Onderzoek onder kinderen groep 5 t/m 8
februari/maart 2015
Bewaren van geld Hoe bewaar jij je geld?
Basis: allen n=503
(meerdere antwoorden mogelijk) In mijn spaarpot
76%
Op de bank
55%
In mijn portemonnee
35%
Op een speciale plek, bijv. in een speciaal doosje of bakje
12%
Mijn ouders bewaren het voor me
9%
In mijn broekzak
1%
Ik heb geen geld om te bewaren
1%
Aantal antwoorden Gemiddeld aantal redenen
947 1,9
• In vergelijking met 2011 bewaren kinderen minder vaak hun geld in hun portemonnee: 35% vs. 45% in 2011. De top 3 waar kinderen geld bewaren ziet er hetzelfde uit als 4 jaar geleden: spaarpot, op de bank, portemonnee. • Meisjes bewaren hun geld vaker in hun portemonnee dan jongens; 42% van de meisjes noemt dit tegenover 28% van de jongens. • Jongens bewaren hun geld vaker dan meisjes op een speciale plek (15% vs. 9%).
2
wijzeringeldzaken.nl | 3 maart 2015
Bankrekening en bankpas Heb jij een eigen bankrekening bij de bank? Basis: allen (n=503)
ja
16%
nee
weet niet
5%
79%
Gebruik bankpas • Bijna de helT (47%) van de kinderen die over een bankpas beschikken (n=155), gebruikt de pas om mee te betalen (pinnen) in een winkel. • 45% van de kinderen met bankpas gebruikt de pas nooit en 22% gebruikt de pas (ook) om geld te pinnen bij een geldautomaat.
3
wijzeringeldzaken.nl | 3 maart 2015
Beschikking bankpas • Ruim de helT (55%) van de kinderen met een bankrekening beschikt niet over een bankpas waarmee ze kunnen betalen, 39% wel (de rest weet het niet). • Naarmate kinderen ouder worden, hebben ze vaker een bankrekening mét bankpas: 54% van de kinderen in groep 7/8 versus 25% van de kinderen in groep 5/6.
Geld sparen of uitgeven? Wat doe je met je geld? Geef jij het vooral uit of spaar je vooral? Basis: allen (n=503)
15% 56%
29%
het meeste uitgeven helft uitgeven, helft sparen het meeste sparen
• Ruim de helT van de kinderen spaart het eigen geld vooral. • In vergelijking met 2011 geven kinderen iets vaker aan vooral te sparen (56% vs. 50%) en iets minder vaak de helT uit te geven, de helT te sparen (35% vs. 29%). • Jongens sparen het eigen geld vaker: 61% vs. 51% van de meisjes. Meisjes geven vaker aan de helT uit te geven, de helT te sparen: 34% vs. 24% van de jongens.
4
wijzeringeldzaken.nl | 3 maart 2015
Waar geven kinderen geld aan uit? (1) Waar geef jij je eigen geld allemaal aan uit?
Basis: allen=503
(meerdere antwoorden mogelijk) Speelgoed
50%
Computerspellen/games
32%
Snoep of andere lekkere dingen
28%
Cadeautjes voor vriendjes, ouders of broertjes/zusjes
19%
Spullen om me mooi te maken (make-‐up, haarclipjes, oorbellen, ke\nkjes, armbanden)
18%
Boeken, ]jdschriTen, iets om te lezen
18%
Sport-‐ of hobbyspullen
16%
Schoolspullen (schriTen, pennen)
10%
Kleren, schoenen
5%
Huisdieren
4%
Muziek, films
3%
Ik geef (bijna) niets uit
14%
Aantal antwoorden Gemiddeld aantal antwoorden
1.105 2,2
• In vergelijking met 2011 zijn gemiddeld minder antwoorden per kind gegeven (2011: 2,8 en 2015: 2,2), waardoor veel percentages lager zijn dan in 2011. • Het percentage kinderen dat aangeeT (bijna) niets uit te geven is juist gestegen: van 7% in 2011 tot 14%. • De top 3 waar kinderen geld aan uitgeven is onveranderd t.o.v. 2011.
