Geschiedenis van de meeste eigenaars en bewoners aan de noordkant van de huidige Hoge Kerkstraat, de oneven nummers 1 t/m 23.
Uitgezocht door Wim Kesteloo, Nieuwerkerk, 2014.
1
nummer 1 3 5 7 9 11 13 15 17 19 2 huisjes 21 23
bladzijde 3 11 18 23 28 35 41 42 48 57 66 69 75
Verantwoording: De nummers tussen haakjes achter een naam zijn vaak het geboorte en/of overlijdensjaar. Nummers achter een zin of beschrijving beginnend met 46 zijn Raze nummers; andere nummers zijn soms kadasternummers. De namen of afkortingen tussen haakjes verwijzen naar notarissen of andere bronnen; (vdLdC) bijvoorbeeld is van der Lek de Clercq, één van de notarissen; daarvan zijn er meerdere, maar dan is aan het tijdperk wel te vinden welke hier bedoeld wordt. AF is André Flikweert, die vele familie-genealogieën heeft gemaakt, en waar, met zijn goedvinden, dankbaar gebruik van is gemaakt. Vanaf die (Franse) tijd is er een kadaster en zijn er bevolkingsregisters, die ter inzage liggen op het archief in Zierikzee, waar trouwens, net als op het archief in Middelburg, altijd de grootst mogelijke medewerking is verleend bij het onderzoek. De huisnummers die na ca.1810 achter de jaartallen staan, veranderen ca.1860, 1910, 1934 en 1954, een ingewikkelde toestand die makkelijk tot vergissingen lijdt! Vóór die tijd waren er geen huisnummers, er werden “belendingen” aangegeven, die meestal, als het personen waren, op de eigenaars betrekking hadden. Voor de toestand in 1953 is dankbaar gebruik gemaakt van de mooie kaarten van mijn broer. Daarna ligt, vanwege de privacy wetgeving, nog lang niet alles ter inzage, dat zal dus in de loop der jaren verder aangevuld moeten worden! De verhalen zijn verre van compleet, maar zijn hopelijk een goede start voor iemand die iets wil weten over een huis of familie. Met dank aan allen die op één of andere manier hebben geholpen. Wim Kesteloo, Nieuwerkerk, 2014.
2
Hoge Kerkstraat 1
Rechts op de foto de Hoge Kerkstraat 1. Voor het linker huis zie Ring 61. Eigen foto, 2014.
1695 Volgens een extract uit het Transportboek van Nieuwerkerk cedeert en levert Olivier Adriaanse op 6 sep.1695, volgens de gewoonten van de vierschaar en na het verloop van de drie zondagse geboden (drie keer afgeroepen in de Kerk), dit huis met schuur en “verdere gevolge”, gelegen in de Hooft Strate, aan Jacob Jacobse Fluweelooge. Het huis ligt aan de Hoofdstraat, die ook wel ’s Heeren Strate, later Kerkstraat en nu zelfs Hoge Kerkstraat genoemd wordt. Het wordt belend door: Oost: de erfgenamen van het nagelaten weeskind van Adriaan Leendertse Patroen zaliger; Zuid: ’s Heeren Strate; West Bastiaan Janse en ’s Heeren Menne Bane (Ring), en Noord door het slop tegen Jacob Pieterse Klinkerland zijn schuur. (4641-1) Jacob Fluweelooge is eerst getrouwd geweest met Neeltje Jans, ze krijgen kinderen van 1685 tot 1701. In 1710 hertrouwt Jacob met Jozijntje Abrahamse Koster, de weduwe van Paulus Marinisse Bout. Na het overlijden van Jacob hertrouwt Jozijntje in 1715 met Iman Jacobusse de Bruijne. 1715 De naam Fluweelooge is of wordt veranderd in Verweel. Op 16 april 1715 wordt door de secretaris (van Nieuwerkerk) Hendrik Smith die in die tijd tevens schout en secretaris van Botland is, een leveringsakte opgemaakt omdat het huis op 26 maart verkocht is nu Jozijntje gaat hertrouwen. Er is een extract van de akte van 1695 bijgevoegd, en dat gebeurt niet vaak. Aanwezig zijn: Jozijntje Abrahamse, laatst weduwe van Jacob Verweel (Fluweelooge), Cornelis Flohil die getrouwd is met dochter Jannetje Verweel, Louijs Willemse Liere, die getrouwd is met dochter Louwrijntje Verweel, en tenslotte secretaris Hendrik Smith als administrerende voogd namens de weeskamer over het minderjarige weeskind van Jacob Verweel. Het huis met schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat is voor £ 80.-.- verkocht aan Jan Jacobse Meijer. Het wordt belend door: ten oosten Huijbrecht van Souten, ten zuiden door ’s Heeren Strate, ten westen door Pieter Hoogermeule en ten noorden door ’s Heeren Achterom. Er wordt tegelijk ook een tuin, “gelegen als men naar de molen toe gaat”, verkocht voor £ 6.-.-, aan Louijs Liere. (4641-1 en 4663-221) 3
1738 Op 30 sep.1738 transporteert Jan Jacobse Meijer "Sekere Huijsinge, schuure en erve" aan Boudewijn Krijns Dagh. Boudewijn krijgt met Mari Adriaans van den Doel vier kinderen, van 1736-1741. Het wordt belend: ten oosten door Maximiliaan van der Doele, ten westen door Willem van IJserlo; ten zuiden door de Strate en ten noorden door het Achterom. (4641-2) 1741 Op 24 oct.1741 levert de weduwe van Boudewijn Dagh het huis enz. aan Pieter Baak. Het wordt belend: ten oosten door de schoolmeester-voorzanger Maximiliaan van der Doele, ten westen door Willem van IJserlo; de Strate ten zuiden. (4641-2) 1743 Op 12 maart 1743 verkopen “de wethouderen van Nieuwerkerke in Duijvelandt, na het heenengaan en agterblijven van Pieter Baak nagelaten, seecker huijs met Schuere en Erve” voor £ 15.-.- aan Huijbregt van Zouten (Souten). De belendingen zijn: oost meester van den Doele; west de schuur van Willem van IJserloo; zuid de straat; noord de Achterweg. (4663-145) Pas op 15 oct.1743 vindt de levering plaats door secretaris Nicolaas Telle, die sequester is in de verlaten boedel. (4641-2) 1750 Op 6 sep.1750 wordt het hiernaast gelegen schuurtje verkocht. ("a" op de tekening) Het schuurtje ligt aan het einde van de noordzijde van de Kerkstraat en wordt belend: Oost en noord meester Maximiliaan van Doele; west het slop; en zuid de Straat. Dat zou kunnen betekenen dat "b" ook van Maximiliaan van Doele is, hij woont op "c". 1756 Volgens de tekening is dit huis met de daar achter gelegen schuur op "b" van Jacobus Kroone. Jacobus is gehuwd met Martijntje Krepels; Zij hebben kinderen laten dopen op Nwk. tussen 1752 en 1759. Op 18 juli 1758 verklaart Jacobus Kroone dat hij 24 pond geleend heeft van Abraham Kempe op zijn huis met schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat. De belendingen zijn: oost de weduwe Johanna Bal; west de schuur van Jan Mus; noord Jan Gerritse van Dijke; zuid de Straat. (4659-65 en 4660-220) De eindafrekening van Croone (Kroone) op 22 feb. 1765 laat zien dat het een failliete boedel is. (4666-30)
4
1759 Op 19 sep.1759 verkoopt secretaris N. van IJsselsteijn als sequester in de verlaten boedel van Jacobus Croone, die op 19 sep.1759 is overleden, het huis met de schuur op een publieke verkoop voor 21 pond vlaams aan Marinus Elenbaas. Het wordt op 10 okt. 1759 geleverd, na de drie zondagse afkondigingen. De belendingen zijn: ten oosten Janna Bal, ten westen de weduwe van Jan Mus en de Ring; ten noorden Jan G. van Dijke, en ten zuiden de Kerkstraat. (4656-218) Op 10 oct.1759 bekent Elenbaas dat hij 42 pond vlaams schuldig is aan timmerman Leendert Bal uit Bruinisse op zijn pas gekochte huis. (4660-212) Het vergaat Elenbaas niet veel beter dan Croone, op 26 nov.1764 laat Leendert Bal beslag leggen op het huis en de inventaris omdat Elenbaas de rente op de hypotheek niet heeft betaald. (4666-33) 1766 Leonard Zwemer is door de baljuw en de schepenen van Nieuwerkerk in Duiveland aangesteld als sequester in de gerepudieerde boedel van Marijnis Elenbaas en hij levert op 16 dec.1766 voor 27 pond het huis met schuur en erf in de Kerkstraat aan Cornelis Decker. Het huis wordt belend ten oosten door de weduwe van der Doele, ten westen door (schuurtje van) Andries Mus, ten zuiden door de Straate en ten noorden door Jan van Dijke. Er wordt ook een weiland in de Paardeweg van Elenbaas verkocht voor 15 pond. (4656-115 en 4663-71 en 72) Op 16 dec.1766 leent Dekker 22 pond vlaams van timmerman Leendert Bal van Bruinisse. (4659-109 en 4660-172) 1777 Op 15 juli 1777 verkoopt en levert baljuw Leendert van Zuuren uit Bruinisse, die daar voor is aangesteld, (mogelijk een gedwongen verkoop) het huis met erf aan baljuw L. Zwemer voor 18 pond vlaams. De belendingen zijn: oost de weduwe van den Doele (Doelman) ; west Andries Mus; en noord J. Gerse van Dijke. (4657-210) 1778 Op 3 nov. 1778 verkoopt en levert baljuw L. Zwemer het huis met schuur en erf , aan de noordkant van de Kerkstraat, voor £ 66.13.4 aan Elias Provo. Een forse winst zo te zien, misschien is er verbouwd of nieuw gebouwd? (4657-196) Provo leent £ 56.13.4 van baljuw Zwemer. (4660-66) Op 5 sep. 1775 hebben Provo en zijn vrouw Cornelia Quant een testament op langstlevende gemaakt; zij ligt dan ziek te bedde. (4665-17) 1787 Op 20 maart 1787 verkoopt en levert Elias Provo zijn huis met schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat aan Adriaan van der Maas (van “Krabbenhoeke”) voor £ 78.10.0. De belendingen zijn: oost schepen Jan de Bruijne; west Andries Mus; en noord J. G. van Dijke en het slop. (4657-82) 5
1793 Op 23 juli 1793 verkoopt Adriaan van der Maas, die nu op Viane woont, het huis met erf en schuur aan de noordzijde van de Kerkstraat, belend ten oosten door Jan de Bruijne, ten westen door de schuur van de weduwe Mus, ten noorden door de schuur van Adriaan van Dijke voor f.1000,- aan schoolmeester Cornelis Vijverberg. (4657-18) Hij woonde eerder op wat nu Ring 25 is. Cornelis is getrouwd met de weduwe Cornelia Anthonisse Tolhoek. Cornelia is eerder gehuwd geweest met Cornelis van der Wiele. Er is voor haar een taxatie van alle roerende en onroerende goederen opgemaakt op 26 sep.1771, na het overlijden van haar man Cornelis van der Wiele. Het netto bezit was toen in totaal ruim 220 pond, maar daar moest nog bijna 15 pond belasting over betaald worden. (4669-75)” 1806 Op 1 april 1806 wordt er, op haar verzoek, door schout en schepenen een taxatie gedaan van het huis van de weduwe van Cornelis Vijverberg. De belendenden zijn: oost Jan de Bruijn en west de weduwe van Andries Mus. Het huis wordt getaxeerd op 100 pond vlaams. (4668-118)
1810 Kerkstraat A-43 Op 7 nov.1810 is er een borderel op de rekening van de boedel van wijlen Cornelis Jacobse Vijverberg. Er is ruim 956 pond meer eigendom, dan dat er schulden zijn. De waarde van het huis aan de noordkant van de Kerkstraat, wordt op 100 pond (f.600,-) getaxeerd. Er is ook nog ruim 3 gemeten bos in de 9e mate van het oude Nieuwland nr.1. (4673-15) 1815 Kerkstraat A-43. Op 21 april 1815 verkopen de erfgenamen van Cornelia Tolhoek, in leven de weduwe van Cornelis Vijverberg het huis en het schuurtje aan Adriaan Tuinman. (v.Halen) Tuinman koopt op die dag ook de ernaast gelegen schuur. (zie Ring 61) 1818 Kerkstraat A-43 De 38 jarige vlasboer Adriaan Tuinman woont hier met zijn vrouw Cornelia Vijverberg en 6 kinderen. Tuinman verhuurt aan: 1e: De 22 jarige arbeider Cornelis Serier met zijn vrouw Jannetje Mol en hun kind. 2e: Aan de 40 jarige arbeider en droger Boudewijn Plukhaar en zijn vrouw Grietje van Nieuwenhuijze met hun twee kinderen; zij vertrekken in 1819. Daarvoor in de plaats komt de 27 jarige arbeider Leendert Alderliefste met zijn vrouw Kaatje Jacomeijn die in 1821 verhuizen naar nr.78. Hun plaats wordt ingenomen door de 27 jarige arbeider Leendert van As met zijn vrouw Tonia Kanoo en hun drie kinderen
6
3e: De 22 jarige mandenmaker Cornelis Gote heeft ook nog ergens een plekje, maar hij vertrekt in 1819 naar nummer 71.
1820 Kerkstraat A-43 Op 6 maart 1820 verklaart arbeider Adriaan Tuinman dat hij 315 gulden schuldig is aan het raadslid Maarten Kempe, met als onderpand dit huis en erf. 1829 Kerkstraat A-43 Op 8 april 1829 verkoopt Adriaan Tuinman het huis met erf op sectie M-406 voor f.200,- aan Cornelis Kostense. (Boom) Kostense is ook eigenaar van een huis op M-352 (nu Stekelstr.4) en verscheidene stukken land. Al eerder, op 23 juli 1828, heeft Tuijnman het schuurtje er naast, nr. A-12 aan de Ring, op sectie M-406bis, groot 72 m2, voor f.125,- verkocht aan heelmeester Johannes Jacobus de Moor. (Boom) 1832 Kerkstraat A-43 Kadaster nr.245 geeft landbouwer-melkboer Leendert de Jonge als eigenaar van sectie M-406, een huis en erf op 66 m2; en vermeldt dat er een verbetering is van de “inhoudsgrootte” in ca.1839. Hiermee wordt bedoeld dat het nu een huis en erf wordt op 180 m2 met hetzelfde sectienummer, de schuur op sectie M-408, groot 84 m2 is er bij gekomen. 1834 Kerkstraat A-43 Op 19 juni verkoopt C. Kostense voor f.400, een huis, schuur en erf op sectie M-406, groot 66 m2 aan Leendert de Jonge. (de Winter). De Jonge leent f.600,- van Cornelis Stoutjesdijk. In 1936 woont de landbouwer Leendert de Jonge (1802-) hier met zijn vrouw Johanna Guiljamse (1805-) en hun 5 kinderen. Er is elk jaar een andere, inwonende, dienstmeid. 1843 Kerkstraat A-43. Op 20 april 1843 leent Leendert de Jonge Jac.zn., landbouwer te Nwk. f.1000,- van schipper Mar. v.d.Berg uit Bruinisse. Als onderpand op de hypotheek dienen: 1e: Dit woonhuis met schuur en erf, nummer A-43 op sectie M-406; 2e: Een schuur met erf aan de zuidzijde van de noordelijke Achterweg, nummer A-41 op sectie M-408, groot 84 ellen, die Leendert op 11 maart 1843 gekocht heeft van Anthonij Brouwer.(not. Borrendam)
7
1856 Kerkstraat A-43. Op 18 dec.1856 koopt de landbouwer Joost Braam Maximiliaanzoon dit huis in de Kerkstraat op sectie M-406 groot 180 m2 voor f.1300,- van de Jonge. (Ermerins) Joost komt van wat nu Ring 31 is. Ook de schuur op M-408, groot 84 m2, gaat naar Braam.
Joost Braam is op 25 apr. 1849 getrouwd met Tannetje Bakker, Joost en Tannetje wonen na hun huwelijk eerst op Molendijk A-76; op 1 mei 1850 gaan ze naar A-23 op de hoek Weststraat-Ring (zie Ring 31), waar op 8 sep.1850 Maximiliaan geboren wordt, samen met zijn tweelingzusje Jannetje. Maximiliaan, die al in 1866 naar Amerika emigreert, krijgt later bekendheid als de één van de stichters van het Braamfonds. Nu, in 1856, komen ze hier wonen. Als in 1857 Tannetje overlijdt wordt er een staat en inventaris opgemaakt waaruit blijkt dat er f.12,- te verdelen valt tussen Joost en de 4 kinderen; het huis met schuur en erf op sectie M406 en 408, groot 264 m2, wordt getaxeerd op f.1300,-. Braam bezit ook een tuin M-719 van 396 m2. Na het overlijden van Tannetje in 1857, hertrouwt Joost ruim 5 maanden later met de smidsdochter Johanna Siereveld (1835-); zij krijgen 10 kinderen. De familie is Christelijk afgescheiden en emigreert in 1872 naar Amerika. 1858 Kerkstraat A-43. Op 2 maart 1858 leent Joost f.2100,- van notaris Ermerins, het is een eerste hypotheek op het huis met schuur en erf op de secties M-406 en M-408, samen groot 264 m2, zoals die op 28 januari van dit jaar na het overlijden van zijn vrouw, in zijn bezit zijn gekomen met een akte van scheiding en deling door notaris J. J. Ermerins. Verder dient als onderpand op de lening een stuk land groot 69 roeden, sectie M-106. 1861 Kerkstraat A-53, na de vernummering Het pand wordt bewoond door slager Joost Braam, zijn vrouw Johanna, en 8 kinderen. Inwonend is de arbeider Johannis Bom met zijn vrouw Pieternella Kwist en hun kinderen. 1868 Kerkstraat A-53. Op 9 jan.1868 verkoopt landbouwer Joost Braam de secties M-406 en M-408, samen 264 m2 voor f.1600,- aan de akkerbouwer Cornelis Stoutjesdijk Mar.zn (1837-1924). Cornelis trouwde in 1858 met Johanna Blonker (1836-1928). Ze gaan hier wonen met hun kind, en laten er tot 1878 nog drie dopen. In 1884 komt haar vader bij en inwonen. Op 23 jan.1868 verklaart landbouwer Corn. Stoutjesdijk dat hij f.1600,- schuldig is aan advocaat J.J.Ermerins te Z.zee op een huis, schuur en erf sectie M-406 en M-408, samen 264 m2. (CvdLdC) 8
Op 29 april 1869 komt Johannis Kooijman ( 1836-) hier wonen met zijn vrouw Janna Tak (1839-) Ca.1875 Kerkstraat A-53. Volgens het kadaster gaat er een stukje erf naar buurman Tuijnman, wat overblijft is: Het huis en erf op sectie M-406 groot 264 m2, met als aantekening: verkoop 1875. Het wordt gesplitst in : 1e: A-53, sectie M-743, een huis en erf op 155 m2 van Cornelis Marinisz. Stoutjesdijk, 2e : De schuur van sectie M-408, wordt in 1877 herbouwd, in 1883 gaat er een stukje grond naar de gemeente; het wordt eerst sectie M-749, later M-1217, groot 130 m2. 1882 Kerkstraat A-53 Op 9 nov. 1882 is Stoutjesdijk f.3500,- schuldig aan Adr. Slierenduijt uit Zonnemaire op onder andere dit huis met schuur en erf. (JCvdLdC) 1887 Kerkstraat A-53 Op 29 sep.1887 leent Cornelis Stoutjesdijk Mar.zn, landbouwer op Nwk. f.1000,- van Marinus Reijnhoudt uit Zierikzee op: 1e: een 1e hyp. op 1 Ha. land op Ouwerkerk; 2e: een 2e hyp. op 9360 m2 weiland op Nwk. sectie M-65; 3e: en op dit huis, schuur en erf op Nwk., sectie M-743 en M-749 samen 239 m2. 4e: en op een huis (de opstal) en het erfpachtrecht van de grond, sectie M-659 (zie verenigingsgebouw) en M-667, 131 m2. (Moolenburgh) 1897 Kerkstraat A-53 Er is een hermeting, het huis en erf op sectie M-743 wordt sectie M-1219, groot 155 m2. De schuur aan de Achterweg op M-749 wordt sectie M-1217, groot 130 m2. Nu dus samen 285 m2; de extra grond komt waarschijnlijk van het stuk er tussen. 1904 Kerkstraat A-53 In aug.1704 worden de voorwaarden van de lening met Reijnhoudt vernieuwd. Stoutjesdijk leent nu f.2600,- met als onderpand een 1e hypotheek op: a/: het huis met schuur en erf op sectie M-1219 groot 165 m2; b/: op de schuur en het erf op M-1217, groot 130 m2; c/: op land, sectie M-65 groot 9330 m2; (Franse) 1906 Kerkstraat A-53 Op 30 aug.1906 verkoopt Corn. Stoutjesdijk voor f.2000,- aan zijn schoonzoon, de landbouwer Cornelis Verwijs: 1e: M-1219, dit huis met schuur en erf op 165 m2; het huis wordt ca. 1914 verbouwd, het sectienummer wordt M-1675. 2e: M-1217 een schuur aan de Achterweg op 130 m2 die ca. 1946 gesloopt wordt. Verwijs leent deze f.2000,- van A. Geelhoed uit St. Philipsland. (Franse)
9
Cornelis Verwijs (ca.1877-1961) trouwt in 1906 met Jannetje Stoutjesdijk (ca.1877-1942); ze gaan hier wonen.
1944 Kerkstraat 103 Er staat niet op de lijst waarheen Cornelis evacueert. (komt volgens k-764 van k-965/2, gaat naar k-1534/1). Ca.1946 Kerkstraat 103 Het huis wordt ca. 1946 gekocht door de chauffeur Pieter Quist. (k-1534/1) Het erf waar voorheen de schuur stond wordt ook verkocht: 102 m2 gaat als sectie M-2322 naar Pieter Quist, de andere 28 m2 gaan naar buurman H. Barendrecht (2716/1) 1953 Kerkstraat 103. Quist evacueert naar IJmuiden. In 1954 vraagt Quist subsidie om zijn “tunne” te vervangen door een op het nieuwe riool aangesloten waterspoeltoilet. 1959 wordt het sectienummer M-1675 veranderd in N-210, het is 165 m2 groot.(k-2706) In 1963 worden er slaapkamers gemaakt; in 1970 komt er een bergplaats bij en in 1996 wordt de woning verbouwd.
10
Hoge Kerkstraat 3 Het perceel behoorde gedeeltelijk tot het grondgebied van Botlandnet zoals een stuk of tien andere bebouwde percelen op het dorp. In 1677 lijkt het er op dat vroeger het Hooge Huis van Botland op dat gedeelte gestaan heeft. Dat Hoge Huis is kennelijk vóór 1677gesloopt en er is een gebouw neergezet dat op grondgebied van zowel Nieuwerkerk als Botland staat. Uit de beschrijving in 1778 blijkt dat het westelijke gedeelte van het huis op Botland lag. Is er hier nog recht gesproken voor Botland? Nog vele vragen! Foto 2014.
