Magazine Huisarts, naar volle tevredenheid
Rechts positie arts ‘staat’
Nummer 1 - Januari 2013 Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)
Druk door verlof of verzuim
Als jeugdarts maak je het verschil
Voorwoord
Zichtbaarheid
In dit nummer 6
4
Schelden doet geen pijn...?! Verbaal geweld is van deze tijd. Vrijwel iedereen heeft er weleens mee te maken (gehad). Als je artsen ernaar vraagt geven ze in eerste instantie meestal aan dat ze schelden en vloeken niet veel tegenkomen. Maar bij verder doorpraten blijken zich toch weleens nare dingen voor te doen.
Met enthousiasme presenteer ik de eerste uitgave van het LAD-magazine. Nummer één in januari 2013, ons jubileumjaar. In een andere stijl en een nieuwe jas vergroten we de zichtbaarheid van werknemersorganisatie LAD. Daarmee komt de veelzijdigheid van de belangenbehartiging in beeld. Met dit magazine, gericht op onze leden en samenwerkingspartners, accentueren we onze identiteit. Niet alleen visueel, maar ook inhoudelijk. De thema’s van het eerste nummer zijn van nu en van alle dag. Het zijn vraagstukken waarmee artsen in loondienst concreet te maken krijgen. Bijvoorbeeld reintegratie, een prettige werkplek en de balans tussen werk en privé. Maar ook met onze Strategische Agenda 2013 werken we - op een ander niveau - aan de belangen van (aanstaande) artsen in loondienst. We zijn er op uit hun trots, kracht en unieke positie te onderstrepen. Zéker in tijden dat de beroepsuitoefening en de daarbij noodzakelijke randvoorwaarden volop in discussie zijn.
10
LAD 65 jaar: rechtspositie arts in loondienst flink verbeterd De LAD is in 1948 ontstaan. De vereniging kwam in haar beginperiode op voor zo’n zeshonderd ambtenarendokters zoals gemeenteartsen die ook lijkschouwers waren, GGD-artsen en militaire artsen. De belangenbehartiging bestond vooral uit het maken van afspraken over het salaris. Dat is nu wel anders.
Druk door verlof of verzuim Verlof en verzuim kunnen er toe leiden dat collega’s een stapje harder moeten zetten. Hoe lang en onder welke voorwaarden is dat te doen? Wat kan een vakgroep opvangen? En is er voor de werkgever een rol weggelegd?
14
Re-integreren doe je samen Een arts wordt ziek. Hij en zijn werkgever willen er alles aan doen om hem snel en verantwoord weer aan het werk te laten gaan. In de praktijk loopt dat helaas niet vanzelf.
16
Sinds kort hebben we op de afdeling dus een nieuw rooster en een 10-urige werkdag. Daar is iedereen tevreden over. Het rooster voldoet aan de regelgeving die geldt voor medisch specialisten in academische ziekenhuizen. Met dank aan de LAD! Discussie Bij het opstellen van het nieuwe rooster moesten we onder andere rekening houden met de arbeids- en rusttijden uit de HAMS (Honoreringsregeling Academisch Medisch Specialisten) en de Cao UMC (Universitair Medische Centra). Die afspraken waren voor ons niet altijd even duidelijk. Al langer hadden we discussie over hoe we ze moesten interpreteren. Aan de slag Brigitte Sprokholt heeft in een presentatie uitgelegd hoe de regels in elkaar zitten. Daar hebben we veel aan gehad. We begrijpen beter wat de strekking van de regels is en daardoor konden we ze ook beter toepassen. Zo is bijvoorbeeld duidelijk geworden welke werkzaamheden we wel en welke we niet in kunnen roosteren.
Jeugdarts in beeld
lad magazine | 2
[email protected]
Jules Biervliet is anesthesioloog in het AMC. Op zijn afdeling is - in het kader van patiënt veiligheid - de overstap gemaakt van de 24-uurs bereikbaarheidsdienst naar de 24-uurs aanwezigheidsdienst. Daarmee ging het dienstrooster op de schop. De afdeling vroeg de LAD om advies.
8 Nelleke Wensink is al tientallen jaren jeugdarts. Met hart en ziel zet ze zich in voor haar vak. Een leuk vak, waar volgens haar best een beetje reclame voor gemaakt mag worden. Zeker omdat je in dit werk met jonge kinderen als dokter ‘het verschil kunt maken’. “Je ontmoet ouders en kinderen in een kwetsbare fase van hun leven. En als er problemen zijn kan je echt helpen.”
Fleur Hoogendijk is heel enthousiast over haar vak. Haar werk als huisarts kan ze goed combineren met haar gezin. Ooit overwoog ze een carrière als chirurg.
Duidelijkheid
Arts en alleenstaande moeder, veel geregel maar het kan Oncologisch chirurg Houke Klomp werkt fulltime en voedt in haar eentje haar kinderen op. Wat komt daar allemaal bij kijken?
drs. Caroline van den Brekel, directeur
Geen chirurg maar huisarts, naar volle tevredenheid
15
Column De hiërarchische ladder van Suriname
Het LAD-magazine is een belangrijk visitekaartje. Sprankelend en hopelijk spraakmakend; uitnodigend en liefst uitdagend. Ik nodig u daarom van harte uit ons bij de ontwikkeling van het magazine kritisch te volgen en te inspireren. Dat maakt ons beter!
12
Jules Biervliet, anesthesioloog AMC
18
Agenda/Nieuws
Wilt u ook iets delen met anderen over wat de LAD in of voor uw werksituatie heeft betekend? Of een suggestie inbrengen waar uw collega’s iets aan kunnen hebben? Stuur dan een bericht naar
[email protected]. Uw reactie mag maximaal 200 woorden tellen. Januari 2013 | 3
LAD 65 jaar: rechtspositie arts in loondienst flink verbeterd De LAD is in 1948 ontstaan. De vereniging kwam in haar beginperiode op voor zo’n zeshonderd ambtenarendokters zoals gemeenteartsen die ook lijkschouwers waren, GGD-artsen en militaire artsen. De belangenbehartiging bestond vooral uit het maken van afspraken over het salaris. Dat is nu wel anders. De LAD vertegenwoordigt maar liefst ruim 12.000 (aanstaande) artsen. Van werkzoekend basisarts tot rustend medicus, van verzekeringsarts tot hoogleraar chirurgie, van a(n)ios tot coassistent. En we houden ons al lang niet meer alleen bezig met het salaris. Tekst: Daniëlle Jansen Fotografie: Corneel de Wilde
Vanaf het begin betrokken bij cao’s
Alex van Bolderen, oud-directeur LAD
“Vanwege de invoering van de HAMS gingen veel medisch specialisten er in salaris enorm op vooruit. De salarisparagraaf is namelijk gebaseerd op het gemiddelde inkomen van de vrijgevestigd medisch specialist”
lad magazine | 4
In de jaren 80 waren er maar drie cao’s in de zorg: de Cao Ziekenhuiswezen (een van de opvolgers van deze cao is de Cao Ziekenhuizen), de Cao Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (nu: Cao GGZ) en de Cao Kruiswerk en Tuberculose bestrijding (nu: Cao VVT). Bij al deze cao’s was de LAD partij. De jaren erna was de werknemersorganisatie betrokken bij het opzetten van verschillende cao’s zoals die voor huisartsen (in opleiding) en bedrijfs artsen. In de jaren 80 en 90 nam de invloed van de LAD flink toe. Dat kwam onder andere doordat de organisatie voor steeds meer cao’s in de zorg de onderhandelingen deed. Maar ook omdat de LAD haar rol vervulde bij verschillende discussies zoals die over de inkomenspositie van medisch specialisten, onder andere in 1994. Toen kwam het rapport van de commissieBiesheuvel uit. Hierin stond dat de inkomens van de vrijgevestigd medisch specialisten moesten worden geharmo niseerd. Dit rapport was voor de LAD aanleiding om de inkomenspositie van de dienstverbander aan de orde te stellen. De honoreringsregeling voor academisch medisch specialisten (HAMS) kwam er in
1999. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vond namelijk dat het recht op vrije praktijkvoering binnen het dienstverband voor de hoogleraren in academische ziekenhuizen moest worden afgeschaft. Alex van Bolderen:
“Het professioneel statuut geeft de arts zekerheid en beschermt zijn rechtspositie. Maar het regelt ook dat artsen verantwoording afleggen over hun handelen” Ook nam de LAD het voortouw bij de arbeidsvoorwaardenregelingen voor me disch specialisten in algemene zieken huizen (AMS) en in de GGZ-sector (AMS GGZ) en huisartsen in gezondheidscentra (AHG). Deze arbeidsvoorwaardenregeling en kwamen een jaar of tien geleden tot stand. Een belangrijk onderdeel van al deze regelingen is het professioneel statuut waar van de LAD groot voorvechter is. Hierin liggen de rechten en plichten van de arts met betrekking tot zijn medisch handelen vast.
