Taalverhaal – Taal - blok 1 – Na schooltijd – hoofdstuk 1 t/m 4.
Groep 6
Hoofdstuk 1 - De opvang. iemand afleiden
- iemand naar iets anders laten kijken of luisteren
doordringend
- lang en met aandacht
de informatie
- wat je wilt weten
informeren
- navragen
het verleden
- de tijd die voorbij is; vroeger
je aanpassen
- doen wat erbij past
bereikbaar
- iemand te spreken kunnen krijgen
ingaan
- beginnen
tijdelijk
- een tijdje
verheugd
- blij
Hoofdstuk 2 - Huisregels. achteraf
- niet tussen andere mensen maar op de achtergrond
beschikbaar
- iets of iemand is er voor je
eisen
- beslist willen dat iemand iets doet
de toekomst
- de tijd die nog komt
uitvoerig
- uitgebreid; een lange tijd
beschouwen
- zien; opvatten
het element
- het deel
gebruik maken van
- gebruiken
produceren
- maken
de uitzondering
- een speciaal geval
Hoofdstuk 3 - Ruzie. achteraf
- nadat het gebeurd is
geen erg in hebben
- het niet merken
rekening houden met
- eraan denken dat het kan gebeuren of dat het zo is
het resultaat
- het gevolg
verschillen
- anders zijn
met behulp van (m.b.v.)
- met
eveneens
- ook
het feit
- wat echt gebeurd is, of echt waar is
integendeel
- juist niet
de reeks
- dingen die op elkaar volgen of bij elkaar horen; de serie
PCBS ’t Rietland
Woordenschat_groep_6
Pagina 1 van 7
Hoofdstuk 4 - Slakkensoep. achterdochtig
- als je denkt dat mensen niet eerlijk tegen je zijn
akkoord
- goed, in orde
schatten
- bedenken hoeveel iets is, zonder het precies uit te rekenen
schijnen
- zo lijken te zijn
de viezigheid
- vuil, iets vies
over het algemeen
- meestal
het middel
- iets wat ergens bij helpt
het milieu
- je omgeving; de mensen, planten, dieren en lucht om je heen
slijmerig
- met of van slijm
de verkoudheid
- het verkouden zijn
Taalverhaal – Taal - blok 2 – Het goede doel – hoofdstuk 5 t/m 8.
Hoofdstuk 5 - Geld inzamelen. de kennis
- de dingen die je weet
de organisatie
- een groep mensen die samenwerkt
ten eerste, ten tweede
- de eerste reden, de tweede reden
de uitvoering
- een voorstelling, bijvoorbeeld een toneelstuk of ballet
verspreiden
- ervoor zorgen dat iets overal terechtkomt
de hongersnood
- als er te weinig eten is voor een grote groep mensen
inzamelen
- dingen ophalen, bijvoorbeeld geld of kleren
de ramp
- een groot ongeluk, met veel mensen of in een groot gebied
terecht
- goed; juist (omdat er een goede reden voor is)
in totaal
- alles bij elkaar opgeteld
Hoofdstuk 6 - Opgesloten. pico bello
- helemaal in orde, goed verzorgd
de repetitie
- het oefenen
toe zijn aan
- iets hard nodig hebben
vervolgens
- daarna
zogenaamd
- net alsof; het is niet echt zo
frommelen
- iets slordig ergens instoppen
opvatten
- wat je van iets vindt, hoe je iets begrijpt
prompt
- direct, meteen
statig
- deftig en een beetje stijf
uiteraard
- natuurlijk
PCBS ’t Rietland
Woordenschat_groep_6
Pagina 2 van 7
Hoofdstuk 7 - De ontsnapping. blijkbaar
- kennelijk; zoals je kunt merken
hoe dan ook
- in ieder geval
leiden naar
- een bepaalde kant op gaan
opklinken
- een geluid dat plotseling begint
opslaan
- bewaren
alsmaar
- steeds
componeren
- muziek bedenken en opschrijven in muzieknoten
het concert
- muziekuitvoering
het deuntje
- makkelijk liedje of wijsje
nabootsen
- nadoen
Hoofdstuk 8 - Een rare tekst. favoriet
- iets waarvan je het meest houdt
het talent
- iets wat je heel goed kunt
verfrommeld
- verkreukeld
iemand ergens van voorzien
- ervoor zorgen dat iemand iets krijgt
de wirwar
- rommeltje, van alles door elkaar
inzetten
- beginnen te spelen of zingen
omzetten
- veranderen, vertalen
de opname
- geluiden of beelden die bijvoorbeeld op een cd staan
technisch
- wat te maken heeft met hoe apparaten in elkaar zitten
vervoeren
- iets naar een andere plaats brengen
Taalverhaal – Taal - blok 3 – Het park – hoofdstuk 9 t/m 12.
