"»4
€mtk i& mtktkW veiip^dcriiin^ WOORDEN VAN M. H. VAN LEEUWEN
Made rata.
w
-"if Vcanok
SP ï 3~~s:
K •' g I r r r^ 3
ï
MUZIEK VAN MAR . LEER IOC
Tine.
f
^
TF
£
r^f
r"^e teLbij blèrt en jan i l t en èchreeuwt, • Pa,
P^f 3 p£ FS
S^j lwtot zich t e ve
g /il |g ^ rr iwt t raam te émjj.ten
npfff?
Dan tracht hjj met z^ grave
ttem
.^hl r | p
Het dochtertje zit in 't salon, Flirt met haar luitenantje, — Het kamermeisje klapt het niet: Zij stoeit met haar sergeantje. Zij spreken met elkander af Voor veel geheime r e i s j e s . . . . Mama is naar vergadering v a n „Zorg voor Jonge Meisjes".
Hij is de schrik van heel de buurt, De held van zeven j a r e n ! De tweede steelt Ma's huishoudgeld, De derde Pa's sigaren. De vierde zoent de keukenmeid, En Ma zal 't niet verhind'ren Mama is naar vergadering Van „Zorg voor onze Kind'ren".
't U/urm in
De zieke grootmoe ligt te bed Met klapperende tanden; De kraf met water is zoo zwaar, — Haar droge lippen branden. Ach, als maar even iemand kwam, Zij zou den Hemel d a n k e n ! . . . Mama is naar vergadering Van „Zorg voor Oude Krenken".
, ,
OEEN INDISCHE VERLO FO ANO ER KAN BUITEN EEN
..HIS MASTER'S VO ICE" GRAMO PHO NE. HET WARE TRO PEN^INSTRUMENTI
8
ê
METEEN anftwomoNE SM NIEUWSTE HKTEN BX£T6M»onrE6Bwr* Hl RUIMSTE KöJZEBIJ
£ 3 h t*
- WHXEMSPBEN6ER f PA&SA0B46
«••■453
ENORME KEUZE VAN DE NIEUWSTE MO DELLEN, BIJ:
.
j HisMastersMricr"
N.Y WILLEM SPR ENGER 'S
GR AMOPHONEHANDEL
PASSAGE 46, L. v. MEERDERVO O RT 60a en 453, DEN HAAG STEEDS HET NIEUWSTE! STEEDS HET BESTEI GEGARANDEERD ZEEWAAR DIG EMBALLEEREN
tedactle en Administratie: Golfje water 22, Leiden. Tel. 760
Verschijnt wekelijks
Prijt per kwartaal f 1.05
©ma düedfe toevBridit rfcki
WAT ZIJ DURVEN EN DAARDOOR DOEN
Blijf ü \ v 2enuwen
TT
Deze nieuwe behandeling houdt de huid jong!
r^
-IL -IL regisseur W. S. van Dyke als hoofd van een expeditie onderweg is naar het Zwarte Werelddeel, om aldaar in de vaak nog onbetreden wildernissen filmopnamen te gaan maken . . . Niét bekend zal het u echter zijn, dat de grootste moeilijkheid, waarvoor hij zich gesteld zal zien, wanneer hij eenmaal in Afrika zal zijn aangekomen, is, zijn helpers te overtuigen, dat zij niet op een vacantiereisje zijn, maar dat zij hebben te rekenen met alle moeilijkheden en gevaren, waarmee ook de eerste de beste ontdekkingstocht van vroeger te rekenen had . . . Hoeveel moeite hij zich daar tot nu toe ook voor gegeven heeft zij weigeren eenvoudig dit „uitstapje" ernstig op te nemen, maar eleven zich
;
Verstandige hoofdarbeiders zijn gewend hun'zenuwen te kalmeeren door nu en dan W R I G L E Y ' S P.K. Kauwgom te gebruiken. Kauwen heeft een gunstigen invloed op het zenuwstelsel. De spanning verdwijnt. Men kan zich beter tot zijn werk bepalen en presteert meer. WRIGLEY'S P.K. heeft nog veel meer goede eigenschappen. Na den maaltijd gebruikt, bevordert het de spijsvertering - het gebit wordt gereinigd - de adem verfrischt - en elke nasmaak van eten, drinken en rooken verdwijnt. Hebt altijd een pakje P.K. bij de hand. Geen dag zonder kauwgom!
5 e V - w e > e ' h u Jn t ' h l T - • * ™ 4 W £ * £ * % ' * k.ierAli* „ . ? . • • ^ herkrijgen, en de huid zacht en soepel maken. r wijne bin,,en enke e d o i , R ^ J ' Ï ' ° J Vv ! S . ? 1, » »«« n »'« bij tooverslïï «Sl£i25? - » " " « ' « - Voeg een theelepel* R.dox V een ko*p n as dit m i d d e l »zal 1 H^ verfnsschen, "JF- m e , l k ' een Pde «»ke« d » g toe. Dit mengsel de Thmd rimpels verwijderen. "«"gaei
WRIGLEYS
ken h ? , V r , ? P j M u u v V T « ' , - ~ » - Voeg een theelepel Radox in ee» Urte plek L ' " w h i e r ? ^ C B c d u r e n d « " " * ' minuten de £ . £ gC Cht dwenenlijn. * " ' f * " d e * e , ™ n » P J « zullen vfr.
P.H. KAUWGOM
LEEST W A T ANDEREN ZEGGEN:
HK-1Q
danken, dat U mg dtt middel aan de hand hebt gedaan.
Import: Rowntree Handelsmij., Keizersgr. 124, Amsterdam Voor Indië verkrijgbaar bij: fa. J. van Gorkom & Co. Djpcja en hare filialen
DE MAN ER WILDERNIS
W. S. VAN DYKE
die ook de draagbare apparaten heeft gebouwd, die Byrd en Wilkins op hun Poolexpeditie hebben meegenomen. Ook een staf van dokters en verpleegsters, die zich echter pas in Mombasa, op de kust van Britsch-OostAfrika, bij Van Dyke zullen voegen, maken deel van de expeditie uit. Zij gaan niet alleen mee om over de gezondheid van de leden der expeditie te waken, maar zij zullen ook adviseeren met betrekking tot de keuze der legerplaatsen, het opslaan der tenten en het bereiden van de maaltijden. Ieder lid werd vijf maal ingeënt tegen tropenkoorts en tegen de gevolgen van beten en steken van giftige insecten van allerlei soort. Tegen de beten van giftige reptiliën bestaat helaas nog geen werkzaam serum . . . Natuurlijk spelen inboorlingen als
T a a t U w zenuwen en U w hoofd tot rust komen. * - ' U w werk zal dan veel beter vlotten.
De bron der schoonheid behoeft maar op nuiddtepte te liggen, maar dat is al te diep voor crèmes en schoonheidsmiddelwi om door te dringen. Uw huid heeft zeven lagen, en in het coriuro, de onderste laag £ , d \ K ; «" ^.tkliertjes, welke Uw huid verfraaien of bederven. Ju r ' e r t J e ? «cheiden zuuronruiverheden af uit bet bloed welkeTri door de por,6n der huid verwijderen. Alt nu de porie*° ve'rtTontziin door crèmes, worden de kliertjes belemmerd en aanKtaat w . K l £ £ pmstjes vetwormpjes of andere vlekken veroorzaakt ' W " ten,lotte L»e -vonderlyke nieuwe Radovbehandeling zuivert de noriCn en drin»* regelrecht door tot de kliertjes en voorziet deze v « ? £ $ £ & & Zti sept.sc.he zuurstof Het reaulta.t is verrassend. De huid K een heel meuw aanz.w. Puistjes, vetwormpjes en dergelHk» v e r d w C e S al, brf looverslag. Het gezicht wordt helder, zacht%n g V u ^ ^ j ™ a » 2 ont sle r»n K en, met den frisschen blos der jeugd *""*• * n J v m n a U e E.» J e u . d i , V o , r k . » „ X O B «u, S«ho»«h,ld.«idd.l.». De behandeling £ b . d n k . g r H k k e ' , j k ^ do'Jl™if<"*Z°rgt voor een pakje R ^ o x i S de badkamer en voegt steeds een weinig bij Uw waschwater
Ortfn.de brief t„ mzage.' ^ * * ** "' L' d J ^ f J Ü h * t ' r ^ k KeP»rf"°»eerd en i . verkrijgbaar by alle apotheker* en droguten. f i . . 5 p e r pak. Een pak is toereikend voor v e r s c h e l weken!
et zal u zeer waarschijnlijk wel bekend zijn, dat de bekende
V O O R S C M O TTE N aan Ambtenaren en Beambten. Geen rente, noch kosten vooruit. C O U L A N T E VOORWAARDEN CENTR. CREDIET- EN SPAARBANK TE AMSTERDAM KEIZERSGRACHT
302-304
is het zuivere m o d e r n e z e e p p o e d e r dat uw w a s c h g o e d niet slechts brandhelder maakt, d o c h waar doon-het tevens z o o lang m o g e l y k m e e g a a t . Houdt dit in g e d a c h t e want U w w a s c h g o e d kost v e e l m e e r dan z e e p
= Z E E P P O E D E R 1= S O O R T —2 -
MILLE COLONNES AMSTERDAM CABARET VARIÉTÉ DANCING
Wel jongens, hier ontmoeten we elkaar, daar waar nou m'n vinger is,..
het air van „Laat dien wilden leeuw maar opkomen, hoor!" En het is hierdoor, dat Van Dyke regelrecht tot vertwijfeling wordt gebracht. Want als regisseur van de beide films, die op de Zuidzee-eilanden zijn opgenomen, weet hij maar al te goed, welke gevaren en moeilijkheden er aan een dergelijke expeditie zijn verbonden. Het voornaamste wat van Dyke verlangde van hen, die hem vergezellen, is een volkomen lichamelijke geschiktheid. Iedereen heeft zich vooraf aan een nauwkeurig geneeskundig onderzoek moeten onderwerpen, want de troep zal gedurende zes maanden absoluut verstoken zijn van alle voordeden, welke onze huidige beschaving heeft voortgebracht en waarbuiten we eigenlijk niet meer kunnen. « Om op alle gebeurlijkheden voorbereid te zijn, neemt Van Dyke een speciaal voor dit doel geconstrueerd, draagbaar radio-apparaat mee, waarmee hij zich in geval van nood in verbinding kan stellen met de buitenwereld en als het weer het toelaat, via een bepaald radio-station te Hollywood direct contact kan krijgen met zijn Atelier aldaar. De constructeur van dit apparaat is Ralph Heintz, dezelfde,
Hoe eenfilm-expeditie moet zijn uitgerust om in de tropen te werken
EEN INBOORLINGENDORP IN OOST-AFRIKA
Bonbons! Vraagt ze
van
RINGERS -
3
-
dragers, gidsen en jagers een zeer beduidende rol bij een dergelijke gevaarlijke onderneming. Vijf en veertig automatische pistolen in patent-holsters, opdat men ze ook bij marschen door moerasachtige streken kan gebruiken; olifanten-geweren van buitengewoon sterk kaliber, jachtmessen, gasrevolvers en machinegeweren, de laatste om eventueele overvallen van vijandelijke inboorlingen of kudden wilde dieren te kunnen afslaan, vormen een zeer gewichtig deel van de uitrusting. Van deze uitrusting kunt u zich trouwens wel een voorstelling maken, indien we* vertellen, dat reeds 25.000 K.G. bagage op weg is, terwijl er nog eens zooveel zal worden nagezonden. Insectendichte vensters van ijzerdraad, vloeren en wanden voor de tenten; olie-preparaten om het bederven van het drinkwater als een gevolg van het stilstaan of van insectenbroedsels fegen te gaan, behooren er eveneens toe. Voorts gaan er nog electrische koelkasten mee voor het opbergen van de films en de levensmiddelen, welke laatste overigens hoofdzakelijk uit gedroogde vruchten en groenten zullen bestaan. Vleesch wordt alleen gegeten, wanneer men hetversch, van het geschoten dier, kan nuttigen.
•
CAFE-RESTAURANT 90 (Lift]
„BE
AMSTERDAM
REMBRANDTPLEIN
Middag-, Diner- en Avondconcert: HONG-KAPEL-BONZO-OLAH Zalen disponibel voor Vergaderingen en Partijen. Gerenommeerde Keuken 17 Ie klasse electriseh verwarmde Toulet Billards - Billijke Prijzen! Aanbevelend F. REIBEL (Gérant]
EEN INTERESSANTE OPNAME Gevecht tusschen een leeuwin en een gnoe-stier. U ziet: er komt heel wat kijken, eer men een filmopname in de wildernis op het witte doek kan vertoonen. En dan hebben wij u nog niet eens uitvoerig gesproken van de directe gevaren, die er aan een dergelijke onderneming, verbonden zijn. Gevaren van onverwachte ontmoetingen met roofdieren of met inboorlingen, die in iederen blanke een vijand zien, die geen beter lot verdient dan . . . langzaam doodgemarteld of — als men genadig tegenover hem wil zijn — eenvoudig als een dier afgemaakt te worden. Beten van giftige, verraderlijke langs den grond voortschuifelende reptiliën; weg te zinken in een moeras en er den verstikkingsdood te vinden . . . Alleen uit déze, steeds dreigende gevaren, zal men reeds begrijpen, hoeveel er gevergd wordt van de zenuwen der leden van de expeditie en vooral van
P<*> "f
M GM FILMLES IN AFRIKA Poto ^ ""-M"" Monte Blue toont den inboorlingen hoe zij moeten „acteeren".
hem, die hun leider is en dus de verantwoordelijkheid draagt voor het leven van allen . . . Inderdaad: wanneer zoo'n „cultuurfilm" op het doek „even" als „entr' acte" wordt vertoond, kunnen we ons nimmer voldoende realiseeren, hoeveel er geriskeerd is, hoeveel ontberingen en opofferingen er geleden zijn, hoeveel spannende en hachelijke momenten zijn doorleefd, eer die „pakkende scènes" waren v a s t g e l e g d . . .
INBOORLINGEN, DIE KOKOSNOTEN PLUKKEN
„Eén ding stelt me gerust," zei Van Dyke, toen hij de lijsten der leden in het Atelier doorkeek. „Ik ken alle menschen persoonlijk, en weet, dat ik in iedere omstandigheid op hen kan rekenen, zoodat ik althans in dit opzicht niets te vreezen heb!" 0.i. is dit d a n ook wel het minste, wat een leider van een dergelijke onderneming verwachten mag!
HET TOEKOMSTIGE GESLACHT VAN MASSAÏ-LAND
AETISTB n zéér verzorgde uitvoering verscheen in het Paul Aretz Verlag te Dresden een boekje, dat een nieuwe aanwinst vormt in de rij der boeken, welke langzamerhand over circus, variété en cabaret is ontstaan. En het is in deze rij lang niet het minste. Niet zoo uitvoerig als het voor kort verschenen „Die grosse Nummer" (onder den titel „Succes-nummers" uitnemend in het 'Hollandsch vertaald) heeft het ook niet de soms wat droge zakelijkheid ervan. Voor een belangrijk deel is „Altisten" te beschouwen als een prentenboek, een kleurig, fleurig prentenboek, waarin Walter Trier, de vermaarde caricaturenkrabbelaar, een reeks vlotte notities neersmeet, met al de raakheid, uiterlijkheid en effectvolle oppervlakkigheid, die het eerste vereischte óók van het onderwerp de „Variété", is. Maar dan een oppervlakkigheid, die de school niet verloochent, en een raakheid die, evenmin als in de „Variété", ooit kunst wordt, doch die, in zijn virtuositeit van lang en hard werken en van een vakkennis en beroepsliefde getuigenis aflegt, waar menig zelfvoldaan „man in de maatschappij" zijn hoed voor af diende te nemen. Om deze teekeningen heen babbelt Colman. Hij 'praat niet, hij doceert niet, hij babbelt. Hij springt van den hak op den tak, en vertelt een hoop dingen, die den lezer buiten het vak wat ongeloofwaardig zullen voorkomen, doch waarvan ik als insider de juistheid volmondig bevestig. Ik doel hierbij op de hoofdstukken over gages, over bijgeloof, en het eeuwig geharrewar over de vraag, wie het eerste nummer zal hebben in het programma. Colman moet veel met „artisten" omgegaan hebben, want- er is in zijn boekje een sfeer en een stemming, die óók den meer ter zake kundigen lezer voortdurend in den ban van manege- en plankenbetoovering vasthoudt. Schmink-
I
Een bespreking door Alex en poederlucht hangen om zijn theater-, stallucht om zijn circus-schetsen. En door al zijn vluchtige beschrijvingen heen gaat dezelfde lichte weemoed, het verlangen naar menschen, met wie ge veertien dagen, een week soms maar tezamen was en die nu over de weield verspreid zitten, in Noord-Afrika, in Zuid-Amerika, in Duitschland of Italië, verspreid met al de grilligheid van het nomadenleven der „artisten". „Want", aldus begint het boek, „in alle oorden der wereld seinen de telegraafkabels, rinkelen de schrille schellen der telefoontoestellen, zitten mannen, ;ri_tten vrouwen, grijpen tallooze vingers' naar de. toetsenborden van schrijfmachines, vliegen brieven in bussen, dragen enveloppen het opschrift „Expresse". In alle oorden der wereld confereeren in ruime kantoorvertrekken variété-directeuren, worden door managers en agenten d e waren, de „nummers", de „acten", de „.sensaties" aangeboden. In alle oorden der wereld kloppen harten van menschen, die voor de volgende maand, de volgende week, den volgenden dag, het volgende jaar, het volgende zomer- of winterseizoen aansluiting en onderkomen zoeken. In alle oorden bestaan variété-theaters, cabarets, tingeltangels, bioscopen met tooneelattracties, bestaan reizende gezelschappen en circusondernemingen". Van deze theaters, deze directeuren, deze agenten, maar vooral van deze „artisten" vertelt dit boek, gelijk ik zei: k r i s k r a s door elkander, maar steeds waar, steeds raak en vooral steeds gevoelig, zonder zweem van sentimentaliteit. Het vertelt van het „tempo", dat ondefinieerbare begrip, dat een éérste eisch voor het welslagen van een „nummer" en een „voorstelling" is, van de „truck", de persoonlijke noot van een „nummer", die steeds — volgens den betrokkene — „gestolen" wordt dóór anderen, doch volgens booze tongen juist van anderen gestolen werd, van ballet-meisjes, van dansparen, van artistenvrouwen en artisten-huwelijken, over Louis Douglas, Harry Reso, Toto, Grock, de Fratellini's, Rastelli — de jongleur, die voor eenige jaren in Holland optrad voor plm. honderd gulden per dag, doch intusschen zijn gage zag stijgen tot negenhonderd gulden peT dag (45000 mark per maand voor een jongleur!); het vertelt van Essé, het saxophone-wonder, van Ernst Matray, den ballet-danser, van Frau Schwanebeck, de kasteleines van een bekend Berlijnsch artisten-café en over tallooze anderen. Een fragment, typisch voor den schrijver, niet minder typeerend voor de behandelde stof, moge hier volgen. Een brokstukje over „Toto". Toto, die als artistenkind naar Amerika trok, als wereldberoemd clown terugkeerde, Toto, de man, die millioenen menschen lachen liet en au fond zoo'n in-sentimenteele kerel is. „Hoe gaarne spreekt hij over zijn ouders, wat een heimwee heeft hij naar
- 4 -
5 -
zijn moeder, die tezamen met zijn dochtertje in Amerika leeft. En hoe dikwijls vertelt hij van vader: „Vader was een pracht-artist. Hij was dresseur, maar sprong een prachtige salto mortale". Eenmaal kwamen artisten hem bezoeken, die hem nog als kind gekend hadden. Een arme, afgetobde vrouw, haar man een veiloopen artist, beiden rek-acrobaten. Toto bracht hen 's avonds mee aan de stamtafel. „Hallo," riep hij ons reeds van verre toe, „kameraden, deze twee hebben mijn vader gekend; laat ze over hem vertellen!'En zij vertelden, en uit hunne woorden .klonk het leed van vele artisten, die het niet tot bekendheid brachten en de droeve ellende van den kommer vollen ouwen dag. „Weet je nog, Toto, toen ik jarig was en je vader nie voor de voorstelling een blauwe geëmailleerde pan cadeau gaf? Ik heb haar altijd bewaard, en ze staat nog altijd bij me op het fornuis." Toto keek de vrouw aan, tranen welden op in zijn oogen. Die pan moest hij zien. Snel nam hij afscheid, rende naar zijn auto en om der wille van een ouwe pan reed hij den laten nacht in. „De menschen in Duitschland begrijpen me niet altijd," zij Toto eens, terwijl hij voor den spiegel zich uiterlijk in een pias veranderde en terwijl hij in emstigen toon een gesprek voerde. „In Duitschland, toen ik nog in het Circus Schumann was, wist ik nog niet recht wat er uit me groeien zou. Ik was eigenlijk koorddanser, maar van kindsbeen af werd om mijn grappen gelachen en werd ik liefköozend „Toto"
•.
