presenteert
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Parade presenteert Mobile Arts de tentoonstelling ‘De oude en de nieuwe avonturen van Terts Brinkhoff’. Dit is de brochure van deze tentoonstelling. De tentoonstelling is van 15 juli t/m 2 augustus In het Huis van de Idee Rietveldpaviljoen Zonnehof 8, Amersfoort
Informatie www.mobilearts.nl Aanmelden
[email protected]
Artiesten willen spelen en het publiek wil snuffelen en het lekker zelf uitzoeken. Van een circusdirecteur leerde hij dat je tenten over het publiek heen moet neerzetten. En dat loopt gewoon over straat! Hieruit onstond de filosofie achter de Parade en andere reizende evenementen, die voortkomen uit de initiatieven en ideeën van Terts Brinkhoff. In deze brochure leest u alles over deze evenementen, die worden geproduceerd door de stichting Mobile Arts. We vragen vooral uw aandacht voor onze nieuwe initiatieven, zoals Amsterdam Avenue, speciaal gericht op alle schoolgaande jongeren van de hoofdstad, en de Real Showman’s Fair, die vanuit Rotterdam wil uitgroeien tot een internationaal evenement met een tweejaarlijkse tournee rond de wereld.
Mobile Arts produceert al deze projecten met Terts Brinkhoff als creatief directeur en drijvende kracht. Ook internationaal is Mobile Arts actief: Antwerpen, Gent, Edinburgh, Barcelona, Berlijn, Toronto, Montreal en New York zijn een aantal steden die de afgelopen 25 jaar één of meerdere keren als tijdelijke locatie voor het reizende zomerfestival bezocht werden. De Parade en andere evenementen van Mobile Arts zijn al vele jaren een succes, zonder ooit structureel van subsidie afhankelijk te zijn. Op deze expositie maakt u kennis met de ontwikkelingen en ervaringen tot nu toe en met onze nieuwe plannen. We roepen iedereen op, publiek, artiesten, bestuurders en financiers, om mee te denken en te investeren en zo aan het toekomstig succes bij te dragen. Hans Andersson, voorzitter
Het begon allemaal met een oude traktor en een idee. Terts Brinkhoff was 23 en hij wilde met muziek en theater naar de mensen toe, maar dan op een nieuwe manier. In de jaren zeventig was het theaterbestel nog behoorlijk traditioneel, met schouwburgen die één voorstelling per avond brachten en ’s zomers gesloten waren. Terts was geïnspireerd door de lange traditie van de kermis en het circus,
die veel dichter bij het publiek stond en vond dat het ook anders kon. Hij kocht in Amersfoort, waar hij toen woonde, een oude tractor, een platte kar en kreeg een tweemaster circustent. De kar was het podium, de tent was het theater. Over en weer sloten artiesten en muzikanten zich aan en het avontuur begon. Een romantisch stelletje. Geld was er niet, maar dat gaf niet. Iedereen was geïnspireerd door het idee, dat je met je voorstellingen in de zomer rond kon reizen en de mensen vermaken. Eerst door België met Radijs, de Snaar en Eric de Volder. Toen door Nederland met theatergroep Carrousel en nog later, mee met het Werkteater. Zijn plan paste helemaal in de tijdgeest. Het was de tijd van het Werkteater, Mickery, het Shaffytheater, de Dogtroep en het Festival of Fools, en (iets later) Oerol, stuk voor stuk eigenzinnige ontwikkelingen buiten het reguliere bestel om. De gevestigde culturele instellingen konden de vernieuwingsdrift niet aan.
Op basis van vrijwilligheid experimenteerde de Traktor Tournee met optredens binnen en buiten Amersfoort. Ze leerden om te gaan met de mogelijkheden en verzamelden allerlei oude circusspullen bij o.a. circus Strassburg. Terts was daarbij de man die met de ideeën kwam en verbindingen maakte. Daarom legde hij ook contacten met gevestigde instellingen, zoals schouwburgen en gemeentes, en kwam met het voorstel om gezamenlijk een zomerprogramma te organiseren. In die tijd bestond zoiets nog helemaal niet. Om die vondst kon de gevestigde orde gewoon niet heen. Het was win-win voor iedereen.