Bescherming werktijden aios
De LAD was voortrekker bij het formuleren van de werktijdenregeling op basis van de Arbeidstijdenwet voor aiossen in 1995. Die wet was hard nodig omdat aiossen vaak meer dan 80 uur per week maakten. Terwijl er in de cao een werkweek van gemiddeld 50 uur per week was afgesproken. Niet alleen voor aiossen zelf is het belangrijk dat ze op tijd rusten. Dit komt ook de patiënt veiligheid en de kwaliteit van de opleiding ten goede. Het voordeel van een wettelijke regeling is dat de Arbeidsinspectie controleert of ziekenhuizen zich aan de wet houden. De aios, die in een afhankelijkheidspositie zit, hoeft niet alleen aan de bel te trekken. Nu draaien de meeste aiossen diensten van gemiddeld 48 uur per week. Acties in de gezondheidszorg
In 1985 protesteerden ongeveer 250 medisch specialisten tegen een drastische verlaging van het salaris van nieuwe collega’s. Ze voerden actie omdat die er 25% in salaris op achteruit gingen vanwege de functiewaardering. Dit was de eerste keer dat medisch specialisten demonstreerden. In 2003 werd de HAMS herzien. Het salaris in deze regeling werd gelijkgetrokken met het salaris uit de AMS. Dat betekende een salarisverhoging door een langere uit loopmogelijkheid. De VAZ (Vereniging Academische Ziekenhuizen) ging hier in eerste instantie niet mee akkoord. De acade misch medisch specialisten voerden bijna een jaar lang actie. Ze draaiden zondags diensten en er was een grote protestbijeen komst in Nieuwegein. Dat alles leidde ertoe dat de salarisparagraaf van de HAMS werd herzien. Een van de grootste protestbijeenkomsten die de LAD samen met de VHP (Vereniging Hoger Personeel) op touw heeft gezet is die van de verzekeringsartsen. Hun salaris zou als gevolg van de functiewaardering fors omlaag gaan. In 1992 verzamelden zich zeshonderd verzekeringsartsen voor een manifestatie in de Jaarbeurs in Utrecht. En op 22 augustus van dit jaar kwamen meer dan duizend aiossen in actie. Samen met De Jonge Orde, LVAG (Landelijke Vereniging van Medisch Specialisten in
opleiding) en OMS (Orde van Medisch Specialisten) organiseerde de LAD de Aios Actie Avond. Aiossen protesteerden tegen de voorstellen van het IBO-rapport over de jaarlijkse bijdrage van 13.400,- euro van aiossen aan hun opleiding en het inkorten van hun opleiding. Deze voorstellen moesten van tafel! Over de eigen bijdrage wordt niet meer gesproken maar in het regeerakkoord van Rutte II staat wel dat er nog bezuinigd gaat worden op de opleiding van aiossen. Hoe dat gaat gebeuren is nog niet bekend. De LAD maakt zich er hard voor dat dit niet ten koste gaat van de kwaliteit van de opleidingen en van de inkomenspositie van aiossen. Artsen aan het werk helpen
In de jaren 80 was er veel werkloosheid onder artsen. Om hen aan het werk te helpen nam de LAD het initiatief om samen met de federatiepartners binnen de KNMG het uitzendbureau SWG op te zetten. Het bleek een schot in de roos. Veel artsen konden, in allerlei functies, van start in een tijdelijke baan.
in de zorg niet worden afgewenteld op de arbeidsvoorwaarden van artsen. Wel willen we meedenken over het beter organiseren van de zorg en de positie en de verantwoordelijkheid van artsen hierin. We zetten ons in voor een goede en dynamische werkomgeving waarin de arts meedenkt in het belang van de patiënt, de organisatie en de Nederlandse gezondheidszorg. De LAD overlegt met werkgevers over de cultuur- en attitudeomslag die hiervoor nodig is, bij werkgevers en werknemers. Gert van Enk:
“De arts in dienstverband signaleert en communiceert met collega’s en bestuurders om de organisatie sterker te maken” Ook wil de LAD de randvoorwaarden voor de positie van de arts in regelingen vastleggen en stimuleert ze de deelname van artsen in medezeggenschapsorganen.
Individuele rechtshulp
De individuele rechtshulp van de LAD bestond in eerste instantie vooral uit het adviseren over en beoordelen van arbeidscontracten en het geven van salarisadviezen. Daarna kwam ook het adviseren bij en procederen over arbeids conflicten in beeld. Nu kunnen leden met al hun problemen rondom hun (aanstaande) dienstverband bij de LAD terecht zoals het salaris, pensioen en ziekte/ arbeidsongeschiktheid. Imago arts
Gert van Enk, voorzitter LAD en kinderarts Ziekenuis Gelderse Vallei
Toekomst
“Ook de positie van vooral de medisch specialist in dienstverband ten opzichte van de vrijgevestigd specialist is gewijzigd. De inkomensposities zijn gelijkwaardiger geworden en bovendien kiezen steeds meer artsen bewust voor een dienstverband”
In de 65 jaar dat de LAD bestaat is het imago van de arts in het algemeen ver anderd, maar ook die van de arts in loon dienst. Vroeger had de arts status, stond hij op een voetstuk. Nu is de relatie tussen de arts en de patiënt gelijkwaardiger. De arts is meer adviseur geworden. De LAD heeft er in haar 65-jarig bestaan aan bijgedragen dat de positie van de arts in loondienst op allerlei vlakken is verbeterd. Die bijdrage blijft de LAD leveren. Uiteraard doen we de collectieve en individuele belangenbehartiging zoals leden die van ons gewend zijn. Zo maken we ons er hard voor dat de bezuinigingen
Januari 2013 | 5
Het podium
Schelden doet geen pijn…?!