'.
genoemd. Vroeg reeds duikelde ik de arena in het rond en leerde ik het heerlijke, vrije, vagebondeerende artistenleyen kennen. Overal waar ik kwam was ik de zorgenverdrijvende grappenmaker: de clown. Van Parijs naar Spanje, van Spanje naar Berlijn bij Schumann, van Schumann naar Amerika. En ondanks allen glans leerde ik na vaders dood de armoede kennen. Het gebeurde in Brussel. Moeder en ik trokken naar Zwitserland, ik moest „stendelen". Weet u, wat dat voor een fatsoenlijk artist zeggen wil ? Iedere kroeg ingaan, een matje uitspreiden, handstanden maken, een niolenslag draaien, tot moeder, die uit-
2UN LAATSTE NACHT
keek aan de deur, naar binnen riep: „Toto, •politie!" Dan moest ik snel mijn boeltje tezamenpakken, we trokken verder, opgejaagd door nacht en storm. Daardoor heb ik geleerd, wat armoede is, daardoor weet ik wat lachen is, daardoor werd ik clown, omdat ik vroolijk, bont en toch inwendig zoo droevig ben. E n nu, nu ben ik teruggekomen om ouwe vrienden te begroeten, om vaders graf te bezoeken en om te toonen, 'dat ik wat kan, dat ik iets geworden ben." „Altisten" is een boekje dat ik ieder, die van het genre houdt, kan aanbevelen. ALEXANDER DE HAAS
HONDENRASSEN
Felsom-Film, uitgebracht door de N.V. Ufa Film Maatschappij te Amsterdam. PERSONEN: Prinses Nadya v. Kraya . Prins Alex, haar gemaal Sabien Pascal, schrijver Hertogin Xenis, zijn tante Generaal Krissander . . Adjudant v. d. koningin . Zana, de gouvernante. . REGIE:
Tekst e n l e e k e n i n g e n v a n R v a n E e c k e
LILY DAMITA ALS PRINSES NADYA
e jonge prinses Nadya, de nicht van den Koning van Kraya, woonde met haar gemaal Prins Alex in de nabijheid der hoofdstad. Hun om staatsredenen gesloten huwelijk was voor het tengere, jonge en mooie meisje een bron van ellende. Prins Alex was een bruut, die zich niet ontzag, zijn vrouw te mishandelen. Gelukkig dan ook, dat prinses Nadya van dit beestmensch verlost werd: een jachtongeval maakte een vroegtijdig einde aan Prins Alex' l e v e n . . . Om afleiding te zoeken vertrekt prinses Nadya naar Parijs, waar zij kennis maakt met Sabien Pascal, een jongen, levenslustigen romanschrijver. Een wederzijdsche liefde ontstaat. Voorbereidingen tot het huwelijk worden getroffen. Plotseling komt generaal Krissander, Nadya's trouwste vriend, op bezoek en deelt Nadya mede, dat fie koning door revolutionnairen is vermoord en dat krachtens de erfopvolging zij nu koningin van Kraya is geworden. Vertwijfeld zoekt Nadya uitvluchten. Sabien Pascal is reeds naar den Burgerlijken Stand om de trouwpapieren in orde te maken. Nadya verkeert in een vreeselijken tweestrijd. Wanneer generaal Krissander een beroep doet op haar vaderlandsliefde, zwicht ze. Zonder afscheid van Sabien Pascal te kunnen nemen, vertrekt Nadya met generaal Krissander naar Kraya. Kraya had intusschen onderhandelingen aangeknoopt met een naburigen staat, waaruit voortvloeide, dat Nadya in het huwelijk moet treden met Prins Keri van Zalgar. De koningin moet den prins officieel op het bordes van het paleis ontvangen. Voor de opstandige revolutionnairen is deze ontmoeting een mooie gelegenheid. Niet zoo gauw is de prins aangekomen, of er klinkt een schot uit de menigte . . . ! Het schot mist, dank zij het flinke optreden van een der kijk^ lustigen, die den arm van den revolutionnair in de hoogte heeft g e s l a g e n . . . Koningin Nadya, begrijpelijkerwijze bang voor een tweede diplomatisch huwelijk, wil eerst prins Keri goed
B DOBERMANN PINSCHER
BARSOI
H
ier moeten wij ten slotte den slamvorm zijn voortgekomen. Sommige zijn, dat de beenderen en spieren geDobermann Pinscher inlas- geleerden, onder wie er zijn, die schemakkelijk gezien worden. Snuit eenigsschen, een ras, dat bij ons vrij dels van hondenmummies uit Egypte zins gewelfd, doch zeer weinig, lang, veel wordt gezien. Dit ras is hoogstens onderzocht hebben, zijn het met deze dun en mager. Oogen amandelvormig, 70 jaren oud, verkregen door den honlaatste meening echter niet eens. Misdonker van kleur; zij moeten op de helft denkweeker Dobermann te Apolda uit schien zijn zij ontstaan uit den Egypvan den kop geplaatst zijn. Neus puntig, een muisgrijzen gladharigen Pinscher en tischen Jakhals, misschien uit de Pariadonker. Ooren klein, dun, niet rond verschillende andere honden als Her- hónden, misschien ook wel uit de Stepaan de toppen, hoog aangezet en zeer dershonden, Duitsche staande honden penwolven. In elk geval staat vast, dat beweeglijk naar achteren gedragen. en Doggen. Het is een gespierde hond, de Abessinische vos met deze rassen Borst zeer diep; rug tamelijk kort bij echter niet zwaar, evenmin windhond- niets te maken heeft. de reuen, in het midden wat gewelfd, achtig. Zijn uiterlijk wijst op snelheid, De Windhond is het grootste pro- doch nimmer achter de schouders inkracht en uithoudingsvermogen. Tem- duct van kweekkunst van den mensch. gezakt. Voorpooten recht, hoog; achperament vurig en levendig. Hij is zeer Immers, deze is erin geslaagd om hier terpooten niet te wijd van elkaar; stil moedig en schrikt voor niets terug; om de voornaamste kenmerken van hond staande, wat naar achteren geplaatst, zijn meester te verdedigen 2al hij leeu- te doen verdwijnen. De hond toch is wenmoed betoonen. Hij gaat goed met . een bij uitstek scherp ruikend dier en niet recht. De spieren sterk ontwikkeld. Staart lang, bijna den grond andere honden om en is niet bijterig ziet daarentegen betrekkelijk slecht. De rakende en door de lange haren zeisof valsch; hij is trouw en waakzaam en Windhond evenwel ruikt slecht, doch vormig; het bovenste gedeelte wat geeen uitmuntende muizen- en rattenvan- ziet zeer scherp; hij jaagt dus niet met kruld, het onderste gedeelte voorzien ger. De kop is vrij vlak; de snuit tameden neus, doch met zijn oogen. Deze van een fraaie, lange franje. Haar lang, lijk lang en matig spits toeloopend. eigenschap moest hij hebben om pijlsnel zijde-achtig; kort en zijde-achtig op den Ooren geknipt, niet te kort en met te te kunnen loopen. kop; om den hals langer en wat gepuntig. Staart afgehakt, niet langer dan De Windhond is ook de eenige hond, kruld, een mof vormend; op den rug 15 c.M. Haar hard, kort en glad liggolvend; wat gekruider op het dijbeen; die karakter heeft. Men moet het gend. Kleur zwart met roodbruine afkorter en rechter op de borst en den karakter van den Windhond niet beteekening. Schouderhoogte: reuen van buik; de voorpooten met een veder. palen door waarneming van exempla55—62 c.M.; teven van 48—55 c.M. De kleur is doorgaans wit. Schouderren, die door onze meisjes en dames In Duitschland wordt de Dobermann gehouden en geliefkoosd worden, doch hoogte reuen 70—90 c.M., teven van ook als politiehond afgericht en schijnt 65—75 c.M. door die dieren na te gaan, welke echte als zoodanig goed te voldoen. jachthonden zijn. De Windhond is Deze honden moeten beslist veel beheelemaal geen dameshond, doch zui- weging hebben en mogen nimmer dik ver een jachthond, die buitengewoon De Windhond. zijn. Zij eischen veel tijd van hun besnel is en spoedig toebijt. Hij is de zitters en beloonen alle mogelijke toeDe oudste afbeeldingen van Windtrouwe metgezel van den steppenbewijding vaak met groote terughoudendhonden worden bij de Etruskers gewoner. heid en ook wel met valschheid. vonden en verder bij de Egyptenaren. Van de Europeesche Windhonden ziet Zeldzaam ziet m e n bij ons den De Windhonden der Egyptenaren hadmen bij ons de Barsoi het meest. Hij „Whippet", die meer algemeen is in den echter opstaande ooren en een geis een zeer elegant gevormde hond met Engeland, evenals de „Greyhound". krulden staart en verschillen zóó sterk langen, zeer smallen en mageren kop. Mooie vertegenwoordigers dezer groep van de Europeesche rassen, dat men De kop van af het voorhoofd tot den komen op den Krim voor, in Caucasië, niet kan aannemen, dat zij uit denzelfden top van den neus moet zóó fijn en mager Circassië, Anarolië', Arabië en Perzic. -
6 -
Lily Damita Louis Ralph Paul Richter Harry Liedtke Trude Hestcrberg Rud. Klein-Rogge Ernst Verebes Frieda Richard
GRAHAM
CUTTS.
leeren kennen. Zij noodigt hem en zijn tante uit te komen theedrinken. Tot haar vreugde ontdekt ze, dat de prins een zeer sympathiek karakter heeft en dat ze het best met elkaar kunnen vinden. Als Nadya even alleen is, deelt generaal Krish haar mede, dat de man, die haar het leven heeft gered, gevonden i s . . . De Koningin gelast haar redder boven te laten komen om hem persoonlijk te kunnen bedanken . . . Nadya schrikt — haar redder is niemand meer of minder dan Sabien Pascal. Nadya bekent hem, dat ze een ander heeft liefgekregen. De schrijver zegt Nadya, dat hij een eind aan zijn leven zal maken, omdat het leven (voor hem nu toch geen waarde meer heeft en smeekt haar den nacht in het paleis te mogen doorbrengen. Nadya stemt toe. Den volgenden morgen vroeg verzamelt zich een groote menigte voor het paleis, schreeuwend en vloekend. Overal wordt geroepen: „Weg met de koningin!" Nadya wordt gewaarschuwd en men verzoekt haar te vluchten. Nadya denkt er niet aan. Dapper doet ze de deuren open en stapt op he-t balcon! Geen der revolutionnairen heef t den moed te schieten! De menigte gaat uiteen . . . Daarop verschijnt Prins Keri.
HARRY LIEDTKE ALS PRINS KERI
Plotseling wordt er een schot in de slaapkamer gehoord. De schrijver heeft zich daar doodgeschoten... Nadya ontstelt en kijkt smeekend den prins aan. Deze b e g r i j p t . . . Even later wordt hem gemeld, dat men in de slaapkamer van de koningin een revolutionnair doodgeschoten 'heeft aangetroffen . . .
DE PRINSES EN SABIEN PASCAL, DE SCHRIJVER -
7
-
/'
EEN DRAMATISCHE DIALOOG
DOOR
r r y f/w *?£/* ^afl/ keer zich vermand man thuis is, dan kunnen jullie eens I l te hebben): „Anna, moet ik nu kennis maken . . . " gaan of mag ik wat blijven?"... Hij (bijna snauwend): „Neen, dat Zy (in een plotselinge opwelling, 'dat nooit!" te bezitten, wat ze nog een kort moment Zij (treurig, hem recht in de oogen bezitten kan): „Ja, Dirk, je moogt ziend): „Haat je mijn man, Dirk?" blijven, laat mij, laat ons een paar Hij: „Ja, dat doe ik!" minuten nog gelukkig zijn. (Met een Zij (alsvoren, zonder haar blik ai poging om vroolijk te zijn) J e moet te wenden): „Daartoe heb jij het recht me veel vertellen, Dirk. Hoe je het niet, Dirk!" daar maakte in I n d i ë . . . Hoe het ie Hij (bitter): „Wat praat jij hier van daar beviel " récht? Had hij het recht jou aan mij Hij (haar in de rede vallend): „Be te ontnemen en daarmee mijn laatste roerd!" s t e u n p u n t . . . ? Had hij daartoe 't recht ?" Zij (weer ernstig, medelijdend): Zij: „Dirk, hou op! J e bent onrecht „Arme Dirk!" ' v a a r d i g . . . Als het niet al te over Hij (plotseling woest): „Beklaag me dreven kljnkt, als je iemand haten niet. Vooral nu niet, in deze omstan wilt, moet je het mij doen, want ik d i g h e d e n . . . (Wreed) Wou je weten, ben het toch, die toestemde in ons hoe ik me d a a r in Indië v o e l d e ? . . ! huwelijk, die je ontrouw werd. Beroerd, niets anders dan beroerd Hij (zich tot haar vooroverbuigend): je weet niet, hoe het me daar tegen „Zeg eens, hou je van hem?" stond. Steeds maar dat eeuwiggroene, Zij (zonder aarzelen): „Als ik de steeds maar die zomer, die vervloekte waarheid moet zeggen: nèèn!" zomer. Nooit eens winter, dat je koud Hy: „Waarom verdedig je hem dan?" wordt, nooit eens lente, dat je je voelt Zij: „Omdat ik hem dankbaar moet herleven. Altijd zomer, altijd warmte altijd hitte. (Steunt even) Daar word . zijn, en ik geloof, dat. ik dat werkelijk ook ben!" je gèk van, krankzinnig... (Zich wat Hij (bijtend): „Dus je gelooft het herstellend) Soms meende ik het niet alleen m a a r ? " meer te kunnen uithouden, 't Was zoo Zij: „Waarom maak je het mij zoo vreeselijk. Ik heb wel eens in mijn kamer liggen huilen als een klein kind..." Zij: „Arme Dirk!" Hij: „O, Anna, beklaag me niet!" Zij: „Je bent nu zeker blij, dat je eindelijk Veer in Holland terug bent ?" Hij: „Neen!" Zij: „Waarom niet, Dirk?" Hij (schamper lachend): „Waarom niet, D i r k ? . . . Dat vraag jij? Ha, ha, n a . . . Ik ga zoo gauw mogelijk weer terug. Naar mijn eenzaamheid. (Bijna stikkend) Het is daar beter dan hier!" Zij (verschrikt): „Neen, Dirk, dat mag je niet doen. Bedenk je eerst, voor je zoo'n overijld plan ten uitvoer "rengt. Het kan je later misschien be rouwen. J e hebt ons hier toch nog . .. Kom eens op een avond hier, als mijn
W. J . EELSSEMA
moeilijk, Dirk? Waarom tracht je me alle houvast te ontnemen?" Hij (heel zacht): „Omdat ik je weer terug wil hebben, omdat ik je g a mee nemen naar Indië, Anna!" Zij (met gesloten joogen): „Nooit, Dirk, nooit!" Hij (haar beide ■ handen grijpend): „Je zult, Anna, je zult..,. Hoor je: J e moet!... Weet je wel, wat er op het spel staat? Besef je dat wel? Anna, kijk me aan . . . ! " Zij (zich afwendend): „Laat me los, Dirk/ je doet me pijn!" Hij (dringender): „Kijk me aan, Anna. Ik wil h e t . . . Ik . . . ik .. " Zij (zich losworstelend): „Je hebt me pijn gedaan, D i r k . . . (Glimlachend) J e bent nog net zoo bruut als vroeger." Hij (opspringend, voor haar staand): „Neen, Anna, praat er nu niet omheen. Ik wil het nu weten: Ga je mee?" Zij (plotseling wanhopig): „O, Dirk, schei u i t . . . ik mag en ik wil niet langer naar je luisteren, 't Was mis schien toch beter geweest, als je ge gaan w a s . . . " Hij (pleitend): „Maar voel je dan niet, Anna, dat je te veel op 't spel zet ? Wat bind je aan je man ? Immers niets, heelemaal niets . . . " Zij: „Je vergeet, dat hij volgens recht en wet mijn man is. Toe Dirk, spreek er niet verder over. Laten we vandaag de paar uurtjes, die we bij elkaar zijn, in vrede met elkaar doorbrengen. Laten we er niet verder óver praten, we moeten d e zaak immers laten rusten (Met een wanhopig gebaar). Het helpt ons immers niets, ons er tegen te ver zetten." Hij: „Als jij maar wilt, Anna, als jij m a a r w i l t . . . " Zij: „Toe Dirk, zwijg nu!" Hij (met kracht): „Neen, ik wil niet zwijgen, ik wil niet, versta je? J e zult met me mee, al moest ik ook geweld gebruiken! Bedenk toch, Anna, wat je toekomstig leven met mij zal beteekenen en wat het zal izijn naast een man, die jou gekocht h e e f t . . . "
MEVR. EERENS-HBJERMANS ale door Albert van Dalsum aan zijn OostNederlandsch tooneel werd verbonden.
