MAATSCHAPPELIJKE STAGE: GEZELLIG, INTERESSANT EN LEERZAAM. DE ERVARINGSDESKUNDIGEN AAN HET WOORD
De ervaringen en opbrengsten van de maatschappelijke stage volgens 3TL leerlingen van het Regius College afdeling Oranjelaan.
Datum: 15-06-2014
Maatschappelijke stage: gezellig, interessant en leerzaam. De ervaringsdeskundigen aan het woord Afstudeerproject Maatschappijleer Hogeschool van Amsterdam, 15-06-2014 Domein Onderwijs en Opvoeding Sophie Zeegers Studentnummer: 500547531 Stageschool: Regius College Schagen, afdeling Oranjelaan. Procesbegeleider: Hessel Nieuwelink.
© 2014, Educatieve Hogeschool van Amsterdam De auteur verklaart het volledige auteursrecht op haar werk te bezitten. Zij vrijwaart de afdeling Maatschappijleer van de Educatieve Hogeschool van Amsterdam voor alle vorderingen van derden betreffende inhoud en vorm van de producten. Vermenigvuldiging en verspreiding van het product, is zonder toestemming van de Afdeling Maatschappijleer, projectbegeleider en auteur in gezamenlijk overleg, niet toegestaan. De auteur zal bij een eventuele publicatie, gebaseerd op het product, de Afdeling Maatschappijleer slechts vermelden na verleende toestemming.
1
VOORWOORD Dit onderzoeksverslag is geschreven als afstudeerproject voor de docenten opleiding maatschappijleer aan de Hogeschool van Amsterdam. Het resultaat van dit afstudeerproject is mede te danken aan de begeleiding en de opbouwende feedback van Michiel Zonneveld en de proces en inhoudelijk begeleider Hessel Nieuwelink. Tevens wil ik mijn opdrachtgever, mijn stageschool, het Regius College afdeling Oranjelaan bedanken voor het meedenken en meewerken aan mijn onderzoek. De vrijheid die deze afdeling mij heeft verschaft heeft veel bijgedragen aan dit praktijkonderzoek. Ik wens u veel plezier met het lezen van mijn onderzoeksverslag. Sophie Zeegers
2
INHOUDSOPGAVE Voorwoord ............................................................................................................................................. 2 Samenvatting ......................................................................................................................................... 5 Inleiding.................................................................................................................................................. 6 1. Literatuuronderzoek ......................................................................................................................... 7 1.1 Inleiding............................................................................................................................................. 7 1.2 Algemeen idee en aanleiding van de invoering van de maatschappelijke stage: .............................. 7 1.3 Doelen van de maatschappelijke stage: ............................................................................................ 8 1.4 Onderzoek naar de effecten van de maatschappelijke stage: .......................................................... 10 1.5 Het bereiken van positieve maatschappelijke stage-ervaringen. .................................................... 13 1.6 Samenvatting van de resultaten en de implicaties daarvan voor dit onderzoek: ........................... 16 2. Methode ............................................................................................................................................ 17 2.1 Inleiding........................................................................................................................................... 17 2.2 Onderzoeksvraag ............................................................................................................................. 17 2.3 Semi-gestructureerde interviews ..................................................................................................... 17 2.4 Bevragen van ervaringen en motiveringen betreffende de maatschappelijke stage op twee niveaus ............................................................................................................................................................... 18 2.5 Verantwoording verwerking en analyse van de onderzoeksresultaten............................................ 25 2.6 Pilot-interview ................................................................................................................................. 26 3. Resultaten ......................................................................................................................................... 27 3.1 Inleiding........................................................................................................................................... 27 3.2 Resultaten ........................................................................................................................................ 27 3.2.1 De maatschappelijke stage-ervaringen van de respondenten ...................................................... 27 3.2.2 Verwerking van de maatschappelijke stage-ervaringen op school .............................................. 32 3.3 Analyse van de variabelen op basis van de literatuur ..................................................................... 35 4. Conclusie en aanbevelingen ............................................................................................................ 39 4.1. Inleiding.......................................................................................................................................... 39 4.2 Conclusie ......................................................................................................................................... 39 4.3 Aanbevelingen ................................................................................................................................ 41 4.4 Reflectie ........................................................................................................................................... 42 5. Discussie ........................................................................................................................................... 43 5.1 Inleiding........................................................................................................................................... 43 5.2 Valkuilen en betrouwbaarheid ........................................................................................................ 43
3
5.3 Validiteit en kwaliteit....................................................................................................................... 44 5.4. Reikwijdte en bruikbaarheid .......................................................................................................... 44 6. Bibliografie ....................................................................................................................................... 45 7. Bijlagen ............................................................................................................................................. 47 Bijlage 1: Interview leidraad ................................................................................................................ 47 Bijlage 2: Pilot interview ...................................................................................................................... 50 Bijlage 3: Uitgewerkte leerling interviews ............................................................................................ 59
4
SAMENVATTING In dit onderzoeksrapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de ervaringen en opbrengsten van de maatschappelijke stage op Regius College Schagen, afdeling Oranjelaan. Voor dit onderzoek zijn zeven jongeren geinterviewd. Met hen is gesproken over hun maatschappelijke stage-ervaringen en de door hen veronderstelde opbrengsten van de maatschappelijke stage. In de interviews stonden de opvattingen over de maatschappelijke stage-ervaringen, de doelen van de maatschappelijke stage en hoe een positieve maatschappelijke stage-ervaring bereikt kan worden centraal. Aan de hand van de interviews is een aantal voorwaarden te achterhalen die ook in de wetenschappelijke literatuur terugkomen. Ten eerste kan een belangrijke voorwaarde voor een positieve maatschappelijke stage-ervaring worden gevonden in een gestructureerd lesprogramma omtrent de maatschappelijke stage (Bekkers, 2008). Daarnaast blijken vanuit de literatuur de voorwaarden begeleiding, reflectie en feedback belangrijk bij het bereiken van een effectieve maatschappelijke stage die bijdraagt aan de burgerschapsvorming van leerlingen. Bij het ontbreken van deze voorwaarden is de bredere maatschappelijke betekenis van de maatschappelijke stage minder herkenbaar (Van Goethem, 2014). De belangrijkste resultaten van dit onderzoek bestaan uit twee categorieën. Ten eerste wordt er een toevoeging gegeven op eerder kwantitatief onderzoek. De achterliggende redenen van de respondenten over de maatschappelijke stage-ervaringen worden naar voren gebracht. De tweede categorie omvat de opbrengsten van de maatschappelijke stage vanuit het perspectief van de leerling. Dit kwalitatieve onderzoek laat zien dat de bevraagde respondenten enthousiast zijn over de door hun gekozen maatschappelijke stage. De achterliggende redenen van de respondenten voor het positief beoordelen van de maatschappelijke-stage zijn de volgende: de keuzemogelijkheden bij het kiezen van de stageplaats, het gevoel hebben een bijdrage aan de naaste omgeving en andere mensen te kunnen leveren, de verantwoordelijkheid die hen tijdens de stage werd toevertrouwd en de hulp van het Regius College bij het vinden van een maatschappelijke stageplaats. De respondenten zijn kritisch over de verwerking van de maatschappelijke stage-ervaringen op het Regius College en de begeleiding tijdens en bij de afsluiting van de maatschappelijke stage. De respondenten geven aan dat het aan reflectie en feedback ontbreekt door de beperkte lestijd die er wordt besteed aan de maatschappelijke stage. Uit de interviews blijkt echter dat er onder de respondenten wel een behoefte bestaat voor reflectie en feedback. Met name het bespreken van lastige situaties, om hiervan te kunnen leren en de behoefte aan bevestiging zijn hier redenen voor. Ondanks de kritische houding van de respondenten betreffende de verwerking van de maatschappelijke stage-ervaringen op school, heeft dit niet afgedaan aan de positieve beoordeling die zij de maatschappelijke stage toekennen. Tot slot is er vastgesteld dat de respondenten uit dit onderzoek niet in staat waren om de bredere maatschappelijke betekenis van de maatschappelijke stage te herkennen. Hierdoor worden er een aantal belangrijke doelen van de maatschappelijke stage niet bereikt. Dit heeft effect op de burgerschapsontwikkeling van de respondenten. Voorzichtig kan hier een verband gezien worden tussen de hoeveelheid lestijd en de inhoud van deze lestijd met betrekking tot de opbrengsten van de maatschappelijke stage. De opbrengsten van de maatschappelijke stage zouden, vanuit het perspectief van de respondenten, vergroot kunnen worden door meer inhoudelijke begeleiding en een gestructureerd lesprogramma waarin de doelen van de maatschappelijke stage, feedback en reflectie op het logboek centraal staan. 5
INLEIDING Sinds 2006 besteedt het Regius College VMBO TL ook actief aandacht aan burgerschap. Er is onderzoek gedaan naar de visie van de school en deze is uitgewerkt in een schoolbrede visie op burgerschap en de maatschappelijke stage. De leerlingen zijn verplicht om de maatschappelijke stage te volbrengen in jaar twee en drie als onderdeel van het burgerschapsonderwijs op het Regius College. Als resultaat van overheidsbezuinigingen is de maatschappelijke stage vanaf schooljaar 2014-2015 echter niet meer verplicht op het middelbaar onderwijs. Hoewel de wettelijke verplichting vanaf volgend jaar wegvalt werd er in maart 2014 bekend gemaakt dat de maatschappelijke stages worden doorgezet als invulling van het burgerschapsonderwijs op het Regius College. Op basis van deze bekendmaking ontstond er een gesprek tussen mij en collega’s over de effecten en de doelen van de maatschappelijke stage. We beseften dat er eigenlijk nooit is onderzocht of de opgestelde doelen behaald worden. De maatschappelijke stage-ervaring van de leerlingen en hun achterliggende motiveringen zijn op deze school nog niet eerder onderzocht. In internationale en nationale studies is er daarnaast voornamelijk kwantitatief onderzoek gedaan naar de maatschappelijke stage-ervaringen van leerlingen. Er is nog weinig zicht op hoe leerlingen de maatschappelijke stage ervaren en wat hun motiveringen bij de maatschappelijke stage zijn. In dit onderzoek wordt een element van het burgerschapsonderwijs op het Regius College onderzocht: de maatschappelijke stage-ervaring van de leerlingen. Hierdoor hoop ik zicht te krijgen op de ervaringen, beoordelingen en de opbrengsten van de maatschappelijke stage vanuit het oogpunt van de leerling. Om de bovenstaande redenen is er een literatuurstudie en een praktijkonderzoek uitgevoerd. Hierin staan de maatschappelijke stage-ervaringen en de opbrengsten van de maatschappelijke stage vanuit het perspectief van de leerling centraal Het doel van het onderzoek is het in kaart brengen van twee punten: de ervaringen van de leerlingen betreffende de maatschappelijke stage en de opvattingen van de leerlingen over de leeropbrengsten en de effecten van de maatschappelijke stage. Het gaat hierbij om de keuzes die jongeren maken met betrekking tot het beoordelen van de maatschappelijke stage en de achterliggende redenen van deze keuzes. Achterliggende redenen zijn de beoordelingen van de jongeren waarom iets wel of niet relevant is. In het verlengde hiervan kan worden bekeken of de doelstellingen, van het Regius College betreffende de maatschappelijke stage, volgens de leerlingen behaald worden. Het doel van dit onderzoek is dan ook: inzichtelijk krijgen in hoeverre de doelen van de maatschappelijke stage op het Regius College, afdeling Oranjelaan (VMBO TL), volgens leerlingen bereikt worden. Dit onderzoeksrapport bestaat uit vijf hoofdstukken. In hoofdstuk 1 vindt u het literatuuronderzoek. In hoofdstuk 2 is er aandacht voor de gekozen onderzoeksmethodes en de verantwoording hiervan. In hoofdstuk 3 zijn de onderzoeksresultaten uiteengezet. Hoofdstuk 4 bevat de conclusie met de beantwoording van de hoofdvraag. Tot slot vind de discussie betreffende het onderzoek plaats in hoofdstuk 5.
6
1. LITERATUURONDERZOEK 1.1 INLEIDING Bij iedere opdracht of uitleg die er gegeven wordt in het onderwijs is de standaard vraag van de leerling: waarom moet ik dit doen? De waarom-vraag wijst erop dat onderwijs soms ook verantwoord moet worden, in dit geval van de docent. Het geeft leerlingen inzicht in doelen en geeft aan waarom het doen van een opdracht noodzakelijk geacht wordt. Dit geldt uiteraard ook voor de maatschappelijke stage. Waarom moet de leerling eigenlijk de maatschappelijke stage uitvoeren? Welke redenen zijn hiervoor en welke doelen zijn ervoor gesteld? Aan de hand van een literatuuronderzoek is getracht de volgende deelvragen te beantwoorden. Ten eerste welke wettelijke doelstellingen betreffende burgerschapsonderwijs en de maatschappelijke stage zijn er? En welke doelen stelt het Regius College aan de maatschappelijke stage? Ten tweede wat zijn de uitkomsten/ conclusies uit voorgaand onderzoek over de effecten van de maatschappelijke stage op leerlingen? In dit hoofdstuk volgen de resultaten op deze vragen. In paragraaf 1.2 zal er worden gestart met een beschrijving van burgerschap en het algemene idee en aanleiding van de invoering van de maatschappelijke stage. In paragraaf 1.3 zijn de doelen van de maatschappelijke stage beschreven. Hierin staan de algemeen omschreven doelen en de doelen zoals opgesteld door het Regius College in Schagen.Vervolgens zal er in paragraaf 1.4 beschreven worden welke effecten van de maatschappelijke stage er al bekend zijn door reeds gedaan onderzoek. Paragraaf 1.5 besteedt aandacht aan hoe positieve maatschappelijke stage ervaringen bereikt worden. Tot slot eindigt paragraaf 1.6 met een samenvatting van de resultaten en de implicaties daarvan voor dit onderzoek. 1.2 ALGEMEEN IDEE EN AANLEIDING VAN DE INVOERING VAN DE MAATSCHAPPELIJKE STAGE : In 2012 verscheen de publicatie 'Verder met Burgerschap in het onderwijs' van de Onderwijsraad. Burgerschap wordt in dit advies gedefinieerd op de volgende manier: 'Jongeren leren functioneren vanuit idealen, waarden en normen, in een pluriforme, democratische samenleving, en bij hen het vermogen ontwikkelen aan deze samenleving een eigen bijdrage te willen leveren' (Onderwijsraad, 2012). Sinds 2006 hebben scholen wettelijk de taak om aandacht te besteden aan burgerschap. In de Wet bevordering actief burgerschap en sociale integratie, werd burgerschap gedefinieerd als: 'De bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren' (Onderwijsinspectie, 2010). In de publicatie van de Onderwijsraad uit 2012 is de definitie aangepast om beter aan te sluiten bij de verschillende facetten die burgerschap omvatten (SLO, 2012). Tevens wijst de Onderwijsraad erop dat de kern van burgerschap beter tot uitdrukking moet komen in de kerndoelen van de verschillende onderwijssectoren. Burgerschapsonderwijs is volgens de Onderwijsraad een kerntaak van het onderwijs. Scholen hebben de vrijheid gekregen om deze kerntaak in te vullen (Onderwijsraad, 2012). Een invulling van burgerschapsonderwijs kan gevonden worden in de maatschappelijke stage. Het kabinet Balkenende IV koos in 2007 vanuit de gedachte ‘Samen leven kun je leren’ voor een verplichte invoering van de maatschappelijke stage. Het kabinet wilde kinderen laten ervaren hoe mooi het kan zijn om iets voor een ander te doen (OCW, 2007). De maatschappelijke stage past bij de doelen van het regeerakkoord ‘Samen leven, samen werken’ doordat het de sociale samenhang zou versterken en ook de veiligheid, stabiliteit en respect binnen de samenleving (Bekkers, 2008). Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart, 7
toenmalig staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap maakte het plan van aanpak voor het verplicht invoeren van de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs. Middels een gefaseerde invoering van het wetsvoorstel werd in het schooljaar 2011-2012 de maatschappelijke stage verplicht voor alle middelbare scholieren (OCW, 2007). De achterliggende gedachte van de maatschappelijke stage is volgens de overheid het betrekken van jongeren bij de maatschappij. Het is de veronderstelling van de overheid dat met de toenemende individualisering het steeds minder vanzelfsprekend is dat jongeren ook daadwerkelijk direct betrokken zijn bij de samenleving, in het privéleven komen jongeren bijvoorbeeld steeds minder in aanraking met vrijwilligerswerk. Dit terwijl de Nederlandse samenleving wel een toenemende behoefte aan maatschappelijke betrokkenheid en vrijwilligers heeft doordat de overheid op meerdere maatschappelijke terreinen terugtreedt (Bekkers, 2008). Door middel van de maatschappelijke stage hoopt de overheid burgerschapsgevoel en burgerschapsgedrag te stimuleren bij jongeren. Eisen aan de maatschappelijke stage: De maatschappelijke stage is een vorm van leren buiten schooltijd waarbij jongeren worden geïntroduceerd met het onbetaald een bijdrage leveren aan de samenleving. Leerlingen maken door middel van vrijwilligerswerk kennis met de samenleving en leveren een bijdrage aan deze samenleving tijdens hun middelbare school periode. Het is hierbij van belang dat het gaat om onbetaald werk (Rijksoverheid, z.j.). De stage duurt minimaal 30 uur en in deze periode leren leerlingen hun directe omgeving op een andere manier kennen. De invulling van de maatschappelijke stages kunnen per leerling verschillen. Voorbeelden van maatschappelijke stages zijn: meehelpen in een buurthuis, een buurtfeest of sportactiviteit organiseren of het helpen van ouderen (Rijksoverheid, z.j.). Er bestaat ook een mogelijkheid om een zo genaamde ‘groene stage’ te lopen waarbij zij direct met de omgeving aan de slag gaan. Hieronder valt het helpen van Staatsbosbeheer maar bijvoorbeeld ook het opruimen van (groen)afval levert een positieve bijdrage aan de samenleving (CPS, z.j.). In het kader van bezuinigingsmaatregelen is de maatschappelijke stage vanaf het schooljaar 2014-2015 echter geen verplichte wettelijke exameneis meer voor leerlingen. Scholen kunnen vanaf dat moment vrijwillig besluiten of de stage onderdeel is van hun onderwijsprogramma (Regeerakkoord, 2012). 1.3 DOELEN VAN DE MAATSCHAPPELIJKE STAGE : Het algemene idee van de maatschappelijke stage kan dus gevonden worden in de wens van kabinet Balkenende IV om leerlingen te laten ervaren hoe mooi het kan zijn om iets voor een ander te doen en tegelijkertijd leerlingen te betrekken bij de maatschappij. Voor de maatschappelijke stage als invulling van burgerschap heeft het Ministerie van OC&W, onder leiding van Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart (2007), doelen geformuleerd. In de publicatie ‘Samen leven kun je leren’ wordt het doel van de maatschappelijke stage als volgt beschreven: ‘het doel van de maatschappelijke stage is dat alle jongeren tijdens hun schooltijd kennis maken met en een onbetaalde bijdrage leveren aan de samenleving.’ Leerlingen leren ervaren hoe leuk het kan zijn om iets voor een ander te doen en scholen breiden hun maatschappelijke netwerk uit. De maatschappelijke stage is ontwikkeld voor de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen. Zij maken kennis met vrijwilligerswerk, het functioneren van non-profitorganisaties en het dragen van verantwoordelijkheid voor taken in het kader van maatschappelijke belangen. In deze doelen staan zelfontplooiing van de leerlingen en participatie van de leerlingen centraal. Tevens heeft de maatschappelijke stage 8
een toegevoegde waarde voor scholen, de deelnemende organisaties en de samenleving als geheel door de samenwerking die middels de maatschappelijke stage wordt gerealiseerd (OCW, 2007). René Bekkers omschrijft in het verlengde hiervan de doelen van de maatschappelijke stage volgens het ministerie van OCW als volgt: 'De doelen van de maatschappelijke stage zijn volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat jongeren verantwoordelijkheid voor anderen en respect voor elkaar leren. Dat alle jongeren tijdens hun middelbare schooltijd kennismaken met een onbetaalde bijdrage aan de samenleving. Leerlingen maken actief kennis met allerlei aspecten van de samenleving door vrijwilligersactiviteiten. Met als resultaat de vergroting van de maatschappelijke betrokkenheid, het besef van normen en waarden en het besef van actief burgerschap.' De stage moet waarden op een tastbare manier overdragen. Tevens wordt er gehoopt dat er een bereidheid bij jongeren wordt gecreëerd om vrijwilligerswerk te doen (Bekkers, 2008). Maatschappelijke stage op het Regius College: De wettelijke doelstellingen zoals beschreven in de publicatie ‘Samen leven kun je leren’ waren tot aan dit schooljaar de belangrijkste leidraad voor een school bij de uitvoering van de verplichte maatschappelijke stage. Daarnaast konden scholen zelf doelstellingen formuleren als aanvulling van de wettelijke doelstellingen zodat de maatschappelijke stage meer en meer onderdeel kon worden van het onderwijscurriculum en de onderwijsvisie van de school. In 2009 deed economie docent William Sintenie onderzoek op het Regius College naar de burgerschapsvisie van de scholengemeenschap. Met de verplichte maatschappelijke stage in het vooruitzicht heeft hij naast de vaststelling van de burgerschapsvisie ook de doelen van de maatschappelijke stage voor het Regius College in Schagen beschreven. Hierbij is gelet op de aankomende verplichting van de maatschappelijke stage en de wettelijke doelstellingen zoals omschreven door het Ministerie van OC&W (Sintenie, 2009). Op het Regius College zijn de doelen van de maatschappelijke stage als volgt beschreven: het doel is jongeren voor te bereiden op deelname aan een pluriforme samenleving. Het gaat daarbij niet alleen om kennisoverdracht, maar ook om ervaringsleren. Het gaat hierbij om een activiteit: initiatief nemen, zelf keuzes maken en de consequenties dragen. Hierbij ligt de nadruk op drie kernwaarden behorende bij de onderwijsvisie van het Regius College: Verbinding, Vertrouwen en Verantwoordelijkheid. De doelen op een rijtje: Het opdoen van (positieve) ervaringen met het dragen van verantwoordelijkheid, initiatief, besluitvorming, tot nut zijn voor de gemeenschap. Het zich oriënteren op de eigen groep, school, omgeving en maatschappij. Het ontwikkelen van sociale verbondenheid en van respect voor anderen. Het leveren van een bijdrage aan de buurt of samenleving. Het stimuleren van de participatie binnen en buiten de school. De bovenstaande doelen van het Regius College komen volledig overeen met de opgestelde doelen van het Ministerie van Onderwijs. Echter ligt er extra nadruk op de drie kernwaarden van de school die opgenomen zijn in hun onderwijscurriculum (Sintenie, 2009). Het verschil met de wettelijke doelstellingen is dus een aanvulling: de nadruk ligt op verbinding, vertrouwen en verantwoordelijkheid naast de wettelijke doelstellingen.
9
1.4 ONDERZOEK NAAR DE EFFECTEN VAN DE MAATSCHAPPELIJKE STAGE : Nu er is vastgesteld wat de doelen en achterliggende gedachte van de maatschappelijke stage zijn, is het in het kader van dit onderzoek van belang om te onderzoeken welke effecten van de maatschappelijke stage er al bekend zijn. Wat voor onderzoek is er al gedaan naar de maatschappelijke stage en hoe kunnen de al bekende effecten het best bereikt worden? In het onderstaande hoofdstuk vind u een uiteenzetting van de tot nu toe aangetoonde effecten van de maatschappelijke stage. De effecten van de maatschappelijke stage zijn onderzocht in meerdere nationale studies. Bij de stage zijn meerdere actoren betrokken: de leerling, de school, de non-profit organisaties en de samenleving. De effecten van de stage kunnen daardoor worden onderverdeeld in vier clusters: de leerlingen, de school, de maatschappij en de non-profit organisaties (Meijs, 2010). Voor dit onderzoek is de cluster ‘leerlingen’ het meest relevant. De effecten voor de school, non-profitorganisaties en de samenleving zullen in dit cluster zijdelings aan bod komen omdat de actoren met elkaar verweven zijn in het proces van de maatschappelijke stage. De leerlingen: De veronderstelling van de overheid dat jongeren in het persoonlijk leven geen of weinig bijdragen aan de samenleving leidt tot het willen beïnvloeden van goed burgerschap bij leerlingen. De effecten van de maatschappelijke stage op leerlingen kunnen daardoor onderverdeeld worden in drie aspecten: kennis, attitudes/houdingen en gedrag. Bij kennis draait het hier om het aanleren van relevante vaardigheden betreffende burgerschap (Bekkers, 2008). Een attitude is een evaluatief oordeel waarmee een een mate van goed of slecht kan worden aangegeven. Het is een verzameling van gedachten, overtuigingen en emoties die je als persoon kunt hebben. Attitudes zijn geleerd en hangen samen met een ervaring (Moederscheim, 2006). Gedrag kan worden onderverdeeld in twee soorten: gepland gedrag en automatisch gedrag. Gepland gedrag is het gedrag waarover wordt nagedacht. Dit gedrag komt voornamelijk voor bij onderwerpen of informatie waar de persoon in kwestie een hoge betrokkenheid bij heeft. Automatisch gedrag is gedrag waar niet bewust over wordt nagedacht. Hieronder valt al het gedrag dat gebaseerd is op routine of gewoonte. Gedrag kan door nieuwe informatie en nieuwe ervaringen worden aangepast. Het gaat hierbij dan om een verandering in denken waardoor automatisch gedrag, gepland gedrag kan worden of andersom (Moederscheim, 2006). Met betrekking op de maatschappelijke stage betekent dit het volgende: volgens René Bekkers (2008) is de kennis die leerlingen dienen op te doen, kennis over relevante burgerschapsvaardigheden. Hier valt echter een aanvulling op te geven er is meer nodig dan instrumentele kennis om een succesvolle maatschappelijke stage uit te voeren. Hierbij kan gedacht worden aan zelfkennis, kennis van instituties en bijvoorbeeld kennis van verschillen tussen mensen. De attitude hangt samen met de ervaring en als deze positief is, dan is het oordeel over het bijdragen aan de samenleving vaak ook positief. Gedrag kan worden aangepast middels effectieve communicatie maar ook door bewuste ervaringen waardoor automatisch gedrag, gepland gedrag kan worden. Nu de definities en de onderlinge verschillen van kennis, attitudes/houdingen en gedrag duidelijk zijn zal worden ingegaan op welke effecten de maatschappelijke stage heeft op deze drie punten. Kennis: Burgerschapskennis heeft een zeer brede reikwijdte en betreft vele verschillende spectra. Met betrekking tot de maatschappelijke stage wijst Bekkers (2008) op het aanleren van relevante burgerschapsvaardigheden. Kennis van deze vaardigheden is onontbeerlijk voor het kunnen 10
bijdragen aan de samenleving. Deze vaardigheden zijn voornamelijk sociale vaardigheden zoals; luisteren naar anderen, organiseren, samenwerken en gespreksvaardigheden. Deze vaardigheden zijn essentieel bij het kunnen vertonen van burgerschapsgedrag (Bekkers, 2008). Zoals eerder gezegd is er meer nodig dan instrumentele kennis om de maatschappelijke stage tot een succes te maken. Het is tevens de vraag of vaardigheden en kennis zo sterk met elkaar samenhangen. Maslowski (2010) stelt dat scholen zich in het kader van burgerschapskennis zich vaak richten op sociale vaardigheden, zoals beschreven door Bekkers (2010) en op basisvaardigheden. De onderwerpen behorende bij deze basisvaardigheden zijn de volgende: kennis van gelijke rechten, vrijheid en sociale verbondenheid. Om actief burgerschap te laten slagen is er echter ook kennis nodig van andere culturen, er dient aandacht besteedt te worden aan de diversiteit van de Nederlandse samenleving (de diversiteit aan godsdiensten, culturen, opvattingen, leefwijzen en gewoonten). Tevens is kennis over mogelijkheden voor inspraak, vaardigheden en houdingen om op school en in de samenleving te kunnen participeren belangrijk. Dit is wat Bekkers (2008) ook aanduidt bij burgerschapsvaardigheden. Echter is dit maar een onderdeel van wat burgerschapskennis omvat. Maslowski (2010) wijst ook nog op het belang van kennis van de democratische rechtsstaat en democratisch handelen. Met betrekking tot de maatschappelijke stage is het dus van belang dat leerlingen kennis hebben genoten van de relevante onderwerpen omtrend burgerschap onder andere beschreven door Maslowski (2010) en René Bekkers (2008). Kennis van deze onderwerpen zal bijdragen aan de effectiviteit van de maatschappelijke stage waarbij er een oproep wordt gedaan om kennis in de praktijk toe te passen. Bij het aanbieden en aanleren van deze onderwerpen moet echter rekening worden gehouden met de verschillende startpunten van leerlingen. Sommige leerlingen zullen echter al meer beschikken over deze kennis van burgerschap en burgerschapsvaardigheden dan anderen. Dit verschil is te verklaren vanuit een aantal achtergrondkenmerken zoals etniciteit, verwacht opleidingsniveau van de jongeren en cultureel kapitaal van de ouders (Nieuwelink, 2012). Dit is eveneens het geval bij de attituden van jongeren ten opzichte van vrijwilligerswerk en de maatschappelijke stage. Gedrag Burgerschapsgedrag wordt door Bekkers (2008) als volgt gedefinieerd:’wanneer mensen hun betrokkenheid laten zien door vrijwillige inzet voor abstracte idealen of voor de samenleving als geheel spreken we van burgerschapsgedrag’. Door mensen vaardigheden aan te leren die noodzakelijk zijn voor het vertonen van burgerschapsgedrag kunnen zij gestimuleerd worden om dit gedrag te vertonen. Dit zijn sociale vaardigheden zoals hierboven genoemd. Vervolgens is het van belang dat men gebruikt maakt van de vaardigheden waarover hij/zij beschikt. Het gaat hierbij om het omzetten van automatisch gedrag naar gepland gedrag. Dit is alleen mogelijk wanneer men het zelf belangrijk vindt om zichzelf in te zetten voor andere mensen. Het belang dat gehecht wordt aan deze inzet wordt vormgegeven door burgerschapswaarden zoals empathie en sociaal vertrouwen. Deze zogenoemde burgerschapsvaardigheden en burgerschapswaarden leiden samen tot het uiteindelijke burgerschapsgedrag (Bekkers, 2008). Voor leerlingen geldt hierbij dat de maatschappelijke stage effect kan hebben op het burgerschap van leerlingen door het aanleren van relevante vaardigheden en het zichtbaar maken van het belang van vrijwillige inzet zodat leerlingen ook daadwerkelijk zelf 11
burgerschapsgedrag willen vertonen (Bekkers, 2008). Het gaat hierbij voornamelijk over de veronderstelling en de hoop dat het misschien mogelijk is om een bepaalde mate van gepland gedrag bij leerlingen te bereiken. Het laten nadenken over en inzetten voor de samenleving zou er aan kunnen bijdragen dat leerlingen meer bewust, gepland gedrag vertonen ten aanzien van het bijdragen aan de samenleving. Uit het onderzoek van onder andere Meijs (2010) en Bekkers (2010) blijkt echter dat er geen sprake is van levensgrote veranderingen in gedrag. Zichtbaar is een positieve tendens die voornamelijk te maken heeft met de veranderde attitude van leerlingen ten opzichte van actief burgerschap en vrijwilligerswerk door een positieve maatschappelijke stage-ervaring. Attitudes In het onderzoek van René Bekkers (2010) is gekeken naar hoe sterk het burgerschap onder Nederlandse leerlingen is ontwikkeld en of de maatschappelijke stage leidt tot een hoger niveau van burgerschap op de volgende drie onderdelen: waarden, vaardigheden en gedrag. René Bekkers stelt dat de maatschappelijke stage een sterker verband houdt met burgerschap, op alle drie de onderdelen, als leerlingen de stage ervaren als leerzaam, nuttig, gezellig, uitdagend, aansluitend bij de eigen talenten en interesses en als leerlingen zich gewaardeerd voelen (Bekkers, 2008). Deze punten zijn van cruciaal belang als het gaat om de attitudes van leerlingen. Attitudes zijn zoals vastgesteld de evaluatieve oordelen van leerlingen waarmee een mate van goed of slecht kan worden aangegeven. De verzameling gedachten, overtuigingen en emoties van leerlingen zijn aangeleerd en hangen samen met positieve ervaringen (Moederscheim, 2006). Als de stage ervaren wordt als nuttig, gezellig, leerzaam enzovoorts dan zullen de gedachten, overtuigingen en motivaties van de leerlingen waarschijnlijk positief zijn. In dat geval is de attitude van de leerling beïnvloedt door de maatschappelijke stage-ervaring. De maatschappelijke stage ervaring is daarmee van essentieel belang bij het bereiken van de doelstellingen voor de maatschappelijke stage. Als de stage positief wordt ervaren (zoals hierboven omschreven) zal het meer verband houden met burgerschap dan wanneer de stage niet wordt uitgevoerd of als negatief ervaren wordt. Voor een groot gedeelte van de Nederlandse leerlingen is de maatschappelijke stage een eerste kennismaking met vrijwilligerprojecten. Het onderzoek van Bekkers (2010) toont aan dat leerlingen die een maatschappelijke stage hebben volbracht, vaak een positievere houding hebben ten opzichte van vrijwilligerswerk al is dit echter wel in beperkte mate. Een toename is vooral te zien in het feit dat leerlingen die wel een maatschappelijke stage doorlopen hebben, zich vaker willen inzetten voor vrijwilligersprojecten dan leerlingen die geen maatschappelijke stage hebben gedaan. Er is een aanzienlijke groep leerlingen die na het volbrengen van de maatschappelijke stage actief blijft in het vrijwilligerswerk (Bekkers, 2010). De reden voor leerlingen om vaker deel te nemen aan vrijwilligersactiviteiten kan verklaard worden vanuit de verandering in beeldvorming van jongeren ten aanzien van vrijwilligerswerk door de maatschappelijke stage. De maatschappelijke stage kan zorgen voor een andere kijk op hoe een individu zich kan inzetten voor de maatschappij en kan het belang van deze inzet verhelderen (Achterberg, 2011). De wil, tijd en bekwaamheid voor het uitvoeren van vrijwilligerswerk, door Meijs (2010) ook wel aangeduid als ‘volunteerability’, is bepalend voor het vrijwilligerspotentieel van individuen. Waar rekening mee gehouden moet worden, volgens sommige onderzoekers, is het punt van 12
verplichting. Ook al is het vanaf volgend jaar de maatschappelijke stage niet meer bij wet verplicht, als scholen de stage opnemen in hun onderwijscurriculum dan bestaat er (evenals bij de verplichte maatschappelijke stage) een vorm van dwang, externe controle of een extrinsieke beloning die volgens sommigen afbreuk doet aan de belangenloze inzet tijdens de maatschappelijke stage. Dit komt doordat motivatie van buitenaf strijdig kan zijn met intrinsieke motivatie van binnenuit. Echter blijkt dat positieve ervaringen van jongeren tijdens de maatschappelijke stage als resultaat heeft dat wat eerst een extrinsieke motivatie was (bijvoorbeeld: ik krijg goede punten als ik dit goed doe) omgebogen wordt naar intrinsieke motivatie waarbij leerlingen vaker vrijwilligersactiviteiten willen doen omdat het een gevoel van nut en enthousiasme oplevert. Middels de maatschappelijke stage wordt er een gevoel van nut en blijvend enthousiasme voor vrijwilligerswerk gecreëerd ondanks dat leerlingen de verplichting hadden om de stage uit te voeren. Met andere woorden de mate waarin zij na de maatschappelijke stage vrijwillige inzet tonen wordt altijd bepaald door de wil, tijd en bekwaamheid van de jongeren zelf (Achterberg, 2011). In het rapport ‘De praktijk leert’ beschrijft Meijs (2010) dat het effect van de maatschappelijke stage op de samenleving vooral is te vinden in de positieve ontwikkeling van meerdere attitudes en competenties van leerlingen. Leerlingen die een maatschappelijke stage hebben volbracht zien meer belang in het helpen van anderen, hebben een grotere emotionele betrokkenheid en hebben een grotere bereidheid om met leeftijdsgenoten te praten over problemen of elkaar te helpen met huiswerk (Nieuwelink, 2012). Er is geen sprake van een levensveranderend effect maar van een positieve ontwikkeling. Dit effect wordt ondersteund door de twee onderzoeken gedaan door Bekkers e.a. (2008; 2010) en Meijs (2010). Metz en Younnis (2003) hebben daarnaast aangetoond dat de maatschappelijke stage voornamelijk een bijdrage levert aan de burgerschapshoudingen van leerlingen die al eerder een bijdrage leverden aan de samenleving door middel van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. De maatschappelijke stage heeft daarmee voornamelijk een compenserend effect omdat het verschil in houdingen van leerlingen en het verschil tussen groepen verkleint wordt (Nieuwelink, 2012). Verschillen tussen jongeren Uit Amerikaans onderzoek blijkt daarnaast dat er een miniem verschil is tussen jongens en meisjes met betrekking tot de effecten van ‘community service’ en ‘service learning’. De ontwikkeling van jongens lijkt zich meer te verhouden met hun zelfbeeld en de verlaging van probleem gedrag. Meisjes lijken zich meer persoonlijk te ontwikkelen op school en er ontstaan meer korte termijn effecten zoals bijvoorbeeld hoge cijfers willen halen. Ook blijken meisjes zich vaker bewust van het belang om anderen te helpen. Zowel jongens als meisjes tonen na het uitvoeren van community service vaker maatschappelijke betrokkenheid, besteden meer uren aan vrijwilligerswerk dan voorheen en zijn in grotere mate betrokken bij hun school (Melchior, 1997). 1.5 HET BEREIKEN VAN POSITIEVE MAATSCHAPPELIJKE STAGE-ERVARINGEN. De effecten van de maatschappelijke stage zoals hierboven beschreven hangen bijna allemaal samen met een positieve maatschappelijke stage ervaring van de leerling. Er is in dit theoretisch kader al een aantal keer gesproken over positieve ervaringen en positieve ontwikkelingen bij en volgens leerlingen. Er is een verschil tussen de ervaring zelf en het evalueren en beoordelen van een ervaring. Daarom is het, voordat er verder wordt ingegaan op het bereiken van positieve maatschappelijke stage ervaringen, nu eerst van belang om stil 13
te staan bij het verschil tussen ervaring en evaluatie. Het draait bij de ervaring en evaluatie om de positieve en negatieve aspecten die de beleving van leerlingen ten opzichte van de maatschappelijke stage en algemene participatie kunnen beïnvloeden. Onder ervaring wordt in dit onderzoek simpelweg een terugblik op de situatie verstaan. Bij de evaluatie wordt er teruggeblikt op een proces (onderdelen van de maatschappelijke stage zoals: voorbereiding, de stage zelf, reflectie etc.) en wordt er een waardering aan die situatie gegeven. Bij het evalueren van de maatschappelijke stage neemt de leerling dus eigenlijk een stapje terug van de ervaring om vervolgens een waardering te uiten en een reden/ motivering daarvoor te geven. Een mening geeft weer hoe iemand tegen iets aankijkt. Het is een waardebepaling of een vergelijkende beoordeling in de termen van goed, positief, benaderbaar of juist slecht, negatief (De Vries, Modde & Stoeller, 2002). Het belang van het verschil tussen ervaring en evaluatie zal met name naar voren komen bij het uitvoeren van de interviews. Dit onderzoek richt zich op de motivering achter de mening. Om de motivering achter de mening te ontdekken moeten er continue evaluatievragen gesteld worden aan de leerlingen. Dit gebeurd daarom bijna in één adem door aan de ervaringsvraag steeds een evaluatievraag te koppelen. In het volgende hoofdstuk (Methodiek) zal dit verder worden toegelicht. Als effect van de maatschappelijke stage is benoemd dat als de leerling een positieve ervaring heeft met vrijwilligersprojecten, dan zal hij/zij vaker geneigd zijn om zich na afloop van de maatschappelijke stage vaker in te zetten voor de maatschappij. Een positieve ervaring kan dus zorgen voor de positieve ontwikkeling zoals beschreven door Meijs (2010) en Bekkers (2010). Nu is het van belang om vast te stellen hoe we deze positieve stage ervaring kunnen bewerkstelligen. Wat moeten scholen en/of stageplekken doen om leerlingen een zo positief mogelijke ervaring aan te bieden? Bronnen voor tevredenheid: Volgens René Bekkers (2010) hangt een positieve maatschappelijke stage-ervaring samen met de tevredenheid van de leerling betreffende de maatschappelijke stage. Uit de verschillende onderzoeken van onder andere René Bekkers (2010), Anne van Goethem (2014) en Meinhardt en Brown (2010), blijkt dat er een aantal essentiële punten zijn die van belang zijn bij het bereiken van een positieve stage ervaring. Meinhardt en Brown (2010) komen door middel van een literatuurstudie op een aantal voorwaarden voor een effectieve stage (Nieuwelink, 2012). Bekkers (2010) komt tot conclusies op basis van exploratief onderzoek waarbij voornamelijk kwantitatieve maar ook kwalitatieve gegevens zijn gebruikt. Deze kwalitatieve gegevens zijn opgedaan vanuit groepsinterviews met betrokkenen. Tot slot komt Van Goethem (2014) tot haar conclusies door een grootschalig vragenlijstonderzoek. Deze punten zullen hieronder besproken worden. Een eerste belangrijke bron voor de tevredenheid van leerlingen zijn zoals gezegd positieve maatschappelijke stage ervaringen. De school speelt hierin een belangrijke begeleidende rol met name beschikbare lestijd om de maatschappelijke stage voor te bereiden, te begeleiden en na te bespreken zijn cruciaal bij een positieve stage ervaring. Ten tweede is vrijheid een belangrijk kernbegrip. Leerlingen die zelf hun maatschappelijke stageplek mochten uitkiezen en inspraak hadden in de uit te voeren taken zijn vaker positief dan leerlingen die een stageplek krijgen opgelegd. Vrijheid kan motiveren tot verantwoordelijkheid (Bekkers, 2010).
14
Ten derde dienen scholen ondersteunende begeleiding aan te bieden gedurende het volledige proces van de maatschappelijke stage. De voorbereiding, uitvoering en afsluiting dienen gedegen te zijn geregeld voor een optimaal effect bij de leerling. De kwaliteit van de maatschappelijke stage hangt daarmee samen met de afspraken die scholen en organisaties maken en met hoe scholen en organisaties het proces van de maatschappelijke stage begeleiden. Leerlingen die hun stage op school gedegen hebben voorbereid door het maken van een plan zijn over het algemeen positiever over hun stage dan de leerlingen die geen plan maakten. Bij deze voorbereiding is het van essentieel belang dat het doel van de stage duidelijk is voor de leerlingen. Dit geeft een besef van nut en belang aan de stage. Tot slot is de afsluiting van de maatschappelijke stage in de vorm van reflectie een belangrijk aandachtspunt. Reflectie blijkt uit meerdere onderzoeken een belangrijke voorwaarde te zijn voor de effectiviteit van de maatschappelijke stage, zonder reflectie is het effect van de stage verwaarloosbaar (Goethem, 2014). Het terugkoppelen van leermomenten en hier feedback op krijgen is belangrijk voor het succes van de stage. Reflectie op de maatschappelijke stage, tijdens de stage en achteraf kan er voor zorgen dat leerlingen een positievere stage ervaring hebben en de maatschappelijke betekenis van de stage meer herkennen. Het bijhouden van een logboek en het schrijven van een verslag hebben beiden voordelen. Leerlingen die een logboek bijhielden zijn niet positiever over het algemeen maar wel positiever over diverse aspecten van hun stage. Doordat zij precies hebben bijgehouden wat zij gedaan hebben tijdens hun stage vinden zij achteraf vaker dat de stage nuttig en gezellig was en hebben het gevoel dat ze meer werden uitgedaagd en gewaardeerd (Bekkers, 2010). In meerdere onderzoeken is onderzocht wat nu precies de voorwaarden zijn voor een optimale maatschappelijke stage. Deze voorwaarden zeggen namelijk iets over de meest ideale omstandigheden waarin leerlingen de beste opbrengsten en de meest positieve ervaring uit de stage kunnen halen. Onderstaand is er een samenvatting gemaakt van een aantal kernpunten die cruciaal zijn bij het creëren van een optimaal klimaat waarin de maatschappelijke stage zich kan manifesteren. Deze punten zijn een samenstelling van twee verschillende onderzoeken waarin onder andere is onderzocht welke punten essentieel zijn voor een effectieve stage. Meinhardt en Brown (2010) en René Bekkers (2008) onderschrijven de volgende punten waar een school rekening mee dient te houden bij het uitvoeren van de maatschappelijke stage. 1) Organisatie: de afspraken tussen de school, stageplaats en leerling moeten duidelijk zijn (Bekkers, 2008). 2) Doelen van de stage: zorg dat de doelen van de stage van tevoren bekend zijn bij de leerlingen. Als de doelen onduidelijk zijn ervaren de leerlingen de stage als minder zinvol (Bekkers, 2008). 3) Een positieve ervaring: zorg dat leerlingen taken uitvoeren die een concreet resultaat opleveren. Leerlingen moeten verantwoordelijkheden dragen voor hun taken, de ruimte krijgen om eigen ideeën en talenten vorm te geven, problemen oplossen en besluiten kunnen nemen. Deze positieve ervaring is mogelijk als duidelijk is hoe de stage verbonden is met de nabije omgeving van de leerling, de samenleving als geheel en hun eigen ontwikkeling (Meinhardt en Brown, 2010). 4) Stagebegeleiding: laat de leerlingen hun ervaringen evalueren aan de hand van de gestelde doelen. Aandacht voor de maatschappelijke stage op school, en met name aandacht voor de reflectie van leerlingen op de maatschappelijke stage en feedback op de reflectie van leerlingen vergroot het effect van de maatschappelijke stage op burgerschap (Bekkers, 2008). 15
5) Beperkte vrijheid: laat leerlingen niet zwemmen in een zee van keuzes. Biedt een lijst aan met mogelijke stageplaatsen en taken (Bekkers, 2010). De keuzes die de school maakt in het begeleiden van leerlingen, het contact leggen en afspraken maken met externe organisaties is heel belangrijk bij het organiseren van de maatschappelijke stage. De school heeft een grote invloed op de positieve of negatieve maatschappelijke stage ervaring van de leerling. De keuzes en afspraken die een school maakt zullen namelijk voor een groot deel de effecten van de maatschappelijke stage op de leerling beïnvloeden. 1.6 SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN EN DE IMPLICATIES DAARVAN VOOR DIT ONDERZOEK : In de vorige hoofdstukken is beschreven wat de effecten van de maatschappelijke stage zijn voor de leerlingen en hoe een positieve ervaring door de school en omringende instanties gerealiseerd kan worden. Er is een vijftal voorwaarden vastgesteld voor de meest effectieve maatschappelijke stage. Om het effect van de maatschappelijke stage en de stage-ervaringen van mijn eigen leerlingen te meten zullen niet al deze voorwaarden in dit onderzoek behandelt worden. Wegens het doel van dit onderzoek is de keuze gevallen op de volgende factoren: de doelen van de stage, de ervaring van de leerling (deze kan positief maar ook negatief zijn) en de stagebegeleiding waarin de nadruk ligt op de begeleiding vanuit de school bij het reflecteren van leerlingen op hun eigen handelen en van de reflectie op bredere maatschappelijke kwesties zoals de pluriforme samenleving, respect voor anderen en het ontwikkelen van sociale verbondenheid (Sintenie, 2009). Uit het onderzoek van René Bekkers (2008) blijkt dat leerlingen achteraf positiever zijn over hun stage als zij meer keuzevrijheid hadden en als de stage is besproken in lessen op school. Op scholen waar een gestructureerd lesprogramma bestaat rond de stage zijn de leerlingen positiever over de stage als geheel dan op scholen waar in de les geen aandacht aan de stage wordt besteed (Bekkers, 2008). Reflectie blijkt daarmee een essentiële voorwaarde voor een effectieve maatschappelijke stage. Vanwege het belang van reflectie zal dit in het praktijk onderzoek worden bevraagd. In het volgende hoofdstuk (Methode) zal worden toegelicht hoe de genoemde, bovenstaande factoren in de praktijk onderzocht gaan worden.
16
2. METHODE 2.1 INLEIDING In dit hoofdstuk wordt de methode van het onderzoek beschreven. In hoofdstuk 2.2 wordt de onderzoeksvraag voorgelegd. In hoofdstuk 2.3 wordt de gekozen methodiek voorgelegd met de daarbij behorende afweging voor de keuzes die gemaakt zijn in dit onderzoek. Hoofdstuk 2.4 betreft het meten van ervaringen en motiveringen van leerlingen op de twee niveaus die naar voren zijn gekomen uit het literatuuronderzoek. Hierin vindt u de verantwoording van de interview leidraad. Vervolgens wordt in hoofdstuk 2.5 een verantwoording gegeven van de geplande verwerking en analyse van de onderzoeksresultaten. Tot slot is er in hoofdstuk 2.6 aandacht voor het pilot interview en de evaluatie hiervan. 2.2 ONDERZOEKSVRAAG De onderzoeksvraag die met behulp van deze steekproef wordt beantwoord luidt als volgt: ‘Wat zijn de ervaringen en opbrengsten van de maatschappelijke stage volgens 3TL leerlingen van het Regius College Schagen?’ Voor het beantwoorden van deze onderzoeksvraag is er eerst literatuuronderzoek gedaan naar de doelen, effecten en voorwaarden van de maatschappelijke stage. Om antwoord te geven op de hoofdvraag hebben er interviews plaatsgevonden met een zevental leerlingen die allen de maatschappelijke stage volbracht hebben. 2.3 SEMI-GESTRUCTUREERDE INTERVIEWS Het uitgangspunt van dit onderzoek is het in kaart brengen van de ervaringen en effecten van de maatschappelijke stage volgens leerlingen uit 3 VMBO TL. Er is daarom gekozen om leerlingen te bevragen middels interviews. Deze keuze voor bevragen komt voort uit de kwalitatieve invalshoek van dit onderzoek. Door kwalitatief onderzoek te doen kunnen achterliggende gedachten en meningen van de leerlingen beter blootgelegd worden dan met een kwantitatief onderzoek. Doordat er in dit onderzoek getracht wordt ervaringen te meten lijken interviews als meetinstrument dan ook op hun plaats. De keuze voor interviews in plaats van vragenlijsten is ontstaan bij het opstellen van het doel van dit onderzoek waarbij het draait om de ervaringen, interpretaties en persoonlijke motieven van leerlingen. Bij een vragenlijst zou er alleen oppervlakkige informatie verzameld worden om klassen en groepen te kunnen vergelijken. Hier is al uitgebreid onderzoek naar gedaan in meerdere studies (zie theoretisch kader). Bij het bevragen door middel van interviews bestaat de keuze uit individuele en groepsinterviews. De keuze in dit onderzoek is gevallen op individuele interviews met als voornaamste de reden dat er bij individuele interviews meer ruimte is voor het individu om zich te uiten over het onderzoeksonderwerp zonder de beïnvloeding van andere geïnterviewden. De interviews zijn semigestructureerd uitgevoerd. Op deze manier was er een duidelijke richting in het interview terwijl er tegelijkertijd ruimte was voor het doorvragen op de antwoorden van de leerling. Dit doorvragen is bij dit onderzoek essentieel om de motivering van leerlingen zo goed mogelijk te vangen. Middels deze manier van mondeling bevragen krijg ik meer inzicht in de interpretaties, ervaringen en persoonlijke motieven van leerling. In het interview staan 3 punten centraal: 1) De stage-ervaringen zelf. 17
2) Het belang van reflectie, het draait hier om de verwerking van de maatschappelijke stage-ervaringen op school. 3) De mening met motivering van de leerling op het punt van de stage-ervaring en de verwerking van de stage-ervaringen op school. Onderzoekspopulatie: De onderzoekspopulatie bestaat uit de leerlingen van 3TL. Voor dit onderzoek zal ik leerlingen uit mijn eigen klassen van het VMBO TL in Schagen (3T3, 3T4 en 3T7) gaan bevragen over de maatschappelijke stage. Dit zijn leerlingen in de leeftijdscategorie tussen de 14 en 15 jaar uit de omgeving van Schagen. Deze leerlingen moeten in jaar 3 verplicht de maatschappelijke stage hebben afgerond. De meeste leerlingen hebben de maatschappelijke stage dit jaar afgerond. Desalniettemin was er een kleine inventarisatie nodig betreffende wie nog moet beginnen, wie bezig is en wie de stage al heeft afgerond. Opvallend bij de selectie van de respondenten was dat veel meisjes de stage wel al afgerond hadden terwijl veel jongens nog bezig waren met de maatschappelijke stage. Uiteindelijk is er een zevental leerlingen geïnterviewd, vier meisjes en drie jongens. Selectiecriteria Bij de selectie van de respondenten is voornamelijk gelet op de afronding van de maatschappelijke stage. Het interview is uitgevoerd aan de hand van een interviewleidraad waarbij het gehele proces van de maatschappelijke stage wordt bevraagd. Daarnaast zijn leerlingen gevraagd om zich aan te melden voor een interview als zij daar interesse in hadden. Deze vrijwillige inzet is belangrijk voor het voeren van een open, ongedwongen gesprek. Dit komt de betrouwbaarheid van de antwoorden ten goede. In de praktijk bleek dat het niet haalbaar was om voldoende jongens te vinden met een afgeronde maatschappelijke stage. Uiteindelijk is er daarom gekozen voor een bijstelling van de selectiecriteria waardoor er een extra jongen toegevoegd kon worden aan het aantal respondenten. Van de zeven leerlingen hebben zes leerlingen hun stage al volledig afgerond. De zevende leerling, een jongen, is bijna klaar met zijn stage maar heeft door communicatieproblemen met zijn stageplek zijn maatschappelijke stage nog niet helemaal kunnen afronden. De stage hoeft in principe alleen nog maar afgetekend te worden. Door het gebrek aan jongens die hun maatschappelijke stage afgerond hebben is er voor deze laatste leerling gekozen voor een bijstelling van de selectiecriteria. Het is te verantwoorden dat ondanks dat de maatschappelijke stage van deze jongen nog niet volledig is afgerond, hij wel in de afrondende fase van zijn stage zit, aangezien zijn stage alleen nog afgetekend hoeft te worden. 2.4 BEVRAGEN VAN ERVARINGEN EN MOTIVERINGEN BETREFFENDE DE MAATSCHAPPELIJKE STAGE OP TWEE NIVEAUS
In dit onderzoek staan de ervaringen en evaluaties van de maatschappelijke stage centraal. Bij ervaring en evaluatie gaat het om de positieve en negatieve aspecten die de beleving van leerlingen ten opzichte van de maatschappelijke stage kunnen beïnvloeden. Er is voornamelijk veel kwantitatief onderzoek gedaan naar de maatschappelijke stage. Dit onderzoek beoogd een meer kwalitatieve invalshoek in te nemen omdat er tot nog toe weinig bekend is over de ervaringen van leerlingen rondom de maatschappelijke stage. Van belang in dit onderzoek zijn dus de wat, waarom en hoe vragen om de motiveringen van leerlingen te kunnen duiden en vanuit de invalshoek van de leerlingen te kijken naar de maatschappelijke stage. Door steeds door te vragen naar de achterliggende gedachten en motivering zullen leerlingen steeds betekenis geven aan hoe zij hun stage beleefd hebben en waarom. 18
Bevragen van ervaringen betreffende de maatschappelijke stage op twee punten: De interviewleidraad (zie bijlage 1) bestaat uit 2 onderdelen. Het is hierbij van belang dat de leidraad ook echt alleen een leidraad is. Tijdens de interviews komen de vragen uit de leidraad aan de orde maar er wordt er vooral doorgevraagd naar de motivering van de leerling door waarom, wat en hoe vragen. Eerst wordt de leerling gevraagd zijn/haar naam, klas en profielkeuze te noemen. De profielkeuze zou een eerste indicatie kunnen zijn over het verschil in motivatie voor de maatschappelijke stage vanuit interesse gebied. Een leerling die gekozen heeft voor het profiel Zorg & Welzijn heeft wellicht een andere motivatie dan dan een leerling die gekozen heeft voor het profiel Techniek. Deze vraag kan gezien worden als eerste kennismaking met het interesse gebied van de leerling. Vervolgens wordt in het eerste gedeelte de maatschappelijke stage-ervaring van de leerling aangekaart en in het tweede gedeelte wordt ingegaan op de verwerking van de stage-ervaringen op school. Hieronder kunt u een overzicht vinden van de twee niveaus met de verantwoording van de gestelde vragen. Ten eerste de maatschappelijke stage-ervaring, in dit eerste onderdeel wordt de leerling gevraagd naar zijn/haar ervaringen met achterliggende motiveringen. Er zal tevens aandacht worden besteedt aan het indirect bevragen van leerlingen over de doelen van de maatschappelijke stage zoals die zijn opgesteld door het Regius College. Onderwerpen: - Stageplek, taken en verantwoordelijkheden tijdens de stage. - Positieve of negatieve beoordeling van de stage met motivering. - Initiatief, talenten en interesses tijdens de maatschappelijke stage. Bij dit onderdeel staat centraal of de eigen talenten en interesses van de leerling terug kwamen in de maatschappelijke stage en of zij de mogelijkheid kregen initiatief te tonen. Alle drie dragen volgens Bekkers (2008) bij aan een positieve maatschappelijke stage-ervaring. - Wat zouden leerlingen willen behouden en veranderen aan de maatschappelijke stage en waarom. - Participatie/bijdrage aan de buurt of samenleving: willen de bevraagde leerlingen vaker participeren als opbrengst van de maatschappelijke stage. Een doel van de maatschappelijke stage is namelijk het stimuleren van participatie buiten de school (Sintenie, 2009). Zijn de bevraagde leerlingen door wat zij geleerd en meegekregen hebben tijdens hun maatschappelijke stage nu meer of minder bereid om aan vrijwilligersactiviteiten bij te dragen of om lid te worden van een vereniging? Deze bovenstaande onderwerpen zijn de leidraad geweest voor de opbouw van het interview omdat deze vanuit het theoretisch kader als meest belangrijk worden geacht betreffende de maatschappelijke stage-ervaring van de leerling. Bij het bespreken van de maatschappelijke stage-ervaring van leerlingen is het van belang dat de leerling zoveel mogelijk vrije ruimte krijgt om te vertellen over zijn/haar stage. Dit begint met de vraag: Waar vond je maatschappelijke stage plaats?
