Vertrouwelijk
In opdracht van
CleanLight BV Nieuwe kanaal 7 6700 AG Wageningen
Marktverkenning toepassingsgebieden UVc Gewasbescherming Gefinancierd door
SenterNovem Oriënterend e.a. onderzoek naar kansrijke toepassingen in
de plantaardige sectoren Uitgevoerd door
DLV Plant BV Postbus 7001 6700 AC Wageningen Projectnummer
366908 Versie Definitief 220408
Dit document is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag derhalve worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLV Plant. De merkrechten op de benaming DLV komen toe aan DLV Plant B.V.. Alle rechten dienaangaande worden voorbehouden. DLV Plant B.V. is niet aansprakelijk voor schade bij toepassing of gebruik van gegevens uit deze uitgave.
© DLV Plant, april 2008.
Vertrouwelijk
Inhoudsopgave
Samenvatting
3
1
Inleiding en doel
4
2
Overzicht uitgevoerd en gepland praktijkonderzoek
5
3
Strategie en effectiviteit
6
4
Toepasbaarheid per gewas – ziektecombinatie
7
4.1
Sectoren akkerbouw, vollegrondsgroenten, aardbei, bollen, fruit
7
4.2
Sector boomteelt en potplanten
7
5
Resultaten
9
5.1
Sector akkerbouw
9
5.2
Sector vollegrondsgroenten
11
5.3
Sectoren fruit en bollen
11
5.4
Sector Boomteelt
11
5.5
Praktijkervaringen
14
6
Conclusies en aanbevelingen
15
7
Literatuur
16
Bijlage 1. Perspectiefscores toelichting
17
Bijlage 2. Perspectiefscores sector akkerbouw
18
Bijlage 3. Perspectiefscores sector vollegrondsgroenten, aardbei 19 Bijlage 4. Perspectiefscores sector fruitteelt
20
Bijlage 5. Perspectiefscores sector bollen
21
Bijlage 6. Perspectiefscores boomteelt
22
Bijlage 7. Perspectiefscores potplanten
27
© DLV Plant, april 2008.
2
Vertrouwelijk
Samenvatting Vanuit ontsmettingstechnieken is bekend dat met UVc licht schimmels en bacteriën gedood kunnen worden. Door CleanLight is een nieuwe ontwikkeling met de toepassing van UVc ingezet: gewasbehandeling tegen schimmelziekten in gewassen. Enerzijds kan hiermee de inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen verminderd worden en anderzijds kan de methode ook toegepast worden in de biologische sector (SKAL goedgekeurd). In de biologische sector kan deze methodiek een belangrijke bijdrage leveren aan de opbrengst- en oogstzekerheid. Ook kan de inzet van de methodiek tegen Phytophthora in aardappelen en valse meeldauw in uien de spanningen tussen gangbare (chemische) en biologische landbouw verminderen. Dit omdat men nu naar elkaar wijst bij het ontstaan van problemen bij deze gewas-ziektecombinaties. Voor een snelle introductie van UV gewasbescherming in de praktijk is het noodzakelijk dat juist die gewasschimmelcombinaties worden gekozen, waar de UV Gewasbescherming een aantoonbare een effectieve methode is, met duidelijke voordelen boven de gangbare gewasbescherming. Over de effectiviteit tegen allerlei schimmelziekten van UVc zijn nog maar weinig gegevens bekend. In opdracht van Clean Light heeft DLV Plant in 2007 een studie uitgevoerd naar de meest kansrijke gewas-ziekte combinaties in diverse sectoren in de land- en tuinbouw. Daarnaast is een inventarisatie gemaakt van bij DLV Plant bekende onderzoeken en demonstraties op dit gebied.
DLV Plant concludeert dat de behandeling van gewassen met UVc ter bestrijding van bovengrondse schimmelziekten mogelijkheden biedt om de inzet van fungiciden te reduceren en om problemen in de biologische landbouw te beperken. Onderzoek zal zich de komende jaren moeten richten op perspectiefvolle gewas-ziektecombinaties met duidelijke waarde voor de praktijk. Per gewas-ziektecombinaties moet nagegaan worden op welke fase(n) van ontwikkeling van een ziekte de inzet van een behandeling met UVc zich moet richten. Bovendien zal per gewasziektecombinaties moeten worden nagegaan, of en hoe de timing van een behandeling met UVc gestuurd kan worden ondersteund door de adviezen van een BOS.(Beslis Ondersteunende systemen). Tot slot zal per gewas-ziektecombinatie zal nagegaan moeten worden hoe intensief een behandeling uitgevoerd moet worden om een goed effect te verkrijgen. Met name de rijsnelheid, de afstand van lamp tot te bestrijden organisme en de sterkte van de lampen speelt hierbij een rol. Voor praktische toepasbaarheid zal de capaciteit van UVc machines voldoende hoog moeten zijn. Werkbreedte en sterkte van de lampen spelen hierbij een belangrijke rol.
© DLV Plant, april 2008.
3
Vertrouwelijk
1
Inleiding en doel
Vanuit ontsmettingstechnieken is bekend dat met UVc licht schimmels en bacteriën gedood kunnen worden. Door CleanLight bv is een nieuwe ontwikkeling met de toepassing van UVc ingezet: gewasbehandeling tegen schimmelziekten in gewassen. Enerzijds kan hiermee de inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen verminderd worden en anderzijds kan de methode ook toegepast worden in de biologische sector (SKAL goedgekeurd). In de biologische sector kan deze methodiek een belangrijke bijdrage leveren aan de opbrengst- en oogstzekerheid. Ook kan de inzet van de methodiek tegen Phytophthora in aardappelen en valse meeldauw in uien de spanningen tussen gangbare (chemische) en biologische landbouw verminderen. Dit omdat men nu naar elkaar wijst bij het ontstaan van problemen bij deze gewas-ziektecombinaties. Voor een snelle introductie van UV gewasbescherming in de praktijk is het noodzakelijk dat juist die gewas-schimmelcombinaties worden gekozen, waar de UV Gewasbescherming een aantoonbare een effectieve methode is, met duidelijke voordelen boven de gangbare gewasbescherming. Over de effectiviteit tegen allerlei schimmelziekten van UVc zijn nog maar weinig gegevens bekend. Inmiddels zijn in Nederland wel de eerste veldproeven uitgevoerd. In het kader van deze studie wordt voor de sectoren akkerbouw, vollegrondsgroenteteelt, fruitteelt, bollen en boomteelt op een rij gezet: • welk praktijkgericht onderzoek er uitgevoerd is en wordt; • wat hiervan de resultaten zijn voor zover de resultaten beschikbaar zijn; • voor welke gewas-ziektecombinaties de UVc methode interessant kan zijn. Omdat het aantal gewassen in de genoemde sectoren en het aantal schimmelziekten zeer omvangrijk is, is deze studie beperkt tot de belangrijkste gewassen en de belangrijkste ziektes, dus de belangrijkste gewas-ziektecombinaties. Vervolgens is voor de geselecteerde gewasziektecombinaties nagegaan of het een probleem is wat met fungiciden goed onder controle gehouden kan worden, hoe groot de fungicideninput is en hoe groot het probleem is in de biologische landbouw. De mogelijkheden van UVc hangen ook sterk af van het type schimmelziekte. Schimmel-ziekten die op het blad groeien, zijn makkelijk te bereiken met UVc en zullen dus beter bestrijdbaar zijn dan schimmelziekten die zich systemisch in de plant verspreiden. Bij deze schimmelziekten zal er mogelijk alleen effect te verwachten zijn van doding van sporen. De groep van zogenaamde bodemschimmels zijn in deze studie niet beoordeeld, omdat er bij deze groep geen perspectief is voor UVc.Ook hangen de toepassingsmogelijkheden af van de bereikbaarheid van de schimmel door de UVc licht. Een schimmel onderin een vol gewas kan door de licht niet bereikt worden. Omdat de ontwikkeling van de CleanLight machines al in de richting gaat van grote werkbreedtes (15 m) wordt eventuele gewasschade door bereiding niet meegenomen in deze studie.
© DLV Plant, april 2008.
4
Vertrouwelijk
2
Overzicht uitgevoerd en gepland praktijkonderzoek
Overzicht van in 2007 uitgevoerd onderzoek door diverse onderzoeksinstellingen. Gewas-ziektecombinatie
Onderzoeksinstelling
Ui – valse meeldauw, tweede jaars plantuien
DLV Plant i.s.m. PPO-agv
Ui – valse meeldauw, biologische zaaiuien
DLV Plant i.s.m. PPO-agv
Ui – valse meeldauw, zaaiuien
PPO-agv
Aardappel – Phytophthora
PPO-agv, HLB, PRI (2006)
Aardappel - Rhizoctonia
HLB
Knolselderij – Septoria apiicola
DLV Plant i.s.m. PPO-agv
Bomen:
DLV Plant
Buxus - Cylindrocladium Prunus laurocerasus – Echte meeldauw Prunus laurocerasus – (Hagelschot) Rosa – Echte- en valse meeldauw Potentilla – Echte meeldauw Gaultheria - Colletotrichum Astilbe - Rhizoctonia Spiraea - Meeldauw Lavandula – (Taksterfte) Chamaecyparis – (Taksterfte) Hedera – (Bacteriebladvlekken) Bollen
PPO-bollen
Appel en peer – vruchtrot, meeldauw, schurft
PPO-fruit
Overzicht van in 2008 gepland onderzoek door diverse onderzoeksinstellingen. Gewas-ziektecombinatie
Onderzoeksinstelling
Ui – valse meeldauw
PPO-agv
Aardappel – Phytophthora
PPO-agv
Nieuw project gesubsidieerd door HPA
?