5
wijzeringeldzaken.nl | 3 maart 2015
Waar geven kinderen geld aan uit? (2) • Meisjes en jongens geven hun geld verschillend uit: zo geven jongens hun geld vier keer zo vaak uit aan computerspelen/games dan meisjes (52% vs. 12%). Meisjes geven hun geld vaker uit aan spullen om zich mooi te maken (35% vs. 2% van de jongens), aan boeken en ]jdschriTen (26% vs. 11%) en aan schoolspullen (17% vs. 3%). Speelgoed en snoep noemen ze nagenoeg even vaak. • Naarmate kinderen ouder worden, geven ze hun geld aan meer verschillende dingen uit. Zo geven kinderen uit groep 5/6 nog het meeste aan hun geld uit te geven aan speelgoed (62%), in groep 7/8 daalt dit (38%) en s]jgen verschillende andere dingen, zoals snoep, computerspellen/games, kleren/ schoenen en cadeautjes voor vriendjes, ouders of broertjes/zusjes.
Is jouw geld weleens op, zodat je niet meer kunt kopen wat je wilt? Basis: allen (n=503)
12% 43%
vaak
soms
nooit
45%
• Waar kinderen het eigen geld dan ook aan uitgeven, voor 43% van de kinderen groep 5 – 8 geldt dat ze nooit meemaken dat het geld op is, waardoor ze niet meer kunnen kopen wat ze willen. Meer dan de helT van de jongeren (57%) kan (soms/vaak) niet kopen wat hij/zij wil, omdat het geld op is. • Twee derde van de kinderen wacht met kopen, als ze te weinig geld hebben. Een ]ende van de kinderen leent wel eens geld van ouders of anderen als ze te weinig geld hebben om iets te kopen.
6
wijzeringeldzaken.nl | 3 maart 2015
Stellingen omtrent geld Is dit voor jou waar of niet waar? Basis: allen (n=503)
2011
2015
Ik vind dat ik goed met geld om kan gaan
71 10 13
Mijn ouders vinden dat ik te veel geld uitgeef
77 79
Ik vind het belangrijk om te sparen 28 25
Ik denk best vaak aan geld
26
Ik heb altijd genoeg geld om te kopen wat ik wil
33 44
Ik weet altijd hoeveel geld ik heb 0
10
20
30
40
50
50 60
70
80
90
• •
71% van de kinderen vindt zelf dat hij/zij goed met geld om kan gaan. Hoe ouder kinderen, hoe vaker ze zelf tevreden zijn (76% groep 7/8 vs. 66% groep 5/6). Volgens 77% van de kinderen zijn ouders ook tevreden; zij geven aan dat hun ouders niet vinden dat zij te veel geld uitgeven. Dit s]jgt naarmate kinderen
•
ouder worden (82% groep 7/8 vs. 72% groep 5/6). Vier op de vijf kinderen vinden het belangrijk om te sparen en een kwart denkt best vaak aan geld.
•
•
Een derde van de kinderen heeT al]jd genoeg geld om te kopen wat hij/zij wil (56% niet); dit is gestegen t.o.v. 2011, toen gaf 26% aan al]jd genoeg geld te hebben (en 68% niet). Meisjes en kinderen uit groep 7/8 geven vaker aan dan jongens en dan kinderen uit groep 5/6 al]jd genoeg geld te hebben om te kopen wat ze willen (resp. 37% vs. 28% en 38% vs. 28%). Kinderen hebben beter dan in 2011 inzicht in hoeveel geld zij hebben; 50% weet dit al]jd vs. 44% in 2011. Hoe ouder kinderen zijn, hoe vaker ze dit al]jd weten (56% groep 7/8 vs. 45% groep 5/6).
7
wijzeringeldzaken.nl | 3 maart 2015
AcNviteiten rondom geld Welk van onderstaande dingen heb jij de afgelopen twee weken gedaan?