Hier worden vervolgvragen op gesteld zoals: 19
Kun je iets vertellen over de organisatie waar je de maatschappelijke stage hebt gedaan? Door deze vragen te stellen krijgt de leerling de mogelijkheid om precies te vertellen waar zij hun maatschappelijke stage hebben volbracht. Het belang van deze vraag kan vooral gevonden worden in het vervolg van het interview. Om diep in te kunnen gaan op de ervaring en motivering van de leerling moeten er zoveel mogelijk kanten van de persoonlijke ervaring belicht worden. Na dat duidelijk is waar de leerling zijn/haar stage heeft volbracht en wat hij/zij vond van de organisatie gaat het interview over op het onderwerp: taken en verantwoordelijkheden.
Uit welke taken bestond je maatschappelijke stage? De leerling vertelt bij deze vraag welke taken hij/zij had tijdens zijn/haar maatschappelijke stage en de vervolgvraag hierbij is of zij zelf mochten bepalen of mee mochten bepalen welke taken zij moesten uitvoerden. Uiteraard wordt er vervolgens weer gevraagd wat zij hier van vonden en waarom. Uit het onderzoek van Bekkers (2010) blijkt namelijk dat als de leerling keuzevrijheid had bij het uitvoeren van de maatschappelijke stage taken dat zij er positiever op terugblikken dan wanneer zij taken opgelegd kregen en geen inspraak hadden. Bij de volgende vragen gaat het om de tijd die de leerling heeft besteedt aan zijn/haar stage en wie er heeft bepaalt waar de stage volbracht moet worden. Zoals eerder is aangehaald in het theoretisch kader blijkt uit onderzoek dat leerlingen die zelf mogen kiezen een grotere motivatie hebben voor het volbrengen van de maatschappelijke stage. Dit kan van invloed zijn op de stage-ervaring van de leerling. Om de tevredenheid van leerlingen vervolgens verder te meten is er gekozen voor de volgende vragen: Wat vond je het meest nuttig aan je maatschappelijke stage? En wat juist niet? Zag je de maatschappelijke stage als een verplichting en waarom? In hoeverre ben je tevreden over de maatschappelijke stage die je hebt gedaan of waar je mee bezig bent? Waar ben je precies tevreden of ontevreden over? Zou je iets willen veranderen aan de maatschappelijke stage? Bij deze vragen hebben leerlingen de ruimte om te benoemen wat zij nuttig/niet nuttig vonden en waarom. Waar zij tevreden of ontevreden over zijn en waarom en wat er zou moeten veranderen aan de maatschappelijke stage. Hier worden de motiveringen van leerlingen nog zichtbaarder. Leerlingen worden gevraagd na te denken over waarom en hoe zij zaken zouden veranderen of juist waarom het goed is dat het gaat zoals het gaat. Dit geeft een beeld van hoe leerlingen denken over wat de maatschappelijke stage hen oplevert en wat de motivering van leerlingen hierover is. Tevens wordt de leerling in dit gedeelte bevraagd over het verplichtende karakter van de maatschappelijke stage. Er is hierbij gekozen voor de vraag: Zag je de maatschappelijke stage als een verplichting en waarom? 20
In het interview is vervolgens nadruk gelegd op het gevoel. Een gevoel is anders dan weten dat iets een verplichting is. Ondanks dat iets verplicht moest gebeuren hoeft het niet zo te voelen. Een gevoel is tevens een belangrijke indicatie voor de ervaring. Als het goed voelde om een taak te verrichten zal de leerling zich een meer positieve ervaring herinneren. Vervolgens komt het onderwerp maatschappelijke participatie aan de orde. Een doel van de maatschappelijke stage kan gevonden worden in het stimuleren van leerlingen om zich vaker in te zetten voor anderen. Door de maatschappelijke stage wordt geprobeerd de leerling te laten inzien hoe mooi/leuk het kan zijn om iets voor een ander te doen. Belangrijk is dus om te vragen of het ook daadwerkelijk zo is dat op basis van de stage-ervaring de leerling zich ook vaker in wil zetten als vrijwilliger en waarom wel of niet. Het kan ook betekenen dat de leerling zich op andere gebieden zou willen inzetten dan waar de maatschappelijke stage plaats heeft gevonden, welke reden heeft dat dan? Bij de onderstaande vraag wordt daar in het gesprek aandacht aan besteedt.
Denk je dat je naar aanleiding van deze stage je meer gaat inzetten voor vrijwilligerswerk?
Als afsluiting van dit onderdeel is er een aantal stellingen aan de leerling voor gelegd. De stellingen zijn bedoeld als controle vragen. De stellingen zijn gekozen als leidraad om de motivering van de leerling te achterhalen en ervoor te zorgen dat er met iedere leerling over dezelfde onderwerpen wordt gesproken. Ieder gesprek loopt anders en de nadruk van het gesprek zou ook iedere keer anders kunnen zijn. Om ervoor te zorgen dat met iedere leerling de belangrijkste onderwerpen betreffende de maatschappelijke stage-ervaring aan de orde komen is gekozen voor een aantal stellingen. De leerling leest de stelling voor en geeft aan of hij/zij het helemaal niet mee eens, niet mee eens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens is met de stelling en waarom. Vervolgens wordt de leerling gevraagd om een uitleg van de motivering. Een voorbeeld van een van de stellingen is de volgende: Tijdens mijn maatschappelijke stage kon ik mijn talenten slecht inzetten. Helemaal niet mee eens
Niet mee eens
Neutraal
Mee eens
Helemaal mee eens
Een voorwaarde voor een effectieve maatschappelijke stage is het inzetten van de eigen talenten en waardering krijgen voor het inzetten van die talenten. Dit geeft een gevoel van nut en positieve inbreng. Een andere stelling die aan de orde komt gaat over het doel van het Regius College om de leerlingen voor te bereiden op het leven in een pluriforme samenleving. De stelling die hierbij wordt gebruikt is de volgende:
Ik heb met veel verschillende mensen te maken gehad tijdens mijn maatschappelijke stage. Helemaal niet mee eens
Niet mee eens
Neutraal
Mee eens
Helemaal mee eens
21
Het doel van deze stelling is om leerlingen zelf te laten beoordelen of zij in aanraking zijn gekomen met verschillende culturen. Mocht de leerling dit zelf niet noemen wordt hier naar gevraagd. Er wordt tevens weer gevraagd wat de mening van de leerling is betreffende het onderwerp en waarom. Naast talenten en culturen wordt bij de stellingen aandacht besteedt aan verantwoordelijkheden, leeropbrengsten, vrijwilligerswerk, algemene indruk van de maatschappelijke stage en of de maatschappelijke stage door de leerling als interessant werd ervaren. Wederom is bij al deze punten doorgevraagd op motivering en uitleg. Wat heb je precies geleerd, had je dat verwacht, wat had je willen leren en waarom etc. Met de resultaten op de bovenstaande vragen en stellingen kan een beeld geschetst worden van de ervaring en motivering van de leerling betreffende hun eigen maatschappelijke stage op basis van de uit voorgaande onderzoeken voor een positieve maatschappelijke stageervaring. Tevens wordt er inzicht gegeven in wat volgens leerlingen de leeropbrengst is van de maatschappelijke stage. Er kan worden aangeduid welke zaken de leerlingen hebben geleerd en wat zij zowel nuttig als onnuttig vonden aan de maatschappelijke stage. Het tweede onderdeel van het interview betreft de verwerking van de maatschappelijke stageervaringen op school. Uit de voorwaarden voor een effectieve stage blijkt dat het reflecteren op ervaringen en feedback krijgen op deze reflectie de effectiviteit van de stage bevordert. (zie hst. 1) Wat heeft het Regius College, locatie Oranjelaan, al gedaan met de opgedane ervaringen van leerlingen? Onderwerpen: - Is er gereflecteerd op het eigen handelen en op bredere maatschappelijke kwesties? Met bredere maatschappelijke kwesties worden termen als pluriforme samenleving, respect en sociale verbondenheid bedoelt. Zoals ook beschreven in de doelstellingen van het Regius College (Sintenie, 2009). Op welke manieren heeft dit plaatsgevonden en hoe heeft de leerling dit ervaren? Het tweede gedeelte van het interview gaat over de verwerking van de stage-ervaringen op school. De aandacht ligt hierbij op de begeleiding vanuit school bij het voorbereiden, uitvoeren en afsluiten van de maatschappelijke stage. Uit verschillende onderzoeken, genoemd in het theoretisch kader, blijkt dat een gedegen voorbereiding en begeleiding tijdens de maatschappelijke stage, zeer belangrijk zijn voor de effectiviteit van de maatschappelijke stage. Nog belangrijker is het onderdeel reflectie, waarin stage-ervaringen worden verwerkt en er puntsgewijs geleerd wordt. Dit gedeelte van het onderzoek begint met de volgende vraag: Wat is volgens jou het doel van de maatschappelijke stage?
Deze vraag heeft een overlap met het eerste onderdeel namelijk: volgens René Bekkers (2008) kan een stage pas als nuttig en zinvol worden ervaren als de doelen van de maatschappelijke stage duidelijk zijn. De motivering om deze vraag toch in het tweede niveau te plaatsen is de volgende; het doel van de stage behoort namelijk tot de voorbereiding van de maatschappelijke stage waarbij de school een belangrijke, leidende rol speelt. Als de school de doelen bij de voorbereiding van de stage duidelijk maakt heeft dat vervolgens effect op het gevoel van nut tijdens de stage.
22
De volgende belangrijke stap in het kader van dit onderzoek was leerlingen zelf laten uitleggen hoe de begeleiding bij de voorbereiding, uitvoering en afsluiting van de maatschappelijke stage heeft plaatsgevonden. De school heeft zoals eerder gezegd een belangrijke begeleidende taak in het maatschappelijke stage proces. De effectiviteit van de maatschappelijke stage neemt toe als er op al deze facetten aandacht en tijd aan wordt besteedt en de leerling feedback krijgt van de docent en stagebegeleiders gedurende het traject van de maatschappelijke stage. Kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden, uitvoeren en nabespreken van de maatschappelijke stage? Het gaat hierbij niet om hoe het Regius College zelf beschrijft hoe de leerlingen worden begeleid maar om hoe de leerlingen de begeleiding ervaren en wat zij van de begeleiding vinden. Het in eigen woorden uitleggen geeft een beeld van de achterliggende gedachten en gevoelens van de leerling. In dit gedeelte van het interview wordt vervolgens ook gevraagd naar de manier waarop leerlingen moeten bewijzen dat zij de maatschappelijke stage hebben uitgevoerd. Er wordt vervolgens doorgevraagd op het punt van feedback, naar wat zij van deze manier van bewijzen vinden en of zij verbeterpunten zien. Een verslag maken of een logboek bijhouden hebben beiden voor- en nadelen maar het meest belangrijke is dat een leerling feedback krijgt op wat hij/zij maakt zodat er een denkproces optreedt waarbij de leerling leert van de verwerking van de ervaring. De begeleiding, feedback en hulp die de leerling krijgt bij het traject van de maatschappelijke stage hangt samen met de tijd die er besteedt is aan de maatschappelijke stage op school. Daarnaast geeft de tijd een mooie aanleiding om de leerling te bevragen over wat er precies besproken wordt als er aandacht wordt besteedt aan de maatschappelijke stage en wat ze vinden van de hoeveelheid tijd en aandacht die er op school aan de stage besteedt wordt. Hierbij staat wederom het perspectief van de leerling centraal. Het gaat niet om waar of om onwaar maar om de beleving van de leerling.
Hoeveel tijd is er tijdens de mentorlessen besteed aan de maatschappelijke stage?
Uit de informatie verkregen van het Regius College is de mentor, samen met de organisatoren van de maatschappelijke stage op het Regius College verantwoordelijk voor de begeleiding bij de maatschappelijke stage. De reden om te vragen naar mentorlessen is dan ook voornamelijk omdat de organisatoren van de maatschappelijke stage niet alle leerlingen les geven. Uiteraard wordt hier tijdens het gesprek op doorgevraagd, zeker als de leerling aangeeft dat er geen tijd is besteedt aan de maatschappelijke stage tijdens de mentorlessen maar wel tijdens andere lesuren. Reflectie op basis van het eigen handelen en op bredere maatschappelijke kwesties is onder andere van belang in het kader van gedrag. Automatisch gedrag wordt pas gepland gedrag als er bewust wordt nagedacht over situaties waarin iemand niet vanuit automatisme weet wat hij/zij moet doen. De aandacht die er wordt besteedt aan het bespreken van lastige situaties en 23
de beoordeling van de leerling over deze lastige situaties is daarmee van belang als we burgerschapsgedrag willen stimuleren door middel van de maatschappelijke stage. Er is bij de bovenstaande vragen al vaker gesproken over het perspectief van de leerlingen bij het beantwoorden van de vragen. Hetzelfde geldt voor het reflecteren op bredere maatschappelijke kwesties. In een interview kan de leerling richting een antwoord gestuurd worden, echter wil ik achterhalen in dit gedeelte of de leerling op school, met behulp van een mentor of iemand anders, bewust gereflecteerd heeft op deze kwesties. Daarom is er gekozen voor de volgende vraag: Wat voor lastige situaties ben je tegen gekomen tijdens je maatschappelijke stage? Heb je deze situaties op school besproken?
Deze vraag is multi-interpretabel, de leerling kan hierbij een voorbeeld geven van het eigen handelen maar ook kan er een breder probleem worden aangeduidt zoals omgaan met verschillende culturen. Vervolgens is het van belang om te achterhalen of de leerling deze situaties heeft besproken op school en op welke manier deze situaties besproken zijn. Als leerlingen met elkaar, tijdens bijvoorbeeld de mentorlessen, communiceren over deze situaties en elkaar helpen met het bedenken van oplossingen of hulpmiddelen dan draagt dat volgens de theorie bij aan het mogelijk omzetten van automatisch gedrag in gepland gedrag (Moederscheim, 2006). Vanwege deze bovenstaande multi-interpretabele vraag zijn er ook in dit gedeelte van het interview stellingen opgenomen waarbij er meer concreet en direct gevraagd wordt naar bredere maatschappelijke kwesties. Uiteraard is de vervolgvraag dan of er op dat thema is gereflecteerd en op welke manier dat heeft plaatsgevonden. Bij het verwerken van de stage-ervaringen dient ook te worden meegenomen of leerlingen de mogelijkheid krijgen om hun maatschappelijke stage te beoordelen. In het kader van het verwerken van de maatschappelijke stage-ervaring is het ten eerste van belang dat de leerling de mogelijkheid heeft om de stage en de stageplek te evalueren. De leerling heeft een mening over de stageplek en het verzamelen van deze informatie kan de school helpen bij het selecteren van mogelijke stageplaatsen. Ten tweede is de beoordeling van de stageplaats van belang omdat de leerling degene is die de maatschappelijke stage dient uit te voeren en zoals al eerder is gezegd is een positieve stage-ervaring essentieel als het doel is om het burgerschapsgedrag van leerlingen te stimuleren. Als de leerling de mogelijkheid heeft gekregen om de maatschappelijke stage te beoordelen is het van belang om te achterhalen of zij weten wat de school met die informatie heeft gedaan. Het gevoel van zinvolheid en nut wordt, zo als genoemd in het theoretisch kader, vooral gehaald uit weten wat het doel van de actie is. Tevens is het van belang om te achterhalen of de leerling de behoefte heeft om te weten wat er met de informatie is gedaan. Mocht het zo zijn dat de leerling geen mogelijkheid heeft gekregen om de maatschappelijke stage te evalueren dan is het van belang om te vragen of het de leerling wel zinvol lijkt om dit te doen en waarom zij dat wel of niet vinden. Heb je van school uit de mogelijkheid gekregen om je stageplaats te beoordelen d.m.v. een evaluatieformulier? (zo ja, weet je wat daarmee gedaan is (heb je terugkoppeling gehad?), zo nee, lijkt je dat zinvol en waarom?) Tot slot worden er ook in dit gedeelte van het interview een aantal stellingen voorgelegd aan de leerlingen. Hierbij geldt, evenals in het eerste gedeelte van het interview, dat deze stellingen de kwaliteit van het interview bewaken. In ieder interview moeten de kernpunten van het onderwerp, zoals beschreven in het theoretisch kader, naar voren komen. Een 24
voorbeeld van een stelling in dit tweede onderdeel betreft de reflectie op bredere maatschappelijke kwesties: Ik heb veel respect gekregen voor andere mensen door het doen van de maatschappelijke stage. Helemaal niet mee eens
Niet mee eens
Neutraal
Mee eens
Helemaal mee eens
Daarnaast vindt er een controle plaats betreffende feedback, dit betreft zowel de stageplaats als feedback op school: Ik heb veel feedback gekregen op mijn werk tijdens en bij de afsluiting van mijn maatschappelijke stage. Helemaal mee oneens
Mee oneens
Neutraal
Mee eens
Helemaal mee eens
De leerling leest de stelling voor en legt zijn/haar standpunt uit. Vervolgens wordt er doorgevraagd naar waarom zij dat vinden en of deze punten besproken zijn op school. De bovenstaande vragen zullen leiden tot een inzicht in de beleving van de leerling ten opzichte van de verwerking van de maatschappelijke stage-ervaringen op school. Met reflectie als een van de belangrijkste voorwaarden voor een effectieve maatschappelijke stage geeft dit onderdeel weer of leerlingen worden blootgesteld aan deze voorwaarde en wat hun achterliggende gedachten en ervaringen hierbij zijn. 2.5 VERANTWOORDING VERWERKING EN ANALYSE VAN DE ONDERZOEKSRESULTATEN Een goed interview hangt samen met verschillende factoren. Ten eerste is het van belang om stil te staan bij het gedrag van de interviewer. Niet doorvragen, het overslaan van onderwerpen en inhoudelijk sturend gedrag zijn indicaties van beperktere kwaliteit interviews. Ten tweede gaat het erom dat de geïnterviewde duidelijke en relevante informatie naar voren brengt zonder dat de interviewer te veel foutief interviewergedrag vertoont. De accuraatheid van de antwoorden is daarom van belang zodat de onderzoeksvraag beantwoordt kan worden (Moerman, 2010). De afgenomen interviews zijn getranscribeerd (zie vanaf bijlage 2) oftewel deze worden letterlijk uitgewerkt op papier. De transcripten zijn dus geen interpretatie van antwoorden door de onderzoeker maar zijn zoveel mogelijk bij de werkelijkheid van de respondent gebleven. Daarna zijn de uitgeschreven teksten geanalyseerd met het programma MaxQDA. De keuze voor een semi-gestructureerd interview zorgt zowel voor beperkingen als voordelen. Een groot voordeel is dat bij het coderen van het interview er door de interviewleidraad al onderwerpen in een vaste volgorde zijn vastgelegd. Hierbij is het dan vervolgens zaak om de verschillende ervaringen, meningen en opvattingen van leerlingen te kaderen bij de al vastgestelde onderwerpen. Het coderen van de interviews gebeurt met het programma MaxQDA, in dit programma kunnen teksten worden geanalyseerd door middel van een codeboom. De bijbehorende tekst uit het interview kan als het ware apart worden gezet per onderwerp. Fragmenten met hetzelfde onderwerp zijn door middel van open coderen bij dezelfde code ingedeeld. Vervolgens zijn de fragmenten per onderwerp geselecteerd. Na dat er een selectie heeft plaatsgevonden, konden deze antwoorden geanalyseerd worden en kon er heel voorzichtig worden gekeken naar onderlinge relaties tussen de antwoorden. 25
De beschrijving van deze resultaten is geen vergelijking tussen leerlingen, het is een weergave van de ervaringen, motiveringen en opbrengsten van de maatschappelijke stage volgens leerlingen op basis van een aantal vooraf vastgestelde onderwerpen. In dit onderzoek heeft er een selectie van respondenten (zie selectiecriteria) plaats gevonden en zijn er interviews afgenomen onder 7 leerlingen. Bij het uitwerken van de interviews was het van belang om het antwoord van de leerlingen te weergeven om de lezer een duidelijk beeld te geven over de ervaringen en opvattingen van de leerlingen betreffende de maatschappelijke stage. Door de interviews te transcriberen, de antwoorden te kaderen en deze vervolgens te analyseren en de onderlinge verbanden in antwoorden te zoeken wordt er getracht een neutraal en waardevrij antwoord te geven op de hoofdvraag ‘‘Wat zijn de ervaringen en opbrengsten van de maatschappelijke stage volgens 3TL leerlingen van het Regius College Schagen?’ 2.6 PILOT-INTERVIEW Voor de afname van de uiteindelijke interviews, is er een pilot-interview uitgevoerd met een leerling uit 4TL die vorig jaar haar maatschappelijke stage heeft afgerond. Dit interview was een test om mijn interviewleidraad en mijn interviewergedrag te controleren en mogelijk nog aan te passen. Voor mij als interviewer is het pilot-interview van groot belang geweest voor de uitvoering van het praktijkonderzoek. Bij het transcriberen van het interview materiaal bleek dat het ontbrak aan doorvragen op cruciale punten. Om de motivering achter de mening te ontdekken is juist dit doorvragen van groot belang. Ten tweede viel het op dat de leerling veel informatie toegespeeld kreeg tijdens het gesprek. Met als gevolg dat ik als interviewer sturend was in het interview. Om dit te voorkomen tijdens het praktijkonderzoek zijn er opmerkingen geplaatst op de uitgeprinte vragenlijst. De vervolginterviews waren dan ook uitgebreider en hadden meer diepgang. In het eerste gedeelte van het interview ontdekte ik, bij het uitwerken, een gebrek aan vragen over de leeropbrengst en aan diepgang bij de maatschappelijke stage-ervaringen. Om die reden zijn er nog twee vragen toegevoegd aan mijn interviewleidraad. Namelijk: - In hoeverre ben je tevreden over de maatschappelijke stage die je hebt gedaan of waar je mee bezig bent? Waar ben je precies tevreden of ontevreden over? Zou je iets willen veranderen aan de maatschappelijke stage? - Wat vond je het nuttigst aan je maatschappelijke stage? En wat juist niet? Het tweede gedeelte van het pilot interview verliep een stuk soepeler. Bij dit onderdeel is er na het pilot interview een extra stelling toegevoegd over feedback namelijk: - Ik heb veel feedback gekregen op mijn werk tijdens en bij de afsluiting van mijn maatschappelijke stage. Deze keuze komt voort uit het feit dat de geïnterviewde leerling aan heeft gegeven dat er vrij weinig aandacht wordt besteedt aan reflectie en feedback op stage-ervaringen. Hier was nog geen rekening mee gehouden bij de eerste opzet van de interviewleidraad. Vandaar dat dit is verwerkt in een laatste stelling. De geïnterviewde leerling heeft tot slot de interviewvragen geëvalueerd. Hoewel het voor haar toch al even geleden was dat zij de maatschappelijke stage heeft voldaan vond zij de vragen goed te beantwoorden, ondanks dat zij er soms even goed over na moest denken. Zij gaf zelf aan het een prettig gesprek te vinden waarin zij voor haar gevoel haar ervaring en mening heeft kunnen uitten. 26
3. RESULTATEN 3.1 INLEIDING In onderstaand hoofdstuk worden de resultaten van de afgenomen interviews met leerlingen besproken. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de maatschappelijke stage-ervaringen van verschillende leerlingen. Hoofdstuk 3.2 introduceert de resultaten op volgorde van de interviewleidraad die gebruikt is bij de afgenomen interviews. Hierin staan de uitkomsten van de interviews per variabele centraal. De eerste variabele omvat de maatschappelijke stageervaringen van de respondenten. Hier wordt ingegaan op de perspectieven van leerlingen omtrent de stageplekken, het nemen van initiatief op de stage, verantwoordelijkheid tijdens de stage, de positieve of negatieve beoordeling van de maatschappelijke stage met motivering, de maatschappelijke stage als voorbereiding op het leven in een pluriforme samenleving en of de respondenten vaker maatschappelijke willen participeren of bijdragen aan de buurt of samenleving door het doen van de maatschappelijke stage. De tweede variabele omvat de verwerking van de maatschappelijke stage-ervaringen op school. Hierin staan de perspectieven van de respondenten omtrent de begeleiding vanuit school bij de voorbereiding, tijdens en bij de afsluiting van de maatschappelijke stage centraal. Hierbij zijn beschikbare lestijd, evaluatie, feedback en nabespreken van de maatschappelijke kernbegrippen. Vervolgens worden de relevante resultaten met betrekking tot de onderzoeksvraag in hoofdstuk 3.3 samengevat en gekoppeld aan het literatuuronderzoek. Er vindt hier een analyse van de bovenstaande thema’s plaats op basis van de literatuur. 3.2 RESULTATEN In dit hoofdstuk worden de resultaten uit de interviews per categorie beschreven. De eerste categorie betreft de maatschappelijke stage-ervaring van de leerling, de tweede omvat de verwerking van de maatschappelijke stage-ervaringen op school. Hierin worden de variabelen zoals benoemd in hoofdstuk 2 met uitspraken van de respondenten uiteengezet. 3.2.1 DE MAATSCHAPPELIJKE STAGE-ERVARINGEN VAN DE RESPONDENTEN Alle zeven leerlingen zijn ondervraagd naar hoe zij hun stageplek, taken en verantwoordelijkheden beoordelen. Een variëteit aan stageplekken kwam ter sprake. Deze stageplekken en de achtergrond informatie wordt hieronder besproken voorgaand aan de resultaten. De stageplek Leerling 1 liep haar stage bij haar eigen turnvereniging. Zij sport hier al van jongs af aan en hielp al vaker met de organisatie van turnwedstrijden en het spelen van zwarte piet tijdens de intocht van Sinterklaas. Dit is op vrijwillige basis en zij mocht haar maatschappelijke stage om die reden bij de turnvereniging vervullen. Leerling 2 volbracht haar stage bij de Loet en de Kroft (dagbesteding verstandelijk beperkten). Zij geeft aan dat zij daar op een dag langs fietste en zich afvroeg hoe het er in een dagbesteding voor verstandelijk beperkten aan toe ging. Deze leerling heeft tijdens haar herfstvakantie de hele week geholpen met de dagbesteding van verstandelijk beperkten. In Magnushof (verzorgingstehuis en dagbesteding voor bejaarden met dementie of andere beperkingen) hebben leerlingen 3 en 4 hun stage volbracht. Als voornaamste reden om daar de maatschappelijke stage te doen noemen zij de moeder van leerling 4 die werkt in een verzorgingstehuis en daarover vaak verhalen vertelt. Deze leerlingen hebben geholpen bij de dagbesteding van de ouderen.
27
Leerling 5 liep zijn stage bij Stichting Eline. Dit is een stichting die zich op vrijwillige basis inzet voor onderwijs in China. Hier bouwde hij zelfstandig een webwinkel voor de organisatie. Hij is hier terecht gekomen via de maatschappelijke stagemarkt die georganiseerd wordt door het Regius College. Stichting Eline trok hem aan omdat hij zijn hobby, het bouwen van websites, kon uitoefenen. Een hondentrainingscentrum in Petten was de stageplaats van leerling 6. Hij is daar terecht gekomen nadat zijn moeder hem vertelde dat zij daar graag wilde werken en dat het een non-profit organisatie was. Door het enthousiasme van zijn moeder en zijn liefde voor honden besloot hij om zijn maatschappelijke stage te volbrengen met het geven van hondentrainingen en het helpen in de kantine van de vereniging. Leerling 7 heeft zijn stage doorlopen met werkzaamheden in de kantine van de Blokhut. Dit is een instelling waar allerlei non-profit organisaties de ruimte hebben om hun werk te doen en te onderwijzen in o.a. EHBO. Hij besloot hier zijn stage te doen omdat zijn vader lesgeeft in EHBO. Deze heeft hem aangeraden om eens te vragen naar de mogelijkheden om bij de Blokhut zijn maatschappelijke stage te volbrengen. Initiatief nemen op de stage Het kunnen nemen van initiatief, het gebruik kunnen maken van je talenten en interesses blijkt uit kwantitatief onderzoek (o.a. Bekkers 2008) een belangrijke voorwaarde voor een positieve maatschappelijke stage-ervaring. Uit de interviews met de leerlingen van het Regius College blijkt dat alle respondenten het perspectief hebben dat zij initiatief hebben genomen. Dit komt voornamelijk tot uiting bij het vinden van hun stage met als reden zij het belangrijk vonden een stageplaats te vinden die hen zelf interessant of leuk leek. Het initiatief nemen komt dan ook voornamelijk naar voren bij het kiezen van de stageplek. Bij de maatschappelijke stage gaat het echter om een bredere definitie van initiatief nemen. Tijdens de stage is initiatief nemen ook van belang. Dit ligt in het doel om leerlingen besluitvorming en samenwerking in de samenleving te laten ervaren waarbij initiatief een belangrijke voorwaarde is om op volwaardige wijze mee te draaien in de samenleving. Met betrekking op de bevraagde respondenten kan er voorzichtig een verband gevonden worden met initiatief nemen en de taken en verantwoordelijkheden. Op de vraag of de leerlingen de genoemde taken zelf mochten kiezen zijn er verschillende antwoorden. Van de zeven leerlingen geven vijf leerlingen (leerlingen, 2,3,4, 6 en 7) aan dat zij niet zelf hun taken mochten kiezen maar dat zij deze kregen toegewezen. Deze respondenten gaven aan dit niet erg te vinden omdat het gemakkelijk was als hen werd verteld wat zij moesten doen om de stage te volbrengen. Wel geven zij aan dat zij meer overleg prettig hadden gevonden omdat zij nu ook taken toegewezen hebben gekregen die zij als saai of nutteloos hebben ervaren. De twee leerlingen (leerlingen 1 en 5) die zelf mochten kiezen zijn erg enthousiast over het zelf kiezen en geven hiervoor beiden dezelfde reden. Het beste voorbeeld komt van leerling 5 die uitlegt waarom het meebeslissen over je taken belangrijk is. Deze leerling zegt hier het volgende over: “Ja, je had wel de keuze zeg maar. En ja je kon doen waar je goed in was dus dat vond ik wel fijn. Er waren veel opties en je kon ook nog fietsen en je kon helpen spullen verkopen dus ja er was best wel keuze”. Deze leerling geeft aan het fijn te vinden om zelf te kunnen kiezen omdat er dan activiteiten gedaan kunnen worden waar de leerling goed in is. Op de vraag waarom dat volgens de leerling belangrijk is zegt hij het volgende: “Omdat je ja je kiest dan toch iets wat je leuk vindt of waar je goed in bent en dan hoef je het niet gedwongen te doen. Dus dan ja dan vind je het zelf ook nog leuk om te doen.” Met andere woorden als je zelf mag meebeslissen over je taken en je kiest voor iets waar je goed in bent dan heb je meer plezier in het volbrengen van de stage volgens deze leerling.
28
Het valt op dat er vanuit de perceptie van de leerlingen voornamelijk psychologische redenen worden genoemd voor het zelf mogen bepalen van het takenpakket. De meeste respondenten hebben aangegeven niet te mogen meebeslissen over hun taken. Er zou voorzichtig gezegd kunnen worden dat zij daardoor weinig initiatief hebben kunnen nemen doordat zij de taken toegewezen kregen zonder daar inspraak over te hebben. Verantwoordelijkheid Alle respondenten vonden dat zij verantwoordelijkheden hebben gedragen in hun stage. In het interview was het thema verantwoordelijkheid weergegeven in een stelling om zo ook ruimte te geven aan de respondent om nee te kunnen zeggen. Echter, allen konden duidelijk aangeven waar zij verantwoordelijkheden voor gedragen hebben en wat zij hiervan vonden. Verantwoordelijkheid bleek vanuit het perspectief van de leerling samen te hangen met de taken die zij uit moesten voeren. Zoals het ontwerpen van een webwinkel of het wegbrengen en helpen van ouderen en gehandicapten. Het onderwerp vertrouwen was hierbij volgens de respondenten belangrijk. Hoe groter de taak, hoe meer de respondenten het gevoel kregen dat zij vertrouwd werden door hun stagebegeleiders. Dit vertrouwen werd zowel positief als negatief beoordeeld. Leerlingen 3,5 en 6 vonden dat zij te veel verantwoordelijkheid kregen gedurende hun maatschappelijke stage. Dit werd als negatief ervaren omdat de druk om goed te presteren op dat moment te hoog lag. Hierdoor was er een angst dat er iets mis kon gaan waardoor de taak niet goed uitgevoerd kon worden. De leerlingen die vonden te veel verantwoordelijkheid te hebben gehad tijdens hun stage, gaven allen aan dat meer samenwerking of overleg de oplossing zou kunnen zijn voor dit probleem. Het gaat hierbij voornamelijk om de communicatie tussen de stagebegeleider en de leerling over taken, verantwoordelijkheden en regels. Positieve of negatieve beoordeling van de stage met motivering Over het algemeen wordt de maatschappelijke stage door de respondenten positief beoordeeld. De meest genoemde redenen voor de positieve beoordeling zijn het zelf mogen kiezen van de stageplaats, de gezelligheid tijdens de maatschappelijke stage van de mensen waarmee gewerkt is, het uitvoeren van taken die als zinvol werden gezien, behulpzaam kunnen zijn en mensen blij kunnen maken. De maatschappelijke stage wordt gezien als een nieuwe ervaring waar de respondenten uit zichzelf niet snel aan zouden hebben gedacht en alle respondenten benoemen dat zij geleerd hebben van de maatschappelijke stage. Vrije keuze over de stageplaats is volgens alle zeven respondenten erg belangrijk voor het plezier hebben tijdens je stage. Belangrijk is volgens de respondenten te vinden in het ‘zin’ hebben in de stage. Als je niet zelf mag kiezen is er een angst dat er geen rekening wordt gehouden met de sterke punten en de waarden van de individuele leerlingen. Vrije keuze over de stageplek lijkt daarmee samen te hangen met het belang van het nemen van eigen beslissingen met in achtneming van de eigen normen en waarden. Daarnaast wordt voornamelijk gezelligheid met collega’s op de werkvloer belangrijk gevonden. Gezelligheid kan het beste gezien worden als doel op zich, waarbij het gaat om de sfeer op de stageplaats. Als het ongezellig is op de stageplaats dan wordt de stage als minder leuk gekwalificeerd omdat de respondenten in een prettige sfeer hun taken willen vervullen. Een andere reden voor het positief beoordelen van de stage is het ‘iets te doen hebben’. Als de leerling aanvoelt dat het werk dat hij/zij doet geen nut heeft of als zij geen werk te doen hebben dan wordt dit ervaren als saai en nutteloos. Leerling 4 zegt hier het volgende over: “Nou soms dacht ik wel van ik wil even naar jeux de boulles want bij vragenderwijs (een vragenspel voor demente bejaarden) moest ik de hele tijd zitten, dat vond ik wel minder en 29
daarom dacht ik, ik vond het ook een beetje saai soms dat je de hele tijd alleen moest zitten, dan had ik ook ergens anders kunnen helpen”. De respondenten geven aan soms het idee te hebben dat hun hulp elders beter gebruikt kon worden omdat zij niet altijd actief bezig waren. De activiteiten waarbij de respondenten niet actief bezig waren worden daarom als niet relevant gezien. Een laatste reden is de opmerking “Ik heb ervan geleerd”. Deze zin komt bij alle respondenten terug. Op de vraag wat de respondenten precies geleerd hebben van het doen van de maatschappelijke stage is er een verschil te zien tussen de geïnterviewde jongens en meisjes. Bij leerling 6 en 7 komt als eerste naar boven dat zij werkervaring hebben opgedaan en dat dat belangrijk is in hun verdere leven omdat zij na school moeten gaan werken. Leerling 7 zegt hier het volgende over: “Ik heb er wel wat van geleerd ook gewoon ja, werk kennis of werkervaring maar ja, dat krijg je sowieso overal wat je ook doet maar verder niet zo heel veel denk ik”. Leerling 5 benoemt afspraken maken als belangrijkste leerpunt. Deze drie jongens geven vervolgens aan dat het wel belangrijk is om te kunnen leren van de maatschappelijke stage. De achterliggende reden is dat als je kunt leren van de activiteit, je het niet alleen voor anderen doet maar ook voor jezelf. In de interviews met twee van de vier meisjes komt het punt culturele verschillen aan de orde. Beide meisjes geven aan dat zij geleerd hebben dat het opvangen van ouderen in een verzorgingstehuis soms noodzakelijk kan zijn en dat zij zich hier eerder niet bewust van waren. Hieronder de antwoorden van deze twee leerlingen: leerling 3: “Bijvoorbeeld waar mijn ouders dan vandaan komen. Daar heb je wel verzorgingshuizen maar dat is echt voor de mensen die naja dan ben je echt gewoon respectloos als je je ouders daar in doet. Maar dat is soms helemaal niet zo!” Leerling 4: “Ik heb altijd meegekregen dat mensen die in het bejaardentehuis zijn, dat hun familie niet echt op ze willen letten maar nu kwam ik er juist achter dat het mensen zijn die juist meer nodig hebben. Want je hebt echt hulp nodig daar.” De overige leerpunten van de bevraagde meisjes liggen met name op het punt van sociale vaardigheden. De meest genoemde sociale vaardigheden die de respondenten noemen zijn geduld, behulpzaamheid en initiatief nemen. De jongens uit dit onderzoek leggen de nadruk op werkervaring en zichzelf terwijl de meisjes zich meer richten op sociale vaardigheden en culturele verschillen. De meisjes zijn zich vaker bewust zijn van het helpen van anderen terwijl jongens zich meer verhouden met hun zelfbeeld. In dit onderzoek blijkt dit voornamelijk uit de vragen over de doelen en de leeropbrengst van de maatschappelijke stage. Negatieve beoordeling van de maatschappelijke stage Er zijn een aantal punten die de respondenten als verbeterpunten ervaren. Het gaat hierbij om het besteden van de vrije tijd aan de maatschappelijke stage en het niet mogen meebeslissen over de eigen taken waardoor sommige taken als saai of nutteloos worden bestempeld. De enige leerling die de stage negatief beoordeelt is leerling 5 die zijn maatschappelijke stage volbracht door het maken van een webwinkel voor Stichting Eline. Bij deze respondent is er sprake van een ongenoegen over het contact tussen hem en zijn maatschappelijke stageplaats. Zijn taken en verantwoordelijkheden worden als onduidelijk en (te) groot ervaren. Deze respondent geeft aan dat hij niet precies weet wat er van hem verwacht wordt behalve dat hij een webwinkel moet maken. Hij mist begeleiding bij hoe hij deze problematiek moet oplossen en daarom is hij negatief over zijn stage. Wel geeft hij aan zelf bij te hebben gedragen aan deze problematiek door weinig afspraken te hebben gemaakt en het te laat stellen van vragen over zijn taken. 30
Samenvattend kan er gesteld worden dat er verschillende achterliggende redenen zijn voor het positief of negatief beoordelen van de maatschappelijke stage. Het perspectief van de respondenten met betrekking tot het belang van de leeropbrengst kan bijvoorbeeld gevonden worden in de veranderende beeldvorming en het zichzelf verrijken met nieuwe kennis en sociale vaardigheden. Dit wordt relevant bevonden door de respondenten omdat de maatschappelijke stage op deze manier niet alleen een opbrengst heeft voor anderen maar ook voor de leerling zelf. Er blijkt daarnast sprake te zijn van een miniem gender verschil met betrekking tot de leeropbrengst van de maatschappelijke stage. Daarnaast wordt het door de respondenten relevant gevonden dat het belangrijk is om actieve taken uit te voeren. Maatschappelijke stage als voorbereiding op het leven in een pluriforme samenleving. Als opbrengst van de maatschappelijke stage heeft het Regius College geformuleerd de leerlingen voor te willen bereiden op het leven in een pluriforme samenleving. Een doel dat ook door Maslowski en collega’s (2010) wordt ondersteund. De grote vraag is of dit een haalbaar doel is voor een school in de omgeving van Schagen. De stelling die de leerlingen daarom is voorgelegd is de stelling: ‘Ik heb met veel verschillende mensen te maken gehad tijdens mijn stage’. Op leerling 5 na, die zijn maatschappelijke stage vanuit huis heeft kunnen doen door het maken van een webwinkel, beantwoorden alle respondenten deze vraag positief. Leerlingen 2,3 en 4 geven aan te maken te hebben gehad met mensen met verschillende problematiek zoals dementie, verstandelijke beperkingen en lichamelijke beperkingen. Dit wordt positief ervaren door deze leerlingen omdat zij zijn geconfronteerd met nieuwe situaties waarin zij kennis hebben opgedaan van deze verschillende problematiek. Echter als er wordt doorgevraagd of de respondenten ook met verschillende culturen te maken hebben gehad zijn alle reacties ontkennend. Er worden twee verschillende redenen aangedragen door de respondenten, voor het ontbreken van verschillende culturen tijdens de maatschappelijke stage. Zo benoemd leerling 4 dat verzorgingshuizen in andere landen soms een taboe zijn en dat kinderen zelf voor de ouders zorgen. In het onderstaande citaat geeft zij hier uitleg over: “Echt niet. Ik weet zelf dat je in een andere cultuur, als jongste voor de ouders gaat zorgen. Die moet de ouders in huis nemen en die moet de ouders in huis nemen en hier doen ze dat niet en proppen ze, de ouderen in een verzorgingshuis.” De andere respondenten benoemen voornamelijk dat er in de omgeving van Schagen weinig verschillende culturen zijn. Volgens leerlingen 4, 5, 6 en 7 is het wel van belang om andere culturen te leren kennen omdat er veel diversiteit is in Nederland. Er wordt aangedragen door de respondenten dat de maatschappelijke stage een mogelijkheid is om te leren van andere culturen of gemeenschappen. Vanuit het perspectief van deze zeven respondenten is er geen sprake geweest van een voorbereiding op het samenleven in een pluriforme samenleving. De respondenten dragen aan dat hiertoe weinig tot geen mogelijkheden toe zijn in Schagen omdat de inwonerspopulatie voornamelijk bestaat uit autochtonen. Vaker maatschappelijke participatie/bijdrage aan de buurt of samenleving door maatschappelijke stage Alle respondenten uitten zich positief over maatschappelijke participatie en vrijwilligerswerk. Centraal in alle interviews staat echter het verschil tussen de wil om een bijdrage te leveren en de tijd om dit daadwerkelijk te doen. Vrijwel alle leerlingen benoemen dat zij op dit moment 31
geen vrijwilligerswerk kunnen doen omdat zij het druk hebben met school, hobby’s en vrienden. Echter als zij later meer vrije tijd hebben dan willen zij zich wel inzetten voor een non-profit organisatie of vereniging. Als achterliggende reden voor vrijwillige inzet wordt er door de respondenten aangegeven dat zij door het doen van de maatschappelijke stage zichtbaar hebben meegekregen dat vrijwilligerswerk belangrijk is omdat er mensen en organisaties mee geholpen zijn. De meeste respondenten hebben aangegeven dat hun beeld betreffende vrijwilligerswerk veranderd is door het doen van de maatschappelijke stage. Zo geven leerlingen 3,4,5 en 6 aan dat zij eerst niet wisten dat er zoveel mensen belang hebben bij vrijwilligersorganisaties. Leerling 5 zegt over zijn beeldvorming het volgende: “Nou eerst dacht je van nou maatschappelijk werk dat zijn alleen maar mensen die geen baan kunnen krijgen nou ja dat dacht ik zelf, maar toen ik de maatschappelijke stage ging doen toen zag ik wel echt dat je er ook wel wat ervaring voor nodig hebt voor sommige dingen.” Deze leerling ziet door de maatschappelijke stage dat het vrijwilligerswerk meer omvat dan werk bieden voor de werklozen. Hij geeft vervolgens aan dat hij hierdoor nu eerder geneigd is om vrijwilligerswerk te doen omdat zijn beeld van vrijwilligerswerk is veranderd. Hij benoemt als grootste verandering dat vrijwilligerswerk belangrijker is dan dat hij eerst dacht. Leerlingen 2 en 3 geven tevens aan dat zij willen helpen omdat ze het belangrijk vinden behulpzaam te zijn op plekken waar die hulp het meest nodig is. Leerling 2 zegt over dit onderwerp het volgende: “Nou ja, de overheid die bezuinigt toch wel op dit soort dingen voor gehandicapten en die gehandicapten die hebben natuurlijk ook geen inkomen en dus kunnen die ook geen mensen betalen om iets te organiseren voor hen. Ik vind het wel belangrijk dat die mensen dus ook wel wat te doen hebben want anders zitten ze ook maar alleen thuis. Vind ik ook niet goed.”. Tijdens de maatschappelijke stage van deze respondent heeft zij geleerd dat er veel wordt georganiseerd en geregeld voor gehandicapten. Zij heeft ervaren dat de gehandicapten hier belang bij hebben, maar dat er soms een tekort is aan vrijwilligers om alle plannen te realiseren. Om die reden vindt zij behulpzaam zijn en bijdragen aan de samenleving van belang. Vanwege dit oordeel en de waarde die zij daar aan hecht geeft zij aan vaker maatschappelijk te willen participeren. Een belangrijk resultaat dat naar voren komt uit deze uiteenzetting is de reden waarom leerlingen vaker maatschappelijk zouden willen participeren. De zeven respondenten die in dit onderzoek zijn bevraagd geven aan dat dit komt doordat er meer kennis is ontstaan over vrijwilligersorganisaties en non-profit instellingen. Door kennis hiervan en het ervaren van wat vrijwilligerswerk kan opleveren zowel voor de vrijwilliger zelf als voor de organisatie of samenleving is er bij deze respondenten een bewustzijn en een wil ontstaan om zelf ook een maatschappelijke bijdrage te leveren. Echter is het natuurlijk de vraag of dit in de toekomst daadwerkelijk plaats gaat vinden en of dit dan verband houdt met de maatschappelijke stageervaring. 3.2.2 VERWERKING VAN DE MAATSCHAPPELIJKE STAGE -ERVARINGEN OP SCHOOL Bekkers (2008) stelt dat de doelen van de maatschappelijke stage van tevoren bekend moeten zijn bij de leerlingen. Als de doelen onduidelijk zijn ervaren de leerlingen de stage als minder zinvol. De zeven respondenten van het Regius College locatie Oranjelaan zijn gevraagd om te beschrijven wat het doel is van de maatschappelijke stage. Zes van de zeven respondenten geeft aan dat het doel van de maatschappelijke stage is dat je leert om je in te zetten voor de maatschappij of voor anderen zonder dat je daar een financiële vergoeding voor krijgt. Leerling 6 weet niet precies wat het doel van de maatschappelijke stage is maar denkt dat het 32
gaat om het op doen van een nieuwe ervaring waar je bij je beroepskeuze profijt van hebt. Leerling 7 geeft aan dat een ander doel van de maatschappelijke stage is om werkervaring als vrijwilliger op te doen. Leerlingen 2 en 3 geven als aanvulling dat de maatschappelijke stage leerlingen moet stimuleren om maatschappelijk te participeren. Zichtbaar uit deze resultaten wordt dat alle respondenten de nadruk leggen op het doen van werk zonder daarvoor een financiële vergoeding terug te krijgen. Het doel zoals opgesteld door Bijsterveldt-Vliegenthart (2007) betreffende het ervaren hoe mooi het is om iets voor een ander te doen zonder daar iets voor terug te krijgen lijkt daarmee door de geïnterviewde leerlingen te worden onderschreven. De andere doelen (zie hst. 1.3.) die opgesteld zijn door het Regius College zelf worden niet genoemd. Alle respondenten zijn vervolgens gevraagd om uit te leggen waarom zij het wel of niet belangrijk vinden dat het Regius College aandacht besteedt aan deze doelen door het doen van de maatschappelijke stage. De respondenten geven aan dat zij het goed vinden dat school in het onderwijscurriculum aandacht besteedt aan de door hun genoemde doelen door middel van de maatschappelijke stage. Zij kwalificeren dit als relevant omdat leerlingen door de maatschappelijke stage een nieuwe ervaring op doen (in dit geval vrijwilligerswerk) die zij anders uit zichzelf niet zo snel zouden doen. Leerling 3 legt dit uit in het volgende fragment: “Nou ik vind dat eigenlijk wel goed van school. Ik vind het goed, want je leert kinderen meer omgaan eigenlijk met vrijwilligerswerk. Met wat je eigenlijk nooit zou doen. Maar als je het dan verplicht moet doen dan help je de mensen ook die dat nooit uit zichzelf zouden doen”. Zichtbaar wordt hier dat door de verplichte aard van de maatschappelijke stage er een nieuwe ervaring wordt opgedaan die anders misschien buiten beschouwing was gebleven. Vanuit de perceptie van de respondenten wordt dit als relevant beschouwd en zij onder andere nieuwe kennis hebben opgedaan en hebben ervaren dat er veel mensen en organisaties belang hebben bij vrijwilligerswerk. Begeleiding bij de voorbereiding en gedurende de maatschappelijke stage In de verschillende opvattingen van de respondenten is een algemene rode draad zichtbaar. Geen enkele leerling heeft moeite gehad met het vinden van een maatschappelijke stage. Het Regius College biedt veel verschillende mogelijkheden om een stageplaats te vinden. Zoals bijvoorbeeld de website van de maatschappelijke stage waar stageplekken worden aangeboden en de organisatie van de maatschappelijke stage markt. Daarnaast is het voor leerlingen ook een optie om zelf een maatschappelijke stageplaats te zoeken. Er wordt duidelijk dat het vinden van een stageplaats de respondenten weinig problemen heeft opgeleverd. De respondenten uitten zich positief over de mogelijkheden die het Regius College hen biedt. De achterliggende motivering is dat het moeilijk zou zijn een maatschappelijke stageplaats te vinden als het Regius College helemaal geen opties zou aanbieden. De respondenten hebben inspiratie geput uit de mogelijke stageplaatsen die worden aangeboden door het Regius College. Echter een belangrijk aandachtspunt is de perceptie van de respondenten dat de voorbereiding enkel bestaat uit het zorg dragen voor het vinden van een stageplaats. Op basis van die perceptie word er aangegeven dat het aan verdere voorbereiding ontbreekt zoals bijvoorbeeld het opstellen van persoonlijke leerdoelen. Leerling 5 geeft als verbeterpunt bij de voorbereiding aan dat er naast de presentatie die gegeven wordt door de organisatie van de maatschappelijke stage, er door leerlingen zelf moet worden opgeschreven wat zij willen gaan doen en leren in hun stage. Hij denkt dat dit misschien zou kunnen helpen om te begrijpen waarom de stage gedaan moet worden en wat je er voor jezelf uit zou kunnen halen. 33
Over de begeleiding vanuit school tijdens de maatschappelijke stage wordt door alle respondenten wederom één lijn getrokken. Volgens de respondenten was er geen tot bijna geen sprake van begeleiding gedurende de maatschappelijke stage. De respondenten reageren ontkennend op de vraag of er tijdens de lessen aandacht is besteed aan de activiteiten en ontwikkelingen van leerlingen tijdens hun maatschappelijke stage. De zeven leerlingen geven aan dat er voornamelijk tijdens de economie les van William Sintenie wel wordt gecontroleerd of leerlingen al een stageplek hebben gevonden en of zij voldoende uren stage hebben gelopen. Leerlingen 1, 3, 4, 5 en 6 geven aan dat zij wel graag begeleiding zouden krijgen gedurende de maatschappelijke stage. Met als voornaamste reden het bespreken van lastige situaties en problemen. Allen benoemden dat als er meer besproken wordt in de klas er geleerd kan worden van verschillende situaties. Er zouden tips en oplossingen kunnen worden gezocht voor eventuele problemen. In de onderstaande fragmenten geven twee leerlingen aan waarom het volgens hen belangrijk is dat er tijdens de maatschappelijke stage gesproken wordt over stage-ervaringen en eventueel lastige situaties. Leerling 4: “Ze mogen meer interesse tonen vind ik want nou het lijkt heel erg alsof ze het niet interesseert. Ik vind dat ze wel aan iedereen moeten vragen van wat vond jij goed wat vind je dat er moet verbeterd worden snap je? Dat ze dat gaan vragen dat zou ik wel goed vinden”. Leerling 5: “Nou je gaat dan toch nadenken over wat je doet en ja waarom je het eigenlijk doet. Dus ik denk dan dat wat ze over willen brengen met de maatschappelijke stage wel beter binnenkomt.” Leerling 4 legt het aandachtspunt op interesse en het verbeteren van de eigen handelingen tijdens de stage. Het geeft weer dat zij denkt dat hier winst in te behalen valt door te reflecteren. Leerling 5 richt zich meer op de doelen van het Regius College zelf. Hij is zich er bewust van dat de maatschappelijke stage meerdere doelen dient maar weet niet zeker welke dat precies zijn en waarom hij de maatschappelijke stage eigenlijk moet volbrengen. Door te reflecteren en te spreken over stage-ervaringen denkt hij dat de doelen meer bereikt kunnen worden bij leerlingen. Het bovenstaande hoofdstuk maakt duidelijk dat er vanuit het perspectief van de respondenten een aantal zaken nog ontbreken in de begeleiding tijdens de maatschappelijke stage. De leeropbrengst van de stage zou mogelijk vergroot kunnen worden door het bespreken van de doelen van de maatschappelijke stage en begeleiding bij het bespreken van lastige situaties. De respondenten geven aan dat de nadruk ligt op het volbrengen van de uren die er vastgesteld zijn voor de stage. Hoe de respondenten invulling gaven aan die uren is op het Regius College niet over gesproken of gereflecteerd. Voor een effectieve maatschappelijke stage waarbij alle doelen, die door het Regius College gesteld zijn, worden behaald is dit echter van cruciaal belang. De respondenten gaven dan ook aan dat er een behoefte is aan reflectie, met als voornaamste reden dat zij zichzelf en hun handelen dan kunnen verbeteren.. Evaluatie, feedback en nabespreken van de maatschappelijke stage Reflectie en evaluatie op de maatschappelijke stage blijkt uit voorgaande onderzoeken van van Goethem (2014), Bekkers (2008 en 2010) en Meijs (2010) een zeer belangrijk aspect voor de effectiviteit van stage. De respondenten uit dit onderzoek zijn gevraagd hoe en of zij hun activiteiten en/of lastige situaties geëvalueerd hebben. Alle respondenten hebben een logboek gebruikt bij het bijhouden van het aantal uren dat zij stage liepen. In dit logboek konden zij ook beschrijven welke activiteiten zij in die uren hadden gedaan. Dit logboek wordt vervolgens afgetekend door de stagebegeleider op de 34
maatschappelijke stage zelf. Aan de hand van het logboek wordt vervolgens door het Regius College gecontroleerd of de leerling de maatschappelijke stage naar behoren heeft afgerond. Deze manier van bewijzen wordt door alle respondenten als positief gekwalificeerd met als voornaamste reden dat er zo een minimale kans is dat iemand zijn maatschappelijke stage niet volbrengt. Het controle mechanisme van het logboek wordt dus als positief ervaren door de leerlingen. Het staat daarmee vast dat zij formeel gezien moeten reflecteren als afsluiting van de maatschappelijke stage. Uit de gesprekken met de respondenten blijkt echter dat de inhoud van het logboek van verschillende respondenten verschilt. Volgens leerlingen 1,2,3 en 6 dienden alleen de hoeveelheid uren ingevuld te worden. Terwijl leerlingen 4, 5 en 7 aangaven dat ook de activiteiten ingevuld moesten worden. De inhoud van het logboek wordt volgens de respondenten niet nabesproken en zij hebben geen feedback gekregen op de ingevulde logboeken. Zij geven aan dat de maatschappelijke stage in het algemeen niet wordt nabesproken maar alleen word afgetekend als voldoende of onvoldoende na het invullen van een evaluatieformulier. Hierin beschrijven leerlingen hoe zij hun stage beoordelen en ook wat zij geleerd hebben van de stage. Echter wist geen enkele van de respondenten waarom zij een evaluatieformulier moesten invullen. Het evaluatieformulier wordt niet nabesproken en is er geen aandacht besteed aan het belang van het invullen van het evaluatieformulier. De respondenten benoemden twee redenen waarom zij dit wel relevant zouden vinden. De eerste reden komt voort uit de behoefte aan bevestiging. De respondenten zouden graag willen weten of zij de maatschappelijke stage goed hebben gedaan en waarom. De tweede reden komt voort uit het willen weten van het nut van de handeling. Uit de resultaten blijkt dat er onder de respondenten verdeeldheid heerst over de invulling van het logboek. Vanuit de perceptie van de leerlingen draait de inhoud van het logboek enkel om de uren die daarin genoteerd en afgetekend worden. Vanuit de perceptie van de respondenten blijkt er dus een tekort aan feedback en nabespreking. Bredere maatschappelijke thema’s komen niet aan de orde. Hierin kan voorzichtig een verband worden gelegd met het perspectief van de leerlingen waarin er wordt gewezen op de weinige lestijd die wordt besteedt aan de bespreking van de maatschappelijke stage. Hierin staan wederom het aantal uren centraal en niet de inhoud. Het niet nabespreken of evalueren van de maatschappelijke stage lijkt bij de respondenten te leiden tot een klein inzicht in de bredere maatschappelijke betekenis van de stage en het eigen handelen. Het lijkt er daarnaast op dat de respondenten voornamelijk behoefte hebben aan bevestiging met betrekking tot het eigen handelen. 3.3 ANALYSE VAN DE VARIABELEN OP BASIS VAN DE LITERATUUR Het bovenstaande hoofdstuk (hst. 3.2) omschrijft alle resultaten die verkregen zijn uit het praktijkonderzoek. In dit hoofdstuk worden de meest centrale resultaten gekaderd en gekoppeld aan de belangrijkste punten uit het literatuuronderzoek. Hierbij is er wederom gekozen voor een indeling bestaande uit twee onderdelen, dit zijn dezelfde twee onderdelen waaruit ook de interviews en de resultaten zijn opgebouwd namelijk, de maatschappelijke stage-ervaring van de leerling en de verwerking van de maatschappelijke stage-ervaringen op school. De maatschappelijke stage-ervaring van de respondenten Betreffende de maatschappelijke stage-ervaringen van de leerling kan gezegd worden dat vrijwel alle leerlingen, met uitzondering van leerling 5, positief zijn over de maatschappelijke stage. De respondenten geven aan dat er zowel plus als minpunten zijn, maar over het 35
algemeen overheersen de pluspunten. Het verband tussen positieve maatschappelijke stageervaringen en burgerschap is in het theoretisch kader ingedeeld in drie categorieën, attitudes, gedrag en kennis. Hieronder zal een overzicht worden gegeven van de behaalde resultaten uit dit onderzoek met de koppeling naar het literatuuronderzoek betreffende naar attitudes, burgerschapskennis en burgerschapsvaardigheden. Attitudes De positieve beoordeling van de maatschappelijke stage door de respondenten zegt iets over de attitude van deze respondenten, attitudes worden aangeleerd en gevormd door positieve ervaringen. Betreffende attitudes toonde het onderzoek van Bekkers (2010) aan dat leerlingen die een maatschappelijke stage hebben volbracht vaak een positievere houding hebben ten op zichte van vrijwilligerswerk. De respondenten in dit onderzoek geven aan inderdaad positief te zijn over vrijwilligerswerk en later ook vrijwilligerswerk te willen doen. Hierbij is de term ‘volunteerability’ (Meijs, 2010) van belang. De respondenten uit dit onderzoek geven aan dat zij op dit moment geen tijd te hebben voor vrijwilligerswerk in verband met school, hobby’s en vrienden. Echter bestaat de wil om vrijwilligerswerk te doen er bij alle respondenten wel. Zij geven aan dat als zij later meer tijd hebben dat zij graag een bijdrage willen leveren aan de samenleving. De positieve ervaring van de respondenten met de maatschappelijke stage heeft geleid tot een positieve ontwikkeling en niet tot een levensgrote verandering, zoals beschreven door Meijs (2010) en Bekkers (2010). Je kunt je afvragen, hoewel alle leerlingen dit benoemen, of de leerlingen in de toekomst ook daadwerklijk een bijdrage leveren door maatschappelijke participatie in de vorm van vrijwilligerswerk. Mochten zij dit in de toekomst wel doen is het de vraag of die vrijwillige activiteiten samenhangen met de maatschappelijke stage-ervaring. Hoe komt het dat de respondenten, vanuit hun eigen perceptie positief zijn over maatschappelijke participatie en het doen van vrijwilligerswerk? Achterberg (2011) benoemde dat dit mogelijk kan komen door de verandering in beeldvorming, bij leerlingen, ten aanzien van vrijwilligerswerk door het doen van de maatschappelijke stage. Bij leerlingen 1,2,5,6 en 7 is hier sprake van, zij benoemen dat zij een beter inzicht hebben gekregen betreffende vrijwilligerswerk. Het bestaande beeld dat zij van vrijwilligerswerk hadden, bleek in de praktijk niet te kloppen. Tevens geven vrijwel alle respondenten aan zich, na het doen van de maatschappelijke stage, te beseffen dat vrijwilligerswerk leuker en belangrijker is dan zij eerst dachten. Dit besef komt voort uit wat de respondenten benoemen als leren. De respondenten geven aan kennis te hebben opgedaan over vrijwilligersorganisaties, de belanghebbenden en vrijwilligerswerk door het ervaren van vrijwilligerswerk in een nonprofitorganisatie naar keuze. Kennis Het opdoen van kennis wordt volgens alle respondenten relevant bevonden. Zij hebben vaak benoemd dat als er niets te leren valt dat het niet interessant of leuk is om een activiteit te doen. Betreffende de leeropbrengst zijn leerlingen daarom gevraagd om te beschrijven wat zij hebben geleerd van de maatschappelijke stage. Het perspectief van de respondenten betreffende de leeropbrengst van de maatschappelijke stage was verdeeld onder jongens en meisjes. Deze verschillen worden ondersteund door het onderzoek van Melchior (1997). Het is echter niet zo dat de effecten van de maatschappelijke stage groter of kleiner zijn door deze verschillen. Het aandachtspunt van jongens en meisjes ligt alleen elders. De jongens uit dit onderzoek leggen bij het leren vooral de nadruk op het opdoen van werkervaring met in het verlengde daarvan werkervaring in het maatschappelijk, 36
vrijwillige veld. Van de vier meisjes benoemen er twee dat zij over culturele verschillen geleerd hebben (leerlingen 3 en 4). De overige leerpunten van de bevraagde meisjes liggen met name op het punt van sociale vaardigheden zoals geduld, behulpzaamheid en initiatief nemen. Uit deze door de respondenten genoemde leerpunten kan geconcludeerd worden dat er met name aandacht is geweest voor het aanleren en uitbreiden van burgerschapsvaardigheden, zoals deze door Bekkers (2008) zijn beschreven. Deze instrumentele kennis is van belang voor actief burgerschap, maar volgens Maslowski (2010) zijn de basisvaardigheden niet voldoende om actief burgerschap te laten slagen. Ook kennis van andere culturen en de diversiteit van de Nederlandse samenleving is van belang om de maatschappelijke stage tot een succes te maken. De respondenten geven echter aan weinig in aanraking te zijn gekomen met een diversiteit aan culturen. Voorbereiding op het leven in een pluriforme samenleving lijkt daardoor vanuit het perspectief van de onderzoeksgroep niet geslaagd. Zij geven aan hier in Schagen ook geen mogelijkheden toe te hebben vanwege de voornamelijk autochtone inwonerspopulatie. Gedrag Zoals in het literatuuronderzoek is aangeduid is er een veronderstelling en een hoop dat de maatschappelijke stage effect kan hebben op het burgerschap van leerlingen door het aanleren van relevante vaardigheden en het zichtbaar maken van het belang van vrijwillige inzet zodat leerlingen ook daadwerkelijk zelf burgerschapsgedrag willen vertonen (Bekkers. 2008). Uit de interviews met de respondenten blijkt dat zij betreffende ‘volunteerability’ wel degelijk de wil hebben om burgerschapsgedrag te vertonen. De respondenten geven aan zij, door de maatschappelijke stage, nu meer inzicht hebben in wat vrijwilligerswerk is en inhoud. Leerlingen 2, 3 en 4 geven bijvoorbeeld aan dat zij hebben geleerd dat vrijwilligerswerk meer inhoud heeft dan dat zij eerst dachten en dat veel mensen een groot belang hebben bij vrijwilligerswerk. Daarnaast benoemen leerlingen 5 en 6 dat zij niet hadden gedacht dat er zoveel verschillende soorten vrijwilligerswerk en taken waren. Al deze leerlingen geven aan dat hun beeld ten op zichte van maatschappelijke participatie is veranderd en dat zij mede hierdoor later eerder burgerschapsgedrag willen vertonen. Verwacht gedrag De respondenten benoemen voornamelijk het ervaren van vrijwilligerswerk bij een door hun gekozen organisatie als belangrijkste reden voor deze verandering in beeldvorming. Of automatisch gedrag nu ook planmatig gedrag is geworden bij deze respondenten kan niet met zekerheid worden gesteld. De respondenten geven aan op latere leeftijd vaker actief en maatschappelijk te willen participeren, dit kan echter op dit moment niet worden gecontroleerd. Vandaar dat er betreffende gedrag, vanuit de resultaten uit dit onderzoek, alleen benoemd kan worden dat er inderdaad sprake is van een positieve tendens, maar niet dat de maatschappelijke stage heeft geleid tot een omschakeling van automatisch gedrag naar gepland gedrag. De verwerking van de maatschappelijke stage-ervaringen op school Bij het stimuleren van een positieve maatschappelijke stage-ervaring die verband houdt met burgerschap is het ten eerste belangrijk dat de doelen van de maatschappelijke stage van tevoren bekend moeten zijn bij de leerlingen. Als de doelen onduidelijk zijn, ervaren de leerlingen de stage als minder zinvol (Bekkers, 2008). De respondenten in dit onderzoek zijn daarom gevraagd om in hun eigen woorden uit te leggen wat het doel van de maatschappelijke stage is en wat zij van dit doel vinden.