Hoofdstuk 9 - De bomen. aantasten
- anderen ziek maken
de breedte
- hoe breed iets is
het gevolg
- iets wat vanzelf gebeurt, doordat er eerst iets anders is gebeurd
nestelen
- een nest maken
noodzakelijk
- erg nodig
gunstig
- op een manier die je goed van pas komt
het materiaal
- alles waarmee je iets kunt maken
typisch
- wat echt bij iets of iemand hoort
verteren
- wegrotten, vergaan
vrijwel
- zo goed als, bijna helemaal
PCBS ’t Rietland
Woordenschat_groep_6
Pagina 3 van 7
Hoofdstuk 10 - Het gemeentehuis. behandelen
- bespreken
de klacht
- de woorden waarmee je laat merken dat je ontevreden bent
de nadruk leggen op
- duidelijk maken dat iets heel belangrijk is
ondernemen
- iets gaan doen
tonen
- laten zien
de aanleiding
- de reden om iets te doen
achten
- vinden
meespelen
- mee laten tellen
opheffen
- zorgen dat iets niet meer bestaat
waarde
- beste
Hoofdstuk 11 - De vergadering. de kwestie
- de vraag; het probleem
leiden
- voor een groep beslissen wat er gebeurt
ergens tegen optreden
- tegen iets of iemand iets doen
de stand van zaken
- hoever je bent
het voorstel
- het idee; het plan
antiek
- erg oud
apart
- bijzonder
zich ergens voor interesseren
- belangstelling voor iets hebben
rondhangen
- ergens zijn en blijven zonder dat je er iets te doen hebt
waarschijnlijk
- bijna zeker
Hoofdstuk 12 - De demonstratie. aanzien
- bekijken
belangstellend
- vol interesse
bijvallen
- aanvullen, het eens zijn met
van iets op de hoogte zijn
- iets weten
overbrengen
- namens iemand vertellen, meedelen
in dat geval
- als dat zo is
loodzwaar
- heel erg zwaar
de methode
- een manier om iets te doen
van tevoren
- vooraf, op een eerder moment
de windkracht
- hoe hard de wind waait
PCBS ’t Rietland
Woordenschat_groep_6
Pagina 4 van 7
Taalverhaal – Taal - blok 4 – De wereld rond – hoofdstuk 13 t/m 16.
