in hun wereldwinkel kopen, nemen ze misschien ook koffie en bananen mee. Het gaat ons om de eerlijke handel en onze honingverkoop is voor ons een manier om daartoe bij te dragen." "We voelen ons als vrijwilligers zeker niet overbodig of uitgesloten nu je vaker fair trade aantreft in de reguliere handel. Ons engagement gaat om meer dan dat alleen. Wat doen we meer? We organiseren elk jaar een feest met de "Vrienden van Guatemala" en daar staat dan steevast ook een stand met Maya honing en folders over eerlijke handel. Soms vind je ons ook op beurzen en derdewereldfeesten. Enfin, het is een heel eenvoudig engagement, niks groots."
Mia Delmote en haar man Rik Nolet Vrijwilligers van Miel Maya Honing 20
r e k i u S De internationale markt voor suiker is helemaal verzuurd door interventionisme. De suiker uit het Noorden prijst dankzij gigantische landbouwsubsidies de suiker uit het Zuiden uit de markt.
Manduvirá, Arroyense en Montillo • Land: Paraguay • Product: rietsuiker • Aantal producenten: 135 (Manduvirá)
De suikerproducerende landen uit het Zuiden mogen de export naar Europa of de VS vergeten. Maar ook onderling zijn ze in een moordende concurrentiestrijd verwikkeld. De dupe van dat alles zijn de arbeiders op de suikerrietplantages. De eigenaars – grootgrondbezitters en multinationals – hebben geen belangstelling voor de sociale rechten van de arbeiders. Vrije vakbonden zijn verboden en de duizenden seizoenarbeiders hebben geen enkele zekerheid of houvast.
Vruchtbare samenwerking In de landelijke gemeente Arroyos y Esteros (Paraguay) verkopen drie coöperaties hun suikerrietproductie aan de lokale suikerraffinaderij Otisa. Omgekeerd koopt de raffinaderij haar suikerriet exclusief bij de drie coöperaties. Het is een winwinsituatie voor beide partijen. In Paraguay werkt Max Havelaar samen met drie kleine rietsuikercoöperaties. Geen van de drie – Manduvirá, Arroyense noch Montillo – is in staat om zelf rietsuiker te verwerken en te exporteren. Daarvoor doen ze een beroep op de lokale raffinaderij Otisa, een door FLO erkend bedrijf, met een meer dan gemiddelde aandacht voor milieuzorg. In 2002 nam Otisa onder meer het initiatief voor een stichting die de biologische landbouw in de streek zou promoten door middel van sensibilisatie, technisch advies, onderzoek en experimenten met natuurlijke bemesting. Dat deed ze met succes, want na amper twee jaar is alle suiker die de fabriek verlaat biologisch gecertificeerd.
21
r e k i u S
De voordelen van biologische landbouw De biologische landbouw biedt heel wat voordelen. De gezondheid van zowel de suikerriettelers als de consumenten vaart er wel bij. Tegelijk is het ook een zegen voor de landbouwgrond die daardoor vruchtbaar blijft, zodat de boeren hem jarenlang kunnen blijven bewerken. Biologisch gecertificeerde suiker levert de boeren ook meer inkomsten op, want de vraag ernaar stijgt voortdurend. De rietsuikercoöperaties en Otisa werken nauw samen. Ook dat is een goede zaak. Neem het voorbeeld van het transport. Vroeger huurde elke coöperatie afzonderlijk een vrachtwagen om het suikerriet naar de fabriek te brengen. Dat bleek niet alleen duur, maar ook inefficiënt. De oogst kwam dikwijls te laat of onregelmatig in de fabriek. Nu haalt Otisa de oogst op met eigen vrachtwagens. Dat is goedkoper en het garandeert een geregelde aanvoer. De coöperaties hebben een zorg minder en tijd over om aan de eigen organisatie te besteden. Kortom, alle partijen winnen erbij.
Kennisoverdracht van Zuid naar Zuid Otisa zocht een manier om de verwerking van de rietsuiker vlotter te laten verlopen. Het bedrijf nam daarom contact op met Tecnoazucar, een Cubaans adviesbureau dat technici uitzendt over heel Latijns-Amerika. Sindsdien werken drie Cubaanse ingenieurs voltijds in het bedrijf. Ze zoeken oplossingen voor de problemen die ze tegenkomen en helpen zo de raffinaderij gestaag vooruit op weg naar een grotere professionalisering.