1677 Volgens een lijst van “Cleijn Ambacht” van op Botland gelegen erven, is dit “De ledige erve van het Hooge Huis van Botland, waar Willem de Brouwenaer ten dele op woont”. Voor het andere deel zal zijn huis dus op Nieuwerkerk gestaan hebben. 1695 Uit een akte waarbij het pand hiernaast (zie Kerkstraat 1) verkocht wordt, blijkt, dat de oostelijke belending, dus dit huis, toebehoort aan de erfgenamen van de vorig jaar overleden mons. Adriaan Leendertse Patroen. (4641-1) Op 30 maart 1644 doet Adriaen Leendertse Patroen, samen met de dominee, verslag over de nieuwe geruchten die er zijn over de vrouw van Marijnis Klinckerlant: Marijnis is uit het huis weggelopen. Patroen is ouderling in 1644 en 1645. Als we dan wat verder zoeken naar deze Patroen, dan vinden we nog het volgende: Het is niet precies bekend wanneer Patroen is overleden, maar op 24 oct.1694 worden er verschillende akten opgemaakt en ondertekend; ze lopen wat door elkaar en zijn niet volledig en soms onleesbaar, maar uiteindelijk valt er uit op te maken dat Patroen overleden is en zeer vermogend was; hij laat netto £ 4419.3.10 na, waarvan 3/4e gedeelte naar zijn weduwe gaat, Sara Tonis (Charlier). Zij hebben twee kinderen laten dopen: Helena in 1692 en Leendert in 1693, maar die leven kennelijk niet meer bij de verdeling, het lijkt alsof de laatste pas na de dood van zijn vader is overleden. Dus gaat er van dat weeskind 1/4e gedeelte naar de gemeene (gezamenlijke) erfgenamen ab intestato (bij versterf, zonder testament); het wordt opgebouwd uit twee aparte kavels, die kennelijk bij loting toegewezen worden, er staat: “valt na blinde loting ten dele aan”. Behalve diverse stukken land en vorderingen zit er bij: kavel “A“, groot £502.11.7; dit huis met schuur en erf in de Hoofdstraat, met nog: 11
een grote schuur staande voor “de Rijnckse drijnckwater”, (drinkwaterput aan de Ring) en: een wagenhuis aan het Kerkhof, en: een boomgaard, tuin, vijver en weide over de Achterweg, samen groot 2G. 32R., alles “dorpsvroone”. Deze kavel valt ten deel aan: Leendert Cock, Corn. Have, en aan de weeskinderen van Jan de Winter (de in 1680 geboren Adriaan), geprocureert door Maatje Leendertse Schoof. Kavel “B” gaat naar Cornelis Janse Visser, naar secr. Adriaen Liere voor zijn zonen Jacobus en Cornelis Liere; naar de twee kinderen van Jan Leendertse Klinckert; naar Jan Abramse van den Berge, en naar Willem Drubbels. (4666-81, 86 en 88) 1715 Een volgende eigenaar van het pand is Huijbrecht van Souten, zoals blijkt bij de verkoop van het huis wat nu Kerkstraat 1 is. (4641-2) Op 6 juni 1709 maken Huijbrecht van Souten en zijn vrouw, Elisabeth Lievens Vervijncks een testament. Na het overlijden van de langstlevende gaat de ene helft naar zijn familie en de andere helft naar haar moeder, Lijsebet Boogaart. (4675-78) Huijbrecht krijgt in 1711 een dochtertje met Elisabeth Vervijncks. 1719 Op 20 december 1717 tekent meester Maximiliaan van den Doele de “Rechten en plichten van een schoolmeester en voorzanger, hij zal dus omstreeks die tijd begonnen zijn met het werk, dat hij tot zijn dood blijft doen. Maximiliaan is een kleurrijke figuur, zie daarvoor het verhaal over “De Sint Johanniskerk te Nieuwerkerk in Duiveland”. De eerste jaren na zijn aanstelling botst het wel eens tussen de kerkeraad en meester van der Doele, die overigens niet de indruk wekt bang te zijn voor zijn meerderen. Op 21 juli 1719 gaat Maximiliaan in ondertrouw, en na zijn huwelijk met Johanna (Janna) Bal gaat het beter. De meester en zijn bruid komen hier in de Kerkstraat te wonen. Johanna is de op 27 jan.1697 gedoopte dochter van Marinus Janse Bal, eigenaar van de herberg en brouwerij "De Wereld", en van de in Aardenburg geboren Anna Sterck, die uit een zeer bemiddelde familie komt. Haar vader, Willem Sterck was eerst burgemeester van Aardenburg, en is nu koopman in Zierikzee. Het zijn roerige tijden voor Johanna, ook haar broer Willem Bal is een wilde jongen met een apart verhaal. (zie “De Wereld”) Maximiliaan is schoolmeester en voorzanger, maar ook collecteur van het gemaal. Er worden zes kinderen van den Doele geboren van 1721 tot 1736. 1751 Op 29 dec.1751 maken schoolmeester-voorzanger Maximiliaan van den Doele en Johanna Bal een testament op langstlevende bij notaris Nicolaas Telle te Nieuwerkerk. De weeskamer wordt uitgesloten. Getuigen zijn Mattheus Wensch, leraar in de gemeente Jezus Christus, en Marinus Bal, de vader van Johanna. (4676-116) Maximiliaan overlijdt dan spoedig, in ieder geval vóór 7 jan.1752. 12
1758 Johanna of Janna Bal, de wed. van mr. Maximiliaan van den Doele woont hier op “c”, met haar kinderen tot haar overlijden. Janna is ook eigenaresse van een huis met schuur aan de Ring, nu Zuidring 17 en van een schuurtje “c” ten noorden van “k”, nu Hoge Kerkstraat 15. Dat laatste schuurtje wordt in 1764 verkocht aan de op “k” wonende gareelmaker Pieter Smits. 1761 In een lijst van gedeeltelijk op Botland gelegen erven staat, dat er dit geval sprake is van een kamer van Janna, de weduwe van Maximiliaan van den Doele. 1771 Janna bekent op 1 jan.1771 dat ze £18.-.- schuldig is aan koopman Francois den Boer uit Z.zee. Als onderpand dient haar huis, schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat; belend ten oosten door de erven van de weduwe Doelmans; ten westen door C. Smits en noord de Achterom. (4659-132 en 4660-143) 1778 Op 12 mei 1778 is er een levering op Nieuwerkerk door Leonard Zwemer, als sequester in de geabandonneerde boedel van wijlen Johanna Bal, de weduwe van Maximiliaan van den Doele, van het voor £ 36.-.- verkochte huis en erve, laatst nog door haar en haar kinderen bewoond, aan Jan Jacobse de Bruijne (1728-1806). Het wordt ten oosten belend door Cornelus Kraane en ten westen door L. Zwemer. (4657-189 en 4663-44) Op 14 aug. 1778 levert Leonard Zwemer, als sequester in de geabandonneerde boedel van wijlen Johanna Bal, het gedeelte van het huis dat op grondgebied van Botland staat, zijnde de kamer bewesten het huis, laatst nog door de weduwe van Doelen bewoond, voor een somma van penningen aan dezelfde de Bruijne. Belend oost en noord door het grootste gedeelte van gemelde huis, en west L. Zwemer. Het wordt dus apart voor Nieuwerkerk en Botland beschreven, dat betekent dus, dat de grens dwars door het huis loopt. (4641-73) (4642-17)
13
Jan de Bruine, is in 1758 getrouwd met Elisabeth Govertse Hallingse (1733-1821). Jan en Elisabeth laten van 1759 tot 1771 negen kinderen dopen op Nieuwerkerk, die, op Govert na, allemaal jong overlijden. Jan is landbouwer-pachter op de “Noordhoeve” geweest en komt hier rentenieren. Van 1772 tot 1794 is hij gezworene voor de Vierbannen polder. Jan sloopt de oude bebouwing en bouwt een nieuw huis. In de achtergevel zit een steen met daarop een wijnvat, en de tekst: Jan de Bruijne, 1779. Jan en zijn vrouw komen hier wonen en de zoon Govert (1760-1783) gaat als pachtboer naar de “Noordhoeve”. 1787 Op 16 feb.1787 maken Jan de Bruijne en zijn vrouw Elisabeth een testament, waarbij ze elkaar aanwijzen als enig erfgenaam. Alle negen de kinderen zijn dan overleden. Er moet door de langst overlevende aan de bloedverwanten van de eerst stervende 300 pond worden uitgekeerd. Verder wordt er aangegeven wat er moet gebeuren als één van hen hertrouwt: als Jan zou hertrouwen gaat het aandeel van Elisabeth naar de kinderen van haar nicht, Chieltje Joziasse de Bruijne, die getrouwd is met Willem M. Bal. (4665-25) 1806 Na het overlijden van Jan de Bruijne op 2 mei 1806 wordt er op 23 sep.1806, op verzoek van Elisabeth, zijn weduwe, een schatting gemaakt van de bezittingen; het huis, schuurtje en erf is nu £ 333.6.8 waard. Het hof van ongeveer 30 roeden met het tuinhuis aan de zuidzijde van de Achterweg is £ 20.-.- waard. Verder zijn er nog ca.21 gemeten land, veel waardepapieren, enz. (4668-119) 1818 Kerkstraat A-44. De 78 jarige eigenaresse, de weduwe Elisabeth Govertse Hallingse woont hier met haar dienstmeid, de 28 jarige Jacoba Brecht. Verder wonen hier: 1e: De 47 jarige commies Hendrik de Rood met zijn vrouw Johanna Oppers en een kind. 2e: De 26 jarige arbeider Jan de Jonge met zijn vrouw Adriana Bal en een kind. 1822 Kerkstraat A-44. Omdat Elisabeth op 16 dec.1821 is overleden wordt er door notaris A.W.v.Halen, in het bijzijn van schatters en getuigen een inventaris opgemaakt van de bezittingen van de overledene, waarbij de waarde van de spulletjes kamer na kamer worden beschreven. Maar ook alle waardepapieren, onroerende goederen en de schulden worden vermeld. Dit huis wordt genoemd met Cornelis Krane (Kroone) ten oosten en Leonardus Zwemer ten westen.
14
Verder is er nog een tuin aan de zuidkant van het dorp en allerlei stukken land, zowel in eigendom als gepacht. En dan zijn er vele akten waarmee Jan de Bruijne geld uitleende op stukken land, huizen, of boerderijen. Na aftrek van wat kosten en schulden blijft er ruim 93.000,- gulden over, en dan is er het onroerende goed nog, kortom, Elisabeth zat er warmpjes bij! (4728-149) Dokter Frans Keller heeft nog f.24,- tegoed, en Hendrik Lodewijk Kardol moet nog f.223,krijgen voor geleverde medicamenten en “chemicale diensten”. Op 17 april 1822 wordt een openbare verkoping gehouden door de erfgenamen van Elisabeth, van dit huis, een tuin en meerdere stukken land. Er wordt wel geboden op het huis, maar het wordt niet gegund, kennelijk is de verkoping vooral bedoeld om de waarde vast te stellen! Onder de erfgenamen zien we: Gieltje Bouman, Elisabeth de Bruijne, Cornelia de Bruijne, Leendert Berman, Iman de Bruijne, Jacob de Bruijne en Paulus van Dongen. Het huis blijft in de familie: Leendert Marinusse van de Stolpe koopt het dan namens en voor zijn moeder Gieltje Josiasse de Bruijne (ca.1764-1850), de weduwe van Willem Bal voor de hoogst geboden som: 700 gulden. (AWvHalen) 1826 Kerkstraat A-44. Gieltje de Bruine woont hier met Maria van de Stolpe (1812-) op A-44a. Op A-44b woont Jan de Jonge met zijn vrouw Adriana Bal en hun twee kinderen; zij vertrekken en in 1828 komt de ongehuwde notaris Charles Plevier Boom (1799-) er wonen. 1836 Kerkstraat A-44. Huis en tuin op sectie M-405, groot 390 m2, is van Gieltje de Bruine de weduwe van Willem Bal, en zij woont hier zelf. In hetzelfde huis wonen de arbeider Everinus Tuijnman, zijn vrouw Maria van de Stolpe, en hun zoon. In 1840 wordt er nog een dochter geboren. Ook notaris Charles Plevier Boom woont hier nog steeds, maar hij vertrekt in 1840. In 1840 komt de ongehuwde Janna van de Stolpe bij Gieltje wonen; ook de familie Tuijnman woont nog steeds hier, in 1846 wordt hun vierde kind geboren. 1850 A-44 Op 26 mei 1850 overlijdt Gieltje. Op 21 aug.1850 wordt op verzoek van de erfgenamen van Willem Bal en Chieltje de Bruijne een verkoping gehouden in herberg “de Meebaal”. Aangeboden wordt de hofstede nr. 137, (nu Oude- Nieuwlandse weg 5) op sectie M-154 met een schuur, een erf en een bakkeet, en 45 bunders grond; en ook nog een huis met schuur en erf op het dorp Nieuwerkerk. Het eerste huis dat tegen de stenen gevel van de schuur staat, is voor afbraak, evenals de bakkeet en het wagenhuis. Het meeste hiervan wordt niet gegund. Een tweede huis, dat wel verkocht wordt, is deze woning, Kerkstraat, nr.44, sectie M-405 groot 390 m2. Eerst doet Jan Gerardus Lette, geneesheer en vroedmeester te Nwk. hierop het hoogste bod n.l. f.350,-; dat wordt verhoogd door Jeremias van Splunder tot f.500,-, maar het is de NH predikant Gerardus Johannes Lette (ca.1781-1870) die er uiteindelijk de laatste gulden bij doet. (Bouvin) 15
1851 A-44 Predikant G. J. Lette gaat met emeritaat en woont nu hier met zijn vrouw Cornelia Johanna van Groenewege en drie kinderen. Ook de familie Tuijnman woont nog steeds hier met hun vier kinderen, zij vertrekken in 1853. 1874 A-54. Het huis is van de erfgenamen van G. Lette; het wordt bewoond door de weduwe, Cornelia van Groenewegen, met haar dochter Cornelia Johanna en haar zoon, de timmermansknecht Anthonie Hubregt Lette. 1883 A-54. Omdat de pastorie van de Ned. Herv. Kerk in de Kerkstraat eigenlijk onbewoonbaar is geworden, en men daar geen nieuwe dominee meer in kan krijgen, is er een voorstel om de pastorie te ruilen met het “Hooge Huis” nu dat na het overlijden van de weduwe Lette is dit jaar is vrijgekomen, met bijbetaling van f.600,-, maar die ruil gaat niet door. 1912 A-72 Op een foto van ca.1905 staat één van de zoons, timmerman Antonie Lette, met zijn huishoudster op de stoep van het huis. Op 23 aug. 1912 maakt Anthonij Hubregt Lette (ca.1823-1914) zijn testament. Anthonij legateert aan zijn huishoudster Cornelia Stouten Johannisdochter, op voorwaarde dat ze bij zijn overlijden nog bij hem in dienst is, een som van f.2000,- plus f.20,- per jaar vanaf 1906, boven het overeengekomen loon. Verder zijn er een paar legaten aan nichten enz. en f.1000,- voor de hervormde kerk. Anthonij overlijdt 2 apr.1914. (Biermasz.)
1914 A-72 De erven Lette verkopen op 9 juni 1914 het huis met schuur en tuin op sectie M-1216 groot 370 m2, voor f.2525,- aan de in 's Gravendeel geboren Teunis Barendregt (ca.1861-1934) (Biermasz) Teun is getrouwd met Thona Goemans (ca.1862- ) 1933 Kerkstraat A-104 en A-104a, na vernummering. Teunis Barendregt woont hier met zijn vrouw Neeltje Lena Lievense, samen met de zoon Hendrik Pieter Barendregt (ca.1893-1948), die in 1919 getrouwd is met Neeltje Lena Lievense (ca. 1898-). Ze krijgen twee zonen en een dochter, waarvan vooral Johan wereldwijd bekendheid zal krijgen, niet zozeer als hoogleraar, maar vooral als internationaal schaakmeester die vele beroemde tegenstanders versloeg.
16
H. P. Barendregt heeft in 1926 prima antraciet “in lossing” (te koop van een schip) te Stevensluis.
1953 Kerkstraat A-104, na vernummering van ca. 1934. De weduwe Barendregt-Lievense evacueert naar de Joh. Verhulststraat 129 in Amsterdam.
1969 Hoge Kerkstraat 3. De weduwe Barendregt verlaat het huis in maart, het is overgenomen door mr. A. Mansfelt, die op de ambassade in Teheran zit. Er wordt een stichting Meekraphuis opgericht en er wordt opdracht gegeven aan kantoor van Doorn voor verbouw en restauratie. (Stichting Meekraphuis, nr.947). (toegangsnr.404.3 Middelburg nr.81) In 1986 wordt het stookhok veranderd in een plantenkas.
17
Hoge Kerkstraat 5.
1694 Hoge Straete. Op 23 feb.1694 is er een openbare verkoping door de baljuw en de schepenen van Nieuwerkerk, die de boedel van Jan Leendertse Cleermaker vertegenwoordigen. De hoogste bieder, en daarmee koper van het huis met gevolge, staande in de Hoogstrate, is Huijbrecht Quist voor £ 70.-.- vlaams. Er is ook nog een tuin aan het Steenzwaan die gekocht wordt door Cornelis Janse Wagemaker uit de Stekelstraat. (4668-16) Eigen foto 2014.
1715 Kerkstraat. Op 1 juni 1715 wordt door de sequester het huis met schuur en erf uit het nagelaten boedeltje van Adriaanie Crins, de weduwe van Huijbregt Quist verkocht aan Pieter Corneliszoon van der Vaate voor £ 36.-.-. Het huis ligt aan de noordkant van de Kerkstraat. De belendingen zijn: oost Joris Mariniszoon; west Huibregt van Souten. (4663-216) De schuldbrief van 32 pond die nog op het huis rust, wordt door van der Vaate overgenomen, en voor 23 pond verkocht aan de weeskinderen van Jacob Verweel. (4663-216 en 217) 1716 Op 25 aug 1716 maken de weduwnaar Pieter Corneliszoon van der Vaate, landman wonende onder de jurisdictie van Botland, en de op Nieuwerkerk wonende weduwe Bregtje Pieters, huwelijksvoorwaarden op bij notaris Smith, want zij zijn van plan om te gaan trouwen. Als hij eerder overlijd krijgen zijn kinderen eerst 300 pond van de erfenis van hun moeder. Bij haar overlijden krijgen haar kinderen eerst 200 car. gulden uit haar erfenissen. (4675-180) 1721 Op 29 april 1721 worden de condities bekend gemaakt waaronder Bregtje Pieters, de weduwe van Pieter Corneliszoon van der Vaate, samen met Cornelis Pieterszoon van der Vaate; Hendrik van Westen, getrouwd met dochter Adriaantje Pieters; Adriaan Block, getrouwd met dochter Crintje Pieters; en de voogd van de minderjarige kinderen, twee huizen willen verkopen, waarschijnlijk omdat Pieter is overleden. Het eerste (dit) huis met schuur en erf staat in de Kerkstraat, en wordt belend door: oost Christiaan Crijger; west Maximiliaan van der Doele; zuid de Straat. De weduwe, Bregtje Pieters, koopt het terug uit de boedel voor £ 59.-.-. 18
Na betaling van de eerste £4,-,- blijft er een schuldbrief op van £ 55.-.-, die voor £ 27.10.0 wordt overgenomen door baljuw Cornelis de Jonge, kennelijk is er een fors risico dat de rest van de betalingen niet binnen zullen komen. Het tweede huis is het huis naast de smidse; in de Nieuwstraat (nu Molenstraat 4). Het wordt gekocht door Poulus Francen voor £ 65.-.-. (4663-188 en 4663-189) 1754 De erfgenamen van burgemeester Isaacq Boom laten op 28 mei 1754 twee huizen verkopen, één daarvan, dit huis, aan de noordzijde van de Kerkstraat, gaat voor £ 45.-.- naar de WelEd Gestr. Heer Ernst Louis Temmink; er worden geen belendenden opgegeven. (4663-118) Volgens de schuldbekentenis verkoopt Temmink al snel aan de voormalige ‘s Heeren Dienaar (agent?) Barent Jurjens (Jurrien), die op 18 juni 1754 van Temming £ 52.-.- leent op dit huis met schuur en erf aan de noordzijde van de Kerkstraat, belend ten oosten door Matie, de weduwe van Adriaan Verstraate en ten westen door de weduwe van Meester Maximiliaan van der Doele. (4659-45)
Volgens het kaartje van ca.1756 woont Barend Kolk op “d”, maar volgens de aktes heet hij Barend Jurjens of Jurrien.
1756 In de nacht van 1 op 2 oct.1756 verdwijnt Barent Jurjens met zijn gezin “heimelijck en op clandestine wijse, sonder aan imant bekent te maaken waar na toe”. Hij neemt zo veel mogelijk goederen mee en laat zijn schulden achter; reden voor de baljuw met de schepenen om beslag te leggen op het huis. Er wordt ook nog een inventaris opgemaakt van de aanwezige goederen, maar dat stelt niet veel voor; een paar schilderijtjes, een wieg, een paar stoelen, en op drie plaatsen wordt een hoopje rommel vermeld! Het huis met schuur en erf wordt op 12 okt. verkocht in de Meebaal, en op 2 nov.1756 geleverd aan baljuw Ernst Louis Temmink voor de £ 52.-.- die hij er als hypotheek op heeft staan.(4656-260) De belendingen zijn zoals in 1758 wordt beschreven. (4663-114 en 4663-118) 1758 Op 25 april 1758 verkoopt baljuw Temmink dit huis met schuur en erf voor £ 65.-.- aan Adriana Willemse Smets, de weduwe van Leendert Doelman.
19
Belend door Matie, de wed van Adriaan Verstraete ten oosten, en Janna Bal, de weduwe van meester Maximiliaan v. d. Doele ten westen.
1771 De erfgenamen van de overleden weduwe Adriana Smets verkopen het huis met schuur en erf aan Cornelis Craane voor £ 66.13.4. Jan Tukkers belend ten oosten, de weduwe van den Doele ten westen.(4656-29) Cornelis is getrouwd met Jannetje Verstraete, ze laten 4 kinderen dopen van 1769 tot 1779. Op 8 juli 1771 leent Craane £ 33.6.8 van Johannis Hollander met dit huis als onderpand. De lening wordt op 12 nov.1782 afgelost. (4660-135) 1778 Als het huis hiernaast verkocht wordt, staat daarbij dat Cornelis Kraane nog steeds “belendende” is. Cornelis overlijdt en Jannetje hertrouwt met Adriaan van Oost. 1782 Op 12 nov. 1782 verkoopt Adriaan van Oost, die gehuwd is met Jannetje Verstraete, op een publieke verkoping dit huis, schuur en erf aan de noordzijde van de Kerkstraat voor £ 55.-.-; aan Joost Kok (hij komt uit de Stekelstraat). Het huis wordt belend ten oosten door Marinus Kempe en ten westen door Jan de Bruijne (4657-138, 4663-35) Joost Kok is getrouwd met Neeltje Pieterse de Jonge. Kok leent £ 44.-.- van Jac. de Bruijne. (4657-138 en 4660-28). 1801 Joost Kok is overleden, op de taxatie van de goederen die wordt opgemaakt voor zijn weduwe Neeltje Pieterse de Jonge (ca.1741-1819), staat o.a. het huis met schuur en erf waar zij woont, aan de noordzijde van de Kerkstraat, voor £ 44.-.-. 1818 Kerkstraat A-45 Op 14 oct.1818 wordt bij notaris v. d. Halen een akte opgemaakt waarbij Neeltje Pieterse de Jonge, de 77 jarige weduwe van Joost Kok, het huis met schuurtje en erf laat overschrijven op naam van de minderjarige Cornelis (17981858) en Adriaan Kik (1812-1897), kinderen van de bij haar inwonende 54 jarige dagloner Jacob Adriaanse Kik (1765-1850) De notaris schrijft hier wel “wijlen”, maar Jacob overlijdt pas in 1850, en hij is nota bene aanwezig. Jacob woont bij de weduwe de Jonge in, samen met zijn vrouw, de in Oosterland geboren Neeltje van den Berge (1774-1836) en hun twee hierboven genoemde kinderen. 20
Zij krijgen het huis voor f.300,-, die ze niet hoeven te betalen, maar de familie moet wel alle onkosten betalen vanaf nu, en de weduwe de Jonge in het huis laten wonen zoals ze tot nu toe doet, en haar, zowel ziek als gezond, verzorgen voor een bedrag van f.25,- per jaar. De onderwijzer Pieter Douw moet beoordelen of dat goed gebeurd, als de verzorging in gebreke blijft mag hij de verkoopakte te niet doen. De weduwe de Jonge overlijdt in okt.1819.
In 1790 is Jacob Kik A.zoon ondervraagd door de Commissarissen van de Commissie tot onderzoek naar de plundering en gewelddadigheden op 24 sep. 1787. Tenlastelegging: Plunderde te Z.zee bij Job Vis, stelende 20 Rijksdaalders, hij zou zich daar later op beroemd hebben. --Hij zegt wel in Zierikzee geweest te zijn op 24 sep.1787, gedwongen door Gijs Kerpensteijn, Boudewijn Bakker en de vrouw van Jan Meerman, maar hij heeft niet geplunderd. Het is ook niet waar dat hij bij Job Vis heeft geplunderd en 20 Rijksdaalders heeft meegenomen.
1838 Kerkstraat A-45. Bij notaris Ch. Plevier Boom wordt op 17 mei 1838 een akte opgemaakt voor Jacob Kik A.zoon omdat zijn vrouw Neeltje in 1836 is overleden. De arbeidster Joppa van Westenbrugge woont hier in; zij overlijdt in 1845. In 1846 komt de arbeidster Thona van Zuijen (1820-1885) als inwoonster bij vader Jacob en zijn twee zonen; zij trouwt in 1849 met de zoon Adriaan Kik. 1850 Adriaan woont hier met zijn vader, die dit jaar overlijdt, met zijn broer, en met zijn vrouw Thona van Zuijen. Ze krijgen 8 kinderen van 1851-1862. Na het overlijden van zijn broer Cornelis in 1858 wordt Adriaan Kik (1812-1896) de enige eigenaar. 1874 A-55, na de vernummering. Het huis staat op sectie M-751, groot, 167 m2. Het huis is nog steeds van de landarbeider Adriaan Kik, die hier ook woont. Adriaan is van ca.1860-1896 ouderling van de Ledeboeriaanse Gemeente (de latere Gereformeerde Gemeente) (AF) 1897 A-55. Hermeting, het wordt M-1215, HSE, 150 m2. Het huis gaat na het overlijden van Adriaan naar zijn zoon, de landbouwer Kornelis Kik Adriaanzoon (1859-1952), die op 7 mei 1897 verklaart dat hij f.1100,- schuldig is aan Joh.v.d.Bout. Als onderpand dient een 1e hyp. op het huis met schuur en erf in de Kerkstraat,
21
sectie M-1215 groot 150 m2; en een idem op een schuur met erf en tuin aan de Achterweg, sectie M-1160 groot 376 m2. Deze goederen, inclusief de inventaris, zijn op de eerste van deze maand aan Kornelis toebedeeld uit de boedel voor f.1.286,80.
1916 A-73, na de vernummering. Op 7 sep.1916 wordt de lening van f.1100,- overgenomen door de landbouwer Dirk Labrijn. Cornelis Kik is in 1884 getrouwd met Janna van Hekke (1862-1942) Ze krijgen 10 kinderen van 1887 tot 1906. 1944 Kerkstraat A-105, na de vernummering. De familie C. Kik evacueert naar de Scheldestraat 51 te Goes. 1952 Kerkstraat A-105. Op 3 juni 1952 verschenen voor notaris J. J. van den Ende: 1e: Frederik Leopold van der Kwast, als lasthebber van de erfgenamen van Cornelis Kik en Janna van Hekke, en: 2e: Cornelis Kik Jacobszoon, landbouwersknecht, Potterweg A-417. De dochters Neeltje en Elizabeth, en de kinderen van de overleden zonen Jacob en Adriaan, zijn de erfgenamen van onder meer het onroerend goed op sectie M-1215, groot 150 m2 (waarvan 10 m2 van de gemeente is). Het wordt voor f.600,- toebedeeld aan Cornelis (Cees) Kik Jacobszoon (1909-) Cees trouwt in 1937 met Leenderina Sies (1912-1996) Ze krijgen 4 kinderen. Op 6 sep. 1952 vraagt Cees een bouwvergunning aan bij de gemeente om iets te verbouwen.
2002 Hoge Kerkstraat 5. Verkocht aan Elisabeth Kooijman Howels.
22
Hoge Kerkstraat 7
1701 Op 24 april 1701 verkopen de baljuw en schepenen van Nieuwerkerk het huis met schuur en erf van de overleden Adriaanie Jans ten bate van haar weeskinderen voor £ 80.10.0 aan Joris Marinisz. (4668-36) Adriaantje Jans is waarschijnlijk getrouwd geweest met Pieter Joris Haese, waarmee ze twee kinderen kreeg, Joris in 1682 en Jan in 1688. 1715 Volgens akte 4663-216 (Kerkstraat 5) is dit pand van Joris Mariniszoon. Eigen foto, 2014.