BEZOEKT H E T
EF Mm-
EEN TROOST. „Vrouwtje..., ik 0 e n 00p e verschrikkelijk., r& Ri . A • • • • Ingeslikt ..." ' heb.. m'n „Gelukkig. Nou weet je tenminste waar het is."
THEATER TE D E N H A A G
. . . ONDER VRIENDINNEN. f „Is dat de gedroomde ma»? Zeg meisje, heb ie soms iets gegeten, wat je zwaar op je maag lLt Daar droom Je «oo akelig van."
■^■^ua^^
F R A N Z LEDER.LÏI3 DE UFA-STER DIE NAAR HOLLYWOODGAAT
Zy: „Wees nu kalm, Dirk. Als er van koopen sprake moet zijn, dan ben ik het, die mezelf heb verkocht." Hij (vol verwijt): „Anna, je houdt van hem, je verdedigt hem." Zy: „Ik hou niét van hem, Dirk. Er is maar één man, van wien ik houl" Hij: „Waarom wil je hier dan blijven ?" Zij (met gebogen hoofd): „Omdat ik moet." Hij: „Omdat je moet?" Zij (eenvoudig): „Ik ben volgens de wet Theo's vrouw." Hij: „Die verbintenis kan verbroken worden. Ik zal hem dwingen te scheiden (Balt zijn vuisten). Hij zal wel moeten I" Zij (zacht): „Als ik Theo vroeg om te scheiden, zou hij terstond toestemmen." Hij (driftig): „En waarom vraag je dat dan niet?" Zij: „Ik zal je alles vertellen, Dirk (Hij gaat in een stoel zitten. Na een korte pauze begint ze te spreken). Toen je een paar jaar geleden naar Indië vertrok, Dirk, wist ik niet, dat het leven zóó moeilijk voor 'me zou worden (Even aarzelend). Je herinnert je de kommervolle omstandigheden, waarin moeder en ik verkeerden." Hij (verwijtend): „Waarom heb je mij dat nooit geschreven, ik had eT geen flauw besef van, dat het zoo erg met jullie was!" Zij: „Een vrouw kan toch geen hulp aan een man vragen, Dirk?" Hij (met een bitterheid in zijn stem): „Dat is overdreven sentimentaliteit!" Zij: „Zeg dat niet, Dirk. Je weet niet, hoe ik gewikt en gewogen heb . . . Ik kon niet, ik kon niet." Hij (spottend): „En toen kwam zeker de redder in den vorm van den bermnnelijken Theo, veroverde het hulpbehoevende hartje door het heerlijke gerinkel van het mooie geld, een verbintenis gepaard met heilige eeden volgde en klaar was h e t . . . Een roman vol lijden maar met een gelukkig einde... 't Is fraai, buitengewoon fraai..." (Barst in lachen uit). Zy: „Je beleedigt m e . . . Je deedt beter heen te gaan." Hij (schamper): „De gewezen minnaar vertrekt... (Zachter) Dus je wijst me de deur?" Zij: „Neen, dat doe ik n i e t . . . Ik zal een vriend uit mijn jeugd... iemand . . . dien . . . dien . . . (ziet hem plotseling recht in de oogen) ik lief gehad heb, en dien ik nóg lief heb, nooit de deur wijzen... Ik zal hem slechts verzoeken heen te gaan, indien het voor ons beiden beter i s . . . En daarom jaag ik jou ook niet weg, Dirk, neen, ik had zelfs graag, dat je bleef luisteren." Hij (met moeite): „Goed, ik zal blijven luisteren." Zij (als ging ze verder zonder onderbreking): „We leden vaak gebrek, Dirk, en toen moeder ziek werd, toen ik zoo bang was, dat ik moeder zou verliezen, toen maakte ik in die ellendige omstandigheden kennis met Theo. Hij was een aardige, goedhartige jongen, en hielp me op alle mogelijke wijzen, zoo geheel ongemerkt, zoo sympathiek, dat ik onwillekeurig een warme ge-
negenheid voor hem begon te gevoelen . . . Toen moeder weer beter was, heeft hij mij ten huwelijk gevraagd. Lang en breed hebben moeder en ik er over gesproken. Zulk een huwelijk hielp ons uit al onze zorgen, want Theo was rijk, schatrijk... Och, laat ik jou en mij de rest besparen... Ik ben Theo's vrouw geworden . . . op één voorwaarde." HU (dof): „En die was?" Zy' (na een kleine aarzeling): „Dat ik mijn vrijheid terug zou krijgen... wanneer ik het vroeg." Hij (opspringend): „Anna, is dat waar ?" Zij: „Ja!" • Hu: „En stemde hij toe ?" Ztj (met het hoofd knikkend): „Ja." Hij (overredend): „Wat belet je dan nog van die voorwaarde gebruik te maken ?" Zij (plotseling in-wanhopig): „Je weet nog niet alles, Dirk, ik . . . ik . . . ben moeder!" HU: „Anna, heb je dan kinder e n ? . . . Dan heb ik niets meer te zeggen... (Angstig) Anna, zeg dat het niet waar is." Zij (heeft langzaam haar hoofd gebogen, de handen in haar schoot gevouwen): „Ik heb een jongetje gehad, Dirk... (Wringt haar handen. Met een snik) Oehad!... O, je weet niet, wat dat zeggen wil, een kind gehad te hebben, het te verliezen... Het was zoo'n aardig kereltje... 't Vorige jaar is het gestorven, is het van me weggerukt, is het in die donkere aarde begraven, en . . . en ... (even woest) dit jaar kon ik ingaan met leege handen!" Hu (vol medelijden): „O, Anna . . . I" Zy (in een stroom van herinneringen): „Twee jaar geleden speelde ik nog liedjes voor mijn jongen... Hij stond daar bij de piano en keek me aan
Voor eiken voet een goed passende
SALAMANDER SCHOEN AMSTERDAM KALVERSTRAAT 165
ROTTERDAM NOORDBLAAK 45
met zijn onschuldige kijkers. Hij begreep het nog niet, wat hij zong.maaT toch moet er iets geweest zijn, dat hem blij maakte... (Loopt naar de piano, gaat er voor zitten) Zie, daar ' stond h i j . . . (Liefkoost de plaats als 't ware met de handen) Daar stond hij te zingen met zijn helder stemmetje en ik speelde . . . (Begint te accompagneeren, zingt heel zachtjes een kinderliedje mee, blijft dan met gebogen hoofd zitten). Hij (loopt naar haar toe, strijkt haar zachtjes over het haar): „Arme Anna, als ik dat had geweten, was ik niet gekomen, om al die treurige herinneringen op te wekken." Zij (zich een ietsje herstellend): „Om die herinneringen, Dirk, kan ik niet meegaan!. Je weet niet, wat het zeggen wil, die herinneringen nog te hebben. Het is, alsof je tenminste nog iets hebt, en al is het maar een schijn, Dirk, dien schijn zelfs kan ik niet missen... Dirk, begrijp je dat?" Hij: „Ik begrijp het, Anna. Ik besef nu, dat ik hier niet tegen kan strijden en het ook niet doen mag. Ik zal me hierbij neer moeten leggen, maar 't is moeilijk, Anna, heel moeilijk." Zü (kracht puttend uit zijn verslagenen): „Moed, Dirk, moed... Jongen, het hoofd omhoog! Stry'd er tegen . . . (Zachter) Laten we van ' o,ns leven maken, wat er van te maken valt, laten we onzen plicht, dien een ieder van ons heeft, en dus ook wij tweeën, vervullen, zoo goed en kwaad als het j j a a t . . . " Hij (losbarstend): „Tegenover wie of wat heb ik dan nog een plicht te vervullen ? . . . ik heb geen familie, geen ouders, geen broers en geen zusters, en . . . n u . . . nu zelfs geen mensch meer, waarvoor ik zou werken . . . " Zü (vastberaden): „Neen, Dirk, neen. Dat mag je niet zeggen. We zullen altijd iets vóór elkaar beteekenen, onze genegenheid voor elkaar is toch niet gestorven. En zooals ju voorheen gewerkt hebt met de gedachte voor mij te werken, zoo moet je dat in de toekomst blijven doen! Dat moet je levenswerk worden. Zorg, dat ik me nooit over jou te schamen heb, doordat ik van je hooren moet, dat je leelijke dingen doet, dat je niet als een man tegen het leven vecht; zorg daarvoor. Dirk . . . Wü je me dat beloven ?" HU: „Ik zal 't probeeren, Anna, maar of ik slaag, weet ik niet." Z% (zacht): „Probeer het, jongen... (Met een belofte voor de toekomst) Misschien later, Dirk, misschien dat dan het geluk k o m t . . . Dag Dirk (Reikt hem de hand). Het is het beste, dat je nu gaat. Maak het afscheid kort." hand ,xü* J*e bukkend): „Anna (Wendt zich snel om, gaat vlug het vertrek uit, als kon hij zich niet meer beheerschen). Zij (schijnt een oogenblik van plan te zijn, hem na te gaan, blijft dan echter staan met de handen voor het gelaat en snikt) Dirk...! (Onbeweeglijk staat ze een poos stil, om plotseling haar bleeke gezicht op te heffen en in snikken uit te barsten)... Voor altijd, altijd weg, wègl O!" ('T GORDIJN
SNEL.)
(OPUOERINaSRECHT BIJ DEN SCHRIJVER TE NIEUW-SCHEEMDA)
■
i^w^wwjMi^^iJiiii lJ44*lipi^p
GEESTELIJKE EN
CROQUETJES
A
NOG W A T DOOR CHEF VAN DIJK
iiet leven heet, de geestelijke croquetjes toebereiden. U ziet, het zijn niet „alle" koks, die lange messen dragen. Maar u moogt daarom hun prestaties niet onderschatten. Hebt u er eenig idee van, naïeve lezer, wat het zeggen wil een bladzijde fatsoenlijk vol te schrijven? U weet het niet! O. wit papier, dat voor me ligt, U kunt het zelfs niet vermoeden! Is mijn geschrijf van zóó'n gewicht? Men neemt een onbeschreven vel En wacht de wereld op mijn pen? papier... En als ik niet bfj machte ben J a w e l . . . maar verder . . . ! Moet ik dan tóch maar? 't Ran niet zijn ! „De laatste loodjes wegen het Ik kan niet schreeuwen zonder pijn! zwaarst"! Dit spreekwoord is nimmer door een dichter uitgevonden. O, wit papier, dat voor me ligt. Kan nooit door een schrijver of een Ja, staar me maar in 't aangezicht! soortgelijk individu zijn gemaakt, om Er wordt al zooveel gefabriekt, dat — zie mijn inleidend gedichtje — Gerijmd en ge-journalistiekl... het juist de allereerste „loodjes" zijn, Ik leg mijn vulpen nu maar neer. die als een centenaarslast op des Saluuljes... tot een volgend keerl schrijvers schouderen rusten. Neen, ook in de geestelijke keuken Dit is een drama, dames en heeren — worden allerlei liflafjes geprobeerd, een heusch, werkelijk, waarachtig drama, allerlei misbaksels aan de vergetelheid zóoals het duizend keeren per dag prijsgegeven eer een smakelijk gerecht • wordt opgevoerd — meestal in schamele is bereid, dat den lectuurgastronoom vertrekjes, hoe hooger hoe liever — op in alle opzichten kan bevredigen. zolderkamertjes bij voorkeur. Ik denk er dan ook ernstig over, Dit is het drama van den dichter —■ om naast de bekende kookboeken een die zijn muze aanroept, bidt, smeekt. werk te doen verschijnen, behelzende HU BEGREEP HET. Een muze is een zeer grillige, jonge honderd recepten ter bereiding van „Die kast niet vlak tegen den muur..." dame moet u weten, die de hebbelijk geestelijke croquetjes en andere toespijs. t\Z.P.tgreS!n' . ln ' nlleer Ruimte laten om d'r een flesch achter te zntf.An " heid bezit, altijd afwezig te zijn, wan De eerste receptjes heb ik reeds klaar neer je haar broodnoodig hebt. en beveel ik eerbiedig in uw gewaar Haar heele wezen ademt een soort deerde aandacht aan. duur parfum, zal ik maar zeggen, die de neusgaten van den dichter prikkelt, Men neemt een regel liefde-smart het bloed in zijn aderen sneller doet En mengt dat met wat tranen; stroomen en in het woordenboek wordt Men breekt een liefde-gloeiend hart gevonden onder letter I: Inspiratie! BV wuivende platanen; Dit, wat betreft de echte, onver valschte dichters, die op die zolder Men zoekt een rijm op maneschijn En kookt dat in een sopje kamertjes wonen. — Maar over hen Van „Ontrouw" — „Wraak" en wou ik 't nu eigenlijk niet hebben. Er is_ een ander soort, één, dat meer „MinnepUn" economisch is ingesteld en de realiteit En roofmoord in een slopje. van de dingen rondom wat beter in het MODERNE MEISJES. oog houdt. Men neemt een schijfje cynisch zuur , ï i ^ h t e r ' va . ? iere v]aen emeono gPWtijtje t w e l terugkomt: „Goeie En dan moet ik u op een lichte Met mosterd van 't venijn. tn™ iA » ? : , voortmaken. anders teleurstelling voorbereiden, w a n t . . . dat Laat 't langzaam prutflen op het vuur. kom je te laat op kantoor " zijn niet dezulken, die zich in fluweelen Vermeng het met azijn. wambuis den volke vertoonen met lange, Lardeer het met salaad-pikant. zwierige haren en liefst zoon artistiek Een handje vol, niet meer. puntbaardje, u weet wel. Het zijn dezulken, die als hun ge En vult een beker tot den rand Met 't bloed der helden-eer. loofsbelijdenis zouden neerschrijven: L / wil papier, dal voor me ligt, jz :oept me toe: „Schrijf een gedicht7" ^adr a/5 de inspiratie zwijgt. Dan schrUf ik niet — en of j'al dreigt Zoo wit te bleven als je waart. Ik staar ie aan — en bUJf bedaard!
De dichtkunst is voor mU een sport, Een woordenspel in korl-lang-korl. Niet min — niet meer. Ik draag geen zwart fluweelen jas. Geen fladderende flodderdas Ik ben „MENEER ". Een doodgewone meneer met een bol hoedje, een stemmig fantasiecostuum en streepsokken. E r zijn er zelfs onder, die thuis hun plompe voeten in een paar genoeglijke huispantoffels steken en — schrik niet, o schwarmend bakvischje — degelijk en deugdelijk getrouwd en omringd zijn met een stel robbedoezen oftewel kroost. Deze dichters zou ik willen noemen de koks, die in de gaarkeuken, die
Met Taky inwrijven En het overtollige haar, zoo ongra cieus en onelegant, Is als bij too verslag verdwenen . . . .'.• ledere vrouw, die zorg aan haar schoon heid besteedt, kent Taky, en zal niet nalaten het te gebruiken Deze eparfumeerde crème, die zoo uit e tube gebruikt kan worden, stelt U in staat binnen 5 minuten, onver schillig waar, zonder eenige voor bereiding en zonder prikkeling van de huidT het overtollige haar en dons te verwijderen. Uw armen zullen dan blank en glad worden, Uw nek volmaakt en Uw beenen, zichtbaar door de dunne kousen, onberispelijk. Taky lost de haren tot aan den wortel op. Zij groeien slechts zeer langzaam en steeds dunner wordend aan, om tenslotte vaak geheel en al te verdwijnen. Taky is onschadelijk, zeer afdoend en droogt niet uit. .Taky 1929" op een nieuwe aange name wijze geparfumeerd en samen gesteld, overtreft alles wat tot nu toe op dit gebied bestond. Taky Is verkrijgbaar In alle goede zaken en wordt onder garantie verkocht. Eiseht van Uwen leverancier TAKY De yroote tube koet slechte F l. 1.— IMP,: KUYPERS «5 CO., AMSTERDAM.
INDIEN
g
Pri)s per tube 50 cent
GE DIT DOET MET
CREAM
E A S Y C R E A M wordl ook geleverd in pollen van I KG legen toezending van I 3 — aan
T.LEVÏSSONPHEPFABROEK ■s GRAVENHAGE :: POST GIRO 63197
ADVERTEERT IN D I T BLAD VRAAGT O F F E R T E S
EEN GEBONDEN JAARGANG VAN
„HET WEEKBLAD CINEMA
& THEATER
is e e n bezit, d a t u n o g vele a a n g e n a m e
uurtjes
k a n verschaffen. H e t b r e n g t u in h e r i n n e r i n g al h e t g e e n
„Het Weekblad"
interessante
Men neemt een liter romantiek En spoelt dal door_ 'n vergiet, Gekruid met smaak a la publiek, Smoort 't gaar in zielsverdriet, Men neemt lot slot een ons talent Kneedt alles goed dooreen. Hel resultaat ontroert op 't end Een hart van louter steen.
overigen
films
u bood,
en tooneelstukken
lezenswaardigen
inhoud.
zoowel als d e n
Zij zullen
u in r u s t i g e uurtjes n o g dikwijls b e z i g h o u d e n . Het is d e moeite waard o m e e n Jaargang van H E T WEEKBLAD, keurig gebonden, een
plaatsje
in u w w o n i n g
te
geven.
CHEE VAN DIJK. Bestel d a a r o m n o g h e d e n e e n e x e m p l a a r v a n d e z e n
* a ^ . . av« . . J P J l I M H
b a n d bij u w e n leverancier, of r e c h t s t r e e k s bij d e Administratie,
HOOIiFDPÖS PriiJ 30 t n 60 cl. Bi, Apoth ,n D r o g „ t . . .
GALGEWATER
onder bijvoeging
BENEDEN ZIJN WAARDIGHEID, halen* ' ** ^ d i e haarspelden voor moeder „'t Is mij te ouderwetsch." Jantie
22, L E I D E N
v a n h e t b e d r a g a d f 1.50 in
p o s t z e g e l s , d o o r t o e z e n d i n g v a n postwissel of storting o p p o s t r e k e n i n g 41880.
