Oogst uit het lab Biotechnologie en voedselproductie
Piet Schenkelaars & Huib de Vriend
Uitgeverij Jan van Arkel
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door financiële steun van: • het Wageningen UR Fonds; • de werkgroep biotechnologie van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen; en • de stichting Consument, Biotechnologie & Life Sciences.
ISBN 978-90-6224-471-3 nur 940 © de auteurs, 2008 Omslagfoto en foto's bij hoofdstukken: US Department of Agriculture Advies: Marianne Heselmans Ontwerp: Karel Oosting, Amsterdam Opmaak: Trees Vulto, Schalkwijk Druk: Haasbeek, Alphen aan de Rijn Gedrukt op: Satimat Green (60% kringloop- en 40% FSC-papier)
Uitgeverij Jan van Arkel, Grifthoek 151, 3514 JK Utrecht tel. 030 273 18 40 fax 030 273 36 14 e-mail:
[email protected] website: http://www.antenna.nl/i-books www.oogstuithetlab.nl
Inhoudsopgave
Inleiding 9
1 Machtsconcentraties in de agro-industrie
15
Toenemende concentratie 16 De Life Sciences als nieuwe business 23 Post-moderne voltooiing van de globalisering? 28
2 Verweving van industrie en universiteiten
33 Van Groene Revolutie tot Gen Revolutie 35 Publiek-private samenwerking in de bio- en gentechnologie 38 Technologische Platforms moeten EU op de kaart zetten 41 Octrooien op biotechnologische uitvindingen en technologische vooruitgang 42 Lobby tegen de nieuwe octrooiregeling 44 Bio-piraterij 47 Remmend effect van octrooien op publiek onderzoek 49
3 Een dynamische gereedschapskist
57 Genomics: de versmelting van moleculaire biologie en informatietechnologie 58 ‘Gene shuffling’ en ‘protein engineering’ 61 DNA heeft nieuwe betekenis gekregen 62 Onverwachte rol van RNA 63 Agro-inoculatie 67 Intragenese en cisgenese ter discussie 69 Bionanotechnologie 71 Synthetische biologie: het creëren van nieuw levensvormen 75
4 De oude en nieuwe beloften van de biotechnologie
87
Van ‘agrificatie’ naar ‘bio-based economy’ 90 Toevoegingen en micronutriënten 101 Groene biotechnologie 105 Toepassing van DNA-merkers in de gewasveredeling 110 Transgene dieren 111 Veterinaire vaccins 116 Genomics in de veefokkerij 117
5 De resultaten van dertig jaar actie en debat
121 1976-1986: Eerste kritiek komt uit wetenschapskringen 121 1986-1996: Nieuwe maatschappelijke coalities 123 1996-2006: Polarisatie 135 Effecten van het maatschappelijk debat op het onderzoek en de technologie 143
6 Dilemma’s voor de Europese regelgevers
7
149 Overheden ontwerpen wetten 150 Meningsverschillen over de risicobeoordeling 151 Europees moratorium 153 Druk van de Wereldhandelsorganisatie 154 Aanscherping van de risicobeoordeling 160 Blijvende dilemma’s rond de milieurisicobeoordeling 161 Regulering van de voedselveiligheid 164 Etikettering en traceerbaarheid 166 Overheidssturing van maatschappelijke discussies 169 Verantwoord vooruit 170
Het wereldvoedselprobleem vraagt om een scala aan oplossingen 173 De wereldbevolking groeit door, met name in ontwikkelingslanden 175 Het wereldvoedselprobleem: meer dan alleen een verdelingsvraagstuk 186 Het alternatief: low-input en biologische landbouw, verandering van consumptiepatronen 189 Toepassing van biotechnologie in ontwikkelingslanden 194
8 Uiteenlopende natuuropvattingen kenmerken het debat
201 De moderne natuurwetenschap als maatschappelijke rechtvaardiging 203 De culturele inbedding van DNA 204 De gedomesticeerde natuur 208 Vertaling van ethische aspecten in beleid 213
Ethiek als onderzoeksobject 217 Het gebruik van natuurbeelden 218 Voor- en tegenstanders appelleren aan de verbeelding 221 De kern van het maatschappelijk debat: visies op landbouw, voedselproductie en consumptie 224
9 Recht doen aan de complexiteit
