M decreet Redelijke aanpassingen: nieuwe maatregelen Bron: onderwijsvlaanderen.be Schooljaar 2015 – 2016 Els Stroobant zorgcoördinator gbs De Windwijzer Laarne - Kalken
Redelijke aanpassingen: nieuwe maatregelen Vanaf het schooljaar 2015-2016 voert de overheid nieuwe maatregelen in om meer kinderen met een beperking een plaats in het gewoon onderwijs te bieden. Kinderen met een beperking die dankzij redelijke aanpassingen het gewoon onderwijs kunnen volgen, hebben het recht om zich in te schrijven in een gewone school.
Voorbeelden vaan redelijke aanpassingen: Compenseren: middelen toelaten die het leren gemakkelijker maken, zoals een laptop met leessoftware of een spellingcorrector voor een leerling met dyslexie Remediëren: individuele leerhulp aanbieden Differentiëren: variatie aanbrengen in de leerstof en de aanpak, om beter te kunnen inspelen op de noden van individuele leerlingen Dispenseren: een leerling van onderdelen van het leerprogramma vrijstellen en vervangen door gelijkwaardige doelen en activiteiten De school voorziet in die aanpassingen. Dat behoort tot haar zorgbeleid Wanneer meer uitgebreide zorg nodig blijkt, bepaalt het CLB wélke, samen met de school en de ouders .
Individueel aangepast leerprogramma Leerlingen voor wie de aanpassingen om de gewone leerdoelen te halen, onredelijk zijn, hebben een individueel aangepast leerprogramma nodig. Dan zijn er 2 mogelijkheden: Inschrijven in een school voor buitengewoon onderwijs Inschrijven in een school voor gewoon onderwijs: in dat geval moet de school met het CLB, de klassenraad en de ouders overleggen of een individueel aangepast curriculum mogelijk is. Dat gebeurt meestal met begeleiding vanuit het buitengewoon onderwijs in het kader van geïntegreerd onderwijs of van inclusief onderwijs. Vindt de school voor gewoon onderwijs de aanpassingen die daarvoor nodig zijn, niet redelijk, dan kan ze de inschrijving weigeren.
Geïntegreerd onderwijs (GON) In het geïntegreerd onderwijs (GON) volgen leerlingen met een beperking de lessen in een school voor gewoon onderwijs. Dat gebeurt met behulp van GON-begeleiding vanuit een school voor buitengewoon onderwijs. De begeleiding kan verschillende vormen aannemen: Een aantal uren hulp voor het kind zelf Ondersteuning aan de ouders Teamondersteuning voor leerkrachten Specifiek materiaal aanmaken ...
Geïntegreerd onderwijs (GON) De ouders, de leerling, de school voor gewoon onderwijs en het CLB bespreken de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. Met de school voor buitengewoon onderwijs maken ze afspraken over de nodige begeleiding en hoe die zal verlopen. Dat alles leggen ze vast in een gemotiveerd verslag of, in sommige gevallen, in een verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs.
Er zijn 2 mogelijke manieren om GONbegeleiding te krijgen: Het kind volgt het gewone leerprogramma Het kind moet dan volledig voldoen aan de toelatings- en overgangsvoorwaarden van het gewoon onderwijs. Het beschikt over een gemotiveerd verslag. Het kind volgt een individueel aangepast programma In dat geval zijn de specifieke onderwijsbehoeften van het kind en de afspraken over de nodige begeleiding opgenomen in het verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs.
Inclusief onderwijs Leerlingen met een verstandelijke beperking kunnen naar een school voor gewoon onderwijs. Dat kan door begeleiding inclusief onderwijs (ION-begeleiding) vanuit een school voor buitengewoon onderwijs. De leerling moet dan beschikken over een verslag voor het buitengewoon onderwijs type 2. ION-leerlingen volgen een individueel leertraject. De ouders, de leerling, de school voor gewoon onderwijs en het CLB bespreken de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. Met de begeleidende school voor buitengewoon onderwijs maken ze afspraken over de nodige begeleiding en hoe die zal verlopen. Dat alles leggen ze vast in het verslag. Momenteel krijgen meer dan 100 leerlingen ION-begeleiding, de meeste in het lager onderwijs. Door nieuwe beleidsmaatregelen voor redelijke aanpassingen in het gewoon onderwijs is veel meer inclusie te verwachten van leerlingen met een beperking in het regulier onderwijs.
Verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs
De regels voor de toegang tot het buitengewoon onderwijs veranderen in het schooljaar 2015 2016.
Om in te schrijven in het buitengewoon onderwijs gelden in grote lijnen dezelfde regels als in het gewoon onderwijs.
Verslag van een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB). Daar wil de overheid mee bereiken dat alleen leerlingen die het echt nodig hebben, naar het buitengewoon onderwijs gaan. Uit het verslag moet blijken dat redelijke aanpassingen niet voldoende zijn om je kind de gewone leerdoelen te laten halen in een gewone school. Je kind heeft een individueel aangepast leertraject nodig . Een verslag bestaat uit een attest en een protocol. In het attest moet staan: Welk type buitengewoon onderwijs het meest geschikt is Voor het buitengewoon secundair onderwijs ook welke opleidingsvorm het meest geschikt is Het protocol bundelt alle documenten die de oriëntering van de leerling naar het type en de onderwijsvorm motiveren en verantwoorden. Een leerling kan alleen naar een school met het type en - in het secundair onderwijs - de opleidingsvorm waar het verslag naar oriënteert.
de ouder heeft recht op het verslag. Dit hebben ze nodig om het kind in te schrijven in een school voor buitengewoon onderwijs dat het type en de opleidingsvorm aanbiedt die op het attest staan.
Toch inschrijven in een gewone school? Als het kind het advies krijgt om naar het buitengewoon onderwijs te gaan, dan mag de ouder ook kiezen voor een gewone school. Een school mag het kind niet zomaar weigeren. De gewone school moet het kind voorlopig inschrijven ('inschrijving onder ontbindende voorwaarde'). Daarna komt er een vergadering met de school, de ouders en het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB). Alle partijen bespreken of de school, met redelijke aanpassingen, de gepaste begeleiding kan bieden. Pas na die vergadering beslist de school definitief of ze het kind inschrijft of niet. Met een verslag kunnen ouders in een gewone school begeleiding vanuit het buitengewoon onderwijs aanvragen: afhankelijk van de beperking van het kind doen ze een aanvraag voor geïntegreerd onderwijs (GON-begeleiding) of inclusief onderwijs (IONbegeleiding: voor leerlingen met een verstandelijke beperking - type 2). Met de hulp van een leerkracht uit het buitengewoon onderwijs zal het kind dan een individueel aangepast programma volgen. Ook als ouders geen verslag hebben voor het buitengewoon onderwijs, kan er GONbegeleiding worden aangevraagd.
Extra informatie Zie brochures op de server Klaar voor redelijke aanpassingen: een leidraad KVL_Mdecreet Redelijke aanpassingen dec2014 dyslexiesoftware