Margaret J. Wheatley
Ver van huis Nieuwe moed in deze dwaze wereld
Uitgeverij Jan van Arkel
Oorspronkelijke titel: So far from home: lost and found in our brave new world verschenen bij Berrett & Koehler Publishers, San Francisco, ca, usa © 2012/2013 Margaret J. Wheatley Nederlandse uitgave © Uitgeverij Jan van Arkel 2013 isbn 978 90 6224-525-3
Vertaling: Gertjan Cobelens Omslagontwerp: Karel Oosting Foto omslag: Els Branderhorst/Heideven in ochtendmist/Buiten-beeld, hh Foto’s binnenwerk: Margaret J. Wheatley Opmaak binnenwerk: Trees Vulto dtp en boekproductie Druk: Ten Brink
Uitgeverij Jan van Arkel Grifthoek 151, 3514 JK Utrecht tel. 030 2731 840,
[email protected] www.janvanarkel.nl
Opdracht
Voor ieder van ons die ernaar streeft een krijger van de menselijke geest te zijn, en voor hen wier noden en pijn ons tot onverschrokkenheid aansporen. Voor Yava Rukshi. In jouw beschermende en stimulerende aanwezigheid, in jouw prachtige huis kreeg dit boek zijn vorm. Voor mijn leermeesters die de leringen verkondigen, vertrouwen uitstralen en het pad naar discipline verlichten. Er zijn geen woorden om mijn dank en devotie uit te drukken: de Vidyadhara Chögyam Trungpa en Pema Chödrön.
Inhoudsopgave
Voorwoord 8 Thuis is 13 Een uitnodiging aan jou, de lezer 14 Een uitnodiging tot krijgerschap 16 deel i: Nieuwe wereld, O heerlijke nieuwe wereld!, Die zulke wezens draagt! 19 1 de dingen zien zoals ze zijn 21 2 Wil je de wereld redden? 27 3 Nieuwe kaarten voor verdwaalde mensen 31 deel ii: thuis We kunnen de wereld zoals ze is niet veranderen 37 4 5 6 7
Alles komt ergens vandaan 39 Emergentie: verrast door nieuwheid 43 Identiteit: de logica van verandering 55 Relaties: eindeloos verstrengeld 67
deel iii: verdwaald Je openstellen voor de wereld zoals ze is 79 8 Zijn we verdwaald? 81 9 Het nietsontziende zelf 87 10 Onherroepelijk afgeleid 99 11 De beteugeling van de complexiteit 115
deel iv: gevonden We zullen bemerken dat zachtaardigheid, fatsoen en onverschrokkenheid ons ter beschikking staan – niet alleen aan ons, maar aan alle mensen 135 12 Een profetie van krijgers 137 13 Kiezen voor de menselijke geest 139 14 Krijgers aan het werk 151 15 Geen hoop, geen angst 165 Een pad voor krijgers 173 Een droom van krijgers 175 Noten 177 Over de auteur 181
Voorwoord
Nog niet zo lang geleden sprak op een congres een jongeman me aan met de woorden: “Ik kom u even zeggen dat ik mede door u een kind heb waar ik heel gelukkig mee ben.” Ik moet hem uitermate verbaasd hebben aangekeken want hij haastte zich uit te leggen dat hij enkele jaren daarvoor samen met zijn vriendin aanwezig was geweest bij een uitvaartdienst van een belangrijk wetenschapper waar ik – als een van diens leerlingen – een rede gehouden had. Ik had gesproken over de bijdrage van mijn leermeester aan het vakgebied van de ecologie en aan de natuurbescherming in Nederland en had erop gewezen dat zijn leven en werk sterk geïnspireerd waren door het boeddhisme. Ik citeerde daarop een strofe uit een leerrede van de Boeddha, een strofe die mij heel diep raakt: “Mogen alle levende wezens gelukkig en veilig zijn, mogen ze van heil vervuld zijn. Wat voor levende wezens er ook zijn, beweeglijk of onbeweeglijk, allemaal, of ze nu lang zijn of groot, middelmatig, kort, klein of fors, aanschouwd of niet aanschouwd, dichtbij verblijvend of veraf, al geboren of naar geboorte strevend, mogen alle wezens, zonder uitzondering, gelukkig zijn.” Bij die laatste woorden hadden, zo vertelde de jongeman mij, hij en zijn vriendin die kort daarvoor gehoord had dat ze zwanger was, elkaar aangekeken om gezamenlijk en woordeloos op het besluit terug te komen dat er nog geen plaats was in hun leven voor een kind. Ruim zes maanden later werd hun dochter geboren.