37
Zes van de zeven respondenten benoemen alleen het kennismaken met een onbetaalde bijdrage aan de samenleving door vrijwilligersactiviteiten (Bekkers, 2008). De overige doelen zoals opgesteld door het Regius College worden niet genoemd door de leerlingen. Tevens geven de respondenten aan dat er niet gesproken is over deze doelen of bredere maatschappelijke kwesties zoals respect voor anderen of sociale verbondenheid. De respondenten wijzen vooral op het op doen van een nieuwe ervaring op het gebied van vrijwilligerswerk om actief burgerschap te stimuleren bij leerlingen. De respondenten geven aan dat zij dit als goed kwalificeren omdat leerlingen door de maatschappelijke stage een nieuwe ervaring op doen die niet uit eigen initiatief ontstaat. Het belang van begeleiding, feedback en reflectie Ondersteunende begeleiding vooraf, tijdens en bij de afsluiting van de stage in de vorm van het maken van een plan van aanpak, feedback en reflectie zijn volgens Bekkers (2008) en van Goethem (2014) essentiële voorwaarden voor de effectiviteit van de maatschappelijke stage. Hierdoor wordt de betekenis van de maatschappelijke stage meer herkend door leerlingen en zijn de ervaringen vaak positiever. Uit dit onderzoek blijkt dat het Regius College afdeling Oranjelaan volgens de respondenten een gestructureerde aanpak heeft bij het vinden van een maatschappelijke stage. Deze variëteit aan mogelijkheden worden door de respondenten gewaardeerd omdat zij het gevoel hebben op deze manier zelf initiatief te kunnen nemen en zelf een stageplek op basis van interesse te mogen uitkiezen. Betreffende de begeleiding gedurende en bij de afsluiting van de maatschappelijke stage zijn de respondenten kritischer. Volgens hen ligt de focus met name op het ‘doen’ van de maatschappelijke stage en het volbrengen van het aantal uren dat daarvoor gesteld is. Van de zeven respondenten geven vijf respondenten aan behoefte te hebben aan feedback en het bespreken van lastige situaties. Allen geven aan dat als er meer tijd wordt besteed aan de verwerking van de maatschappelijke stages dat zij er dan meer van kunnen leren en begrijpen. Daarnaast geven de respondenten aan dat zij om de maatschappelijke stage te kunnen afsluiten een logboek en een evaluatieformulier in moeten vullen. Het logboek blijkt uit het perspectief van de leerling echter een controlemiddel waarbij de nadruk niet ligt op inhoudelijke reflectie maar op de hoeveelheid uren die een leerling besteed heeft aan de maatschappelijke stage. De respondenten weten niet wat er met deze informatie gebeurt behalve dat de maatschappelijke stage daarna wordt afgetekend. De bevraagde respondenten geven aan wel behoefte te hebben aan feedback en reflectie. Met name om te kunnen leren van het eigen handelen en fouten te voorkomen. Vanuit uit het perspectief van de respondenten lijkt er sprake van een gebrek aan bevestiging. Er is sprake van onzekerheid of het eigen handelen juist is of aangepast moet worden. Om deze reden zouden de respondenten vaker over de maatschappelijke stages willen spreken en reflecteren. Van belang is dan dat er feedback wordt gegeven door een docent of organisator zodat de opbrengst van de maatschappelijke stage word verhoogd. Een belangrijk resultaat uit dit onderzoek is dat er volgens de meeste respondenten een tekort is aan begeleiding vanuit de school. Er is bij de meesten een behoefte aan feedback en reflectie om meer te leren over hun eigen handelen. Een ander punt wat niet genoemd is door de respondenten maar waar wel op wordt gewezen door van Goethem (2014) is dat het terugkoppelen van leermomenten en hier feedback op krijgen belangrijk is voor het succes van de stage omdat de betekenis van de stage in een breder maatschappelijk kader dan meer herkend kan worden door de leerlingen.
38
4. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 4.1. INLEIDING In dit hoofdstuk worden de conclusie en aanbevelingen naar aanleiding van dit onderzoek besproken. Hoofdstuk 5.2 is gewijd aan het concluderend antwoord op de hoofdvraag gekoppeld aan het theoretisch kader. In hoofdstuk 5.3 wordt vervolgens aandacht besteedt aan de aanbevelingen voor vervolgonderzoek op basis van dit onderzoek, wederom vindt hier een koppeling met het theoretisch kader plaats. Tot slot is er in hoofdstuk 5.4 aandacht voor reflectie: de leeropbrengsten van- en verbeterpunten voor dit onderzoek. 4.2 CONCLUSIE In dit hoofdstuk worden er conclusies getrokken uit het onderzoeksmateriaal over de vraag: ‘Wat zijn de ervaringen en opbrengsten van de maatschappelijke stage volgens 3TL leerlingen van het Regius College Schagen?’ Uit het onderzoeksmateriaal vanuit de literatuurstudie en het praktijkonderzoek blijkt dat ervaringen en opbrengsten van elkaar gescheiden kunnen worden in twee subcategorieën namelijk: de maatschappelijke stage-ervaring van de leerling en de verwerking van de maatschappelijke stage-ervaring op school. Betreffende de maatschappelijke stage-ervaring van de leerling kan gesteld worden dat de respondenten positieve maatschappelijke stage-ervaringen hebben opgedaan. Hiervoor benoemen zij dezelfde punten die René Bekkers (2008, 2010) in zijn onderzoeken naar de maatschappelijke stage vaststelt. Echter zijn de achterliggende motiveringen van de respondenten omtrent deze positieve beoordeling in dit onderzoek ook in kaart gebracht. Zo benoemen de respondenten onder andere termen als gezelligheid; de sfeer op de stageplaats moet goed zijn anders wordt er niet met plezier gewerkt. Het gevoel van nut; actief bijdragen door middel van taken waarvan het resultaat zichtbaar is worden positief gewaardeerd onder de respondenten. Taken die hier niet aan voldoen worden gezien als saai en nutteloos vanwege het gevoel van de respondenten dat hun hulp dan ook elders van belang zou kunnen zijn. Van de ervaring kunnen leren, is volgens de respondenten relevant omdat het verkrijgen van nieuwe kennis of vaardigheden bijdraagt aan de eigen ontwikkeling. Het is volgens de respondenten niet alleen belangrijk om vrijwilligerswerk voor anderen te doen maar ook om jezelf te ontwikkelen. De vrijheid om je eigen stageplek te kiezen is volgens de respondenten belangrijk omdat het volgens hen goed is om inzet te tonen in een organisatie waarin de eigen sterke punten, interesses en waarden naar voren komen. Dit is voor hen bepalend voor de inzet en de wil bij het doen van de maatschappelijke stage. Er is bij de methodiek benoemd dat het moeizaam was om voldoende jongens te vinden die de maatschappelijke stage al hadden afgerond. Er bestaat dan ook een mogelijkheid dat het bovenstaande beeld anders had kunnen zijn als er meer jongeren waren geïnterviewd die de stage nog niet hadden afgerond. Het zou zo kunnen zijn dat de jongeren die de maatschappelijke stage al volbracht hebben, positiever zijn over de maatschappelijke stage dan de jongeren die de stage hebben uitgesteld. Een andere opbrengst van dit onderzoek is de bevinding van een achterliggende reden voor de positieve tendens ten opzichte van maatschappelijke participatie, die gepaard lijkt te gaan met het doen van de maatschappelijke stage. De voornaamste reden die de respondenten zelf 39
aandragen voor deze tendens, is de verandering in beeldvorming door de opgedane kennis over vrijwilligersorganisaties en vrijwilligerswerk door het ervaren van vrijwilligerswerk in een non-profitorganisatie naar keuze. De leeropbrengst van de maatschappelijke stage lijkt vanuit de resultaten van het praktijkonderzoek beperkt te blijven tot het aanleren van relevante burgerschapsvaardigheden. Vanuit de perceptie van de respondenten kan een reden hiervoor mogelijk gevonden worden in de beperkte aandacht en tijd die er wordt besteed aan de bespreking en evaluatie van de maatschappelijke stage tijdens de lessen. Voornamelijk het ‘doen’ van de stage en het volbrengen van het aantal uren krijgen volgens de respondenten de aandacht. Reflectie en feedback zijn echter aandachtspunten die door meerdere onderzoekers in het literatuuronderzoek, zoals René Bekkers (2010), Anne van Goethem (2014) en Meijs (2010), worden onderschreven. Het ontbreken van reflectie en feedback momenten lijkt, bij deze respondenten, van invloed te zijn op de burgerschapskennis, die het Regius College locatie Oranjelaan tracht over te brengen middels de maatschappelijke stage. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de bevraagde respondenten moeite hadden met het beantwoorden van vragen die verder gaan dan het eigen handelen. Er wordt aangegeven dat er niet is gesproken over lastige situaties of bredere maatschappelijke kwesties zoals respect voor anderen, sociale verbondenheid of de voorbereiding op het leven in een pluriforme samenleving. Een veronderstelling uit dit onderzoek is dan ook; dat door het ontbreken van het aspect reflectie en terugkoppeling de bredere betekenis van maatschappelijke kwesties en de doelen van de maatschappelijke stage, zoals opgesteld door het Regius College, niet onder woorden gebracht kunnen worden door de respondenten omdat hier tijdens de lessen volgens de respondenten geen aandacht aan is besteedt. Voornamelijk de doelen omtrent het opdoen van positieve ervaringen met, het dragen van verantwoordelijkheden, het tot nut zijn voor de gemeenschap, het zich oriënteren op de naaste omgeving en het stimuleren van participatie binnen en buiten de school lijken daarmee geslaagd. De doelen betreffende besluitvorming en initiatief lijken nog discutabel omdat er door meerdere respondenten wordt aangegeven dat zij geen tot weinig inspraak hadden in de taken die zij uitvoerden. Hierbij moet wel gesteld worden dat ook dit niet van invloed is geweest op het plezier waarmee deze respondenten hun maatschappelijke stage hebben volbracht. Door ondersteunende begeleiding aan te bieden gedurende het proces van de maatschappelijke stage en aandacht te besteden aan reflectie en feedback op het logboek zouden de doelen van de maatschappelijke stage zoals opgesteld door het Regius College mogelijk in een meer bewustere mate behaald kunnen worden. Hier wordt mee bedoeld dat het de veronderstelling van de onderzoeker is dat als de leerlingen bewuster en actiever bezig zijn met het leerproces gedurende het gehele proces van de maatschappelijke stage, dat de effecten van de maatschappelijke stage mogelijk vergroot worden. In conclusie kan gesteld worden dat de respondenten uit dit onderzoek een inzicht hebben gegeven in de achterliggende redenen omtrent de keuzes die zij maken en de beoordeling die zij geven aan de maatschappelijke stage. Daarnaast is er vanuit de perceptie van deze respondenten vastgesteld dat er een behoefte is aan meer inhoudelijke begeleiding tijdens het proces van de maatschappelijke stage. Er valt vanuit het perspectief van de respondenten nog winst te behalen met betrekking tot de leeropbrengst en het bereiken van de doelen van de maatschappelijke stage door inhoudelijke begeleiding, feedback en reflectie. 40
4.3 AANBEVELINGEN De bruikbaarheid van dit onderzoek leent zich ten eerst voor het opzetten van vervolgonderzoek. Ten tweede kan het Regius College, afdeling Oranjelaan, door de resultaten van dit onderzoek mogelijk een nieuwe overweging maken betreffende de begeleiding bij de maatschappelijke stage om de opgestelde doelen, voor de maatschappelijke stage, in een grotere mate te bereiken bij de leerlingen. Op deze manier kan de maatschappelijke stage als invulling van het burgerschapsonderwijs meer bijdragen aan de burgerschapsontwikkeling van de leerlingen. Dit onderzoek kan in dat opzicht beschouwd worden als een verkennend onderzoek naar de ervaringen en opbrengsten van de maatschappelijke stage. In dit hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek op basis van de met dit onderzoek behaalde onderzoeksresultaten. De veronderstelling van de onderzoeker uit de resultaten van het praktijkonderzoek dat de opbrengst van de maatschappelijke stage mogelijk vergroot kan worden door een meer gestructureerd lesprogramma (waarin begeleiding, feedback en reflectie centraal staan) omtrent de maatschappelijke stage, kan niet hard gemaakt worden met de verkregen resultaten uit dit onderzoek. Op basis van de door de respondenten gemaakte opmerkingen blijkt wel dat er onder deze respondenten een gedeelde behoefte is aan een meer gestructureerde begeleiding tijdens en bij de afsluiting van de maatschappelijke stage. Gezien dit resultaat is het raadzaam een vervolgonderzoek te overwegen waarbij ten eerste een substantieel grotere onderzoekspopulatie wordt onderzocht. De resultaten uit dit onderzoek lenen zich niet voor algemene, schoolbrede uitspraken over ervaringen en opbrengsten van leerlingen van het Regius College, vanwege het formaat van de onderzoekspopulatie. Ten tweede zou er bij een vervolgonderzoek onderzocht kunnen worden of de veronderstelling van de onderzoeker uit dit onderzoek kloppend is. Zoals gezegd kan de veronderstelling die is ontstaan niet hard gemaakt worden met de resultaten uit het praktijkonderzoek. Om dit te onderzoeken is het van belang dat niet alleen de ervaringen en opbrengsten volgens leerlingen gemeten worden maar dat ook de organisatoren van de maatschappelijke stage in beschouwing worden genomen. De organisatoren van de maatschappelijke stage op het Regius College zijn in dit onderzoek buiten beschouwing gebleven. Onderzocht kan worden wat volgens de organisatie de opbrengsten van de maatschappelijke stage zouden moeten zijn en op welke manieren deze getracht bereikt te worden in de lespraktijk op het Regius College zelf. De combinatie van deze twee punten geeft mogelijk een breder inzicht in de ervaringen en opbrengsten van de maatschappelijke stage. De opbrengsten van een vervolgonderzoek kunnen mogelijk praktische aanbevelingen ter verbetering van de maatschappelijke stage zijn, die op basis van dit onderzoek niet gedaan kunnen worden. Hierdoor kan er voor de organisatie van de maatschappelijke stage op het Regius College en de leerlingen van het Regius College, mogelijk duidelijker in beeld worden gebracht wat er behouden kan worden en wat mogelijke verbeterpunten zijn betreffende de maatschappelijke stage op het Regius College.
41
4.4 REFLECTIE Als afsluiting van dit onderzoek wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteedt aan de leerwinst van dit onderzoek voor de student waarbij de onderzoeksvaardigheden en de kwaliteit van het onderzoek volgens de student centraal staan. De leerwinst van dit onderzoek is naar mijn mening voornamelijk het op doen van ervaring in het onderzoeksveld. Dit onderzoek is tot stand gekomen met vallen en opstaan waarbij ik steeds mijn verwachtingen en doelen met betrekking tot het doen van onderzoek heb moeten bijstellen. Het doen van een kwalitatief onderzoek heb ik nooit onderschat. Er zijn veel valkuilen waar rekening mee gehouden moet worden zoals de subjectiviteit van de onderzoeker, het zogenoemde interviewer gedrag en het bewaken van de objectiviteit van het onderzoek bij het verwerken van de verkregen gegevens. Het schrijven van het literatuuronderzoek en het afnemen van de interviews is in mijn ogen het meest ingewikkelde aspect van dit onderzoek. Het verkrijgen en beschrijven van de juiste en noodzakelijke informatie zijn onderzoeksvaardigheden waarin ik mij heb kunnen ontwikkelen. Gedurende de afname van de interviews en het herschrijven van mijn theoretisch kader werd dit echter steeds makkelijker. De uitspraak ‘oefening baart kunst’ is daarom voor mij een belangrijk thema geweest gedurende het proces van het onderzoek doen. Met betrekking tot de kwaliteit van het onderzoek denk ik te kunnen stellen dat ik van een grondige aanpak houd. Om mijn eigen subjectiviteit te bewaken heb ik er daarom voor gekozen om alle interviews te transcriberen en vervolgens te coderen. Zo is getracht om zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid van de respondent te blijven. Mijn grote valkuil is dat ik daarmee de deur voor mijzelf heb opengezet om een grote hoeveelheid aan variabelen te bespreken in hoofdstuk 3.2. Het scheiden van hoofd en bijzaken is daarmee pas van start gegaan in hoofdstuk 3.3. Opgemerkt kan worden dat er getracht is recht te doen aan alle opvattingen, ervaringen en meningen van respondenten. Hierin schuilt ook een verbeterpunt, in een mogelijk vervolgonderzoek of een volgend onderzoek zou ik waarschijnlijk kiezen voor nog minder variabelen. Hoewel het onderwerp in mijn ogen goed is afgebakend heb ik opgemerkt dat mijn interviews uit veel onderdelen bestonden. Met minder variabelen is het misschien mogelijk om nog meer recht te doen aan de verkregen informatie.
42
5. DISCUSSIE 5.1 INLEIDING In het hoofdstuk discussie worden er een aantal beperkingen van dit onderzoek besproken. In hoofdstuk 4.2 worden de valkuilen en betrouwbaarheid van het onderzoek aangekaart. Vervolgens wordt er in hoofdstuk 4.3 in gegaan op de validiteit en kwaliteit van het onderzoek. Tot slot wordt in hoofdstuk 4.4 aandacht besteedt aan de reikwijdte en de bruikbaarheid van het onderzoek. 5.2 VALKUILEN EN BETROUWBAARHEID Kwalitatief onderzoek heeft als voordeel dat er doorgevraagd kan worden waardoor diepere achterliggende gedachtes en gevoelens naar voren kunnen worden gehaald. Hierdoor wordt er een variëteit aan rijke data verkregen die met kwantitatief onderzoek achterwege zou blijven. Door de diepere ervaringen en gevoelens van personen naar boven te halen blijft kwalitatief onderzoek dan ook dichtbij de werkelijkheid van deze persoon zelf. Betrouwbaarheid kan dan worden geproduceerd als bij herhaling dezelfde data wordt geconstateerd. Dit onderzoek is uitgevoerd door een onderzoeker met weinig ervaring in het afnemen van interviews. Het pilot-interview stond daarom in het teken van interviewtechnieken en het achteraf evalueren van de interview vragen. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat het onderzoek in het teken zou staan van de interpretatie van de onderzoeker is er voor gekozen de interviews op te nemen met een geluidsrecoder om deze vervolgens te transcriberen en te coderen. De gedane uitspraken van de respondenten zijn daardoor minimaal aan de interpretatie van de onderzoeker onderhevig en er is zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid van de respondenten gebleven. Een ander punt die de betrouwbaarheid van het onderzoek kan ondermijnen is het gebrek aan een onafhankelijke codeur. De codering is wel besproken met Michiel Zonneveld. Er zijn hier geen wijzigingen in aangebracht na dit overleg. De valkuilen van het onderzoek zijn voornamelijk te vinden in het achterhalen van diepere gevoelens en ervaringen van de respondenten. Sommige respondenten geven heel uitgebreid antwoord terwijl anderen met een korte zin antwoord geven. Het doorvragen op essentiële punten voor dit onderzoek was dan ook van groot belang, maar soms lastig te bewerkstelligen. Dit kan te maken hebben met de sfeer tijdens het interview, een situatie die bij de onderzoeker onbekend is, de vragen van de interviewer zelf of de persoonlijkheid van de respondent (introvert/extravert). Een andere beperking van het onderzoek is de hoeveelheid respondenten. Voor dit onderzoek zijn er zeven respondenten geïnterviewd met als enig echt selectiecriterium dat zij de maatschappelijke stage moesten hebben afgerond. In de praktijk bleek al gauw dat het niet haalbaar was om voldoende jongens te vinden met een afgeronde maatschappelijke stage. Uiteindelijk is er daarom gekozen voor een bijstelling van de selectiecriteria waardoor er een extra jongen toegevoegd kon worden aan het aantal respondenten. Er zijn vier meisjes en drie jongens geïnterviewd Met de hoeveelheid respondenten die in dit onderzoek zijn gebruikt kunnen geen algemene, schoolbrede uitspraken worden gedaan over de maatschappelijke stage. Wel geeft dit onderzoek een beeld van de ervaringen en opbrengsten van de maatschappelijke stage volgens de geïnterviewde leerlingen.
43
5.3 VALIDITEIT EN KWALITEIT In dit onderzoek is getracht om de validiteit en kwaliteit van het onderzoek te vergroten door de interviews met de respondenten op te nemen, te transcriberen en te coderen. Zoals gezegd komt dit ook de betrouwbaarheid ten goede omdat de interpretatie van de subjectieve onderzoeker op deze manier zoveel mogelijk naar de achtergrond wordt geplaatst. Een ander belangrijk aandachtspunt bij de validiteit en kwaliteit van dit onderzoek is het risico op sociaal wenselijke antwoorden. Tijdens de interviews is zoveel mogelijk getracht om de diepere gevoelens en ervaringen van respondenten naar voren te halen. Doorvragen op antwoorden en het stellen van controlevragen waren daarom van groot belang om de sociale wenselijke antwoorden zoveel mogelijk te filteren van de echte mening van de respondent. Bij het afnemen van de interviews bleek echter dat de respondenten zich voldoende op hun gemak voelde om ook een kritische blik te werpen op de maatschappelijke stage. Een mogelijke verklaring hiervoor is de vrijwillige deelname van de respondenten aan dit onderzoek. Hoewel er getracht is om sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen door het stellen van onder andere controlevragen, is dit nooit een garantie om sociale wenselijkheid te voorkomen. Bij interviews kan er sprake zijn van een druk bij respondenten om goed over te komen op de interviewer. Het gebrek aan anonimiteit tijdens een interview kan hiervoor een reden zijn. 5.4. REIKWIJDTE EN BRUIKBAARHEID Dit onderzoek is een eerste verkenning van de ervaringen en opbrengsten van de maatschappelijke stage volgens 3TL leerlingen van de Oranjelaan. Dit onderzoek is niet direct te vertalen naar andere leerlingen van het Regius College, afdeling Oranjelaan, aangezien de hoeveelheid respondenten niet representatief zijn om algemene, schoolbrede uitspraken te doen. Dit betekent dat de bruikbaarheid van dit onderzoek zich voornamelijk zal lenen voor het opzetten van nieuw onderzoek om sterkere bewijzen te vinden voor de resultaten die in dit onderzoek zijn behaald. Het bovenstaande betekent echter niet dat het onderzoek helemaal geen bijdrage kan leveren. Er kunnen voor het eerst voorzichtig verbanden worden gelegd tussen de verschillende meningen en opvattingen van 3TL leerlingen van de Oranjelaan, betreffende de maatschappelijke stage op de punten maatschappelijke stage-ervaringen en de verwerking van de maatschappelijke stage-ervaringen op school.
44
6. BIBLIOGRAFIE Achterberg. N. (2011). Maatschappelijke stage: Maakt bekend bemind? Een verkennend kwalitatief onderzoek naar de inrichting en het rendement van maatschappelijke stage door en voor stagebiedende organisaties. Utrecht: masterthesis sociologie. Universiteit Utrecht. Bekkers. R. (2008). Evaluatieonderzoek maatschappelijke stage. Universiteit Utrecht: Faculteit Sociale Wetenschappen. Bekkers, R., Spenkelink, S., M. Ooms & T. Immerzeel. (2010). Maatschappelijke Stage en Burgerschap; Rapportage Schooljaar 2008-2009. Utrecht: Sociologie Universiteit Utrecht. Bijsterveldt-Vliegenthart. M. Ministerie van Onderwijs Cultuur & Wetenschap. (2007) Samen leven kun je leren. Plan van aanpak voor de invoering van de maatschappelijke stage in het Voortgezet Onderwijs. Den Haag Goethem. A. (2014). Me, Myself, and my Community. Antecedents, Processes, and Effects of Adolescent Volunteering. Proefschrift Universiteit Utrecht. Leverink. R. (2013). Leerplanontwikkeling.
Werk
maken
van
burgerschapsonderwijs.
Stichting
Maslowski, R et al (2010). Eerste bevindingen van International Civic and Citizenship Education study. Rapportage voor Nederland. Groningen: GION. Meijs, L.C.P.M. (2010). De praktijk leert. Een uitgebreide tussenstand na 2 jaar invoering van de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Melchior. A. (1997). National evaluation of Learn and Serve America school and community based programs: interim report. Waltham, MA: Brandeis University, Center for Human Resources and Abt Associates. Moederscheim. S. (2006) Communicatie als strategisch managementinstrument in Universitaire Medisch Centra: een explorerend onderzoek. Erasmus Universiteit Rotterdam. Communicatie en gedragsbeïnvloeding. Nieuwelink. H. (2012). Empirisch onderzoek naar de mate van burgerschap en de impact van onderwijs. Burgerschapsvorming en de maatschappijvakken. Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken. Onderwijsraad . (2012). Verder met Burgerschap in het onderwijs. Den Haag: Deltahage grafische dienstverlening. Regeerakkoord VVD & PvdA. (2012). Bruggen slaan. (pp. 51 punt 20: afschaffen wettelijk verplichte maatschappelijke stages) Den Haag. Sintenie. W. (2009). Actief burgerschap binnen het VMBO. In opdracht van Regius College Schagen. 45
Vries, A., de, Modde, N. & Stoeller, T. (2004). Attitudes en overredende communicatie (hoofdstuk 8). In Vonk, R. (ed), Sociale psychologie. (pp. 376-389). Groningen: Wolters Noordhoff. CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Kennis Centrum Maatschappelijke Maatschappelijke stage. Geraadpleegd op 2-04-2014 http://www.maatschappelijkestage.nl/over-maatschappelijke-stage/achtergrond/
stage. van:
Moerman. G. (2010). Het Goede Open Interview. Geraadpleegd op 18-04-2014, van: http://sociologiemagazine.nl/artikel/het-goede-open-interview Onderwijsinspectie. (2010). Actief burgerschap en sociale integratie. Geraadpleegd op: 1302-2014, van: http://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/nieuwsbrieven/details/Actief+burgerschap+en+socia le+integratie.html Rijksoverheid. Maatschappelijke stage. Geraadpleegd op 2-04-2014 van: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voortgezet-onderwijs/vraag-en-antwoord/wat-iseen-maatschappelijke-stage.html Steunpunt Diversiteit en Leren. Universiteit Gent (2008) Evalueren om te leren. In opdracht van Proeftuinen departement Onderwijs. Geraadpleegd op: 26-03-2014 en 27-03-2014. http://www.diversiteitenleren.be/sites/default/files/Evalueren_om_te_leren_0.pdf
46
7. BIJLAGEN BIJLAGE 1: INTERVIEW LEIDRAAD Interview leerlingen 3TL Effecten van de maatschappelijke stage Algemeen: 1) Wat is je naam? 2) In welke klas zit je? 3) Welk vakkenpakket heb je op dit moment? (Techniek, Zorg en Welzijn, Economie, Landbouw) Deel 1: Maatschappelijke stage-ervaringen Waar vond je maatschappelijke stage plaats? Je hebt je maatschappelijke stage uitgevoerd bij … Kende je deze organisatie al voor je er op maatschappelijke stage ging? Kun je iets vertellen over de organisatie waar je stage hebt gelopen? Uit welke taken bestaat/bestond je maatschappelijke stage? Heb je meer of minder tijd aan de maatschappelijke stage besteed dan moest van school? Hoeveel uur moest je eraan besteden en hoeveel uur heb je meer/minder gedaan? Mocht jij zelf bepalen waar je maatschappelijke stage plaatsvond of heeft school/iemand anders dat bepaalt? In hoeverre ben je tevreden over de maatschappelijke stage die je hebt gedaan of waar je mee bezig bent? Waar ben je precies tevreden of ontevreden over?Zou je iets willen veranderen aan de maatschappelijke stage? Wat vond je het nuttigst aan je maatschappelijke stage? En wat juist niet? Zag je de maatschappelijke stage als een verplichting en waarom? Denk je dat je naar aanleiding van deze stage je meer gaat inzetten voor vrijwilligerswerk? (doorvragen naar verenigingen en non-profit organisaties) Wil je aangeven in hoeverre je het eens/ oneens bent met de volgende stellingen: (Tijdens beantwoorden doorvragen over motieven, redenen en om uitleg vragen: waarom vond je de stage leuk of niet leuk etc.) Helemaal Niet mee Mee eens Helemaal niet mee eens mee eens eens Neutraal Ik vond het erg leuk om de maatschappelijke stage te doen. Ik vond dat ik op mijn stageplek weinig verantwoordelijkheid kreeg. Ik heb met veel verschillende 47
mensen te maken gehad tijdens mijn maatschappelijke stage. Ik wil zeker nog vaker vrijwilligerswerk doen. Tijdens mijn maatschappelijke stage kon ik mijn talenten slecht inzetten. Mijn maatschappelijke stage was interessant. Ik heb veel geleerd van mijn maatschappelijke stage. Deel 2:Verwerking van de stage-ervaringen op school Wat is volgens jou het doel van de maatschappelijke stage? Kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden, uitvoeren en nabespreken van de maatschappelijke stage? Hoe moest jij bewijzen dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan? (verslag, logboek?) Hoeveel tijd is er tijdens de mentorlessen besteedt aan de maatschappelijke stage? (op welke manier, wat is er besproken, voorbereiding etc.) Wat voor lastige situaties ben je tegen gekomen tijdens je maatschappelijke stage? Heb je deze situaties op school besproken? Heb je van school uit de mogelijkheid gekregen om je stage/plaats te beoordelen d.m.v. een evaluatieformulier? (zo ja, weet je wat daarmee gedaan is (heb je terugkoppeling gehad?), zo nee, lijkt je dat zinvol en waarom?) Wil je aangeven in hoeverre je het eens/ oneens bent met de volgende stellingen: (Tijdens beantwoorden doorvragen over motieven, redenen en om uitleg vragen: waarom vond je de stage leuk of niet leuk etc.) Helemaal niet Niet mee eens mee eens
Mee eens Neutraal
Helemaal mee eens
Op school is de maatschappelij ke stage uitvoerig voorbereid. 48
Ik heb veel respect gekregen voor andere mensen door het doen van de maatschappelij ke stage. Ik snap niet waarom ik de maatschappelij ke stage moest doen. Ik heb veel feedback gekregen op mijn werk tijdens en bij de afsluiting van mijn maatschappelij ke stage.
49
BIJLAGE 2: PILOT INTERVIEW Pilot Interview 18-04-2014 Lengte: 24:38 minuten SZ: Volgens mij doet ie het nu, ik mag er niet meer aanzitten nu want dan zit er ruis in. Uhm maar we gaan een pilot interview doen over de maatschappelijke stage en dan mag jij eventjes vertellen hoe je heet, in welke klas je zit en welk vakkenpakket je hebt. LL: Ja, okey, ik ben Marit van Wijk ik zit in 4T5, ik heb het vakkenpakket economie met muziek, frans, economie en wiskunde. SZ: Helemaal goed LL: SZ: Waar vond je maatschappelijke stage plaats? LL: Ik heb cabaret op school gedaan, dat viel onder binnenschoolse maatschappelijke stage en ik heb geholpen bij een musical op een buitenschoolse opvang. SZ: Je hebt je maatschappelijke stage uitgevoerd bij de buitenschoolse opvang. Kende je deze organisatie al voor je er op maatschappelijke stage ging? LL: Nee SZ: En hoe ben je daar terecht gekomen? LL: Via de site van de maatschappelijke stage. SZ: Van school? LL: Van de website ja SZ: Van de website, en kun je iets vertellen (volgende vraag) Kun je iets vertellen over de organisatie waar je stage hebt gelopen? Want je hebt binnen school heb je stage gelopen LL: Ja SZ: En je hebt dus buiten school geholpen met een musical en kun je over allebei iets vertellen, wat je hebt gedaan daar? LL: Uh, bij cabaret dan begin je in september en dan maak je met z’n allen een soort show, je maakt zelf stukjes. Daar bouw je de hele show mee op en dan oefen je tot en met maart op elke dinsdag en tegen februari aan dan ga je steeds meer oefenen. Dan in februari dan uhm dan heb je de hele week voorstellingen en dan is het eigenlijk klaar, dan is de maatschappelijke stage daarvoor ook afgesloten. SZ: En de musical? Dat was een andere organisatie, dat was buiten school om LL: Ja SZ: Was dat verplicht? LL: Ja, die, het is 10 uur binnen school en dan moet je echt 20 uur buiten school stage lopen. SZ: En wat voor organisatie was dat? LL: Uhm BSO Groeneweghal dat was gewoon van kinderen uit groep 7 en 8 en die gingen een musical doen en daar moesten wij bij helpen. SZ: En wat waren dan je taa, kreeg je taken of mocht je zelf bedenken? Uit welke taken bestaat/bestond je maatschappelijke stage? LL: Ja, we mochten zelf gewoon bedenken, we kregen wel het script enzo maar die kinderen hadden al een rol toegewezen gekregen en voor de rest moesten wij dan gewoon helpen. Gewoon aanwijzingen geven, tips geven, helpen met zingen enzo SZ: En dat mocht je zelf indelen dus? 50
LL: Ja SZ: Dat is wel erg leuk LL: Ja (lacht) SZ: Heb je uiteindelijk meer of minder tijd aan de maatschappelijke stage besteed dan moest van school? Want je hebt dus 10 uur met cabaret, nou dat zal iets meer geweest zijn LL: Dat is echt heel veel uur geweest, ja. SZ: Maar daar mocht je 10 uur voor rekenen en bij de andere organisatie heb je daar meer of minder uur dan 20 uur bij besteedt LL: Uh, ik denk zowat wel 40 uur SZ: Zo! LL: Dus ik heb echt heel veel eraan besteedt SZ: Ik wil net zeggen! En hoeveel dagen in de week ging je daar dan naar toe? LL: Uh, in het begin gingen we 1 uur in de week, dat was vanaf oktober denk ik en in maart was het en dan was het 1 uur in de week en de laatste week gingen we elke dag voordat het opgevoerd werd. SZ: Ja en je had het over een website, mag je zelf bepalen waar je je maatschappelijke stage doet Mocht jij zelf bepalen waar je maatschappelijke stage plaatsvond of heeft school/iemand anders dat bepaalt? LL: Uh, als je zelf nog de tijd hebt dan uh dan mag je het zelf uitkiezen als de tijd er nog voor is (grinnikt) SZ: Als de tijd er nog voor is? LL: Ja, als je het zeg maar te laat doet dan uh krijg je een plek toegewezen SZ: Dan krijg je een plek toegewezen, en de website, stonden daar veel mogelijkheden op? Had je veel keuze? LL: Ja, maar dit sprak mij het meeste aan natuurlijk omdat ik ook met cabaret al zat enzo ja SZ: Ja, dat snap ik en zag je het als een verplichting om de maatschappelijke stage te doen? LL: Ja, want eigenlijk, kijk het had helemaal niet gehoeven want cabaret deed ik gewoon voor mezelf en dat was een mazzeltje dat ik dat mee kon rekenen maar die musical dat heb ik echt zelf opgezocht omdat ik niet m’n cabaret uren ervoor mocht rekenen, voor alles dus toen heb ik dat maar erbij gedaan. SZ: En zou je dat anders ook doen? Je weet nu van die organisatie denk je dat je naar aanleiding van deze stage je meer gaat inzetten voor vrijwilligerswerk? LL: Misschien als het met kinderen was geweest die ik wel kende maar anders niet SZ: Okey, ja want uhm je hebt natuurlijk vrijwilligerswerk gedaan en zou je je op andere gebieden dan wel inzetten? Voor vrijwilligerswerk? LL: Nou ik denk het zelf niet, nee SZ: Waarom niet? LL: Nou ik heb het al druk genoeg met andere dingen en ik vind het eigenlijk, er zijn vast wel andere mensen die dat wel met plezier doen en ik denk niet dat ik daar veel plezier aan zou beleven ofzo. SZ: Maar heb je het wel leuk gehad? LL: Ik heb het bij de musical heel leuk gehad, maar dat kwam omdat mij dat ligt, ja SZ: En in datzelfde gebied zou je dan niet nog LL: Ja misschien als ik er tijd voor heb dan zou ik dat zeker doen ja. Maar ja maar als het echt verplicht zou zijn dan zou ik het niet doen denk ik, nee. 51
SZ: Want je hebt een bijbaantje en nog school LL: Ja en dan soms ook nog wel eens zaterdag en zondag erbij en dan ben je zo uh SZ: Dus het is vooral tijd dat een probleem is en niet de wil LL: Ja SZ: Ik heb een aantal stellingen voor je en ik wil je vragen of je de stelling wilt voorlezen en dan wil aangeven.. Leerling leest stelling voor Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. ‘Ik vond het erg leuk om de maatschappelijke stage te doen.’
LL: Mee eens SZ: Okey en dan wil ik graag weten waarom je het er mee eens bent want het viel binnen jouw interesse LL: Ja SZ: Je mocht zelf kiezen LL: Ja en ik kreeg ook niet toegewezen van nou dit moet je doen. Ik kon zeg maar, ik kon zeg maar wel over de hele musical wat zeggen en niet alleen over een bepaalt ding in de musical dus dat vond ik leuk en dat lag me heel erg dus. SZ: En er werd ook echt naar je geluisterd? Wat vond je daarvan? LL: Ja, die kinderen namen het wel van me aan. En dat is uh ja toch wel makkelijk want ik moest helpen. SZ: En de begeleiding ook? LL: En de begeleiding ook ja. SZ: Dat is super dan mag je naar de volgende. Ik vond dat ik op mijn stageplek weinig verantwoordelijkheid kreeg.
LL: Uh nou daar ben ik het uh niet mee eens want uh ik kreeg eigenlijk wel gewoon verantwoordelijkheid. Ik heb eigenlijk niet, ik werd gewoon losgelaten en ik mocht mijn eigen ervaringen mocht ik op de kinderen vertellen. SZ: En kreeg je daar dan ook feedback op? Of je het goed gedaan had of als je het niet goed gedaan had? LL: Ja ze, aan het einde van de musical zeiden ze wel van als jij er niet was geweest dan was het zeg maar een hele andere musical geworden zeg maar. SZ: Dat is wel leuk om te horen! LL: Ja, dat is heel leuk om te horen. SZ: Dus dat was een positieve begeleider ook LL: Ja, ja, ja SZ: Super dan gaan we naar de volgende Ik heb met veel verschillende mensen te maken gehad tijdens mijn maatschappelijke stage. LL: Uh mee eens, want ik heb met heel veel verschillende kinderen te maken gehad met hele uiteenlopende dingen dus uh je had hele drukke kinderen, gewelddadige kinderen, gewoon normale kinderen en gewoon hele rustige. SZ: En ook bijvoorbeeld allochtoonse mensen? LL: Uh nee, die zaten er volgens mij niet, nee die zaten er volgens mij niet tussen. SZ: Nee, ook niet in de begeleiding? LL: Ook niet in de begeleiding nee SZ: En binnen school ook niet? 52
LL: Dat weet ik niet want ik heb niet echt met hun school te maken gehad. Dit was buitenschoolse opvang dus ik heb er niet mee te maken gehad. SZ: Oh ik bedoel bij het cabaret, daar ook niet? LL: Nee, nee daar ook niet SZ: Prima dan mag je naar de volgende Ik wil zeker nog vaker vrijwilligerswerk doen. LL: Neutraal want het is net of het me ligt, of ik er tijd voor heb en of ik er zin in heb. SZ: Ja, dat is wel, dat is heel duidelijk LL: (Lacht) SZ: En stel je voor je wordt gevraagd? Want je hebt heel positief nu feedback gehad van die musical LL: Ja SZ: En ze hadden jou gevraagd had je het dan wel gedaan? Als je ervoor gevraagd was? LL: Ja, als ik ervoor gevraagd was, ja dan doe je het niet voor de verplichting zeg maar dan doe je het gewoon voor de leuk SZ: Voor jezelf? LL: Ja, voor jezelf SZ: Ja dan gaan we naar de volgende. Tijdens mijn maatschappelijke stage kon ik mijn talenten slecht inzetten. LL: Nou dat is helemaal niet waar dus helemaal niet mee eens. Want uh ik kon ze echt allemaal helemaal inzetten. SZ: Ja jij hebt echt helemaal gedaan wat in je straatje lag LL: Ja! (Lacht) Precies! Helemaal gedaan wat mij interesseerde en wat ik ook doe dus SZ: Ja, want je bent wel helemaal in to cabaret en zingen en LL: JA! SZ: Dan had je echt een fantastische stageplek LL: Ja, het was ook echt mazzel dat ik er tegenaan liep. SZ: Want je bent op de website gaan kijken en toen stond het daar? Toen vroegen ze daar mensen voor? LL: Ja SZ: Dus dan heeft school, dan ook wel een heel goed overzicht van verschillende soorten stages? LL: Ja precies SZ: Ja, okey volgende Mijn maatschappelijke stage was interessant. LL: Uhm, mee eens want ik heb er wel wat van geleerd zeg maar. Want ik wil ook zeg maar juf worden dus dat is dan ook weer iets, kinderen leren hoe ze dingen moeten doen. SZ: Ja, en wat heb je dan concreet meegenomen LL: Uhm hoe sommige kinderen erop kunnen reageren en hoe je dan er op in moet spelen, dat vond ik dan wel heel erg leuk om te zien. SZ: Vond je dat moeilijk? LL: Ja, soms wel want sommige kinderen die, die zijn gewoon, die hebben er gewoon helemaal geen zin in en dan moet je ze gewoon echt even zo’n peptalk geven van uhm kom op SZ: Motiveren? LL: Ja! SZ: En kreeg je daar ook hulp bij? Want ik kan me voorstellen dat dat lastig is als je met een hele groep met kinderen zit 53
LL: Ja, de begeleiding heeft daar wel gewoon mee geholpen, zeg maar die juffen die daar hielpen die hebben daar wel mee geholpen SZ: En kreeg je dan praktische tips? LL: Nee, ik heb niet echt tips gekregen maar ik kon wel gewoon zien hoe die juffen dat oplosten en daar heb ik ook weer op mee ingespeeld. SZ: Kan je daar een voorbeeld van noemen? LL: Nou, daar was één jongetje bij en die, die maakte met iedereen ruzie en toen heeft die, en ik zei ook op een gegeven moment van dat ie er mee moest stoppen enzo maar op mij, naar mij luisterde hij niet echt dus toen heeft die juf er wat van gezegd. En toen was dat jongetje ook eigenlijk meteen klaar met dat doen en toen, toen is hij gewoon weer normaal gaan doen en zo wist ik ook hoe ik erop moest reageren. SZ: Dus bij de volgende kon jij.. LL: Ja ik kon ook zo reageren, ja. SZ: Nou dat is super je hebt eigenlijk de volgende stelling nu ook beantwoordt dus dit was de laatste stelling voor nu. Ik heb veel geleerd van mijn maatschappelijke stage. LL: Mee eens (zie boven) SZ Deel twee interview: de verwerking van de stage-ervaringen op school SZ: Je hebt duidelijk heel veel lol gehad in je stage, je hebt het erg leuk gehad omdat het heeft aangesloten op je interesses en je hebt er ook veel van geleerd zoals dat voorbeeld wat je net gaf. Is dat zo goed samengevat of wil je daar wat aan toe voegen? LL: Klopt helemaal! SZ Wat is volgens jou het doel van de maatschappelijke stage? LL: Ik heb eigenlijk geen idee wat het voor inhoud heeft want volgens mij als je de wil hebt om gewoon zelf te gaan werken enzo dan doe je het wel maar als je er gewoon geen zin in hebt dan heb je er ook gewoon helemaal geen zin in en dan doe je het ook gewoon niet. En ik snap ook echt dat er wel mensen zijn die dat niet willen. SZ: En wat zou dan, waarom zou dan de school willen dat jij die maatschappelijke stage doet? LL: Ik denk om, ja, nou ik weet niet ik denk om te zien hoe dat ook later gaat worden ofzo in de maatschappij. Maar ik denk dat je dat zelf het beste kan ontdekken dan ga je dat niet tijdens een verplichting moet gaan doen. Vind ik dan SZ: Want was was, wat was dan de consequentie als je het niet deed? LL: Nou dan, dan slaag je gewoon niet. Als je dat niet afgemaakt hebt dan ga je volgens mij krijg je dan niet dan krijg je je diploma niet. SZ: Okey, maar ze hebben je dus niet verteld waarom je de maatschappelijke stage moest doen? LL: Nou volgens mij ooit wel maar dat, dat ligt al zo ver achter me dat dat weet ik niet meer (lacht) SZ: Okey, nou je hebt al iets verteld over hoe je je maatschappelijke stage hebt gevonden LL: Ja SZ: En maar hoe heeft school je daarbij begeleid? Bij het vinden van je maatschappelijke stage? Kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden, uitvoeren en nabespreken van de maatschappelijke stage? LL: Nou er is iemand, meneer Sintenie is in de klas gekomen en die heeft uitgelegd hoe je op die site kon komen enzo en hoe je dan kon kijken waar die stages waren. En of je dan kon kijken of 54
je zeg maar vanuit jezelf een stage kon regelen en als dat zo was dan moest je die goed laten keuren SZ: Okey en door wie werd die goedgekeurd? LL: Door meneer Sintenie of door meneer Stadt van gym geloof ik. Toch? SZ: Ja, ja dat klopt. En bij het uitvoeren? Want je bent op stage gegaan, heb je daarbij nog hulp gehad van school of van meneer Sintenie of van meneer Stadt? Of je mentor? LL: Nee, volgens mij.. nee SZ: Tussendoor geen gesprekken daarover? LL: Nee SZ: En het nabespreken? Hoe is dat gegaan? LL: Uhm SZ: De afsluiting, zeg maar van je maatschappelijke stage LL: Zelf heb ik dat gedaan, gewoon, ik heb niet echt een gesprek met iemand gehad ofzo. Je moest het op internet invullen, je tijden enzo en zo kon je zien dat het afgevinkt werd. SZ: Een soort van logboek bijhouden zeg maar LL: Ja SZ: En moest je daar ook in vertellen wat je had gedaan? Wat stond er in je logboek behalve je tijden? LL: Uhm ik heb een soort verslagje gemaakt van wat we gedaan hebben de hele tijd, de hele periode. Ik heb niet echt een logboek bijgehouden want anders moest ik elke week van elke keer een uurtje moest ik dan een logboek bij gaan houden, ik heb best wel veel uur gedraaid. Dus ik heb aan het einde gewoon een verslag gemaakt daarover SZ: Ja, ja en heb je feedback gekregen op het verslag? LL: Uh ik heb, ik heb alleen te horen gekregen dat het afgetekend was en dat het zo goed was. SZ: Uhm okey, dus je hebt een verslag gemaakt en je hoefde alleen een logboek bij te houden van je uren? Op internet als ik het goed begrijp Hoe moest jij bewijzen dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan? (verslag, logboek?) LL: Ja SZ: En dat verslag dat werd afgetekend LL: Ja SZ: En SZ Hoeveel tijd is er tijdens de mentorlessen besteedt aan de maatschappelijke stage? (op welke manier, wat is er besproken, voorbereiding etc.) LL: Ja want meneer Sintenie is wel een paar keer in de mentor les geweest om dat nog uit te leggen ja. Over hoe dat werkte met die website enzo SZ: Maar niet over wat jullie gedaan hebben of over verschillende mensen.. LL: Nee dat hebben we niet gedaan SZ: Daar is niet over gesproken? LL: Nee SZ: Dus hoeveel tijd denk dat er ongeveer tijdens de mentorlessen aan de maatschappelijke stage is besteedt? LL: Hmm.. Als ik drie kwartier zeg dan is dat al veel denk ik. SZ: Okey, dat is, okey. Dus jullie. Er is iemand in de klas geweest om de voorbereiding door te spreken en dat was het eigenlijk? LL: Ja gewoon wat vertellen wat je dan moest invullen op die logboeken enzo en dat, dat was het eigenlijk. 55
SZ: Goed okey, dan ben ik wel benieuwd, want voor jou is het natuurlijk wel al een tijdje geleden die stage maar wat voor lastige Wat voor lastige situaties ben je tegen gekomen tijdens je maatschappelijke stage? Heb je deze situaties op school besproken? LL: Naja zoals ik net al zei met dat jongetje, gewoon met hoe ik daarop moest reageren. Maar dat heb ik, dat heb ik uiteindelijk wel gewoon opgelost zelf. SZ: Ja, en uhm want ik kan me voorstellen dat je ook tijdens je stage wel tegen dingen aan loopt he, maar nu had jij iets wat helemaal in je straatje lag, maar ken je voorbeelden waarbij dit niet zo was en waarbij je hulp nodig zou kunnen hebben van school tijdens je stage? Want je zegt er is iemand geweest voor de voorbereiding LL: Ja SZ: Maar tijdens je stage is er dus minder tot geen begeleiding geweest LL: Ja SZ: Had je daar behoefte aan gehad? LL: Naja, ik denk wel dat het even fijn was geweest als je dan, dan aan het einde eventjes een evaluatiegesprek doet zodat je echt zeker weet dat je het goed hebt gedaan en zodat je zeker weet dat het afgerond is want je krijgt nu een beetje door via de e-mail, dat vind ik een beetje onpersoonlijk. SZ: Okey, en kreeg je dan ook via de e-mail van jouw, want meneer Sintenie was jouw begeleider? Bij wie je het moest inleveren? LL: Ja, volgens mij deed uhm volgens mij deed mevrouw Mooij van de administratie deed het en daar kreeg je zeg maar de feedback van dat het allemaal dat alles uhm dat alles was afgetekend. SZ: Maar kreeg je ook bijvoorbeeld inhoudelijk, op je verslag? LL: Nee SZ: Dus niemand heeft gevraagd naar je ervaring of wat je ervan geleerd hebt? LL: Nee, want dat moest je volgens mij zelf op die website neerzetten, volgens mij kreeg je een soort vragenlijst achteraf. SZ: Okey LL: Ja volgens mij was dat zo ja SZ: Dus je hebt wel: Heb je van school uit de mogelijkheid gekregen om je stage/plaats te beoordelen d.m.v. een evaluatieformulier? (zo ja, weet je wat daarmee gedaan is (heb je terugkoppeling gehad?), zo nee, lijkt je dat zinvol en waarom?) LL: Ja, dat wel maar dat heb ik met niemand uiteindelijk besproken want dat vulde je op internet in en dan klaar. SZ: En heb je ook niet meer terug gehad wat daar mee gedaan is? Met die, die informatie LL: Nee SZ: Weet je wel waarom je het moest invullen? Is je dat verteld? LL: Nou volgens mij is dat eigenlijk een beetje, een beetje om te zien zodat hun kunnen zien dat jij dat echt gedaan hebt. Denk ik en voor de rest zou ik eigenlijk niet weten wat uh SZ: Dus voor jou was het meer het gevoel van ze moeten zien dat ik het heb gedaan LL: Ja SZ: En minder wat ze nu eigenlijk willen weten wat je er nu eigenlijk van hebt LL: Geleerd, ja SZ: Oh, uhm en wat zou je eraan willen veranderen? Als je er nu op terug kijkt? Wat zou jij veranderen aan de maatschappelijke stage en de verloop daarvan? LL: Nou, ik zou het gewoon eigenlijk helemaal niet meer doen (Lacht) 56
SZ: (Lacht) LL: Want ja ik bedoel er zijn mensen die het al druk genoeg hebben als ze er slecht voor staan en dan heb je eigenlijk dan helemaal geen tijd voor. Het loopt uhm het levert eigenlijk alleen maar onnodig veel stress op. SZ: En levert het ook nog wel iets op voor jou persoonlijk? Heeft het jou persoonlijk iets opgeleverd? LL: Nouja cabaret dat was gewoon uit mezelf dat vond ik gewoon heel erg leuk omdat dat mijn hobby is en die musical ja nouja dat is eigenlijk precies hetzelfde wat ik een beetje met cabaret deed dus eigenlijk niet. SZ: Een beetje omdat het moest? LL: Ja wel een beetje omdat het moest ja. SZ: En zou het hebben meegespeeld dat je niet precies wist waarom je het moest doen? LL: Ja, dat denk ik wel ja SZ: Dus dat zou je eigenlijk veranderen? Dat ze duidelijk zijn over wat de bedoeling is. LL: Ja en waarom je het moet doen SZ: En tijdens de uitvoering van je maatschappelijke stage? Zou jij het fijn hebben gevonden om vaker contact gehad te hebben? LL: Ja dat denk ik wel want als je als je zo mensen los laat dan is het misschien ook wel fijn als je af en toe al is het maar via de mail tijdens het verloop, dat je dan gewoon even stuurt van en hoe gaat het nu enne wat heb je allemaal gedaan zeg maar. En dan is het wel fijn om zo’n evaluatiegesprek zeg maar persoonlijk te doen. Want dan kun je wel echt je uhm de dingen tegen elkaar zeggen. Wat er gebeurd is, of er nog rare dingen zijn gebeurd ofzo SZ: Nou helemaal duidelijk, dat is prima dan heb ik nog een paar stellingen Leerling leest voor: Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. Op school is de maatschappelijke stage uitvoerig voorbereid LL: Op school, uhm nou nouja er is een presentatie gegeven en uhm daaruit moest je zelf een beetje zoeken wat je wilde en dat moest je dan in gaan plannen en kijken hoeveel uur je daarvoor kreeg enzo. Dus ik ben het daar uhm een beetje neutraal over denk ik, ja. Want ja het was niet echt heel erg duidelijk er werd verteld wat je moest doen van tevoren en daarna was het eigenlijk uhm een beetje maar eh van zoek, zoek het maar uit en succes ermee. SZ: Het staat op de website LL: JA! (Lacht) Het staat op de website dus uh SZ: Okey, dus dat zou in jouw ogen anders kunnen? LL: Ja! SZ: Daar hebben we het net natuurlijk al een beetje over gehad maar wat zou je in die voorbereiding school willen aanraden? LL: Uh voor kinderen die het gewoon echt niet snappen of niet weten wat ze moeten doen gewoon, gewoon, gewoon helpen gewoon samen met diegene op de website gaan kijken van is dit leuk voor je of is dat leuk voor je. Gewoon beter helpen en ook vragen hoe het gaat ermee SZ: Bedoel je meer contact? LL: Ja, meer contact ja. SZ: Okey super. Dan mag je naar de volgende Ik heb veel respect gekregen voor andere mensen door het doen van de maatschappelijke stage. LL: Uhm daar ben ik ook eigenlijk best wel neutraal over want ja ik ben niet echt respectloos tegen andere mensen ofzo dus het is eigenlijk gewoon wel normaal. Ja, ja 57
SZ: Snap je waarom deze er tussen staat? LL: Ja, dat wel want het zou ook kunnen zijn dat je echt wat in de zorg ofzo gaat doen dat je dan tegen mensen op gaat kijken. Maar ik bedoel ik weet al, ik heb al zoiets gedaan dus het is eigenlijk een beetje op een lijn gebleven dat we zitten denk ik. Dus ik kijk niet echt tegen mensen op ofzo. SZ: Hmm. Ja je zei net al van er is weinig bekend over de doelen, van school. Een van de doelen van school is om leerlingen respect naar elkaar en anderen te leren door de maatschappelijke stage. Dat is bij jou neutraal, dat was er al en dat is niet verandert? LL: Nee SZ: En hebben jullie het op school nog gehad over respect en de maatschappelijke stage? LL: Nee, helemaal niet SZ: Wat vind je daarvan? LL: Nouja, wat ik al zei want uhm ze moeten meer uitleggen enzo. Dan wordt het duidelijker. SZ: Okey. Uhm nou de laatste Ik snap niet waarom ik de maatschappelijke stage moest doen. LL: Daar ben ik het uhm, mee eens. Want uhm het is een beetje onduidelijk, ik vind ja, ik vond het zelf een beetje onnodig eigenlijk. Ik snap misschien dat het goed is dat om respect tegenover elkaar te leren ofzo maar ik denk dat je dat, dat dat in de loop van de jaren dat je op school zit dat je dat ook wel leert. Dat wordt je wel en ik denk ook dat je dat thuis ook wel aangeleerd wordt. Dat denk ik SZ: Dat hoop ik LL: Dat hoop ik voor mensen dat dat hun thuis aangeleerd wordt (lacht) Afronding interview SZ: Uhm dat is helemaal duidelijk dan heb ik, we hebben het gehad over je maatschappelijke stage ervaringen, heb je daar zelf nog opmerkingen over? Over je ervaring? LL: Nee niet echt SZ: En heb je nog opmerkingen voor school of tips of.. LL: Nou voor school, ik zou echt kijken of in hoeverre deze stage nodig is want ik denk dat het wel een beetje onnodiger wordt, denk ik zomaar. Ik bedoel ik mag hopen dat we thuis normaal opgevoed worden en dat we in de lessen ook een beetje normaal uh met elkaar omgaan dus ik denk dat we dat zo wel kennen leren. En hoe ouder je wordt hoe beter je dat ook gaat begrijpen zeg maar. Dus ik zou voor school de tip geven kijk hoe de mensen er ook voor staan, maak het geen verplichting en kijk of mensen het willen en ga ze geen verplichting opleggen want je maakt, je hebt waarschijnlijk wel stress genoeg in de tweede of de derde. SZ: Ja, duidelijk! Nou volgens mij hebben we nu wel alles nu gehad. LL: Ja SZ: Denk ik, we hebben alle punten besproken. Onwijs bedankt voor je hulp, je hebt het echt goed gedaan want ik kan hier nu helemaal mee verder. LL: Ja, uh geen dank SZ: Dankjewel!