Hoofdstuk 13 - De speurtocht. wat mij betreft
- volgens mij; als je het mij vraagt
voor de rest
- verder; voor wat overblijft
vandaar
- vanaf die plek
via
- over of langs
voldoende
- genoeg
nauwkeurig
- precies
ontcijferen
- uitzoeken wat er staat; ontdekken wat het betekent
het pasteitje
- het bakje van deeg met vlees of groente erin
ergens uitkomen
- het oplossen
de verbeelding
- wat je bedenkt; je fantasie
Hoofdstuk 14 - Het maskermuseum. de misdadiger
- iemand die iets heeft gedaan wat in de wet verboden is
het onheil
- de ellendige gebeurtenis; de ramp
de samenleving
- alle mensen samen en hoe ze met elkaar omgaan
uitbeelden
- doen alsof je iets of iemand anders bent
verbinden
- bij elkaar brengen
het hulpmiddel
- het middel dat je gebruikt om iets makkelijker te maken
de instructie
- wat vertelt hoe je iets moet doen
het museumbezoek
- het bezoek aan een museum
de positie
- de plaats; de plek
vormen
- in de goede vorm brengen; maken
Hoofdstuk 15 - Somalië. het gedeelte
- het deel, het stuk
bij je positieven komen
- bij bewustzijn komen, later merken dat je nog leeft
de ruimte
- de kamer; de zaal
schieten
- snel gaan; snel bewegen
de stuipen op het lijf jagen
- heel erg laten schrikken
dichten
- een versje maken
de haiku
- Japans gedichtje van drie regels dat niet rijmt
het lenteweer
- lekker weer in de lente
de winterdag
- dag in de winter dat het echt koud is
de zwerver
- iemand die geen huis heeft en steeds ergens anders slaapt
PCBS ’t Rietland
Woordenschat_groep_6
Pagina 5 van 7
Hoofdstuk 16 - De ramadan. Allah
- de god van de moslims
de godsdienst
- de regels van een geloof
de islam
- de godsdienst van de moslims
de moslim
- iemand die gelooft in Allah en zich aan de regels van de islam houdt
de vermoeidheid
- moe zijn
aanbreken
- beginnen
ten einde lopen
- aflopen; eindigen
gastvrij
- hartelijk
de gebeurtenis
- iets wat gebeurt
de ontdekkingsreis
- de zoektocht
Taalverhaal – Taal - blok 5 – De Romeinen – hoofdstuk 17 t/m 20.
Hoofdstuk 17 - Gladiatoren. de bescherming
- wat ervoor zorgt dat iemand veilig is
bezwaar hebben tegen
- iets niet goed vinden
bieden
- geven
dienen om
- bedoeld zijn voor
de gewoonte
- wat men vaak doet
de diepte
- hoe diep iets is
op een gegeven moment
- op een bepaald ogenblik
iemand uitschakelen
- ervoor zorgen dat iemand niets meer kan doen
volkomen
- helemaal
weldra
- binnenkort; gauw
Hoofdstuk 18 - Bij Marcus thuis. blijken
- duidelijk zijn; te merken zijn
enigszins
- een beetje
reeds
- al
de verlegenheid
- als je een beetje onzeker bent bij vreemde mensen
voeren
- brengen
geheel
- heel
de godin
- vrouwelijk god
de priester
- iemand die een dienst in een tempel of kerk leidt
een rol spelen
- ergens belangrijk voor zijn
uitsluitend
- alleen maar
PCBS ’t Rietland
Woordenschat_groep_6
Pagina 6 van 7
Hoofdstuk 19 - De thermen. de afleiding
- iets leuks om te doen
afsluiten
- ermee stoppen
binnentreden
- ergens naar binnen gaan
de figuur
- plaatje van een mens, dier of ding
onderscheiden
- zien
de dierenbescherming
- organisatie die ervoor probeert te zorgen dat dieren goed behandeld worden
de folklore
- oude gewoonten van een volk
het toerisme
- het voor je plezier reizen
verbieden
- zeggen dat iets niet mag
zinloos
- zonder nut, je hebt er niets aan
Hoofdstuk 20 - De toekomst. aflezen
- zien of begrijpen door goed naar iets te kijken
aan de hand van
- door gebruik te maken van
het lot
- wat er met je gaat gebeuren
iets ergens uit opmaken
- iets ergens uit begrijpen
de steun
- de hulp
het kattenkwaad
- stoute, ondeugende dingen
de opschudding
- de schrik; de verwarring
het toeval
- je kon het niet voorspellen
de troost
- wat ervoor zorgt dat je minder verdrietig wordt
vrezen
- bang zijn voor
PCBS ’t Rietland
Woordenschat_groep_6
Pagina 7 van 7