2009-2010
Navigators Studentenverenigingen
MATERIAAL VOOR DE TOERUSTING VAN NIEUWE MENTOREN
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ................................................................................................................................................... 1 Inleiding.............................................................................................................................................................. 2 1. Waarom mentoring? ....................................................................................................................................... 3 Wat is mentoring?........................................................................................................................................... 3 Voorbeelden van mentoring in de Bijbel.......................................................................................................... 3 Mentoring in de geschiedenis van Navigators ................................................................................................. 3 Jij en mentoring .............................................................................................................................................. 3 2. De inhoud van mentoring................................................................................................................................ 4 Het doel van mentoring .................................................................................................................................. 4 Het doel in praktijk brengen............................................................................................................................ 4 Schema van groeigewoonten...................................................................................................................... 5 Terugkijkend op je eigen mentorrelatie........................................................................................................... 5 Begin van je nieuwe mentorrelatie .................................................................................................................. 5 3. Start van de mentorrelatie .............................................................................................................................. 6 De mentoree................................................................................................................................................... 6 De eerste afspraak .......................................................................................................................................... 6 Vervolgafspraken............................................................................................................................................ 6 4. Evalueren van de mentorrelatie (optioneel) .................................................................................................... 7 Nieuwe mentoree ........................................................................................................................................... 7 Inhoud van de mentorrelatie ........................................................................................................................... 7 Praktische zaken rondom mentorrelatie ......................................................................................................... 7 Evalueren met je nieuwe mentoree................................................................................................................. 7 Bijlage bij ontmoeting 2: praktische tips m.b.t. mentoring.................................................................................. 8 Hoe vind je een mentoree?.............................................................................................................................. 8 1e afspraak...................................................................................................................................................... 8 Voorbeeldvragen voor een eerste gesprek .................................................................................................. 8 Vervolgafspraken............................................................................................................................................ 9 Praktische uitwerking t.b.v. ontwikkelen groeigewoonten .......................................................................... 9
Inleiding 1
Mentoring (1 op 1 begeleiding) is een belangrijk onderdeel van het werk van Navigators onder studenten. Dit heeft alles te maken met hetgeen waarvoor NSV zich geroepen voelt, namelijk: Het goede nieuws van Jezus en Zijn Koninkrijk verspreiden onder alle volken, door geestelijke generaties van arbeiders, die leven en discipelen maken temidden van mensen die Jezus niet kennen. Concreet betekent dit dat we studenten willen helpen om Jezus te leren kennen, hen willen leren te ‘onderhouden wat Jezus gezegd heeft’ (MAT. 28:19-20) en hen willen helpen om door te geven wat ze zelf hebben ontvangen aan anderen om hen heen. Een mentorrelatie kan expliciet dit doel hebben om ‘discipelen te maken’, maar de relatie kan ook op andere manieren in worden gevuld; de mentor kan een raadgever zijn voor studie of werk, een coach zijn bij een functie binnen een vereniging; het mentoraat kan incidenteel zijn, kortdurend, of intensief, langdurend, enz. Dit materiaal is bedoeld voor toekomstige mentoren die een mentorrelatie willen aangaan met als doel om de toekomstige mentoree te helpen groeien in discipelschap. Dit is doorgaans een vrij intensieve, langdurige vorm van mentoraat. De mentor helpt hierbij de mentoree om de liefde van Jezus steeds meer te leren kennen en zien en persoonlijke overtuiging en gewoonten te ontwikkelen die helpen om een toegewijde navolger van Jezus te worden. Mede vanwege de intensieve vorm is de relatie seksespecifiek (vrouw met vrouw, man met man). 2
Dit materiaal is bedoeld om als mentoree (en dus tevens toekomstige mentor) met je eigen mentor in drie of vier ontmoetingen door te werken, om zo geholpen te worden je eigen mentorrelatie op te starten. Je kunt het materiaal tijdens de ontmoetingen samen doornemen of gebruiken ter voorbereiding op de ontmoetingen. De onderwerpen van de ontmoetingen zijn: 1. Waarom mentoring 2. Inhoud van mentoring Bijlage: praktische tips m.b.t. mentoring 3. Start van de mentorrelatie 4. (optioneel) Het evalueren van je mentorrelatie Feedback op deze studies is welkom! Ellen van der Vlies-Reumerman
[email protected] Leessuggesties Yeakley, T.R. The nuts and bolts of 1 to 1 discipling. Navpress 1997. Petersen, J & Shamy, M. The Insider. Bringing the kingdom of God into your everyday world. Navpress 2003 Stanley, P & Clinton R. Iedereen een mentor. Persoonlijke relaties om beter te functioneren. Navigator boeken 2003
1
Decennia geleden heette dit ‘persoonlijke tijd’. Veel verenigingen gebruiken nu de term ‘mentoring’ om de relatie tussen mensen te benadrukken. Sommige verenigingen gebruiken hiervoor de term ‘coaching’. 2 Er worden in dit materiaal de volgende termen gebruikt: Mentoren (je eigen mentor, 1e generatie); mentoree’s of toekomstige mentoren (jij zelf, 2e generatie) en toekomstige mentoree’s (de 3e generatie). Waar hij/ hem staat kan je ook zij/ haar lezen.