Voorwoord 9 Tijdens het lezen van dit boek moest ik regelmatig aan dit voorval terugdenken, want dit is een boek over de kracht en betekenis van het niet voorziene, het niet geplande, het over het hoofd geziene in een wereld die op drift is geraakt. We leven in een tijd waarin crisis zich op crisis stapelt: een ecologische crisis, een klimaatcrisis, een financiële en economische crisis. Met elke nieuwe crisis lijken de complexiteit en de omvang ervan toe te nemen. Ze lijken in toenemende mate onbeheersbaar, wat voor veel mensen tot gevoelens van onmacht en frustratie leidt. Dat kom ik dagelijks tegen in mijn eigen werkveld van omgevingswetenschappen en natuurbescherming. Onderzoekers en beleidsmakers raken steeds vaker ontgoocheld. Ondanks al hun inspanningen lukt het niet de wereldwijde achteruitgang van ecosystemen en het uitsterven van planten- en diersoorten tot stilstand te brengen; wat ze ook doen, effectieve afspraken over klimaatbeheersing worden maar niet gemaakt. Het is niet verwonderlijk dat er een stroom aan boeken is die pogen de oorzaken van de crises in deze wereld te analyseren om op basis daarvan stappenplannen naar een betere wereld te ontwikkelen. Je zou kunnen zeggen: handboeken voor ‘verandermanagers’. Dit is niet zo’n boek. Margaret Wheatley benadert de zaak radicaal anders. In haar ogen zijn we hopeloos verdwaald en is er geen weg terug. We kunnen namelijk de route die ons naar de problemen van onze tijd gebracht heeft niet werkelijk terugtraceren. Deze zijn namelijk niet het gevolg van lineaire ontwikkelingsprocessen. Wheatley verwijst naar de systeemtheorie waarin het begrip emergentie naar voren is gekomen. Dat heeft betrekking op de ontwikkeling van complexe systemen die eigenschappen vertonen die niet zichtbaar zijn in de reductie van hun delen. Zij ziet de huidige samenleving als een emergent systeem dat tot stand gekomen is door vele interacties van allerlei factoren en processen. Door de factoren en processen te analyseren kunnen we wat er ontstaan is echter niet ongedaan maken, omdat een steeds complexer netwerk van onderlinge beïnvloedingen het ontwikkelingsproces is gaan sturen. We
10
Ver van huis
zijn verdwaald in systemen die ons boven het hoofd gegroeid zijn en waaruit geen weg terug te vinden is. Is er dan een weg vooruit? Kunnen nieuwe technologieën, andere bestuurssystemen, nieuwe vormen van leiderschap, andere wet- en regelgeving een uitweg bieden? Hier geeft Wheatley weer een even radicaal, en voor de verbeten actievoerder en hoopvolle wereldverbeteraar onthutsend antwoord: nee! Dat is oude wijn in nieuwe zakken. Betekent dat dan dat we bij de pakken moeten gaan neerzitten of gaan dansen op de rand van de vulkaan? Dan introduceert Wheatley een alternatieve weg die ze het pad van de krijger noemt. Dit is niet zozeer naar buiten, maar naar binnen gericht. Het gaat niet om een strijd tegen systemen of om pogingen systemen te veranderen in de hoop een betere wereld te creëren. Het is echter ook geen terugtrekking uit de wereld. Het begint met de aanvaarding van het gegeven dat we hopeloos verdwaald zijn, om vervolgens – zo stelt Wheatley – voorbij zowel de hoop op een betere wereld als de angst voor de toekomst te reizen. Dan kunnen we diep in onszelf weer uitkomen bij fundamenteel menselijke waarden als zachtmoedigheid, fatsoen en moed. Van daaruit kunnen we dan betekenisvolle verbindingen aangaan met de werkelijkheid waarmee we echt in contact zijn: de mensen om ons heen, onze familie, vrienden en collegae; deze waarden worden dan de basis van ons persoonlijke en ons professionele leven. Op deze wijze beginnen we te ‘ontdwalen’. Hier liggen verwantschappen met het begrip Dasein in de filosofie van Heidegger. Dasein is het er-zijn, het open-zijn, het in-de-wereldzijn. ‘Wereld’ moet volgens Heidegger verstaan worden als het geheel van zinvolle betrekkingen. Dasein als in-de-wereld-zijn ontsluit zich als de mens een open houding aanneemt, waarin de dingen zich kunnen openbaren zoals ze zijn. Dan is er “authentiek zijn”, waarin de mens zijn altijd al aanwezige betrokkenheid op de wereld ervaart maar waarin hij tevens de eindigheid van het Dasein moet erkennen en aanvaarden. Ontkenning van de vergankelijkheid echter – zo stelt Heidegger – drijft de mens naar “niet authentiek zijn”, waarin hij probeert zijn omgeving te domineren en te beheersen.
