VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM MA CURSUSSEN OP HET GEBIED VAN DE OUDHEID GESCHIKT VOOR OUDHISTORICI , CLASSICI, ARCHEOLOGEN, OUDHEIDKUNDIGEN OUDE GESCHIEDENIS Eerste semester:
Interdisciplinair werkcollege, Ma: Utopieën
Docent Contactpersoon Vakcode Studiepunten Periode Contacturen Doel
Prof. dr. G.J. Boter, Dr. J.J. Flinterman Prof. dr. G.J. Boter 502836 10 1-2 (donderdag 9/9 – 17/12/2010); papers afronden in januari 2011. 14 x 2 Kennis opdoen uit antieke bronnen (tekstueel, iconografisch en materieel), wetenschappelijke handboeken, monografieën en artikelen (in het Nederlands, Engels, Duits en, voor zover de benodigde talige competentie aanwezig is, andere talen); inzicht in de problematiek en in theorieën en methodieken van verschillende vakgebieden; integreren van informatie vanuit een vraag- en probleemstelling en verband kunnen leggen tussen een casus en een breder wetenschappelijk kader; analyseren van informatie met behulp van methoden en theorieën uit verschillende vakgebieden en presenteren van conclusies op een hoog abstractieniveau; selecteren van literatuur op basis van wetenschappelijk oordeel en positiebepaling in de wetenschappelijke discussie binnen het eigen vakgebied; leveren, incasseren en weerleggen van wetenschappelijk verantwoorde kritiek het eigen vakgebied overschrijdend; mondelinge presentatie met een goede betoogopbouw en zorgvuldig taalgebruik, waarin standpunten op een hoog abstractieniveau worden beargumenteerd; beantwoorden van vragen en incasseren en verwerken van kritisch commentaar; schriftelijke presentatie met goede betoogopbouw en zorgvuldig taalgebruik en correcte verwerking van literatuur/bibliografie, waarin standpunten op een hoog abstractieniveau worden beargumenteerd; studiediscipline gericht op werkstuk met eigen onderwerpkeuze; reflecteren op eigen denken en doen en
daardoor bijsturen; zelfstandig zoeken van representatieve relevante literatuur, met gebruikmaking van verwijzingen en (online) bibliografieën en databases; beoordelen van de waarde van wetenschappelijke informatie vanuit theoretisch/filosofisch perspectief; zelfstandig formuleren van een onderzoeksopzet, waarbij beargumenteerde methodologische keuzes worden gemaakt; voeren van discussie met verschillende waardeverzamelingen en verschillende perspectieven; discussiëren op wetenschappelijke argumenten, vermijden van drog- en cirkelredeneringen. Van de masterstudenten wordt een aanmerkelijk hoger niveau en een grotere mate van zelfstandigheid verwacht dan van de bachelorstudenten die ditzelfde onderdeel volgen. Dit geldt met name voor het zelfstandig opsporen van relevante literatuur, het opzetten en uitvoeren van het referaat resp. het werkstuk. Inhoud Dort wo du nicht bist, dort ist das Glück. Dit vers geldt wel als samenvatting van de hele Romantiek. Het kan ook gelezen worden als het verlangen naar een andere, betere wereld. In de Griekse literatuur vinden we vanaf Homerus beschrijvingen van volkeren en samenlevingen waar alles beter is dan in de eigen tijd en leefomgeving. Sinds Thomas More in 1516 zijn beroemde Utopia publiceerde, worden dergelijke betere werelden als utopieën aangeduid. In dit college staat de ontwikkeling van dit concept in de antieke wereld centraal. Hierbij komen auteurs aan bod als Homerus, Hesiodus, Herodotus, Aristophanes (Ecclesiazusae), Plato (Politeia, Timaeus, Critias), Aristoteles (Politica), Stoïsche filosofen als Zeno, en vertegenwoordigers van de Griekse roman. Ook enkele Latijnse auteurs zullen aan bod komen, met name Vergilius (4e Ecloga) en Ovidius (Metamorphosen). Tevens is er ruime aandacht voor de doorwerking van het concept "utopia" tot onze eigen tijd aan toe. Werkwijze werkcolleges met referaten door de deelnemers Literatuur reader met primaire teksten in vertaling; nader op te geven secundaire literatuur Toetsing tentamen plus werkstuk (10 ects) Entreevoorwaarde tweede jaar oudheidkunde met succes afgerond (voorkennis) Doelgroep derdejaars bachelorstudenten oudheidkunde Blackboard Ja Opmerkingen Inschrijven via TIS verplicht Informatie:
