FILMMUZIEKMAGAZINE
MARVIN HAMLISCH - Schitterend plaatjesboek als herinnering NUMMER 170 – 41ste JAARGANG – DECEMBER 2012
1
Score 170 December 2012 41ste jaargang ISSN-nummer: 09212612 Het e-zine Score is een uitgave van de stichting Cinemusica, het Nederlands Centrum voor Filmmuziek Informatienummer: +31 050-5251991 E-mail:
[email protected]
Kernredactie: Paul Stevelmans en Sijbold Tonkens Aan Score 170 werkten mee: Ed van Breda, Henk Maassen, Anton Smit, Paul Stevelmans en Sijbold Tonkens Eindredactie: Paul Stevelmans Vormgeving: Paul Stevelmans
Met dank aan: Bart Westerlaken, Christopher Young, Costa Communications, Bart van de Lisdonk, Benelux Film Distributors, Hendrik Wietze de Haan (foto concert Ennio Morricone)
FILMMUZIEKMAGAZINE REDACTIONEEL Dit is alweer de laatste editie van Score die dit jaar verschijnt. Voor de Nederlandse film was 2012 wederom een bijzonder succesvol jaar. Veel films van eigen bodem zagen het levenslicht en daarmee ook heel wat scores van Nederlandse filmcomponisten. Een van die relatieve nieuwkomers is Bart Westerlaken. Hij schreef de muziek voor de film Koning van Katoren die begin deze maand in roulatie ging. Niet minder dan vier componisten waren betrokken bij deze internationale productie. Westerlaken vertelt op de volgende pagina's hoe het zover is gekomen. Ook Bart van de Lisdonk is nog een relatief onbekende componist uit eigen land. Voor Het meisje en de dood van Jos Stelling schreef hij een meesterlijke score waarover hij in deze uitgave breeduit vertelt. Helaas heeft dit jaar ook enkele filmcomponisten uit ons midden gehaald. Onlangs overleed Otto Ketting en in de zomer ging Marvin Hamlisch hem al voor. In deze Score maakt u kennis met een bijzonder boek van Hamlisch.
INHOUDSOPGAVE
3 Interview met Bart Westerlaken 7 Ennio Morricone in concert 9 Marvin Hamlisch - In memoriam 10 Christopher Young 17 Boekbespreking
2
14 Bart van de Lisdonk 18 Cd-recensies
VIER COMPONISTEN EN EEN FILM Bart Westerlaken over de muziek van Koning van Katoren Het heeft lang geduurd, maar sinds kort kan de verfilming van Koning van Katoren in de vaderlandse bioscopen worden aanschouwd. Het populaire jeugdboek van Jan Terlouw is in de handen van regisseur Ben Sombogaart uitgegroeid tot een jeugdfilm voor jong en oud. Vóór de première begin deze maand kwam de film al regelmatig in het nieuws. De opnames in Italië verliepen niet geheel vlekkeloos, zo leek het. Dat de realisatie van deze grote productie heel wat voeten in de aarde had, gold ook voor de muzikale omlijsting. Filmcomponist Bart Westerlaken (foto) vertelt over de roerige ontstaansgeschiedenis van de score. Op de aftiteling van Koning van Katoren prijken liefst vier componisten: twee Italianen, een Duitser en de Nederlandse filmcomponist Bart Westerlaken (Amsterdam, 1977). De laatste studeerde in 2001 af als cameraman aan de Filmacademie te Amsterdam. Hoe is het componeren van filmmuziek begonnen? ʽMijn eerste filmmuziek maakte ik op de Filmacademie voor de lol met een viooltje, een gitaartje, een geluidskaart en wat samples voor eindexamenfilms. Tijdens het eindexamenjaar heb ik drie eindexamenfilms van muziek voorzien en een van die films was een film die ik ook zelf gedraaid had als cameraman en die was geregisseerd door een collega-cameraman uit mijn klas, Diederik van Rooijen.ʼ Na het afstuderen volgden enkele jaren van zoeken naar de geschikte filmdiscipline. ʽIk heb vijf jaar lang op filmsets rondgelopen als grip, lichtman en cameraassistent. Als cameraman draaide ik documentaires. Maar op gegeven moment moet je kiezen wat je het leukst vindt en dat was muziek. In 2005 heb ik mijn eerste grote opdracht gedaan, Parels & zwijnen, een televisieserie van Talpa, met Diederik van Rooijen als regisseur en daarnaast heel veel korte films met Diederik. Eigenlijk is daarna het balletje steeds harder gaan rollen en heb ik, nog steeds met veel plezier, met Diederik al zijn projecten gedaan tot en met zijn laatste film Taped en ook de serie Penoza die op dit moment een
succesvol tweede seizoen beleeftʼ. Scenario Ook met regisseur Sander Burger werkte Westerlaken enkele malen, zoals de films Olivier etc. (2006) en The Panman: Rhythm of the Palms (2009). Ze kenden elkaar ook van de Filmacademie. En precies hier lag de kiem voor de verfilming van Koning van Katoren. Beide studenten begonnen veertien jaar geleden aan het script, meer als grap en als hobby. ʽDat was eigenlijk iets wat we heel leuk vonden, gewoon schrijven; we ontdekten dat dit het favoriete jeugdboek van ons allebei was.ʼ Contact met producent Kees Kasander was er al in een vroeg stadium en nadat een keur aan regisseurs zoals Martin Koolho3
Ben Sombogaart (op de stoel), Sander Burger en Bart Westerlaken tijdens de opnames.
ven, Paula van der Oest en Peter de Baan vergeefs met de verfilming bezig waren geweest vond hij twee jaar geleden eindelijk de uitgelezen regisseur voor de inmiddels prestigieuze klus. ʽHet was wel duidelijk dat het een dure film zou worden, dus dan heb je een naam nodig, iemand die zijn sporen heeft verdiend, en dat was Ben Sombogaart.ʼ
men met de uitbetaling van de Italiaanse cast en crew. Ook het ontstaan van de score ging niet van een leien dakje. Aanvankelijk werden twee Italiaanse componisten - Francesco de Luca en Alessandro Forti - geëngageerd die al gedurende de opnames muziek schreven die bij de montage als temp werd gebruikt. Producent Kees Kasander was niet geheel tevreden met hun muziek en zocht vervolgens een vervanger. Westerlaken was al als coscenarist aan de film verbonden en meldde zich als gegadigde voor de score. ʽAlleen toen was er vrij weinig tijd. Ik ben wel meteen begonnen uiteraard want het was echt een buitenkansje. Het was echt heel veel werk en toen bleek dat de Italiaanse componisten nog wel in beeld waren. Toen hebben Ben en ik bedacht: het is nu zo kort dag en ze hebben al zoveel muziek gemaakt voor de montage, laten we ze toch weer erbij betrekken.ʼ Zo hadden de Italianen een liefdesthema geschreven dat uiteindelijk toch van Sombogaart in de score mocht blijven omdat het als thema goed werkte bij alle liefdesscènes. Een
Koning van Katoren (op de foto: Hans Leendertse en Mingus Dagelet) is grotendeels in Italië opgenomen. Die opnames haalden afgelopen jaar regelmatig het nieuws. Het zou vooral gaan om proble4
Frits Lambrechts en Bart Westerlaken tijdens de repetities bij Lambrechts thuis.
vierde componist diende zich tenslotte aan in de persoon van Konrad Koselleck, een in Nederland woonachtige Duitse componist van jazzmuziek en leider van een bigband. Ook komen in de film bestaande liedjes voor, waardoor de muziek vooral in de eerste helft van de film wat onsamenhangend en soms rommelig overkomt. ʽDe reden daarvan is dat er inderdaad vier componisten aan de score hebben gewerkt en dat er veel bestaande nummers in gestopt zijn, waardoor je de ene vijf minuten een popnummer hoort en dan weer een klassiek nummer en dan weer een jazzy nummer. Je vliegt van de ene muzieksoort in de andere .... hoewel dat op bepaalde momenten ook wel verfrissend is.ʼ
andere stad of streek afspelen. Ook qua muziek is sprake van vijf afgeronde delen. Zo komt Stach in een Italiaans dorp waar een bepaald soort muziek is te horen en weer later reist hij naar een Tirools dorp waar eveneens een bepaald soort muziek is te horen. Westerlaken heeft bij zijn aandeel aan de score intensief samengewerkt met Konrad Koselleck. ʽToen wij smaakjes begonnen te zoeken voor de verschillende steden dacht ik vrij snel bij Estor-Sione, het Italiaanse dorp waar Stach als eerste naartoe gaat, dat moet een jazzy sound worden en dat moet een bigband spelen met veel glimmend koper, dat laatste ook om te zien in de film. Toen kwam eigenlijk het idee om de hele filmmuziek in dat dorp ook die jazzy sound mee te geven en uiteindelijk ook het idee om alle muziek met de bigband op te nemen.ʼ De muziekkeuze beviel goed evenals het werken met een bigband. ʽToen hebben we gekeken naar de hele film: waar kunnen we deze sound nog meer gebruiken? En toen hebben we op een aantal andere plekken in de film die
Bigband Om koning van Katoren te kunnen worden moet de hoofdpersoon, de zeventienjarige Stach, vijf opdrachten uitvoeren. Het middenstuk van de film bestaat dan ook uit vijf afgebakende delen die zich steeds in een 5
sound ook ingezet. Het was heel verfrissend om met een bigband te werken. Ook was het prettig samenwerken met Konrad, want normaal werk ik met heel veel solisten en heel veel samples. Zo ben ik ooit de filmmuziek in gerold en nu dan met een bigband, dat was even wennen maar uiteindelijk heel leuk.ʼ
dat bij hem thuis geoefend en hij bleek toen een hele goede pianist te zijn.ʼ
Abbey Hoes in Koning van Katoren.