1. Waarom mentoring? Doel studie: mentoree kan verwoorden wat mentoring is, waarin de Bijbel mentoring wordt beschreven en hij kan de relevantie van mentoring verwoorden vanuit de Bijbel en vanuit zijn eigen perspectief en/of ervaring.
Wat is mentoring? »
Hoe zou jij, aan de hand van je eigen ervaring, het begrip mentoring omschrijven?
Lees MAT. 28:18-20 » Welke opdrachten worden hier genoemd? » Welke plek zou mentoring hierin kunnen hebben? » Welke andere middelen zou je kunnen noemen om deze opdracht te vervullen? Je zou mentoring kunnen beschrijven met: Een mentor ontmoet een mentoree om hem te helpen vanuit een persoonlijke, liefdevolle relatie met Jezus overtuiging en gewoonten te ontwikkelen die helpen om steeds meer op Jezus te lijken en een toegewijde navolger van Hem te worden. De mentor stimuleert de mentoree om ditzelfde te doen met anderen om hem heen.
Voorbeelden van mentoring in de Bijbel Onderstaande voorbeelden gaan over hoe Jezus zijn leerlingen voorbereidde op de tijd dat Hij er niet meer zou zijn en hoe Paulus zijn mentoree Timotheus een hart onder de riem steekt. Lees JOH. 17:6-8 EN 20 » Over welke mensen heeft Jezus het in dit gedeelte? » Wat heeft Hij hen gegeven? » Wat impliceert vers 20? Een sleutelvers uit de Bijbel over mentoring is 2 TIM. 2:2. Paulus schrijft hier aan zijn leerling Timotheüs. Lees 3
voor de context 2 TIM. 1:1-2:2 » Wat kun je in de tekst vinden over wat Paulus zelf heeft ontvangen van God? » Welke bemoedigingen en opdrachten geeft Paulus in dit gedeelte mee aan Timotheüs? Lees nog eens 2 TIM. 2:2 » Wat is de taak van de mentor en met welk doel? » Kun jij een voorbeeld noemen van wat jij hebt ontvangen en zou willen doorgeven? » Voel jij je geschikt om mentor te zijn? Waarom wel/niet?
Mentoring in de geschiedenis van Navigators Kijk op www.youtube.com naar het filmpje DWSNTRTMN (duurt ongeveer 9 min. en vergeef ons de slechte kwaliteit) over de oprichter van Navigators, Dawson Trotman. » »
Eén van de teksten die worden genoemd is JES. 60: 22. Zou deze belofte jou kunnen/mogen inspireren voor wat betreft mentoring? Wat vind je van de visie op mentoring die in dit filmpje naar voren komt?
Jij en mentoring » » » 3
Wat heb je in deze ontmoeting ontdekt over mentoring? Zou deze vorm van discipelen maken bij jou passen? Bid samen met je mentor over je ontdekkingen en vragen.