1721 Als de buurvrouw (zie Kerkstraat 5) haar huis terugkoopt uit de boedel staat er in die akte dat Christiaan Crijger hier belendende is. In 1719 laten Costiaen Machielse Krijger en Krintie Lievens een dochtertje dopen. 1757 Volgens het tekeningetje is “e” een huis met schuur van Matie, de weduwe van Adriaan Verstraate. Mogelijk heeft Adriaan Verstrate (1695-) hier ook zelf gewoond? Adriaan is eerst getrouwd geweest met Marij Leenders, waarmee hij 1 kind kreeg in 1719. Waarschijnlijk zijn moeder en kind in de kraam gestorven, want Adriaan hertrouwt met Maatje Jacobs Endhoven, waarmee hij 6 keer een kind laat dopen, van 1722-1735, maar daarvan overlijden er verschillende heel erg jong. 1771 Op 23 mei 1771 wordt door de voogd van Huijbregt van Zouten Ketelaer met toestemming van de Zierikzeesche weeskamer het huis en erf aan de noordzijde van de Kerkstraat, samen 23
met een hof aan het Steenzwaan, voor £ 20.-.- verkocht aan Jan Tuckerse. De belendingen van het huis zijn: oost Adriaan Braam; west Maria Doelman. (4656-27) 1773 Op 2 feb.1773 verkoopt wethouder Jan Tukkers dit huis met schuur en erf voor £ 10.-.- aan kleermaker Anthonij Weevers. (4657-285); die daarop dezelfde dag een hypotheek krijgt van £ 12.-.-. van J. C. Daggeling. De belendingen zijn: Jan de Ooge ten oosten en Cornelis Kraan ten westen; zuid de Straat en noord de Achterweg. (4660-120) (4659-169) Op dezelfde dag wordt de tuin verkocht aan Jacobus de Bruijne voor £ 9.10.-.(4657-287) Kennelijk overlijdt Weevers of hij vertrekt want ruim zeven maanden later, op 21 sep.1773 wordt uit de verlaten boedel van Anthonij Wevers dit huis met schuur en erf verkocht voor £ 14-10-3 aan Marinus Kempe; het wordt belend ten oosten door Jan Bal en ten westen door Corn. Craane. (4657-276) Er blijft £ 4.18.10 over uit de verlaten boedel van Wevers. (4666-14) 1790 Op 11 mei 1790 verkoopt Maarten Kempe, voor zijn broer Marinus Kempe, dit huis voor £ 38.-.- aan Frans Jobse Bibbe (-1797, schepen van Botland. De belendingen zijn: oost de wed Bal en west Joos Kok) (4657-52) Frans Bibbe was landbouwer op Zeemanslust, zie aldaar. 1793 Op 26 nov.1793 vermangelt (ruilt) Frans Bibbe zijn huis met schuur en erf met Bastiaan Quist, die daarmee de nieuwe eigenaar wordt van dit huis. De ruil gebeurt met gesloten beurs. De belendingen zijn: oost Cornelis Hallingse; west Joost Kok; noord de Achterweg. Quist komt uit één van de huizen die nu Kerkstraat 13 vormen en daar gaat Bibbe nu naar toe, zie daarvoor het verhaal over de kerk en de pastorie. (4641-89) (4657-13) 1797 Bastiaan Quist leent op 2 dec.1797 van Dingeman Hallingse en zijn vrouw Geertruid Wagenmaker 645,50 francs met als onderpand dit huis. Op 18 nov.1812 wordt deze hypotheek per 31 dec.1811 door de erven van Geertruid nietig verklaard; het is dan 742,37 francs geworden. De belendingen zijn: oost Cornelis Hallingse; west de weduwe van Joost Kok (A.W.v.Halen) 1812 A-46. Op 28 oct.1812 verkoopt de Cornelia Dooge, weduwe van Bastiaan Quist, dit huis met erf nr.46 voor 645 francs (f.300,-) aan de landbouwer Hendrik Capelle. (A.W.v.Halen) 1817 A-46. Op 29 april 1817 koopt de uit Poortvliet komende arbeider Jacob Izaakse Hage dit huis, schuur en erf, met een ondershandse akte. 24
Hage bekent op 13 mei 1817, bij notaris Berman in Ouwerkerk, dat hij 378 ned. guldens schuldig is aan Elisabeth Goverse de Zwarte, de weduwe van Jan de Bruijne. Het huis wordt ten oosten belend door Dingeman Hallingse, nr. 47 en ten westen door de weduwe van Joost Kok, oftewel nr.45. (not. Berman; zit bij AWvHalen 1822)
1818 A-46. Hage woont hier met zijn vrouw Lena Pijpeling, hun 14 jarige zoon Izac en hun dochter Pieternella. Inwonend is de 45 jarige arbeider Frans de Zwarte, die in 1821 naar nr.5 gaat. 1822 A-46. Op 17 april 1822 wordt de boedel van de overleden Elisabeth Goverse de Zwarte, de weduwe van Jan de Bruijne behandeld; er blijkt door Hage nog niets betaald te zijn aan rente op de hypotheek, dus wordt er beslag gelegd. (AWvHalen) Op 5 juni 1822 vindt een openbare verkoop plaats waarbij na enig bieden de arbeider Marinus Pieterse Elenbaas (1804-1858) voor 226 gulden de nieuwe eigenaar wordt van dit huis en erf op sectie M-403, groot 150 m2. (not.A.W.v.Halen 1071) Elenbaas leent er f.300,- op bij Marinus Meerman uit Oosterland. (Mosselmans) De 18 jarige Marinus trouwt op 1 mei 1822 met de 22 jarige Maria Johannesse Hogerland (1800-1873; ze hebben dan al een drie maanden oude dochter en dus dringend een onderkomen nodig. 1846 A-46. Op 5 nov.1846 leent arbeider Marinis Elenbaas uit Nieuwerkerk f.2400,- van meester Cornelis van der Lek de Clercq, advocaat en notaris te Zierikzee. Als onderpand dient een eerste hypotheek op 1e.: Dit woonhuis met schuurtje, sectie 403, groot “Eene roede, vijftig ellen”, en 2e.: Een bunder, 12 roeden en dertig ellen weiland, sectie M-260. 3e.: Nog ruim 3 bunder bouwgrond. En een tweede hypotheek op twee stukken land, samen ruim 4 bunder bouw- en weiland. 1852 A-46. Marinis Elenbaas, nu landbouwer genoemd, is nog steeds de eigenaar. In 1858 staan ook de schuur op sectie M-407 van 32 m2 en de schuur op sectie M-409 van 220 m2 op zijn naam. 1858 A-46. Marinis Elenbaas is op 6 jan.1858 overleden; op 13 maart wordt een inventaris opgemaakt door notaris C.v.d.Lek de Clercq. De weduwe, Maria Hoogerlander, is, met haar kinderen, eigenaresse van: Dit huis met schuurtje en erf, waar zij woont, op sectie M-403 groot 150 m2, dat f.900,waard is; maar ook van: M-407 een stenen schuurtje of wagenhuisje op 32 m2, dat f.175,- waard is, en 25
M-409 een schuur met erf op 220 m2, die f.800,- waard is; en verschillende stukken land, samen ong.5 bunder. Aanwezig zijn de zonen en dochters Elenbaas: landbouwer Marinus te Nwk.; dochter Cathalina te Nwk.; en zoon Pieter die in Amerika woont, en die hier vertegenwoordigd is door politieagent Maximiliaan Braam. Er valt netto ca. f.6700,- te verdelen. Op 19 aug. wordt de zaak verdeeld; het meeste onroerend goed gaat naar Maria. 1862 Kerkstraat A-56. Op 5 mei 1862 verkoopt de landbouweres en weduwe Maria Hoogerlander de volgende zaken voor f.900,- aan haar zoon de akkerbouwer Jacob Elenbaas (1836-) te Nieuwerkerk: 1e: nr.A-56.het huis, met schuur en verdere gebouwen op sectie M-403, groot 150 m2; 2e: nr. A-39 een schuur M-409 een schuur met erf op 220 m2; 3e: M-407 een stenen schuurtje of wagenhuisje op 32 m2, zonder huisnummer. Jacob Elenbaas trouwt in 1861 met de 21 jarige Maria Capelle. Ze wonen hier met moeder Maria, en in 1869 zijn er 6 kleinkinderen. 1871 Kerkstraat A-56. Op 28 dec.1871 wordt huis, schuur en erf sectie M-403 groot 150 m2, door Elenbaas voor 450 gulden verkocht aan Jac. Serier Czn (1814-1880) ; die het volle bedrag leent van de verkoper. (v.Halen) Jacob Sijrier komt van A-28, hij gaat hier wonen met zijn vrouw Pieternella Versteeg (18161876); in 1860 hertrouwt hij met Klazina Overbeeke (1834-) Ook de winkelier Simon Kister (1815-1874) komt hier in 1871 wonen met zijn vrouw Maria Stouten (1821-) en hun nicht Janna Stouten (1851-) In 1877 is er een verbouwing, het wordt een huis met schuur en erf op sectie M-732, groot 160 m2. 1880 Kerkstraat A-56. Op 17 nov. 1880 verkopen de erfgenamen van Jacob Sijrier het huis voor f.527,-aan de metselaar Willem Lemsom, die hier niet komt wonen. (Moolenb.) 1884 Kerkstraat A-56. Op 6 nov.1884 verkoopt Lemsom het huis met schuur en erf voor f.600,- aan Cornelis Leendertzoon Stoutjesdijk (1837-1907), die hier gaat wonen met zijn moeder, Janna Maria Koopman (1810-1898), en zijn twee zusters; Cornelis is en blijft ongetrouwd. In 1897 is er een hermeting, het wordt nu sectie M-1214, groot 130 m2. Ca.1906 Kerkstraat A-56. Cornelis Stoutjesdijk verkoopt het huis aan zijn zuster Anna Stoutjesdijk (1852-1932), de vrouw van de zaadhandelaar Piet Smallegange (ca.1834-1909) Anna is als 40 jarige huishoudster in 1893 getrouwd met de toen 59 jarige Pieter, die toen weduwnaar was van Neeltje van Westen. (zie ook Ring 53-Schoolstraat 1 en Ring 57)
26
1933 Kerkstraat A-106. Op 23 feb.1933 verkoopt Jacobus Smallegange, als enige erfgenaam van Anna Stoutjesdijk het huis voor f.700,- aan de vrachtrijder Tonis Dalebout Machielzoon . (Nouhuijs)
1 944 Kerkstraat A-106. Tonis Dalebout woont hier op nummer A-106, hij evacueert naar een onbekend adres.
Ca. 1950 Kerkstraat A-106. Dalebout verkoopt het huis met schuur en erf op sectie M-1214, groot 130 m2, aan de koopman Jan Maarten Tierie. 1953 Hoge Kerkstraat 7 De familie Tierie evacueert naar de Meekrapstr.109 in Rotterdam. In 1954 gaat er een stukje grond naar de gemeente, het wordt sectie N-213, groot 118 m2. In 1977 wordt de bijkeuken vergroot. In 1998 wordt er wat gesloopt, de woning wordt vergroot en veranderd. (bouwverg.) Ca.2005 H. Gilden.
Hoge Kerkstraat 7
27
Hoge Kerkstraat 9
1734 Op 13 nov. 1734 wordt namens de erfgenamen uit de boedel van de overleden schepen Adriaan Pieterse Agthoven, een aantal zaken verkocht: 1e: Dit huis met schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat: Het huis wordt voor 93 pond gekocht door de Willemijntje Jans Deckers (ca.1672-1749), weduwe van Huijbregt Lievense (van de Stolpe). Verder wordt verkocht: 2e: Een grote schuur met een wagenhuis, aan de noordkant van de Dorps-Achterweg die wordt gekocht door Adriaen Kaashoek voor 26 pond. 3e: Een kleine schuur ”staande schuins over het huis, schuurtje dat er annex is” die wordt voor 7 pond gekocht door Jacob Imanse de Bruijne. 4e: Een schuurtje met een tuin staande bij het woonhuis van Jan Janse de Grutter: met het erf tot aan de greppel, dat wordt gekocht door Jillis Bolijn voor 10 pond.: 5e”een boomgaardje met alle vruchten wordt ook gekocht voor £ 33.6.8 door dezelfde Willemijntje, weduwe van Huijbregt Lievense. (4663-164) Op 16 maart zijn al verschillende blokken land verkocht uit de boedel van Achthoven. Willemijntje en Huijbregt lieten 7 kinderen dopen op Nieuwerkerk van 1703 tot 1715. Zij en haar man boerden op “De Stolpe”, zie aldaar. Willemijntje overlijdt in mei van 1749. Als in 1754 haar erfenis geregeld wordt, blijkt ze in totaal 2501 pond te bezitten, voornamelijk geïnvesteerd in land. 1749 Op 18 juni 1749 verkopen de erfgenamen van Willemijntje Jans Decker, de weduwe van Huijbregt Lievense, het huis met schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat voor 40 pond aan Lourens de Waal (-1764). De belendingen zijn: oost Johannis Dingemanse; west de weduwe van Adriaan van Strate; zuid ’s Heeren Strate en noord de Achterweg.(4663-128) Lourens is getrouwd met Janna Cornelisse Kik; ze lieten twee kinderen dopen in 1750 en 1759, maar in 1764 zijn die er niet meer.
28
Na het overlijden van Lourens in 1764 is er een boedelbeschrijving (zonder onroerend goed en zonder prijzen). De helft gaat naar zijn vrouw Janna, en de andere helft naar de weeskinderen van zijn halfzuster Janna Janse, die getrouwd was met Marlies Schoof. De familie de Waal is dan in goeden doen, in de inventaris staat een grote kast, een “fris slaghorloge (Friese klok), een koperen beddenpan, enz. (4671-9) Ze wonen dan al lang niet meer hier, ze hebben dit huis al snel verkocht en gaan naar een hoefje op Klootendijke. Al in 1750 wordt aangegeven dat Frans de Jonge hier woont.
1752 Op 1 maart 1752 leent Frans de Jonge £16-13-4 van Lieven Huijbregtse op dit huis met schuur en erf aan de noordzijde van de Kerkstraat; belend ten oosten door Johannis ( Janis) Dingemanse; en ten westen door Adriaan Verstraete. (4659-32) (In 1749 laten Frans Simons de Jonghe en Neeltje Jasperse een dochter dopen, en in 1750 een zoon). 1757 Cornelis Wallaard heeft hier een huis met schuur op “f”. Het is nog niet bekend hoe en wanneer Wallaard aan het huis gekomen is. In aug. 1757 willen notaris Stephonsus Baster en rentmeester Cornelis de Jonge een drietal huizen publiekelijk verkopen, met last en procuratie van de eigenaars: dat van Catelijntje Bogerts, de weduwe van Jan Swen, dat van Mattijs Otte, en tenslotte dit huis van Cornelus Wallart. Waarschijnlijk zijn er belasting en/of andere schulden. Dat lukt, alle drie de huizen worden verkocht. (4663-116) Op 20 sep. 1757 vindt door Stephonsus Baster, ten overstaan van het gehele college, met last en procuratie van Cornelis Wallart, de levering plaats van dit huis met schuur en erf dat 6 weken eerder voor 40 pond verkocht is aan Marinis Jacobse Elenbaas. (4656-248) Elenbaas is getrouwd met Grietje Jacob Tjoeke; ze laten 5 kinderen dopen op Nieuwerkerk, van 1757-1762. 1766 Kennelijk is de bakker Johannis van Goten die aan de overkant van de Kerkstraat zijn bakkerij heeft, eigenaar van dit huis geworden. (zie Kerkstr. 24) Op 19 nov.1766 probeert wethouder Swemer, die is aangesteld om de “gerepidiëerde boedel”, na het overlijden van Johannis uit te zoeken, om dit huis met schuur en erf te verkopen. Het huis, dat nu dus van Helena IJserloo, de weduwe van van Goten is, en dat bewoond wordt door Nicolaas Janse Sij, wordt niet verkocht, (4663-71 en 73) Er is na het overlijden van Nicolaas Janse Zij of Sij een kleine inventaris, zonder datum, van de spullen van hem en zijn vrouw Lijntje Jacobse Elenbaas. Het netto overschot is bijna 18 pond.(4670-10) 1767 29
Op 31 maart 1767 wordt het huis met schuur en erf door wethouder Swemer, met toestemming van de heren crediteuren, weggegeven aan Adriaan Braam. Wel moet Braam 4 rijksdaalders schenken aan de weeskinderen. In de marge van de akte staat een lijstje met kosten enz., totaal £ 14.19.8, dat is inclusief een post “coop £9.10.-“? Weggegeven betekent hier waarschijnlijk “geleverd”. De belendingen van het huis zijn: oost Klaas Andree en west de erven van Zouten. (4656-92)
Op 22 maart 1767 leent Braam £ 66.13.4 tegen 6% rente van L. J. Berman op het huis met schuur en erf; hij wil kennelijk ook nog een schuur kopen op de Molendijk, want op 27 apr.1768 wordt de lening beschreven (4659-115) met als onderpand: Dit huis met schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat, en een schuur op de Molendijk die rondom belend wordt door die Dijk. Dat laatste schuurtje, met een stukje erf, heeft Adriaan Braam op 31 maart 1767 gekocht uit de verlaten boedel van Adriana Wils, de weduwe van Adr. Van der Vaate, De hypotheek wordt in 1793 afgelost. (4659-115) (4660-161) (4656-93) (4660-158) 1772 Op 17 maart 1772 levert Adriaan Braam een huis met schuur en erf aan de zuidkant (moet noordkant zijn. aan kleermaker Jan d’Ooge voor £ 63.-.-; de belendingen zijn: oost Claas Andree, en west Jan Tuckerse. (4656-2) Jan d’Ooge is getrouwd met Willemina Andries Vis. Braam koopt in 1773 een ander huis aan de noordkant van de Kerkstraat (zie Hoge Kerkstraat 21 en 23) In feb.1773 is het huis nog van Jan d’Ooge, maar in sep. 1773 wordt aangegeven dat zijn schoonzoon Jan Marinusse Bal eigenaar is van dit huis. Jan Marinusse Bal is getrouwd met Maatje Janse de Hooge. 1785 Op 27 nov.1785 overlijdt de eigenaar Jan Marinusse Bal, het huis wordt nu van zijn weduwe, Maatje Janse de Hooge. Zij bezit ook de hofstede met 46 gemeten land die op 8 maart 1786 verkocht wordt aan Jacob Janse Lokker voor £624.5.3.(4657-91) Jan en Maatje hebben één kind, Adriana. Dit huis, hier in de Kerkstraat, is verhuurd aan Jacobus Heijboer voor £5.6.- per jaar en wordt belend ten oosten door Maria Doeleman en ten westen door Marinus Kempe. 1791 Op 15 maart 1791 wordt dit huis met schuur en erf van Maatje Janse d’Ooge of de Hooge, door haar schoonzoon Frans Cornelisse, verkocht aan Cornelis Dingemanse Hallingse (1729-) voor £133.6.8 oftewel f.800,-. Belendenden zijn: ten oosten Maria Doeleman en ten westen Frans Bibbe. (4657-45)
30
Hallingse is getrouwd met Tannetje Dalebout; ze laten 4 kinderen dopen op Nieuwerkerk van 1751 tot 1757. In 1765 bewerkt Cornelis Dingemanse Hallingse ruim 115G. land op Capelle, waarvan bijna 83G.in de 5e, 6e en 8e mate van Capelle gepacht wordt van mevr. J. M. Ockerse. Hallingse bezit zelf land in de 4e, 6e en 8e mate van Capelle. De hofstede waar Cornelis D. Hallingse op woont, is van mevr. J. M. Ockerse en staat in de 6e mate op nummer 4, groot 31G.69R.
1818 Kerkstraat A-47. De 30 jarige arbeider Johannis van Nieuwenhuize woont hier in het huis van Hallingse met zijn 26 jarige vrouw Christina Sluijters (1792-1861), samen met hun 2 kinderen. In 1820 vertrekken ze naar nr.2. In hetzelfde huis woont ook de in Ouwerkerk geboren 30 jarige arbeider Jacob Alderliefste met zijn 27 jarige vrouw Gerritje Arijse, waarmee hij in 1819 getrouwd is; zij heeft dan al een dochter, Cornelia Arijse, ze krijgen samen nog verschillende kinderen. Verder wordt in het bevolkingsregister vermeld de 23 jarige arbeider Johannis Braam met zijn 25 jarige vrouw Christina Maria Hazebroek en hun kind; er wordt niet vermeld wanneer ze komen of vertrekken. Waarschijnlijk zijn het allemaal arbeiders die bij de familie Hallingse werken. 1822 A-47. Op 27 dec.1822 komen de erven van Dingeman Hallingse bij notaris A.W.van Halen om de erfenis te verdelen: inclusief de hofstede "Cereales". Zoon Cornelis Hallingse krijgt toebedeeld: De zgn. Korte Dreef met de bomen voor f.100,-, allerlei stukjes land enz. maar ook het "Plaatsenhuis", (Ring 5+7), een huis met erf en daarbij behorende grond aan de Ring, voor f.800,- , en de helft van dit huis met schuurtje en erf aan de noordkant van de Kerkstraat, nummer 47 voor f.290,- (Kerkstraat 9), dat Dingeman verkregen heeft uit de nalatenschap van zijn ouders, Cornelis Hallingse en Tannetje Dalebout. (not.A.W.v.Halen) Zoon Frans, die op Brouwershaven woont en als ingenieur bij waterstaat werkt, krijgt allerlei stukken land, maar ook de helft van het huis in de Kerkstraat. Cornelis en Frans hebben elk, na aftrek der schulden, recht op f.2243,20. Dochter Tannetje, die met Johannes van Don, de veldwachter op Oosterland, getrouwd is, neemt genoegen met de f.1493,80 die haar nog toekomt. (v. Halen) 1823 A-47. Cornelis Hallingse uit Nieuwerkerk en Frans Hallingse uit Brouwershaven verkopen dit huis op 28 april 1823 met een ondershandse akte, die wel geregistreerd wordt, aan de op Nwk. wonende arbeider Jacob Alderliefste (1791-1832) Alderliefste is getrouwd met Gerritje Arijsse (1794-) Op 29 mei leent Jacob hiertoe f.275,- van Boudijntje Pieterse de Rijcke, de weduwe van Abraham van den Berge uit Bruinisse. (Boom) 31
Ten oosten de weduwe Cornelis de Jonge en ten westen Marinus Elenbaas. Na het overlijden van Jacob in 1832 blijft de weduwe hier wonen met de zes kinderen die geboren zijn van 1816 tot 1830; wel zijn er steeds inwonende arbeiders en arbeidsters, soms getrouwd en met één of twee kinderen. Zoals bijvoorbeeld Jac. Heijboer (1811-) die hier in 1835 hoofdelijke omslag betaalt. Hij woont hier met zijn vrouw Jannetje Kwaak en er worden hier 2 kinderen geboren.
1841 A-47. De weduwe Gerritje Arijsse woont hier met nog met vier van haar kinderen, waaronder de dochter Adriaantje Alderliefste die getrouwd is met Jacobus Bal en hun twee kinderen. 1848 A-47. De weduwe Gerritje Arijsse woont hier met nog met twee van haar kinderen. Ze woont tot 1850 samen met haar dochter Adriana die getrouwd is met Jacobus Bal en hun drie kinderen, maar na het overlijden van Jacobus in 1850 vertrekt Adriaantje naar Bruinisse. Na 1850 zijn er hier, nog meer dan anders, kostgangers of mensen die een kamertje huren. Gerritje gaat in 1858 naar Bruinisse. 1860 Op 4 juli 1860 verkopen de erven Alderliefste het huis en schuur op sectie M-402, groot 165 m2 aan de kleermaker Jan Leendertz. van den Berge uit Bruinisse. Waarschijnlijk koopt van den Berge voor Adriana; het zou kunnen zijn dat het feit dat hij zijn eerste kind verliest en zij dan mogelijk als baakster op Bruinisse werkt, er iets mee van doen heeft? 1861 A-57 Op 8 april 1861 is er een verkoopakte waarbij beschreven wordt dat Jan van den Berge, kleermaker te Bruinisse aan de veldarbeidster Adriana Alderliefste (1820-1911), de weduwe van Jacobus Bal, een huis met schuurtje en erf op sectie M-402 op een openbare verkoping op 4 juli 1860 verkocht heeft voor 360 gulden. (v. Haalen). Adriana leent f.300,- van de notaris. Adriana is de weduwe van de op 10 feb.1850 overleden Jacobus Bal, maar pas op 4 juni 1860 wordt in het huis waar ze nu weer weduwe woont, Kerkstraat A-57, een staat en inventaris opgemaakt; er zijn dan 3 minderjarige kinderen: Jacoba, Jacobus en Johannes. (vdHalen). Adriana komt terug van Bruinisse naar haar vroegere ouderlijke huis en werkt hier nu als baakster. Ook haar zuster Neeltje (1823-1903), die getrouwd was met Albert van de Zande en nu weduwe is met twee kinderen, komt hier wonen; net zoals de weduwe Cornelia van de StolpeHoogerhuis met haar twee kinderen die in 1865 naar Kralingen gaat.
32
Tenslotte Pieter Kwaak hier met zijn vrouw Cornelia van Weijen; in 1866 emigreren zij met hun woont 4 kinderen naar Amerika. Dec. 1961 tellen we 5 volwassenen en 9 kinderen in het huis. 1870 A-57 Op 4 feb.1870 verkoopt Adriana Alderliefste het huis met schuurtje en erve op sectie M-402, groot 165 m2, voor f.1000,- aan koopman en winkelier Jan Went (ca.1813-1884) uit Stavenisse.(Bouvin) Jan Went is getrouwd met Anna Daane (ca.1814-1895), zij is winkelierster in 1884 na het overlijden van haar man.
1874 A-57. Jan Went is de eigenaar van het pand, hij woont er ook. In 1877 is er een verbouwing. In jan.1888 is er kennelijk behoefte aan hulp want dan komt de veldarbeider Adriaan Huisson (1852-) hier wonen met zijn vrouw Janna Stouten (1851-) en hun twee kinderen; Janna werkt als winkelierster, maar in sep. 1889 ze vertrekken al, naar Kralingen. 1889 A-57. Op 24 oct.1889 verkopen de weduwe en verdere erfgenamen van de overleden Jan Went het huis met schuur en erf op wat nu sectie M-753 is, ter grootte van 176 m2, aan koopman Nicolaas Johannes Geleijnse (1864-) uit Haamstede. (Bolle) Nicolaas is getrouwd met Janna Wilhelmina Hemelrijk (1863-1922) en ze krijgen hier 6 kinderen van 1891 tot 1905. In 1896 is er een hermeting, het wordt sectie M-1213, groot 191 m2. In 1901 komt de weduwe Kornelia Hanse-Smallegange (1832-1907) hier inwonen met haar twee kinderen. Mei 1908 komt timmerman Cornelis Jacob Lindhout (1883-) in haar plaats, met zijn vrouw Elizabeth Maria Bosselaar (1883-); in 1909 wordt hier hun eerste kind geboren. 1910 A-75 na de vernummering. Nicolaas Geleijnse is verhuisd naar A-10, en dit huis wordt sinds 1909 bewoond door de oudste zoon Bartel Geleijnse (1838-1913) met zijn vrouw Lijna Pieternella Moelijker (18461918); zij vertrekt in 1915 naar Nieuw-Vennep. In 1917 wordt er iets bij gebouwd, het sectienummer wordt M-1830, groot 191 m2. 1920 A-75. Op 14 aug.1920 verkoopt koopman Nicolaas Johannes Geleijnse uit Nieuwerkerk het huis met schuur en erf op sectie M-1830, groot 191 m2, voor f.5500,- aan mejuffrouw Pieternella Cornelia van den Berg, de weduwe van Dirk Struijk uit Nieuwerkerk. 1922
A-75. 33
Op 9 maart 1922 verkopen de erfgenamen van de weduwe Struijk het huis met schuur en erf voor f.3223,- aan Lena Jacoba van Hollander, de weduwe van Dingenis van Nieuwenhuijzen. De zoon Hendrik Marinus van Nieuwenhuijze (1888-1960) die in 1925 trouwt met Neeltje Kik (1904-1999) wordt later eigenaar; zij hebben hier hun winkel. (Biermasz) 1944 Kerkstraat A-107. Winkelier Hendrik M.van Nieuwenhuijze woont hier op nummer A-107, hij en zijn familie evacueren naar de Hoogstraat 194 in Werkendam.