Ondanks dat het een haastklus was, kijkt Westerlaken tevreden terug op dit grote filmproject. ʽHet was een lastige shoot en een vrij korte postproductie, maar ik vind wel dat het is geslaagd: heel de film zit vol met muziek. We hebben in vrij korte tijd deze score eronder gezet. Als ik dat meeneem ben ik wel tevreden, als ik dat niet meeneem, dan heb ik uiteraard allemaal ideeën die nog beter kunnen. Maar goed, dat blijf je houden.ʼ Hoe ziet de toekomst eruit? ʽIk heb net een Ierse film afgerond, Love Eternal. Penoza seizoen 2 heb ik ook net afgerond. Mijn volgende project is Daglicht met Fedja van Huêt, Monique van de Ven en Angela Schijf. Die film wordt geproduceerd door Eyeworks en wordt ook weer geregisseerd door Diederik van Rooijen. Daar ga ik waarschijnlijk in januari mee beginnen. En Penoza 3 staat ook op stapel voor volgend jaar en dat zou ook weer geregisseerd worden door Diederik. Dus dat is op dit moment mijn toekomst. Ik wil veel en goed doen en ik heb weer een heleboel bijgeleerd dit jaar met heel veel muzikanten en mensen die ik heb leren kennen. Ik ben nog niet klaar.ʼ
Westerlaken was vanaf het allereerste begin als scriptschrijver betrokken bij de verfilming. Tijdens het schrijven speelden ideeën over bijpassende muziek al op de achtergrond mee. Zo zingt Frits Lambrechts als Janus het volkslied achter de piano. ʽDe tekst van het volkslied staat letterlijk in het scenario en de melodie was er ook al gauw. Voor de opnames moesten we natuurlijk al een demo van het volkslied hebben omdat iedereen op de set mee moest zingen. Frits Lambrechts moest ook weten wat hij moest zingen, dus hebben we
PS
6
ENNIO MORRICONE CONCERT IN HET SPORTPALEIS TE ANTWERPEN Of je nu een filmmuziekliefhebber bent of niet, er zijn een aantal melodielijnen waar iedereen bekend mee is. Grote voorbeelden hiervan zijn natuurlijk E.T. en Star Wars van John Williams. Maar ook de muziek van de klassieke westerns zoals Once Upon a Time in the West en The Good, the Bad and the Ugly van Ennio Morricone kom je nog regelmatig tegen. Maar is het zo bekend bij de mensen om het Sportpaleis in Antwerpen op 22 december jongstleden helemaal te vullen? Het antwoord werd gegeven door de presentator van deze avond: bijna 16.000 mensen waren gekomen om Ennio te bewonderen. De goede man is 84 jaar oud en liep verbazingwekkend kwiek het podium op onder een staande ovatie van het Sportpaleis. papieren, bestond uit oude Italiaanse films met onder andere Il clan dei Siciliani waar de extra Italiaanse muzikanten goed uit de verf kwamen. Verder bestond de suite uit H2S, Metti una sera a cena en zij werd afgesloten door Maddalena waar koor, orkest en extra muzikanten goed tot hun recht kwamen.
Ennio dirigeerde het Orkest der Lage Landen ondersteund door het ongeveer 100koppige jonge koor Fine Fleur. Ook had Ennio eigen muzikanten meegenomen zoals de sopraan Susanna Rigacci en Gilda Buttà op piano. Verder had het orkest ondersteuning van Italiaanse muzikanten op drum, toetsen, bas- en elektrische gitaar.
Als laatste suite van de avond, genaamd Moderniteit van de mythe in de films van Sergio Leone, kwamen eindelijk de Italiaanse westerns voorbij met solo's voor de sopraan Susanna. De suite opende met het thema van The Good, the Bad and the Ugly. Dit ging over in Once Upon a Time in the West en A Fistful of Dynamite om af te sluiten met de oh zo mooie The Ecstasy of Gold uit The Good, the Bad and the Ugly. De pauze werd ingeluid door een daverend applaus.
Het eerste deel van de avond was opgedeeld in vier delen. Elk deel was een suite met nummers uit verschillende films. De eerste suite, getiteld Het leven en de legende, opende met The Untouchables. Ook Once Upon a Time in America en The Legend of 1900 waren in deze suite opgenomen. De toon was gezet voor een hele mooie avond.
Na de pauze opende Ennio met Ostinato Ricercare per un'immagine dat langzaam begon en toewerkte naar een snel en vrolijk deel. Daarna was er een combinatie van Casualties of War en Abolisson. Deze combinatie ging van gevoelig emotioneel naar een vrolijker, sneller einde. Het was een zeer mooie combinatie van koor en orkest en mijn hoogtepunt van dit concert.
De tweede suite, genaamd Hulde aan Bolognini, bestond uit de muziek van twee films van Mauro Bolognini, namelijk Per le antiche scale en L'eredità Ferramonti. Weer mooie muziek uit deze voor mij onbekende Italiaanse films. Ook de muziek was mij onbekend maar daardoor des te mooier.
Vervolgens werden de prachtige werken Chi Mai, Nuovo Cinema Paradiso en Malèna ten gehore gebracht. Maar die
Ook de derde suite, Rondgestrooide 7
konden niet tippen aan de finale van de avond: drie delen van The Mission, namelijk Gabriel's Oboe, Falls en On Earth as it is in Heaven. De mooie hobosolo werd gespeeld door de eerste hoboïste van het orkest en de werken werden afgesloten met het samenspel van hobo, orkest en koor. Dit was een waardige afsluiting van deze avond.
ziek. Er werden daarom alleen beelden getoond van het optreden. Ik kon dat zeer waarderen. Het was erg fascinerend om Ennio te zien dirigeren. Hij is niet de beste dirigent die ik heb gezien maar ook zeker niet de slechtste. Hij dirigeert erg zakelijk en ik zie niet echt emotie in zijn bewegingen. Dit kan natuurlijk aan zijn hoge leeftijd liggen, maar hij had het orkest prima onder controle. Het koor werd apart gedirigeerd door de koorcoach Stefano Cucci.
Was het voorbij? Nee, de kwieke Ennio kwam nog drie keer terug op het podium voor drie toegiften. Misschien kwam dit wel door het overdaverende applaus dat maar bleef aanhouden in het Sportpaleis. De eerste was de bekende Here's to You uit de film Sacco e Vanzetti. Deze toegift werd gevolgd door The Ecstasy of Gold om Susanna een bloemetje te geven. Na de laatste toegift On Earth as it is in Heaven nam Ennio alle partituren mee om aan het publiek te laten zien dat de avond echt voorbij was. Al met al heeft Ennio meer dan drie uur op het podium gestaan.
Al met al een geweldig avond, en ik ben erg blij dat ik dit heb mogen meemaken. Natuurlijk had ik dit concert liever gezien in een kleinere, intieme concertzaal. Maar 16.000 mensen kun je slecht ergens anders plaatsen. Het Sportpaleis is niet de meest ideale ruimte voor een concert. Het is er erg warm en de ventilatoren maken veel lawaai in de rustige momenten. Verder zijn die plastic stoeltjes niet prettig, vooral als je aan de zijkant van de zaal zit. Ze kijken allemaal naar het midden en daardoor zijn ze niet naar het podium gericht. Het geluid was goed en het programma was natuurlijk geweldig waardoor deze tekortkomingen verdwenen als sneeuw voor de zon. Mocht je ooit nog een kans krijgen om Ennio te zien dirigeren, dan kan ik het je zeker aanraden. Zo kwiek als hij eruit zag kan hij vast nog een paar jaartjes mee. AS
Als ik naar een filmmuziekconcert ga is er vaak een scherm achter het orkest met beelden van de films. Persoonlijk ben ik hier geen fan van. Ik betrap mij er regelmatig op dat ik die film ga kijken en daardoor niet meer op de muziek let. Ennio schijnt hier ook niet van te houden. Je moet je eigen fantasie laten werken bij zijn mu8
PLAATJESBOEK MET MUZIEK Op 6 augustus van dit jaar overleed op 68-jarige leeftijd componist Marvin Hamlisch. De veel gelauwerde componist van bekende scores als The Way We Were, The Spy Who Loved Me, Sophie's Choice en zijn welkome comeback The Informant! was een wonderkind dat al op zevenjarige leeftijd werd toegelaten tot de prestigieuze Juilliard School of Music in New York. Vlak na zijn dood verscheen een kleurrijk geïllustreerd boek dat leuk is voor kinderen, maar natuurlijk net zo goed voor ouderen.