[email protected]
Interdisciplinair werkcollege: “Politiek, cultuur en propaganda” (Research master Oudheidstudies, kernmodule)
Docent Contactpersoon Vakcode Studiepunten Periode
Contacturen Doel
Inhoud
Werkwijze
J.G. Aarts, H.J. van Dam, R.J. van der Spek R.J. van der Spek 500612 10 1 (donderdag 9/9 – 21/10/2010 in zaal 14A-02) en 2 (vrijdag 5/11-17/12/2010 in zaal 12A-04); werkstukken afronden in periode 3 (januari 2011) 2 u p.w. Dit is één van de twee “Kernmodulen” van de Onderzoeksmaster “Oudheidstudies”. Doel is training in interdisciplinaire benadering van een onderzoeksvraag aan de hand van theoretische concepten onder toepassing van onderzoeksperspectieven van archeologen, historici en letterkundigen. Inzicht in de verschillende manieren waarop in literatuur, aankleding en inrichting van gebouwen, kunst, munten ideologische overwegingen een rol kunnen spelen. Training in zelfstandig onderzoek, het zoeken, gebruiken en interpreteren van bronnen van verschillende aard (archeologisch, historisch, literair), het testen van theoretische concepten en in wetenschappelijke verslaglegging van onderzoek. Propaganda is een belangrijk middel voor machthebbers ervoor te zorgen dat hun macht gelegitimeerd en geaccepteerd wordt door onderdanen. Heersers verspreiden daarbij hun “boodschap” op zeer verschillende wijze. Propaganda is niet een eenvoudig eenrichtingverkeer van schrijver cq. opdrachtgever naar lezers cq. onderdanen, maar vindt veeleer plaats in interactie. In een geslaagde propaganda speelt ieder zijn spel mee. Propaganda kan op allerlei manieren worden ingezet. De Aeneis van Vergilius kan gezien worden als een ondersteuning van Augustus’ machtaanspraken. Augustus’ bouwpolitiek verbergt een boodschap van de bouwer. Assyrische paleizen zijn gebouwd om indruk te maken op de onderdanen. Alleen al door de omvang drukken ze de macht van de koning uit, maar reliëfs en teksten benadrukken dit in detail. In een tijd waarin geen kranten en internet bestonden waren munten een goed middel boodschappen over te brengen, zowel door de afbeeldingen op de munten als door de bijschriften. Interactie is goed te zien in briefwisselingen tussen Seleucidische koningen en steden in Klein-Azië: beide partijen gebruiken hetzelfde discours. In periode 1 wordt een aantal colleges gegeven over het begrip propaganda en over enkele case studies uit de Romeinse literatuur, Assyrische en Babylonische koningsinscripties, Romeinse munten, koninklijke correspondentie in de Hellenistische tijd. Studenten komen met onderzoeksvoorstellen
voor een paper. In de tweede periode presenteren de studenten mondeling hun onderzoek en de eindtoets vindt plaats in de vorm van een werkstuk. Literatuur
Wordt nader bekend gemaakt
Toetsing
Deelname aan het werkcollege; werkstuk en referaat
Entreevoorwaarde Bachelorexamen Archeologie, GLTC of Oudheidkunde en (voorkennis) toelating tot de MPhil Oudheidstudies Doelgroep
Het college is verplicht voor MPhil-studenten Oudheidstudies van de Vrije Universiteit; MPhil-studenten van verwante opleidingen aan andere (evt. buitenlandse) universiteiten kunnen zich eveneens aanmelden..