58
BIJLAGE 3: UITGEWERKTE LEERLING INTERVIEWS Leerling 1, meisje, profiel economie 23-04-2014 SZ Mag je eerst even vertellen Wat is je naam in welke klas en welk profiel heb je LL Mijn naam is Danique en ik zit in 3T4. Mijn profiel economie ? SZ Zou heel goed kunnen, met frans of aardrijkskunde nu dit jaar? LL Aardrijkskunde Waar vond je maatschappelijke stage plaats? LL Bij mij vereniging van turnen. SZ Bij turnvereniging Leuk. Turn je daar zelf ook? LL Ja. SZ Dus je kende je stage plaats al. Kun je er iets over vertellen over je turnvereniging LL Ik ben er zwarte Piet geweest en helpen bij wedstrijden, dat was het. SZ Kan je iets vertellen over de organisatie van de vereniging LL Een iemand regelt eigenlijk alles en die organiseert ook wedstrijden. Allemaal zulke dingen. SZ Je vind het een leuke organisatie? LL Ja, ik turn er al vanaf dat ik 8 ben. SZ Zo dat is een behoorlijke tijd.en kun je ook uitleggen wat er precies zo leuk is. LL Het is gezellig en ze zijn niet echt, er zijn wel regels, maar het is niet heel streng, maar het is wel heel leuk. SZ Is het leuk omdat je zoveel mensen kent of omdat je er al zolang LL.Eigenlijk allebei wel. Er zijn wel veel trainsters en trainers en die ken ik ook wel en ook de meiden en de jongens die daar turnen zijn ook aardig. SZ Want hoe heet de vereniging? LL: (onverstaanbaar) SZ Zo, dat is een mond vol en zit dat hier in Schagen LL Ja, aan de Groeneweg. SZ Groeneweg. Uit welke taken bestaat/bestond je maatschappelijke stage? wat heb je allemaal gedaan LL Moest zwarte Piet zijn na school. Moest je eerst thuis schminken en verkleden en zo en dan moest je naar de groep van gym van kleine kinderen en moest je pepernoten gooien en zo en bij de wedstrijd helpen en toen moest ik, dan heb je zeg maar zo’n jury en die schrijft dan de score op en dan moest ik die score laten zien aan het publiek zeg maar. SZ En wat vond je van de taken die je moest doen. LL Nou ja , ik doe het eigenlijk ieder jaar, alleen nu omdat ik stage nodig had, vroeg ik of ik dit als stage mocht doen SZ Eigenlijk doe jij gewoon al vrijwilligerswerk LLJa SZ En wat vond je het leukst vond je zwarte Piet spelen het leukst of de scores bij de wedstrijden. LL Eigenlijk allebei wel, want ik vind kleine kinderen leuk, maar met de wedstrijden moest ik ook zelf meedoen en daarna moest ik die score doen SZ En heb je meer of minder tijd aan de maatschappelijke stage besteed dan wat wat moest.Want hoeveel moet je doen? LL Ik moest 30 en ik heb 31 gedaan volgens mij 59
SZ Oh meer LL Ja meer SZ En je deed het natuurlijk al dus eigenlijk nog meer, je hebt er dus veel meer tijd aan besteed Mocht jij zelf bepalen waar je maatschappelijke stage plaatsvond of heeft school/iemand anders dat bepaalt? SZ Nou jij mocht zelf bepalen waar je maarschappelijke stage plaatst vond, denk ik LL Ja SZ Hoe werkt dat, als je een maatschappelijke stage wilt doen, of je moet dit natuurlijk doen, maar hoe ga je dan LL Je moet eerst je stage opgeven on line volgens mij en dan krijg je een formulier en dan moet je dat aan degene geven die de stage regelt zeg maar. Die moet handtekeningen zetten, dat moet je dan weer aan de administratie geven en dan moet je on line invullen wat je hebt gedaan. SZ Oh, dat is eigenlijk voor mij wel leuk om te weten. Hoeveel tijd ben je bezig geweest met de wedstrijd en hoeveel tijd met zwarte Piet. LL Zwarte Piet was ik uit school half 3 en dan moet je ook nog schminken en dat duurt best wel lang, wel een uur en dan moest je naar verschillende groepen toe en dat duurt ook 2 uur en dan weer afhalen dus totaal van half 14.30 tot 20.00 uur. SZ Dat vind ik een flinke tijd. LL Ja en de wedstrijd was een heel weekend dat was vorig weekend van 08.30 tot 18.00 op zaterdag en op zondag ook. Maar die zondag had ik zelf ook een wedstrijd, maar ik mocht dat ook in uren opschrijven. SZ Oh, heb jij mazzel, heb je gewonnen? LL Nee want ik was geblesseerd, maar ik was vierde SZ Oh kijk hartstikke goed. Wat vind je van de hoeveelheid uren die je moet doen voor je maatschappelijke stage LL Ik vind het veel, want het is best wel veel en het gaat om het idee dat je wat voor een ander doet, maar dan vind ik 30 uur best wel veel. SZ Ja, want dat heeft met tijd te maken? LL Nou ja je krijgt ook nog huiswerk en je hebt ook nog wel andere dingen dan school. Om nu alleen bezig te zijn met stage is ook niet echt heel leuk SZ Ondanks dat je het bij de allerleukste LL Ja ik vind dit wel leuk, maar ik vind dit wel heel lang. SZ Voor je gevoel LL Het is maar 2 dagen en 1 dag.Maar ik heb het in verschillende keren gedaan en dan is het wel veel. SZ Om het te combineren met alle andere dingen. Nee duidelijk, Ehm nou jij hebt zelf bepaalt waar je stage plaats vond. In hoeverre ben de tevreden over de maatschappelijke stage die je hebt gedaan. Ben je tevreden? LL Ja, SZ: Waar ben je tevreden over LLNou, het was gewoon leuk, gezellig SZ En was dat omdat je zelf mocht bepalen wat je ging doen LL Ja SZ En mocht je zelf bepalen,mocht je zeggen wat je graag wil doen of kreeg je een taak 60
toegewezen. LL Van de vereniging? SZ Ja LL Nee ik mocht zelf zeggen mag ik dan hier mee helpen voor mijn stage, maar ze zijn wel makkelijk bij de vereniging hoor, dus ik mocht eigenlijk wel zelf weten wat ik ging doen SZ Dus daar ben je wel tevreden over LL Ja SZ En waar ben je ontevreden over? LL Omdat het zo lang duurt SZ Dat het zolang duurt, en dat zou je ook willen veranderen? LL Ja SZ En wat zou jou voorstel zijn aan school LL 20 uur, maar dat is weer weinig, dat is maar 2 dagen, maar 20 uur is wel beter dan 30 uur, want 30 uur dan moet het verplicht 30 uur en 20 uur is het minder erg om meer te doen zeg maar. SZ Oké, en ehm denk je, nee voelde de maatschappelijke stage als een verplichting voor jou? LL Ja, want volgens mij was het zo van als je dat niet hebt gedaan krijg je ook geen diploma toch? SZ Ja, bij jullie nog wel inderdaad. LL Ja maar dan is het zo van als je dat niet doet mag je ook geen diploma. Vind ik best wel lullig klinken. Want 30 uur is best wel veel en als je dat niet doet mag je geen diploma. Vind ik een beetje apartig. SZ En los van de uren, want in principe vertel je dat je voor je vereniging al vrijwilligers werk doen. LL Ja, maar dat is dan leuker want dan hoeft het niet persé, vind ik SZ Dus omdat het moet is het minder leuk LL Ja, het blijft hetzelfde maar het idee, ja dat moet ik doen voor school en normaal doe ik het omdat ik het echt leuk vind. Dat is wel anders. SZ Voor je gevoel anders? LL Ja SZ En maakt dat ook dat je ehm, want wat vind je van de maatschappelijke stage op zich LL Ik vind het wel goed om ook eens iets te doen voor een ander, ja ik vind het wel goed SZ Ja waarom is het goed om iets te doen voor een ander? LL Nou sommige die werken niet of die doen nooit wat voor een ander. En dan kunnen ze ook zien wat werken is of iemand anders helpen. SZ Duidelijk, en denk je naar aanleiding van deze stage je je meer gaat inzetten voor vrijwilligers werk, dat je dit vaker gaat doen. LL Nee, want ik doe al vrijwilligers werk SZ Je deed dit al en daar ga je mee door? LL Nou ik ga misschien dit jaar van turnen af SZ Oh, vanwege een blessure LL Ja, maar ik weet het nog niet zeker, maar anders wil ik best wel helpen 1 x in het jaar of 2x in het jaar, als ze mensen nodig hebben. SZ Ja dus het is niet zo als je stopt met turnen de club helemaal niet meer wilt helpen LLNee dan wil ik wel helpen 61
SZ En andere verenigingen, want je hebt het nu binnen je eigen vereniging gedaan maar zou je ook vrijwilligers werk willen doen voor andere LL Nee SZ Dat kan. LLWant ik ken die mensen niet, maar dat is niet zo erg maar dat vind ik een beetje apart SZ Voor mensen die je niet kent LL Ja. Vind ik leuker om dat voor mijn eigen vereniging te doen SZ Ja, duidelijk, He en ehm je zegt dat je wel nog vrijwilligers werk blijft doen bij de turnvereniging en bv ouderen of kinderen want je zei dat je die kinderen wel heel erg leuk vind zwarte Piet spelen. LL Ja maar ouderen niet, dat vind ik niet zo leuk. Maar met kinderen vind ik wel leuk. Ik heb ook daar stage gelopen. Was gewoon een snuffelstage in de eerste, op de basisschool in groep 3 en in groep 2 SZ Leuk, de kleintjes. Nou je bent eigenlijk heel duidelijk geweest, ik heb eigenlijk niet zoveel vragen meer uit dit blok. Ik heb nog wel een paar stellingen voor je en ik wil je vragen of jij ze wilt voorlezen en of je dan wilt aangeven of je het er helemaal niet mee eens bent, niet mee eens, neutraal of mee eens. En waarom Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. Ik vond het erg leuk om de maatschappelijke stage te doen. LL Mee eens, want het was gewoon gezellig .
SZ Wat maakte het gezellig. LL De sfeer is gewoon leuk bij de vereniging en ik moest niet echt vervelende dingen doen SZ Mocht je zelf bepalen wat je ging doen. LL Ja SZ En wat vind je daarvan dat je het zelf mocht bepalen LL Goed want je doet het toch vrijwillig en als het dan ook nog voor je wordt bepaald dan maakt het dan minder leuk denk ik en dan doen dat minder mensen denk ik. SZ Dus dat vond je eigenlijk heel goed dat je zelf mocht. Oké duidelijk, mag je naar de volgende Ik vond dat ik op mijn stage plek weinig verantwoordelijkheid kreeg. LL Niet mee eens.Ik kreeg wel verantwoordelijkheid, want je moet toch met kinderen omgaan en ik heb trouwens ook nog geholpen met een andere dag. Dat was ik even vergeten. Was voor een sportinstuif voor nieuwe kinderen dan mochten ze even kijken of ze het leuk vonden en dan moest ik ze ook gewoon helpen en dan heb je wel verantwoordelijkheid, want als het fout gaat dan is het door mijn schuld SZ Je moet zorgen dat het veilig is. Dus dat is een verantwoordelijkheid. Heb je nog andere verantwoordelijkheden. Kun je voorbeelden noemen, je hebt genoemd kinderen zorgen dat het veilig is. LL Ja Ik weet eigenlijk niet meer, zelf kiezen en ik mocht ook zelf weten hoe laat ik begon maar ik begon vroeg, want dan ben ik er eerder vanaf. SZ. Oké helemaal goed. Dan mag je naar de volgende Ik heb met veel verschillende mensen te maken gehad tijdens mijn maatschappelijke stage. LL Helemaal mee eens, want ik moest toch toen ik zwarte Piet was voor andere mensen en met die sportinstuif waren er ook weer andere mensen 62
SZ En ook veel van andere culturen. LL Ja want er waren heel veel, maar dat gaat lullig klinken,maar er waren heel veel Nederlanders echt Nederlanders en waren ook wat buitenlandse. Maar onze vereniging heeft ook van alles wat zeg maar. SZ Dus jullie hebben veel verschillende culturen binnen de vereniging. LL ja SZ Dus dan leer je ook veel van die verschillende culturen LL Nee, eigenlijk niet. SZ Hebben jullie het nog niet over gehad LLNee, ik zit meestal gewoon met een meisje. Het gaat op leeftijd. Ik moet ook op leeftijd wedstrijden doen.en ik zit met een meisje en die is gewoon Nederlandse en verder allemaal meisjes van 18 zowat , dus daar praat ik niet zoveel mee. SZ He en vind je het goed dat er allemaal verschillende culturen dat je daarmee in aanraking bent gekomen tijdens je stage. LL Ja, want er zijn wel steeds meer buitenlanders in Nederland en als je niet bent gewend. Ik vind wel dat je er rekening mee moet houden dat hun daar ook gewoon leven en dat zij ook gewoon andere culturen hebben of gewoontes. SZ En waarom vind je dat belangrijk, want je zegt, ik vind het belangrijk dat je daar rekening mee moet houden. Waarom vind je dat belangrijk LLOm dat ze hier niet voor niets komen wonen als buitenlander zeg maar SZ Er is een rede dat ze hier zijn. LL Ja SZ Duidelijk dan mag je naar de volgende Ik wil zeker nog vaker vrijwilligerswerk doen LL Ehm, neutraal, want ik wil wel vrijwilligerswerk doen bij mijn vereniging maar verder niet eigenlijk. SZ Kun je nog even uitleggen waarom LL Omdat ik de sfeer bij mijn vereniging leuk vind en ik doe het eigenlijk toch al, dus het is eigenlijk al normaal geworden dat ik daar mee help SZ En bij anderen vind je, lijkt je minder LL Ja want ik heb ook wel van meiden waar ik wedstrijden tegen moet doen die trainsters die zijn echt van dat ze moeten winnen en zo Onze trainster is heel makkelijk, als je het maar leuk hebt SZ En buiten het turnen vrijwilligerswerk. Ik heb het je al gevraagd maar toch nog een keer LL Lijkt me niet zo leuk en ik heb ook gewoon nog andere dingen SZ En dat is je interesse, toch LL ja SZ Helemaal goed, dan gaan we naar de volgende Tijdens mijn maatschappelijke stage kon ik mijn talenten slecht inzetten. LL Niet mee eens want ik weet hoe ik kinderen moet helpen met turnen en zulke dingen en SZ Wat zijn nog meer talenten. LL Weet ik niet SZ Jouw talenten. Welke talenten heb je LL Turnen en dat was het SZ Nee toch, LL Ik weet het echt niet SZ Nou je hebt gezegd dat je zorgt dat kinderen veilig zijn, dat vind ik nogal een talent want als je mij naast de turnmat neerzet dan, ja ik denk dat ze er heel hard af kletteren of dat ik ze niet eens op de mat zou laten. 63
Dus daar moet je ook een beetje voor kunnen organiseren, je moest je tijden bepalen, LL Geduld, maar dat heb ik niet zo heel erg. SZ Oh LL Maar dat leer ik wel SZ Dus dat is iets wat je geleerd hebt van je maatschappelijke stage LL Ja SZ Geduld, vind ik wel een mooie en eh ja je vind het leuk turnen en het is je sport, maar als je iets anders had moeten doen binnen de vereniging had je dan net zo goed je talenten in kunnen zetten denk je LL Ik weet eigenlijk niet waar ik nog mee kon helpen SZ Ik zeg maar wat, boekhouding LL Nee, daar ben ik niet slim in SZ Nou zeg, LL Nee maar ik snap dat gewoon niet. Ik ben heel slecht in rekenen, dus dat zou ik niet kunnen doen. Dan zou het niet kloppen. SZ Daar had niet je talent in gezeten. Nee. Helemaal goed. Ik denk dat je heel veel talenten hebt ingezet. LL Ik weet het niet SZ Gaan we naar de volgende Mijn maatschappelijke stage was interessant. LL Mee eens, maar ik doe het altijd al, dus het is niet meer zo heel interessant, want ik weet eigenlijk al alles. SZ Omdat het je hobby is LL Ja SZ Oké. LL Nou het was wel interessant omdat er ook gewoon andere mensen weer zijn. SZ Mag je naar de volgende Ik heb veel geleerd van mijn maatschappelijke stage. LL Neutraal want ik doe het wel vaker SZ Maar je noemde net al iets LL Ja, ik heb wel meer geduld gekregen, maar dat was ook wel nodig, want ik had echt geen geduld. Nu een beetje SZ Maar dat is iets wat je nu hebt meegenomen, nog iets anders wat je door te helpen met die dagen met zwarte Piet hebt geleerd. LL Eigenlijk niet SZ Is er iets wat je had willen leren van je maatschappelijke stage LL Nee, eigenlijk niet SZ Ja, waarom niet LL Nou ik ehm, ik weet eigenlijk al hoe het bij de vereniging gaat omdat ik er al zolang bijzit en ik weet eigenlijk niet wat ik er van kan leren verder. Kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden, uitvoeren en nabespreken van de maatschappelijke stage? SZ Prima. Nou dat waren de eerste stellingen, dan gaan we nu verder met je begeleiding op school of in ieder geval hoe je begeleid bent met je stage op school. En wat is volgens jou het doel van de maatschappelijke stage. LL Om een keer iets voor een ander te doen SZ Duidelijk, heel goed en wat vind je ervan dat de school hier aandacht aan besteedt. 64
LLWel goed, want sommigen doen vrij weinig SZ Noem maar geen voorbeelden. En kun je uitleggen hoe je bent begeleidt bij het vinden van een stageplek. Nou had je natuurlijk al een prachtige plek, maar had je ook op een andere plek stage kunnen lopen LL Ze hebben wel voorbeelden gegeven. En we hebben volgens mij met mentorles er een les aan besteedt. Om je in te schrijven en zo SZ En bij de uitvoering van je stage ben je daarbij geholpen LL Hoe bedoelt u SZ Is er iemand die aan jou gevraagd heeft, joh Danique waar ben je mee bezig, wat ben je aan het doen, wat zijn je taken, hoe gaat het LL Nee, eigenlijk niet SZ Dat kan LL Het is wel steeds van hebben jullie al stage. In het begin van het jaar vroeg ze dat steeds. Maar verder niet echt. SZ En wat vind je daarvan LL Ik vind wel dat ze dingen beter konden uitleggen en die site snap ik niet zoveel van, want ik heb het allemaal in dat logboek gezet en opgeslagen. En ik ben nu al klaar maar dat balkje van die uren blijft hetzelfde. SZ En heeft je mentor daar in de mentorles geen tijd aanbesteedt LL Nee SZ Ik zou even bij de administratie gaan vragen voor je uren voor de zekerheid, want je moet het voor het einde van het jaar nog maken. En de nabespreking de afronding van je stage is daar aandacht aan besteedt bij mentorlessen. LL Nee, want ieder doet stage op een andere tijd. Sommigen hadden het vorig jaar al af SZ En maak je een verslag of hou je een logboek bij om te bewijzen dat je een maatschappelijke stage hebt gedaan. LL Ik heb dat logboek gedaan op die site gewoon SZ Daar vul je je uren in en wat je hebt gedaan. En je hoeft geen verslag te maken? LL Nee, niet dat ik weet SZ Nee? Dat kan. En heeft iemand je daar nog feedback op gegeven LL Nee SZ Bij de afronding, dat je het inlevert en dat je gevraagd wordt hoe is het gegaan LL Oh, nee SZ Nee? En wat vind je daarvan LL Nou ze weten ook niet echt wanneer ik klaar ben dus dan kunnen ze ook niet vragen hoe is het gegaan want het kon ook wel vorig jaar klaar zijn, zeg maar SZ Heb je verbeterpunten voor dat invullen van dat logboek of voor voorbereiding LL Even duidelijker neerzetten op de site wat je moet doen en gewoon even duidelijker maken die site. SZ Gewoon duidelijker en even meer aandacht aan besteden. LL Ja SZ En hoeveel tijd is er in de mentorlessen aan besteedt aan de maatschappelijke stage LL Vorig jaar wel meer omdat ze. Vorige jaar hadden er ook heel veel het al af. Dan snap ik wel dat je dit jaar wat minder doet omdat er toch al mensen zijn die het af hebben. SZ En hoeveel tijd denk je, hoeveel uur. Een paar lessen? LL Ja een paar lessen SZ Is er dan vooral aandacht besteedt aan hebben jullie al een stage of hebben jullie het al af en is ook tijd besteed aan wat hebben jullie gedaan of wat ga je doen LL Vorig jaar was het van wie heeft de stage al af en wat heb je gedaan en wie moet er nog 65
en wat lijkt je leuk SZ En zie je daar nog verbeterpunten of wat vind je ervan LL Nou dat vind ik wel goed want dan weet je zeker dat iedereen een goede stage heeft SZ Ben je lastige situaties tegen gekomen tijdens je maatschappelijke stage? Vooral met die kleintjes LL Eh, nou er wilden meisjes met mij spelen maar ik moest gaan. En dat is heel zielig om te zeggen vind ik. Maar dat is niet echt een lastige situatie denk ik. SZ Nou ja. Heb je het besproken op school, dat je het lastig vond omdat je geen tijd meer had LL Nee, want zo erg is dat nu ook weer niet. Gewoon gezegd, sorry ik moet gaan en toen gingen ze weer verder spelen. Maar ik vond het wel zielig. SZ Kan ik me voorstellen. Zijn er nog andere situties LL Nee SZ En zijn de situaties van anderen bijvoorbeeld besproken. LL Nee SZ Ook niet en vind je dat dat besproken zou moeten worden. LL Ja, want als je nou echt iets ergs is geweest dan moet er wel over gepraat worden SZ Want? LL Straks zit diegene met iets en dan wordt het niet besproken. Dat is wel zielig SZ Oké en heb je van school de mogelijkheid gekregen om je stageplaats te beoordelen door een evaluatie formulier LL Volgens mij niet SZ Nee. Lijkt je dat zinvol om je stage te beoordelen? LL Ja want dan kunnen ze volgend jaar weer zorgen dat het beter gaat op die stage. Want bij mijn vereniging dan die vrouw doet alles zo’n beetje op het laatste moment. Ik weet dat wel maar in het begin van het jaar was er een stagemarkt toen hadden zich wel veel kinderen zich ingeschreven voor de vereniging maar ik heb er geen een gezien. Omdat het zo slecht geregeld is daar. SZ Dus dat zou jij in het evaluatieformulier zetten zodat jouw vereniging iets mee kan doen LL Ja SZ Ik vind dat een goed reden LL Ik denk niet dat dat gaat werken omdat het gaat eigenlijk altijd al zo SZ Het is in ieder geval de moeite waard om het te proberen toch? LL Ja SZ Dus ja, dat lijkt je zinvol en je bent heel duidelijk over. Tol slot nog een paar stellingen. Hetzelfde weer als net. Helemaal niet mee eens, niet mee eens, neutraal, helemaal mee eens, mee eens. Of jij weer even de stelling wil voorlezen en vertellen wat je vind en waarom. Op school is de maatschappelijke stage uitvoerig voorbereid. LL Mee eens. Het is wel voorbereid maar niet heel erg dat het elke les zo was, maar het is wel gewoon goed voorbereid en iedereen had een stage SZ En dat vind je goed LL Ja, want ik denk dat anderen als het niet zo was op het laatste moment een stage hadden SZ Duidelijk. Dan mag je naar de volgende, ja Ik heb veel respect gekregen voor andere mensen door het doen van de maatschappelijke stage. LL Neutraal, want ik vind het wel normaal eigenlijk dat je elkaar helpt. 66
SZ Dat vind je goed LL Ja SZ Denk je dat iedereen dat normaal vind LL Nee, ik denk dat ze het normaler vinden om echt gewoon te werken, zeg maar in plaats van vrijwilligers werk SZ En vind je dat iedereen in zijn leven weleens vrijwilligerswerk gedaan zou moeten hebben LL Nee, dat mag je zelf beslissen vind ik SZ Want? LL Nou niet iedereen heeft daar de behoefte aan SZ Oké mag je naar de volgende Ik snap niet waarom ik de maatschappelijke stage moest doen. LL Niet mee eens, want ik snap het wel dat je elkaar moet helpen. Vind ik wel goed eigenlijk SZ Want LL Je doet nu niets voor een ander, wat je normaal misschien niet zou doen SZ Waarom is het belangrijk om anderen te helpen LL Omdat het aardig, nee ik weet niet hoe ik dat moet uitleggen. Dat is gewoon aardig van iemand SZ Omdat het aardig is LL En omdat je best wel eens iets kan doen voor een ander SZ En levert je dat dan iets op LL Nou ja ze was heel blij met me dat ik kwam helpen. Anders had ze nog meer nodig. Want het moet alles op het laatste moment en dan was ze gestrest en zo SZ Dus een goed gevoel LL Ja SZ Want je wordt wel gewaardeerd LL Ja, want werd je niet gewaardeerd dan denk ik niet dat je het nog een keer gaat doen. Omdat het dan niet zo leuk is gegaan SZ Dat is het belangrijkste LL Ja je moet het ook wel leuk vinden SZ Oké duidelijk, mag je naar de laatste zeker? Ik heb veel feedback gekregen op mijn werk tijdens en bij de afsluiting van mijn maatschappelijke stage. LL Neutraal, SZ Heb je veel feedback gekregen van school LL Niet van school maar ze zijn er wel blij mee, dat ik heb geholpen op mijn stage SZ Dus daar hebben ze duidelijk aangegeven wat je goed deed of wat je beter kon doen en hierop school heb je geen feedback gekregen op de uren die je gelopen hebt en wat je gedaan hebt LL Nee maar dat kan ook aan mij liggen, want ik snapte die site niet SZ En ehm, wat vind je daarvan dat je van school minder feedback hebt gekregen|? LL Nou,ja het moest gewoon worden gedaan die stage, dus ze hoeven niet tegen iedereen te 67
zeggen dat ze het goed hebben gedaan. Het hoort er gewoon bij SZ Dat kan en zou je tot slot iets willen veranderen aan de begeleiding vanuit school voor de stages LL De site duidelijker maken. SZ De website LL ja SZ Oké, want die is nu onduidelijk LL Ik vind van wel SZ Oké. Nou dan wil ik jou ontzettend bedanken voor je bijdrage. Leerling 2, meisje, profiel economie 23-04-2014 SZ: interview over de maatschappelijke stage, die jij hebt afgerond. Ik ga je eerst een paar algemene dingen vragen en over wat je hebt gedaan en bij welke organisatie, noem maar op en daarna ga ik wat dingen vragen over de begeleiding van school en de begeleiding van je stage plaats SZ Dan mag je me eerst even vertellen hoe je heet, in welke klas je zit en welk profiel je hebt LL Ik ben Bloom, ik zit in 3T4 en ik kies de sector economie met de vakken wiskunde, biologie en geschiedenis SZ LL Waar vond je maatschappelijke stage plaats? Waar heb je je maatschappelijke stage gelopen LL Bij de Kroft en bij de Loet Je hebt je maatschappelijke stage uitgevoerd bij … Kende je deze organisatie al voor je er op maatschappelijke stage ging? LL Ja ik kende ze wel, maar ik ben er nooit echt geweest. Kun je iets vertellen over de organisatie waar je stage hebt gelopen? LL Het zijn zeg maar 2 vestigingen en de een is voor, het gaat in ieder geval over mensen met een handicap, zowel geestelijk als lichamelijk. En bij de Kroft gaan meer gehandicapten heen die meer werk doen en dat ook beter kunnen en ook sneller. Op de Loet worden er de kleine dingetjes gedaan. Daar zijn ook vooral oudere mensen die gewoon breistukjes maken en op de Loet worden die dingetjes ook verkocht in een winkel SZ Want de Kroft zit ook hier op school toch? LL Ja dat zijn een paar van die mensen die ook hier werken SZ Ja die werken hier. Ik wou zeggen een bekende naam. Uit welke taken bestaat/bestond je maatschappelijke stage? Wat heb je precies gedaan LL Ik moest vooral de mensen een beetje helpen en toch wel kijken of het lukte en of ze het leuk vonden. En ook wel begeleiden want dat hebben sommige mensen wel nodig daar SZ En wat vond je daarvan, van je taken LL Ik vond het heel leuk om te doen 68
SZ Want? LL Nou ja, ik vond het wel gewoon heel grappig om te zien hoe die mensen werken zeg maar want, ja je zou misschien niet zeggen, nee dat ga ik niet zeggen, dat ze misschien minder kunnen dan anderen, dan normale mensen maar dat is eigenlijk helemaal niet zo. Het is wel grappig om te zien dat die mensen ook heel zelfstandig zijn en heel goed hun werk kunnen doen SZ Dus je had het er wel naar je zin LL Ja SZ En hoe kwam dat voornamelijk dat je het naar je zin had LL Omdat ik eigenlijk wel altijd wat te doen had, want ik vind het nooit zo leuk om stil te staan en ja, als ik de een had geholpen kon ik weer met de anderen want er waren genoeg mensen die daar zaten. Dus ik had altijd wel wat te doen SZ Duidelijk LL SZ Heb je meer of minder tijd aan de maatschappelijke stage besteed dan moest van school? Hoeveel uur moest je eraan besteden en hoeveel uur heb je meer/minder gedaan? LL Ik heb meer tijden gedaan SZ Want hoeveel uur moet je besteden LL Dat ben ik eigenlijk vergeten want het was al een hele tijd geleden. In de herfstvakantie denk ik. Maar het was volgens mij 36 uur, 30 uur en ik heb denk ik uiteindelijk 34 uur gedaan, SZ Dus wel iets meer LL Ja, want ik had gewoon met mijn stagebegeleider afgesproken dat ik van 9 tot 4 van maandag tot vrijdag zou zijn. SZ Ja, zo een flinke week LL Ja maar het was wel, die mensen vonden het ook altijd wel leuk. 2 x per dag koffie, dus dat is dan eigenlijk een kleine pauze SZ Wat vond je van die tijden? Vind je dat goed, vind je het lang, vind je het kort? LL Ja het is eigenlijk best wel een soepele tijd, maar omdat ik dat niet echt gewend ben om van 9 tot 4 de hele tijd te werken werd ik er wel een beetje moe van op een gegeven moment SZ Ja en de hoeveelheid uren voor de maatschappelijke stage. Je heb er meer tijd aan besteed door die werkweek. Maar 30 uur is dat LL Nee ik vind dat niet te veel want als je zo kijkt naar die dagen vind ik dat niet te veel of zo. Vind ik eigenlijk wel goede tijden SZ Goed te doen LL Ja SZ Duidelijk Mocht jij zelf bepalen waar je maatschappelijke stage plaatsvond of heeft school/iemand anders dat bepaalt? LL Ja ik mocht het zelf kiezen, maar je had zeg maar wel een groep waar je uit moest kiezen. Het mocht niet zo zijn dat je naar bedrijven ging die winst gingen maken. Het was echt voor de maatschappij SZ Ja heel goed, en hoe ben je daar dan terecht gekomen bij de Loet en de Kroft LL Nou ja ik was al een tijdje aan het kijken wat ik ging doen en toen fietste ik langs de 69
Loet en toen zei ik, is dat niet wat om te doen. En toen kende mijn vader daar wel iemand en toen had hij dat gezegd dat ik dat wel wilde gaan doen als maatschappelijke stage en toen ben ik daar op een soort van, hoe noem je dat, ja op een gesprekje gegaan om te kijken of ik het wel zou kunnen doen. Zo is het een beetje gegaan SZ Want wat trok jou aan in die organisatie? LL Ja, ik wind het zo wie zo wel leuk om met mensen te werken in plaatse van achter de computer of zo ja en ik vind het wel grappig hoe die mensen als die dingetjes voor in de winkel maken. Wat ze daar allemaal deden SZ Helemaal duidelijk, prima In hoeverre ben je tevreden over de maatschappelijke stage die je hebt gedaan of waar je mee bezig bent? Waar ben je precies tevreden of ontevreden over?Zou je iets willen veranderen aan de maatschappelijke stage? LL Ik ben wel tevreden, ook met mijn stage begeleidster die moest ook een formulier invullen hoe ik het had gedaan en ze vond eigenlijk alles wel heel goed, en ja ik vond het zelf ook heel leuk om te doen, dus ik denk dat het wel goed geslaagd is de maatschappelijke stage SZ Je vond het leuk omdat je met mensen mocht werken en mocht helpen LL Ja SZ Het is natuurlijk hartstikke leuk om te horen dat je het goed gedaan hebt LL Ja SZ En waar ben je ontevreden over, ben je ergens ontevreden over? LL Nou ja, ik kan niet iets bedenken. Ja ik wil niet zeggen dat het altijd helemaal perfect ging maar ik zou nu niet een, twee drie wat kunnen opnoemen waar ik erg ontevreden over was SZ Geen verbeterpunten? LL Nou ja, misschien kon ik wel wat meer zelf kijken wat ik kon doen, want soms wist wist ik niet goed en dan ging ik het aan de begeleidster vragen, maar dat waren wel dingetjes die ik ook zelf wel kon zien. Je moet zelf meer initiatief nemen SZ Mocht je wel zelf bepalen wat je ging doen? LL Ja op zich wel ik moest gewoon mezelf zijn, dus ik kon kiezen of ik ik eerst naar die ging of naar die SZ Maar de aktievieteiten lagen vast LL ja, dat wel. Er zat wel echt een schema in de dag. Dat is altijd wel fijn voor de mensen die daar zijn. SZ Helemaal prima. Wat vond je het nuttigst aan je maatschappelijke stage? En wat juist niet? LL Dat ik ook eens te zien kreeg hoe die mensen hun dag besteden zeg maar. Dat ze toch wel heel veel dingen doen en ook voor in de winkel SZ Ja, waarom, waarom vond je dat het nuttigst LL Nou ja, dat die mensen ook bezeg zijn want het is natuurlijk lastig om werk te vinden als je een handicap hebt, maar ze zijn toch wel echt bezig onder begeleiding en dan doen ze ook bij werken in de winkel. SZ En wat vond je juist niet nuttig. LL Ja, dat kan je ze eigenlijk niet kwalijk nemen maar sommigen zaten de hele tijd te tekenen SZ Maar voor je zelf, voor de maatschappelijke stage wat vond je nou niet nuttig wat je moest doen bijvoorbeeld, wat er van je werd verwacht LL Ja ik vond het eigenlijk een beetje, ja ik snap het ook wel dat je in zo’n organisatie dat 70
moet gaan doen, maar je hebt toch wel meer keuzen als je gewoon een bedrijf mocht kiezen waar je graag zou willen werken misschien wel SZ Ja, dat is wat, jullie hebben toch ook een snuffelstage gehad LL Ja dat lijkt me wel leuker om daar echt een langere tijd dan 30 uur te werken SZ Dus dat zou je, nou daar kom ik zo meteen nog wel op terug maar dat zou je eigenlijk willen veranderen aan je maatschappelijke stage. Dat het niet alleen non-profit is LL Ja SZ Zag je de maatschappelijke stage als een verplichting en waarom? SZ Voelde de maatschappelijke stage als een verplichting? LL Ja voor mij wel een beetje maar ik had er niet zo’n probleem mee maar kijk ik wist wel dat ik het moest doen en het was wel in mijn vakantie van 1 week en ik had eigenlijk geen vakantie tijd, dat vond ik wel jammer, maar anders ook niet erg handig om daar maar een uurtje heen te gaan. LL SZ Maar het voelde dus als een verplichting en waarom, omdat je je vakantie er aan kwijt was. LL Ja Denk je dat je naar aanleiding van deze stage je meer gaat inzetten voor vrijwilligerswerk? (doorvragen naar verenigingen en non-profit organisaties) LL Ja, ik zou het op zich wel willen doen maar ja ik weet niet zo goed. Dat weet ik niet zo goed eigenlijk. SZ Waarom weet je het niet zo goed? LL Ja, omdat het toch wel zo’n beetje is, druk met school en om daar naast noch vrijwilligerswerk te doen zonder dat je daar betaald voor krijgt, ja het klinkt een beetje egoistisch, ja ik weet niet, ik zou het dan niet zo snel doen en later als je meer vrije tijd hebt. SZ En een sportvereniging? Sport je? LL Ja. SZ Bij je sportvereniging bijvoorbeeld helpen LL Ja, dat doe ik wel een beetje SZ Dat doe je al LL Ja SZ Dus het heeft te maken met tijd niet met wil, de wil is er wel, je vond het leuk om te doen LL Ja, ik vond het leuk om te doen SZ Ik wilde wat zeggen, maar dat ben ik vergeten. Daar kom ik later nog wel op. LL SZ Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. ‘Ik vond het erg leuk om de maatschappelijke stage te doen.’
LL Mee eens, nee ik ben het er helemaal mee eens, want ik vond het leuk om te doen en ik ging er niet met tegenzin heen SZ Hoe kwam dat? LL Omdat ik gewoon zelf heel blij werd van de mensen die daar werkten SZ Dat is leuk, hoe kwam het dat je daar blij van werd? 71
LL Nou ja omdat die mensen gewoon heel enthousiast zijn en heel blij altijd SZ Mensen die daar zitten, maar ook de vrijwilligers? LL Ja ook, die waren ook heel positief, die kwamen vragen of het lukte en of het goed ging. Dus dat vond ik wel leuk SZ Super, mag je naar de volgende Ik vond dat ik op mijn stageplek weinig verantwoordelijkheid kreeg.
LL Niet mee eens, want ik kreeg wel verantwoordelijkheid om op die mensen te letten en ik snap ook dat ik niet alle verantwoordelijkheid kan nemen, want sommige van die mensen moeten bijvoorbeeld ook medicijnen nemen en daar hielp ik niet bij. SZ Nee, maar de verantwoordelijkheden die je kreeg waren er best veel LL Ja, op zich wel vond ik SZ Kun je een praktisch voorbeeld noemen van zo’n situatie waarin jij LL Nou ja, soms moesten ze naar de wc, maar dat moest je dan altijd even vragen en dat moest je niet vergeten omdat te vragen SZ Anders werd het een smeerboel LL Ja SZ Nou oké, dan mag je naar de volgende LL Ik heb met veel verschillende mensen te maken gehad tijdens mijn maatschappelijke stage. LL Helemaal mee eens, want waar ik zat had je mensen met een geestelijke beperking maar ook lichamelijke beperkingen. Dat is toch wel een groot verschil SZ Ja, heel veelzijdig LL Ja en ook wel veel die daar zaten en de een deed meer voor in de winkel en de ander die zat gewoon lekker te tekenen of muziek te luisteren of zo SZ En andere culturen? LL Dat heb ik eigenlijk niet zo gemerkt SZ Vooral Nederlanders LL Ja SZ Was hier in de omgeving van Schagen toch? LL Ja SZ Duidelijk LL SZ Ik wil zeker nog vaker vrijwilligerswerk doen. LL Ja dan neutraal want, ik zou het best wel graag willen, maar het is nu niet de tijd, want ik zit ook op sport 4 x in de week en school en nu mijn tentamens en pta’s SZ Druk LL Ja, vind ik altijd wel lastig SZ Zoals, we net zal zeiden het is dus meer de tijd dan de wil LL Ja, want ik zou het best wel willen, het is wel belangrijk SZ Ja, en waarom vind je het belangrijk om vrijwilligerswerk te doen? LL Nou ja, de overheid die bezuinigt toch wel op dit soort dingen voor gehandicapten en die gehandicapten die hebben natuurlijk ook geen inkomen dus die kunnen ook geen mensen te betalen om iets te organiseren voor hun. Ik vind het wel belangrijk dat die mensen dus ook wel wat te doen hebben want anders zitten ze ook maar alleen thuis. Vind ik ook niet goed SZ Heel duidelijk, mag je naar de volgende, de laatste volgens mij 72
LL Nee SZ De een na laatste Tijdens mijn maatschappelijke stage kon ik mijn talenten slecht inzetten. LL Daar ben ik het niet mee eens, want ik kon wel laten zien dat ik wel goed op zich met mensen kon omgaan en dat ik het leuk vind om die mensen te begeleiden. Maar het was niet zo dat ik specifiek een talent van mij daar kwijt kon. Het was niet zo, dat ik daar een talent van mij ontdekte. Dus het was een beetje moeilijk om uit te leggen. SZ Nou je bent sociaal, want je werkt graat met mensen, dus dat is wel een talent dat je dat kunt. Geduld LL Ja, ligt er aan waar voor, maar in dit geval wel heb ik wel geduld SZ Prima Mijn maatschappelijke stage was interessant. LL Ja, want ik kwam te maken met heel veel mensen met verschillende probleempjes en ja ik vond het wel leuk om te zien hoe het daar allemaal geregeld was SZ Ja want, ehm je bedoelt de organisatie hoe die geregeld werd? LL Ja SZ Dat wist je eerder nog niet LL Nee ik wist niet dat het zo strikt was, zeg maar. We hadden ook een bord en met pictogrammen werd er laten zien wanner wat werd gedaan. Die mensen vonden dat heel fijn dat ze wisten was ze allemaal gingen doen. En voor mij was het ook wel fijn want dan wist ik meteen wanneer wat ging gebeuren, want dat wist ik niet van te voren. SZ Dus je vond dat eigenlijk wel een hele prettige manier van werken? LL Ja voor mij, maar ook voor de mensen daar SZ Dus iets wat je eerder nog niet wist? LL Ja SZ Super goed, volgende mag je doen Ik heb veel geleerd van mijn maatschappelijke stage. LL Mee eens, want ik heb wel geleerd om meer geduld te krijgen. Ja ik heb er wel veel van geleerd, maar ik zou niet goed uit kunnen leggen wat dan SZ En wat had je willen leren? LL Ehm, ja weet ik eigenlijk niet precies SZ Nee? LL nee SZ Geen idee? LL Nee SZ Nee dat kan, dat geeft niet, maar het kon zijn dat je van te voren misschien wel in de hoofd had hoe het zou zijn en het was heel anders en dat je daar toch iets van geleerd hebt, in een situatie LL Ja, ik wist eigenlijk wel bepaalde dingen al maar voor de rest kom ik niet echt op dingen die ik nu nog nooit had gezien. SZ Volgens mij had je ook nog iets anders geleerd, wat je al genoemd had van de feedback die hebt gekregen van je begeleidster. Initiatief nemen LL Oh ja, SZ Dat is iets wat je geleerd hebt LL Oh ja, dat heb ik wel geleerd. SZ Dus je zou kunnen zeggen, ik dacht er net aan, gedeeltelijk initiatief nemen. Zou dat een 73
goede samenvatting zijn? LL Ja, dat heb ik wel geleerd Deel twee interview: de verwerking van de stage-ervaringen op school Wat is volgens jou het doel van de maatschappelijke stage? LL Om toch wel wat meer inzet voor de maatschappij en dat je dan leert dat het niet alleen om geld gaat maar dat je je ook moet inzetten om andere mensen te helpen SZ Dat vind ik een hele mooie uitleg, en wat vind je ervan dat school dat doet. LL Dat vind ik wel goed, dan doe je ook eens wat anders dan alleen schoolwerk of op een kantoor zitten of zo. SZ Zou jij het uit je zelf gedaan hebben deze stage? LL Nee ik zou er nooit op gekomen zijn SZ Het is iets nieuws LL Ja SZ Helemaal goed, en dat vind je goed? LL Ja vind ik wel goed SZ Ja, Kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden, uitvoeren en nabespreken van de maatschappelijke stage? LL Dat vond ik juist een beetje minder want ik wist eerst eigenlijk niet zo goed wat ik moest doen en ik heb het eigenlijk meer van mensen uit mijn klas een beetje meegekregen en zo. Ik weet niet of het aan mijn lag maar ik begreep het niet helemaal SZ En wat begreep je niet, hoe je een stage moest vinden LL Ja, en hoe je aan de formulieren moest komen en waar je dat dan moest inleveren en ik vond het ook een beetje raar dat je het dat je je stage pas mocht doen als je begeleidster of begeleider dat had ondertekend. Daarna moest het op school inleveren en dan pas mag je je stage lopen. Ja, ik was toen bijna te laat. Oh, ja nu weet ik het weer. Je moest een e-mail sturen, daarna kreeg je je contract opgestuurd en dan moest je naar je begeleidster en dat moest je laten ondertekenen en dan moest je weer terug naar school om het in te leveren, maar ik had het pas de vrijdag voor de vakantie gehad dus ik kwam nog wel een beetje in tijd nood. Vond ik eigenlijk wel een beetje apart dat ze dat niet gewoon op school gaven. SZ Dus bij dat invoeren van je stage, zeg maar, daar ging het niet helemaal soepel. LL Ja klopt. SZ En het vinden, dat heb je zelf gedaan dat je er toen langs fietste bedacht je dat LL Ja en ook wel een beetje van mijn vader want hij zat ook te kijken en te bedenken wat ik nou eigenlijk kon doen en wat geschikt was. SZ En heeft school er bijvoorbeeld bij geholpen? LL Nou, ja het waren wel een paar voorbeelden omdat je daardoor een beetje kon kijken wat nou wel binnen die groep viel wat je kon gaan doen en wat niet. SZ Dus dat kon op de website wel gevonden worden LL Website? Oh SZ Dat wist je niet? LL Nee, nee SZ School heeft dus eigenlijk een aantal voorbeelden en ze hebben niet echt geholpen bij het vinden van een stage LL Nee, niet echt, maar misschien kon je daar wel gewoon naar vragen en dan antwoord had gehad SZ Bij je mentor? 74
LL Ja SZ En bij de uitvoering tijden je stage. Je hebt het natuurlijk tijdens je vakantie gedaan. Dat is misschien dan anders maar heeft je mentor of iemand anders gevraagd hoe gaat het, wat ben je aan het doen LL Ik had het natuurlijk in 1 week gedaan en tussendoor was ik niet naar school gegaan maar daarna werd er soms wel een gevraagd van wie heeft er nou al een stageplek, wie nog niet en dan vroeg hij soms wel van ja en hoe was het dan SZ Is je maatschappelijke stage nabesproken, ja verslag of je logboek LL Nee nog niet SZ Nee, wat vind je daarvan? LL Ik heb er niet zo veel problemen mee, ik heb er niet echt de behoefte aan om nog weer eens een gesprek te voeren. Vind ik niet echt nodig. SZ Dat kan. Duidelijk, daar heb ik niets over te vragen. Hoe moest jij bewijzen dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan? (verslag, logboek?) LL Door het logboek in te vullen SZ Je uren? LL Ja SZ En zette je daar ook bij wat je had gedaan. LL Nee SZ Alleen je uren LL Ja SZ Dat was het. Wat vind je daarvan? LL Ik vind het wel goed. Ja ik hoef niet perse nog eens te vertellen wat ik gedaan heb SZ Als je het maar gedaan hebt LL Ja SZ Dus je hebt geen verbeterpunten voor ze LL Nee niet echt, misschien voor de mensen die het lastig vinden om daar meer ondersteuning en begeleiding aan te geven SZ Ja want dat is eigenlijk mijn volgende vraag Hoeveel tijd is er tijdens de mentorlessen besteedt aan de maatschappelijke stage? (op welke manier, wat is er besproken, voorbereiding etc.) LL 2 lessen of zo, om meer een beetje de site uit te leggen en uit te leggen hoe dat werkte met je contract en wat voor organisatie je kon doen. SZ Vond je dit voldoende? LL Nou ja, ik vond het niet helemaal duidelijk maar ik ben er uiteindelijk wel uit gekomen SZ Maar dat zou jouw verbeterpuntje zijn LL Ja, misschien wel, wat duidelijker uitleggen hoe dat allemaal in zijn werk gaat en zo. SZ Meer tijd misschien LL Ja SZ Oké nou prima, dan ga ik naar de volgende Wat voor lastige situaties ben je tegen gekomen tijdens je maatschappelijke stage? Heb je deze situaties op school besproken? LL Ja, soms was het een beetje zo, dat ik niet helemaal wist wat voor trekjes de mensen allemaal hadden en wat ze wilden op welk punt en dat moet je toch wel in de tijd een beetje proberen te achterhalen hoe ze dat graag willen doen 75
SZ Heb je die situaties ook op school besproken LL Nee niet echt, want ik ben er daarna niet echt meer diep op in gegaan of zo met mijn mentor of iemand anders. SZ Er is niet naar gevraagd? LL Nee SZ Dus ook niet wat je daarvan geleerd hebt van die situatie? LL Ja, dat misschien wel, maar dat was een beetje een algemeen gesprek, van hoe ging het en wat ging goed en wat ging niet goed SZ Bij de afronding van je stage LL Ja SZ Dus dat heeft jou mentor wel gedaan, dat gesprek? LL Ja, niet echt 1 op 1, gewoon meer tijdens de les SZ Oké, en wat vind je daarvan LL Ehm, nou ja ik vind het wel goed dat hij dat doet SZ Want? LL Ja, dan weet je toch een beetje hoe iemands stage is gegaan SZ Waarom denk je dat dat belangrijk is LL Ja, dan weet je toch of het goed ging of niet goed ging SZ Wat je er van geleerd hebt LL Ja Heb je van school uit de mogelijkheid gekregen om je stage/plaats te beoordelen d.m.v. een evaluatieformulier? (zo ja, weet je wat daarmee gedaan is (heb je terugkoppeling gehad?), zo nee, lijkt je dat zinvol en waarom?) LL Nee, volgens mij niet SZ Lijkt je dat zinvol LL Nou ja, misschien is het wel goed voor de organisatie maar niet perse voor school of zo SZ Hoe bedoel je dat LL Nou ja, misschien vindt die organisatie het wel leuk om te kijken wat jij van hun bedrijf vind en dat ze dan misschien kunnen verbeteren en wat ze door moeten zetten en wat goed ging SZ En waarom niet voor school? LL Nou ja, ik weet niet echt wat school er mee te maken heeft met dit soort organisaties. Het is misschien wel dat je leerlingen daar heen gaan, maar SZ Ja, stel je voor er gaan heel veel leerlingen naar de Kroft en de Loet en die vinden het helemaal niet leuk, dan is het misschien wel handig dat school, dat was in jou geval niet zo LL Nee, nee SZ Maar daarom vraag ik het omdat het soms fijn is voor de school om te weten, wat er met de leerlingen gebeurt LL Ja, dat wel SZ Nou dan heb ik tot slot nog een paar stellingen, weer hetzelfde als net. Of jij ze even wilt voorlezen en dan aangeven helemaal niet mee eens, niet mee eens, neutraal, mee eens, helemaal mee eens. Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. Op school is de maatschappelijke stage uitvoerig voorbereid LL Nou ja, niet mee eens. We hebben er 2 lesjes aan besteed en uit die 2 lesjes ben ik er 76
niet echt duidelijk achter gekomen wat ik nou moet doen. Ik weet meer van mijn klasgenoten en zelf een beetje kijken om er achter te komen SZ Ja, wat vond je daarvan LL Nou ja, dat vond ik een beetje slecht geregeld. Het is toch vreemd dat je dat zelf moet doen terwijl je daar toch tijd aan hebt besteed SZ Dus wat zou je er aan verbeteren LL Misschien duidelijker uitleggen, niet perse langer want ik vond het gewoon wel een goede tijd, 2 lesuren, maar meer uitleggen en duidelijker SZ Dat het iets vaker terugkomt LL Ja SZ In 1, 2 en 3, want jullie hebben 3 jaar de tijd LL Ja SZ Oké, prima, dan mag je naar de volgende Ik heb veel respect gekregen voor andere mensen door het doen van de maatschappelijke stage. LL Ja, want ik werd er op een gegeven moment best wel moe van omdat je toch wel lange tijd, op zich zeg maar, maar ja ik weet niet echt of dat een lange tijd is, maar SZ Voor je gevoel LL Ja voor mij was het best wel een tijdje en ik vond het toch wel knap dat die mensen de hele tijd doorgingen. En je moet altijd vriendelijk blijven tegen die mensen en positief instellen en ja daar heb ik wel respect voor gekregen SZ Dat vond je knap van die mensen LL Ja SZ Mag je naar de volgende Ik snap niet waarom ik de maatschappelijke stage moest doen. LL Niet mee eens, want ik snap wel waarom ik dat moest doen om toch te kijken hoe die mensen dat doen en dat het toch wel heel belangrijk is vrijwilligerswerk en ja, ik vind het toch wel belangrijk dat je dat moet doen SZ Dat iedere leerling dat moet doen LL Ja SZ Want LL Nou ja je kan toch ook zelf wel een beetje kijken hoe het vrijwilligerswerk gaat en hoe dat allemaal in zijn werk gaat. Wat belangrijk is als je dat werk doet SZ En wat heb jij er uit gehaald? LL Geleerd? SZ Ja, van wat je net noemt, hoe het in de organisatie aan toegaat, het vrijwilligerswerk, wat heb jij daarvan meegenomen LL Ehm, ja dat het toch wel een organisatie is omdat ze veel dingen doen met de mensen en zo en dat het allemaal op een goed tijdschema loopt SZ Dat het lastiger is dan dat het lijkt LL Ja, dat dat misschien wel wordt onderschat dat vrijwilligerswerk SZ Ja dat denk ik ook. Heel goed, mag je naar de volgende Ik heb veel feedback gekregen op mijn werk tijdens en bij de afsluiting van mijn maatschappelijke stage. LL Is dat zeg maar van het bedrijf zelf? SZ Van allebei, van school en mag ook van je bedrijf, je mag van allebei zeggen 77
LL Daar ben ik het niet mee eens, want met het bedrijf zelf wel, je kreeg ook een speciaal formulier wat je moest in laten vullen door je stagebegeleider en op school niet echt omdat toch niet echt een specifiek gesprek ging houden. SZ En wat vind je daarvan? LL Ja, ehm ik zie niet echt dat het noodzakelijk is zo’n gesprek SZ Waarom zou het wel nut kunnen hebben? LL Nou ja, om toch te kijken waar je leerlingen zitten en ook hoe het is gegaan en waar je school ook zelf op kan letten als leraar of als mentor SZ Duidelijk en tot slot heb je nog algemene dingen die je zou willen zeggen over je maatschappelijke stage of LL Nou ja ik vind het belangrijk dat het wordt gedaan en dat het ook moet blijven in deze uren SZ Want LL Nou ja, ik vond het niet te lang en ja het is gewoon goed te doen en dan moet je misschien dingen een tijdje opgeven maar dan doe je wel gewoon je maatschappelijke stage dus dan ben je er ook uiteindelijke sneller klaar mee als je langere tijd er aan gaat SZ En vooral omdat jij het zo naar ze zin gehad hebt. LL Ja dat is ook wel belangrijk denk ik, want als je het niet echt leuk vind dan gaat de tijd ook langzamer SZ Helemaal duidelijk, hartstikke bedankt voor je bijdrage LL Ja Leerling 3, meisje profiel economie 25-04-2014 SZ: Uhm, zoals je weet een interview over de maatschappelijke stage en als eerste wil ik je vragen om te vertellen hoe je heet, in welke klas je zit en welk profiel je hebt gekozen. LL: Ik heet .. ik zit in klas 3T3 en stilte SZ: Heb je techniek, zorg en welzijn.. LL: Oh economie SZ: Nou zoals je weet gaat het over de maatschappelijke stage en ik wil als eerste weten waar vond je maatschappelijke stage plaats? LL: Ik heb in Magnushof mijn maatschappelijke stage gedaan. En ja SZ: En wat is Magnushof? LL: Dat is een verzorgingshuis voor uh oudere mensen met een beperking Je hebt je maatschappelijke stage uitgevoerd bij … Kende je deze organisatie al voor je er op maatschappelijke stage ging? LL: Ja, ik kende het al maar niet dat ik er echt geweest was ofzo gewoon echt dat ik erover gehoord had dat was echt het enigste. SZ: En wat zou je kunnen vertellen over Magnushof? Kun je iets vertellen over de organisatie waar je stage hebt gelopen? LL: Nou het is een hartstikke leuke plek met hele lieve mensen en we, ja die mensen die hebben gewoon verzorging nodig. Enne ja het zijn gewoon hele lieve mensen. SZ: En dat zijn ouderen? LL: Ja dat zijn ouderen inderdaad ja. Er zijn ook mensen die iets jonger zijn maar die hebben dan ook iets en die daar gewoon zijn gebracht. SZ: Zoals? 78
LL: Zoals bijvoorbeeld een vrouw die was er ook die was nou 35/40 maar zij had een auto ongeluk gehad dus was zij ook naar de Magnushof gebracht. SZ: Om te revalideren? LL: Ja SZ: En wat vond je van de organisatie? LL: Ja zoals ik al zei het was een hele leuke plek met allemaal lieve mensen. Uit welke taken bestaat/bestond je maatschappelijke stage? LL: Nou we moesten oudere mensen ophalen van hun kamers en dan moesten we naar de, naar het uh trefpunt en dan moesten we, dan gingen we daar met hun spelletjes spelen. Enne avocado enzo op het laatst. En toen uh, en daarna uh brachten we ze weer terug. Maar we gingen ook soms bingo spelen en ja uh dan gingen we gewoon spelletjes met ze spelen was heel leuk. SZ: En mocht je zelf bepalen welke taken je uitvoerde? LL: Nee, naja het was echt gewoon, we hadden, we gingen elke week gingen we dan en dan zei ze van ja we gaan vandaag vragenderwijs spelen bijvoorbeeld en dan kwam je volgende week en dan zei ze van we gaan vandaag bingo spelen dus het is niet echt dat je zelf mocht beslissen wat je doet. SZ: En wat vond je van de taken die je moest doen? LL: Ik vond het hartstikke leuk het is gewoon.. SZ: Waarom? LL: Het is gewoon heel leuk om met die oudere mensen bijvoorbeeld met bingo als ze dan wat wonnen dan waren ze vet blij en daar werd ik dan weer helemaal blij van enzo. Dan denk je van bijvoorbeeld dan winnen ze een bloemetje ofzo en dan zijn ze heel blij en ook gewoon op uh ja hoe leuk mensen dat eigenlijk vinden dat ze zelf eigenlijk vragen goed beantwoorden en dan worden ze zelf helemaal blij en dan ja dat is gewoon leuk. SZ:Ja, want wat doet dat met jou? LL: Nou het maakt je eigenlijk ook vrolijk en blij enzo. SZ: Hey enne hoe veel uur moest je besteden aan de maatschappelijke stage? LL: 30 uur. Heb je meer of minder tijd aan de maatschappelijke stage besteed dan moest van school? Hoeveel uur moest je eraan besteden en hoeveel uur heb je meer/minder gedaan? LL: Naa ik heb uh volgens mij 25 minuten meer maar voor de rest uh niet SZ: En wat vond je van die uren? LL: Van veel of SZ: Ja bijvoorbeeld wat vond je van de hoeveelheid uren? LL: Uh nou op zich zou je denken dat het veel zou zijn maar als je als je eenmaal die uren maakt dan is het eigenlijk helemaal niet zo erg veel. Niet echt veel eigenlijk. Zou je wel denken van ja 30 uur dat is eigenlijk best wel veel maar als je als je eenmaal die uren maakt dan is het echt, dan valt het echt mee. SZ: Voor je gevoel valt het mee LL: Ja! Voor je gevoel valt het mee SZ: Hoe komt dat? LL: Nou waarschijnlijk vermaakte ik me daar wel en ik vond het daar leuk en daar, dan gaat je tijd heel snel voorbij. SZ: En wat maakte nu dat je het daar zo leuk vond? LL: Ja, ja gewoon ja we gingen gewoon met die mensen nja gewoon het is gewoon het was 79
gewoon leuk met die mensen dat was het gewoon. Als het nou niet zulke leuke mensen waren dan zou je denken van ja het is niet zo leuk daar maar het waren gewoon hele leuke mensen en dat maakte het ook zo leuk. SZ: Dus het gaat echt om het werken met die oudere mensen waar, wat voor jou het heel erg leuk maakte? LL: Ja! Het werken met ze dat ik dat mocht doen en ze waren ook nog heel lief. SZ Mocht jij zelf bepalen waar je maatschappelijke stage plaatsvond of heeft school/iemand anders dat bepaalt? LL: Ja dat mocht je helemaal zelf bepalen. SZ: En hoe werkt dat? LL: Nou uh je mag een plek uitkiezen waar, waar je wil uh stagelopen maar uh het moet wel echt vrijwilligerswerk zijn dat mensen om je heen ook vrijwilligerswerk doen en niet betaald krijgen ervoor. Dus bijvoorbeeld niet in een uh in een winkel ofzo daar krijgen mensen betaald en daar mag je niet stagelopen. SZ: Okey en hoe ben je dan bij Magnushof terecht gekomen? LL: Nou mijn tante werkt ook in een verzorgingstehuis en de moeder van Mariam ook dus die zeiden van nou het is wel leuk daaro dus wij, wij zijn daar toen uh gaan vragen. SZ: Dus via via LL: Ja via via SZ: Hey en hoe vond je dat je het zelf mocht bepalen? LL: Ja dat vond ik, nou dat vond ik veel beter eigenlijk want stel nou je krijgt iets wat je niet leuk vind dan moet je daaro 30 uur maken. Dat is uh dat is niet leuk vind ik natuurlijk en ook in je vrije tijd dat zal je er echt niet voor over hebben. Dat zou ik niet zo leuk vinden. SZ: Ja dat snap ik, helemaal goed In hoeverre ben je tevreden over de maatschappelijke stage die je hebt gedaan? Waar ben je precies tevreden of ontevreden over?Zou je iets willen veranderen aan de maatschappelijke stage? LL: Nou ik ben heel tevreden eigenlijk. SZ: Ja, waarom? LL: Nou ik vond het gewoon leuk, het is gewoon die mensen deden ook heel lief tegen me gewoon ook het personeel daar ook dus uh ja SZ: Dus je kreeg er een goed gevoel van en omdat je mocht werken met mensen.. LL: Ja het is gewoon ook een leuk gevoel dat je behulpzaam kan zijn. Het is gewoon leuk dat je mensen kan helpen zo’n gevoel. SZ: Ja helemaal super! En ben je ook ergens ontevreden over? LL: Nou niet echt eigenlijk. SZ: Niet op je stageplaats of van school? LL: Nou het is eigenlijk wel dat je eigenlijk vrijdagmiddag bent en in je weekend en dan moet je ook nog daar nog heen maar het is wel leuk maar ja ik zou, ja ik weet niet. Dan heb je het gevoel dat je weekend hebt en dan moet je tot half 5 ook weer weg eigenlijk. SZ: Dus dat is een beetje minder vind jij? LL: Ja, dat is een beetje minder maar ja het was wel leuk dus uh SZ: Nouja en zou je iets veranderen aan de maatschappelijke stage? LL: Uhm nou eigenlijk niet denk ik. Nou de uren ja als je het niet leuk vind zou je eigenlijk de uren wel willen veranderen maar ik vond het allemaal wel leuk dus uh 80
SZ: Dus omdat je het heel erg leuk gehad hebt, ik vat het even voor je samen hoor LL: Ja is goed SZ: En je vond het ontzettend leuk om met die mensen te werken en ze waren positief en je kreeg er een goed gevoel van heb je eigenlijk zoiets van ik vind het prima zoals het gaat LL: Ja! Eigenlijk wel ja SZ: Ja, dat is altijd goed om te horen! Wat vond je het nuttigst aan je maatschappelijke stage? En wat juist niet? LL: Nou dat ik gewoon behulpzaam kon zijn dat vond ik wel nuttig. Dat ik uh, dat ik tenminste ergens voor nodig was daaro. Want ja je hebt ook plekken waar je amper wat doet toch? Wij waren, wij deden eigenlijk net zoveel als het personeel daar dus ik vond wel dat ik daar dat dat het nut ervan is. SZ: Dat vind ik een heel goed antwoord! Ja echt, en wat vond je juist niet nuttig? LL: Naja soms dan ging ik aan tafel zitten bij vragenderwijs en dan zat ik gewoon de hele tijd en dan deed ik gewoon niks eigenlijk. Dat vond ik een beetje minder nuttig. SZ: Okey omdat je dan niks hoefde te doen en wat had je dan nuttig gevonden? LL: Nou in plaats van gewoon zitten kon ik ook gewoon helpen met iets anders bijvoorbeeld met dingen klaar zetten en alles. En want soms was die ene soms was die ene plek vragenderwijs en op een andere plek was het bijvoorbeeld bingo en dan ging ik aan die tafel zitten maar ik dacht misschien kan ik dan ook wel daar helpen bijvoorbeeld met bingo. SZ: En mocht je dan niet zelf kiezen om dan met bingo te gaan helpen? LL: Nee een van ons die werd altijd, die werd altijd meegenomen want ik en Mariam waren samen en eentje werd dan meegenomen dan naar bingo en de ander bleef. Dus uh maar ja dat mocht je ook niet zelf bepalen dan zei ze van uh wil je nu mee bijvoorbeeld dan zei ze van ja is goed, een van ons werd dan gevraagd. SZ: Okey dus je mocht niet zelf kiezen waar je ging helpen, wat vond je daarvan? LL: Nee, nouja aan het begin hadden we ook jeux de boulles daar mochten we wel gewoon zeggen van ik ga wel bijvoorbeeld maar je hebt niet altijd zelf je zin eigenlijk. SZ: Okey, nee dat kan maar dat had je dan nuttiger gevonden als je dan ergens anders had mogen helpen? LL: Ja maar je krijg niet altijd zelf je zin. SZ: Duidelijk en Zag je de maatschappelijke stage als een verplichting en waarom? LL: Nee, niet echt eigenlijk want je mocht uhm zelf bepalen waar je gaat en wanneer je eigenlijk de maatschappelijke stage gaat doen dus dat voelde niet echt als een verplichting nee. SZ: Dus je mocht veel zelf bepalen waardoor het niet voelde als een verplichting is dat een goede samenvatting? LL: Ja klopt Denk je dat je naar aanleiding van deze stage je meer gaat inzetten voor vrijwilligerswerk? (doorvragen naar verenigingen en non-profit organisaties) LL: Ja, als ik tijd over heb wel ja. (Lacht) Ja, nee, nouja ik krijg later een baan enzo dus als ik tijd heb bijvoorbeeld dan zou ik op zich wel vrijwilligerswerk doen SZ: Je zou het dus wel willen doen maar het hangt af van je tijd. En wat maakt nou dat je het zou willen doen? LL: Nah het is eigenlijk dat je iets, dat je iets niet doet voor geld eigenlijk maar dat je gewoon mensen helpt zonder dat je daar een winst in hebt dat is eigenlijk ook wel fijn eigenlijk dat je gewoon mensen helpt zonder dat je er winst in hebt eigenlijk. 81
SZ: En wat haal je er dan voor jezelf uit? LL: Nou gewoon dat je mensen hebt geholpen en dat je daar een prettig gevoel bij hebt SZ: Super! En zou je dan weer met oudere mensen willen helpen of een andere vereniging LL: Nou mij maakt het eigenlijk niet uit waar ik help eigenlijk. Als die mensen mij nodig hebben dan vind ik het goed eigenlijk. Maar mij maakt het niet uit of het ouderen zijn of bijvoorbeeld het zwembad ofzo met gehandicapte mensen inderdaad dat maakt mij niet uit SZ: En gewoon omdat je wilt helpen of een andere reden? LL: Nee gewoon omdat ik behulpzaam wil zijn en wil helpen en ja dat vind ik belangrijk. SZ: Super goed zou ik zeggen toch?! LL: (lacht) Ik denk het wel SZ: Uhm ik heb een paar stellingen voor jou en ik wil je vragen of je de stelling wil voorlezen en dan wilt aangeven of je het er helemaal mee onees, mee oneens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens bent en waarom. LL: Ja. SZ: Dan mag je de eerste voorlezen Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. ‘Ik vond het erg leuk om de maatschappelijke stage te doen.’
