Master in het Toerisme Thesisonderwerpen 2013 (uitvoering 2013-2014)
Algemeen De procedure, van het kiezen van het onderwerp tot en met de verdediging, is uitgelegd in de handleiding. Deze is te vinden op de website van de KU Leuven (wet.kuleuven.be/masterintoerisme -> specifieke aankondigingen en op Toledo). Jouw definitieve keuze moet binnen zijn ten laatste op 3 mei. Eigen onderwerp Eigen onderwerpen worden toegelaten als ze passen binnen de onderzoekslijnen van de docent en de opleiding. Onderwerpen in het buitenland zijn mogelijk indien voorzien kan worden in een lokale begeleiding. Dit laatste is een universiteitsbrede verplichting en dit vanuit veiligheidsredenen en om te vermijden dat terreinwerk voor een thesis verward wordt met een interessante vakantie. Meer uitleg Ga, op basis van de voorliggende lijst, langs bij de verschillende potentiële promotoren om meer uitleg te vragen. Maak snel duidelijk of je een onderwerp wel/niet opneemt. Op die manier is een onderwerp voor jou gereserveerd of kan het weer vrijgegeven worden. IRO-beurzen Indien je naar het buitenland gaat voor jouw thesis, dan kan je in bepaalde gevallen een beurs krijgen, m.n. wanneer jouw thesisonderwerp kan gezien worden als een vorm van ontwikkelingssamenwerking. De deadline voor dit jaar is 18 maart 2013. Bekijk alvast http://www.kuleuven.be/studenten/buitenland/reisbeurzen . Voor bijkomende informatie kan de student ook contact opnemen met International Office (
[email protected]) Indien je wilt een aanvraag doen voor zo’n beurs moet je snel een beslissing nemen want je moet ook nog een dossiertje opmaken met onderwerp en motivatie.
Els Lievois •
De geïnduceerde toeristische mentale kaart van Vlaanderen (of België): (competitiviteit en innovatie of duurzame stedelijke en regionale ontwikkeling) (co-promotor Thérèse Steenberghen)
Er zijn verschillende manieren waarop de mentale kaart van Vlaanderen wordt geconstrueerd als toeristische bestemming, nl. door verschillende stakeholdergroepen met betrekking tot toeristische promotie en beleid. Vb: regionale stakeholders, nationale,…. De manier waarop Vlaanderen als bestemming wordt voorgesteld, kan ook variëren naargelang de target Group(nationale toerist, internationale toerist). Dit thema ken verder gespecificeerd worden en de onderzoeksvraag afgelijnd. Bv: is er een verschil naar representatie van Vlaanderen door eenzelfde toeristische instantie (vb. Toerisme Vlaanderen) in Vlaanderen zelf? Welke producten promotoren ze? Welke ruimtelijke indelingen gebruiken ze? En verschilt dit vb. van hoe Vlaanderen in het buitenland gepromoot wordt?
Of: welke innovatieve methoden zou je kunnen toepassen (vb. sociale netwerken, andere…) om de mentale kaart bij de toerist te achterhalen? Verschillende methoden kunnen hier toegepast worden. Diepte-interviews voor de constructie van de mentale kaart aan de aanbiederkant, maar ook bronnenanalyse (websites, toeristische brochures). Aan de kant van de toerist kunnen enquêtes afgenomen worden (vb. webenquête)…. Onderwerp en methodiek kunnen verder bepaald worden met de promotor, maar de bedoeling is wel dat er een ruimtelijke insteek wordt genomen.