12
13
COR v. d. LUGT MELSERT
T.ZWZAAM De iongen Met meisje REGIE:
E
IN OP ZfCHT (met Fie Carelsen)
en sterke persoonlijkheid is Cor van der Lugt Melsert en dat moét hij zijn in zijn dubbel-leven van acteur en tooneelleider. Cor van der Lugt Melsert en Annie van Ees zijn zonder eenigen twijfel de erkende lievelingen van het Haagsche publiek, dat deze twee als zijn speciaal „eigendom" beschouwt en dat heel goedgunstig en genadig toelaat, dat andere plaatsen ook hun cijns van bewondering en vereering brengen aan deze kunstenaars. Cor van der Lugt Melsert is nooit geworden „Ie mari de sa femme". Zij zijn altijd twee zelfstandige artisten gebleven, hij en Annie van Ees, van wie niemand als van Mevrouw Van der Lugt Melsert spreekt. Hetgeen bewijst, hoe sterk deze twee talenten zijn, terwijl hun huwelijk toch een zeer bijzondere gelukkige twee-eenheid is. Het moeilijke tooneeldirecteurschap zou al den heelen mensch opeischen en toch ziet deze man kans om daarnaast ook een goed acteur te zijn, die vaak speelt. Een andere karakteristieke eigenschap van Van der Lugt is zijn absolute onpartijdigheid. „Ik durf gerust zeggen," vertelt hij ons, als wij hem in zijn werkkamer even hebben, „dat iedereen van ons gezelschap zijn of haar kans krijgt, als zij tenminste niet te vroeg weggaan. Aan een ieder tracht ik de gelegenheid te geven te laten zien, wat hij of zij kan." „Van der Lugt heeft een bijzonder flair om direct te voelen, of het stuk gaan zal, als hij het leest," had ons een bekende actrice verteld. „Ja," zegt hij zelf ons, „ik denk, dat ik hiervoor een bijzonder soort intuïtie heb meegekregen, ofschoon je altijd in een onderneming als de onze gehandicapt bent. Hadden wij, zooals ook in het buitenland, een Staatstheater, ja, dan kon je alleen op de artistieke waarde van een stuk letten, dan kon je probeeren alleen mooie stukken te brengen, maar dan moest het belastingbetalend publiek ook het tekort betalen — de Staat haalt het overal toch uit de zakken zijner burgers. J e moet dus wel degelijk met den smaak van het publiek rekening houden. Zou je alleen intellectueele stukken spelen, de menschen bleven weg en de heele gemeenteraad zou je op de vingers tikken en vragen: of je ook eens een stuk wou brengen, dat niet voor leege stoelen gespeeld werd." Overbezet is dit drukke leven: 's morgens om half tien zit Van der Lugt al
ALS DE PASTOOR IN LEONTIENTJE (met z'n vrouw en Plet Bron)
op zijn kantoor in de Schouwburgstraat; dan is het de post nazien of besprekingen houden. Eiken dag opnieuw zijn er tallooze menschen, die dringend „den directeur" zelf spreken moeten en het zijn soms de gekste dingen waar de menschen mee aankomen. Dan komen de repetities van elf tot diie uur: een regisseur moet élke repetitie bijwonen, is nooit eens vrij 1 Maar niet alleen repetities leiden; de directeur moet ook allerlei schikkingen treffen, besprekingen met het daartoe bestemde personeel houden over licht, tooneelschikkingen en duizend en é é n . andere dingen. Dan weer naar kantoor voor demiddagpost, brieven lezen en bespreken. Gauw naar huis om te eten, want om zes uur moet hij weer op het kantoor zijn. E r kan immers iets gebeurenI Stel, dat een der spelers van dien avond ziek is, niet kan optreden. Bom, daar sta je. Het publiek mag je niet laten wachten; zorg nu, dat er een invalt en wel zoo, dat men er niets van merkt. Dan wordt de directeur weer acteur, begint zijn eigenlijke werk dus pas als hij doodmoe is van een drukke dagtaak. Niet alleen zijn rol moet hij kennen, hij moet het heele stuk in zijn hoofd hebben, en terwijl hij zelf zijn rol speelt, moet hij op alles letten, en niet alleen bij de première, neen, eiken avond opnieuw, al zou het stuk nog 200 vaak gaan. Dan de stukken lezen. Een man als Cor van der Lugt Melsert kan de zaken niet aan een ander overlaten, zijn verantwoordelijkheidsgevoel zou dat niet dulden. Hij wil niet alleen leider in naam zijn, maar de gevolgen van zijn leiderschap draagt hij blijmoedig. Hij moet boven de partijen staan, want in het belang van de tooneelspelers zelf moet hij een ijzeren discipline voeren. Een acteur houdt onbewust alleen zijn persoonlijk belang in het oog; voorden tooneelleider geldt in de eerste plaats het algemeen belang. „Een artist is uit den aard der zaak overgevoelig, nerveus," zegt Cor van der Lugt Melsert, „leeft altijd door zijn uitbeeldingen onder hoogen druk en daarom moet de leider ook zelf acteur zijn — de eenige mogelijkheid omzijn mede-acteurs te begrijpen — alleen hij moet zichzelf altijd onder controle houden, zichzelf gelijk blijven." Een andere zorg van een tooneelleider is, dat hij zorgen moet een repertoire te kweeken, stukken achter de hand te hebben, die het altijd doen. „Vergeet niet," zegt' Van der Lugt Melsert, „dat je lang van te voren je -
14 -
repertoire samenstelt. Goed, het speelplan staat vast, maar een stuk gaat niet; dan moet je gaan veranderen. J e hadt al vastgesteld, dat het stuk voor de provincie gaan zou; nu kan het niet. Het speelplan moet gewijzigd worden. We hebben natuurlijk stukken, die altijd gaan. „Overschotje" al acht jaar, „Boefje", „De man, die de klappen krijgt". Het publiek ziet ze nog altijd graag. Vergeet ook niet de moeilijkheid om te weten, wat het publiek verlangt, dit is zoo wisselvallig. Het eene jaar doen de society-stukken opgeld, dan wil het publiek weer detective-stukken, een anderen keer verlangt het romantiek. En daar moet de leider wel degelijk rekening mee houden, wil je de menschen naar de voorstelling krijgen.** „Zou het niet gewenscht zijn om hier in ons land wat meer z.g. klassiek werk op het tooneel te brengen om zoo een zekere tooneelcultuur in het volk te doen leven, het beste te vergelijken met wat in den loop der jaren het Concertgebouworkest, onder Mengelberg, bij ons in de muziek aan het volk bracht ?" „Mengelberg en Van Anrooy behoeven niet te zorgen voor de financieele resultaten van het orkest, zij kunnen zich heelemaal wijden aan hun muziek en brengen wat zij aan schoonheid vinden; bij „ons moet je als leider niet alleen artistiek inzicht hebben, maar ook commercieel aangelegd zijn. Voeg daarbij, dat bijvoorbeeld in Duitschland veel meer belangstelling voor de klassieken leeft. Een gewoon Duitsch dienstmeisje weet vaak meer van de klassieken af dan de gemiddelde intellectueel ten onzent. Wij gaven de Leeuwendalers van Vondel, niemand kwam kijken en wij kunnen niet blijven spelen, als de zaal leeg blijft." „Is het vele reizen voor uw gezelschap niet vermoeiend?" „Neen, het houdt je juist frisch. J e moet als directeur ervoor zorgen, dat er om de vier, vijf dagen iets anders gaat. Ik probeer elk stuk die bezetting te geven, waardoor het het beste tot zijn recht komt, en daarom verdeel ik zelf altijd de rollen. Ik lees ook altijd zelf de stukken, vraag natuurlijk ook wel eens aan mijn omgeving, wat ze ervan denken, maar beslissen dat doe ik zelf." Bewonderenswaardig is de werkkracht van dezen man. Kleinzieligheid is hem absoluut vreemd; hij erkent graag en gul het goede, het talent overal, waar hij het ziet. Knap acteur, geeft hij toch zijn prachtigste momenten in zijn samenspel met Annie van Ees in „Madame Sans Gêne" en „Juffrouw Kerkmuis."
Glenn Tryon Barbara Kent PAUL
FEIOS.
en jongen en een meisje, ieder verloren jn de groote stad. Zijn wakker-worden, haar wakkerworden. Hij werkend in een machinefabriek, zij in een telefooncentrale. Om twaalf uur op straat; Engelsche Zaterdag. De vrienden, die allemaal vriendinnetjes hebben of omgekeerd. Jim en Mary elk gekweld door eenzaamheid, niet wetend, wat met hun vrijen tijd te beginnen. Hoe zij elkaar toevallig v i n d e n . . . Haar vrouwelijk ontvluchten, zijn schuchter zoeken. Niet plots de verliefdheid, maar het geluk niet meer alleen te zijn. Hun feestvieren op de kermis, hun kuisch samenbaden aan zee, hun eerste ontboezemingen. De goede voorspelling der waarzegster; het uitwisselen der niet-gelijkende automatische por. tretjes. E n dan ineens, na een duizelingwekkenden rit in de cynic-railway, het drama: het elkaar kwijtraken. Hun tevergeefsch zoeken in de menigte. Het dobberen tusschen hoop en vrees. Eindelijk de verpletterende teleurstelling. Nooit zullen de koningskinderen elkaar weer ontmoeten. Gebroken keeren Jim en Mary elk naar hun simpel kamertje terug. Er is geen wreeder l o t . . . Tot het blijkt, dat hun kamertjes vlak naast elkaar liggen en waar de nood het hoogst leek, de redding het meest nabij w a s . . .
E
door JOOP COLSO* IN KERKMUIS (met z'n vrouw)
E E N C. E>. U N I V E R S A L D R A M A IN Z E V E N A C T E N
*;***>.. IN ONZEKERHEID
DE ONZEKERHEID VERDWENEN
ALS DE UNDERGROUND-TREIN BINNENKOMT
IS DAT EVENTJES PRETTIG I
IK BEN M'N VRIENDJE KWIJT -
15 -
Duurzamer Fransche stoffen. Er zijn vaatk onvriendelijke dingen ge zegd over de duurzaamheid van de Fransche stoffen. In verband hiermee hoor ik thans, dat er een fabrikant in Parijs is, die een stof in den handel zal brengen, waarvan de duurzaamheid is gegarandeerd. Zij is gemaakt van een nieuw soort driedubbele tule, die nog sterker moet zijn dan satijn. De garantieduur bedraagt tien jaar. Of die langdurende stoffen echter ooit populair bij onze dames zullen worden ?
Stel niet uit tot morgen . ., Archias, gouverneur van Thebe voor de Spartanen, die zich van deze beroemde stad hadden meester gemaakt, werd met zijn voornaamste officieren door een rijken inwoner, Philias geheeten, op een diner genoodigd. Terwijl hij genoot van het vele goede, dat de tafel bood, bracht men hem een brief, waarin de mededeeling stond van een aanslag, dien men tegen hem had beraamd en die ieder oogenblik kon worden gepleegd. ,.Ernstige zaken komen' morgen w e l ! " riep Archias uit en hij weigerde den brief te lezen. De maaltijd werd ortder groote luidruchtigheid voortgezet, Archias voelde zich zonder zorgen tot . . . . plotseling de samenzweerders, die met Philias onder één hoedje speelden, de feestzaal binnen drongen en den tyran van Thebe, die zich gehaat gemaakt had door zijn wreed heden, met zijn landgenooten vermoord den (478 v. Chr.), waardoor Beotië van het Spartaansche juk werd bevrijd. ,,Ernstige zaken komen morgen wel „Stel niet uit tot morgen, wat ge heden doen k u n t ! " Het was beter geweest voor hem, indien Archias deze woorden in practijk had gebracht ! Maar de wereld zou een „gevleugeld gezegde" minder zijn rijk geweest !
M e n s c h e n . die niet kunnen.
spreken
In de ondoordringbare wouden van OostBolivia heeft een ontdekkingsrei ziger een Indianenstam aangetroffen, die geen taal heeft. Deze menschen, die over het algemeen op een zeer laag peil van ontwikkeling staman, kunnen zich slechts door gebaren en ongearticuleerde geluiden met elkaar onderhouden. Of dit gemis van taal een gevolg is van hun weinige ontwikkeling, valt niet met zekerheid te zeggen, daar een jonge Indiaan van dien stam, die twee jaar einder blanken had vertoefd, na dien tijd nog niet in staat waseen woord, dat hij van i t n ander hoorde, te herhalen.
Indien U meent HET BESTE gezien te hebben, dat er op Hlmgebied bestaat, dan heeft de
WILTON METRO GOLDWYN altijd N O G B E T E R E F ILMS
HET B R A N D M E R K
J u w e e l e n en t e m p e r a m e n t .
De cubistische mode. Een vriend van mij, die op het oogen blik aan de Riviera vertoeft, waar, zoo als men weet, de nieuwe mode bijna altijd het eerst haar entree maakt, schrijft mij, dat cubistische motieven voor jer seys en sportcostuums zeer en vogue zijn. Bijna abnormaal groot te noemen vierkanten en cirkels in de helderste kleu ren blijken als versiering zeer gezocht. Een ander opmerkelijk verschijnsel is de terugkeer van den struisveeren waaier, die bij het ayondtoilet gedragen wordt! Zwart en wit beloven de meest geziene kleuren te worden vooravondtoiletten.
De schoolfilm en haar ontstaan. De eerste filmschool in Europa zal nog dit jaar te Berlijn worden geopend. Dit zal de eerste inrichting zijn, waar leeraren en onderwijzers onderwijs zullen ontvan ggen in het bedienen van bioscoopappara ten en het samenstellen van films, die voor het onderwijs op de school moeten worden gebruikt. Zij, die op het oogenblik deze films maken, schijnen — volgens de pae dagogen •— niet volkomen te begrijpen, welke eischen eraan gesteld worden. Van daar, dat men leeraren met deze taak wil gaan belasten, in de verwachting, dat zij, die tot nu toe hun geleerdheid, die de jeugd in haar hersens moest pompen, vastlegden in dorre leerboeken, thans hun kennis zullen gaan luchten door middel van de — directer op het jonge gemoed werkende — films. F ilms zien en er kennis uit putten, zal daarom in het vervolg een voornaam deel zijn van de studie van jeug dige menschen.
De eeuw der snelheid.
S h a w wil zijn l i c h a a m m i s s e n . Bernard Shaw, de bekende geestige schrijver, heeft aangeboden zijn lichaam te willen verliezen, indien hij zijn hoofd maar mag houden. Men zegt namelijk, dat hij naar aanleiding van een Russisch experiment, waarbij de kop van een hond gedurende drie uur levend werd gehouden door er bloed in te pompen, aan een vriend in Berlijn heeft geschreven : „Ik ben graag bereid ook mijn hoofd'te laten afhak ken, want ik kan dan voortgaan mijn boe ken enz. te dicteeren, zonder dat ik hierbij gehinderd zal worden door ziekte of door de noodzakelijkheid te eten of mij te moe ten verkleeden. Ik zal dan gelukkig niets anders hebben te doen, dan boeken voort brengen. Natuurlijk verwacht ik echter, dat een of twee van de chirurgen, die zoo overtuigd zijn, dat het experiment zal lukken, het eerst bij zichzelf probeeren".
Wanneer we zeggen, dat deze eeuw de eeuw der snelheid is, meenen wij dit in hoofdzaak met betrekking tot auto's en vliegtuigen. Het is nu echter uitgemaakt, dat wij niet alleen veel vlugger rijden, maar ook veel sneller praten dan onze vaders en grootvaders en dat onze kinderen en kleinkinderen nog weer veel vlugger zul len spreken dan wij. Mogen wij in dit opzicht de Vereen iging van Stenografi sche Reporters gelooven, dan kunnen we aannemen, dat de menschen na iedere twintig jaar tien woorden per minuut meer spreken.
Verhalen van tooneelspelers, die niet eten, zijn er duizenden in omloop. Dat ech ter ook het tegendeel kan worden verteld, heeft Lewis Stone bewezen. In een 'scène voor een nieuwe MetroGoldwynF ilm moest hij een zure augurk eten. De scène wilde evenwel maar niet tot tevredenheid van den regisseur uitvallen, zoodat zij telkens opnieuw gedraaid moest worden. Resultaat voor Stone : zeven zure augur ken en een hevige darmcatarrhe.
Z u r e - a u g u r k e n tijd.
GIJ HEBT SUCCES MET
EXCELSIOR-FILMS ZIJN °«foo»i*
PUBLIEK-FILMS
I(>
komen is, die haar verder leven geheel zal vullen, en zij heeft er veel verdriet van als hij weer vertrekken moet. Hij heeft geen gelegenheid afscheid van haar te nemen, doch hij stelt dokter Leyden, die thans van zijn drankzucht genezen en een ander mensch geworden is, een brief ter hand, ■waarin hij haar trouw zweert en be looft terug te zullen komen. De dok ter, die gezien heeft, hoe zij elkaar kusten, wordt door den duivel der ja louzie bevangen en houdt den brief achter. Bovendien vertelt hij Hilda, dat haar geliefde haar ontrouw is en het arme kind verzet er zich na eenigen tijd niet langer tegen om het huwelijks aanzoek van den dokter te aanvaarden. Zoo trouwen zij dus en dicht bij het hotel vestigen zij zich in een chalet. Dokter Leyden wordt nog steeds door den daemon der jalouzie gekweld en gaat voort de brieven, die Ruffo Hilda schrijft, te onderscheppen. Na eenigen tijd meldt Ruffo zijn terugkeer als de sneeuw zal zijn gekomen. Ook dezen brief vernietigt de dokter en hij wordt door onrust en jaloersch heid zoo gekweld, dat hij eiken avond zijn huis verlaat en zich in het hotel gaat bedrinken. Hij wordt een echte al coholist, een half krankzinnige dronkaard en in dezen toestand vindt Ruffo hem als hij terugkeert. Men had Ruffo wel verteld, dat Leyden getrouwd was, maar niet met wie. Ook had men hem op de hoogte gebracht, hoe groot de maniakale jalouzie van den dokter was. In ruwe scherts raadt hij den dok ter aan zijn vrouw te brandmerken, en de halfkrankzinnige, onder den invloed van deze suggestie, snelt naar huis, sleurt Hilda in den nacht naar een nabijge
Onlangs sprak ik een bekend juwelier, die er zijn spijt over uitdrukte, dat de meeste dames tegenwoordig niet weten, welke juweelen zij moeten kiezen. „Heel veel intelligente vrouwen toonen bij het koopen van juweelen niet meer smaak dan de vroegere holbewoonster," verklaarde hij. „Zij houden absoluut geen rekening met haar teint en temperament. En vooral het laatste is een zeer gewichtige factor. Juweelen kunnen aan het uiterlijk evenveel schade als voordeel doen. De bloedroode robijn en de glans van den opaal bijvoorbeeld passen absoluut niet bij nerveuze dames. „Groote, zware dames," beweerde hij verder, „moeten zoo weinig mogelijk opvallende edelsteenen dragen. Parelen zijn als voor hen gemaakt. De vrouw met het mannelijke voorkomen moet weinig of heelemaal geen juweelen dragen. „Voorts wordt er heel wat onzin gede biteerd over halfkostbare steenen met betrekking tot hun effect," voegde hij er aan toe. „Sommige van deze steenen zijn veel mooier dan die, welke als „kost baar" worden beschouwd en indien zij wer kelijk goed gezet zijn, kunnen zij heel goed een artist ieken indruk maken en de charme van de draagster ten zeerste verhoogen !"
