RIS083927_23-02-2001
voortgangsrapportage
Haags projectbureau
SALTO stedelijke aanpak lerarentekort onderwijs
augustus t/m december 2000 dienst OCW Den Haag februari 2001
1.
Inleiding
In de vroege zomer van 1999 stemde de commissie van Onderwijs in met een voorstel van de wethouder om een projectbureau op te richten dat alle Haagse activiteiten coördineert met betrekking tot het bestrijden van het lerarentekort in Den Haag. Op 1 september 1999 startte het Haags projectbureau SALTO (Stedelijke Aanpak Lerarentekort Onderwijs). Vier vertegenwoordigers van de vier onderwijsdenominaties namen zitting in de projectgroep: een vertegenwoordiger van het Rooms Katholiek Onderwijs, een van het Protestants Christelijk Onderwijs, een van het Algemeen Bijzonder Onderwijs en een van het Openbaar Onderwijs. In de loop van 2000 bleken ook andere gemeenten zich zorgen te maken over het groeiend lerarentekort. In Amsterdam ontstond de Initiatiefgroep Lerarentekort Amsterdam (ILA), die net als SALTO in Den Haag middels samenwerking van schoolbesturen, de plannen coördineert. Later creëerden ook Rotterdam en Utrecht overlegcircuits waarin de krachten gebundeld worden. Inmiddels bestaat er een goede samenwerking tussen de vier grote gemeenten op het terrein van het bestrijden van het lerarentekort. Mede naar aanleiding van de rapporten die in Den Haag over het lerarentekort zijn verschenen, is intensief overleg gestart tussen het ministerie van Onderwijs en de G4. In dit overleg bleek dat de minister begrip heeft voor de uitzonderlijke situatie waarin de G4 zich met betrekking tot het lerarentekort bevinden. De eerste vertaling daarvan is te vinden in de financiële ondersteuning die hij heeft toegezegd rond de werving en opleiding van zij-instromers in de G4. Deze voortgangsnotitie beschrijft naast een kort overzicht van de eerste activiteiten vanaf september 1999 (paragraaf 2.), de initiatieven en projecten die in de periode van augustus tot december 2000 zijn ontwikkeld en opgezet (paragraaf 3.) Paragraaf 4. beschrijft in het kort de plannen die voor de eerste maanden van 2001 op stapel staan. En ten slotte geeft 5. een overzicht van uitgaven en toezeggingen voor de budgetjaren 2000 en 2001. Als bijlage is toegevoegd het resultaat van de monitor 'Lerarentekort Primair Onderwijs Den Haag' van januari 2001. Middels een enquête voor alle Haagse scholen voor primair onderwijs is geïnventariseerd het aantal onvervulde vacatures en vervangingen op 8 januari 2001. De voortgangsrapportage is bestemd voor zowel de commissie OSWI, als het Haags Onderwijs Beraad.
-2-
2.
De start van SALTO
Voorafgaand aan de oprichting van SALTO zijn vier uitgangspunten geformuleerd: 1. 2. 3.
4.
De Haagse schoolbesturen zullen bij het bestrijden van het lerarentekort samen-werken en bij de opzet van projecten en pilots worden betrokken. Het projectbureau moet zich richten op de tekorten in het Haagse basis-, speciaal én voortgezet onderwijs. Het projectbureau moet niet alleen initiatieven ontplooien met resultaten op de korte termijn, zoals het aantrekken van nieuwe studenten voor de opleiding en het werven van nieuw personeel. Het lerarentekort is een structureel probleem en daarom richt SALTO zich ook op ontwikkelingen op de langere termijn. Het projectbureau dient samenwerking te zoeken met de opleidingsintituten in de Haagse regio.
