Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005
Introductie
INTRODUCTIE VAN HET MEERJARENONTWIKKELINGSPLAN 2001 t/m 2005
Inleiding Het Meerjaren Ontwikkelingsplan (MOP) 2001 t/m 2005 formuleert het voorgenomen beleid voor deze periode. De basis voor dit MOP is de op 15 oktober 2000 uitgesproken Regeringsverklaring die daarna met algemene stemmen in De Nationale Assemblee werd goedgekeurd. De Regeringsverklaring werd geformuleerd na onder andere hearings van de President met vertegenwoordigingen van de gemeenschap.
Dit MOP kwam verder tot stand op basis van beleidsnotities van ministeries en intensieve consultaties met de publieke en de particuliere vertegenwoordigers.
Dit
document
geeft
de
beleidsrichting
aan,
maar
wil
ook
duidelijker
een
uitvoeringsdocument worden, enerzijds verbonden aan een langetermijnvisie (de nog te formuleren 2020 Vision) en anderzijds te vertalen in uit te voeren jaarplannen. Thema’s als "de
taakverdeling
tussen
de
publieke
en
de
private
sector",
"verdeling
van
ontwikkelingskansen en van verantwoordelijkheden", "monitoring en evaluatie van planning en programmering" en "financiering van de nationale ontwikkeling" vragen bijzondere aandacht.
In het MOP zijn strategische doelen verwerkt. Deze zijn: •
Goed bestuur
•
Macro-economische stabiliteit
•
Reformatie en modernisering van de overheidssector (Public Sector Reform), waaronder rationalisatie/commercialisatie/privatisering van staatsbedrijven
•
Duurzame armoedebestrijding door werkgelegenheid, productie en groei
•
Herstel en garandering van beschikbaarheid en bereikbaarheid van basisvoorzieningen
•
Reformatie van het sociaal beleid, waaronder sociale zekerheid, onderwijs en gezondheidszorg
•
Een stimulerende omgeving voor ontwikkeling van de particuliere sector
•
Rehabilitatie van de infrastructuur
•
Duurzame ontwikkeling en milieubescherming
i
Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005
Introductie
De strategische doelen zijn verwerkt in vier beleidsgebieden (die interdependent zijn): 1. Bestuur (governance) 2. Economische ontwikkeling 3. Sociale ontwikkeling 4. Infrastructuur (inclusief utiliteiten).
Ontwikkelingsrichting De ontwikkelingsrichting zal gekenmerkt worden door goed voorwaardenscheppend bestuur zijdens de Overheid met een geleidelijke herdefiniëring van de taakverdeling tussen Overheid en particuliere sector, betere integratie van economische en sociale ontwikkeling, en het terugbrengen van het perspectief van welvaart en welzijn voor allen.
Het te voeren beleid zal leiden tot herstel van basisvoorzieningen in alle beleidsgebieden (zoals bestuur, sociale zorg, gezondheid, onderwijs, productie en infrastructuur). Het zal tevens de aansluiting terug geven op positieve ontwikkelingen in de rest van de wereld door reformatieprogramma’s uit te voeren.
In de financiering van de nationale ontwikkeling kunnen 3 belangrijke financieringsbronnen geïdentificeerd worden, te weten eigen middelen uit besparingen en de begroting, donorfondsen en directe buitenlandse investeringen.
Evaluatie van gevoerd beleid en meetbaarheid van resultaten zullen de basis worden voor verdergaande verbetering van planmatige voorbereiding en uitvoering.
Bestuur Goed bestuur komt tot stand door initiatieven van binnenuit, door de ruimte te geven aan oprechte en positieve nationale krachten om een eerlijke en stabiele samenleving op te bouwen met een onafhankelijk en rechtvaardig rechtssysteem dat voor een ieder goed toegankelijk en aanspreekbaar is.
Het macro-economisch programma richt zich op duurzaam begrotingsevenwicht, lage inflatie (<10% per jaar), een stabiele wisselkoers en de wederopbouw van de deviezenreserve. De begroting zal duidelijk ingezet worden als instrument voor beleid en
ii
Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005
Introductie
ontwikkeling. Verbetering van efficiëntie en effectiviteit van de belastingadministratie, vergroting van de basis en betere inning moeten de inkomsten doen toenemen.
Het programma voor recht en wet concentreert zich op waarborging van rechten en vrijheden, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de opleiding van voldoende rechterlijke ambtenaren, administratieve en institutionele versterking van de rechterlijke macht en de instelling van het Constitutioneel Hof. Het concentreert zich verder op criminaliteitsbestrijding en nationale veiligheid.