MINERVA FILMS
144 Keizersgracht, Amsterdam Telef. 45348
A i l e e n Pringle, Lionel Barrymore en N o r m a n Kerry in de hoofdrollen. — R e g i e van Reginald Barker. — P r o d u c t i e Me£roGoldwynMayer.
legen smidse en brandt haar zijn familie zegel op den rug. Als Leyden vertrokken is, verneemt Ruffo, dat Hilda de vrouw is, die met den dokter is getrouwd. In doods angst, dat de dronkaard zijn raad letter lijk zou kunnen opvolgt.,, snelt hij naar haar toe, doch komt te laat. Wel ont rukt hij haar aan de macht van den woesteling en brengt hij haar in vei ligheid in een berghut, die hem bekend is. Hier verblijven Ruffo en Hilda tot deze hersteld is, wat eerst met de lente het geval blijkt te zijn. Zij wenscht terug te keeren naar haar man, doch Ruffo biedt aan met Leyden te gaan spreken om hem te bewegen, haar vrij te laten. Als hij zich op weg begeeft, wordt hij bedolven onder een snéeuwlawine en ernstig gewond opgenomen door eenige gidsen, die hem naar Hilda terugbren gen. Hij blijft twee dagen bewusteloos en, op zoek naar een dokter, komen de gidsen bij Leyden, dien zij dwingen mee te gaan. Hij neemt, na op hem uit geoefenden drang, aan den gehaten tegenstander te opereeren, als Hilda met hem meegaat, indien de operatie ge lukt! Hij opereert en Ruffo wordt aan het leven teruggegeven, doch thans heeft een goede genius in het hart van den boozen zwakkeling gezegevierd en hij ver laat Hilda en Ruffo voor goed om door zijn dood hun het geluk te geven, dat hij zich thans niet langer gerechtigd acht hun te onthouden . . . .
VOOR DE DEUR DER SMIDSE
witserland, — het land van de woeste, hooge sneeuwbergen, van de gemoedelijkheid — en van het liefdesdrama ; . . Bijna boven aan den pas, die naar den Matterhorntop leidt, figt een vrien delijk hotelletje. Op zekeren dag is een nieuw dienstmeisje, Hilda geheeten, op weg naar het hotel om er haar werk zaamheden te aanvaarden, als zij, bijna op haar plaats van bestemming aan gekomen, een hevigen val doet en haar schouder ontwricht. . De waard herin nert zich onmiddellijk, dat er een dokter — Leyden — als vaste gast in zijn inrichting logeert, een zonderling en aan den drank verslaafde chirurg, die vroeger een beroemden naam als ge neesheer had, doch die door verdriet en alcohol aan lager wal is geraakt. Na veel moeite gelukt 't hem dokter Leyden te bewegen, zich met Hilda's geval te bemoeien. De bekwame arts. herstelt den ontwrichten schouder on middellijk en het meisje herademt. Na dit voorval wordt hij op haar verliefd en ook zij gaat hem sympathiek vinden. Ruffo, een gids van den Matterhorn, komt in het hotel logeeren. Als hij Hilda ziet, wordt hij onmiddellijk door haar schoonheid getroffen en het meisje voelt, dat voor haar thans de man ge
Z
Dr. LEYDEN BEHANDELT HILDA
MET RUFFO IN DE ALPENHUT - 17
HISTORISCHE MISDADEN DE
TERDOODBRENGING
V A N JEAN
SYLVAIN
BAILLY
HET
C1736—17933
|oo iemand, dan heeft Jean de verzamelde menigte verscheidene malen in die dagen te Parijs geen rechters meer, Sylvain Bailly ondervonden uiteen te gaan. Men antwoordde hem doch slechts belangen. hoe wispelturig het volk is slechts met schelden en tieren en schoot Den twintigsten November verscheen in zijn uitingen van vereering zelfs op Lafayette, die evenwel niet geBailly voor het beruchte Revolutionnaire en h a a t . . . troffen werd. Bailly liet nu de roode vlag Gerechtshof. De acte van beschuldiging, Voordat de revolutie uit- ontplooien en kondigde den staat van tegen hem ingebracht, luidde, dat hij het brak was Bailly belast met het toezicht beleg af. Deze maatregel verhitte de volk had misleid ; dat hij den koning en op de particuliere schilderijenverzameling gemoederen nóg meer. Van alle kanten zijn familie had willen beschermen ; dat van Lodewijk XVI en hij scheen voorbe- klonken de kreten : „De bajonetten af 1" hij hen op hun had willen volgen stemd te zijn een groot schilder te worden, en een hagel van steenen daalde neer op en dat hij zeer vlucht bedroefd was geweest bij toen hij kennis maakte met den abt den burgemeester en den generaal. Tever- hun arrestatie en — de gewone beschuldiLacaille, een enthousiast sterrenkundige, geefs trachtte Bailly zich in dit tumult ging in die dagen — dat hij een burgeroordie ook hem weldra voor deze wetenschap verstaanbaar te maken ; de kogels suizen log had willen ontketenen. wist te begeesteren . . . Blakend van vuur om hem heen, maar treffen hem niet. De debatten duurden twee dagen ; het en ijver studeerde Bailly hard en reeds in Tenslotteliet hij, na driemaal gesommeerd 1775 publiceerde hij zijn bekende Geschie- te hebben, op het gepeupel schieten. vonnis luidde, dat Bailly werd ter dood denis der Sterrenkunde, hetgeen tot gevolg Verschrikt vluchtte het naar alle kanten, veroordeeld en zijn goederen verbeurd had, dat hij negen jaar later tot de Aca- eenige dooden en talrijke gewonden achter verklaard werden. De roode vlag, die Bailly op de Champs-de-Mars had doen demie werd toegelaten . . . . latend. ontplooien, moest achter op de kar, die Waarschijnlijk zou Bailly zich steeds De Nationale Vergadering keurde den naar het schavot brengen zou, woraan de wetenschap, die ziin liefde had, strengen maatregel, dien Bailly had geno- hem den gehangen om door den beul te worden zijn blijven wijden, indien hij niet op 53- men, goed, overwegend, dat er orde diende verbrand. jarigen leeftijd door de kiezers van Parijs te zijn en dat het volk diende te gehoorZonder de geringste emotie te laten als vertegenwoordiger van den Derden zamen, maar de massa zag na dien tijd in blijken, hoorde Bailly zijn vonnis aan. Stand naar de Staten-Generaal was afge- Bailly niets anders meer dan een moordevaardigd. Hij presideerde de beruchte zit- naar. Verdacht bij de koninklijke familie, En ook op de kar, die hem naar het schating in de Kaatsbaan, hetgeen hem een gehaat aan het hof, slechts kunnende re- vot reed en die getooid was met de roode bijzonder groote popula'riteit bezorgde kenen op een zeer klein aantal vrienden, vlag, toonde hij dezelfde hooghartige onverschilligheid voor de kreten en de scheldbij het volk. nam de ongelukkige burgemeester zijn woorden van het volk, dat langs den Na deze zitting had Bailly zich aan het ontslag en trok zich terug op zijn landhuis- gansenen weg in dichte drommen stond hoofd van een groot aantal leden der Natio- je in de omgeving van Nantes. opgesteld en niet naliet hem op de grofste nale Vergadering naar Parijs begeven waar Na de gebeurtenissen van den tienden wijze te beleedigen. Kalm liet hij echter hij als een nationale held door het volk Augustus, waarbij de koning van zijn zijn blikken over hen heengaan . . . . werd ingehaald. Het was een ware triomf- waardigheid werd vervallen verklaard, Tegen de gewoonte in was het schavot tocht en het had er allen schijn van, alsof besloot Bailly Nantes te verlaten en zich niet opgesteld op de Place de la Revoluhij op die oogenblikken het lot van gansch naar Melun te begeven, waar een vriend tion, maar op de Champ-de-Mars, op deEuropa in de hand hield. Een bijzondere hem gastvrijheid had aangeboden. zelfde plek, waar Bailly den staat van omstandigheid deed de geestdrift der Onmiddellijk voor zijn vertrek krijgt bevolking nog toenemen : de stoet begaf Bailly bericht van dien vriend, dat er in beleg had doen afkondigen. Het was koud zich naar de Notre-Dame om er God dank Melun een bataillon der revolutionnairen en het regende en de stoet vorderde slechts te brengen voor de bevrijding van het is ingekwartierd geworden en dat hij hem langzaam. Eindelijk is de kar bij het schavolk uit de klauwen van het despotisme. daarom afraadt te komen. De ander vol- vot gekomen, reeds maakt Bailly zich Toen men voorbij het Tehuis der Vonde- hardt evenwel bij zijn voornemen, begeeft gereed uit te stappen, toen er geroepen lingen kwam, hoorde Bailly hoe die wee- zich op weg en . . . . is nauwelijks in Melun werd, dat hij niet waardig was te sterven zen eveneens kreten van vreugde uitstie- gearriveerd, of wordt reeds door een sol- op de plaats, waar het bloed van marteten . . . . Hij ging naar hen toe, drukte daat van het leger der revolutionnairen laren had gevloeid . . . . Het gepeupel verscheidenen van hen aanzijn hart,lief- herkend. De tijding hiervan, die als een snelt het schavot op, breekt het af om het koosde hen en verdeelde al het geld, dat loopend vuurtje door de stad ging, leidde elders, op den oever van de Seine, te gaan hij bij zich had, onder die ongelukkigen . . . tot oproer. Hij wordt naar het raadhuis opslaan. Meer dan drie uur verliepen Van dit oogenblik af kende de vereering van gesleept ; de burgemeester, aan wien Bailly hiermee. Bailly, wien men zijn kleeren het volk voor hem geen grenzen meer . . . . zijn paspoort laat zien, doet alle mogelijke reeds had afgenomen, had totaal bevroHelaas zou hij weldra echter moeten on- moeite om hem aan de woede van het volk ren ledematen . . . . „Je beeft !" zei een van de kerels, die dervinden, dat niets onbestendiger is dan te onttrekken, maar het eenige, wat hij om hem heen stonden. de gunst der massa . . . . weet te bereiken, is, dat de vroegere gun„Ja, mijn waarde,"antwoorddehij kalm. Het vertrek van den koning en zijn steling van het volk in het huis van familie, hun gevangenneming te Varennes Laplace zal worden opgesloten tot het Co- „maar het is slechts van de kou Deze woorden waren het sein voor had de gemoederen van het Fransche mité der Nationale Veiligheid, waaraan kwellingen : men sloeg hem met volk steeds meer aan het gisten gebracht. direct een brief geschreven wordt, over nieuwe stokken, krabde hem in zijn gezicht en Den zeventienden Juli van het jaar 1791 zijn lot zal hebben beslist. bespuwde hem Bailly bezwijmt, was een groote menigte naar de Champ-deHet antwoord kwam spoedig en hield maar weldra roept het schokken van de Mars getrokken om daar op het ,,Altaar een bevel in om Bailly over te brengen kar hem weer tot het bewustzijn terug. des Vaderlands" een verzoekschrift aan naar Parijs, ten «inde hem te doen op- Aan den voet van het schavot moet hij de Nationale Vergadering te teekenen, sluiten in de Force, een gevangenis, toezien hoe de roode vlag wordt verbrand waarbij geëischt werd, dat Lodewijk XVI waarin hij begin October werd gevangen- in een komfoor met vuur. Een der omstanvan den troon zou worden vervallen ver- gezet. ders neemt de brandende vlag en zwaait klaard. Bailly, die reeds twee jaar burgeBailly, die eenige dagen later naar de ze voor het gezicht van den ongelukkige meester van Parijs was, meende zich tegen Conciergerie werd overgebracht, maakte heen en weer. Bailly slaakt kreten van pijn deze manifestatie te moeten verzetten zich geen enkele illusie omtrent zijn lot. en smeekt zijn beulen het vonnis toch wat en begaf zich naar de Champ-de-Mars op Eenige papieren, die betrekking hadden snel te voltrekken Eindelijk mag hij hetzelfde oogenblik, dat ook Lafayette op de gebeurtenissen op de Champ-de-Mars, het schavot bestijgen. Kalm en waardig er heen oprukte aan het hoofd der natio- en die zijn handteekening droegen, waren nu weer, betreedt hij het platform, waar nale garde, waarvan hij commandant was. een wapen in de handen van zijn vijanden weldra, onder het gejuich der menigte, Bailly, die omringd was door eenige om iedere straf tegen hem te kunnen ei- zijn hoofd valt . . . . leden van het gemeentebestuur,- verzocht senen, die zij wilden. Er waren immers - 18 -
III
III
(INJ&MA
ÉN
geeft iederen V E R S T A N D I G E N
TtlCATÊR
zakenman
hem zoo noodige ontspanning, doch
wijs
ELKE WEEK
de voor
is men als daarbij ook
t i É T MAANDBLAD
DE Rt( LAMt wordt gelezen. Wie op de hoogte wil blijven van het nieuwste dat op reclame-gebied verschijnt, wie behoefte heeft aan goede
voorlichting,
aan degeliike artikelen, aan een overzicht van alles wat de buitenlandsche bladen publiceeren, die verzuime werkelijk niet om een abonnement op
D&.RQ(LAME te nemen, het B E S T U I T G E V O E R D E R E C L A M E B L A D in Nederland
PEUS P£R JAAR f 10» 12 afleveringen, welke van begin t o f eind interessant zijn. Abonneert u bij de Administratie De Reclame, Hofwijckstr. 9, Den Haag ui
HEJMK S T U U R O P
I/BNXBItlBB'J'B
EN / J V VROUW
WOORDEN VAN GEE BRUIGOM
MUZIEK VAN HENK STUUROP
£ m W$mËm len.te komt t o t onèl
^sa
müg
-=£
ve
Le
de
len
te I
Ko.nmg
GEZONGEN DOOR HET „GEZELSCHAP PISUISSE"
Opgewekt
^^fr^TVffr^f l. Men phdntzoovukte zeg. a&rlr
êp*)*H
Conêentiitientó.
n) r ??u»/jir ^ ^ m
Win. t e r
HENK STUUROP
I r komt
1
m \+ ïm ii^ den, £ r komt weer
weer zonopHólhndt vel
&M4C*xm i MM r.r ir TTTTTTD :jjngeenwn.tosme«r_ V&^tiintieg'rwLt^tyïa^dMnom.metoer.^ \M £g a s K&y z ê mm T I I M /4i) A M U / I M "r\»»*^
Op een van deze gure voorjaars dagen stap ik de woning van Henk Stuurop binnen, het gezel lige „home" te Scheveningen. Henk, d e onafscheidelijke vriend en begeleider in de dubbele betee kenis van het woord van wijlen Pisuisse. In November 11. is hij in het huwelijksbootje gestapt met de Spaansche danseres Sofia Ga lirrue. E n toen wij van hem een liedje mochten ontvangen om in ons blad te publiceeren, grepen wy gaarne deze gelegenheid a a n om eens bij het jonge paar aan te loopen om het een en ander voor onze lezeressen en lezers op te teekenen. Stuurops artistenloopbaan be gon in Amersfoort. In d e mobili satieperiode, als sergeant in dit mooie stadje vertoevende, richtte hij daar een harmoniecorps op. Dit ensemble telde zes en zestig blazende leden en was het sterkste corps van dien tijd. Ze maakten Amersfoort en omgeving onveilig met concerten. Maar a a n alles komt een eind en Henk verwisselde zijn uniform voor een smoking en zette zich bij J a n van Riemsdijk achter den vleugel. Tal van liedjes componeerde hij voor onzen Veluw schen zanger. Met Stuurop's „ D e Klokken van den Toren" oogst van Riemsdijk thans nog veel succes. Het is ook een van de beste liedjes van zijn repertoire. Van van Riems dijk ging Stuurop over naar het En semble Pisuisse. Jarenlang was hij een van d e beste krachten van dit wakkere troepje. Met Jenny en Swiep reisde hij door ons Insulinde en deelde er in het enorme succes. Het treurige einde van Swiep e n zijn vrouw moet Stuurop wel zeer, zeer zwaar getroffen hebben. Bij het gezelschap Pisuisse vond hy zijn levensgezellin, Sofia Galirrue
de bonè!
krijgt
:
lu-«
-»..
» *
..*
. J."
t
A
■
_
mm
^
5:
* *
*
ü:
*
EJË
» =£. 5t
:
N E5ft
E5 '■ l rN'.i,rflr"i llcjgp.'.lJJ^ 9-9 V.*iM*«nlni... c | 4 «it l m.M«mtttmur! Maar m ietmenm.Uj il, u&
TJT
Het v<x>r.jaar, datzicli weer komt mei
den,
5temton5 blij en doet ons
i^teg üi§ m
->H"H"i"lr"i"N a j
Men placht zoo vaak te zeegen: Er zijn geen winters meer. Maar neg'ntién neg'entwintig Bracht daarin ommekeer. Wat leden we een koude, Wat hadden we 't zwaar! Maar nu het weer voorbij is, Zegt iedereen toch maar: REFREIN
Leve. de lente! De nieuwe lente komt tot ons! Leve de lente I Koning „Winter" krijgt de bons! Er komt weer zon op Hollands velden, Er komt weer zon in ons gemoed. Hst „Voorjaar", dat zich weer komt [melden, c stemt ons blij en doet ons goed! -
zon montge.tnced
m
Wat waren we verkouden. Wat aten we veel drop! Di wr k o J U ' ö m e n m a 8* h a a f houden, Werd financieel een strop! Maar al ons hoestten proesten, Die neuzensnuiterij Het is „geleden smarten" En juichend zingen wij: Refrein al s voren.
O, lieve, ranke lente Klop vrii aan onze deur; Wij doen U gaarne open, Doch stel ons niet teleur! V O C |V m o c n t ?'ons bij wijlen Berok'nen klein verdriet, Dan nóg zal 't niet verstoren Ons blijde LenteÜed: Refrein al s voren.
È
goed/.//1
yped "
Wat iS&ttftMflbljjeti doet ons
ÜEIK
GEEN INDISCHE VERLOFGANOER KAN BUITEN EEN
..HIS MASTER'S VOICE" GRAMOPHONE. HET WARE TROPENINSTRUMENT! ENORME KEUZE VAN DE NIEUWSTE MODELLEN, BIJ :
i K V WILLEM SPRENGER'S GRAMOPHONEHANDEL PASSAGE 46, L. v. MEER DER VOORT 6 0 a en 453, DEN HAAG STEEDS HET NIEUWSTE I STEEDS HET BESTE I GEGARANDEERD ZEEWAARDIG EMBALLEEREN
20 21 -
^ammmtmH^^mmmm^mmmmmm
P|^^— een jonge Spaansche danseres. Deze maakte een eind aan zijn vrii gezellenloopbaan. E n niemand, die. dit fijne, frêle vrouwtje met haar sprekende Zuidelijke oogen kent, zal het verwonderen, dat Henk haar op zijn handen draagt. J a , hij heeft zelfs Spaansch voor haar geleerd... voorloopig echter alleen lieve woordjes. Thans maken ze beiden deel uit van het „Pisuisse Cabaret", dat onder leiding van Paul Collin op treedt. E. W.
