Matrix van prestatie-eisen DEELDOMEIN
GEBOUWTOETSEN
BOUWDEELTOETSEN
Functionaliteit
organisatie van het grondplan vloeroppervlakten afstemming op antropometrie
afstemming op antropometrie gemakkelijke bediening correcte afwerking
Bouwmechanica
standzekerheid sterkte en stijfheid versnelling (dynamica)
sterkte en stijfheid knik
toelaatbare spanning
hygrothermische eisen lichttechnisch geluidsabsorptie geluidverzwakkingsindex
dampdichtheid absorptiecoefficient
Bouwfysica
energie en thermisch comfort daglichttoetreding vochthuishouding binnenluchtkwaliteit zaalakoestiek zonering en evacuatie
brandweerstand
brandklasse
omgevingsbelasting
biol., chem. en fysische effecten
UV-bestendigheid
Onderhoud
bereikbaarheid en vormgeving krasbestendigheid
afstemming op antropometrie
Economie
kost/kwaliteitverhouding minimale jaarlijkse kosten
totale jaarlijkse kosten
Ecologie
levenscyclusanalyse
totale milieu-impact
Brandveiligheid Duurzaamheid
MATERIAAL
recycleerbaarheid
Hygrothermische toetsen van bouwdelen 1. Luchtdichtheid 2. Thermische isolatiekwaliteit 3. Thermisch niet-stationair gedrag Zontoetreding 4. Hygrothermische spanningen en vervormingen 5. Vochthuishouding WATER
WATERDAMP
6. Koudebruggen
bouwvocht regendoorslag opstijgend vocht drukwater hygroscopisch vocht oppervlaktecondensatie inwendige condensatie
1. Luchtdichtheid A. Doorstroming
B. Langsstroming buiten binnen buiten
buiten
binnen binnen buiten binnen BINNENLUCHT NAAR BUITEN(OPPERVLAK) kans op inwendige condensatie toename van U-waarde BUITENLUCHT NAAR BINNEN(OPPERVLAK) toename van U-waarde kans op schimmel en oppervlaktecondensatie vermindering luchtgeluidisolatie
2. U-waarde A. Eis van isolatiedecreet deel gevels dak vloer op volle grond boven kruipkelder binnen-buiten buitenmuren in contact met grond gemene muur ramen
NIEUWBOUW (W/m²K) 0.6 0.6 1.2 0.9 0.6 0.9 1.0 3.5
B. Economisch optimum minimale U-waarde zonder extra gevolgkosten U ≈ 0.2 à 0.6 W/m²K C. Ecologisch optimum
VERNIEUWBOUW (W/m²K) 0.6 0.4 1.2 0.9 0.6 0.9 1.0 3.5
3. Niet-stationair gedrag NIET-DOORZICHTIGE DELEN
buiten
θe
binnen
θi temperatuurschommelingen dempen fazeverschuiving
Principe: - capacitieve lagen zo ver mogelijk naar binnen - isolerende lagen zo ver mogelijk naar buiten
3. Niet-stationair gedrag DOORZICHTIGE DELEN Zontoetreding ‘s zomers (+tussenseizoenen) beperken ‘s winters maximaal
3. Niet-stationair gedrag SERRE-EFFECT langegolf vs. kortegolfstraling 1
ultraviolet
visible
infrared
emission
transmission
0.1
sun 1
10 room enclosures (20°C)
100 µm
3. Niet-stationair gedrag MOGELIJKE OPLOSSINGEN vaste oplossingen - architectonische middelen luifels, uitkragingen,…
- zonwerende beglazing absorberend, reflecterend
regelbare oplossingen - binnenzonwering gordijnen, jaloezieën
- tussenzonwering actieve of dubbele gevels
- buitenzonwering rolgordijnen, uitvalschermen,…
beoordelingscriteria: ZTA- en LTA-waarde
4. Hygrothermische spanningen en vervormingen
buiten
binnen
buiten
Principe: - grote vervormingen en spanningen in de dragende constructie vermijden - ontoelaatbaar grensgedrag in de buitenlagen vermijden - waar nodig dilatatievoegen
binnen
5. Vochthuishouding WATER
WATERDAMP
regendoorslag
inwendige condensatie
opstijgend vocht bouwvocht
oppervlakte condensatie
hygroscopisch vocht
5. Vochthuishouding
VORMEN VAN VOCHTSCHADE afname van de isolerende kwaliteit hygrische vervormingen afname van sterkte en stijfheid biologische aantasting vorstschade zoutaantasting chemische verwering
5. Vochthuishouding
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
1. BOUWVOCHT
Tot 5000 liter/woning !!!