Meer voorbeelden over mentoring, kun je vinden in 1 THES. 2 en 1 KOR. 3: 5-11.
2. De inhoud van mentoring Doel studie: Mentoree kan verwoorden wat het doel is van een mentorrelatie en hoe dat bereikt zou kunnen worden. Mentoree begint met bidden voor/uitkijken naar een nieuwe mentoree.
Het doel van mentoring In MAT. 28:19-20 hebben we gelezen dat de grote opdracht is om leerlingen te maken; de NBG-vertaling zegt ‘discipelen’. Met een mentorrelatie, zoals beschreven in dit materiaal, ben je bezig om discipelen te maken. 4
Wat basiskenmerken van een discipel zijn, heeft Dawson Trotman geïllustreerd in’het Wiel’. Het Wiel: door het ervaren van Gods liefde groeit het verlangen en de wil om Christus centraal te stellen in heel je leven (GAL. 2:20). Christus is degene die de spaken in beweging zet. Als de verschillende spaken met elkaar in evenwicht zijn, blijft de christen in beweging en dus groeiende. De verticale spaken (gebed en het Woord) vertegenwoordigen de communicatie met God en de horizontale spaken (gemeenschap met anderen en een getuigende levensstijl) de relaties met het leven en de mensen om je heen. JOH. 8:31-32 / 2 TIM. 3:16 FIL. 4:6-7 MAT. 18:20 / JOH. 13:34-3 MAT. 4:19 » » »
Zoek samen met je mentor bijbehorende teksten op en schrijf ze bij de desbetreffende spaken. Wat betekent het dat Christus centraal staat in je leven? Wat is de rol van God in het in beweging zetten/houden van de spaken en hoe kan jij hierin meewerken?
Het doel in praktijk brengen Om je mentoree te helpen om Christus centraal te stellen en te groeien door met God mee te bewegen, ga je uit van waar God al bezig is in zijn leven. Op dat gebied kan je hem dan helpen om God te ontmoeten. Het is in de liefdevolle ontmoeting met God dat er verandering plaatsvindt en niet door de gewoonte op zich. Het is niet de bedoeling dat de verschillende spaken alleen activiteiten worden die uitgevoerd moeten worden (met het gevaar voor wetticisme). Maar het ontwikkelen van bepaalde gewoonten kan wel hèlpen om Christus te ontmoeten, zodat God daar door heen de mentoree in beweging kan brengen/houden. Om concreet te werken aan bovenstaande kenmerken kan je je toekomstige mentoree helpen door het 5
ontwikkelen van wat Stanley en Clinton ‘groeigewoonten’ noemen. Een samenvatting van deze gewoonten 6
zie je in het schema op de volgende pagina .
4
Grondlegger van de Navigators Stanley, P & Clinton R. Iedereen een mentor. Persoonlijke relaties om beter te functioneren. Navigator boeken 2003 6 Dit schema is gebaseerd op het schema van Stanley & Clinton. Het oorspronkelijke schema kun je vinden in hoofdstuk 3 van Stanley, P & Clinton R. Iedereen een mentor. Persoonlijke relaties om beter te functioneren. Navigator boeken 2003. 5
Schema van groeigewoonten Primair terrein Belangrijke groei-gewoonten voor een discipel Gebed » Help je toekomstige mentoree regelmatig persoonlijk en intiem met God te bidden en naar Hem te luisteren. » Maak er een gewoonte van elkaar te bemoedigen met verhalen over wat God doet/geeft in je eigen leven of in dat van anderen Het Woord » Help je toekomstige mentoree om regelmatig de Bijbel te lezen en bestuderen; alleen en met anderen. » Help je toekomstige mentoree om te leren praktische toepassingen uit de Bijbel te halen en die toe te passen op zijn eigen leven. Gemeenschap » Help je toekomstige mentoree om de waarde van gemeenschap te zien en help hem er een gewoonte van te maken regelmatige andere volgelingen van Christus te ontmoeten met als mogelijke doelen correctie, opvoeding, bemoediging, aanbidding en leiding. Getuigende » Help je toekomstige mentoree bij het bidden voor bewogenheid voor de levensstijl mensen om hem heen. » Help je toekomstige mentoree bij het aanleren van een gewoonte van voorbede. » Ontdek samen hoe je , door middel van je eigen levensstijl, woorden en daden, Christus kan delen met anderen en hoe je kan uitdelen van wat jij van God hebt ontvangen. » Zoek met je toekomstige mentoree naar toepasselijke bedieningen die de ontwikkeling en het gebruik van zijn gaven stimuleren. Het is onmogelijk om aan alle terreinen tegelijkertijd te werken, dus kies met je toekomstige mentoree uit welk terrein voor dat moment/die periode primair aandacht mag krijgen. » Werk samen met je mentor twee groeigewoonten samen uit met behulp van de volgende vragen: • Wat heeft jouw geholpen om te groeien in deze gewoonte? • Hoe zou je wat je geleerd hebt kunnen overdragen aan iemand anders?