Marvin Makes Music heet het plaatjesboek. Hamlisch zelf schreef de geestige tekst die verhaalt over een kleine jongen - Marvin natuurlijk - die al op zeer jonge leeftijd zijn eigen liedjes achter de piano speelt. Zijn ouders pronken graag met hun wonderkind en willen graag dat hij zijn pianotalent perfectioneert door muziek te spelen van Ludwig en Wolfgang wat de kleine Marvin niet ziet zitten. Liever leeft hij zich in eigen composities uit. Op een dag gaat hij met zijn vader naar een gerenommeerde muziekschool om er auditie te doen ........ Wat is een boek over een briljant componist zonder echte muziek? Bijgesloten zit een cd (3:17) met het liedje The Music in My Mind, een onvervalst Hamlisch-liedje op tekst van Rupert Holmes. Het deuntje veraangenaamt het bewonderen van de afbeeldingen in hoge mate en voor eenieder die nog niet wist dat dit verhaaltje autobiografisch is wordt het hoog tijd het boek aan te schaffen en kennis te nemen van de beginjaren van een wonderlijk componist. De tekeningen van Jim Madsen zijn zowel grappig als aandoenlijk, nee: ze zijn een lust voor het oog.
Hamlisch was de enige filmcomponist die tweemaal werkte met regisseur Woody Allen (voor diens vroege films Take the Money and Run en Bananas), talloze pakkende liedjes schreef waaronder The Way We Were en ook muziek voor de populaire musical A Chorus Line schreef. Zijn comeback met The Informant! in 2009 werd door iedereen verwelkomd als een aangename terugkeer naar ambachtelijke, welluidende filmmuziek. Helaas bleef het bij deze ene film en kwam een tweede carrière als filmcomponist niet van de grond.
Marvin Makes Music. Marvin Hamlisch (tekst) en Jim Madsen (illustraties). Dial Books, New York, 2012. ISBN 978-08037-3730-3, 32 blz. Prijs: € 15,99 (Bol.com). PS
9
MUZIEK VOOR EEN ONZICHTBARE WERELD Christopher Young en zijn score voor Sinister Sinister is een film van regisseur Scott Derrickson die zeven jaar geleden veel indruk maakte met The Exorcism of Emily Rose. Christopher Young componeerde voor deze film een angstaanjagende en intense horrorscore. Voor Sinister kwam hij opnieuw voor de dag met muziek die zowel griezelig als inventief klinkt en grenst aan sounddesign en experimentele muziek. Young vertelde Score waarom een voor de hand liggende orkestrale score volgens hem en regisseur Derrickson ongeschikt was. Christopher Young (Redbank, New Jersey, 1957) heeft in de afgelopen dertig jaar de muziek geschreven voor meer dan honderd films. Hij viel voor het eerst op met zijn innovatieve, donkere horrormuziek voor Clive Barkers Hellraiser (1987). In de daaropvolgende jaren vergaarde hij meer roem met scores voor horrorfilms als Hellbound: Hellraiser II (1988), Urban Legend (1998), The Grudge (2004) en Drag Me to Hell (2009). Maar hij maakte ook naam met scores voor diverse genres zoals thrillers (Copycat, 1995), komedies (The Man Who Knew Too Little, 1997), actiefilms (Entrapment, 1999), psychologische films (The Shipping News, 2001), stripverfilmingen (Spider-Man 3, 2007) en historische drama's (Creation, 2009). Vorig jaar had hij succes met zijn score voor Priest - een horrorfilm, wat anders? - en vooral met zijn jazzscore voor The Rum Diary. Naast het componeren van filmmuziek is Young al meer dan tien jaar professor aan de Muziekafdeling van de University of Southern California in Los Angeles.
Sinister is een found footage film net als The Ring. ʽHet gaat om een super-8-film die ergens op zolder wordt gevonden en die vervolgens het leven van een familie te gronde richt. Het leuke aan de score is dat het een geheel andere score is dan ik in het verleden heb gedaan. Het is elektronische
Elektronisch Scott Derrickson schreef het script voor zowel The Exorcism of Emily Rose als Sinister. De samenwerking met Derrickson bij Sinister heeft Young als geweldig ervaren. ʽHet is een fantastische film. Mijn muziek beviel Scott erg goed en hij begeleidde mij uitstekend. Hij weet veel van filmmuziek en hij is dol op horrorfilms wat altijd een plus is. Maar net zo belangrijk is dat hij een uitstekend verhalenverteller is.ʼ
Christopher Young
muziek die grenst aan sounddesign, er wordt geen orkest gebruikt. Ik geloof dat dit mijn eerste horrorfilm zonder orkest is en zelfs als ik een orkest had gebruikt, dan had ik ervoor gezorgd dat de muziek niet orkestraal had geklonken en dat vind ik wel bijzonder.ʼ 10
Wie bepaalde dat het een elektronische score zonder echt orkest moest worden? ʽScott Derrickson zei: Luister, Chris, om te beginnen hebben we geen geld voor een orkest, maar ook al hadden we het wel, dan denk ik niet dat het goed zou werken bij deze film. Hij vond dan ook dat het een score zonder echte instrumenten moest worden. Hij zei: Chris, laat de muziek klinken als sounddesign. Ik hoef geen thema's, ik ben alleen maar geïnteresseerd in geluiden die op een dramatische wijze dit overweldigende wezen genaamd Mr. Boogie creëren. De verschijning van Mr. Boogie is een mysterie, het is een onzichtbaar wezen en daardoor hebben we hier te maken met een spookverhaal. Gedurende een groot deel van de film zien we dit monster niet en ook niet dat hij veel onheil aanricht. Eigenlijk is het zo dat je het kwaad in de film overal en altijd voelt en dat is behoorlijk eng. Ik ben steeds van mening geweest dat in de beste horrorfilms meer onzichtbaar dan zichtbaar behoort te zijn en dat de muziek in staat moet zijn de onzichtbare wereld die de film beschrijft tastbaar te maken.ʼ
blaasinstrument uit het Midden-Oosten dat elektronisch is geprogrammeerd. Een heleboel instrumenten klinken weliswaar akoestisch, maar geen ervan is live gedaan. Ik heb een elektronische score gecomponeerd achter het toetsenbord en daarbij heb ik geen gebruik gemaakt van een groep muzikanten die de muziek daadwerkelijk heeft uitgevoerd.ʼ Maar er is iets nieuws aan deze score: Young heeft de muziek voor de cd bewerkt. ʽWat ik uiteindelijk met deze cd heb bereikt is iets dat ik echt nog nooit eerder heb gedaan. Nadat ik de score voor de film had voltooid en de onderhandelingen voor de cd waren afgerond, besloot ik mij opnieuw te verdiepen in de muziek en deze geheel te bewerken voor de cd. Je vraagt je misschien af waarom ik zoiets raars deed. Ik heb lang geloofd dat je dik tevreden moet zijn wanneer scores grenzen aan sounddesign en heel goed werken in een film. Wanneer je nu de muziek uit de film haalt, kan het zo zijn dat die muziek niet om aan te horen is aangezien de logica ontbreekt zoals die in de film wordt gevolgd. Die logica betreft dan de wijze waarop tonale muziek wordt gecomponeerd, wat bij de meeste filmmuziek het geval is, namelijk met behulp van toonsoorten, thema's en melodieën. Ik werd me ervan bewust dat de muziek van Sinister geen goede luisterervaring zou gaan worden zoals die mij voor ogen stond. En aldus gebruikte ik de originele muziek als uitgangspunt om een geheel nieuwe score te maken die net zo klinkt als andere scores. Gedurende de eerste elf tracks hoor je hoe ik voor de cd het materiaal helemaal opnieuw heb bewerkt, herontdekt en zelfs opnieuw heb bedacht. En dan, na track 11, is er een stilte waarna een suite volgt die bestaat uit allemaal cues uit de film. Zelfs die muziekstukjes zijn bewerkt en overgedubd, maar hun bron staat dichter bij de muziek uit de film. Die suite duurt een minuut of tien en is meer een continu stuk. En dan beëindig ik de cd vreemd genoeg met een remix van een van de thema's: een
Ethan Hawke in Sinister.