227 Nieuwe criteria 229 Maatschappelijk Verantwoord Opereren met biotechnologie 241 Opnieuw agenderen van de agrobiotechnologie 244
Over de auteurs 247
De bio(techno)logische termen op een rijtje 249 A-Z 252
Websites voor meer informatie 254
Inleiding
September 1985. Wij, de auteurs van dit boek, hebben net de Landbouwuniversiteit in Wageningen verlaten. Het is een periode met ‘biotechnologie’ als toverwoord. Biotechnologie, zo doen de krantenartikelen en glossy folders ons geloven, is veelbelovend, innovatief, milieuvriendelijk, huiveringwekkend en nog veel meer. En op vele plaatsen zal biotechnologie toegepast gaan worden: in de farmaceutische en (petro)chemische industrie, de landbouw en voedselproductie, de gezondheidszorg en in de afvalverwerking.
I n l e i d i n g
Gefascineerd verdiepen we ons in zowel de technische als de maatschappelijke kanten. We spreken met mensen uit de milieu-, derde wereld-, vakbonds-, consumenten-, boeren- en plattelandsvrouwenorganisaties en we wisselen van gedachten met ambtenaren en met onderzoekers van universiteiten en bedrijven. Gaandeweg ontdekken we dat er nagenoeg geen maatschappelijke discussie plaatsvindt over de toepassingen. Onze verontrusting over het feit dat zo wéinig mensen zo véél bepalen groeit. Vooral de biotechnologen zelf hebben het voor zeggen. En mensen die zich merendeels laten leiden door marktkansen en concurrentieoverwegingen. De technologieontwikkeling heeft onmiskenbaar een push karakter. Wij vinden dat meer mensen zich met de discussie moeten bemoeien. En we beginnen met het verspreiden van informatie, in de hoop dat er een grotere betrokkenheid zal ontstaan. Een betrokkenheid die niet medeplichtig maakt aan de in gang gezette ontwikkelingen, maar juist gericht is op het beïnvloeden van de wijze waarop de biotechnologie al dan niet ingezet moet worden.
16
ders en aandeelhouders. Er wordt voortdurend gestreefd naar het verwerven van een strategische positie ten opzichte van de concurrenten. Om die reden nemen bedrijven andere bedrijven over en sluiten ze strategische allianties. Ze ontwikkelen nieuwe markten en stoten niet passende bedrijfsonderdelen af. De productiekosten worden zoveel mogelijk gedrukt en er wordt gezocht naar producten met een hoge(re) toegevoegde waarde. Onderzoek en productontwikkeling vormt een risicobeperkende activiteit: directe toegang tot experimenteel en creatief onderzoek beperkt immers het risico om door potentiële concurrenten voor verrassingen gesteld te worden. Daarom wordt getracht op zoveel mogelijk manieren vat te krijgen op nieuwe technologie. Bedrijven steken geld in eigen onderzoek, ze zetten onderzoek uit op universiteiten, ze nemen andere ondernemingen over en ze richten joint ventures op.
de productieketen bevinden, hun activiteiten in de zaadveredeling zouden uitbreiden. Op dat moment zagen we een vergelijkbare beweging binnen de petrochemische industrie, waar Shell geïnteresseerd zou zijn in de ontwikkeling van genetisch gemodificeerde bomen voor de productie van bioenergie. Die verwachtingen zijn niet of maar gedeeltelijk uitgekomen. Anno 2008 weet Shell van de Brent Spar affaire hoe snel het bedrijfsimago geschaad kan worden. De petrochemiereus is weliswaar nog steeds (of opnieuw) geïnteresseerd in alternatieve energiebronnen op basis van biomassa, maar is vanwege de mogelijke maatschappelijke kritiek uiterst voorzichtig om in projecten met genetisch gemodificeerde bomen of andere gentechnologisch veranderde energiegewassen te stappen. De levensmiddelenindustrie heeft zich zelfs bijna helemaal teruggetrokken uit de plantenveredeling. In 1998 verkocht Unilever zijn zadendivisie door aan Monsanto.