•
Europa 20-20-20 en implementering in het Vlaamse toeristische landschap. (onder duurzame regionale en stedelijke ontwikkeling) (co-promotor Dominique Vanneste)
Europa 20-20-20 legt doelstellingen op voor de nationale overheden met betrekking tot een verhoging van de energie-efficiëntie om de consumptie terug te dringen, om de inzet van hernieuwbare energie te verhogen en broeikasuitstoot te verminderen. Er zijn verschillende initiatieven in de Vlaamse overheden en cordinatieve krachten. Hierover werd reeds een studie gedaan in het ESPON TPM- project. Anderzijds gebeuren ook heel wat initiatieven binnen toerisme, nl green Seats, milieulabels,…. De doelstelling van deze thesis is een stand van zaken op te maken van de Vlaamse(of Belgische?) situatie van (mogelijk een selectie van) bovenstaande thema’s. Hoe wordt vb. energie-efficiêntie vergroot binnen toeristisch beleid? Heeft toerismebeleid hier een competentie over of zijn het andere beleidsdomeinen die dit implementeren? Welke initiatieven bestaan er in toeristische stakeholdersgroepen? In kort: welke initiatieven worden binnen de toeristische organisatie genomen om tegemoet te komen aan de Europese 20-20-20 doelstelling? Methoden: analyse van beleidsnota’s, interviews bij beleidsorganisaties of middenveld (vertegenwoordigers van toeristische stakeholders)? Mogelijk: een afbakening van een studiegebied binnen Vlaanderen en interviews bij toeristische uitbaters? Marc Vanlangendonck •
Oral History als een methode van innovatie in Vlaamse toeristische erfgoedprojecten toegepast op een aantal case-studies (SWOT-analyse) Noot: Case-studies worden bepaald in overleg met de promotor.
•
De impact van het internationale toerisme op jongerenculturen (af te bakenen) in mediterrane zgn. “bulk destinations”. Zelf te kiezen case-studie. (Indien Malta, logies zijn beschikbaar.)
•
“Tourism as ethnic relations.” Het internationaal toerisme in het perspectief van Noord-Zuid verhoudingen. Case-studie in een zelf te kiezen gastland. (Reisbeurs van KU Leuven voor een aantal natie-staten beschikbaar.)
•
Kansen en uitdagingen inzake het Vlaamse cultuurtoerisme naar internationale bestemmingen (verdere afbakeningen worden vooraf besproken). noot: eventueel te binden aan onderwerpen gesuggereerd door het Davidsfonds: Cultuurreizen, ook voor 30ers en 40ers en hun gezin? (i.s.m. Davidsfonds) Cultuurreizen, voor grootouders en hun kleinkinderen? (i.s.m. Davidsfonds)
•
Semiologische en semantische analyses van teksten en beelden aangewend om toeristische producten te promoten (bvb. analyse van het promotiemateriaal van het toeristisch product Vlaanderen in Amerikaanse media, analyse van het promotiemateriaal van het toeristisch product Brugge in media van de provincie WestVlaanderen, etc.).
Dominique Vanneste •
•
•
•
•
•
Ontwikkeling van WOI memory scapes in Vlaanderen (co-promotor T. Steenberghen) Kader: In de periode 2014-2018 wordt de eerste wereldoorlog herdacht. De manier waarop men een oorlogsgebeuren in herinnering brengt is erg geëvolueerd in de loop van de tijd met een steeds grotere nadruk op landschap (vandaar memory landscapes of memory scapes) Vraag: hoe kunnen dergelijke memory scapes ontwikkeld worden als een samenhang van landschappelijke kenmerken en WOI artefacten tot een duurzaam toeristisch ‘product’ (i.s.m. Prof. T. Steenberghen) Active countryside tourism Kader: het platteland biedt ruimte voor een actieve levensvorm en dus voor recreatie en actief outdoor toerisme Vraag: 1) wat is ‘actief toerisme’ en 2) hoe kan dit op het platteland ontwikkeld worden 3) zonder in een destructief avonturentoerisme te vervallen (inclusief good practices) en 4) andere sectoren (bv. landbouw) hierbij te betrekken? Veiligheid, specifiek ‘water safety’ van de kusttoerist Kader: vele bestemmingen (ook kustbestemmingen) wijzen de bezoeker niet op de gevaren van de context waarin ze verlijven (bv. gevaarlijke stromingen), deels omdat dit afbreuk zou doen aan het imago van de bestemming, deels omdat veiligheid niet hoog op de toeristische beleidsagenda staat. Vraag: wat vertellen de harde cijfers over vakantiegangers die omkomen tijdens hun vakantie; hoe gaan (grote) organisaties (bv. UNWTO) om met aspecten als ‘safety and security, accident