Tekst: Sonja Huising Illustratie: Ronald Slabbers
Verbaal geweld is van deze tijd. Vrijwel iedereen heeft er weleens mee te maken (gehad). Als je artsen ernaar vraagt geven ze in eerste instantie meestal aan dat ze schelden en vloeken niet veel tegenkomen. Maar bij verder doorpraten blijken zich toch weleens nare dingen voor te doen.
Han Ceulen Werkzaam als bedrijfsarts; voor werknemers heeft zijn oordeel duidelijk gevolgen.
Mechtelt van der Pas Is huisarts en werkt bij Zorggroep Almere, samen met zes collega’s.
“Natuurlijk komt het voor dat mensen agressief taalgebruik bezigen. Zeker in een verzuimtraject. Want de bedrijfsarts begeleidt, maar beoordeelt ook de arbeidsgeschiktheid. En dat hangt samen met het al of niet doorbetalen van het salaris. Maar ook met weer aan de slag moeten. Er hangt dus voor de patiënt het nodige van af.
“Ik heb weinig met verbaal geweld te maken gehad. Hoewel het natuurlijk een kwestie is van hoe je het definieert. Klagen over het uitlopen van het spreekuur bijvoorbeeld leg ik makkelijk naast me neer. En als er iets serieus te nemen is ga ik het ook aan. Dan bied ik m´n excuses aan en dat haalt meteen de kou uit de lucht.
Zelf blijf ik over het algemeen heel rustig. Volgens mij is het zo dat mensen die weten welke rol een bedrijfsarts vervult minder snel boos worden. Vaak leg ik dat dus uit. Ik ken collega’s die in ernstige mate met verbaal geweld te maken hebben gehad en dat heeft een onvoorstelbare impact. Schelden doet wel degelijk zeer. Vaak tast het ook iemands zelfvertrouwen aan; professionals kruipen in hun schulp. Wat ik ook opvallend vind is dat de assistenten het nodige moeten incasseren. Meer nog dan de dokters denk ik…”
De crux in het omgaan met ‘stevige’ taal is zit ‘m denk ik in hoe stevig je in je schoenen staat. Ik had het moeilijk met een van mijn patiënten. Er speelde een persoonlijkheidsstoornis waardoor zij heel achterdochtig was. Nu ik erover nadenk zou je de stroom van mails die ik van haar kreeg kunnen zien als een vorm van verbaal geweld. Ik bespreek zo’n situatie met een collega. Dan ben ik het kwijt, kan ik het niet opkroppen.”
lad magazine | 6
Desiree Bezemer Heeft als kinderarts/-oncoloog Maasstadziekenhuis vooral te maken met ouders.
“Ik maak haast nooit verbaal geweld mee. Als het al speelt richt het zich, met name op de afdeling, vaak tegen de verpleging. Ouders schreeuwen soms tegen hen, blazen stoom af. We praten niet expliciet over wat we als team wel en niet accepteren, hoe we met situaties omgaan. Maar als er een incident is zijn we er voor elkaar. Want soms ben je toch geraakt. Als een allochtone familie zich gediscrimineerd voelt bijvoorbeeld omdat we een bepaald onderzoek niet doen. Daarbij gaat het natuurlijk niet om geld maar om het feit dat wij de zorg willen bieden die het beste past. Social media vind ik wel een punt. Ouders zetten bijvoorbeeld op Facebook dat ze de zorg niet goed vinden of een arts niet deskundig. Dat tast je integriteit aan, maar je kunt je niet verweren. Ik snap dat mensen hun verhaal kwijt moeten maar of dit nou de manier is…”
Januari 2013 | 7
De werkplek
Tekst: Sonja Huising Fotografie: Corneel de Wilde
geven aan andere dokters bijvoorbeeld. Dat vond ik altijd al leuk. Ook onderhoudt ik de contacten met de or. Prettig is dat je het aantal uren dat je werkt kunt aanpassen aan je gezinssituatie. Toen de kinderen klein waren werkte ik minder; nu ze volwassen zijn heb ik een volledige baan. Maar van die 36 uur zit ik zo’n 27 in het veld.” Hoe is de verhouding met collega’s en leidinggevenden?
Jeugdarts in beeld
“We hebben een hoog opkomstpercentage; mensen hebben dus alle vertrouwen in de jeugdarts”
N
elleke Wensink is al tientallen jaren jeugdarts. Met hart en ziel zet ze zich in voor haar vak. Een leuk vak, waar volgens haar best een beetje reclame voor gemaakt mag worden. Zeker omdat je in dit werk met jonge kinderen als dokter ‘het verschil kunt maken’. Waarom heeft u voor dit werk gekozen?
Oproep Bent u net zoals Nelleke Wensink trots op uw werk en werkplek? En wilt u dat delen met de andere leden? Mail daarvoor naar
[email protected]. Wie weet staat u straks met een interview en foto in het LAD-magazine.
lad magazine | 8
“Dit vak was mijn tweede keus. Ik ging van start als internist in opleiding. Maar mijn 72-urige werkweek was op een gegeven moment niet meer te combineren met een fulltime werkende partner en twee kindjes. Ik heb toen de overstap gemaakt naar de verpleeghuiszorg maar ben uiteindelijk - gewoon via een sollicitatie - in de JGZ terechtgekomen.”
“Ik werk in een ontzettend fijn team. Ik trek als arts op met jeugdverpleegkundigen en administratieve assistenten. Die moeten goed zijn, anders word je heel ongelukkig. Wat ik belangrijk vind is dat collega’s bij elkaar passen. Dat de manier waarop ze in het werk staan vergelijkbaar is. Ik werk voor de RDOG Hollands Midden; die organisatie neemt de mensen aan. Maar als team zijn we betrokken bij de procedures en denken we echt mee. Mijn direct leidinggevende is de sectormanager. Als arts heb ik natuurlijk mijn eigen professionele autonomie, maar die botst wel eens met organisatorische en financiële zaken. Dan vinden wij dat een bepaald aspect van een behandeling echt essentieel is terwijl er ook bezuinigingen doorgevoerd moeten worden. Daar kunnen we gelukkig goed over praten. Ik merk dat men open staat voor de dingen waar ik mee kom.
Wat is er leuk en minder leuk aan dit vak?
Wat is er leuk en minder leuk aan dit vak? “Ik roep altijd dat ik me bezighoud met ‘vrolijke geneeskunde’. Je ontmoet ouders en kinderen in een kwetsbare fase van hun leven. En als er problemen zijn kan je echt helpen. Wat ik ook heel inspirerend blijf vinden zijn baby’s en hun ontwikkeling. Nog elke dag kijk ik m’n ogen uit over wat ze leren en kunnen. Minder leuk is de routine. Een jeugdarts doet veel screening. Dat is belangrijk; in de levensfase van min 9 maanden tot 12 jaar kun je met preventie veel bereiken. Maar je moet ook nog enthousiast en oplettend zijn bij de achtste tweejarige aan het eind van de dag. Verder heeft het vak weinig status; het voetstuk waarop de dokter zou kunnen
staan is drie keer afwezig. Maar er zijn positieve ontwikkelingen; het imago van de jeugdarts wordt wat beter. In de jaren zestig waren we nog directief. Dit mag wel, dat mag niet. Nu draait het vak om adviseren en bijsturen. Mensen zijn denk ik ook gevoeliger voor een suggestie om iets op een andere manier te doen dan voor een decreet.”