Blackboard Opmerkingen
Ja Inschrijven verplicht via TIS. Indien buitenlandse, niet-Nederlandstalige studenten zich zes weken van te voren hebben opgegeven, wordt het college in het Engels gegeven. Informatie:
[email protected]
Tweede semester
Werkcollege Oude geschiedenis, MA, "Het Hethitische rijk en zijn uitstraling naar Anatolië, Syrië en de Griekse wereld van het eerste millennium v.Chr."
Docenten Contactpersoon Vakcode Studiepunten Periode Contacturen Doel
Dr. Willemijn J.I. Waal, dr. J.P. Crielaard, dr. F.A. Gerritsen, prof. dr. J. Hazenbos (UvA) Dr. Willemijn J.I. Waal 516603 10 4 en 5 (papers 6): colleges februari – mei; werkstukken afmaken in juni 2 per week Training in zelfstandig onderzoek, het zoeken, gebruiken en interpreteren van bronnen van verschillende aard (archeologisch, historisch, literair), evaluatie van het wetenschappelijke debat en wetenschappelijke verslaglegging van onderzoek. Eigen inbreng van onderzoeksvragen en originele uitwerking.
Inhoud
In Anatolië (centraal Turkije) bestond in de late Bronstijd een groot rijk dat een van de grote machtsfactoren was van die dagen: het Hethitische imperium (ook wel Hatti genoemd). Rond 1200 v. Chr. kwam door veelszins nog onopgehelderde oorzaken vrij abrupt een einde aan dit rijk. De uitstraling van dit rijk was groot en dat geldt ook voor de vroege ijzertijd, de eerste eeuwen van het eerste millennium v. Chr. In Anatolië en Noord-Syrië ontstonden nieuwe rijkjes, de zgn. Neo-Hethitische koninkrijken, Phrygië en Lydië. Uitstraling naar de Griekse wereld, zowel in de bronstijd als in de ijzertijd, is waarneembaar in de materiële cultuur en in gedachtegoed. Denk voor dit laatste b.v. aan Hesiodus’ Theogonie en de Hethitische Kumarbi-mythe. Hethitisch en Grieks zijn beide Indo-europese talen en vertonen overeenkomsten. Deze en andere thema’s komen aan de orde. Studenten kunnen zelf onderzoeksthema’s voorstellen.
Werkwijze
In periode 4 wordt een aantal hoorcolleges gegeven over dit thema door verschillende docenten. Tevens wordt met de studenten overlegd over te schrijven werkstukken. Periode 5 wordt gebruikt voor verder bespreking van het materiaal en voor mondelinge presentaties. Er wordt in beginsel gewerkt met vertaalde bronnen. Periode 6 kan nog gebruikt worden voor de afronding van het werkstuk.
Literatuur
Als introductie: Billie Jean Collins, The Hittites and their World (Atlanta: Society of Biblical Literature 2007) [o.a. over connecties met de Bijbel] Trevor Bryce, The Kingdom of the Hittites. New Edition (Oxford: Oxford University Press 2005) [recent historisch overzicht tot 1200] Harry Hoffner, Hittite Myths. Second Edition (Atlanta: Scholars Press 1990) [editie mythische teksten in vertaling] Voorlopige lijst. Nadere aankondigingen volgen op college.
Toetsing
Mondelinge presentaties en werkstukken
Entreevoorwaarde Basiscursus Oude geschiedenis; Tweedejaarswerkcollege Oude (voorkennis) Geschiedenis, archeologie of iets van gelijk niveau. Doelgroep
Blackboard Opmerkingen
Derdejaars BA studenten oudheidkunde, geschiedenis, archeologie, GLTC of Talen en Culturen van Mesopotamië en Anatolië van de VU of een andere universiteit. Ja 1. Inschrijven via TIS verplicht 2. Prof. Hazenbos geeft in februari en maart een cursus “Inleiding Hethitisch” aan de UvA. Aanbevolen voor hen die de Hethitische bronnen beter willen leren kennen.