De vraag is of er voor deze geheel elektronische score toch een akoestisch instrument werd gebruikt en wie het heeft bespeeld. Young onthult dat op één instrument na alles elektronisch was. ʽHet enige instrument dat live werd bespeeld is mijn piano hier in mijn studio. Het eerste instrument dat tijdens Portrait of Mr. Boogie, de openingstrack op de cd, te horen is, is een duduk, dat wil zeggen een sample van dit 11
Christopher Young (links) tijdens muziekopnames.
horror dance track. Nogal bizar dus, maar ik ben heel erg in mijn nopjes met de cd.ʼ
horrormuziek meestal kleine compositorische vondsten zijn zoals het Jawsmotief van John Williams. ʽHet verhaal gaat dat toen Steven Spielberg naar de studio van John Williams ging om voor het eerst te luisteren naar het thema van Jaws en Williams hem een eenvoudig idee voorspeelde, Spielberg dacht dat Williams hem voor de gek hield.ʼ Andere films met een eenvoudig horrormotief zijn volgens Young: Halloween (ʽheeft een simpel kinderlijk themaʼ), King Kong van Max Steiner, Friday the 13th en de douchescène uit Psycho (ʽtik zomaar iemand op de schouder en fluister: wee wee wee, en hij denkt meteen: help, ik sta onder de douche en ik word vermoord door Norman Bates!ʼ). ʽDit zijn allemaal eenvoudige motiefjes die terstond een intens angstgevoel oproepen. De les die filmcomponisten daarom moeten leren is dat complexe composities bepaalde momenten in een film heel goed kunnen begeleiden, maar wil je iets voor de eeuwigheid creëren, houd het dan eenvoudig. En dat is nou precies wat mij niet lukt omdat ik steeds de
Agressief Sinds Hellraiser heeft Christopher Young tal van invloedrijke horrorscores geschreven. Wat zijn de belangrijkste ingrediënten van enge muziek? ʽIn de eerste plaats moet je echt houden van het genre. Als je geen affiniteit hebt met horrorfilms blijkt dat wel uit je score. Het tweede ingrediënt draait om datgene wat horrormuziek zo uniek maakt: de muziek moet dramatisch agressief zijn en de film domineren door op de voorgrond te treden. Uiteraard helpt het als je houdt van hedendaagse orkestrale muziek evenals de technieken waarmee de avant-garde componisten experimenteerden vanaf de jaren '50 tot en met de jaren '80. Maar als laatste en belangrijkste moet je bewust zijn van het feit dat zelfs in horrorfilms met al hun complexe en walgelijke beelden iets heel simpels de boel bij elkaar dient te houden.ʼ Young wijst erop dat de sprekendste voorbeelden uit de 12
drang voel om thema's te moeten schrijven. Men verlangt van mij dat ik thema's schrijf die kunnen worden geneuried en in heel wat gevallen duren deze thema's veel te lang. Ik componeer me nog altijd suf om ooit mijn eigen Jaws-motief te kunnen presenteren.ʼ Hoewel Young voor uiteenlopende genres de muziek heeft geschreven, ligt zijn hart nog steeds bij horrormuziek. ʽHet mooie van horrorfilms is dat alles mogelijk is. Je kunt experimenteren en je kunt schrijven in een stijl die bij andere films niet past. Je kunt schrijven in een idioom dat op de hedendaagse concertpodia heel modern is en waarbij het publiek de concertzaal uitrent en roept: stop met dat lawaai. Maar in films kan diezelfde stijl de perfecte muziek zijn om mensen de stuipen op het lijf te jagen.ʼ Is Young niet bang dat hij in een hokje wordt geplaatst als componist van horrormuziek? ʽIk heb er geen moeite mee om voor horrorfilms te componeren, ofschoon ik wel eens de hoop koester dat het publiek mij niet alleen als horrorcomponist ziet. Ik krijg wel opdrachten om muziek voor andere filmgenres te schrijven, maar je componeert niet zozeer vanwege de kwaliteit van de films, het gaat vooral om de zichtbaarheid van die films. En gelukkig - of juist niet -, van de meer dan honderd films die ik heb gedaan sprongen de horrorfilms er het meest uit. Daarom vrees ik dat ik uiteindelijk zal worden herinnerd voor mijn horrormuziek en niet voor de dramatische muziek die ik schreef voor films als Murder in the First en Creation omdat die films het niet zo goed deden. Men zal mij wellicht ook niet herinneren voor mijn sciencefictionfilms of voor films als Spider Man 3, Ghost Rider en Priest, maar voor mijn horrormuziek en dat allemaal vanwege Hellraiser. Dat is de prijs die ik moest betalen, maar daardoor werd ik in staat gesteld om precies datgene te doen wat ik altijd al wilde, namelijk filmmuziek componeren.ʼ
Als Young helemaal opnieuw mocht beginnen, zou hij dan andere muziek schrijven? ʽZeer zeker niet! Als kind was ik al gek op monsters. In mijn slaapkamer hing aan de ene wand een poster van The Beatles en aan de andere wand hing een foto van Bela Lugosi als Dracula. Halloween is nog altijd mijn favoriete feestdag. Ik verzamel alles wat met pompoenen heeft te maken. Ik ben een van de grootste verzamelaars van pompoenmaskers ter wereld. Daarnaast houd ik van een goed spookverhaal. Ik bezit een enorme collectie klassieke Engelse spookverhalen en ik ben helemaal gek van alles wat bovennatuurlijke literatuur te bieden heeft net zoals de muziek die daarmee verbonden is. Aan het eind van de dag zoek ik mijn graf op en wil ik herinnerd worden als ..... ach, wat kan het me eigenlijk schelen!ʼ De beide Hellraisers verschenen vorige maand op een dubbel-cd: Hellraiser en Hellbound: Hellraiser II (BuySoundtrax Records BSXCD-8919). PS
13
‘Gewoon een toon’ Bart van de Lisdonk over zijn muziek voor Het meisje en de dood Het meisje en de dood, zo heet de nieuwe film van Jos Stelling. De film vertelt het verhaal van de oude Russische arts Nicolai die in de jaren vijftig van de vorige eeuw terugkeert naar het hotel in het Duitse Thüringen waar hij 50 jaar eerder zijn grote liefde Elise ontmoette. Elise was destijds als het ware eigendom van een graaf op leeftijd. Een standvastige liaison tussen de jonge dokter en het mooie meisje komt niet van de grond. Op een gegeven ogenblik wijst ze hem haars ondanks af omdat ze weet dat ze stervende is: ze lijdt aan tuberculose. Als Nicolai decennia later terugkeert is het gebouw waar zich het drama heeft afgespeeld vervallen en gesloten, maar het heeft nog alle sporen van een indrukwekkend verleden. Nicolai beleeft daar de gedoemde liefdesgeschiedenis opnieuw. De muziek voor de film werd gecomponeerd door Bart van de Lisdonk (1968, foto). Hij schreef eerder scores voor een groot aantal korte films, theaterproducties en voor langere producties als Hitte/Harare van Lodewijk Crijns, Oom Henk van Elbert van Strien en Duska, ook van Jos Stelling. zogeheten Midi-code uitstuurt. Synthesizers kunnen met behulp van die code met een computer “praten”. Haar expressieve performance kon ik vervolgens opslaan in de computer. Ik had zo de nootjes afzonderlijk tot mijn beschikking, als samples dus. Wanneer Elise dan een foutje maakte in haar pianospel, kon ik dat foutje ook maken. Alle pianomuziek is op die manier opgenomen. Zo kon ik de piano op het ene moment glorieus en breed laten klinken, en op andere bedompt en vals. Het gaf me de flexibiliteit die nodig was om de muziek tot filmmuziek te verwerken, bijvoorbeeld het tempo sterk te verlagen of noten weg te laten.’ Geeft Jos Stelling precieze aanwijzingen voor het soort muziek dat hij wil horen? ‘Hij wilde geen bombastische “muziekmuziek”, zoals hij dat zelf omschreef. Hij wilde, zei hij, “gewoon een toon”, en verwees dan bijvoorbeeld naar David Lynch, die van die drone-achtige, statische klanken gebruikt: minimaal en zacht. Gedurende de montage vond ik dat Stelling teveel muziek wilde, maar hij was ervan overtuigd dat het, mits zacht gespeeld, heel goed zou werken. Hij heeft gelijk gekregen. Dat het zo goed werkt, heeft trouwens
Sommige muziek in de film begint als sourcemuziek: Elise (een rol van Sylvia Hoeks) speelt Chopin aan de piano of Nicolai denkt haar te horen. Had je daar veel bemoeienis mee? ‘Ja, ik heb die muziek bewerkt en gearrangeerd. Omdat ik daarover controle wilde, heb ik Hannie van Veldhoven gevraagd de muziek te spelen op een piano die een 14
Dieter Hallervorden (midden) en Sylvia Hoeks (rechts) in Het meisje en de dood.
ook veel te maken met de subtiele, open geluidsmix. Die mix is ook daarom zo geslaagd omdat geluiden op locatie zijn opgenomen, in het oude hotel waar de film is gedraaid: je hoort voortdurend de natuurlijke klank van de oude houten deuren, muren en vloeren. In de twee jaar dat Jos het scenario schreef, kwam ik regelmatig koffie bij hem drinken en dan hadden we het over de film. Hij heeft me op een gegeven ogenblik een enorme verzameling MP3’s meegegeven van de muziek die hij draaide tijdens het schrijven: stukken van ondere anderen Beethoven en Mozart, maar ook filmmuziek, en operamuziek van Gounod.’