prevention, and health care’ van de toerist; zijn er good practices? (i.s.m. de organisatie Safe Coastal Tourism) Festival 10 Days Off: van enkelvoudig evenement naar totaalpakket Vraag: het uitdenken van formules met trein- en vliegtuigmaatschappijen, contacten met hotels- en overnachtingsmogelijkheden in Gent, samenwerking met Toerisme Gent, de organisatie, communicatie, ... (i.s.m. 5 voor 12 vzw) Payment for Cultural Heritage Services Kader: veel cultuurtoeristen putten een beleving uit het bezoeken van erfgoed. Dit erfgoed is vaak vrij toegankelijk en publiek goed. Schade wordt niet gecompenseerd en er is geen bijdrage tot het onderhoud. Vraag: hoe en in welke mate kan men de toerist via Cultural Heritage Services laten bijdragen (inclusief een analyse van good practices) Analyse van lokale chains en linkages in het toerisme in Oeganda en meer specifiek in en om Kibale National Park Kader: de toeristische sector (in West Oeganda) biedt rechtstreekse tewerkstelling; vraag: welke multipliereffecten brengt deze teweeg voor lokale gemeenschappen zoals: levert de lokale boer producten aan de lokale hotels en
•
heeft/verbetert hij daardoor zijn inkomen, kan iemand door zijn job in het toerisme geld lenen aan een verwante die een zaakje wil opzetten, stimuleert een lokale TO transport die ook buiten het toerisme wordt ingezet enz. (onder begeleiding B. Adiyiah, Ph.D.) (inclusief terreinwerk in juli en augustus 2013; in huisvesting wordt voorzien mits beperkte bijdrage; bij voorkeur meisje zodat een kamer kan gedeeld worden met een meisjesstudente van geografie; reiskosten voor eigen rekening maar IRO-beurs mogelijk) Impact van het toeristenprofiel op de ontwikkeling van de (eco)bestemming case: Cajas Massif (Ecuador) o.l.v. S. Rodriguez (Cajas NP; municiplality of Cuenca Kennis van Spaans gewenst! (reiskosten voor eigen rekening maar IRO-beurs mogelijk
Norbert Vanhove •
Een vergelijkend studie van het kwaliteitsbeleid t.a.v. het toerisme in een aantal Europese landen met bijzondere aandacht voor de methodiek en toepassing Probleemstelling: In meerdere landen worden inspanningen gedaan om het kwaliteitsbeleid in het toerisme te ondersteunen. Voorbeelden zijn Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk, Finland. De systemen en initiatiefnemers inzake kwaliteitsbeleid zijn ongelijk. Bestemmingen of ondernemingen van eenzelfde groep (hotel, verhuringen, restaurant, enz. Vraag: Welke systemen? Hoe is de toepassing in het toeristisch beleid of beleid onderneming? Verwachte output: Synthese literatuuranalyse, Vergelijking systemen, Doelmatigheid Verwachte activiteiten: Literatuuranalyse, Bezoeken ter plaatse, Gesprekken verantwoordelijken van ondernemingen ‘on the spot’, Kritische analyse Studiegebied: Europese landen
•
Welke is de economische betekenis van de cruiseschepen te Oostende en Zeebrugge: besteden in de stad en het achterland Probleemstelling: Zowel te Oostende maar vooral te Zeebrugge, neemt het aantal cruisetoeristen snel toe.. De vraag stelt zich wie zijn deze toeristen? Vooral belangrijk is de economische bijdrage voor de toeristische streek die ze aandoen Verwachte output: Structuuranalyse cruise toeristen, Meten van het economisch impact Studiegebied: Havens van Oostende en Zeebrugge, Bestemming in achterland van de cruisetoeristen Mate van terreinwerk: Is belangrijk
•
Vergelijkend onderzoek van de vakantie surveys in enkele Europese landen Vragen: Zijn de vakantiesurveys vergelijkbaar; Verschillen in onderzoeksmethode Input Nationale vakantiesurveys Output: Vergelijkbaarheid inzake methode, Vergelijkbaarheid inzake concept, Vergelijkbaarheid inzake inhoud Studiegebied: Mogelijke onderzoekslanden zijn: België, Nederland, Frankrijk, UK, Zwitserland, Noorwegen, Oostenrijk
Jan van der Borg •
Tourism and Innovation: de toeristische industrie is alles behalve “cuttingedge”. Omdat het overgrote deel van het toeristische bedrijfsleven erg klein en familiegedreven is, is de intensiteit van adoptie en van innovatie diffusie erg laag. Een gedegen analyse van de mechanismen die product- en procesinnovatie in de toeristische industrie bepalen en van de factoren die dit proces beïnvloeden, kan leiden tot een gerichte innovation policy die de toeristische industrie competitiever maakt. Voorstel is om de analyse uit te voeren voor de introductie van apps voor smartphones in Vlaams Toerisme en/of voor de toepassing van Augmented Reality;
