Atletiekdagen 26 t/m 28 mei 2014 Terrein: AV’34 Sportpark Orderbos
Voorwoord
Technische tips: Bij het kogelstoten komt het aan op kracht. Kracht, niet alleen om de kogel
Van 26 t/m 28 mei 2014 organiseert atletiekvereniging AV’34, in
weg te stoten, maar ook voor de afzetbeweging met de benen.
samenwerking met Accres, de Schoolatletiekdagen.
Hieronder volgt een aantal tips voor een goede afstoot:
Aan dit evenement nemen naar verwachting zo’n 1000 leerlingen van groep 7
plaats de kogel op de vingers
uit het basis- en vergelijkbare groepen uit het speciaalonderwijs in Apeldoorn
leg de kogel op deze wijze tegen hals en kin aan
deel.
buig het standbeen strek het standbeen en stoot de kogel weg
Tijdens de Schoolatletiekdagen kunnen de leerlingen gedurende een dagdeel (ochtend of middag) diverse onderdelen van de atletieksport beoefenen: - 60 meter sprint - 400 meter - hoogspringen - verspringen - vortex werpen - kogelstoten Dit informatieboekje bevat enkele punten van aandacht om de wedstrijd zo soepel mogelijk te laten verlopen. Ook is in dit boekje enige informatie over de te beoefenen onderdelen opgenomen. Tot slot wensen wij jullie allen, leerlingen en begeleiders, een sportieve, maar bovenal een plezierige dag toe. Commissie schoolsport Accres. www.sportstimulering-apeldoorn.nl E:
[email protected] Voor meer informatie over de Schoolatletiekdagen kunt u terecht bij de schoolsportcommissie van AV’34: Herman van der Wal E:
[email protected] Meer informatie over AV’34 kunt u vinden op: www.av34.nl.
VORTEX WERPEN
Aandachtspunten
De bedoeling is dat de deelnemer de vortex van achter een lijn zover mogelijk bovenhands werpt. Dit mag uit stand, maar het mag ook met een korte
Locatie:
aanloop. De geworpen afstand wordt bepaald en het beste resultaat wordt genoteerd.
De Schoolatletiekdagen vinden plaats op de atletiekbaan van AV’34 in het sportpark Orderbos.
Tijdschema:
Ochtendprogramma
Middagprogramma
: aanwezig
08.45
aanvang
09:00
einde
11:45
: aanwezig
12.45
aanvang
13.00
einde
15.45
Woensdagmiddag is er geen programma De dinsdagochtend is zoveel mogelijk gereserveerd voor het speciaal onderwijs. Teams:
Het programma wordt afgewerkt door teams. Deze teams bestaan uit 9 – 12 leerlingen. Ieder team wordt begeleid door 1 begeleider, te leveren door de school. Indien het aantal deelnemende leerlingen op een dagdeel het toelaat, kan een team uit minder dan 9 leden bestaan. De organisatie kan besluiten leerlingen van meer dan 1 school samen te voegen tot 1 team. De teamleden krijgen 20 minuten de gelegenheid om een atletiekonderdeel te doen, waarbij het beste resultaat genoteerd wordt. Na het signaal gaat het team naar het volgende onderdeel.
Begeleiding:
Minimaal 1 begeleider per team is noodzakelijk.
KOGELSTOTEN
De begeleider blijft de gehele wedstrijd bij het team en
Er wordt gestoten op volgorde van startnummer.
noteert de resultaten van de individuele leden van het
Er mag net zo vaak gestoten worden als het tijdslot het mogelijk maakt. Het
team. Indien nodig zal de begeleider hierbij geassisteerd
beste resultaat geldt als eindresultaat voor de betreffende deelnemer. Iedere
worden door één van de aanwezige juryleden.
deelnemer krijgt één mogelijkheid om in te stoten. Zoals gezegd, de kogel
Schoolpakket: Elke school krijgt op de wedstrijddag een pakket uitgereikt
moet echt gestoten worden. Gooien of werpen is niet toegestaan en is ook
met de startnummers, speldjes, chronologen en eventueel
erg gevaarlijk!
diploma’s. De begeleiding wordt verzocht het pakket minimaal een kwartier voor aanvang in het clubhuis van
Een poging is ongeldig wanneer: na een worp op of over de balk wordt gestapt; de kogel niet binnen de lijnen terechtkomt.