Bomen
DLV Plant
Appel en peer – vruchtrot, meeldauw, schurft
PPO-fruit
Aardbei – botrytis; afh subsidie PT en LIB
DLV Plant
EU demonstratieproject
DLV Plant
© DLV Plant, april 2008.
5
Vertrouwelijk
3
Strategie en effectiviteit
Bij de epidemie van een schimmelziekte kunnen een aantal fasen onderscheiden worden: • infectie: spore komt op een blad, kiemt en nestelt zich; • myceliumgroei: de infectie groeit in of op het blad verder; • sporulatie: na voldoende ontwikkeling van het mycelium kan de schimmel sporendragers gaan vormen, waarin of waaraan sporen gevormd worden; • sporenvlucht: de sporen worden vrijgelaten en kunnen op andere bladeren terechtkomen. De snelheid waarmee deze fasen doorlopen worden en de optimale omstandigheden voor deze fasen zijn voor elke schimmelziekte anders. Ook zal de effectiviteit van een behandeling met UVc per schimmelziekte per fase verschillend zijn. In de infectiefase zullen sporen die op de bladeren liggen tot ze ingegroeid zijn veelal goed met UVc te bestrijden zijn, mits het licht de spore bereikt. Tijdens myceliumgroei zal de effectiviteit sterk afhangen van het feit of het op een schimmel gaat die buiten op het blad groeit (zoals echte meeldauw) of om een systemische schimmel die in het blad groeit (zoals valse meeldauw en Phytophthora). In het laatste geval is de schimmel in deze fase onbereikbaar voor UVc. In de fase van sporulatie wordt er ook bij systemische schimmels weefsel op het blad gevormd. In principe is de schimmel hiermee weer bereikbaar voor UVc. Echter, als de sporulatie vooral aan de onderkant van het blad gebeurt (zoals bij Phytophthora in aardappelen) en deze onderkant is niet bereikbaar voor UVc, dan is er moeilijk een goede effectiviteit bereikbaar. Ook kunnen de net gevormde sporen in de fase beschermd worden door de sporendrager omdat ze hierdoor omgeven worden. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij Septoria apiicola in knolselderij. Zodra de sporen vrijgelaten zijn, zijn ze voor UVc moeilijk bereikbaar. Afhankelijk van de schimmelziekte zal de bestrijding met UVc zich dus kunnen richten op één of meerdere fasen. De weersomstandigheden spelen bij het verloop van de verschillende fasen een belangrijke rol. Bij de inzet van UVc is het goed om hiermee rekening te houden. Immers, als bijvoorbeeld een behandeling gericht wordt op voorkomen van infectie in de infectiefase, maar de omstandigheden zijn dermate dat de spore weinig kans maakt op een geslaagde infectie, dan heeft behandeling geen nut. Bij behandeling gericht op de sporulatiefase heeft behandeling geen nut als de omstandigheden ongunstig zijn voor sporulatie of als de omstandigheden voor een aansluitende infectie ongunstig zijn. Om deze redenen is het nuttig om bij de inzet van UVc rekening te houden met de adviezen van zgn. BOSsen (BeslissingsOndersteunende Systemen) voor de bestrijding van schimmelziekten. Vooral in de akkerbouw, vollegrondsgroenteteelt en bollenteelt worden dergelijk systemen gebruikt om de inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen te sturen. Per gewas-ziektecombinatie zal nagegaan moeten worden hoe de adviezen van een BOS gebruikt kunnen worden voor de timing van inzet van een UVc behandeling. Een laatste belangrijk aspect bij de mogelijkheid om een schimmelziekte effectief te bestrijden is of een schimmelziekte bereikbaar is voor UVc gezien de gewasstructuur, gewasontwikkeling en plaats van de schimmel in het gewas. Zo zal Alternaria in aardappelen vrij moeilijk met UVc te bestrijden zijn, omdat de schimmel zich vooral in een vol gewas onderin ontwikkeld.
© DLV Plant, april 2008.
6
Vertrouwelijk
4
Toepasbaarheid per gewas – ziektecombinatie
4.1 Sectoren akkerbouw, vollegrondsgroenten, aardbei, bollen, fruit Voor de openteelten akkerbouw, vollegrondsgroenten, aardbei, bollen en fruit zijn 94 combinaties van gewas en ziekte geselecteerd. Vervolgens is elke combinatie beoordeeld op 5 criteria, te weten: A. mate van bestrijding in gangbare landbouw met fungiciden of andere maatregelen (1 = goed, 3 = matig, 5 = slecht) B. is fungiciden inzet hoog (1 = zeer hoog; 5 = wordt bijna geen fungiciden voor ingezet; 0 = geen fungiciden toegelaten) C. problematiek in biologische landbouw vanwege opbrengst en/of kwaliteit (1 = geen probleem; 3 = valt mee te leven; 5 = groot probleem) D. toepassingsmogelijkheid UVc gelet op gewasstructuur en waar ziekte in gewas zit (1 = goed; 3 = redelijk; 5 = onmogelijk) E. zijn de kosten om de ziekte te bestrijden hoog t.o.v. het gewassaldo (1 = zeer hoog; 5 = stelt relatief niet veel voor) Aan de hand van de gegeven scores is een totaalscore berekend voor de sectoren gangbare landbouw en biologische landbouw. Arbitrair is hieraan een klassering toegediend waarmee een indeling plaatsvindt in de klassen goed, matig en weinig perspectief. In onderstaand overzicht is de berekeningswijze en klassering weergegeven.
Berekening totaalscore Aantal punten voor totaalscore: minimaal (veel perspectief): maximaal (geen perspectief): Klassering goed perspectief: matig perspectief: geen perspectief:
gangbaar (6 – A)+ B + 2 * D + E
biologisch (6 – C) + 2 * D
4 25
3 15
≤ 13 14 - 17 > 17
≤7 8 - 10 > 10
De scores per criterium en de totaalscores zijn weergegeven in bijlage 1 t/m 5.
4.2 Sector boomteelt en potplanten In de Boomteelt zijn 216 combinaties van gewas-ziekte onderkent, zie bijlage 6. Deze zijn beoordeeld op 5 criteria: A: Is de aantasting goed te bestrijden met huidige methoden? (fungiciden of andere maatregelen.) 1 = goed 2 =goed/matig 3 = matig 4 = matig/slecht 5 = slecht
B: Is de inzet van fungiciden hoog? © DLV Plant, april 2008.
7
Vertrouwelijk
1 = zeer hoog; wekelijks 2 = hoog; eens per twee weken 3= matig; drie weken, maandelijks 4= laag; af en toe 2-3x per seizoen. 5 = Heel laag; wordt bijna geen fungiciden voor ingezet, éénmalig 0 = geen fungiciden toegelaten
C: Is de aantasting bereikbaar voor het licht, of is het gewas daar te compact of dicht voor? 1=Goed bereikbaar van bovenaf 2=Goed bereikbaar vanaf zijkant 3=Midden gewas/matig bereikbaar 4=Slecht, weinig kans 5=Onmogelijk
D: Zijn de kosten om de ziekte te bestrijden hoog t.o.v. het gewassaldo. 1= Zeer hoge kostenpost 2= Hoge kostenpost 3= Matig 4= Weinig 5= Stelt weinig voor
E: Gewasgrootte qua areaal of aantalen. 1=groot
2=matig 3=klein
0=n.v.t.
Arbitrair is hieraan een klassering toegediend waarmee een indeling plaatsvindt in de klassen goed, matig en weinig perspectief. In onderstaand overzicht is de berekeningswijze en klassering weergegeven. Berekening totaalscore
=(MACHTC;2))+(6-A)+(MACHT(E;2))+B+D
Aantal punten voor totaalscore: minimaal (veel perspectief):
4
maximaal (geen perspectief):
49
Klassering goed perspectief:
≤ 14
matig perspectief:
15 - 20
geen perspectief:
> 20
In de sector potplanten zijn 142 combinaties van gewas en ziektecombinaties geidentificeerd. De geldende criteria en daaraan gekoppelde perspectieven zijn identiek aan de boomteelt.
© DLV Plant, april 2008.
8
Vertrouwelijk
5
Resultaten
In dit hoofdstuk worden een aantal activiteiten beschreven in de verschillende sectoren waarin de UVc Gewasbescherming verder is onderzocht of gedemonstreerd, voor zover bekent bij DLV Plant.