Foto
l Z tg l tr
MEVR. STUUROP GEBOREN SOFIA QALIRRUE
MUNHARDT's HoofdpijnTabletten 60 c«ct LaxeerTabietten ...60 ZenuwTabletten . 75"c StaalTa bietten.. 90 ' MaagTabletten. 75" Bij Apoth. en Drogisten
DEMANHARER KEUZE...
Toen keek hij om zich heen. „Waar is prinses Nasja?" vroeg hij. Een adjudant kuchte zenuwachtig. „Ze heeft geweigerd, hier te ver schijnen, Majesteit." De koning keek den spreker verbaasd aan. „Geweigerd?" herhaalde hij, terwijl er een zonderlinge blik in zijn oogen verscheen. Dus was er iemand in het land, die niét bang was voor den ruwen, des potischen leider der Witmutsen, iemand, die niét gedwee de orders van dezen boer opvolgde ? Maar terwijl de koning om zich heen keek naar de angstige gezichten van zijn vroegere ministers, hoorde hij opeens hoe een 'zwak, doch steeds sterker wordend gejuich van buiten af door een openstaahd venster der troonzaal naar binnen drong. En hij begreep, wat de beteekenis was van dat gejuich: Serge Sovbra was op weg naar het paleis en het volk van Vallacia be groette zijn nieuwen afgod I Tien minuten later kwam de boer met zware passen de zaal binnen. Zijn reusachtige gestalte kwam nog meer tot haar recht door de schaaps vacht, die over zijn schouders hing en de witte, groote bonte muts, die hij op zijn hoofd droeg. Zijn oogen waren klein en gitzwart en keken steeds onderzoekend in het rond. Zijn gelaat was ruw en bijna dierlijk. Niemand kon zich evenwel onttrek ken aan dert fascineerenden invloed, die er van hem uitging. Van het oogenblik af, dat hij in de troonzaal was verschenen, h a d zijn persoonlijk heid alle aanwezigen als het ware over heerscht. E r waren slechts weinigen, die de tragedie begrijpen konden, die zich in het leven van Serge Sovbra had vol trokken. De macht was te spoedig tot hem gekomen.. Een paar jaar geleden nog was hij een boer geweest, die het land in gestagen strijd zijn vruchten moest afdwingen, wilde hij te eten heb ben. Thans was hij dictator van Val lacia en zijn woord, was wet. De gol ven van het succes hadden hem uit zijn evenwicht geslagen. Hij was als het ware vergiftigd door zijn macht.
VRIJ NAAR HET ENGELSCH door DALVARE2
I
n de troonzaal van het Winter lach en een belofte. E r waren er, voor paleis te Tsjernowa zat Nicolaas, namelijk onder de bewoners van. het koning van Vallacia, en wachtte. platteland, die hem voor een soort Achter hem stonden de leden van wat heilige hielden; anderen meenden, dat tot voor eenige uren de regeering van hij de duivel in persoon was. Over zijn het land was geweest. Naast hem, aan kracht en zijn moed, zijn wreedheid en beide zijden van den troon, waren de zijn ruwheid waren duizenden verhalen vertegenwoordigers der vreemde mo in omloop. Hij h a d zijn volgelingen, die gendheden gezeten. steeds in aantal toenamen, aangevuurd, De aanwezigen leverden door hun hen begeesterd. E n nu was er in heel prachtige uniformen en schitterende Vallacia bijna geen stad meer, die niet ordeteekenen een bijzonder fraai schouw in de handen van de Witmutsen was. spel op. Maar er was niemand in het De regeering h a d het onderspit gedol gansche vertrek, die vroolijk keek. ven en was afgetreden. Dienzelfden Iedereen was in een gedrukte, angstige morgen h a d koning Nicolaas een bode stemming. Op sommige gezichten stond naar Serge Sovbra gezonden om hem zelfs duidelijk vrees te lezen. Geen stem, te vragen den volgenden dag om elf geen fluistering verbrak de doodsche uur i a zijn paleis te komen, teneinde stilte... zijn inzichten uiteen te zetten met be Men wachtte op Serge Sovbra. trekking tot de vorming van een nieuwe Tien jaar geleden was Serge Sovbra regeering. niet meer d a n een boer geweest, die Serge, h a d zijn antwoord op een zijn land beploegde achter een span stukje papier geschreven: „Ik wensch ossen en die boomen velde met zijn u, de leden van de regeering, de ver zware bijl. Thans was hij de leider tegenwoordigers d e r vreemde mogend van de Galatsi, of de „Witmutsen", heden en uw dochter, prinses Nasja, zooals zij zichzelf noemden. vandaag om drie UUT in uw paleis aan Maanden, jaren lang wa3 Vallacia als te treffen. Serge Sovbra." het ware verscheurd geworden door den Nu stonden de koning, de ministers onderlingen strijd tusschen de Zabaltsi en de vertegenwoordigers der buiten en de Galatsi. De eersten hadden alle landsche mogendheden te wachten op bestaande instellingen op politiek en h e m . . . Het was reeds kwart over staatkundig gebied omver willen wer drieën, maar nog steeds was er geen pen; de laatsten weerstreefden hen met teeken van Serge Sovbra. Nog niet die onverzettelijkheid, die opofferings tevreden, dat hij het verzoek van den gezindheid, die slechts door fanatisme koning, o m (de ontmoeting den vol blijvend kan worden gevoed. De regee genden morgen om elf uur te doen ring, te zwak en te weinig vertrouwend plaats hebben, h a d genegeerd, wilde op eigen krachten om een juisten koers hij hem klaarblijkelijk nóg meer ver te kunnen kiezen, had steeds getracht nederen, door de heele wereld te doen tusschen d e beide partijen door te beseffen, d a t Serge Sovbra, de leider laveeren, hierbij nu eens de eene, dan der Witmutsen, de opperste heerscher weer de andere partij trachtend te paaien. in Vallacia was . . . Maar Serge Sovbra, d e leider van Voor den honderdsten keer keek de Witmutsen, was er de man niet naar koning Nicolaas op het stukje papier, om genoegen te nemen met een glim dat hij in zijn hand hield gefrommeld.
Diploma • Berlin
Wien
E
MAISON " ■ ■ CAR HEGELEl
MESKAPSALON a l Utrefhtschestr. 41, Amsterdam Telefoon 31941
[
TOMENTHOUSIASTEN
^^^^_~^_
]
M. K. te NIJ MEGEN. Het adres van Lya Mara is Pommernallee 1, Berlijn. Zij is getrouwd met den bekenden regisseur Friedrich Zelnik. P. H. te AMSTERDAM. Voortaan s.v.p. in uw brieven uw naam en volledig adres vermelden I Wladimir Gaidarow's adres is JoachimFrledrichstrasse 53, BerlijnHalen see. Hij is getrouwd met de actrice Olga Gsowskaja en den 25sten J uli jarig. Schrijft u hem gerust om een foto. Antwoord coupon insluiten. J. H. te HAARLEM. Foto's van Dolores del Rio plaatsten wij in nummer 272 van ons blad. Van „Ramona" hebben wij geen foto's geplaatst. P. v. H te ENSCHEDE. De hoofdrol in „De Zeecadet" speelde William Haines. Uw andere vraag zullen we zoo spoedig mogelijk beantwoorden. I. S. te D E N HAAG. Ramon Novarro heeft een prachtige stem en speelt zeer goed viool. Zijn adres is MetroGoldwyn Mayer Studio, CulverCity, Californië. L. P. te D E N HAAG. De echtgenoot van Brigitte Helm is de filmacteur Richard Weissbach. Speelt voorloopig nog kleine rollen. Maar het kan verkeeren I N. K. te ROTTERDAM. Louise Brooks heeft in Berlijn gefilmd en wel in de rol prent ,,Büchse der Pandora". Zij speelde Lulu. Ook Barbara Kent is in Berlijn. I. K. te TIEL. Agnes Petersen is met Iwan Mosjoukin getrouwd. Mosjoukin is den 26sten September jarig.' A. W. te LEEUWARDEN. Greta Garbo is den 17en April in Göteborg geboren. Voor de film is zij door Maurltz Stiller ontdekt. Zij is lichtblond. Haar eerste filmrol was: Elisabeth J Dohna in „Gösta Berling". Haar adres is MefroGoldwyn Mayer Studio, CulverCity, Californië. G. B. te HOORN. Lil Dagover filmt circa acht jaar. Haar eerste echtgenoot was de acteur Dagover; thans is zij met Karl Witt getrouwd. Zij heeft een dochter van 15 jaar. Haar adres is ArysAHee 4, Ber lijnWestend. Niet vergeten antwoord coupon in te sluiten I T. B. te ROTTERDAM. Ronald Col man is getrouwd. Dank voor uw briefje. L. W. te AMSTERDAM. Gustav Fröh lich is den 21 sten Maart in Hannover geboren. Ouderdom van artisten vermelden wij niet. B. B. te D E N HAAG. De door u be doelde rol in „Geheimen van het Oosten" speelt Ivan Petrovich. Zijn adres is Kaiser platz 1, Berlijn'Wilmersdorf. R. S. te D E N BOSCH. Deze rol in Traviata speelt Gilbert Roland. Zijn adres is First National Studio, Burbants, Cali fornië. A. P. te LEIDEN. Een foto van Don Alvarado plaatsten wij in het vorige num mer. De anderen volgen.
arroganten blik om zich heen ziend, liep Serge naar den troon. „Waar is prinses Nasja?" vroeg hij ruw, zonder plichtplegingen. „Zij was niet in staat hier tegen woordig te zijn," antwoordde de koning, terwijl een hoog rood zijn wangen bij deze beleediging kleurde. „Ga haar zeggen, dat ik haar wensch te spreken," zei Serge kort. Verbaasd keek de koning hem a a n ; hij wilde wat zeggen, maar de ander lachte en was hem voor. „Vergeet niet, dat mijn Witmutsen bij de hand zijn. Eén woord van mij e n . . . " Hij maakte den zin niet af maar haalde zijn schouders op. Een oogenblik keek de koning hulp en steun zoekend naar zijn vroegere ministers. Maar niemand was eronder hen, die iets durfde zeggen. „Mag ik de eer hebben, deze bood schap aan de prinses over te brengen ?" Degene, die deze woorden had ge zegd, was een jonge man, die tusschen de vertegenwoordigers der vreemde mogendheden stond. „Wie ben jij?" vroeg Serge, hem onderzoekend en wantrouwend aan ziend. Met een onverschillig glimlachje be antwoordde de jongeman den blik van den leider der Witmutsen. „Kapitein Nicol F yfa van de legatie van Cialla," antwoordde hij. t „Waar is je chef, de gezant van Cialla ?" De jongeman glimlachte weer. „Die neemt geen bevelen aan van de Witmutsen!" ' Met deze woorden liep hij onverschil lig langs Serge heen, de troonzaal uit om prinses Nasja te gaan zoeken. Prinses Nasja stond voor het venster
Het laaiende vuur der vaderlandsliefde, dat duizenden tot zijn volgelingen had gemaakt, was langzamerhand gaan smeulen, uitgedoofd en alleen de tyran, die slechts om de vervulling van eigen wenschen en verlangens dacht, was gebleven. Zwaaiend met zijn armen en met
i—
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM BRENGT STEEDS DE BESTE PROG R A M MA'S
Vóór het inzeepen GRETA GARBO IN ONGEWOON GEZEL SCHAP De olifant werd op het witte doek vereeuwigd. MIOTO AOINDA
-
22 -
/
een Indische danseres, die reeds In verschillende revues optrad.
Als gij U moeilijk scheert omdat Uw huid gauw stuk gaat en pijn doet, dan kunt gij dit geheel voorkomen, indien gij vóór het inzeepen de huid even inwrijft met slechts een weinig
PUROL
LOLA EN LAURENT
een Hollandsen danspaar, dat in verscheidene steden optrad. Foto Godfried de Groot
en liet h a a r peinzende blikken over de besneeuwde stad dwalen. Van de kathedraal wapperde ter eere van de overwinning der Witmutsen de vlag van Vallacia... Een kloppen op de deur wekte haar op uit haar gepeins. „ Binnen!" De binnenkomende was een jongeman, met een frisch, open gezicht, dat door een glimlach nauwelijks merkbaar was vertrokken. „Wie zijt g e ? " vroeg de prinses. De jongeman dacht, wat een mooie, blauwe oogen zij had en hoe zeer zij haar reputatie, de mooiste prinses van Europa te zijn, verdiende. „Ik ben kapitein Nicol Fyfa van de legatie van Cialla, Koninklijke Hoogheid!" „Is u pas hier gearriveerd?" „Vanmorgen ben ik in Tsjernowa aangekomen," antwoordde hij. „En wat wenscht u van mij ?" „Onze vriend Serge Sovbra heeft naar u gevraagd. H i j . . . " „Ik heb reeds gezegd, dat ik hem niet ontmoeten wil," viel de prinses hem kort in de rede. Fyfa knikte goedkeurend. „Maar ik zou toch maar naar hem toe gaan . . . " zei hij. „Waarom?" „Dat zal ik u zeggen. Op het oogenblik is Serge Sovbra lijdend aan een gezwollen hoofd. Hij heeft te vèèl succes, gehad en heeft het niet kunnen verwerken. Hij is met al zijn macht niet meer dan een boer, een bedelaar, .en al wat hij noodig heeft, is eens flink op zijn plaats gezet te worden. Ongelukkig genoeg schijnt niemand dit aan te durven. De ministers knipperen zenuwachtig met hun oogen, telkens wanneer ze den naam Witmutsen hooren. Voor zoover ik kan nagaan, bent u de eenige hier, die niet bang voor hem is. Ik geloof, dat een flinke terechtwijzing van u hem veel goed zou doen. En misschien geeft het den anderen ook een beetje moed!" De prinses keek hem verwonderd aan. „Tusschen twee haakjes," zei Fyfa plotseling, „ik hoop, dat u het niet erg vindt, dat ik niet om den anderen zin „Koninklijke Hoogheid" tegen u zeg?" „In het geheel niet," antwoordde zij lachend. Hij knikte. „De kwestie is, dat ik in diplomatieke zaken een volslagen beginneling ben en hoè weet ik zelf niet, maar van het eerste oogenblik af, dat ik u zag, begreep ik, dat het niet noodig was u telkens koninklijke hoogheid te noemen. Natuurlijk, het is mijn zaak niet, u te zeggen, wat u doen moet of hoe u tusschenbeide moet komen. Maar toen ik hoorde, dat u de eenige was in heel Vallacia, die moed genoeg had om
EAU DE CoLocNr
ANCELO MARIE FARINA
Eut derotuóée eft Jkeséemeden Tachr, iw/rincnenct, duurzaam OVERAL
VERKRUCftAAR
Foto Mmnue
Een eenvoudige, doch chique japon, gecreëerd door Francis in Parijs
Serge te weerstaan,' wilde ik u helpen, als ik kon." De blauwe oogen van de prinses keken hem dankbaar glimlachend aan. Zij vond het prettig, dat zij eindelijk eens als een menschelijk wezen werd behandeld, dat zij een vriend had. Iedereen in het paleis had haar trachten te overhalen in de troonzaal te komen, teneinde Serge te ontmoeten . ., „Nu," vroeg Fyfa, eveneens lachend,
„komt u, om S e r g e / d e terechtwijzing te geven, waar hij om vraagt?" „Waarom wil hij mij spreken ?" Fyfa haalde zijn schouders op. „Dat mag de hemel weten. Maar dat komt er niet opaan, zou ik zeggen. U kunt hem in ieder geval op zijn nummer zetten!" Ze knikte. „Goed! Ik zal komen." Samen begaven zij zich naar de troonzaal. Zoodra prinses Nasja in de deur der zaal verscheen, Rep Serge op haar toe om haar te begroeten. Hij maakte een overdreven buiging en bracht haar naar heur zetel, die naast den koning stond. De prinses hield haar blikken strak voor zich gevestigd, zij negeerde den leider der Witmutsen totaal. Serge keek haar glimlachend van terzijde aan. Toen zij gezeten was, kruiste hij zijn armen over zijn breede borst, draaide zich om en keek het in de troonzaal vergaderde gezelschap aan. „Heeren," zei hij toen, „vandaag wordt er een nieuw hoofdstuk begonnen van de geschiedenis van Vallacia. De Witmutsen hebben getriomfeerd over de vijanden van het vaderland. Van nu af zal Vallacia de plaats onder de andere volken innemen, waar het recht op heeft. Heden is het een dag van vreugde. Maar de vreugde van vandaag is niets in vergelijking met de vreugde, die er over een week zal heerschen, wanneer in de Kathedraal van Tsjernowa prinses Nasja in het huwelijk zal treden met den man harer k e u z e . . . Serge Sovbra, den redder van het 'land en het volk van Vallacia!" Na deze woorden heerschte ergroote verwondering bij alle aanwezigen. De koning zakte ineen, alsof hij een slag met een stok had gekregen en bleef met gebogen hoofd zitten. Bleek als een doode zat prinses Nasja, rechtop, onbeweeglijk als een standbeeld. Onbeschaamd lachend keek Serge de aanwezigen aan. Hij wist, wat zij dachten over hetgeen hij had gezegd, maar hij wist ook, dat er niemand was, die hem durfde weerstreven. Opeens sprong de prinses overeind en gaf den leider der Witmutsen een slag in het gezichtHet geluid van den klap klonk door heel de zaal. „Goed zool" riep Fyfa goedkeurend. De prinses liep naar de deur. Sovbra, wit van woede, keek haar ha. Geen geluid verbrak de stilte. Toen deed Fyfa een paar stappen naar voren om de deur voor de prinses te openen. „Daar kan hij eens rustig over nadenken," zei hij glimlachend, toen hij met de prinses de troonzaal verliet.