Carte Blanche, zoals zijn organisatie inmiddels heette, zette de tenten, toiletten, bars en restaurants neer en draaide het festival. Het risico was gedeeld en alles ging op basis van recette. Terts vond en vindt dat het publiek centraal moest staan, letterlijk, met om hen heen een aantal tenten en theatertjes waar je kon eten en drinken en naar allerlei korte optredens en voorstellingen kon kijken. En daarna met de artiesten iets drinken. Iedereen vond het prachtig. De kiem voor het succes van de reizend festival formule was gelegd. Daarbij ging het erom, artiesten de gelegenheid te geven te experimenteren met nieuwe ideeën en die uit te proberen op een niets vermoedend publiek, dat zich maar al te graag liet verrassen. Alles op eigen risico, voor iedereen, zonder een cent subsidie. De organisatie faciliteerde en Terts inspireerde. Voor hem was het een kwestie van gewoon doen en een beetje geluk hebben.
Terts had inmiddels acht tractoren, een oude circustent, een botsautotent, 16 oude woon- en laadwagens en een totaal nieuw soort tent die hij zelf had ontworpen: een theatertent. Hij had een vriend ervan overtuigd om een oude Belgische Spiegeltent te kopen. Dit hele circus inclusief de Werkteatertent plaatste Terts op het Museumplein in Amsterdam en noemde het de Boulevard of Broken Dreams. De naam mocht worden gebruikt van het Boulevard of Broken Dreamorkest, dat iedere avond in de Spiegeltent speelde. In de theatertent stond o.a. Orkater te spelen, in de Bogentent kon je bier kopen, in de botsautotent was een Italiaans pizzarestaurant.
De Zwoele Zomeravond van het Werkteater gaf er jaren daarvoor de grote inspiratie voor kwaliteit en het spelen voor een breed publiek. Met uiteindelijk ook een Operatent liep je tussen de tenten en waande je op een kermis in 1930 of een middeleeuwse jaarmarkt. Om het geld ging het allemaal niet, want de Boulevard wilde zich vanaf het begin dienstbaar opstellen naar de artiesten en het publiek en de chemie tussen die twee faciliteren.
Daar moet je een beetje gek voor zijn, en ook een beetje vindingrijk. Die combinatie resulteerde in Terts’ grootste vondst, de Parade: een mobiele theaterstraat waar het publiek doorheen kan dwalen en zich vermaken. Korte voorstellingen meerdere keren per avond, zodat de mensen rond kunnen kijken en verschillende voorstellingen bezoeken. Die ‘mobiele’ straat dook overal in het land op, in Groningen, Maastricht, Den Bosch, Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. Het publiek kan op het moment zelf kiezen wat het wil, er is een grootse programmering voor kinderen in de middag en een prachtige set unieke tenten, restaurants en bars om de mensen vast te houden. Hij vervolmaakte hiermee het omgedraaide circus: het publiek in het midden met zweefmolen, bars en restaurants en de artiesten in kleine theaters erom heen. Heel veel bezoekers hebben zo kennis gemaakt met de mooiste voorstellingen. De artiesten spelen graag op de Parade vanwege het directe contact met het publiek. Alles past perfect in de tijdgeest; het is duidelijk dat er een enorme behoefte bestaat aan zo’n reizend festival. Het was ooit een overval op het culturele establishment, dat bleef vasthouden aan het idee dat de voorstelling en niet het publiek centraal stond. Maar Terts wilde de (podium)kunsten juist uit de instituten
halen en terugbrengen naar de straat en het plein. Een overval die goed uitpakte, want na enkele moeilijke jaren sloeg het concept op grote schaal aan. Inmiddels bereikt de Parade ieder jaar driehonderdduizend mensen en wordt alles gerund door de stichting Mobile Arts met een algemeen directeur en een Raad van Toezicht onder de creatieve leiding van Nicole van Vessum en Ray van Santen.
Als het puur om speelruimte gaat en de idee en de energie vanuit de kunstenaar zelf moeten komen, moet je ook een organisatiestructuur hebben die dat koestert. Een organisatie die zich afhankelijk durft te maken van het particulier initiatief en die zich enkel en alleen vanuit goede smaak bezig houdt met de vraag of een idee niet al te risicovol is. Durft de organisatie (met grote dank aan medeoprichter Pieter Erkelens) het niet aan, dan kan de maker het altijd nog zelf proberen. Geen instituut met autoriteit van bovenaf, maar een instrument dat dienstbaar is aan de maker. Er zijn, naast een duidelijke taakverdeling, geen gezagsverhoudingen. Iedereen is onafhankelijk en draagt zijn/haar eigen risico en de goodwill van de projecten is van de artiesten en het publiek.