LL: 5: helemaal mee eens. SZ: Helemaal mee eens LL: Ja SZ: Leg het nog eventjes uit LL: Ja, nouja dat ik mensen kon helpen dat vond ik gewoon helemaal leuk (vanaf hier onderbreking, lokaal was plotseling voor andere leerkracht) SZ: Volgens mij doet hij het weer een kleine onderbreking maar we waren bij de eerste vraag, uh stelling en daar was je het helemaal mee eens LL: Ja, ik vond het ook erg leuk en om de mensen ook erg blij te zien ja en ze gaven ook elke keer complimentjes de oudere mensen ze vonden het ook gewoon erg leuk om weer jeugd te zien ook dat zeiden ze ook elke keer maar het is gewoon erg leuk om die mensen blij te zien eigenlijk want ze zitten de hele dag in zo’n kamertje en dan als ze dan hebben ze weer een spelletje en dat vinden ze dan weer geweldig. Dat is gewoon leuk SZ: Niks meer aan toe te voegen LL: Nee SZ: Dan mag je de volgende voorlezen Ik vond dat ik op mijn stageplek weinig verantwoordelijkheid kreeg.
LL: 2: niet mee eens. Want nou ik mocht bijvoorbeeld eigenlijk, eigenlijk zou dat niet kunnen mogen maar ik mocht bijvoorbeeld die mensen met de lift bijvoorbeeld mocht ik ze, mocht ik ze terug brengen naar hun kamers maar eigenlijk, eigenlijk had dat niet gemogen maar dat is echt veel verantwoordelijkheid want stel er gebeurd wat in de lift ofzo dan dan moet er wel iemand bij zijn maar dat mocht ik toen doen. Maar het is niet alsof ik eigenlijk altijd, altijd alles op mij kreeg van bijvoorbeeld verantwoordelijkheid en alles maar dat ik met die mensen alleen in de lift moest dat was wel een hele grote verantwoordelijkheid. SZ: Ja, dat kan ik me voorstellen en vond je dat prettig? Dat je die verantwoordelijkheid kreeg? LL: Nou ik vond het wel prettig dat ze me vertrouwde dat vond ik wel. Maar ja je weet nooit wat er kan gebeuren dus daar ben je dan ook bang van uh ja soms zijn er van die mensen die van die dingen hebben bijvoorbeeld dat je dan denkt van ja wat moet ik nu weet je wel en als er dan wat gebeurd met de lift of in de lift weet je nooit wat je moet doen. 82
SZ: Nee, ik wil net zeggen en dat is dan inderdaad wel veel verantwoordelijkheid en uhm dat vond je dus aan de ene kant prettig en aan de andere kant dus ook wel een beetje spannend LL: Ja SZ: Ja dan mag je de volgende doen Ik heb met veel verschillende mensen te maken gehad tijdens mijn maatschappelijke stage. LL: Ja, vooral van vooral van allemaal verschillende ruimtes van al die verschillende kamers heb ik al die mensen van Magnushof heb ik allemaal leren kennen en ook uh personeel en alles ik heb met heel veel verschillende mensen te maken gehad. SZ: En ook met andere culturen? LL: Nee, dat nee, dat niet echt, een paar SZ: Niet zoveel LL: Nee SZ: Had je dat wel goed gevonden als je met meer verschillende culturen LL: Ja hoor, ik zou het wel goed gevonden hebben. Volgens mij zou het niet echt veel verschillend zijn denk ik. SZ: Nee want je zat in Schagen he? LL: Ja SZ: Ja maar het is wel, in zo’n verzorgingshuis zitten heel veel verschillende mensen dus het is zoals je al zei ook een mevrouw van 40 LL: En mensen van 80 SZ: En wat vond je ervan dat je met zoveel verschillende mensen in aanraking kwam? LL: Nouja ik vond het eigenlijk wel spannend want ja je weet niet hoe die mensen zo gaan reageren want die mensen zijn ook dement dus je weet niet wat voor opmerkingen ze kunnen maken en gewoon hoe ze naar het allemaal kijken enzo dus ja ik vond het eigenlijk wel spannend. SZ: Maar uiteindelijk? Wel leuk? Goed gevoel aan over gehouden? LL: Ja, dat wel ja aan het begin denk je van hoe zouden de mensen eigenlijk reageren maar ze deden allemaal heel lief dus ik heb er uiteindelijk wel een goed gevoel aan over gehouden. SZ: Top dan mag je naar de volgende. Ik wil zeker nog vaker vrijwilligerswerk doen. LL: Mee eens. Ja, zoals ik al zei als ik tijd heb dan zou ik dat wel graag willen doen ja. SZ: Het heeft echt met tijd te maken LL: Ja, want ik heb ook studie en alles en anders ga ik aan het werk enzo dus ja het heeft echt met tijd te maken. Tijdens mijn maatschappelijke stage kon ik mijn talenten slecht inzetten. LL: Nou het is niet echt dat je daar talent voor nodig hebt eigenlijk. SZ: Maar ben je het er helemaal niet mee eens, niet mee eens, neutraal LL: Ohja SZ: Dan ga ik daarna vragen waarom, dan mag je het uitleggen. LL: Nou neutraal denk ik, ja SZ: Want? LL: Nou omdat je had er niet echt veel talent voor nodig eigenlijk want je moest eigenlijk gewoon, maar je had wel, je had er wel, hoe leg je dat uit, je had wel, je moest wel, ja hoe 83
zeg je dat, je moet wel bijvoorbeeld die mensen die gaan dat ja sommige die hadden van zulke dingetjes die ik dan bijvoorbeeld heel zielig vind ofzo en daar moet je dan wel ook tegen kunnen bijvoorbeeld. Bijvoorbeeld van mijn man is gisteren dood gegaan terwijl dat eigenlijk wel vijf jaar geleden of tien jaar geleden is gebeurd. Daar moet je wel tegen kunnen want die mensen gaan ook huilen soms en of ik had ook een man die zei zometeen komt mijn familie mij halen en dat was helemaal niet zo maar dat denkt diegene en dat vond ik echt heel zielig maar ja daar moet je ook tegen kunnen. SZ: Dus welk talent denk je dat jij hebt waardoor je dit goed kon doen? LL: Ja, ik weet het eigenlijk niet. Maar je hebt er wel wat voor nodig maar ik weet eigenlijk niet wat ik zou zeggen eigenlijk. SZ: Nou misschien, behulpzaam LL: Ja SZ: Sociaal? Geduldig? LL: Ja, geduldig moet je zeker zijn! SZ: Maar dat is toch een talent? Dat je dat hebt? LL: Ja, kan wel SZ: Kan iedereen dit doen? LL: Nou, als je ongeduldig bent niet echt en als je snel boos wordt dan is het ook niet echt want op een gegeven moment als die mensen te vaak gaan huilen als je dan ongeduldig bent of heel snel boos wordt dan kan je daar echt niet tegen in uh dan wordt je er alleen maar boos van eigenlijk. Ja, ik weet niet, ik weet niet hoe ik dat moet uitleggen. SZ: Want wat zijn jouw talenten? LL: Ja ik weet niet, dat kan ik niet over mezelf zeggen. Ik weet het niet SZ: Waarom niet? LL: Ja, ik weet niet, ik vind het een beetje raar om over mezelf te zeggen wat mijn talenten zijn. SZ: Okey, want waarom is dat raar? LL: (Lacht) Ja het is een beetje raar, ik weet niet SZ: (Lacht ook) Okey dan zal ik er niet over doorvragen en dan mag je naar de volgende gaan. Mijn maatschappelijke stage was interessant. LL: Ja, helemaal mee eens ik vind wel interessant zoiets had ik eigenlijk nog nooit meegemaakt met demente mensen en mensen die wat hadden. Ik heb, ik heb eigenlijk nog nooit eigenlijk gedaan zo’n werk en alles, ik vond het wel interessant. Want je zag ook mensen met verschillende problemen dus dat vond ik wel interessant zoiets ja om te helpen en gewoon. SZ: De nieuwe ervaring? LL: Ja de nieuwe ervaring ja SZ: Dus het was een nieuwe ervaring en daardoor was het interessant? Zo even kort samengevat? LL: Ja! SZ: Super, dan mag je naar de volgende. Ik heb veel geleerd van mijn maatschappelijke stage. LL: 4: mee eens. Ja uh ja, ik, je leert mensen kennen ook hoe mensen eigenlijk kunnen zijn met met dyslex uh met dementie en met allemaal andere problemen op zich is ook een beetje psychische problemen enne ja ik heb geleerd om uh met die mensen om te gaan en 84
hoe ze eigenlijk denken dat heb ik ook allemaal geleerd. En ja behulpzaam zijn, ik ben behulpzaam maar dat heb ik ook wel een beetje geleerd om meer behulpzaam te zijn en meer geduldig eigenlijk. Dat leer je eigenlijk ook wel dat vind, dat vind ik ook wel ja. Ik heb ook wel meegemaakt dat uh dat een man een keertje iets van 50x achter elkaar zei: m’n vader is dood en vroeger altijd met karton en toen dacht ik heeft ie het tegen mij?! Toen dacht ik en moet ik nu, moet ik nu er op ingaan of moet ik gewoon niks zeggen want ik weet niet of ie het tegen mij heeft. Want ik had hem met de rolstoel, was ik hem aan het meenemen dus toen zei hij dat en toen dacht ik van moet ik, wat moet ik nu zeggen eigenlijk? Dat weet je dan nooit. SZ: Dus uhm je hebt dus eigenlijk veel geleerd he de dingen die je net al opnoemt en wat vond je daarvan? Had je het verwacht? LL: Nou eigenlijk niet echt. Ik zou, ik had eigenlijk gewoon verwacht mensen die gewoon, ik heb altijd meegekregen dat mensen die in het bejaardentehuis mensen zijn die, dat hun familie niet echt op gaat letten ofzo of dat, maar ik heb nu meer, nu kwam ik er juist achter dat het mensen zijn die juist meer nodig hebben waar de familie eigenlijk niet eens op kan letten want je hebt echt hulp nodig daar. En nu ja ik heb wel nieuwe dingen heb ik ontdekt eigenlijk daaro. Ja ik had echt niet ja SZ: Wat vind je daarvan? Dat je nu, want je hebt dus een heel ander beeld gekregen door die stage wat vind je daarvan? LL: Ja, nou ik vind, ik weet het niet eigenlijk hoe ik dat zou zeggen. Wat vind ik daarvan nou ik vond, ik vond gewoon het beeld veel beter. Ik vind dit beeld eigenlijk veel beter een veel beter beeld wat ik ervan heb gekregen want dat andere was gewoon meer van nou die mensen die willen hun ouders bijvoorbeeld niet en die hebben ze naar het bejaardentehuis gebracht, naar het verzorgingshuis dus uh maar nu dit beeld vind ik toch uh ja nu weet ik toch echt dat die mensen verzorging nodig hebben dat je niet altijd uh dat je niet altijd op ze kan zorgen en dat die mensen gewoon echt hulp nodig hebben gewoon, gewoon. Dat vind ik gewoon SZ: Ja, nee helder! Dat heb je goed uitgelegd. Deel twee interview: de verwerking van de stage-ervaringen op school SZ: Dat waren de stellingen voor nu en dan komen we nu bij het tweede gedeelte van het interview wat we nu gaan doen. En we hebben het gehad over wat je gedaan hebt en wat je taken waren, wat je leuk vond en minder leuk uh het tweede gedeelte gaat over hoe er met jouw stage-ervaringen op school is besproken. Hoe je begeleid bent bij het doen van de maatschappelijke stage en wat er is gedaan met jouw stage-ervaringen, jouw maatschappelijke stage-ervaringen. LL: Okey SZ: En daarbij is de eerste vraag van mij: Wat is volgens jou het doel van de maatschappelijke stage? LL: Nou ik denk dat het zo, dat ze kinderen willen laten ervaren hoe uh hoe het eigenlijk in elkaar ja, dat vrijwilligerswerk dat je dat ja ook een keertje mee maakt en ik bedoel hoe het eigenlijk is en dat ze mensen ook eigenlijk meer willen, zo eigenlijk doen dat ze de mensen meer vrijwilligerwerk gaan doen ook. Gewoon dat je daar ervaring bij krijgt en dat je dat later misschien ook wilt doen. Dat denk ik zelf SZ: En wat vind je ervan dat school dat doet? LL: Nou ik vind dat eigenlijk wel goed van school. Ja het is wel, dat je wel je eigen tijd moet doen maar ja ik vind het eigenlijk wel goed want je leert kinderen meer met zulke dingen omgaan eigenlijk met met vrijwilligers, met wat je eigenlijk nooit zou doen want ik bedoel ik kan me voorstellen dat bijvoorbeeld een jongen uit de derde klas niet zomaar zou zeggen van ik ga ff vrijwilligerswerk doen. Maar als je het dan verplicht moet doen dan ja 85
dan, ja dan zorg je, dan help je de mensen ook die dat nooit, die daar hulp in nodig hebben. SZ: Dat is heel helder. Goed uitgelegd. En: Kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden van je stage? LL: Nou ik had eigenlijk meegekregen van je moet een stage vinden maar toen hadden we ook op de HAVO hadden we een dag dat we allemaal maatschappelijke stages konden zoeken. Dan hadden ze allemaal, ieder een kraampje en dan hadden ze allemaal een stage waar hun van waren en dan mocht je daar ook inschrijven in die stage. Maar toen ik rondliep ik moest, ik moest eigenlijk helpen dus ik heb niet echt rondgelopen daaro, maare uiteindelijk had ik gewoon een stage, de stage die ik nu gevonden heb, heb ik gewoon via via gevonden en niet echt met school. SZ: En wat vind je daarvan? Vind je dat school daar meer bij moet helpen of denk je dat LL: Nee, ik vond het eigenlijk hartstikke goed hoe ze dat hadden aan, aangepakt want veel mensen van mijn klas hadden toen ook hun stage van daar gevonden eigenlijk. SZ: Van de stagemarkt? LL: Ja en door mensen ook van school heb ik ook gehoord van ik heb nu een stage van de stagemarkt dan kan je ook gelijk inschrijven dan heb je gelijk een stage. Ik vind eigenlijk dat school dat wel goed heeft aangepakt. SZ: Helemaal super, en tijdens de uitvoering van je maatschappelijke stage? Hoe ben je toen begeleid door school? LL: Nou, niet eigenlijk. Ja ik heb het gewoon uitgevoerd, ik heb, ik ging er gewoon ik heb met het personeel daar heb ik gewoon afgesproken tijden en toen ben ik gewoon er gewoon heen gegaan tot dat ik klaar was. SZ: En op school heeft niemand gevraagd van uh nou uh Anahit wat heb je eigenlijk, wat ben je eigenlijk aan het doen? Hoe gaat het? LL: Nou, uh nee SZ: Nee, nee dat kan en wat vind je daarvan? LL: Ja, nou ja ik vind eigenlijk niet, ja ik vind het zelf eigenlijk niet erg want ja je weet niet of want sommige hebben het toch al afgerond en als je dan opeens komt van heb je je stage, van hoe gaat het op je stage. Ja het kan ook gewoon dat je er nog geen hebt ofzo je weet wel. Nou ik vind het gewoon, ik vind het zelf niet erg gewoon. SZ: Nee, want waarom niet? LL: Nou, ja ik vind het gewoon niet erg want van mij hoeft het eigenlijk nie, ja het is natuurlijk wel leuk als je komt vragen van ja hoe gaat het eigenlijk met je stage enzo maar als je het niet doet vind ik het eigenlijk ook niet erg. SZ: Je had ook niet hulp nodig tijdens je stage? LL: Nee, nee het ging allemaal vanzelf eigenlijk. SZ: Okey en de afsluiting van je maatschappelijke stage? Hoe gaat dat? LL: Nou ik ging eigenlijk gewoon elke week en toen heb ik in eh in het logboek op internet heb ik eigenlijk daar had ik mijn uren ingevuld. En enne toen uh een week van tevoren ofzo toen zei ik van uh ja ik heb eigenlijk mijn stage afgerond en dan moet u ff ondertekenen, tegen mijn stagebegeleider, en toen zei ze van ja is goed en toen kwam ik de volgende, de week daarna met mijn formulieren en toen heeft ze dat ingevuld en dat uh toen was ik er eigenlijk mee klaar. En toen had ik nog uh, toen had ik nog een hand gegeven en dat soort dingen en afscheid genomen dat was het eigenlijk. SZ: En heb je het op school nog nabesproken? Je stage? LL: Nee, nee we hebben het echt alleen gehad over de uren dat sommige mensen nog de uren moesten afronden maar uh we hebben het niet nabesproken. SZ: Niet nabesproken en uh zou je daar behoefte aan hebben? Aan dat nabespreken? 86
LL: Nou nee niet echt denk ik, nee SZ: Want? LL: Ja, nouja want ik denk dat ik het eigenlijk wel goed heb gedaan en ja ik heb de uren dus voor mij is het eigenlijk niet uh SZ: Okey. Je hebt al even het logboek genoemd, is dat hoe je moest bewijzen dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan? Hoe moest jij bewijzen dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan? (verslag, logboek?) LL: Ja, we moesten steeds het logboek ondertekenen of je ook wel echt de uren hebt gedaan en dat je niet zomaar wat hebt ingevuld en dagen en dan moest zij, uh mijn stagebegeleidster moest een paraaf neerleggen dat het wel echt hebt gedaan en dat moest je dan zo inleveren en het kan ook uh van ik heb twee uur gedaan en dan schrijf je vijf uur op en dat kan natuurlijk niet. SZ: Dus vond je het een goede manier? LL: Ja ik vond het een goede manier SZ: Okey en je hoefte geen verslag te maken? LL: Nee SZ: Aan het einde met wat je geleerd hebt en gedaan hebt? LL: Nee daar heb ik geen verslag van hoeven maken. SZ: En daar heeft je mentor ook niet naar gevraagd? LL: Nee SZ: Okey, en heb je verbeterpunten voor dat bewijzen van de maatschappelijke stage? LL: Nou je hebt natuurlijk ook, je kan natuurlijk ook bij je bijvoorbeeld uh, bijvoorbeeld, bijvoorbeeld uh mijn vader werkt bijvoorbeeld bij vrijwilligerswerk dan kan ik het ook aan mijn vader vragen. Van ja onderteken dit bijvoorbeeld ff dat weet je natuurlijk maar het is niet echt dat ik daar een ander uh SZ: Het is niet helemaal waterdicht, het systeem LL: Nee, maar niet echt dat ik daar iets anders voor heb ofzo. Dat ze daar beter aan kunnen, maar ik vind het opzich wel goed zo want uh ja ik vind het wel goed nage, nagecontroleerd. SZ: Super enne: Hoeveel tijd is er tijdens de mentorlessen besteedt aan de maatschappelijke stage? (op welke manier, wat is er besproken, voorbereiding etc.) LL: Nou tijdens economie eigenlijk. Want uh die man van economie die gaat over de stages en daar hebben we wel twee lessen ofzo aan besteedt. SZ: Twee lesuren en op welke manier ging dat dan? LL: Nou we gingen, hij ging dan ook allemaal op het bord uitleggen hoe dat allemaal moet met het logboek enzo enne echt gewoon met de uren die mensen moeten afronden en met de stages hij vroeg van heeft iedereen nu een stage en we moesten de formulieren erbij inleveren en zo ging het eigenlijk. SZ: En uhm dus dat, dus eigenlijk een beetje uitgelegd over hoe het werkt, dus in het begin, en tussendoor dus na die twee lesuren dus eigenlijk verder niet aandacht besteedt aan de LL: Nou soms wel dat kinderen gewoon uh uit, uit , uit uh moeten afronden maar niet echt wat of aan de stage zelf gewoon SZ: Niet uh dus inderdaad tussendoor gevraagd van wie doet wat en wat heb je geleerd LL: Nee, nee dat niet SZ: Dat is er niet besproken. Uh okey en wat vind je van die manier van werken aan die tijdsbesteding tijdens de lessen? Is dat tekort, is dat teveel? 87
LL: Nou als het allemaal duidelijk is, want ik vond het wel duidelijk dan vind ik het eigenlijk wel goed want uh als ie uitlegt hoe het allemaal moet dan uh en hoe je het allemaal op internet moet doen dan vind ik uh het eigenlijk wel goed dan hoeft er van mij niet meer tijd aan besteedt te worden SZ: Nee er hoeft niet tussendoor nog gevraagd te worden LL: Nee SZ: Okey, prima en je had al even iets verteld over met mensen in de lift gaan maar Wat voor lastige situaties ben je tegen gekomen tijdens je maatschappelijke stage? LL: Nouja dat van die lift natuurlijk want ja je weet nooit wat er kan gebeuren en je hebt zelf de verantwoordelijkheid op je dus ja bij mij als het bij mij had gebeurt dan had ik mijn stagebegeleider ook de verantwoordelijkheid maar ja je voelt jezelf toch ook uh medeplichtig eigenlijk dus uh ja en ook de mensen met de rolstoel stel je komt ergens tegenaan ofzo natuurlijk heb je dat verantwoordelijkheid ook op jezelf en je voelt je natuurlijk rot als er wat gebeurd dan. SZ: Ja en heb je het daar op school over gehad? LL: Nee, dat niet maar wel bij de stageplek zelf. SZ: Wel bij de stageplek zelf LL: Ja SZ: Uhm wat vind je ervan dat dit soort dingen niet op school zijn besproken? Is dat hetzelfde als met uh tijdens de lessen er aandacht aan besteden? LL: Nouja ik vind eigenlijk wel dat ze dan die dingen waar je echt verantwoordelijkheid bij je op moet nemen dat ze dat wel dat ze dan zeggen van jongens dat mag eigenlijk, dat mag eigenlijk ni, ja het is ik weet eigenlijk dat het niet echt mag want ik ben ook nog maar vijftien en dan zoveel verantwoordelijkheid op je nemen dat mag eigenlijk niet. Ik vind eigenlijk dat ze dat wel ff moeten bespreken. SZ: Dus als iemand tijdens de periode dat jij stage liep gevraagd had van hoe gaat het nou en welke verantwoordelijkheden heb je, dan had dat wel eigenlijk fijn geweest om te bespreken? LL: Ja, dat wel voor verantwoordelijkheid had ik dat wel fijn gevonden om te bespreken ja. SZ: Okey vanwege je gevoel daarbij? LL: Ja, want dat is best moeilijk SZ: Ja dat snap ik. Nou dit is prima uhm Heb je van school uit de mogelijkheid gekregen om je stage/plaats te beoordelen d.m.v. een evaluatieformulier? (zo ja, weet je wat daarmee gedaan is (heb je terugkoppeling gehad?), zo nee, lijkt je dat zinvol en waarom?) LL: Ja, dat wel ja. Dus uh we moesten ook uh een formulier uitprinten en dan moest je je mening uh geven en uiteindelijk ook een beoordeling en ja wat goed ging en wat minder goed en dat soort dingen dus ja ik heb een formulier uh gekregen SZ: En uhm weet je ook wat er mee gedaan is? Met dat formulier? LL: Nouja, volgens mij ofzo gaan ze dat allemaal bekijken en ja voor de rest, ik weet eigenlijk niet. Ik heb het alleen ingeleverd en voor de rest heb ik er niks over gehoord. SZ: Okey en vond je het wel nuttig om te doen? LL: Ja, nou ik weet niet. Ik heb zelf eigenlijk niet uh resultaat er van gehad maar SZ: Lijkt je het zinvol om resultaten terug te krijgen? Wat ze ermee gedaan hebben? LL: Ja, dat wel ja, ik wil eigenlijk wel weten waarom ze dat allemaal doen enzo. Ik bedoel ja, uiteindelijk gaat het erom hoe leuk je je stage hebt gevonden want ik moest een cijfer tot en met of nee goed, voldoende moest ik ervoor geven of onvoldoende. En je ziet het 88
natuurlijk ook, uiteindelijk op het laatst ga je ook inzien of je het vanwege dat blad ga je uiteindelijk ook inzien of je zelf ook wat allemaal vond en niet en ja je gaat het allemaal terug zien enzo. SZ: Ja en lijkt het je dan nuttig als school dan nog een terugkoppeling geeft over die verzamelde gegevens van je stage? LL: Ja, eigenlijk zou ik wel willen weten hoe ze vinden dat ik het heb gedaan eigenlijk. Gewoon van een ander bijvoorbeeld omdat nu denk ik het wel zelf enzo maar ja.. SZ: Ja LL: Ja SZ: Helemaal prima. Uhm dan heb ik tot slot nog een paar stellingen. Zelfde als net, helemaal niet mee eens, niet mee eens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens. Dan mag jij de stellingen weer voorlezen en even vertellen wat je vind en waarom. Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. Op school is de maatschappelijke stage uitvoerig voorbereid LL: Uh ja mee eens. Of ja SZ: Uitvoerig voorbereid, betekent uitgebreid voorbereid LL: Ja maar ik vond het eigenlijk wel allemaal heel duidelijk dat wel. Maar ja ik vond het wel gewoon duidelijk en wat ze van je verwachtten vond ik ook duidelijk en ja ik vond het wel duidelijk allemaal. SZ: En hoe kwam dat? Hoe hebben ze dat aangepakt? LL: Nou zoals ik al zei vanwege de beamer toen hebben ze allemaal dingen laten zien en ook het logboek. Enne ja ze hebben, ze hebben ook gewoon, ze hebben heel veel informatie erover gegeven. En uiteindelijk was het wel duidelijk wat er van je verwacht werd. SZ: Dus daarom was het ook gewoon goed omdat je wist wat je moest doen? LL: Ja! SZ: Super dan mag je naar de volgende. Ik heb veel respect gekregen voor andere mensen door het doen van de maatschappelijke stage. LL: Helemaal mee eens, want ja ik, zoals ik al zei je moet geduld hebben ervoor en vanwege die geduld krijg je ook respect voor andere mensen daarvoor en dat je ook ziet hoe andere mensen er tegenaan kijken daar krijg je ook respect voor die mensen. En ja je zou denken dat een ouder iemand dat die oudere mensen niet echt van spelletjes houdt maar ja die mensen zitten ook de hele dag in hun kamertjes enzo en daar heb ik ook respect voor want ik kan mij echt niet voorstellen dat ik de hele dag in een kamer gewoon niets doet eigenlijk. SZ: En bedoel je nu dan respect voornamelijk voor de mensen die deze ouderen helpen of respect voor de ouderen zelf? LL: Nee, ja vooral voor de mensen die daar zitten en ook voor de mensen die met deze mensen helpen want je hebt er echt uh je moet er echt uh ook geduld en respect voor hebben natuurlijk ook. En ja soms die mensen kunnen ook echt dingen vragen waar jezelf ook geen antwoord op wil geven maar dan moet je echt uh ja SZ: Dus het is een beetje van twee kanten LL: Ja SZ: Helemaal goed dan mag je naar de volgende. Ik snap niet waarom ik de maatschappelijke stage moest doen. LL: Nou, niet mee eens eigenlijk. Het is niet dat ik het helemaal niet snapte maar ja uh ik 89
snapte het eigenlijk wel. Je moest eigenlijk, eigenlijk gewoon mensen kunnen helpen het is eigenlijk gewoon dat je iets vrijwilligs doet dat je niet met geld ofzo dat je niet met winst gewoon dat je vrijwillig iets gaat doen dus dan willen ze dat die kinderen van school volgens mij gewoon iets doen, gewoon voor de maatschappij ja volgens mij gewoon voor de, gewoon ja ik weet niet. SZ: Ja en dat vind jij wel goed? LL: Ja ik vind dat goed ja, ik uh nou uh omdat uh ja je helpt er uiteindelijk gewoon mensen mee enne dat is het gewoon. SZ: Super dan mag je de laatste mag je voorlezen. Ik heb veel feedback gekregen op mijn werk tijdens en bij de afsluiting van mijn maatschappelijke stage. LL: (Stilte) Wat is feedback? SZ: Feedback is dat mensen je vertellen wat je goed hebt gedaan, wat er minder goed gaat. Het zijn eigenlijk opmerkingen bij wat doet of wat je hebt geleerd. LL: Ohh, nou neutraal eigenlijk want ik hoorde niet echt veel van uh kijk als ik die mensen ging wegbrengen dan zeiden zij wel van ja goed zo enzo want ik neem natuurlijk verantwoordelijkheid op mezelf maar niet echt van dat ik tijdens mijn stage heb gehoord van dit doe je heel goed maar dat kan beter bijvoorbeeld. Het is meer dat ik mijn taak kreeg en dat ik die dan uitvoerde. SZ: Okey en wat vind je daarvan dat je niet zoveel gehoord hebt van wat je hebt gedaan? LL: Nou, ja dat is uh ja je zou ook wel willen horen van nou het gaat goed ofzo dat zeiden ze op mijn stage dan wel soms maar ja uh als alles duidelijk wordt meegegeven dan vind ik het ook eigenlijk niet zo erg. Want ja ik kreeg gewoon een taak. Maar uiteindelijk had ik het wel besproken van die verantwoordelijkheid want nouja toen zei ze van ja dat klopt eigenlijk mag het ook niet. Toen gingen we ook gewoon praten erover. SZ: En op school feedback gekregen? LL: Nou nee, eigenlijk niet ik heb gewoon mijn stage afgerond en de formulieren ingeleverd en voor de rest heb ik er niks over gehoord. Dus uh SZ: En wat vind je daarvan? LL: Ja, nou, ik weet niet want ik vind eigenlijk zij weten natuurlijk ook niet hoe ik het heb uitgevoerd dus ja ik weet ook niet waar die formulieren allemaal heen zijn gegaan dus ze kunnen er eigenlijk ook niets over zeggen denk ik. SZ: Duidelijk, helder dat waren mijn vragen. Hartstikke bedankt voor je hulp! LL: Ja, alstublieft, graag gedaan. SZ: Dan zet ik hem weer uit LL: Ja Leerling 4, meisje, profiel economie 25-04-2014 SZ: uhm goed hij staat aan. Interview over de maatschappelijke stage, het interview bestaat uit twee delen. Het eerste deel zal gaan over jouw maatschappelijke stage, wat je er van vond, wat je hebt gedaan etc. En het tweede gedeelte zal gaan over wat er op school is gedaan met je maatschappelijke stage, de begeleiding en beoordeling dat soort dingen. En tussendoor wat stellingen, dat ga ik dan nog aan je uitleggen. LL: Ja, is goed. SZ: Wil jij vertellen hoe je heet, in welke klas je zit en welk profiel je hebt gekozen? LL: Ik ben.. ik zit in 3T3 en oh economie ga ik kiezen. 90
SZ: Als eerste, waar heb jij je maatschappelijke stage gedaan? Waar vond je maatschappelijke stage plaats? LL: Bij Magnushof dat is een verzorgingshuis. SZ: Ja duidelijk en kende je die organisatie al? Je hebt je maatschappelijke stage uitgevoerd bij … Kende je deze organisatie al voor je er op maatschappelijke stage ging? LL: Ja, nou mijn moeder die uh die werkt al in een ja een ouderenhuis voor ouderen maar die is in ’T Zand en daar daar wonen dan ook gewoon mensen zonder eh bijvoorbeeld die de dement zijn ook gewone mensen die gewoon niet alleen meer willen wonen. Maar bij de Magnushof wonen ook gewoon mensen die, daar wonen alleen maar mensen die wat hebben die niet kunnen praten door een ongeluk, die dement zijn dus dat was wel echt een verschil maar ik kende het al. SZ: Je kende het wel, helemaal goed nou je hebt er al iets over verteld maar wat vond je van de organisatie waar je stage hebt gelopen? Kun je iets vertellen over de organisatie waar je stage hebt gelopen? LL: Het is heel, het is wel het is, het was wel echt leuk. Het was, ik vond het ook heel leuk hoe die vrijwilligers zich inzetten voor uh voor al die mensen ik vond dat echt mooi om te zien. Hoe ze dat doen allemaal ik vond het wel echt leuk. SZ: En uhm, dus je vond het leuk om te zien LL: Ja SZ: Hoe ze aan het werk gingen, maakte dat dat je het leuk vond? Die organisatie? LL: Ja, want je ziet gewoon want die ouderen ook dat ze zagen dat er jeugd kwam en ik zag gewoon dat ze het zo leuk vonden en als ik dan zie dat ze daarom al helemaal blij zijn dan is dat voor mij miljoenen waard, echt waar dat vond ik zo mooi. Ja dan gingen ze zeggen we vinden het zo leuk dat er jeugd eh kinderen, dat we jeugd zien. Dan dacht ik van ahh dat er dan gewoon niet veel kinderen naar toe gaan, ik snap dat niet. Ga er gewoon naar toe af en toe. SZ: Leen een oma? LL: Ja, (lacht) ja ik vond het wel leuk hoor SZ: (Lacht ook) Nee helemaal goed en uit welke taken en Uit welke taken bestond je maatschappelijke stage? LL: Nou we eh, ik ging vrijdags na school en dan, dat is een dag waar je dan, dat is een spelletjes dag. Dan ga je jeux de boullen, vragenderwijs of bingo spelen. Maar dat, dat is dan soms. Uhm dan ga je die mensen ophalen dan ga je eerst zitten dan ga je vrijwillig met ze praten, gezellig kopje koffie kopje thee koekje erbij en dan ga je de ouderen ophalen. Dan zeggen ze waar je naar toe moet en dan eh loop je naar de aula van wie wilt er mee enne heel gezellig nog praten en dan neem je ze mee in de lift en dan ga je gezellig ff praten bijvoorbeeld. Ik ben daar erg van, ik hou van praten dus (lacht) en dan neem ik ze mee naar beneden en dan zet ik ze weer neer bijvoorbeeld bij de tafel en dan gingen we praten nog ff en dan begonnen we het spel. Dan gaan, dan hadden we pauze en dan gingen we advocaatje, daar zit dan alcohol in, dat vond ik wel heel grappig om te horen dat daar dan alcohol in zit, daar moest je slagroom op doen en ik deed dan altijd extra in want dat vond ik wel grappig (lacht) terwijl dat niet mocht eigenlijk. (Lacht) SZ: (Lacht ook) Je verteld het zo leuk, ik vind het echt, helemaal enthousiast word ik van je gewoon! En die taken die je hebt gedaan, dus het helpen met die spelletjes en het rondbrengen van advocaatjes met slagroom mocht je zelf kiezen wat je ging doen? 91
LL: Uhhm nee, ze zeiden van jij gaat, nou meestal was het zo van, sowieso elke week vragenderwijs. Dat was er altijd en soms en meestal ook uh jeux de boulles en dan zeiden ze van gaan jullie maar daar naar jeux de boulles of jullie gaan naar vragenderwijs dus hun kiezen dat voor je. Wij gingen meestal bij vragenderwijs. SZ: Wat is vragenderwijs? LL: Nou vragenderwijs, nou kijk als wij daar nu zouden zitten dan zouden we die vragen allemaal niet weten het is een soort van quiz. Het gaat over, voor de demente mensen is dat die is, die zijn natuurlijk al die dingen van vroeger weten ze allemaal nog hartstikke goed daar krijgen ze vragen over. SZ: Oh! Okey LL: Ja en dan krijg je uh bijvoorbeeld een dobbelsteen en die rolde ze en dat is dan één en dat was dan zingen, dan ga je een liedje zingen over vroeger; tulpen uit Amsterdam (zingt) gingen ze dan zingen (lacht) en dan zong ik ook mee alsof ik dat liedje helemaal kon en dan ging ik meezingen en dat was helemaal gezellig en dan was het nog bijvoorbeeld spreekwoorden enzo. SZ: Ja, en wat vond je ervan? Van die taken die je moest doen, want je mocht niet zelf kiezen. LL: Nee SZ: Wat vond je daarvan? LL: Nou soms dacht ik wel van ik wil ff naar jeux de boulles want bij vragenderwijs moest ik de hele tijd zitten en dan zat je weer naa, nou ik had had wel meestal dat er een vrouw naast me zat en die had dat ze wel 40x dezelfde zin de hele tijd herhaalde en dan dacht ik van, maar het was ook niet iets leuks wat ze zei, m’n man is gisteren overleden, dat hoorde ik dan 40x en dan word ik depressief van. Ze moest huilen en dan zit ik ernaast toen zegt ze van mijn vrouw eh nee mijn kinderen zijn allemaal vermoord. Toen dacht ik van waar ben ik beland en dan hoor je dat 40x. Dat vond ik wel minder en daarom dacht ik, ik vond het ook een beetje saai soms dat je de hele tijd alleen moest zitten maar SZ: Okey LL: Ja, dat wel SZ: En hoeveel uur moest je besteden aan de maatschappelijke stage? LL: 30 uur SZ: En: Heb je meer of minder tijd aan de maatschappelijke stage besteed dan moest van school? Hoeveel uur moest je eraan besteden en hoeveel uur heb je meer/minder gedaan? LL: Nou, ik had 9 uur op school gedaan en dan moest ik er nog 21 uur dus ik had in totaal 31 uur. Had ik. SZ: Okey, en wat had je op school gedaan? LL: Uh ik had meegeholpen met de open dagen, ik had uhm zwerfafval opgeruimd uhm ja dat was het. SZ: En dat wordt door school georganiseerd? LL: Ja! Maar je mag maar 10 uur binnen school. SZ: Ja, want wat vind je van de hoeveelheid uren die je aan de maatschappelijke stage moet besteden? LL: Uh uh, ik vind het wel een goede initiatief vind ik, ja dat vond ik wel want die ouderen vinden ook of ehh dat je uit vrije, vrijwillige dingen doet voor iemand gewoon, dat vond ik wel echt mooi dat ze dat voornamen op school en dat ze het allemaal regelen enzo dat vond ik wel echt leuk want dan doe je ook iets in de praktijk en in je eigen tijd dat vond ik op zich wel goed. 92
SZ: Die uren zijn goed omdat je het dan voor een ander doet? Als ik het goed begrijp LL: Ja, ja SZ: Even om samen te vatten of ik je snap zeg maar LL: Ja! SZ: Uhm en Mocht jij zelf bepalen waar je maatschappelijke stage plaatsvond of heeft school/iemand anders dat bepaalt? LL: Nee dat mocht je zelf bepalen maar je mocht niet uhm niet bij een plek of organisatie waar alle mensen betaald kregen er moesten vrijwilligers zijn bij de bejaardentehuizen daar heb je dat allemaal wel, dat vrijwilligers zijn. Niet bijvoorbeeld in de winkel, in de supermarkt heb je geen vrijwilligers dat kan gewoon niet. (Lacht) Dat zou een beetje raar zijn. SZ: Vrijwilligers in de supermarkt LL: Ja, nee dat kan niet SZ: Nee, dat snap ik en uhm hoe ben je daar dan terecht gekomen? LL: Uhm we wouden eerst bij de Bron ik en Anahit uh Anahit en ik SZ: De Bron zit ook in Schagen? LL: Ja, ik ja de Bron is ook in Schagen maar dat is er nog eentje, nog een verzorgingshuis maar ja we gingen, we hadden eerst waren we naar de Bron geweest en gingen we vragen of we daar konden stage lopen want dat is nog leuker dan Magnushof had ik gehoord. En SZ: Want de Bron is een bejaardentehuis toch? En Magnushof echt een verzorgingshuis? LL: Ja, klopt en daar zijn we dus geweest en we kregen dus ook een, een, ja hoe noem je dat zo’n uhm zo’n blaadje waar de naam op staat van uhm nouja, we moesten iemand gaan mailen die daarover ging en dat hadden we gedaan maar ze hadden geen plek daar meer. Dus toen dachten we van nou dan gaan we bij de Magnushof. Toen zijn we daar geweest en daar hadden ze nog wel plek, daar hadden ze nog wel mensen nodig dus nou dan gaan we daar maar. SZ: En wat vond je ervan dat je het zelf mocht bepalen? LL: Dat vind ik wel leuk, dat vond ik wel leuk dat er niet bijvoorbeeld ergens anders wordt neergegooid want dat vind ik niet zo leuk want straks vind ik het echt niet leuk, niet een leuk plekje. Ik vind ouderen, met ouderen werken vind ik wel leuk eigenlijk. SZ: Dus als je uit moet leggen waarom je het leuk vond dat je het zelf mocht bepalen dan zou je zeggen LL: Nou omdat je dan zelf, wat je leuk vind dat je daar, dat je dat kan gaan doen en niet dat je, dat je ergens wordt neergezet van dat moet je gaan doen terwijl je het niet leuk vindt. SZ: Want wat voor resultaat heeft dat denk je? LL: Nou, dan ga je er niet met plezier naar toe en dan ga je minder je best doen en dan ga je met een chagrijnige kop ga je daar staan. SZ: Ahh LL: (Lacht) U moet er wel een beetje om lachen SZ: Ja ik moest er wel een beetje om lachen ja (Lacht ook) En in hoeverre ben je tevreden over de maatschappelijke stage die je hebt gedaan? In hoeverre ben je tevreden over de maatschappelijke stage die je hebt gedaan of waar je mee bezig bent? Waar ben je precies tevreden of ontevreden over?Zou je iets willen veranderen aan de maatschappelijke stage? LL: Ja, goed ik vond het gewoon goed. Goed hoor SZ: Wat vond je er goed aan daar? LL: Dat er zoveel vrijwilligers zijn, dat vond ik er echt goed aan. En dat ze zoveel dingen 93
doen voor de ouderen. Ze gaan ook naar Paasvee zelfs!! Ik bedoel maar ze gaan wel echt naar veel dingen. Ze gaan ook met hun wandelen, ze gaan echte leuke dingen doen dat vind ik wel echt goed van de Magnushof dat ze dat soort dingen doen. SZ: Voor de organisatie. LL: Ja SZ: En van jouw maatschappelijke stage? Waar was je tevreden mee? Wat vond je nou echt, jij kwam daar op vrijdagmiddag en LL: Dat iedereen zo gezellig was, de ouderen waren ook grappig enzo sommige dan he, sommige waren ook echt chagrijnig maar de meesten waren wel grappig. SZ: Enne waar ben je ontevreden over? LL: Dat ze soms niet eh luisterden naar de ouderen. Dat soms, soms zeiden de ouderen dan wat en dan negeren ze het gewoon of dan zeggen ze ja, ja, ja en dan gingen ze gewoon weg bij die mensen en dan denken ga ze dan gewoon ff helpen. Want er was een mevrouw die zegt van mag ik mijn jas aan want ze dacht, ze begreep niet dat ze binnen was, ze zegt mag ik mijn jas aan en die man zegt van nee, nee ga maar weer weg ze negeerden haar gewoon en daar kon ik zo slecht tegen dan denk ik van leg haar dan uit dat ze binnen is dat ze, dat je geen jas nodig hebt of doe, misschien had ze het wel koud SZ: Ja LL: Dat vond ik echt stom om te zien. Dan denk ik van: luister naar die vrouw tenminste SZ: Ja, ja dat kan ik me voorstellen dat je daar dan toch wel een beetje tegenaan loopt, dat dat toch wel een beetje lastig is. LL: Ja, ja, ja klopt SZ: Uhm zou je iets willen veranderen? Aan de maatschappelijke stage? LL: Uh dat het ook een beetje tussen schooltijd mag, dat het niet alleen in je vrije tijd want stel je moet een toets leren en dan en ik had nog het geluk dat het vrijdag was maar sommigen zouden dan op woensdag en dan heb je donderdag een toets of een tentamen en dat vind ik dan wel echt stom en dat het dan ook echt tijdens schooltijd bijvoorbeeld mag. SZ: Okey LL: Dat zou ik wel, ja SZ: Ja, gewoon omdat je met je tijd zit LL: Ja SZ: Okey, prima! En: Wat vond je het nuttigst aan je maatschappelijke stage? En wat juist niet? LL: Hmm, wat ik nuttig vond.. hoe bedoelt u dat? SZ: Nou is er bijvoorbeeld iets wat je echt hebt meegenomen uit je stage? Dat je eerst nog niet had en waarvan je denkt dat heb ik nu wel bijvoorbeeld. LL: Dat, dat ouderen wel echt aandacht nodig hebben dat, dat er meer, meer jeugd, gewoon jongere kinderen naar toe moeten. Want ze vinden het echt leuk, ze willen niet alleen maar oudere mensen zien bijvoorbeeld ja het is leuk als je dochter komt maar ze vinden het ook leuk als er andere kinderen komen. Dat er meer jongeren, dat ze er meer aandacht aan moeten besteden. Gewoon dat er meer aandacht moet SZ: Dat vond je nuttig om te zien? Dat wist je eerst niet? LL: Ja, nee dat wist ik niet SZ: Oh en wat vind je ervan dat je daarachter bent gekomen? LL: Ja gewoon, gewoon goed, ja het is leerzaam allemaal. SZ: Ja en wat vond je juist niet nuttig? LL: Uh wat ik niet nuttig vond? Uhm nou ik wist eigenlijk altijd al best wel veel dingen van die eh van die verzorgingshuizen omdat mijn moeder er al werkt maar mijn moeder doet 94
wel net iets wat anders maar ik hoorde er wel verhalen over dus ik wist eigenlijk al best wel veel dingen. SZ: Hmm maar wat was dan bijvoorbeeld, nou je noemde al wat dingen van er werd niet geluisterd naar die mensen LL: Ja SZ: Was er iets binnen, vanuit school of algemeen wat niet nuttig was aan die stage, wat gewoon eigenlijk een beetje onzin was, was dat er? LL: Nee, eigenlijk niet nee SZ: Nee, goed dan gaan we verder: Zag je de maatschappelijke stage als een verplichting en waarom? LL: Nou je moest wel hoor! Ik bedoel we hebben meneer Sintenie ik wist nog dat ie zei van: Jullie MOETEN het nu gaan regelen enzo dus ik voelde me wel echt verplicht dat ik nu echt aan de gang moest. Ja SZ: Ja, en hoe kwam dat? Kwam dat door meneer Sintenie omdat hij er flink LL: Ja maar je moest er ook aan hoor, dat moet gewoon, je moet gewoon je maatschappelijke stage doen. SZ: Ja dus als je moet uitleggen waarom dat als een verplichting voelde, kun je dan uitleggen.. LL: Nou ze liepen echt achter je aan dat je aan de gang moest hoor. Ja dat moest wel SZ: Dus eigenlijk niet zoveel vrije ruimte om zelf wat te regelen? Begrijp ik dat goed? LL: Nou dat ook wel hoor! Want je hebt echt genoeg tijd gehad het ligt ook gewoon een beetje aan jezelf, je moet er wel op tijd mee beginnen, ik was er ook op zich wel best laat mee omdat ik dacht, ja ik vind wel ff een plekkie hoor dat is voor mij geen enkel probleem. Desnoods ga ik naar mijn moeder, ja maar dat was in ’t Zand dus uh, ik houd niet van fietsen. Nou ik houd wel van fietsen maar dat is te ver voor mij. Maar, ja (Lacht) SZ: En voelde het doen van de maatschappelijke stage in Magnushof als een verplichting? Dat je daar bezig was? LL: Uhm nee, ze zeiden wel dat ik dingen moest doen van je gaat nu ff dit doen, ik kan niet nee zeggen, dat kon niet. SZ: Nee, want je mocht niet zelf kiezen he wat je ging doen? LL: Nee, daarom ze zeiden van jij gaat dit doen en ik kan niet zeggen van nee ik ga dat doen zoiets. SZ: Okey en zou je dat wel fijn gevonden hebben als je zelf ook had mogen LL: Ja, want dan zou het ook misschien nog wel leuker zijn geworden want ik weet bij vragenderwijs daar zat ik alleen maar bij jeux de boulles moet je ook de ballen aangeven en helpen met gooien enzo en dat is wel leuk SZ: Dus dat ligt hem dus vooral aan, die verplichting die voelde je vooral omdat je niet zelf mocht bepalen wat je daar ging doen LL: Ja SZ: Dat je geen keuzes mocht maken er werd gewoon gezegd je moet en dan LL: Ja precies. SZ: Okey en Denk je dat je naar aanleiding van deze stage bij Magnushof je meer gaat inzetten voor vrijwilligerswerk? (doorvragen naar verenigingen en non-profit organisaties) LL: Ik ga, ik denk dat ik het wel zou willen maar nu wil ik echt alleen 100% school geven maar misschien als ik wat ouder ben dat ik misschien sowieso wel één keer in de week uh ga helpen met vrijwilligerswerk, vooral als ik wat ouder ben. Maar ik wil het wel echt gaan doen want ik zie dat het wel echt belangrijk is. 95
SZ: Want waarom is het dan belangrijk volgens jou? LL: Nou, want uhm want dan kunnen die ouderen bijvoorbeeld als ik het dan over de ouderen heb, dan kunnen ze veel meer dingen gaan doen want soms hadden ze bijvoorbeeld bij de bingo hadden ze te weinig vrijwilligers en dan konden er niet genoeg, dan konden er niet meer mensen mee, dan konden ze maar beperkt bijvoorbeeld dan mochten er maar 22 mee misschien wouden dan, wouden er nog 10 mensen wel mee maar dat kon niet omdat je te weinig mensen had. Dus daarom zou dat wel goed zijn als er meer mensen gaan SZ: Zich gaan inzetten? LL: Ja! SZ: Dus daarom zou jij dat wel willen doen? LL: Ja klopt. SZ: En dan alleen met ouderen of ook met andere verenigingen of organisaties? LL: Ja, ik zou met verstandelijk gehandicapte mensen, zou ik wel, dat vind ik wel leuk en aardig, dat vind ik altijd schattig altijd. Die vind ik wel altijd lief en die hebben ook echt heel veel aandacht nodig want je moet een beetje bezig zijn met ze met spelletjes spelen, dat lijkt me wel echt leuk. Ook met verstandelijk gehandicapten en mensen met beperkingen. SZ: En hoe komt het nou dat je dan toch dat vrijwilligerswerk wil gaan doen behalve dan dat ze mensen nodig hebben want dat weet je nu dat er tekort vrijwilligers zijn, waardoor komt het nog meer? LL: Nou ik vind dat je eh dat je niet alleen moet draaien om geld, dat je gaat werken en zeggen ja ik ga alleen maar werken omdat ik geld nodig heb. Ja tuurlijk je hebt geld nodig want anders kun je niet leven maar uhm maar dat je ook gewoon iets zonder geld kan, ik weet niet hoe je dat moet uitleggen maar dat je gewoon, gewoon iets gaat doen zonder dat je er geld bij verdient. Dat je iets voor SZ: een ander doet? LL: Ja dat je voor een ander iets goeds kan doen, goed voor de samenleving alles, ja. SZ: Goed uitgelegd. LL: (Lacht) SZ: Ja, uhm dan heb ik nu een paar stellingen voor je en dan wil ik graag dat jij de stelling voorleest LL: Ja SZ: En dat je dan vervolgens aangeeft of je het er helemaal niet mee eens, niet mee eens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens bent en of je dan ook vervolgens wil vertellen waarom . Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. ‘Ik vond het erg leuk om de maatschappelijke stage te doen.’