In januari kwam, in opdracht van SALTO, het onderzoeksverslag 'Werk in het Haagse onderwijs' uit van IVA-Tilburg waarin de groei van het lerarentekort in Den Haag in de periode van 2000 - 2004 wordt geschetst. Uit het rapport blijkt dat in het Haagse primair onderwijs tot 2004 1700 nieuwe leraren nodig zijn. Zonder wijziging van beleid kunnen slechts maximaal 700 leraren van de lerarenopleiding geworven worden. In het voortgezet onderwijs zijn in dezelfde periode ca. 650 nieuwe docenten nodig, terwijl er maximaal 300 van de opleiding komen. Het onderzoek toonde aan wat ieder vreesde: het lerarentekort neemt in Den Haag, zonder gericht beleid, ernstige vormen aan. Een tekort van 1000 leraren in het primair onderwijs betekent een gemiddelde van 8 onvervulde vacatures op elk van de 128 Haagse scholen. SALTO startte in januari 2000 de 'Monitor Lerarentekort primair onderwijs Den Haag'. Driemaal per jaar, in september, januari en juni, worden de onvervulde vacatures en de niet-vervangen langdurig zieke leraren geïnventariseerd. Het beeld dat hieruit naar voren komt is dat in een schooljaar een kleine 100 vacatures niet kunnen worden ingevuld en dat voor ca. 100 leraren die langer dan drie weken ziek zijn, geen vervanger kan worden gevonden. (Zie bijlage 1.) Bovendien bleek uit de monitor dat niet minder dan 111 personeelsleden in het schooljaar '99/'2000 een baan in het onderwijs buiten Den Haag hadden gevonden. Het studentenaantal op de twee Haagse pabo's is in de afgelopen jaren wat toegenomen. Beide instituten zagen vooral een groei van de deeltijdopleiding, de opleiding voor studenten die de paboopleiding in de avonduren volgen. Sommigen van hen volgen de zogenoemde 'Verkorte leerroute', bestemd voor studenten die eerder een andere hbo-opleiding hebben afgerond. 1999/2000
2000/2001
dagopleiding
deeltijdopleiding
totaal 99/00
dagopleiding
deeltijdopleiding
totaal 00/01
Pabo van de Haagse Hogeschool
486
155
641
535
233
768
Pabo van de Ichthus Hogeschool
212
202
414
231
207
438
Totaal
698
357
1055
766
440
1206
tabel 1. studentenaantallen Haagse Pabo's
-3-
In april 2000 overhandigde de wethouder namens de Haagse schoolbesturen aan de minister van Onderwijs een plan van aanpak: 'Spoorslags'. Hierin worden maatregelen opgesomd die in vier jaar het lerarentekort in Den Haag moeten minimaliseren. De uitvoeringskosten verbonden aan dit plan bedragen jaarlijks 23 miljoen, over de periode van 2000 - 2004 in totaal 92 miljoen. In de loop van 2000 heeft minister Hermans een aantal maatregelen afgekondigd die op landelijk niveau de tekorten moeten bestrijden. Met name in de nota 'Maatwerk voor morgen' somt de minister een aantal maatregelen op die ook financiële consequenties hebben voor het primair en voortgezet onderwijs. Bovendien komt de minister aan een aantal wensen tegemoet middels het cao-overleg dat in het voorjaar van 2000 werd afgerond. Ca. 25 % van de kosten die in Den Haag moeten worden gemaakt om 'Spoorslags' integraal uit te voeren worden via deze maatregelen gedekt. De minister heeft verheugd gereageerd op het Haagse initiatief om het lerarentekort in samenwerking met alle besturen aan te pakken. Hij vroeg aan de vier grote gemeenten om naar het voorbeeld van Den Haag een plan te ontwikkelen dat aansloot op het inmiddels verschenen 'Maatwerk 2'. Op 2 november 2000 bood de Haagse wethouder van onderwijs namens de G4 het plan 'Vijfkwartsmaat' aan aan minister Hermans. (Zie paragraaf 3.7). Al in het begin van 2000 blijkt dat, naast aandacht voor het opzetten en begeleiden van projecten aan twee aspecten, die voor de langere termijn van essentieel belang zijn, aandacht moet worden besteed: a. flexibilisering van de lerarenopleiding b. ontwikkelen van integraal personeelsbeleid flexibilisering Het aantal middelbare scholieren dat voor een lerarenopleiding kiest is niet onaanzienlijk, maar ruim onvoldoende om de vraag naar leraren te beantwoorden. Er blijken naast middelbare scholieren veel andere belangstellenden te zijn voor een functie in het onderwijs. Zij hebben inmiddels een carrière in een andere beroepssector opgebouwd, maar zijn onder voorwaarden bereid om alsnog een lerarenopleiding te volgen. Die opleiding