De sectormanager is formeel ook de leidinggevende van de verpleegkundigen en administratieve assistenten. Maar in de dagelijkse praktijk stuur ik aan. Ik ben uiteindelijk ook verantwoordelijk als het mis gaat. Jeugdverpleegkundigen hebben veel pedagogische en psychosociale bagage; dat is heel prima. Maar ik merk dat ik toch nog weleens voorstel om even in de oren van een kind te kijken om vast te stellen of er geen somatisch probleem is voordat we de psychosociale kant op gaan.”
Wat zijn uw werktijden?
Is uw werkplek passend en veilig?
“In de jeugdgezondheidszorg kun je je werktijden voor een belangrijk deel zelf bepalen. Minimaal 16 uur per week werken is wel de ondergrens met het oog op de kwaliteit die je wilt leveren. Er wordt veel parttime gewerkt; kostwinners zijn een uitzondering. Verder doe ik er, net als veel collega’s, het nodige naast. Onderwijs
“Ik heb alle vertrouwen in mijn collega’s en mijn leidinggevende. Dat is een belangrijke basis. Ik ben in de 25 jaar dat ik als jeugdarts werk één keer fysiek bedreigd. Toen werkte ik als vervanger. Soms blaast iemand hoog van de toren en valt er wel eens een scheldwoord. Maar dat is lang niet altijd kwetsend bedoeld. Iemand uit een
achterstandswijk heeft bovendien vaak een wat ander taalgebruik. Voor de werkplek van jeugdartsen gelden wettelijke eisen. Er is bijvoorbeeld een minimaal aantal meters voorgeschreven voor een kamer. Je moet ogen kunnen testen, een kind laten rondlopen en met speelgoed laten spelen. Het aankleedkussen ligt gewoon op mijn bureau. Wat ik nog weleens van collega’s hoor is dat zij geluidsdruk ervaren. Ik ben er zelf wat minder gevoelig voor maar kinderen die je vaccineert huilen nu eenmaal vaak even. En op woensdagmiddag brengt een ouder meestal ook de andere kinderen mee. Dat doet iets met je belastbaarheid en is meestal een reden voor jeugdartsen om niet hele dagen te werken.
“Elke euro die aan de jeugdgezondheidszorg wordt uitgegeven levert een besparing van 11 euro op” Het feit dat je elk consult opnieuw moet beginnen is ook pittig. Als je mensen vraagt hoe het gaat melden ze in eerste instantie vaak dat het goed gaat. Je moet doorvragen en dat is toch iets anders dan de situatie bij een huisarts waar iemand binnenstapt met een klacht. Als ik tegen een moeder zeg dat ze er moe uitziet en ze is dan meteen in tranen moet ik er wat mee. Dan probeer ik me zo toegankelijk mogelijk op te stellen en te vertalen wat er speelt. Iedere ouder vergt een eigen aanpak; dat herkent iedere arts. Iemand die in een woonwagenkamp woont voedt anders op dan een yup. Laagopgeleide ouders moet ik iets aanbieden waar zij mee uit de voeten kunnen, anders is er geen effect. Terwijl mensen die komen met een verhaal dat ze op internet hebben gelezen iets anders nodig hebben. Ik vind het prettig als ouders mondig zijn. Zij zijn de baas en moeten het met het beleid eens zijn.”
Januari 2013 | 9
Het dilemma
Verlof en verzuim kunnen er toe leiden dat collega’s een stapje harder moeten zetten. Hoe lang en onder welke voorwaarden is dat te doen? Wat kan een vakgroep opvangen? En is er voor de werkgever een rol weggelegd?
Tekst: Sonja Huising Fotografie: Corneel de Wilde
Druk door verlof of verzuim “ Rond verzekeren hebben we al een tijdje geleden een afweging gemaakt; de kosten (premie) wegen niet op tegen de mogelijke baten”
Jacques Moors is voorzitter van de Raad van Bestuur van Ziekenhuis Amstelland in Amstelveen.
Oproep Tegen welke dilemma’s loopt u in uw werk aan? De LAD hoort het graag. Dan kunnen we er aandacht aan geven in deze rubriek. Mail daarvoor naar
[email protected].
lad magazine | 10
“HRM kan een goede rol vervullen. Bijvoorbeeld als een collega terugkomt. Die gaat geleidelijk opstarten terwijl collega’s het zwaar hebben gehad. Je moet oppassen dat dat de onderlinge verhoudingen niet schaadt. Het helpt dan als iemand van HR aanschuift bij een vergadering of een keer aan iemand vraagt of het nog lukt. Ook goede afstemming met de bedrijfsarts is belangrijk. Die adviseert natuurlijk zijn patiënt, maar dat advies moet binnen de vakgroep wel werkbaar zijn.” “In Ziekenhuis Amstelland zijn alleen de kinderartsen in loondienst. De AMS (Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten in algemene ziekenhuizen) is voor ons het uitgangspunt in discussies over verlof en verzuim. Als bijvoorbeeld een van de artsen een beroep doet op het recht om bepaalde diensten niet te doen vanwege zwangerschap gaan we kijken hoe daarmee om te gaan. De opvulling van de gaten in het rooster bespreken we met de vakgroep. Vervanging door extra inzet van de collega’s is altijd de eerste keuze. Dat komt omdat de financiële mogelijkheden in de huidige tijd niet tot in de hemel reiken. Meestal komen we er goed uit. Maar soms wordt de druk te hoog”, aldus Jacques Moors. Hij vervolgt: “Momenteel is er sprake van een zwangerschap. En komend jaar neemt een van de artsen afscheid. We hadden al een waarneemconstructie geregeld en daarbinnen
“Zwangerschappen en langdurige ziekte trekken een wissel op de rest van de groep; dan kost zelfs het zoeken naar goede oplossingen bijna te veel energie”
pakken we nu wat extra ruimte. Het kan zich ook voordoen dat een specialist boven de 55 jaar minder wil werken. Dan wordt er wat salaris ingeleverd en dat geeft ruimte. Bijvoorbeeld om het contract van een college met 0,1 fte op te plussen.” Rol werkgever
In het Amstelveense ziekenhuis lopen de kinderartsen in principe mee in het regime van de andere medewerkers in loondienst. Dat betekent dat P&O een nadrukkelijke rol heeft bij het omgaan met verlof en verzuim. De vakgroep heeft daar dan ook een vaste contactpersoon. “In een organisatie waar 1.000 mensen werken loopt het anders dan in een kleine maatschap met vrijgevestigde artsen. De afweging rond verzekering bijvoorbeeld zal daar ook anders uitvallen”, aldus de bestuurder. Actueel
“Wij zitten er middenin! Eén collega is langdurig ziek en is er inmiddels anderhalf jaar uit. Een ander is nu zwanger. Omdat wat zwaardere lichamelijke activiteiten haar bij de vorige zwangerschap niet goed zijn bekomen moet het nu anders. Logisch. Maar er is ook nog een collega die kampt met een uit de hand lopende infectie.” Karin Kooiman vraagt zich af hoe ze, als verantwoordelijke voor het rooster, met deze situatie moet omgaan.