5.1 Sector akkerbouw 5.1.1 Aardappel – Phytophthora PRI Door het PRI is in 2006 op laboratoriumschaal onderzocht wat het effect is van UVc op sporen van Phytophthora (Kessel and Förch, 2006). Dit werd onderzocht door na een behandeling met UVc van sporen geplaatst in petrischaal het effect op de kieming na te gaan. Uit het onderzoek is gebleken dat er een duidelijke “dose – response” relatie is tussen de hoeveelheid UVc licht en de 2 kieming van Phytophthora sporen. Tot ongeveer 4 mJ/cm is er vrijwel geen effect op de kieming. 2 Tot 6 à 7 mJ/cm treedt er een sterke daling van de kieming op, waarna het maximale effect wordt bereikt. In het gewas zullen Phytophthora sporen dus minimaal met deze intensiteit behandeld moeten worden. Uit het onderzoek van het PRI is ook gebleken dat de intensiteit van de licht exponentieel afneemt met de afstand tot de lichtbron. Conclusie DLV Plant: Voor de effectiviteit van gewasbehandelingen is toename van het aantal lampen die dicht bij de te behandelen oppervlak gebracht worden vermoedelijk dus belangrijker dan de sterkte van de lampen SPNA Door SPNA is in zetmeelaardappelen een proef ingezet tijdens het groeiseizoen. Tot midden juli werd het gewas normaal met fungiciden behandeld tegen Phytophthora. Er werd in 6 verschillende rassen met 2 rijsnelheden gewerkt (2 en 6 km/uur) om de 2 à 3 dagen tot ongeveer eind juli. De machine had geen lampen boven het gewas, alleen tussen het gewas hangende lampen. Ondanks druk uit de naaste omgeving kwam er in het onbehandelde gedeelte geen aantasting. Na een week begon een aantasting aan de rand van de proef waar de onbehandelde strook lag. Er werd toen weer begonnen met de UVc behandeling. In onbehandeld zette de aantasting sneller door dan bij behandeld (mond. med. M. Raaphorst). Een wetenschappelijk onderbouwde conclusie is hier niet uit te trekken, omdat niet aangetoond was of dit verschil werd veroorzaakt dankzij de UVc behandeling of dankzij het feit dat de infectiedruk in de onbehandelde strook zwaarder was dan in de behandelde strook. Het bleek echter wel duidelijk dat de laesies die aanwezig waren in de met UVc behandelde strook vaak verdroogden en vaak minder myceliumgroei aan de rand van de laesie vertoonden. Het verdrogende effect kwam overeen met het effect van droog schraal weer met hoge temperatuur. De UVc methode lijkt hiermee een curatief effect te hebben gehad. De behandelingen op zich gaven weinig schade aan het gewas. Vanwege de smalle werkbreedte van 1.50 m trad er natuurlijk wel schade op door de wielen (mond. med. M. Raaphorst).
© DLV Plant, april 2008.
9
Vertrouwelijk
PPO Door PPO werd tweemaal direct voor en direct na een UVc behandeling blaadjes op verschillende plaatsen uit het gewas gehaald (boven de rug en tussen de rug, zowel hoog als laag). Het bleek dat de kieming van de sporen niet door de behandeling beïnvloed werd. Blijkbaar werden de sporen niet door het UVc bereikt omdat ze vooral aan de onderkant van het blad gevormd worden (Lamers en Bus, 2007). 5.1.2 Aardappel – Rhizoctonia Door het HLB is op laboratoriumschaal een proef uitgevoerd met de behandeling van aardappelknollen die zwaar aangetast waren door Rhizoctonia en dus veel lakschurft vertoonden. Zowel direct na de behandeling als een week later werd de behandelde schimmel op kweek gezet. Bij de uitgroei van de schimmel werd geen verschil geconstateerd tussen onbehandeld en met UVc behandeld (mond. med. P. van der Griend). Gezien het feit dat lakschurft een rustvorm is, is dit te begrijpen. 5.1.3 Ui – valse meeldauw DLV Plant i.s.m. PPO-agv Gefinancierd door het proefjesloket biologische landbouw heeft DLV Plant enkele kleine proeven uitgevoerd i.s.m. PPO-agv om praktische ervaring op te doen en om het effect op valse meeldauw in uien na te gaan (Wander, et. al, 2007). Begonnen werd in zwaar aangetaste tweedejaars plantuien te Langeweg. De éénmalige behandeling had hier geen zichtbaar effect op het gewas, wat logisch is gezien de zware mate van aantasting. Vervolgens werd de machine enkele keren ingezet in een perceel zaaiuien. Bij de eerste behandeling bleek dat er op vrij veel uienbladeren verse sporulatie aanwezig was. De infectiedruk op het gewas vanuit het perceel was dus hoog. In enkele weken tijd ging het gewas hard achteruit. De behandelingen hebben de mate van aantasting in geringe mate afgeremd. In de proefpercelen werden direct voor en na de behandeling sporen verzameld om na te gaan of de kiemkracht van de sporen beïnvloed werd (Lamers, et.al., 2007). De resultaten zijn weergegeven in tabel 1. Op beide locaties werd de kieming van de sporen sterk verlaagd dankzij de UVc behandeling. Tabel 1. Effect van UVc op de kieming van sporen (%) van valse meeldauw (Peronospora destructor) in uien. Locatie:
Langeweg
Hengstdijk
Onbehandeld
12
5
Behandeld
4
1
LSD
6
2
PPO-agv Door PPO is een proef uitgevoerd. Na de behandelingen zette de aantasting niet door zowel op onbehandeld als op behandeld met UVc. Zodoende kunnen uit deze proef geen conclusies getrokken worden (mond. med. A. Evenhuis).
© DLV Plant, april 2008.
10
Vertrouwelijk
5.2 Sector vollegrondsgroenten 5.2.1 Knolselderij – Septoria Door DLV Plant werd in samenwerking met een biologische teler in West-Brabant een proef uitgevoerd in knolselderij. Bij begin van de behandeling kwamen er pleksgewijs al zware aantastingen door Septoria apiicola voor. Op een strook werden verschillende rijsnelheden getest. In totaal werd zesmaal een behandeling uitgevoerd, waarbij een gedeelte van deze behandelingen getimed werden op basis van de adviezen van een BOS (Wander, et. al, 2007). Bij de laagste rijsnelheid (1 km/h) werd geconstateerd dat de epidemie of ontwikkeling van de ziekte duidelijk werd geremd. Bij de hogere rijsnelheden (3 en 5 km/h) werd geen effect van de UVc behandeling op het gewas geconstateerd. Ook werd onderzocht of de kieming van de sporen door UVc beïnvloed werd, zowel in vitro als in vivo. De kieming van sporen op agar medium werd bekeken in een onbehandelde situatie, na behandeling met UVc terwijl de sporen al op agar lagen en na behandeling met UVc van de bladeren (tabel 2). De kieming van de sporen behandeld op agar was nihil. Behandeling van de bladeren gaf een betrouwbare maar geringe daling van de kieming. Blijkbaar worden de sporen op de bladeren beschermd door de pycnide (= vruchtlichaampjes) waar ze inzitten voor dat ze losgelaten worden. Uit verder onderzoek bleek tevens dat sporen gevormd na de behandeling met UVc niet beïnvloed werden. Tabel 2. Effect van UVc op de kieming van sporen (%) van bladvlekkenziekte (Septoria apiicola) in knolselderij.
Behandeling
% kieming
Onbehandeld
96
Behandeling sporen op agar
2
Behandeling sporen op bladeren
92
LSD
3
5.3 Sectoren fruit en bollen 5.3.1 Appel en peer – vruchtrot, meeldauw, schurft Door PPO-fruitteelt wordt een door PT gefinancierd project uitgevoerd gericht op de bestrijding van vruchtrot of bewaarrot veroorzakende schimmels, meeldauw en overwinterende schurft in appel en peer. Helaas zijn er thans nog geen onderzoeksresultaten beschikbaar. 5.3.2 Bollen Door PPO-bollen is onderzoek uitgevoerd in bollen in opdracht van Clean Light. Het vertrouwelijke rapport is bekend bij CleanLight.
5.4 Sector Boomteelt In opdracht van het Productschap Tuinbouw heeft DLV Plant onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van UVc licht als gewasbeschermings methode in de boomteelt en in de teelt van vaste planten. Doelstelling van het onderzoek is het aandragen en implementeren van een duurzame oplossing voor de bestrijding van Cylindrocladium in Buxus. Tevens is de onderzocht of deze milieu- en arbeidsvriendelijke methode ook voor de bestrijding van andere niet © DLV Plant, april 2008.
11
Vertrouwelijk
bodemgebonden schimmels in de boom- en vaste plantenteelt perspectief biedt. De toepassing van UVc licht moet op zichzelf al dan niet in een geïntegreerde aanpak leiden tot vermindering van schimmels en toepassing van fungiciden. Cylindrocladium in Buxus In het onderzoek naar de werking van UVc in de bestrijding van Cylindrocladium werden in 2007 de volgende proeven uitgevoerd: Proef 1: Vergelijking tussen chemische (preventieve) bestrijding van Cylindrocladium buxicola elke twee weken, en wekelijkse UVc behandeling met verschillende belichtingstijden. Het resultaat was dat wekelijkse preventieve bestrijding Cylindrocladium buxicola met UVc licht onvoldoende is ten opzichte van de behandeling met chemische gewasbeschermingsmiddelen elke twee weken. Proef 2: Onderzoek naar een curatieve bestrijding van Cylindrocladium buxicola. Hiervoor zijn aangetaste Buxusstekken na het oppotten drie en vijf keer per week behandeld. De conclusie was dat het toepassen UVc licht 3 of 5 keer per week op aangetaste Buxus onvoldoende bestrijding gaf tegen de schimmel Cylindrocladium buxicola. Proef 3: Preventieve bestrijding van Cylindrocladium buxicola bij gezond buxusmateriaal in de vollegrond door vijf maal per week te belichten. De conclusie van proef 3 was dat vijf behandelingen met UVc licht per week de schimmel Cylindrocladium buxicola niet kan onderdrukken of bestrijden. De bestrijding van Cylindrocladium buxicola in Buxus met UVc-licht biedt momenteel geen duurzame oplossing als alternatief voor chemische middelen. Knelpunt is dat de schimmel én de schimmelsporen geraakt moeten. Buxus is echter een dicht en compact groeiend gewas. Daarnaast ontwikkelt de schimmel zich zeer snel, waardoor de kans groot is dat de bestrijding met UV te laat wordt uitgevoerd. Wil deze schimmel ook kans maken op een goede bestrijding dan moet minimaal de UVc methode worden geoptimaliseerd om deze schimmel wél te raken. Andere boomteelt gewassen Op de proeflocatie van DLV Plant in Boskoop is in teeltseizoen 2007oriënterend onderzoek gedaan naar diverse gewas/schimmel combinaties om op brede schaal te bekijken welke schimmels bestreden konden worden met de UVc methode, en of deze bereikbaar zijn voor de straling met de toegepaste techniek. Het onderzoek is in zowel vollegronds- als pot- en containerteeltgewassen uitgevoerd.