Toe n e me n de conce ntr ati e
Deze ontwikkeling heeft zich ook voltrokken – en voltrekt zich nog steeds – in de biotechnologie. Rond 1990 was Unilever een typerend voorbeeld van een levensmiddelenconcern dat de hele productieketen wilde beheersen, tot en met de zaden toe. Zo had het in 1987 het Britse Plant Breeding Institute gekocht, met een aanzienlijk belang in de veredeling van onder meer tarwe, gerst, koolzaad en aardappel. Unilever beschikte al over grote oliepalmplantages in Maleisië waar men gekloonde, hoogproductieve palmbomen inzette om zich van goedkope grondstof te verzekeren. Destijds verwachtten we dan ook dat bedrijven als Unilever, die zich meer aan het eind van
oo g s t
u i t
h e t
l a b
Tot het eind van de jaren tachtig lag bij Monsanto het accent nog op de (agro-)chemie. Dat gold ook voor andere chemiereuzen als ICI, Hoechst,
Jaarverslagen van Seedbusiness
17
Tabel 1.1 Top tien van bedrijven in za aigoed in 2006 Bedrijf
Omzet in miljoen Euro
Monsanto (VS)
3.971
Dupont/Pioneer Hi-bred (VS)
2.211
Syngenta (Zwitserland)
1.394
Groupe Limagrain (Frankrijk)
914
Land O’Lakes (VS)
592
KWS AG (Duitsland)
538
Taikii (Japan)
425
Bayer Crop Science (Duitsland)
332
Sakata (Japan)
340
DLF-Trifolium (Denemarken)
256
Bron: Samengesteld door de auteurs op basis van jaarverslagen.
BASF, Bayer en DuPont. Vanaf dat moment begonnen deze bedrijven systematisch zaad- en biotechnologiebedrijven over te nemen. Door diverse overnames en fusies ontstonden nieuwe conglomeraten, met – in 2006 – Monsanto op een, Dupont/Pioneer Hi-Bred op twee en Syngenta op drie (zie tabel 1.1). De overnames van zaadbedrijven zijn goed te begrijpen. Marktanalyses maken duidelijk dat land- en tuinbouwzaden een aantrekkelijke groeimarkt is. Omstreeks 1970 werd op de wereldmarkt voor zaaizaad jaarlijks nog geen miljard dollar wordt omgezet. Na de eeuwwisseling was die markt gegroeid tot ruim 21 miljard dollar. Schattingen voor 2004 gaven aan dat bijna de helft hiervan in handen is van de top tien zaaizaadbedrijven. Tegelijkertijd groeide de wereldwijde omzet in genetisch gemodificeerd zaaigoed in acht jaar tijd van ongeveer 280 miljoen dollar (1996) naar 4,7 miljard dollar (2004), bijna eenkwart van de totale omzet in zaaigoed. Wat weer de belangstelling verklaarde voor biotechnologiebedrijven.
M a c h t s c o n c e n t r a t i e s
i n
d e
a g r o - i n d u s t r i e
Monsanto op overnamepad De overname van een lange reeks zaadbedrijven door Monsanto is een veelzeggend voorbeeld van de toenemende concentratie in deze sector. Tussen 1996 en 1999 lijft Monsanto maar liefst zestien zaad- en biotechnologiebedrijven in. Belangrijke overnames in deze periode betreffen: – Asgrow (1996), met een jaaromzet van 122 miljoen dollar (overnameprijs: 240 miljoen dollar); – Holden’s Foundation (1997), met een jaaromzet van 35 miljoen dollar (overnameprijs: iets meer dan een miljard dollar); – Plant Breeding International (1998), met een jaaromzet van 26 miljoen dollar (overnameprijs: 525 miljoen dollar); – Dekalb Genetics (1998), met een jaaromzet van 451 miljoen dollar (overnameprijs: 2,500 miljard dollar).