•
Tourism and Infrastructure: de relatie tussen infrastructurele investeringen en toeristische ontwikkeling is een voor de hand liggende. Veel onderzoek naar de precieze relatie tussen beide zaken is nog niet gedaan. Met name het onderscheid tussen fysieke en immateriële infrastructuur is hier van belang. Vlaanderen is een uitstekende case om de relatie tussen immateriële infrastructuur, zoals reputatie, merkbekendheid, tradities, vakmanschap en gastvrijheid, en toeristische competitiviteit te onderzoeken;
•
Impact of Mega-events: steden en regio’s blijven investeren in zogenaamde mega-events. De resultaten die bereikt worden vallen vaak tegen, met name op de middellange termijn, en zeker ook gezien de enorme investeringen. De kandidatuur van Mons/Bergen als Culturele hoofdstad van Europa in 2015 biedt de mogelijkheid de methoden om de effecten van zulke evenementen in te schatten te verfijnen;
•
Polarisatie van de Toeristische Vraag: het lijkt erop of de toeristische vraag de laatste jaren aan het polariseren is. Na een periode van diversificatie en fragmentatie van de massatoeristische vraag, worden de uiteinden van de vraag (in de literatuur ‘tails’) steeds langer (vandaar de term principe van de ‘long tail’) en het grijze middensegment steeds dunner. Onderzoek naar deze polarisatie van consumptiepatronen en de factoren die deze trend bepalen met behulp van een studie naar de intensiteit van deze verandering in het Vlaamse toerisme en de mogelijke consequenties voor het Vlaamse toeristische beleid op de middenlange termijn draagt bij aan een beter begrip inzake dit fenomeen;
•
Stakeholdergerichte Branding: verschillende toeristische gebruikersgroepen hebben zo hun eigen kijk op een bestemming. Dit maakt het hebben van een ongedifferentieerd brand niet altijd wenselijk. In sommige gevallen is er zelfs sprake van een conflictsituatie. Een goed voorbeeld zijn de koffieshops in Nederland: een selling point voor jongeren; een doorn in het oog van de behoudende bezoeker. Het differentiëren van een brand of zelfs specifiek branding beleid per groep van stakeholders en/of marktsegmenten ligt voor de hand. Onderzoek naar de praktische mogelijkheden van gedifferentieerde branding in Vlaanderen helpt haar DMOs en toeristische ondernemingen hun bestemmingen en producten beter te positioneren en dus makkelijker aan de man te brengen;
•
Optimal Use of Cultural Heritage and the Carrying Capacity: natuurlijk en historisch erfgoed is niet reproduceerbaar en vaak in publieke handen. Om deze redenen kunnen we geen toevlucht zoeken tot de marktwerking om het optimale gebruiksniveau door toeristen te bepalen en te garanderen. Niet optimaal gebruik
van erfgoed is wijdverbreid. Erfgoed in kunststeden is vaak overgebruikt, een typische vorm van unsustainable tourism development. Onderzoek naar de grenzen aan het gebruik van erfgoed in Vlaamse kunststeden met behulp van een analyse van de carrying capacity draagt bij aan een betere kennis van het fenomeen duurzaamheid en helpt de bestemmingen hun toeristisch beleid aan te scherpen •
Branding, tourism destination image and the competitive destination: Landen, regio’s en steden besteden forse bedragen aan het ontwikkelingen en verspreiden van hun imago onder de mogelijke doelgroep van toeristen. Terwijl het doel is om een groter of juist een ander deel van de markt te overtuigen van de kwaliteiten van de bestemming, hebben deze branding activiteiten vaak meer weg van een matig doordachte wedloop. Veel wetenschappers zijn sceptisch over de invloed die het verspreiden van toeristische beelden kan hebben op het imago van de bestemming, en daarnaast op het keuzegedrag van bezoekers. Onderzoek naar de driehoeksverhouding tussen branding, toeristische beeldvorming en de competitieve kracht van een bestemming is van grote waarde voor beleidsmakers, maar ook voor het wetenschappelijk debat rond de effecten van branding. Vlaanderen, met haar actieve toeristische promotie maar relatief zwakke brand biedt een interessante casus voor dergelijk onderzoek.