LL: Uhm mee eens, ja, ik ben er mee eens omdat ja het is, het is eigenlijk om voor een ander wat te doen maar ik doe net niet helemaal mee eens omdat het in mijn eigen tijd moet. (lacht) Anders was het helemaal mee eens geweest als het tijdens schooltijd was dan hoefde ik niet in de lessen te gaan zitten. SZ: En uhm hoe komt het dan dat het voor jou goed voelt om iets voor een ander te doen? LL: Want dat je, want als je ziet dat iemand helemaal blij van je wordt omdat je ja wat voor diegene hebt gedaan voor mij is dat echt goud waard hoor als ik iemand blij kan maken. Ja daarom SZ: Dat is een goede uitleg. LL: Ja 96
SZ: Dan mag je naar de volgende Ik vond dat ik op mijn stageplek weinig verantwoordelijkheid kreeg.
LL: Bedoelen ze daarmee dat ik uh, wat bedoelen ze hier eigenlijk mee? Dat ik uh SZ: Kreeg je veel verantwoordelijkheden dus mocht je veel zelfstandig bijvoorbeeld doen uh LL: Nee SZ: Uhm wat ook een verantwoordelijkheid kan zijn is LL: Nou wat ik niet mocht, en dat was in het begin uitgelegd dat ik met iemand mee moest om iemand, een opa of een oma om diegene te halen uh want ik mocht dat niet alleen doen omdat ik uh nog niet de weg helemaal kende en ik het is maar een stage en het is niet dat een opleiding het is niet dat mijn opleiding daarover gaat en ik mocht ook niet zomaar, ik moest alles vragen, ik mocht niet zomaar actie ondernemen. Of nee SZ: Nee, je mocht niet zelf je taken kiezen enzo LL: Nee SZ: Okey, dus wat zou je dan zeggen? Zou je dan zeggen LL: Uhm dan zou ik uh neutraal nemen. SZ: Neutraal, weinig verantwoordelijkheden LL: Ja want ik mocht niet zelf gaan uh SZ: En wat vond je ervan dat je weinig verantwoordelijkheden kreeg? LL: Begrijpelijk, ik kan niet ineens injecties gaan lopen uitdelen (Lacht) SZ: Nee, dat is logisch LL: Ja maar zo is het want ik kan niet zomaar iemand gaan halen en dan vergeten waar ik naar toe mee moet en dan raak ik verdwaald en dat was best wel groot. Daarom SZ: Ja, prima dan gaan we naar de volgende. Ik heb met veel verschillende mensen te maken gehad tijdens mijn maatschappelijke stage. LL: Uhm mee eens omdat er, ja er waren heel veel mensen daar dus nouja (begint te lachen) SZ: (Lacht ook) Ja er waar heeel veel mensen LL: (Lacht nog steeds) Ja maar nee echt hoor! Allemaal verschillende dingen en soorten mensen. SZ: Zoals? LL: Er waren mannen, er waren vrouwen er waren andere mensen met andere beperking bijvoorbeeld de ene was dement en de ander kon helemaal niet praten het enigste was helemaal stil bijvoorbeeld met haar mond en voor de rest helemaal niks meer kon. Die ene kon niet lopen ja er waren heel veel soorten verschillende mensen SZ: En andere culturen? LL: Sowieso heel weinig ik denk dat ik één Surinaamse vrouw heb gezien. Uh en nee wacht en een Chinese vrouw volgens mij. SZ: Dus niet zoveel LL: Echt niet. Ik weet en omdat ik het zelf ook weet dat je in een andere cultuur, dat in andere culturen dat de oudste nee de jongste moet dan voor de ouders gaan zorgen. Die moet de ouders in huis nemen en die moet ze in huis nemen en hier doen ze dat niet hier proppen ze ze in een verzorgingshuis (lacht) SZ: Dus denk je dat je daarom weinig andere culturen LL: Ja, ja SZ: Oh! Daar had ik nog niet eens over nagedacht LL: Nee, want bijvoorbeeld waar mijn ouders dan vandaan komen daar wordt, daar hoort voor je ouders te zorgen als je dat niet doet dan ben je echt respectloos dan dan denk je niet 97
na over je ouders je hoort gewoon voor je ouders dan te zorgen daar hoor je voor je ouders te zorgen. Daar heb je wel verzorgingshuizen maar dat is echt voor de mensen die naja dan ben je echt gewoon respectloos als je je ouders daar in doet. Maar dit is soms helemaal niet zo! SZ: Ja en waar komen je ouders vandaan dan? LL: Mijn ouders komen uit Armenië SZ: Uit Armenië, dus dat is wel, dat heb je van huis uit meegekregen LL: Dat niet persé want bijvoorbeeld mijn vader heeft dan twee broers en daar hoorde de jongste voor de ouders te zorgen maar mijn andere twee ooms wonen in Rusland en mijn vader woont in Nederland dus maar dat hoefte ook niet want mijn opa en oma zijn kerngezond nou ze zijn gezond gelukkig maar dus die konden wel voor hun zelf gaan zorgen. SZ: Maar had je, om terug te komen op de stelling, ondanks dat ik het hartstikke leuk vind natuurlijk om te weten van jou, had je, ik snap wel dat je niet zoveel culturen hebt gezien zou het goed zijn om meerdere culturen te zien tijdens je maatschappelijke stage? LL: Uhm ja, nouja het hoeft niet persé want Nederlanders zijn ook gewoon gezellig maar misschien met wat andere culturen dat het misschien nog gezelliger en multicultureel allemaal misschien zou dat ook wel leuk zijn. SZ: Zou dat hier in Schagen kunnen denk je? LL: In Schagen zijn niet zoveel mensen van andere afkomst het zijn, dat zie ik niet nee. SZ: Nee duidelijk, dan gaan we naar de volgende. Ik wil zeker nog vaker vrijwilligerswerk doen. LL: Uhm helemaal mee eens, dat wil ik sowieso gaan doen. SZ: Kan je het nog even voor me uitleggen? LL: Ja, uh want ik vind dat je niet alleen maar bij je baan moet houden ik vind dat je ook wat leuks moet doen voor een ander. Dus want daar wordt iedereen blij van dus. Tijdens mijn maatschappelijke stage kon ik mijn talenten slecht inzetten. LL: Nou het zou een beetje raar zijn als ik ineens karate bij de ouderen zou gaan doen dat is mijn enige talent (lacht) SZ: Is dat je enige talent? Nee toch LL: Nee, nee, nee maar SZ: Noem eens een paar van je talenten LL: Nou ik houd van vechtsport en daar ben ik ook best wel goed in dan en ja ik ben heel goed in praten en gezellig doen denk ik SZ: Dat is een talent LL: Ja, dat kan niet iedereen, zoveel praten volgens mij (Lacht) SZ: (Lacht) Dan moet je eigenlijk leraar worden, net als ik LL: Ja, haha misschien wel! Maar nou opzich ik kan wel heel gezellig met de ouderen praten dat was wel leuk en de hele tijd lachen, daarna had ik wel last van mijn mond maar dat maakte niet zoveel uit. Want ik lach heel veel, straks heb ik ook weer last van mijn mond maar dat maakt niet uit (Lacht) en uh ja, ik kon op zich wel mijn talent laten zien dus ik geef het een neutraal, want ik kon wel mijn gezelligheid wel geven maar niet mijn karate SZ: Ja, maar los van je karate welke talenten heb je nodig om daar te werken? LL: Gezelligheid en veel, uh sociaal zijn ja. Sociaal zijn het meest. En naar de mensen kunnen luisteren. Dus dat hoort ook bij sociaal, ja SZ: En, heb jij dat talent? LL: Ik denk het wel, ja want ik kan op zich wel met mensen gaan praten en soms grapjes 98
maken en de mensen laten lachen dat vind ik wel leuk altijd. SZ: Ja, ik denk dat jij dat wat dat betreft qua talenten heel goed gedaan hebt. LL: Ja? SZ: Ja uh dan mag je naar de volgende. Mijn maatschappelijke stage was interessant. LL: Uhh mee eens, uh want ik heb er wel wat van geleerd. Omdat over ouderen dat ik er wel wat van heb opgestoken. SZ: Bijvoorbeeld? LL: Dat je uhm, hoe leg je dat uit, dat uhm uh dat je, dat er best wel veel vrijwilligers zijn die zich voor mensen inzetten en ja dat vond ik wel echt heel interessant. Ik had niet verwacht dat er zoveel vrijwilligers waren er waren best wel veel vrijwilligers. Het konden er meer zijn maar nou het was normaal, het was wel goed. SZ: Dat was een verassing? LL: Ja ik dacht dat er waarschijnlijk maar twee mensen waren ofzo maar er waren er echt, je kon ze opbellen en ze kwamen laat ik het zo zeggen. Ja. SZ: En wat vond je daarvan? LL: Ik vond het wel lief van die mensen, er was er was een man van iets in de 80 die daar vrijwilligerswerk doet en daar is en dan, wacht laat ik het zo zeggen er was een vrouw van 75 er was nog een vrouw van 75, een man van 72 er waren een man van 83 ik dacht van die doen allemaal vrijwilligerswerk dan laten we het over aan de ouderen ik dacht terwijl jongeren dat juist moeten doen ook. Kijk die mensen zijn natuurlijk met pensioen enzo ook, die hebben tijd, ze hoeven niet zoveel dingen meer te doen en denken van nou ik ga vrijwilligerswerk doen, wat ik heel goed vind overigens, maare ik vind dat die jongeren ook wat mogen inzetten. SZ: Dus dat vond je wel interessant om te zien eigenlijk? LL: Ja, dat was alleen maar oudere mensen en ik dacht dat die mensen alleen maar 50 jaar waren, ze leken echt jong. Maar uh ik vind dat die jongeren, dat die ook wel wat mogen ondernemen en ff daar naartoe mogen daar vrijwilligerswerk mogen doen ze moeten het niet alleen aan de ouderen over laten. SZ: Helder LL: Ja (lacht) SZ: Ja een goed betoog! De laatste: Ik heb veel geleerd van mijn maatschappelijke stage. LL: Uhm.. of ik veel geleerd heb.. uhm mee eens denk ik, want ik heb wel wat geleerd. Ik heb geleerd hoe je slagroom moet kloppen (lacht) nee grapje, nee ik heb geleerd hoe je met ouderen kan omgaan, wat ze leuk vinden. Dat je, je moet gezellig zijn sowieso en gezellig praten met ze en ze vinden het hartstikke leuk als je het een beetje over vroeger begint en ja dat vinden ze wel allemaal leuk. SZ: Dus dat heb je er echt wel van meegenomen LL: Ja SZ: Had je dat verwacht? LL: Ik dacht dat het allemaal, hoe zal ik dat, ah maar nee er waren, ik dacht dat ze allemaal een beetje saai zaten een beetje stil zitten en wachten tot ze, zo zitten een beetje niks doen dat dacht, daar dacht ik eerst aan, ik wist niet dat ze ook spelletjes deden en wandelen en naar de Paasvee gingen enzo. Dat wist ik allemaal niet maar dat vond ik wel echt grappig om te zien ja. SZ: Dus het is eigenlijk nog hard werken voor ze LL: Ja! Ze zitten niet alleen maar zo naar buiten te kijken, ze krijgen nog allemaal bezoek, 99
ze gaan leuke doen dus dat was daar was ik echt door verrast dat was ik dacht dat ze allemaal stil zaten. SZ: Nou helemaal super dan gaan we naar het volgende onderdeel van de uh van het interview. En dat gaat over, we hebben het nu gehad over je stage-ervaringen, en je hebt het erg leuk gehad volgens mij LL: Ja, ja hoor SZ: En er waren wat opmerkingen, dingen die iets beter hadden gekunt LL: Ja SZ: Maar nu gaan we het ff hebben over school wat er allemaal is gedaan met jouw stageervaringen en de begeleiding vanuit school LL: Ja Deel twee interview: de verwerking van de stage-ervaringen op school SZ: en dan is mijn eerste vraag Wat is volgens jou het doel van de maatschappelijke stage? LL: Dat je moet in zien dat je, dat je altijd wat voor andere mensen moet doen zonder dat je er geld voor moet vragen. Dat denk ik. SZ: En vind je dat goed? LL: Sowieso wel ja SZ: Van school? LL: Ja, althans, ja ik vond nu heb ik nu ben ik ook dingen gaan in zien hoe mensen, ja ik vond wel echt goed. Ik vind het wel goed van school ja. SZ: Van school dat ze dat doen? LL: Ja SZ: En kun je ook uitleggen waarom het goed is dat school dat doet? LL: Ja omdat, ze hebben dat, de jongeren dan beseffen dat er, dat er meer is dan alleen maar lol maken dat je ook wat mag doen voor de samenleving of voor de mensen, ja vind ik wel. SZ: En: kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden van je stage? Kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden, uitvoeren en nabespreken van de maatschappelijke stage? LL: Je moest zelf gaan zoeken. Nou, nou! Ik herinner me net ineens wat, er was een dag georganiseerd dat je, dat er uh allemaal mensen van verschillende organisaties kwamen bij de hofstraat, uhh hofstraat, uh HAVO en dan kon je gaan rondkijken, je kon je inschrijven. Ik weet nog dat er mensen waren voor verstandelijke beperking waren er ze gingen koken, dan kon je je inschrijven om mee te gaan koken, allemaal leuke dingen. Of bij verenigingen dus dat was wel goed georganiseerd. Ik heb daar niks kunnen vinden want ik dacht van nou dan ga ik gewoon bij een verzorgingshuis of een bejaardentehuis want dat leek me nog leuker. SZ: Want je had dat zelf bedacht ook LL: Ja! SZ: Uhm en wat vond je van die dag, van de organisatie van school bij het vinden van een stage? LL: Ik vond het leuk want volgens mij hebben echt veel mensen wat gevonden. SZ: Dus het helpt echt? LL: Ja het helpt wel. SZ: Okey, en tijdens het uitvoeren van je stage ben je toen, heb je toen begeleiding gehad van school? Tijdens je maatschappelijke stage? LL: Uhm nee, nou ze vroegen wel eens van hoe gaat het nu en op hoeveel uren, ze keken 100
wel gewoon naar je uren of je wel bezig was en als je vragen had kon je wel altijd bij ze terecht maar SZ: En is er ook gevraagd wat je daar deed, wat je gedaan had? Of LL: Nee, je moest een logboek bijhouden op internet daar moest je wel zeggen wat je allemaal gedaan had en dan moest je dat uitprinten en dan konden ze het later lezen. SZ: En kreeg je daar nog vragen over? LL: Nee, dat niet. SZ: En wat vond je daarvan? Van de manier waarop dat ging? LL: Nou ik vond het wel goed hoor, ik vind niet dat de school, ik vind dat de kinderen zelf ook zelf wel dingen mogen uitzoeken dat niet alleen de school moet begeleiden zo van je moet eerst dit gaan doen, dan moet je dat gaan doen, nee je moet zelf allemaal uitzoeken. Ik vind dat dat wel moet. SZ: En bij het uitvoeren want er waren natuurlijk best wel wat dingetjes, verbeterpuntjes of, heb je het daar over gehad op school? LL: Nee, dat niet SZ: En wat vind je daarvan? LL: Ik vind eigenlijk dat uh, dat de mentor dan denk ik als ze dan eh wat ze dan uh kunnen doen dat ze met dat ze dan in de klas gaan zeggen van iedereen dat ze dan aan iedereen vragen wat vind jij ervan, wat denk je dat wij kunnen verbeteren eraan om het nog leuker te maken voor jullie allemaal voor de mensen die er na komen. Bijvoorbeeld nu, nu zitten wij in de derde maar voor de tweede klassen daarna dat het voor hun allemaal leuk, dat het voor hun nog leuker wordt ik vind dat ze dat dan wel mogen vragen aan ons ja. SZ: Okey en is je uh stage nabesproken? Met je mentor of met iemand anders? LL: Nee SZ: Dus, uhm moest je nog naast je logboek een verslag maken of LL: Nee, je moest alleen je logboek inleveren, je moest wat vragen beantwoorden. Nou zo’n vragenlijst van of je dan leuk hebt gehad nou en dan moest je dan ja en nee aankruisen. Dat was het enige SZ: Dat was het, dus er is niet vervolgens nog uhm aan het einde gevraagd van wat heb je geleerd of daar heb je geen gesprek over gehad LL: Nee ik heb daar geen gesprek over gehad SZ: En ook niet met de klas? LL: Nee ook niet SZ: Okey en uhm we hebben het er al even over gehad maar door het logboek, uhm zo moest jij bewijzen dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan. LL: Ja Hoe moest jij bewijzen dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan? (verslag, logboek?) SZ: En wat vond je ervan, van dat logboek? LL: Ik vond wel goed want zo kunnen hun wel zien wat je die dag hebt gedaan en niet dat je bijvoorbeeld anders had ik nu kunnen zeggen van ja ik ben net uh, ik heb net geholpen terwijl ik dat niet heb gedaan. Want dat moet gecontroleerd worden door die eh door je door diegene die jou begeleidde bij Magnushof bij mij dan. Er moet gecontroleerd worden of wij of het wel echt zo is anders kun je zeggen dat je bijvoorbeeld er vijf uur aan bent geweest terwijl je maar twee uur bent geweest. Dat vond ik wel goed, dat ze je kunnen controleren. SZ: Ja, dat je het echt hebt gedaan LL: Ja, niet dat je dat je niks doet. SZ: Dus dat is ook waarom je het goed vind, dat je echt kan zien iemand heeft nu gewoon 101
z’n werk gedaan en het is gecontroleerd. LL: Ja! SZ: En uhm heb je daar verbeterpunten voor, voor de manier waarop je nu moet bewijzen dat je het hebt gedaan? LL: Nee, eigenlijk niet, ik vind dat het wel een goed idee is dat je met het logboek bijschrijft wat je hebt gedaan die dag, een korte beschrijving daarvan en hoeveel uur van bijvoorbeeld je bent van twee uur tot vier uur bent geweest dat zij dat allemaal uh kunnen checken ja. SZ: Helemaal prima. Enne Hoeveel tijd is er tijdens de mentorlessen besteedt aan de maatschappelijke stage? (op welke manier, wat is er besproken, voorbereiding etc.) LL: Bij de mentorlessen, volgens mij niet SZ: En bij andere lessen? LL: Ja bij economie, bij meneer Sintenie want die was de begeleider daarvan, van dat hele SZ: Ja, en hoeveel tijd is daaraan besteedt? LL: Voor tijd, dat weet ik niet meer precies maar, nou hij vroeg wel heel regelmatig van hoe gaat het en dan kwam ie wel eens naar je toe van het gaat goed bij jou en uh van dat ie dan zei van bij jullie ging het wel goed, nou bij mij dan niet, maar bij jullie ging het goed jullie hebben genoeg uren enzo en dan ging ie het er wel ff over hebben dus hij vroeg het wel SZ: Dus hij controleerde dat en dan ging hij jullie vragen stellen daarover LL: Ja SZ: Dus over wat jullie hadden gedaan enzo LL: Dat niet maar hij zei wel van het gaat goed jullie hebben, jullie zijn er mee SZ: Of jullie hebben de uren LL: Ja, ja jullie hebben de uren ja inderdaad SZ: Ja, dus dat is een beetje wat er besproken werd, of je wel je uren vulde en of je wel wat had gevonden maar verder niet echt er op in gaan wat je aan het doen was LL: Ja, nee dat niet SZ: Okey en wat vind je daarvan? LL: Ze mogen meer interesse tonen vind ik want nou, in principe, nou alles ziet, het lijkt heel erg alsof ze het niet interesseerd. Ik vind dat ze wel, nou gewoon wat ik net zei dat van dat ze bijvoorbeeld in de mentorles gaan aan iedereen vragen van wat vond jij goed wat vind je dat er moet verbeterd worden snap je? Dat ze dat allemaal gaan vragen dat vind ik wel goed. Dat zou ik wel eh, dat zou wel goed doen. SZ: En wat denk je dat daar dan het resultaat van is? LL: Stel dat iedereen iets vindt dat het uhm, uhm stel dat er meer interesse moet worden getoond dat dan gevraagd wordt als iedereen dat vindt dan kunnen ze dan is het dan, dan bewijst het ook nog meer dat het gewoon echt niet goed is, dat ze daar wat aan moeten verbeteren en het veranderen. Als iedereen dat vindt. SZ: Okey, en dus als er dan meer tijd aan wordt besteedt dan is het ook zo dat er eerder misschien moeilijke dingen worden besproken? LL: Ja, SZ: Want wat voor
Wat voor lastige situaties ben je tegen gekomen tijdens je maatschappelijke stage? Heb je
102
deze situaties op school besproken? LL: Lastige situaties, uh bedoelt u dan met vrijwilligers zelf of gewoon SZ: Maakt niet uit wat voor lastige situaties kan jij je bedenken waar jij tegenaan bent gelopen? Tijdens de maatschappelijke stage. LL: Oh dan weet ik er nog wel eentje. Nou er was een hele lieve man, hij heet Bram, hij is iets in de tachtig, hij was zo grappig bij vragenderwijs gewoon zat ie grapjes te maken, zat ie daar met zo’n big smile en dan daarna dan deed mijn mond zo’n pijn van het lachen gewoon en dan hij had dan ook van uh van de Koningin een certificaat gekregen en dat liet ie mij allemaal zien dus hij herinnerde mij ook de hele tijd, hij zag me en ohh jij bent het! En ja dus hij herinnerde mij wel en uh nou hij gaf mij wel eens een zoen dan op mijn wang en dan ja dan hield ie mijn hand vast en het leek wel alsof het mijn opa was dat vond ik zo dat vond ik echt lief en uh als ik hem zag, één keertje was dan dat ik hem zag en dan ging ik naar hem toe en dan gaf ik hem een knuffel en hij gaf me een zoen op m’n wang toen gaf ik hem een zoen terug en toen kwam iemand die daar werkt die kwam naar me toe zo van kunnen jullie, want uh hij gaf Anahit ook een zoen, kunnen jullie straks even naar ons toekomen? Maar die man is heel geïnteresseerd in onze afkomst, nou hij vroeg dan hoe ziet Armenië er dan uit, dan moest ik dat uitleggen. Hij zegt zo je moet er echt een presentatie van houden voor ons. Nou ja, ja zei ik dan en toen eh toen gingen we naar die mensen toe, die mensen die daar werken, werkten en die zeiden van jullie mogen, het is heel lief bedoelt maar hij mag jou, jullie geen kus geven en jullie mogen hem geen kusje geven want het kan, ze hebben niet precies gezegd wat er mee is maar er kan dan ziekte overgedragen worden, het is niet goed om dat te doen dus dat vond ik wel echt zielig want ik vond die man zo lief maar dat mocht dan blijkbaar niet dat in zo’n situatie. SZ: Ja, kan me voorstellen en heb je die situatie ook op school besproken? LL: Nee, nee dat niet SZ: Dat niet, geen, nou ik kan me voorstellen dat je daar, was je er van geschrokken toen ze dat zeiden? LL: Ik was er niet van geschrokken maar ik vond het zo zielig voor die man gewoon want je kan moeilijk als iemand je een knuffel komt geven dat je gaat duwen of zeggen van nee sorry ik mag jou geen knuffel geven dat is een beetje raar want ik ben echt iemand die het leuk vind om ouderen een knuffel te geven en een kusje en dat vond ik een beetje, ik dacht van naja waarom niet maar ik begrijp wel een beetje waarom dat komt maarja SZ: Ja, maar dat is dus niet besproken? LL: Voor je eigen veiligheid. Nee SZ: Ja voor je eigen veiligheid. Had je het wel graag willen bespreken? LL: Nee, dat maakt me dan niet zo heel veel uit in principe want ik kan het zelf ook wel oplossen en dit was maar voor een keertje dat ze dat me, ze hadden me daarop aangewezen dat, dat het is heel lief bedoelt maar het hoort niet SZ: Nee, en denk je dat het goed zou zijn om daar wat vaker wel stil bij te staan bij lastige situaties? Gewoon in de klas met z’n allen? LL: Uh ja, ja voor sommigen mensen is dat dat ja die een lastige situatie hebben gehad voor mij niet heel erg vind ik maar het is, het zou wel leuk zijn misschien het zou wel goed zijn vind ik. Voor de anderen dat ze want stel je hebt echt iets stoms meegemaakt tijdens je, echt zo’n lastige situatie dat er wel wat actie ondernomen kan worden door de school zelf, stel dat er wel wat ergs was gebeurd. SZ: Ja, helemaal prima, dan is de vraag: Heb je van school uit de mogelijkheid gekregen om je stage/plaats te beoordelen d.m.v. een
103
evaluatieformulier? (zo ja, weet je wat daarmee gedaan is (heb je terugkoppeling gehad?), zo nee, lijkt je dat zinvol en waarom?) LL: Ja, die hebben we gehad die mocht je, moest je invullen SZ: En weet je wat er met, wat ermee gedaan is met dat evaluatieformulier? LL: Nee (lacht), nee SZ: Wat school daarmee gedaan heeft LL: Nou die, ja die hebben het denk doorgelezen SZ: En heb je daar nog wat van gehoord? LL: Nee, ik weet alleen dat ze hem hebben gehad van me SZ: En lijkt je het zinvol om wel te horen wat ze ermee gedaan hebben? LL: Ja, lijkt me wel interessant wat ze ervan vonden, wat ze er daarna mee hebben gedaan. Ja dat zou ik wel interessant vinden. SZ: Ja, waarom? LL: Uhm, nou misschien is het wel leuk van nou dan kunnen ze aan andere mensen laten zien van jullie kunnen dat ook doen daar stage lopen omdat diegene die heeft daar ook stage gelopen en die vond het allemaal heel goed bijvoorbeeld. Die heeft dit soort, die heeft deze cijfer gegeven SZ: Ja LL: Aan Magnushof bijvoorbeeld en dan kunnen anderen er ook naartoe gaan. SZ: En dan weet jij waarom je het moet invullen? LL: Ja, nu weet ik niet waarom ik het heb ingevuld eigenlijk. SZ: Uhm helemaal goed dan heb ik tot slot nog een paar stellingen. Hetzelfde als net, of je de stelling wil voorlezen en wil aangeven of je het er helemaal niet mee eens, niet mee eens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens bent en waarom. LL: Ja, ja Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. Op school is de maatschappelijke stage uitvoerig voorbereid LL: Mee eens, want ze hebben wel, ze hebben wel uitleg gegeven maar dat hebben ze allemaal in de tweede gedaan en toen was ik nog bij de Emmalaan. Dus daar heb ik later wel wat van gehoord dus dingen, dat werd daar ook wel uitgelegd maar hier was het nog uitgebreider heb ik gehoord. Maar ze hebben hier wel, ze hebben wel voorbereid ze hebben je hier wel gewoon voorbereid. SZ: Op de, op welke manier? LL: Uh informatie, je helpen door een stageplek te vinden, SZ: Met die stagemarkt bijvoorbeeld? LL: Ja SZ: Ja en waarom vind je dat een goede manier? LL: Omdat je toch dan ff nog een beetje helpt om een stageplek te vinden bijvoorbeeld. SZ: Helemaal goed, dan mag je naar de volgende. Ik heb veel respect gekregen voor andere mensen door het doen van de maatschappelijke stage. LL: Neutraal, want ik weet niet van wie ik respect moet hebben gekregen.Van hier, want, want niemand heeft tegen mij gezegd van oh wat goed dat je dat hebt gedaan. Dat heb ik niet gehoord hier. SZ: En op je stageplaats? LL: Oh ze vonden het heel leuk ze waren, ze vonden het wel echt heel jammer dat ik, dat 104
we weggingen. Dat we de laatste keer voor een handtekening kwamen en voor het evaluatieformulier en SZ: Maar heb je daar respect gekregen voor andere mensen? Op je stageplaats? LL: Ja, ja de mensen vonden het allemaal leuk dat je er was en dat merkte je ook. Daar had ik wel respect voor dat je wel mocht komen daar. Ja.. Ik snap niet waarom ik de maatschappelijke stage moest doen. LL: Nee, ik snap het wel. Mee eens nee helemaal niet mee eens. Ja want ik uh, ik uh ik weet wel waarom ik dat moest doen. Je moet gewoon aan andere mensen ook kunnen helpen. Je moet ook iets doen voor andere mensen. Vind ik. SZ: Duidelijk, dan mag je naar de volgende. Ik heb veel feedback gekregen op mijn werk tijdens en bij de afsluiting van mijn maatschappelijke stage. LL: Dus van daar bij mijn stage? SZ: Ja en van school LL: Uhh mee eens want uh ze zeiden wel bijvoorbeeld bij de stageplek van dit heb je goed gedaan allemaal ze zeiden wel allemaal goede dingen en op school uh daar heb ik wel gehoord van goed dat je je uren hebt gedaan maar niet heel uitgebreid allemaal maar wel uh, ik heb wel wat gekregen. SZ: Je hebt wel wat gekregen, en wat vond je ervan van de manier waarop je die feedback hebt gekregen? LL: Ja ik vond het wel lief hoor sommigen waren wel aardig. Maare ja. Afronding interview SZ: Nee, prima! Dan is dit eh ik vind dat je het allemaal goed hebt uitgelegd LL: Okey SZ: Ik vind het ook leuk om te horen al die verhalen LL: Okey (lacht) SZ: En dan wil ik je ontzettend bedanken voor het eh LL: Graag gedaan! SZ: Interview. LL: Graag gedaan! SZ: Dan zal ik deze nu weer uitzetten LL: Ja Leerling 5, jongen, profiel techniek 5-07-2014 SZ: Ja, nu staat ie aan en nu moet ik eraf blijven. Okey interview over de maatschappelijke stage, het interview bestaat uit twee onderdelen jouw stage-ervaringen en de verwerking van jouw stage-ervaringen op school en als eerste wil ik eventjes van je weten wat je naam is, in welke klas je zit en welk profiel je hebt gekozen. LL: Mijn naam is Brett, ik zit in 3T7 enne volgend jaar ga ik techniek profiel doen. SZ: Ja prima en zoals gezegd het gaat over de maatschappelijke stage en waar heb jij je maatschappelijke stage gedaan? Waar vond je maatschappelijke stage plaats?
105
LL: Bij stichting Eline SZ: En stichting Eline wat is dat voor organisatie? LL: Dat is een uh organisatie die uh kinderen in eh China helpen om uh ja hun ook uh naar school te laten gaan. Je hebt je maatschappelijke stage uitgevoerd bij … Kende je deze organisatie al voor je er op maatschappelijke stage ging? LL: Nee SZ: En hoe ben je er dan bij terecht gekomen? LL: Uhm via de markt op de Wilhelminalaan. Dus uh de maatschappelijke stagemarkt. SZ: En hoe moet ik dat voor me zien? LL: Daar staan allemaal mensen met uh, die uh een stage aanbieden en daar kan je je zelf voor inschrijven enne dan wordt er contact met je opgenomen. SZ: Enne nou je zei net al het is een organisatie die kinderen in China helpt LL: Ja SZ: Om naar school te gaan, kun je iets vertellen over hoe ze dat doen? Wat voor.. Iets over de organisatie. Kun je iets vertellen over de organisatie waar je stage hebt gelopen? LL: Ja ze gaan zelf naar China toe en ze hebben volgens mij daar vaste ja contacten zeg maar of vaste scholen of en daar brengen ze het geld heen en ze verkopen ook spullen, spulletjes zoals uh kaartenhouders enne thee enne servies enzo. SZ: En dat geld gaat dan naar die scholen, voor die kinderen LL: Ja SZ: En wat vind je van die organisatie? LL: Uh ja ik vind dat ze uh dat ze er wel goed aan doen want die, die kinderen daar die moeten ook gewoon naar school kunnen net zoals hier en ja ik vind het wel goed. SZ: Helemaal goed. En Uit welke taken bestaat/bestond je maatschappelijke stage? Wat moest je doen? LL: Uh ik moest een uh webwinkel gaan maken om uh ja waar mensen de spullen voor uh het goede doel zeg maar konden kopen. Enne ja dat moest ik doen. SZ: En mocht je zelf kiezen? LL: Uh ja je mocht zelf kiezen SZ: Wat je ging, je taken bedoel ik, je mocht zelf kiezen of je de webwinkel ging bouwen of iets anders LL: Ja, of uh folders of ging helpen met verkopen van die spullen. SZ: En wat vond je ervan dat je zelf mocht kiezen? LL: Uh ja, je had wel de keuze zeg maar. En ja je kon doen waar je goed in was dus dat vond ik wel fijn. SZ: En hadden ze veel mogelijkheden? Je noemde al folders, webwinkel, LL: Ja en je kon ook nog fietsen en je kon helpen spullen verkopen dus ja er was best wel keuze SZ: En uhm hoeveel uren moet je besteden aan de maatschappelijke stage? LL: 30 uur. SZ: Heb je meer of minder tijd aan de maatschappelijke stage besteed dan moest van school? Hoeveel uur moest je eraan besteden en hoeveel uur heb je meer/minder gedaan? 106
LL: Uh op dit moment nog iets minder dan 30 uur. SZ: Okey en hoe kan dat? LL: Uhm ja omdat uh de ja de communicatie tussen mij en ja waar ik mijn maatschappelijke stage loop en mij die is niet zo goed. En ja dat wordt niet echt begeleid zeg maar en ze zeggen dat je uh ja eigenlijk moet je het zelf maar een beetje uitzoeken. SZ: En hoe vind je dat want je hebt een taak uitgekozen LL: Ja SZ: En dat moet je doen, hoe vind je het dan dat je eigenlijk niet aan de gang kan. LL: Ja, vervelend want het moet toch aan het einde van het jaar af en je zit met je PTA’s en alles en ja dat moet dan maar op het laatste moment allemaal maar weer ja dat vind ik wel vervelend. SZ: En waardoor is het nog niet gelukt met de webwinkel? LL: Uh ja, ik weet niet, ik weet dat ik een webwinkel moet maken maar je kan, je hebt zoveel verschillende webwinkels en ik ja, je hebt een domeinnaam nodig en dat kost weer geld en hun hebben een eigen server zeggen ze maar ik weet zelf niet hoe ik op hun server kom enzo dus dat moet dan uitgelegd worden maar dat wordt ook niet uitgelegd. SZ: Ja, lastig! En mocht jij zelf bepalen waar je je maatschappelijke stage deed? Je zei al iets over een stagemarkt Mocht jij zelf bepalen waar je maatschappelijke stage plaatsvond of heeft school/iemand anders dat bepaalt? LL: Nee, je mocht zelf kiezen SZ: En wat vind je daarvan? LL: Dat die mensen, dat je dat zelf mag kiezen? Ja dat uh ja gewoon SZ: Ja, gewoon maar je hebt nu natuurlijk, je hebt gekozen voor een stageplek en dat werkt niet erg LL: Nee SZ: Heb je dan ook een andere mogelijkheid nog? LL: Uhm, dat weet ik niet ik ben naar de eh naar de hoe heet het, naar de administratie geweest alleen die waren er niet dus toen moesten we na de vakantie terugkomen SZ: Dus het is wel fijn dat je zelf mag bepalen waar je je stage loopt LL: Hmm hmm (instemmend) SZ: Uh maar waarom is dat fijn? LL: Omdat je ja je kiest dan toch iets wat je leuk vindt of waar je goed in bent en dan hoef je het niet gedwongen te doen. Dus dan ja dan vind je het zelf ook nog leuk om te doen. SZ: En nu je zeg maar, je hebt zelf iets uitgezocht wat niet helemaal lukt LL: Ja SZ: Zie je daar een oplossing voor? LL: Uh ja, nog een keertje om de tafel gaan zitten met uh met die met de maatschappelijke stage. Die vrouw en die man enne even gaan praten en als we er niet uitkomen en het lukt niet dan eh dan een andere stageplek nog zoeken. SZ: En waar kan je dat doen? LL: Een andere maatschappelijke stageplek zoeken? Nouja op de maatschappelijke stage site van de school. SZ: Staat daar ook zoveel op? LL: Ja daar staat de kaart van uh hier in de omstreken en daar kan je alle maatschappelijke stages zien en daar kan je je op aanmelden. SZ: Okey dus die mogelijkheid heb je nog, je hebt nog steeds zelf de keuze om iets leuks te 107
kunnen doen. LL: Ja ik weet alleen niet zeker of je als je je ergens voor aan heb gemeld dat je daar dan en het niet lukt je daar dan voor af kunt melden en een andere kiest, dat weet ik niet of dat mag. SZ: Waarschijnlijk in gesprek kun je dat wel regelen LL: Ja SZ: Hey enne, we hadden het er al een beetje over maar in hoeverre ben je tevreden over je maatschappelijke stage? In hoeverre ben je tevreden over de maatschappelijke stage die je hebt gedaan of waar je mee bezig bent? Waar ben je precies tevreden of ontevreden over?Zou je iets willen veranderen aan de maatschappelijke stage? LL: Nou op het begin dacht ik van nou dit wordt het, ik had er ook best wel veel zin in want ja ik vind met computers werken en websites bouwen dat vind ik zelf wel leuk om te doen. Alleen op het begin zochten ze ook veel contact met je enzo en werd je vaak gebeld maar als je dan daarna uh terug wou mailen of terug wou bellen of ja je wist niet meer precies wat je wou doen dan werd er gezegd van ja zoek maar contact op met dee, en met deze jongen die hier ook stage loopt enne zoek het maar met hem uit. Dus dat vond ik wel jammer. SZ: Uhm ja dus het begon heel leuk LL: Ja SZ: En toen verwaterde het een beetje en kun je uitleggen waardoor dat precies komt? Waardoor je minder tevreden bent. LL: Uhm ja ik denk door de hulp die je daar ook wordt gegeven zeg maar. Want aan het begin was het verhaal zeg maar van ja dan komen jullie gewoon hier naar toe en dan helpen we jullie even op weg en dan laten we even zien hoe het allemaal moet enzo en nu zeggen ze van ja zoek het zelf maar uit en doe je ding. Dus ja SZ: Dus daar ben je heel ontevreden over? LL: Ja! SZ: Okey, zou je iets willen veranderen aan de maatschappelijke stage? En wat zou je dan veranderen? LL: Hmm, nou dat weet ik niet zo. SZ: Nouja want je zegt eigenlijk ben ik ontevreden LL: Ja, dat ze je niet, ja ik snap het, ik zou wel willen veranderen dat er, dat er meer ondersteuning komt ook van die mensen van de maatschappelijke stage zelf zeg maar dat ze je meer gaan helpen zeg maar en in en ja je op weg helpen enzo. SZ: Bij stichting Eline? LL: Ja. SZ: Okey, zodat je weet waar je aan toe bent als ik het goed begrijp? LL: Ja SZ: Ja, okey en wat vond je nu het nuttigst aan je maatschappelijke stage? Wat vond je het nuttigst aan je maatschappelijke stage? En wat juist niet? LL: Uh ja, je, ja je leert toch een beetje voor ja, voor een goed doel werken zeg maar en dat je, dat je het niet alleen maar doet om geld enzo maar ook voor om andere mensen te helpen. SZ: En wat vind je daarvan? Had je dat verwacht dat je dat nuttig zou vinden? LL: Uhm nouja ja, dat had ik wel verwacht alleen ja zo vaak doe ik dat niet zeg maar. Goede doelen helpen. SZ: En ja, wat vond je dan het meest onnuttig of ja wat vond je nou echt niet nuttig? Aan 108
die maatschappelijke stage? LL: Nee, ja de, ja soms moesten we, dan waren we klaar met school ofzo en dan werden we daar naar toe gehouden en dan vroegen ze of we daar naar toe wouden komen om te praten over hoe we moesten, hoe het verder moest enzo maar der werd eigenlijk niets over mijn taak als je, gezegd of wat ik moest doen. Er werd alleen maar over de stage van de anderen gepraat en over je eigen stage niets en dan dan zit je daar en je bent nog helemaal niets wijzer. Of ze belt je op en zegt ja hoe gaat het met de webwinkel en dan uhm zeg je zo van ja ik weet niet echt hoe het, hoe het verder moet en we zouden nog een gesprek hebben met die andere sta, die andere jongen die daar ook stage liep houden enne dan wordt er vervolgens gezegd van oh eh naja dan mail ik je nog wel ff en dan vervolgens wordt er niet gemaild. Dus.. SZ: En wat vond je daar zelf van? LL: Ja, ik vond het allemaal maar raar en uh ja SZ: En hoe komt dat? LL: Ehm.. (stilte) Ja, ik weet het niet. Ja hun zeggen dat ze in gesprek willen met je en met die andere stage jongen en vervolgens wordt er uh helemaal niets meer over gezegd maar zelf moet je wel je stage af hebben. Maar volgens mij wordt er ook niet goed doorgegeven van school uit van uh tot wanneer de datum is dat je je maatschappelijke stage af kan ronden daar want hun denken dat je, naja waar ik stage loop van stichting Eline die denken dat volgens mij, dat je uh ehm dat je tot eind 2014 de tijd hebt dat je, dat je je stage af moet ronden. SZ: En heb jij dan ook gezegd van nou dat is niet zo of LL: Uh nee dat heb ik zelf niet gezegd. SZ: Okey, en wat had je nuttig gevonden? Je hebt nu dingen genoemd die je nuttig vond en die je niet nuttig vond. LL: Hmm hmm (instemmend) SZ: Wat mis je nu nog? Wat je wel graag LL: Uh ja dat de communicatie beter was dus uh, tussen de maatschappelijke stage en mij zelf. SZ: En ja je hebt al een aantal keer uitgelegd hoe dat komt, dat is helemaal goed. Uhm en voelde de maatschappelijke stage als een verplichting? Zag je de maatschappelijke stage als een verplichting en waarom? LL: Uh ja, eigenlijk wel. Want ja, je moest toch wel langer op school blijven om met die mensen te gaan praten en vervolgens werd er helemaal niks over gezegd. En ja je hebt het zelf ook druk met PTA’s en school en huiswerk enzo en ja dan moet je ook nog je maatschappelijke stage doen. SZ: En het uitvoeren van je taak, want je zegt ik vind het leuk om te doen LL: Hmm hmm (instemmend) SZ: Voelt dat ook als een verplichting? LL: Nouja, dat is gewoon mijn hobby om te doen zeg maar SZ: Dus het is een beetje dubbel? LL: Ja, SZ: En hoe kan dat nou want het is je hobby LL: Ja, SZ: Je vind het leuk om te doen maar aan de andere kant is het toch LL: Ja, ja SZ: Weet je hoe dat kan? LL: Ja, je doet toch liever je, je kan voor zo’n uh maatschappelijke stage een ding, een webwinkel maken of onderzoeken hoe dat moet enzo maar je kan het ook voor je hobby 109
doen en dan als je het voor je hobby doet zit er geen tijdsdruk achter en als uh voor je maatschappelijke stage doet dan zit er een tijdsdruk achter want het moet voor een bepaalde tijd af dus je kan niet zeggen van vandaag even zoeken waar eh hoe dit moet of dit, dit en dan de volgende dag dit of dit want, ja het moet gewoon op een bepaalde tijd af. SZ: En dan voelt het als verplicht? LL: Ja SZ: Helemaal duidelijk en dan denk je dat.. Denk je dat je naar aanleiding van deze stage je meer gaat inzetten voor vrijwilligerswerk? (doorvragen naar verenigingen en non-profit organisaties) LL: Nee, ik denk niet echt door deze maatschappelijke stage. Nee SZ: En uh waarom niet? LL: Uhm ja het is, het is van school uit en het voelt echt meer als een verplichting dus je doet het met minder plezier dan dat je het uit jezelf doet zeg maar. SZ: Ja want je zei wel dat je het nuttig vond om iets voor een ander te doen. LL: Ja het is wel nuttig! Maar ja je doet het toch met minder plezier als het van school moet of als je het uit jezelf doet en eigen initiatief neemt. SZ: En zou je bijvoorbeeld met een andere vereniging of organisatie wel dat initiatief zelf nemen? LL: Uh ja, bij de voetbal. SZ: En wat zou je dan willen doen? LL: Ja, fluiten! Bij wedstrijden SZ: En waarom daar wel? Want dat is ook een hobby? LL: Ja, dat is ook een hobby en dat doe je dan uit je zelf. SZ: Omdat je het leuk vindt? LL: Ja! SZ: Prima, dan heb ik een paar stellingen voor je. Uhm en ik wil je vragen of jij de stelling wilt voorlezen en dan wilt aangeven of je het er helemaal niet mee eens, niet mee eens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens bent. LL: Ja Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. ‘Ik vond het erg leuk om de maatschappelijke stage te doen.’
LL: Uhm ja, neutraal SZ: Kun je uitleggen waarom? LL: Ja omdat het is op zich wel leuk om te doen maar er zit een, ja wat ik net als zei, een tijdsdruk achter van school uit en ja dan doe je het toch uh, ja dan vind je het toch minder leuk om te doen met druk erachter. SZ: Zie je daar een verbeterpunt? LL: Uhm voor mezelf? SZ: Uhm ja of voor school of waardoor het ander is, of waardoor het in jouw ogen anders zou zijn. LL: Uhm nou dat weet ik niet. Misschien de stage of korter te maken of juist er meer tijd voor te geven. SZ: Want hoeveel tijd heb je er nu voor gehad? LL: Je hebt nu, ff denken, je hebt ja nu heb je bijna twee les jaren gehad. Dus in de tweede en in de derde maar in de tweede werd er nog niet echt mee, werd er nog niet echt over gepraat ja het werd ons verteld dat het kon en in de derde werd er echt zo gezegd van ja en 110
nu dan moet het af zeg maar. SZ: Okey, nee duidelijk. Dan mag je naar de volgende. Ik vond dat ik op mijn stageplek weinig verantwoordelijkheid kreeg.