18
Dankzij deze overnames controleert Monsanto
Vervolgens wordt de oude strategie van
in 2006 53 procent van de Amerikaanse markt
bedrijfsovernames hervat. In 2004 en 2005
voor maïszaden en is er een sterke positie opge-
worden er acht bedrijven overgenomen. Een
bouwd op de markt voor sojazaden. Ook in
aantal daarvan is op dat moment al leveran-
Latijns Amerika heeft Monsanto zich een sterke
cier van plantenrassen met de door Mon-
positie op de maïszadenmarkt verworven.
santo ontwikkelde en gepatenteerde genen
Niet alle pogingen tot overname of fusie zijn
voor insectenresistentie (Yieldgard®) en
succesvol. Zo mislukt een poging van Monsanto
herbicideresistentie (RoundupReady ®). De
om te fuseren met American Home Products
meest opzienbarende overname betreft Semi-
(1998, sinds 2002 onder de naam Wyeth). Via
nis Seeds. Met merken als Petoseed, DeKalb,
American Home Products (AHP) hoopte Mon-
Asgrow, Royal Sluis en Bruinsma controleert
santo toegang te krijgen tot de Amerikaanse
Seminis circa 20 procent van de internatio-
markt voor gezondheidsproducten.
nale markt voor groentenzaden. Het bedrijf heeft vooral een dominante positie in tomaten-
Hierna is het bij Monsanto een aantal jaren
zaden (23 procent van de wereldmarkt) en de
rustig op het overnamefront, althans wat
komkommerzaden (38 procent van de wereld-
betreft de zaad- en biotechnologiesector. In
markt). In de Verenigde Staten heeft Seminis
die periode richten de belangrijke spelers in de
een aandeel van 55 procent in slazaden, van
agrobiotechnologiesector, zoals Novartis (Syn-
75 procent in tomatenzaden en van 85 pro-
genta) en Monsanto, zich sterk op het zoeken
cent in paprikazaden. Het bedrijf heeft sinds
naar synergie met de farmacie. Daarbij wordt
1996 een vergunning voor de teelt van virus-
de biotechnologie, of Life Sciences, als verbin-
resistente courgette (squash) in de Verenigde
dend element gezien. In 2000 fuseert Mon-
Staten en sinds 1998 vergunning voor export
santo’s farmaciepoot met Pharmacia & Upjohn
naar Canada. De jaaromzet bedraagt ruim 525
Inc. In de nieuwe constellatie worden de
miljoen collar. Monsanto is bereid om voor de
farma- en agro-divisies van Monsanto geschei-
overname een bedrag van 1,4 miljard dollar
den. De farmapoot, goed voor bijna 70 pro-
neer te leggen en neemt bovendien de schulden
cent van de omzet, gaat verder onder de naam
van Seminis over.
Pharmacia. De productie van Nutrasweet, een
Niet veel later slaat Monsanto opnieuw een
kunstmatige zoetstof op basis van aspartaam,
belangrijke slag door voor 300 miljoen dollar
wordt afgesplitst om als zelfstandige onder-
Emergent Genetics over te nemen. Emergent
neming verder te gaan. De agropoot (30 pro-
heeft een aandeel van 12 procent in de Ame-
cent van de omzet) gaat verder onder de naam
rikaanse markt voor katoenzaden. In de Ver-
Monsanto. Drie jaar later moet het bedrijf tot
enigde Staten zijn Monsanto’s Bollgard® en
de conclusie komen dat er van de synergie die
RoundupReady ® (herbicideresistentie) tech-
op papier zo veelbelovend leek niet veel was
nologie ingebouwd in Emergent’s katoenvarië-
terechtgekomen en wordt Pharmacia voor circa
teiten. Bollgard® is gebaseerd op een gen uit de
60 miljard dollar aan Pfizer verkocht.