© DLV Plant, april 2008.
12
Vertrouwelijk
De volgende gewassen zijn onderzocht: Categorie
Gewas
Vollegrond
Prunus laurocerasus
Aantasting
(mogelijke) oorzaak
Hagelschot en echte
Diverse oorzaken &
meeldauw
Podospaera
‘Rotundifolia’ ‘Otto Luyken’ Podospaera & Echte en valse meeldauw
Peronasporae
Chamaecyparis lawsoniana ‘Ellwoodii’
Taksterfte
o.a pestalotia
Spiraea thunbergii
Meeldauw
Sphaerotheca mors-uvae
Lavandula augustifolia
Bladvlekken
o.a. Phoma / Phomopsis
Potentilla
Meeldauw
Podospaera
Voetrot
Rhizoctonia
Bladvlekken, taksterfte
Colletotrichum
Bladvlekken
Pseudomonas &
Rosa ‘The Fairy’ rose. ‘The Fairy’ rood Pot- en containerteelt
Astilbe ‘Red Berlin’ Gaultheria miqueliana procumbens shallon Hedera ‘’groenbladig’’
Xanthomonas
‘’bontbladig’’ Tabel: Onderzochte boomteelt gewassen : Gewas en ziekte combinaties.
De meeldauwaantastingen in Prunus, Roos en Spirea zijn succesvol bestreden en onderdrukt met de UVc. De resultaten wijzen uit dat een hogere frequentie van de behandelingen de aantastingen beter onderdrukt. Het is echter ondenkbaar dat dagelijkse toepassing met de onderzochte techniek en resultaten tot nu toe, uitvoerbaar is op praktijkbedrijven. Voor de overige gewassen en ziektecombinaties kan op basis van de behaalde resultaten geen uitsluitsel gegeven worden voor toepassingsperspectief, of afschrijving van de methodiek. Ook bij onbehandelde planten was soms nauwelijks sprake van een aantasting, waardoor vergelijking niet mogelijk was. Er zijn naast frequentie nog vele andere factoren die onderzocht kunnen worden voor het succesvol toepassen van deze techniek. Juist in gewassen die aantoonbaar te behandelen zijn tegen bijvoorbeeld echte en valse meeldauw, biedt deze methode perspectief, waarbij de toepassingstechniek centraal staat. Met als doel om de aantasting goed te raken. Invalshoek, afstand tot gewas en dosering zijn daarbij de belangrijkste parameters. Daarnaast is een goede economische evaluatie van belang om de investeringskosten die gepaard gaan met de aanschaf van UVc apparatuur, de arbeidskosten en de kosten in het gebruik van gangbare bespuitingen, goed tegen elkaar af te wegen.
© DLV Plant, april 2008.
13
Vertrouwelijk
5.5 Praktijkervaringen Uit het uitvoeren van diverse proeven zijn een aantal praktische aspecten naar voren gekomen wat betreft het werken met de huidige, bestaande apparatuur. • Wat zijn de mogelijkheden om bij natte omstandigheden een behandeling uit te voeren. Juist onder natte omstandigheden zijn de omstandigheden voor schimmelziekten vaak gunstig, terwijl het dan juist onmogelijk kan zijn om met een tractor door het land te rijden. Uiteraard geldt dit, wellicht nog in sterkere mate, ook voor de reguliere gewasbescherming met veldspuiten. • Een aantal gebruikers heeft last gehad van lasogen. Goede afscherming en goede instructie is daarom zeer belangrijk, zoals ook uitdrukkelijk door de fabrikant en Clean Light wordt aangegeven. • Onderste aanspanpunten voor de hefarmen zitten te dicht op de machine, er moeten ook de welbekende Walterscheid kogels met schelp aan kunnen. • De steunpoot middenvoor zit verkeerd, want deze kan niet ver genoeg omhoog en het is een lastige plek. • De uitlaat van de generator staat gericht naar de tractor . • Lampen flexibel laten ophangen in het armatuur zodat gericht kan worden in gespeeld op de schimmelontwikkeling in een groeiend gewas. • Machine breed en licht van gewicht maken. Hydraulisch opklapbaar. • Onderste lampen beter beschermen deze lijken toch wel kwetsbaar.
© DLV Plant, april 2008.
14
Vertrouwelijk
6 •
• • •
•
•
Conclusies en aanbevelingen De behandeling van gewassen met UVc ter bestrijding van bovengrondse schimmelziekten biedt mogelijkheden om de inzet van fungiciden te reduceren en om problemen in de biologische landbouw te beperken. Het onderzoek zal zich de komende jaren moeten richten op perspectiefvolle gewasziektecombinaties. Per gewas-ziektecombinatie moet nagegaan worden op welke fase(n) van ontwikkeling van een ziekte de inzet van een behandeling met UVc zich moet richten. Per gewas-ziektecombinatie moet nagegaan worden of en hoe de timing van een behandeling met UVc gestuurd kan worden door de adviezen van een BOS.(Beslis Ondersteunende systemen. Per gewas-ziektecombinatie zal nagegaan moeten worden hoe intensief een behandeling uitgevoerd moet worden om een goed effect te verkrijgen. Met name de rijsnelheid, de afstand van lamp tot te bestrijden organisme en de sterkte van de lampen speelt hierbij een rol. Voor praktische toepasbaarheid zal de capaciteit van UVc machines voldoende hoog moeten zijn. Werkbreedte en sterkte van de lampen spelen hierbij een belangrijke rol.
© DLV Plant, april 2008.
15
Vertrouwelijk
7 • • • •
Literatuur Kessel, G.J.T. and M.G.Förch, 2006. Effect of UV – exposure on germination of sporangia of Phytophthora infestans. Plant Research International B.V., Wageningen, Note 395, 18 pp. Lamers, J. en C. Bus, 2007. Doding Phytophthora-sporen in veld met UVc licht nog moeilijk aantoonbaar. Posterpresentatie. Lamers, J., M. Al Habib en J. Wander, 2007. Met ultraviolet C-licht valse meeldauw te lijf. Posterpresentatie. Wander, J., S. Bernaerts, J. Lamers en M. Al Habib, 2007. Oriëntatie mogelijkheden UVc gewasbescherming in de biologische landbouw; Onderzoeksresultaten tegen valse meeldauw in ui en tegen Septoria in knolselderij. Rapport DLV-Plant (in press).
© DLV Plant, april 2008.
16
Vertrouwelijk
Bijlage 1. Perspectiefscores toelichting A. B. C. D. E. • •
mate van bestrijding in gangbare landbouw met fungiciden of andere maatregelen (1 = goed, 3 = matig, 5 = slecht) is fungiciden inzet hoog (1 = zeer hoog; 5 = wordt bijna geen fungiciden voor ingezet; 0 = geen fungiciden toegelaten problematiek in biologische landbouw vanwege opbrengst en/of kwaliteit (1 = geen probleem; 3 = valt mee te leven; 5 = groot probleem) toepassingsmogelijkheid UVc gelet op gewasstructuur en waar ziekte in gewas zit (1 = goed; 3 = redelijk; 5 = onmogelijk) zijn de kosten om de ziekte te bestrijden hoog t.o.v. het gewassaldo (1 = zeer hoog; 5 = stelt relatief niet veel voor) totaal score gangbaar (minimaal 4 punten = veel perspectief; maximaal 25 punten = geen perspectief) totaal score biologisch (minimaal 3 punten = veel perspectief; maximaal 15 punten = geen perspectief)
© DLV Plant, april 2008.