Suiker met Max Havelaarkeurmerk in België in 2003 In de handel sinds
2002
Aantal verkochte kg
45.835 kg
Herkomst van de suiker
Costa Rica ( Coopecañera, Coopeagri), Filipijnen (Panay), Malawi (Kasinthula), Paraguay (Arroyense, Montillo, Manduvira, Cañera del sur)
Aantal betrokken families
12.247
De merken die meedoen
Delhaize (2), Oxfam Fair Trade (2)
Waar kan u het kopen?
AD Delhaize, Alvo, Delhaize, Delhaize City, Oxfam Magasins du Monde, Oxfam Wereldwinkels
* aantal producten met het keurmerk dat het merk aanbiedt 22
"De landen in het Zuiden help je volgens mij veel beter met eerlijke handel dan om met het even welke andere vorm van samenwerking. Eerlijke handel legt immers een rechtstreeks verband tussen ontwikkeling van het individu en de ontwikkeling van de economie." "De Fair Trade Labelling Organisatie (FLO) zet de bakens uit voor de eerlijke handel. Door de controle van de producenten, het toekennen van certificaten en de supervisie van het hele handelstraject – van producent tot consument – zorgt FLO ervoor dat de regels worden gerespecteerd. En die regels zijn: rechtstreekse aankoop bij de producent, een eerlijke prijs, een langdurende relatie en vooruitbetaling."
geen kruid gewassen. Zeker niet als je op de reguliere markt wil meepraten." "De Europese Unie beweert voor duurzame ontwikkeling te zijn in de landen van het Zuiden. Maar met haar huidige landbouwpolitiek bereikt ze juist het omgekeerde." "Zeker, politici mogen bepaalde economische sectoren ondersteunen zodat ze zich kunnen
"Eerlijke Handel is de directe link tussen individuele ontwikkeling en ontwikkeling van de economie"
"We verdelen het werk tussen FLO en Max Havelaar. Dat vergroot de efficiëntie." "De beslissing om suiker te certificeren is genomen toen we merkten hoe de armste suikerboeren voortdurend worden achtergesteld. Vooral boeren uit andere dan de ACP-landen, die een bevoorrechte handelsrelatie met Europa hebben, zijn zwaar benadeeld. Enerzijds moeten ze per kg suiker die ze naar Europa uitvoeren, 50 eurocent importtaks betalen. Anderzijds subsidieert de Europese Unie haar eigen suikerproducenten met 25 eurocent per kg. Tegen deze dubbele financiële last is
ontwikkelen. Maar een structurele subsidie op lange termijn heeft geen zin. Als een landbouwproduct uit de internationale markt geprijsd wordt, zoals in het geval van de Europese suiker, doe je er beter aan over te stappen op een andere teelt." "We spreken dikwijls met onze producenten over diversificatie en omschakeling naar biologische landbouw. Ik denk dat de Europese Unie hetzelfde moet doen. Ze moet voor haar landbouwbeleid een langetermijnvisie ontwikkelen. Als ze dat doet, komt ze er vanzelf achter dat suikerproductie in Europa geen zin meer heeft. Suiker uit het Zuiden kost in productie niet eens de helft van wat hij bij ons kost. Waarom blijf je dan de Europese suikerproducent subsidiëren? Je zoekt beter uit of de boeren meer gebaat zijn met een andere teelt of met een omschakeling naar biologische landbouw."
Luuk Zonneveld, directeur FLO-international
23
e e h T Kayonza • Land: Uganda • Product: thee
In tegenstelling tot bijvoorbeeld koffie wordt thee niet op een internationale markt verhandeld. Geen druk op de prijzen zou je dus denken. En dat klopt: de prijs van thee is stabiel. Maar ook erg laag. De meeste thee wordt rechtstreeks aangekocht door een handvol grote ondernemingen. Ongeveer 20% van de thee wordt geteeld op kleine boerenbedrijfjes. Die theeboeren verdienen niet erg veel met hun werk. Toch houden ze vol, want thee vraagt geen grote investering en je kunt het hele jaar rond oogsten. Gedurende 12 maanden heb je als theeteler een min of meer vast inkomen. Bovendien loop je geen risico in een klap je hele oogst te verliezen.