LL: Uh, (stilte), uh nouja daar ben ik het niet mee eens want ja je, ik had best wel veel verantwoordelijkheid want die mensen die willen die spullen verkopen op internet voor het goede doel en als ik die webwinkel niet af maak dan eh kunnen ze dat niet doen voor dat goede doel. SZ: Dat is een hoop verantwoordelijkheid inderdaad. LL: Ja SZ: En vind je het teveel verantwoordelijkheid? LL: Uhm nouja niet echt teveel ofzo maarja.. ja (stilte) nee niet teveel. SZ: Waarom niet? LL: Nou, nouja, eigenlijk wel teveel want uhm hun willen graag hun spullen daar op die site en dan vragen ze of ik hun daarbij, of ik hun daarbij wil helpen maarja verder wordt daar niet echt mee geholpen en er wordt niet de informatie gegeven die je nodig hebt om die webwinkel te kunnen maken SZ: Dus het is iets te open? Zeg maar.. LL: Ja SZ: Okey, helemaal goed. Ik heb met veel verschillende mensen te maken gehad tijdens mijn maatschappelijke stage. LL: Helemaal niet mee eens, want uhm nouja mijn maatschappelijke stage was uh ja dat moest je vooral voor jezelf doen en thuis op de computer dus.. SZ: Eigenlijk niet zo LL: Dus je had niet met veel verschillende mensen te maken eigenlijk dus eigenlijk alleen maar met de mensen van dat goede doel. SZ: En het is natuurlijk, heb je bijvoorbeeld iets geleerd over andere culturen want het is voor Chineze kinderen LL: Nee, dat niet echt SZ: Nee, daar is geen uitleg over gegeven? LL: Nee SZ: Okey en wat vind je daarvan? LL: Uhm, ja wel jammer want je maakt toch iets voor dat goede doel alleen je weet eigenlijk niet echt wat het goede doel inhoud. Ja je, ze gaven wel informatie folders mee ofzo maar ik hoefte, ze zei je hoeft het niet in te lezen ofzo maar dan weet je een beetje wat het is enzo maar er werd niet echt verteld van dit is onze goede doel en dit doen we daarzo enne SZ: Niet van we doen dit omdat want dit is het probleem LL: Ja, dat werd er dus niet echt verteld. SZ: Okey! Ja, jammer! LL: Ja! Ik wil zeker nog vaker vrijwilligerswerk doen. LL: Uh ja, neutraal. Ik weet niet of ik het vaker ga, ja zou willen doen nog of niet zeg maar. SZ: Hoe kan dat? LL: Ja, ik weet het niet ik heb ehm ook mijn eigen dingen te doen en school en voetbal en ja m’n vrienden enne en daar heb ik het uh nu wel druk mee dus ik weet niet of ik daar nog wel vrijwilligerswerk naast zou doen zeg maar. SZ: Het heeft met tijd te maken? 111
LL: Ja SZ: En je wil? LL: Ja ik zou best wel willen ja SZ: En dan inderdaad bij de voetbal of LL: Ja SZ: In ieder geval bij iets anders? LL: Ja SZ: En ehm, nee ga maar naar de volgende. Tijdens mijn maatschappelijke stage kon ik mijn talenten slecht inzetten. LL: Nouja, ik ben het er helemaal niet mee eens want ja het is toch iets waar ik goed in ben, webwinkels maken of ja met computers enne sites schrijven enne ja ik kon daar best wel mijn talenten laten zien. SZ: En ehm is dat belangrijk denk je? Dat je je talenten kan inzetten? LL: Eh ja ik denkt het wel want anders al zou je er helemaal geen verstand van hebben ofzo dan zou je er niet uitkomen. SZ: Met die websites? LL: Ja SZ: Uhm en, sorry ik wil iets zeggen maar ik weet niet hoe, LL: (Lacht) SZ: Ja dat is echt heel handig, uhm maar denk je dat het in het algemeen ook belangrijk is voor vrijwilligerswerk dat je je talent kan inzetten? LL: Ja, dan niet echt je talent maar ik denk wel je hobby of wat je leuk of interessant vind in te kunnen zetten want dan doe je het vrijwilligerswerk ook met plezier dus dan doe je ook meer je best. SZ: Okey, dus omdat je je talent of je interesse kan inzetten is het leuker om te doen en doe je meer je best? LL: Ja! SZ: Okey, duidelijk. Dan mag je naar de volgende. Mijn maatschappelijke stage was interessant. LL: Nouja, ik vond het best wel interessant. Want je leert toch weer nieuwe dingen over je, ook ik zelf heb nog veel te leren en te ontdekken. Dus ja je leert er wel van. SZ: Wat dan bijvoorbeeld? LL: Ja je leert uh makkelijker die sites maken en je leert uh nieuwe dingen bijvoorbeeld hoe je de opmaak mooier kan maken of uh ja je leert uh ja eigenlijk omgaan met hoe je dat maakt die sites. SZ: En is dat belangrijk om iets te kunnen leren van je maatschappelijke stage? LL: Nou ik denk dat het wel mooi meegenomen is want je doet het vrijwillig en uit jezelf meestal en dan uh dan heb je er zelf ook nog iets aan SZ: Want dat is wel belangrijk om zelf er iets aan te hebben? LL: Uh ja, ik vind van wel. Dat hun hebben er wat aan maar als je er zelf ook nog iets van kan leren dan vind ik dat mooi meegenomen. Dat was het volgens mij, of had ik die nog niet gehad? SZ: Volgens mij alleen de laatste nog. LL: Huh SZ: Ik heb veel geleerd van mijn maatschappelijke stage LL: Had ik die nog niet gezegd? SZ: Je had interessant, had je. Je vond het interessant omdat je dingen niet wist 112
LL: Ohja SZ: Dan is het, ik heb veel geleerd van mijn maatschappelijke stage en wat vind je daarvan? Ik heb veel geleerd van mijn maatschappelijke stage. LL: Uhh ja, uhh ja, dat ook neutraal want ja ik wist zelf al een hoop maar ja je komt toch weer dingen tegen die je niet wist of die beter kunnen en ja wat je hebt verbeterd zeg maar en als je er niet uit kwam dan zoek je het op, zelf SZ: Noem eens een praktisch voorbeeld van iets dat je niet wist en wat je nu geleerd hebt. LL: Nou uhm ja, dat is moeilijk uit te leggen bijvoorbeeld uhm ja ik wist zelf niet dat je uhm zeg maar ook uhm. Ja het is moeilijk uit te leggen. SZ: Is er een makkelijker voorbeeld? LL: Uhm nee eigenlijk niet SZ: Nou ik denk eigenlijk dat je wel iets geleerd hebt in communicatie of niet? LL: Ja dat wel ja SZ: Gebruik dat eens als voorbeeld, want dat noemde je al van he LL: Ja dat, ja ik denk dat ik zelf, ja ik denk dat ik wel heb geleerd dat je ehm beter afspraken moet maken van tevoren over hoe je het gaat doen en meteen je vragen stelt zeg maar om het, om je maatschappelijke stage goed uh te doen. Dus dat je niet je vragen voor je houdt en denkt naja dat komt vanzelf wel maar dat je die dan meteen vraagt. SZ: Dat is een groot leerpunt! En had je verwacht dat je dat zou leren? LL: Uh nee, daar loop je tegenaan tijdens je maatschappelijke stage SZ: En wat vond je daarvan of wat vind je daarvan dat je dat geleerd hebt? Is dat belangrijk denk je? LL: Eh ja ik denk dat het wel belangrijk is want het komt ook gewoon weer terug in het uh ja in je dagelijkse leven SZ: Heel goed. Dat waren dan de eerste paar stellingen. Dan was dat het eerste gedeelte. Deel twee interview: de verwerking van de stage-ervaringen op school SZ: van het interview en dat ging echt over wat jij gedaan had en uh hebt. Uhm het tweede gedeelte gaat over wat er met jouw stage-ervaringen is gebeurd op school. Dus over je begeleiding en over uh nouja hoe school is omgegaan met jouw maatschappelijke stage. LL: (instemmend) SZ: En daarbij is de eerste vraag: Wat is volgens jou het doel van de maatschappelijke stage? LL: Uh dat je leert dat het niet alleen om geld draait maar dat je niet alleen ja werkt voor geld maar ook om andere mensen te helpen SZ: En vind je het goed dat school dat doet? LL: Uh ja ik vind het wel goed van school want uh de meeste mensen die gaan er toch anders over denken dan dat ze er eerst over dachten over uh maatschappelijk werk. SZ: Jij ook? LL: Uhm.. Ja, ja, ja (lacht) SZ: (Lacht ook) Wat is er verandert? LL: Nou eerst dacht je van nou maatschappelijk werk dat zijn alleen maar mensen die geen baan kunnen krijgen nouja dat dacht ik zelf maar toen ja toen ik uh maatschappelijke stage ging doen toen ja toen zag ik wel echt dat dat je er ook wel wat ervaring voor nodig hebt voor sommige dingen dus ja SZ: En uhm wat vind je er van dat dat beeld verandert is? LL: Van uh 113
SZ: Jouw beeld dat is verandert LL: Hmm hmm (instemmend) SZ: Wat vind je daarvan? Dat dat is verandert? LL: Dat is lastig uit te leggen SZ: Probeer het maar LL: (Stilte) SZ: Je zou kunnen zeggen dat is belangrijk want of het is niet zo belangrijk of LL: Nouja ik denk dat het wel belangrijk is dat mijn beeld verandert is want nu ga je toch eerder maatschappelijk werk doen dan dat je dat eerst deed voordat je je maatschappelijke stage had gedaan. SZ: Okey en dat komt toch doordat het doel van de maatschappelijke stage duidelijk is? LL: Ja SZ: Super en kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden van je stage? Je vertelde al iets over een stagemarkt. Kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden, uitvoeren en nabespreken van de maatschappelijke stage? LL: Ja er werd wel gezorgd dat iedereen een stageplek kreeg, nouja maatschappelijke stage plek kreeg want er werd eh uitgelegd hoe de site werkte en waar je je in kon schrijven voor maatschappelijke stages en er werden markten geregeld voor je waar je je, waar je verschillende maatschappelijke stages in kon schrijven dus daar werd wel veel aan gedaan. SZ: En wat vond je daarvan? LL: Naja ik vond het goed van school dat ze dat ja dat ze dat voor je regeld naja dat ze dat ze die mensen lieten komen of uh ja SZ: Dat ze zoveel keuzes aanbieden? LL: Ja, want er zijn toch veel mensen denk ik die dat moeilijk vinden om dat te gaan zoeken en te gaan vragen aan die mensen van ja mag ik bij u de maatschappelijke stage lopen? En die denken dan van ja dat ga ik niet allemaal regelen dus laat maar. SZ: Helemaal prima, dus daarom is het goed dat ze dat doen LL: Ja SZ: Hey en tijdens je stage, hoe ben je toen begeleid bij school? LL: Ja eigenlijk niet, ja niet, je moest het ja er werd wel vaak gezegd van ja uhm heb je al een maatschappelijke stage enne uh als je voor de als je voor deze vrijdag nog geen stage hebt dan moet je op school blijven om een stage te gaan zoeken want anders uh dan heb je geen stage en dan uh dan gaat het niet lukken meer. Dus maar ik in begeleiding tijdens je maatschappelijke stage zelf werd niet zoveel aan gedaan door school. SZ: Dus er is niet gevraagd van joh Brett hoe gaat het nu op je stage, wat ben je aan het doen? LL: Nee SZ: Waar ben je mee bezig, lukt het ? LL: Nee SZ: En wat vind je daarvan? LL: Ja, ik vind zelf dat ze, ja dat ze je daar mee wel dat ze dat wel eigenlijk moeten doen en dat wel uh dat wel meer eh dingen vragen aan je en ook een stukje begeleiding denk ik. SZ: En hoe zie je dat voor je? LL: Ja dat school uh aan je gaat vragen hoe het gaat en of je tegen problemen aan loopt en dat ze dan even met je praten en je dan eh tips kunnen geven van uh hoe je die problemen op kan lossen. SZ: Dat vind ik een heel goed antwoord. En dan bij het nabespreken van je 114
maatschappelijke stage, je bent dan nog niet helemaal klaar LL: Ja SZ: Maar weet je hoe dat gaat? LL: Uh ja, je moet een uh evaluatieformulier invullen en je logboek van wat je hebt gedaan en hoeveel uren je hebt gemaakt. Maare voor de rest wordt daar niet zoveel mee gedaan. Ja er wordt misschien wel iets mee gedaan maar daar horen we eigenlijk niks meer over. Der wordt alleen gezegd dat je je maatschappelijke stage goed afgerond hebt of niet goed af hebt gerond en ja meer wordt er niet mee gedaan SZ: Okey, en wat vind je daarvan? LL: Uhm ja, het is een beetje ja ik weet het niet misschien zouden ze dan nog een gesprek met je moeten gaan voeren over van wat je er nou echt zelf van vond en ja dat vragen ze wel op dat evaluatieformulier alleen ik denk dat als je dat dan iedereen even apart neemt enne even mee praat dat je dan uh dan een uitgebreider antwoord krijgt dan dat er op dat evaluatieformulier staat. SZ: En waarom denk je dat dat belangrijk is? LL: Nou uh omdat uh de mensen van mijn school naja de kinderen die de maatschappelijke stage hebben afgerond dan over ja erover na gaan denken van wat ze nou eigenlijk hebben gedaan en wat ze er nou eigenlijk echt van vonden SZ: En waarom is dat dan belangrijk volgens jou? LL: Nou uh dat ze later toch maatschappelijk werk gaan doen of andere mensen gaan helpen. SZ: Wat ze ervan geleerd hebben eigenlijk dat dat LL: Ja! SZ: Echt duidelijk is LL: Ja SZ: Okey, je noemde al iets over het logboek en is dat hoe je moet bewijzen dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan? Hoe moest jij bewijzen dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan? (verslag, logboek?) LL: Uh ja, je moet daar uh je uren invullen enne van uh en ja daarna moet je een handtekening van je stagebege, naja van je waar je maatschappelijke stage hebt gelopen die moet dan een handtekening zetten op uh een formulier enne dan moet je dat inleveren op school dus dat zij hebben goedgekeurd dat je die stage daar hebt afgerond enzo SZ: En staat erin dat logboek bijvoorbeeld ook wat je hebt gedaan tijdens je stage? LL: Uhm ja maar dat, ja dat moet je ook uh opschrijven van wat je hebt on, van wat je hebt gedaan en hoeveel uur je daaraan hebt gezeten zeg maar SZ: En wat vind je van die manier van eh bewijzen? LL: Ja, ik weet het niet je kan ja ik vind het wel goed want je moet, je moet zeggen van wat je hebt gedaan je moet opschrijven hoeveel uur je daaraan hebt gezeten en je moet daarna nog naar die stagebegeleider terug om een handtekening te halen dat ze je ja dat zij ook zegt van hij heb de stage volledig afgerond bij ons dus dat vind ik wel goed. SZ: Heb je verbeterpunten? LL: Hoe bedoelt u? SZ: Voor de manier van bewijzen want stel je had ook een verslag kunnen schrijven LL: Ja SZ: Of uh vind je het gewoon LL: Nou ik weet niet ik denk dat dit zo goed is want nouja wat ik net zei ik vind dan misschien, mij lijkt het handig om dat evaluatieformulier voor jezelf van wat heb je geleerd enzo dat dat niet op papier te geven maar dan zeg maar mondeling met iemand te bespreken 115
dat vind ik een verbeterpunt SZ: Voor de afsluiting ook echt LL: Ja SZ: En dan ook voor het bewijs LL: Ja SZ: Helemaal goed en ehm Hoeveel tijd is er tijdens de mentorlessen of tijdens andere lessen besteedt aan de maatschappelijke stage? (op welke manier, wat is er besproken, voorbereiding etc.) LL: Uh ja volgens mij dit jaar één les want toen werd de naja toen werd er uitgelegd van hoe die site werkte en ja hoe die site werkte enzo van waar je je in kan schrijven en er werd verteld ja af en toe tussendoor de lessen kwam er iemand binnen en werd er verteld hoe het moest maar dat was misschien 2/3 keer maar verder niet echt. SZ: Nee, dus er is niets anders besproken dan LL: De site waar je je in kan schrijven bij de maatschappelijke stages SZ: Okey en wat vind je daarvan? LL: Hmm tja SZ: Moet daar meer tijd aan besteedt worden of LL: Naja ik weet het niet want ik vind ook dat je ja we zitten in de derde en ik vind dat je ook wel ja dat een beetje voor je zelf moet doen en dat als je met vragen zit dat je dan moet komen vragen en dat hun dan niet naar je toe moeten komen maar dat je het zelf vragen. SZ: Dat snap ik, maar bijvoorbeeld tussendoor er is dan bijvoorbeeld aandacht besteedt aan het vinden van je stage maar tussendoor zei je al van er is niet gevraagd van wat we gedaan hebben of hoe het ging LL: Ja SZ: Zou daar meer tijd tijdens de mentorlessen aan besteedt moeten worden? LL: Ja dat vind ik van wel SZ: En waarom is dat goed denk je? LL: Nou je gaat toch nadenken over wat je doet en ja waarom je het eigenlijk doet. Dus ik denk dan dat wat ze over willen brengen met de maatschappelijke stage wel beter binnenkomt van dat je ook, ja andere mensen ja moet naja moet dat je andere mensen gaat helpen zonder dat je er iets voor terug krijgt. SZ: En je denkt door dat te bespreken dat je daar meer van leert? Of LL: Ja, dat je ja niet persé meer van leert maar dat je ook ja begrijpt waarom je het eigenlijk hebt gedaan enzo. En wat nou eigenlijk de bedoeling was en ja ik weet niet SZ: Want dat is nu niet helemaal duidelijk? LL: Naja ze hebben gezegd, ze hebben eigenlijk niet eens gezegd van waarom we dit eigenlijk doen er werd alleen gezegd van ja je moet maatschappelijke stage doen enne ja dat was het eigenlijk wel zo’n beetje. SZ: Okey en uhm wat voor lastige Wat voor lastige situaties ben je tegen gekomen tijdens je maatschappelijke stage? We hebben het al over een paar dingen gehad natuurlijk . Heb je deze situaties op school besproken? LL: Hmm hmm (instemmend) SZ: Maar als je ze moet opnoemen? LL: Ja de communicatie tussen uh de mensen van de maatschappelijke stage en mij enne ja het niet dat het niet helemaal duidelijk is wat er nou, wat er precies van je verwacht wordt. SZ: En uhm zijn die situaties op school besproken? 116
LL: Uh nee, ja ze zijn aangegeven maar nog niet echt besproken. SZ: En wat vind je daarvan? LL: Ja, daar vind ik niet zo veel van. Ja das moeilijk SZ: Waarom? LL: Ja, ik, wat vind je daarvan, ja SZ: Nouja, jij zit met een lastige situatie LL: Ja SZ: Uhm die niet is besproken en LL: Ja, het is vervelend want ja nu kan ik niet verder met mijn maatschappelijke stage want ja en dan moet het allemaal weer op het laatste moment. Dus dat is wel vervelend vind ik SZ: En zie je daarin een verbeterpunt? LL: Voor mezelf? SZ: Voor school of voor jezelf dat kan ook LL: Uh, SZ: Of voor allebei LL: Ja ik weet niet ik denk dat het wel verstandig is dat, dat je dat bij de mentorlessen dat er ff over wordt gepraat en dan kan je je problemen aangeven en dan kun je er meteen over praten en dan kost het denk ik minder tijd dan dat je dan op het laatste moment nog alles moet gaan regelen met de administratie ofzo. SZ: Ja, duidelijk uhm dan hebben we het al even gehad over het evaluatieformulier LL: Hmm hmm (instemmend) SZ: Die mogelijkheid krijg je uhm weet je wat daar mee gedaan wordt? Heb je van school uit de mogelijkheid gekregen om je stage/plaats te beoordelen d.m.v. een evaluatieformulier? (zo ja, weet je wat daarmee gedaan is (heb je terugkoppeling gehad?), zo nee, lijkt je dat zinvol en waarom?) LL: Uh nee SZ: Uhm lijkt je het zinvol om te weten wat ermee gedaan wordt? LL: Ja, het ligt eraan. Ik weet niet wat ze er mee doen dus maar ik denk het niet ik denk dat het alleen voor controle is dat ze zeker weten dat je je maatschappelijke stage hebt gedaan en dat je niet niets hebt gedaan en maar wat hebt ingevuld en iemand een handtekening eronder hebt laten zetten en dat het zo goed is. SZ: Ja okey, en je had al als verbeterpunt een persoonlijk gesprek. LL: Ja SZ: Met je mentor? LL: Ja SZ: Ja daar hadden we het al over gehad. Je had er al wat over verteld over dat evaluatieformulier. Uhm dan heb ik nog een paar stellingen voor je. En weer hetzelfde als net of jij ze even wil voorlezen en dan wil aangeven of je het er helemaal niet mee eens bent, niet mee eens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens bent en waarom. Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. Op school is de maatschappelijke stage uitvoerig voorbereid LL: Uh SZ: Uitvoerig betekent uitgebreid LL: Uh ja daar ben ik het helemaal niet mee eens. Want school ja, school legt ja, er is eigenlijk helemaal niks voorbereid voor je maatschappelijke stage. Ze helpen je alleen aan een maatschappelijke stage en verder wordt er niets mee gedaan. 117
SZ: Okey, en dan toch weer wat vind je daarvan en waarom? LL: Tja ik, ja ik vind dat wel jammer dat school je daar niet echt bij helpt of dat ze je daar eh mee helpen voorbereiden want ik denk dat als ze je daar mee helpen voorbereiden dat het eh makkelijker gaat ook op je maatschappelijke stage want je bent goed voorbereid maar dat er dan ook minder problemen geeft zeg maar. SZ: En wat voor voorbereiding zou dan goed zijn? Wat zou dan helpen? LL: Ik, ja ik denk dat uh dat je dan zeg maar op school ja zeg maar ehm op papier gaat zetten naja dat er in ieder geval verteld wordt waarom je dit nou doet en wat je zeg maar moet doen. Dat je zegt wat je gaat doen en waarom. SZ: Dat iedereen dat gaat opschrijven voor zichzelf? LL: Ja SZ: Zo van dit wil ik gaan doen in mijn stage, omdat en LL: Ja en wat je ermee wilt bereiken SZ: Heel goed. Dan mag je naar de volgende. Ik heb veel respect gekregen voor andere mensen door het doen van de maatschappelijke stage. LL: Naja daar ben ik het uh, neutraal want ja je doet het, mijn maatschappelijke stage is vooral ja dat moet je zelf doen en je hebt eigenlijk helemaal niet met andere mensen te maken dan je maatschappelijke stage mensen zeg maar. Van de maatschappelijke stage die mensen. SZ: En je zei je beeld was wel verandert he dat de mensen die dat doen die moeten toch een beetje kennis hebben LL: Ja SZ: En contacten leggen en is dat dan verandert? Want je dacht eerst dat mensen die vrijwilligerswerk deden mensen waren die geen werk konden vinden LL: Ja SZ: Heb je in dat opzicht meer respect gekregen voor mensen die LL: Ja! Dat wel want ja het is toch, je doet toch wat voor de mensen zonder dat je er iets voor terug krijgt, dat vind ik wel goed dat sommige, dat mensen dat doen ja. SZ: Goed, dan mag je naar de volgende. Ik snap niet waarom ik de maatschappelijke stage moest doen. LL: Ja daar ben ik het eh helemaal mee eens. Want daar werd op school eigenlijk helemaal niets over verteld. Er werd alleen maar gezegd dat je dat moest gaan doen en dat het voor de afronding van je, naja dat het voor je eh omdat het moest omdat je anders anders je hoe heet het je, uh SZ: Je diploma? LL: Ja je diploma niet kreeg enne ja meer werd er niet over verteld. SZ: En uhm wat vind je daar dan van? LL: Ja jammer, ik SZ: Wat zou het bijdragen aan als ze het wel zouden doen? Wat zou er dan veranderen? LL: Ja, ik weet niet wat het zou veranderen maar dan weet je in ieder geval waarom je het doet en waarom het eigenlijk wordt gedaan maatschappelijk werk SZ: Okey dan mag je naar de laatste Ik heb veel feedback gekregen op mijn werk tijdens en bij de afsluiting van mijn
118
maatschappelijke stage. LL: Veel feedback van wie? Van school? SZ: Bijvoorbeeld of van je werk zelf je mag of uh van je stageplek zelf je mag allebei benoemen. LL: Ja eh daar ben ik het ja, ja niet mee eens want ja der wordt eigenlijk helemaal geen feedback gegeven. Ja je maatschappelijke stage de mensen daar zeggen wel van dat je dat ze er blij mee zijn of dat ze er niet blij mee zijn gewoon hoe je dit of dat hebt gedaan. Maar der wordt, ja er wordt helemaal niets gezegd van ja dit had je beter kunnen doen of dit had je even anders kunnen doen dus ja SZ: En ook op je logboek niet krijg je niet terug van LL: Nee SZ: En LL: Ja er wordt alleen gezegd van als je het niet goed in hebt gevuld. Maare verder niet SZ: En wanneer is het dan goed ingevuld? LL: Ja als je je logboek hebt ingevuld enne dan de goede uren hebt opgeschreven enzo SZ: Okey en vind je dan dat er meer feedback moet komen? LL: Eh nou ik, ja het is misschien wel handig want dan weet je wat je de volgende keer misschien, dat je iets anders kan doen of ja of beter ja SZ: En dan zowel op school als LL: Van je maatschappelijke stage zelf ja SZ: Okey! Afronding interview SZ: en dan denk ik dat we er zijn. Heb je zelf nog opmerkingen iets wat je nog niet hebt gezegd wat je wel graag nog zou willen zeggen? LL: Hmm nee ik heb alles wel gezegd SZ: Nou dan ga ik hem uitzetten, dankjewel! LL: Alsjeblieft! Leerling 6, jongen, profiel economie 15-05-2014 SZ: En als het goed is doet hij het, ik ga ervan uit dat ie het doet, zo, een interview over de maatschappelijke stage. En dan mag je eerst even vertellen wat je naam is, in welke klas je zit en welk profiel je volgend jaar kiest. LL: Uhm mijn naam is Ward en ik zit in 3T3 en ik ga uh economie kant kiezen SZ: Economie helemaal goed en jij hebt de maatschappelijke stage gedaan LL: Ja Waar vond je maatschappelijke stage plaats? LL: In Petten SZ: En bij welke organisatie heb je het gedaan? LL: Bij uh bij een hondentraining heb ik het gedaan SZ: Zo, ben je gek van honden? LL: Uh uh mijn moeder maar die Je hebt je maatschappelijke stage uitgevoerd bij … Kende je deze organisatie al voor je er op maatschappelijke stage ging? LL: Nee, mijn moeder kwam ermee op SZ: Dus je moeder had een idee 119
LL: Ja en ik had, ik wist niks ik had, wilde bij eh de kringloopwinkel gaan ja SZ: Maar, dat lukte niet? LL: Nee uh daar was, daar waren al heel veel mensen SZ: Enne was dit dan een goede vervanging? LL: Ja hoor dat was eh best wel leuk SZ: En eh Kun je iets vertellen over de organisatie waar je stage hebt gelopen? Over de hondentraining LL: Uh ze doen met puppy’s en met volwassen honden gaan ze trainen en ehm gaan ze allemaal kunstjes mee doen en er is ook eh een vak waar eh echt van die professionele honden en ook eh waakhonden gaan ze trainen dan SZ: En waarvoor doen ze dat? Ja, ik weet niks van honden dus ik LL: (Lacht) Ohh nou om allerlei manieren ze hebben ook blinde geleidenhonden daar en die gaan ze ook trainen. SZ: Zodat ze goed luisteren? LL: Ja om mensen te helpen SZ: En wat vond je van die organisatie? LL: Ik eh vond het goed dat ze dat doen enne m’n moeder wilde, wil er ook werken.. en ehm.. ja SZ: Dus je bent er eigenlijk door je moeder terecht gekomen LL: Ja SZ: En hoe ging dat? Ging je daar dan naar toe of heb je een brief geschreven? Of LL: Ik heb een eh, ik was er naartoe geweest en toen vonden ze het heel leuk dat ik daar mijn stage wilde doen en dan eh ging ik achter de kantine staan enne ik heb ook een paar honden kunstjes leren doen. SZ: Dus dat kan je goed? LL: Ja! SZ: Heb je zelf ook honden? LL: Ja één, het is een golden retriever SZ: Ah en die zijn zo lief! LL: Ja! SZ: En die heb je ook helemaal getraind? LL: Nou ehh die, dat heeft meer mijn moeder gedaan maar uh dat zou ik ook gedaan kunnen hebben SZ: En is het je moeder gelukt om daar nu te gaan werken? LL: Ja! Ze vind het ook heel leuk SZ: En jij vond het net zo leuk? LL: Ja misschien ga ik er ook wel werken ja SZ: Ja waarom? LL: Nou eh ik vind het wel leuk om uh honden kunstjes te leren doen en ook zien dat ze het echt doen SZ: Hee en uit welke taken Uit welke taken bestond je maatschappelijke stage? LL: Uhh ik heb achter de kantine gestaan, ik heb eh kunstjes geleerd aan honden uhh ik heb ze uitgelaten in de pauze uhh ik heb.. uh koffie en thee gezorgd aan de mensen in de pauze en ik heb alles schoongemaakt daarna. SZ: Zo! LL: En dat was het eigenlijk wel. 120
SZ: Hee en wat vond je van die taken? LL: Ik eh ik vond die kantine iets minder leuk maar met de honden vond ik wel leuk SZ: Ja want mocht je zelf je taken kiezen? LL: Uh nee SZ: Waarom niet weet je LL: Want uh ik had een beetje weinig, een beetje weinig uren met de met alleen de honden trainen en ik moest ook achter de kantine gaan staan omdat ik niets anders kon doen. SZ: Okey en weinig uren? Hoe bedoel je? LL: Ja je moet eh 30 uren doen met de maatschappelijke stage en ik had er daar maar eh 15 mee SZ: Okey dus je moest nog een beetje eh opvullen? LL: Ja SZ: Binnen die organisatie LL: Ja SZ: Enne ehm hoe vond je het dat je dan ehm niet zelf mocht kiezen? LL: Dat uh vond ik minder leuk maar ik moest het wel doen SZ: Ja want waarom vond je het dan minder leuk in de kantine? Want het is ook voor dezelfde organisatie en het is ook voor de hondjes LL: Ja dat wel maar, ja ik vind het gewoon niet leuk om eh mensen.. Nee ik vind het niet leuk omdat ik dan alleen met koffie en thee moet doen en en dan heb je niet echt veel te doen SZ: Nee okey dus dat was, je had weinig te doen dan terwijl je liever druk bezig bent LL: Ja! SZ: Super okey enne heb je uiteindelijk meer of minder Heb je meer of minder tijd aan de maatschappelijke stage besteed dan moest van school? Hoeveel uur moest je eraan besteden en hoeveel uur heb je meer/minder gedaan? Je zei al het moest 30 uur LL: Ja SZ: Je had 15 met de hondjes en dan heb je nog in de kantine gewerkt LL: Ja dat was ook 15 uur SZ: Dat was ook 15 uur, dus precies 30 uur LL: Ja SZ: Enne wat vond je van die uren die je er aan moest besteden? LL: Uhh het was eigenlijk best wel veel maar uh ik vond het, ik vond merendeels dat wel leuk aan de stage om te doen SZ: En is het dan erg dat het veel was? LL: Nou het was wel je vrije tijd dat je het moest doen en dat is ook uh minder leuk SZ: Waarom? LL: Nou dan ben je net klaar met school en dan moet je nog uh, ik deed het op een woensdag dus dan kom ik uit school en dan ga ik meteen naar de honden toe terwijl ik ook nog eh een beetje huiswerk moest maken misschien en eh ik had ook nog voetbaltraining dus dat moest ik een beetje uitstellen, daar kon ik niet heen gaan SZ: Okey en wat zie, zie je daar een verbetering in voor school of een verandering voor de maatschappelijke stage? Of, mocht je zelf kiezen wanneer je heen ging? LL: Uh nou het was alleen op een woensdag en een donderdag en alleen op die dagen heb ik eh voetbaltraining. Dus toen ging ik maar op een woensdag omdat ik dan een beetje eerder uit was dan had ik meer tijd voor m’n huiswerk om nog even te doen SZ: Ja enne is dat iets om van school uit te verbeteren of was dit omdat de organisatie alleen op woensdag en donderdag was? 121
LL: Nou misschien kan het ook wel onder schooltijd de uh stage dan had ik misschien ook iets anders moeten kiezen maar Mocht jij zelf bepalen waar je maatschappelijke stage plaatsvond of heeft school/iemand anders dat bepaalt? SZ: Ja want je bent er nu terecht gekomen via je moeder LL: Ja SZ: maar je had wel zelf invloed op wat je ging doen LL: Ja SZ: Want als je niet had geweten wat je moest doen waar had je dan kunnen kijken? LL: Uh ik wilde misschien nog bij SRC dat is, dat is ook een voetbalclub in Schagen want dat vond ik ook wel leuk om te doen. Een beetje uh andere mensen leren trainen SZ: Dus je mag wel gewoon zelf bepalen waar je maatschappelijke stage plaatsvindt? LL: Ja, eigenlijk wel SZ: En ehm helpt school daarbij? LL: Uhm ze hadden wel een site met maatschappelijke stage en daar stonden ook een paar sites op waar je eh waar je kon stage lopen SZ: En wat vind je ervan dat je zelf je maatschappelijke stage mocht kiezen? LL: Dat uh vond ik wel leuker SZ: Want? LL: Nou eh dan heb je echt van die eh stageplekken waar je heen moet en misschien vind je dat helemaal niet leuk. Maar je mocht wel zelf kiezen dus SZ: Want als iemand een stageplek voor jou aanwijst en je vindt het niet leuk wat heeft dat dan als resultaat? LL: Uh dan ga je het slechter doen en je hebt er dan geen zin in om heen te gaan enne het is wel 30 uur dus eh dat is wel veel dan SZ: Ja dat kan ik me voorstellen, en nu had je iets wat je echt heel leuk vond LL: Ja, eigenlijk wel SZ: En kun je ook uitleggen waarom je dat dan zo leuk vond? LL: Uhm, ja ik uh ik wil ook iets later met honden doen denk ik maar ook wel een beetje met de economie dan een beetje bijbaantje met de honden dan en uhm dan (lacht) SZ: (lacht ook) En wat is er zo leuk aan de honden? LL: Nou, de meeste honden luisteren wel naar je als je ze goed getraind hebt en het is leuk om dan met die eh kunstjes te doen later SZ: Okey, super enne in hoeverre ben je tevreden over In hoeverre ben je tevreden over de maatschappelijke stage die je hebt gedaan of waar je mee bezig bent? Waar ben je precies tevreden of ontevreden over?Zou je iets willen veranderen aan de maatschappelijke stage? LL: Uh ikke vond het leuk en het uh de maatschappelijke stage was eh ook wel leuk want het is weer iets anders dan school SZ: Okey! En waarom is het leuk dat het iets anders is dan school? LL: Nou met school moet je een beetje leren enne met de honden, ja dan moet je dat ook weer leren maar dat is eh iets leuker vind ik SZ: Dat je het echt mag doen? LL: Ja SZ: En omdat en is het dan ook omdat dat jouw interesse heeft? Dat dat dan leuker is? LL: Ja, ja! SZ: Oh en ehm waar ben je ontevreden over? LL: Uhmm.. Nou dat ik in de kantine moest staan SZ: Dus dat je daar niet zelf wat anders kon doen? 122
LL: Ja! SZ: En uhm wat zou je willen veranderen aan de maatschappelijke stage? LL: Uh nou misschien iets minder uren of dat het op schooltijd is want, ik weet niet of dat een goed idee is? SZ: Het is jouw mening dat is natuurlijk niet goed of fout natuurlijk LL: Ja SZ: Het is jouw ervaring dus dat is goed! En ehm kun je dan ook uitleggen waarom dat volgens jou moet veranderen? LL: Nou dan ehm dan heb je wat meer uh of uh dan heb je wat minder tijd met stage maar je hebt wel hetzelfde gevoel met wat je, als je dat wil doen SZ: Want wat voor gevoel bedoel je? LL: Nou als je dat echt leuk vind om die stage eh of eh die werkweek te doen dat je.. uhm.. dan 30 uur is best wel veel en dan, als je het dan niet leuk vind dan moet je daar nog eh 20 uur mee door gaan misschien SZ: Je kan niet tussendoor wisselen? LL: Nou je moet wel, als je 15 uur hebt afgesproken dan moet je ook wel echt 15 uur doen bijvoorbeeld SZ: Want dat spreek je van tevoren wel af? LL: Ja SZ: Okey, maar stel je had het echt niet leuk gevonden had je dan ook nog iets anders kunnen gaan doen? LL: Ja, dan kan je ook nog iets anders doen dacht ik (lacht) SZ: (Lacht ook) Dat was bij jou natuurlijk niet aan de orde maar je zou dus de uren wel veranderen? LL: Ja SZ: En dan zal evengoed het gevoel hetzelfde blijven, want kreeg je er een goed gevoel van of was het dat je nu iets hebt gevonden wat je zo leuk vindt dat je mee door wilt? Of, over wat voor gevoel hebben we het dan? LL: uh nou het is een goed gevoel want nou weet ik ook echt dat het leuk is, met de honden. SZ: Nou helemaal goed! En wat vond je het nuttigst aan je maatschappelijke stage? LL: Uhh het is iets anders dan school en het is wel handig om te doen want het is alvast voor je verdere leven dan kun je ook een beetje kiezen wat je dan moet doen. SZ: Hoe bedoel je? LL: Nou uhm.. na school moet je een baan kiezen en misschien misschien weet je niet wat je moet doen maar dan heb ik wel een beetje gekozen met de maatschappelijke stage SZ: Okey, dat vind ik leuk. Dat heb ik nog niet eerder gehoord, dat vind ik een goeie! En wat vond je dan juist niet nuttig? LL: Uhm.. Ja.. Weet ik niet.. Het was eigenlijk allemaal wel uhm uh misschien dat eh ja het was best wel lang. SZ: Okey en dat komt omdat je daarnaast nog allerlei andere dingen had? LL: Ja SZ: Hee en is er dan iets wat je nuttig had gevonden maar wat je nu nog niet gedaan hebt? Met de honden of iets anders LL: Uhm nou het was al best wel een tijdje geleden dat ik eh stage heb afgemaakt maar ehm ja dat weet ik niet SZ: Wat had je bijvoorbeeld nog willen leren wat nog niet gelukt is in die 30 uur? LL: Nou uhm je moet, je moet ook eh de hond een beetje zelfvertrouwen geven om de 123
kunstjes te doen en dat lukte niet bij alle honden in die 30 uur. SZ: Okey, dus dat vond je eigenlijk jammer? LL: Ja! SZ: Dat kan ik me wel voorstellen, dan nog even voelde die maatschappelijke stage als een verplichting? Zag je de maatschappelijke stage als een verplichting en waarom? LL: Uh in het begin wel maar later vond ik het eigenlijk wel leuk dat ze het gedaan hadden SZ: Ja, waarom? LL: Nou het was, het was uh een leuke ervaring met de honden dus ik vond het wel goed dat ze dat gedaan hadden. SZ: Dus het moest maar je vond het leuk LL: Ja, eigenlijk wel ja SZ LL: Ja, eigenlijk wel SZ: Hoe komt dat? LL: Nou dus ik wist er niet echt heel veel over, vrijwilligerswerk. En eigenlijk is het wel leuk om te doen SZ: Want wat wist je niet wat je nu wel deed? LL: Nou je hebt er ook veel meer vrijwilligers dingen om te doen want ik dacht dat het gewoon op het verkeer staan, staan van die mensen bij evenementen in het eh land staan die mensen zo een beetje de parkeerplaatsen zo eh SZ: aan te wijzen? LL: Aan te wijzen, ja, ik dacht dat dat het enige was (Lacht) SZ: (Lacht ook) Dus dat heb je wel zeg maar, daardoor heb je nu er meer over geleerd dus zou je het vaker willen doen? LL: Ja SZ: Omdat er meer binnen jouw interesse gebied is. LL: Ja SZ: En zou je dan ook iets anders doen dan bijvoorbeeld met de hondenvereniging? LL: Uh ja want met SRC daar wil ik ook nog wel een keertje doen. Het vrijwilligerswerk daar. SZ: En waarom zou je het dan ook bij de voetbal willen doen? LL: Nou uh ik weet nog niet echt hoe ik dat moet doen uh en dan zou ik wel graag willen leren. SZ: En hoe komt dat, dat je dat graag wilt leren? LL: Nou daar heb ik ook wel interesse in om eh kinderen te leren voetballen enzo SZ: Daar ben je goed in? LL: Ja SZ: Zo te horen wil je graag mensen dingen leren, honden dingen leren en kinderen dingen leren. Volgens mij wil je graag je inzetten LL: Ja SZ: Mensen dingen leren LL: Ja dat lijkt me wel ja (Lacht) SZ: Weet je ook waar dat vandaan komt? LL: Uhm mijn moeder heeft er volgens mij ook wel, die is nu ook uh zwemjuf en die leert dus ook uh kinderen zwemmen en uh mijn vader, nee die eigenlijk niet (Lacht) SZ: (Lacht ook) LL: Maar het is, mijn moeder wel SZ: Dus je moeder doet ook vrijwilligerswerk? 124
LL: Ja SZ: Dus dat heb je van huis uit wel meegekregen, gezien LL: Ja! SZ: En wat vind je daarvan? LL: Het is eh leuk om het te doen en wel goed dat mijn moeder me, daar mee op kwam SZ: Nou dat vind ik ook dan heeft ze je goed geholpen! LL: Ja! SZ: Ehm dan heb ik een paar stellingen voor je en ik wil je vragen of jij de stelling wilt voorlezen en of je dan wil aangeven of jij het er helemaal mee oneens, mee oneens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens bent en waarom je dat vind en als ik dan nog vragen heb dan stel ik ze. Je mag bij de eerste stelling beginnen en dan even aangeven waar je, wat je ervan vindt en waarom Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. ‘Ik vond het erg leuk om de maatschappelijke stage te doen.’
LL: Uh daar ben ik wel mee eens want het was een leuke ervaring om te doen SZ: En hoe kwam die leuke ervaring, waar kwam dat door? LL: Uh ik had eh wel goede vrijwilligerswerk gekozen dan denk ik SZ: En hoe kwam dat? LL: Nou eh mijn moeder kwam ermee op om met de honden te doen en dat eh blijkbaar vind ik het ook leuk om dat te doen. SZ: Helemaal goed dan mag je naar de tweede stelling Ik vond dat ik op mijn stageplek weinig verantwoordelijkheid kreeg.
LL: Uhh helemaal niet mee eens want ik vond, want ik moest het een beetje in mijn eentje doen de eh honden kunstjes leren enne achter de kantine moest ik het ook eigenlijk in mijn eentje doen SZ: En wat vond je daarvan? Vond je dat fijn of niet of LL: Uhm nou het waren eigenlijk best wel veel honden.. dus ik kon het eigenlijk niet allemaal in mijn eentje doen SZ: Was het iets teveel verantwoordelijkheid? LL: Ja SZ: En zie je daar een oplossing voor? LL: Uh ja misschien uhm met meer doen en dan laat ik zien wat ze moeten doen en dan kunnen zij dat ook misschien doen SZ: Dus iets meer gewoon samenwerken? LL: Ja SZ: Dat bedoel je LL: Ja SZ: Okey helemaal goed dan mag je naar de volgende. Ik heb met veel verschillende mensen te maken gehad tijdens mijn maatschappelijke stage. LL: Uhm daar ben ik wel mee eens want achter de kantine komen allemaal mensen naar mij toe om eten of drinken en eten te kopen en de ze zeiden ook allemaal van wat leuk dat je deze stage doet, dat hadden ze nog niet eerder gezien SZ: Dat is leuk om te horen! LL: Ja! SZ: En heb je ook veel te maken gehad met andere culturen? LL: Uh, hoe bedoelt u? 125
SZ: Nou tijdens je maatschappelijke stage kan het zijn dat je in aanraking komt met mensen of culturen die je nog niet kende LL: Uhm dat heb ik eigenlijk niet goed op gelet SZ: Nee, niet gehad en denk je dat het goed is om wel dat mee te krijgen? LL: Ja, ik denk het wel SZ: Waarom denk je dat dat goed is? LL: Omdat eh je dat ook een beetje moet leren om de culturen een beetje te kennen SZ: Want waarom is dat belangrijk volgens jou? In Nederland? LL: Eh nou uh de Marokkanen die eh die moeten ehm zegt Geert Wilders dat die weg moeten ofzo en dan, maar niet alle en dan krijgen ze een beetje ruzie en dan moet je dat ook een beetje oplossen SZ: Hmm hmm jaa en wat vind je daarvan? LL: Nou dat vind ik niet goed dat ze weg moeten niet elke Marokkaan doet dat.. SZ: En denk je dan dat als je in je maatschappelijke stage meer te maken krijgt met andere culturen dat dat dan helpt om ze beter te begrijpen? Op wat voor manier zie je dat voor je? LL: Uhm nou dat weet ik niet want eigenlijk zijn het hier allemaal wel Nederlanders SZ: Ja inderdaad bij jou wel, maar bedoelde je net van als je meer te maken hebt met andere culturen dat je er dan meer begrip voor hebt? Of ze beter begrijpt LL: Uhm nou niet echt denk ik SZ: Nee? Dat je er niets van kunt leren? LL: Nee want ik eh ja misschien wel ik weet het eigenlijk niet SZ: Nee dat geeft niet je doet het hartstikke goed, dan mag je wel naar de volgende Ik wil zeker nog vaker vrijwilligerswerk doen. LL: Ja mee eens want ik weet er nu veel meer over dat eh die stageplek daar kom ik zeker nog wel een paar keer langs later. SZ: En eh kun je voor mij uitleggen hoe het dan precies komt dat je toch nog later naar die stageplek terug gaat om te helpen? LL: Uh ik vond het leuk! En uhm de mensen daar zijn ook aardig en ze zien graag wat ik doe met de honden en dat kunnen ze misschien zelf ook thuis doen SZ: Dus je kunt mensen iets leren en dat vinden ze leuk LL: Ja! SZ: En dat maakt jou blij LL: Ja SZ: Super dan gaan we naar de volgende. Tijdens mijn maatschappelijke stage kon ik mijn talenten slecht inzetten. LL: Uhh niet mee eens want uh ik kon eh ze allemaal trucjes leren enne dat zagen ze ook dat ik dat goed kon en dat vonden ze leuk SZ: En welke talenten kon je nog meer inzetten? LL: Uhh bij de kantine moest ik eh dat ook in mijn eentje doen dus ik moest een beetje opschieten, op tijd er zijn om de koffie en thee alvast klaar te maken en dat uh dat uh vonden ze ook goed dat ik dat deed. SZ: Dat je verantwoordelijkheid neemt? LL: Ja verantwoordelijkheid SZ: En als jij je talenten moet opnoemen, gewoon de talenten die jij hebt welke zou je dan noemen? LL: Verantwoordelijkheid, ik ehm zet me goed in en uh ik denk dat ik ook wel aardig ben (lacht) 126
SZ: (Lacht) Dat denk ik ook ja! En was dat, waren die talenten ook echt belangrijk bij je maatschappelijke stage? LL: Ja SZ: En kon je ze allemaal inzetten? LL: Ja SZ: En wat vond je daarvan? LL: Dat vond ik leuk eh want uh ik had zelf ook opgemerkt dat ik die talenten moest inzetten SZ: En als je niet die talenten had kunnen inzetten, was het dan net zo leuk geweest? LL: Dat denk ik niet dat het dan even leuk was geweest want dan vond je het helemaal misschien niet leuk en dan vinden de mensen dat ook helemaal niet leuk dat je dat doet van misschien ben je dan wel helemaal niet aardig en dan kan je het misschien niet goed dus niet leuk en dan vind je het zelf ook niet leuk. Ja het geeft dan een slechte invloed op je stage SZ: Dat vind ik een goed antwoord dan mag je naar de volgende Mijn maatschappelijke stage was interessant. LL: Ja helemaal mee eens want ik moest veel doen en ook dingen geleerd zelf ook, die trucjes SZ: Kun je daar een voorbeeld van noemen? Van wat er nou precies interessant was? LL: Uhm nou de trucjes weet ik zelf ook meer van want ik heb er zelf ook een paar geleerd en als ik zelf ook een hond krijg ga ik die ook allemaal leren enne nouja SZ: Dus het was interessant omdat je ervan kon leren? LL: Ja SZ: Dus dingen die je nog niet wist LL: Ja SZ: Prima dan mag je naar de laatste zeker LL: Ja Ik heb veel geleerd van mijn maatschappelijke stage. LL: Ja, helemaal mee eens SZ: Kun je opsommen wat je geleerd hebt? LL: Ik heb heel veel trucjes geleerd, ik heb ehm achter de kantine dat was eigenlijk ook de eerste keer dat vond ik niet zo leuk maar dat kan ik wel eh ik heb zelf ook gekeken hoe eh de andere begeleiders dat deden daar heb ik ook nog veel van geleerd en ik heb een beetje geleerd dat ik op tijd moet zijn dus dat ik me dan goed kan voorbereiden (lacht) SZ: (Lacht ook) Want dat was eerst niet? LL: De eerste twee dagen niet nee SZ: Dat is wel belangrijk dat je dat hebt meegekregen dan LL: Ja! SZ: En had je verwacht dat je dat allemaal zou leren? LL: Eh nee ik had niet veel eh informatie van opgezocht op internet enzo van de site van hun dus SZ: Wat vind je ervan dat je dat allemaal geleerd hebt? LL: Ik vind het wel leuk en ik ga er ook later veel mee doen denk ik SZ: En is er nog iets wat je had willen leren dat je nu nog niet geleerd hebt? LL: Uhm volgens mij niet ik heb alles wat ze doen daar heb ik een beetje geleerd SZ: Hebben ze je daar ook goed mee geholpen? LL: Ja 127
SZ: Ja, dat is hartstikke mooi. Dat waren de eerste stellingen Deel twee interview: de verwerking van de stage-ervaringen op school SZ: Dan gaan we nu naar het tweede deel van het interview en dat gaat eigenlijk over hoe school je heeft geholpen met je stage-ervaringen LL: Okey SZ: Om het nog even samen te vatten je hebt je stage gelopen of je maatschappelijke stage gedaan bij een hondenvereniging LL: Ja! SZ: Je hebt het daar heel erg leuk gehad omdat je dingen geleerd hebt, je talenten erin kwijt kon nou alles waar we het net over gehad hebben LL: Ja SZ: En dan gaan we het nu hebben over hoe school heeft geholpen bij die stage-ervaringen LL: Okey! En dan is de eerste vraag: Wat is volgens jou het doel van de maatschappelijke stage? LL: Uhm het uh gaat over dat je eh dat er ook meer vrijwilligerswerk is en het is ook een andere ervaring dan alleen maar op school zitten denk ik SZ: En waarom is het belangrijk dat er meer vrijwilligers komen volgens jou? LL: Uh want ze zijn uh nodig voor mensen die eh dat nodig hebben en uhm er waren niet veel begeleiders daar dus het is ze vonden het allemaal leuk dat ik daar was SZ: Dus dat is jou opgevallen tijdens je maatschappelijke stage, dat ze eigenlijk tekort mensen hebben LL: Ja, ja SZ: Hee en vind je het belangrijk dat school dat stimuleert? Dat school dat doet? LL: Ja, eigenlijk wel want ehm het is ook goed voor je, voor je latere leven want het is weer iets anders weer dan school SZ: En ehm kun je dan uitleggen waarom dat dan belangrijk is voor je latere leven, de maatschappelijke stage? Want het is anders dan de beroepsstage volgens mij LL: Uhm ik weet niet, volgens mij heb ik die nog niet gehad of wel? SZ: Uhm ja, wat is volgens jou het verschil tussen de beroepsstage en de maatschappelijke stage? LL: Uhm het is, de maatschappelijke stage is dan een beetje vrijwilligerswerk wat je niet heel vaak doet en beroepsstage ja ehm dat weet ik niet eigenlijk SZ: De beroepsstage is ehm een soort van snuffelstage voor wat je later wil gaan doen LL: Oh! SZ: En wat draagt de maatschappelijke stage dan volgens jou bij aan je latere leven? LL: Nou eh dan kan je zien wat leuk vind en wat je niet leuk vind en dan kun je dat later ook kiezen bij je profiel SZ: Okey dus toch een soort interessegebied wat je kan ontdekken? LL: Ja! SZ: Hartstikke goed en hoe heeft school je begeleid bij het vinden van de maatschappelijke stage? Kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden, uitvoeren en nabespreken van de maatschappelijke stage? LL: Uh uh, ze hebben de site laten zien en dan konden we een beetje.. meneer Sintenie zei ook best wel veel dingen erover die wist er zelf ook best wel veel van en hij vond het zelf ook leuk om die stages te bekijken enzo SZ: En kun je uitleggen hoe dat ging? Is daar een les over geweest of een 128
LL: Ja er waren een paar lessen over als je je al ingeschreven had en misschien zelf ook een beetje informatie geven over de stages die eh aanbevolen waren zoals uh SCC en de Kringloopwinkel, die was ook volgens mij aanbevolen om te doen om een beetje dingen te verkopen, een beetje opruimen enzo SZ: En daar heeft school, die helpt daar wel mee? LL: Ja SZ: Dus als jij iets niet kan vinden dan kun je het op school vragen? LL: Ja SZ: En wat vind je daarvan? LL: Dat vind ik goed dat ze dat doen want want anders als je dat niet had dan wist je niet goed wat je moest doen en dan kwam je misschien wel bij een plek wat je helemaal niet leuk vind. SZ: En nu was het duidelijk wat je moest doen LL: Ja SZ: Want wat hebben ze daar bijvoorbeeld over verteld? Over wat je moest doen? LL: Uhm nou dat je een beetje moet kijken dat je dat leuk vindt en uhm je ja ehm weet ik niet.. je moest kijken of je het leuk vindt en het moest ook een beetje spannend zijn dat je niet heel vaak doet ofzo SZ: En stelt school dan nog eisen aan je stageplaats? LL: Uhm je moest wel een beetje iets doen, niet dat je de hele tijd pauze hebt ofzo en je moest ook een soort van logboek maken en daar moest je een beetje in schrijven wat je elke dag gedaan had de hele stage SZ: En waar gebruiken ze dat logboek voor? LL: Om te kijken als je echt iets gedaan hebt volgens mij SZ: Okey, controleren? LL: Ja SZ: Helemaal goed en tijdens je stage, toen je stage liep, hoe ben je toen begeleidt door school? LL: Uhm volgens mij hadden ze helemaal geen begeleiding daar.. nee SZ: Okey en is er tussendoor uh iemand geweest je mentor of meneer Sintenie die gevraagd heeft van joh Ward hoe is het, wat ben je aan het doen, hoe gaat het? LL: Nee hadden ze ook niet gedaan SZ: En wat vind je daar van? LL: Eh het dat vind ik niet zo goed want zo hebben zo ook niet echt gecontroleerd van wat ik allemaal deed. SZ: En waarom is dat belangrijk volgens jou? LL: Ja nou misschien zijn er mensen die dan helemaal niks gaan doen en blijven en die zijn er dan niet eens op de stage SZ: Dus ze kunnen door het tussendoor eventjes te bespreken ook gewoon controleren of iedereen het doet? LL: Ja, ja SZ: Want zijn er dan veel mensen die het nog niet gedaan hebben? LL: Eh ja volgens mij wel er zijn 10 in mijn klas of 8 die mensen die nog moeten beginnen eigenlijk SZ: Okey, dus zie jij daarin een verbeterpunt voor school? LL: Ja dat eh dat moeten ze een beetje beter stimuleren om te beginnen want, want straks heb je ook PTA’s en dan dan moet je ook nog stage doen en dat wordt dan een beetje moeilijk. SZ: En hoe denk je dat school ze nog beter kan stimuleren? 129
LL: Nou uhm meer aanbevolen plekken om te doen want het waren er niet echt heel veel SZ: Nee, weinig keuze? LL: Ja SZ: En wat mis je daar dan bijvoorbeeld nog tussen? LL: Nou er waren dus veel meer plekken dan alleen een winkel en voetbalclub want je kon misschien ook wel werken bij een bakkerij ofzo SZ: Want zitten daar nog eisen aan? Bij wat voor soort organisatie je de stage moet lopen? LL: Uh weet niet SZ: Daar zitten geen eisen aan? LL: Volgens mij niet SZ: Okey, dus jij ziet een verbetering bij de uitvoering dat er iets vaker gevraagd word wat je aan het doen bent en hoe het gaat LL: Ja SZ: Okey en bij het afsluiten van je maatschappelijke stage hoe ben je toen begeleid? Of eerst hoe gaat dat? LL: Uhm nou ze hebben het nog niet nagekeken volgens mij bij mij dus ik, ze hebben nog niet, er staat nog niet, er staat dat ik aan het uitvoeren ben maar ik ben al best wel al een tijdje klaar. SZ: En eh hoe moet je dit dan nu oplossen? Want je zei al, net aan het begin ook dat je, het i al een tijdje geleden LL: Ja SZ: En wie controleert dat dan? LL: Uh meneer Slot en meneer Sintenie volgens mij die doen over de maatschappelijke stage. Dus daar moet ik dan nog even langsgaan om te kijken als ik het wel goed ingevuld heb in het begin SZ: Want hoe werkt dat? Je moet een formulier invullen LL: Ja SZ: En dan.. LL: Dan moet je ook nog een evaluatieformulier die je krijg invullen en dan moet je een beetje schrijven wat je allemaal gedaan hebt en wanneer je begonnen bent en wanneer je klaar bent oh en die moet ik volgens mij ook nog inleveren. SZ: Die heb je wel al gekregen? Want je bent al klaar natuurlijk LL: Ja SZ: En zie je bij die na, want het is dus kennelijk een beetje misgegaan bij je LL: Ja SZ: .. afsluiting zie je daar verbeterpunten? LL: Uhm uh ja want je zou misschien een beetje beter moeten opletten als je klaar bent en misschien op de site staat, is het misschien verkeerd gegaan dat het eigenlijk al klaar is ergens anders en de site moet het dan bijhouden als je al klaar bent. SZ: En wat vind je er van nu dat het zo is gelopen? LL: Uh dat vind ik echt niet zo goed dat het, dat zo gegaan is want ik ben klaar en nu staat nog dat ik 25 uur ofzo moet doen SZ: Okey dat is best wel een hoop wat je dan nog zou moeten doen wat je al gedaan hebt LL: Ja SZ: Enne denk je dat het helpt als je tussendoor vaker een gesprek hebt over de maatschappelijke stage? Of even klassikaal van hoe gaat het want is dat gebeurd? LL: Uh uhm volgens mij niet want het zou wel handig zijn ja om te doen maar ja sommige zijn nog niet begonnen en sommigen zijn al klaar dus uh misschien een gesprek op uh op de site dat ze dan kijken waar je al bent en wat je nog moet doen 130
SZ: Even snel controleren, even snel erover hebben LL: Ja SZ: .. hoe of wat LL: En misschien nog foto’s ofzo wat je dan gedaan hebt SZ: Hee dat vind ik een goeie! LL: Op de site uploaden SZ: Dat hoeft nu niet? LL: Nee SZ: Want wat moet je in je logboek invullen? LL: Nou gewoon wat je op die dag gedaan hebt maar dat hebben niet veel mensen gedaan want dat is niet uitgelegd. Pas toen ik klaar was moest ik weten dat ik dat moest doen en dat was ik dan allemaal eigenlijk een beetje vergeten SZ: Okey dus eigenlijk zijn er een aantal stappen die volgens jou niet helemaal zijn goed gegaan? LL: Ja SZ: In de voorbereiding was het duidelijk wat je moest doen of niet? LL: Nee, eigenlijk niet ik wist niet dat ik een logboek moest maken dat is dan door meneer Sintenie vergeten om het te zeggen. SZ: Okey dus daar, die stap die heb je gemist daardoor, dan is er niet tussendoor gevraagd van hoe gaat het, wat ben je aan het doen.. LL: Ja, nee SZ: Dus weinig controle en nu op het einde loopt het dus mis omdat daarvoor LL: Ja dus dat dat fout gegaan was SZ: Jeetje, en ehm om het even concreet te maken, als oplossing zie jij dus iets meer controle vanaf het begin, iets meer contact en bespreken LL: Ja, ja SZ: Okey, nou we hebben het al even gehad over het logboek en is dat dan ook het bewijs dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan? Hoe moest jij bewijzen dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan? (verslag, logboek?) LL: Uhm ja dan volgens mij wel maar dat heb ik niet gemaakt dus dan dan is er nog maar niet zo veel controle meer dan alleen met dat logboek. SZ: Okey en wat vind je van dat logboek? LL: Eigenlijk vind ik dat wel, dat was wel eigenlijk een goed idee want dan kon je kijken wat je allemaal gedaan hebt en dat kon dan de leraren zien dat eh dan konden de leraren dat logboek zien. Wat je dan wel gedaan hebt. SZ: En heb je verbeterpunten voor het logboek? LL: Uhm ja want dan moet er, het eigenlijk ook gewoon elke dag doen dat je de stage gedaan hebt. En dan, maar dan, ja er staat gewoon van dat je dan gewoon moet schrijven maar dan kan er ook gewoon van die tips staan van wat je dan moet schrijven en wat je dan gedaan hebt zodat je daar kan in schrijven SZ: Dus iets meer uitleg? Over het logboek? LL: Ja! SZ: En je had natuurlijk het hele goede idee van foto’s! LL: Ja SZ: Bewijs maar dat je het gedaan hebt door het te laten zien LL: Ja SZ: Dat vind ik echt een heel goed idee. Ehm dan vervolgens 131