Uiteindelijk kwamen de strijkers niet uit de computer, maar stond er een Russisch orkest tot je beschikking om de score op te nemen. ‘Ja, maar pas laat in de montage wist ik daarvan. Heel lang hebben we ingezet op het gebruik van samples. Door gedoe met visa kon ik helaas niet zelf bij de opnames zijn. Een deel van het materiaal is daardoor niet perfect ingespeeld, maar omdat het zo zacht gebruikt wordt en ik passages ook heb kunnen reconstrueren, bleek dat achteraf eigenlijk geen punt. Sterker, het heeft fantastisch uitgepakt. De kracht van alle muziek zit volgens mij in de menselijke expressie. Voor mij was het dan ook een enorme eyeopener toen ik de eerste orkestopnames hoorde. Mijn strijkerssamples klinken prachtig hoor, je zit als het ware likkebaardend achter je toetsenbord, maar dat echte orkest had in al zijn onvolkomenheden een geweldige werking. Je herkent de energie van de muzikanten. Die zit niet in de samples. Die blijven aan je oren trekken, omdat er iets onnatuurlijks in doorklinkt.’
Die muziek van Gounod is ook verwerkt in de score. ‘Ja. Dat is een stukje uit de opera Faust. Het koor dat je hoort belichaamt de mensen in de hemel en die zingen hoe fijn het daar is. Dat heeft alles te maken met de sterfscènes in de film. Dat klopt allemaal. Er is trouwens nog een bestaand muzikaal element in de score verwerkt. Een eenvoudig deuntje, een Russisch slaapliedje, dat de jonge Nicolai zingt vlak nadat Elise een psychose heeft en dat de oude Nicolai zingt als hij sterft. Dat melodietje komt een paar keer terug in de film. Soms met een beetje dreigende toon eronder, soms als een soort speeldoosje. Klopt ook helemaal met het verhaal.’
Past de muziek die je voor Het meisje en de dood hebt gecomponeerd in je œuvre? ‘Nou, het is een doorgeschoten consequentie van de manier waarop ik werk. Ik stel me altijd heel dienstbaar op. Ik ga voor de film, niet zozeer voor de muziek. Ik vraag ook altijd zoveel mogelijk context en 15
informatie van de regisseur. In dit geval ben ik ook op locatie, tijdens het draaien, gaan kijken. Om de sfeer van het gebouw te voelen. Hoe concreter een regisseur in zijn aanwijzingen, hoe kleiner mijn persoonlijke aandeel. Wat dat betreft ken ik eigenlijk geen regisseur die zo concreet als Jos Stelling duidelijk kan maken wat hij wil. Ik voer graag ideeën uit van de regisseur. Maar ik vroeg mij bij deze film wel af of ik daarin niet te ver ben gegaan. De eerste montageversie zat al helemaal vol met een handjevol demo’s die ik vooraf had gemaakt. Zo ren je in zekere zin achter jezelf aan, want ik wil niet dat de hele film dezelfde soort muziek krijgt. Dat gaat tegenstaan. Dus moest ik mijn eigen muziek hier en daar herschrijven. Maar hoewel het soms voelt alsof ik het niet zelf geschreven heb, ben ik er heel blij mee: het werkt, de sfeer klopt. Toch zal ik het voor mijn volgende project iets anders aanpakken. Ik maak de muziek voor Groeten van de chemo van Lodewijk Crijns (een remake van de Spaanse film Planta 4a, over een stel pubers met kanker in een kinderziekenhuis, red.). Ik lever als altijd demo’s aan, maar zorg dat er verschillende kleuren en contrasten in de muziek zitten, zodat ik straks niet tegen een temptrack aanloop, met maar een paar stukjes die allemaal sterk op elkaar lijken.’
scène in: je hoort het thema, waardoor het is alsof hij wel terugkomt of al terug is. Aan het eind van de film, als hij haar weer ziet achter de spiegel, komt dat thema tenslotte weer terug. Zo valt de puzzel in elkaar.’ Laatste vraag: zijn er filmcomponisten die je inspireren, of van wie je juist een afkeer hebt? ‘Bij negen van de tien Hollywoodfilms is tegenwoordig Hans Zimmer betrokken, dat vind ik bedenkelijk. Maar hij neemt wel componisten onder zijn hoede, en dat is wel mooi. Zijn muziek voor bijvoorbeeld The Pledge vind ik prachtig, maar de score voor Gladiator bijvoorbeeld gaat mij wat te ver. Ik hou van intieme filmmuziek met een hele sterke sfeer. Toen American Beauty uitkwam, stond ik te juichen: de film bewees dat een grote orkestrale score niet altijd nodig is. Daar komt bij: in Nederland hebben we daar ook vaak geen budget voor. Dus als een componist als Thomas Newman laat horen hoe je een goede score kan maken zonder groot orkest, dan word ik heel blij: een marimba kan ik wel betalen.’
Het slot van Het meisje en de dood is sereen en mooi. Van meet af aan weet je dat het met Elise slecht zal aflopen, toch heeft Stelling het slot fraai “rond” gekregen met de oude Nicolai die tientallen jaren later het hotel bezoekt en in een visioen Elise achter een spiegel ziet. ‘Daar heb ik muzikaal wel even mijn dingetje kunnen doen. Je hebt de scène dat Nicolai voor het eerst Elise bekijkt, terwijl ze buiten een koets uitzwaait. Gebaseerd op een Chopinthema heb ik daar een stuk voor strijkers bij gemaakt. Na het kaartspel gaat Nicolai weg. Elise zegt dan dat ze zeker weet dat hij terugkomt. Dat is niet zo, dat beseft de kijker. Muzikaal ga ik daar een beetje tegen de strekking van die
De score van Het meisje en de dood is via iTunes beschikbaar. HM
16
BOEKBESPREKING: Vrouwelijke en mannelijke filmmuziek In de Engelstalige wetenschappelijke wereld is filmmuziek al geruime tijd een onderwerp waar diepgaand onderzoek naar wordt verricht. Ook in Duitsland is sprake van een groeiende aandacht voor dit onderwerp. Een onlangs uitgebrachte verzameling wetenschappelijke artikelen bevestigt deze traditie die al lang vóór de Tweede Wereldoorlog voorzichtige eerste stappen zette. wood. Duitse filmmuziek komt iets minder prominent aan bod zoals in een bijdrage over liederen in Carl Froelichs film Heimat met zangeres Zarah Leander in de hoofdrol. Dat ook in Duitse wetenschappelijke kringen onderzoek wordt gedaan naar het verschil tussen muziek voor vrouwen en voor mannen in films bewijst een interessant hoofdstuk van Claudia Bullerjahn waarin zij haarfijn uitlegt welke muzikale kenmerken van toepassing zijn op vrouwen en mannen in films uit zowel Hollywood als Duitsland. Zo hebben melodieën voor mannelijke personages in films een hoger tempo en wordt muziek voor vrouwen uitgevoerd door strijkers, fluit en piano terwijl dat bij mannenmuziek geschiedt door onder meer gitaar en trompet. Ook in de Engelstalige wetenschappelijke wereld is veelvuldig onderzoek gedaan naar dit verschijnsel, getuige auteurs als Caryl Flinn (in Strains of Utopia: Gender, Nostalgia, and Hollywood Film Music (1992)).
Al in de jaren '30 lieten filmwetenschappers als Rudolf Arnheim - in zijn baanbrekende werk Film als Kunst (1932) - en Kurt London - in zijn in het Engels vertaalde werk Film Music (1936) - hun licht schijnen op muziek bij films. Een minstens zo invloedrijk boek is Composing for the Films (1947) dat Theodor Adorno en Hanns Eisler eerst in het Engels uitbrachten en in 1969 in een Duitse vertaling publiceerden. Eerder dit jaar verscheen Film und Musik als multimedialer Raum, een bundel die veertien bijdragen bevat van Duitse en Oostenrijkse wetenschappers die een breed spectrum aan onderwerpen op het gebied van filmmuziek hebben onderzocht.
Film und Musik als multimedialer Raum biedt voor elk wat wils, zij het dat het enige inspanning vergt om tot de kern van menig essay door te dringen, want sommige auteurs schrijven in een stijl die kennis van zowel taal als muziektechniek paart aan een aardige dosis filosofische voorkennis.