De capaciteit van de vakgroep anesthesio logie wordt, net als in andere ziekenhuizen, ingeschat op een bepaalde hoeveelheid fte. Vakantie, studiedagen, ziekteverzuim en dat soort dingen zijn daarin meegenomen. In het ziekenhuis wordt bepaald hoe men als werkgever met ziekte wil omgaan. Is verzekering aan de orde of nemen we het risico? Door het Beverwijkse ziekenhuis is geen verzekering afgesloten.
Karin Kooiman Karin is anesthesioloog in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk.
In samenspraak
Karin Kooiman: “In principe vangen we verlof en ziekte zelf op, maar dat heeft een grens. En dat merk je. Dan wordt er te veel een beroep op mensen gedaan. Wij draaien nu een rooster waarin drie keer per twee weken een 24-uursdienst zit. Normaliter is dat één dienst per week. Natuurlijk gaan we als we de gevraagde zorg als vakgroep niet meer kunnen leveren met de organisatie in gesprek over hoe je dingen oplost. Rond het inzetten van een waarnemer worden de financiële (on)mogelijkheden afgezet tegen het beperken van productiecapaciteit en vergroten van efficientie. Vroeger zaten we iets royaler in de formatie en konden we door tijdelijke aanpassing van taken de continuïteit beter borgen. Tegenwoordig gaan we uit van het minimum. Dat is begrijpelijk en op een bepaalde manier ook goed, maar er zit dan dus geen ruimte meer in het rooster. Ook dokters worden ziek.
En als een anesthesioloog er niet is, gaat de operatie niet door of draait de poli niet.” De anesthesiologe ziet zelf vooral mogelijk heden in het opplussen van de formatie met 0,2 of 0,3 fte. Volgens haar hebben artsen het moeilijk met het laten liggen van (een deel van) de zorg voor hun patiënten en dus gaat het uiteindelijk ten koste van henzelf. Ondanks het feit dat professionals daarin een eigen verantwoordelijkheid hebben is enige zelfbescherming op z’n plaats. Voordeel van wat meer rek in de omvang van de vakgroep is dat er niet met waarnemers gewerkt hoeft te worden. Daar is Karin Kooiman geen voorstander van; de kwaliteit van zorg lijdt eronder. Januari 2013 | 11
Fleur Hoogendijk is sinds vijf jaar huisarts. Ze woont en werkt in Haarlem, is echtgenote van een huisarts en moeder van drie kinderen.
“ Flexibele openingstijden zijn wel een trend in de huisartsgeneeskunde; mij biedt een avondspreekuur de mogelijkheid overdag meer met mijn kinderen te zijn”
O
Geen chirurg maar huisarts, naar volle tevredenheid Fleur Hoogendijk is heel enthousiast over haar vak. Haar werk als huisarts kan ze goed combineren met haar gezin. Ooit overwoog ze een carrière als chirurg. “In de opleiding was ik vooral actief als zaalarts en op de SEH. Soms mocht ik assisteren op de OK. Dat vond ik leuk en spannend. Maar ik zag ook hoeveel tijd mijn bazen investeerden en dat onderzoek doen en promoveren eigenlijk de norm was. Dat zag ik mezelf niet met een gezin combineren.”
Tekst: Sonja Huising Fotografie: Corneel de Wilde
lad magazine | 12
ogheelkunde vond ze niet leuk. Maar verder vond Fleur Hoogen dijk eigenlijk alle speciali saties binnen de geneeskunde interessant. Huisarts zijn stond (ook) hoog op het lijstje. Dat is het geworden. “Toen ik net als arts was begonnen vond ik veel uren draaien geen enkel probleem. Maar ik voelde al snel dat ik dat niet m’n hele leven vol kon of wilde houden. Chirurg zijn bepaalt je identiteit. Het is een vakgebied waarmee je vergroeid raakt. En ik wilde meer dan alleen werk.” Ze ziet vriendinnen andere keuzes maken. Cardioloog zijn maar met een au pair in huis. Of samen wonen met een partner die veel thuis kan werken zodat chirurg zijn in het gezamenlijke schema past. “Wij doen het echt samen. Mijn partner werkt vier dagen als huisarts, ik drie. Twee dagen per week zijn de kinderen op de crèche. Dat is voor ons OK. Ooit wil ik graag mijn eigen huisartsenpraktijk starten. Dan gaat mijn partner minder werken. Je ziet toch vaak dat mannen andere keuzes maken. De moeders leveren het eerst in.” Toekomst
“Ik denk dat dat steeds meer gaat veranderen. In alle takken van de geneeskunde. Omdat er zoveel meer vrouwen voor het artsenvak kiezen. Maar vooral in de wereld van de specialisten is er nog tijd nodig. Je wilt toch mee met de rest en dus pas je je aan aan de norm. Je wilt niet het gevoel hebben dat collega’s je zien als iemand die de kantjes eraf loopt. Maar 50 tot 70 uur werken is niet meer overal de standaard. Ik ben wel benieuwd wat de invloed van de stijgende zorgvraag en het verwachte tekort aan handen in de sector zal zijn. Moet alles wel door een arts gedaan worden of kunnen ook anderen bepaalde taken uitvoeren? En hoe zit het met de efficiency? Ik kan nu bijvoorbeeld bepaalde
labuitslagen niet digitaal krijgen en moet er dus over bellen. Dat is niet echt handig”, aldus Fleur Hoogendijk. Arts in loondienst
De Haarlemse huisarts ziet alleen maar voordelen aan een systeem waarin artsen in loondienst zijn. Marktwerking speelt dan geen rol en er zijn geen ongewenste prikkels om meer omdat artsen niet langer per verrichting worden betaald. Wat haar betreft zou de LAD dat meer als issue naar buiten mogen brengen. “Het is mooi dat er de afgelopen jaren cao’s zijn gekomen. Dat geeft je als arts toch het gevoel dat je ergens op terug kunt vallen. Bijvoorbeeld als je bepaalde diensten niet meer wil draaien vanwege je zwangerschap. Zelf vond ik het, ondanks het feit dat ik er recht op had, toch lastig dat bespreekbaar te maken. Het kan voor je gevoel ook niet altijd; de zorg moet wel door. Ik vind ook dat werkgevers soms te veel nemen. Als een werknemer in de zorg aangeeft dat het te veel is is dat vaak al een tijdje aan de gang. De werkgever heeft ook een verantwoordelijkheid en trouwens ook een
belang bijvoorbeeld als het gaat om het voorkomen van (langdurig) verzuim. Dus iets meer naar de geest in plaats van naar de letter van de wet handelen is volgens mij niet verkeerd”, zo stelt Fleur Hoogendijk. Ze verheugt zich erop straks als praktijk houder haar eigen tijd in te kunnen delen. Haar kinderen zitten tegen die tijd allemaal op de basisschool. Ze kan dan elke dag naar de praktijk maar zou graag ook een paar middagen thuis zijn. “Nu draai ik een avondspreekuur mee, om die reden. Ik kan dan ’s ochtends wat later beginnen. Wat ik er ook fijn aan vind is de andere sfeer in de praktijk buiten kantooruren. Het is minder opgefokt, er zijn minder calamiteiten want die gaan naar de HAP. Dat beïnvloedt mijn contact met de patiënten. Dus iets wat door privéomstandigheden is ingegeven brengt iets positiefs in mijn werk. Mooi…”
www.lad.nl/THEMA’S Meer zeggenschap over de manier waarop, waar en wanneer u werkt. Dat is het uitgangspunt van de LAD. Kijk voor meer informatie bij het thema Werk en privé.