moet passen bij hun voorkennis: een ervaren hulpverlener met een hbo-opleiding verwacht een ander curriculum dan een onderwijsassistent met mbo-diploma. Bovendien moet de opleiding gecombineerd worden met een werkkring, zo mogelijk in het onderwijs. Deze opleidingstrajecten stellen nieuwe eisen aan de opleidingsinstituten. Hierin speelt ook de verantwoordelijkheid van de basisscholen voor de opleiding van hun toekomstige werknemers een rol. Basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs moeten zich, in de visie van de minister, ontwikkelen tot 'opleidingsscholen' door meer invloed te krijgen op de inhoud van de opleiding van hun toekomstige collega's. De begeleiding van studenten door medewerkers van de scholen moet uitgebreid worden en in het verlengde worden gebracht van de begeleiding die de opleiding verzorgt. integraal personeelsbeleid Het is van eminent belang dat schoolbesturen een modern, integraal personeelsbeleid gaan voeren. De sector onderwijs heeft zich gemiddeld gesproken te lang gepermitteerd om weinig aandacht te besteden aan de werving en begeleiding van personeel. Ten onrechte ging men er vanuit dat een bevoegde leraar, ook als hij direct van de opleiding kwam, het vak onder de knie had en tot in lengte van jaren leraar zou blijven. In- door- en uitstroom van personeel en loopbaanbegeleiding stond laag op de prioriteitenlijst. Nog geen zes jaar geleden voerden schoolbesturen, de onderwijsminister en het Vervangingsfonds verhitte discussies over de wachtgeldproblematiek: door een leraaroverschot werden grote aantallen leraren verwezen naar de wachtgeldregelingen. Nu, zes jaar later, levert hetzelfde gebrek aan mobiliteit een lerarentekort op. Schoolbesturen zullen zich, om dergelijke conjuncturele schommelingen op te vangen, meer dan nu het geval is moeten bezinnen op hun personeelsbeleid. -Ook in onderwijs kunnen carrièremogelijkheden gecreëerd worden. -Ook in onderwijs moet grotere competentie tot hogere beloning leiden. -Ook in onderwijs moeten medewerkers uitvoerig begeleid worden. -Ook in onderwijs moet loopbaanbegeleiding van alle medewerkers opgezet worden. -Ook in onderwijs moet je de opleiding kunnen combineren met een baan. -Ook in onderwijs moet de werkgever zich mede verantwoordelijk weten voor de inhoud van de opleiding. -4-
3.
Activiteiten
In de periode van augustus t/m december 2000 zijn in Den Haag de volgende activiteiten in het kader van het bestrijden van het lerarentekort ondernomen. 3.1.
Pilot 'Van Vakleerkracht tot Groepsleerkracht' Een tiental leraren lichamelijke opvoeding en logopedisten zijn in augustus 2000 een verkorte opleiding tot leraar basisonderwijs begonnen aan de Haagse Hogeschool. Alle deelnemers hadden al een aanstelling als vakleerkracht bij een van de Haagse schoolbesturen. Voor de studenten stelde de Haagse Hogeschool op basis van een assessment een individueel opleidingsprogramma op. Naar verwacht zullen alle studenten binnen één jaar de opleiding voltooien. Het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) subsidieert drie delen van de opleiding: programma-ontwikkeling, studiekosten en opstellen van een onderzoeksverslag.
3.2.
Betaalde leraren-in-opleiding in het primair onderwijs Via SALTO hebben Haagse schoolbesturen een gezamenlijke wervingsactie gevoerd om vierdejaars pabo-studenten van binnen én buiten de regio aan te stellen als 'betaalde lio' (leraar in opleiding). Deze lio's mogen tijdens de laatste fase van hun opleiding zelfstandig lesgeven onder supervisie van een coach. In totaal werden in Den Haag ca. 50 betaalde lio's aangesteld. Voor sommigen van hen werd tijdelijke huisvesting gevonden via de contacten die de schoolbesturen hebben opgebouwd met wooncorporaties.
3.3.
Duale opleiding voor onderwijsassistenten tot groepsleraar Aan de Ichthus Hogeschool in Den Haag is een project van start gegaan waarbij studenten van de pabo na hun propedeuse aangesteld worden als onderwijsassistent bij een van de scholen in Den Haag. Zij werken drie dagen als betaalde onderwijsassistent en volgen de overige twee dagen hun colleges. Ca. twintig studenten combineren op deze wijze hun werk als onderwijsassistent met de pabo-opleiding
3.4.