1946 Kerkstraat A-107. Timmerman L. J. Soeters vraagt vergunning om de voorgevel te verbouwen. 1953 Kerkstraat A-107. H.M.van Nieuwenhuizen heeft hier een winkel. Ca.2000 Hoge Kerkstraat 9. N. van Nieuwenhuijzen.
34
Hoge Kerkstraat 11
Vóór 1742 Volgens de akte van 1742 is dit het eigendom van Jannetie Cornelisse Hogerwits, de weduwe van Dingeman Cornelis van der Steege. 1742 Op 16 oct.1742 wordt door Johannes (Janis) Dingemanse van der Steeg (1698-) als executeur in de boedel van zijn overleden moeder Jannetie Cornelisse Hogerwits een aantal zaken verkocht: eerst 3 stukken land, samen ca.6 gemeten op Sirjansland. Vervolgens dit huis met erf aan de noordzijde van de Kerkstraat, dat door Johannes zelf wordt gekocht voor £ 75.-.-.. Er worden geen buren vermeld. Eigen foto, 2014. Johannes koopt ook de grote schuur aan de noordzijde van de Ring (zie nr.61) voor £ 66.13.4. Het wagenhuis tegen de kerkmuur wordt verkocht voor £ 7.10.- aan zijn zwager Willem van IJserlo, die getrouwd is met Lena v. d. Steeg. Er is ook nog een zoon Pieter Dingemanse van der Steeg. (4663-147) 1750 Op 6 juli 1750 verklaart Johannis Dingemanse van der Steeg voor de schepenen van Nieuwerkerk dat hij 40 pond geleend heeft van Huijbregt Krepel tegen 5% rente. Als onderpand dient dit huis, belend ten oosten door de wed. Vester en ten westen door Frans de Jong; en ook nog 6 roeden en 94 ellen grond leggende in de 10e mate nr.10 van Nwk., en in het Oude Nieuwland in de 2e mate nr.4 en 5 en de 4e mate nr.10. (4659-24) 1757 Janis (Johannis) Dingemanse (Versteeg of van der Steeg) 35
heeft volgens het kaartje op “g” een huis met schuur aan de noordkant van de Kerkstraat. 1763 Op 25 aug.1763 is er kerkeraadsvergadering en moet er beslist worden wat er moet gebeuren met dit huisje. Janus heeft het aan de consistorie afgestaan mits hij behoorlijk verzorgd wordt. Er is geen vrouw of kind bekend van Janis of Johannis. Het huis is in slechte staat en moet worden opgeknapt, het zal wel op erfpacht grond staan, dus misschien kan de baljuw iets mee betalen, zo is het niet te verkopen. (Kerkboek 1776)
1766 Op 7 jan.1766 verkoopt Frans Cornelisse, als boekhouder van de diaconie-armen, het huis met schuur en erf aan Nicolaes Mattheusse Andree (1734-1795) voor 21 pond vlaams contant. De belendingen zijn: oost de weduwe van Jacob Imanse (Chieltje Janse van den Berge) en west Johan van Goten. (4656-104) Waarschijnlijk wordt het huis door Andree die op de hofstede “Steenzwaan” zit, behoorlijk opgeknapt of vernieuwd want hierna wonen er een aantal welgestelde mannen of weduwvrouwen. Al in 1771 wordt aangegeven dat Maria Doelman hier woont. 1774 Op1 maart 1774 verkoopt Claes Andree het huis met schuur en erf staande op de Kerkstraat, belend door: ten oosten de weduwe de Bruijne, ten westen door Jan Bal, voor 100 pond vlaams. De koper is Huijbregt Janse (v. d. Stolpe) , die koopt in opdracht van zijn schoonzuster Maria Doelman. (4657-274) 1798 Ook in 1798 is Maria Doelman, volgens het verhaal van de pastorie, hier nog eigenaresse. Als schepen Adriaan de Jonghe op 23 dec.1805 overlijdt blijkt dat hij nog ruim 166 pond tegoed heeft van de erven van Maria Doelman, die dus vóór die tijd overleden moet zijn. Die schuld is mogelijk de reden waardoor het huis eigendom wordt van de familie de Jonghe. 1818 A-48. Wilhelmina Cornelisdr. van Achthoven, (1757-1838), weduwe van Cornelis Adriaanszoon de Jonge (1761-1809) woont hier nu met twee dienstmeisjes, de 19 jarige Kaatje Jacomijna, die in 1820 trouwt met Leendert Alderliefste, en de 17 jarige Janna van Achthoven, die later trouwt met Kornelis Stoutjesdijk. Willemina is in 1778 getrouwd met de weduwnaar Frans Cornelisz. van de Stolpe (17261794) van de “Keulse Putten”. In 1796 hertrouwt ze met Cornelis Adriaansz. de Jonge (1761-1809), die dan landbouwer is op “Dijkzicht”.
36
Als Cornelis in 1809 overlijdt wordt er een staat en inventaris opgemaakt, tamelijk ingewikkeld omdat Willemina bezittingen heeft ingebracht en omdat er voorkinderen van der Stolpe zijn, waarvan er dan ook nog weer één overleden is, met daarbij dan ook nog een paar regelingen en overeenkomsten! Na aftrek van schulden, Willemina’s inbreng en het portie van de voorkinderen, zijn de totale bezittingen 72.577 gulden,6 stuivers en 2 penningen; een bijzonder groot bedrag in die tijd. Behalve 2 hofsteden met 270 gemeten land, allerlei andere stukken land, de oogst die nog op het land staat, 13 paarden, 3 rijtuigen enz. enz. staat er op de inventaris ook dit huis, geschat op f.800.-.- , en een schuurtje met een tuintje op nr.67 dat f. £ 100.-.- waard is. (4674B-1)
1823 A-48. Op 15 mei 1823 maakt de lichamelijk en geestelijk gezonde Willemina Cornelisse van Achthoven haar testament. Er zijn kinderen uit beide huwelijken. Door haar huwelijken en aankopen is Willemijna waarschijnlijk de rijkste vrouw van Nieuwerkerk geworden, ze bezit niet minder dan 4 hofsteden: “De Hooge Hoeve” op sectie G-111; “Zeemanslust” op E85; “Dijkzicht” op F-186 en “De Keulse Putten” op F192. De kinderen uit het eerste huwelijk krijgen eerst ieder f.1800,-, de rest wordt onder alle kinderen verdeeld. Ze wil dat alles bij elkaar blijft tot een paar jaar voordat alle pacht is afgelopen, behalve als alle erfgenamen besluiten om eerder te verkopen. Tot dan blijft haar zoon Cornelis Franse van de Stolpe beheerder. 1828 A-48. Wilhelmina van Achthoven, de weduwe van Cornelis de Jonge is volgens het kadaster eigenaresse van dit huis en erf op sectie M-401, groot 192m2. Ze woont hier met twee dienstmeisjes. 1839 A-48. Huibrecht Franse van de Stolpe en de andere erfgenamen van de in 1838 overleden Wilhelmina van Achthoven houden op 26 feb.1839 een openbare verkoping waarbij onder andere dit huis met schuur en erf, sectie M-401 voor f.416,- verkocht wordt aan Maatje Franse v. d. Stolpe (1784-1866), sinds 1810 de vrouw van burgemeester Cornelis Dirkse van der Maas (1793-1855) te Nwk. (Zie boerderij "De Keulse Putten") Ze koopt ook 1/16e part in de meestoof “De Hoop” te Nwk. voor f.826,-. (Boom) Maatje heeft twee dochters, de tweeling Willemina en Cornelia, die met de gebroeders Labrijn trouwen. Cornelia van der Maas (1817-1892) trouwt in 1838 en gaat hier wonen met haar man, de in Hendrik Ido Ambacht geboren timmerman Pieter Labrijn (1815-1892).
37
Pieter werkt van 1852 tot 1889 bij het Waterschap Schouwen en staat daar bekend om zijn grote bekwaamheid; zijn plan voor een stoomgemaal wordt door verschillende andere waterschappen overgenomen. Pieter is van 1870-1879 lid van de gemeenteraad in Zierikzee. Ze vertrekken in 1846 naar Zierikzee overlijden daar samen aan influenza op 14 jan.1892. 1848 A-48. Volgens het bevolkingsregister gaat de eigenaresse Maatje van der Stolpe Fransdr. hier nu zelf wonen met haar man, de landbouwer-burgemeester Cornelis van der Maas Dirksz. en een dienstmeisje. Cornelis van der Maas (ca.1787-1855), was burgemeester van Nieuwerkerk van 1838-1844.
1858 A-48. Maatje Franse van der Stolpe, de vrouw van de overleden oud-burgemeester Cornelis van der Maas, en de verdere erfgenamen, maken aan de hand van een staat en inventaris een verdeling op van het bezit van Cornelis, dat op f.115.020,- wordt geschat. De waarde van dit huis, A48, op sectie M-401, groot 192 m2 is f.800,- en het blijft in het bezit van Maatje. Volgens het bevolkingsregister woont ze hier tot haar overlijden in 1866. 1866 A-58. Na vernummering. Na het overlijden van Maatje in 1866 wordt haar dochter Willemina van der Maas (18171892) eigenaresse van het huis. Willemina is in 1840 als 23 jarige getrouwd met Nicolaas Labrijn (1817-1856); ze hertrouwt in 1858 als 41 jarige met de 28 jarige landbouwer Adriaan Capelle Franszoon (1829-1895) van de “Keulse Putten”; hij is dan al weduwnaar van Toontje van den Bout. Willemina (Willemijntje) is dan al sinds 1856 de eigenaresse van “Dijkzicht”, met ruim 87 HA grond. Bij het huis hoort een tuin op sectie M-255 (Rolleklootsendijk), groot 1260 m2. de tuin gaat naar k-1269/1 Willemijntje woont hier niet zelf in de Kerkstraat, de veldwachter Abraham Deij (1834-1900) die in 1867 getrouwd is met Maria Lammers (1840-1900) huurt het huis. 1874 Kerkstraat A-58. Willemina van der Maas, de weduwe van Adr. Capelle, is nog steeds de eigenaresse. Het huis wordt nu bewoond door Johannes van den Bout Joh.zn (1830-1915), die eerder op “Zeemanslust” boerde. 1888 Kerkstraat A-58. Elisabeth Schoo (1833-) woont hier als hoofd van de huishouding met 6 kinderen Brouwer. Zij heeft in 1889 en 1891 onderwijzers als kostganger. Ze vertrekt feb. 1893 naar Dordrecht. 1892
Kerkstraat A-58. 38
De koopman Nicolas Johannis Geleijnse woont hier en is belastingplichtig, zeker tot 1901. In april 1893 wordt het huis bewoond door de oudste zoon van Elisabeth Schoo, de timmerman Dirk Pieter Nicolaas Brouwer (1861-) die dat jaar trouwt Cornelia Lena de Braal, ze krijgen hier kinderen tot 1902, en gaan later naar de Ring 44 (nu nr.). De eigenaresse van het huis, Willemina van der Maas, is in 1892 overleden. Haar dochter Maatje Willemijntje Labrijn (1842-1930) wordt de nieuwe eigenaresse, ze blijft ongetrouwd, net als haar zuster Adriaantje Pieternella (1843-1927). Het huis wordt verhuurd aan diverse onderwijzers of onderwijzeressen: in 1893 Cornelia Jacoba van den Bout; in 1894 aan Janna Adriana Coomans met haar dochter;
1896 Kerkstraat A-58 In juli 1896 vraagt de 72 jarige hoofdonderwijzer J. L. van Oost, die op de Ring woont, om zijn ontslag, dat wordt op de meest eervolle manier verleend. In zijn plaats wordt Marinus Jacobus Waale uit Zutphen aangenomen voor f.950,- per jaar; die ook, tegen extra betaling, herhalingsonderwijs en Franse les moet geven. Nu van Oost, die een eigen huis heeft, aftreedt, moet de gemeente in het vervolg zelf gaan zorgen voor onderdak van de meester en de kolen voor de school; de helpster van de bewaarschool zal de school in het vervolg schoonmaken voor f.25,- per jaar. In 1896 wordt er wat verbouwd aan het huis en de gemeente huurt het van mej. M. W. Labrijn voor het nieuwe schoolhoofd voor f. 100,- per jaar, met een moestuin voor f.14,- per jaar. Van 1897 tot 1927 woont hoofdonderwijzer Marinus Jacobus Waale (1865-) hier met zijn echtgenote Theresia Wilhelmina Cornelia Muller, geboren Semarang (Oost-Indië) 3 juli 1868. Ze hebben dan al drie kinderen en er worden er hier nog drie geboren. Op hun beurt hebben zij weer kostgangers, allemaal uit het onderwijs: in 1898 Dina Cornelia Ochtman; in 1899 Levina Maria Letzer; in 1901 Jacobus Adriaan de Hulle; in 1905 Stephanus Paulus Blom; in 1906 Teunis Pieter de Jongh; in 1908 Taake Cupérij en in 1909 Janna Maaike de Reus. 1902 In 1902 komt meester Waale met een klacht over het huis bij de gemeente: het huis lekt en is slecht onderhouden. Het is het eigendom van een zuster van het gemeenteraadslid Labrijn, en die wordt verzocht om zijn zuster aan te sporen er iets aan te doen. Haar antwoord is, dat ze daar geen zin in heeft! Toch gebeurt er kennelijk iets, in 1903 volgt er een verbouwing en het wordt dan sectie M-1212, groot 191 m2. 1914 Kerkstraat A-76. Er vindt een herbouw plaats. 39
Het huis wordt gerestaureerd; het wordt sectie M-1676, maar het blijft 191 m2. 1930 Kerkstraat A-76. Mej. M. W. Labrijn is overleden, ze laat o.a. de boerderijen “Dijkzicht” en “Keulsche Putten” na, en dit huis. Op 15 april 1930 wordt het huis door de erfgenamen voor f.1450,- verkocht aan schilder Cornelis Deurloo die getrouwd is met Gieltje Cornelia Johanna Lodewijk. De hoofdonderwijzer D. Eveleens van de openbare lagere school, die in 1926 vanuit Aalsmeer naar Nieuwerkerk is gekomen, en hier is gaan wonen in plaats van meester Waale, huurt in ieder geval nog tot 1 mei.
1940 Kerkstraat 108 Verkoop aan de commissionair Jacobus Rentier (k-2566/1) 1944 Kerkstraat 108. Jacobus Rentier evacueert naar den Haag. 1948 Kerkstraat 108. Jac. Rentier, die hier woont, vraagt een hinderwetvergunning aan voor het plaatsen van een 8 pk motor die een uienstaartmachine aandrijft in een schuur bij “De Wereld” op een gedeelte van sectie M-2073. 1950 Kerkstraat 108. In 1950 ruilt Rentier met C. C. Sutherland van huis, Rentier gaat met zijn familie naar Ooststraat A-248, en Sutherland komt hier (zie Ooststraat 14). 1953 Kerkstraat 108. De familie C. C. Sutherland evacueert naar Singel 349 in Vlissingen. 1955 Kerkstraat 108, nu Hoge Kerkstraat 11. Het huis wordt verkocht aan Marinus Flikweert Giljamzoon. In 1958 verandert het sectienummer, het wordt N-215, en is nog steeds 191 m2 groot. In 1961 is er een wijziging van de tenaamstelling. In 2002 wordt er een schuurtje gebouwd. In 2007 wordt de woning vergroot. (bouwverg.)
Eigen foto, 2014.
40
Hoge Kerkstraat 13.
De geschiedenis van “h” en “i”, jarenlang de pastorie van de Ned. Herv. Kerk, is uitvoerig beschreven in het verhaal over de Kerk, toren, predikanten, enz.
41
Hoge Kerkstraat 15 1747 Op 21 maart 1747 leent Claas Bibbe 25 pond tegen 4% van Marije van der Jacht, die laatst weduwe was van Jan Pijpeling, met als onderpand zijn pas gekochte huis met schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat. Ten oosten van het huis woont Beschier Krijg, en ten westen de weduwe van Cornelis Vester. Als onderpand dient ook de helft van het achter het huis liggende wagenhuis “c” aan de Achterweg dat hij samen met meester Maximiliaan van der Doele bezit. (4659-6) De lening wordt 26 nov.1754 afgelost. Eigen foto, 2014.
1758 Het huis “k” is van gareelmaker Arnoldus Smits volgens het bekende kaartje. Smits is gehuwd met Crijna Gangerse of Gaanders die ca. 1756 overlijdt. Er zijn twee kinderen, Pieter en Maria. Na haar overlijden wordt op 16 nov.1756 een inventaris opgemaakt. De waarde van het huis in de Kerkstraat wordt geschat op 25 pond en het schuurtje in het slop of 't Achterweg op 8 pond. Volgens de inventarislijst zijn er ruim 116 pond meer baten dan lasten, waar, na verschillende verrekeningen, bijna 100 pond van overblijft. (4670-15) Op 6 jan.1763 ligt Arnoldus ziek te bedde als hij twee voogden aanstelt. (4669-67) Ca.1764, na het overlijden van Arnoldus, vind een afrekening plaats voor de twee weeskinderen, Pieter en Maria. De zoon, de in Zierikzee geboren Pieter Smits (ca.1745-1814) neemt het huis over voor 24 pond; en de boomgaard voor 50 pond, maar daar was al 34 pond op afgelost. 42
Van de ca.100 pond die overblijft gaat de helft naar Pieter; de rest gaat naar één van de voogden, L. Swemer; de dochter wordt niet genoemd bij de eindafrekening. (4670-13) (4666-24) Pieter is ca.1763 getrouwd met Krina Reinier Coomans of Kooman; ze laten drie kinderen dopen van 1764-1774. 1764 Op 27 maart 1764 verkoopt Johanna Bal, weduwe van den Doele, (zie Hoge Kerkstraat 3) het ten noorden liggende schuurtje “c” aan baas gareelmaker Pieter Smits voor 12 pond vlaams. Het wordt belend als volgt: oost het slop; west de weduwe Achthoven; zuid Pieter Smits en noord de Achterom. (4656-147) Het schuurtje “c” op het tekeningetje, komt hiermee dus bij “k”.
1776 Pieter Smits belendt ten oosten, als op 29 oktober Geertruijt van Agthoven, gehuwd met Pieter Coijman, het huis er naast koopt uit de boedel van haar overleden moeder de wed. Crijntje Abels. (4657-231 en 4663-46) Op 5 feb. 1768 verklaart Pieter Smits dat hij 100 pond vlaams geleend heeft van de weduwe Elisabeth Treurniet. Als zekerheid dient een speciaal hypotheek op dit huis, en een boomgaard aan de westkant van Klootendijke.(4660-164) Pieter Smits koopt in 1776 ook de hofstede "De Wereld" en gaat daar waarschijnlijk wonen. Pieter Smits is in 1797 schepen, ca. 1803 wordt hij baljuw, later burgemeester, tot zijn dood in 1814. 1783 Op 17 april 1783 leent Pieter Smits 106 pond vlaams van Job Tromp. Als zekerheid is er een hypotheek op zijn huis in de Kerkstraat, tussen het slop en de pastorie en op 4G. 180R. land in de 10e mate nr.23, en 2G. 35R. in de 13e mate nr. 7 van Nieuwerkerk. (4660-13) 1810 Kerkstraat A-51. Op 25 april 1810 verkoopt baljuw Pieter Smits een huis met schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat voor 1500 gulden aan Willem Jozua de Bruijne. Er worden geen belendingen vermeld. (4658-22) Op dezelfde dag verkoopt de Bruijne het huis nummer 57 (nu 25) aan de noordkant van de Kerkstraat voor 789 gulden aan Pieter van Damme. (4658-23) Ook op dezelfde dag leent de op Nieuwerkerk wonende Bruijne 750 pond vlaams tegen 5% van Jacobus Dekker uit Zierikzee. Tot meerdere garantie van terugbetaling verbindt hij er een speciaal hypotheek aan op dit huis, A-51; en op een schuur aan de noordkant van de Kerkring nummer 33; en verder nog op 57G.119R. koren- en weiland in de Vierbannen. 43
Het land ligt in de 3e mate nr. 12, 15 en 16; de 6e mate nr. 6; de 13e mate nr. 4; de 37e mate nr.1en 3; de 39e mate nr. 5, 6, 7, 10 en 12; de 40e mate nr.1; en de 41e mate nr.2. Tenslotte nog twee percelen in het Oude-Nieuwland. Behoorlijk verspreid dus! (4662-13) 1811 A-51. Op 29 apr.1811 verkoopt Willem Joziasse de Bruijne uit Ouwerkerk aan Cornelis Hallingse D.zn. uit Nieuwerkerk een huis met schuur en erf voor fr. 10208,26. Het is 21 arp. 164½ verges groot. (repertorium A.W.v.Halen, er is geen akte)
1818 A-51. Het huis wordt bewoond door de 37 jarige landman Cornelis Hallingse met zijn 37 jarige vrouw Burgje van den Bogerd uit Ouwerkerk en hun zoon Dingeman die twee jaar oud is. Bij hen woont een vijf jaar oud neefje, Josua Willemse de Bruine. Er is een inwonende boerenknecht, de 37 jarige Cornelis Heijboer J. zn. (ene c.a. 1780 geboren Cornelis Heijboer Krijgt met Sara v.d. Welle kinderen van 1913-1331 op Nwk.!), en er zijn twee inwonende boerenmeiden, de 19 jarige Maatje Vaane, die in 1819 vertrekt, en de 26 jarige Neeltje Poot uit Stavenisse die in 1821 vertrekt. In 1820 wordt er een dochtertje geboren, en er komt een nieuwe meid, de 24 jarige Cornelia Bakker. In 1821 wordt er weer een dochtertje geboren, en er komt weer een nieuwe meid, de 18 jarige Adriana Noordhoek uit St. Philipsland; zij vertrekt in 1823.
1821 Kerkstraat A-51. Op 20 mei 1821 leent Corn. Hallingse nog f.1200,- op een stuk land (nr. 3 in de 42e mate), en op een schuur en erf huisnummer A-102 die op 1 nov.1809 van Jan Sluijters zijn gekocht. Dit huis, met schuur en erf, met de bijbehorende 21G. 164R. land zoals in 1811 gekocht, wordt voor de vierde maal belast met een hypotheek. Verder nog op een schuurtje aan de zuidkant van de Kerkring met oost en zuid de dreef van Dingeman Hallingse, west de schuur van Jan Hallingse en noord de straat, die op 11 juni 1816 gekocht is van Dingeman Hallingse. (v.Halen). En ook nog op een tuin van 35 roe, belend door de schuur van W. Tuijnman ten oosten, de pastorie ten westen, de Achterweg ten zuiden en de weduwe van Cornelis de Jonge ten noorden; de tuin is op 1 apr. 1815 gekocht van Jacoba Stoutjesdijk, de weduwe van Jan van Dongen (Winter). (akte 3257 Boom) Cornelis Hallingse verhuist naar het Heerenhuis op de Ring dat hij in 1822 geërfd heeft. 1826 44
Op A-51a woont de veldwachter Maximiliaan Braam (1797-) met zijn vrouw Joppa Kort (1799-) en hun 4 kinderen. Ze hebben regelmatig inwonende personen. Op 51b woont de arbeider Marinus van den Bogerd (1786-) met zijn vrouw Janna Klink (1882-) en hun kind; zij vertrekken 1826. Dan woont Adriaan Bakker hier een jaar met zijn vrouw Jannetje van Belzen. Na hen komt de arbeider Cornelis Stoutjesdijk Czn. (1799-) hier wonen met zijn vrouw Janna van Agthoven (1803-) met drie kinderen. Na hen komt Willem Kooijman (1804-) hier wonen met zijn vrouw Jannetje van ’t Hof (1803-) en twee kinderen. 1832 Kerkstraat A-51. Cornelis Hallingse is de eigenaar van het huis met een erf op sectie M-398, groot 240 m2. Hallingse bezit veel land o.a.in Krabbenhoeke, de Stoofblok, de Noordplas, in het Oude Nieuwland, en percelen in- en rond het dorp, een man van aanzien! Op 27 maart 1832 worden door de dochter van de overleden Jac. Dekker diverse hypotheken opgezegd aan landbouwer Corn. Hallingse en zijn vrouw Burgje van den Bogerd, in totaal f.14.200,-. Hieronder valt o.a.: 1e: sinds 9 juni 1812 dit huis met schuur en erf A-51 in de Kerkstraat; en ca. 18 bunder land; Met daarbij 1/16 portie in de meestoof en alle paarden, ploegen, vruchten te velde, enz. behorende tot het boerenbedrijf; 2e: sinds 14 nov.1816 een schuur met erf, gekateerd nr.102; 3e: sinds 21 maart 1817 op: een schuurtje met erf aan de zuidzijde van de Ring met nog eens ca.6 bunder land; 4e: sinds 10 mei 1821 op nog een stuk land; 5e: sinds 26 juni 1823 op nog eens ca. 12 Bunder land; 6e: sinds 9 dec. 1824 een som van f.800,- op een huis met erf, het z.g. Plaatsenhuis, nr.2. met 5 roeden 31 ellen tuingrond daar achter, en 17 roeden21 ellen tuingrond daarnaast. 7e: sinds 25 sep. 1826 nog 2000 gulden op een aangekocht stuk land van ruim 2 bunder. 8e: sinds 24 aug.1829 op nog een paar tuinen en 1/32 portie in de meestoof. De notaris komt met de boodschap naar het huis van Hallingse, die zegt zo snel mogelijk te zullen betalen. Daarna maakt de notaris in het bijzijn van de twee getuigen, de schoenmaker Jacob Lambrechtse Kooijman en gareelmaker Johannis van Driel, een inventaris van de roerende goederen. Er zijn o.a. 6 paarden, 10 koeien, 3 boerenwagens, 2 ploegen, diverse vruchten te velde, enz. (C. P. Boom)
1836 In 1836 woont de arbeider Johannis Tuinman (1809-) hier met zijn vrouw Jozina Johanna Mulder (1807-) en hun twee zoons en diverse kostgangers of medebewoners.