Voorwoord 11 Begrijpen en aanvaarden dat het leven gekenmerkt wordt door verandering en dat we niet alles kunnen beheersen of vasthouden, is ook voor Wheatley een wezenlijk onderdeel van het door haar geschetste pad. Daarnaast is mededogen met onszelf en met de wereld essentieel. Dat alles komt niet vanzelf. Het vergt oefening en toewijding en vooral ook moed. Moed om ons leven gestalte te geven vanuit zachtmoedigheid en openheid zonder uit te zien naar resultaten, zonder ons af te vragen wat het effect op de wereld zal zijn. Dat wil niet zeggen dat dit pad zonder invloed is. Wheatley benadrukt dat ieder van ons ertoe doet. Aangezien we door een veelheid aan betrekkingen met de wereld verbonden zijn – zoals de zenmeester Thich Nhat Hanh dat uitdrukt: omdat we “interzijn” – heeft alles wat we doen en zeggen effect en betekenis. Hoe echter, dat is veelal niet te voorzien, zoals een grafrede – geheel onverwacht – kan voeren tot een nieuw leven. Het beeld van het pad van de krijger is niet nieuw. We komen het tegen in zowel de oosterse als westerse wijsheidstradities. De auteur verwijst ook regelmatig naar zulke inspiratiebronnen, vooral naar het boeddhisme. Haar kracht is dat ze deze spirituele uitgangspunten, zonder zweverig of vaag te worden en op erg persoonlijke wijze, verbindt met de realiteit van de wereld waarin wij nu leven en met de problemen die zich daarin voordoen. Dit is geen boek van hoop, maar wel een boek van vertrouwen. Vertrouwen in de kracht en de betekenis van eigenschappen als zachtmoedigheid, mededogen en moed. Het pad dat ze schetst is ook geen onmogelijke droom. Ik zie meer en meer – vooral jonge – mensen met grote moed de dolgedraaide tredmolen verlaten om op grond van hun authentieke overtuigingen leven en werk hernieuwd gestalte te geven. De auteur beveelt aan het boek langzaam te lezen. Ik onderschrijf dat, maar ik zou ook willen aanraden het regelmatig te herlezen. Matthijs Schouten Matthijs Schouten is hoogleraar Ecologie en Filosofie van het Natuurherstel aan Wageningen Universiteit en vice-voorzitter van het NatuurCollege.
Thuis is
De bron van levendige herinneringen aan een plek waar we nooit zijn geweest het verlangen terug te keren naar een plek die we nog moeten vinden het gevoel er waarlijk bij te horen te weten dat we gevonden zijn het vertrouwen om door dit leven te reizen
Margaret J. Wheatley
Een uitnodiging aan jou, de lezer
Ik heb dit boek voor jou geschreven als je werk – wat het ook is, waar je het ook doet – een bijdrage is aan anderen. En als je er nu achterkomt dat je uitgeput en gefrustreerd, verpletterd en bedroefd bent, maar soms ook momenten van vreugde ervaart, van je thuis te voelen en je meer dan ooit in je werk wilt volharden. Dit boek kan je klaarheid herstellen en je je energie en enthousiasme voor je werk teruggeven als je er de tijd voor neemt en het langzaam leest. Dit boek kan je niets bieden als je het vluchtig doorbladert, er hier en daar wat in neust of grasduint op jacht naar een paar goede ideeën. Dit boek is bedoeld om je te tarten en te verontrusten, om je te troosten en te bevestigen. Deze sterke reacties vragen tijd en reflectie. Dit boek ontrafelt hoe deze heerlijke nieuwe wereld – die zo destructief is en ons goede werk zo bemoeilijkt – is voortgekomen uit complexe oorzaken en omstandigheden. Het kost tijd om complexiteit te begrijpen. Dit boek nodigt je uit om een nieuwe rol voor jezelf te kiezen zodat je de mensen, de doelen en de plekken die je na aan het hart liggen beter kunt dienen. Het kost tijd om bewuste keuzes te onderscheiden. Dit boek doet een beroep op vaardigheden die tegenwoordig niet algemeen zijn, zoals nadenken, de diepere zin bespeuren, patronen herkennen, reflectie. Deze vaardigheden keren terug zodra we onze
Een uitnodiging aan jou, de lezer 15
geest bevrijden van afleidingen en de kalme ruimte van de contemplatie betreden. Ik nodig je uit om dit boek langzaam te bestuderen zodat het het pad dat voor je ligt zal kunnen verlichten en verhelderen. Dat dit boek je ten goede moge komen opdat jij vele anderen ten goede kunt komen.