bodembacterie Bacillus thuringiensis (Bt). Dit
oo g s t
u i t
h e t
l a b
19
gen codeert voor een eiwit dat dodelijk is voor
laar van de zogeheten ‘Terminator’ technolo-
de rupsen van de schadelijke katoenbolworm.
gie, die leidt tot planten met steriele zaden. Een
Het voorlopig laatste wapenfeit is de overeen-
eerdere poging tot overname van dit zaadbdrijf
gekomen overname van Delta and Pine Land
in 1998 mislukte.
Company voor 1,5 miljard dollar in december 2006. Delta and Pine Land is vooral sterk in de veredeling van katoen en is mede-ontwikke-
Het ontstaan van Syngenta 1974
Het Zwitserse Ciba-Geigy (agrochemie) gaat in zaaizaad door overname van Funk Seeds International (VS).
1975
Het eveneens Zwitserse Sandoz neemt American Rogers Seeds Co. over.
1976
Sandoz lijft Northrup King Co. in.
1977
Sandoz koopt Zaadunie (NL); Ciba-Geigy start een speciale biotechnologie-eenheid.
1978
ICI Seeds (VK) wordt opgericht voor plantenveredelingsactiviteiten.
1979
Sandoz neemt Hilleshög (Zweden) over.
1980
ICI (agrochemie) wordt gesplitst in ICI (chemie) en Zeneca (agrochemie).
1981
Zeneca Seeds en Koninklijke VanderHave (NL) gaan samen in Advanta. Ciba-Geigy (agrochemie) en Sandoz gaan samen in Novartis AG.
1997
Zeneca neemt Mogen (NL) over.
1998
Novartis neemt de gewasbeschermingsdivisie van Merck & Co over.
1999
Novartis koopt de zaaizaaddivisie van Eridania Beghin-Say. Zeneca (agrochemie) en Astra (farma) vormen samen AstraZeneca.
2000
Novartis wordt gesplitst in Novartis (farma) en Novartis (zaaigoed), terwijl ook AstraZeneca gesplitst wordt in AstraZeneca (farma) en AstraZeneca (agrochemie). Novartis (zaaigoed) en AstraZeneca (agrochemie) gaan samen verder als Syngenta.
Een vergelijkbare concentratie deed zich voor in de agrochemie (bestrijdingsmiddelen). In de top zes bevinden zich vier bedrijven die ook in de top acht van grootste zaadbedrijven voorkomen. In 2004 bezat de top tien bedrijven in agrochemicaliën gezamenlijk een marktaandeel
M a c h t s c o n c e n t r a t i e s
i n
d e
a g r o - i n d u s t r i e
van 84 procent. De top zeven bedrijven controleerde meer dan 70 procent van de markt en de twee grootste bedrijven samen circa eenderde. De verwachting van veel analisten is dat in 2015 slechts een drietal bedrijven zullen resteren: Bayer, Syngenta en BASF (zie tabel 1.2).
20
Tabel 1.2 Top acht van bedrijven in agrochemicaliën in 2006 Bedrijf
Omzet in miljoen Euro
Syngenta (Zwitserland)
6.378
Bayer (Duitsland)
4.644
BASF (Duitsland)
3.079
Dow (VS)
2.698
Monsanto (VS)
2.8791
DuPont (VS)
1.717
Nufarm (Australië)
1.330
Sumitomo Chemical (Japan)
1.039
1) Waarvan € 2.054 uit de verkoop van Roundup en andere herbiciden op basis van glyfosaat. Bron: Samengesteld door de auteurs op basis van jaarverslagen.