1838
Kerkstraat A-51. 45
Op 17 mei 1838 krijgt Dingeman van der Vliet, een makelaar in granen te Zierikzee, volmacht van Cornelis Hallingse Dingemanszoon om 45 percelen te verkopen. Het meeste is land, waaronder rond en op Nieuwerkerk de secties M-173, M-288, M-294, M-266, M-16, M-9, M5, M-8, M-2, M-3, M-1, M-4, M-13 en M-14. maar er zijn ook 2 schuren bij aan het eind van de Weststraat, één op sectie M-286 groot 1160 m2 en één op sectie M-284, groot 370 m2. Er zijn ook twee huizen bij in de Kerkstraat: 1e: Dit huis nummer A-51, sectie M-398 groot 240 m2, dat verhuurd is aan Klaas Kik en Jan Tuinman voor f.57,- per jaar, wordt verkocht aan de arbeider Jan de Groene uit Stevensluis voor f.575,e 2 : Huis nummer A-58, (zie Stekelstraat1) sectie M-391 groot 50 m2, dat verhuurd is aan Marinus van Westenbrugge voor f.26,- per jaar, wordt verkocht aan dominee Hendrik Johan van Ingen, voor f.750,-. De dominee koopt ook 1/32e deel in de meestoof “De Hoop” voor f.400,-. Hallingse zelf woont in een huis op de Ring, op sectie M-332. (C. P. Boom) De in Bommenede geboren Jan de Groene (1795-1847) trouwt in 1821 met Nieuwerkerkse Adriana Kister (1795-1863). 1846 Kerkstraat A-51. De eerste helft van 1846 woont het predikantengezin van dominee Bastiaan Sterkenburg in bij winkelier, landbouwer en handelaar Jan de Groene. Ds. Sterkenburg is de eerste eigen predikant van de "Afgescheidenen" die dan onder de "Gereformeerde Kerken onder het Kruis" vallen. Sterkenburg koopt daarna voor f.600,- een huis met schuurtje en erve aan de Oosterlandse kant van de Rampertse Dijk, van Jozias de Bruijne, en hij leent er nog f.2500,- bij om daar een schuur c.q. kerkgebouw te stichten; de zogenaamde "Diekse Kerke". 1852 A-51. Winkelier Jan de Groene is op 30 april 1847 overleden en pas 5 jaar later, op 3 nov.1852 maakt notaris Ermerins een verdeling op waarbij een testament als richtlijn dient. Zijn vrouw Adriana Kister (ca.1788-1863) heeft recht op de helft van het bezit plus 1/4e gedeelte, samen f.926,25, waarvoor haar wordt toegewezen: de winkelvoorraad van f.582,plus f.144,25, en de meubilaire goederen van f.200,-. Zoon Leendert de Groene (1825-1906) krijgt f.370,-, de helft van het vadersgedeelte. Hij koopt daarvoor dit huis met erf op sectie M-398, op 240 m2 voor f.400,-; en ook nog een tuin sectie G-159 van 550 m2 voor f.95,-, en een tuin sectie M-502, van 390 m2 voor f.30,-. Leendert houdt daarmee een schuld over aan de erfgenaam Simon de Kister. Leendert is landbouwer, winkelier en koopman van beroep; hij trouwt in 1849 met de Oosterlandse Jannetje Kievit (1824-1906). Hij overlijdt 11 dagen later dan zijn vrouw, in Terneuzen. Leendert breekt gedeeltelijk af, en er komt een schuurtje bij. Tevens is er een verandering van sectienummer, het wordt nu sectie M-581 groot 230 m2. 1869 Kerkstraat A-61, na de vernummering. Op 3 juni 1869 leent Leendert de Groene f.2200,- van notaris Ermerins met als onderpand: 46
Een 1e hypotheek op het huis met schuur, erf en tuin op sectie M-502 en M-581 (ook sectie G159 wordt genoemd, het is samen 1170 m2. De hypotheek is ook op meer dan een bunder land op een paar plaatsen in sectie F. Verder nog een tweede hypotheek op een schuur op sectie M-538, groot 630 m2. 1870 Kerkstraat A-61. Leendert koopt ook nog een schuur op sectie M-277, ruilt die met van Driel voor een schuur op sectie M-283, en verkoopt die schuur in oct.1871; intussen wisselen ook de bedragen die hij leent om zijn handel te financieren; kortom, Leendert handelt. (vdLdC 5 mei, 1 aug. en 5 aug.1870) 1872 Kerkstraat A-61. Op 5 maart 1872 verkoopt koopman Leendert de Groene het onbezwaarde huis met erf op sectie M-581 groot 230 m2 voor f.1100,- aan Pieter Siemense (1817-1897), predikant van de Christelijk Gereformeerde Kerk in Oosterland. Pieter is getrouwd met de in Vlaardingen geboren Annetje van der Windt van Leeuwen (1810-1881) Er hoort een tuin bij van 282 m2 op sectie M-497 die de Groene heeft verkregen met een akte van notaris C.v.d.Lek de Clercq op 31 juli 1871. Volgens de aankondiging door not. Ermerins zou de Groene ook nog een tuin van 390 m2 op sectie M-502 trachten te verkopen, en een woonhuis op sectie M-436 in de Weststraat. 1873 Kerkstraat A-61. Al op 2 oct. 1873 verkoopt de predikant Siemense het huis op M-581 voor f.1200,- aan Josina de Bil, (va.1813-1886), de weduwe van Leendert Boot van Capelle.(Bouvin) 1874 Kerkstraat A-61. Het huis is van Josina de Bil; het is verhuurd aan de winkelier Simon Kister (1815-1874). Simon komt in 1871 uit Rotterdam met zijn vrouw Maria Stouten en nicht Janna Stouten. 1887 Kerkstraat A-61. Op 28 jan.1887 wordt het huis met schuur en erf op sectie N-581, groot 230 m2 voor f.926,verkocht aan de landbouwer Jan Broeksmit, later zijn weduwe Laurina Dijkman en verdere erfgenamen. (vdLdC) 1897 is er een hermeting: sectie M-1209 wordt 222 m2 groot. (k-1148/1-5) ca.1896 Kerkstraat A-61. Ca.1896 wordt het huis verkocht aan de in 's Gravendeel geboren schipper Teunis Barendregt (ca.1861-1934) uit Dreischor. Teunis is schipper als hij in 1890 trouwt met Thona Goemans (ca.1862- ) In 1892 en 1897 worden er twee kinderen geboren. In 1914 koopt Barendregt het grote huis dat nu Kerkstraat nr.3 is. 1918
Kerkstraat A-78, na vernummering.
47
Op 18 dec.1918 is er een grote verkoping in de Meebaal voor de erfgenamen van Ida van Westen-Flikweert. Notaris Korteweg neemt bij die verkoping ook het huis van Barendregt mee, dat voor f.3751,verkocht wordt aan Daniël Johannes Flikweert (1892-1952). Het huis is nog tot 1 mei 1919 verhuurd aan Piet Meerman voor f.2,50 per week (k-1895/1) Op 23 jan.1919 leent Daniël Johannes Flikweert f.1500,- van Koshulte uit Zierikzee met als onderpand dit huis met schuur en erf op sectie M-1209 en een stukje van sectie M-1210 (Korteweg). Het wordt samengevoegd tot sectie M-1877, groot 226 m2. Daniël trouwt in 1919 met Johanna Heijboer. In 1921 wordt er aan dit huis verbouwd. In 1925 koopt Daniël van zijn vader ook nog een schuur aan de Noordring, (nu nr. 47), die in 2008 wordt gesloopt en waar in 2009 twee huizen worden gebouwd. 1944 Kerkstraat A-110, na vernummering. D. J. Flikweert uit de Kerkstraat nr.110 evacueert naar een onbekend adres. 1953 Kerkstraat A-110. Johanna Heijboer, de weduwe van Daan Flikweert, woont hier tijdens de ramp. Haar evacuatieadres is Teugenaarstraat 20 in Oss. In 1954 vraagt ze subsidie aan bij de gemeente om haar “tunne” te vervangen door een toilet met waterspoeling, dat aangesloten wordt op de nieuwe riolering. 1959 Hoge Kerkstraat 15, na vernummering. In 1959 is er een verkoop van een stuk grond aan de gemeente die dat nodig heeft om de Nieuwe Noordstraat te verbreden; het nieuwe sectienummer wordt N-217, een huis en erf op 188 m2. (naar k-1388/1) In 1983 wordt er een dakkapel geplaatst en er wordt een garage gebouwd. Ca. 2000 Hoge Kerkstraat 15. J. G. Niemans.
Wim Kesteloo, Nieuwerkerk 2014.
Hoge Kerkstraat 17, 19, 21 en 23 48
In de laatste paar eeuwen zijn er nog al wat verschuivingen geweest in dit blok; een soort puzzel. Met gebruikmaking van de kaartjes uit ca.1758, ca.1835, 1935 en 2010 kunnen we min of meer zien hoe de tegenwoordige secties ontstaan zijn: Hoge Kerkstraat 17: In 1758 “L”; in 1825 is het M-397; in 1935 is het M-1628; en nu 153. Hoge Kerkstraat 19: In 1758 “M” en “N”; in 1825 is het dan M-396 en M-395; in 1935 is het M-1207; en nu 154. Hoge Kerkstraat 21: In 1758 het linkse (westelijke) “O”; in 1825 is het M-394; in 1935 is het M-1203; en nu 986. Hoge Kerkstraat 23: In 1758 het rechtse (oostelijke) “O”, en “P”; in 1825 is het M-393 en m-392; in 1935 is het M-1202; en nu 156 met 157. Stekelstraat 1 In 1758 zijn dat “Q” en “R”; in 1825 zijn het M-391 en M-390; in 1935 is het M-1201; en nu is het sectie 650; Maar dat is al beschreven in het verhaal over de Stekelstraat.
49
Hoge Kerkstraat 17.
De eerste akte waarin we iets vinden over de eigenaar of bewoner is in: 1747 De buurman aan de westkant leent geld, uit die akte blijkt dat Beschier of Passchier Krijg hier woont. (4659-6) Krijg laat met Elisabeth (Krijg) vier kinderen dopen tussen 1738 en 1747. 1756 Het huis ten oosten hiernaast wordt verkocht, en als belendende eigenaar op deze plek wordt Cornelis Pijpeling opgegeven. 1757 Het huis met de schuur op sectie “L” aan de noordkant van de Kerkstraat is volgens het kaartje van Cornelis Puijpeling. Een jaar later wordt Leendert Pijpeling eigenaar. 1757 Op 27 sep.1757 is Leendert Cornelisse Pijpeling eigenaar en hij verklaart dat hij 25 pond vlaams geleend heeft van Pieternella Govertse de Swarte, de weduwe van Jan Huijbregtse, tegen 4 % rente met als onderpand dit huis met schuur, erf aan de noordkant van de Kerkstraat, met west het Straatje en oost Cornelis Kooijman. Op 19 feb.1760 wordt de schuld afgelost.(4659-59 en 4660-224) Leendert is getrouwd met Hendrina Vaane; ze laten in 1758 en 1761 een kind dopen. Hendrina hertrouwt met Hendrik Maartense Bakker en krijgt in 1768 en 1770 kinderen. Bakker is de weduwnaar van Lena Hooglander, die in oct.1766 is overleden hem toen achterliet met 4 kinderen. Bakker heeft een boerderijtje met 7G. 113R land op Capelle met één paard, 4 melkbeesten, enz. (4671-4 en 4671-27) Bakker overlijdt in 1771 op Capelle; Hendrina blijft met zes kinderen achter en komt naar het huidige Weststraat 18; later hertrouwt ze nog met Johannis Endhoven en gaat naar Bruinisse.
1760 50
Op 19 feb. 1760 levert Leendert Pijpeling, na het verstrijken van de geboden, zijn huis aan de noordzijde van de Kerkstraat aan Pieternella Ellewit, laatst weduwe van Adriaan Kaashoek voor £ 42.0.0 pond. Het huis wordt belend ten oosten door Corn. Kooijman en ten westen door het slop. Het is eigenlijk een ruil, want op dezelfde dag levert Marinus Bal, met procuratie, en in opdracht van zijn schoonmoeder Pieternella Ellewit, het huis met schuur en erf aan de noordzijde van de Ring, (nu nr. 49) met nog een hof over de Achterweg, aan Leendert Pijpeling voor £ 30.0.0. Aanwezig zijn baljuw Nicolaas van IJsselsteijn, die tevens secretaris is, en de schepenen Cornelis Huijbregtse, Jacob de Bruijne, Frans Weksteen, Marinus Bal, Huijbregt Janse en Adriaan de Jonge. Er worden 2 akten opgemaakt, 4656-209 en -210. 1767 Op 26 juni 1767 is Pieternella Ellewit de weduwe van Adriaan Kaashoek, overleden. Adriaan is hoog- en laagschepen van Nieuwerkerk en gezworene der Vierbannen geweest tijdens zijn leven. Ze laat 3 meerderjarige kinderen na, ten eerste Adriaan de Jonge een zoon uit haar eerdere huwelijk, die 1/6 van de erfenis krijgt, en verder dochter Maria Kaashoek, getrouwd met Marinus Bal, en Janna Kaashoek, getrouwd met Adriaan van Oost. De twee dochters erven het resterende 5/6 gedeelte. Allereerst is er de hofstede met het huis, de schuren, bakkeet en wagenhuis staande in het Oude Nieuwland, met 95 gemeten, 146 roeden land en weide, aangenomen door Marinus Bal voor £ 1336.16.3; het latere “Nooitgedacht” in de Oud-Nieuwlandse weg. Adriaan van Oost neemt 13 gemeten, 99 roeden over op “Brooseinde” voor £ 359.18.2; en “de Klippelsblok” groot 11 G.,149 R. voor £275.18,4; en nog een weiland genaamd “de Dee” groot 3G.16R. voor £ 54.19.2. Van Oost neemt ook 1/16 aandeel in de meestoof over voor £ 100.0.0. Adriaan de Jonge koopt 15G.215R land voor £ 550.1.0; en een schuur aan de noordkant van Nieuwerkerk, die oost, west en zuid omgeven wordt door de Dorps Achterweg en ten noorden door de Dorpsvroone. Dit huis, hier in de Kerkstraat tussen het Slop en Cornelis Coijman, is nog onverkocht en door niemand aangenomen, het staat als “Memorie” post in de inventaris. Met nog wat vorderingen en de inventaris is er £ 3789.13.0 aan bezittingen. Er zijn geen grote schulden, de smid, de glazenmaker, de molenaar, de dokter enz. moeten nog betaald worden, maar dat is slechts £ 237.6.0 bij elkaar, zodat de kinderen ruim £ 3500.0.0 mogen verdelen; een heel kapitaal in die tijd. Wat opvalt is de uitgave van £ 4.14.4 voor een rouwkostuum voor de meid. (4666-27)
1771 51
Op 5 feb.1771 verkopen de erfgenamen, Marinus Bal, (voor zichzelf en voor zijn broeder Adriaan van Oost), en Adriaan de Jonge, dit huis met schuur aan Jan Willemse van den Berge (1744-1793) voor £ 66.13.4. Jan leent dat bedrag van Willem Adriaanse Lemson. Cornelis Coijman belendt ten oosten en het slop ten westen, de straat ten zuiden en de Achterweg ten noorden. (4656-19; 4659-133; 4660-142) Jan is getrouwd met Boudina Lemson die op 22 mei 1779 overlijdt. Dan wordt er door Jan en zijn vader een inventaris opgemaakt die naar de weeskamer gaat, want er zijn 2 minderjarige kinderen, en daaruit blijkt dat Jan nog bijna 64 pond tegoed heeft van bijna 30 klanten die nog moeten betalen, soms over meerdere jaren. Na aftrek van de schulden blijkt Jan ruim 106 pond over te houden. Verschillende posten in die akte, zoals het geld dat nog ontvangen moet worden, en het betalen en incasseren van de impost, lijkt dat laatste zijn beroep of bijbaan te zijn. (4666-6 en 4666-7) 1775 Op 28 maart 1775 erkent Jan Willemse van den Berge dat hij 50 pond schuldig is aan Pieter van den Busse op zijn huis met schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat. De belendingen zijn: oost Cornelis Kooijman; west het Slop. (4660-108) Er is een precies gelijke akte, maar daarop wordt de schuldenaar, foutief, als Jan Willemse Verseput beschreven. Hij ondertekent wel als Jan Willemse van den Berge! De akte wordt op 12 nov.1793 geroyeerd. 4659-147) 1793 Op 3 oct.1793 proberen de crediteuren van de boedel van de overleden Jan Willemse van den Berge om zijn huis en de moestuin van ca. 32 roeden te verkopen. De verkoop van het huis lukt niet; de moestuin ten noorden van het huis wordt verkocht aan Jan van Dongen voor 15 pond. (4663-27) Op 29 oct.1793 levert schepen Pieter Smits, als vertegenwoordiger van de crediteuren, het huis met schuur en erf voor 50 pond vlaams aan de arbeider Adriaan van Loo (ca.1767-), die net getrouwd is met Cornelia de Ruijter. Belend ten oosten door Jan van Dongen; en het Slop ten westen. (4657-15) Op 12 nov.1793 leent van Loo 50 pond van Dirk de Ruiter. (4661-10) Adriaan van Loo laat met Cornelia de Ruijter kinderen dopen op Nwk. van 1794 en 1797. In 1802 wonen ze op Capelle. 1806 Het huis is op één of andere manier in het bezit gekomen van Cornelis de Jonge die twee hofsteden bezit; er zal dus hier wel een arbeider van hem gewoond hebben. Op 23 sep.1806 koopt de hiernaast op “m” wonende gareelmaker Jan Paulusse van Dongen (ca.1784-1814) dit pand van Cornelis Adriaanse de Jonge met een akte van transport voor Schout en Schepenen; het zijn rumoerige tijden, er is geen akte gevonden.
52
1813 Kerkstraat 52. Op 21 jan.1813 neemt de gareelmaker Paulus Jan van Dongen (ca.1784-1827) dit pand over van zijn vader; hij verklaart dat hij 1776 franc en 25 centimes (f.875,-) schuldig is aan Wilhelmina van Achthoven, laatst weduwe van Cornelis Adriaansz. de Jonge, die in de Kerkstraat nr. 97 woont. Dit betreft een lening waarvoor op 25 aug.1806 al een kwitantie is gegeven, maar die nu, waarschijnlijk gezien de wisselende tijden en geldwaarden, notarieel wordt vastgelegd. Als zekerheid en onderpand dient dit huis met schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat, nr.52, belend ten oosten door van Dongen en ten westen door het slop. Paulus is getrouwd met Cornelia Jacobse de Bruijn (1787-1827). Ze krijgen 8 kinderen van 1809-1826, waarvan er 5 heel snel na de geboorte overlijden. 1818 Kerkstraat A-52. Het bevolkingsregister geeft de volgende bewoners voor nr. 52: 1e: De 70 jarige arbeider Leendert van As, zijn even oude vrouw Arendje Eversdijk, de 24 jarige soldaat Leendert van As en de 31 jarige arbeidster Tona Kanoo. Leendert overlijdt in 1819, en de rest van de familie gaat in 1821 naar A-43. In hun plaats komt in 1823 de 21 jarige arbeider Pieter van IJzendijke met zijn vrouw Catherina Steendijk en hun baby. 2e: De 44 jarige arbeider Pieter de Ruijter met zijn vrouw Francine Overbeke en hun 4 kinderen, en de arbeidster Adriaantje Rijke. Dit huishouden gaat in 1821 naar A-75. 3e: De 78 jarige Neeltje Mallander; de 39 jarige Jacomijna Okkerse die in 1820 overlijdt; in 1820 komt de 66 jarige Cornelia Dooge en in 1821 de 51 jarige Adriaan de Zwarte. 4e: In 1821 komt de 53 jarige naaister Neeltje Kano met de 23 jarige arbeider Hendrik Vane, de 13 jarige Lena en de 16 jarige Judith, waarschijnlijk haar kinderen. Het is, zoals vele andere, een dicht bevolkt huis, met een wisselende bevolking. 1819 A-52. Op 11 maart 1819 wordt op verzoek van gareelmaker Paulus Janse van Dongen (ca.1782-20 dec.1827) , een staat en inventaris opgemaakt na het overlijden op 15 dec.1818 van zijn moeder, Jacoba Jacobse Stoutjesdijk, de weduwe van Jan van Dongen. Tot de boedel behoren dit huis met schuur en erf, nummer A-52, en het huis met schuur en erf ten oosten hiervan, nr.53 (nu het westelijke gedeelte van de huidige Kerkstraat 19) waar Jacoba woonde en dit jaar is overleden. Uit de inventaris blijkt, dat er debiteuren zijn voor winkelwaar en schoenmakerswerk. Tegenover de baten van f.143,25 plus twee huizen, staat een schuld van f.3362,58. Dat betekent dus dat Paulus de huizen zo snel mogelijk zal moeten verkopen.
53
1820 Kerkstraat A-52. Op 16 aug.1820 verkoopt gareelmaker Paulus Jansz. van Dongen voor f.875,- dit huis, schuur en erf aan Jan Jacobse Kooijman, landbouwman te Ouwerkerk. Op dezelfde dag 16 aug.1820 verkoopt Paulus van Dongen het huis, schuur en erf hiernaast op A-54, voor f.600,-. aan Jozias Bal (ca.1787-) (Blauw) Datzelfde jaar verkopen van Dongen en zijn vrouw ook nog een schuldbekentenis van f. 1000,- op de molen van Brouwershaven. In 1821 komen de 37 jarige gareelmaker Paulus van Dongen met zijn vrouw Cornelia de Bruijne en hun 4 kinderen hier wonen. Aantekening: In de zwingelkooi. In 1826 wonen ze in het Armenhuis op de Ring. Zowel hij als zijn vrouw overlijden in 1827. 1826 A-52. Kooijman verhuurt het huis aan meerdere bewoners of gezinnen. Er wordt elke 8 jaar een nieuw bevolkingsregister gemaakt, en daarop zien we dat er nu drie huisnummers A-52 zijn: Op A-52a vertrekt de weduwe Neeltje Vaane-Kanoo met haar 3 kinderen naar A-19. In hun plaats komt de weduwe Jacomina Otte met haar 3 kinderen Admiraal hier wonen. Op A-52b wonen nog steeds Pieter van IJsseldijk en zijn vrouw, maar nu met 2 kinderen. Op 52c wonen de twee weduwvrouwen Neeltje Mallander en Cornelia Dooge; die in 1826 naar A-9 gaan. In 1828 komt Klaas van der Maas met zijn vrouw Dirkje van Agthoven en 3 kinderen van A62, ze vertrekken een jaar later naar Noordwelle en dan komt de arbeider Hendrik Meckes met zijn vrouw en 2 kinderen daarvoor in de plaats. Ze geven inwoning aan de getrouwde Anna Stoutjesdijk, die getrouwd is met de kennelijk niet hier wonende arbeider Jan Kik. De baby van Anna leeft maar 9 maanden. Anna en Jan moesten in 1825 gaan trouwen, in 1834 scheiden ze. 1832 A-52 Intussen is Neeltje Goudzwaard, de weduwe van Jan Kooijman, de nieuwe eigenaresse geworden van dit huis met erf op sectie M-397, groot 210 m2. Zij woont in Zierikzee. 1839 A-52. Op 26 feb. 1839 probeert Elisabette Rompa, samen met de andere erven van Jan Jac. Kooijman, om dit huis, schuur en erf op sectie M-397, groot 2R, 10E te verkopen, de hoogste bieder is Jozias de Bruijne met f.181,- maar het wordt niet aan hem gegund. Een paar weken later, op 7 maart 1839 verkopen ze het voor hetzelfde bedrag aan de Huibrecht Franse van der Stolpe (1781-1852)(C.P.Boom) Huibregt heeft waarschijnlijk tot nu toe de hofstede “De Hooge Hoeve” voor zijn moeder beboerd; maar zij is nu overleden en de hofstede is verkocht. Huibrecht trouwde in 1807 met Johanna Sneevliet (1783-1852). Ze komen hier vanuit A-105 wonen met twee kinderen.
1840
A-52. 54
Op 7 feb.1840 is Huibrecht Franse v. d. Stolpe f.600, - schuldig aan Cornelis Franse v. d. Stolpe, met als onderpand een eerste hypotheek op dit huis in de Kerkstraat waar hij woont. In de periode 1841-1846 wonen hier ook Jan Meekus met zijn familie en Abraham Stoutjesdijk met zijn familie, en er passeren regelmatig losse arbeiders en arbeidsters. 1846 A-52. Op 22 juli 1846 leent Huibrecht Franse van de Stolpe, winkelier te Nieuwerkerk, f.250,- van koopman Daniël Buijze uit Z.zee, een eerste hypotheek op zijn huis met schuur en erf, op sectie M-397, groot 2 roeden, 10 ellen. Voorheen Kerkstraat nr.53, maar nu nr.52 schrijft de notaris, omdat hij in vorige akte het nummer 53 gebruikt had. De eerdere lening, van zijn broer Cornelis, zal dus afgelost zijn. (Borreman) In 1848 woont alleen Huibrecht Franse van de Stolpe hier nog met zijn vrouw en twee zoons, waarvan er in 1849 één vertrekt, en de arbeider Lieven Ton die in 1852 vertrekt. 1852 Kerkstraat A-52. Huibrecht en Johanna overlijden binnen de drie weken na elkaar. Jan van de Stolpe is door het aanvaarden van de boedel de enige erfgenaam geworden van huis en erf nr.52, sectie M-397, groot 210 m2. Op 14 juni 1852 laat hij het openbaar verkopen door notaris Bouvin uit Oosterland. De hoogste bieder is Jan Piet Flikweert (1806-), die droger is in de meestoof “De Kapel”; hij moet er f.250,- voor betalen. Jan Piet trouwt eerst met Catharina van Oost (ca.1806-1848), later met Maatje Gravelijn (ca.1818-1890) 1874 Kerkstraat A-62, na vernummering. De eigenaar, Jan Piet Flikweert, woont hier zelf met vrouw en kinderen. 1893 Kerkstraat A-62. Op 11 feb. 1893 verkopen de 12 erfgenamen van Jan Piet Flikweert het huis en erf op sectie M-397, groot 210 m2, voor f.625,- aan Marinus Paasse, metselaarsbaas te Zierikzee. 1894 Kerkstraat A-62. Marinus Paasse uit Z.zee laat op 20 jan.1894 een openbare verkoping houden; Johannes Bal Jac.zn koopt dit huis en erf voor f.625,-.(notaris Bouvin of Franse) Bal leent f.1000,- van schipper L. Karelse uit Bruinisse. In 1897 is er een hermeting, het wordt sectie M-1208 ter grootte van 248 m2. De weduwe Adriana Alderliefste (1820-) die in 1841 getrouwd is met de timmermansknecht Jakobus Bal (ca.1820-) uit Oosterland, woont hier tot 1909 met haar zoon Johannis Bal (18481915) die ongehuwd blijft. Adriana hertrouwt in 1911 met Corn. van der Linden uit Numansdorp.