Opvallend is dat de auteurs vaak kozen voor niet-Duitse filmmuziek. Zo is er een bijdrage over de muziek in Bird van Clint Eastwoord, wordt de mythische kant van het optreden van The Band en haar vele gastcollega's tijdens The Last Waltz onderzocht en beschrijft Wolfgang Thiel de geschiedenis van de filmmuziek in Holly-
Film und Musik als multimedialer Raum. Samengesteld door Tarek Krohn en Willem Strank. Schüren Verlag GmbH, Marburg, 2012. ISBN 978-3-89472-767-3, 240 blz. Prijs: € 27,99 (Bol.com). PS 17
CD-RECENSIES LIFE OF PI Sony Classical SK 547725 28 tracks, 65:11 Life of Pi is een van de langverwachte films van dit jaar. Ang Lee regisseerde deze verfilming van de roman van Yann Martel en werkte opnieuw samen met de Canadese filmcomponist Mychael Danna, met wie hij al in de jaren '90 werkte bij The Ice Storm en Ride With the Devil. De film over de Indiase Pi Patel speelt zich voor het grootste deel af op de Stille Oceaan waar de jongeman overgeleverd is aan een gevaarlijke tijger in een reddingsboot na de ondergang van het schip dat beiden van India naar Canada moest vervoeren. Veel dialoogloze scènes zijn het gevolg en daar maakt Danna dankbaar gebruik van. De soms overweldigende scènes, zoals die met de zwierige walvis en de vliegende vissen, krijgen muziek die even wonderlijk als verbijsterend klinkt. Danna componeerde voor het begin van de film, dat zich in India afspeelt, muziek met een overduidelijk Indiaas accent. We horen dan vooral de sitar en percussie-instrumenten. Een ander opvallend instrument dat Danna graag inzet is de gamelan, een uit Indonesië stammend instrument dat hij eerder bij de score voor The Ice Storm gebruikte. We horen het aan het begin van Back to the World, het langste en misschien wel mooiste nummer van de cd. Hier verenigt Danna het beste van twee werelden: oosterse instrumenten en westerse orkestrale muziek. Life of Pi klinkt af en toe iets te mooi en daardoor tamelijk commercieel, maar dit is tenslotte een grote Hollywoodproductie en als een van de nummers ook nog God Storm heet, met ontzagwekkende muziek en hemels koor, dan is enige gepolijstheid alsmede overdaad onvermijdelijk. Gelukkig weet Danna er toch een persoonlijk werk van te maken. PS ALLES IS FAMILIE Download via iTunes 18 tracks, 31:28 Voor Fons Merkies is 2012 een druk jaar geweest. Voor films als Brammetje Baas, Alleen maar nette mensen en - zeer recent - Het bombardement schreef hij uiteenlopende scores. Voor de succesfilm Alles is familie schreef Merkies een score die voor de ene helft bestaat uit vlotte, opgewekte composities en de andere, tweede helft uit rustige, serieuze nummers. De vrolijke muziek benadrukt de nog zorgeloze wederwaardigheden van de familie De Roover en wordt uitgevoerd door een orkest waarbij strijkers de hoofdrol spelen. Later in de film worstelen alle familieleden met tegenslagen en gekwetste gevoelens en deze vooral serieuze kant wordt gedomineerd door piano. Het hoofdthema waarmee de score begint is een prima in het gehoor liggende track die regelmatig terugkeert en vooral het feel-good-karakter van de film benadrukt, want zoals het gaat met deze films: alles komt weer tot een goed eind. Overigens zijn de titels van de achttien tracks leuke vondsten; ze geven in een notendop goed de verhaallijn van de film weer. Merkies schreef een compacte score die naast de vele liedjes moeiteloos overeind blijft. PS 18
CONAN THE BARBARIAN Intrada Records MAF 7123 Cd 1: 19 tracks, 56:52 Cd 2: 21 tracks, 78:45 Cd 3: 13 tracks, 52:06 Conan the Barbarian was de doorbraak voor zowel Arnold Schwarzenegger als Basil Poledouris. De componist was een klasgenoot van regisseur John Milius. Deze vond dat van alle klasgenoten Basil het meest getalenteerd was. Hij kon alles: schrijven, regie, editing, componeren. Er ontstond een vriendschap die resulteerde in een samenwerking bij Conan the Barbarian, een mythologisch Keltisch fantasieverhaal dat zich afspeelt 10.000 jaar voor Christus. De muziek voor dit epos is kolossaal, op sommige momenten met veel pauken, violen en koperblazers. Maar het heeft ook zijn rustige momenten, vol met goed in het gehoor liggende thema’s en een paar hoofdthema’s die eruit springen, van simpele straatmuziek-deuntjes tot koorwerken met vol orkest. Er zijn voor deze score twee verschillende orkesten gebruikt. Basil vond achteraf dat de opnamekwaliteit en het orkest niet optimaal waren. Maar zoals vaak bij films: de muziek komt er het laatst bij en als de budgetten al zijn overschreden, moet de muziek nog gedaan worden en dan zoekt men naar de voordeligste optie. Hier was het Rome. Dertig jaar na de film viert Intrada dit jubileum met een drie dubbel cd. De complete score geremastered op de eerste twee schijven met als bonus ruim 26 minuten tracks die “The Extra’s” genoemd worden. Hier horen we eerste versies van later gebruikte thema’s die het niet tot in de film gered hebben. Op de derde cd staat de soundtrack die al eerder was verschenen met als bonus de Prologue (With Narration)/Anvil of Crom, een track die eerder alleen op de Italiaanse en Franse persing was uitgebracht. Deze score wordt door menig verzamelaar gerekend tot één der beste scores van Basil Poledouris. Het is daarom een mooie uitgave met veel extra muziek. Nu pas komt aan het licht hoeveel werk er in deze score heeft gezeten. Met de eerdere soundtracks hadden we de highlights die al prachtig waren, maar nu kunnen we de complete score beluisteren. Een verrijking. ST LOOPER La-La Land Records/Cut Narrative Records 26 tracks, 64:26 Looper is een sciencefictionfilm van Rian Johnson die zich afspeelt in het Kansas van 2044. Aanstormend filmcomponist Nathan Johnson schreef een inventieve score voor de futuristische actiefilm. Eerder werkten beide Johnsons (ze zijn elkaars neven) samen voor Brick (2005). Al in de openingstrack schotelt Nathan Johnson ons een verbluffende mix van muziek en geluidseffecten voor, een werkwijze die een groot deel van de score kenmerkt. Behendig maakt de componist gebruik van een overweldigende galm die de muziek in een onbestemde ruimte plaatst en ook iets onwezenlijks, buitenaards meegeeft. Looper is een actiefilm en dat straalt de muziek meestentijds ook uit: we horen veel snelle nummers met jagende strijkers en beukende ritmes die - niet al te nadrukkelijk - de film vaart, spanning en iets sensationeels verlenen. Een enkele track bevat meer geluiden dan muziek (A New Scar) en in Her Face horen we zelfs een melodie die een liefdesthema aankondigt. Bestaat het leeuwendeel van de score uit soundscapes, in het afsluitende Everything Comes Around horen we het prachtige liefdesthema weer. Dit keer minder geluiden en meer een melodie. Die misstaat zeker niet op deze innovatieve onderneming van Nathan Johnson. PS 19
CLOUD ATLAS WaterTower Music WTM 39384 23 tracks, 77:36 Cloud Atlas had dit najaar een van de grote knallers moeten worden, maar de drie uur durende productie deed het aan de kassa vrij matig. De megalomane film had drie regisseurs aan boord: Andy en Lana Wachowski en Tom Tykwer. De laatste deed zoals altijd met zijn maatjes Reinhold Heil en Johnny Klimek ook de muziek. Voor zijn vroege films zoals Lola rennt (1998) was dat puur technomuziek, later hoorden we symfonische pracht bij Das Parfum (2006). Cloud Atlas is wederom een symfonisch aangelegde score, maar net zoals Inception is er volop sprake van snelle actiemuziek met naast orkestrale muziek een flinke dosis elektronica. De cd opent met het hoofdthema dat in een bescheiden, vrij kale uitvoering wordt gebracht. De cd sluit tijdens de acht minuten durende aftiteling ook af met dit hoofdthema, maar dan in een brede orkestbezetting. Zonder meer kan dit prachtige thema gerekend worden tot de hoogtepunten op filmmuziekgebied van 2012. Maar er valt veel meer te genieten, aangezien het trio veel composities leverde voor deze epische score die gedurende enkele tracks hun technoverleden verraadt zoals Papa Song en vooral The Escape waar de jagende, pompende muziek de actie moeiteloos versterkt. Veel van het succes van deze filmmuzikale onderneming is te danken aan de orkestratie en de arrangementen van diverse betrokkenen waaronder het componistentrio. Waar de film volgens sommigen faalde vanwege de onsamenhangende, soms bloedeloze beelden, slaagt de muziek des te meer: Cloud Atlas is een genot om naar te luisteren vanwege de rijkdom aan adembenemende melodieën en groeit zo geleidelijk uit tot een muzikaal fascinerende tijdreis, met als bonus The Cloud Atlas Sextet for Orchestra. PS LE MAGASIN DES SUICIDES Idol Records 849.A004.020 38 tracks, 70:25 Voor de Franse animatiefilm Le magasin des suicides van regisseur Patrice Leconte schreef Étienne Perruchon zowel de liedjes als de score. De 54-jarige componist heeft nog maar weinig films gedaan sinds zijn debuut in 1987. Leconte merkt in het cd-boekje op dat Le magasin des suicides een musical is en aldus horen we vooral een aantal sterke liedjes (tekst: Patrice Leconte) die worden afgewisseld door korte stukjes originele score die af en toe motieven van een pakkend hoofdthema bevatten. Die muziekstukjes duren in de regel kort en klinken vooral aangenaam beangstigend, want de film is ook bestemd voor kinderen. Anders dan veel animatiescores uit Hollywood is het scoregedeelte prettig om naar te luisteren. Van een hels kabaal is dan ook - gelukkig - geen sprake. Soms veroorlooft Perruchon zich een uitstapje naar oosterse klanken (La danse de Marilyn) en is hij niet vies van een funky groove in Shake your body. Van de liedjes springt vooral À mort la mort, gezongen door de jonge Kacey Mottet Klein, eruit. Verdere hoogtepunten zijn La crêperie "Au bon vivant", de wervelende muziek bij de aftiteling en als bonus een schitterende wals (La valse des sourires). De uiterst afwisselende, met vaart gecomponeerde score behoudt zijn eenheid vooral dankzij een ontroerend hoofdthema en daarmee is deze score een van de meest amusante en sprankelende van dit jaar geworden. PS 20