Terugkijkend op je eigen mentorrelatie » »
Wat heb jij door jouw eigen mentor heen ontvangen en zou je graag willen meenemen in de relatie met je toekomstige mentoree? Zijn er dingen die je in je toekomstige mentorrelatie anders zou willen doen? Verwoord voor jezelf waarom en hoe je dit mogelijk invulling zou kunnen geven.
Begin van je nieuwe mentorrelatie » » » »
Kijk nog eens naar 2 TIM. 2:2. Wat voor eigenschappen van een toekomstige mentoree worden hier beschreven? Hoe kan je met Gods ogen uitkijken naar een ‘geschikt’ persoon? Heb je al iemand op het oog om je toekomstige mentoree te worden? Bid hier samen met je mentor voor.
N.B. De derde afspraak met je eigen mentor heb je als duidelijk is wie je (nieuwe) mentoree wordt. In de tussentijd krijg je de bijlage: ‘praktische tips m.b.t. mentoring’ mee. In de derde afspraak praat je hier verder over door en bereid je samen met je mentor de eerste (paar) afspraken met je toekomstige mentoree voor.
3. Start van de mentorrelatie Doel studie: Toekomstige mentor weet wat hij wil bespreken in de eerste afspraak met de nieuwe mentoree en krijgt praktische tips voor de inhoudelijke invulling van de afspraken daarna.
De mentoree » »
Bespreek hoe het benaderen van je toekomstige mentoree is gegaan en vertel kort iets over wat voor persoon de mentoree is. Neem samen met je mentor de tijd om te (luisterend) bidden voor deze toekomstige mentoree en vraag God iets te laten zien van Zijn verlangen voor hem.
De eerste afspraak »
»
»
Is er een Bijbelgedeelte dat iets zegt over jouw verlangen voor wat betreft deze mentorrelatie dat je kan/wil lezen met je toekomstige mentoree (bijv. EF. 1:17-19 en EF. 3:14-20 of KOL. 1:9-11 of 2 TIM. 2:2) Welke vragen zou je hierbij willen stellen? Wat zou je (nog) te weten willen komen van je toekomstige mentoree tijdens jullie eerste afspraak. Schrijf deze vragen op. De voorbeeldvragen voor het eerste gesprek in de bijlage: ‘praktische tips m.b.t. mentoring’ kunnen je daar bij helpen. Zijn er nog praktische zaken die belangrijk zijn om met je eigen mentor te bespreken of heb je nog vragen over de bijlage m.b.t. de eerste afspraak?