Een concentratietendens is ook zichtbaar in de veterinaire producten (diergeneesmiddelen, vaccins en antibiotica) en diervoederadditieven. Tot 2004 groeide deze sector jaarlijks met zo’n 6 procent, tot een totaalbedrag van ruim 20 miljard dollar. De top tien bedrijven in diergeneesmiddelen nemen hiervan 55 procent
voor hun rekening. Een belangrijk aandeel van de omzet wordt gerealiseerd in producten voor huisdieren, in 2003 goed voor een omzet van 4,5 miljard dollar. Voor 2010 is de verwachting dat er bijna 6 miljard dollar zal worden omgezet (zie tabel 1.3).
Tabel 1.3 Top tien van bedrijven in veterinaire producten in 2005 Bedrijf
Omzet in miljoen VS dollar
Pfizer Animal Health
2.206
Merial Ltd.
1.987
Intervet International
1.313
DSM Animal Nutrition
1.217
Bayer Animal Health
1.027
BASF Animal Nutrition
1.018
Fort Dodge Animal Health
881
Elanco Animal Health
863
Novartis Animal Health
860
Schering-Plough Animal Health
851
Bron: Samengesteld door de auteurs op basis van jaarverslagen.
oo g s t
u i t
h e t
l a b
21
Vanwege hun groeibevorderende werking worden antibiotica in veehouderij als diervoederadditief gebruikt. In de VS, zo schatten deskundigen in 2004, wordt momenteel 70 procent van de antibiotica niet als geneesmiddel, maar als diervoederadditief ingezet. Overigens zijn de vooruitzichten voor deze toepassing niet rooskleurig. Sinds 2005 is het in de EU verboden om antibiotica als groeibevorderaar te gebruiken. Dit leidt namelijk tot antibiotica-resistente bacteriën, waardoor het meer moeite kost om bacteriële infecties bij mensen te bestrijden. Restaurantketens als McDonalds hebben aangekondigd dat ze toeleveraars van pluimveeproducten willen verbieden om antibiotica als groeibevorderaar te gebruiken. Ook in de levensmiddelensector en in de graanhandel is de concentratie tussen 1990 en 2006 verder toegenomen, al heeft dat in deze sector niet geleid tot de vergaande dominantie zoals
we die aantreffen in de eerder besproken sectoren. Toch had in 2004 de top tien levensmiddelenbedrijven gezamenlijk bijna eenkwart van de wereldmarkt in handen, terwijl de top honderd samen ongeveer tweederde van de wereldmarkt controleerde (zie tabel 1.4). In juni 2007 opende Carrefour haar zesde hypermarkt in Istanbul. Met een vloeroppervlak van 11.470 vierkante meter is het één van de allergrootste supermarkten ter wereld, waar met gemak tien grote Albert Heijnwinkels in passen. De hypermarkt is een winkel met een gemiddeld vloeroppervlak van 6.000 vierkante meter en een uitgebreid assortiment producten gevestigd aan de rand van de stad. De hypermarkt is sinds 1990 sterk in opkomst in de Verenigde Staten en Frankrijk. Na de eeuwwisseling zijn er ook hypermarkten verschenen in Oost-Europa en tal van grote wereldsteden. In 2006 realiseerde Carrefour bijna 60 procent
Tabel 1.4 Top tien van levensmiddelenproducenten in 2006 Bedrijf
Omzet levensmiddelen en dranken in miljoen Euro
Nestlé
51.982
Altria Group (o.a. Kraft)
35.203
Archer Daniels Midland
29.048
PepsiCo
27.887
Unilever
21.407
Tyson Foods
20.285
Cargill
19.0481
Coca-Cola
19.117
Mars Inc.
14.2861
Groupe Danone
14.073
1) Cijfers van 2004. Bron: Samengesteld door de auteurs op basis van jaarverslagen.
M a c h t s c o n c e n t r a t i e s
i n
d e
a g r o - i n d u s t r i e