17
Vertrouwelijk
Bijlage 2. Perspectiefscores sector akkerbouw
gewas – aantastingcombinatie
A
B
C
D
E
totaal score gangbaar
totaal score biologisch
aardappel - : Alternaria spp aardappel - overigen: Phytophthora infestans Engels raaigras - overig: Ascochyta spp (afrijpingsziekte) Engels raaigras - overigen: Dematiaceae (zwartschimmels) Engels raaigras - roest: Puccinia graminis (zwarte roest)
2
2
3
3
4
16
9
1
1
5
1
2
10
3
2
3
3
4
2
17
11
3
3
3
4
2
16
11
2
2
3
4
2
16
11
knolselderij - overigen: Septoria apiicola
1
2
4
2
2
13
6
koolzaad - : Alternaria brassicae roodzwenkgras - overig: Ascochyta spp (afrijpingsziekte) roodzwenkgras - overigen: Dematiaceae (zwartschimmels)
2
4
2
3
2
16
10
2
3
3
4
2
17
11
3
3
3
4
2
16
11
suikerbiet - : Cercospora beticola suikerbiet - echte meeldauw (Erysiphe): E. betae
2
2
4
3
3
15
8
1
3
2
2
3
15
8
suikerbiet - overigen: Ramularia beticola
2
3
4
4
3
18
10
suikerbiet - roest:
1
3
2
2
3
15
8
uien - Botrytis: B. squamosa
2
1
4
2
3
12
6
uien - overigen: Botrytis aclada (koprot)
4
4
4
4
3
17
10
uien - Stemphylium: Stemphylium uien - valse meeldauw: Peronospora destructor vlas - echte meeldauw (Erysiphe): Oïdium lini
2
3
3
2
3
14
7
1
1
5
2
2
12
5
3
0
4
3
3
12
8
wintertarwe - : DTR
1
3
4
3
2
16
8
wintertarwe - : Fusarium (aar) wintertarwe - echte meeldauw (Erysiphe): E. graminis
3
3
5
2
2
12
5
1
3
3
2
3
15
7
wintertarwe - overigen: Septoria spp
1
2
4
3
2
15
8
wintertarwe - roest: Puccinia spp witlofpennen - echte meeldauw (Erysiphe): E. cichoracearum zomergerst - : Pyrenophora teres (netvlekkenziekte) zomergerst - echte meeldauw (Erysiphe): E. graminis zomergerst - overigen: Rhynchosporium secalis (bladvlekkenziekte)
1
3
3
3
3
17
9
3
0
3
1
3
8
5
1
2
4
3
2
15
8
1
4
3
2
3
16
7
1
2
4
3
2
15
8
conservenerwten - Botrytis: B. cinerea
3
2
5
2
2
11
5
conservenerwten - overigen: Sclerotinia
3
2
4
3
2
13
8
© DLV Plant, april 2008.
18
Bijlage 3. Perspectiefscores sector vollegrondsgroenten, aardbei gewas - aantastingcombinatie
A
B
C
D
E
totaal score gangbaar
totaal score biologisch
aardbei - : Colletotrichum
3
3
3
2
4
14
7
aardbei - : Rhizopus
5
1
4
2
5
11
6
aardbei - : Xanthomonas fragariae
5
0
3
2
5
10
7
aardbei - Botrytis: B. cinerea aardbei - echte meeldauw (Erysiphe): Sphaerotheca macularis
2
1
5
2
4
13
5
3
1
4
2
3
11
6
aardbei - overigen: Mucor
5
0
2
2
4
9
8
andijvie - : Marssonina
4
3
3
1
3
10
5
andijvie - : Rhizoctonia
2
3
3
4
4
19
11
andijvie - overigen: Alternaria
5
5
3
1
4
12
5
asperge - Botrytis: Botrytis asperge - Stemphylium: Stemphylium botryosum
2
1
2
4
4
17
12
2
1
2
4
4
17
12
bonen - Botrytis: B. cinerea
3
3
4
2
3
13
6
kool - : Alternaria
2
1
3
3
4
15
9
kool - : Xanthomonas campestris kool - echte meeldauw (Erysiphe): E. cruciferarum kool - overigen: Mycosphaerella brassicicola
5
0
3
3
5
12
9
2
0
2
3
3
13
10
2
1
3
3
4
15
9
kool - roest: Albugo candida (witte roest) kool - valse meeldauw: Peronospora parasitica peen - echte meeldauw (Erysiphe): E. heraclei
2
2
4
3
3
15
8
2
3
4
5
4
21
12
3
2
5
3
3
14
7
peen - overigen: Alternaria dauci
2
2
5
3
2
14
7
prei - : Pseudomonas syringea prei - : Alternaria porri (purpervlekkenziekte) prei - overigen: Phytophthora porri (papiervlekkenziekte)
5
0
5
2
5
10
5
2
1
5
2
2
11
5
2
1
5
2
2
11
5
prei - roest: P. porri/allii
2
1
5
2
2
11
5
sla - valse meeldauw: Bremia lactucae spinazie - valse meeldauw: Peronospora farinosa
3
1
5
4
2
14
9
5
0
4
3
5
12
8
© DLV Plant, 11 april 2008.
19
Bijlage 4. Perspectiefscores sector fruitteelt totaal score biologisch
gewas - aantastingcombinatie
A
B
C
D
E
s
appel - : Nectria galligena
1
3
5
3
3
17
7
appel - Botrytis: B. cinerea appel - echte meeldauw (Erysiphe): Podospheara leucotricha appel - overigen: Venturia inaequalis (schurft)
1
2
4
3
3
16
8
1
3
3
3
4
18
9
1
1
5
3
2
14
7
bessen - : Colletotrichum
1
5
?
3
5
21
7 - 11
bessen - Botrytis: B. cinerea bessen - echte meeldauw (Erysiphe): Sphaerotheca morsuvae bessen - overig: Microsphaera grossularae bessen - overigen: Drepanopeziza ribis
3
1
?
3
2
12
7 - 11
3
1
?
1
2
8
3-7
1
3
?
1
4
14
3-7
1
3
?
1
5
15
3-7
bessen - roest: Cronartium ribicola
4
0
?
3
5
13
7 - 11
braam - : Gnomonia rubi
4
0
?
4
4
14
9 - 13
braam - : Colletotrichum
3
5
?
3
2
16
7 - 11
braam - : Botryosphaerea dothidea
3
0
?
4
4
15
9 - 13
braam - Botrytis: B. cinerea braam - overigen: Rhabdospora ramealis braam - roest: Phragmidium violaceum braam - valse meeldauw: Peronospora sparsa
3
1
?
3
1
11
7 - 11
4
0
?
3
4
12
7 - 11
4
0
?
3
5
13
7 - 11
druif - Botrytis: B. cinerea druif - echte meeldauw (Erysiphe): Unicinula necator druif - valse meeldauw: Plasmopora viticola
3
3
?
3
2
14
7 - 11
n.v.t.
0
4
1
n.v.t.
n.v.t.
4
n.v.t.
0
4
1
n.v.t.
n.v.t.
4
n.v.t.
0
2
5
n.v.t.
n.v.t.
14
framboos - : Dydimella applanata
3
0
?
3
5
14
7 - 11
framboos - : Elsinoe veneta
3
0
?
3
5
14
7 - 11
framboos - Botrytis: B. cinerea framboos - echte meeldauw (Erysiphe): Sphaerotheca macularis framboos - overigen: Leptosphaerea coniothyrium
3
1
?
3
1
11
7 - 11
3
0
?
1
5
10
3-7
4
2
?
3
2
12
7 - 11
framboos - roest: diverse spp.
4
0
?
3
5
13
7 - 11
peer - : Alternaria alternata
3
0
3
3
3
12
9
peer - : Nectria galligena
1
3
4
3
3
17
8
peer - Botrytis: B. cinerea peer - echte meeldauw (Erysiphe): Podospheara leucotricha
1
2
4
3
3
16
8
1
3
3
3
4
18
9
2
1
5
3
4
15
7
1
2
5
3
1
14
7
2
3
3
3
3
16
9
3
1
3
3
3
13
9
peer - overigen: Venturia pirina peer - overigen: diverse vruchtrotschimmels peer - roest: Gymnosporangium fuscum peer - Stemphylium: S. vesicarium (zwartvruchtrot)
© DLV Plant, 11 april 2008.
20
Bijlage 5. Perspectiefscores sector bollen gewas aantastingcombinatie narcis - : Sclerotinia polyblastis narcis - Botrytis: B. narcissicola narcis - overigen: Stagonopsporopsis curtisii zantedeschia - overigen: Alternaria sp. gladiool - Botrytis: B. gladiolorum
totaal score gangbaar
totaal score biologisch
A
B
C
D
E
1
3
3
1
3
13
5
1
3
3
1
3
13
5
1
3
3
1
3
13
5
5
5
5
3
5
17
7
1
1
5
1
2
10
3
lelie - Botrytis: B. elliptica
1
1
5
1
2
10
3
tulp - Botrytis: B. tulipae
1
1
5
1
2
10
3
© DLV Plant, 11 april 2008.
21
Bijlage 6. Perspectiefscores boomteelt
Gewasgroep
Gewas
Aantasting
Alle Alle Alle Alle Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester
div. boom en vaste planten div. gewassen div. gewassen diverse Abies Amelanchier Andromeda Andromeda Andromeda Araucaria Aucuba Azalea Azalea indica Azalea indica
Kiemplantenziekte Echte meeldauw Grauwe schimmel Roetdauw Treurziekte Bladvalziekten Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Taksterfte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Oortjesziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte
Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Berberis Berberis Buddleja Buddleja
Taksterfte Taksterfte Taksterfte Valse meeldauw
Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Buxus Buxus Buxus Calluna Calluna
Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Taksterfte Bladvlekkenziekte Dradenschimmel
Boom / heester Boom / heester
Calluna Ceonothus
Taksterfte Bladvlekkenziekte
Boom / heester
Ceonothus
Taksterfte
Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Ceonothus Chaenomeles Chaenomeles Clematis Cornus Cornus Cotaneaster Cotaneaster
Taksterfte Bladvalziekten Schurft Dradenschimmel Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Entafsterving
Boom / heester
Cotaneaster
Taksterfte
Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Cotaneaster Cytisus Euonymus
Taksterfte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte
Boom / heester
Euonymus
Taksterfte
Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Euonymus Forsythia Forsythia
© DLV Plant, 11 april 2008.