PERSONEN: Sheldrake . . . . Fritz Greiner Detective Barton . . Carl de Vogt Sam Ackroyd . . . Craighall Sherry Elsie Ackroyd . . . Lien Deyers
REGIE: GEZA VON
SAM ACKROYD - CRAIGHALL SHERRY
VACANT
J. v. WILLIGEN & ZONEN HOEK PIET HEIN-ZOUTMANSTRAAT
DEN HAAO
Men vrage condities bij de administratie van Het Weekblad, Galgewater 22, Leiden ELSIE ACKROYD -
24 -
PERSONEN: . . . Ernst Reicher . . . Hertha von Walter . . . Fred Solm Guy Newall
EEN FELSOM FILM DER UFA
Z W I T S E R S C H E ANCRE HORLOGES in platina met briljanten, wit goud, goud en zilver met schriftelyke garantie P R I J Z E N vanaf f 12.50
Harald Brant Nora Lincoln Herry /obber Ben
LIEN DEYERS
BOLVARY-ZAHN
eeds 8 maanden zit Sheldrake, die de Suffolkdiamanten gestolen heeft, in voorarrest, doch het is de politie niet gelukt ook maar iets van de verdwenen diamanten te weten te komen. De hoofdcommissaris van politie en Barton, de detective, die het geval Sheldrake behandelen, besluiten van tactiek te veranderen, teneinde eenig licht in deze duistere zaak te brengen. Barton weet een vijl in de cel van Sheldrake binnen te smokkelen, en heel spoedig vermelden de couranten de ontvluchting van den inbreker. Barton volgt hem naar het leegstaande perceel No. 17 boven de Whitechaple-tunnel, een beruchte schuilplaats voor allerlei misdadigers, waar tot nu toe elk gevolgd spoor plotseling ophield. Detective Barton is vast besloten tegelijk met het geval Sheldrake ook het geheim van huis No. 17 op te lossen. Hij wordt daarbij door den uitdrager Ackroyd en zijn dochter Elsie bijgestaan. Ackroyd, die eveneens tot de politie behoort, heeft zich twee jaar geleden in deze achterbuurt gevestigd om het geheim van No. 17 te ontsluieren, maar het is ook hem tot nog toe niet mogen gelukken. Niet alleen Barton, doch ook Brant en zijn vriendin Nora volgen het spoor van Sheldrake. Brant was zijn medeplichtige en hoopt nu eindelijk zijn aandeel in den buit te krijgen. Terwijl Sheldrake in den kelder van huis No. 17 de daar verborgen Suffolk-diamanten voor den dag haalt, worden Nora en Brant in hetzelfde huis door Barton ontvangen. Bij de misdadigers heeft zich nog een derde, Herry Jobber, aangesloten, terwijl Barton een welkome hulp heeft gevonden in den werkloózen matroos Ben. Een verwoede strijd ontbrandt in het verlaten huis. Reeds heeft Barton de diamanten in zijn bezit, doch hij moet voor de overmacht zwichten. Alles schijnt verloren: Ben en Barton liggen gebonden onder het. dak van huis No 17. Ben heeft zich weten te bevrijden, daalt in de tunnel af, die hij tijdens zijn korte verblijf in het huis toevallig heeft ontdekt, en begeeft zich op weg naar de politie. Wanneer hij in de tunnel gekomen is, wordt hij door politie-agenten, die onder commando van Ackroyd het huis omsuv geld hebben, gevangen genomen. Deze tunnel is de sleutel tot het geheim van huis No. 17. Het omgekochte treinpersoneel nam namelijk de voortvluchtige misdadigers in de goederentreinen op en onttrok hen zoo aan de macht der politie. De schuldige treinbeambten ontloopen hun straf niet. Sheldrake wordt opnieuw gearresteerd en de hoofdcommissaris van politie geeft bevel huis No. 17 met den grond gelijk te maken. -
25
-
HARALD BRANT - ERNST REICHER
NORA LINCOLN - HERTHA VON WALTER
HERRY JOBBER - FRED SOLM
BEN - GUY NEWALL
DFFFSTFI Mijn neef Jansen had onlangs met nög een lid van zijn vereeniging tot taak de rekening en verantwoording van den penningmeester na te zien. Ze keken en vergeleken de cijfers alsof hun leven ervan afhing en be vonden, dat alles klopte. Dit wil zeggen: op papier. Daarom zei de ander tegen mijn neef: „Ja, dat is allemaal goed en wel, maar ik zou het geld wel eens willen zien. Waar is dat?" „Nou," antwoordde mijn neef, „het staat er toch onder, waar het is. Hier, lees maar, daar staat het: „Opgemaakt door den penningmeester f" Groote verwachtingen „Marie," zei de vader van het aardige meisje, „heeft die jonge man, die zoo vaak voor je komt, vooruitzichten?" „Ja, vader," antwoordde het aardige meisje. „Waaruit bestaan die d a n ? " „Uit mij f" Hachelijk Schipbreukeling (op een eiland, tot den eenigen anderen overlevende van de ramp): „Waarom zou die kannibaal ons zoo aandachtig aankijken?" De „optimistische" lotgenoot: „Ik denk, dat hij controleur van de voedsel voorziening is." Het bewijs Vader en zoon genoten een dagje van het buitenleven. „Kijk eens, jongen," zei de vader, ter wijl hij om zich heen wees, „al dit land hier was vroeger door de zee bedekt en toen zwommen hier natuurlijk op de plaats waar wij nu staan visschen." „Ja, vader," antwoordde de zoon, op eens bukkend, „ik zie het, want hier ligt nog een leeg zalmblikje." De conclusie Dick: „Begrijp je dat? Mijn zuster is net twintig en zij heeft een kaal hoofd gekregen." Jan: „Allemachiesl Dan heeft hij zeker wel een boel geld?"
OrtÖ 5P0RÏH0EKJE A. J. Bronkhorst f In den nacht van Zaterdag op Zondag 13—14 April is te Brussel overleden 't oudbestuurs lid en eerelid van den Ned. Voetbalbond Sam Bronkhorst. Wij ouderen hebben hem niet anders gekend dan als Sam Bronkhorst. Ontel bare en onschatbare diensten heeft Sam aan de sport, die hem lief was, bewezen. Hij was de stille werker, de bescheiden figuur, die ber gen werk verzette, zonder zichzelf ooit op den voorgrond te dringen. De jongeren hebben hem nauwelijks gekend, doch wij, die al een 25 jaren in den N.V.B, meeloopen, wij hebben gelegenheid te over gehad, hem naar ver dienste te waardeeren. Sam was onkreukbaar en genoot ons aller vertrouwen. In tal van commissies heeft Bronkhorst zitting gehad en de laatste jaren vertegenwoordigde hij den N.V.B, bij de H.N.A.lf. Populair heeft Sam zich niet weten te maken en het verwonderde ons dan ook niet, dat toen de ouderen zich langzamerhand uit de leiding terugtrokken, een jonger geslacht poogde den stillen man in het bestuur te vervangen door een meer popu lairen vertegenwoordiger. De algemeene ver gadering benoemde hem bij zijn aftreden als bestuurslid tot eerelid van den N.V.B. Dat had Bronkhorst zeer zeker verdiend. Zoo nu en dan liet Sam zich nog wel eens bij internationale wedstrijden zien, overigens merkte men niet veel van hem. De sport in het algemeen en de N.V.B, in het bijzonder verliezen in Bronkhorst een trouw en hard werker voor de goede zaak. Zijn nagedachtenis zal bij hen, die hem gekend hebben, zeker nog lang in eere gehouden wor den. Rust zacht, Sam I Je bent veel te vroeg van ons heen gegaan.
Scheidsrechters. Heeren arbiters, er moet ons iets uit de pen. Er was een tijd, dat de N.V.B, beschikte over tal van firstclass scheidsrechters. Dat was zoo omstreeks 1910. Tromp, Willing, Groot hoff, Meerum Terwogt, we noemen slechts een paar der allergrootsten, ze waren capabel voor eiken wedstrijd. Zóó rijk is de bond thans niet meer. Schakelen we nu Mutters, Eymers, van Bisselick en nog enkelen uit, dan beschikt de N.V.B, thans over een groot aantal jongeren, van wie enkelen de kunst wellicht nog zullen leeren, doch die, op een enkele uitzondering na, een fout vertoonen in hun leiding, die mis schien fnuikend zal zijn voor hun carrière. De fout, die wij bedoelen is . . . vrees voor de spe lers, vrees voor het publiek. We zagen onlangs een wedstrijd, opzettelijk noemen we geen namen, waarbij een speler, boos omdat zijn club ging verliezen, op de meest unfaire wijze tegen zijn tegenstanders optrad. Niet eenmaal, maar wel twintig maal.En wat deed de arbiter? Hij trachtte te sussen, klopte den overtreder eens op den schouder en... liet hem kalm ver der zijn gang gaan. Heusch, wij hebben op de tribune zitten tandenknarsen. Wat zou zoo'n sinjeur in den „goeden ouden tijd" spoedig ACHTSTE VRAAG buiten het speelveld hebben gestaan. Nu deed Op onze achtste vraag ontvingen wij ook de arbiter niets, zelfs niet, toen hij bij het einde wederom een groot aantal antwoorden. O.i. van den wedstrijd door denzelfden speler werd was er echter maar éen juist, n.1. dat van bedreigd. Zoo'n voetballer hoort op onze vel den heer N. Wertenbroek, St. Josephstr. 1, den niet thuis. Maar wat kan 't N.V.B.bestuur Breda, die Edison noemde als degene, die doen, als het geen klacht bereikt? Een week de eerste filmopname maakte. Wij zonden later zagen we een voetballer, die een tegen hem dan ook den prijs van f 2.50. stander opzettelijk schopte, terwijl de bal aan Daar, tot op zekere hoogte, ook de ge de andere helft van het speelveld was. Ook nu broeders A. & L. Lumière als zoodanig kunnen trad de arbiter gemoedelijk, sussend, op. Ook worden beschouwd, hebben wij besloten de deze speler had onmiddellijk van het veld ver troostprijzen te verdeden onder hen, die wijderd moeten worden. De beide betrokken ons dezen naam opgaven. De gelukkigen, arbiters zijn jongeren met veel aanleg, die er die deze prijzen ontvingen, zijn: de heer evenwel, voortgaande op deze manier, nooit W. H. B. Briedé, Villa „Buitendorp", Noord zullen komen, althans niet op de hoogte van wijk a. Zee; de heer J. A. M. Peters, Hooge Tromp c.s. Wat minder vrees, heeren? Gooit straat 49, Deventer; de heer T. v. Kol ver er maar eens een speler uit. Dat brengt den schoten, Mercatorstraat 34II, Amsterdam; angst er in en komt uw verdere leiding ten de heer Joh. J. Kramer, Wandeloordstraat goede. En 't publiek èn de spelers zullen hier 54, Rotterdam; de heer J. G. Eelzak, Marco door U meer respecteeren. Zachte meesters Polostraat 226III, Amsterdam. maken ook nu nog stinkende wonden. Alle prijzen zijn reeds verzonden. JAN VAN ZANT -
26
IITVAALFII
Hij kende haar De verpleegster: „Het is een twee ling, mijnheer 1'V^s Hij: „Dat verwondert me niets. Mijn vrouw heeft altijd beweerd, dat twee menschen net zoo goedkoop kunnen leven als één." Hij kon het weten De Bruin: „Weet je misschien ook iemand, die zijn auto wij verkoopen?" Smit: „Ja, ik geloof, dat Jansen den zijne verkoopen wil." De Bruin: „Waarom denk j è dat ?" Smit: „Hij heeft mijn auto gisteren gekocht I" Hatelijk Het meisje: „Ja, ik huiver, als ik denk aan mijn dertigsten verjaardag." De vriendin: „Wat is er dan toen gebeurd ?" Het juiste antwoord Oude dame (den conducteur van de tram met haar paraplu in zijn rug du wend): „Is dat de Beurs, conducteur?" De conducteur: „Neen, mevrouw, dat ben ik f" Eenzijdig Willy: „Blozende wangen zijn toch een teeken v a n . e e n goede gezondheid, niet ?" Luus: „Ik geloof het wel." Willy: „Nou, dan zag ik gisteren een meisje, dat aan den eenen kant heel wat gezonder was dan aan den anderen kant.' Nooit afwezig De bezoekster trad de cel binnen van een gevangene, die er zeer treurig uit zag en klaagde, dat hij zich zoo alleen voelde. „Komen je vrienden j e dan nooit eens opzoeken?" vroeg de dame. „Neen, mevrouw, nooit," was het ant woord. „Ze zitten ook allemaal hier!" Onze dienstboden „Ja, onze nieuwe dienstbode is niet slecht. Alleen kookt zij de eieren te hard f" „Wees maar blij! De onzen blijven nooit zoo lang, dat de eieren hard kun nen worden."
Wie onzer lezeressen en lezers kunnen ons zeggen, aan welke taal wij ons woord koffie hebben ontleend? Wij verzoeken de antwoorden (liefst zoo kort mogelijk) te willen inzenden op een briefkaart en ze te adresseeren aan: Redactie „Het Weekblad", Nieuwe Rubriek, Twaalfde Vraag, Galgewater 22, Leiden. De antwoorden moeten uiterlijk 8 Mei (voor Indische lezers uiterlijk 5 September) in ons bezit zijn, willen zij nog voor een prijs in aanmerking kunnen komen. Onder de goede inzendsters en inzenders wordt een geldprijs van f 2.50 verloot. Zoo de redactie dit gewenscht acht, worden eveneens vijf troostprijzen, bestaande uit een boekwerk elk, mede uitgekeerd. Komaan, lezeressen, lezers, toont ons weer, wat ge weet!
LIENTJ E'S LOKJE EEN H.B.S. DRAMA <)
„Trouwe honden; ja, dat zijn het!" fan vertraagde stil den pas. Zoo trouw zou hij ook willen wezen, Zooa/s Caro, de poedel, was. Zoo vaak had hij het willen vragen... Zou hij het nu maar durven wagen?
Lientje was een aardig meisje, Lientje was juist zestien jaar. Lien had nog geen page-kopje, Lien had lang en gitzwart haar. Lientje had ook donk're kijkers. Maar een lichten, blijden lach. led're jongen keek eens om Wanneer hij Lien pas$eeren zag. Lien droeg mooie zijden jurken En 'n manteltje met bont. Mooie schoentjes en een hoedje, dat haar alleraardigst stond. Lien was net een klein prinsesje, waar ze ging of stond of zat. Lien was, dat zei iedre jongen: „Lientje? Lientje was een schat f Elke jongen hield van Lientje En de jaloezie was groot. Wie haar boekentasch mocht dragen, daar werd bijna om geloot. Als Lien even naar je omkeek? Nou, je kreeg een kleur als bloed! En a/a Lien tegen je lachte? Nou, je heele dag was goed! En als zij je toesprak was het Of je door den grond heen ging. En je mond zei: „Zeker . . . eh ... Lientje f' Maar je hart zei: „Lieveling"! fan, dat was een flinke jongen, Een der knapsten uit de klas, Die bij voetbal en bij roeien Een der eerste sterren was. fan kon Lientje niet vergeten, Nadat hij haar had aanschouwd En er werd bij som en thema's Menig luchtkasteel gebouwd... Voor zijn Lien, zoo lief en netjes, Oaf hij zijn fiets, z'n sigaretjes, Zijn voetbal en zijn radio. Zijn ziel en zaligheid cadeau. En eens kwam Jan ons Lientje tegen; Hij stond bedremmeld en verlegen. Maar juist loen zij voorbij wou gaan, Trok hij de stoute schoenen aan: „Zeg Lien... dag Lien... zeg... vind je goed. Ik bedoel, dat ik ook dien kant uit moet... ... Als je het goed vindt.. . loop ik mee ... Het is zoo gezellig .. ■ met zijn twee ..." „Mij best," zei Lientje en liep door. Je loopt op je eigen beenen, hoor f fan kon soms uren overleggen, Wat of hij tegen Lien zou zeggen, En nu, nu wist hij het niet meer En kletste over „vriezend weer". „Wat een mooie hond! Is die van jou?" „fa, Caro kom eens bij de vrouw! Mama heeft nog een kleiner hondje, Maar deze poedel is van mijn. Ik houd van poedels, want ze zeggen, Dat het trouwe honden zijn f'
■-.*
„Zeg Lien, ik wou vragen, ...al een heelen tijd... Ik vind je zoo'n lieve, zoo'n aardige meid... Als jij nu ook van mij wilt houen, Dan gaan we later samen trouwen... Ik was al stapel op je, Lien, Zoodra toen ik je had gezien! Zeg, houd je niet een heel klein beetje, zoo'n hèèl klein beetje van me, Lien 7' „Ik weet het niet," sprak Lientje kleurend, „ Wanneer je aardig bent.'... misschien f' „Dat's eenig Lien, dat vind ik fijn; Ik zal reuze m'n best doen om aardig te zijn! Dan nog iets zeg.. . misschien vind je 't raar, Krijg ik ... een lokje ... van je haar 7' „Neen zeg, stel voor, dat Moe het zag! Dat kan ik niet beloven! En ga nu hier de dwarsstraat in, Want ik moet heusch naar boven!" Dien avond kreeg fan een envelop, Een rose, met zijn naam er op. Wat mooi papier, wat rook die fijn ... Van wie zou die gekomen zijn? Gauw stil er mee naar zijn kamer gaan! Wat of er toch wel in zou staan ? Een vloeitje? Oh, een lokje haarl^ Dat was van Lien, dat was van haar. Wat mooi, wat zwart, wat zacht was dat... Wat was ze toch een echte schat! Direct had zij aan hem gedacht. Hij nam het mee naar bed vannacht... Hij zou het onder z'n kussen leggen En er „Nacht Lientje" tegen zeggen... Zou hij het even durven doen.,.? Lientjes lokje kreeg een zoen! Met alle jongens uit de klasse Was het nu voortaan ijskoud af Want hieraan kon je toch wel merken, Dat zij alleen om hem wat gaf. En toen des morgens voor den schooltijd /an in de verte Lien zag staan, Is hij direct met groote passen Naar „zijn" meisje toegegaan. „Dag Lien! Zeg Lien, je wordt bedankt, poor, Voor wat je stuurde ... wat ik vroeg ..." „Oh ja," sprak Lien, „is het voldoende? Ik heb er anders nog genoeg ... Want, kom eens hier zeg, moet /e Aooren; ONZE P OEDEL IS GISTEREN GESCHOREN." Even zette /an een verbijsterd gezicht. Toen liep hij weg van dat akelige wicht! H. C.
-
27
-
EYLDERS.