Een uitnodiging tot krijgerschap
De meeste culturen beschouwen dit tijdperk als een tijd van duisternis, als een tijd van vernietiging, als het einde van een cyclus of de eindtijd. En de meeste culturen kennen een traditie van krijgers, een elite die belast is met de verdediging van het geloof, de cultuur of het rijk. Krijgers worden aan zware trainingen onderworpen en betonen veel moed; hun heldhaftige daden leven voort in verhalen die anderen inspireren hun geloof te behouden en naar eenzelfde onverschrokkenheid te streven. Al vele jaren put ik inspiratie, motivatie en troost uit een profetie afkomstig uit het Tibetaanse boeddhisme over de aanstaande duisternis en het oproepen van de krijgers. Hoewel het woord ‘krijger’ een bijsmaak heeft van geweld en agressie, heeft het in de Tibetaanse cultuur een heel andere betekenis. Het Tibetaanse woord voor krijger, pawo, duidt op iemand die moedig is, op iemand die geweld en agressie afzweert. Ik oefen mij in dit type krijgerschap dat in een directe verbinding staat met de profetie van de Shambhala-krijgers. Mijn persoonlijke gelofte luidt om zo goed en zo kwaad als het gaat te weigeren bij te dragen aan de agressie en de angst van deze tijd. Shambhala is een oud koninkrijk van wijze en bewuste mensen dat geregeerd werd door verlichte koningen. (Volgens mijn Tibetaanse leraar lag het in het hedendaagse Afghanistan.1 Anderen geloven dat het geen fysieke plek is maar een beschrijving van onze ontwaakte geest.) Wat de inwoners van Shambala zo bijzonder maakte, was dat ze geen angst kenden. Bevrijd van hun angsten waren ze in staat een verlichte samenleving te scheppen. De profetie over de Shambhala-krijgers stamt uit lang vervlogen tijden en overbrugt tal van eeuwen om tot de onze te spreken: ‘Er komt
Een uitnodiging tot krijgerschap 17
een tijd dat alle leven op aarde in groot gevaar verkeert. Grote barbaarse machten zijn verrezen, en hoewel deze machten hun rijkdom aan voorbereidingen besteden om elkaar te vernietigen, hebben ze veel met elkaar gemeen: wapens van een ongekend verwoestende kracht en technologieën die onze wereld vernietigen. Wanneer het zover is, wanneer de toekomst van het bewuste leven aan een zijden draadje hangt, zal het koninkrijk van Shambhala herrijzen.’2 Deze krijgers kun je niet aan hun uiterlijk herkennen; ze zien eruit als gewone mensen met gewone banen en bezigheden. Maar ze zijn bijzonder goed bewapend. Hun ‘wapens’ zijn machtig, ze bestaan uit mededogen en inzicht. Goed getraind in het gebruik van hun wapens begeven ze zich in de wandelgangen van de macht om overtuigingen en handelwijzen te ontmantelen die het leven vernietigen. Toen ik deze voorspelling voor het eerst hoorde, was ik zeer aangedaan door de beschrijving van de krijgers – ze bevinden zich al in de centra van de macht, zijn goed op de hoogte van de werking van deze systemen en dus in de ideale positie om de oorzaken en omstandigheden te onderscheiden die ons in de duisternis hebben gestort. Deze krijgers zullen niet bezwijken voor agressie, niet verlamd raken door angst. Ze zullen weten waar ze hun upaya, hun bedreven middelen van compassie en inzicht, het beste kunnen inzetten. Misschien dat je je herkent in deze beschrijving of dat je nieuwsgierig bent naar wat het precies betekent. Dit is mijn uitnodiging aan jou, aan ieder van ons die zich binnen de systemen van de macht bevindt, die hun mechanismen kent, die weet dat ze niet gered of teruggedraaid kunnen worden. We hebben de vrijheid om een nieuwe rol voor onszelf te kiezen, om onze woede, frustratie, verdriet en uitputting om te vormen tot de vaardigheden van inzicht en compassie, om deze duistere tijd te dienen als krijgers van de menselijke geest.