Taksterfte Het zwart Taksterfte
schimmel
bacterie
Botrytis, Fusarium, Rhizoctonia o.a. Podospaera Botrytis cinerea niet bekend Botrytis cinerea Diplocarpon Pestalotia Phoma Phoma / Phomopsis Pestalotia Phoma niet bekend Septoria Cylindrocladium Glomerella cingulata (Colletotrichum gloeosporoioides) Phoma / Phomopsis Phoma / Phomopsis diversen (Peronasporae) Pseudonecria rouseliana (Volutella buxi) Cylindrocladium Cylindrocladium Pestalotia Rhizoctonia Glomerella cingulata (Colletotrichum gloeosporoioides) Colletotrichum Glomerella cingulata (Colletotrichum gloeosporoioides) Phytophthora citricola, cactorum, syringae Diplocarpon Venturia Rhizoctonia Alternaria Phoma Pseudonomas Chalaropsis Pseudonomas syringae Phytophthora citricola, cactorum, syringae Pleiochaeta Pseudonomas Pseudonomas syringae Phytophthora citricola, cactorum, syringae Pseudonomas Phytophthora citricola,
A
B C D E
2 2 2 3 1 3 2 2 2 1 2 2 2 2
3 2 3 3 5 5 3 3 3 5 3 3 3 3
1 1 3 3 4 3 1 1 1 2 3 1 1 4
5 3 3 4 5 5 3 3 3 5 3 3 3 3
0 0 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
13 10 28 28 40 31 20 20 20 28 28 20 20 35
1 1 1 3
3 3 5 2
3 3 3 1
3 3 5 2
3 3 3 3
29 29 33 17
3 4 4 2 2
3 1 1 1 1
3 5 5 1 1
2 2 2 2 4
1 1 1 1 1
18 31 31 9 11
2 2
1 3
1 1
3 3
1 10 3 20
2
3
1
3
3 20
2 3 2 2 2 2 4 3
3 5 4 3 4 4 0 4
1 3 3 2 4 4 1 1
3 5 3 2 4 4 5 4
3 3 3 3 3 3 3 3
4
0
1
5
3 17
3 3 3
4 2 0
1 1 1
4 2 3
3 21 3 17 2 11
3
0
1
3
2 11
3 3 3
3 0 4
3 4 4
3 3 3
2 22 3 31 3 35
22
20 31 29 22 37 37 17 21
cactorum, syringae Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Genista Hedera Hedera Hedera
Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte
Boom / heester
Hedera
Taksterfte
Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Hedera Hibiscus Hydrangea Hydrangea Hypericum
Taksterfte Rattenkeutelziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Roest
Boom / heester
Ilex
Taksterfte
Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Kalmia Leucothoe Ligustrum Magnolia Magnolia Mahonia Pachysandra Passiflora Pernettya Pernettya Photinia Photinia Pieris
Taksterfte Bladvlekkenziekte Het zwart Bladvlekkenziekte Het zwart Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Taksterfte Bladvlekkenziekte Schurft Bladvlekkenziekte
Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Taksterfte Bladvalziekten Tak- en bleosemsterfte
Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Pieris Prunus Prunus Prunus (bladverliezend) Prunus laurocerasus Pyracantha Rhodondendron Rhodondendron Rhodondendron Rhodondendron
Krulziekte Hagelschotziekte Schurft Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Oortjesziekte Roest
Boom / heester
Rhodondendron
Taksterfte
Boom / heester
Rhodondendron
Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Ribes Ribes Rosa Rosa Rosa Rosa Rubus Salix Salix Salix Salix Skimmia Skimmia
Taksterfte Amerikaanse kruisbessenmeeldauw Bladvalziekten Bladvlekkenziekte Roest Sterroetdauw Valse meeldauw Roest Entafsterving Roest Schurft Zwarte kanker Rattenkeutelziekte Taksterfte
© DLV Plant, 11 april 2008.
Pleiochaeta Pseudonomas Xanthonomas Colletotrichum Pseudonomas syringae Glomerella cingulata (Colletotrichum gloeosporoioides) Sclerotia sclerotiorum Phoma Septoria Puccinia Phytophthora citricola, cactorum, syringae Phytophthora citricola, cactorum, syringae Phoma Pseudonomas Pseudonomas Pseudonomas Pseudonomas Pseudonecria Pseudonomas Pestalotia Phoma / Phomopsis Diplocarpon Venturia Pestalotia Phytophthora citricola, cactorum, syringae Diplocarpon Monilinia Taprinia diversen Venturia Cercospora Pestalotia niet bekend Puccinia Glomerella cingulata (Colletotrichum gloeosporoioides) Phytophthora citricola, cactorum, syringae
diversen
Sphaerotheca Diplocarpon Sphaerulina Puccinia Diplocarpon rosae diversen (Peronasporae) Puccinia Chalaropsis Puccinia Venturia Glomerella Sclerotia sclerotiorum Pseudonomas
3 4 4 3
2 0 0 3
1 1 1 1
2 2 2 3
3 17 1 6 1 6 1 11
4
0
1
2
1
6
3 3 2 2 2
3 5 3 3 1
1 4 1 1 4
3 5 4 4 2
1 3 1 1 3
11 38 13 13 32
2
5
4
5
3 39
2 2 4 4 4 4 1 3 2 2 2 2 1
3 4 0 0 0 0 4 3 3 3 4 3 3
3 1 4 1 1 1 4 2 1 1 1 1 3
3 3 5 5 5 3 3 2 3 3 3 3 3
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
1 2 2
3 4 4
3 1 1
3 4 4
1 21 3 22 3 22
2 2 2 1 1 1 2
4 2 2 3 3 3 3
1 2 3 1 1 1 3
4 2 2 4 4 4 4
3 1 3 1 1 1 1
2
3
3
4
1 21
2
3
3
4
1 21
2 2 2 2 2 3 1 4 1 1 5 2 3
2 2 3 3 3 2 3 3 2 5 4 4 4
1 1 2 2 2 2 3 3 3 3 4 4 3
3 3 4 2 4 2 4 3 2 5 3 4 3
3 3 1 1 1 1 3 3 3 3 3 1 1
23
28 21 32 17 17 15 37 21 20 20 21 20 29
22 13 26 14 14 14 21
19 19 16 14 16 12 30 26 27 33 33 29 20
syringae Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Symphoricarpos Syringa Vaccinum
Loodglans Het zwart Oortjesziekte
Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester
Vaccinum Viburnum Viburnum Viburnum tinus
Taksterfte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte
Boom / heester Boom / heester Boom / heester Boom / heester Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer
Viburnum tinus Vinca Vinca Vitis Chamaecyparis Chamaecyparis Chamaecyparis Cupressocyparis Cupressocyparis Juniperus Juniperus Juniperus Juniperus Picea
Taksterfte Bladvlekkenziekte Taksterfte Valse meeldauw Taksterfte Taksterfte Taksterfte Taksterfte Taksterfte Taksterfte Taksterfte Taksterfte Taksterfte Treurziekte
Conifeer Conifeer Conifeer
Picea omorica Pinus Taxus
Taksterfte Scheutsterfte Taksterfte
Conifeer Conifeer Conifeer
Taxus Taxus Taxus
Taksterfte Taksterfte Taksterfte
Conifeer Conifeer
Taxus Thuja
Taksterfte Taksterfte
Conifeer Conifeer Conifeer Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen
Thuja Thuja Thuja Acer Acer palmatum Aesculus Aesculus Aesculus hippocastanum Alnus Betula Crataegus Cydonia diverse Fagus Fraxinus Juglans Malus Morus Platanus Platanus Populus Populus
Taksterfte Taksterfte Taksterfte Meniezwam Entafsterving Bladvlekkenziekte Meniezwam
Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen
© DLV Plant, 11 april 2008.