•
Understanding tourist behaviour, the key to successful management? Op macroschaal wordt er veel onderzoek gedaan naar toeristisch gedrag. De toeristische ministeries, regionale overheden en verschillende instellingen houden statistieken bij van het aantal overnachtingen, bestedingen, ondernomen activiteiten en nog van veel meer zaken. Deze onderzoeken kenmerken zich echter door een heel laag detailniveau, en zijn op lage schaalniveaus nauwelijks bruikbaar als basis voor toeristisch beleid. Onderzoek naar de relatie tussen ruimtelijk gedrag van toeristen en ervaringen geeft inzicht in de kracht en het onderbenut potentieel van een toeristische bestemming. Inzichten in het ruimtelijk gedrag zijn daarnaast noodzakelijk om de economische en ecologische duurzaamheid van een bestemming te waarborgen. Steden met een goed ontwikkelde toeristische sector (zoals de Vlaamse Kunststeden) bieden een goede casus, aangezien hier duurzaamheidsvraagstukken en de vraag naar vernieuwing/uitbreiding van het toeristisch product tegelijk spelen.
•
door externen als thesisonderwerp werden aangeboden: Davidsfonds Cultuurreizen voor de Nederlandse Markt (i.s.m. Davidsfonds)
Anne Marie Van Broeck • •
Muziek en Toerisme (case Tango & toerisme) . Evolutie van het toerisme in België (co-promotor Marc Vanlangendonck)
•
Een analyse van reisgidsen doorheen de tijd
•
Evacueren door Touroperators van toeristische plaatsen omwille van politieke onrust (eventueel ook natuurgebonden risico's)
•
Onderzoek naar het toerisme in Pamukkale, Turkije. Pamukkale Revisited : 20 jaar later.
•
door externen als thesisonderwerp werden aangeboden: De locals als berlangrijke schakel in het toeristische onthaal (i.s.m. vzw Kunststeden)
Thérèse Steenberghen •
Hoe ziet een bezoeker de omgeving? Analyse van waarnemingen en perceptie aan de hand van oogbewegingsregistratie (Mobile Eye en/of Tobi). Er kan gekozen worden voor specifieke doelgroepen, o.a.: o kinderen; o recreatieve scheepvaart; o fietsrecreatie; o wandelaars; o stadsbezoeker
•
Welke nieuwe perspectieven opent Google Streetview voor toerisme en recreatie?
•
Analyse van bezoekersgedrag en -bewegingen in een toeristische locatie, aan de hand van (3D) video opnames.
•
3D visualisatie van onroerend erfgoed: meerwaarde voor toerisme en recreatie. Dit thema sluit technisch aan bij het doctoraatsonderzoek van Veronica Herras (VLIR-IUS: Development of a Conceptual Model for an information System, applied on Heritage Documentation Management)
•
onderwerpen die door ede vzw Kunststeden werden aangeboden: Op welke wijze kan fietstoerisme in en naar de kunststeden bevorderd worden? (i.s.m. vzw Kunststeden) Onderzoek naar de effecten van de ambassadeursopleidingen voor taxichauffeurs (i.s.m. vzw Kunststeden) Onderzoek naar de drempels die toeristen van de kunststeden ervaren met het openbaar vervoer (i.s.m. vzw Kunststeden)
Uitsmijter: promotor nog te bepalen Zuidelijk Meetjesland: ontwikkeling van een visie (i.s.m. Regiocoördinator Meetjesland; Toerisme Oost-Vlaanderen - Toerisme Meetjesland) In het Meetjesland is het toerisme in de noordelijke gemeenten sterk aan het ontwikkelen, maar in de zuidelijke gemeenten loopt het nog niet zo vlot; oplossing: het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie voor de 4 gemeenten (subregio) Concreet: behoefteanalyse en actieplan of een toeristische visieontwikkeling voor de subregio Waarschoot, Zomergem, Lovendegem en Nevele.