Kweekvijver voor directieleden primair onderwijs De drie grootste schoolbesturen in Den Haag hebben in deze periode de voorbereidingen getroffen om ca. vijftig leraren en adjunct-directeuren voor te bereiden op een functie in schooldirecties. Voor deze kweekvijverprojecten zijn afspraken gemaakt met Hogeschool Marnix Onderwijscentrum en de Algemene Vereniging voor Schoolleiders (AVS). SALTO levert een inhoudelijke en financiële bijdrage bij de totstandkoming van deze projecten.
3.5.
Duale opleiding studenten 'Verkorte leerroute' Met zowel de Ichthus Hogeschool, de Haagse Hogeschool als de Leidse Hogeschool zijn afspraken gemaakt om studenten van de 'Verkorte leerroute' nog voor afronding van hun studie als leraar in dienst te kunnen nemen. De verkorte leerroute is bestemd voor studenten die eerder een andere hbo-opleiding hebben afgerond en in avonduren hun pabo-studie volgen. Op basis van de prestaties van de student verstrekken de pabo's een geschiktheidsverklaring waardoor de studenten nog tijdens de afronding van hun studie als leraar kunnen worden aangesteld.
3.6.
Waarderingstoelage Haagse schoolbesturen en de gemeente Den Haag hebben in december gezamenlijk de scholen voor primair onderwijs een waarderingstoelage toegekend. Met de toelage wilden de besturen en -5-
de gemeente uitdrukking geven aan hun waardering voor de medewerkers van de scholen, die in de afgelopen periode onder hoge druk moesten werken, vooral door de openstaande vacatures en het gebrek aan vervangers. Per werknemer werd een bedrag van ƒ 300,- overgemaakt. De schoolbesturen betalen de helft van dit bedrag, de gemeente financiert de andere helft. 3.7.
Vijfkwartsmaat De projectgroep heeft in april 2000 de nota 'Spoorslags' opgesteld. Hierin worden alle activiteiten geïnventariseerd die meehelpen bij het bestrijden van het lerarentekort in het primair onderwijs . De minister van Onderwijs besloot, ondanks zijn waardering voor het plan, voor Den Haag ten opzichte van de drie andere grote gemeenten geen uitzondering te maken. Hij deed de G4 het verzoek om een gezamenlijk plan op te stellen, dat in het verlengde moest liggen van de nota's 'Maatwerk voor Morgen' en 'Maatwerk 2' die hij aan de Tweede Kamer zond. Op basis van overleg tussen de G4 en ambtenaren van het ministerie van OCenW is de nota 'Vijfkwartsmaat' geschreven die de Haagse wethouder van Onderwijs in november 2000 aan de minister aanbood. Kern van de nota is de afspraak tussen de minister en de G4 dat in de periode van januari tot september 2001 200 zij-instromers zullen worden geworven, opgeleid en aangesteld. De minister bekostigt voor de G4 nagenoeg alle kosten die verbonden zijn aan de werving, opleiding en begeleiding van deze werknemers. In totaal stelt de minister voor de uitvoering van 'Vijfkwartsmaat' een bedrag van 8,5 miljoen gulden beschikbaar. In de komende jaren zullen naast de uitstromende studenten van de pabo's duizenden vacatures onvervuld blijven wanneer niet uit andere sectoren nieuw personeel kan worden aangetrokken. De 200 zij-instromers waarover nu een afspraak is gemaakt zullen dan ook een eerste begin zijn. De Haagse schoolbesturen stellen in de komende maanden 50 van deze zij-instromers aan. De ervaring die zij hierbij opdoen zal worden gebruikt om volgende, grotere groepen aan te stellen. Veel in dit traject is immers nieuw: • • • •
de opleidingsinstituten moeten assessments ontwikkelen de opleidingsinstituten moeten maatwerkopleidingen inrichten scholen en schoolbesturen moeten de begeleiding van deze nieuwe categorie werknemers opzetten binnen schoolteams moet men gewend raken aan het fenomeen van nieuwe collega's, vooralsnog zonder bevoegdheid, soms met een hoger salaris dan ervaren collega's.
In 'Vijfkwartsmaat' wordt afgesproken dat de mogelijkheid onderzocht wordt van een nieuwe wijze van bekostiging van de vervanging van zieke leraren (zie 4.2.) Ook de aanpak van de ziektebestrijding krijgt in 'Vijfkwartsmaat' aandacht (zie 4.3.).
-6-
4.
Plannen voor 2001
4.1.