Terts blijft ervan uitgaan dat de artiesten en het publiek het succes moeten maken en daaruit komen zijn nieuwe projecten ook voort. Hij komt bijvoorbeeld met de Tafel van de Idee. Een tafel is het centrale meubel in ieder huis of bedrijf, maar de Tafel van de Idee is 120 meter lang en wordt daarmee het centrale meubel van iedere straat, boulevard of plein. Op de tafel treden de artiesten op en aan de tafel zit het publiek met de gezichten naar elkaar toe met een hapje en een drankje. Zo vormt zich een hecht gezelschap. De Tafel van de Idee blijkt ook ideaal voor grote ruimtes, zoals de succesvolle voorstellingen in bijvoorbeeld de Zuiderkerk in Amsterdam en de St. Bavo in Haarlem bewezen.
Tijdens de WinterParade wordt de Tafel tegenwoordig opgebouwd in grote kerken en kathedralen in Amsterdam en Haarlem, Den Haag, Nijmegen en Eindhoven. De Tafel speelt ook een rol bij het Diner der Componisten op de Keizersgracht, waarbij het programma zich zowel op de Tafel als vanaf het water manifesteert. De tafel staat op pontons, en de muziek wordt gemaakt vanuit voorbijvarende boten. Er zijn plannen voor een Tafel tournee langs de Wadden ter gelegenheid van Leeuwarden culturele hoofdstad, en een tournee door twaalf dorpen in Waterland (NH) ter herdenking en viering van de watersnood van honderd jaar geleden.
Ook het Huis van de Idee is inmiddels een feit. In veel steden trekt de overheid zich terug uit de culturele sector en komen panden leeg te staan die daarvoor een culturele bestemming hadden. Zo ook het Rietveldpaviljoen te Amersfoort. Dit is herdoopt tot het Huis van de Idee, waar iedereen zichzelf kan presenteren. Het kantoor van Mobile Arts is hier ondergebracht en daarnaast brengt de vaste collectie alle ideeën die Amersfoort welvaart hebben gebracht. Er moet vanuit het Huis van de Idee een nieuwe ideeënstroom op gang komen vanuit het gevoel dat de wereld volledig open ligt voor vernieuwing en verwachting. Op deze tentoonstelling zijn ook de nieuwe plannen. Daar gaat deze expositie speciaal over, want de successen uit het verleden zijn mooi, maar de toekomst is nog veel interessanter omdat het gewoon kan. Met alle posters, schilderijen, foto’s en films maar vooral de maquettes en schetsontwerpen van de nieuwe ideeen. Een ideaal en leerzaam geheel voor studenten, duidelijke plannen voor wethouders en toekomstige partners in binnen en buitenland en uiteraard de artiesten en publiek.
Wij willen een kleinere, goedkopere en daarmee een veel mobielere Parade maken die vanuit Rotterdam een jaarlijkse wereldtournee langs de havensteden van de wereld kan maken. Daar is al wat ervaring mee, onder andere met het New Island Festival dat Mobile Arts in New York organiseerde op uitnodiging van Oerol, en toernees naar onder andere Toronto, Montreal en Perth en Adelaide. De artiesten en de nieuwe generatie parademedewerkers willen erg graag het avontuur aan om met een evenement naar het buitenland te reizen. We willen beginnen in Rotterdam en dan via Zuid Afrika naar Australië om vervolgens via Singapore door het Panamakanaal naar New York en Canada te reizen. De Showman’s Fair bestaat uit een unieke set tenten, het beste van de Parade met ook de Tafel van de Idee, en een aantal bijzondere, kleine theaterattracties in een nieuwe combinatie die tussen de duizend en drieduizend man publiek kan bespelen. Zeer effectief, vernieuwend en dus betaalbaar.
Een heel bijzonder concept is het idee Amsterdam Avenue, speciaal bedacht op uitnodiging van de Rai Amsterdam. Hier kunnen wij al onze festivalervaring inzetten om eens in de vier jaar alle 40.000 schoolgaande jongeren van de stad met elkaar te confronteren, omdat zij in de toekomst gezamenlijk de schouders onder de stad mogen gaan zetten. Amsterdam Avenue is een stad met echte straten in de Rai waar al het onderwijs, alle culturele instellingen, alle beroepskeuzemogelijkheden, alle bedrijven die jongeren willen bereiken met elkaar een evenement vormen dat de mogelijkheden van een beurs en een festival combineert. Hier kunnen alle overheden, media, makers en bedrijven hun ideeën presenteren en kunnen de jongeren zichzelf op eigentijdse wijze manifesteren en zich van de bestaande informatie bedienen. Amsterdam Avenue vindt plaats in de wintervakantie, met de kosten gedeeld door alle betrokken partijen. Met onze tenten maken we op de Zuidas een tijdelijke, toekomstige wereldstad met stoepen, straten, stoplichten, theaters en cafés. Amsterdam presenteert zich aan de jongeren en de jongeren presenteren zich aan elkaar en aan de stad.