Basis: allen=503
(meerdere antwoorden mogelijk)
Ik heb zakgeld gekregen
64%
Ik heb geld in mijn spaarpot gedaan
50%
Ik heb zelf iets met contant geld betaald
35%
Ik heb klusjes gedaan om geld te verdienen
16%
Ik heb met mijn ouders over zakgeld gepraat
16%
Ik heb mijn ouders vragen gesteld over geld
11%
Ik heb geld laten slingeren
8%
Ik heb geld op mijn spaarrekening gezet
7%
Ik heb zelf iets met een pinpas betaald
5%
Geen van deze dingen
10%
Aantal antwoorden Gemiddeld aantal antwoorden
1.120 2,2
• Meisjes hebben vaker iets met contant geld betaald dan jongens (41% vs. 29%). • Kinderen uit groep 7/8 hebben vaker zelf iets met contant geld betaald (41% vs. 29%), met ouders over zakgeld gepraat (19% vs. 12%) en geld op hun spaarrekening gezet (10% vs. 4%). • Kinderen uit groep 5/6 hebben vaker geld in hun spaarpot gedaan dan oudere kinderen (54% vs. 45%). • (niet in grafiek) 90% van de kinderen praat wel eens met de ouders over geld, bijv. over zakgeld, wie wat betaalt, wat iets kost, wat kind mag kopen. Een kwart hiervan doet dit vaak en driekwart soms. • (niet in grafiek) De helT van de kinderen krijgt op school wel eens les over hoe ze met geld om moeten gaan.
8
wijzeringeldzaken.nl | 3 maart 2015
Mobiele telefoon + kosten
50% ja
50% nee
• De helT van de kinderen uit groep 5 -‐ 8 heeT een mobiele telefoon/smartphone. Naarmate kinderen ouder worden, hebben zij vaker een mobiele telefoon/smartphone. • Ten opzichte van 2011 is sprake van een toename van het aantal kinderen in groep 8 dat een mobiele telefoon/ smartphone heeT: in 2011 had 70% van de kinderen in groep 8 een mobiele telefoon/smartphone, nu is dit percentage gestegen tot 86% van de kinderen. • Van circa 9 op de 10 kinderen betalen de ouders alle kosten van de mobiele telefoon/smartphone, 9% deelt de kosten en 3% van de kinderen betaalt het helemaal zelf.
9
wijzeringeldzaken.nl | 3 maart 2015
Onderzoeksverantwoording 2015: • Methode: Online vragenlijst (CASI), onder deelnemers van het InVotes consumentenpanel (NoTies) • Onderzoeksperiode: Het veldwerk heeT gelopen van 10 t/m 16 februari 2015. • Doelgroep: Kinderen uit groep 5 t/m 8 Het onderzoek is uitgezet onder een representa]eve groep ouders, gebaseerd op de MOA Gouden Standaard. Er is geselecteerd op de leeTijd van de kinderen. • N= 503 kinderen, waarbij: • •
n= 251 jongens en n= 252 meisjes n = 252 kinderen groep 5/6 en n= 251 kinderen groep 7/8 (n= 126 kinderen groep 5, n= 126 kinderen groep 6, n= 125 kinderen groep 7, n= 126 kinderen groep 8)
• De onderzoeksresultaten van 2015 zijn vergeleken met resultaten uit de Juniormonitor 2011; hiervoor zijn de te vergelijken vragen in dezelfde bewoordingen aan kinderen voorgelegd. 2011: • Methode: Online vragenlijst (CASI), onder deelnemers van het panel van Veldkamp (TNS NIPObase). • Onderzoeksperiode: Het veldwerk heeT gelopen van 21 t/m 28 september 2011. • Doelgroep: Kinderen uit groep 5 t/m 8 • Er is een steekproef getrokken waarbij is gestreefd naar representa]viteit voor de achtergrondkenmerken regio, huishoudgrooie en sociale klasse van huishoudens met kinderen tussen 8 en 11 jaar. • N= 1.005 kinderen, waarbij:
10
•
n= 514 jongens en n= 491 meisjes
•
n = 516 kinderen groep 5/6 en n= 489 kinderen groep 7/8 (n= 237 kinderen groep 5, n= 279 kinderen groep 6, n= 256 kinderen groep 7, n= 233 kinderen groep 8)
wijzeringeldzaken.nl | 3 maart 2015