CASINO ROYALE Quartet Records QRSCE037 Cd 1: 33 tracks, 58:40 Cd 2: 13 tracks, 33:58 Ian Fleming schreef in 1953 zijn eerste boek over James Bond 007, Casino Royale. Deze verfilming is de enige Bond-film waarvan de rechten niet bij Albert Broccoli terechtkwamen. Het is een komische Bond met meer dan één James Bond, in totaal zeven Bonds. ”Casino Royale is too much for one James Bond!” werd op de poster gezet. 45 jaar na de film is de soundtrack als jubileumuitgave voor het eerst compleet uitgebracht. De muziek is van Burt Bacharach. Deze componist heeft er een swingende score van gemaakt die goed past in de stijl van de jaren '60. Het hoofdthema wordt gespeeld door Herb Alpert and the Tijuana Brass. Een pakkend thema dat nog lang na blijft galmen. Ook heeft de score een originele aanpak, zo is er een doedelzak te horen in de tracks Pipe Lament en Cock O’ the North. James Bond was immers een Schot. Ook is hier en daar jazzy muziek te horen. De orkestratie, vaak met een bas die het ritme aangeeft, en een solotrompet of dwarsfluit geeft een eigen stijl aan deze prettige score. Ook violen doen hun werk, maar ritmische tracks hebben de overhand. Het bekende liedje The Look of Love wordt gezongen door Dusty Springfield. Dit was ook al te horen op de eerste persing, maar nu staat er ook een alternatieve versie op de cd. Omdat Bond vaak de wereld over reist, zijn er allerlei instrumenten te horen zoals een sitar voor zijn verblijf in India en een accordeon voor Berlijn. In februari werden er van deze speciale uitgave 1.500 exemplaren geperst, maar door de enorme belangstelling is het in oktober al snel tot een onbeperkte herpersing gekomen. Althans, er staat nu niet meer bij dat het een gelimiteerde uitgave is. Op de originele soundtrack uit 1967 stonden maar dertien tracks, nu is een klein half uur met extra veel leuke nieuwe muziek toegevoegd. ST ARGO WaterTower Music WTM 39382 17 tracks, 58:38 Voor de op ware gebeurtenissen gebaseerde beklemmende thriller Argo van Ben Affleck schreef Alexandre Desplat een score die een combinatie is van Midden-Oosterse klanken en westerse orkestrale muziek. Al direct in de titeltrack waarmee de cd begint horen we een dreun die het noodlot aankondigt: de overval op de Amerikaanse ambassade in Teheran in 1979 en de dramatische gevolgen voor een zestal ambassademedewerkers die het gebouw op tijd wisten te verlaten. Desplat heeft voor Syriana (2005) een score geschreven waarbij hij eveneens muziek alsmede instrumenten uit het Midden Oosten vernuftig wist te integreren in westerse stijlen. Bij Argo gaat de Fransman nog een stapje verder: de etnische klanken overheersen praktisch alle stukken, met uitzondering van The Mission en het hierop voortbordurende slotstuk Cleared Iranian Airspace. Hier horen we heroïsche muziek die vanzelfsprekend is bij een Amerikaanse actiefilm - wat Argo ook is. Dit is muziek van de overwinnaars en Desplat slaagt er schijnbaar moeiteloos in een dergelijk stuk te presenteren. Het gebruik van etnische instrumenten en de daaruit voortvloeiende klankkleur maakt dat de muziek tijdens het kijken naar de film de authenticiteit van het gebeuren versterkt. Dreiging van de Iraanse opponent en spanning die alom in de lucht hangt in de Iraanse hoofdstad weet Desplat te laten voortduren. Vooral enkele percussie-instrumenten voeren naar de onvermijdelijke ontknoping. Je moet van deze exotische muziek houden, anders valt van deze cd niet echt te genieten. PS 21
QUO VADIS Prometheus XPCD 172 Cd 1: 19 tracks, 67:53 Cd 2: 19 tracks, 68:45 Op het legendarische label Prometheus verscheen kort geleden de complete score van Quo Vadis. Miklós Rózsa was vooral bekend om zijn scores voor film noirs toen hij anno 1950 begon aan deze epische score. Een gouden greep zoals gauw bleek want het resultaat is een nog steeds overweldigend muziekstuk dat de standaard zette voor epische scores met als voorlopig hoogtepunt Ben-Hur (1959), van dezelfde componist. Het befaamde City of Prague Philharmonic Orchestra onder leiding van dirigent Nic Raine voert flink wat fanfares, marsen, dansen, actiemuziek uit en met een koor worden diverse zangstukken gespeeld. Rózsa deed destijds intensief onderzoek naar muziek uit de tijd van de Romeinen en gebruikte zijn bevindingen in het ontwerp van de score waardoor deze een authentieke uitstraling had. We horen hier de complete score, dus ook ongebruikte stukken of passages die op de montagetafel werden verwijderd. Ook wat niet of nauwelijks hoorbaar is in de film kan nu goed worden beluisterd. Naast de vele luide fanfares en martiale marsen ontwierp Rózsa ook een reeks composities die op hun beurt rustig aandoen en met name de ontwikkelingen van de vele personages kleur geven. Daarbij vormt het nog steeds indrukwekkende thema van Lygia een leidraad door de ruim twee uur durende score, een thema dat ook als liefdesthema en tegen het einde als christelijk thema fungeert. Quo Vadis is ongetwijfeld een van de hoogtepunten binnen Rózsa's rijke œuvre en deze prachtige release, waaraan met veel zorg is gewerkt, doet volledig recht aan de inspanningen en het evidente talent van de Hongaarse componist. PS SINISTER Varèse Sarabande 3020671732 13 tracks, 60:55 Hoe wek je een onzichtbaar monster muzikaal tot leven? Daar hoeft Christopher Young niet lang over na te denken. De Amerikaanse filmcomponist, gespecialiseerd in creepy horrormuziek, schreef een opmerkelijke score voor Sinister van regisseur Scott Derrickson. De score heeft vaak meer weg van geluiden en menselijke kreten dan louter muziek. Bij de film over found footage die een doorsnee Amerikaans gezin bedreigt passen de ongemakkelijke muzikale geluiden van Young dan ook opperbest. Meteen al in de eerste track op de cd - Portrait of Mr. Boogie - horen we aanhoudende muziekgolven die uiteindelijk uitmonden in angstaanjagende geluiden, menselijke kreten en iets wat in de verte lijkt op een dreigende stem - is dit Mr. Boogie? Never Go In Dad's Office volgt daarna en dit is een conventioneler nummer compleet met een sterk ritmische melodie. Dat we met een horrorfilm hebben te maken blijkt uit de kermende geluiden in The Horror in the Canisters, een nummer dat ook onverstaanbare dialoog bevat. In sommige gevallen zijn de muzikale geluiden ronduit lachwekkend dan wel ironisch. Young componeerde de score geheel achter het toetsenbord en bewerkte deze voor de cd. In een bijna tien minuten durende suite rechtstreeks uit de score is de sounddesign minder uitgesproken dan in het bewerkte gedeelte. Als laatste track volgt dan de ontlading in de vorm van een heus horrordancenummer. Deze cd is niet voor iedereen weggelegd, maar wie zich aan dit helse avontuur waagt, wordt beslist beloond met een ongebruikelijke, inventieve en bij tijd en wijle amusante score. PS 22