Opleiding zij-instromers primair onderwijs Voortvloeiend uit de afspraken tussen minister en G4, hebben betrokken schoolbesturen in Den Haag de aanstelling van zij-instromers ter hand genomen. Het lijkt er op dat er geen wervingsactie behoeft te worden opgezet om deze 50 zij-instromers te vinden. Door de informatie die landelijk bekend werd omtrent de mogelijkheden voor zij-instromers, hebben zich spontaan vooralsnog voldoende belangstellenden bij de schoolbesturen gemeld. Met de Ichthus Hogeschool is overeengekomen dat in februari 2001 ca. 25 zij-instromers na een assessment hun opleiding kunnen starten. Na de zomervakantie zal een tweede groep met de opleiding beginnen. De Ichthus Hogeschool en de betrokken schoolbesturen onderhandelen in februari 2001 over de kosten, verbonden aan deze opleiding. Allereerst bepaalt de pabo op basis van een assessment of de kandidaat de noodzakelijke geschiktheidsverklaring kan krijgen. Op basis van deze verklaring kunnen zij, nog onbevoegd, voor een regulier salaris als een volwaardig leraar de lessen verzorgen. De zij-instromers zullen op de school waar ze werken intensief worden begeleid. Het rijk stelt voor de begeleiding van de 50 Haagse zij-instromers in het kader van 'Vijfkwartsmaat' ƒ 500.000,- beschikbaar. Daarnaast financiert het rijk de kosten voor de opleiding en de verletkosten van de zij-instromers. Zij-instromers worden 1/5 deel van hun aanstellingsomvang vrijgesteld van lesgevende taken opdat zij de pabo-opleiding kunnen volgen.
4.2.
Pilot 'Plusleraar' Het ministerie van OCenW en de G4 spraken ook af om een aantal pilots te starten die de financiële relatie tussen scholen en het Vervangingsfonds (Vf) betreffen. In de huidige systematiek krijgt een school op basis van gerealiseerde vervanging de salariskosten van de vervanger achteraf verrekend. Het Vf is de hiervoor verantwoordelijke organisatie. Op basis van de hoogte van het ziekteverzuim in de voorgaande periode vraagt het Vf een premie aan de scholen. De minister wil de mogelijkheden onderzoeken om scholen zelf en rechtstreeks verantwoordelijk te maken voor het verzuimbeleid. Twee Haagse schoolbesturen, het openbaar onderwijs en de SCO Lucas, beraden zich op de vraag of zij aan een dergelijke pilot deel zullen nemen. Een school krijgt voorafgaand aan een schooljaar de financiële ruimte om vervangende leraren aan te stellen. Daarmee vervalt het probleem dat in geval van ziekte gezocht moet gaan worden naar een vervanger. Een vervanger die er wellicht niet is, mede omdat een vervangingsfunctie onaantrekkelijk is. Wanneer de omvang van de ziekte in de loop van een jaar hoger blijkt dan vooraf, op basis van historie van de school, werd ingeschat, krijgt de school niet méér geld voor vervanging. Wanneer het ziekteverzuim lager is mag de school de formatie houden, een extra prikkel om actief verzuimbeleid te voeren. De pilot raakt de fundamenten van het Vf: wanneer deze werkwijze op grote schaal wordt ingevoerd is de vraag naar het bestaansrecht van het Vf gerechtigd: het geld voor vervanging gaat niet meer via het Vf, maar rechtstreeks van OCenW naar de scholen. De gedachte rond deze pilot is bovendien om aan het begin van het jaar niet de nieuwe collega's als vervanger in te zetten. Ervaren leraren krijgen de vervangingstaak in de school. Deze ervaren krachten kunnen, wanneer er geen vervangingstaken zijn, andere kwalitatief moeilijker taken, op zich nemen. Deze gedachte verklaart de naam van de pilot: 'Plusleraar'.
4.3.
Consulenten ziekteverzuim In 'Vijfkwartsmaat' wordt voorgesteld om op kosten van het Vervangingsfonds twee consulenten in Den Haag te stationeren die plannen van aanpak voor het terugdringen van het ziekteverzuim -7-
moeten maken. De minister heeft extra geld beschikbaar gesteld om het ziekteverzuim in het onderwijs terug te dringen. De consulenten krijgen mede de taak om een effectieve inzet van die gelden voor Den Haag te realiseren. Het idee vloeit voort uit de landelijke inspanningsverplichting van minister Hermans en de schoolbesturen om in de komende jaren het ziekteverzuim in het onderwijs met 1% terug te brengen. 4.4.