3. Er is een gastcollege voorzien van dr. J. Kelder over de betrekkingen tussen de Griekse wereld (Ahhijawa/Achaioi) en Hatti in de late bronstijd. 4. Inlichtingen bij:
[email protected] of
[email protected]
Seminar Ancient History, MA: "The Hittite Empire and its legacy to Anatolia, Syria and the Greek world of the first millennium"
Subjcode Language Lecturer ECTS-credits
Period Level
Aim
516603 English on request (6 weeks in advance) Dr. Willemijn J.I. Waal, dr. J.P. Crielaard, dr. F.A. Gerritsen, prof. dr. J. Hazenbos (University of Amsterdam) 10 4 and 5 (papers 6) lectures: February – May; papers finished June. MA Training in performing independent research, consulting and interpreting sources of various nature (archeological, historical, literary), gaining insight into the academic debate and academic reporting of research. Individual input and elaboration in research topics.
Content
Anatolia (central Turkey) was the seat of one of the great powers of the late Bronze Age, the Hittite Empire. Though the existence of this empire, also named the Empire of Hatti, came to an abrupt end around 1200 BCE for reasons still largely unknown, its impact was still felt in the first centuries of the first millennium, the early Iron Age. In Anatolia and Northern Syria new city states emerged; the so-called neo-Hittite states, Phrygia and Lydia. The Hittite legacy to the Greek world is not only visible in material culture, but also in intellectual and cultural life, as is shown for example by the similarities of Hesiod's Theogony and the Hittite myth of Kumarbi. In addition, Hittite and Greek are cognate IndoEuropean languages. These and other aspects will be addressed during the course. Students are invited to contribute research topics themselves.
Course Format
In period 4 several lectures will be given by various teachers. In addition, topics for papers will be discussed with the students. Period 5 will be used for further discussion of the material and oral presentations. The students will essentially work with sources in translation. Period 6 may be used for the completion of the paper. Introductory literature:
Literature
Examination Format Entry requirements
Remarks
Billie Jean Collins, The Hittites and their World (Atlanta: Society of Biblical Literature 2007) [including discussion of Biblical connections] Trevor Bryce, The Kingdom of the Hittites. New Edition (Oxford: Oxford University Press 2005) [recent historical overview till 1200 BCE] Harry Hoffner, Hittite Myths. Second Edition (Atlanta: Scholars Press 1990) [Hittite myths in translation] This list is preliminary. Further literature will be given in class. Oral presentations and papers BA Ancient History; BA Archaeology; BA Classics; BA Ancient Cultures; BA Languages and Cultures of Mesopotamia and Anatolia, or similar. 1. Subscription via TIS 2. Professor Hazenbos gives introductory courses Hittite at the University of Amsterdam. 3. Dr. J. Kelder will give a guest lecture on the relations between Anatolia and the Greek world (esp. Mycenae) in the late Bronze Age. 4. Information:
[email protected] or
[email protected]
Confrontation between Greek and Mesopotamian civilizations: Specialization module Ancient History (MA).
Subjcode
516605
Language Lecturer
Dutch; English on demand Dr. W.F.M. Henkelman
ECTS-credits
5 4 (February – March 2011) MA The student is trained in research skills (formulating a research topic, heuristics, reporting results) and the use of literary and documentary source material (in translation).