Januari 2013 | 13
De reconstructie
Column Een arts wordt ziek. Hij en zijn werkgever willen er alles aan doen om hem snel en verantwoord weer aan het werk te laten gaan. In de praktijk loopt dat helaas niet vanzelf. Vaak staat de LAD leden bij die problemen tegenkomen bij hun re-integratie. Een voorbeeld.
De hiërarchische ladder van Suriname Klagen is menselijk. Kritisch zijn kan je het ook noemen. Klinkt wat sym pathieker. Hoe dan ook, het blijft de favoriete hobby van veel coassistenten. Mopperen op alles wat met onze coschappen te maken heeft. Met als gemeenschappelijke delers: die beruchte afdelingshoofden, slechte coördi natie in ziekenhuizen, moordende werktijden en zero vergoeding. Maar dat klagen mag af en toe best wat minder. Tenminste, dat is mijn bescheiden conclusie na het volgen van mijn coschap gynaecologie in Suriname.
Re-integreren doe je samen Binnen het team waar de arts werkt is er een hoog ziekteverzuim. Als gevolg hiervan ervaren zijn collega’s een zeer hoge werkdruk. Als er iemand uitvalt leidt dat ertoe dat de werkdruk voor anderen verder toeneemt. Zijn collega’s hebben daarom weinig begrip voor zijn situatie. Goede afstemming
De arts is samen met zijn collega’s verantwoordelijk voor de patiëntenzorg binnen het team. Dit betekent dat goede afstemming essentieel is. Een succesvolle re-integratie vergt dus een goed contact met anderen. De collega’s zeggen geen vertrouwen te hebben in de re-integratie en zijn daarom ook niet bereid hun bijdrage hieraan te leveren. De arts moet nu niet alleen zijn ziekte overwinnen, maar ook het onbegrip van zijn collega’s.
lad magazine | 14
Tussenkomst LAD
De arts doet een beroep op de Individuele Rechtshulp van de LAD. Een jurist van die afdeling benadert de werkgever en vraagt om inspanningen om de impasse binnen het team te doorbreken. Daarnaast komt aan de orde dat de werkgever ook in algemene zin nauwelijks iets heeft gedaan om de re-integratie van de arts te stimuleren. De jurist wijst de werkgever op zijn wettelijke verplichting om voor goede arbeidsomstandigheden en een veilige werkomgeving te zorgen. Ook is de werkgever wettelijk verantwoordelijk voor een adequate re-integratie. Ten slotte wijst de jurist de werkgever erop dat er een boete van het UWV dreigt als er onvoldoende wordt gedaan om de situatie op te lossen. Door de tussenkomst van de LAD wordt de zaak opgepakt. Het team volgt een coachingstraject en in overleg met de arts wordt een plan van aanpak opgesteld.
Tekst: Daniëlle Jansen Fotografie: Corneel de Wilde
Voorkom problemen
Veel problemen en kosten kunnen worden voorkomen wanneer de werkgever het ziekteverzuim terugdringt en adequaat vervanging regelt bij ziekte. De investering die de werkgever hierin doet is veel voordeliger dan de kosten die samenhangen met de vertraagde re-integratie en begeleidingstrajecten om de samenwerking weer vlot te trekken. De werkgever kan voorkomen dat een zieke arts niet alleen zijn ziekte moet overwinnen, maar ook het onbegrip van zijn collega’s. Niemand kiest er immers voor om ziek te worden. www.lad.nl/over de lad/lid worden Vragen en/of problemen rondom uw (aanstaande) dienstverband? Neem dan contact op met een van onze juristen van de afdeling Individuele Rechtshulp. Klik voor meer informatie en contactgegevens op de button Individuele Rechtshulp.
Victor Middelkoop (25) is zesdejaars coassistent aan het LUMC. Hij behaalde zijn doctoraal aan het Erasmus MC. Naast geneeskunst is goochelen zijn tweede grote passie. Met zijn concept MediMagic treedt hij op tijdens medische evenementen. Daarmee belicht hij een heel andere kant van de geneeskunst.
Ik herinner me nog goed hoe ik tijdens mijn eerste vier studiejaren bijna dagelijks werd voorbereid op de terreur die me de laatste twee jaar te wachten zou staan. Mijn sociale leven zou doodslaan als bier in een colaglas. Ik zou elke ochtend koffie moeten zetten voor de overdracht, urenlang nutteloos wachten op een bespreking die al maanden was geschrapt. Alles wat ik deed zou fout zijn, zelfs als ik het goed zou doen. Dagelijks de verschrikkelijkste kritiek ontvangen, stapels huiswerk. Ik zou het op mijn tenen lopen tot een ware kunst verheffen. Pas nu, anderhalf jaar onderweg, besef ik me dat die spookbeelden niet kloppen. Afstandelijke begeleiding? Ik dronk biertjes met ze tijdens de vrijdagmiddagborrel. Onmogelijke werktijden? Vaak genoeg ben ik om 15.00 uur naar huis gestuurd. Onredelijke preken? Misschien een enkele keer door een verdwaalde specialist, type oude stempel. Maar dat is meer uitzondering dan regel. Autoritair
Toch vielen in Suriname alle waarschuwingen in één keer op hun plek. Daar was ik ineens wél de coassistent die in de weg liep. Die autoritair opdrachten naar zijn hoofd geslingerd kreeg, die op zijn eerste dag meteen alle kennis van het vakgebied paraat moest hebben. De coassistent die van de verpleging te horen kreeg dat hij de gynaecoloog de dag ervoor op de gang niet
met ‘goedemorgen dokter’ had aangesproken. Die tijdens een medische discussie ongelijk kreeg terwijl hij het overduidelijk bij het rechte eind had. Maar ook de coassistent die, na minimale introductie, wel meteen de volledige verantwoordelijkheid over de afdeling kreeg. En die na één keer meekijken zelf een episiotomie moest hechten. Zonder dat het eindresultaat van dat breiwerkje vervolgens gecontroleerd werd door zijn begeleidster. Gelijkwaardiger
Het liet me twee dingen beseffen. Ten eerste dat het ouderwetse, hiërarchische denkbeeld, waarbij je als coassistent onderaan de ladder staat, nooit iets goed kan doen en alle kritiek maar moet slikken, inderdaad bestaat. Maar ten tweede dat die vlieger in Nederland niet meer opgaat. Hier is een gelijkwaardiger systeem ontstaan waarin je als coassistent veel ruimte krijgt om uit te groeien tot de arts die je wilt worden. We hebben dus eigenlijk weinig te klagen. Al kan de integratie van theorie en praktijk vaak nog wel beter. En mogen opleiders soms wat meer tijd voor ons vrijmaken. En natuurlijk een stagevergoeding. En eerdere differentiatie van je voorkeursrichting. Klagen is menselijk.