De reeds bestaande tent is gemaakt naar het voorbeeld van het Globe Theatre in Londen. Shakespeare schreef en maakte daar theater waarbij de onder- en bovenklasse in één theater bij elkaar kwamen. Met de Mobiele Schouwburg willen we dezelfde confrontatie aangaan tussen laag en onoverdekt voor weinig geld en overdekte loges voor een duurder kaartje. Er is ruimte voor vier voorstellingen voor 400 personen op een dag en dat moet rendabel kunnen zijn.
Een bijdrage aan de discussie... Als je vanuit onze manier van werken naar het Holland Festival kijkt dan vraag je je af wat er zou gebeuren als zij de programmering zouden openstellen voor het aanbod vanuit de kunstenaars zelf. Om het beste van Nederland en het buitenland met elkaar te kunnen verenigen heb je geen instituut nodig dat zich met altijd te weinig budget in een positie moet forceren die aan iedereen recht doet. Draai het om: laten nieuwe intendanten zich verkiesbaar stellen met nieuwe plannen voor bijvoorbeeld vier jaar. Laat artiesten met het beste van hun oeuvre optreden en gelauwerde kunstenaars waarin wij allen vertrouwen hebben het beste uit het buitenland uitnodigen om zich aan ons te manifesteren. Dan krijg je een open debat en een zeer levendige sfeer vanuit een gezamenlijke inspanning en ambitie en dan komt er vanzelf een heel groot en veel breder publiek.
Tenslotte ontwikkelen we voor componisten, musici en vormgevers het Cirque des Compositeurs. Een echt reizend circus met een draaiende piste waar componisten en musici het onverenigbare tussen de tijd en het onvoorspelbare van het moment verenigen in klank en geluid, compleet met stallen waarin een geluidentheater en een geluidenmuseum van dezelfde componisten worden ondergebracht. Komt dit zien…… komt dit zien ter lering en de vermaak en om met elkaar van gedachten kunnen wisselen om de Idee nog meer ruimte te kunnen geven.
Hierbij wil ik alle artiesten, medewerkers, vrijwilligers, toeleveringsbedrijven en bestuurders bedanken voor het eindeloos vertrouwen en enthousiasme dat ik heb moge ervaren bij het tot stand brengen van alle activiteiten. Iedereen heeft altijd ook mee het risico durven nemen. Ik wil dit jongensboek opdragen aan Hans Brandwacht, mijn maatje van het eerste uur. Mijn vrouw Jet Dijkshoorn en onze drie zonen en natuurlijk Anneke Kroon voor haar nooit aflatende energie. En een speciale gedachtenis voor Pieter Erkelens en Leonne Vilé die beide uiterst belangrijk zijn geweest bij het ontstaan en ontwikkelen van de Parade. Nicole van Vessum en Ray van Santen verdienen alle lof voor de wijze waarop zij de Parade alweer zes jaar leiden, koesteren en doorontwikkelen. En er is alle vertrouwen in onze nieuwe algemeen directeur Michiel de Rooij. Al met al een gezonde basis voor nog vele jaren ruimte voor ideeën, projecten en speelplezier. Terts Brinkhoff
PS Cultuurtrekker Leidsche Rijn Utrecht. Bij het ter perse gaan van deze brochure zijn wij volop in de race om samen met Sharing Arts Society, de Vrijstaat en Mobile Arts voor de vervolmaking van Leidsche Rijn te Utrecht de zogenaamde Cultuurtrekker vorm te geven. Een zeer groot project bovenop de A2 waar wij een vaste basis kunnen ontwikkelen van waaruit vele mobiele projecten in de wijk en de stad ondernomen kunnen worden.
COLOFON Tekst Ton van der Lee Omslag, Illustraties en vormgeving Edu Kisman Opmaak en vormgeving Tamara Blokzijl Schilderij ‘Jour de Fête’, Peter Klashorst Kopletters Marten Jongema Druk: Drukkerij SSP, Amsterdam Alle rechten in deze brochure zijn voorbehouden. Uit deze brochure mogen geen titels, ideeën en concepten worden overgenomen dan zonder toestemming van Terts Brinkhoff en de stichting Mobile Arts bij monde van Michiel de Rooij