Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de ‘Week van Passend Onderwijs’ plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties, met als doel het gesprek op gang te brengen tussen schoolleiders, leraren en ouders over de wet die per 1 augustus 2014 in werking treedt. Wat betekent de wet nu concreet voor de eigen school en voor de eigen leerlingen? Om een indicatie te krijgen van de effecten van de communicatieve inspanningen rondom de Week is direct na afloop van de Week, van 31 maart t/m 7 april, via een Flitspeiling het beleefde effect van de Week geïnventariseerd onder contactpersonen bij deelnemende scholen en organisaties. Hieruit is gebleken dat de Week voor hen een welkome impuls is geweest. Van de 173 uitgenodigden hebben 79 contactpersonen deelgenomen aan het onderzoek (46%): een prima resultaat voor een peiling als deze. Bij de resultaten is onderscheid gemaakt tussen personen werkzaam op school (doorgaans directeuren & zorgondersteuners) en personen werkzaam buiten de school (bv. in een coördinerende rol en/of als inhoudelijk expert). In de netto respons is de verdeling tussen beide groepen in evenwicht: n=39 versus n=40. Verder is van belang om te realiseren dat ruim de helft van de respondenten (n=44) werkzaam is in of voor het Primair Onderwijs. Wat verder nog opviel is dat er op de scholen slechts een enkele keer een leraar contactpersoon is geweest voor de Week. Terugblik op de activiteiten tijdens de Week In een open vraag is voorafgaand aan andere vragen gevraagd hoe contactpersonen terugblikken op de Week. De reacties hierop zijn samengevat in onderstaande wordcloud.
Het blijkt dat contactpersonen met een overwegend ‘positief’ en ‘goed’ gevoel terugkijken op de Week. Er is enerzijds duidelijk een kennisbehoefte ingevuld bij ouders en leerkrachten; anderzijds is het duidelijker geworden welke vragen, onduidelijkheden en onzekerheden er nu nog spelen. Wel wordt meermaals (n=10) aangegeven dat de interesse van ouders is tegengevallen, ondanks dat juist duidelijk is geworden dat er onder deze groep nog veel onduidelijkheden spelen omtrent de invoering van het passend onderwijs.
18-4-2014
1/5
Opvallend is het feit dat ruim vier vijfde van de contactpersonen (81%) aangeeft dat de Week niet het eerste moment was dat er op hun school / hun organisatie is gesproken over hoe het passend onderwijs er op de school en in klas eruit komt te zien. Met andere woorden: de meeste scholen en organisaties waren hier voor de Week al mee bezig geweest. Slechts 5 contactpersonen bij scholen geven aan dat de Week de eerste keer was dat er op die manier over de uitwerking van de wet op het passend onderwijs werd gesproken. Het overgrote deel van de contactpersonen (82%) geeft aan dat zij richting 1 augustus het gesprek met de betrokkenen voortzetten door onder andere het houden van voorlichtingsbijeenkomsten en het samenbrengen van betrokken partijen. De noodzaak van blijven communiceren over de veranderingen wordt zeker gevoeld door contactpersonen, mede omdat ouders en leerkrachten dit hebben laten blijken tijdens de activiteit(en). Opmerkelijk is dat 16% van de contactpersonen (n=13) nog niet weet of zij het gesprek zullen gaan voortzetten richting 1 augustus. Het (gepercipieerde) resultaat De Week is vooral erg belangrijk geweest om ouders te informeren over de veranderingen van het passend onderwijs voor hun kinderen. Contactpersonen werkzaam op een school (school-gebonden) voegen daar ook vaak het informeren van de leraren als resultaat aan toe. Personen werkzaam in niet-school-gebonden functies noemen relatief vaker het in contact brengen van leraren & ouders met relevante instanties als resultaat. Ook uit de toelichting die men kon geven blijkt dat deze groep andere resultaten benoemt van hun activiteit, namelijk het activeren, benutten en versterken van netwerken en samenwerkingsverbanden. Welk resultaat heeft uw school gehaald d.m.v. de activiteiten in de Week? Selectie: naar school-gebonden versus niet-school-gebonden functies (N=79)
School-gebonden Leraren zijn geïnformeerd 59% Ouders zijn geïnformeerd 62% School, leraren en ouders in gesprek 31% Leraren leren van elkaar en inspireren elkaar 28% Ouders met elkaar in gesprek 38% Leraren & ouders in contact met instanties 8% Leerlingen geïnformeerd over hun rol 0% Ander resultaat 21%
Niet-school-gebonden 28% 50% 33% 23% 25% 28% 5% 55%