• Aantal arbeiders: 540 • Gemiddelde oppervlakte: 3 ha • Jaarlijkse productie: 8.450 ton (2001)
Einde van het isolement Kayonza is een theefabriekje in het zuidoosten van Uganda. In de bergachtige streek remmen de slecht onderhouden wegen en de afwezigheid van enig communicatiemiddel de ontwikkeling af. De wegen naar de theevelden zijn in een bedroevende staat en onberijdbaar voor vrachtwagens. De boeren moeten noodgedwongen te voet met hun thee op weg naar de inzamelpunten. Die uitputtende tocht duurt urenlang. Zowel de productiviteit als de inkomsten van de boeren lijden eronder. De boeren proberen het tij te keren met twee projecten die ze financieren dankzij de meeropbrengst van fairtrade. Op vijftig plaatsen langs de weg van Mafubga naar Rutenga verstevigden de boeren de bestaande afwateringsgeulen en ze maakten er ook enkele nieuwe bij. Overtollig regenwater stroomt nu gemakkelijker weg, zodat de weg ook bij hevige regenval berijdbaar blijft. Sindsdien kan de vrachtwagen van de theefabriek van Kayonza tot aan de rand van de velden rijden.
Met dank aan fair trade
24
Even verderop is de brug van Nyamiko Rubimbwa hersteld. De oorspronkelijk houten brug, die al jaren geleden werd vernield, is vervangen door een stenen exemplaar. Het resultaat is ook hier dat de
Thee met Max Havelaarkeurmerk in België in 2003 In de handel sinds
2002
Aantal verkochte kg
2.144 kg
Herkomst van de thee
Indië (Ambotia), Oeganda (Kayonza, Igara), Sri lanka (Idulgashina), Tanzanië (Kibena), Zimbabwe (Katiyo)
Aantal betrokken families
2.156
De merken die mee doen*
Algra (3), Delhaize (2), Fair Trade Organisatie (7), Neuteboom (4), Oxfam Fair Trade (1)
Waar kan u het kopen?
AD Delhaize, Alvo, Biowinkels, Carrefour, Delhaize, Delhaize City, GB Partner, Oxfam Magasin du Monde, Oxfam Wereldwinkels, Super GB
* aantal producten met het keurmerk dat het merk aanbiedt
vrachtwagen veel dichter bij de velden kan komen om zijn lading op te pikken. "Het is dankzij de premie die we krijgen voor eerlijke handel, dat deze brug er is gekomen," glundert Fred Karebiya. "Dit zou ook elders moeten gebeuren!" Het vervoer van thee, bananen en koffie is voor hem en zijn collega’s voortaan een stuk makkelijker. Niet alleen de wegeninfrastructuur is dankzij fair trade verbeterd. Ook communicatief is er vooruitgang geboekt. Tot voor kort had de fabriek van Kayonza geen telefoon. Af en toe was er een radioverbinding. De fabriek investeerde in een computer met printer en heeft nu internet en een satelliettelefoon. Voor de duurdere apparatuur zoals de speciale antenne kwam de fairtradepremie goed van pas. Met de toegenomen communicatiemogelijkheden is ook de kennis van de markt verbeterd. Marketing en commercialisering verlopen vlotter en de contacten met de zakenpartners gebeuren nu snel en efficiënt.
Fabriekseigenaars Vóór 1994 beheerde de Uganda Tea Growers Corporation alle Ugandese theeplantages. Maar in dat jaar konden de arbeiders dankzij de liberaliseringspolitiek van de regering zelf eigenaar worden van de theeplantages en bovendien aandelen van de verwerkingsfabrieken verwerven. Vijf jaar later hadden de 2800 voormalige arbeiders, en nu zelfstandige boeren, 100.000 aandelen met een handelswaarde van 222.000 euro van de Kayonza Tea Factory in handen. Zij stelden een management aan dat het bedrijf in hun naam leidt en aan hen rekenschap aflegt. Dat gebeurt in de raad van bestuur, waarin de boeren vertegenwoordigd zijn en waar alle belangrijke beslissingen genomen worden.