Period Level
Aim
Content
Course Format
Over the centuries, cultural connectivity has been one of the most vital characteristics of ancient Western Asia and the Eastern Mediterranean. Greece was arguably part of this continuum, within which forms of adaptation and transformation of received cultural items (such as iconographic teams, folktales, crafts, ideas about history and human society) steadily and continuously took place. This is true for the second millennium and even before, but it is notably visible for the first millennium, not in the last place due to the rise and development of great empires in the Near East (the Neo-Assyrian, Neo-Babylonian, Achaemenid, Seleucid and Parthian empires), which resulted in multi-ethnic societies. Not only military operations, long-distance trade, deportations and the foundation of new cities must have contributed to an increased intercultural receptivity, but also the continued day-to-day contacts between ordinary people in the villages of Anatolia, the Levant, and elsewhere, especially in an age that must have witnessed an increasing decree of bi- and multilingualism. The topic can be approached from many angles, one of which is the question of ‘influences’ of Mesopotamian and other West-Asiatic literature on Homer, Hesiod and other such foundation stones of Greek literature. The course surveys the ongoing debate on literary receptivity. In doing so, it first focuses on its history: the evident ideologies, the sharp controversies, and ways to a more neutral outlook. Secondly, it attempts to find establish the parameters of an improved methodology, applying, inter alia, a folkloristic approach. Thirdly, it surveys majors themes and stories, not only in the Theogony and the Odyssey, but also in works less commonly associated with the debate on literary receptivity.
Literature
To be announced
Examination Format
Paper in English, preparation for classes by lecture of relevant literature (to be indicated)
Entry requirements
BA History with specialization in Ancient History; BA Ancient Cultures; BA Classics; BA Semitics or similar.
Remarks
Weekly participation in the course is obligatory Registration via TIS is obligatory Blackboard. Information:
[email protected]
Specialization module Ancient History (MPhil Ancient Studies): Confrontation between Greek and Mesopotamian civilizations
Subjcode Language Lecturer ECTS-credits
Period Level
Aim
Content
Course Format
536602 English Dr. W.F.M. Henkelman 10 4-5 (February – June 2011) MPhil The student is trained in research skills (formulating a research topic, heuristics, reporting results) and the use of literary and documentary source material (at least partly in original languages). Over the centuries, cultural connectivity has been one of the most vital characteristics of ancient Western Asia and the Eastern Mediterranean. Greece was arguably part of this continuum, within which forms of adaptation and transformation of received cultural items (such as iconographic teams, folktales, crafts, ideas about history and human society) steadily and continuously took place. This is true for the second millennium and even before, but it is notably visible for the first millennium, not in the last place due to the rise and development of great empires in the Near East (the Neo-Assyrian, Neo-Babylonian, Achaemenid, Seleucid and Parthian empires), which resulted in multi-ethnic societies. Not only military operations, long-distance trade, deportations and the foundation of new cities must have contributed to an increased intercultural receptivity, but also the continued day-to-day contacts between ordinary people in the villages of Anatolia, the Levant, and elsewhere, especially in an age that must have witnessed an increasing decree of bi- and multilingualism. The topic can be approached from many angles, one of which is the question of ‘influences’ of Mesopotamian and other West-Asiatic literature on Homer, Hesiod and other such foundation stones of Greek literature. Over the centuries, cultural connectivity has been one of the most vital characteristics of ancient Western Asia and the Eastern Mediterranean. Greece was arguably part of this continuum, within which forms of adaptation and transformation of received cultural items (such as iconographic teams, folktales, crafts, ideas about history and human society) steadily and continuously took place. This is true for the second millennium and even before, but it is notably visible for the first millennium, not in the last place due to the rise and development of great empires in the Near East (the Neo-Assyrian, Neo-Babylonian, Achaemenid, Seleucid and
Parthian empires), which resulted in multi-ethnic societies. Not only military operations, long-distance trade, deportations and the foundation of new cities must have contributed to an increased intercultural receptivity, but also the continued day-to-day contacts between ordinary people in the villages of Anatolia, the Levant, and elsewhere, especially in an age that must have witnessed an increasing decree of bi- and multilingualism. The topic can be approached from many angles, one of which is the question of ‘influences’ of Mesopotamian and other West-Asiatic literature on Homer, Hesiod and other such foundation stones of Greek literature. Literature
To be announced
Examination Format
Paper in English, preparation for classes by lecture of relevant literature (to be indicated)
Entry requirements
MPhil (Research master) requirements. Consult lecturer:
[email protected]
Remarks
Weekly participation in the course is obligatory (partly with MA students in period 4) Registration via TIS is obligatory Consult Faculty website ‘Ancient Studies’ Blackboard.