Welkome impuls Het blijkt dat bijna 4 op de 5 contactpersonen (78%) de Week als een welkome impuls heeft ervaren om met alle betrokkenen in gesprek te gaan over wat passend onderwijs per 1 augustus betekent: dat mag een prima resultaat worden genoemd. Bijdrage van de activiteiten tijdens de Week Elke school heeft tijdens de Week zelf activiteiten georganiseerd om het passend onderwijs en de uitwerking daarvan op de school beter onder de aandacht te krijgen en het gesprek hierover op gang te brengen. De activiteiten waren zeer divers: van speed-daten met ouders tot een filmvertoning tot een informatiebijeenkomst. De conclusie die getrokken mag worden is dat contactpersonen bij iets meer dan de helft van de scholen van mening zijn dat de Week ertoe heeft bijgedragen dat de leraren beter weten wat er van hen verwacht wordt en welke ondersteuning hen vanuit de school aangeboden wordt. Hetzelfde geldt voor ouders: in de helft van de gevallen wordt beaamd dat de Week heeft bijgedragen aan het verhogen van de kennis over ondersteuning vanuit de school en het te weten komen van het aanspreekpunt op school. Een meerderheid geeft ook aan dat de Week eraan heeft bijgedragen dat de school zelf meer zicht heeft gekregen op wat er voor 1 augustus nog moet gebeuren. 18-4-2014
2/5
Al met al heeft de Week volgens circa de helft van de contactpersonen op elk van de genoemde punten een bijdrage weten te leveren. Dat is een positieve conclusie, temeer als gerealiseerd wordt dat de Week voor het overgrote deel van de scholen toch niet de eerste keer was dat aandacht werd besteed aan de invulling van het passend onderwijs op school en in klas. De Week heeft dus iets extra’s weten toe te voegen aan dat wat er tot op dat moment al gedaan was. Onze activiteiten in de Week hebben ertoe bijgedragen dat … Selectie: schoolgebonden functies (n=39)
Helemaal eens Leraren weten wat er van hen verwacht wordt 2% Leraren weten welke ondersteuning er is vanuit school 8% Ouders weten welke ondersteuning er is vanuit school 13% Ouders weten wie het aanspreekpunt is op school 25% School meer inzicht heeft in wat er nog moet gebeuren 13%
Enigszins eens Enigszins oneens 54% (56%) 34% 43% (51%) 33% 41% (54%) 23% 31% (56%) 18% 43% (56%) 26%
Helemaal oneens 10% (44%) 16% (49%) 23% (46%) 26% (44%) 18% (44%)
Bezoek website & gebruik communicatiemiddelen De website www.passendonderwijs.nl is door vrijwel alle contactpersonen (92%) wel eens bezocht met het oog de voorbereiding van de activiteit(en) tijdens de Week. Circa 40% heeft de website meermaals bezocht in die voorbereidingsperiode. Op de website is een diversiteit aan communicatiemiddelen aangereikt. Onderstaand overzicht geeft aan welk deel van de contactpersonen van elk van de middelen gebruik heeft gemaakt. Van welke communicatiemiddelen op de website heeft u gebruik gemaakt? Selectie: naar school-gebonden versus niet-school-gebonden functies (N=79)
School-gebonden Brochures voor ouders 55% Brochures voor leraren 42% Tips & voorbeelden activiteiten 32% Powerpoint over invoering Passend Onderwijs 34% Filmpje VNG, PO-raad en VO-raad 38% Infographic voor ouders 16% Brief Staatssecretaris 16% Kant-en-klare posters 13% Overzicht gespreksthema’s 16% Mediatoolkit 5% Helpdesk 5% Expertpool 3% Ander hulpmiddel Ander hulpmiddel van onderwijsorganisatie Geen enkel hulpmiddel
8% 5% 8%
Niet-school-gebonden 34% 29% 23% 17% 25% 17% 9% 9% 6% 6% 6% 3% 23% 3% 23%
Wat opvalt is ten eerste dat alle communicatiemiddelen in zekere mate gebruikt zijn. De brochures voor ouders en leraren zijn – vooral op scholen – het meest gebruikt. Ook de tips & voorbeelden, het filmpje en de Powerpoint zijn in een behoorlijk aantal gevallen gebruikt in de communicatie. Het meest gebruikt zijn daarmee vooral de meer inhoudelijke middelen, die met name gericht zijn op de kennisoverdracht. Wat verder opvalt is dat personen in school-gebonden functies relatief vaker gebruik maken van de aangereikte communicatiemiddelen dan personen in niet-school-gebonden functies. Die laatste groep geeft vaker aan van een ander hulpmiddel gebruik te maken of geen van de aangeboden communicatiemiddelen te gebruiken. Uit de open antwoorden blijkt dat contactpersonen, die niet werkzaam zijn bij een school, soms al hun eigen communicatiestrategie en/of –materiaal hebben, waar zij in eerste instantie gebruik van maken.