1909
Kerkstraat A-62. 55
Op 1 oct.1909 verkoopt de arbeider Johannes Bal het woonhuis met schuur en erf voor f.1500,- aan timmerman Adriaan Radewalt (1879-1958), wonende te Nieuwerkerk. Radewalt leent f.2000,- van de rustend landbouwer Jacob van As uit Oosterland tegen 4,5%. (Biermasz) In 1911 wordt er een nieuwe werkplaats gebouwd achter het huis. In 1922 geeft Adriaan een hypotheek af van f.3500,- op zijn huis en werkplaats. (Biermasz) Timmerman Adriaan Radewalt komt met zijn moeder, Hendrika Radewalt uit Dinteloord, hij heeft de achternaam van zijn moeder. Zij trouwt met Willem Jacob van Waardenburg uit Klundert die in 1931 op Oosterland overlijdt, 68 jaar oud; Hendrika overlijdt in 1933 in den Haag, 76 jaar oud.
In 1908 trouwt Adriaan Radewalt op Oosterland met de in Poortvliet geboren Catharina Josina Moerland (1879-1945) Ze krijgen 6 kinderen. Adriaan heeft zijn werkplaats in de schuur die aan de Achterweg (nu Oude Noordstraat) staat, achter zijn huis in de Kerkstraat. 1932 Kerkstraat A-79. Op 26 mei 1932 leent Adriaan f.2700,- van de bouwkundige Willem Brouwer Joh.zn en geeft daarvoor een 2e hypotheek af op zijn huis met werkplaats en erf in de Kerkstraat sectie M-1628, groot 248 m2. De crisisjaren zijn te erg voor Adriaan, in 1940 gaat hij, zoals vele anderen, failliet. Het huis en de schuur gaan naar de zoon Willem Jacob (Wim) Radewalt (1912-) die een doorstart maakt met de timmermanszaak; zijn vader blijft meewerken. In 1943 trouwt Wim met Elisabeth Meeuwig (1905-1995) en ze komen bij zijn vader en moeder wonen. Ze krijgen 2 dochters. Wim is een “duivemelker”, hij bouwt een groot duivenhok aan de werkplaats en wint vele prijzen met zijn postduiven.
1944
Kerkstraat A-111. 56
Adriaan Radewalt is dan misschien wel geen eigenaar meer van het huis, maar hij is wel hoofd van de huishouding, dus is hij het die van de Kerkstraat A-111 evacueert met zijn vrouw Catharina en de bij hen inwonende zoon Wim met diens vrouw Elisabeth, naar de Tolhuisstraat 30 in Rotterdam. Catharina overlijdt op 7 aug.1945, al snel na haar terugkomst op Nieuwerkerk. 1945 Kerkstraat A-111. Als iedereen na de evacuatie weer terugkomt op Nieuwerkerk is er veel werk. Wim vraagt aan zijn broer, Izaak Radewalt (1911-1990) om te komen helpen, en op 1 sep. 1945 zetten zij de zaak voort onder de naam “Gebr. W. J. en I. Radewalt”. Wim woont dan hier in dit huis. Izaak Radewalt trouwt met Johanna Christina van den Berge (1909-1994). Izaak gaat met zijn vrouw en twee zoons in de Brouwersstraat A-323 wonen. 1953 Kerkstraat A-111. Willem Radewalt evacueert met zijn familie naar de Boulevaard 17 in Zeist. Izaak gaat na de ramp in de Lijsterbesstraat nr. 27 wonen. Ca.1955 Hoge Kerkstraat 17. De gemeente wil een strook grond hebben om de (Oude) Noordstraat te verbreden, een goede reden om de oude werkplaats te slopen, ook al omdat er behoorlijk wat schade is door de watersnood. Ter compensatie komt er een stuk grond aan de overkant van de Oude Noordstraat, waarop een nieuwe werkplaats wordt gebouwd. Daarmee komt een einde aan de werkplaats die bij Kerkstraat 17. Wim knapt het huis op; en hij en zijn vrouw wonen er, tot zij vertrekken naar “Het Opper” in Bruinisse; het huis wordt dan verkocht. Wim dacht dat het huis minstens 300 jaar oud was, en hij vermoedde dat de lagere achterkant, waarvan de muren erg zwart waren, waarschijnlijk als stal gebruikt was. In 1976 wordt er een garage gebouwd. In 1989 wordt de woning verbouwd.
57
Hoge Kerkstraat 19. En het huis dat tot 1953 aan de Achterweg of Noordstraat stond.
We wijken van de volgorde af, we beschrijven eerst pand “n”, tot de samenvoeging met “m” in 1850, daarna “m” en na 1850 de samengevoegde panden. Daarna wordt nog de bebouwing beschreven op dit perceel, maar dan aan de Achterweg oftewel de Noordstraat. Het perceel “n” ligt in zijn geheel op Botlands grondgebied tot ca.1819, dan wordt het geannexeerd door Nieuwerkerk.
1677 Volgens een lijst van op het dorp Nieuwerkerk gelegen erven van “Cleijn Ambacht” (Botland), is dit huis van Barent of Beerent de Winter. 1758 “n”. n: Het geheel op Botland gelegen huis en schuur van Rogier, Legier of Rijer Pieters de Waal. De Waal trouwt met Kornelia Jans Hogenboom; van 1747 tot 1769 laten ze elf kinderen dopen. 1773 Op 3 april 1773 overlijdt Cornelia Hoogenboom, de vrouw van Rogier de Waal. Er wordt er een inventaris opgemaakt voor de weeskamer omdat er 7 kinderen zijn tussen de 5 en 27 jaar. Ten eerste is er dit huis met erf en schuur in de Kerkstraat met een waarde van 40 pond. Verder een schuur aan de Molendijk (nu nr.12) die 10 pond waard is, en een tuin aan de weg naar de Brouwerij (Ooststraat) ter grootte van 49½ Roe, getaxeerd op 12 pond. Behalve de bedden, stoelen, het kookgereedschap, de bijbel, en vele andere kleinigheden, zijn de 2 melkbeesten, die in de schuur er achter zullen staan, met een waarde van 20 pond de grootste bezitting. Verder is er een vet varken in de kleine schuur en kippen. De winkel en het gereedschap zijn 6 pond waard, er staat niet bij wat voor winkel het is, maar er is sprake van melkgereedschap en een karnton, dus misschien verkopen ze melk, boter, kaas en eieren. Er moet nog £ 4.3.8 ontvangen worden van diverse personen. De totale baten zijn 126 pond, na aftrek van de schulden blijft er maar ruim 8 pond over. (4641-62 en 4666-13)
58
1774 Op 30 april 1774 is ook Rogier de Waal overleden Wethouder Leonard Zwemer is sequester in de boedel die door de kinderen Pieternella en Jan de Waal wordt afgewezen, waarschijnlijk omdat er meer schulden dan baten zijn. (4641-63) Hij verkoopt dit huis met schuur en erf op Botland voor £ 28.-.- aan Leendert Adriaanse de Jonge (1753-), de man van Pieternella. De belendenden zijn: ten oosten Adriaan Braam en ten westen Cornelis Koijman.(4642-3) Op 1 juli 1774 leent de Jonge de benodigde £ 28.-.- van Willemina Berman, de weduwe van Frans Weksteen, tegen 5 % rente. (4641-68) Op 19 jan. 1791 verklaart de executeur in de boedel van de weduwe Willemina WeksteenBerman dat hij het geld van de lening heeft ontvangen. (4645-11) De schuur die ten oosten aan de Molendijk ligt, wordt niet verkocht. Het hof (de tuin) in de 4e mate van Oud-Nieuwland wordt door L. Zwemer gekocht voor £ 14.5.0. (4663-51) Als Zwemer in 1785 aftreedt als secretaris, belooft hij, de boedel van de Waal af te handelen, want dat dan is nog steeds niet gebeurd! (4641-78) In 1775 wordt Leendert de Jonge door de kerk tijdelijk benoemd als voorzanger; hij wil dat wel doen, als hij ook als schoolmeester wordt aangesteld; al na een paar maanden wordt er uit 14 kandidaten een nieuwe voorzanger-onderwijzer aangesteld en is Leendert zijn baantje kwijt. 1781 Op 9 nov. 1781 levert Leendert de Jonge dit huis met schuur en erf, voor 40 pond vlaams aan Jan van Dongen. Het huis wordt belend door Jilles J. van der Wiele aan de oostkant en door Zacharias Kloote ten westen. (4641-73) en ( 4642-12) 1782 Al op 4 juni 1782 levert Jan van Dongen het pand voor 30 pond vlaams, weer terug aan Leendert Adriaanse de Jonge. Van Dongen heeft het pand er naast gekocht. Leendert Adriaanse de Jonge deed in 1780 belijdenis. (4641-74) (4642-11) Hij trouwt met Pieternella Jac. van der Have; ze laten 6 kinderen dopen van 1784 tot 1795. Het huis wordt belend door: oost Leendert J. van der Wiele en west Jan van Dongen. 1790 Op 7 feb.1791 leent Leendert Adriaanse de Jonge £ 33.6.8 tegen 4 % van schepen Corn. Uijl op dit huis, belend ten oosten door Pieter E. de Jonge; west Jan van Dongen. Op 17 mei 1793 wordt de schuld geroijeerd. (4646-8; 4641-85) 1793 Op 17 mei 1793 levert Leendert de Jonge dit huis met schuur en erf op Botland, voor 80 pond vlaams aan Josua Stoutjesdijk. (4643-4) (4641-88, 4646-3) Stoutjesdijk leent het geld van Pieter van den Busse uit Bruinisse tegen 5%.
59
1805 Kerkstraat A-54. Op 19 feb.1805 levert de onder Noordgouwe wonende Josua Stoutjesdijk het huis met schuur en erf voor 95 pond vlaams aan de timmermansknecht Adriaan van Klinken (1781-1832). De belendingen zijn: oost Cornelis Uijl; west Jan van Dongen en noord de Achterweg. Adriaan leent 80 pond van Pieter van den Busse uit Bruinisse. (4641-111) Adriaan van Klinken uit Zierikzee is getrouwd met Marie van der Vliet (ca.1774-1827) 1818 Kerkstraat A-54. De timmermansknecht Adriaan van Klinken woont hier met zijn vrouw. Adriaan woont op Nieuwerkerk sinds 1799, Marie sinds 1802; ze hebben 2 kinderen, de 12 jarige Leunis Daniël en de 9 jarige Leendert. Inwonend is de 24 jarige arbeider Adriaan van Achthoven met zijn 25 jarige vrouw Adriaantje Braam en hun baby Mattheus, die in 1820 vertrekken. In hun plaats komt de 24 jarige arbeider Klaas van der Maas uit Sirjansland met zijn 21 jarige vrouw Dirkje van Achthoven die in 1821 vertrekken. De volgende betalende gasten zijn de 23 jarige arbeider Pieter Johannis Overbeeke met zijn uit Poortvliet komende vrouw Maria Jacoba van der Slikke en hun 2 jonge zoons. 1832 Kerkstraat A-54. Na het overlijden van hun ouders erven hun twee zoons, de arbeiders Leunis Daniël (1806-1891) en Leendert van Klinken (1809-1855) het huis en erf, sectie M-395, groot 280 m2. De sectie loopt van de Kerkstraat tot de Noordstraat (toen nog Achterweg genoemd) Johannes Hollander woont hier. In het voortreffelijke boek van de familie van Klinken lezen we dat Leunis trouwt met Marina Bom en dat ze in de Weststraat (zie nr.8) gaan wonen. Leendert is als soldaat van het Nederlandse leger betrokken bij de bezetting van de citadel van Antwerpen als die in 1832 wordt ingenomen door de Fransen. Leendert gaat als krijgsgevangene naar Frankrijk, wordt vrijgekocht en komt met een paar medailles weer terug. Hij woont tot zijn overlijden bij zijn broer en blijft ongetrouwd. 1846 Kerkstraat A-54. Op 1 april 1846 verkopen Leunis en Leendert van Klinken het woonhuis met erf op sectie M-395, groot 280 m2 voor f.300,- aan Willem van As, slager te Oosterland; Die splitst de sectie M-395 in een noord- en een zuid gedeelte: !e: een huis en erf op M-493 groot 248 m2 aan de Kerkstraat. 2e: en M-494 groot 16 m2 en M-495 groot 16 m2, aan de Achterweg waar 2 huisjes op worden gebouwd.
60
De rest van het verhaal over die twee huisjes staat onderaan dit verhaal over de hoge Kerkstraat 19; we gaan hier eerst verder met het huis aan de Kerkstraat.
1848 Kerkstraat A-54. Hier, en mogelijk in de twee huisjes aan de Achterweg, wonen: De arbeider Engel Overbeke (1796-1854) met Krina Overbeke (1806-), De weduwe Neeltje van Agthoven (1797-), De sinds 1845 in de gemeente wonende arbeider Jan Turelure met zijn vrouw Johanna Serier en hun twee kinderen, De arbeider Jan Smits (1815-) met zijn vrouw Krina Tuijnman (1819-) en drie kinderen. De arbeider Thomas Schoenmaker (1819-) met zijn vrouw Jannetje de Zwarte (1817-) en hun kinderen. 1850 Kerkstraat A-54. Na 1850 volgt weer splitsing, nu van sectie M-493 groot 248 m2, het wordt: 1e.: M-520, een erf van 36 m2 aan de Achterweg dat van As zelf houdt, (zie hierna). 2e.: M-521, een erf van 212 m2, dat verkocht wordt aan de buurman Marinus Hendrikse, de hierop staande woning is mogelijk gesloopt en wordt vervangen. (k-70/6) Van As krijgt ook nog een stukje erf van 17 m2, sectie M-492 aan de Achterweg, dat van de publieke weg komt, in erfpacht; na 1897 gaat het weer terug naar de gemeente. In de periode 1850-1860 woont Engel Overbeeke (1796-1854) op A-54 met zijn zuster Krina Overbeeke (1806-). Na hem komt de wagenmaker Jan Quist (1815-) met Pieternella Maria Quist (1813-) en 4 kinderen Quist. Jan koopt het huis hiernaast ca. 1858, zie Hoge Kerkstraat 23. Het eigendom en de latere verkoop door Marinus Hendrikse van de samengevoegde panden wordt hierna beschreven. =============================
61
Vervolg Kerkstraat 19 We kijken nu naar het westelijke gedeelte, dus “m”, waar ca. 1850 “n” aan wordt toegevoegd. 1756 Ca.1756 is dit een huis en schuur van “De Armen”. Op 28 dec.1756 verkoopt de “mede broeder in wette” oftewel schepen Frans Weksteen, ditmaal in de functie van “Armmeester”, een huis met erf aan de noordkant van de Kerkstraat voor £ 50.-.- aan Cornelis Pieterse Kooijman (ca-1730-1779) De belendingen zijn: oost, op “n” dus, Rogier de Waal, en west, op “L” dus, Cornelis Pijpeling. (4656-256) Cornelis Pieterse Kooijman is in 1755 getrouwd met Maria Jacobse Elenbaas (1733-1811) 1779 Op 11 oct.1779 overlijdt Cornelis en er wordt door zijn vrouw, Maria een inventaris opgemaakt. Er blijft ruim 37 pond over om te verdelen. Ten eerste is er dit huis met schuur en erf in de Kerkstraat met een waarde van 30 pond dat de volgende belendingen heeft: oost Leendert de Jonge; west Jan van de Berg. Van de 7 kinderen leeft er nog één, de minderjarige zoon, Jacobus, oud 20 jaar. (4666-4) 1780 Maria hertrouwt met Zacharias Kloote (1739-1779), de weduwnaar van Janna Plokhaar. (Maria trouwt in 1784 voor de derde keer, met Pieter Eduardse de Jonge.) Maria gaat met Kloote mee, en op 1 aug.1780 wordt door haar en haar minderjarige zoon Jacobus het huis en erf voor £ 30.-.- verkocht aan Adriaan Jacobse Kooijman. De belendingen zijn: oost Leendert Adriaanse de Jonge; west Jan van den Berge; zuid de Straat; noord de Achterom. (4657-153) Adriaan erkent op die dag dat hij een schuld heeft van £ 16.3.4 op het huis. (4660-55 1782 Al op 2 mei 1782 wordt het huis met schuur en erf door Adriaan Jacobse Kooijman voor £ 34.-.- verkocht aan gareelmaker Jan Paulusse van Dongen (1757-1814). De belendingen zijn: oost de koper, en west Jan Willemse van den Berge. (4657-146) Jan van Dongen is in 1781 getrouwd met Jacoba Jacobse Stoutjesdijk (1754-1818) Op 17 mei 1784 leent Jan van Dongen 40 pond van Claas de Jonge op zijn huis met schuur. De lening wordt 18 aug.1789 afgelost. (4660-4). Jan van Dongen had in 1781 eerst het hiernaast gelegen pand “n” gekocht van Leendert de Jonge, maar dat verkoopt hij op 4 juni 1782 weer terug aan de Jonge.
62
1789 Op 18 aug.1789 leent Jan van Dongen 100 pond van Johannes Hockner uit Bruinisse op zijn huis met schuur en erf en op zijn tuin. De belendingen van het huis zijn: oost Leendert de Jonge; west J. W. v. d. Berge. Van de tuin: oost Cornelis Lemson; west Maria Doeleman. (4661-33) 1790 De 38 jarige gareelmaker Jan van Dongen wordt verhoord over zijn aandeel in de plunderingen te Zierikzee op 24 sep.1787. Tenlastelegging: Plunderde te Zierikzee bij: schipper van der Lucht, na daar eerst goed gegeten te hebben; bij van Schelven, en bij Brouwer, en in de Pastorie. Jan zegt wel in Zierikzee geweest te zijn op 24 sep.1787, samen met Marinus Bil. Hij ontkent verder alle tenlasteleggingen. 1815 Verkoop van de tuin aan de overkant van de weg: Op 1 april 1815 verkoopt de gareelmaker Paulus Janse van Dongen, namens zijn moeder, Jacoba Jacobse Stoutjesdijk, de weduwe van Jan van Dongen, voor 100 gulden een tuin van 35 Roeden aan de landbouwer Cornelis Hallingse. Oost ligt de schuur van Willem Tuijnman, west de pastorie, zuid de Achterweg en noord de weduwe van Cornelis de Jonge. (not.P.C.de Winter) 1818 Kerkstraat A-53. Jacoba Jacobse Stoutjesdijk (ca.1754-1818), de weduwe van Jan van Dongen woont hier met haar zoon Paulus van Dongen en diens vrouw Cornelia de Bruijne met hun 4 kinderen, twee gareelmakers knechten; en de 34 jarige arbeider Jozias Bal met zijn vrouw en kind. 1819 Kerkstraat A-53. Op 11 maart 1819 wordt op verzoek van de enige zoon, gareelmaker Paulus Janse van Dongen (ca.1784-1827), die getrouwd is met Cornelia Jacobse de Bruijn (ca.1786-), een staat en inventaris opgemaakt na het overlijden op 15 dec.1818 van zijn moeder, Jacoba. De weduwe Jacoba woonde hier, en uit de opgave blijkt, dat er debiteuren zijn voor winkelwaar en schoenmakerswerk. Tot de boedel behoren dit huis met schuur en erf nummer A-53, en het huis met schuur en erf ten westen hiervan, nr. A-52. Tegenover de baten van f.143,25 plus twee huizen staat een schuld van f.3362,58. Dat betekent dat Paulus de huizen zo snel mogelijk zal moeten verkopen.
63
1820 Kerkstraat A-53. Op 16 aug.1820 verkoopt gareelmaker Paulus van Dongen dit huis, schuur en erf, voor f.600,aan Jozias Bal (1786-1851). (A.W.v.Halen) Paulus verhuist met vrouw en kinderen naar A-52. Jozias Bal is in 1817 getrouwd met Hendrina Andree (ca.1792-), ze gaan hier wonen. Ze krijgen 6 kinderen maar er worden er maar 2 volwassen In 1821 woont (ook of nog) Marinus van Driel hier met zijn vrouw Martina Taane en hun 2 kinderen. In 1826 woont Jozias Bal hier met zijn vrouw, 2 kinderen en diverse inwonende arbeiders. In 1828 vertrekken ze naar A-28. 1828 Kerkstraat A-53. Op 23 april 1828 verkoopt Jozias Bal dit huis met een half afgebrande schuur op sectie M-396 groot 189 m2voor 250 gulden aan melkboer Nehemia Hendrikse (ca.1771-1832) (Boom) Het is bestemd voor zijn pas getrouwde zoon Marinus Hendrikse die hier komt wonen. 1830 Kerkstraat A-53. De arbeider, landman en winkelier Marinus Hendrikse.(1805-1862) trouwt in 1827 met Willemina Lokker (1805-1831) en in 1832, met Jozina Timmerman.(1811-1856). Ca.1839 Kerkstraat A-53. Marinis Hendrikse verkoopt een huis (zie Ring 57). 1848 Kerkstraat A-53. Marinus Hendrikse woont hier met zijn vrouw en vier kinderen; ze zijn Chr. Afgescheiden. Ze hebben regelmatig kostgangers of mensen die bij hen inwonen. 1850 Kerkstraat A-53. Volgens de akte van 26 maart 1856 heeft Marinus Hendrikse op 4 feb.1850 het huis en erf (vroeger “n”op de tekening) nu sectie M-521 groot 212 m2 (was M-395) er bij gekocht. Eén van de voorwaarden is dat Willem van As of zijn opvolger toegang houdt tot het erbij liggende perceel, achter door het poortje. (CvdLdC)
64
1856 Kerkstraat A-53 (plus A-54) Als Jozina in 1856 overlijdt, is Hendrik winkelier, en er zijn dan 5 kinderen geboren tussen 1835 en 1850. De familie is Chr. Afgescheiden, en ze hebben regelmatig inwonende kostgangers, waaronder de in 1831 te Haamstede geboren schilder Jacobus Steenland. Op 26 maart 1856 wordt door winkelier Marinus Hendrikse publiekelijk een huis met erven op sectie M-396 en M-521, samen groot 359 m2, ten verkoop aangeboden, en een door hem gebouwde schuur aan de Achterweg op sectie M-514 op 28 m2 erfpachtgrond van de gemeente. De secties met het huis, schuur en erf worden voor f.600,- verkocht aan de op Nieuwerkerk wonende schilder Jacobus Everinuszoon Steenland (1831-1921), die in 1858 trouwt met Maatje Barbera Boogaart (1831-1921). (vdLdC) 1861 Kerkstraat A-63, na vernummering. De “verwer” Jacobus Steenland ( 1831-1921) woont hier met zijn vrouw Maatje Boogaart. Er worden 4 kinderen geboren tussen 1860 en 1866. 1871 Kerkstraat A-63. Op 4 feb.1871 verkoopt Jacobus Steenland voor f.100,- een stukje grond met een schuurtje er op, het is het oostelijk en noordelijk gedeelte van sectie M-521, groot 48 m2, en het grenst met zijn noordkant aan het huis van de koper, Jan de Zwarte (zie Kerkstraat 21). In 1877 vindt er bijbouw plaats; M-396 en M-699 worden samengevoegd tot sectie M-782, een huis met erf en werkplaats, op 336 m2. (naar k-988/1) 1877 Kerkstraat A-63. Jacobus vertrekt naar Wemeldinge. Op 3 sep.1877 verkoopt hij dit huis met erf en werkplaats, sectie M-782 groot 336 m2 en een schuur op sectie M-514 groot 28 m2, waarop erfpachtrecht is, aan de schilder Hermanus Cornelis Steenland (1840-1913) Hermanus leent f.1000,- van Jacob, en geeft daarvoor ook nog een huis in Noordwelle als onderpand. (Moolenburgh) Hermanus is in 1874 getrouwd met Maria van der Meet (1844-1914) 1907 Kerkstraat A-63. Op 30 dec.1907 verkoopt Hermanus Cornelis Steenland het volgende met een onderling koopcontract, aan Nicolaas Leeuwe, L. J. zn. (1885-), schilder uit Z.zee. voor f.3000,-: 1e een woonhuis, schilders werkplaats en erf in de Kerkstraat, sectie M-1207, groot 320 m2, en 2e een opstal van een schuur met het erfpachtrecht van de grond, sectie M-1206, groot 23 m2. De complete inventaris hoort bij de koop, inclusief, ladders, haken, bussen, droge- en natte lakken, glas, verfmolens enz. Op 19 feb.1908 trouwt Nicolaas met de 20 jarige modiste Jacoba Padmos (ca.1888-); zij zullen in 1929 scheiden. 1908
Kerkstraat 63. 65
Op 9 maart 1908 leent schilder Nicolaas Leeuwe, nu wonende te Nwk., f.2300,- op zijn huis, werkplaats en erf sectie M-1207 groot 320 m2 en de schuur op M-1206, groot 23 m2. In 1911 leent Leeuwe er nog f.200,- bij van de gebr.de Vos uit Zierikzee. 1915 Kerkstraat 80. Op 1 dec.1915 verkoopt Leeuwe het woonhuis met daarin een schilders zaak, en erf, sectie M1206 en 1207, groot 343 m2 voor f.3218,- aan Jan Reinhoud uit Bruinisse voor zijn zoon, de schilder Stoffel Cornelis Reinhoud (1887-). (Korteweg) Stoffel trouwt op 28 jan.1916 met Margaretha Huberdina van de Sande (1888-1946) Op 3 feb.1916 leent Stoffel f.3200,- van mej. J. de Groen uit Bruinisse op het huis enz. Jan Cornelisz. Reinhoud geeft als extra zekerheid zijn woning op Bruinisse als tweede onderpand. 1944 Kerkstraat A-112. Stoffel Cornelis Reinhoud woont hier met vrouw en dochter Johanna, zij evacueren naar de Maasdwarsstraat 111 in Dordrecht. 1953 Kerkstraat A-112. Mejuffrouw Johanna Elisabeth (Jo) Reinhoud (ca.1917-1993) woont hier, zij evacueert naar de Frans Hals straat 47 in Amersfoort. Jo blijft ongetrouwd, ze is vooral bekend als kosteres van de N.H. kerk. Ca.1986 Hoge Kerkstraat 19. Het pand wordt gekocht door Abraham Adolf (Bram) Roks (1950-), die in 1970 getrouwd is met Maartje Dalebout (1951-), het wordt sectie 154. De woning en de garage worden verbouwd. In 1993 komt er een tuinhuisje. In 2006 wordt er een garage gebouwd. Bram en Maatje wonen hier nog steeds in 2013.
Het is nog duidelijk te zien waar de woning, en waar de werkplaats was.
Eigen foto 2014.
66
De hiervoor beschreven huisjes, later het huis aan de Achterweg.
Foto in 1953 van het (witte) huis en de schuur aan de Achterweg, die dan Noordstraat heet. Het gebouw met de gebroken kapconstructie is de timmermanswerkplaats van Radewalt, die bij Kerkstraat 17 hoort. Het hek is daar tijdelijk neergezet. Het zal duidelijk zijn waarom de gemeente de weg wil verbreden!