25
"Voor ik bij OxfamWereldwinkels werkte, was ik al een bewuste consument. Ik heb altijd gevonden dat er zo weinig mogelijk discrepantie mag zijn tussen wat je zegt en wat je doet. De prijs van een product wordt dan ondergeschikt aan andere criteria."
discussie treden. En ook bij de bananencompagnieën merk je een dergelijke evolutie. Dat heeft ook te maken met de groeiende belangstelling van de consument voor producten uit eerlijke handel. Maar soms ontdekken we gezamenlijke belangen in onverwachte hoek. In Vlaanderen merken we bijvoorbeeld dat Boerenbond en Oxfam-Wereldwinkels met bepaalde standpunten over zaken als de dumpingproblematiek sterk naar elkaar zijn toegegroeid. Dat soort allianties tussen belangengroepen in Zuid en Noord wordt in de toekomst belangrijker."
"Samen met Max Havelaar willen we bijvoorbeeld ijveren voor een erkenning van het idee ‘eerlijke handel’." "Er is een verschil tussen Oxfam Fair Trade en OxfamWereldwinkels als beweging. De eerste ijvert ervoor gemarginaliseerde producenten uit het Zuiden een plaats op onze markt te geven. Terwijl de beweging zich engageert voor eerlijke handel tout court. Ze komt onder meer op tegen dumpingpraktijken en ageert tegen onrechtvaardige voorstellen van bijvoorbeeld de Wereldhandelsorganisatie. Wij blijven radicaal in onze eisen, maar kiezen daarbij vaker dan in het verleden ook voor het overlegmodel." "Toch willen we waakzaam zijn en een beweging als Oxfam-Wereldwinkels blijft daarom nodig om op tijd en stond onrechtvaardige handel hard aan te klagen." " Met de jaren is het water tussen Oxfam-Wereldwinkels en de ondernemerswereld minder diep geworden. Er is sprake van een toenadering en er zijn openingen voor overleg. Zo kun je vandaag met de meeste koffiemultinationals in
26
"We mogen ons op het vlak van fair trade pioniers noemen. Twintig jaar geleden waren er amper 20 wereldwinkels. Nu zijn er 200, maar vind je ook veel producten uit de eerlijke handel in de reguliere handel. Het is nu aan ons om net als toen opnieuw naar de toekomst te kijken en opnieuw pionier te worden. Vijf jaar geleden werd de term ‘fair trade’ nauwelijks gebruikt. Ook niet binnen Oxfam-Wereldwinkels. Het is vandaag een bekend begrip dat internationaal gebruikt wordt en veel duidelijker gedefinieerd is dan 20 jaar geleden. Samen met Max Havelaar willen we ijveren voor een erkenning van het idee ‘eerlijke handel’. Zoals de term ‘biologisch’, verdient ook ‘fair trade’ bescherming."
Johan Elsen, Oxfam-Wereldwinkels vzw
t s j i R Rijst is vooral een Aziatische aangelegenheid. Amper 4% van de totale wereldproductie wordt buiten Azië verhandeld. Vier grote ondernemingen hebben samen een marktaandeel van 40%.
NAG-Surin (Natural Agriculture Group) • Land: Thailand • Product: rijst • Aantal producenten: 142 • Gemiddelde oppervlakte: 2 ha
De meeste rijst wordt in Azië verbouwd en geconsumeerd. Het is de teelt van hoofdzakelijk kleine boeren met weinig land en middelen. Er komt veel handenarbeid aan te pas en de klassieke rijstteelt vraagt ook veel dure, externe inputs. De export van de Aziatische rijst naar onze markt wordt bovendien bemoeilijkt, door de subsidies van de Amerikaanse overheid aan zijn rijstboeren en door de Europese invoerheffingen. Van een ‘eerlijke’ markttoegang is dus niet echt sprake.
• Jaarlijkse productie: 2500 ton
Biologische landbouw uit noodzaak Surin is een van de meest dichtbevolkte, maar armste regio’s van Thailand. Uitgerekend daar vind je een sterke coöperatie van een honderdtal rijstboeren, NAG-Surin. Een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de groep is de oprichting van hùn rijstfabriekje NAG Rice Mill. De geoogste rijst wordt er door de vrouwen gepeld en verpakt. NAG-Surin zou het niet lang hebben uitgehouden zonder de steun van de Thailandse ngo Green Net. Die werd al in 1993 opgericht met als voornaamste doel de toegang tot de markt voor de kleine boeren te vergemakkelijken. De medewerkers van Green Net geven teeltadvies en leveren andere diensten zoals kwaliteitscontrole. Maar de ngo fungeert daarnaast ook als tussenpersoon, zowel voor de verkoop op de binnenlandse markt, als voor de exportmarkt. Ze garandeert de boeren daarbij een eerlijke prijs. Greennet voert al 10 jaar rijst uit naar Europese alternatieve handelsorganisaties zoals Oxfam-Wereldwinkels. Sinds 2002 is de organisatie geregistreerd door Max Havelaar, waardoor Greennet zijn producten nu ook elders zoals in Denemarken, Frankrijk en Noorwegen verkoopt.