18-4-2014
3/5
Veelal geven gebruikers van de communicatiemiddelen aan ermee geholpen te zijn. Er zijn eigenlijk door vrijwel niemand bepaalde communicatiemiddelen gemist. Het gaat te ver om er op dit punt per communicatiemiddel verder op in te gaan, maar wel zijn er enkele goede suggesties gegeven om de aangereikte middelen verder te verbeteren. Timing & nut van de Week Gevraagd naar de timing van de Week, blijkt dat contactpersonen in school-gebonden functies veelal niet in een eerdere fase al behoefte hadden aan de Week. Met andere woorden: de huidige timing was voor het merendeel prima. Van de personen met een niet-school-gebonden functie had bijna de helft wel graag gezien dat de Week al eerder was gehouden. Timing en nut van de Week (% enigszins eens of helemaal eens) Selectie: naar school-gebonden versus niet-school-gebonden functies (N=79)
School-gebonden Behoefte aan Week al op eerder moment 28% (Landelijke) Week is niet echt nodig 41% Activiteit was zonder Week ook georganiseerd 46% School heeft veel aan de Week gehad 39%
Niet-school-gebonden 48% 43% 58% 55%
Positief is zeker het feit dat bij circa de helft van de deelnemende organisaties de activiteiten met het oog op het passend onderwijs in de Week niet in deze periode hadden plaatsgevonden als de landelijke themaweek niet was geïnitieerd. Bijna de helft van de contactpersonen vindt de landelijke Week echter niet echt nodig; blijkbaar vindt men dat de aandacht voor het passend onderwijs ook op een andere manier vorm kan krijgen. Gevraagd naar of men veel aan de Week heeft gehad, vallen de reacties toch enigszins tegen. Van de personen met school-gebonden functies bevestigt circa 40% dat zij er veel aan hebben gehad, bij de niet-school-gebonden functies is dat ruim de helft (55%). De conclusie die mag worden getrokken is dat de Week weliswaar een welkome impuls was voor de aandacht, maar dat niet iedereen ook beaamt ‘veel’ aan de Week te hebben gehad. Dat valt te verbinden met het feit dat veel scholen al bezig waren met activiteiten omtrent het passend onderwijs. Met andere woorden: de Week wordt gezien als een extra impuls en levert een bijdrage, maar is (gelukkig) lang niet het enige middel ter voorbereiding van de invoering van de wet op het passend onderwijs. Het lijkt erop dat de Week met name een versterking is geweest van een beweging die al gaande was. Moet de Week van passend onderwijs elk jaar plaatsvinden? Selectie: naar school-gebonden versus niet-school-gebonden functies (N=79)
Ja Nee Weet niet
School-gebonden 26% 46% 28%
Niet-school-gebonden 45% 38% 18%
Als de Week elk jaar georganiseerd zou worden, zou dat wel op draagvlak kunnen rekenen onder bijna de helft van de contactpersonen met niet-school-gebonden functies (45%). Contactpersonen op scholen zien daar echter in mindere mate het nut van in. Al met al lijkt men een jaarlijks vervolg van de Week niet direct nodig te vinden. Belangrijk is wel om te realiseren dat het gaat om een groep scholen/organisaties die dit jaar zelf hebben meegedaan. Mogelijk is een vervolg op de Week wel zinvol voor scholen en organisaties die nu niet hebben meegedaan.
18-4-2014
4/5
Boodschap aan het ministerie In de boodschap die men kon formuleren voor het ministerie van OCW klinkt regelmatig zorg door over de snelheid van de invoering van de wet op passend onderwijs. Menigeen meent dat scholen er nog onvoldoende op zijn voorbereid. Ook is er zorg over de (verdeling van de) financiële middelen en leeft er vrees dat er sprake is van een verkapte bezuiniging. Tot slot worden ook zorgen geuit over de werkbelasting van leraren en of de kinderen waar het om gaat uiteindelijk niet tussen wal en schip zullen belanden als blijkt dat scholen en leraren onvoldoende in staat zijn om de gewenste zorg te bieden. Ondanks de zorgen die er ontegenzeggelijk nog leven ten aanzien van de invoering van de wet op passend onderwijs, is de tendens in de geformuleerde boodschappen niet onwelwillend: de ondervraagde contactpersonen zijn echt gemotiveerd om er energie in te steken en er het beste van te maken. Tot slot De effectmeting laat zien dat de meeste scholen, samenwerkingsverbanden en andere organisaties zich al langere tijd bezighouden met de invoering van passend onderwijs. De Week van passend onderwijs was daarom niet noodzakelijk om het gesprek te starten. Niettemin ervaren en waarderen de deelnemende organisaties de Week wel als een welkome impuls om het gesprek aan te gaan, betrokkenen voor te lichten en mensen en organisaties bij elkaar te brengen. Het overgrote deel van de scholen en organisaties zet het gesprek voort richting 1 augustus; een nieuwe landelijke Week in 2015 wordt door de deelnemers in 2014 vooralsnog niet echt nodig gevonden.
18-4-2014
5/5