LA CINA È VICINA/PARTNER GDM Music 4160 21 tracks, 38:11 Deze keer een interessante uitgave met muziek van Ennio Morricone. Van de film La cina è vicina is in 1967 alleen een single verschenen en nu voor het eerst zeventien tracks. Jammer genoeg heeft men niet de moeite genomen om iets over de uitgave in het boekje te schrijven. Op pagina 2 staan de hoezen en posters weergegeven en verder staan er foto’s van de film in. De muziek: het hoofdthema is een soort marsje dat nu in meerdere tracks terugkeert in diverse variaties. Verder horen we tracks met violen en piano, soms zeer lichtvoetig, maar aangenaam. De tracks zijn allemaal erg kort, ze variëren tussen de één en twee minuten. Er zit voldoende afwisseling in de tracks om er aangenaam naar te kunnen luisteren. Track 11 is een suspensethema op violen. De muziek is typerend Morricone uit die periode. Hij was zich toen in de orkestraties aan het ontwikkelen. Mandolines, belletjes, toetertjes, een tuba, hij probeerde van alles en met succes. Het orkestreren deed hij al jaren voor hij in de filmmuziek stapte. Hij was voor RCA de componist waar veel Italiaanse popartiesten uit die tijd mee samenwerkten in de studio. Morricone deed alle arrangementen en orkestraties en was tevens dirigent voor een paar honderd songs. Partner (1968), de andere score op deze cd, is een film van Bernardo Bertolucci en heeft net als de eerdere uitgaven vier tracks. Maar bij deze cd duren twee tracks langer waardoor het weer leuk wordt voor de verzamelaar. Het nummer Splash wordt gezongen door Peter Boom. Povero Claudio is een pianothema in mineur. Vecchia Hollywood doet een beetje Mantovani-achtig aan en duurt ruim een minuut. De score wordt afgesloten met Roma sospesa: korte ritmes op cello met pizzicato in contrapunt; een mysterieus thema. Al met al is dit een mooie aanvulling op de Morricone-verzameling omdat het oude muziek is en nu voor het eerst volledig uitgebracht. De geluidskwaliteit is erg goed. ST TROUBLE WITH THE CURVE Varèse Sarabande 3020671692 20 tracks, 42:43 Marco Beltrami is een van die hedendaagse filmcomponisten die gestaag aan een imposant œuvre werkt. Hij maakte in eerste instantie naam met een handvol frisse horrorscores. In latere jaren waagde hij zich regelmatig aan een experimentele score zoals The Three Burials of Melquiades Estrada en vooral The Hurt Locker. Voor Trouble With the Curve schreef Beltrami een kleine, rustige score die met name de ontwikkeling van Gus (Clint Eastwood) in dit baseballdrama volgt en regelmatig van een muzikale noot voorziet. We horen vooral korte stukjes muziek, soms alleen gespeeld door een gitaar in countrystijl. Een orkest begeleidt de gitaar, eerst zachtjes op de achtergrond, maar naarmate de film voortduurt, treedt het steeds meer op de voorgrond. De muziek ademt aanvankelijk een gevoel van ongenoegen uit zonder tragisch of al te serieus over te komen. Behendig bouwt Beltrami de beginstukken uit naar een ontlading die zich in de laatste tracks voltrekt, wanneer de muziek een moment van triomf kent, overeenkomstig de persoonlijke overwinning van Gus. Kort daarvoor horen we zelfs een enkel moment van dreiging en tragiek, maar dat is nodig om de overwinning extra zeggingskracht te geven. Een prachtige coda sluit deze intieme score af. Beltrami brengt niets nieuws, wel bewijst hij opnieuw zijn vak te verstaan. PS 23
DAVID AND BATHSHEBA Kritzerland KR 20023-9 24 tracks, 78:50 1951 was een vruchtbaar jaar voor bijbelse films in Hollywood. Behalve Quo Vadis was er David and Bathsheba, een grote productie van 20th Century Fox. Gregory Peck speelde koning David en Susan Hayward was zijn geliefde Bathsheba. Hoofd van de muziekafdeling van de studio was destijds Alfred Newman die voor dit prestigeproject een brede, gevarieerde en monumentale score schreef, helemaal alleen en dus zonder hulp van medewerkers. Tijdens het intro op de cd valt Newman met een doffe dreun meteen met de deur in huis. Wat volgt is een rijke score die opvalt door enkele prachtige thema's, een passende instrumentkeuze die de authenticiteit van de film ten goede komt, een prachtige balans tussen rustige stukken en krachtige uithalen en een immer melodische klankkleur, ook voor de martiale episodes. Newman schreef een voor die tijd opmerkelijk uitgebalanceerde score die zonder overdrijving episch kan worden genoemd. Tot de vele hoogtepunten behoren The Gates of Jersualem/The Ark of the Covenant dat sterk ritmisch is en dankzij de percussie-instrumenten evenals de tamboerijn de couleur locale aardig weet te raken. Ook Palace Dance klinkt dankzij exotische percussie zeer authentiek. Maar het absolute hoogtepunt houdt Newman voor de luisteraar tot het eind in petto: in Goliath gaan alle remmen los en werkt Newman toe naar een onvermijdelijke, daverende climax. In alle opzichten is dit een overweldigende score. PS DANS LA MAISON Sony Music 19 tracks, 47:30 Na Potiche hebben we bijna twee jaar moeten wachten op een nieuwe film van François Ozon. Met Dans la maison keert de Franse regisseur overtuigend terug en ook zijn vaste componist Philippe Rombi verrast ons. Zijn prachtige score begint op de cd direct met het hoofdthema, een in walsritme en driekwartsmaat gegoten melodie die herhaaldelijk in de film opduikt. In het cd-boekje schrijft Rombi dat het vooral de bedoeling was om met de score een sfeer te creëren. We horen vooral dwingende klanken met een repetitief karakter die de nieuwsgierigheid van de docent naar elk nieuw opstel van zijn pupil Claude benadrukken. Bij deze spannende stukken is Rombi duidelijk schatplichtig aan Herrmann zonder diens stijl klakkeloos te imiteren. Naast deze orkestrale stukken horen we een speels nummer met een Chinese klankkleur (vanwege een Chinese verhaallijn in de film) en enkele stukken in jazzidioom. Aan de hand van enkele sterke thema's ontvouwt Rombi een muzikale omlijsting die spanning, ongemak en een voortdurende honger naar iets nieuws bij de kijker dient op te wekken. Nu eens kaal (met slechts de piano), dan weer met een woud aan strijkers, maar bovenal op onmiskenbaar melodische leest geschoeid, betovert Rombi de filmkijker maar evenzeer de luisteraar van deze cd. Feitelijk brengt hij niets nieuws of revolutionairs, echter dankzij onder meer een sterk thema met fatalistische ondertoon is deze cd zeer de moeite waard. Philippe Rombi kunnen we onderhand rekenen tot de grote hedendaagse Franse filmcomponisten. PS 24
SKYFALL Sony Classical 88765401302 30 tracks, 77:33 Eindelijk ging de deur van zaal 4 van het Tuschinski Theater voor mij open. Als fan kijk je er zolang naar uit: de nieuwe James Bond-film! Hoe zal de muziek deze keer klinken? Afgelopen zomer werd al aangekondigd dat Thomas Newman de score zou gaan overnemen van David Arnold. Thomas, zoon van Alfred Newman, staat bekend als een componist van rustige muziek, zoals in Meet Joe Black, American Beauty en Finding Nemo. De muziek van Newman is altijd fris en net even iets anders dan de gemiddelde soundtrack. Zou hij een Bond-film aankunnen? Zou deze Bond-soundtrack teruggaan naar de muzikaliteit van de jaren zestig, met mooie thema’s en smaakvolle arrangementen? Het mysterieuze begin van de film, met de ondersteuning van de eerste twee noten van het James Bond-thema, geeft aan dat wij goed zitten. De strijkers nemen de achtergrond in bezit. De percussie en de gitaren volgen. De achtervolging kan beginnen en de oosterse klanken geven de plaatjes kleur. De blazers komen erbij en mijn gedachten gaan even terug naar de Bond-soundtracks van John Barry. Het is een mooi begin. Vanzelfsprekend wordt er altijd met bijzondere nieuwsgierigheid uitgekeken naar de Bond-song. Bij de eerste zachte klanken van de vleugel is de zaal al muisstil. Even later nemen de strijkers en de blazers het over en brengt Adele het nummer tot grote hoogte. Ja, dit is een echte Bond! Het is een genot: een prachtig palet van vormen en kleuren vult het witte doek en de muziek brengt de zaal in vervoering. Even later worden de nachtelijk beelden van Shanghai en Macau voorzien van sfeervolle muziek. De cello’s laten op gepaste wijze van zich horen en dat is genieten. Thomas Newman wisselt bij deze soundtrack uptempo muziek af met prachtige, sfeervolle nummers zoals Severine en Modigliani. Af en toe heb je het gevoel dat regisseur Sam Mendes hier en daar een vleugje Batman heeft willen toevoegen. In de muziek komt die sfeer ook tot uiting, zoals in het begin van de tracks Jellyfish en She’s Mine. Het klinkt allemaal wel erg verfijnd. Skyfall en Thomas Newman verdienen wat mij betreft als cijfer een dikke 8. De muziek begeleidt de film op voortreffelijke wijze en daar waar de lange film (143 minuten) dreigt te gaan vervelen, zorgen de klanken van het orkest ervoor dat de aandacht niet verslapt. Het enige wat aan de soundtrack ontbreekt, is het terugkeren van de melodie van de Bond-song. Deze komt slechts één keer terug in Komodo Dragon en helemaal aan het einde van de aftiteling. Dat is wat mij betreft erg jammer en een gemiste kans. Ook is de titelsong niet op het album terug te vinden. Dit hebben wij helaas ook al bij de laatste twee Bond-soundtracks moeten constateren. Adele’s Skyfall zul je er dus los bij moeten kopen, maar dat mag de pret niet drukken. Persoonlijke favoriet is Skyfall, het instrumentale nummer van Thomas Newman; je voelt de spanning, magistraal! EvB
25