Vervolgafspraken » »
» »
Heb je al een idee welk terrein (of meerdere) voor je toekomstige mentoree de komende periode belangrijk is om te bespreken? Het schema van groeigewoonten (zie ontmoeting 2) kan hierbij helpen. Probeer samen met je mentor concreet te maken wat je op dit terrein met je toekomstige mentoree zou willen doen. Vragen die daarbij kunnen helpen zijn: • Welke Bijbelgedeelten zeggen hier iets over? Welke vragen kan je daarbij stellen? • Wat zijn je eigen ervaringen op dit gebied? Hoe zou dit je mentoree kunnen helpen? • Zijn er bestaande studies over dit terrein? Welke (gedeelten) kan je hiervan bespreken? • Op welke manieren kan je hiermee oefenen met je toekomstige mentoree? • Welke tips kan je je toekomstige mentoree meegeven om er thuis mee te oefenen? • Zijn er nog boeken/artikelen/sites/tentoonstellingen, etc. die je zou kunnen gebruiken? Heb je verder nog vragen of opmerkingen n.a.v. de bijlage ‘praktische tips m.b.t. mentoring’? Bid samen met je mentor voor de start van deze nieuwe mentorrelatie
N.B. De vierde afspraak met je eigen mentor is optioneel en is bedoeld om je nieuwe mentorrelatie te evalueren. Je zou deze kunnen plannen vlak voor je met je eigen mentoree gaat evalueren.
4. Evalueren van de mentorrelatie (optioneel) Doel studie: Mentoree bespreekt met mentor wat er goed en minder goed gaat in de nieuwe mentorrelatie en krijgt handreikingen voor het vervolg van de mentorrelatie. Om de start van je mentorrelatie te evalueren kunnen onderstaande vragen je helpen. Zoek de relevante vragen uit, voeg eventueel vragen toe en bespreek deze met je mentor.
Nieuwe mentoree » » » » » » » »
Bedenk een metafoor of symbool dat je relatie met je mentoree beschrijft en leg uit. Waar word je enthousiast van als je aan je nieuwe mentoree denkt? Wat zijn dingen die je lastig vindt in de relatie met je nieuwe mentoree? Is je nieuwe mentor op zoek naar een discipelschap- mentor relatie of toch naar een ander soort relatie? Is er bij je nieuwe mentoree sprake van overgave aan Jezus? Hoe weet je dat? Welke groeigewoonten (zie het schema van groeigewoonten bij ontmoeting 2) herken je al bij je nieuwe mentoree? Wat is God nieuwe mentoree aan het leren? Hoe kan jij daarbij aansluiten? Wat doet deze nieuwe mentorrelatie met jou?
Inhoud van de mentorrelatie » » » » » » »
Heb je het idee dat de verwachtingen van je nieuwe mentoree, voor wat betreft jullie mentorrelatie, overeenkomen met die van jou? Welke onderwerpen en/of terreinen van groeigewoonten heb je besproken? Wat heeft God op die terreinen al gegeven? Hoe merk je dit aan je mentoree? Wat zou je mentoree op dit terrein nog meer kunnen helpen? Hoe is de balans bij je mentoree tussen wat God doet en wat hij zelf kan doen? Welke terreinen/gewoonten zou je in het vervolg van deze mentorrelatie willen bespreken? Bedenk samen met je mentor met welke activiteiten/oefeningen je dit concreet kan maken. Als je terugdenkt aan je eigen mentorrelatie, wat is er hetzelfde en wat anders?
Praktische zaken rondom mentorrelatie » »
Sluit de vorm van de ontmoetingen (waar je ontmoet en hoe je onderwerpen bespreekt) aan bij je mentoree? Wat vind je van de frequentie van de ontmoetingen?
Evalueren met je nieuwe mentoree » »
Welke vragen zou je aan je nieuwe mentoree willen stellen als je met hem gaat evalueren? Bid met je mentor voor je nieuwe mentoree, voor jezelf en het vervolg van de mentorrelatie.
Bijlage bij ontmoeting 2: praktische tips m.b.t. mentoring Hoe vind je een mentoree? »
»
Selecteer zorgvuldig. Doe dit eventueel samen met degene die in jouw stad het mentoraat beheert. Het kan ook zijn dat iemand jou benadert. Wat je kan helpen bij je keus voor iemand is het ’FATprincipe’: denk je dat iemand ‘Faithful, Available en Teachable’ is? Neem eventueel een periode (bijv. week) om te bidden/na te denken over de match. Je kunt aan je potentiële mentoree vragen om hetzelfde te doen.