Reorganisatie van de publieke sector (de Overheid) op basis van herformulering van de taken van de Overheid, moet leiden tot een moderne en (kosten)efficiënte overheidssector waarin de Overheid terugtreedt uit de niet strategische productie en het bestuur wordt gedecentraliseerd. Parastatale bedrijven en verzelfstandigde overheidsdiensten zullen worden gerationaliseerd/gecommercialiseerd. Er zal een privatiseringsstrategie worden ontwikkeld en hiervoor in aanmerking komende parastatalen zullen in dit programma worden opgenomen.
Een strategie voor behoud, uitbreiding en inzet van kader in overheidsdienst zal ontwikkeld worden, opdat dit kader van hoge kwaliteit en met grote uitvoeringscapaciteit, een peiler wordt van ‘de nieuwe Overheid’. De rol van dit kader is van essentieel belang om de Overheid de vooruitgeschoven positie in de verdere ontwikkeling te doen blijven vervullen.
Een van de centrale factoren voor het goed functioneren van de overheidssector is een gezonde relatie tussen prestaties en salarissen, met inzet van correctiemechanismen wanneer dat nodig is. De eerste aanzet tot hervorming van de overheidssector is, dat de relatie tussen prestaties en vergoedingen nadrukkelijk gelegd wordt.
Onafhankelijke, deskundige en gezaghebbende kerninstituten kunnen beschouwd worden als de fundamenten van een sterke, rechtvaardige Overheid en essentieel voor het voeren van goed bestuur. Versterking van instituten als de Centrale Bank van Suriname, de Rekenkamer van Suriname, de CLAD, het ABS, en de SPS alsook de instelling van de Sociaal Economische Raad (SER) staan op het programma.
iii
Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005
Introductie
Economische ontwikkeling
Algemeen Taakverdeling publieke en particuliere sector. De Overheid zal zich terugtrekken uit de productie van niet strategische goederen en diensten en deze zal toenemend door de particuliere sector verzorgd worden. Dit zal in goed overleg tussen de publieke en particuliere sector plaatsvinden. De publieke sector zal zich voornamelijk concentreren op een voorwaardenscheppende rol op de gebieden van ‘Wet, Recht en Openbare orde’, ‘Onderwijs’, ‘Infrastructuur’ en ‘Gezondheidszorg’. Via reformatieprogramma’s zal gegarandeerd worden dat het voorwaardenscheppend beleid op moderne manier wordt aangeboden. Efficiëntie en kosteneffectiviteit worden belangrijke leidende principes. Deelprogramma’s van de Public Sector Reform (PSR) zijn reeds in uitvoering. Ontwikkeling van beschikbare hulpbronnen. De nationale ontwikkeling zal zijn oorsprong vinden in de beschikbare hulpbronnen. Naast de beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen, waarvoor traditioneel erkenning bestaat, zal het accent meer komen te liggen op de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen. In de ontwikkeling van kennis, ervaring, productiviteit en ontplooiing liggen de grote mogelijkheden voor economische en tegelijkertijd sociale ontwikkeling.
Aansluiting op internationale ontwikkelingen. In de veranderende internationale omgeving zitten risico’s en probleemgebieden, maar tevens de mogelijkheden voor benutting. De globalisatie biedt voor wat betreft de productie van goederen en diensten mogelijkheden op drie terreinen: •
transformatie van de traditionele productie
•
uitbreiding van markten
•
uitbreiding van het goederen- en dienstenpakket
Transformatie van de traditionele productie. Op EU, een belangrijke traditionele markt, vallen preferenties weg en vindt competitie toenemend open plaats. Tegelijkertijd gaan markten open voor meer bewerkte producten en kan Suriname dit ten voordele benutten. Het
vraagt
om
een
proactieve
productieve
sector
die
de
kansen
van
de
marktontwikkelingen identificeert en in staat is de traditionele productie van grondstoffen om te buigen naar meer finale producten van hoge consistente kwaliteit. Gezien de
iv
Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005
Introductie
kwaliteit van de traditionele productie (uit zowel mijnbouw, landbouw als bosbouw) moet dit zonder meer haalbaar geacht worden.
Uitbreiding
van
markten.