Kastanjebloedingsziekte Kreukelziekte Entafsterving Bladvalziekten Bladvalziekten Groene aanslag Entafsterving Kanker Bladvlekkenziekte Schurft Kanker Bladvlekkenziekte Kanker Bladvlekkenziekte Kanker
Chondrostereum Pseudonomas niet bekend Glomerella cingulata (Colletotrichum gloeosporoioides) Pseudonomas Phoma Phytophthora citricola Phytophthora citricola, cactorum, syringae Phoma Phoma / Phomopsis diversen (Peronasporae) Pestalotia funerea Didymassiela thujina Kabatina juniperi Kabatina juniperi Pestalotia funerea Kabatina juniperi Pestalotia funerea Pestalotia funerea Phomopsis Botrytis cinerea Giberella baccata (Fusarium latiricium) Spaeropsis Didymassiela thujina Giberella baccata (Fusarium latiricium) Kabatina juniperi Pestalotia funerea Phytophthora citricola, cactorum, syringae Didymassiela thujina Giberella baccata (Fusarium latiricium) Kabatina juniperi Phomopsis Necria cinnabarina Chalaropsis Guignardia aesculi Necria cinnabarina Preudonomas syringae Taprinia Chalaropsis Diplocarpon Diplocarpon ëéncellige alg; Pleurococcus Chalaropsis Fusarium latiricum Gnomonia Venturia Fusarium latiricum Gnomonia Fusarium latiricum Drepanopeziza Fusarium latiricum
4 5 4
5 4 4
5 4 1
5 5 5
3 46 3 35 3 21
3 3 1 1
3 3 3 3
1 3 3 3
3 3 3 3
3 3 3 3
19 27 29 29
1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 5
3 4 4 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
29 35 35 28 29 30 30 30 30 30 30 30 30 31
2 2 2
4 5 4
3 2 3
4 5 4
3 30 3 27 3 30
2 2 2
4 4 4
3 3 3
4 4 4
3 30 3 30 3 30
2 2
4 4
3 3
4 4
3 30 3 30
2 2 2 2 2 5 2
4 4 4 4 4 2 2
3 3 3 2 2 3 2
4 4 4 4 4 3 3
3 3 3 3 3 3 3
30 30 30 25 25 24 22
5 4 2 4 2 4 2 2 2 2 2 2 2 2 2
5 4 4 4 2 5 4 4 4 2 4 4 4 4 4
5 4 1 2 2 2 5 2 2 2 2 2 2 2 2
3 4 3 4 2 4 4 4 4 2 4 4 4 4 4
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
43 35 21 23 21 24 46 25 25 21 25 25 25 25 25
24
Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen
Populus Populus alba / canescens Populus canescens Pyrus Pyrus Pyrus Robinia Sorbus Sorbus Sorbus
Laanbomen Laanbomen Laanbomen Laanbomen
Tilia Tillia Ulmus Ulmus
Roest
Puccinia
2
4
2
4
3 25
Blad- en twijgziekte Entafsterving Bladvalziekten Kanker Schurft Kanker Kanker Meniezwam Schurft Bast- en bladvlekkenziekte Meniezwam Entafsterving Meniezwam
Pollaccia Chalaropsis Diplocarpon Fusarium latiricum Venturia Fusarium latiricum Fusarium latiricum Necria cinnabarina Venturia
2 2 2 2 2 2 2 2 2
4 4 2 4 2 4 4 4 4
2 2 2 2 2 2 2 2 2
4 4 2 4 2 4 4 4 4
3 3 3 3 3 3 3 3 3
25 25 21 25 21 25 25 25 25
Cercospora microsora Necria cinnabarina Chalaropsis Necria cinnabarina
2 2 2 2
4 4 4 4
2 2 2 2
3 4 4 4
3 3 3 3
24 25 25 25
Vaste planten
(Sier) grassen
Netvlekkenziekte
Mycospaerella graminicola
3
3
1
4
3 20
Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten
Achillea Alcea Alyssum Arabis Aster Astilbe Astilbe
Bladvlekkenziekte Japanse roest Valse meeldauw Witte roest Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Dradenschimmel
Mycospaerella Puccinia horiana diversen (Peronasporae) Albuga candida Septoria
4 4 2 1 2 2 4
2 2 3 5 4 4 3
1 3 3 3 1 1 4
2 2 5 5 5 5 3
3 3 3 3 3 3 3
16 24 30 33 23 23 33
Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten
Astilbe Aubretia Campanula Campanula Chrysanthemum Chrysanthemum Convallaria Cyclamen Delphinium Dianthus Dianthus Dictamnus Erica Erica
Taksterfte Witte roest Bladvlekkenziekte Rattenkeutelziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Rattenkeutelziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Dradenschimmel
4 1 2 2 2 2 3 2 1 2 2 4 1 1
5 4 3 3 3 3 4 3 2 3 3 5 2 3
1 4 1 4 1 1 4 1 1 1 1 1 1 4
5 5 5 5 4 5 4 3 3 4 4 5 2 4
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
22 39 22 37 21 22 36 20 20 21 21 22 19 37
Vaste planten
Erica
Taksterfte
2
2
1
2
3 18
Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten
Erica Eryngium Galium Gaultheria
Taksterfte Taksterfte Valse meeldauw Bladvlekkenziekte
2 2 4 2
2 3 2 1
4 3 3 3
2 5 2 1
3 3 3 3
33 30 24 24
Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten
Gaultheria Geranium Hebe Hebe Helleborus Hosta Hosta Iberis Iris germanica Lavandula
Taksterfte Roest Bladvlekkenziekte Valse meeldauw Valse meeldauw Bladvlekkenziekte Rattenkeutelziekte Valse meeldauw Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte
2 2 2 2 3 1 1 3 4 2
1 3 3 2 2 4 5 3 2 2
1 4 3 3 3 1 4 2 1 1
1 3 3 2 2 5 5 3 2 2
3 1 3 3 3 3 3 3 3 2
16 27 28 26 25 24 40 22 16 13
© DLV Plant, 11 april 2008.
Pseudonomas Rhizoctonia Pseudonomas syringae Albuga candida Ramularia Sclerotia sclerotiorum Septoria Alternaria Sclerotia sclerotiorum Colletotrichum Phoma Alternaria Mycospaerella Pseudonomas Pestalotia Rhizoctonia Glomerella cingulata (Colletotrichum gloeosporoioides) Phytophthora citricola, cactorum, syringae Phoma / Phomopsis diversen (Peronasporae) Colletotrichum Glomerella cingulata (Colletotrichum gloeosporoioides) Puccinia Septoria diversen (Peronasporae) diversen (Peronasporae) Alternaria Sclerotia sclerotiorum diversen (Peronasporae) Mycospaerella Phoma
25
Vaste planten
Lavandula
Taksterfte
Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten Vaste planten
Lavandula Lavatera Lavatera Lewisia Liatris Lupinus Lythrum Malva Paeonia Paeonia Phlox Primula Sedum Thymus Veronica Veronica Veronica Veronica Viola Viola
Taksterfte Bladvlekkenziekte Japanse roest Rattenkeutelziekte Rattenkeutelziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Japanse roest Bladvlekkenziekte Dradenschimmel Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Taksterfte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Bladvlekkenziekte Valse meeldauw Bladvlekkenziekte Valse meeldauw
© DLV Plant, 11 april 2008.
Phoma / Phomopsis Phytophthora citricola, cactorum, syringae Colletotrichum Puccinia horiana Sclerotia sclerotiorum Sclerotia sclerotiorum Colletotrichum Septoria Puccinia horiana Septoria Rhizoctonia Septoria Ramularia Phoma Phoma / Phomopsis Septoria Ramularia Septoria diversen (Peronasporae) Ramularia diversen (Peronasporae)
3
2
1
2
2 12
2 3 4 2 3 2 2 4 2 2 2 2 4 2 2 2 2 3 2 2
4 3 3 4 2 3 3 2 2 3 3 3 2 4 3 3 3 3 3 3
5 3 1 4 1 1 1 3 3 1 4 3 4 1 1 1 1 3 1 3
4 3 3 5 2 5 3 2 2 3 4 3 2 4 4 4 4 3 4 3
2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 1 1
26
41 27 18 38 17 22 20 24 26 20 36 28 31 22 21 21 21 27 13 20
Bijlage 7. Perspectiefscores potplanten Gewassen
Aantasting
schimmel
bacterie
A
B
C
D
E
Acalpypha
Voetrot
Rhizoctonia
3
4
3
4
3
27
Achimenes
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
2
4
3
5
3
31
Achimenes Aeschunantus, Nemantanthus en Codonanthe
Voetrot
Rhizoctonia
2
4
5
5
3
47
Voetrot
Rhizoctonia
3
4
3
4
3
27
Anisondontea
Echte meeldauw
2
5
5
5
3
48
Anisondontea Anthurium andreanum en scherzerianum Anthurium andreanum en scherzerianum Anthurium andreanum en scherzerianum Anthurium andreanum en scherzerianum Anthurium andreanum en scherzerianum
Voetrot
Rhizoctonia
2
5
5
5
3
48
Bladvlekkenziekte
Septoria
3
3
1
4
1
13
Voet- en wortelrot
Chalara elegans
3
4
3
4
1
21
Voet- en wortelrot
Colletotrichum
3
4
3
4
1
21
Voet- en wortelrot
3
4
3
4
1
21
Voetrot
Rhizoctonia Phytophthora nicotianae
3
4
3
4
1
19
Aphelandra
Voetrot
Chalara elegans
3
3
1
4
3
20
Aphelandra
Voetrot
Rhizoctonia
3
3
1
4
3
20
Asparagus
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
1
4
1
4
3
23
Asparagus
Kiemplantenziekte
Rhizoctonia
1
4
1
4
3
23
Azalea indica
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
2
3
2
4
3
24
Azalea indica
Voetrot
Rhizoctonia
3
4
3
4
3
27
5
0
3
5
1
16
Xanthonomas begoniae
Begonia
Bacterievlekkenziekte
Begonia
Echte meeldauw
2
0
1
5
1
11
Begonia
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
3
5
4
5
1
30
Begonia
Kiemplantenziekte
Rhizoctonia
3
5
3
5
1
23
Begonia
Voet- en wortelrot
3
5
4
4
1
29
Begonia
Voet- en wortelrot
Phytophthora Cylindrocarpon destructans
2
5
4
5
1
31
Fusarium sacchari
3
5
4
5
1
30
Bougainvillea
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
1
3
1
5
3
23
Bougainvillea
Voetrot
1
4
1
5
3
24
Bromeliaceae
Bladvlekkenziekte
Myrothecium roridum Fusarium sacchari var. elongatum
3
3
1
4
1
13
Bromeliaceae
Voetrot
Fusarium oxysporum
3
4
3
4
1
19
Bromeliaceae
Voetrot
Rhizoctonia
3
4
3
4
1
19
Browallia
Bladvlekkenziekte
5
0
3
5
3
24
Browallia
Grauwe schimmel
3
1
3
3
3
25
Cactaceae
Rot
Botrytis cinerea Phytophthora cactorum
2
3
1
3
2
15
Cactaceae
Voetrot
Fusarium oxysporum
2
3
1
3
2
15
Drechslera cactivora
4
3
1
3
2
13
Calceolaria
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
1
5
3
5
3
33
Calceolaria
Kiemplantenziekte
5
3
3
1
3
23
Voetrot
Phytophthora en Pythium
5
1
3
1
3
21
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
2
3
2
4
3
24
Rhizoctonia
1
5
1
5
3
25
3
1
3
3
3
25
Begonia
Cactaceae
Calceolaria Campanula isophylla 'Alba' en 'Mayi' Cestrum (stek) Cissus en Rhoicissus
Echte meeldauw
© DLV Plant, 11 april 2008.