Griekse cultuur in de Romeinse keizertijd, MA
Docent Contactpersoon Vakcode Studiepunten Periode Contacturen Doel
Dr. J.J. Flinterman Dr. J.J. Flinterman 516606 5 5 (april-mei 2011) 24 (4 p/w) Een kennismaking van enige diepgang met het Griekse intellectuele leven in de zogenaamde ‘lange tweede eeuw’, van de Flavische tot en met de Severische periode (70-235 n.Chr.), en met de problemen die zich voordoen bij de karakterisering van het intellectuele en culturele leven van een periode.
Inhoud
Bespreking van leven en werk van een tiental prominente intellectuelen uit de genoemde periode, die niet alleen een bepaalde intellectuele discipline vertegenwoordigen, maar ook een bepaalde visie op de maatschappelijke rol van de pepaideumenos, de cultureel en intellectueel onderlegde man. Aan de orde kunnen onder andere de volgende figuren komen: Plutarchus (gentleman-filosoof en biograaf), Dio van Prusa (redenaar en locaal politicus), Arrianus van Nicomedia (geschiedschrijver, filosofisch publicist en provinciebestuurder), Polemo van Laodicea (sofist en physiognomist), Herodes Atticus (sofist, miljardair, weldoener, bouwheer), Pausanias (beschrijver van Griekse oudheden), Artemidorus (droomverklaarder), Aristides (redenaar en mysticus), Lucianus (satiricus), Galenus (society-arts) en Philostratus (sofist en bellettrist). Werkwijze Responsiecollege Literatuur Wordt nader opgegeven. Toetsing Mondeling tentamen Entreevoorwaarde BA Geschiedenis; BA GLTC; BA Oudheidkunde. (voorkennis) Doelgroep Masterstudenten Geschiedenis, GLTC en Oudheidkunde. Blackboard Ja. Opmerkingen Inschrijven via TIS. Informatie:
[email protected]
Greek Imperial Culture, MA
Docent Contactpersoon Vakcode Studiepunten Periode Contacturen Doel
Inhoud
dr. J.J. Flinterman dr. J.J. Flinterman 516606 5 5 (April – May) 24 An in-depth introduction to Greek intellectual life during the ‘long second century’, from the Flavian up to and including the Severan period, and a recognizance of the problems involved in characterizing the intellectual and cultural life of a period. Discussion of the life and work of some ten prominent intellectuals from the period under discussion, each of them representing a specific intellectual discipline as well as a specific view of the role in society of the pepaideumenos, the intellectually and culturally educated man. People who will be discussed may include the philosopher and biographer Plutarch; Dio of Prusa, orator and local politician; Arrian of Nicomedia, chronicler of the philosophical discussions of Epictetus, historiographer of Alexander the Great, and high-ranking member of the imperial aristocracy; the sophist and
physiognomist Polemo of Laodicea; Herodes Atticus, latter-day Croesus, large-scale benefactor, Greek sophist and Roman consul; the oneirocritic Artemidorus of Daldis; Pausanias the Periegete; Aelius Aristides, orator and mystic; the satyrical genius Lucian; Galen, theorist and practitioner of medicine; and Philostratus, sophist and author of a multifaceted oeuvre. Werkwijze Students are expected to read about 60 pages (both ancient texts in translation and modern scholarship) for each of the eleven sessions following the introductory meeting, as a basis for discussion during the session. Literatuur Will be made known at the start of the course. Toetsing Viva voce Entreevoorwaarde BA History; BA Classics; BA Ancient Cultures; BA Ancient (voorkennis) World Studies Doelgroep Blackboard Opmerkingen
MA-students in History, Classics, and Ancient Cultures. Yes. Tutoring in English is possible, provided one applies at least six weeks before the start of the course. Information:
[email protected]