Opleidingsscholen Binnenstad Het schoolbestuur van SCO Lucas begint in februari 2001 een pilot waarbij een pabo-opleiding (Leidse Hogeschool) en 5 basisscholen uit de Haagse binnenstad gezamenlijk de inhoud van de opleiding bepalen en samen de begeleiding van studenten op zich nemen. De basisscholen zullen daartoe omgewerkt worden tot zgn. opleidingsscholen. De studenten lopen kort na aanvang van de studie een betaalde stage die door het schoolbestuur wordt gefinancierd. Daarmee worden pabo's en basisscholen gezamenlijk verantwoordelijk voor de inhoud en uitvoering van het leerplan dat ze aanbieden aan de studenten. De studenten verplichten zich om na afronding van hun studie enkele jaren in binnenstadsscholen van dit schoolbestuur te gaan werken. Ervaren leraren basisonderwijs krijgen een scholing om als 'coach' de studenten/medewerkers te kunnen begeleiden.
4.5.
Werving, begeleiding en opleiding van nieuw personeel voor 'Onderwijskansen-scholen' In het kader van het Onderwijskansenplan voor Haagse V.O.-scholen wordt in januari 2001 voorgesteld om samen met SALTO een aantal nieuwe medewerkers voor deze scholen te werven. Naast de werving van deze nieuwe medewerkers zal in overleg tussen de scholen en de opleidingsinstituten zal een op maat gesneden opleiding voor deze medewerkers worden ingericht. Bovendien zullen de scholen hun coachingssysteem voor deze nieuwe medewerkers op verder uitbreiden.
4.6.
Onderzoek naar motieven en knelpunten In de eerste maanden van 2001 zal een onderzoek gedaan worden naar 1. de motieven van belangstellenden om, ook op latere leeftijd, te kiezen voor een functie in het Haagse onderwijs. 2. de motieven van onderwijspersoneel dat vanuit een onderwijsaanstelling in Den Haag vertrekt naar een andere functie, binnen of buiten het onderwijs. 3. de financiële en inhoudelijke knelpunten die realisering van de omscholingswens in de weg staan. Hierbij valt te denken aan studiekosten, combineren van werk en studie, kinderopvang, huisvesting, inhoud en organisatie van de opleiding en reiskosten.
4.7.
Wervingsplan Op basis van de conclusies van het bovengenoemd onderzoek zal een wervingsplan voor Haagse leraren worden opgezet. Bezien wordt welke knelpunten de realisatie van scholing in de weg staan en welke knelpunten door gerichte actie kunnen worden weggenomen. Daarin zal tenminste aandacht zijn voor de mogelijkheden van duaal leren, financiering van studiekosten, huisvesting reiskosten en kinderopvang. Voor specifieke doelgroepen zullen we passende constructies met opleidingsinstituten en schoolbesturen opzetten. Doelgroepen zijn met name: middelbare scholieren, allochtonen, niet-werkende vrouwen met m.b.o.- of h.b.o.-opleiding en zij-instromers.
4.8.
Stage voor middelbare scholieren op basisscholen In 2001 zal SALTO de mogelijkheid onderzoeken om voor vierde en vijfde klassers van HAVO en VWO stages van enkele dagdelen op basisscholen te organiseren. De stages zijn bedoeld om de aantrekkelijkheid van het beroep van leraar basisonderwijs aan de leerlingen van het voortgezet onderwijs duidelijk te maken.
5.
Financiën
-8-
5.1.
Budgetjaar 2000
In 2000 kende de raad het projectbureau ƒ 400.000,- toe.
Uitgaven en toezeggingen in 2000:
Onderwerp 1.
Bijdrage aan 'Duaal Opleiden tot leraar primair onderwijs' Ichthus Hogeschool
ƒ 50.000,-
2.
Bijdrage aan schoolbesturen voor participatie in SALTO schooljaar 1999/2000
ƒ 60.000,-
3.
Bijdrage aan schoolbesturen voor participatie in SALTO schooljaar 2000/2001
ƒ 51.250,-
4.
Bijdrage SALTO ontwikkelkosten Pilot van Haagse Hogeschool 'Van vakleerkracht tot groepsleerkracht'
ƒ 32.000,-
5.
Onderzoek naar resultaten pilot 'Van vakleerkracht tot groepsleerkracht'
ƒ 25.000,-
6.