Pseudonomas
27
Codiaeum
Bladvlekkenziekte
Glomerella
2
5
3
4
3
31
Codiaeum
Voetrot
Rhizoctonia
2
5
4
5
3
39
Chalara elegans
3
5
5
3
3
45
Rhizoctonia
3
4
3
4
3
27
Codiaeum Crassula coccinea (Rochea) en andere soorten
Voetrot
Crossandra
Voetrot
Rhizoctonia
3
4
3
4
3
27
Crossandra
Wortel- en stengelrot
Fusarium
3
4
3
4
3
29
Cupressus
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
2
3
4
3
3
35
Cyclamen
Bacterieknolrot
5
0
4
4
1
22
Colletotrichum acatatum
Erwinia
5
3
1
3
1
9
Cyclamen
Bladvlekken
Cyclamen
Hartrot
Botrytis cinerea
3
3
1
3
1
11
Cyclamen
Pokken
Botrytis cinerea
2
5
1
5
1
16
Cyclamen
Verwelkingsziekte
5
1
5
1
1
29
Cyclamen
Wortel- en stengelrot
Fusarium oxysporum Cylindrocarpon (nectria radicicola)
5
3
1
3
1
9
Cyperus Dendranthema (chrysant) Dendranthema (chrysant) Dendranthema (chrysant)
Voetrot
Rhizoctonia
3
4
3
4
3
27
1
3
1
5
1
15
1
3
1
5
1
15
5
1
3
1
1
13
Dieffenbachia
Bacterieziekte
5
1
3
5
2
18
Dieffenbachia
Bladvlekken
Phaeosphaeria
3
3
1
4
2
16
Dieffenbachia
Wortel- en stengelrot
Phytophthora
3
4
3
4
2
24
Dracaena en Cordyline
Bladvlekken
Fusarium sacchari
3
3
1
4
1
13
Dracaena en Cordyline
Stengel- en wortelrot
Fusarium
3
4
3
4
1
21
Dracaena en Cordyline Euphorbia overige soorten (E. lactea, E. cooperi, E. trigona, E. fournieri, E. milii, E. milii-hybriden, e. purpurea) Euphorbia pulcherrima (Kerstster of Poinsettia) Euphorbia pulcherrima (Kerstster of Poinsettia)
Wortelrot
Phytophthora
3
4
5
4
1
37
Voetrot
Rhizoctonia
3
4
3
4
3
27
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
1
3
3
3
1
21
Stek- en voetrot
Rhizoctonia
1
4
3
5
1
24
Exacum affine
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
3
1
3
5
3
27
Exacum affine
Voetrot
Phytophthora
5
1
3
1
3
21
Ficus
Bladvlekken
Glomerella cingulata
3
3
1
4
1
13
Ficus
Echte meeldauw
2
4
1
5
1
15
Ficus
Voetrot
3
4
3
4
1
19
5
1
3
5
1
15
Echte meeldauw Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
Japanse roest Erwinia
Rhizoctonia Agrobacterum tumefaciens
Ficus
Woekering
Ficus
Wortelrot
Cylindrocarpon
3
4
5
4
1
37
Ficus
Wortelrot
Phytophthora
3
4
5
4
1
37
Fuchsia
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
1
3
1
5
3
23
Fuchsia
Roest
1
5
1
5
3
25
Fuchsia
Voetrot
Phytophthora
3
5
3
5
3
31
Fuchsia
Voetrot
Rhizoctonia
1
5
3
5
3
33
Hebe andersonii
Rhizoctonia
3
4
3
4
3
27
Hedera
Voetrot Blad- en stengelvlekken
5
5
3
5
1
21
Hedera
Voetrot
Rhizoctonia
1
3
3
5
1
23
© DLV Plant, 11 april 2008.
Xanthonomas campestris
28
Helianthus
Echte meeldauw Sclerotinia sclerotiorum
3
3
1
5
3
21
3
5
1
5
3
23
3
3
1
3
3
19
Helianthus
Sclerotienrot
Helianthus
Valse meeldauw
Hibiscus
Voetrot
Rhizoctonia
3
4
3
4
3
27
Hoya
Voetrot
Cylindrocarpon
3
4
3
4
3
27
Hydrangea
Bladvlekken
Septoria hydrangae
3
3
1
4
1
12
Hydrangea
Bladvlekkenziekte
Phoma exigua
5
1
3
2
1
14
Hydrangea
Echte meeldauw
2
5
1
5
1
16
Hydrangea
Grauwe Schimmel
Botrytis cinerea
5
1
1
1
1
5
Impatiens
Grauwe Schimmel
Botrytis cinerea
1
3
1
4
3
22
Kalanchoë
Bacterieziekte
5
1
3
5
1
15
Kalanchoë
Echte meeldauw
2
4
1
5
1
15
Kalanchoë
Botrytis cinerea
2
3
2
4
1
16
Chalara elegans
3
4
3
4
1
21
Cylindrocarpon
3
4
3
4
1
21
Cylindrocladium
3
4
3
4
1
21
Fusarium
3
4
3
4
1
21
Myrothecium roridum
3
4
3
4
1
21
Phytopthora
3
4
3
4
1
21
Kalanchoë
Grauwe Schimmel Stengel-,voet-, en wortelrot Stengel-,voet-, en wortelrot Stengel-,voet-, en wortelrot Stengel-,voet-, en wortelrot Stengel-,voet-, en wortelrot Stengel-,voet-, en wortelrot Stengel-,voet-, en wortelrot
Rhizoctonia
3
4
3
4
1
21
Lantana
Grauwe Schimmel
1
4
1
4
3
23
Lantana
Sclerotienrot
Botrytis cinerea Sclerotinia sclerotiorum
1
5
5
5
3
49
Nephrolepis
Kiemplantenziekte
Rhizoctonia
1
5
5
5
3
49
Orchideeën
Bacterievlekkenziekte
5
1
3
5
1
15
Orchideeën
Bladvlekkenziekte
Fusarium proliferatum
3
3
1
4
1
13
Orchideeën
Bladvlekkenziekte
Glomerella cingulata
3
3
1
4
1
13
Orchideeën
Grauwe Schimmel
2
3
2
4
1
16
Palmen
Stengelvoetrot
Botrytis cinerea Gliocladium vermoesenii
3
4
3
4
3
29
Palmen
Stengelvoetrot
Rhizoctonia
3
4
3
4
3
29
5
0
1
4
3
15
1
3
1
3
3
21
1
3
1
4
3
22
3
3
1
4
3
21
Kalanchoë Kalanchoë Kalanchoë Kalanchoë Kalanchoë Kalanchoë
Pelargonium
Bacterieaantasting
Pelargonium
Grauwe schimmel
Pelargonium
Roest
Peperomia
Bladvlekken
Erwinia chrysanthemi
x
Xanthonomas campestris pv pelargoni Botrytis cinerea Puccinia pelargonizonalis
Peperomia
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
2
3
2
4
3
24
Primula acaulis
Bladvlekken
Ramularia primulae
3
3
1
5
3
21
Erwinia carotovora
Primula obconica
Bacterieaantasting
5
1
3
5
3
23
Primula obconica
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
4
2
1
5
3
19
Radermachera
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
3
4
1
5
3
22
Saintpaulia
Bacterieaantasting
Saintpaulia
Grauwe schimmel
Sedum-soorten Senecio 'Cruentis groep' (Cineraria)
Erwinia chrysanthemi
5
1
3
5
3
23
2
3
2
4
2
19
Bladvlekken
Botrytis cinerea Cylindrocladium scoparium
3
3
1
4
3
21
Bladvlekken
Ascochyta
1
5
1
5
3
25
© DLV Plant, 11 april 2008.
29
Senecio 'Cruentis groep' (Cineraria) Senecio 'Cruentis groep' (Cineraria) Senecio 'Cruentis groep' (Cineraria)
Echte meeldauw Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
3
5
1
5
3
23
1
3
1
3
3
21
3
5
1
3
3
21
Solanum
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
1
5
1
5
3
25
Stephanotis
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
2
3
2
4
3
24
Streptocarpus
Echte meeldauw
1
5
1
5
3
25
Streptocarpus
Grauwe schimmel
Botrytis cinerea
1
5
1
5
3
25
Streptocarpus
Hartrot
Phytophthora
3
5
1
5
3
23
Valse meeldauw
Erwinia chrysanthemi
Syngonium
Bacterieaantasting
5
1
3
5
3
23
Syngonium
Myrothecium roridum
3
4
3
4
3
27
Syngonium
Voetrot Wortel, voetrot, bladvlekken
Ceratocytis fimbriata
3
4
3
4
3
29
Viola
Bladvlekken
Ramularia agrestis
1
3
1
3
1
13
Viola
Echte meeldauw
3
3
1
3
1
11
Viola
Roest
Puccinia violae
1
3
1
3
1
13
Viola
Valse meeldauw
Peronospora violae
1
3
1
3
1
13
Yucca (Palmlelie)
Bladvlekken
Fusarium sacchari
3
3
1
4
1
13
Yucca (Palmlelie)
Bladvlekken
Phyllostica
3
3
1
4
1
13
Zamioculcas
Voetrot
Athelia rolfsii
5
4
3
3
1
18
© DLV Plant, 11 april 2008.
30