Januari 2013 | 15
Het huishouden
Tekst: Daniëlle Jansen Fotografie: Corneel de Wilde
Houke Klomp (47) samen met haar zoons Flip (11) en Maurits (12). De situatie: Houke werkt fulltime als oncologisch chirurg in het Nederlands Kanker Instituut - Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (NKI-AVL) in Amsterdam. Ze woont samen met haar twee zoons Flip en Maurits in Amstelveen. Houke voedt haar kinderen alleen op. Toen Flip 1 jaar was, is de vader van haar kinderen ergens anders gaan wonen. Houke heeft twee middagen in de week een oppas, Pepi. Zij vangt de jongens uit school op, kookt soms en helpt mee met schoonmaken. De ouders van Houke springen bij als zij een paar dagen voor een congres naar het buitenland moet.
“Het combineren van mijn werk en het alleen opvoeden van mijn kinderen is niet altijd makkelijk. In het begin was het flink puzzelen om alles goed op elkaar af te stemmen” Het is donderdagmiddag half vier. Ik heb met Houke Klomp bij haar thuis afgesproken voor een interview. Pepi, de oppas, doet de deur open en zegt dat Houke wat later komt. Ze had een bespreking die uitliep. Flip speelt met zijn vriendje een computerspelletje. Pepi zet thee en kookt ondertussen. Houke stapt een kwartiertje later de huiskamer binnen en steekt van wal.
Arts en alleenstaande moeder: veel geregel, maar het kan Oncologisch chirurg Houke Klomp werkt fulltime en voedt in haar eentje haar kinderen op. Wat komt daar allemaal bij kijken?
lad magazine | 16
Van de vijf dagen dat Houke werkt staat ze meestal minimaal anderhalve dag op de OK. Twee dagen zijn gevuld met poliklinische afspraken, multidisci plinaire besprekingen en consulten. In de resterende tijd doet ze haar administratie, coördineert ze onderzoek, redigeert ze wetenschappelijke stukken met onderzoeksassistenten en collega’s en zit ze als secretaris in het stafbestuur. “Het voorbereiden van vergaderingen van het stafbestuur, daar gaat aardig wat tijd in zitten”, zegt Houke. “Dat moet ik binnen mijn werktijd doen, maar dat red ik niet. Dat zou eigenlijk beter geregeld moeten worden. Nu lees ik de stukken vaak ’s avonds door, als de kinderen op bed liggen.” Veel regelen
Houke vroeg zich voor haar opleiding chirurgie niet af of zij haar baan als chirurg kon combineren met een gezin. “Ik heb gemerkt dat dat niet altijd even makkelijk is”, vertelt Houke. “In het begin vroeg ik me af hoe ik het in hemelsnaam allemaal moest regelen. Daarbij kwam dat ik niet terug kon vallen op een partner. Toen de kinderen nog klein waren, werkte ik vier dagen in de week en had ik vijf dagen opvang. Op de langste OK-dag en op dagen dat ik dienst had, was er altijd oppas aan huis. Daarnaast gingen de kinderen vier dagen per week naar de crèche. Als ik ergens een extra OK-dag had, kon ik mijn vrije dag verschuiven. Met kleine kinderen heb je zo’n dag hard nodig; voor afspraken met het consultatiebureau bijvoorbeeld. Toen Maurits eenmaal naar school ging hebben mijn ouders een
periode één keer per week opgepast. Buitenschoolse opvang was in het begin namelijk niet mogelijk; die zat vol. Sinds de jongens allebei op school zitten en buitenschoolse opvang hebben, ben ik weer vijf dagen gaan werken. Ik zorg er nu voor dat bijvoorbeeld de afspraak met de tandarts altijd laat in de middag is. Dat komt beter uit met mijn werk.” Opvang kan beter
Houke begrijpt niet waarom de overheid op de kinderopvang bezuinigt. “De overheid moet juist voor de randvoorwaarden zorgen zodat mensen kunnen werken. Dat geldt zeker voor artsen. De opleiding tot arts is een lange, dure opleiding. Je wilt dan toch dat artsen zoveel mogelijk hun talenten benutten?” “De opvang van kinderen kan beter in Nederland”, vervolgt Houke. “Wat ik miste, toen de kinderen nog klein waren, was voorschoolse opvang en flexibiliteit in de avonduren. Dan kun je je kinderen eerder wegbrengen, als je vroeg op je werk moét zijn of problemen met diensten moet opvangen. Verder is de regeling voor gastouders onwerkbaar geworden door de hoeveelheid administratie.” Met zijn drieën
Elke ochtend ontbijten Houke, Maurits en Flip samen. ‘s Avonds is Houke meestal tussen zes uur en half zeven thuis. Soms wordt het een uur later. ’s Avonds eten ze ook samen. En ongeveer één keer in de week gaan ze uit eten. In een eetcafé bij een sportschool. Dan kunnen Maurits en Flip af en toe voetbal kijken op tv. Houke: “Dat zijn belangrijke momenten. Even met z’n drieën. We hebben het dan over van alles en nog wat. Over school, voetballen en vrienden.”
“Zonder de flexibiliteit van mijn collega’s had ik mijn werk niet kunnen combineren met mijn privéleven” Nu fietsen Maurits en Flip zelf naar school. Houke: “Vroeger bracht ik ze ’s ochtends op de fiets weg. Daardoor kon ik niet altijd om 8.00 uur in het ziekenhuis zijn. Mijn collega’s hadden daar gelukkig begrip voor. Zonder die flexibiliteit was het niet te combineren geweest.” Januari 2013 | 17
Agenda januari-april
• overleg vernieuwing AMS • start onderhandelingen Cao GGZ • start onderhandelingen Cao UMC • start onderhandelingen Cao Jeugdzorg 19 januari
LAD/VvAA-Dag voor Aios Huisartsgeneeskunde tijd: 9.30-16.00 uur locatie: Utrecht
31 januari
klankbordgroep Cao GGZ tijd: 17.30-19.30 uur locatie: Utrecht
14 februari en 21 maart
vergadering centraal bestuur tijd: 19.00-21.00 uur locatie: Utrecht
19 februari
klankbordgroep Cao UMC tijd: 16.30 tot 18.30 uur locatie: Utrecht
12-14 april
Nationaal Coassistenten Congres tijd: 10.00-16.00 uur locatie: Egmond aan Zee
Nieuws
Colofon
Op de hoogte blijven van wat de LAD allemaal voor haar leden doet? In deze rubriek stippen we een aantal onderwerpen aan. We introduceren de nieuwe website, lichten de belangrijkste punten uit de arbeidsvoorwaardennota en de uitgangspunten uit het Manifest Doorn toe.
Nieuwe website: schat aan informatie In het voorwoord stipten we het al aan. We laten de LAD en haar leden meer zien. Dat betekent onder andere dat het werk van het bureau meer in beeld komt, maar ook de dagelijkse omstandigheden waarin artsen in loondienst hun werk doen. Bij ‘meer in beeld brengen’ past een nieuwe manier van communiceren. Vandaar een nieuwe huisstijl, een magazine met achtergrond en opinie en een actuele website.
u bij uw eigen cao. Daarnaast leest u meer over cao-onderhandelingen en wat de LAD allemaal doet in dat verband. Ook komt in beeld hoe de LAD, voor haar leden, bijdraagt aan bijvoorbeeld een betere balans tussen werk en privé. Kijk dus op de nieuwe LAD-website: www.lad.nl!