Het
lidmaatschap
van
meer
economische
samenwerkingsverbanden opent opties tot wederzijds voordeel. Het lidmaatschap van de Caricom heeft in eerste instantie zichtbaar gemaakt hoe het voor de andere lidlanden mogelijk is geweest de Surinaamse markt te betreden. De Caricom is beslist een aantrekkelijke markt waar Surinaamse producenten (uit mijnbouw, landbouw, bosbouw, industrie en diensten) reeds actief op zijn. Dit moet verder uitgebouwd kunnen worden. Suriname participeert actief in de vorming van de FTAA.
Uitbreiding van het goederen- en dienstenpakket. De globalisatie geeft economische diversificatie nieuwe kansen. Deze zijn het duidelijkst zichtbaar op het gebied van de Informatie en Communicatie Technologie (ICT) in samenhang met de ontwikkeling van kennisindustrie en op het gebied van toerisme.
Integratie economische en sociale ontwikkeling. Economische en sociale ontwikkeling zullen meer geïntegreerd tot stand worden gebracht. Centraal hierin staan het voortdurend investeren in trainingen en opleiden en rechtvaardige toegang tot opleidingsmogelijkheden, productiemiddelen en overige ontwikkelingsmogelijkheden.
Mijnbouw Een geordende expansie van de mijnbouw wordt nagestreefd, onder meer middels regulering van de informele sector (goud), een aangepaste investeringswet, een nieuwe mijnbouwwet
en
overige
regelgeving.
De
uitbreiding
van
de
bauxiet-
en
aluinaardecapaciteit alsook onderzoek naar de verhoging van energieopwekking worden ondersteund. Voor de subsector ‘koolwaterstoffen’ (aardolie) zijn de doelen verhoging van de lokale productie, het in productie brengen van nieuwe reserves, opvoeren van exploratie, uitbreiding van de verwerkingscapaciteit (de raffinaderij) en de versterking van Suriname’s marktpositie in het Caribisch gebied. De kleinmijnbouw in de goudsubsector zal gereguleerd worden en initiatieven tot aantrekking van particuliere investeringen in goudwinning worden weder opgestart.
v
Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005
Introductie
Agrarische productie Spreiding van agrarische activiteiten, verhoging van traditionele productie en product- en marktdiversificatie vormen de speerpunten van het agrarisch beleid. Organisatie op (sub)sectorniveau vormt een pre-conditie voor beheer en bestuur van de (sub)sector.
Fundamentele wijzigingen in marktomstandigheden voor traditionele agrarische producten (rijst, bananen, garnalen en vis) noodzaken tot heroriëntatie van de productie, productiviteit en marktoriëntatie. De afbouw van preferentiële markten vormt op korte termijn grote uitdagingen, op middellange termijn opent het de mogelijkheden tot export van meer finale producten op een meer open markt. De traditionele productie en handel zullen behouden kunnen worden bij een grotere efficiëntie in voortbrengen en verhandeling, ook door bediening van niet traditionele markten (zoals het Caribisch gebied en de Caricom).
Er zullen investeringen gepleegd worden in het scheppen van voorwaarden voor continuering van traditionele en uitbreiding van niet traditionele producten. De voorwaarden betreffen organisatie, infrastructuur en ondersteuning bij de verhandeling, waaronder koelen vriesfaciliteiten te Zanderij en onafhankelijke instituten voor certificering van exportproducten (vis en vlees). Aantrekkelijke financieringsopties voor de agrarische productie zullen tot stand moeten komen uit de effecten van de macro-economische stabilisatie. Zoveel als mogelijk zullen marktverstoringen in de kosten van financiering voorkomen worden.
De lokale productie van pluimvee zal gestimuleerd worden. De samenwerking met buitenlandse zuivelproducenten zal gestimuleerd worden. In de visserij zal gewerkt worden aan Surinamisering van vloot en bemensing bij de zeevisserij, de instelling van een kredietraamwerk voor vissers en de certificering van de visexport. Er zal een nationaal plan voor bosbouwbeleid worden geformuleerd en er zal een beheersinstituut worden gevestigd.
Handel en industrie Participatie in regionale samenwerkingsorganisaties zoals de Caricom en de FTAA zal de mogelijkheden moeten garanderen dat de Surinaamse handel en industrie profijt hebben van de verdere integratie in de wereldeconomie. Een gunstige omgeving zal verder tot
vi
Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005
Introductie
stand worden gebracht door de ontwikkeling van een competitieve financiële markt met toegang tot aantrekkelijke kredietverlening voor investeringen, stimulerende wet- en regelgeving en het planmatig uitbreiden van locaties voor industriegebieden.