Gevolgen:
• droging van bouwvocht verhoogt de stookkosten • risico op schimmelvorming stijgt • grotere kans op inwendige condensatie
5. Vochthuishouding 1. BOUWVOCHT Principe: • laat droging toe zonder vochtverplaatsing naar vochtgevoelige
lagen of isolatie • sluit geen bouwvochtige lagen en isolatie samen op tussen twee
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
dampremmende lagen • beperk de droogtijd en wacht voldoende lang met schilderen, behangen en het plaatsen van een dampremmende vloerbekleding Vb. vloer op volle grond:
5. Vochthuishouding 2. REGENWERING Regendoorslag = nat worden van een laag, waarvan de functie eist dat ze droog is
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
water komt voorbij het buitenvlak of de buitenlaag redenen:
Gevolgen:
• • • •
-
capillariteit zwaartekracht winddruk waterdruk
droging verhoogt de stookkosten droogvlekken aan binnenoppervlak grotere kans op schimmelvorming, huiszwam,… evt. transport van zouten in de materialen
5. Vochthuishouding 2. REGENWERING
regenwering kan gerealiseerd worden door:
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
- afscherming - toepassen van regenscherm 1. capillaire snede 2. ééntraps-regendichting 3. tweetraps-regendichting
5. Vochthuishouding 2. REGENWERING
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
PRINCIPE VAN AFSCHERMING
5. Vochthuishouding 2. REGENWERING
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
REGENSCHERM: principe van de capillaire snede
5. Vochthuishouding 2. REGENWERING
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
REGENSCHERM: de ééntrapsregendichting
Nadeel: schadegevoeligheid !!
wind + regendichting = niet poreuze dichte buitenlaag
5. Vochthuishouding 2. REGENWERING REGENSCHERM: de tweetrapsregendichting
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
p+
p+
p-
regendichting ontspanningsruimte winddichting
p+
p-
ééntrapsregendichting
tweetrapsregendichting
REGENWERINGSTRATEGIE EN VERVUILINGSGEVOELIGHEID
geleiding T opslag S drainage D
3 strategieën T=0
waterdichte laag (ééntraps)
Sää
capillaire laag met voldoende opslagcapaciteit
Dää
drainagelaag (tweetraps)
VERVUILINGSGEVOELIGHEID stijgt als S en T dalen !!
5. Vochthuishouding
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
3. OPSTIJGEND VOCHT
Gevolgen:
• binnenoppervlak nat met alle gevolgen vandien • opstijgend vocht resulteert in hoge vochtgehalten Þ degradatie van pleister, corrosie van hoekprofielen • vaak gecombineerd met zouttransport !! Þ kristallisatie aan droogvlak
5. Vochthuishouding 3. OPSTIJGEND VOCHT Principe: • NIEUWBOUW
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
inbouw van waterdichte laag in alle wanden • VERNIEUWBOUW - verhinder verdere opzuiging (inbrengen van waterdichte laag) (- verander opzuiging in afstoting (electrokinese)) - bevorder droging
5. Vochthuishouding
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
4. DRUKWATER
Principe: • afbouw van drukverschil (drainage)
• waterdichte, waterwerende constructies • winddichte constructies
5. Vochthuishouding 5. HYGROSCOPISCH VOCHT = vochtgehalte in een poreus materiaal in evenwicht met de relatieve vochtigheid van de omgeving
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
hygroscopisch vocht is niet te vermijden wel dienen te hoge en te lage relatieve vochtigheden vermeden te worden
6. OPPERVLAKTE CONDENSATIE = condensatie van waterdamp op een oppervlak als dampdruk hoger is dan de verzadigingsdampdruk horend bij de temperatuur van het oppervlak binnen soms niet te vermijden Þ juiste afwerking voorzien buiten : onderkoelingscondensatie !!
5. Vochthuishouding 7. INWENDIGE CONDENSATIE = condensatie in de bouwconstructie zelf afkomst van vocht bouwvocht, regendoorslag, opstijgend vocht, woonvocht
OORZAKEN VAN VOCHTSCHADE
motor vochttransport diffusie en convectie principes
geen jaarlijks resulterend condens beperkte hoeveelheden zodat geen vochtschade optreedt opletten met aflopend condenswater
maatregelen bouwvochtdroging niet verhinderen regendoorslag, opstijgend vocht vermijden bouwdeel luchtdicht (convectie uitsluiten) warme zijde meest dampremmende lagen minst isolerende lagen koude zijde minst dampremmende lagen meest isolerende lagen
6. KOUDEBRUGGEN
θri
θe θsi
τ = (θsi−θe)/ (θri−θe)
Gevolgen:
• stijging in energievraag • gevaar op schimmelproblemen Þ
τ >0.7 !
6. KOUDEBRUGGEN
6. KOUDEBRUGGEN