AV’34, bij de atletiekbaan, op te halen.
Startnummers: Een startnummer dient voorop, op borsthoogte met 4 speldjes,
Diploma’s:
Dan volgt de flop:
op de wedstrijdkleding aangebracht te worden. Speldjes worden
de afzet met het buitenste been
met de startnummers meegegeven.
de afzetvoet moet in de looprichting staan
Alle leerlingen kunnen een diploma krijgen als de school dit wil.
de afzetplaats is ongeveer een meter van de dichtstbijzijnde paal en
De school moet dit dan aangeven bij de inschrijving. Het is de
ongeveer twee tot drie voetlengtes van de landingsmat
bedoeling dat medewerkers van de school de diploma’s van de
het zwaaibeen, dit is het been dat het dichtst bij de mat is, moet gebogen
(meegekregen) uitslagen voorzien.
en krachtig worden opgezwaaid
Startvolgorde: Om de wedstrijd vlot te kunnen laten verlopen, is het handig als
na de afzet moeten de heupen en de onderbenen omhoog gaan waardoor
de deelnemers bij alle onderdelen op volgorde van het
je min of meer liggend over het touw gaat
startnummer klaar gaan staan. Men wordt verzocht na afloop van
Als alles gaat zoals hierboven is beschreven, land je uiteindelijk op je rug
een onderdeel, direct door te gaan naar het volgende. VERSPRINGEN Aandachtspunten
Er wordt gesprongen op volgorde van startnummer. Iedere deelnemer mag
Uitslagen:
Individuele resultaten worden door de begeleiders zelf op het
net zo vaak springen als het tijdslot mogelijk maakt. Het beste resultaat
juryformulier genoteerd.
geldt als het eindresultaat voor de betreffende deelnemer.
Elk dagdeel zijn medewerkers van de Algemene Vereniging
Iedere deelnemer krijgt één mogelijkheid om in te springen.
EHBO:
E.H.B.O. Apeldoorn op de atletiekbaan aanwezig. Jury:
Schoeisel:
AV’34 levert juryleden voor de wedstrijd. De juryleden assisteren
Bij het verspringen moet met een been afgezet worden in het witte vlak
de begeleiders bij het beoordelen van de resultaten en zorgen
voor de afzetbalk. Een afzet voorbij de eerste rand van de afzetbalk maakt
voor het vlotte verloop van de wedstrijd.
de poging ongeldig.
Goede sportschoenen zijn aan te raden. Spikes zijn niet toegestaan.
Kleedkamers: De deelnemers kunnen zich omkleden in de kleedkamers bij het clubhuis van AV’34. Advies: neem bij slecht weer droge reservekleding mee. Parkeren:
Fietsen kunnen in de rekken op het terrein van AV’34 gestald worden. Bij onvoldoende ruimte kan de groenstrook langs de baan gebruikt worden. Houd zoveel mogelijk de doorgang vrij. S.v.p. geen fietsen voor of tegen het clubhuis.
Clubhuis:
Auto’s kunnen op het terrein bij de ingang van de atletiekbaan
Technische tips:
worden geparkeerd.
Er zijn verschillende manieren van springen, waaronder de zogenaamde
Telefoonnummer clubhuis AV’34: 055 - 355 86 03
schredevertesprong. Na de afzet wordt het zwaaibeen naar voren gestrekt. Pas kort voor de landing wordt het afzetbeen naar het zwaaibeen gebracht. Tot dat moment wordt de romp rechtop gehouden. Pas in de landingsfase wordt de romp naar voren gebogen.
Een poging is ongeldig wanneer:
Atletiekonderdelen
bij het springen de lat wordt afgeworpen.