_VEH
De kleeding voor het tweede huwelijk -■■
-
■
- „ -
KINDÉR-BLOEMENCORSO IN NIZZA
OE MOEDER VAN DE BRUID
28
VAM
■
Tn onzen tijd, waarin het zoo veelvuldig voorkomt, dat er een tweede A huwelijk gesloten wordt, is het misschien voor onze lezeressen wel in teressant te weten, welke kleeding hiervoor, vooral bij de toonaangevende gezelschappen in het buitenland, gebruikelijk is. De japon, die door de bruid bij haar tweede huwelijk gedragen wordt, is nooit wai men noemt e e n „bruidskleed". Dit wil zeggen, het moet niet het traditioneele witte kleed met sleep en sluier zijn. Integendeel, h e t moet zoo eenvoudig mogelijk zijn, zóó, dat het tevens als middagjapon gedragen kan worden. Ons eerste plaatje toont hoe een zeer chique Amerikaansche dame, die bij haar tweede huwelijk in Parijs vertoefde, gekleed was. De japon is van zachte beige zijdecfêpe en in tegenstelling met de traditioneele bruidsjaponnen, had ze alleen aan d e n zijkant een kort sleepje, en dit nog wel voornamelijk, omdat het de mode van den dag is. Bij de trouw plechtigheid droeg de bruid bovendien een korten mantel van dezelfde stof. Ook de hoed van vilt was van bijpassende teint, terwijl de schoentjes eenvoudige pumps van beige antilopeleer waren. Een belangrijke factor bij het completeeren van een dergelijk deftige kleeding vormen de juweelen. Smaak is niet meer t e dragen dan e e n snoer parelen, een breeden diamanten armband en op de blouse een langwerpige sierspeld. Een groote vraag bij het tweede huwelijk is, of men al of niet bloemen zal dragen. Raadzaam is, dit wèl te doen, doch dan in den vorm van een kleinen bouquet, in de hand gehouden of op den schouder bevestigd. Hiervoor kunnen verschillende witte of gele bloemen in aanmerking komen, al naar den smaak van de draagster. Onze tweede illustratie laat een bruid zien gekleed in een japon van boisderosezijdekant, met een kort jakje van dezelfde stof. Bij dit com plet behoort een opengewerkte zijde stroohoed en beige suède schoentjes, terwijl hier parelen de eenige juweelen uitmaken. Aardig is het ook te vernemen, hoe de moeder der bruid zich bij zulk een gelegenheid kleedt. O o k zij volgt hierbij natuurlijk de laatste mode. Voor het oogenblik is het zeer elegant een „chiffonemprime"japon te nemen, doch vooral in zachte en eenvoudige dessins. ADÈLE WINTER
KATIiARINA bÜShl
Toen de andere heeren binnenkwamen, voegde Gerard zich ook bij het gezel schap aan de piano en sloeg Katharina zwijgend gade. Ze had zich alle moeite gegeven om zich ook die gedistingeerde houding eigen te maken en Gerard, wiens sterk critisch oordeel niet door de liefde verblind werd, bemerkte, dat ze sedert Kerstavond, toen hij haar het laatst in soiréetoilet gezien had, werke lijk vooruit gegaan was in deze richting. Ze keek niet meer zoo gemelijk en ant woordde vloeiend en zonder aarzelen, wanneer men haar iets vroeg en niet meer zoo kortaf als vroeger. Een bejaard staatsman richtte het woord tot haar. Het gesprek scheen hem bijzonder te behagen. Toen de lie deren voorgedragen waren en Katharina de kamer wilde verlaten, noodigde hij haar met een handbeweging uit om naast hem plaats te nemen.. Katharina wist niet zeker wat ze doen moest, blijven of heengaan. Gelukkig hielp Lady Garribardine haar uit de verlegenheid door te zeggen: „U moet nog niet gaan slapen, Miss Bush, waar schijnlijk zal er nog gezongen worden; blijf hier en praat een poosje met Sir
een twintigtal hoogstaande menschen, allen tot de groote wereld behoorend. Ze had zich volstrekt niet misplaatst gevoeld in hun gezelschap, ofschoon ze wist, dat er verscheidene hooge staats lieden, een paar diplomaten en een vreemde gezant onder waren. Met welk een vlugheid en gemak werden geestige en verstandige uitvallen gepareerd — hoe volmaakt voelde ieder zich daarin thuis! Ze wist aan haar ga laat en houding den schijn van onge dwongenheid te geven, maar ze kon niet zeggen, dat ze zichzelf geheel op haar gemak voelde. Wel met Gerard Strobridge, maar Gerard was behalve haar leermeester haar onderdanige dienaar — dat maakte een verschil! Vrouwen te behagen moest nu haar doel worden en zooveel mogelijk diende ze te vermijden te spreken met mannen, die in den smaak vielen, totdat ze zich een plaats verworven had, waar de na ijver van haar eigen geslacht haar niet meer deren kon. Katharina vroeg zich af hoe lang het duren zou, tot er zich een bepaald doel voor haar voordeed — dat moest het lot beslissen en alleen zij, die zich op de
John."
Katharina voldeed gaarne aan dit be vel en deed wat in haar vermogen was om het gesprek op aangename, vrien delijke wijze aan den gang te houden. Gerard bleef haar gadeslaan en was trótsch op haar. „Je secretaresse heeft vanavond veel succes, Seraphim," zei hij tot zijn tante. „Ja, en het is welverdiend. Het meisje is er één uit duizend. Ik denk er over Sir J o h n voor haar te interesseeren. Hij zoekt een vrouw en heeft ruim zeventien duizend per jaar en maar heel weinig last van jicht." Zij kon h e m prachtig leiden, en van veel nut zijn voor de Partij. Haar hart zal nooit mét haar eerzucht in strijd komen!" „Hij zou een ideaal echtgenoot wezen." E r lag sarcasme in den toon van mijnheer Strobridge. „In dit geval zou een minnaar beslist noodzakelijk worden. Doe er je best voor in alle geval, Seraphim." De gravin keek hem even doordrin gend aan en zei toen: „Kom morgen in mijn zitkamer met mij ontbijten, G. Dan kunnen wij er over spreken." Ze lachte zachtjes. Toen Katharina een uur later in haar kamer bij den haard zat, ging ze voor zich zelve eens nauwkeurig na wat er zooal in de laatste vijf maanden was voorgevallen in haar leven, en of het haar voordeel had gebracht. Verbazend Veel! Van gewone typiste bij „Liv" en „Dev" was ze opgeklommen tot huisgenoote in d e woning te Ber kely Square, en daarna tot de vlam van Gerard Strobridge en nu de gewaar deerde gezellin van Lady Garribardine te Blissington. En nu had ze den avond doorgebracht bijna als hun gelijke met /
H. C. EYLDERS, die ons de aardige bijdrage „L ientjes L ok je" zond
BEZOEKT HEI
LUXOR PALAST - 2 9 -
kansen van het lot had voorbereid, konden op succes hopen bij zulk een moeilijk spel zooals zij er een speelde. W a a r allerlei stands en geslachtsvoor oordeelen tegen haar waren, bleef er geen tijd voor dwaze verpoozing over! Gaarne h a d ze willen weten of Lady Garribardine haar gedragslijn h a d goed gekeurd. De oude gentleman, met wien zij gesproken had, was verbazend geestig. Zij had genoten van hun dis cours. Het eerste wat haar nu te doen stond, was het zoo ver te brengen, dat zij in het salon l jmen kon wanneer zij wilde. Zij besloot zich zoo verdienste lijk mogelijk te maken en wanneer zij er toe in de gelegenheid was alle verveling te verdrijven, zoodat haar meesteres in «ou zien, dat ze werkelijk niet gemist worden kon. Ten laatste begaf ze zich ter ruste, zeer ingenomen met dezen avond. Toen mijnheer Strobridge den volgen den morgen in zijn tantes zitkamer kwam, vond hij haar in een bekoorlijk négligé bezig koffie in te schenken. „Ik kon niet op je wachten, G.", zei ze. „Ga gauw zitten. E r zijn m a a r twee gerechten, behalve gerookt spek en eieren — kuikentjes en tong — het staat alles op tafel bij je elleboog." Ze spraken over allerlei, de partij betreffend. „Nu heb ik tijd, G, om te hooren hoe het met L a o gegaan is. H o e ben je ei aan ontkomen — met eer of ge heel in ongenade?" „Zij denkt, dat ik e r in berust Het is een goede uitkomst.. Beatrice was een onwaardeerbare hulp in dit geval. Lao en ik zijn de beste vrienden — zij ge voelt, dat ik hard gestreden heb met mijn neiging en een lofwaardige over winning heb behaald — door mij in Egypte af te zonderen.! N u amuseert ze zich buitengewoon met een jongen huzaar, die met verlof uit Indië thuis is. Ze moet ouder wezen d a n men meent." Zijn tante lachte vroolijk. „Het is beslist een slecht teeken. Lao heeft nog geen bepaalden leeftijd. Zoo iets tusschen acht en twintig en vijf en veertig. Jarenlang blijven we daar op staan en dan wordt het plotseling belachelijk Ik geloof bepaald, dat jij me voor dien schijn gered hebt, G. Mijn nieuwe pruik heeft mij tot nieuwe inzichten gebracht." „Je bent nu bepaald mooi, Seraphim." „Mijn gouden was alleen een ge woonte. Het is mij een bron van groote voldoening geweest waar te nemen hoe mijn vrienden de verandering hebben opgenomen — zelfs Miss Bush liet een zwakken uitroep hooren, toen ze het voor het eerst zagl" „Ze weet zich anders uitstekend te beheerschen." „G., dat meisje is een wonder — heb je mij niet het een en anderover haar te vertellen ?" „Niets, dan alleen, dat ik u toestem, dat ze het meest natuurlijke en ver standige wezen is, dat ik ooit heb ont moet." „Ben je op haar verliefd, beste jon gen?" „Ja, — ontzaglijk." „Zoo zelfs, dat je je zelve ongelukkig gevoelt?" „Daarover heb ik niet nagedacht,
— ■ - ■
maar het zal wel zoo wezen, daar ze geen jota om mij geeft." , J e hebt dus dien dag in de schil derij engalerij je vingers gebrand? Jam mer, dat ik het niet heb voorkomen." „Het vuur was tevoren al brandende. Het kwam mij beter voor, dat het op laaide. Nu tracht ik het te temperen tot vriendschap. Seraphim, je moet mij helpen. Ik bewonder haar moed en haar gezond verstand zoo zeer. Ze tracht werkelijk haar geest op allerlei wijzen te ontwikkelen. Wees vriendelijk voor haar en laat haar zoo nu en dan be neden komen evenals gisterenavond." „Dat ben ik van plan." Lady Gar ribardine bediende zich van honig. „Vol gende week neem ik haar mee naar Parijs en dan gaan we terug naar Lon den — daar zal het moeilijker worden." „Seraphim, veroorloof je mij in ernst haar het een en ander te leeren?" De Gravin üet haar klokkend lachje hooren. „Dat hangt er van af watl Je lief te hebben, een getrouwd man! Stellig nietl Haar eigen geest te verrijken? Wellicht!" „Helaas, is het om dit laatste te doen, dierbaarste aller tantes, maar," — in zijn stem trilde ongewone tee derheid, — „ik beken eerlijk, dat, in dien ik er niet van overtuigd was, dat het geval hopeloos is, en dat het mij nooit gelukken zal haar liefde te win nen, ik beslist alles trotseeren zou, zelfs je toorn en ongenade om haar te ver overen." „Als wat, als je minnares!" — Het klonk scherp. Mijnheer Strobridge haalde even de schouders op. „Ik zou haar gaarne trouwen, wan neer Beatrice in een scheiding toestem de. Zulke zaken laten zich uitstekend regelen." >Ja, Beatrice is een uitmuntend wezen, zooals je meermalen zei, maar daar Miss Bush niets van je weten wil, doe je verstandig bij Beatrice te blij ven. Ze heeft je vaak goede diensten bewezen. Denk aan Lao!" Dan, toen ze den pijnlijken trek op zijn bemind gelaat bemerkte, stond ze op en deed wat ze misschien in geen tien jaar gedaan had: ze sloeg haar arm om zijn hals en leunde zijn hoofd tegen haar boezem. „Beste jongen," fluisterde ze zacht, „ik kan niet verdragen, dat je wer kelijk leed hebt. Welken weg moeten wij inslaan om je voor meer verdriet
te bewaren? Wij moeten er iets op vinden." Hij was diep getroffen en haargroote genegenheid troostte hem. „Sta toe, dat ik haar nu en dan zonder uitvluchten ontmoeten kan om haar te helpen bij haar studie. In den herfst zie ik wel kans om naar Teheran gezonden te worden. Seraphim, herinner je je dien middag nog, toen wij die lief dadigheidszaak in orde brachten en ik thee bij je kwam drinken boven? Je zag, dat ik neerslachtig was, en ik zei: het was de schaduw van komende din gen. Nu, het is inderdaad bewaarheid geworden — toen is mijn aandacht voor het eerst op haar gevestigd geworden. Tevoren reeds beweerde je, dat je vrees de, dat ik nog eens waarlijk verliefd worden zou." Lady Garribardine drukte een kus op zijn voorhoofd. „Helaas 1" zei ze, „maar je waart ook te goed om enkel van het soort Alice Southerwood naar dat der Laos gedreven te worden. Het was te vree zen met jouw temperament. Ik wenschte waarlijk, dat je een meisje kon trouwen en mij een paar prachtige, kleine jon gens bezorgen, die ik aan kon nemen en tot mijn erfgenamen maken." „Iets beters zou ik niet verlangen kunnen van het lot." Zijn oogen straal den bij die gedachte. Zijn tante ging weer zitten en begon een appel te schillen. „Je zoudt dus niets tegen hebben, op dat gesmaadde huiselijk geluk — want — het zou je zelfs met burgerlijk toeschijnen, wel?" „In het minst niet." HOOFDSTUK XXI. De tijd stond niet stil. Een jaar ging voorbij, waarin Katharina Bush onmis kenbaar groote vorderingen maakte bij haar opwaarts streven. Er kwamen na tuurlijk oogenblikken van neerslachtig heid en ontmoediging, maar haar ijzeren wil deed haar dit alles te boven komen. Soms ging alles een tijdlang goed. Toen deed er zich plotseling iets voor, waar over ze bijna niet heen kon en dat haar plannen een paar weken in de war stuurde, daarna werd die hinderpaal
DIT is het Merk der goede Films
—
^
■
^
^
weer uit den weg geruimd en ging het opnieuw voorwaarts. Haar omgang met Gerard Strobridge was meesterlijk. Nooit stond ze hem toe de grenzen der vriendschap te over schrijden en van lieverlede begon hij voor haar de grootste hoogachting en • eerbied te gevoelen, die op heel zijn leven een stempel drukte. Zij spoorde 'hem aan in zijn loopbaan, terwijl ze van hem al de beschaving ontving, waarover zijn ontwikkelde geest de be schikking had. Lady Garribardine sloeg met haar verstandige, oude oogen den gang der zaken gade en kwam hun te hulp zoodra zij het noodig oordeelde. Daar Katharina's heerschappij over haar neef zijn welzijn beoogde, mochten geen standsvooroordeelen haar sympha thie in den weg staan. Voor Sara Garri bardine was de wereld vol onbetrouw bare gekken, die hoe sterk hun ver langen ook wezen mocht om een be paald doel te bereiken, te dom waren om in te zien, dat hun daden en metho den — meestal door persoonlijke ijdel heid ingegeven — het bereiken van dat doel juist in den weg stonden en, die zoo op hun levensbaan verblind voort sukkelen, in voortdurende verwondering dat het succes uitbleef. De eigenschap van redeneeren en ont leden, die haar secretaresse in zoo hooge mate bezat, wekte voornamelijk Lady Garribardine's belangstelling op. Katha rina was voor haar een blijvende studie, daar deze zoo verbazend ver van die gekkenwereld af stond. Hun bezoek aan Parijs had voor Katharina een nieuwe ervaring opgeleverd. Ze beschouwde de plaats nu uit een historisch oogpunt, niet zooals vroeger als de zetel voor , een liefdesdroom. Weer overviel haar een hevig verlangen naar Lord Algy toen zij den Gare du Nord bereikten, dien zonderlingen plotselingen greep der hartstocht, waaraan ze bij tijden scheen bloot te staan. Wanneer het lot hem op dat oogenblik aan haar had willen teruggeven, zou de verleiding te sterk geweest zijn om er weerstand aan te bieden. Nadien was ze steeds zeer dankbaar dat dit niet het geval geweest was, en dat haar den tijd was gelaten om de heerschappij over haar zelve te her winnen.
1
4*L«»i»i»slt.V.S.«-a f too.* Compleet met Batterijen, Luidspreker en Lampen
N.V. KLEEDERMAKERl)
Old Bona Streef DAMES EN HEERENKLEEDING NAAR MAAT LEIDSCHESTRAAT <9
SCHITTERENDE W E R K I N G K O R T E EN L A N G E G O L F
TELEFOON
J l éJ 2
DANS-INST. V. d. ZANDEN
Zelfde toestel op lichtnet, dus met Plaatstroomapparaat en GeHJkrichter
£155. '
R A D I O VENN. S L U Y T E R . E D E
DANSLESSEN CONSTANDSE TOUSSAINTKADE 21 3'nds 1916 te 'sGravenhage gevestigd
1e kl. Inrichting
THEATERAGENTUUR B. H. IBEL INGS Spui 84a - Den Haag - Tel. 16982
Schledamschesingel 49-50 Rotterdam — Telef. 51565
PROFESSIONAL L ESSEN PRIVÉ-LES CLUB-LES
Godfried de Groot ^an euykenstraat 2a Amsterdam Telef 28474 Specialiteit in 7Aoderne en Artistieke foto's T\en «e de vele reproducties van ons verb in ,',Wet Weehblad" Cinema fi Theater
n «■■*<
BELANGRIJKE MEDEDEELING VOOR ONZE ABONNÉ'S
Door plaatsgebrek moesten wfj deze week de „R ubriek der derde muze" laten liggen. IVU hopen haar In het volgende nummer weer op te nemen.
Z
ooals U bekend, ontvangt elke abonné, welk een nieuwe abonné aanbrengt, als premie een boek. Het enorme succes, dat wij daarmede hebben, heeft ons aanleiding gegeven nog iets verder te gaan. Wij hebben thans de hand gelegd op eene serie boeiende romans, m o o i e gebonden boeken, waarbij er zelfs zijn met een inhoud van ruim 3 5 0 bladzijden. Bovendien ontvangt elke abonné, welke 10 nieuwe abonné's heeft aangebracht, een a a r d i g b o e k e n k a s t j e ter opberging van deze serie. Voorloopig stellen w« 10 verschillende romans beschikbaar, waaruit de abonné, die een nieuw abonnement aanbracht, eene keuze kan doen, zoodat successievelijk de geheele serie in haar of ztfn bezit komt. '
- 30
|_
PREMIE-REBUS
1000 GULDEN CONTANT
WILT Ü 1000 GULDEN CONTANT WINNEN? Lost dan bovenstaande rebus op en zendt ons de premie-coupon ten spoedigste in. Iedereen kan deelnemen. Wanneer er meerdere juiste oplossingen inkomen — echter niet boven 5 ~ dan worden de 1000 Gulden gelijkmatig onder deze verdeeld. Mochten echter meer dan 5 juiste oplossingen inkomen, dan worden de 1000 Gulden in 5 premiën van 200 Gulden door trekking onder de inzenders der juiste oplossingen verdeeld. Direct na de trekking wordt de uitslag medegedeeld, met vermelding van namen en adressen der winners, en de 1000 Gulden uitbetaald. Wij verzoeken U onderstaande premie-coupon, met Uw oplossing alsmede Uw naam en adres (in gesloten enveloppe, niet als drukwerk) omgaand aan ons in te zenden. PUFMIPHTOI
flSCLVLlC,
TDOKJ
V^WUJ-W1>J
, N T E
ZENDEN AAN N.V. OLANDA
M A R C U S S T R A A T 14. A M S T E R D A M
De oplossing is; «
Naam:
55
Adres:. Van leder onzer lezers wordt slechts één oplossing aangenomen. Zy, die reeds vroeger een oplossing van dezen rebus hebben ingezonden, gelieven dus geen nieuwe oplossing in te zenden.
Redactie en Administratie: Galgewater.22, Lelden. Tel. 760
VertchQnt wekelijks — Prtys per kwartaal f 1.93