Nieuws
Op onze nieuwe website vindt u nieuws. Dat gaat over arbeidsvoor waarden, arbeidsmarkt, arbeids omstandigheden, de positionering van de arts in dienstverband en ontwikkelingen in de zorg en politiek. Nieuws van binnen en buiten de LAD.
Bij de dokter...
Ook bieden we veel informatie over cao’s en thema’s die met de arbeids situatie van artsen in loondienst te maken hebben. Benieuwd naar uw salarisverhoging, arbeidstijden of vakantieverlof? Deze informatie vindt
Uitgangspunten
Arbeidsvoorwaardennota 2013
Daarnaast is een van de belangrijkste inzetpunten het verstevigen van de positie van de arts in de organisatie. lad magazine | 18
De AOW-leeftijd gaat op termijn naar 67 jaar. Dat betekent dat artsen langer door moeten werken. De LAD zet zich ervoor in dat artsen goed en gezond langer door kunnen
Eind vorig jaar hebben de LAD, de Orde van Medisch Specialisten (OMS) en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) een akkoord bereikt over de uitgangspunten voor een vernieuwde Arbeidsvoorwaarden regeling Medisch Specialisten in algemene ziekenhuizen (AMS): het Manifest Doorn.
Cao’s en thema’s
Ieder jaar maakt de LAD een arbeids voorwaardennota. Hierin staan de uitgangspunten voor de onderhande lingen over arbeidsvoorwaarden van de leden voor het komende jaar. Voor 2013 zet de LAD in op een loonontwikkeling die past bij de omstandigheden. De LAD realiseert zich dat de onderhandelingsruimte in 2013 als gevolg van de recessie, het regeerakkoord en bezuinigingen erg beperkt kan zijn. Ook zet de LAD in op vergoeding van gemaakte beroepskosten.
Goed en gezond langer doorwerken
werken. Dat kan worden bereikt door een integraal levensfasebewust personeelsbeleid te ontwikkelen. Hiermee wordt artsen uitdagingen en mogelijkheden geboden zich verder te ontwikkelen, passend bij hun levensfase. Ook zet de LAD in op het afschaffen van beperkingen in cao’s voor het doorwerken na je 65ste. Artsen die na hun 65ste jaar doorwerken moeten dat onder gelijkwaardige arbeidsomstandigheden kunnen doen als die van jongere collega’s. Kijk voor meer informatie bij Cao’s op www.lad.nl.
Akkoord uitgangspunten AMS-vernieuwing
www.lad.nl/agenda Voor het volledige overzicht
zij het Arbeidstijdenbesluit (ATB) juist toepassen op aiossen. Het gaat niet alleen om correcte roosters, maar ook om de ‘veeluren’-cultuur. Verder wil de werknemersorganisatie de dienstendruk van medisch specia listen bestrijden en ervoor zorgen dat zij voldoende hersteltijd na diensten krijgen. Ook voor medische specialis ten is het van belang dat zij uitgerust hun werk doen.
De arts is een van de sleutelfiguren in de zorg. Hij denkt mee in het belang van de patiënt en de organisatie waarvoor hij werkt. Hij neemt initia tief en heeft een daarbij horende positie, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de organisatie. De LAD maakt zich er hard voor dat werkgevers artsen hierin faciliteren en ondersteunen. Uitgerust aan het werk
Het is noodzakelijk dat de werktijd van artsen binnen redelijke grenzen blijft. Dit in verband met de veiligheid van de patiënt en het welzijn van de arts. De LAD overlegt met werkgevers om ervoor te zorgen dat
Het Manifest Doorn sluit aan bij de uitgangspunten die LAD en OMS hebben geformuleerd na raadpleging van hun achterban begin 2012. Het manifest formuleert gezamenlijke uitgangspunten over: • de betrokkenheid van medisch specialisten bij de organisatie waarvoor zij werken; • veilig en gezond werken; • levensfasebeleid: flexibiliteit om keuzes te maken. Medisch specialisten moeten mee kunnen praten over en de nood zakelijke input kunnen leveren voor organisatorische en financiële keuzes van het ziekenhuis. Daarom is het belangrijk dat medisch specialisten betrokken worden bij deze keuzes. Daarvoor willen LAD, OMS en NVZ in de AMS goede kaders afspreken. Partijen nemen het belang van veiligheid van patiënt en medisch
specialist als uitgangspunt voor de nieuwe AMS. Zij willen de veiligheid bevorderen door randvoorwaarden en kaders te maken. Op basis hiervan kunnen raden van bestuur en medisch specialisten zelf keuzes maken. Elke levensfase vraagt om andere arbeidsvoorwaarden. Daarom hebben LAD, OMS en NVZ afgesproken binnen de AMS de arbeidsvoorwaarden beter te laten aansluiten bij wensen in verschillende levensfasen: het levensfasebewust personeelsbeleid.
Kwartaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) met nieuws, opinie en achtergrondinformatie. (oplage 13.500)
Redactie: Caroline van den Brekel (hoofdredacteur) Daniëlle Jansen (eindredacteur) Victor Middelkoop (LAD-lid en coassistent) Annemieke Rolink (LAD-lid en cardioloog) Harry Wauters (LAD-lid en specialist ouderengeneeskunde) Sonja Huising (extern communicatieadviseur) Redactieadres Janssoniuslaan 34-36 Postbus 20058 3502 LB Utrecht Telefoon (030) 670 27 19 E-mail:
[email protected] Vormgeving Member Since, José Baris Fotografie Kogelvis Fotografie, Corneel de Wilde Patrick Beckers fotografie Rianne den Balvert Illustraties Ronald Slabbers Druk Centrum Drukwerk ISSN-nummer 2213-9923
Op weg naar volwaardige regeling
Eind 2012 hebben LAD en OMS de uitgangspunten van het Manifest Doorn tijdens een ledenbijeenkomst voorgelegd. De uitkomst hiervan wordt meegenomen in de uitwerking van de AMS. De gesprekken daarover met de NVZ starten begin januari 2013. Kijk voor meer informatie bij Cao’s en AMS op www.lad.nl en op www.amsvernieuwing.nl.
www.lad.nl/ACTUEEL/nieuws Kijk hier voor het volledige nieuwsoverzicht.
Januari 2013 | 19
“Wij feliciteren de LAD met deze bijzondere verjaardag!” VvAA feliciteert de LAD met haar 65e verjaardag. Een prachtige mijlpaal en een leeftijd waarop velen het rustiger aan gaan doen. Dat geldt echter niet voor de LAD! Dit nieuwe magazine is daar een voorbeeld van. VvAA, ledenorganisatie en dienstverlener in het hart van de gezondheidszorg, en LAD werken al langer nauw samen. Binnen LAD’s financiële ledenservice zijn gezamenlijk diverse producten en diensten ontwikkeld die voordeel bieden voor LAD-leden. Zo maken al duizenden LAD-leden gebruik van de LAD/VvAA PakketPolis. Voor meer informatie kijk op www.vvaa.nl/lad-vvaa-pakketpolis. VvAA wenst de LAD en haar leden een prachtige toekomst waarin we onze samenwerking succesvol voortzetten.
VvAA biedt zorgprofessionals alles wat nodig is om professioneel en financieel gezond te werken en te leven. Uw ervaringen en verhalen zijn daarin voor ons leidend. Deel deze met ons via vvaa.nl/verhalenuitdepraktijk.