Tijdens de Apeldoornse Schoolatletiekdagen staan de volgende
met twee benen tegelijk wordt afgezet;
atletiekonderdelen op het programma:
drie keer wordt aangelopen zonder te springen.
- 60 meter sprint - 400 meter
Het hoogspringen is (vanaf het clubhuis gezien) op de rechter
- hoogspringen
hoogspringmat (mat 1) respectievelijk de linker hoogspringmat (mat 2).
- verspringen - vortex werpen - kogelstoten Als warming-up wordt een heen-en-weer estafette gedaan. Op de volgende pagina’s staat een korte omschrijving van elk onderdeel. Op de plattegrond is aangegeven op welk gedeelte van het terrein het onderdeel plaats vindt.
Technische tips: Bij het hoogspringen wordt na een korte aanloop met de zogenaamde Fosbury flop over de lat gesprongen. De aanloop bij deze sprong bestaat uit twee gedeelten: een even aantal passen op een recht stuk en aansluitend vijf passen in een bocht Tijdens de laatste drie passen versnel je.
Heen-en-weer estafette Het team splitst zich in twee ongeveer even grote groepen en gaan tegenover elkaar in de aangegeven laan staan. Op het startsignaal wordt het estafettestokje zo snel mogelijk naar de overkant gebracht en aan de voorste van de groep overgegeven (niet gooien!) en sluit dan achteraan. Het team dat het eerste weer in de beginsituatie staat heeft gewonnen (in principe loop je dus ten minste 2 keer). Afhankelijk van de teamgrootte kan afgesproken worden dat een of meerdere deelnemers van een team vaker lopen. 60 meter Voor de start van de 60 meter sprint nemen de deelnemers op verzoek van de starter plaats in de startblokken. Na de vraag ‘klaar?’ van de starter volgt het startschot.
400 meter De 400 meter wordt ook gelopen op de kunststofbaan en gaat over precies 1 ronde. Voor de start van de 400 meter nemen de deelnemers op verzoek van de starter hun positie in: op één lijn, met de voet achter de startlijn. Na de vraag ‘klaar?’ van de starter volgt het startschot. In tegenstelling tot hetgeen bij “normale” atletiekwedstrijden gebruikelijk is, wordt bij deze wedstrijd niet vanuit startblokken gestart. Voor zowel meisjes als jongens is de start van de 400 meter (vanaf het clubhuis gezien) rechts, naast de jurytrap aan de binnenzijde van de kunststofbaan. Meelopen van niet-deelnemende scholieren aan zowel de binnen- als de buitenzijde van de baan is niet toegestaan. Dit is namelijk hinderlijk voor de lopers en juryleden.
Voor zowel meisjes als jongens is de start van de 60 meter (vanaf het
Technische tips bij de hardloopnummers:
clubhuis gezien) rechts op de kunststofbaan.
het contact met de baan verloopt via de hiel, over de buitenkant van de voet naar de voorvoet; de armbeweging ondersteunt de loopbeweging, onder andere om je evenwicht te bewaren. Hoe sneller je loopt, hoe meer je armen gebogen zijn. de romp is tijdens het lopen ongeveer verticaal. Als je in een hoog tempo loopt, dan helt de romp licht naar voren. HOOGSPRINGEN Bij het hoogspringen wordt gebruik gemaakt van palen waarop vaste hoogtes zijn aangegeven doormiddel van steuntjes waarop de lat gelegd wordt. De atleet mag zelf bepalen, binnen de aanwezige mogelijkheden welke hoogte hij/zij wil proberen te bereiken. Wordt een hoogte niet gehaald, dan kan het nogmaals geprobeerd worden, of de atleet kan overgaan op een lagere hoogte. De atleten springen op volgorde van startnummer en men mag net zo vaak springen als het tijdslot het toelaat. De hoogst behaalde hoogte geldt als het resultaat van de betreffende atleet. Iedere deelnemer krijgt één mogelijkheid om in te springen.