Bijdrage SALTO onderzoek VVS
ƒ 8.400,-
7.
Kosten studiedag i.s.m. Haagse vestiging Leidse universiteit
ƒ 28.500,-
8.
Bijdrage SALTO aan kosten Kweekvijver projecten
ƒ 50.000,-
9.
Communicatie
ƒ 47.000,-
10.
Onderzoek IVA
ƒ 21.500,-
11.
Ontwikkelen website www.saltodenhaag.nl
ƒ 8.000,-
12.
Advertentiekosten
ƒ 17.000,-
Totaal uitgaven en toezeggingen 2000
ƒ 398.650,-
-9-
5.2.
Budgetjaar 2001
Op basis van het raadsvoorstel 'Besteding incidenteel budget 2001 m.b.t. het lerarentekort in Den Haag' (registratienummer OCW\2000.13129) kende de raad het projectbureau een bedrag toe van ƒ 1.200.000,.
Toezeggingen en plannen voor 2001: Onderwerp 1.
Waarderingstoelage personeel Haagse scholen voor primair onderwijs
ƒ 700.000,-
2.
Onderzoek naar doelgroepen en wervingsmogelijkheden
ƒ 40.000,-
3.
Wervingsplan
ƒ 150.000,-
4.
Bijdrage van SALTO aan pilot 'Opleidingsscholen Binnenstad'
ƒ 25.000,-
5.
Bijdrage salariskosten projectleider 'Werving/opleiding/begeleiding van personeel Onderwijskansenscholen'
ƒ 30.000,-
6.
Salariskosten projectmedewerker
ƒ 35.000,-
7.
Stage middelbare scholieren op basisscholen
ƒ 30.000,-
8.
Bijdrage aan schoolbesturen voor participatie in SALTO schooljaar 2001/2002
ƒ 45.000,-
9.
Communicatie
ƒ 80.000,-
10.
Onvoorzien
ƒ 65.000,-
Totaal
ƒ 1.200.000,-
-10-
bijlage 1. Voortgangsrapportage SALTO bij: februari 2001 Resultaat van de monitor van januari 2001 naar: het aantal vacatures en het aantal onvervulde vervangingen van onderwijzend personeel in het Haagse primair onderwijs peildatum: 8 januari 2001 1.
90% van de scholen primair onderwijs heeft op de vragenlijst gereageerd. Dit is meer dan bij de peiling in september 2000 (85%). Van de overige scholen zijn geen vacatures of onvervulde vervangingen bekend. Het werkelijke aantal vacatures zal derhalve iets hoger zijn dan uit onderstaande gegevens blijkt.
2.
In totaal zijn er op de Haagse basisscholen, de speciale scholen voor basisonderwijs en de scholen voor zeer speciaal onderwijs 90 fulltime vacatures voor onderwijspersoneel niet ingevuld. De gemiddelde aanstellingsomvang in Den Haag is 0.84. Derhalve is er een behoefte aan ca. 107 groepsleerkrachten. vacatures in het Haagse primair onderwijs in 2000 en 2001: 2000
3.
2001
januari
mei
september
januari
90
95
0.95
107
Op deze scholen is geen vervanging gevonden voor 78 fulltime formatieplaatsen voor zieke leerkrachten die langer dan drie weken ziek waren. Bij een aanstellingsomvang van gemiddeld 0.84 leidt dit tot een tekort van ca. 93 invalleerkrachten. onvervulde vervangingen van leraren langer ziek dan 3 weken in 2000 en 2001 2000
4. 5. 6. 7. 8.
2001
januari
mei
september
januari
85
105
60
93
Voor 35 fulltime formatieplaatsen is wel ziektevervanging van buitenaf gevonden. In januari 2001 bleken 18 directiefuncties (directeuren en adjunct-directeuren) vacant of wegens ziekte langdurig onvervangen. Binnen het speciaal onderwijs (speciaal basisonderwijs en 'zeer speciaal onderwijs' ) bestaan 9 fulltime vacatures en worden op de peildatum 13 langdurig zieken niet vervangen. Bij het onderwijsondersteunend personeel zijn momenteel 6 fulltime vacatures en 12 onvervulde ziektevervangingen. Naast de reguliere vacatures zoeken de scholen die participeren in de 'Voorschool' sinds januari naar ca. 16 leraren voor de bezetting van de onderbouwgroepen in de Voorschool.
-11-