27
Rijst
‘Geen patent op rijst, geen patent op het leven’.
Biologische teelt in opmars De medewerkers van Green Net overtuigden de boeren van NAG-Surin om 100% biologisch te gaan telen. Biologische teelt biedt namelijk heel wat praktische voordelen. De schuldenlast van de boeren neemt erdoor af, omdat aan biologisch teelt geen dure pesticiden of kunstmest te pas komen. Met dierlijke mest en plantenextracten voor het bestrijden van ziekten en plagen houden de NAG-Surinleden hun akkers gezond en vruchtbaar. Bovendien zaaien ze op aanraden van Green Net opnieuw traditionele rijstvariëteiten. Die zijn namelijk beter bestand tegen het klimaat. Dat schenkt de rijstboeren het bijkomende voordeel dat ze niet langer afhankelijk zijn van grote zaadhuizen, omdat ze het zaad voor de rijstbouw zelf selecteren en constant verbeteren. Tegelijk houden ze met deze aanpak ook de diversiteit in stand. Intussen neemt ook in Thailand de vraag naar biologische landbouwproducten toe. Green Net heeft daarom een binnenlands netwerk uitgebouwd. Via biomarkten, dertig Thaise bio-winkels en enkele warenhuizen vinden allerlei biologische landbouwproducten, waaronder de rijst van NAG-Surin, hun weg naar de lokale consument.
Intussen lobbyt Green Net met andere organisaties tégen de heerschappij van de agro-industrie, de patenten op de levende organismen en de invoering van genetisch gemodificeerd zaaigoed in de landbouw. Een van de slogans waarmee Green Net actie voert, luidt ‘Geen patent op rijst, geen patent op het leven’. "De toekomst van onszelf en van de kleine boeren uit het noorden van Thailand staat of valt met de bescherming van het gemeenschappelijke erfgoed. Wij moeten altijd vrij kunnen beslissen over de teelt van jasmijnrijst," verdedigt een ngo-medewerker dit lobbywerk. En Lam Lengram, die lid is van NAG-Surin, vult aan: "Onze voorouders teelden al eeuwen geleden de jasmijnrijst. Hij is een deel van ons leven en van onze cultuur. Een patent op jasmijnrijst of misbruik van de naam is regelrechte diefstal." Tryada Trimanka, landbouwexpert van NAG-Surin: "De kleine boeren zijn de ruggengraat van onze cultuur en economie. Als zij verdwijnen, breekt gegarandeerd hongersnood uit. De agro-industrie? Die is enkel geïnteresseerd in haar winst en niet in het milieu of onze gezondheid. De kleine boeren moeten uiteraard biologisch te werk gaan. Dat is duurzamer dan industriële landbouw en levert gezonder voedsel op voor onze kinderen."
Rijst met Max Havelaarkeurmerk in België in 2003 In de handel sinds
2003
Aantal verkochte kg
37.218 kg
Herkomst van de rijst
Thailand (NAG-Surin)
Aantal betrokken families
142
De merken die meedoen*
Oxfam Fair Trade (2)
Waar kan u het kopen?
Alvo, Biowinkels, Carrefour, Oxfam Magasins du Monde, Oxfam Wereldwinkels, Partner GB, Super GB
* aantal producten met het keurmerk dat het merk aanbiedt
28
"Ik ben voorzitter van Max Havelaar geworden in 1999, maar mijn engagement voor het Zuiden dateert al van mijn studententijd. Ik was me altijd bewust van het sociale onrecht in onze samenleving en heb me altijd geëngageerd in allerlei sociale organisaties."
schuilt voor die mensen die leven van slechts één landbouwproduct. Wie de macht heeft, bepaalt de prijs. Voor de kleine, onafhankelijke producent is dat dodelijk. Er is een sociale correctie nodig. Eerbied voor de mensen is in feite waar het om gaat."