1846 Achterweg. A-72 Op 1 april 1846 koopt de slager-rietdekker Willem van As, een huis met erf op sectie M-395 aan de Kerkstraat zoals hiervoor beschreven, en op 4 juni krijgt hij ook nog een stukje grond in erfpacht van de gemeente. Het worden de secties M-494, M-495 en M-529, samen 68 m2. Ca. 1847 worden er door van As uit Oosterland 2 huisjes gebouwd aan de Achterweg van 16 m2, dus ca. 4 bij 4 meter elk! In 1848 wordt A-72 bewoond door de weduwe Jozina Slotemaker (1805-1892) met haar 7 kinderen die tussen 1828 en 1844 geboren zijn. Jozina is de weduwe van Pieter Overbeeke. 1861 Achterweg A-88 a en b na vernummering. Per 1 dec. 1861 woont Jannetje Gerse (1812-1885), de weduwe van Cornelis Hoogerland, hier met haar drie zoons, Abraham, Stoffel en Jacob Hoogerland. In mei wordt de zoon Abraham Hoogerland (1835-) hoofd van het huishouden op A-88b, hij is getrouwd met Jannetje de Guijt (1832-); an 1864-1869 worden er vier kinderen geboren. 1865 Achterweg A-88 a en b. Op 15 feb.1865 verkoopt monsieur Willem van As, vroeger slager en rietdekker, maar nu particulier zonder bedrijf, vier huizen, een tuin en een stukje land op Oosterland, en twee woonhuisjes met erf op Nieuwerkerk , voor f.1750,- aan Marinus Otte Corneliszoon uit Oosterland, die droger is op de meestoof. (Bouvin) De huisjes op Nieuwerkerk liggen op de vroegere sectie M-395, thans: a/: een huis op 16 m2, sectie M-494; b/: een huis op 16 m2, sectie M-495; c/: een erf groot 36 m2, sectie M-520.
67
1865 Achterweg A-88. In 1870 woont Jannetje Gerse (1812-1885), de weduwe van Cornelis Hoogerland, hier met haar twee zoons, Stoffel en Jacob. Mei 1879 wordt Stoffel Hoogerland (1850-) de hoofdbewoner; hij is getrouwd met Janna Henderina Bal (1856-). Ze krijgen drie kinderen van 1880-1884. Na 1884 wordt Jannetje Gerse weer hoofd. 1880 Achterweg A-88. Op 11 maart 1880 verkoopt de landbouwer Marinus Otte uit Oosterland voor f.200,-, die geleend worden van molenaar Willem Dijkman, twee huisjes met erf en het recht op 17 m2 erfpacht, op de secties M-494 (huis 16 m2), M-495 (huis 16 m2), M-520 (erf 36 m2) en M492, met een stukje erf van 17 m2 dat van de publieke weg komt en in erfpacht is, samen 85 m2, aan Cornelis Admiraal, koopman te Nieuwerkerk. (Moolenburgh) 1888 In 1888 woont Willem Aalbrechtse ( 1834-) hier met zijn vrouw Willemina Neele (1835-) Mei 1892 komt Johannis Lensom (1866-) hier met zijn vrouw Kornelia Stouten (1860-). Mei 1896 is het Cornelis Overbeek die hier komt te wonen met zijn vrouw Lena Willemse Boogert (1855-) en vijf kinderen. Alle mannen zijn veldarbeider. 1897 Achterweg A-88. In 1897 is er een hermeting, de twee huisjes van M-494, M-495, en het erf M-520 worden samengevoegd tot één huis; het wordt sectie M-1204, groot 70 m2. (k-1031/1/2/3/4) Ca.1899 Achterweg A-88. Op 20 dec. 1898 verkoopt koopman Cornelis Admiraal het huis met erf aan de Achterweg , sectie M-1204, groot 70 m2 voor f.325,- aan Pieter Heijboer Joh.zn.(1869-1917) Pieter leent f.500,- van schipper Leendert de Koning uit Bruinisse. (JCvdLdC) Heijboer herbouwt het huis. (k-1346/1) Heijboer is in 1892 getrouwd met Jannetje van Klinken (1870-1950) In 1908 koopt Pieter Heijboer een schuur met erf en tuin aan de Molenweg op de sectie M1172 met erfpachtrecht op M-1173 en een gedeelte van M-1169, voor f.1015,- van timmerman Anthonie Lette. 1918 Achterweg A-120. Op 8 jan.1918 wordt een staat en inventaris opgemaakt omdat Pieter Heijboer op 10 oct.1917 is overleden. De weduwe is aanwezig met haar 12 nog levende kinderen. In de stallen staan een paard, twee koeien, twee geiten, drie varkens en ca. 25 kippen. De waarde hiervan met de inspan en de winkelgoederen is f.5402,75. De mest in de mestput heeft een waarde van f.40,-. Het huis met schuren en erf op sectie M-1204 en M-1577, samen groot 535 m2 is f.4000,waard, en er is erfpachtrecht op 185 m2 achter de schuur, groot 185 m2 dat f.100,- waard is. Er is iets minder dan vier HA. eigen land, maar er wordt ook land gepacht. Het land is ruim f.7000,- waard, 68
Er is f.2800,- aan contanten, maar dat is begrijpelijk. Er is een hele lijst van te betalen rekeningen, die net aan het einde van het jaar ontvangen zijn en nu nog betaald moeten worden, de grootste is een rekening van Kohshulte uit Zierikzee voor kleding: f.514,93½. De hypotheek is maar f.500,-. De begrafeniskosten zijn f.57,75. Het totaal der baten is f.24061,82 en de schulden bedragen f.5560,18. Bij de verdeling gaan de bezittingen naar de weduwe, ze krijgt dus een schuld aan elk van de twaalf kinderen die gelijk is aan hun erfdeel: f.700,52. (Korteweg)
Jannetje links met de Zondagse muts en rechts in de daagse dracht.
1944 Noordstraat A-120. De weduwe Jannetje Heijboer-van Klinken evacueert naar de G. van Wouwstraat 40 in Kampen. 1950 Noordstraat A-120. Het huis en erf op sectie M-1204, groot 70 m2 gaat naar de zoon Cornelis Heijboer P.zn (1907-) 1953 Noordstraat A-120. Cornelis Heijboer evacueert naar W-78 in Cadzand. Na de ramp wordt het huis gesloopt en wordt de grond aan de gemeente verkocht. (k-2754)
69
Hoge Kerkstraat 21
Op het tekeningetje lijkt het alsof de sectie “n”, en de twee secties “o”, drie verschillende panden zijn geweest maar in 1758, als het tekeningetje gemaakt wordt, hebben de twee secties “o” één eigenaar, de kuiper Jan Warrijn , die het linkse gedeelte waarschijnlijk als winkel of pakhuis gebruikt.. Dat duurt tot 1779, dan wordt de hier besproken sectie, de westelijke “o”, apart verkocht, en dat wordt later de Hoge Kerkstraat 21. De oostelijke “o”, op het tekeningetje dus rechts, wordt bij Hoge Kerkstraat 23 beschreven. 1748 Thona Tonis is overleden op 10 aug.1748. Haar man, de kuiper Jan Warijn, maakt een besloten staat en inventaris van hun bezittingen: Een huis met erf in de Kerkstraat, £ 25.-.-; Een schuur aan de noordzijde van de Achterweg, £ 7.-.-; Een boomgaard aan de “Brouwersche Wegt” (Ooststraat), groot 95 roeden, £ 30.-.-; Een weiland bij de “Verbrande Hoeve”, 2 gemeten ,23 roeden, £15.-.-; 101 voet vaatwerk, £ 50.10.-; Er moet nog £ 24.10.- ontvangen worden voor kuiperswerk. Helaas is de akte niet volledig. (4674A-45 laatste) Volgens een akte die er bij hoort, zijn de baten £ 233.7.8 en de schulden slechts £ 14.-.- (4674a-46) Thona was eerder getrouwd met Thomas Janse Hartog, waarmee ze kinderen liet dopen van 1721-1728. Thomas op zijn beurt was, voordat hij met Thona trouwde, getrouwd met Cornelia Rochus, zij kregen kinderen van 1714-1718.
70
1769 Op 11 juni 1769 komt notaris Huibrecht Smith aan het ziekbed van kuiper Jan Warijn want die wil zijn testament opmaken. Als erfgenamen benoemt hij zijn stiefdochter Marina Hartog, een kind uit een eerder huwelijk van zijn overleden vrouw Thona Tonis, of, bij haar overlijden, haar zusters Maria en Thomassina Hartog. Jan overlijdt 19 juni 1771, hier in zijn huis. Er wordt op 13 sep.1771 een staat en inventaris opgemaakt van zijn bezittingen en schulden. Het huis wordt getaxeerd op 28 pond vlaams. Verder is er een pakhuis dat op 2 pond wordt getaxeerd, en een blok land van ruim15 gemeten, verpacht aan Leendert den Bakker, dat heel wat meer waard is: £ 129.9.5. “Ten sterfhuijse” worden ook nog 3 zakjes met elk £ 100.-.- en een zakje met £ 24.-.gevonden. Met het goud en zilver, het kerkeboek, de huisinventaris en alle kleding zijn de baten £ 563.-.- terwijl er maar een paar pond aan schulden is. Dat betekent dat het maken van kuipen of tonnen voor de meekrapteelt een goede zaak is geweest voor Jan, of hij heeft veel geërfd, dat is natuurlijk ook mogelijk! (4666-17) Op 4 feb. 1772 wordt er nog een overzicht gemaakt voor het betalen van de belasting; het bezit komt dan op £ 600.12.8 (4671-14 en 4671-17) 1773 Op 8 juni 1773 verklaren Maria en Tomarina Hartogs tegenover de baljuw en schepenen dat ze voor 50 ponden Vlaams een huis met pakhuis en erf “met de gevolge” hebben verkocht, en na het om zijn der geboden (afroepen in de kerk) wordt het nu geleverd aan, en ten behoeve van, Adriaan Braam. Het huis, aan de noordkant van de Kerkstraat, wordt belend door de weduwe de Lange aan de oostkant en door Rogier de Waal aan de westkant.(4657-282) Op 15 juni leent Braam £ 33.6.8. op het pand, van zijn schoonzoon, de schoolmeester Cornelis Blom uit St. Maartensdijk.(4659-144 en 4660-124) Adriaan Braam komt in 1767 van Oosterland als hij hier wordt ingeschreven als lidmaat, hij gaat dan naar wat nu Hoge Kerkstraat 9 is. Adriaan is getrouwd met? Er is in ieder geval een dochter Lientje Braam die met Cornelis Blom trouwt. 1779 De twee secties “o” worden nu apart verkocht. Het huis op het rechtse gedeelte gaat naar Leendert van der Have (zie Hoge Kerkstraat 23) Op 23 nov.1779 levert meester Cornelis Blom, namens zijn schoonvader Adriaan Braam dit schuurtje op de linkse sectie “o” voor 1 schelling aan Gillis Janse van der Wiele. De belendingen zijn: Leendert van der Have ten oosten en Leendert Pieterse de Jonge ten westen. (4657-182)
71
1782 Het schuurtje wordt nu kennelijk gebruikt als huis van de Armenzorg of de Weeskamer. Op 2 juli 1782 levert Pieter Smits als Armmeester het door hem verkochte huis met erf aan de noordkant van de Kerkstraat voor 1 schelling en 3 grootten vlaams aan Leonardus Zwemer als thesaurier (penningmeester) der plaatsen en dorpen in de Vierbannen, ingevolge een resolutie van baljuw en schepenen van 1 juni 1782. De belendingen zijn: oost Dingeman Hallingse; west Leendert Pieterse de Jonge ; zuid de Straat en noord de Achterweg. (4657-142) In 1788 wordt het “Plaatsenhuis” genoemd; het heeft, gezien de verkoopprijs in 1789 een behoorlijke opknapbeurt of vernieuwing ondergaan. 1789 Op 3 nov. 1789 wordt door baljuw Philipse, als thesaurier van de Vierbannen, het huis met erf verkocht aan de eerzame Pieter Eduwardse de Jonge voor 30 pond vlaams. Het huis heeft de volgende belendingen: oost Isaac Cornelis Hage; west Leendert Adriaanse de Jonge. (4657-59) De Jonge komt van een huis aan de andere kant van de straat, het tegenwoordige nr.30. Het huis wordt nu nog bewoond door Geert Ton. (4663-30) Kerkstraat A-55. Als het hiernaast gelegen huis op A-54 verkocht wordt, blijkt daaruit dat Cornelis Uijl intussen eigenaar van dit huis is geworden; hij verhuurt het. In 1818 bijvoorbeeld aan: A-55a aan Geertuijd Smits, de verlaten vrouw van J. Bibbe. A-55b aan C. Braam. In 1820 komt kleermaker Reinier Douw met zijn vrouw Maria van IJsseldijk op A-55. In 1826 woont Johanna de Bruijne op A-55a, op A-55b is het een komen en gaan van diverse bewoners, al of niet met hun gezin. Dat gaat zo door tot 1841. 1805
1830 Kerkstraat A-55. Het kadaster geeft aan dat Boudina de Mooij, de weduwe van timmerman Cornelis Uijl, de eigenaresse is van M-394 een huis en erf in de Kerkstraat op 52 m2. Zij bezit trouwens nog veel meer!
72
1841 Kerkstraat A-55. Op 25 mei 1841 verkopen de erfgenamen van de weduwe Boudina Uijl-de Mooij onder andere (zie Hoge Kerkstraat 10) dit huisje met erf op sectie M-394 , groot 52 m2 en een schuur M-278 groot 25 m2 voor resp. f.250,- en f.25,- aan de arbeider Marinus Stoutjesdijk Corneliszoon (1808-1855) Hij is een zoon van Cornelis Stoutjesdijk uit "de Roode Meebaal". Marinus trouwde in 1832 met Neeltje Tighon (1808-1854), er worden 8 kinderen geboren. Het huis is nog tot 1 mei verhuurd; het voorste deel aan Lena Bal voor f.20,80, en het achterste gedeelte aan Cornelis Verloo voor f.28,60 per jaar. Marinus leent f.360,- bij Susanne de Mooij met het huis als onderpand. (CvdLdC) Marinus en zijn vrouw gaan hier wonen 1861 Kerkstraat A-64, na vernummering. De zoon van Marinus, de arbeider Cornelis Stoutjesdijk (1837-1924) trouwt in 1858 met Johanna Blonker (1836-1928) en zij gaan hier wonen. Een gedeelte van het huis wordt verhuurd aan anderen: In 1862 komt Cornelia Jonker (1811-) op A-64d wonen met 2 zonen met de naam Nikerk, en met haar moeder, Maria Struijk (1780-). In 1866 komt Kornelis Heijboer (1846-) met zijn vrouw Maatje van de Stolpe op A-64d wonen. 1868 Kerkstraat A-64. De erfgenamen van de arbeider Marinus Stoutjesdijk en zijn vrouw Neeltje Tigchem verkopen op 5 maart 1868 voor f.525,- het huis en erf op sectie M-394 ter grootte van 52 m2 aan de arbeider Jan de Zwarte (1823-1876) van Nwk. Jan is in 1854 getrouwd met de arbeidster Johanna Gravelijn (1825-1882) uit Zierikzee. Op 27 maart 1868 leent de Zwarte f.500,- van landbouwer Johannes van den Bout uit Nwk. (Bouvin) De schuur op de hoek Achterweg-Rolleklootschendijk wordt voor f.120,- verkocht aan Johannes Brouwer Pieterzoon. 1872 Er komt een stuk grond bij van A-63, van Jac. Steenland, het wordt nu sectie M-700, groot 117 m2. 1874 Kerkstraat A-64 en A-64a. Jan de Zwarte is nog steeds eigenaar van het pand, hij woont hier op A-64a met zijn vrouw, en sinds 1873 met de commensaal Jakobus Kwaak (1835-) Het nummer A-64 wordt bewoond door Marinus Moelker. Het pand wordt na het overlijden van Jan de Zwarte in 1876 eigendom van zijn weduwe, Johanna Gravelijn. 73
Ca.1882 Kerkstraat A-64. Na het overlijden van Johanna overlijden wordt de arbeider Jacobus Kwaak (1835-1919) de nieuwe eigenaar van het huis met erf op sectie M-700, groot 117 m2. Johannis is ongetrouwd en zal dat ook blijven; hij woont hier al sinds 1873. Na 1888 zien we de volgende gezinnen die hier langer of korter wonen: Pieter Flikweert (1856-) met Johanna Lambertana Bouterse (1859-); Pieter Bom met Johanna Lensom; Pieter Heijboer met Jannetje van Klinken; Hendrik de Reus met Neeltje Wandel; Marinus Heijboer met Pieternella van Tiggelen; Maarten Krabbe met Levina van der Linde; en Marinus Rentier met Jannetje Sijrier. Bijna allen hebben één of meerdere kinderen. 1897 Kerkstraat A-64. In 1897 laat Kwaak de sectie hermeten; het wordt nu een huis met schuur en erf op de sectie M-1203, groot 132 m2. Ca. 1910 Kerkstraat A-81, na vernummering. Jacobus Kwaak woont hier nog steeds, maar ook de veldarbeider Maarten Rentier is hier komen wonen met zijn vrouw, zij komen bij het kadaster op te staan als mede-eigenaars.
Ca.1920 Kerkstraat A-81 Na het overlijden van Kwaak in 1919 gaat het huis naar timmerman Maarten Rentier (18751945) die getrouwd is met Adriana Sijrier (1875-1949). Zijn vader Cornelis (1836-1924) komt in 1920 inwonen. 1944 Kerkstraat A-113 na vernummering. M. Rentier woont hier op nummer A-113; hij evacueert naar de Kramatstraat 18 in Amsterdam. Ca. 1947 Kerkstraat A-113. Het huis wordt het huis door de weduwe Rentier verkocht aan Willem de Bleijker (19121984) die in 1939 getrouwd is met Pieternella Johanna Bodbijl; ze wonen eerst in de grutterij, en na de oorlog even in de Poststraat. Ze beginnen hier een groentewinkel; ca.1951 gaan ze naar de Ring (zie Noordring 6) Ca. 1951 Kerkstraat A-113 De Bleijker verkoopt het huis aan Jan Flikweert, die getrouwd is met Janna Rentier. In 1953 evacueert de familie Flikweert, naar Schenkelstraat 12 in Rhoon, daar worden ze ingekwartierd bij Nico Flikweert. Het sectienummer verandert in N-220, en later in 415, een huis met schuur op 194 m2.
74
Ca. 1960 Hoge Kerkstraat 21, na vernummering. Het huis wordt verkocht aan de los-werkman Pieter Peute, die het al snel doorverkoopt aan Johannis Dijkman M.zn. Dijkman bezit verscheidene pandjes die hij verhuurt of doorverkoopt. 1961 Hoge Kerkstraat 21. De eigenaar, J. Dijkman, vraagt subsidie aan om de “tunne” te vervangen door een spoeltoilet. Het huis wordt verkocht aan de dierenarts Anja van Ditmarsch (1941-), die buiten gemeenschap van goederen getrouwd is met de dierenarts Marinus Cornelis van den Ende. Ze gebruiken het pand als weekend huis, slopen vrijwel alles binnen, maar komen niet echt aan opbouw toe. ca. 1981 Hoge Kerkstraat 21. Hans Lievense koopt het pand voor f.20.000,- . Hij knapt het huis op en maakt het weer bewoonbaar, hij woont hier tot 1993, dan koopt hij een huis aan de Molenstraat. Ca.2000 Hoge Kerkstraat 21. E. P. Vreeswijk.
75
Kerkstraat 23 Staat op het oostelijke gedeelte van “o”, na 1779. Tot 1779 zijn de beide percelen “o” één geheel, dan worden ze gesplitst.
1695 Volgens een verkoop van “s” (Stekelstraat 3) zou dit pand op het hele “o” van Louisje Jacobs kunnen zijn. 1748 Dit pand, het oostelijke “o”, is samen met het andere pand “o” dat ten westen (links) ligt, van Jan Warijn, zie daarvoor de beschrijving van Hoge Kerkstraat 21. 1773 Op 8 juni 1773 koopt Adriaan Braam het huis met schuur en pakhuis dat op de beide secties “o” ligt. De weduwe de Lange woont ten oosten en Rogier de Waal ten westen. 1779 In dit jaar is er een splitsing van de twee secties “o”. Op 5 nov. 1779 is er een veiling waarbij Adriaan Braam, zijn huis met erf aan de noordkant van de Kerkstraat waar Braam in woont (het hier verder beschreven rechtse pand “o”), voor 55 pond Vlaams verkoopt aan Leendert Janse van der Have (1766-), die direct het gebruik huis krijgt, maar het zogenaamde werkhuis is nog verhuurd tot mei 1780. (4663-40) Een paar dagen eerder is het links er naast liggende pand al als “schuurtje” voor één schelling verkocht aan Gillis van der Wiele. (zie Hoge Kerkstraat 21) Leendert v. d. Have leent 55 pond van de landbouwer Dingeman Hallingse op zijn nieuwe bezit. (4660-61) De belendingen zijn: oost de weduwe van Cornelis de Lange; west Gillis van der Wiele.
76
We gaan verder met het oostelijke perceel “o”. Voor de westelijke perceel “o” zie Hoge Kerkstraat 21.
1780 Al op 4 dec. 1780 verkoopt en levert Leendert van der Have dit huis en erf voor 55 pond vlaams aan Dingeman Hallingse. Dat is hetzelfde bedrag als wat van der Have van Hallingse geleend heeft, waarschijnlijk heeft hij na een jaar de rente niet kunnen betalen. (4657-154) 1788 Op 28 april 1788 verkoopt en levert Dingeman Hallingse het huis met erf voor “een som van penningen” aan Isaac Cornelis Hage (1753-1831). Het huis ten oosten is van meester C. Blom; het Plaatsehuis (betekent hier waarschijnlijk dat het eigendom is van de gemeente) ligt ten westen. In de marge staat dat er over £ 16.13.4 onkosten en belasting berekend wordt, het verkoopbedrag lijkt slim verlaagd te zijn om zo weinig mogelijk belasting en onkosten te betalen. De prijs van het huis in 1780 was 50 pond, en in 1816 is het ruim 52 pond. (4657-71) Isaac is getrouwd met Maatje Claasse van Stel (1748-1827). Ze laten een kind dopen in 1787 en 1792. 1790 Ondervraging in 1790 te Nieuwerkerk door de Commissarissen van de Commissie tot onderzoek, naar de plundering en gewelddadigheden op 24 sep. 1787 te Zierikzee, van: Izak Hage, arbeider, 43 jaar, wonende te Nieuwerkerk. Tenlastelegging: Plunderde te Z.zee. Liep kort na de plundering in het land rond met kousen, doeken en andere goederen. --Hij zegt wel in Zierikzee geweest te zijn op 24 sep.1787, maar ontkent dat hij geplunderd heeft. Hij zegt alleen met doeken gelopen te hebben, die hij te koop aanbood, maar dat waren geen geplunderde goederen. Op de vraag bij welke koopman hij de doeken gekocht heeft, wordt geen antwoord genoteerd.
1816 Kerkstraat 56. Op 15 jan.1816 verkoopt de dagloner Isaac Cornelis Hage die hier woont met zijn vrouw en een kleinzoon, het huis met schuurtje voor f.315,- aan zijn schoonzoon, de arbeider Willem Lemsom (1780-1831), die f.150,- leent van landbouwer D. de Ouden uit Oosterland. (Blauw) Willem is in 1812 getrouwd met Willemina Izaks Hage (1792-) en ze komen hier wonen, met hun kinderen. Ze bezitten ook een tuin van 450 m2, sectie M-280 aan de zuidkant van de Poststraat.