Verdere liberalisatie van handel en transport zal aandacht krijgen en het gebruik van waterwegen zal aangemoedigd worden.
Toerisme. Het toerisme ontwikkelt zich via het particulier initiatief en heeft bewezen een belangrijke bron van inkomsten te kunnen zijn. Programma’s zullen worden uitgevoerd tot productontwikkeling in en verdere uitbouw van deze sector.
Kennisindustrie. Evenals het toerisme ontwikkelt de kennisindustrie (waaronder de Informatie en Communicatie Technologie) zich via het particulier initiatief.
Sociale ontwikkeling
Sociale en economische ontwikkeling zullen meer op elkaar afgestemd en wederzijds ondersteunend moeten werken. Dit betekent onder meer dat enerzijds de sociale systemen zoals onderwijs, gezondheidszorg en sociale zorg dienstbaar gemaakt worden aan de economische ontwikkeling, en anderzijds de economisch ontwikkeling ook meer expliciet sociale doelen zal moeten dienen. Zo houdt het systeem zichzelf in stand en worden risico’s van scheefgroei en ondoelmatige bestedingen verkleind.
Onderwijs Het onderwijs zal gereorganiseerd worden waarbij de doelen van goed en betaalbaar onderwijs, de vergroting van de bereikbaarheid en de effectiviteit bereikt worden. Er zal worden geïnvesteerd in verbetering van curricula en de kwaliteit van leerkrachten. Oneigenlijke taken zullen worden afgestoten.
Gezondheidszorg Het doel van de gezondheidszorg is ‘gezondheid voor allen’. Dit zal bereikt worden door reorganisatie van het Bureau Openbare Gezondheidszorg (BOG), aandacht voor preventieve zorg, verbeterde toegang en betaalbaarheid en maatregelen ter vergroting van de effectiviteit. In de preventieve zorg zal bijzondere aandacht geschonken worden aan
vii
Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005
Introductie
programma’s voor bestrijding van HIV/AIDS en malaria. Verbetering van cost recovery in de gezondheidszorg zal bestudeerd en waar mogelijk toegepast worden. De wetgeving zal worden aangepast.
Bijzonder onderdeel van de gezondheidszorg is de drinkwatervoorziening die in stad, district en binnenland verbetering behoeft. Veilig drinkwater zal gegarandeerd worden, drinkwaterbronnen zullen wettelijk worden beschermd en er zullen regels worden vastgesteld voor tarifering. De watervoorziening voor het kustgebied zal in één drinkwaterbedrijf ondergebracht worden.
Armoedebestrijding, welvaart en welzijn De doelen zijn terugdringing van de armoede en de samenleving terugbrengen op het groeipad van welvaart en welzijn. Dit zal bereikt worden door: -
het elimineren van absolute armoede en
-
duurzame oplossingen voor het groeipad van welvaart en welzijn, in belangrijke mate te bereiken door de toegang tot productiemiddelen, opleidingen en economische ontwikkeling te vergroten.
Doelgroepen waar bij de armoedebestrijding bijzondere aandacht aan zal worden gegeven zijn jongeren, vrouwen, seniore burgers en mensen met een handicap. Binnen de termijn van dit Meerjarenontwikkelings Plan kan het internationaal overeengekomen doel tot halvering van de armoede in 2015 reeds in 2005 bereikt worden.
Huisvesting Een eigen woning is een van de meest gegarandeerde vormen om duurzame sociale ontwikkeling te bereiken. Het eigen woningbezit zal gestimuleerd worden. Er zullen huisvestingsoplossingen
gestimuleerd
en
uitgevoerd
worden
voor
verschillende
doelgroepen.
Infrastructuur en utiliteiten
Efficiënte en betrouwbare infrastructuur is een van de basisvoorwaarden van economische en sociale activiteiten. De voorziening zal met belangrijke inbreng van de
viii
Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005
Introductie
Overheid blijven geschieden maar wel met grotere zorg voor onderhoud en meer aandacht voor ‘cost recovery’.
Specifieke programmaonderdelen zijn wetgeving met betrekking tot de Burgerluchtvaart, rehabilitatie van de Haven Paramaribo, evaluatie en reorganisatie van het openbaar vervoer, een verkeers- en parkeerplan voor Paramaribo, en vernieuwing en modernisering van het telecommunicatiewezen.
DRS. K. RAGHOEBARSING MINISTER VAN PLANNING EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
ix