"Max Havelaar wil vooral de meest achtergestelde producenten helpen. Onafhankelijke koffieboeren in Mexico liggen aan de basis van ons keurmerk. Ze kregen een gloednieuwe vrachtwagen van een ngo, maar hun reactie was verrassend. ‘De vrachtwagen is oké, maar het zou nog beter zijn wanneer we onze koffie aan een fatsoenlijke prijs konden verkopen.’ Zo komt het dat een koffieboer die vandaag met Max Havelaarkeurmerk werkt 1.26 dollar per pond koffie krijgt, terwijl op de internationale koffiemarkt amper 60 dollarcent betaald wordt. Een bedrag, waarmee niet eens de productiekosten gedekt zijn."
"Ik verwacht voor de toekomst dat de groei zich blijft doorzetten. Ondernemingen beseffen stilaan dat je ook op een eerlijke manier handel kunt drijven, zonder daarom verlies te lijden. Ik hoop daarom dat we nog méér producten kunnen certificeren. Mijn grote droom is dat de hele handel eerlijker wordt. Maar dat zal allicht een droom blijven." Jean Legein, Max Havelaar
"We reiken ondernemers een oplossing aan om eerlijke handel te bedrijven."
"Soms reageren ondernemers: ‘Is onze handel dan niet eerlijk? We werken toch volgens de principes van de markt. We respecteren de wet van vraag en aanbod. We doen niets illegaals.’ Voor Max Havelaar komt het er dan op aan duidelijk te maken dat de markt hoofdzakelijk financieel reageert. En dat daarin juist een uiterst venijnig addertje
29
Colofon Tekst en redactie: Julien Hayois en Paul Van Damme Foto’s : - Ron Gilling (cover) - Eric De Mildt (p. 8-9; 10 onderaan; p. 12 bovenaan; p. 14 onderaan) - Tineke D’haese (p. 12 onderaan; p. 13) - Claire Deprez voor Miel Maya Honing (p. 19-20) - André Radlinsky/ Max Havelaar – foundation (Switzerland) (p. 21-22; 23 onderaan) - Koning Boudewijnstichting (p. 23 bovenaan) - Conrad Gutekunst (p. 25; 26 onderaan) - Piboon Patwichaichoat/Max Havelaar-Foundation (Switzerland) (p. 27) - Hartmut Fiebig (p. 29 onderaan) Copyright: Max Havelaar Ontwerp: Dom Verrassel Met de medewerking van DGOS en met de steun van de Vlaamse minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Bronnen: FLO en zusterorganisaties van Max Havelaar, Oxfam-Wereldwinkels, Miel Maya Honing, Cafédirect, Coffeekids, Loraine Ronchi, “The Impact of fair trade on producers and their organisations : A case study with Coocafé in Costa Rica, June 2002, University of Sussex", Claro, Divine Chocolate, Green Net, Coocafé, Kuapa Kokoo, Otisa. Meer info over deze bronnen kunt u vragen bij Max Havelaar,
[email protected].
Max Havelaar Aalststraat 7-11 1000 Brussel 02/213.36.26
[email protected]
www.maxhavelaar.be 2004
04Koffie
08Bananen
11Cacao
15Sinaasappelsap
18Honing
21Suiker
24Thee
27Rijst
De impact van fair trade In 2003 vond je in België acht productgroepen met Max Havelaarkeurmerk in het winkelrek: koffie, chocolade, bananen, thee, rijst, sinaasappelsap, suiker en honing. In totaal kon je kiezen uit 134 verschillende gecertificeerde producten. Ruim 271.460 families in het Zuiden hebben via Max Havelaar toegang tot de Belgische markt. In deze brochure ontdek je aan de hand van cijfers en voorbeelden welke impact jouw aankopen van producten met Max Havelaarkeurmerk hebben op het dagelijkse leven van de boeren die ze produceren. Een meer of minder bekende Belg legt uit waar voor hem of haar de meerwaarde en betekenis van eerlijke handel ligt en de aandachtige lezer ontdekt ten slotte ook waar de verschillende producten met Max Havelaarkeurmerk te koop zijn. Deze brochure is niet volledig, maar ze biedt interessante lectuur aan wie eerlijke handel vanuit verschillende invalshoeken belicht wil zien.