77
1826 Kerkstraat 56 Willem Lemson woont hier met zijn vrouw Willemina Hage en diverse andere arbeiders en arbeidsters op A-56a. Ook de vorige eigenaars, Izaak Hage en zijn vrouw, wonen ook nog hier, maar die overlijden nu allebei binnen een jaar. Op A-56b wonen ook steeds een man met zijn vrouw, soms met een kind. Op 1 apr.1831 leent Lemson f.200,- op het huis. (Boom) 1832 Kerkstraat 56 In de kadastrale atlas staat Keetje Dalebout, de weduwe van Willem Lemsom uit Zierikzee als eigenaresse van dit huis met erf op sectie M-393, groot 310 m2. Dat is fout, op de kaart staat dat zij heet: de weduwe Willemina Hage. 1836 Kerkstraat 56 De weduwe Willemina Lemson-Hage woont hier met vijf kinderen. Verder is er een constante stroom van al of niet getrouwde arbeiders enz. Mogelijk heeft Wilhelmina, zoals vele weduwen, ook een klein winkeltje. In 1844 vertrekt Willemina met een paar van haar kinderen naar Oosterland, waar ze trouwt met Jan Lems. De schoenmaker Jacob Verton komt hier in 1845 wonen met zijn vrouw, Maatje de Glopper en hun zoon Pieter. In 1850 woont de arbeider Cornelis Verloo hier met zijn vrouw Pieternella van Es en hun 5 kinderen. 1858 Kerkstraat 56 Op 22 feb.1858 wordt het pand door Willemina en haar kinderen voor f.480,- verkocht aan de grutter-wagenmaker Jan Quist (1815?-) uit St.Maartensdijk die er een schuur bij bouwt, reden om het sectienummer te veranderen in M-568. De notaris schrijft: een woonhuis met erf en schuurtje op sectie M-393, groot 310 m2; eerst nr. 56, nu nr.65 en 66. (Bouvin) Jan Quist woont niet hier, hij verhuurt het pand. Het woonhuis wordt in tweeën bewoond en krijgt met de nieuwe vernummering twee nummers; waarschijnlijk is het nu al een voorste- en een achterste gedeelte zoals in 1874 beschreven wordt. 1861-1870 Kerkstraat A-65, na vernummering. Volgens het bevolkingsregister wonen op A-65 in deze periode: In 1861 is de Chr. Afgescheiden naaister Kaatje Siereveld (1839-) hoofdbewoonster. In 1862 de veldarbeider Johannis Overbeeke (1839-) met zijn vrouw Sara Suiker met een paar kinderen. In 1862 komt de veldarbeider Jacob van ’t Noordende op A-65 met zijn vrouw Adriaantje Cornelisse Goudzwaard, ze krijgen 4 kinderen van 1862-1869. In 1865 komt de timmermansknecht Jacobus Zoeter (1837-) met zijn vrouw Janna Koopman; zij vertrekken in 1868. 78
In 1867 Cornelis Suiker (1801-) met zijn vrouw Christina Cornoelje (1804-). Op A-66 wonen: In 1862 komt Cornelis van Farowe met zijn vrouw Krina Sijrier en een kind. In 1866 komt Abraham Heijboer met zijn vrouw Joppa Adriana Kooman. In 1868 komt Dirk Stoel met zijn vrouw Rachelina Goudzwaard. 1862 Kerkstraat A-65, A-65a en A-65b. Op 6 nov.1862 verkoopt wagenmaker Jan Quist, wonende op Kerkwerve, het woonhuis met erf en de daarop staande schuur, op de nummers A-65 en A-66, kadastraal bekend als sectie M-568, voor f.900,- aan de arbeider Jan Goudswaard (1812-1876) (Bouvin). Jan is in 1835 als boerenknecht getrouwd met Johanna Tuijnman (ca.1810-1873) en in 1874 hertrouwt hij met de arbeidster Cornelia Janna Nelisse (oftewel Adriana Cornelia) van der Werf, (ca.1827-), de weduwe van Domus Haze. Op 23 dec.1862 leent Jan Goudswaard f.1000,- van Johannes Bal, hij geeft daarvoor een hypotheek op zijn huis met schuurtje en erf op A- 65 en A-66, sectie M-568, groot 310 m2. Als onderpand dient ook een huis dat in aanbouw is op de Rolleklootsendijk (A-132), maar daarvan kan het kadaster geen nummer geven omdat het huis daar nog niet is aangemeld! In de Kerkstaat wordt het nu een huis met erf en een timmermanswinkel in de schuur. (k-672) Mogelijk woont Jan eerst hier, maar op 18 maart 1863 koopt hij het erfpachtrecht van de secties M-595 en 596 aan de Rolleklootsen Dijk en bouwt daar een nieuw huis met varkenshok, en daar woont hij als er na het overlijden van zijn vrouw Johanna Tuijnman in 1874 onroerend goed verkocht wordt om de 3 kinderen uit te betalen. 1870 Kerkstraat A-65 en A-66. Uit het bevolkingsregister 1870-1887 c.q. 1910: De arbeider Jan van den Berge (1874-) woont op A-65 met zijn vrouw Adriaantje van Loo en twee kinderen. In jan. 1874 gaan ze naar Ouwerkerk. De arbeider Jacob van ’t Noordende (1839-1876 ) met zijn vrouw Adriaantje Cornelia Goudzwaard (1842-), van de acht kinderen overlijden er 5 erg jong. Mei 1872 komt de arbeider Stoffel van Kooten (1843-), die in 1871 met Maatje Bouman getrouwd is, op A-65, ze krijgen 6 kinderen. De arbeider Pieter Goudzwaard (1835) woont op A-65 met zijn vrouw Cathelina van Meurs en 2 kinderen van apr. 1873 tot apr. 1876. In 1870 woont de veldarbeider Johannis van den Bos (1819-) met zijn vier kinderen op A-66. 1874 Kerkstraat A-65 en A-66. De eigenaar van het pand op sectie M-568 is Jan Goudzwaard, maar hij woont niet hier. Op A-65 woont Adriaan Goudzwaard. A-65a, het achterste gedeelte, wordt gehuurd door Abraham Heijboer voor f.30,- per jaar. Heijboer A-65b, de voorste twee vertrekken aan de straat, met de gang, en een erf naar de Achterweg, met de regenbak, worden gehuurd voor f.30,- per jaar door Jacob van ‘t Noordende. De schuur A-66 op de sectie M-561, groot 70 m2, is verhuurd als timmerwinkel aan Anthonie Hubrecht Lette. 79
Op 7 maart 1874 is er een vrijwillige verkoping door Jan Goudzwaard en zijn drie kinderen van dit perceel op nr.A-65/66,. Dit perceel bestaat uit: 1e: een gedeelte van een woonhuis met erf zijnde de twee vertrekken uitkomende aan de Dorpsstraat met een gang ten oosten aan het woonhuis en een gedeelte erf tot aan de Achterweg samen sectie M-568, groot 137 m2, dat verplicht is om uitbaning te geven naar de Achterweg aan het volgende perceel. De regenbak hoort bij dit perceel. Het ene vertrek is tot mei 1875 voor f.30,- per jaar verhuurd aan de arbeider Jacob van ’t Noordende, het andere vertrek waar Adriaan Goudzwaard woonde, komt meteen beschikbaar. Jacob biedt f.400,-. 2e: Het achterste gedeelte van het woonhuis A-65a met erf, groot 103 m2, dat tot mei 1878 verhuurd is aan de arbeider Abraham Heijboer (1842-), die hier woont met zijn vrouw Joppa Adriana Kooman (1842-); ze krijgen 8 kinderen van 1871-1887. Jacob van ’t Noordende biedt hier f.300,- op. 3e: De schuur op M-568, groot 70 m2, die als timmermanswinkel verhuurd is voor f.20,- per jaar aan Anthonie Hubrecht Lette, die er f.400,- op biedt. Deze 3 dingen op sectie M-568, groot 310 m2 worden tezamen verkocht voor f.1101,- aan broodbakker Maarten van der Vlugt (ca.1844-1911). (Moolenburgh) Maarten woont aan de overkant van de straat en heeft daar een bakkerij. (Kerkstraat 28/30) 4e: Het huis en varkenshok met recht van erfpacht op de Rolleklootsendijk, sectie M-595 en M-596, wordt voor f.600,- door Jan Goudswaard teruggekocht. Ook het schuurtje met erf, zijnde een vlasserij op de Rolleklootsendijk M-257 groot 24 m2; wordt voor f.176,- door Jan Goudswaard teruggekocht uit de boedel. Eén der getuigen is rijksveldwachter Jaap Goud. (Moolenburgh) De nieuwe eigenaar, Maarten van der Vlugt, trouwde in 1870 met Janna Tuijnman (ca.18411874). In 1875 hertrouwt Maarten met Johanna Margaretha van Rhee (ca.1851-) en zij gaan hier wonen. 1881 Kerkstraat A-65 en A-66. In 1881 vindt er een herbouw plaats van A-65 en A-66; het wordt sectie M-568, een huis met erf op 310 m2. 1888 Kerkstraat A-65 en A-66. Maarten van der Vlugt woont hier met zijn vrouw Johanna van Rhee en hun zoon. Tevens woont op dit adres zijn stiefmoeder de weduwe Pieternella Slootmaker (1815-1900) met haar zwager Abraham Heijboer (1813-1893). 1897 Kerkstraat A-65 en A-66. In 1897 is er een hermeting en er wordt er iets nieuw gesticht, en er gaat 25 m2 af. Het wordt een huis met schuren en erf op sectie M-1202, groot 285 m2. De weduwe Johanna van der Vlugt- van Rhee blijft na 1911 eigenaresse en bewoonster. met de zoon, predikant Anthonie Pieter van der Vlugt (1876-). De bakkerij aan de overkant van de straat wordt verkocht. 80
1916 Kerkstraat A-82 Op 16 nov.1916 wordt dit huis op sectie M-1202, groot 285 m2, door de erfgenamen van Maarten van der Vlugt voor f.2200,- verkocht aan de bietencontroleur Adriaan Jacobus van de Stolpe (1874-1930) die getrouwd is met Lena Thona Dijkman (1886-1939 ). (Bermasz) Ze wonen hier. Haar vader woont bij hen in. 1923 Het huis, met een stuk land op sectie D-238, dient als zekerheid als Adriaan f.5000,- leent. (Biermasz) Ca.1936 Kerkstraat A-114. De kruidenier Marinus Nicolaas de Bil (1908-1965) koopt het pand. Marinus trouwt in 1936 met Pieternella Willemina Flikweert ( ca.1915-) Ca.1949 wordt er iets gesloopt en bijgebouwd, het wordt sectie M-2327, groot 292 m2, een huis met pakhuis en erf. 1944 Kerkstraat A-114. Kruidenier Mar. de Bil evacueert naar de Nekkerstraat 173 in Purmerend. 1945 Kerkstraat A-114. In 1952 vraagt M. N. de Bil om een etalageraam te mogen plaatsen in de voorgevel. 1947 Kerkstraat A-114. In 1947 wordt er een nieuwe bergplaats gebouwd. In 1952 vraagt M. N. de Bil om een dakkapel te mogen maken op zijn huis op sectie M-1202. 1953 Kerkstraat A-114. De kruidenier Mar. de Bil evacueert naar de Langestraat 114 in Amersfoort. Ca.1959 Hoge Kerkstraat 23. Er gaat een stuk grond naar de gemeente voor verbreding van de Noordstraat, het wordt sectie N-221, een huis met pakhuis op 240 m2. Sectie N-221 verandert in N-156. De Végé-kruidenier de Bil heeft ook de sectie N-222 er naast gekocht. De voorgeschiedenis van dat nu gesloopte huis wordt hierna beschreven als Kerkstraat 115. Ca.1961 bouwt de Bil daar een garage op; het wordt sectie N-157 groot 183 m2.
81
1965 De weduwe Pieternella Willemina de Bil-Flikweert, zet de kruidenierszaak voort met behulp van de zoon Abraham de Bil, die de het pand ca.1967 overneemt. Bram heeft meer ruimte nodig en verhuist naar de Ring. 1971 Hoge Kerkstraat 23. De woning wordt verkocht aan Th. Kerkhof en A. N. Brakenburg, ieder voor de helft. Ze vragen hetzelfde jaar een bouwvergunning aan voor een verbouwing. Na het overlijden van Brakenburg wordt het huis na ca.1973 verkocht aan de familie P. Groenewegen-Tuithof die het huis “De Groene Tuithof” noemen. In 1998 komt er een dakkapel. In 2005 wordt er een garage bij geplaatst. Eigen foto 2014.
2014 Tegenwoordig is het pand van de familie Schoenaker die het als de “ bed and breakfast, ‘t Blauwe Pepermuntje” exploiteert.
82
In 1953 Kerkstraat 115. Hier stond tot de ramp een huis, nu behoort het bij Kerkstraat 23. ]
1734-1749 Schoenmaker Cornelis de Lange woont hier. Hij is getrouwd met Pieternella Braam, ze laten kinderen dopen van 1733-1743, waaronder Jan, Kornelia en Marinus. Cornelis deed in 1731 belijdenis op Nieuwerkerk; in 1732, 1740 en 1744 werd hij gekozen als diaken. Cornelis overlijdt vóór 1752. 1758 “p” is van Pieternella Braam de weduwe van Cornelis de Lange. 1768 Pieternella Braam, de weduwe van Cornelis de Lange, bekent op 22 maart 1768 dat zij 60 pond vlaams schuldig is aan haar zoon Jan Cornelisse de Lange met een hypotheek op dit, haar huis, schuur en erf in de Kerkstraat. Ten oosten van het huis is Claes van (H)Alphen belendende, en ten westen Jan Warrin. (4659-116 en 4660-162) 1781 Pieternella Braam is overleden. In november worden de voorwaarden bekend gemaakt waaronder men wil proberen het huisje te verkopen, waar Pieternella tot nu toe gewoond heeft; waarschijnlijk is er een betalingsachterstand van belasting. De belendingen zijn: oost Jacob Gerse; west D. Hallingse. Het huis wordt niet verkocht. (4663-37) 1783 Op 9 dec. 1783 wordt er een verantwoording opgemaakt van de insolvente boedel die overbleef na het overlijden van Pieternella. Meester Cornelis Blom (voor 3/4e gedeelte) en Jacob Cock, of de Kok, (voor 1/4e) hebben het huis met erf gekocht op 1 juni 1782 voor £ 16.13.4. oftewel 100 gulden. (4657-119) Er blijkt een schuld van 98 pond hypotheek en maar liefst ruim 102 pond achterstallige rente, verschuldigd aan de erven van Adriaan Braam en aan Jan de Lange, op het huis te rusten. Er is zelfs nog een rekening van 104 pond voor geleverd leer in 1738! De grafdelver, de dokter en schout en schepenen en de secretaris krijgen natuurlijk preferent hun geld uitbetaald, maar vele anderen komen er fors aan te kort. (4667-13)
83
1792 Op 9 okt. 1792 hebben schoolmeester Cornelis Blom uit Maartensdijk en Dina Klink, de weduwe van Jacob de Kok uit Ouwerkerk een huis met schuur en erf aan de noordkant van de Kerkstraat voor 400 gulden verkocht aan Klaas van Ham, wonende op Nwk. Ten oosten van het huis zit Jacob Gerse, ten westen Isaac Cornelisse Hage. Het is verhuurd tot mei 1793. (4657-24) 3. Klaas leent de 400 gulden van P. de Zutter uit Z.zee. (4661-15) (4657-24) In 1796 en 1804 zit de weduwe van Corn.Stoutjesdijk ten oosten van van Ham. (4641-93) (4641-110 verk.) Klaas van Ham (ca.1733- ) is in 1763 getrouwd met Adriana Krepels uit Bruinisse. 1804 Op een lijst van schattingen van de tienden en collateraal (als er alleen maar zijdelingse erfgenamen zijn) staat: Geen boedels gevallen dan van Klaas van Ham en nog drie anderen. Dit is dus waarschijnlijk het jaar waarin het huis gekocht is door Willem Johannis Tuinman. Willem woont in het huis wat nu Kerkstraat 20 is. Willem trouwt pas in 1805 met Maria Evertse Steenland, hij is dan ca.42 jaar oud. 1809 Kerkstraat A- 57 of 58? e Den 4 oct.1809 verkoopt Willem Tuinman het huis met schuurtje en erf gelegen aan de noordzijde van de Kerkstraat zijnde nr.58 (de huizen zijn sinds kort genummerd, waarschijnlijk is 58 niet juist) voor f.700,- plus f.23,20 zegelkosten aan Willem Joziasse de Bruijne. Belend ten oosten door Jacob Gerse, ten westen door Isaac Hage. (4658-15) 1810 Kerkstraat A-57 e Op den 25 april 1810 verkoopt Willem Joziasse de Bruijne wonende te Nieuwerkerk het huis met erf aan de noordzijde van de Kerkstraat, nu nr.57, voor f.789,- aan Pieter van Damme wonende te Nieuwerkerk.(4658-23) De Bruijne koopt op dezelfde dag het huis dat nu Kerkstraat 15 is. 1812 Kerkstraat A-57. Op 30 juli 1812 verkoopt dagloner Pieter van Damme het huis met een schuurtje en erf voor 949,78 francs oftewel f.450,- aan de dagloner Cornelis Maartense van Farrowe. Er wordt nu meteen f.50,- betaald, de rest is een hypotheek op het huis, waar ook de burgemeester Pieter Smith nog borg voor staat. (A.W.v.Halen) 1817 Kerkstraat A-57. Op 2 sep.1817 is er een openbare verkoping in de herberg van Christiaan Diekman waarbij Corn. M. v. Farowe het huis, schuur en erf aan de noordzijde van de Kerkstraat, nr.57, voor f.325,- verkoopt aan kleermaker Jacob Stoutjesdijk Czn. (ca.1771-ca.1831) (A.W.v.Halen) Jacob is in 1798 op Ouwerkerk getrouwd met Anna Bakker (ca.1766-) en ze hebben één zoon, Cornelis (va.1811-)
84
Ze hebben regelmatig huurders: De soldaat Cornelis Mellart tot 1818, de kleermakersknecht Cornelis Rentier van 1819 tot 1821 en de kleermakersknecht Adriaan Lookman van 1819 tot 1829., en de kleermakersknecht Leendert Ringelberg van 1821 tot 1823. 1830 Kerkstraat A-57. Kleermaker Jacob Stoutjesdijk leent f.200,-. (Boom) Jacob Stoutjesdijk is eigenaar van dit huis en erf, het heeft het pas uitgegeven sectienummer M-392 gekregen en het is 70 m2 groot; hij woont hier met vrouw en kind. Jacob overlijdt een poosje later, en dan wordt zijn zoon Cornelis Stoutjesdijk (1809-1857) de nieuwe eigenaar. Cornelis trouwt in 1832 met Pieternella Slootmaker (1815-1900). Waarschijnlijk wonen zij hier een paar jaar, tot hij in 1835 “De Roode Meebaal” pacht. 1836 Kerkstraat A-57. De arbeider Abraham Mellaart (1778-) woont hier met zijn vrouw Martina Kroone en hun drie kinderen; ze hebben regelmatig kostgangers. Ook Marinus Mellaart (1815-) woont hier met zijn vrouw Maria op ’t Sand (1805-) en hun twee kinderen; en ook zij hebben kostgangers. In 1838 woont ook Johannis Tuijnman hier. 1840 Kerkstraat A-57. Op 31 maart 1840 verschijnt kleermaker-herbergier Cornelis Stoutjesdijk (1809-1856) voor de burgemeester, met een klacht over Martina, de vrouw van de hier wonende Abraham Mellaart, die op 21 maart tegen Pieternella Slootmaker, de vrouw van Cornelis, heeft gezegd: “Je man Cornelis z’n hoere (Johanna Mellaart, de dochter van Martina nota bene!) is aan het bevallen, en Cornelis is een grote hoerenfleuk en een hoerenjager”! Johanna heeft in haar barensnood tegen Pieternella gezegd dat zij, Johanna de hoer was van Cornelis. Ze vertelt ook nog, dat Cornelis haar f.13, - heeft beloofd als zij zwanger zou worden door hem, mits zij dat geheim houdt. Maar Cornelis is, nadat zij heeft verteld wie de vader is, naar buiten is gekomen met een broodmes, en hij heeft haar daar mee bedreigd. Op de dag dat de vrouw van Abraham Mellaart de verwijten maakt tegen de vrouw van Cornelis Stoutjesdijk, krijgt Johanna Mellaart dus, op 21 maart 1840, een levenloos kind van wie de vader onbekend is. En dit is niet de eerste keer dat Johanna dit overkomt, er zijn nog drie eerdere kinderen van haar met een onbekende vader: Leendert Jacobus, geb. 13 feb.1825, overl. 3 nov.1826; de tweeling Willem en Johannis, geb.23 nov.1826 die beiden na een paar dagen overlijden, en nu dus Cornelia, levenloos geboren 21 mrt.1840. Johanna is een dochter van Abraham Milhart (Mellaart) en Martina Marinusse Kroone (getrouwd op Nieuwerkerk, 20 mei 1803). Johanna is ca.1808 geboren en overlijdt op 5 mei 1846 in Gouda, 38 jaar oud. Kleine drama’s dus in dat Nieuwerkerk van 1840!
85
1843 Kerkstraat A-57. In 1843 leent Cornelis Stoutjesdijk f.300,- van Chr.de Wit uit Z.zee met als onderpand een stukje land, M-44, en dit huis met erf, sectie M-392 groot 70 m2, (Ermerins) 1844 Kerkstraat A-57. Op 1 juli 1844 zal herbergier Cornelis Stoutjesdijk proberen om ten overstaan van notaris v.Halen met een openbare veiling het huis met erf en schuurtje op sectie M-392, groot 70 m2, te verkopen. Het pand wordt gekocht door de arbeider Abraham Stoutjesdijk voor f.360,-.(v.Halen) Abraham gaat hier wonen met zijn familie; hij is ook eigenaar van 2 tuinen op sectie M-503 en M-504, elk 310 m2. Op 20 nov.1846 leent Abraham f.300,- (1e hyp.) van Izak en Adriana v. d. Stolpe. (v.Halen) Abraham is in 1834 getrouwd met Johanna van den Berge. In 1849 emigreren zij met hun 5 nog levende kinderen naar Amerika; als reden wordt opgegeven: Overdreven godsdienstijver; ze zijn Christelijk Afgescheiden. 1849 Kerkstraat A-57. Op 27 april 1849 verkoopt Abraham Stoutjesdijk het woonhuis met schuur en erf op sectie M-392, groot 70 m2 voor f.300,- aan de winkelier Willem de Vos uit Scherpenisse.(vdLdC) 1850 Kerkstraat A-57. Op 30 jan. 1851 verkoopt de Vos het huis voor f.200,- aan de arbeider Cornelis Struik uit Sir Jansland. (k-457/1) 1851 Kerkstraat A-57. Op 22 dec.1851 verkoopt Struik het huis met schuur en erf op sectie M-392, groot 70 m2 voor f.325,-aan Maatje Frederica op ’t Zand of Obsand (1804-1864), nu de vrouw van Leendert van de Zande. Maatje trouwde in 1833 met de weduwnaar Maarten Krepel (1781-1837) van “Rase Keure”. Krepel overleed in1837, Maatje heeft dan drie kinderen van Krepel en hertrouwt in 1838 met Leendert van de Zande waarmee ze naar “Dijkema ’s Hofstede” gaat. In 1851 wordt die hofstede afgebroken; Leendert woont later in Antwerpen en Woensdrecht, maar Maatje komt terug naar Nieuwerkerk; ze leven in 1859 gescheiden van tafel en bed.(A.F.) 1861 Kerkstraat A-67. In 1861 woont Maatje in dit huis met haar zoon Marinus. Na het overlijden van Maatje in 1864 wordt haar zoon Marinus Krepel (1836-1873), die op de “Blinkende Panhoeve“ boert, de eigenaar. Marinus trouwt in 1862 met Levina Broeksmit (1840-1918). Cornelia Hollander (1802-1882), de weduwe van Vrederijk Broeksmit (1803-1862) wordt dan hoofdbewoonster, ze woont hier met een nicht. Vredenrijk boerde op “Pythagoras”. 1874
Kerkstraat A-67. 86
Na het overlijden van Marinis komt het huis op naam te staan van, Maatje Frederica Krepel, en de verdere erfgenamen. Zij is de vrouw van burgemeester Bouman en een kleindochter van Maatje Frederica op ’t Zand, en is eigenaresse met haar twee broers samen. Het huis wordt tot 1882 bewoond door Cornelia den Hollander. 1888 De rijksveldwachter, brigadier Frans Schultz (1834-) woont hier met zijn vrouw Maria Pieternella van der Weel (1841-) en hun vier kinderen. Ze vertrekken in 1894 naar Zierikzee, de kinderen zijn dan al het huis uit. 1894 Dingeman Heijboer (1862-1904), die machinist is op de boterfabriek, komt hier in mei 1894 wonen met zijn vrouw, de winkelierster Jacoba Remeeus (1864-); er wordt in 1895 een zoon geboren. Ze gaan in 1897 naar Molendijk A-95 (zie Molenstraat 8). Op 1 mei 1895 komt schoenmaker Jan Wervers hier wonen met zijn vrouw Tannetje Rentier (1872-); Ze hebben dan een 5 weken oude baby, en in 1898 wordt er een zoontje geboren. Ze vertrekken in 1899 naar Rotterdam. 1896 Kerkstraat A-67. Er is een hermeting van de sectie die nog steeds op naam staat van Maatje en de verdere erfgenamen. Het wordt sectie M-1201, groot 135 m2. (k-942/1) Maatje overlijdt in 1898. 1899 Kerkstraat A-67. Op 17 feb.1899 verkopen de erven van Marinus Krepel het huis. Volgens de notaris is het huisnummer nog steeds Kerkstraat 57, maar dat was 40 jaar geleden zo! (Bouvin). De pee(bieten)-agent Jan Pieter van Driel ( 1871-) is de koper voor f.500,-. (vdLdC) Hij komt hier wonen, van Dijk A-82, met zijn vrouw Jacomijntje Berman (1871-1935)
1918 Kerkstraat A-83. Op 10 april 1918 laat Jan Pieter van Driel, landbouwer op Nieuwerkerk een openbare verkoping houden waarbij aangeboden wordt: 1e: Dit huis met erf in de Kerkstraat waar van Driel woont, op sectie M-1201, groot 135 m2, met een pomp en 8 meter buis. Het wordt voor f.1600,- verkocht aan de landbouwer Adrianus Kik Adr.zn. 2e: Een huis met erf en tuin en een varkenshok op Stevensluis, de secties F-5 en 14, dat verhuurd is aan A. Sneevliet, wordt voor f.880,- verkocht aan Cornelis Dalebout. 3e: Een tuin bij het postkantoor, de sectie M-1611 met 18 vruchtboompjes, dat voor f.817,verkocht wordt aan Neeltje van Putte, de weduwe van Dirk Adr.zn Labrijn.
87
Adrianus Kik (1855-1935) trouwt in 1881 met Cornelia Kik (1850-1894); hij hertrouwt in 1894 met Jozina Cornelia Verton (1872-1951). Ze hebben een boerderij in de Stoofweg; ze wonen niet in dit huis, volgens de kieslijst van 1920 wonen ze op de “Hooge Hoeve”. Waarschijnlijk wordt dit huis gebruikt om er een knecht in te laten wonen. 1922 Klaas Kik (1895-1989), de zoon van Adrianus woont hier; ze gaan in 1926 naar Noordwelle. 1926 Kerkstraat A-83. Op 4 maart 1926 wordt het huis door Adriaan Kik Adr. zoon voor f.1600,- verkocht aan molenaar Johannis Dijkman M.zn. Dijkman verkoopt het huis met erf op sectie M-1201, groot 135 m2 al op l5 april 1926 voor f.2200,- door aan de arbeider Marinus Hogerheide P.zn., die hier ook niet zelf gaat wonen. Hoogerheide leent f.1600,- tegen 5½% rente van Dijkman. (Biermasz) 1932 Kerkstraat A-83. Hogerheide blijkt niet aan zijn verplichtingen te voldoen, dus laat Dijkman het perceel op 19 april 1932 verkopen in hotel “De Meebaal”. Johannis Dijkman M.zn. koopt het huis zelf terug voor f.401,-, hij houdt het deze keer iets langer en verhuurt het. (Biermasz) 1944 Kerkstraat A-115 Catharina Smalheer, de weduwe van A.Heijboerd, woont hier, zij evacueert naar de van Boendalestraat 8 in Rotterdam. Ca. 1950 Er wordt 7 m2 verkocht; wat overblijft is sectie M-2326, groot 128 m2. (k-1829/39) 1953 Kerkstraat A-115 De weduwe A.Heijboer evacueert naar de van Speijcklaan 37 in Bussum. Ca.1956 Na de ramp wordt het huisje gesloopt en er gaat een stukje grond naar de gemeente om de Noordstraat te verbreden. Het wordt sectie N-222 groot 103 m2 1960 Dijkman verkoopt het resterende erf, later sectie N157, aan de buurman, de kruidenier de Bil van Kerkstraat 23, die er een garage of magazijn op bouwt. (k-2482/4) Daarna hoort het bij, en is van de eigenaars van Hoge Kerkstraat 23.
88
“q” en “r”.
Zo zijn bijna aan het oostelijke einde gekomen van de noordkant van de Hoge Kerkstraat. Het huisje dat op “q” stond is na de ramp gesloopt en het erf is nu als tuin bij Stekelstraat 1 getrokken en wordt daar beschreven. Het hoekhuis “r” is destijds kleiner gemaakt om een ruimere bocht mogelijk te maken. Dat wat over is van “r”, is nu Stekelstraat 1. Beiden worden besproken in het verhaal over de Stekelstraat.
Wim Kesteloo, Nieuwerkerk 2014.
89