1e afspraak Het doel van het eerste gesprek is tweeledig: 1. Kennismaking: Wat voor persoon heb je voor je? Waar staat hij ongeveer in het geloof? Is er al sprake is van persoonlijke overgave aan Jezus (dit is niet altijd zo vanzelfsprekend als op het eerste gezicht lijkt)? 2. Praktisch: afspraken maken over verwachtingen van- en de vorm en inhoud van jullie mentorrelatie, zodat jullie allebei weten waar je aan toe bent. » » »
» »
Bereid je voor door te bidden voor het gesprek en je mentoree. Vraag God om je te laten zien wat hij/zij nodig heeft. Denk na over welke vragen je wilt stellen. Hieronder zie je wat voorbeeldvragen. Kies die vragen uit die het meest relevant lijken of voeg eigen vragen toe. NB! Er kan een spanningsveld zijn of ontstaan tussen welke onderwerpen de toekomstige mentoree wil bespreken in de mentorrelatie en wat jij, n.a.v. jullie eerste gesprek, belangrijke onderwerpen vindt. Probeer daarom in het eerste gesprek, eventueel aan de hand van het wiel of het schema van groeigewoonten (zie ontmoeting 2), uit te leggen wat je zou willen bereiken met de discipelmentorrelatie en stem daarna de onderwerpen samen af. Maak aantekeningen om later terug te kunnen lezen. Sluit het gesprek af met gebed en het plannen van een nieuwe afspraak.
Voorbeeldvragen voor een eerste gesprek Kennismaking » Wat voor persoon ben je? Beschrijf bv eens je karaktereigenschappen en/of je sterke en zwakke kanten. » Hoe wordt jij het beste gemotiveerd? bv door een stok achter de deur, een uitdaging, een bemoedigende schouderklop of iets anders. » Zijn er op dit moment bepaalde moeilijke dingen in je leven waar ik rekening mee moet houden? » Waarin wil je op dit moment het meest leren groeien? » Zou je iets kunnen vertellen over hoe je Jezus hebt leren kennen en kan je omschrijven wat voor relatie je nu met Jezus hebt? Het kan leuk en bemoedigend zijn als de mentor ook zijn verhaal deelt. » Wat zou je het liefst van God op dit moment beter willen leren kennen? » Waar ben je op moment met God mee bezig? Wat laat Hij je op dit moment zien? » Ervaar je belemmeringen in je relatie met God? » Waarin merk je met name dat God tot je spreekt? Bijv. bidden; Bijbel; lezen van christelijke boeken; luisteren naar preken/toespraken; met anderen over geloof praten (mensen die geestelijk verder zijn, op gelijke voet staan, minder ver zijn); muziek luisteren; zingen, etc. Praktisch » Stem het doel van de relatie met elkaar af; wat wil je bereiken? » Bepaal hoe regelmatig je elkaar ontmoet en spreekt (bv. 1 keer per week of iets minder vaak) » Spreek af op welke terreinen je als mentor je mentoree mag bevragen, bv. je relatie met God, vrienden, vriend/vriendin, je taak binnen NSV, etc). Je kan dit ook pas in een latere ontmoeting bespreken, als er nog meer sprake is van een vertrouwensrelatie. » Bepaal hoe je met elkaar communiceert (bv face-to-face, via email, etc) » Bespreek hoe vertrouwelijk jullie mentorrelatie is; mag niemand er iets van weten, mag je als mentor iets over de relatie delen met bv je eigen mentor?
» »
Stel vast hoe lang de totale duur van deze relatie in eerste instantie is (bv in eerste instantie een jaar of gedurende de looptijd van je functie) Spreek af om na 3 afspraken te evalueren om te besluiten of jullie verder gaan of niet.
Vervolgafspraken » » »
Neem de tijd om het gesprek voor te bereiden. Lees je aantekeningen door, bid voor je mentoree en probeer te luisteren of God iets aangeeft wat belangrijk zou zijn bv voor het komende gesprek. Denk na over een passende plek om je mentoree te ontmoeten. Sommige mentorees komen moeilijk tot praten als je thuis op de bank zit, die gaan liever wandelen of sporten en daarna wat drinken. Denk na over wat je wilt bespreken. Het schema van groeigewoonten (het schema bij ontmoeting 2) kan je daarbij helpen. Hieronder staan een paar mogelijkheden uit dit schema verder uitgewerkt.