Hoeveel tijd is er tijdens de mentorlessen besteedt aan de maatschappelijke stage? (op welke manier, wat is er besproken, voorbereiding etc.) LL: Uhm niet echt heel veel maar het, dat hoeft eigenlijk ook niet want je moest het gewoon doen. Ze gingen eigenlijk gewoon alleen maar kijken wie het al af had en wie niet SZ: Dus tussendoor niks besproken LL: Nee SZ: En hoeveel tijd denk je dan ongeveer dat er tijdens de lessen besteedt is aan de maatschappelijke stage? LL: Uhm ongeveer 2 of 3 uur SZ: Zoiets, en was dat dan bij je mentor of bij een andere les? LL: Dat was uh bij economie omdat meneer Sintenie dat aan ons geeft. SZ: Okey en uhm hij heeft dus besproken wie het wel of niet gedaan heeft en LL: Ja SZ: En wat heeft hij nog meer besproken? LL: Uhm hij heeft dus in die logboeken gekeken maar dat had dus helemaal niemand SZ: En heeft hij daar toen wat van gezegd of uitgelegd? LL: Ja want hij snapte niet dat wij het allemaal niet hadden gemaakt maar hij had het dus niet uitgelegd. Daar kwam hij dus achter SZ: Ahh! Ja dat is natuurlijk wel een probleempje dan, bij de voorbereiding LL: Ja SZ: En wat vind je van de hoeveelheid tijd die eraan besteedt is tijdens de lessen? LL: Uhh het was eigenlijk best wel weinig maar het moest misschien wel in de mentorlessen want dan moeten we eigenlijk ook economie krijgen in die economie lessen SZ: Dus dat zou volgens jou een verbeterpunt zijn? LL: Ja SZ: En waarom denk je dat het beter in de mentorlessen past? LL: Nou want daar hebben we meestal niks te doen of daar zijn we meestal ook heel snel mee klaar. SZ: Okey en uhm daarom denk je dat dat beter is? LL: Ja SZ: Omdat je dan meer tijd er voor hebt of? LL: Ja SZ: Okey enne ben je lastige situaties tegengekomen? Op je stage? Wat voor lastige situaties ben je tegen gekomen tijdens je maatschappelijke stage? Heb je deze situaties op school besproken? LL: Uhm ja want uhm dan uh was de koffie of de thee op ofzo of eh dan eh dan moesten dan die hond die deed het niet en dan ging ie blaffen en dan ging een andere hond blaffen en dan gingen ze elkaar een beetje.. vechten enzo en dan moest je ze weer uit elkaar halen en dat lukte je niet en dan duurde dat allemaal weer heel lang SZ: En ehm je noemde bijvoorbeeld al te laat komen LL: (Lacht) Ja SZ: Uhm zijn er meer van dat soort situaties waar jij echt, want je noemt dan de honden die met elkaar, nou daar kan jij eigenlijk heel weinig aan doen dat ze elkaar uitdagen LL: Ja SZ: of dat de koffie en thee op is maar zijn er situaties waar echt waar jij bij betrokken was die lastig waren? LL: Hmm.. Volgens mij niet het ging alles, al het andere ging wel goed 132
SZ: En bijvoorbeeld dat op tijd komen dat was echt jouw leerpunt, dat heb je er toch wel van meegenomen uhm is daar naar gevraagd op school? Door meneer Sintenie of iemand anders? LL: Uh nee.. Volgens mij niet SZ: Dat is niet besproken LL: Nee.. SZ: En ook niet lastige situaties van anderen? Die het gedaan hebben? LL: Eh dat weet ik niet, ik heb ze er niet over gehoord. SZ: Niet in de klas.. LL: Nee SZ: En wat vind je daar van? LL: Uh dat vind ik eigenlijk niet zo goed want dan weet je niet als het goed gaat gedaan hebben enzo SZ: Want wat zou het opleveren als ze lastige situaties wel zouden bespreken? LL: Dan kunnen ze er misschien ook van leren dat wat ze fout hebben gedaan en de volgende keer als ze daar dan een keertje terugkomen ofzo dan kunnen ze dat beter doen en dat vinden ze dan ook weer betere invloed en het is misschien ook leuker SZ: Dat vind ik een goed antwoord, dat denk ik ook. Ehm dan uh de laatste vraag voor de stellingen heb je Heb je van school uit de mogelijkheid gekregen om je stage/plaats te beoordelen d.m.v. een evaluatieformulier? (zo ja, weet je wat daarmee gedaan is (heb je terugkoppeling gehad?), zo nee, lijkt je dat zinvol en waarom?) LL: Uh ik heb er wel eentje gekregen maar ik heb het nog niet echt goed doorgekeken SZ: Okey, weet je ongeveer wat je moet invullen? LL: Uh volgens mij staat er ook een soort van agenda in en een logboek die je moet schrijven maar ik heb het gekregen maar ik het het niet uh bijvoorbeeld goed naar gekeken ik wist ook niet dat ik dat moest doen SZ: Okey, maar dus ze bieden dat wel aan ook om je stage te beoordelen? LL: Ja SZ: En wat vind je daarvan? LL: Ik eh vind het wel goed maar uh ze konden me wel even zeggen wat er in moest staan. Dan had ik het wel gemaakt. SZ: Ja, want weet je wat er mee gedaan wordt? Met die evaluatieformulieren? LL: Nee SZ: Lijkt je dat zinvol om te weten wat er mee gedaan wordt? En waarom je het moet doen? LL: Ja, eigenlijk wel ja want anders weet ik niet waar, waar het voor nodig is of als het nou echt nodig is en misschien kijken ze het wel helemaal niet na en dan heb je het voor niks gemaakt. SZ: Is dat een beetje je gevoel? LL: Ja SZ: En waar komt dat gevoel vandaan? LL: Uhm nou ik weet niet, dat dacht ik gewoon en uh dat omdat ze er ook niks over gezegd hebben. SZ: In het algemeen? Ook met je stage? LL: Ja SZ: Okey, uhm dan heb ik dus tot slot nog een paar stellingen. Weer hetzelfde als net eigenlijk of jij ze wilt voorlezen en of je dan wil aangeven of je het helemaal niet mee eens, 133
niet mee eens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens bent en even vertellen waarom. LL: Okey! Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. Op school is de maatschappelijke stage uitvoerig voorbereid LL: Uh niet mee eens omdat de, het was wel voorbereid maar eigenlijk helemaal niet zo goed vond ik. Want ze hadden wel logboek enzo gemaakt maar ze hebben niets over verteld SZ: Okey, dus uhm wat zou jou echt praktische verbeterpunt zijn voor school? LL: Dat ze wel met het logboek door moeten gaan maar wel erover moeten vertellen en misschien met de foto’s ook erbij moeten vertellen. SZ: Dat vind ik een goed idee en dan denk je dat dat ook beter bij je voorbereiding is LL: Ja SZ: Want wat heeft een goede voorbereiding voor nut? Met de maatschappelijke stage? LL: Dan uh weet je ook wat je op de stage moet doen enne dan weten de leraren ook wat je gaat doen en misschien vind je het wel helemaal niet leuk en dan kan je dat ook daarin vertellen. SZ: Goed punt, want wat zouden ze er dan mee kunnen doen met je over praten of LL: Ja en misschien ook en misschien is het voor jezelf ook beter als dat je erover eh gepraat hebt en dan weet je het ook voor de volgende keer dat je dat niet leuk vindt. SZ: Okey en houdt dat dan ook in, van te voren op schrijven wat je wilt gaan doen, wat je wilt gaan leren? LL: Ja SZ: Denk je dat dat helpt? LL: Ja SZ: Waarom denk je dat dat helpt? LL: Uh dat is uh beter voor jezelf en dat is ook voor school goed dat je, dat ze weten wat je aan het doen bent en bijvoorbeeld dat je dat niet leuk vind en misschien is het voor andere leerlingen die dan datzelfde gaan doen volgend jaar ook wel weten dat het niet leuk is. SZ: Goed, goed uitgelegd dan mag je naar de volgende. Ik heb veel respect gekregen voor andere mensen door het doen van de maatschappelijke stage. LL: Uh daar ben ik het wel mee eens want je, ik wist eigenlijk niet dat ze zoveel kunstjes moesten, aan de honden moesten leren en de puppy’s zijn best wel lastig want die eh letten soms niet op of gaan blaffen tegen elkaar en dat is best wel lastig soms. SZ: Dus de mensen die vrijwilligerswerk doen dat houdt meer in dan dat je dacht? LL: Ja SZ: Uhm en wat vind je er van.. Ik bedoel want je beeld is dus een beetje verandert van vrjiwilligerswerk LL: Ja SZ: Want wat was het eerst je beeld? LL: Uhm ik wist er niet veel over en ik wist niet dat ze dat hadden, dat er zoveel in de training zat en ik wist ook niet dat de, dat er niet zoveel mensen waren die dat uh deden. SZ: Dat zijn flinke punten denk ik dan mag je naar de volgende. Ik snap niet waarom ik de maatschappelijke stage moest doen. LL: De uh.. daar ben ik het niet mee eens want ik snapte eigenlijk wel waarom ik het moest doen want het is voor school eh goed dat een leerling ook iets anders gaat doen en voor je 134
latere leven is het ook weer goed en het is ook weer iets anders dan school. SZ: Okey en nog eventjes wat vind je er van dat school dat doet? LL: Dat eh vind ik goed dat ze dat doen want het ehm je moest ook weer een beetje kijken als je, als het leuk was en tja ik weet het niet SZ: Willen ze je er iets mee bijbrengen denk je? LL: Ja SZ: Okey super dan mag je naar de laatste. Ik heb veel feedback gekregen op mijn werk tijdens en bij de afsluiting van mijn maatschappelijke stage. LL: Daar ben ik het niet mee eens want ik had er eigenlijk niks meer over gehoord van school en ik wist ook niet eh wat ik daarna moest doen. SZ: En ehm wat vind je daarvan? LL: Dat, vond ik niet zo goed van school want uhm je moest misschien een mail krijgen ofzo dat je klaar bent enne dat ik de 30 uur heb gehad enne dat je dat je weet dat je het goed gedaan hebt SZ: En dat is nu niet gebeurd LL: Nee SZ: En dat vind je jammer? Of LL: Ja SZ: En waarom vind je dat jammer? LL: Uhm nou ik wist niet dat ik als ik er nou één van 30 uur want dat heb ik niet bijgehouden volgens mij en ik ja het was wel lastig dat ik dat niet wist SZ: Dus het was fijner geweest als je tussendoor even feedback had gekregen van wat je gedaan had LL: Ja SZ: Hou je het allemaal goed bij enz. Dat eigenlijk? LL: Ja SZ: En op je maatschappelijke stage zelf heb je daar wel veel feedback gekregen? LL: Ja eigenlijk wel want ze zeiden allemaal dat ik het goed deed en dat ze het leuk vonden dat ik dat doet want volgens mij was ik de eerste die daar eh de stage deed. SZ: Leuk! En dat was fijn om te krijgen dat je het gevoel had LL: Ja! Ja dat je eh het goed hebt gedaan Afronding interview SZ: Nou hartstikke, helemaal goed! Zijn er nog dingen die jij eh nog wil zeggen die we nog niet hebben besproken? LL: Uh nee eigenlijk niet SZ: Nee? Dan wil ik je ontzettend bedanken voor je interview LL: Ja SZ: En dan ga ik hem weer uitzetten. Leerling 7, jongen, profiel techniek 15-05-2014 SZ: Dan neemt ie nu op.. Dus een interview over de maatschappelijke stage en dan mag je eerst vertellen wat je naam is, in welke klas je zit en welk profiel je hebt gekozen. LL: Ik ben Sander ik zit in klas 3T7 en ik ben van plan om volgend jaar het techniek profiel te kiezen. 135
SZ: Super en dan waar vond je maatschappelijke stage plaats? Waar vond je maatschappelijke stage plaats? LL: Uh de blokhut SZ: Wat is dat? LL: Dat is uh een uh een soort met plek waar een paar organisaties bij elkaar zitten die dan les geven, les of zoiets geven. SZ: Aan? LL: Aan mensen, EHBO bijvoorbeeld die zit daarin die geeft daar les enne je had volgens mij ook een drumband en dan heb je nog een paar SZ: Okey en ehm kende je de blokhut al als organisatie voordat je maatschappelijke stage ging doen? Je hebt je maatschappelijke stage uitgevoerd bij … Kende je deze organisatie al voor je er op maatschappelijke stage ging? LL: Ja want uh me vader die daar ook altijd uh bezig SZ: Oh! Je vader doet vrijwilligerswerk? LL: Ja SZ: En wat doet je vader? LL: Uh die helpt uh bij de EHBO SZ: Die helpt bij de EHBO, en zou je iets kunnen vertellen over de blokhut? Over de organisatie, je had al verteld EHBO, drummen, ze geven les maar wat voor soort organisatie is het, wat doen ze, voor wie doen ze het Kun je iets vertellen over de organisatie waar je stage hebt gelopen? LL: Nou ze doen, de blokhut is een, eigenlijk meer de plek en het wordt zeg maar door al die organisaties die erin zitten die eh die, die zijn zeg maar de leiding daarover. De Blokhut is eigenlijk niet echt een organisatie maar SZ: En wat voor soort organisaties zitten daar dan bijvoorbeeld allemaal in? LL: Nou de EHBO dus een drumband ook een foto groep dat is eigenlijk wat ik me zo voor zover weet SZ: Okey en wat vind je ervan dat dat allemaal kan in de blokhut want is dat van de gemeente dan? De plek LL: Uhm volgens mij niet het was wel in het oude gemeentehuis SZ: Het oude gemeentehuis! Oh! En waar heb jij dan precies je stage bij gedaan bij welke organisatie? LL: Nou het was meer bij de eh de kantine had ik dat gedaan achter de bar staan SZ: Okey! En wat vond je van de organisatie waar je stage hebt gelopen, wat vind je ervan dat dat er is LL: Dat is, ik vind het wel leuk ja SZ: En waarom? LL: Nou gezellig en de mensen met wie je dan werkt die zijn ook gezellig SZ: En dat is wel belangrijk? LL: Ja vind ik wel SZ: Waarom is dat belangrijk? LL: Nou als het niet gezellig is dan heb je er ook niet veel zin in SZ: Okey en als je er geen zin in hebt dan.. LL: Dan is het ook gelijk veel minder leuk 136
SZ: Okey en: Uit welke taken bestaat/bestond je maatschappelijke stage? LL: Uh nou ik moest dan de mensen als ze iets te drinken ofzo wouden dan moest ik dat dus klaarmaken en eh daarna moest ik het ook eh afruimen en schoonmaken.. afwas SZ: In de kantine LL: Ja SZ: En ehm mocht je je taken zelf kiezen? LL: Nou uh het was eigenlijk een beetje gemengd met mijn begeleider alleen ik deed de afwas wel altijd SZ: Okey en dan mocht je zelf kiezen dat je dat ging doen? LL: Nou het werd, het werd me eigenlijk een beetje meer uh gezegd jij doet de afwas dan SZ: Okey want hoe ben je daar eigenlijk terecht gekomen, via je vader vertelde je al die doet EHBO en hoe ging dat dan zei hij van nou LL: Nahh.. Ik dacht gewoon van het lijkt me wel wat om misschien bij de Blokhut te gaan SZ: En toen kwam je daar en toen heb je gesolliciteerd of ben je gewoon naar binnen gegaan en LL: Nja.. Ik uh ben eh niet echt gesolliciteerd gewoon maare ik vroeg het of ik daar eh mijn stage kon lopen en dat was goed SZ: En toen heb je afspraken gemaakt? Over je uren en je taken? LL: Uh ja nou over mijn uren dat ik zeg maar iedere maandag avond is het nou, ja iedere maandag avond kom ik dan en zoveel keer en dan kom ik er wel mee als ik eh uh m’n tijd had afgerond. Ik had, ik moest 30 uur maken SZ: Okey je moest 30 uur maken en heb je uiteindelijk meer of minder uur eraan besteedt? Heb je meer of minder tijd aan de maatschappelijke stage besteed dan moest van school? Hoeveel uur moest je eraan besteden en hoeveel uur heb je meer/minder gedaan? LL: Uh volgens mij ietsjes meer SZ: Ietsjes meer LL: Ja SZ: Hey kijk! Dat is altijd goed om te horen natuurlijk. En wat vond je van de hoeveelheid uren? LL: Hmm nou het is niet weinig in ieder geval maar uh het zou ook niet meer moeten worden SZ: Kun je dat uitleggen waarom je dat vindt? LL: Nou ik vind het.. ik denk uh.. ik vind dit wel een goede hoeveelheid eigenlijk SZ: Waarom? LL: Nou het is zo meer eh dan doe je wel wat een fatsoenlijk iets, je bent dan wel een tijdje bezig maar het is ook weer niet dat je het te lang doet SZ: Okey, en waarom is het dan toch goed om die hoeveelheid uren eraan te besteden? LL: Nou ja je bent zeg maar als je 10 doet dan ben je een paar keer bezig en dan ben je er klaar mee en dan weet je niet echt hoe het is maar als je 30 uur moet doen dan ben je er paar dagen sowieso mee bezig SZ: En dan leer je de organisatie echt goed kennen? Bedoel je dat? LL: Ja SZ: Okey super enne Mocht jij zelf bepalen waar je maatschappelijke stage plaatsvond of heeft school/iemand anders dat bepaalt? LL: Nee, nee dat mocht ik zelf weten 137
SZ: En hoe werkt dat dan? LL: Nou je mocht het gewoon zelf uitzoeken en dan eh dan kwam je met een.. dan moest je het zeg maar voorstellen enne dan werd het goedgekeurd of afgekeurd en als je dan voor eh vorig jaar uhm zoveel december het dan niet had dan kwam er ook een.. dan moest je toch iets doen maar dan kwam daarvoor ook nog een stagemarkt waar je dan ook nog eh iets kon kiezen SZ: Okey, en wat vond je ervan dat je zelf iets mocht kiezen? LL: Nou vind ik wel handig, ik uh vind het wel hoe ze het nu doen goed SZ: Kun je uitleggen waarom? LL: Nou uh je hebt dan als je het doet tenminste dan heb je vrije keuze en als je dan echt niks weet dan kunnen hun je ook nog helpen SZ: En waarom is het belangrijk om een vrije keuze te hebben? LL: Nou uh dan heb je ja, gewoon uh vrijheid dan SZ: Ja LL: Dat je zelf kan beslissen wat je wilt doen SZ: En waarom is dat belangrijk? LL: Nja.. dat kan ik niet echt uitleggen SZ: Nouja je zou kunnen zeggen uhm als je niet zelf mag kiezen dan kom je ergens terecht wat je misschien helemaal niet leuk vindt en als je zelf mag kiezen dan kan je echt bepalen van nou hier ben ik goed in of dit vind ik leuk uhm en is dat volgens jou belangrijk. Nou: ja zeg jij, maar waarom is het dan belangrijk? LL: Ja, nou je komt anders dus als je dat niet misschien bij iets wat je niet wilt of je kan ook uh of je kan dan ook misschien uh weten van hoe is dat dus dan kan je kijken hoe dat is SZ: Zeker enne wat is dan het resultaat van als je zelf mag kiezen en je vindt het leuk? Waarom is dat beter dan een stageplek aangewezen krijgen? LL: Uhm nouja als je het zelf kiest dan heb je sowieso op een uh meestal meer zin in als dat het jou aanspreekt SZ: Kijk super! Uhm en in hoeverre ben je tevreden of je maatschappelijke stage? Want we hebben het bijvoorbeeld al even gehad over je taken, dat je niet zelf mocht kiezen maar In hoeverre ben je tevreden over de maatschappelijke stage die je hebt gedaan of waar je mee bezig bent? Waar ben je precies tevreden of ontevreden over?Zou je iets willen veranderen aan de maatschappelijke stage? LL: Nou niet helemaal maar ik mocht wel eh ik ging dan werken SZ: Het was in overleg LL: Een beetje SZ: Een beetje, wat vond je daar van? LL: Nou uh een beetje minder maar uh.. SZ: Waarom was dat een beetje minder? LL: Nou er was niet zo heel veel overleg over het werd me een beetje deels toegewezen gewoon SZ: En zie je daar wel een verbeterpunt voor je stageplaats? LL: Uhm ja misschien wel ja SZ: Want wat had je anders willen doen? LL: Nou een beetje de afwas gewild maar uiteindelijk werd dat toch wel gedaan maar het was in het begin gewoon gezegd dat ik dan de afwas zou doen enne maar uiteindelijk hielp mijn begeleider ook wel eens mee SZ: Okey en dan om even terug te komen, want ik ging nu terug naar je taken, maar wat ik eigenlijk wilde weten was hoe tevreden je bent over je maatschappelijke stage LL: Ik ben daar eigenlijk best wel tevreden over enne het is ook wel leuk dat je het in de 138
tweede ook wel kon doen dus uh dat deed ik ook want dan kwam ik anders niet volgens mij helemaal aan mijn uren SZ: Super en uhm waar ben je dan precies tevreden over? LL: Hmm zo’n beetje bijna alles denk ik wel SZ: Noem eens een voorbeeld LL: Uh ja, zoals ik al zei dat je dus ook dat je twee jaar ervoor hebt en de vrije keuze en (stilte) SZ: En op je stageplaats zelf? In hoeverre ben je daar tevreden over? Wat je daar gedaan hebt en wat je geleerd hebt of LL: Nou ik heb dus geleerd dat ik afwassen niet leuk vind (lacht) SZ: (lacht ook) Niet leuk vind LL: Uh het was ook heel gezellig dus SZ: Maar daar ben je dus wel tevreden over dat het gezellig was en dat je het daar goed met de mensen kon vinden LL: Ja, ja SZ: En uhm waar ben je dan minder tevreden over? Met je, betreffende de maatschappelijke stage? LL: Nou uh dat ik ook uhm er een verslag van moest maken maar dat was voor Nederlands. Voor me portfolio dus dat SZ: Ohh LL: Maar dat was uhh dat is niet helemaal maatschappelijke stage want uh SZ: Oh want dat moest LL: Ja want dat moest voor Nederlands dan moet je een verslag van je maatschappelijke stage doen, dat vond ik minder leuk SZ: Dat vond je minder en wat moest je daar dan, erin zetten dan? LL: Nou uhh gewoon een verslag van wat je hebt gedaan SZ: En dat hoorde niet helemaal erbij maar het ging er wel over LL: Ja het ging er wel over SZ: En waarom vond je dat minder leuk om te doen? LL: Nou ik vind verslagen maken sowieso nooit leuk (Lacht) SZ: (Lacht ook) Nou dat is duidelijk! En ehm zou je iets willen veranderen aan de maatschappelijke stage? LL: Hmm ik denk het niet SZ: Nee, geen opmerkingen, aanmerkingen? LL: Nouja natuurlijk wel, het zou leuk zijn als het gewoon niet is maarja.. SZ: Dat mag, dat mag je zeggen en waarom LL: Gewoon uh minder moeite want je hebt ook al PTA’s enzo enne het is derde jaar dus je krijgt tuurlijk uh gewoon wat meer dingen enzo het wordt steeds moeilijker.. in het eerste jaar is het makkelijker SZ: Maar uhm je hebt het wel naar je zin gehad toch? Op de maatschappelijke stage LL: Ja dat wel ja SZ: Maar waarom is het dan beter om het niet te doen ondanks dat het wel leuk was om te doen? LL: Nouja je bent dan al druk dus wat ik zei met PTA’s en dan krijg je ook nog je maatschappelijke stage die je erbij moet eh maken SZ: Dus het is echt tijd? LL: Ja SZ: Tijd.. Okey dus eigenlijk ben je daar dan een beetje ontevreden over LL: Ja want je moet het in je vrije tijd doen 139
SZ: Okey dus je mag niet tijdens schooltijd LL: Nee, nee je mag wel helpen bij eh school opendagen maar dat mocht ook maximaal 10 uur. SZ: Maximaal 10 van de 30 LL: Ja SZ: Okey en heb je dat ook gedaan? LL: Nee dat niet SZ: Nee dat niet, je hebt echt bij de Blokhut heb je LL: Ja SZ: Okey en uhm wat vond je het nuttigst aan jouw maatschappelijke stage? Wat vond je het nuttigst aan je maatschappelijke stage? En wat juist niet? LL: Hmm ja, dat ik eigenlijk heb geleerd hoe het is achter uh zo’n bar te werken. SZ: Dat vond je wel nuttig LL: Ja SZ: En waarom vond je dat nuttig? LL: Nou dan weet je, dan kan je ook uh mee laten beslissen of je dat wel of niet wilt doen dan kan je ook een beetje weten hoe je dan vrijwilligerswerk als je dat gaat doen is. SZ: Okey LL: Want uh dat zijn allemaal vrijwilligers die daar werken SZ: Want uhm dat is een eis bij je MAS? Dat je in een organisatie werkt met alleen maar vrijwilligers? LL: Uh nee, nouja je moest, je moest wel een organisatie werken of een uh stage doen die geen winst proberen te halen SZ: Uh en vond je dat dan ook nuttig dat je dat moest doen LL: Hmm ja wel een beetje ja SZ: Kun je uitleggen waarom? LL: Nou het is natuurlijk als je bij een winkel gaat werken die probeert natuurlijk een en al winst te maken dat is niet echt een serieuze en dan doe je gewoon een klusje en dan uh krijg je, je mocht er ook niets voor krijgen SZ: En waarom is dat nuttig om een keer mee te maken? LL: Hmm dan weet je ook van, dan kan je ook mee beslissen van als je later dan misschien denkt van zal ik vrijwilligerswerk doen dan heb je al ervaring er mee. SZ: Ja dat vind ik een hele goeie en wat vond je juist niet nuttig LL: (Stilte) Geen idee SZ: Uhm nou je noemde al van je tijd dat vond je eigenlijk LL: Ja SZ: daar was je ontevreden over maar was dat dan ook niet nuttig om het buiten schooltijd te doen? LL: Hmm nou ergens wel en ergens niet een beetje allebei SZ: Een beetje van allebei en ehm waren er echt dingen waarvan je dacht nou dat ik dit moet doen.. dat vind ik nou echt niet nuttig LL: Hmm nee dat niet SZ: Nee, mooi! Gelukkig maar! En wat had je nuttig gevonden? Is er nu iets wat je niet hebt kunnen doen wat je wel heel nuttig had geleken? LL: Hmm nee denk het niet SZ: En Zag je de maatschappelijke stage als een verplichting en waarom? LL: Hmm ja een beetje wel ja 140
SZ: Hoe kwam dat? LL: Nou ja ook deels omdat je voor zoveel december moest je een plek hebben, ik had het al ver daarvoor had ik het al dus dat was het probleem niet maar dat deed toch wel een beetje het gevoel van je moet het doen want anders kom je niet eens over SZ: Dus je kan anders niet naar de volgende klas? LL: Nee, volgens mij niet SZ: Okey en uhm hoe dus dit is ook weer die tijdsdruk die erachter zit? LL: Ja, dat je het MOET hebben SZ: Okey, dus niet de maatschappelijke stage die je gedaan hebt zelf voelde als een verplichting, dat je bezig was? LL: Nee, nee SZ: Okey en hoe kwam dat? LL: Nou zoals ik al zei je moet het af hebben SZ: Nee maar dat je, dat je bezig was op je stage, met je maatschappelijke stage dus daar dat dat niet als een verplichting voelde LL: Oh! SZ: Waar kwam dat door? LL: Oh dat was gezelliger meer! Daarom dat was het grotendeels SZ: Okey! LL: Ik kende die mensen ook daar een beetje nou niet de mensen die daar in die kantine kwamen eten of drinken maar me m’n begeleider die kende ik en mijn vader die komt dan ook altijd in de kantine als die mensen komen altijd eten en drinken dan komt mijn vader ook altijd SZ: Dus dan had je mensen die je kenden en met wie je.. LL: Ja SZ: en met wie je een praatje kon maken LL: Ja SZ: Ja super! En dat is dan wel een belangrijk verschil denk ik toch LL: Ja SZ: Je hebt het daar heel leuk gehad dus dat was minder een verplichting dan de tijdsdruk die je op school voelde LL: Ja SZ: Dus het is een beetje dubbel LL: Ja, ja SZ: Helemaal goed en denk je Denk je dat je naar aanleiding van deze stage je meer gaat inzetten voor vrijwilligerswerk? (doorvragen naar verenigingen en non-profit organisaties) LL: Hmm ja ik denk het wel ja SZ: Want hoe komt dat? LL: Nou dat, je komt er natuurlijk achter dat vrijwilligerswerk meest, naja ik kan natuurlijk niet gelijk over het gemiddelde zeggen maar ik denk dat nu omdat ik dat gezellig had daar dat het meestal wel gezelliger is als gewoon een baan. SZ: Okey en ehm heeft dat ook te maken met het feit dat je vader ook uh vrijwilligerswerk doet? LL: Ja, ik denk het wel ja SZ: Ja? Verteld hij er vaak over? LL: Nee dat niet SZ: Hebben jullie het thuis niet over het doen van vrijwilligerswerk? 141
LL: Nee SZ: Maar het is wel goed dat je vader dat doet en ik vind het ook goed dat je daardoor in die organisatie bent gerold want heeft dat geholpen denk je dat je op die manier je stage kon doen? LL: Ja, denk het wel SZ: Kun je uitleggen waarom je dat denkt? LL: Nou als ik daar heel erg onbekend was ik denk dat ik dan veel moeilijker was om daar te komen dan moest je een heel gesprek doen en alles want het ging nu heel makkelijk omdat ik al daar bekend was en mijn vader ook SZ: Okey en uh zou je ook ander vrijwilligerswerk willen doen? LL: Uhm nou dat weet ik nog niet SZ: Nee? LL: Ja nu, misschien niet want ik heb het nu nog wel druk met school maar misschien later ik weet het nog niet SZ: En wat voor soort ander vrijwilligerswerk zou je eventueel nog willen doen? LL: Als nog geen idee SZ: Of liever bij de organisatie waar je nu je maatschappelijke stage hebt gedaan? LL: Hmm ja misschien ja, want ik heb verder nog geen idee SZ: Hmm en dat heeft nu met tijd te maken zoals je LL: Ja SZ: al zei dus uhm maar dus de wil is er wel? Je zou het wel willen doen? LL: Ja, een beetje ja SZ: En dat komt doordat je het leuk hebt gehad, gezellig hebt gehad LL: Ja SZ: En die gezelligheid waar kwam die precies vandaan? LL: Mja mijn begeleider vooral en ook de, de uhm mijn vader als die kwam iedere keer SZ: Super goed. Dan heb ik een paar stellingen voor je en ik wil je vragen of je de stelling voor wilt lezen en of je vervolgens wilt aangeven of je het er helemaal mee oneens, mee oneens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens bent en waarom LL: Okey SZ: Dan mag je met de eerste stelling beginnen Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. ‘Ik vond het erg leuk om de maatschappelijke stage te doen.’
LL: Hmm (stilte) Ik denk toch wel een beetje tussen mee eens en helemaal mee eens SZ: Goed, kun je uitleggen waarom? LL: Nou het is eigenlijk uh iedere keer zei ik al gezelligheid dat was het grotendeels SZ: Dat was het grotendeels en daardoor was het ook minder een verplichting.. LL: Ja SZ: En uhm vind je het ook goed dat je dit moet doen? LL: Uhm ja ergens wel ja SZ: Kun je uitleggen waarom? LL: Nou je raakt, je maakt wat meer ervaring ook en meer ervaring en je hebt ook makkelijker kun je ook later aan een baan kunt komen. SZ: Want uhm heeft de maatschappelijke stage te maken met een baan of met iets anders? LL: Nou gewoon werkervaring bedoel ik SZ: Werkervaring okey, dan mag je naar de volgende Ik vond dat ik op mijn stageplek weinig verantwoordelijkheid kreeg. 142
LL: Hmm nou.. Hmm in het begin had ik niet zoveel verantwoordelijkheid maar later uh kwam ik, ging ik ook uh afrekenen enzo toen uhm toen was mijn begeleider meer aan het meekijken of ik het uh goed deed SZ: Dus het bouwde zich op? LL: Ja de verantwoordelijkheid bouwde zich op ja SZ: En wat vond je daarvan? LL: Ik vond het wel leuk ja SZ: En hoe kwam dat? LL: Hmm ik weet niet gewoon een gevoel SZ: Wat voor gevoel? LL: Ja, gewoon dat het, dat het wel leuk leek en eerst een beetje makkelijk beginnen en kijk, steeds een stapje moeilijker, kijken hoever je het uithoudt SZ: En waarom is het belangrijk omdat op die manier te doen? Wat was er gebeurd als ze hadden gezegd van nou Sander ga je gang, daar is de kantine en dit moet je doen LL: Ik denk dat ik het uh helemaal niet goed zou doen dan SZ: Nee, denk je? LL: Nee, ik denk het wel ja SZ: Dus dat opbouwen dat is dan goed omdat (stilte) .. je ervan kan leren? LL: Ja SZ: Dat is het LL: Ja, dat als je uh want als je gelijk alle verantwoordelijkheid hebt en je maakt een fout dan is het gelijk heel erg groot maar als je weinig verantwoordelijkheid hebt dan is daar een klein beetje wat je fout doet SZ: En uhm heeft dat dan ook een beetje te maken met vertrouwen? Dat ze je, dat als jij het goed doet en je bouwt het op dat ze je steed meer vertrouwen? LL: Hmm ja SZ: En is dat dan ook een goed gevoel? Komt dat daar vandaan? LL: Ja ik denk het wel ja ook SZ: En is dat belangrijk volgens jou? LL: Ja lijkt mij eigenlijk wel ja SZ: Ja en waarom? LL: Nou ze hebben dan gewoon meer vertrouwen in je daarom ja en je vertrouwt hun ook meer zo bouw je dat ook op dan SZ: Ja dat denk ik ook.. Dan mag je naar de volgende Ik heb met veel verschillende mensen te maken gehad tijdens mijn maatschappelijke stage. LL: Nou, ja mijn begeleider die had ik iedere keer en dan die mensen die bij de kantine kwamen die zijn dus van die lessen dan en die waar die waren dan elke keer hetzelfde weer. Dus niet veel verschillende SZ: Niet veel verschillende mensen dus je zou zeggen niet mee eens LL: Hmm nee niet echt nee dat niet. Er waren natuurlijk wel wat mensen, best wel veel maar niet iedere keer anderen. SZ: Okey! En dan bijvoorbeeld andere culturen? LL: Hmm nee niet echt SZ: Want uh de Blokhut die zit hier in Schagen? LL: Ja SZ: Denk je dat het nuttig is om met andere culturen in aanraking te komen tijdens je maatschappelijke stage? LL: Nou het ligt er ook maar net aan wat je later wilt gaan doen want uhm ik wil dus meer 143
in de techniek en dan uh lijkt het me niet zo heel erg belangrijk maar sommigen als je bijvoorbeeld in de verzorging gaat dan lijkt het me meer juist wel belangrijk SZ: Ja want wat is volgens jou dan het grote verschil? LL: Nou bij verzorging dan moet je meer mensenkennis hebben enzo en bij de techniek daar nie, dan heb je dat niet nodig gewoon SZ: Dan is het meer echt zeg maar LL: De techniek SZ: De techniek zelf LL: Ja SZ: Okee, en uhm nee nee trouwens je mag naar de volgende LL: (Lacht) Okey Ik wil zeker nog vaker vrijwilligerswerk doen. LL: Hmm ja, neutraal een beetje SZ: Kun je nog een keer uitleggen waarom? We hebben het er net natuurlijk al even over gehad maar het is voor mijn verwerking zeg maar LL: Ah okey, ja ik zit er wel over te denken misschien doe ik het dan grotendeels ook vanwege de gezelligheid en ja maar nu nog niet alleen dat sowieso SZ: Want? LL: Ik heb het nu ook heel druk met PTA’s en alles en volgend jaar krijg ik examens SZ: Jaa LL: Dus nog een schepje er boven op SZ: Dat wordt nog pittig natuurlijk LL: Ja SZ: Ja dat snap ik ook wel, maar gelukkig is het of ik denk dan gelukkig heb je het wel leuk gehad waardoor je wel denkt van als ik later de tijd heb dan LL: Ja SZ: dan zou ik nog wel de Blokhut willen helpen LL: Ja, zeker SZ: Nee prima dan mag je naar de volgende Tijdens mijn maatschappelijke stage kon ik mijn talenten slecht inzetten. LL: Nou sowieso mijn talenten liggen meer in de techniek dus sowieso.. SZ: Okey noem eens een paar van je talenten LL: Naja ik ben vooral technisch dus SZ: Maar wat voor talenten heb je nog meer want volgens mij heb je nog een heleboel meer talenten LL: Ja, het paste allemaal niet zo bij de wat ik daar deed, want daar moest je meer eh, ja het was daar gewoon dan moest je koffie en thee inschenken en afrekenen, ja dat afrekenen dat ging nog wel dat was denk ik toch wel de meeste SZ: Okey want welke talenten had je nodig om dat allemaa te doen dus rekenen dat afrekenen dat LL: Ja SZ: En welke talenten had je nog meer nodig om daar LL: Ja vooral goed kunnen schoonmaken want je moest ook de afwas doen SZ: Goed kunnen schoonmaken, moest je ook vriendelijk zijn? LL: Ja, ja, dat lijkt me wel ja SZ: Dus sociaal LL: Ja, dat was ja een beetje fifty-fifty 144
SZ: Okey en samenwerken? LL: Ja in het begin wel wat meer SZ: Ja en want volgens mij heb je het hartstikke goed gedaan, zijn dat dan niet ook talenten die jij hebt? LL: Nou een beetje, sommige schoonmaken heb ik dus niet SZ: Dat kan, maar ja dat vind ik dan niet het belangrijkste talent ook LL: (Lacht) Nee maar het was wel een deel ervan want ja als ik niet ging schoonmaken en mijn begeleider deed dat niet dan uh dan was er na twee of drie keer uhh SZ: Dan was het een zooitje LL: Ik denk dat als ik dan, dan de eerste maandag dat ik kom dan was het een zooitje dan stond de afwas daar en als niemand het deed dan stond het er de volgende maandag en dan stond er niks meer in de kast schoon SZ: Okey maar dat is ook dus een uh een verantwoordelijkheid pakken en initiatief tonen wat je gedaan LL: Ja SZ: hebt. Maar zijn dat dan ook jouw talenten? Ik noem er nu gewoon wat van je verhaal want je zeg ik ben technisch maar volgens mij heb jij verder ook veel andere talenten laten zien of niet? LL: Nou ik ben niet zo heel goed met schoonmaken dat duurde ook wel heel erg lang SZ: Nouja dat geeft niet maar de, dat je het doet en dat je ziet van nou als ik het nu niet doe dan LL: Ja! Dan gebeurd het niet SZ: Dat vind ik echt super goed hoor! LL: Dat je de rol op je eh neemt maar ook al wil je het niet SZ: Ja, dat je het toch doet omdat je weet dat het anders niet gebeurt. Dat is ook een talent, dat doet niet iedereen LL: Nou het gebeurt anders wel maar ja SZ: Maar is dat dan, dat initiatief tonen een talent wat je hebt kunnen toepassen? LL: Hmm ja dat denk ik wel ja SZ: Alleen je echte talent, je interesse gebied dat kon je niet LL: Ja, ja SZ: Dat kwam niet terug LL: Nee SZ: En had je dat liever wel terug laten komen in je maatschappelijke stage? LL: Nou ik weet niet want ik deed die stage natuurlijk ook omdat ik wou weten hoe het was om om achter zo’n bar te werken SZ: Okey en zou het dan, ja je hebt het natuurlijk hier ook leuk gehad maar zou het niet nog leuker zijn geweest als je bijvoorbeeld met je talent dan ict-les had gegeven aan ouderen? Ik noem maar wat LL: Nou nee niet echt, nee want ik ben nooit zo erg van lesgeven dat lijkt me nooit iets SZ: Ik snap het LL: Ik heb een beetje plankenkoorts, ik vind het niet zo leuk om al die mensen dan voor je te zien SZ: Ik kan het me wel een beetje voorstellen, maar het was een voorbeeld. En het is dus voor jou niet noodzakelijk dat je iets met jou talent in je maatschappelijke stage zit? Je kunt het ook leuk als dat minder naar voren komt LL: Ja want het was nieuw klopt SZ: Super dan mag je naar de volgende
145
Mijn maatschappelijke stage was interessant. LL: Hmm ja ben er best wel mee eens ja SZ: Want, kun je het uitleggen? LL: Ja ik vond het ook vooral gezellig en ik leerde er ook wel wat van ja SZ: Wat heb je bijvoorbeeld geleerd? LL: Hoe het is om, uh hoe het voelt om eh om zeg maar te werken enzo met vrijwilligerswerk SZ: En hoe voelt dat? LL: Ja dat is moeilijk te beschrijven (lacht) SZ: Ja, ja maar omdat je zegt ik heb dat geleerd LL: Ja het is meer dat gevoel, dat is moeilijk te beschrijven vind ik SZ: Hmm voelde het goed of uh LL: Ja zoiets ja SZ: Wat heeft dat je opgeleverd? LL: Nou kennis met werk meer SZ: Een beetje werkervaring LL: Ja SZ: En dat was positief LL: Ja SZ: Super dan mag je naar de volgende Ik heb veel geleerd van mijn maatschappelijke stage. LL: Hmm ja nou een beetje neutraal dan SZ: Okey, want? LL: Ik heb er wel wat van geleerd ook gewoon ja werk kennis of werkervaring maarja dat krijg je sowieso overal wat je ook doet maar verder niet zo heel veel denk ik SZ: En met dat opbouwen van die verantwoordelijkheid LL: Dat dan wel SZ: Heb je daar iets van geleerd? LL: Ja SZ: Of in de samenwerking met iemand LL: Een beetje samenwerken, vooral in het begin was dat SZ: En wat vond je daarvan? LL: Ja dat vond ik wel leuk het was handig ook ja dan hoef, dan hoef je nog niet zoveel dingen alleen te doen SZ: En kun je dan uitleggen waarom dat dan handig is? LL: Nou ja als je in één keer alles tegelijk in, in je eentje moet doen dan krijg je het een beetje overgespoeld dus SZ: teveel? LL: Ja SZ:Okee, nou helemaal goed dan gaan we naar het tweede onderdeel van het interview de stellingen heb je goed beschreven en uitgelegt. Uhm het tweede deel gaat over wat er op school is gedaan met jouw stage-ervaringen. Deel twee interview: de verwerking van de stage-ervaringen op school SZ: Over de begeleiding en over nouja er komen een aantal vragen en de eerste vraag daarbij is wat is volgens jou het doel van Wat is volgens jou het doel van de maatschappelijke stage?
146
LL: Hmm ik denk vooral uh werkervaring er op uh of ja werkervaring krijgen denk ik SZ: En uhm LL: Werkervaring om te weten hoe het is om als vrijwilliger te werken SZ: Okey, hoe het is om als vrijwilliger te werken want ik wilde inderdaad net gaan vragen wat is dan het verschil tussen de beroepsstage en de maatschappelijke stage? Wat is het verschil volgens jou? LL: Ja, hmm na ja beroepsstage hoe het is meer om zo’n echt een baan te hebben en dat je om bij vrijwilligers om vrijwilligerswerk te hebben eh te doen SZ: Ja en waarom denk je dat school dat belangrijk vindt dat jullie dat meemaken? LL: Nou het is volgens mij niet alleen de school maar de hele overheid volgens mij SZ: Klopt ja LL: Dus de overheid dan dat je, je dat je ook vrijwilligerswerk doet want dan dat helpt dan ook weer de eh maatschappij ja SZ: Heel goed, op wat voor manier denk je dat dat helpt? LL: Hmm nja dat, dat zijn meestal de banen, de vrijwilligerswerk banen dat zijn meestal de banen, de dingen die mensen niet zo gauw zouden willen doen en daarmee geld verdienen dat zouden ze niet graag als baan willen doen SZ: Waarom denk je dat dat zo is? LL: Hmm ik weet het niet het is gewoon een beetje van wat ik denk SZ: Ja, nee maar dat is prima dat is helemaal goed, je zit al echt, ik denk dat je al veel begrepen hebt. En waarom denk je dat de overheid het belangrijk vindt dat jullie als 3T he uh vrijwilligerswerk 30 uur doen? LL: Hmm ja misschien gewoon voor de ervaring dat je uh dat je er ervaring mee hebt SZ: Ja super goed en dat vind jij goed? LL: Ja SZ: En waarom vind je dat goed? LL: Nou ik geef ze eigenlijk gewoon gelijk, gewoon uh ja ik kan het niet echt uitleggen SZ: Is het een gevoel bij jou meer? LL: Ja SZ: Dat is helemaal goed, met een gevoel daar kun je nooit, dat is onbetwistbaar, jouw gevoel is altijd goed LL: Ja, ja SZ: Uhm kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden van je stage? Wat heeft school gedaan bij de voorbereidingen? Kun je uitleggen hoe je door school bent begeleid bij het vinden, uitvoeren en nabespreken van de maatschappelijke stage? LL: Hmm.. hmm niet zoveel eigenlijk een beetje goedgekeurd en verder daar bleef het eigenlijk een beetje bij SZ: En hoe is dat dan gegaan van ze vertellen van nou je moet een maatschappelijke stage doen en wat is daar toen over uitgelegd? LL: Hmm.. Ja er was zo van uitgelegd dat je dan uh de maatschappelijke stage moest doen en dan moest je dat invullen en inleveren SZ: En dat was ‘m? LL: Ja er was niet echt veel over eh uitgelegd SZ: Enne doet jullie, heeft jullie mentor dat gedaan? LL: Nou eh er heeft ook een, er kwam een vrouw langs soms ofzo ik weet niet echt meer SZ: Die kwam in de klas en die heeft dat toen verteld LL: Ja, dat is toen niet helemaal blijven hangen want ik had het al deels afgemaakt 147
SZ: Oh kijk LL: Ja want ik kreeg pas in de derde er uitleg over SZ: En toen, hoe hebben ze dat toen gedaan? LL: Gewoon uh uitleg dingen die toen werd dat gezegd SZ: Okey LL: In de tweede, toen kreeg je volgens mij bijna geen uitleg SZ: Geen uitleg okey enne hoe ben je begeleid bij, tijdens de uitvoering van je stage? LL: Uhm ja mijn begeleider die hielp me in het begin vooral en later liet ze me steeds meer verantwoordelijkheid krijgen. SZ: Op je stage zelf LL: Ja SZ: Dat is hartstikke goed en op school, hoe ben je daar begeleid? LL: Hmm niet echt eigenlijk SZ: Nee? Is er niemand die tussendoor gevraagd heeft van nou Sander hoe gaat het, wat ben je aan het doen LL: Nou een beetje bij de track begeleiding daar zit ik ook bij SZ: Okey LL: En daar hebben ze het soms gevraagd een beetje SZ: Een beetje, en hoe ging dat dan? Wat werd er dan gevraagd bijvoorbeeld? LL: Nou gewoon of het leuk is enzo SZ: Niet wat heb je geleerd of LL: Ja ook een beetje SZ: Een beetje LL: Het was niet zo gevraagd SZ: En het was niet zeg maar in je klassikale lessen echt? LL: Nee dat niet SZ: Okey en wat vind je daarvan? LL: Nou dat vind ik niet erg eigenlijk SZ: Nee, kun je uitleggen waarom? LL: Nou ik vind sowieso dan moet, dan vragen ze waarschijnlijk had ik dan ook voor de klas moeten staan dus SZ: Hoe bedoel je? LL: Nou ik vind dan moet ik weer voor de klas gaan uitleggen en dat vind ik dus ja niet zo leuk SZ: Oh! Je bedoelt zo! Ik dacht ik bedoel als je met de groep zit bij de mentorles ofzo dat ze dan vragen van wie is er al klaar of wat zijn jullie aan het doen, niet dat je hoeft te presenteren ofzo LL: Ohh! Oh! SZ: Ik bedoel echt gewoon even bespreken maar je geeft aan dat is niet gebeurd LL: Nou bijna niet het was één of twee keer in een economie les van de economie leraar die is ook bij de maatschappelijke stage eh zit daarbij SZ: Uhm en vind je dat dat meer moet, dat daar meer naar gevraagd moet worden of is het goed zoals het is? LL: Hmm nou ik vind het eigenlijk zo wel goed SZ: En waarom vind je het zo goed? LL: Hmja ik vind, ik heb sowieso niet zoveel zin in om dan eh alles te gaan bespreken dat vind ik niet zo heel erg interessant SZ: Okey en hoe komt dat? LL: Ja, zo ben ik gewoon denk ik een beetje 148
SZ: Okey dat kan en dan is het gewoon zoals het nu is, is het goed je hebt het gedaan en daarmee gewoon vinkje, klaar LL: Ja SZ: Helemaal top en bij het nabespreken? Is het nabesproken dat je klaar was? De stage LL: Uhm een heel klein beetje, niet echt veel SZ: Hoe ging dat? LL: Nou het was gewoon uh, ik had uh, in de klas gingen, ging men uh gingen, ging m’n economie leraar ging op een gegeven moment pakte die soms zijn lijstje en dan keek ie van wie er al klaar was en hoever iedereen was en dan gingen we het er even over hebben van jullie moeten nog doorwerken, jij moet het nog af hebben en op een gegeven moment toen waren, waren nog twee of drie nog niet helemaal klaar nog enne eentje daarvan die wou dan nog een uh want er kon nog worden geholpen bij de ouderavond, ouderavonden bedoel ik SZ: Ja LL: Dus of maar voorderest werd er niet zo heel veel over gesproken SZ: Nee dus aan het einde van je stage heb je niet een gesprekje gehad of een.. LL: Nee SZ: feedback gehad van je hebt het goed gedaan LL: Nee, nee niet echt SZ: Okey en wat vind je daarvan? LL: Hmm niet erg eigenlijk SZ: Niet erg LL: Ik zou, ik heb het niet gemist SZ: Okey dat kan! En Hoe moest jij bewijzen dat je de maatschappelijke stage hebt gedaan? (verslag, logboek?) LL: Nou uh er was je moest ook er stond een logboek op een site in hou, bijhouden enne aan het einde kreeg, of nee niet aan het einde maar je kreeg voor het dat je je stage moest beginnen eigenlijk kreeg je ook een uh een heel lijstje wat jij dan in moest vullen aan het eind en wat de begeleider moest invullen aan het eind en dan moest er ook nog een handtekening onder van de begeleider SZ: Okey, en dat was dan het bewijs? LL: Ja SZ: Okey en wat vond je van die manier van bewijzen? LL: Hmm goed wel SZ: Ja? LL: Als ze, als ze het niet geloven konden ze je begeleider bellen enne ja als die begeleider ook mee gaat liegen dan uh kan je niet veel verder komen SZ: Nee, nee dat is waar en je hebt geen verbeterpunten hiervoor? LL: Hmm nee niet echt SZ: Okey dan hoeveel tijd: Hoeveel tijd is er tijdens de mentorlessen besteedt aan de maatschappelijke stage? (op welke manier, wat is er besproken, voorbereiding etc.) LL: Uh ja dat weet ik niet meer SZ: Was het veel, weinig? LL: Nou niet veel maar ook niet heel weinig, het was een beetje middelmatig SZ: En hoe ging dat dan? Wat is er dan besproken? LL: Nou vooral uh een beetje de uitleg voor hoe je moest uh, hoe je de stage moest aanmelden en hoe je op een gegeven moment uh toen was het bijna allemaal gedaan wel en 149
toen werd er uitgelegd iedere keer hoe dat logboek moest doen SZ: Okey LL: Want heel veel mensen die wisten dat iedere keer niet dus SZ: Okey en uhm is er ook inhoudelijk gesproken over de stages? LL: Hmm nee dat niet zoveel SZ: Okey en wat vind je van de tijd die er is besteedt tijdens de les aan de maatschappelijke stage? Vindt je dat goed dat het zo he, niet te veel niet te weinig is LL: Nou ik vind dat wel goed SZ: Het hoeft niet meer of minder? LL: Nee, de uitleg dat hoeft niet meer want op een gegeven moment toen werd ik die uitleg wel een beetje zat dat ieder keer hoe je een stage moest aanmelden of hoe je een logboek moest bijhouden SZ: Jij had dat allemaal al gedaan LL: Ik wist dat eigenlijk al voor de eerste uitleg SZ: Okey, jij had dat zelf al uitgevonden LL: Ja ik ben, ik ben best wel handig met computers dus SZ: Dus dat, dat had je zelf al uitgevonden en dan werd het elke keer herhaald LL: Ja, ja SZ: Dus liever niet teveel meer LL: Okey SZ: En de inhoudelijke bespreking van de stages vond je niet echt nodig, dat mis je niet? LL: Uh nee het was eigenlijk een beetje, niet echt moeilijk vond ik het was eigenlijk gewoon een beetje maak je stage enne je moet eerst een akkoord, eerst uh toestemming vragen en dan krijg je zo’n ding uh naar huis gestuurd en dan maak je gewoon je stage, logboek bijhouden en als je dan klaar, als je stage af is af hebt dan moet je dat vragenlijstje aan uh, door je begeleider laten invullen, je eigen stage of uh je eigen lijst invullen en inleveren SZ: Ja, okey en daar heb je geen verbeterpunten voor LL: Nee, ik vind het wel goed SZ: Okey uhm ben je lastige situaties tegen gekomen tijdens je maatschappelijke stage? Dingen die je moeilijk vond? Wat voor lastige situaties ben je tegen gekomen tijdens je maatschappelijke stage? Heb je deze situaties op school besproken? LL: Hmm nou vooral in het begin toen had mijn begeleider verteld van ja op het eind dan moet het natuurlijk zo zijn van uh dat jij gewoon alles doet en dan kan ik toekijken of je het goed doet dat zei mijn begeleider en toen dacht ik van wow dat lijkt me wel een beetje SZ: Beetje veel? LL: Ja SZ: En.. LL: Maar ik kon natuurlijk, het was natuurlijk het begin dus dan weet je er nog niet veel van SZ: Dus je schrok een beetje daarvan LL: Ja! SZ: En is dit ook, zijn dit soort situaties ook besproken op school? Want ik kan me best voorstellen dat jij dacht van wow wat gebeurd mij LL: Nou niet heel erg maar gewoon van nou dat uh is wel.. een beetje hoor niet overdreven dat ik helemaal flauw viel ofzo SZ: Nee inderdaad maar dat je wel dacht van okey dat is veel 150
LL: Ja zoiets SZ: Zo.. Ja en is dat dan, heb je dat kunnen bespreken op school? Dat je dat, is daarnaar gevraagd of je een lastige situatie had? LL: Hmm nee SZ: En daar is niet naar, dat is niet besproken LL: Nee, niet echt SZ: En ook niet bij anderen in de klas? LL: Nou dat weet ik niet SZ: Okey, wat vind je daarvan? Dat nie LL: Nou dat had dan misschien nog wel even een verbeterpuntje kunnen zijn SZ: Ja, waarom? LL: Nou misschien zijn er mensen die, ja ik heb daar niet zoveel problemen mee maar misschien zijn er mensen die dan uh overdreven gaan reageren dan maar niet expres SZ: Nee maar die dan wel LL: Je hebt er ook bij die dan expres doen maar je hebt ook die er behoefte aan hebben om erover te praten SZ: Ja denk je, waarom denk je dat het dan ook goed is om dat te doen? LL: Nou dan, de mensen die dan overdreven reactie hebben die kunnen dan misschien een, die kunnen dat dan makkelijker aan ofzo SZ: Ja tips ofzo van hoe ga je daarmee om LL: Ja! SZ: Okey dat is helemaal duidelijk LL: Maar dat kon je, als je daar problemen mee had dan kon je waarschijnlijk wel erover praten ook SZ: Moest je zelf gewoon eventjes uh LL: Ja, ik denk het was vooral zelfstandig gewoon er heen gaan SZ: Ja en dat is ook goed maar je moet dan ook weten dat dat kan ook LL: Ja natuurlijk SZ: Okey en heb je van school: Heb je van school uit de mogelijkheid gekregen om je stage/plaats te beoordelen d.m.v. een evaluatieformulier? (zo ja, weet je wat daarmee gedaan is (heb je terugkoppeling gehad?), zo nee, lijkt je dat zinvol en waarom?) LL: Ja SZ: En uhm wat vond je ervan van die manier van beoordelen LL: Nou die was wel goed niet uh te moeilijk ook niet uh teveel of te weinig SZ: En wat moest je invullen op dat formulier bijvoorbeeld? LL: Nou wat je er van vond en hoe je die plek vond en of het gezellig was en dat soort SZ: Okey en weet je wat er gedaan is met je evaluatieformulier? LL: Nee, niet echt eigenlijk SZ: Uhm lijkt je dat zinvol? Om te weten wat er mee gedaan wordt? LL: Nou, misschien een beetje, alleen ja het is natuurlijk het maakt mij niet zo heel veel uit als ze maar niet later gaan zeuren van ja je doet het niet goed of je had het zo moeten doen dan vind ik wel dat had je ff eerder moeten zeggen maar uh SZ: Want waarom denk je dat je dat moet invullen? Hebben ze dat verteld? Waarom je dat moest invullen? LL: Hmm nou ze zeiden gewoon dat je dat moest invullen en daar bleef het eigenlijk een beetje mee SZ: Okey en wat vind je daarvan? 151
LL: Nou ze hadden misschien wel een beetje mee, een beetje kunnen uitleggen van daarna gaan we van dat nog wattes formulier lezen en ja ik weet niet wat ze er daarna mee doen dus SZ: Okey uhm prima dan heb ik tot slot nog uh 4 stellingen voor je, weer hetzelfde als net, mag jij hem even voorlezen en weer aangeven of je het er helemaal niet mee eens, niet mee eens, neutraal, mee eens of helemaal mee eens bent en waarom. Stellingen 1: geef aan wat de leerling noemt. Hij/zij kan kiezen tussen [1] helemaal mee oneens; [2] mee oneens; [3] neutraal [4] mee eens; [5] helemaal mee eens. Als hij zij niets noemt, hoef je niets te doen. LL: Okey Op school is de maatschappelijke stage uitvoerig voorbereid LL: Nahh niet echt mee eens SZ: Okey en waarom LL: Nou het was een beetje weinig uitleg maar ik vond het ook wel weer goed want je, het was niet echt duidelijk verteld wat maar ik had tenminste wel het gevoel dat je gewoon naar de leraar kon als je een vraag had SZ: Okey dus er is in de klas niet heel veel tijd aan besteedt maar als je een vraag had dan LL: Ja SZ: dan kon je wel terecht LL: Ja dat denk ik wel SZ: En dat vindt jij goed op die manier? LL: Ja, misschien had het wel ietsjes meer voor anderen kunnen wezen maar ik had niet meer nodig denk ik SZ: Okey nou dat vind ik helemaal duidelijk. Dan mag je naar de volgende Ik heb veel respect gekregen voor andere mensen door het doen van de maatschappelijke stage. LL: Nou het was sowieso in de klas zelf amper, zeg maar in de klas met je klasgenoten werd er bijna niks over gesproken SZ: Okey dus jullie hebben ook niet LL: Niet echt interessante onderwerpen SZ: En jullie hebben niet besproken over de mensen die vrijwilligerswerk doen want zoals jij zei van mijn beeld is wel verandert over de mensen die dat doen.. LL: Ja SZ: dat is nu niet besproken LL: Nee niet echt SZ: En uhm denk je dat het goed is om dat wel te bespreken? LL: Nou het is gewoon dat als je klasgenoten het geen interessant onderwerp vinden dan moet je het ook niet proberen om het uh iedere keer over te praten SZ: Okey en uhm heb jij door de maatschappelijke stage meer respect gekregen voor anderen en de omgeving hier? LL: Nou.. niet echt ik denk vooral de mensen die daar bij die stage daarbij waren SZ: Voor de vrijwilligers LL: Ja SZ: Okey LL: En dan vooral die man SZ: En wat vind je daarvan? LL: Dat vind ik wel leuk SZ: Ja? En waarom? LL: Nja ge, niet echt uh, dat kan ik niet echt uitleggen denk ik 152
SZ: Is het belangrijk dat je dat nu weet? LL: Ja dat denk ik wel een beetje ja dat je wel niet hebt van ja ze vonden het stom dat ik daar was en helemaal niks dat je met zo’n gevoel weg gaat daar SZ: Okey, goed dan mag je naar de volgende Ik snap niet waarom ik de maatschappelijke stage moest doen. LL: Nee, daar ben ik het niet mee eens SZ: Okey, waarom niet? LL: Nou ja ik snapte het wel enne anderen begrijpen het minder maar ik snapte het wel goed dat je dan vooral uh vrijwilligers ervaring hebt SZ: En uhm.. dat was volgens jou waarom je het moest doen? Vrijwilligers ervaring? Op doen LL: Ja vooral ja SZ: En ja, okey we hebben het er natuurlijk al over gehad wat je daarvan vond en dat vond je goed en uhm LL: Ja SZ: is er nog meer waarom je het moest doen denk je? Van school? LL: Nou ik kan verder niet echt iets bedenken SZ: Okey helemaal goed dan mag je naar de volgende Ik heb veel feedback gekregen op mijn werk tijdens en bij de afsluiting van mijn maatschappelijke stage. LL: Hmm nou van school heb ik niet zoveel uh gehoord maar uh van bij mijn uh stage heb ik wel een beetje gehoord ik kreeg ook toen ik daar wegging kreeg ik een cadeautje van mijn begeleider SZ: Oh echt! Wat leuk! LL: Want die had ik natuurlijk ook heel veel geholpen die had het toen ik daar ook hielp had ie het ook natuurlijk veel makkelijker SZ: Nu moet ie het weer helemaal zelf doen natuurlijk LL: Ja dat uh wel SZ: Hee en LL: Dat was erg uhm dat was erg voor, hij vond het erg jammer SZ: Dus hij was gewoon heel blij met je! LL: Ja! SZ: Gelukkig! Dus dat is wel leuk om te horen natuurlijk LL: Ja! SZ: En wat vindt je er van dat je op school niet zoveel feedback hebt gekregen? LL: Hmm nou.. Hmm nou aan de ene kant zou het wel leuk wezen als je wat meer uh positiefs hoort SZ: Ja LL: Gewoon een beetje gezellig en zeggen dat je uh, ik weet niet echt wat ze moeten zeggen SZ: Van je hebt het goed gedaan of je zou dat nog iets beter kunnen doen LL: Ja maar in ieder geval wel positief dat je niet af gezeurd wordt SZ: Nee LL: Daar heb je geen zin in SZ: Nee, nee en wat denk je waarom dat goed is? LL: Nou dan krijg je, dan ga je er nog meer positiever, dan rond je het nog positiever af SZ: Okey! Nou, ik vind dat je het allemaal heel goed hebt uitgelegd en ik ben er echt heel 153
erg blij mee Afronding interview SZ: Heb je zelf nog opmerkingen of dingen die je nog niet gezegd hebt die je nog wel wilt zeggen over de maatschappelijke stage? LL: Uh niet dat ik me kan bedenken nu SZ: Dan wil ik je heel erg bedanken LL: Ja, geen probleem SZ: En dan ik hem weer uitzetten
154