Praktische uitwerking t.b.v. ontwikkelen groeigewoonten Gebed » Stel vragen over het regelmatig ontmoeten van God en zoek samen naar manieren om dit te vergemakkelijken. Bv. welk moment van de dag is handig , welke plek, wat doe je dan, hoe lang, etc. » Bemoedig elkaar met wat jijzelf of anderen meemaken met God. » Experimenteer met je mentoree met verschillende manieren om God te ontmoeten die hij ook alleen thuis kan doen, bijv. het gebruiken van een gebedsboek, gebedswandeling, gebruik van muziek, een Bijbelboek lezen met 1 vraag, zelf een psalm schrijven, lectio divina, enz. enz. Put uit wat je zelf al hebt geleerd hierin. » Begin en eindig je afspraak met gebed. Het Woord » Experimenteer met je mentoree met verschillende vormen van Bijbelstudie, bv door het gebruik de inductieve methode (observatie, interpretatie, betrekking, toepassing), de 3-vragen methode (Wat zegt het over God, de mens, mijzelf) etc. Oefen met Bijbelgedeelten die persoonlijk relevant zijn voor je mentoree. » Maak de Bijbel praktisch door het te betrekken op waar je mentoree mee bezig is en daag hem/haar uit dit toe te passen. Hoe is het evangelie ook op dit gebied ‘goed nieuws’? Wat zou God hem op dit gebied willen geven door de tekst heen? Wat betekent het om God te gehoorzamen op alle terreinen van je leven? Gemeenschap » Hieronder vallen ook relaties met ouders, vriend/vriendin, studiegenoten, vrienden, etc. Wat voor rol speelt God in deze relaties, wat gaat goed, wat niet. Wat zegt de Bijbel over deze relaties? » Stimuleer je mentoree, zeker aan het eind van zijn studie, om zich aan te sluiten bij een kerk. Getuigende levensstijl » Praktisch: hoe gaat het met event. functie bij Navigators/kerk, etc. » Oefen in het verwoorden van zijn eigen geloofsverhaal. Bid met je mentoree voor zijn niet-christelijke vrienden. Kijk wat de Bijbel hierover zegt en zoek samen naar manieren om hen iets van God te laten zien; in levenstijl, daden en woorden. » Doe samen voorbede voor anderen en stimuleer je mentoree om dat thuis ook te doen. Zoek samen naar geschikte manieren hiervoor. » Zoek samen naar waar je mentoree goed in is (bv gaventest) en zoek naar manieren om die gaven in te zetten. Overige » Er zijn nog meer manieren om te werken aan groeigewoonten. Bijvoorbeeld: een boek/artikelen bespreken, een bestaande Bijbelstudie doen, actuele gebeurtenissen in het leven van je mentoree bespreken, tentoonstellingen, creatieve activiteiten, etc. » Veel voorkomende thema’s die worden behandeld in mentorrelaties zijn: Zekerheid over je christen zijn, Stille tijd, Gebed, Bijbelstudie, Identiteit, Gehoorzaamheid/overgave, Relaties, Seksualiteit, Omgaan met geld/geven, Getuigende levensstijl, Gods stem verstaan, God vertrouwen, enz. » Taalgebruik » Voor bestaande studies, check de site of vraag je staflid. » Stimuleer je mentoree om zelf ook aantekeningen te maken, om later terug te lezen en event. te gebruiken als hij/zij zelf ook mentor wordt. » Bemoedig je mentoree in wat goed gaat.
» » »
Evalueer regelmatig om te kijken of de relatie nog beantwoordt aan de verwachtingen. Verwijs indien nodig door naar anderen die beter kunnen helpen. Zorg dat je ook als mentor een klankbord hebt bij een andere mentor. Vraag hiervoor wel toestemming aan je mentoree.